Manifest Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Een initiatief van
EXPERTISECENTRUM KRAAMZORG PRAKTIJK VOOR VROEDKUNDE
VZW
de
Bakerma
met de steun van
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, CM, Kind en Preventie en Collaborative Change.
Colofon December 2013 Projectverantwoordelijke: Karen Vliegen, De Bakermat In samenwerking met: • Anne Dedry, Joke Muyldermans en Lies Versavel, De Bakermat • Steven Johnson, Collaborative Change (UK) Foto’s: Jos Verhoogen Illustratie: Heidi Petré, Studio Llou Lay-out: Hilde Govaerts, CM v.u. Anne Dedry, De Bakermat
Woord vooraf Borstvoeding biedt tal van voordelen voor onze samenleving op diverse niveaus: de gezondheid en het welzijn van onze gezinnen, betere klinische resultaten voor zorgverleners en minder kosten voor de gezondheidszorg. Dit manifest vat de evidentie samen van het belang om in Vlaanderen meer te investeren in borstvoeding en dit op basis van drie jaar onderzoek naar de voedingskeuze bij kwetsbare moeders en gezinnen. Kwetsbare moeders worden in ons onderzoek en in dit manifest gedefinieerd als: autochtone moeders jonger dan 25 jaar, autochtone laag opgeleide moeders en autochtone kansarme gezinnen. Dit zijn de groepen met de laagste startcijfers voor borstvoeding in Vlaanderen. Dit onderzoek werd uitgevoerd met de steun van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid en in partnerschap met Kind en Preventie, de Christelijke Mutualiteit en Collaboratieve Change (Verenigd Koninkrijk). Dit manifest wil enerzijds bondig en in gewone taal het globale onderzoek samenvatten. Anderzijds wil het zorgpartners warm maken om samen met De Bakermat het voortouw te nemen in concrete acties ter bevordering van borstvoeding bij de genoemde doelgroep. vzw De Bakermat is een Expertisecentrum Kraamzorg dat zich richt op het welzijn van gezinnen met jonge kinderen. Met een expertise van 30 jaar leveren we kennis aan, nemen we de zorg op voor moeders, vaders en hun baby’s in Vlaanderen en behartigen we de belangen van kwetsbare gezinnen. We werken zowel rechtstreeks met de gezinnen via medische en praktische begeleiding, als onrechtstreeks met sociale en medische zorgverleners in een perinataal netwerk om kwalitatieve zorg te bieden, te ondersteunen en te verbeteren.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
3
Inhoud Woord vooraf .............................................................................................................. 3 Inleiding ........................................................................................................................ 5 Deel 1: Het onderzoek ............................................................................................ 10 Het perspectief van het gezin ................................................................................ 10 Begrijpen wat de voedingskeuze voor de zuigeling beïnvloedt bij kwetsbare gezinnen: een kwalitatief onderzoek .............................................. 10 Het klinische perspectief ........................................................................................ 16 Een medisch probleem bij de moeder? Borstvoeding kan helpen!.................. 16 Een medisch probleem bij de zuigeling? Borstvoeding kan helpen!................ 17 Begrijpen welke rol de gezondheidszorg speelt in voedingskeuze voor de zuigeling: een kwalitatief onderzoek ............................................................ 19 Het beleidsperspectief ............................................................................................ 25 Borstvoeding in België, een succes of niet? .................................................... 25 De Internationale Gedragscode voor moedermelkvervangende producten.. 28 Conclusies onderzoek ............................................................................................. 31 Deel 2: Aanbevelingen ........................................................................................... 34
1. Klinische richtlijn borstvoeding en prenatale zorg ........................................ 34 2. Publicaties in vakbladen .................................................................................... 35 3. Samenwerkingsverbanden................................................................................ 35 4. Opleiding aan zorgverleners in de gezondheidszorg ................................... 36 5. Opleiding aan hulpverleners in de welzijnszorg ............................................ 36 6. Opleiden en informeren van apothekers ......................................................... 37 7. Promotie van borstvoeding ................................................................................. 37 8. Acties in de (populaire) media .......................................................................... 38 9. Prioriteit van borstvoeding verhogen bij de beleidsmakers ........................ 38 10. Huizen van het Kind als hefboom voor een borstvoedingsvriendelijk klimaat..39
Deel 3: Werk mee ..................................................................................................... 40
Verspreid dit manifest .............................................................................................. 40 Vraag onze onderzoeksrapporten aan en verspreid ze ..................................... 40 Vraag het campagnemateriaal aan ....................................................................... 40 Organiseer een presentatie in samenwerking met De Bakermat .................... 41 Organiseer een workshop in samenwerking met De Bakermat ...................... 41 Sponsor een actie .................................................................................................... 41
Contactgegevens ..................................................................................................... 42 Nuttige adressen ..................................................................................................... 42 4
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Inleiding De Bakermat engageert zich om het belang van een geïnformeerde voedingskeuze bij zuigelingen op de agenda te zetten en dit op beleidsmatig, klinisch en individueel niveau. Borstvoeding biedt voordelen voor onze maatschappij op diverse niveaus: van de gezondheid en het welzijn van onze gezinnen tot betere klinische resultaten voor gezondheidswerkers en minder kosten voor de gezondheidszorg. Deze voordelen kunnen in Vlaanderen gerealiseerd worden indien we meer aandacht besteden aan de geïnformeerde voedingskeuze voor zuigelingen, met een positieve invloed op de borstvoedingscijfers tot gevolg. De verzamelde data geven duidelijk aan dat diegenen die het meest kunnen winnen bij borstvoeding net diegenen zijn die het minst borstvoeding geven, met name jonge moeders die in kwetsbare omstandigheden leven. In een autochtoon kansarm gezin krijgt 39,1 % van de pasgeborenen borstvoeding, dit is veel minder dan andere baby’s. In een autochtoon niet-kansarm gezin bedraagt dit 65,3 % (Kind en Gezin. Het Kind in Vlaanderen 2010). Alhoewel het ons doel is ervoor te zorgen dat meer gezinnen in globo borstvoeding geven in onze samenleving, richten we ons in dit onderzoek specifiek op kwetsbare moeders en gezinnen. Wij erkennen dat het een complexe uitdaging is om met gecoördineerde acties zowel op individueel, sociaal, klinisch als beleidsmatig vlak een succesvolle verandering te bekomen. De afgelopen drie jaar hebben we naar een wetenschappelijk onderbouwde basis gezocht voor de veranderingen die we beogen op het vlak van zuigelingenvoeding. In ons onderzoek hebben we gewerkt met kwetsbare moeders en gezinnen in heel Vlaanderen om de drempels waarmee zij geconfronteerd worden beter te begrijpen. We hebben diepte-interviews gedaan met welzijnswerkers en medische zorgverleners om de invloed van hulpverleners te doorgronden. We hebben daarnaast ook reviews geschreven over het beleid en de klinische begeleiding van borstvoeding in andere landen om na te gaan welke ‘best practices’ een positieve invloed hebben en wat we eruit kunnen leren voor Vlaanderen. Het volledige onderzoeksrapport is in PDF te verkrijgen bij De Bakermat.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
5
Dit manifest bevat een samenvatting van dit onderzoek en geeft een overzicht van onze aanbevelingen en een oproep voor toekomstige acties. Het is ook doorweven met opiniestukken van sleutelfiguren, werkzaam in de gezondheids- en welzijnssector. Zij expliciteren waarom zij dit manifest onderschrijven. Het manifest is gericht op professionals en belanghebbenden die op een of andere manier te maken hebben met borstvoeding en de promotie ervan: van maatschappelijk werkers en verzorgers, tot vroedvrouwen en verpleegkundigen, huisartsen, gynaecologen, pediaters en beleidsmakers, maar zeker ook de media. • Deel 1 schetst het onderzoeksmateriaal dat we hebben verzameld om het belang aan te tonen van een grotere investering in de geïnformeerde voedingskeuze voor zuigelingen • Deel 2 omvat aanbevelingen voor acties • Deel 3 geeft onze eigen ambities weer voor de toekomst en een oproep naar onze zorgpartners. Dit manifest is bedoeld om een wervende inleiding te geven tot de overweldigende evidentie voor meer aandacht voor borstvoeding in Vlaanderen, op basis van de individuele, sociale, klinische en economische voordelen. Het is geschreven om te informeren, maar ook om te inspireren tot actie en verandering. Het krijgt alvast steun van heel wat VIP’s. We hopen dat wat volgt van belang en waarde kan zijn zowel voor uzelf als voor uw professionele omgeving. Als u onze inspanningen wil ondersteunen, kijk dan op pagina 40 voor de verschillende manieren waarop u een bijdrage tot actie kunt leveren. We kijken uit naar uw reactie. Ons manifest wil de voordelen van borstvoeding duidelijk maken voor de hele samenleving door: 1. De geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling te erkennen als een belangrijk beleidsthema: • inbedding van de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk in de Belgische en Vlaamse wetgeving.
