MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
DLX
Gebruikershandleiding
DLX 2.0 - DLX 2.9 - DLX 3.8 - DLX 4.6
SOLAR INVERTERS
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, brochures en ander gedrukt materiaal. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder kennisgeving haar producten te wijzigen. Dit geldt ook voor reeds bestelde producten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden.
Copyright ©: Danfoss, 2012
II
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................... 4 2. Productoverzicht ......................................................... 5 2.1. Normen en goedkeuringen .................................................................................................................. 5 2.2. Algemene informatie .............................................................................................................................. 5 2.3. Gebruikte symbolen ................................................................................................................................ 6 2.4. Uitpakken en controleren van de inhoud ....................................................................................... 8
3. Veiligheidsvoorschriften .......................................... 12 3.1. Algemene voorbereidingen ............................................................................................................... 12 3.2. Voorbereiding van de locatie............................................................................................................. 14 3.3. Veiligheidsapparatuur vereist voor netgekoppelde systemen ............................................. 16
4. Installatie ................................................................... 19 4.1. Controles voorafgaand aan de installatie...................................................................................... 19 4.2. Mechanische installatie ........................................................................................................................ 19 4.3. Elektrische installatie............................................................................................................................. 23
5. Opstarten ................................................................... 37 5.1. Hoe op te starten .................................................................................................................................... 37 5.2. Eerste opstart ........................................................................................................................................... 37 5.3. Zelftest voor Italië .................................................................................................................................. 49
6. Werking ...................................................................... 54 6.1. Toegangsniveaus en wachtwoorden .............................................................................................. 54 6.2. Menu's lcd-scherm ................................................................................................................................. 54 6.3. Verbinding tussen omvormer en computer ................................................................................. 71 6.4. Interne webserver .................................................................................................................................. 74
7. Problemen verhelpen ............................................... 80 7.1. Checklist bij storing ............................................................................................................................... 80 7.2. Tabel van gebeurtenissen ................................................................................................................... 80
8. Onderhoud................................................................. 85 8.1. Uitschakelen ............................................................................................................................................. 85 8.2. Regelmatige inspectie van het systeem ........................................................................................ 85 8.3. Apparaten vervangen ........................................................................................................................... 90 8.4. Retourneren en afvoeren .................................................................................................................... 90
9. Garantie ..................................................................... 91 9.1. Garantieservice........................................................................................................................................ 91 9.2. Vrijwaring garantie ................................................................................................................................ 91
10. Technische gegevens .............................................. 92 Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
III
1. INLEIDING De DLX-omvormers behoren tot de meest efficiënte eenfase netgekoppelde omvormers op de markt, wat resulteert in een hoog rendement van de zonnepanelen.
Afbeelding 1.1: Overzicht PV-systeem
Gelijkstroom (DC) naar wisselstroom (AC)
In een aan het net gekoppeld fotovoltaïsch systeem (PV-systeem) bestaat de interface tussen de zonnepanelen en het elektriciteitsnet uit een omvormer die de door de zonnepanelen geproduceerde gelijkstroom (DC) omzet in wisselstroom (AC) geschikt voor de spanning en frequentie van het elektriciteitsnet.
DLX -serie
De topologie van de DLX-serie heeft een ingebouwde hoogfrequente transformator die galvanische scheiding biedt van het elektriciteitsnet, en daarmee aan de strengste veiligheidsnormen voldoet. Dankzij het grote aanpassingsvermogen en gebruikersvriendelijkheid, is de DLX de perfecte keuze voor en fotovoltaïsche (PV) installatie. De configuratiemogelijkheden maken het geschikt voor zowel kristallijne als dunne-filmmodules, en eenvoudig en betaalbaar configureerbaar voor verschillende omstandigheden en landspecifieke eisen. De compacte en lichtgewicht constructie zorgt voor eenvoudige en gemakkelijke installatie en onderhoud.
Geïntegreerde De omvormer is voorzien van een geïntegreerde webserver die dag-, maand- en jaargegevens registreert. Alle informatie wordt numeriek en webserver in grafieken weergegeven op een lcd-kleurenscherm aan de voorkant van de omvormer. De gegevens zijn ook direct benaderbaar vanaf een computer of via internet. Alle instellingen en gegevens worden opgeslagen op de geïntegreerde datalogger, die gegevens met een interval van vijftien minuten gedurende een week, per dag gedurende een jaar of per week gedurende dertig jaar bewaart. Automatisch systeem
4
Het systeem is volautomatisch. De omvormer start 's ochtends als de zonnepanelen voldoende vermogen genereren. Gedurende de dag zorgt de Maximum Power Point Tracking-functie (MPPT) voor de hoogst mogelijke energieopbrengst. De omvormer gaat bij zonsondergang in de slaapstand als de zonnepanelen geen stroom meer opwekken.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
2. PRODUCTOVERZICHT Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de omvormer en de meegeleverde onderdelen, en hoe deze worden aangesloten. Er wordt kort uitgelegd hoe de omvormer op een veilige manier uit te pakken en te behandelen, en de symbolen die op de omvormer en in deze Gebruikershandleiding staan worden verklaard.
2.1. Normen en goedkeuringen DLX-omvormers voldoen aan onderstaande richtlijnen en veiligheidsnormen: Tabel 2.1: Goedgekeurde normen
Netbescherming
Veiligheid
EMC
• • • • • • • • • •
• EN 50178 • IEC 62103, 62109-2 • AS 3100
• IEC/EN 61000-6-2 (immuniteit) • IEC/EN 61000-6-3 (emissie) • IEC/EN 61000-3-2/-12 (harmonische stromen) • IEC/EN 61000-3-3/-11 (flikkering)
VDE 0126 G83/1 C10/11 EN 50438 RD 1663, 661 AS 4777.2/.3 DK 5940 ÖNORM E 8001-4-712 IEC 61727 VDE AR-N 4105
2.2. Algemene informatie Er zijn verschillende varianten van de DLX voor verschillende configuraties en landspecifieke eisen beschikbaar.
