Mammacare
Borstafwijkingen Voor wie is deze brochure Deze brochure is bedoeld voor vrouwen die zelf een verandering in of aan hun borst hebben ontdekt. En voor vrouwen bij wie uit het bevolkingsonderzoek is gebleken dat zij mogelijk een borstafwijking hebben. Ook voor mannen die een verandering hebben ontdekt, kan de informatie in deze brochure nuttig zijn.
Leer uw borsten kennen De vraag wat wel en niet normaal is aan borsten, is niet eenduidig te beantwoorden. Iedere vrouw is anders. Wanneer u in de spiegel kijkt, zult u waarschijnlijk zien dat uw borsten niet volkomen aan elkaar gelijk zijn. Dat is bij de meeste vrouwen het geval. Zo is soms de ene borst iets groter dan de andere borst, of zit de tepel wat hoger dan de andere tepel. Sommige vrouwen hebben al van jongs af aan een of twee ingetrokken tepels. Bij het bevoelen van de borsten zult u merken dat ze onder de huid wat bobbelig aanvoelen. Deze bobbeltjes zijn melkklieren. Ze zijn over het algemeen vrij zacht en voelen in beiden borsten ongeveer hetzelfde aan. De melkklieren vormen samen het borstweefsel. Om de melkklieren heen ligt vet- en bindweefsel (ook wel steunweefsel genoemd). De hoeveelheid steunweefsel en de stevigheid ervan bepalen samen met de hoeveelheid borstklierweefsel, hoe stug en bobbelig de borst aanvoelt.
Menstruatie Er zijn vrouwen die vóór de menstruatie last hebben van gezwollen en pijnlijke borsten. Dan kunnen ook knobbeltjes voelbaar zijn. Over het algemeen gaat het om normale verschijnselen die vaak maandelijks terugkeren. Dit hangt samen met de veranderingen in de hormoonhuishouding. Verdwijnen deze klachten niet vanzelf, ga dan naar uw huisarts voor verder onderzoek.
153829 16122010
Tepelafscheiding Vochtafscheiding uit een of beide tepels kan spontaan voorkomen, maar ook worden opgewekt door bijvoorbeeld sporten, seksuele opwinding of het doen van zelfborstonderzoek. Deze afscheiding is meestal onschuldig en hangt vaak samen met de menstruatiecyclus. Tepelvocht is meestal waterig, maar kan ook wit of melkachtig gelig of groenig van kleur zijn. Als tepelvocht bruin of bloederig van kleur is of als u twijfelt, is het raadzaam om naar uw huisarts te gaan.
Vroege ontdekking van borstkanker De kans op overleving van (borst)kanker wordt mede bepaald door de uitgebreidheid van de ziekte bij het vaststellen van de diagnose. De behandeling kan eerder gestart worden en er zijn meestal meer mogelijkheidheden om te behandelen. Het is daarom belangrijk borstkanker zo vroeg mogelijk te ontdekken. Kennis van de eigen borsten kan daarbij helpen. Borstzelfonderzoek kan een manier zijn om die kennis te vergroten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij vrouwen die hun borsten regelmatig onderzoeken, borstkanker niet vroeger werd ontdekt dan bij vrouwen die dat niet doen.
Bezoek huisarts Ga naar uw huisarts als u een verandering ziet of voelt die niet is afgenomen of verdwenen na de menstruatie. In andere situaties doen vrouwen er altijd verstandig aan om met een voelbare of zichtbare verandering in of aan hun borst naar de huisarts te gaan. Dat geldt ook voor mannen. Het kan zijn dat u uit angst voor kanker niet naar uw huisarts durft te gaan. Of dat u bang bent dat uw huisarts denkt dat u zich aanstelt, omdat er misschien niets aan de hand is. Of misschien ziet u op tegen eventuele vervolgonderzoeken. Dit soort gedachten en emoties zijn begrijpelijk. Maar uitstel van een bezoek aan uw huisarts kan betekenen dat u al die tijd in spanning zit. Een bezoek aan uw huisarts kan juist veel onrust wegnemen.