6
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
2. De geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling te erkennen als een reëel klinisch item: • weerspiegeld in de opleiding van zorgverleners; • ingebed in de zorg voor alle zwangeren en alle pasbevallen moeders; • besproken in professionele klinische literatuur en op symposia. 3. De geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling te erkennen als een belangrijke persoonlijke beslissing: • advies en ondersteuning rond zuigelingenvoeding bij sociale begeleiding; • implementeren van meer effectieve promotiecampagnes rond borstvoeding. 4. Borstvoeding als sociale norm te bewerkstelligen: • positieve voorstelling in de media; • meer zichtbaarheid van positieve rolmodellen.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
7
Kind & Preventie ondersteunt dit manifest. Immers voeding van baby’s omvat veel meer dan een louter individuele keuze of voorkeur. Als organiserend bestuur van 231 consultatiebureaus voor het jonge kind, 4 prenatale steunpunten en 5 inloopteams, gericht op opvoedingsondersteuning aan kwetsbare jonge gezinnen, is Kind en Preventie vzw meer dan bekend met het thema. We zijn dan ook blij deze ervaring vanuit de praktijk weerspiegeld te zien in de onderzoeksresultaten. Al te vaak wordt het lage cijfer van borstvoeding bij kansarme moeders al te simplistisch louter geweten aan de keuze van de moeder voor flesvoeding. Het is goed wetenschappelijke evidentie te vinden die de rol van het beleid, media en maatschappelijke beeldvorming en de invloed van gezondheidswerkers expliciteert. Oplossingen om borstvoeding bij kwetsbare moeders te verbeteren, dienen dan ook op al deze factoren in te spelen en zich niet louter op de mama’s zelf te focussen. Kwetsbare ouders hebben dagelijks al een heel gamma aan uitdagingen om het hoofd aan te bieden (op vlak van huisvesting, tewerkstelling, gezondheid, financiën, enz.). Om daarnaast de stap naar borstvoeding te zetten en dit vol te houden, is er een geïntegreerd pakket aan ondersteuning nodig vanuit de medische wereld, vanuit het beleid en ook vanuit de basisgezondheidswerkers en maatschappelijke zorgverleners op lokaal niveau. Een positief klimaat creëren rond borstvoeding, zowel in de sociale omgeving van kwetsbare moeders als bij professionals en het verzekeren van positieve ondersteuning vanuit het beleid, is wat mensen in praktijk bijstaat. Een aantal inloopteams trachten via een lokaal multidisciplinair samenwerkingsverband rond zwangerschaps- en perinatale ondersteuning reeds een geïntegreerd aanbod naar zwangere kansarme vrouwen te verzekeren. Waardevolle ondersteuning die het zelfvertrouwen van de moeders promoot, hen de juiste informatie bezorgt en hen positief bekrachtigt bij hun eerste stappen in hun nieuwe moederschap. Met de evolutie naar Huizen van het Kind hebben beleidsmakers de sleutel in handen om meer in te zetten op preen perinatale omkadering. Een belangrijke keuze met duidelijke gevolgen voor het welzijn van toekomstige jonge ouders, maar zeker ook voor hun toekomstige kinderen. Nik Van Gool Voormalig voorzitter Kind en Preventie vzw Federaal Volksvertegenwoordiger
8
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Steeds vaker gaan stemmen op om vooral gewoon te doen over borstvoeding. Borstvoeding vraagt geen bejubeling. Het is toch evident dat elke baby zou moeten opgroeien met zijn moeders melk? Ook het Vlaams actieplan Voeding en Beweging stelt dat borstvoeding de norm moet worden. Met zes op tien pas bevallen moeders die starten met borstvoeding hebben we nog een weg te gaan. Bij jonge autochtone moeders die in kwetsbare omstandigheden een kind krijgen, ligt dit aantal nog veel lager. Gewoon doen over borstvoeding impliceert geenszins dat er geen maatregelen nodig zijn, wel integendeel. Dit manifest doet een aantal aanbevelingen om specifiek bij jonge, autochtone, kwetsbare moeders acties te ondernemen om borstvoeding te promoten en te ondersteunen. Kind en Gezin schaart zich achter deze aanbevelingen. Immers, inzetten op kennisverbreding bij gezondheidswerkers is een belangrijk actiepunt. Kind en Gezin werkt intensief aan vorming rond borstvoeding voor eigen medewerkers door het inzetten van lactatiekundigen IBCLC. Ook het verspreiden van wetenschappelijk correcte informatie naar aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen via de website, de elektronische nieuwsbrieven en de brochure Borstvoeding worden ter harte genomen door een team van experten op gebied van borstvoeding en communicatie. De digitale cursus Borstvoeding die via de website van Kind en Gezin gratis ter beschikking wordt gesteld, beoogt dan weer de vorming van alle gezondheidswerkers die in contact komen met aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen, ook buiten de organisatie. Niet alleen de kennis over borstvoeding verhogen is voor Kind en Gezin van belang wanneer we (kwetsbare) jonge moeders meer borstvoeding willen laten geven. Ook het inzetten van gezinsondersteuners, die dicht bij de ouders staan doordat ze met dezelfde beperkingen te maken kregen in hun persoonlijk leven, helpt drempels overwinnen. Laat dit manifest een belangrijk signaal zijn om, in het belang van de gezondheid en de kansen van elk kind, waar of wanneer het ook geboren is, samen te werken met alle partners inzake pre-, peri- en postnatale zorg om borstvoeding te standaardiseren. De Huizen van het Kind kunnen hiervoor een hefboom zijn. Christel Geebelen, Lactatiekundige IBCLC, Kind en Gezin
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
9
Deel 1: Het onderzoek De voorbije drie jaar heeft De Bakermat verscheidene onderzoeksprojecten op touw gezet en succesvol afgerond. De onderzoeksresultaten vormen een wetenschappelijke basis om in Vlaanderen de aandacht te vestigen op een meer geïnformeerde voedingskeuze voor zuigelingen. Het is een complex geheel van factoren dat de voedingskeuze voor zuigelingen beïnvloedt. Met onze methodiek hebben we er naar gestreefd om borstvoeding te situeren in zijn totale context binnen de verschillende ‘systemen’. Met name ’hoe worden beslissingen en gedrag beïnvloed door persoonlijke, sociale en structurele factoren?’. Dit heeft geresulteerd in een holistische benadering van het onderwerp vanuit verschillende perspectieven: het perspectief van het gezin, het klinische perspectief en het beleidsperspectief.
Het perspectief van het gezin Begrijpen wat de voedingskeuze voor de zuigeling beïnvloedt bij kwetsbare gezinnen: een kwalitatief onderzoek In samenwerking met een netwerk van welzijns- en gezondheidszorgorganisaties in heel Vlaanderen, hebben we een aantal moeders die leven in kwetsbare gezinssituaties bevraagd om een duidelijk inzicht te verkrijgen in de factoren die de voedingskeuze voor hun baby beïnvloeden. Door ook vaders en de welzijnshulpverleners van deze gezinnen te bevragen, begrijpen we beter de invloed van de sociale context van de moeder op haar beslissing. Ons onderzoek combineerde verscheidene methodieken om het probleem te benaderen vanuit verschillende perspectieven. Deze omvatten één-op-één interviews, focusgroepen en co-creatie workshops. Een eerdere fase van het onderzoek werd specifiek uitgewerkt en uitgetest in Leuven, met de steun van de Koning Boudewijn Stichting. Dit leidde tot de ontwikkeling en lancering van de borstvoedingscampagne ‘Mama’s melk, da’s de max’. Deze campagne werd gevolgd door een grotere tweede fase van ons onderzoek in heel Vlaanderen, met de steun van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. 10
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Belangrijke inzichten Borstvoeding is geen prioriteit • Kwetsbare moeders hebben te maken met diverse uiteenlopende uitdagingen in hun leven zodat de voedingskeuze voor hun baby een relatief lage prioriteit krijgt. • In de context van deze bredere uitdagingen is kunstvoeding de standaardkeuze, omdat men ervan overtuigd is dat deze voedings-methode eenvoudiger is en dat het minder inspanning vergt. • Dit wordt versterkt door hun omgeving: hulpverleners en gezondheidswerkers adviseren vaak om kunstvoeding te geven om te voorkomen dat de moeders nog meer druk zouden ervaren.
Kunstvoeding is de sociale norm • Vaak gaven hun eigen moeder en de meeste andere moeders in hun omgeving ook kunstvoeding. • Dit creëert het gevoel dat kunstvoeding normaal is binnen hun sociale omgeving. • Dit maakt het moeilijk voor moeders om af te wijken van deze norm, vooral wanneer het gaat om borstvoeding geven in het openbaar.
Weinig contact met de ondersteunende diensten • Kwetsbare moeders worden minder toegeleid tot pre- en postnatale ondersteunende diensten en missen daardoor vaak invloed vanuit die hoek. • Ze zijn ook minder geneigd om uit zichzelf tijdens de zwangerschap naar een vroedvrouw te gaan. De gynaecoloog is vaak de enige en belangrijkste zorgverlener tijdens de zwangerschap en heeft dus een grote invloed op de kwetsbare moeder. • De voedingskeuze wordt meestal niet besproken of aangemoedigd tijdens het prenataal consult bij de gynaecoloog.