2.2.1. Varianten De instructies in deze Gebruikershandleiding zijn van toepassing op de onderstaande modellen DLX -omvormers: • DLX • DLX • DLX • DLX
2.0 2.9 3.8 4.6
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
5
2.2.2. Belangrijkste kenmerken • 's Werelds hoogste rendement voor geïsoleerde omvormers; tot 97,3% • Flexibele systeemconfiguratie • Bewaking 24/7 • Interne datalogger met een opslagcapaciteit voor een interval van 15 minuten gedurende een week, per dag gedurende een jaar of per week gedurende dertig jaar. • MPPT-bereik: 230 – 480 VDC • DC-spanningsbereik: 220 – 600 VDC • Automatisch in- en uitschakelen (ON/OFF), en automatische temperatuurregeling • Eilandbescherming • Beveiliging tegen omkeren van de DC-polariteit (diodes) • Diefstalbeveiliging
2.3. Gebruikte symbolen De in deze Gebruikershandleiding gebruikte waarschuwingssymbolen markeren belangrijke informatie over hoe risico voor personen en apparatuur vermeden kan worden. Schenk extra aandacht aan paragrafen die voorzien zijn van deze symbolen! Tabel 2.2: Waarschuwingssymbolen in de handleiding
Symbool
Beschrijving GEVAARLIJK: Situaties waarin een acuut gevaar kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of dood van werknemers en/of het publiek. WAARSCHUWING: Situaties waarin mogelijk gevaarlijke omstandigheden ontstaan die kunnen leiden tot dood of ernstig lichamelijk letsel van werknemers en/of het publiek. VOORZICHTIG: Situaties die een niet-acuut of mogelijk gevaar vormen die kunnen leiden tot licht of matig lichamelijk letsel van werknemers en/of het publiek. OPMERKING: Situaties waarin een niet-acuut of mogelijk gevaar kan leiden tot schade aan eigendom en apparatuur. Kan gebruikt worden om belangrijke operationele kenmerken aan te geven. In deze situatie is geen veiligheids- of waarschuwingssymbool aanwezig.
6
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
2.3.1. Labels Het productlabel is rechts aan de onderkant van de omvormerbehuizing te vinden. Het bevat belangrijke identificatieparameters en kenmerken van de omvormer, en moet na installatie duidelijk zichtbaar zijn.
Afbeelding 2.3.1: Productlabel
Tabel 2.2: Symbolen op het productlabel
Symbool
Beschrijving
Symbool
Beschrijving
Ontlaadtijd 60 minuten: Gedurende 1 uur na het uitschakelen kan er hoge spanning in de omvormer aanwezig zijn.
CE-markering: Het product voldoet aan de EU-eisen voor veiligheid, gezondheid en milieubescherming.
Gebruikershandleiding: De veiligheidsvoorschriften en instructies in deze gebruikershandleiding dienen vóór installatie te worden gelezen en begrepen.
Afvoeren: Geef niet mee met huishoudelijk afval! Scheid de verschillende onderdelen en recycle deze volgens plaatselijke en nationale wet- en regelgeving.
Heet oppervlak: Het koellichaam aan de achterkant van de omvormer kan tijdens bedrijf een temperatuur van meer dan 90 °C/194 °F bereiken.
S-NO: Serienummer ter identificatie van de omvormer.
Gevaar: Schokgevaar: hoge spanning aanwezig.
DC: Gelijkstroomklem.
Aarding: Aardklem.
AC: Wisselstroomklem.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
7
2.4. Uitpakken en controleren van de inhoud Volg de instructies in deze paragraaf om de omvormer veilig uit te pakken en op te tillen, en persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur te voorkomen.
2.4.1. Transportschade De DLX -omvormers zijn vóór verzending grondig gecontroleerd en getest in overeenstemming met internationale normen en goedkeuringen. Ze worden voor verzending zorgvuldig verpakt. Controleer de omvormer bij ontvangst, en neem bij schade onmiddellijk contact op met de distributeur.
2.4.2. De omvormer optillen en verplaatsen Aangezien de omvormer 20-22 kg weegt (afhankelijk van het model), dient het tillen en verplaatsen van de omvormer op een correcte manier te gebeuren om rugproblemen te voorkomen.
Afbeelding 2.4.1: Het op de juiste manier optillen van de omvormer
• Buig bij het optillen de knieën en houd de rug recht. • Til voorzichtig, houd de omvormer dicht bij het lichaam en laat de beenspieren het werk doen. • Draai het lichaam in zijn geheel om verdraaiing van de onderrug te voorkomen. • Draag de omvormer dicht bij het lichaam.
8
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
2.4.3. Uitpakken Pak de omvormer als volgt uit: • Plaats de doos zodanig dat de bovenkant duidelijk zichtbaar is en volgens de pijlen op de verpakking. • Verbreek de verzegeling en open de doos. • Verwijder de vergrendeling, de zak met accessoires en de Gebruikershandleiding die bovenop het piepschuim liggen. • Verwijder het bovenste deel van het piepschuim. • Aan beide zijden van de omvormer zit een gleuf om betere grip op het apparaat te krijgen. Til de omvormer aan de "handvaten" voorzichtig uit de doos zoals aangegeven op Afbeelding 2.4.2. • Verwijder het onderste deel van het piepschuim en verwijder de montagebeugel. • Bewaar al het originele verpakkingsmateriaal voor mogelijk hergebruik. Afbeelding 2.4.2: "Handvaten"
Controleer, nadat u de omvormer veilig hebt uitgepakt, of alle onderdelen geleverd en onbeschadigd zijn.
2.4.4. Inhoud levering • DLX eenfase-omvormer • Montagebeugel • Installatiehandleiding • Accessoires: aardingsband, beugelschroeven, vergrendeling, extra typelabel
OPMERKING De koppelstukken voor de aansluitingen worden niet standaard meegeleverd, en dienen door de installateur geleverd te worden.
2.4.5. Constructie omvormer De behuizing van de DLX-omvormer is ontworpen om: • IP65 voor gebruik binnens- of buitenshuis. • Een zekere mate van bescherming te bieden tegen vuil, regen, hagel, sneeuw, stof, water en corrosie. • Niet te beschadigen door ijsvorming aan de buitenkant van de behuizing.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
9
2.4.5.1. Afmetingen behuizing H: 610 mm B: 353 mm D: 158 mm
Afbeelding 2.4.3: Afmetingen behuizing
2.4.5.2. Panelen voorkant De voorkant van de omvormer bestaat uit een onderste en een bovenste paneel. 1. Bovenste paneel 2. Scherm 3. Onderste paneel; klantaansluitgebied 4. Uitgang AC (wisselstroom) 5. Ingang DC (gelijkstroom) 6. Netwerkingang
Afbeelding 2.4.4: Constructie omvormer
Het bovenste paneel mag alleen verwijderd worden door personeel dat door Danfoss geautoriseerd is. Bij verwijdering van het bovenste paneel door niet-bevoegde personen vervalt de garantie. Het onderste paneel beschermt het klantaansluitingsgebied, en mag door de installateur verwijderd worden voor de elektrische installatie en het onderhoud van de omvormer.
Het onderste paneel verwijderen Het onderste paneel beschermt de aansluiting van de omvormer en, indien meegeleverd, de ingebouwde combinatiekast, de zogenaamde Stringbox.
10
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
WAARSCHUWING De omvormer is geladen met hoge spanning, en het onderste paneel mag alleen door gekwalificeerde personen worden verwijderd. • Schakel de DC-schakelaar OFF (UIT).
GEVAARLIJK Trek altijd de stekkers van de zonnepanelen uit de omvormer nadat de wisselstroom (AC) en gelijkstroom (DC) OFF (UIT) zijn geschakeld, maar vóór het verwijderen van de panelen, omdat de zonnepanelen wel 600 VDC aan de omvormer kunnen leveren als deze worden blootgesteld aan zonlicht. • Verwijder de vier schroeven van het onderste paneel met een 4 mm inbussleutel. • Verwijder het paneel voorzichtig.