Zwangerschap Tijdens een zwangerschap worden de borsten groter en bobbeliger onder invloed van (zwangerschaps)hormonen.
2
Dit is een natuurlijk proces. Als u zich toch zorgen maakt over een verandering, bespreek dit dan met uw huisarts.
Veranderingen in of aan je borsten De meest voorkomende verandering in een borst is een ‘knobbeltje’ het gaat dan om een verdikking die anders aanvoelt dan de bobbeligheid die u normaal opmerkt. Knobbeltjes kunnen heel verschillend aanvoelen. Vaak is het een plekje in de borst dat iets stugger of harder is dan de rest van het weefsel. Soms is het kogelrond en glijdt het onder uw vingers weg als een knikker. Soms voelt het als een verdikte schijf of een strengetje achter de tepel. Meestal doen deze bobbeltjes geen pijn.
Borstafwijkingen bij mannen Het is zeldzaam, maar borstafwijkingen kunnen ook bij mannen voorkomen. Blijf er niet mee rondlopen, maar ga naar uw huisarts als u een verandering ontdekt. Andere afwijkingen kunnen zijn: - Deukjes of kuiltjes in de huid. - Een sinds kort ingetrokken tepel - Een verandering van de tepel, zoals roodheid, schilfertjes of een plekje dat op eczeem lijkt. - Bruin of bloederig vocht uit de tepel. - Pijn in de borst op een plek waar ook het klierweefsel iets anders aanvoelt. Pijn is op zichzelf geen teken dat er een afwijking is in de borst. Heeft u echter voortdurend pijn in ( één van) uw borsten, bespreek dit dan met uw huisarts. - Een borst die warm aanvoelt en rood is verkleurd. Soms ziet de huid er als een sinaasappelschil uit. - Een wondje van de huid dat niet geneest.
Bevolkingsonderzoek Om de kans op vroege ontdekking van borstkanker te vergroten, kunnen vrouwen in Nederland deelnemen aan het bevolkingsonderzoek (screening) naar borstkanker. Het uiteindelijke doel van dit bevolkingsonderzoek is de sterfte aan borstkanker te verlagen. Alle
3
vrouwen van 50 tot en met 75 jaar krijgen elke twee jaar een schriftelijke uitnodiging. Deelname aan het bevolkingsonderzoek is gratis en geheel vrijwillig. Bij dit bevolkingsonderzoek worden röntgenfoto’s van uw borsten (een mammografie) gemaakt om afwijkingen op te sporen die op borstkanker kunnen duiden. Vaak zijn deze afwijkingen nog niet voelbaar. U krijgt de uitslag van het onderzoek binnen twee weken thuisgestuurd. Als de röntgenfoto’s een afwijking laten zien krijgt u het verzoek contact met uw huisarts op te nemen. De huisarts heeft intussen ook de uitslag ontvangen en kan u meer informatie geven en doorsturen naar een mammapoli in het ziekenhuis. De afwijking die op de borstfoto te zien is moet nader worden onderzocht om duidelijkheid te krijgen.
Momentopname De uitslag van het bevolkingsonderzoek is een momentopname. Het is geen garantie dat alles in orde blijft tot de volgende oproep. Ga daarom naar uw huisarts als u tussendoor klachten krijgt of een verandering opmerkt.
Goedaardige afwijkingen Fibroadenoom Een veel voorkomende goedaardige afwijking in de borst is een fibroadenoom of bindweefselknobbel. Dit is een gezwel dat ontstaat door plaatselijke groei van steun- en klierweefsel. Net als andere goedaardige gezwellen drukt een fibroadenoom het omringende weefsel wel opzij, maar groeit niet naar binnen. Het voelt aan als een zacht, stevig en meestal pijnloos knobbeltje.
