Mammacare-verpleegkundigen
Behandelwijzer borstkanker
Inhoud 1.
Inleiding
2
2.
Operatie borstsparende operatie borstamputatie • na de operatie • tijdelijke borstprothese • seroompunctie • borstreconstructie wondverzorging na de operatie
3
3.
Schildwachtklier onderzoek • waarom dit onderzoek • voorbereiding • tijdens de operatie
9
4.
Verwijdering van de lymfklieren in oksel
11
5.
Onderzoek door de patholoog
12
6.
Informatie, steun en belangenbehartiging
13
7.
Checklist
15
1
1. Inleiding U krijgt deze informatie, omdat bij u borstkanker is vastgesteld. Na het vernemen van de diagnose ‘borstkanker’ kan er veel op u afkomen. Naast de emotionele beleving moet u vaak allerlei zaken regelen en beslissingen nemen. Om dit te kunnen doen, heeft u goede informatie nodig. Deze behandelwijzer is ontwikkeld om u, aanvullend op het gesprek met uw behandelend arts en de mammacareverpleegkundige, inzicht te geven in de behandelingen die er zijn. Ook voor anderen, bijvoorbeeld familieleden, kan deze informatie nuttig zijn. De behandeling die uw arts aan u voorstelt, is afgestemd op uw persoonlijke situatie. De arts heeft u daarover al meer verteld. U doet er goed aan de informatie die u van hem of haar hebt gekregen in uw achterhoofd te houden bij het lezen van deze behandelwijzer. Bij borstkanker kunnen verschillende behandelingen worden toegepast: - een operatie - bestraling (radiotherapie) - een behandeling met celdodende medicijnen (chemotherapie) - een behandeling met hormoonpreparaten (anti-hormonale therapie) Het kan zijn dat uw arts u een combinatie van deze behandelingen adviseert, waarbij de volgorde is afgestemd op uw persoonlijke situatie. Deze behandelwijzer behandelt de verschillende mogelijkheden met betrekking tot de operatie, plus de onderzoeken die tijdens of naar aanleiding van de operatie uitgevoerd kunnen worden.
2
2. Operatie Bij de behandeling van borstkanker vindt meestal een operatie plaats. Hiervoor bestaan verschillende mogelijkheden: •
borstoperatie: - borstsparende operatie - borstamputatie
•
okseloperatie: - schildwachtklieronderzoek (hoofdstuk 3) - verwijdering van de lymfeklieren in de oksel (hoofdstuk 4)
Beide borstoperaties kunnen gecombineerd worden met een schildwachtklieronderzoek en/of een verwijdering van de lymfeklieren in de oksel. Uw arts bespreekt met u welke operatie wordt uitgevoerd. Borstsparende operatie Bij een tumor kleiner dan 4 centimeter wordt meestal een borstsparende operatie geadviseerd. Om in aanmerking te komen voor een borstsparende operatie spelen naast de grootte van de tumor verschillende andere factoren een rol. Bijvoorbeeld de plaats van de tumor, de grootte van de tumor ten opzichte van de grootte van de borst en de algemene conditie van de patiënt. Bij de borstsparende operatie wordt de kwaadaardige afwijking verwijderd samen met een gedeelte van het omliggende, gezonde borstweefsel.
3
Onderzoek van het verwijderde weefsel kan achteraf pas aantonen of de kwaadaardige afwijking volledig is verwijderd. Soms is de afwijking niet volledig verwijderd en is het noodzakelijk om in een volgende operatie het afwijkende gebied ruimer weg te nemen. Dat kan dan vaak nog steeds borstsparend, (mits er nog voldoende ruimte in de borst aanwezig is). Anders is het nodig om alsnog een amputatie van de borst te doen. De cosmetische resultaten van de ingreep hangen af van de plaats en grootte van de tumor en de omvang van de borst. Als uit een grote borst een tumor is verwijderd, kan het resultaat esthetisch acceptabeler zijn dan wanneer een tumor is verwijderd uit een kleine borst. De vorm en structuur van de borst kan door de operatie veranderen. De mate waarin is vooraf moeilijk te voorspellen. Sommige veranderingen zijn tijdelijk, andere blijvend. Het cosmetische eindresultaat is vaak pas zes maanden tot een jaar na de operatie te beoordelen. Indien blijkt dat de borst plaatselijk zichtbaar minder gevuld is, zijn daarvoor deelprotheses te verkrijgen. De mammacareverpleegkundige kan u hierover informeren. De borstsparende operatie wordt altijd gevolgd door radiotherapie (bestraling), om de kwaadaardige cellen die mogelijk in het borstklierweefsel zijn achtergebleven, uit te schakelen. De bestraling beslaat een periode van zes tot zeven weken. De bestraling start binnen zes weken na de operatie zodat de borst eerst de kans krijgt om te genezen. Verdere informatie over deze behandeling krijgt u van de radiotherapeut. Tevens kunt u de informatiefolder radiotherapie lezen, een folder van het KWF Kankerbestrijding, of ontvangt u informatie van de bestralingsafdeling zelf.