Afbeelding 2.4.5: Het onderste paneel
• Bewaar het onderste paneel en de schroeven op een veilige plaats om schade of verlies te vermijden. • Draai de schroeven in het onderste paneel met een aandraaimoment van 1,0 Nm.
VOORZICHTIG Verwijder het onderste paneel van de omvormer nooit onder vochtige omstandigheden! Verwijdering van het onderste paneel tijdens regen of in vochtige omstandigheden kan gevoelige interne elektronische onderdelen beschadigen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
11
3. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit hoofdstuk bevat instructies voor het veilig installeren, bedienen en onderhouden van de DLX-omvormers. Deze veiligheidsvoorschriften dienen voorafgaand aan de installatie nauwkeurig gelezen en begrepen te worden. Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften kan leiden tot lichamelijk letsel of dood, en kan de garantie doen vervallen.
3.1. Algemene voorbereidingen De DLX-omvormers bevat geen onderdelen die door gebruikers kunnen worden onderhouden, en installatie en onderhoud dienen te worden uitgevoerd door bevoegde personen met gekwalificeerde kennis van de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit, en die de instructies in deze Gebruikershandleiding volgen.
OPMERKING De veiligheidsvoorschriften en -instructies in deze Gebruikershandleiding dienen zorgvuldig gelezen te worden om de installatie en bediening van de omvormer correct uit te kunnen voeren.
3.1.1. Aansluitingen Neem contact op met het plaatselijke elektriciteitsbedrijf voor een interconnectieovereenkomst en goedkeuring van de installatie voordat u de omvormer op het elektriciteitsnet aansluit.
OPMERKING Om een veilige en correct aansluiting van de omvormer te garanderen en persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te vermijden, dient elektrische bedrading en de aansluiting door een gekwalificeerd persoon te worden uitgevoerd.
GEVAARLIJK Werk nooit met kabels waar spanning op staat! Voor aansluiting op het elektriciteitsnetwerk moeten de AC-stroomonderbreker(s) en de DC-schakelaar(s) uitgeschakeld (OFF) worden om er zeker van te zijn dat de klemmen niet geladen zijn en het veilig is ermee te werken. • Lees de instructies en waarschuwingen op de PV-modules alvorens deze aan te sluiten. • Gebruik de connectoren alleen volgens de instructies van de fabrikant.
12
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
• De omvormer moet op een speciaal daarvoor bestemd AC-circuit worden aangesloten. Er mogen geen andere apparaten op dit circuit worden aangesloten.
WAARSCHUWING Verwijder nooit kabels die in gebruik zijn! De omvormer is geladen met hoge spanning, en verwijdering van kabels als deze in gebruik zijn kan vonken veroorzaken.
3.1.2. Werking De omvormer mag alleen in overeenstemming met de informatie in deze Gebruiksaanwijzing gebruikt worden.
OPMERKING De DLX is een net-interactieve omvormer en mag uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor het ontworpen is, namelijk door zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om te zetten in wisselstroom die in het elektriciteitsnet gevoed wordt. • De omvormer moet in originele en technisch ongeschonden staat worden gebruikt, en er mogen geen zonder toestemming geen wijzigingen worden aangebracht. • Houd de bedrijfswaarden altijd binnen de in de technische specificatie aangegeven grenzen om mogelijke schade van de omvormer te vermijden.
VOORZICHTIG Houd de spanning en stroom binnen de aangegeven grenzen! De openklemspanning, VOC, mag nooit hoger zijn dan 600 VDC. De door de PVmodules gegenereerde spanning is omgekeerd evenredig aan de temperatuur: bij lagere temperaturen stijgt de PV-spanning en bij hogere temperaturen daalt de PV-spanning ten opzichte van de waarde op het productinformatielabel. • Onbedoeld gebruik kan schade aan de omvormer of andere elektrische apparatuur veroorzaken, kan de werking van de omvormer verstoren, of kan, in het ergste geval, lichamelijk letsel of de dood van de persoon die de omvormer bedient en onderhoudt tot gevolg hebben. • Het negeren van de instructies en richtlijnen in deze Gebruikershandleiding, en het niet uitvoeren van regelmatig onderhoud wordt beschouwd als onjuist gebruik van de omvormer.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
13
3.1.3. Onderhoud Alvorens service en onderhoud uit te voeren, moet de omvormer altijd worden losgekoppeld van zowel de AC- als de DC-zijde, en volledig worden ontladen. Zie 8.1. Uitschakelen
OPMERKING Bij het verwijderen van het bovenste paneel van de omvormer vervalt de garantie. De panelen op de omvormer mogen alleen door gekwalificeerde personen worden verwijderd vanwege het gevaar van schade aan de interne componenten. • Het onderste paneel op de omvormer mag alleen verwijderd worden tijdens de aansluiting op het elektriciteitsnet en voor onderhoud of reparatie. • Er mogen zonder toestemming geen wijzigingen aan de omvormer worden aangebracht. Neem in geval van storing contact op met de installateur of de distributeur. • Er moet regelmatig onderhoud worden gepleegd om de maximale levensduur van de omvormer te garanderen. Zie 8.2. Regelmatige controle van het systeem. • Een veiligheidscomponent moet altijd vervangen worden door hetzelfde type met dezelfde specificaties.
3.2. Voorbereiding van de locatie Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht bij het op een geschikte locatie monteren en installeren van de DLX-omvormer. Dit is van wezenlijk belang voor het behoud van het rendement van de omvormer!
3.2.1. Montage Voldoende ventilatie en een passende omgevingstemperatuur zijn nodig om te voorkomen dat de temperatuur in de omvormer te veel stijgt, wat kan leiden tot vermogensverlies.
VOORZICHTIG Onvoldoende koeling kan leiden tot vermindering van de prestaties! Zorg voor voldoende lege ruimte rond de omvormer en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn voor optimale koeling en een efficiënte werking.
14
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Neem onderstaande minimale afstanden in acht voor optimale koeling.
1. 400 mm 2. 300 mm 3. 150 mm 4. 150 mm
Afbeelding 3.2.1: Minimale afstanden voor optimale koeling
WAARSCHUWING Een correcte installatie zorgt ervoor dat de omvormer niet van de muur valt. Het montagevlak moet geschikt zijn voor het gewicht (20-22 kg) en de temperatuur (90 °C) van de omvormer. • De omvormer moet verticaal gemonteerd worden. • Houd het onderste paneel gesloten tijdens het monteren van de omvormer om schade aan interne componenten te vermijden. • Het is aan te raden de omvormer niet in een woonruimte te installeren vanwege het mogelijke geluidsniveau van de omvormer. • Voor eenvoudige controle en onderhoud van de omvormer, dient het scherm op ooghoogte te hangen, moet het productlabel zichtbaar zijn en het aansluitgebied makkelijk toegankelijk.