Cyste Een cyste is een andere veel voorkomende goedaardige afwijking in de borst. Dit is een klein, met vocht gevuld blaasje. Een cyste kan bijvoorbeeld ontstaan door een verstopping in een melkgang. Vooral als er spanning op staat, is een cyste goed voelbaar als een ronde, stevige knobbel en kan dan ook pijnlijk zijn. Soms zijn er verschillende cysten in één of in beide borsten aanwezig.
4
Mastopathie Ook kunnen er in de borsten verdikkingen in het vetweefsel voorkomen. Dergelijke vetknobbels voelen over het algemeen vrij zacht aan. Zij drukken het omringende weefsel opzij. Mastopathie is een aandoening waarbij verschillende goedaardige afwijkingen van het borstklierweefsel tegelijk optreden. Vaak gaat het om verspreid voorkomende afwijkingen in beide borsten. Het klierweefsel is hierbij zeer compact en de borsten voelen stevig en soms gespannen aan. In de borsten kunnen grote of kleine cysten voorkomen, soms samen met fibroadenomen. Dat kan gepaard gaan met afscheiding (waterig, wit of melkachtig, gelig of groenig van kleur) ui één of beide tepels. Vaak geeft mastopathie pijnklachten. Maar ook pijnklachten zónder dat er knobbels zijn, komen voor. Mastopathie heeft te maken met de hormoonhuishouding van een vrouw. Veel vrouwen merken een duidelijke relatie tussen de pijnklachten en de menstruatiecyclus. De pijn is dan het ergst vlak vóór de menstruatie. Ook zijn eventuele knobbeltjes dan beter voelbaar. Na de menstruatie nemen de klachten weer af. Maar er zijn ook vrouwen bij wie de pijnklachten niet samenhangen met de menstruatie. Sommige vrouwen merken dat in de overgang de mastopathie verergert, bij anderen wordt het dan juist minder. En weer anderen krijgen in die periode pas last van mastopathie. Mastopathie kan heel pijnlijk zijn en daardoor het dagelijks leven behoorlijk beïnvloeden. Vrouwen met mastopathie voelen vaker dan andere vrouwen knobbels, strengetjes en andere veranderingen in hun borsten. Vaak weten zij niet of dit `bij mastopathie hoort`, of dat er sprake is van een afwijking die nader onderzocht moet worden. Bijvoorbeeld als de verandering na de menstruatie nog merkbaar is. Vrouwen met mastopathie kunnen adviezen op de mammapoli krijgen hoe de klachten kunnen worden verminderd.
Gynaecomastie Bij mannen kan borstvorming ontstaan (gynaecomastie). De borstklier bij de man kan opzwellen. Dit kan als normaal worden beschouwd. Soms spelen andere factoren een rol. Bijvoorbeeld een bijwerking op een bepaalde medicijn of een verandering in de hormoonproductie (te
5
geringe productie door de zaadbal of medicatie). Bij een man kan ook borstkanker ontstaan. Bij gynaecomastie wordt meestal een aantal maanden gewacht met behandelen omdat deze klachten vanzelf weer kunnen verdwijnen. Als de gynaecomastie het gevolg is van medicijngebruik kan worden onderzocht of u met deze medicatie kunt stoppen. Wanneer de klachten aanblijven en u hinderen in uw dagelijks functioneren kan worden overgegaan tot een operatie. De chirurg verwijderd dan het klierweefsel onder de tepel. Deze behandeling vindt meestal in dagbehandeling plaats. Hiervoor is goedkeuring nodig van uw zorgverzekeraar. De specialist kan voor u de aanvraag met het verzoek voor goedkeuring van de behandeling schrijven. Ongeveer 7 á 10 dagen na operatie komt u voor wondcontrole op de polikliniek en krijgt u de uitslag van het weefselonderzoek. Mogelijke complicaties die zelden optreden zijn een nabloeding of wondinfectie. Het kan zijn dat de tepel na de operatie intrekt en er kan littekenvorming van de tepel optreden.