Desinformatie • Terwijl deze moeders toch vaak op de hoogte zijn van de gezondheidsvoordelen van borstvoeding, hebben ze het idee dat kunstvoeding even of zelfs meer voedzaam is voor hun baby.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
11
• Moeders beoordelen de voedingswaarde van kunstvoeding verkeerd door de vele ingrediënten die er op de verpakking staan en door de informatie uit reclameboodschappen.
Invloed van de reclame voor kunstvoeding • Dure of populaire kunstvoedingsmerken worden geassocieerd met betere voeding en meer vitamines, mede door de idealisering ervan in reclame. • Soms worden zelfs de flesjes aanzien als statussymbool, vanwege hun vorm, design en de reclamecampagnes.
De behoefte om zich een ‘goede moeder’ te voelen • Moeders bij wie de borstvoeding niet gelukt is, ervaren gevoelens van mislukking, schuld en schaamte. Kwetsbare moeders hebben vaak al een laag zelfbeeld en het mislukken van de borstvoeding kan hen het gevoel geven dat ze falen als moeder. • Moeders maken zich zorgen dat hun baby niet genoeg melk krijgt. Bij kunstvoeding kunnen ze precies zien hoeveel melk de baby gedronken heeft en kunnen ze dit ook tonen aan hun omgeving. Dit stelt hen emotioneel gerust. • Kunstvoeding is een ‘zichtbare’ methode: het flesje geven in het openbaar, de flessen, de benodigdheden ... Op een dieper psychologisch niveau betekenen deze zichtbare factoren dat ze een goede moeder zijn – het lijkt een fysiek bewijs dat zij voldoen in de voedingsbehoeften van hun baby.
De rol van de vroedvrouw is cruciaal • Kwetsbare moeders die prenataal opgevolgd worden door een vroedvrouw geven vaker borstvoeding. • Moeders die postnataal begeleid worden door een vroedvrouw geven langer borstvoeding. • Vroedvrouwen en verpleegkundigen van Kind en Gezin zijn vaak de enige bron van borstvoedingsadvies en ondersteuning; andere zorgverleners zullen moeders eerder aanmoedigen om over te schakelen op kunstvoeding.
12
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Het is slecht nieuws dat borstvoeding in Vlaanderen geen succes is. Nog minder goed nieuws is dat de cijfers zeer laag zijn bij de kansarme Belgische moeders. Deze groep heeft ook nog eens een hogere kans op een premature geboorte, wat op zich de kansen op borstvoeding nog meer naar beneden haalt omdat na een premature geboorte de borstvoeding dikwijls moeilijker opstart. Terwijl de Wereldgezondheidsorganisatie exclusief moedermelk aanraadt tot de zesde levensmaand krijgt in Vlaanderen dan nog slechts 10 % borstvoeding. Borstvoeding zou de norm moeten zijn. Dit vraagt nog veel sensibilisatie en acties om hierin een kentering te brengen. Vroedvrouwen en lactatiekundigen spelen hierin een belangrijke rol. Onze opdracht van voorlichting en opvoeding start niet in de zwangerschap, maar reeds in het onderwijs. Vanaf het kleuteronderwijs moet er aandacht zijn voor dit belangrijk aspect in de gezondheidszorg. Koemelk is voor de kalveren, moedermelk is voor de baby’s. Het is eigenlijk zeer eenvoudig te begrijpen, zelfs voor een kleuter. Doorheen de opleiding kan dit een rode draad worden, in lessen biologie maar ook in relatievorming kan het belang van borstvoeding aan bod komen. Nog een grote opdracht ligt in de samenwerking met andere disciplines. Pediaters en zeker ook gynaecologen zijn nog weinig overtuigd van het belang van borstvoeding. Nochtans zou juist de sterke samenwerking met de verschillende gezondheidsberoepen een betere ondersteuning betekenen voor de gezinnen. De universiteiten zouden de opleiding kunnen verrijken met evidence based informatie over borstvoeding. Permanente vorming van sleutelfiguren in onze maatschappij in deze context is een prioriteit! Op het niveau van beleid is de laatste jaren een positieve ommekeer gebeurd, maar nog meer zou moeten ingezet worden op de kwetsbare gezinnen die meer dan anderen een sterke ondersteuning bij borstvoeding nodig hebben. Ook bij de media is een kentering noodzakelijk. Als Belgian Midwives Association onderschrijven we dit manifest en zullen we meewerken aan de actiepunten hierin opgesomd omdat we overtuigd zijn dat het geven van borstvoeding een verschil maakt voor de volksgezondheid. Marlene Reyns, Voorzitter Belgian Midwives association, BMA vzw
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
13
Als vroedvrouwenteam binnen het Wit-Gele Kruis Limburg willen we dit manifest met overtuiging onderschrijven! Wij zijn er van overtuigd dat werken aan de toekomst niet moet starten met een volgende staatshervorming, met het verhogen van de pensioenleeftijd, met het verlagen van de elektriciteitstaks … neen, nu moeten we inzetten op onze toekomst die ligt bij een goede start voor elk kind: in de buik en in de wieg! Kansen creëren zodat elk kind kan opgroeien en zich kan ontwikkelen tot een jong-volwassene die kansen krijgt binnen zijn mogelijkheden. Zeker bij kansarme gezinnen vraagt deze perinatale zorg om aandachtige multidisciplinaire zorgverleners die willen kijken vanuit het perspectief van degene die behoefte heeft aan zorg. Het niet doen wat zij denken dat de ander nodig heeft maar dat samen met het gezin uitzoeken. Dat vraagt om sterke en flexibele zorgverleners die oprechte en goede aandacht geven, een relatie opbouwen, vertrouwen winnen en geven. Zoals aangetoond in het manifest is een belangrijke pijler in de perinatale zorg het voluit inzetten op borstvoeding. (Toekomstige) ouders lopen hier vaak tegen een muur van tegenstrijdige en onvolledige adviezen waardoor zij geen geïnformeerde, bewuste keuze maken. Binnen de opleiding dient men de beperkte kennis van borstvoeding van alle welzijnswerkers, eerste- en tweede lijn, in de leerplannen aan te passen. Commercialisering van kunstvoeding dient aan banden gelegd te worden. Ondersteund door het Federaal- en Vlaams beleid kan dit leiden tot diepgaande implicaties voor de samenleving: gezondheidsvoordelen voor moeder én kind, economische resultaten, preventieve doelstellingen … Kathleen Vanholen, Coördinator kraamdienst Wit-Gele Kruis Limburg
14
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Zo’n 150 jaar geleden werd de eerste ‘kunstvoeding’ voor zuigelingen geïntroduceerd in de strijd tegen kindersterfte. Men was er van overtuigd dat de ongezonde en de beperkte voeding van de vrouwen uit de lagere klassen de oorzaak was van de zuigelingensterfte. Algauw bleek dat het geven van flesvoeding het tegengestelde effect had. Het enige dat bereikt werd, was het feit dat het geven van flesvoeding een teken was van goede zorg. Flesvoeding werd een statussymbool. Net zoals de adel ook geen borstvoeding gaf, maar een min hun baby de borst liet geven, gaf de gewone vrouw haar kind nu flesvoeding. Als ik terug kijk in mijn eigen familiegeschiedenis dan stel ik tot mijn teleurstelling vast dat zowel ik, geboren in de jaren ‘60 als mijn moeder, prematuur geboren in de jaren ‘30 de fles kregen. Over borstvoeding was niet gesproken en zelfs niet nagedacht. De evidentie om een pasgeborene borstvoeding te geven is al lang zoek. Gelukkig zien we de laatste jaren de borstvoedingscijfers opnieuw stijgen. Meer en meer ouders kiezen er terug voor om hun kind moedermelk te geven. En daar zit de boosdoener: het woord ‘kiezen’! Borstvoeding is geen evidentie meer. Ouders maken zelf de keuze. En een goede keuze kun je pas maken als je voldoende en correcte informatie gekregen hebt. Daar knelt nu net het schoentje bij kwetsbare moeders. Dit manifest bevestigt dit knelpunt, naast zovele andere knelpunten. Daarom onderschrijven wij dit manifest. Het is dan ook van groot belang dat alle gezondheidswerkers over correcte informatie beschikken en deze doorgeven. Het is hun verantwoordelijkheid dat de kwetsbare ouders deze informatie krijgen. Als gezondheidswerker mag je er dan ook nooit van uit gaan dat een andere hulpverlener deze taak op zich zal nemen. Wat voor mij nog belangrijker is, is dat je als arts, als vroedvrouw, als kraamverzorgende … kennis moet hebben van de fragiele en soms onherbergzame wereld waarin deze kwetsbare ouders leven. Je moet begrip hebben voor hun zware levenslasten en hun overvraagde draagkracht. Dan en alleen dan zullen zij jouw informatie en advies ter harte nemen en geloven dat hun kind het beste zal gedijen met moeders melk. Griet Vereecke Deskundige Kwetsbare Doelgroepen Familiezorg West-Vlaanderen vzw, Expertisecentrum Kraamzorg ‘De Wieg’
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
15
Het klinische perspectief Om inzicht te krijgen in het klinische perspectief gingen we op zoek naar nationale en internationale richtlijnen waar borstvoeding als preventieve of curatieve maatregel beschouwd wordt bij medische aandoeningen van de moeder of van het kind. Deze bevindingen werden uitgeschreven in twee reviews die binnenkort worden gepubliceerd in vaktijdschriften. Hieronder leest u een beknopte samenvatting.