4
Borstamputatie Bij een borstamputatie wordt de hele borst verwijderd, dus het borstweefsel inclusief de tepel. De ribben blijven bedekt door de borstspier. Door de operatie ontstaat een vrij groot litteken. De borstwand is niet altijd glad, maar kan iets verdikt zijn; dit kan zich na een paar maanden herstellen. De borsthuid wordt veel minder gevoelig of helemaal gevoelloos. Rond het litteken is er in het begin soms helemaal geen gevoel meer, dit kan later iets bijtrekken. Soms komt het voor dat een deel van de wond juist extra gevoelig wordt. Als de lymfeklieren in de oksel eveneens zijn verwijderd, wordt ook de oksel gevoelloos. Tevens wordt de okselholte dieper. Een deel van de borstwand en de bovenarm kunnen minder gevoelig of gevoelloos worden. Dit is vaak tijdelijk. Meer informatie over de verwijdering van de okselklieren kunt u lezen in de informatie ‘mogelijke gevolgen van verwijdering van lymfeklieren’. Indien u deze informatie niet heeft gekregen vraag er dan naar bij de mammacareverpleegkundige.
Na de operatie Na de operatie is de wond verbonden met een pleister. In de wond zit een slangetje (drain) dat bedoeld is om wondvocht af te voeren. Dit vocht wordt opgevangen in een drainzak, die aan uw bed hangt. Indien bij u ook de okselklieren zijn verwijderd, zit er in deze wond ook een slangetje (drain). Er komt een moment dat u de wond van de weggehaalde borst voor het eerst ziet. Tijdens de opname zal de verpleegkundige met u een afspraak maken om dit samen te doen. Misschien wilt u alleen zijn als u voor het eerst gaat kijken, misschien wilt u iemand erbij hebben, bijvoorbeeld uw partner, een familielid of een vriendin. Geef aan wat u zelf prettig vindt.
5
Na een borstamputatie kan de eerste aanblik heel moeilijk zijn. Het is misschien prettig als er een verpleegkundige bij is, die kan uitleggen wat u precies ziet. Door de borstoperatie kunt u een bewegingsbeperking van uw schouder krijgen. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld uw arm niet meer zo hoog heffen als voor de operatie. Met fysiotherapie kan dit behandeld worden. Meestal kunt u na deze behandeling weer alle bewegingen maken die u voor de operatie kon maken, maar dit lukt niet altijd. Een enkele keer hebben vrouwen na een borstoperatie een pijnlijk branderig gevoel van de bovenarm. Vaak verdwijnt dit vanzelf na een paar weken. In de dagen na de operatie zult u zich weer vrij snel helemaal zelf kunnen verzorgen en vrij bewegen. Voordat u wordt ontslagen wordt een aantal zaken met u besproken en geregeld. • • • •
U mag na het verwijderen van het wondverband onder de douche, ook met drain. U krijgt een voorlopige prothese. Ook krijgt u uitleg over de aanschaf van een definitieve prothese. De wonddrain van de borstwond wordt twee dagen na de operatie verwijderd. Kort na de operatie krijgt u bezoek van een fysiotherapeut. Deze zal u uitleggen welke oefeningen u kunt doen om de beweeglijkheid van uw arm en schouder te herstellen. Het is de bedoeling dat u deze oefeningen thuis een tijd blijft doen. Daarnaast krijgt u een verwijzing naar een fysiotherapeut bij u in de buurt.
6
Tijdelijke borstprothese Tijdens de opname of tijdens een controleafspraak op de polikliniek krijgt u een tijdelijke prothese. Dit is een prothese van zacht en licht materiaal. De (mammacare)verpleegkundige zal deze prothese bij u aanmeten. Misschien vindt u het prettig als uw partner of een goede vriend(in) aanwezig is als u de prothese past. Als u over uw beha of het topje met daarin de prothese een T-shirt aantrekt, kunt u goed zien of de prothese niet te groot of te klein is. De prothese kan gedragen worden als de wond droog is en de draingaatjes geen wondvocht meer lekken.
Seroompunctie Het komt vaak voor dat na een okselkliertoilet (zie hoofdstuk 4: verwijdering van lymfklieren in de oksel) een opeenhoping van lymfevocht ontstaat. Bij een borstsparende operatie gebeurt dit meestal onder de oksel. Bij een borstamputatie kan het vocht zich onder de hele borstwond verspreiden. Dit vocht kan weggezogen worden met behulp van een holle naald (punctie). Dit is pijnloos omdat de omgeving van de wond meestal nog gevoelloos is. Dit aanprikken kan tot enkele weken na de operatie nodig zijn en kan poliklinisch gebeuren.