Borstkanker In Nederland wordt per jaar bij cica 12.000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Het is de meest voorkomende soort kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker een zeldzame ziekte. Na die leeftijd neemt het aantal vrouwen dat borstkanker krijgt, snel toe. Ongeveer 75% van de vrouwen bij wie borstkanker wordt ontdekt, is ouder dan 50 jaar. Het komt het vaakst voor bij vrouwen op middelbare leeftijd (50 tot 75 jaar). Borstkanker komt ook bij mannen voor, maar is bij hen zeer zeldzaam. Jaarlijks krijgen in Nederland ruim 70 mannen de diagnose borstkanker. Duidelijke aanwijsbare oorzaken van borstkanker zijn, ondanks veel onderzoek daarnaar, nog steeds niet bekend. Wel weten we dat sommige vrouwen een groter risico hebben op borstkanker dan andere vrouwen. Meer informatie over risicofactoren staan op de site: www. kwfkankerbestrijding.nl.
6
Mogelijke risicoverlaging Van een aantal factoren is door onderzoek bekend dat zij kunnen helpen het risico op borstkanker iets te verlagen. Dat zijn: - Veel en regelmatig bewegen: vrouwen met een actieve leefstijl hebben een lager risico op borstkanker dan vrouwen die weinig bewegen. - Voorkómen van overgewicht, zeker na de overgang. - Geen of met mate alcohol gebruiken. - Borstvoeding geven, liefst langer dan zes maanden (eventueel als bijvoeding). De periodes van geven van borstvoeding bij meer kinderen kunnen bij elkaar opgeteld worden.
Onderzoek Alleen nader medisch onderzoek kan uitwijzen of een afwijking in of aan uw borst goed- of kwaadaardig is.
Bij de huisarts Wanneer u zelf een afwijking in of aan uw borst heeft ontdekt, zal uw huisarts u eerst lichamelijk onderzoeken. Daarbij bekijkt en bevoelt hij uw borsten zorgvuldig. Deze onderzoeken heten inspectie en palpatie. Hij voelt ook of er opgezette lymfeklieren zijn in uw oksels of boven het sleutelbeen. Uw huisarts kan tot de conclusie komen dat de verandering `niets bijzonders` is. Na de eerste opluchting hierover rijst mogelijk later bij u de vraag wat er dan wel aan de hand is. Vraag daarom of er iets meer over te vertellen valt. Bespreek met uw huisarts of controle nodig is en zo ja, wanneer u terug moet komen. Het komt ook voor dat uw huisarts niet precies kan zeggen of de afwijking onschuldig is of niet. Hij zal u in dat geval adviseren röntgenfoto’s van de borsten te laten maken (mammografie), al dan niet in combinatie met een echografie (onderzoek met geluidsgolven). Ook kan uw huisarts u meteen verwijzen naar de mammapoli waarbij u zowel door de chirurg, de radioloog als de verpleegkundig specialist gezien wordt.
7
Wanneer bij het bevolkingsonderzoek een afwijking is gezien, krijgt u van uw huisarts altijd een verwijzing voor nader onderzoek op de mammapoli van het ziekenhuis.
In het ziekenhuis Op de ‘mammapoli’ (‘mamma’ is de medische term voor borst) werken een team zorgverleners met kennis van borstafwijkingen zeer nauw samen: een chirurg, een radioloog (een arts die röntgenonderzoek verricht), een patholoog (arts die microscopisch onderzoek verricht) en een verpleegkundige specialist (of een mammacareverpleegkundige). Ook andere zorgverleners kunnen deel uitmaken van dit team. Het team van een mammapoli is zo georganiseerd dat de benodigde onderzoeken op één dag kunnen plaatsvinden. Meestal krijgt u op dezelfde dag van de onderzoeken en de resultaten van de bespreking in het team. De uitslag van een bioptie (weefselonderzoek) is na enkele dagen bekend.