Een medisch probleem bij de moeder? Borstvoeding kan helpen! Een overzicht van nationale en internationale klinische richtlijnen waar borstvoeding als preventieve of curatieve maatregel beschouwd wordt bij medische aandoeningen van de moeder.
Er bestaat een brede waaier van wetenschappelijk onderbouwde evidenties over het belang van borstvoeding. Moedermelk biedt tal van gezondheidsvoordelen voor de moeder. Moeders die borstvoeding geven hebben minder postpartaal bloedverlies, een snellere baarmoederinvolutie, minder vaak ijzertekort, bereiken sneller hun gewicht van voor de zwangerschap, hebben minder kans op het ontwikkelen van obesitas en van een postpartumdepressie. Verder vormt het geven van exclusief borstvoeding een natuurlijke anticonceptie. Moeders met zwangerschapsdiabetes hebben een lager risico op het ontwikkelen van diabetes type II wanneer ze borstvoeding geven. Op lange termijn biedt borstvoeding een verminderd risico op borstkanker, ovariumkanker en osteoporose. Een logisch gevolg is dat borstvoeding dan ook aangeraden wordt ter preventie of behandeling van ziektes of aandoeningen bij de moeder die kunnen worden voorkomen. Dit artikel geeft een overzicht van klinische ‘best practices’ over de voordelen van borstvoeding voor de moeder in België en landen die economisch en cultureel vergelijkbaar zijn. We geven de richtlijnen weer waar borstvoeding als preventieve en/of curatieve maatregel bij ziektes en aandoeningen bij de moeder wordt beschouwd. Er wordt ingegaan op een deel van hoger vernoemde ziektes en aandoeningen. Het is de taak van de zorgverlener, die prenataal, peripartaal en postpartaal in contact komt met moeder en kind, om vrouwen aan te moedigen
16
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
te starten met borstvoeding en tot zes maand exclusief borstvoeding te geven. Begeleiding en ondersteuning is hierbij belangrijk en moet worden gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en de aanbevelingen van de WHO. Borstvoeding wordt amper gebruikt als preventieve en/of curatieve maatregel in nationale als internationale richtlijnen bij het voorkomen van medische problemen bij de moeder. Nieuwe wetenschappelijke inzichten over de effecten van het geven van borstvoeding als preventieve en/of curatieve maatregel voor een genezingsproces, ziekte of aandoening moeten geïmplementeerd worden in nationale en internationale richtlijnen. Het is van belang dat verschillende beroepsgroepen samen zitten bij het opstellen en evalueren van richtlijnen.
Een medisch probleem bij de zuigeling? Borstvoeding kan helpen! Een overzicht van nationale en internationale klinische richtlijnen waar borstvoeding als preventieve of curatieve maatregel beschouwd wordt bij medische aandoeningen van de zuigeling.
Er bestaat een brede waaier van wetenschappelijk onderbouwde evidenties over het belang van borstvoeding. Moedermelk biedt tal van gezondheidsvoordelen voor het kind. Borstvoeding reduceert onder meer het risico op wiegendood, diabetes type I en II, astma, overgewicht en obesitas bij kinderen. Verder beschermt moedermelk baby’s tegen infectieziekten zoals bacteriële meningitis, diarree, luchtweginfecties, necrotiserende enterocolitis, middenoorontsteking en urinaire infecties. Borstvoeding speelt eveneens een belangrijke rol in de preventie van allergie, voedselovergevoeligheid en glutenintolerantie. Verder kan borstvoeding gebruikt worden bij de preventie of behandeling van hypoglycemie en hyperbilirubinemie. Een logisch gevolg is dat borstvoeding dan ook aanbevolen wordt ter preventie of behandeling van ziektes of aandoeningen bij het jonge kind. Dit artikel geeft een overzicht van klinische ‘best practices’, over de voordelen van borstvoeding voor het jonge kind in België en in landen
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
17
die economisch en cultureel vergelijkbaar zijn. We geven de richtlijnen weer waar borstvoeding als preventieve en/of curatieve maatregel bij medische problemen bij het jonge kind wordt beschouwd. Er wordt ingegaan op bovenvernoemde ziektes en aandoeningen. Het is de taak van de zorgverlener, die prenataal, peripartaal en postpartaal in contact komt met moeder en kind, om vrouwen aan te moedigen om te starten met borstvoeding en tot zes maand exclusief borstvoeding te geven. Begeleiding en ondersteuning is hierbij belangrijk en dit moet worden gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en de aanbevelingen van de WHO. Borstvoeding wordt amper gebruikt als preventieve en/of curatieve maatregel in nationale als internationale richtlijnen bij het voorkomen van medische problemen bij het jonge kind. Nieuwe wetenschappelijke inzichten over de effecten van het geven van borstvoeding als preventieve en/of curatieve maatregel voor een genezingsproces, ziekte of aandoening moeten geïmplementeerd worden in nationale en internationale richtlijnen. Het is belangrijk dat verschillende beroepsgroepen samen zitten bij het opstellen en evalueren van richtlijnen.
18
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Begrijpen welke rol de gezondheidszorg speelt in voedingskeuze voor de zuigeling: een kwalitatief onderzoek • Om de rol en invloed van professionals in de gezondheidszorg in relatie tot de geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling te begrijpen, werd een reeks van diepte-interviews uitgevoerd. Zo verkregen we een goed inzicht in de attitudes en overtuigingen van deze gezondheidswerkers. • Er werd voor dit project samengewerkt met gynaecologen, huisartsen, pediaters en artsen van het consultatiebureau van Kind & Gezin. Ook al was de steekproef klein, de inzichten die we verzamelden blijken omvangrijk en leerzaam. Ook de praktijkervaring van De Bakermat met de kennis over de attitudes van vroedvrouwen werd er in verwerkt.
Belangrijke inzichten Borstvoeding is geen klinische prioriteit • Fundamenteel wordt borstvoeding vaak niet gezien als een klinische aangelegenheid. Daardoor is het thema geen prioriteit voor vele gynaecologen en kinderartsen. • Wanneer artsen werken in een BFHI (Baby Friendly Hospital Initiative)ziekenhuis heeft dit een positieve invloed op hun kennis en attitude ten aanzien van borstvoeding. • Zuigelingenvoeding wordt pas een klinisch probleem wanneer borstvoeding leidt tot complicaties of wanneer voedingstekorten leiden tot medische problemen. In beide gevallen is de standaardoplossing vaak kunstvoeding. • Gezien het feit dat gynaecologen vaak de enige zorgverleners zijn die kwetsbare moeders zien tijdens de zwangerschap, heeft dit belangrijke gevolgen voor de voedingskeuze voor de baby. • Oudere artsen tonen soms een voorkeur voor kunstvoeding, simpelweg omdat het wordt gezien als meer ‘wetenschappelijk’, het kan worden ‘gedoseerd’ en ‘voorgeschreven’. • Opvoedingsproblemen (zoals veel huilen en weinig slapen) worden vaak beschouwd als voedingsproblemen. Veel ouders en ook artsen
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
19
weten niet wat ‘normaal babygedrag’ is. De geboden oplossing voor een opvoedingsprobleem is dan ook vaak het overschakelen naar andere voeding in plaats van in te zetten op ondersteuning en begeleiding van het gezin.
Geen duidelijke begeleiding • Er is een wijdverspreide inconsistentie in de houding ten opzichte van zuigelingenvoeding onder gezondheidswerkers en aldus te weinig samenhang in hun advies en de begeleiding. • Er is geen sterk ‘uniform standpunt’ over zuigelingenvoeding in de gezondheidszorg of binnen het beleid op vlak van het advies en de begeleiding van moeders. • Het gebrek aan duidelijke afspraken over de verantwoordelijkheid voor het bespreken van de voedingskeuze voor zuigelingen betekent vaak dat het thema door niemand wordt opgenomen. • Kunstvoeding voor kinderen jonger dan 6 maanden is enkel te verkrijgen bij de apotheek. Artsen geven aan dat apothekers vaak voedingsadvies geven aan jonge ouders. Deze apothekers hebben onvoldoende kennis over borstvoeding en zullen daarom bij voedingsproblemen kunstvoeding adviseren.
Informatie in het voordeel van kunstvoeding • Borstvoeding komt nauwelijks aan bod in de opleiding van gezondheidswerkers. • Gezondheidswerkers krijgen aanzienlijk meer informatie over kunstvoeding (vanwege de kunstvoedingsindustrie) dan over borstvoeding (vanwege de gezondheidssector en de overheid).