3.2.2. Installatie De installatie van de omvormer dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de relevante plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
GEVAARLIJK Alleen personen die gekwalificeerd zijn om installaties van elektrische apparatuur met hoge spanning uit te voeren en bekend zijn met de ter plaatse van toepassing zijnde wet- en regelgeving mogen de omvormer installeren. Dit is om een veilige installatie te garanderen en elektrische schokken te voorkomen!
WAARSCHUWING Bescherm de omvormer tegen brandbare en explosieve omgevingen om brand te voorkomen, aangezien de temperatuur van het koellichaam van de omvormer op kan lopen tot 90 °C tijdens langdurige hoge belasting.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
15
• Zorg voor een lange levensduur en optimaal rendement van de omvormer door deze in een schone, stofvrije, droge en koele omgeving te installeren. • Zorg voor een niet-brandbare en niet-explosieve omgeving om brand te voorkomen. • Voor optimale bedrijfsomstandigheden dient de omgevingstemperatuur tussen -25 °C en +65 °C te liggen. Als de temperatuur boven de +45 °C komt, kan de omvormer het uitgangsvermogen gaan beperken om de interne onderdelen te beschermen. • De niet-condenserende relatieve vochtigheid moet tussen de 4% en 99% liggen.
OPMERKING Vermijd blootstelling van de omvormer aan direct zonlicht! Direct zonlicht kan leiden tot opbrengstverliezen omdat direct zonlicht de interne temperatuur laat stijgen, wat op zijn beurt kan leiden tot beperking van het uitgangsvermogen. Direct zonlicht kan ook de kwaliteit van het lcd-scherm verslechteren.
VOORZICHTIG De omvormer dient op een dusdanige plaats te worden geïnstalleerd dat personen niet per ongeluk met de achterkant van de omvormer in contact kunnen komen, aangezien de temperatuur op kan lopen tot 90 °C. • De omvormer is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar dient te worden beschermd tegen direct zonlicht, sneeuw, regen, stof en zand. • De locatie moet in de nabijheid van de zonnepanelen zijn om gelijkstroomverliezen te minimaliseren.
3.3. Veiligheidsapparatuur vereist voor netgekoppelde systemen Zorg voor naleving van de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit om aan alle eisen van de veiligheidsapparatuur te voldoen.
OPMERKING Veiligheidsapparatuur die voldoet aan zowel de eisen die gesteld worden aan gelijkstroom als aan wisselstroom, dienen door de installateur geleverd en geïnstalleerd te worden in overeenstemming met plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit, en om lichamelijk letsel te vermijden en de apparatuur te beschermen.
16
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
3.3.1. Afschakelapparatuur Afschakelapparatuur, schakelaars en stroomonderbrekers zorgen voor het afschakelen van de stroomvoorziening tijdens bedrijf. Ze beschermen de stroomvoerende geleiders en andere systeemcomponenten tegen stroomstoten en systeemstoringen, en helpen de omvormer veilig uit te schakelen voor onderhoud en reparaties. • Zowel AC-stroomonderbreker(s) als DC-schakelaar(s) worden aanbevolen om onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de omvormer te vereenvoudigen. • De afschakelapparatuur moet aan plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit voldoen, en een onderbrekingsvermogen hebben die voldoende is voor de spanning en de stroom in het circuit. • Alle uitschakelapparatuur moet makkelijk toegankelijk en eenvoudig te bedienen zijn, zonder dat de persoon blootgesteld wordt aan delen die onder stroom staan. Op alle apparatuur moet permanent hun functie worden aangegeven.
3.3.2. Overstroombeveiligingen Overstroombeveiligingen, zekeringen of stroomonderbrekers beveiligen de geleiders in het circuit tegen oververhitting als gevolg van overbelasting, kortsluiting of lekstroom. • Een overstroombeveiliging is verplicht op iedere stroomvoerende geleider. • Als een zekering of een stroomonderbreker doorslaat, dient altijd eerst de oorzaak te worden vastgesteld voordat deze vervangen of gereset wordt. • Het is raadzaam een RCD (Residual Current Device; aardlekschakelaar) van het type A tussen het elektriciteitsnet en de omvormer te installeren om lekstroom te detecteren en onjuiste circuits te onderbreken. Het benodigde detectiebereik moet voldoen aan de van toepassing zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
3.3.2.1. Zekeringen • Zekeringen beschermen de toevoergeleiders tussen de omvormer en het elektriciteitsnet. • Zekeringen dienen door de installateur geleverd te worden. • De waarde van de zekeringen dient te voldoen aan de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Tabel 3.2: Aanbevolen wisselstroomkenmerken en zekeringwaarden
Model omvormer DLX DLX DLX DLX
2.0 2.9 3.8 4.6
Max. wisselstroom
Waarde zekering
Magnetische drempel
Type
10,5 A 15,2 A 19,7 A 23,0 A
13 A 20 A 25 A 25 A
B of C
Tweepolig
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
17
3.3.3. Overspanningsbeveiligingsmodules Overspanningsbeveiliging wordt gebruikt om spanningspieken door gevoelige apparatuur te voorkomen. De DLX-omvormers zijn uitgerust met Temperature protected Metal Oxide Varistors (TMOV), zowel aan de DC-zijde als aan de AC-zijde, waardoor stroompieken afgeleid worden naar de aarde. • PV-systemen die in een open of blootgestelde omgeving zijn bevestigd hebben extra beveiliging nodig zowel aan de DC- als aan de AC-zijde, omdat beide als bliksemafleider kunnen werken. • Als de geleiders worden blootgesteld aan transiënten wordt de effectiviteit van een overspanningsafleider verminderd. In installaties met lange geleiders zijn een of meer overspanningsafleiders nodig om het gewenste niveau van beveiliging te bereiken. • Maak altijd gebruik van een gekwalificeerde beoordeling bij het kiezen van de juiste kAwaarden voor de overspanningsbeveiliging. • De DLX-omvormers zijn ontworpen voor categorie B: 100 kA – 150 kA per fase.
18
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4. INSTALLATIE Dit hoofdstuk beschrijft de correcte installatie van de omvormer, zowel mechanisch als elektrisch, en bevat belangrijke informatie over de installatie. Deze informatie is gericht aan gekwalificeerde personen die zijn opgeleid in het installeren van hoogspanningsapparatuur en die de installatievolgorde aanhouden beschreven in deze Gebruikershandleiding.
GEVAARLIJK Tijdens alle werkzaamheden aan de omvormers moeten alle spannings- en stroombronnen worden losgekoppeld, aangezien contact met kabels waar stroom of spanning op staat ernstig lichamelijk letsel of de dood kan veroorzaken!
OPMERKING De Veiligheidsvoorschriften (Zie 3. Veiligheidsvoorschriften) en de in dit hoofdstuk beschreven gedetailleerde installatieprocedure dienen vóór installatie zorgvuldig te worden gelezen.