Mammografie Het maken van röntgenfoto’s van de borsten heet een mammografie. U zult merken dat er altijd foto’s van beide borsten worden gemaakt. Soms wordt er nog een aparte foto gemaakt in een derde richting. Voor een scherpe foto moet de borst zo plat mogelijk zijn. Daarom wordt de stevig aangedrukt. Dit kan vervelend pijnlijk zijn. Als u merkt dat het aandrukken te pijnlijk word, moet u dit beslist tegen de laborant zeggen. Als u een pacemaker of een inwendige borstprothese heeft, moet u dit vóór het onderzoek aan de laborant doorgeven. Hiermee kan dan rekening worden gehouden bij het aandrukken van de borsten. Voor een mammografie is maar weinig röntgenstraling nodig. Het is een speciaal soort straling, Zogenoemde `zachte straling`, die alleen in de borst komt en niet in de rest van het lichaam. Mocht het nodig zijn om een mammografie te maken tijdens een zwangerschap, dan kan dat zonder problemen omdat de straling niet in de buik komt. Maar meestal wordt bij zwangere vrouwen (eerst) een echografie gedaan.
8
Het maken van een of enkele röntgenfoto’s kan in principe geen kwaad. Toch mag de mogelijke schadelijkheid van de straling niet uit het oog worden verloren. Als bij een vrouw gedurende vele jaren steeds een mammografie wordt gemaakt, loopt op den duur de stralingsdosis verder op. Dit speelt vooral een rol bij jongere vrouwen: het borstweefsel van jongere vrouwen heeft een grotere gevoeligheid voor straling dan dat van oudere vrouwen. Bovendien hebben jongere vrouwen een langere levensverwachting, waardoor zij een groter risico lopen op nadelige effecten. Het is daarom belangrijk niet bij elke verandering in de borst gelijk een foto te laten maken. Regelmatig controlefoto’s bij vrouwen onder de 50 jaar moeten alleen worden uitgevoerd als daarvoor een duidelijke medische noodzaak bestaat. Dat geldt in elk geval voor vrouwen: - Die eerder voor borstkanker zijn behandeld: - Bij wie erfelijkheid mogelijk een rol speelt; bespreek met uw huisarts vanaf welke leeftijd extra onderzoek zinvol is voor u. - Bij wie afwijkingen in her DNA zijn vastgesteld. - Bij wie eerder na weefselonderzoek bepaalde goedaardige borstafwijkingen zijn gevonden, zoals een goedaardige vergroting van de melkgangen (atypische ductale hyperplasie). - Meestal vindt tot het 50e jaar jaarlijks controle plaats, en na het 50e jaar jaarlijks via het bevolkingsonderzoek. - Als u zich zorgen maakt, bespreek dan met uw huisarts of specialist of extra controle in uw geval zinvol is. Echografie- Soms is een echografie nodig. Dat is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Deze golven zijn niet hoorbaar, maar de weerkaatsing ervan (echo) maakt organen en/of weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Een gezwel kan zo in beeld gebracht worden. Een echografie levert nadere informatie op over de verschillende weefsels in de borst. Zo kan men een cyste onderscheiden van een andersoortige knobbel. Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoektafel. Nadat op uw huid een gelei is aangebracht, wordt daarover een klein apparaat bewo-
9
gen dat geluidsgolven uitzendt. De afbeeldingen op het beeldscherm kunnen op foto’s worden vastgelegd. De echografie is een eenvoudig, niet belastend onderzoek. Meestal duurt het onderzoek 20 tot 30 minuten. Echografie wordt vooral gedaan als de specialist meer wil weten over één bepaalde plek in de borst waarover de mammografie en/of het lichamelijk onderzoek geen uitsluitsel geven. Bijvoorbeeld bij een voelbare knobbel die op de borstfoto niet te zien is, of bij een moeilijk te beoordelen foto. Bij vrouwen jonger dan 30 jaar met een knobbel in de borst doet de arts bij voorkeur in eerste instantie alleen een echografie. Het borstklierweefsel heeft dan namelijk nog een dichte structuur, waardoor een borstfoto moeilijk te beoordelen is. Ook bij zwangere vrouwen wordt in eerste instantie een echografie gedaan, omdat ook bij hen het borstweefsel een dichte structuur heeft.