20
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Gezondheidswerkers zijn onvoldoende bijgeschoold om te beantwoorden aan de specifieke noden van kwetsbare moeders • De kennis bij gezondheidswerkers over de specifieke problemen waarmee kwetsbare moeders geconfronteerd worden - hun levensstijl en hun uitdagingen - is zeer beperkt. • Sommige gezondheidswerkers hebben onvoldoende vertrouwen of vaardigheden om onderwerpen die te maken hebben met de levensstijl te bespreken met patiënten. Ze focussen daarom vooral op de klinische problemen. Dit is echter belangrijk voor kwetsbare moeders wiens voedingskeuze vaak niet alleen wordt bepaald door de voeding, maar door een veel breder scala aan factoren die verband houden met hun levensstijl en situatie. • Gezondheidswerkers die de kwetsbare moeders niet identificeren als kwetsbaar zullen hen waarschijnlijk benaderen op dezelfde manier als een modale, zelfbewuste moeder zonder hun zorg af te stemmen op de individuele en specifieke behoeften.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
21
Vanuit de verloskundige dagdagelijkse praktijk kan ik alleen maar de resultaten van dit onderzoek en de speerpunten uit het manifest met klem bevestigen. • Kwetsbare moeders geven aanzienlijk minder vaak borstvoeding. • Kwetsbare zwangeren bezoeken vaker exclusief de tweede lijn (hun gynaecoloog) en missen zo input van de eerstelijnsgezondsheidswerkers (huisarts en vroedvrouw). • De impact van de gynaecoloog is bij hen extra groot. • Anderzijds is het zelfstandig vinden van relevante info over het moeder worden juist moeilijker voor deze kwetsbare zwangeren. • WHO, Unicef en Kind en Gezin zijn zeer duidelijk in hun richtlijn over de voorkeurszuigelingenvoeding (6 maanden exclusief borstvoeding). • Op het veld vertellen en vertalen welzijns- en gezondheidswerkers deze, nochtans zeer duidelijke, standaard niet consequent aan toekomstige moeders. • In de artsenopleiding is de voedingskeuze voor de pasgeborene een zeer onbelangrijk klinisch item. • Indien de arts in contact komt met borstvoedingsvragen, situeert zich dit veelal op het curatieve vlak (behandeling van complicaties) en weinig op het informatieve of preventieve vlak. • In onze klinische gynaecologenpraktijk besteden we weinig of geen tijd aan het item voedingskeuze. We hebben zelfs wat angst om de ‘vrije keuze’ tussen borst- of kunstvoeding bij onze patiënten te belemmeren of om schuldgevoelens te induceren bij het promoten van borstvoeding. • Het toch ter sprake brengen van het onderwerp in de prenatale consultaties, maar vooral het systematisch verwijzen naar huisarts en/of vroedvrouw is een must. Dit alleen leidt tot een reële ‘geïnformeerde keuze‘ en zet de deur open naar eventuele verdere ondersteuning en begeleiding van een gekozen borstvoeding. • De kwetsbare zwangere heeft extra belang bij deze aanpak, die kan leiden tot frequentere keuze voor een meer succesvol verloop van de borstvoeding. Dr. Ine Riphagen, Diensthoofd Gynaecologie-verloskunde, RZ Heilig Hart Tienen
22
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Apothekers ondersteunen het borstvoedingsmanifest en onderschrijven de aanbevelingen die erin staan. Het informeren van jonge ouders, zodat een doordachte voedingskeuze voor de baby kan worden gemaakt, is een belangrijke taak voor apothekers. Apothekers worden vandaag vaak door jonge moeders geconsulteerd bij kleine probleempjes bij borstvoeding (pijnlijke tepels, kloven, schijnbaar onvoldoende melk, afkolftips, enz.). Goed geïnformeerde apothekers kunnen motiveren tot het volhouden van de borstvoeding en dit in het belang van moeder en kind. Het verhogen van de kennis van apothekers met betrekking tot de voordelen van moedermelk is zeker een aandachtspunt. Het verstrekken van advies, eerder dan het verkopen van producten, past overigens perfect in de evoluerende rol van de apotheker. Apotheker Jan Saevels Algemene Pharmaceutische Bond
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
23
Als kinderarts ondersteun ik dit manifest ten volle. Het alternatieve wollige kader rond borstvoedingsondersteuning en promotie is helemaal voorbijgestreefd. De wetenschappelijke gegevens over gezondheidsvoordelen voor moeder en kind zijn overduidelijk en talrijk en kunnen niet zomaar genegeerd worden. Toch blijkt uit de klinische praktijk en uit het uitgevoerde onderzoek dat deze informatie niet altijd gemakkelijk doordringt tot artsen op verschillende echelons. Dit leidt vaak tot het verstrekken van tegenstrijdige adviezen. Daarnaast weegt het advies van de arts, huisarts, gynaecoloog of kinderarts, zeker in deze kwetsbare patiëntengroep sterk door bij het maken van een voedingskeuze. De verschillende beroepsgroepen dienen dan ook het nodige te doen om deze informatie te verspreiden. Het al dan niet geven van borstvoeding heeft een belangrijke impact op de volksgezondheid en investeringen voor een goede start in het leven zijn daarom noodzakelijk en uitermate relevant voor de meest kwetsbare gezinnen. Preventie begint in de buik en zelfs nog voordien. Kennis over de effecten en voordelen van moedermelk zouden deel moeten uitmaken van de algemene ‘life style’ of gezondheidsopvoeding van jongeren. Het maken van duidelijke beleidsmatige keuzes volgens de aanbevelingen in dit manifest zijn onontbeerlijk. Prof. Dr. Anne Debeer, neonatoloog, UZ Gasthuisberg Leuven
24
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Het beleidsperspectief Om het beleidsperspectief te kaderen bestudeerden we het borstvoedingsbeleid in Vlaanderen/België en in landen die economisch en cultureel vergelijkbaar zijn. We maakten daarenboven nog een overzicht van het belang van de internationale gedragscode voor het op de markt brengen van moedermelkvervangende producten en hoe er in België en wereldwijd mee wordt omgegaan. We schreven onze bevindingen neer in twee reviews waarvan we hieronder een korte samenvatting geven. Beide reviews worden binnenkort in vaktijdschriften gepubliceerd.
Borstvoeding in België, een succes of niet? Een overzicht van borstvoeding en borstvoedingsbeleid in Vlaanderen/België en buurlanden die economisch en cultureel vergelijkbaar zijn.
De WHO, UNICEF en Kind en Gezin geven aan dat exclusief borstvoeding de optimale voeding is voor zuigelingen tot de leeftijd van zes maanden. Nadien dient borstvoeding gecombineerd te worden met vast voedsel tot en met het tweede levensjaar of langer, zolang moeder en kind het wensen. Moedermelk beschermt zowel op korte als op lange termijn de gezondheid van moeder en kind en biedt zowel voor hen als voor de samenleving tal van voordelen. Hierna volgt een overzicht van economische argumenten voor het geven van borstvoeding. We gaan in op wettelijke en jobgerelateerde aspecten die de borstvoeding beïnvloeden. Het overzicht geldt voor Vlaanderen/België en andere Europese landen die economisch en cultureel vergelijkbaar zijn met België. Om een borstvoedingsperiode van zes maanden te garanderen blijkt de voorziene moederschapsrust van 15 weken in België vaak ontoereikend. In Scandinavische landen bestaat er een ruimere moederschapsrust met een behoorlijk loonbehoud. In deze landen zijn er indrukwekkende borstvoedingscijfers. Uit de cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat België in vergelijking met andere landen niet goed scoort wat betreft borstvoedingsinitiatie en borstvoeding op de leeftijd van drie en vier maanden. Ook wat betreft het opnemen van moederschapsverlof en ouderschapsverlof scoort België niet goed.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
25
Er werd reeds door verschillende onderzoeken een relatie gevonden tussen de borstvoedingscijfers en de mogelijkheid om langer thuis te blijven. Een beleidswijziging dringt zich dan ook op. In deze context is het belangrijk om de huidige Belgische wetgeving omtrent moederschapsrust kritisch te bekijken en te evalueren. Alles wijst er op dat de duur van de moederschapsrust moet worden verlengd om een verhoging van het borstvoedingspercentage te bewerkstelligen. Voor schoolgaande moeders bestaat er geen wettelijke regeling voor wat betreft moederschapsrust, borstvoedingsverlof en borstvoedingspauzes. Hierdoor zijn deze pasbevallen moeders aangewezen op de bereidwilligheid van de school. Bij werkende moeders zien we een sterke daling van de borstvoedingscijfers op het moment dat zij het werk hervatten. We kunnen veronderstellen dat dit ook van toepassing is op schoolgaande moeders. Aangezien schoolgaande moeders doorgaans snel terug starten met het volgen van de lessen heeft dit een impact op het verdere verloop van de borstvoeding. Extra ondersteuning van het onderwijs dient wettelijk geregeld te worden, zodat ook schoolgaande moeders een goede start en verloop van de borstvoeding leren kennen.