4.1. Controles voorafgaand aan de installatie Zorg ervoor dat zowel de AC-stroomonderbreker(s) als de DC-schakelaar(s) OFF (UIT) staan om schokgevaar tijdens de installatie van de omvormer te vermijden. Controleer of zowel de specificaties van de PV als die van het elektriciteitsnetwerk compatibel zijn met de specificaties van de omvormer. Zie 10. Technische gegevens. Alle elektrische installaties dienen te voldoen aan de op dat moment van toepassing zijnde relevante plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
4.2. Mechanische installatie Het montagevlak en de wijze van monteren moeten geschikt zijn voor het gewicht, de afmetingen en de mogelijke temperatuur van de behuizing van de omvormer. Zie 10. Technische gegevens
WAARSCHUWING Volg de installatie-instructies nauwkeurig op om gebrekkige prestaties of mogelijk dodelijke gevolgen te vermijden.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
19
4.2.1. Muurbeugel Afhankelijk van het montagevlak zijn er verschillende manieren mogelijk om de muurbeugel stevig te bevestigen. De installateur is verantwoordelijk voor het kiezen van het juiste type en de juiste hoeveelheid bevestigingsmateriaal om het gewicht van de omvormer aan het montagevlak te kunnen dragen. • De beugel is ontworpen voor een gewicht van 80 kg • De omvormer moet verticaal gemonteerd worden! • Monteer de omvormer met inachtneming van de minimale afstanden om optimale koeling te garanderen. Zie 3.2.1. Montage Dit is belangrijk als er meerdere omvormers worden geïnstalleerd! • De aanbevolen hoogte voor de aansluiting is: 1000 - 1400 mm boven de vloer.
Afbeelding 4.2.1: Beugel omvormer
1. Inkepingen voor de omvormer 2. Stuursleuven voor de omvormer 3. Inkepingen voor de Stringbox 4. Bevestigingsklem
Afbeelding 4.2.2: Afstanden tussen de schroeven
D1. 232,5 mm D2. 232,5 mm D3. 75 mm D4. 75 mm
• Markeer de schroefgaten op het montagevlak met een waterpas en met gebruik van de beugel als sjabloon om ervoor te zorgen dat de beugel waterpas komt te hangen. • De montagebeugel dient te worden bevestigd aan de staanders van een gipswand of aan een betonnen of stenen muur. • Boor de gaten en bevestig de beugel met het aantal schroeven benodigd voor het hanggewicht van de omvormer. • Bevestig de beugel met minimaal 2 bevestigingen aan de muur. • De installateur is verantwoordelijk voor de juiste keuze van de maat van het bevestigingsmateriaal.
20
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4.2.2. Omvormer Bevestig de omvormer als volgt aan de montagebeugel:
• Vind de haken die in de inkepingen passen boven aan de achterkant van de omvormer. • Vind de haken voor de stuursleuven onder aan de achterkant van de omvormer. • Gebruik de positioneerstiften op de Stringbox.
Afbeelding 4.2.3: Haken aan de achterkant van de omvormer
• Til de omvormer op en zet de bovenste haken in de inkepingen in de beugel. • Zet de onderste haken in de stuursleuven. • Laat de omvormer op de beugel zakken.
Afbeelding 4.2.4: Omvormer aan de muurbeugel bevestigen
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
21
• Controleer of de omvormer waterpas en stevig is opgehangen in de beugelrails. • Gebruik een 3 mm inbussleutel, zet de bevestigingsklem met een schroef vast in de omvormer en met een schroef in de Stringbox (indien van toepassing). • Aanbevolen aandraaimoment is 1,0 Nm
Afbeelding 4.2.5: Schroeven door de bevestigingsklem
• Voor diefstalbeveiliging: leid de vergrendeling door de bevestigingsklem en zet vast met een hangslot. • Het hangslot wordt niet meegeleverd.
Afbeelding 4.2.6: Diefstalbeveiliging
OPMERKING Controleer of de omvormer correct is bevestigd en stevig in de beugel zit alvorens met de bedrading te beginnen.
22
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4.3. Elektrische installatie Een correcte elektrische aansluiting is cruciaal voor een veilige, langdurige en betrouwbare werking van het gehele PV-systeem.
OPMERKING De elektrische aansluiting aan de wisselstroom- (AC) en de gelijkstroomzijde (DC) moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon en voldoen plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit, en de instructies in deze Gebruikershandleiding.
Afbeelding 4.3.1: Vereenvoudigd overzicht PV-systeem
4.3.1. Stroomgeleiders Bij de keuze van de grootte van de geleiders zijn twee criteria belangrijk, namelijk de stroomcapaciteit en spanningsval. Het gebruik van geleiders van de juiste maat verbetert het rendement van het PV-systeem. • Stroomcapaciteit heeft betrekking op het stroomvoerend vermogen van de geleider. Hoe groter de geleider, hoe groter het vermogen om stroom te geleiden. • Spanningsval is het verlies van spanning als functie van de doorsnede en lengte van de geleider en de stroomsterkte. Het verdient aanbeveling de spanningsverliezen in de systeemgeleiders te minimaliseren, aangezien het spanningsverlies gelijk is aan het verlies aan energieopbrengst.
VOORZICHTIG De doorsnede van de geleider en de waarden van de afschakelvoorzieningen moeten voldoen aan de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit. • Gebruik geleiders van voldoende grootte met de juiste temperatuurclassificatie en weerstand tegen zonlicht.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
23
VOORZICHTIG De geleiders moeten goedgekeurd zijn voor gebruik in PV-systemen en de bedrijfsomgeving, en de juiste kleurcodering hebben, om materiële schade en lichamelijk letsel te voorkomen. • De kleurcodering van de isolatie van de elektrische geleiders moet duidelijk zijn om veilige en betrouwbare installatie, onderhoud en reparaties te kunnen garanderen. Zorg voor naleving van de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving. • Zet de geleiders vast zodat ze buiten het bereik blijven van voorwerpen die de isolatie kunnen beschadigen (bijv. scherpe randen).
4.3.2. Aansluitgebied Het onderste paneel moet van de omvormer worden verwijderd alvorens deze aan te sluiten op elektriciteit. Zie 2.4.5. Constructie omvormer.
4.3.2.1. Stringbox met DC-schakelaar 1. CAN-aansluiting 2. RS-485-aansluiting 3. Ethernetpoort 4. Interne DC-klemmenblokken, +POS en -NEG 5. Interne DC-aardingsklem, GND/PE 6. Stringbox met DC-schakelaar zonder DC-zekeringshouders 7. Intern AC-klemmenblok
Afbeelding 4.3.2: Klantaansluitingsgebied met Stringbox voorzien van DC-schakelaar zonder DC-zekeringshouders
24
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4.3.3. Aarding Een goede aarding van het gehele PV-systeem begrenst spanningspieken, biedt een gemeenschappelijk referentiepunt voor de geleidende delen en maakt de werking van overstroombeveiligingen mogelijk.