7
Borstreconstructie Bij een borstreconstructie maakt de plastisch chirurg tijdens een operatie een nieuwe borst. Een borstreconstructie kan worden uitgevoerd zes tot twaalf maanden na een amputatie of na beëindiging van eventuele nabestraling en/of chemotherapie. Een borstreconstructie is bij vrijwel iedere vrouw mogelijk ook een slechte kwaliteit van de huid, bijvoorbeeld door bestraling, hoeft een goed resultaat niet in de weg te staan. Er zijn verschillende manieren om een borst te reconstrueren. Niet iedere methode is geschikt voor elke patiënt. Bespreek de mogelijkheden met uw arts of mammacareverpleegkundge.
Wondverzorging na de operatie Na de operatie kan de wond op verschillende manieren worden gehecht. Het kan zijn middels hechtingen, nietjes of onderhuidse hechtingen. Ongeacht de manier van hechten hoeft deze wond, vermits deze niet lekt, niet meer bedekt te worden met verband, de pleister mag er ook twee dagen na de operatie definitief af. U mag er dan ook mee douchen, baden is af te raden want dat verweekt de wond.
Nu u thuis bent, is het belangrijk dat u goed naar de wond kijkt, eventueel samen met de verpleegkundigen van de thuiszorg. Bij het opmerken van een van de volgende verschijnselen is het raadzaam om contact op te nemen met de mammacare verpleegkundige of behandelend arts: • De huid rondom de wond is roder dan de dagen ervoor. • De huid bij de wond is meer gezwollen dan voorheen. • De wond en omringende huid voelen warmer aan. • Pijn in en om de wond wordt erger. • U krijgt koorts.
8
• •
De wond produceert veel meer wondvocht dan voorheen. De wond en het wondvocht ruiken sterker dan voorheen.
Ook als u twijfels heeft over de wondverzorging en alles wat daarbij hoort, moet u contact opnemen met uw arts of de mammacare verpleegkundige. 3. Schildwachtklieronderzoek Waarom dit onderzoek Borstkanker verspreidt zich meestal het eerst naar de lymfeklieren in de oksel. Daarom is het van belang deze klieren te onderzoeken. De schildwachtklier is de eerste lymfeklier waarheen de lymfe uit het aangetaste gebied van de borst wordt gevoerd. Eventuele uitzaaiingen van de borstkanker doet zich bijna altijd het eerst in deze klier voor. Om vast te stellen of er sprake is van uitzaaiingen in de lymfklieren in de oksel kan tijdens de operatie aan de borst de schildwachtklier verwijderd worden.
Voorbereiding De schildwachtklier kan opgespoord worden met een zeer kleine dosis radioactief eiwit. Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde in Roosendaal wordt vastgesteld waar de schildwachtklier zich in de oksel bevindt. Een dag voor de operatie krijgt u één of meerdere injecties met een radioactieve stof rondom de bij u geconstateerde afwijking in de borst. Deze injecties worden soms als pijnlijk ervaren. De radioactieve stof is nodig om de lymfeklieren zichtbaar te maken met behulp van een ‘gamma camera’. Terwijl u op uw rug ligt worden de noodzakelijke foto’s gemaakt. Dit zal enige tijd in beslag nemen.
9
Tijdens de operatie Tijdens de operatie aan uw borst wordt een blauwe kleurstof in uw borst gespoten. De schildwachtklier wordt vervolgens met speciale meetapparatuur (geigerteller) opgespoord. Door de kleurstof is de klier blauw geworden. Van de injectie met kleurstof in uw borst heeft u na de operatie een paar keer groen/blauw gekleurde urine, de ontlasting kan anders van kleur zijn en zo ook het braaksel. Verder kan de kleurstof na de operatie een blauwgrijze gloed geven in uw hals/gelaat. Bij een borstsparende operatie kan op de borst nog enkele maanden tot één jaar een blauw gekleurde plek te zien zijn. De chirurg zal de schildwachtklier verwijderen en door de patholoog uitgebreid laten onderzoeken. De patholoog heeft 57 werkdagen nodig om te bepalen of er kwaadaardige cellen in de schildwachtklier zitten. Wanneer er kwaadaardige cellen worden aangetoond in de schildwachtklier is het helaas noodzakelijk dat alle andere lymfeklieren in de oksel worden verwijderd. Bevat de schildwachtklier geen uitzaaiingen, dan is de kans klein dat de andere lymfeklieren wel uitzaaiingen bevatten. Deze hoeven dan niet te worden weggenomen.