26
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Borstvoeding geven is de meest natuurlijke manier om je baby te voeden. Het is een normaal proces dat automatisch op gang komt na de geboorte. Het lichaam is ervoor gemaakt en bereidt er zich tijdens de zwangerschap al op voor. Zoals het manifest duidelijk aantoont biedt borstvoeding heel wat gezondheidsvoordelen voor moeder en baby. Dit leidt tot verminderde kosten voor de gezondheidszorg en is dus een groot voordeel voor de maatschappij. Een ander belangrijk voordeel van borstvoeding is dat het de unieke band tussen de mama en haar baby versterkt. Het is als moeder prachtig om te beleven hoe je kleine baby kan groeien en zich kan ontwikkelen exclusief op basis van je eigen moedermelk. Het manifest richt zich terecht naar een moeilijk te bereiken doelgroep, kwetsbare moeders. Een recente studie van CM toonde ook aan dat gezinnen met een leefloon en hun gezin minder vlot de weg vinden naar de gezondheidszorg. Als sociale organisatie ondersteunt CM ten volle het onderzoek en de inspanningen die geleverd worden om deze doelgroep beter te bereiken. Dr. Elise Rummens, Preventie-arts CM
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
27
De Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van moedermelkvervangende producten Een overzicht van het belang van de internationale code en voorbeelden van het omgaan met deze code in België en wereldwijd.
De ‘Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk’ werd in 1981 opgesteld en aanbevolen door de World Health Assembly (WHA) als een minimumvereiste voor het beschermen van de gezondheid van het jonge kind. De Code bestaat uit een reeks aanbevelingen om de marketing van moedermelkvervangende producten, voedingsflessen en spenen te reguleren. Ze werd opgesteld als antwoord op het negatieve effect van slechte praktijken rond babyvoeding. Dit heeft een invloed op de groei, gezondheid en ontwikkeling van kinderen en heeft neonatale en kindersterfte tot gevolg. Onder moedermelkvervangende producten verstaat men ondermeer voedingsmiddelen en dranken, zoals zuigelingenvoeding, opvolgmelk, andere zuivelproducten, babysappen en thee, granen en groetenpap. De Code geldt ook voor zuigflessen en spenen. We benadrukken dat de Code geen verbod vormt op de beschikbaarheid van deze producten. Ze regelt enkel de promotie en etikettering aangezien die producten moeders misleiden in de meest kwetsbare periode van hun leven: de geboorte van een nieuwe baby. Uit voorbeelden van andere landen kunnen we een duidelijke relatie vaststellen tussen de start- en duurcijfers van borstvoeding en de opname van de Internationale Code in de wetgeving. Het Koninklijk Besluit (KB) van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding regelt de wettelijke bepalingen voor voedingsmiddelen die voldoen aan de bijzondere nutritionele behoeften van specifieke bevolkingsgroepen. Het KB heeft de Internationale Code slechts gedeeltelijk overgenomen, waardoor de kunstvoedingsindustrie nog al te vaak vrij spel krijgt en ouders gemanipuleerd worden door hun reclame. De Code is slechts overgenomen voor de regulatie van volledige zuigelingenvoeding tot zes maanden. Voor opvolgzuigelingenvoeding zijn slechts enkele aspecten van de Internationale Code opgenomen in de Belgische wetgeving.
28
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
In de Belgische wetgeving wordt verder niets overgenomen van de Code omtrent spenen en voedingsflessen. Het is dan ook aan te bevelen dat de Belgische wetgeving de Internationale Code volledig opneemt, zodat de kunstvoedingsindustrie minder vrij spel krijgt en borstvoeding alle kansen kan krijgen. Gezondheidswerkers moeten zich bewust zijn van de invloed van reclame door de kunstvoedingsindustrie op jonge moeders en ouders. Zij dienen bijgevolg alle reclame of naamvermeldingen van kunstvoeding binnen hun praktijk te mijden. Tot slot kan men stellen dat ouders via verschillende kanalen in contact komen met kunstvoeding, ook via media en sociale media. Het is belangrijk dat borstvoeding meer in het straatbeeld komt en dus ook op televisie. Momenteel krijgen ouders niet alleen via reclame op televisie kunstvoeding te zien, maar ook in soaps en dergelijke. De invloed van zoveel mogelijk media moet positief gebruikt worden voor de promotie van borstvoeding. Zodra we erkennen welke vormen promotie voor kunstvoeding kan aannemen en waar reclame de wetten overtreedt, kunnen gezondheidswerkers er voor zorgen dat ouders toegang hebben tot objectieve informatie.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
29
Dit manifest laat zien dat er meer aandacht moet zijn voor de moeders die kwetsbaar in de maatschappij staan. Het toont ook dat men zelfs bewust en bedoeld met hen contact moet nemen om hen de juiste informatie aan te reiken, waarbij men een gezonde levenswijze vooropstelt en waar borstvoeding heel gewoon bij hoort. Met een empathische benadering oefent men geen druk uit, maar kan men ervoor zorgen dat de moeder tegen de tijd dat ze gaat bevallen, borstvoeding geven gewoon vindt en er met goesting aan begint. Naast de informatie in de zwangerschap is de begeleiding tijdens arbeid en bevalling en in de uren en dagen erna bepalend voor de duur van de borstvoedingsperiode. Omdat de baby goed gevoed wordt zolang hij borstvoeding krijgt, moeten we alles in het werk stellen opdat hij tot 6 maanden uitsluitend borstvoeding krijgt, en dat zijn moeder hem daarna nog verder borstvoeding geeft ook als hij stilaan vaste voeding gaat eten. Het is dus best zinvol om de moeder te leren zorgen voor een gezond voedingspatroon voor zichzelf en de rest van het gezin. Dit manifest laat ook zien dat een aanpak waarbij men de ouders zogenaamd wil ontzien, het verkeerde effect ressorteert. Zolang men moeders niet beschermt tegen de reclame die hen via de gezondheidszorg bereikt, blijft het dweilen met de kraan open. Door hen reclamepakketten met overbodige merkproducten te overhandigen, maakt men hen afhankelijk van deze producten. Hoe zal men van een moeder verlangen die prachtige voorgestelde fopspenen in de reclamepakketten niet te gebruiken? En hoe vermijdt men dat zij gebruik maakt van de kortingbonnen voor babyvoeding die zij op het internet vindt? Dus, laat ons zorgen voor de moeders, dan zorgen we voor al die gezinnen. Door de juiste informatie en een accurate begeleiding bij borstvoeding kunnen deze moeders bij uitbreiding de nodige zelfzekerheid verwerven om voor zichzelf en hun gezin de juiste voedingskeuzes te maken. Els Flies, VBBB vzw
30
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Conclusies onderzoek De onderzoeksresultaten tonen aan dat er in Vlaanderen meer aandacht nodig is voor zuigelingenvoeding en borstvoedingspromotie. Meer zelfs, het geeft ons duidelijk richting voor te ondernemen acties die nodig zijn om dit te vertalen naar een tastbare en positieve verandering. We stellen vast dat de voeding van de baby veel meer is dan een eenvoudige individuele keuze. Het is eerder een gedrag dat ingebed is in een complex systeem dat diverse niveaus van onze samenleving raakt: de gezondheid en levenskansen van het kind, de gezondheid en het emotionele welzijn van de moeder, de preventieve gezondheidsdoelstellingen die gezondheidswerkers stellen, de sociale rechtvaardigheid en de economische en politieke prioriteiten van de beleidsmakers. We constateren ook hoe dit ‘systeem’ de voedingskeuze voor de zuigelingen beïnvloedt, in het bijzonder bij kwetsbare moeders. Hoe dit drempels creëert en keuzes opdringt die eenzijdig op kunstvoeding gericht zijn.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
31
In dit manifest wordt duidelijk de kaart getrokken van de kwetsbare gezinnen. Huisartsen, als spilfiguur in de eerste lijn, weten hoe belangrijk dit is; dit manifest verdient dan ook onze aandacht en steun. Zowel uit onderzoek als uit de dagelijkse praktijkvoering weet elke hulpverlener dat precies deze gezinnen moeilijk te betrekken zijn bij gezondheidsinitiatieven allerhande. Gezondheidspromotie en preventie bereiken in regel immers vooral de gezondheidsbewuste medemens. Voor een stuk heeft dit te maken met de organisatie en bereikbaarheid van onze zorgverlening. Een ander deel van de verklaring ligt evenwel in de moeilijke vertaalslag van adviezen naar de realiteit van gezinnen in nood. Gezondheid gaat niet zelden ten koste van de water- en gasrekening. Voor borstvoeding geldt bij uitbreiding wat voor alle gezondheidsbevorderende adviezen geldt: opleggen van regels en richtlijnen die de complexiteit van het dagelijks leven overstijgen, verdwijnen tussen de plooien. Bij het promoten van borstvoeding moet daarom duidelijk ruimte zijn voor de inbreng, de perceptie en de appreciatie van de doelgroep. De argumenten om borstvoeding te geven moeten daarom bevattelijk (verdedigbaar) zijn, waarbij de voor- en nadelen uit de realiteit van het gezin worden geplukt. Deze ‘bottom up’-strategie is terug te vinden in het manifest: de economische realiteit van kwetsbare gezinnen, de nadruk op geïnformeerde ‘keuzevrijheid’ en de multidimensionele aanpak vergroten de kans op slagen. De grote uitdaging voor de zorgverstrekker ligt in het vermijden van een paternalistische, ‘hulpverstrekkers’-houding ten aanzien van deze kwetsbare gezinnen. Door samen te werken met het gezin en de ondersteuning op maat en op vraag aan te bieden, kan ook in deze kwetsbare groep borstvoeding zijn ‘normale’ positie terugwinnen. Prof. Dr. Birgitte Schoenmakers, ACHG, KU Leuven