GEVAARLIJK Aarding mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen, en moet voldoen aan de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit om schokgevaar te voorkomen. • De PV-strings kunnen ongeaard zijn, dan wel geaard via de negatieve of de positieve geleiders van de string. • De geaarde DC-geleiders worden geaard via de aardingsband. • De maat van de geaarde geleiders moet voldoen aan de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit, en ze mogen alleen stroomdragend zijn als er een elektrische storing optreedt. • Volg de veiligheidsvoorschriften en specificaties van de betreffende fabrikant van de PVmodules inzake de eisen voor aarding. • Alle metalen delen van de DLX-omvormer zijn elektrisch geaard via de GND-aansluiting op het AC-klemmenblok.
VOORZICHTIG Als de positieve of negatieve PV-geleiders geaard zijn, moet de aardingsband verbonden zijn met de DC-aardklem en mag het systeem NIET geaard zijn op enig ander punt, aangezien er spanning kan ontstaan die de elektrische componenten kan beschadigen. De minimaal vereiste dwarsdoorsnede van de aarddraad is 6,0 mm² / 10 AWG.
4.3.4. Gelijkstroomaansluitingen (PV) De gelijkstroomaansluiting omvat de bedrading van de PV-modules, eventueel via een combinatiekast, naar de omvormer. De omvormer kan uitgerust zijn met de optionele Stringbox.
GEVAARLIJK Koppel de zonnepanelen altijd los alvorens de aansluiting aan DC-zijde te beginnen. Geladen DC-klemmen vormen gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of dood omdat de zonnepanelen tot wel 600 VDC kunnen leveren als ze worden blootgesteld aan zonlicht.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
25
4.3.4.1. Configuratie array Een PV-string bestaat uit een aantal in serie geschakelde PV-modules. Strings kunnen parallel geschakeld worden en een zogenaamd array vormen die op de omvormer aangesloten wordt. De DLX-omvormers hebben een groot spanningsbereik, en er is een aantal PV-stringconfiguraties mogelijk. Volg de instructies van de fabrikant van de modules en de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving bij het samenstellen van de PV-array! • De wijze van aarden van de PV-array en de aansluiting op de DC-klemmen hangt af van de voor de module gebruikte techniek en de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving. • De omvormer wordt standaard af fabriek geleverd in een ongeaarde PVstringconfiguratie, maar kan geconfigureerd worden voor positief of negatief geaarde PV-strings. • De configuratie van een negatief geaarde PV-string verschilt van een ongeaarde PVstring door de toevoeging van een aardingsband. • De configuratie van een positief geaarde PV-string verschilt van een ongeaarde PVstring door het aansluiten van de kabels op de DC-klemmenblokken en de toevoeging van een aardingsband. • De samenstelling van de array hangt af van de gebruikte moduletechnologie. Zowel het positieve als het negatieve DC-klemmenblok heeft drie paar ingangen, waarmee drie strings parallel aangesloten kunnen worden. Omdat de omvormer slechts één MPPtracker heeft, dient het PV-vermogen voor alle strings gelijk te zijn.
OPMERKING Maximale spanning: De openklemspanning, VOC, mag nooit hoger zijn 600 VDC. De door de PV-modules gegenereerde spanning is omgekeerd evenredig aan de temperatuur; bij lagere temperaturen stijgt de PV-spanning en bij hogere temperaturen daalt de PV-spanning ten opzichte van de op het productlabel aangegeven waarde.
4.3.4.2. Stringbox De Stringbox is gekoppeld aan de onderkant van de omvormer, en zorgt voor aansluiting op de PV-strings via de bedrading die door de insteekklemmen loopt. Er is een DCscheidingsschakelaar meegeleverd die in de Stringbox is gemonteerd.
OPMERKING Zet alvorens het onderste paneel te verwijderen om bij de aansluitklemmen te komen, de DC-schakelaar (indien meegeleverd) OFF (UIT), en koppel de kabels van de PV-array los.
26
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
I = ON (AAN) 0 = OFF (UIT)
Afbeelding 4.3.7: DC-scheidingsschakelaar
4.3.4.3. Configuraties Stringbox De Stringbox is uitgerust met een DC-schakelaar en SunClix-connectoren.
P1, P2, P3: Positieve connectoren N1, N2, N3: Negatieve connectoren
Afbeelding 4.3.8: DC-connectoren en DC-schakelaar
P1, P2, P3: Klemmen met aanduiding 1.Ungrounded N1, N2, N3: Klemmen met aanduiding 2.Grounded N4: Geaarde klem N5: Klem voor de aardingsband P4: Ongeaarde klem DS: DC-schakelaar
Afbeelding 4.3.9: Stringbox met DC-schakelaar en DC-aansluitingen
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
27
Negatief geaarde PV-string • De omvormer wordt standaard af fabriek geleverd in een ongeaarde PVstringconfiguratie. • Sluit de aardingsband aan tussen N5 (afb. 4.3.9) en de DC-aardingsklem met het labelGND/PE in het onderste gedeelte van de omvormer.
Afbeelding 4.3.10: Negatief geaarde PV-string
Positief geaarde PV-string • Sluit de positieve geleiders (+) aan op de klemmen gelabeld 2. Grounded, en de negatieve geleiders (-) op de klemmen gelabeld 1. Ungrounded. • Verwissel de geleiders aangesloten op N4 en P4 (afb. 4.3.9). • Sluit de aardingsband aan tussen N5 (afb. 4.3.9) en de DC-aardingsklem gelabeld GND/PE in het onderste gedeelte van de omvormer..
Afbeelding 4.3.11: Positief geaarde PV-string
4.3.4.4. Aansluitprocedures • De DC-geleiders die de PV-array op de omvormer aansluiten moeten ieder voor zich bij iedere bedrijfstemperatuur minimaal 600 VDC kunnen verwerken. • De DC-geleiderkabels moeten gedimensioneerd worden voor het juiste temperatuurbereik en weerstand tegen zonlicht. Gebruik koperdraad met een doorsnede tussen de 6 mm2 en 16 mm2 / 10 AWG en 6 AWG en een temperatuurbereik van 90 °C / 194 °F voor alle aansluitingen. Volg alle van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit!
28
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
• De isolatiewaarde van de geleiders moet hoger zijn als de achterkant van de modules niet voldoende koeling krijgt of als de omgevingstemperatuur hoger is dan 40 °C. Volg de van kracht zijnde nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit! • Volg de veiligheidsinstructies en specificaties van de fabrikant van de module(s) voor de installatie. Stringconnectoren • De bijbehorende connectoren dienen door de installateur geleverd te worden. • Volg de richtlijnen van de fabrikant van de connectoren bij het kiezen van de kabeldikte en het monteren van de kabels in de connectoren. • Plaats de connectoren en zet ze handvast in de betreffende klemmen op de omvormer. • Controleer of alle contacten goed vastzitten door er voorzichtig aan te trekken. • Alleen geldig voor Frankrijk: Voor het verwijderen van de connectoren is speciaal gereedschap nodig. Volg de van kracht zijnde nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit!