10
4. Verwijdering van lymfeklieren in de oksel Het lymfestelsel is een systeem om allerlei afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Het lymfestelsel bestaat uit lymfeklieren die te vergelijken zijn met zuiveringsstations. Lymfeklieren staan in onderling contact door middel van lymfebanen die uiteindelijk uitmonden in de bloedcirculatie. In de lymfeklieren worden bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt. Om deze afvalstoffen te kunnen vervoeren is het lymfestelsel gevuld met vocht. Zowel bij een borstamputatie als bij een borstsparende operatie zal de chirurg tijdens de operatie steeds alle lymfeklieren uit de oksel verwijderen als: • al voor de operatie duidelijk is dat de lymfeklieren kwaadaardige cellen bevatten; • bij een vriescoupe van de schildwachtklier tijdens de operatie kwaadaardige cellen worden aangetroffen; • de schildwachtklier niet wordt gevonden; • bij nader onderzoek van de patholoog de schildwachtklier toch kwaadaardige cellen blijkt te bevatten. In dat geval volgt een tweede operatie. Er kunnen natuurlijk altijd uitzonderingen voorkomen op basis waarvan een andere keus wordt gemaakt. De verwijdering van de lymfeklieren in de oksel is noodzakelijk om de volgende reden. Wanneer de lymfeklieren kwaadaardige cellen bevatten, kan de kanker verder groeien in de lymfeklieren, als deze niet worden verwijderd. De aantasting van de lymfeklieren is een belangrijke factor bij het bepalen van het stadium waarin de kanker zich bevindt. De patholoog onderzoekt deze klieren op uitzaaiingen.
11
5. Onderzoek door de patholoog Het weefsel dat door de chirurg is weggenomen wordt onderzocht door de patholoog; een medisch specialist die cellen en weefsel microscopisch onderzoekt en beschrijft. Een definitieve diagnose volgt wanneer de patholoog al het weggenomen weefsel van u heeft onderzocht. Dit onderzoek duurt ongeveer 5-7 werkdagen. Daarna wordt de uitslag met u besproken. Aan de hand van de uitslag wordt, na een bespreking in een multidisciplinair team (een team bestaande uit een chirurg, een radiotherapeut, een internist-oncoloog, een patholoog en een mammacareverpleegkundige), besloten wat voor u de beste aanvullende behandeling is.
12
6. Informatie, steun en belangenbehartiging BorstkankerVereniging Nederland (BVN) De BorstkankerVereniging Nederland is een vereniging voor en door borstkankerpatiënten. Zij verschaft informatie, organiseert bijeenkomsten, biedt individueel lotgenotencontact, adviseert in de Borstprothesen Informatie Centra en behartigt de belangen van patiënten met borstkanker. Vrijwilligers verspreid over het hele land zetten zich in voor het welzijn van andere (ex-) borstkankerpatiënten. De BorstkankerVereniging Nederland biedt een landelijk pakket van diensten en is georganiseerd in dertien regionale afdelingen. Wat doet de BorstkankerVereniging? Er bestaat een breed aanbod van lotgenotencontact in diverse vormen. Hiervan kan iedere borstkankerpatiënt gebruikmaken. U kunt: - informatie vragen - (als lid) de driemaandelijkse nieuwsbrief Mammazone ontvangen - thema- en andere bijeenkomsten bezoeken - advies krijgen in de Borstprothesen Informatie Centra (BIC) - individueel lotgenotencontact hebben - bij het speciale Contactpunt Jonge Vrouwen terecht (als u jonger bent dan 45 jaar) Naast dit landelijke basispakket verzorgen de regio’s en lokale afdelingen daarbinnen eigen, aanvullende activiteiten. Voor meer informatie kunt u vragen naar de folder van de BorstkankerVereniging Nederland.
13
Bereikbaarheid van de Borstkankervereniging Nederland Landelijk secretariaat Postbus 8065, 3503 RB Utrecht Tel 030-2917222 ma t/m vrij 9.00-13.00 en 14.00-15.30 uur Fax 030-2917223 E-mail:
[email protected] Website: www.borstkanker.nl Bezoekadres: Churchilllaan 11, Utrecht (2e etage) Lotgenotencontact-telefoon 030-2917220, ma t/m vrij 10.00-13.00 Contactpunt Jonge Vrouwen 030-2917227 U kunt inspreken op het antwoordapparaat, waarna u (meestal dezelfde dag) wordt teruggebeld. Stichting Amamzones Een stichting van en voor jonge vrouwen met borstkanker E-mail:
[email protected] Website: www.de-amazones.nl
14
7. Checklist Ik heb de volgende informatie ontvangen: Informatie
Ontvangen
1. mogelijke gevolgen van verwijdering van lymfklieren 2. met een wonddrain naar huis 3. borstprothese 4. borstreconstructie 5. schildwachtklierprocedure 6. mammacareverpleegkundige 7. adressen 8. ductaal carcinoom in situ (dcis) 9. zrti
ja/nee
Niet van toepassing
ja/nee
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
ja/nee
15
Datum
Uitgedeeld door