32
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Dit manifest is belangrijk en verdient respect. Uit de praktijk in het Wijkgezondheidscentrum Botermarkt in Ledeberg weet ik hoe moeilijk het is om binnen kansarme gezinnen, borstvoeding te doen slagen. Nochtans is precies in deze gezinnen de nood aan de positieve effecten van borstvoeding groot. De vraag is: hoe kunnen we deze kloof overbruggen? Vanuit de praktijk blijkt dat een belangrijk element is: het opbouwen van voldoende zelfvertrouwen, de ‘basic trust’ en hier ontbreekt het vaak aan bij vrouwen in kwetsbare gezinnen. Immers, zij hebben hun lichaam niet ervaren als iets ‘sterk’, zijn vaak geconfronteerd met ziekten en beperkingen. Ook op school is duidelijk geworden dat hun mogelijkheden om dingen te leren niet groot zijn. Voor velen is het klaarmaken van dagelijkse voeding reeds een belangrijke, soms onhaalbare opdracht. Deze vrouwen missen het vertrouwen dat zij ‘goede dingen kunnen geven aan hun kind, zoals bijvoorbeeld borstvoeding’. Dit probleem aanpakken dient structureel te gebeuren: reeds in het gezin waar men geboren wordt, het gevoel krijgen dat men ‘er mag zijn’, dat men ‘iets kan’ is belangrijk. De school dient verder te werken aan het voeden en ondersteunen van dit zelfvertrouwen. Daarnaast is het creëren van een positieve omgeving belangrijk. De titel ‘Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik’, is absoluut correct. Vanuit het buitenland weten we dat 1 000 dagen-programma’s, zoals destijds gepromoot door Hilary Clinton in de VS - waarbij men begint met de zorg op de dag van de conceptie - zeer succesvol zijn. Onderzoek van het Centrum voor de Ontwikkeling van het Kind aan de Universiteit van Harvard (VSA) heeft aangetoond dat elke dollar geïnvesteerd in interventies bij kwetsbare kinderen in de eerste levensjaren, resulteert in een besparing voor de overheid van 4 tot 9 dollar in de toekomst en dit door minder nood aan remediëring op het vlak van welzijn, gezondheid, onderwijs en criminaliteit. Vanuit de nieuwe Huizen van het Kind zou Kind & Gezin moeten inzetten - via outreachende zorg - in de begeleiding van zwangere vrouwen in kansarme gezinnen en dit van bij de aanvang. De opleiding vroedkunde is momenteel zeer populair; laat ons deze mensen inzetten om precies de zorg voor deze meest kwetsbare groep te verbeteren. Bovendien moeten we in de opleiding van gezondheids- en welzijnswerkers meer aandacht besteden aan het begin van het leven en het belang van borstvoeding hierbij. Op die manier creëren we een borstvoedingsvriendelijk klimaat dat bijdraagt tot meer en betere kansen, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren. Prof. Dr. Jan De Maeseneer Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, Universiteit Gent.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
33
Deel 2: Aanbevelingen Als de voedingskeuze voor de baby een uitdaging is voor het samenlevingssysteem als geheel, dan vereist dit ook een oplossing binnen het samenlevingssysteem. We formuleren 10 aanbevelingen waarmee we een antwoord willen bieden op deze complexiteit. Het bekomen van een systeemverandering die inspireert, empowert en leidt tot geïnformeerde voedingskeuzes in onze samenleving en dit vooral bij kwetsbare moeders. Wij zijn er ons van bewust dat onze aanbevelingen omvangrijk en ambitieus zijn, maar toch noodzakelijk en de moeite waard. We geloven ook stellig in hun haalbaarheid.
1
Klinische richtlijn borstvoeding en prenatale zorg
Er zijn duidelijke richtlijnen vereist om ervoor te zorgen dat advies en ondersteuning wat betreft zuigelingenvoeding coherent en consequent plaatsvindt doorheen het gehele traject van de perinatale zorg. Dit vereist sterk leiderschap van de beroepsorganisaties binnen de gezondheidszorg en zou gedragen moeten worden door de beleidsmakers. Ons doel is de zekerheid in te bouwen dat er bij elk contact tijdens de pre- en postnatale zorg voldoende aandacht wordt besteed aan zuigelingenvoeding en duidelijk een eenduidig advies wordt gegeven aan de ouders. Na verloop van tijd zal de implementatie van een richtlijn borstvoeding helpen om borstvoeding te normaliseren, om het te zien als de te verkiezen voeding voor elke baby. Het geeft bovendien ouders die in contact komen met de gezondheidszorg het vertrouwen dat borstvoeding ‘de ‘standaardaanbeveling’ is. Binnen deze uniforme aanpak is het belangrijk dat gezondheidswerkers hier flexibel mee omgaan. Er blijven immers de specifieke noden van
34
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
bepaalde gezinnen, vooral voor diegenen die geen borstvoeding kunnen geven om medische redenen en zij die leven in kwetsbare omstandigheden.
2
Publicaties in vakbladen
Het is van fundamenteel belang dat borstvoeding gezien wordt als klinische prioriteit. Het feit dat dit momenteel niet zo is, reflecteert zich in een onvoldoende aanwezigheid van het onderwerp in vakbladen, op symposia en andere professionele fora. We zijn ervan overtuigd dat de research, de evidentie en de aanbevelingen in dit onderzoek de basis kunnen vormen voor de ontwikkeling van meer specifieke publicaties en voordrachten. Wij blijven eigen onderzoek voortzetten. In aanvulling willen we academici en clinici inspireren om hetzelfde te doen door hun eigen ‘case studies’, theorieën en meningen te publiceren. Door de hefboomwerking van deze aanpak wekken we belangstelling op voor het onderwerp en kunnen het tot in het centrum van de professionele klinische gemeenschap brengen.
3
Samenwerkingsverbanden
De geïnformeerde voedingskeuze en de voeding van de baby vormen een dusdanige uitdaging dat een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is. Samenwerking tussen alle partners in de perinatale zorg en een ondersteunend netwerk is van essentieel belang als we een duurzame verandering willen bereiken. Er bestaat reeds een belangrijk netwerk. Toch streven wij ernaar om de reikwijdte te vergroten en een nog meer efficiënte samenwerking te verkrijgen tussen de eerste en tweede lijn en ook tussen het beleid en de zorgverleners. Belangrijk in de context van kwetsbare gezinnen, is de essentie dat deze samenwerkingsverbanden verder gaan dan de klinische en medische
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
35
zorgverleners, en dat ook welzijnshulpverleners vertegenwoordigd zijn. Deze welzijnshulpverleners hebben namelijk een belangrijke invloed op de doelgroep.
4
Opleiding aan zorgverleners in de gezondheidszorg
Organisaties en instanties die verantwoordelijk zijn voor de opleiding, bijscholing en professionele ontwikkeling van zorgverstrekkers in de gezondheidszorg, spelen een belangrijke rol bij het aanpassen van hun leerplannen om meer aandacht te besteden aan de geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling. De opleiding over borstvoeding moet gelinkt zijn aan de klinische praktijk en dit niet enkel binnen de context van BFHI (Baby Friendly Hospital Initiative) of van het Zeven Punten Plan ter bevordering en ondersteuning van borstvoeding in de maatschappelijke gezondheidszorg. De uitvoering van deze aanbeveling levert tal van voordelen op: • borstvoeding als klinische prioriteit, vanuit het perspectief van de preventieve gezondheidszorg; • normalisatie van borstvoeding als ‘de standaardvoedingskeuze’ voor nieuwkomers in de sector; • correctie van bestaande desinformatie bij clinici over zuigelingenvoeding; • bevordering van de dialoog, overleg en samenwerking tussen de verschillende zorgverleners in de perinatale periode.
5
Opleiding aan hulpverleners in de welzijnszorg
Ouders die leven in kwetsbare omstandigheden zijn vaak afhankelijk van hulpverleners voor ondersteuning: van maatschappelijk werkers die aan huis komen tot de opvoeders in tehuizen waar ze wonen. Kwetsbare moeders worden sterk beïnvloed door de prikkels en ondersteuning die zij krijgen van deze hulpverleners.