4.3.4.5. Omgekeerde DC-aansluiting Als de positieve en negatieve geleiders op de verkeerde klemmen zijn aangesloten, zal de omvormer niet starten. De omvormer loopt geen schade op door de interne diodes die stroomomkering voorkomen, maar er wordt sterke stroom gegenereerd in de geleiders.
GEVAARLIJK Wees verdacht op sterke stroom! Als de DC-klemmen tijdens het aansluiten worden omgewisseld wordt in de geleiders een hoge stroomsterkte opgewekt, wat schokgevaar met zich mee kan brengen. Procedure • Zet de DC-schakelaar(s) en de AC-stroomonderbreker(s) OFF (UIT).
GEVAARLIJK De PV-geleiders zijn nog altijd geladen nadat de DC-schakelaar in de Stringbox is uitgeschakeld (OFF) omdat ze nog steeds gevoed worden met stroom vanuit de PV-modules. Schakel altijd de externe DC-schakelaar OFF (UIT) en wacht totdat de PV-modules niet langer stroom leveren. • Verwijder de PV-connectoren. • Controleer met een voltmeter of de klemmen ontladen zijn. • Koppel de geleiders los van het klemmenblok. • Sluit de geleiders aan op het juiste klemmenblok. • Test de polariteit met een voltmeter alvorens de DC-schakelaar(s) en de ACstroomonderbreker(s) ON (AAN) te zetten.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
29
4.3.4.6. Jumperstand voor de configuratie van de aarding van het systeem De jumper boven de - NEG-klem in het klantaansluitingsgebied bewaakt de configuratie van de gelijkstroomaansluiting voor de aarding van het systeem. Bij aflevering staat de jumper standaard ingesteld op een ongeaarde stringconfiguratie. Afhankelijk van de door de fabrikant aan de aarding gestelde eisen moet de jumper omhoog getrokken en in de juiste stand worden geplaatst om aan de vereiste aarding van de PV-strings te voldoen. Bij een verkeerde configuratie van de aarding verschijnt de volgende mededeling op het scherm: “Fuse fault” (Storing zekering). Zie 7.2. Tabel van gebeurtenissen. Tabel 4.1: Stand van de jumper die de aardingsconfiguratie bewaakt
Aansluitgebied
Bovenaanzicht
Systeem Configuratie ongeaarde PV-strings: Er is geen verbinding tussen de pinnen. Configuratie positieve aarding PVstrings: De jumper verbindt de twee linker pinnen.
1. Jumper voor de aardingsconfiguratie
Configuratie negatief geaarde PVstrings: De jumper verbindt de twee rechter pinnen.
4.3.5. AC-aansluitingen (elektriciteitsnet) De AC-aansluiting omvat de bedrading van het AC-distributiepaneel via een of meer stroomonderbrekers naar het AC-klemmenblok van de omvormer. Controleer of de specificaties van het elektriciteitsnet compatibel zijn met de kenmerken van de omvormer alvorens de omvormer op het elektriciteitsnet aan te sluiten: • Eenfase/gesplitste fase • Spanningsbereik (184-276 V) • Frequentiebereik (50 Hz ±5 Hz)
VOORZICHTIG De wisselstroomuitgang/nulgeleider van de omvormer is niet verbonden met aarde.
GEVAARLIJK Schakel de AC-stroomonderbreker(s) OFF (UIT) alvorens de omvormer op het elektriciteitsnet aan te sluiten om elektrische schokken te voorkomen.
30
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
De DLX-serie is een eenfaseomvormer die dusdanig ontworpen is dat hij op een driefasesysteem aangesloten kan worden. Als meerdere omvormers op elkaar aangesloten zijn, dienen deze gelijkmatig over de fasen van het elektriciteitsnet verdeeld te worden.
Eenfase
Driefase
Afbeelding 4.3.27: Voorbeeld wisselstroomaansluitingen omvormer
Tabel 4.2: De verschillende AC-geleiders
Term (afk.)
Beschrijving
Fasegeleider (L1/L2/L3)
De ongeaarde stroomdragende geleiders die de stroom naar de belasting leiden. In een eenfasesysteem is de nulgeleider een circuitgeleider die dezelfde hoeveelheid stroom geleidt als de ongeaarde fasegeleiders. Een elektrisch pad naar de echte aarde, ontworpen om foutstroom veroorzaakt door storingen in de isolatie van de apparatuur te geleiden.
Nulgeleider (N) PE-geleider (Protective Earth; beschermende aarde)
4.3.5.1. Aansluitprocedures
Afbeelding 4.3.28: Klantaansluitingsgebied met AC-klemmen
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
31
1. AC-klemmenblok: GND: Aardklem N: Nulklem (TN/TT) of faseklem (IT) L: Faseklem 2. Kabeldoorvoer
• De stroomdragende geleiders aan de AC-zijde moeten geschikt zijn voor de stroomsterkte en een maximale dwarsdoorsnede van 16 mm2 / 6 AWG hebben. Zorg voor naleving van de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit! • De weerstand van de AC-geleider dient zo klein mogelijk te zijn door een zo groot mogelijke doorsnede van de kabel te kiezen, met een maximum van 16 mm2 / 6 AWG. • Schroef de moer van de kabeldoorvoer los. • Leid de stroomkabel door de opening, en sluit de geleiders aan op de betreffende klemmen in het aansluitgebied: • Fasegeleider (L1 of L2 of L3) op L • Nulgeleider (TN/TT) of fasegeleider (IT) op N • Aardingsgeleider op GND • Het aandraaimoment van de klemmen is 1,5 Nm • Controleer of de aansluiting op de juiste wijze is uitgevoerd. • Zet de moeren van de kabeldoorvoer handvast om deze af te dichten.
4.3.6. Netwerkaansluitingen De omvormer heeft drie communicatie-interfaces: Ethernet, CAN en RS-485. Ethernet verzorgt de communicatie tussen de geïntegreerde webserver en een computer, rechtstreeks dan wel via een router/switch. CAN verzorgt de communicatie tussen verschillende DLX-omvormers. RS-485 is voor de communicatie met Danfoss comlynxconforme producten.