Cyste Cyste kunnen met een punctie worden leeggezogen. Daarmee is een vrouw vaak meteen van de borstafwijking af. Dat kan overigens tijdelijk zijn: een cyste kan later weer vollopen met vocht. Als dit last geeft, kan een punctie opnieuw verlichting geven. Het kan ook zijn dat de cyste vanzelf “leeg loopt”. Dus er wordt vaak afgezien van een punctie.
Verder onderzoek Op grond van de uitkomsten van de palpatie, de mammografie en eventueel de echografie, bepaalt de chirurg of verder onderzoek nodig is. Vaak volgt daarna een bioptie.
Punctie Bij een punctie zuigt de radioloog cellen op met een dunne holle naald. Een punctie kan poliklinisch en meestal zonder verdoving plaatsvinden. Na de punctie beoordeelt de patholoog de cellen onder de microscoop.
10
Bioptie Om tot een definitieve diagnose te komen bij verdenking op een kwaadaardigheid of een voorstadium hiervan, is altijd een bioptie nodig. Bij een bioptie haalt de radioloog een pijpje weefsel weg van de plaats waar de afwijking zit. Steeds vaker wordt hierbij de zogenoemde dikke-naaldbioptie gedaan. Na een plaatselijke verdoving maakt de radioloog een klein sneetje waardoor hij een dikke holle naald in de borst brengt. Hij maakt hierbij gebruik van echografie en steeds vaker ook van röntgendoorlichting (echo- en röntgengeleide) om de juiste plaats te bepalen. Na de bioptie beoordeelt de patholoog het weefsel onder de microscoop. Zowel een punctie als een dikke-naaldbioptie kunnen plaatsvinden bij voelbare knobbels en bij een afwijking die zó klein is, dat deze niet voelbaar is. Zo’n heel kleine afwijking wordt nogal eens ontdekt bij vrouwen die aan het bevolkingonderzoek hebben deelgenomen.
Goedaardige afwijking Als uit het microscopisch onderzoek blijkt dat de afwijking goedaardig is, wordt beoordeeld of verdere controle noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij een fibroadenoom Soms blijkt het tóch wenselijk de afwijking operatief te verwijderen. Bijvoorbeeld als een vrouw veel last heeft van de afwijking.
Borstkanker Als uit het microscopisch onderzoek blijkt dat de afwijking kwaadaardig is of een voorstadium van een kwaadaardigheid, is verdere behandeling nodig. Welke operatieve ingrepen of andere behandelmogelijkheden er zijn, zal de specialist uitgebreid met u bespreken.
Nuttige adressen Stichting Begeleidingsgroep voor vrouwen met Mastopathie (SBVM) Postbus 2238, 5202 CE ’s-Hertogenbosch Tel (.0800) 3212134 (kijk voor actuele informatie over de bereikbaarheid op de site van de SBVM)
[email protected] www.mastopathie.nl
11
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) De bevolkingsonderzoeken naar borstkanker in Nederland worden op landelijk niveau gecoórdieerd door het RIVM: www.borstfoto.nl De landelijke site over het bevolkingsonderzoek borstkanker: www.bevolkingsonderzoekborstkanker.nl
Ziekenhuis Rivierenland Tiel Pres. Kennedylaan 1 4002 WP Tiel Postbus 6024 4000 HA Tiel Tel. (0344) 67 49 11 Fax (0344) 67 44 19 Internetsite: www.zrt.nl