36
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Als dusdanig zou een vormingsmodule over zuigelingenvoeding voor de welzijnswerkers die kwetsbare gezinnen begeleiden zeer invloedrijke pleitbezorgers kunnen maken. Daarnaast zal de voedingskeuze nog eens extra besproken worden tijdens de perinatale periode door de gezondheidswerkers. Naast het verhogen van het bewustzijn van de voordelen van borstvoeding en het verstrekken van correct advies en ondersteuning, kunnen dit soort hulpverleners worden ingezet om moeders adequaat door te verwijzen (naar de vroedvrouw of huisarts) zodat de kans dat ze zullen starten met borstvoeding toeneemt.
6
Opleiden en informeren van apothekers
Apothekers hebben een grote invloed op de voeding van de zuigeling, maar worden vaak vergeten in dit debat. Ze zijn niet enkel een laagdrempelige en voor veel ouders een betrouwbare bron van informatie, maar ook de enige plaats waar ouders kunstvoeding kunnen verkrijgen voor zuigelingen jonger dan 6 maanden. Ons onderzoek wijst uit dat de beperkte kennis over de voordelen van borstvoeding ten opzichte van kunstvoeding ook van toepassing is op apothekers. Door de kennis en het bewustzijn van deze belangrijke beroepsgroep te vergroten, verkrijgen we een nieuwe groep invloedrijke sleutelfiguren. De commerciële setting van de apothekers creëert een belangenconflict in relatie tot de kunstvoedingsproducten: door borstvoeding aan te bevelen verminderen hun inkomsten. Daarom zoeken we steun voor onze aanbevelingen bij de farmaceutische industrie.
7
Promotie van borstvoeding
Informatiecampagnes zijn maar één element van de oplossingen die we nodig hebben maar het blijft een belangrijk aspect en moet mee overwogen en ingebed worden als onderdeel van een meer globale interventie.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
37
De inzichten die we verzameld hebben doorheen dit onderzoek vormen een basis voor de ontwikkeling van effectieve, evidence based, gedragsveranderende campagnes. We zullen onze eigen promotiecampagnes en acties blijven ontwikkelen, maar moedigen als aanvulling andere organisaties aan om onze inzichten te gebruiken om hun eigen campagnes te ontwikkelen en te implementeren.
8
Acties in de (populaire) media
Naast het normaliseren van zuigelingenvoeding als een klinische prioriteit bij gezondheidswerkers, moeten we borstvoeding ook normaliseren bij jonge gezinnen en in de bredere samenleving. Het bereik en de invloed van populaire media op de Vlaamse samenleving zijn een feit, vooral bij de doelgroep van dit onderzoek. Daarom willen we ons inzetten om de zichtbaarheid rond borstvoeding in de media te stimuleren. In het bijzonder willen we het beeld van de voeding van de baby in de media beïnvloeden, en moedigen we de media aan om: • afbeeldingen van kunstvoeding en flesjes te vermijden; • afbeeldingen van borstvoeding te gebruiken in televisiescènes en in beeldmateriaal; • borstvoeding vaker en positiever in het nieuws te brengen; • overwegen om geïnformeerde voedingskeuzes voor de zuigeling op te nemen in verhaallijnen; • bekende rolmodellen die borstvoeding geven positieve aandacht te geven in de media.
9
Prioriteit van borstvoeding verhogen bij de beleidsmakers
Naast het erkennen van de geïnformeerde voedingskeuze voor zuigelingen als klinische prioriteit, is het van essentieel belang dat die voedingskeuze ook wordt erkend als een belangrijke
38
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
beleidskwestie. We stelden vast dat de voedingskeuze niet alleen een individuele kwestie is, maar dat het gevolgen heeft voor onze samenleving in termen van ongelijkheid in gezondheid, klinische resultaten en kostenbesparing in de gezondheidszorg. Uit internationale vergelijking blijkt dat de geïnformeerde voedingskeuze voor de zuigeling onvoldoende aandacht krijgt in het Vlaamse en Belgische beleid, vergeleken met andere Westerse landen. Wij willen en streven ernaar dat politici deze kwestie op de politieke agenda zetten, met het oog op het inbedden van de volledige Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk in de wetgeving.
10
Huizen van het Kind als hefboom voor een borstvoedingsvriendelijk klimaat
De oprichting van de Huizen van het Kind is een opportuniteit om de perinatale zorg in de eerste lijn verder uit te bouwen en vorm te geven. Om (kansarme) ouders een begeleiding en ondersteuning op maat aan te bieden. We bevelen aan dat de perinatale zorg op de eerste lijn verder wordt uitgebouwd en er laagdrempelige en aanklampende zorg komt door een eerstelijnsvroedvrouw in het kader van de Huizen van het Kind, hetgeen de promotie van borstvoeding zal faciliteren. De expertise van het Kenniscentrum Borstvoeding en het Expertisecentrum Kraamzorg De Bakermat kan hiervoor ingezet worden en mag geenszins verloren gaan.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
39
Deel 3: Werk mee Indien de doelstellingen en inzichten uit dit manifest ook van belang zijn voor uw eigen organisatie of netwerk, zijn er tal van mogelijkheden om mee te werken en om de voorgestelde veranderingen en aanbevelingen te realiseren.
Verspreid dit manifest Dit manifest is beschikbaar in zowel gedrukte als digitale (PDF) versie. Het PDF-document is makkelijk te delen via e-mail en social media: aarzel dus niet om het in uw eigen professionele en sociale netwerk te verspreiden. Contacteer hiervoor De Bakermat.
Vraag onze onderzoeksrapporten aan en verspreid ze Dit manifest is een korte samenvatting van het onderzoek dat meer aandacht vraagt voor een geïnformeerde voedingskeuze van de zuigeling. De volledige versie van elk van de onderzoekspublicaties is beschikbaar in PDF-formaat. Aarzel niet om ze aan te vragen, te lezen en te delen. Contacteer hiervoor De Bakermat.
Vraag het campagnemateriaal aan Als resultaat van een voorloper van dit onderzoek, ontwikkelden we samen met kwetsbare moeders en hun gezinnen een geïntegreerde borstvoedingspromotiecampagne ‘Mama’s melk, da’s de max’ die werd verspreid in Leuven. Dit campagnemateriaal is beschikbaar voor organisaties binnen het netwerk en kan worden bekeken op onze website www.debakermat.be. Het materiaal kan ook aangepast worden aan uw regio. Contacteer hiervoor De Bakermat.
40
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Organiseer een presentatie in samenwerking met De Bakermat De thema’s en inzichten in dit manifest kunnen door middel van een presentatie bij uw organisatie tot leven worden gebracht. Deze sessies duren ongeveer 90 minuten en zijn onderverdeeld in een presentatie en een interactieve discussie om de verscheidene thema’s meer in detail te bespreken. Contacteer hiervoor De Bakermat.
Organiseer een workshop in samenwerking met De Bakermat Voortbouwend op de presentatie, kunnen we gedurende een halve dag een interactieve workshop aanbieden om samen met de deelnemers de thema’s in detail te bespreken en te bekijken hoe de inzichten binnen de eigen organisatie kunnen worden toegepast. De workshop beslaat een grondig overzicht van het onderzoek. Daarnaast wordt er in groep strategieën en tactieken voor het eigen werk bepaald. Contacteer hiervoor De Bakermat.
Sponsor een actie Hebt u financiële middelen, of weet u waar ze te vinden zijn, dan kunnen we samen acties op touw zetten om de aanbevelingen waar te maken.
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
41
Contactgegevens vzw De Bakermat Expertisecentrum Kraamzorg Kenniscentrum Borstvoeding Groepspraktijk vroedvrouwen Diestsesteenweg 49, 3010 Leuven 016 20 77 40
[email protected] www.debakermat.be www.wegwijsborstvoeding.be
Nuttige adressen Beroepsorganisaties Algemene Pharmaceutische Bond www.apb.be Belgian Midwives Association www.belgianmidwives.be Belgische Vereniging voor Lactatiekundigen www.bvl-borstvoeding.be Domus Medica www.domusmedica.be International Board of Lactation Consultant Examiners www.iblce.org Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde www.vvkindergeneeskunde.be Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie www.vvog.be
Borstvoedingsorganisaties in Vlaanderen La Leche League VBBB vzw Borstvoeding www.lalecheleague.be www.vbbb.be www.vzwborstvoeding.be
42
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
Christelijke Mutualiteit www.cm.be
Expertisecentra Kraamzorg Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Familiehulp Expertisecentrum Kraamzorg Volle Maan www.expertisecentrum-vollemaan.be Provincie Antwerpen De Kraamvogel www.kraamvogel.be Provincie Limburg Expertisecentrum Kraamzorg Limburg www.zwangerenbevallen.be Provincie Oost-Vlaanderen vzw Kraamzorg www.kraamkaravaan.be Provincie Vlaams-Brabant De Bakermat vzw www.debakermat.be www.wegwijsborstvoeding.be Provincie West-Vlaanderen Expertisecentrum kraamzorg De Wieg www.eckdewieg.be
Federaal Borstvoedingscomité
www.health.belgium.be/eportal/Myhealth/Healthylife/Food/TheFederalBreastFeedingCommitt
Kind en Gezin www.kindengezin.be
Kind en Preventie www.kindenpreventie.be
De Bakermat - Goede preventie begint in de wieg, betere preventie begint in de buik
43