1. Slave-omvormer 2. Masteromvormer 3. CAN-aansluitkabel 4. Ethernetkabel 5. RS-485-kabel 6. Computer 7. Datalogger
Afbeelding 4.3.29: Aansluiting zonder netwerk
32
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4.3.6.1. Aansluitprocedures
Afbeelding 4.3.30: Klantaansluitingsgebied met netwerkaansluitklemmen
1. CAN-aansluiting 2. RS-485-aansluiting
3. Ethernetaansluiting 4. Doorvoer netwerkkabel
• Ethernet: Gebruik CAT 5e of hoger, met een doorsnede van 0,21 mm2 / 24 AWG, en een maximale totale lengte van 100 m. • CAN: Gebruik CAT 5e of hoger, met een doorsnede van 0,21 mm2 / 24 AWG, en een maximale totale lengte van 500 m. • RS-485 Gebruik CAT 5e of hoger, met een doorsnede van 0,21 mm2 / 24 AWG, en een maximale totale lengte van 1200 m. • Schroef de doorvoer voor de netwerkkabel los, en verwijder het doorvoerbuisje. • Drieweg kabelinvoer:
Afbeelding 4.3.31: Invoer van netwerkkabels in doorvoer
1. Geleiders met connector: Maak een inkeping in het doorvoerbuisje van ongeveer 1 mm breed. Zonder connector is een inkeping niet nodig 2. Verwijder de plug uit het doorvoerbuisje. 3. Plaats de kabel in de inkeping. Herhaal stappen 1-3 indien noodzakelijk. 4. Leid het doorvoerbuisje met de kabels in de kabeldoorvoer. 5. Sluit de kabels als volgt aan op de klemmen in het aansluitgebied:
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
33
- Ethernet: - CAN:
- RS-485:
Sluit de ethernetkabel rechtstreeks aan op de poort. De geleiders moeten aan beide zijden aan dezelfde soort klem gekoppeld worden: bijv. H gekoppeld aan H, L aan L etc. Het aanbevolen aandraaimoment is 0,2 Nm De geleiders moeten aan beide zijden aan dezelfde soort klem gekoppeld worden: bijv. A gekoppeld aan A, B aan B etc. Het aanbevolen aandraaimoment is 0,2 Nm.
6. Schroef de kabeldoorvoer stevig vast.
OPMERKING Kabelafscherming: Het is aan te bevelen de kabelafscherming voor zowel de CAN als de RS-485 met de GND aan de kant van de ontvanger te bevestigen. Als er een datalogger aan de omvormer is gekoppeld, bevestig dan de afscherming alleen aan de datalogger. Als het systeem twee of meer omvormers heeft, bevestig de afscherming dan alleen aan de "Master".
CAN- en RS-485-aansluitschema CAN
B(+) A(-) GND B(+) A(-) GND
H L COMGND H L COMGND
RS-485
4.3.6.2. Jumperinstellingen voor afsluitweerstand Als meerdere omvormers aangesloten zijn, activeert de jumper die achter het CAN / RS485-klemmenblok zit de afsluitweerstand als de pinnen verbonden (kortgesloten) zijn. Dit verlaagt de signaalreflecties in de kabels en helpt storing te vermijden. • Eén omvormer: De twee pinnen kunnen zijn voorzien van een afsluitweerstand of losgekoppeld zijn. • Meerdere omvormers aangesloten: Bij een master/slave-configuratie moeten de pinnen op de eerste en op de laatste omvormer in de gekoppelde serie zijn voorzien van een afsluitweerstand. De pinnen op de omvormers tussen de eerste en de laatste in de gekoppelde serie moeten losgekoppeld zijn. • Verwijder de jumper en zet deze op slechts één van de pinnen om de pinnen los te koppelen. • Wees voorzichtig zodat de pinnen niet buigen bij het verwijderen of terugzetten van de jumper!
34
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Tabel 4.3: Positie van de jumper voor de afsluitweerstand
Netwerkverbinding
Jumperpositie
Pinnen De pinnen zijn voorzien van een afsluitweerstand. De pinnen zijn losgekoppeld.
1. CAN-afsluitweerstand 2. RS-485-afsluitweerstand
4.3.7. Controles voor het opstarten Montage: - Controleer of de beugel en de omvormer correct gemonteerd en bevestigd zijn.
PV-bedrading:
- Controleer of de PV-kabels geschikt zijn voor de PV-stroom en de verwachtte omgevingscondities. - Controleer of de bedrading voldoet aan de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit. Aansluiting: - Controleer of de PV-geleiders met het juiste aandraaimoment zijn bevestigd aan de DC-klemmen. - Controleer of alle connectoren en kabeldoorvoeren goed vastzitten en afgedicht zijn. DC-zijde: - Controleer of de PV openklemspanning, VOC, niet hoger is dan 600 VDC. - Controleer of de DC-polariteit juist is. AC-zijde: - Controleer of de AC-geleiders op correcte wijze zijn aangesloten op de ACklemmen. Geaarde geleiders: - Controleer of de geaarde geleiders de juiste dimensies hebben, en niet gesmolten of verwisseld zijn. Jumpers: - Controleer of de jumpers voor de instelling van de aarding en afsluitweerstand in de juiste positie staan, in overeenstemming met de instellingen voor aarding. Afschakelvoorzieningen: - Ga na of alle stroomdragende geleiders aan zowel de DC- als de AC-zijde losgekoppeld kunnen worden, en of de afschakelvoorzieningen op de juiste plaats zitten en eenvoudig toegankelijk zijn. Overstroombeveiliging: - Ga na of de overstroombeveiliging zowel aan de DC- als aan de AC-zijde de juiste specificaties heeft, en vervangen kan worden zonder dat stroomvoerende contacten worden aangeraakt.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
35
Paneel omvormer: - Ga na of de kabels de afdichting van het onderste paneel van de omvormer niet in de weg zitten, en of het paneel stevig aan de behuizing bevestigd is. Het aanbevolen aandraaimoment is 1,0 Nm / 0,74 ft-lbf.
VOORZICHTIG Controleer of het onderste paneel correct is afgesloten zodat er geen vocht in de behuizing kan komen en de elektrische onderdelen kan beschadigen.
36
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
5. OPSTARTEN Dit hoofdstuk geeft instructies om een veilige opstart van de DLX-omvormers te garanderen. Voor het opstarten van de omvormer moet er zowel wissel- als gelijkspanning aanwezig zijn. Probeer de omvormer niet op te starten of in gebruik te nemen als een van de spanningsbronnen niet beschikbaar is.
5.1. Hoe op te starten Er is een minimale spanning van 184 VAC, 230 VDC en een wisselstroom hoger dan 7 WDC nodig alvorens de omvormer start en stroom aan het elektriciteitsnet gaat leveren. AC-zijde • Schakel de AC-stroomonderbreker(s) ON (AAN). DC-zijde • Schakel de DC-schakelaar(s) ON (AAN).
5.2. Eerste opstart Als de omvormer voor de eerste keer wordt opgestart met minimaal 184 VAC, 230 VDC beschikbaar en een wisselstroom hoger dan 7 WDC, wordt automatisch het installatiemenu getoond om een aantal belangrijke waarden en operationele instellingen te configureren.
5.2.1. De omvormerinstellingen aanpassen Eén omvormer • Als zowel de AC-stroomonderbreker en de DC-schakelaar ingeschakeld wordt (ON) en de omvormer voldoende stroom levert, verschijnt het installatiemenu op het lcd-scherm. Meerdere omvormers aangesloten 1. CAN • Als alle omvormers via de CAN-aansluiting worden aangesloten, kunnen alle omvormers in een bedrijfsinstallatie via één omvormer worden geconfigureerd. De Opstart kan via iedere willekeurige omvormer worden uitgevoerd, en als deze als masteromvormer is ingesteld, zullen time (tijd), date (datum), language (taal) en grid settings (netinstellingen) op alle omvormers in het netwerk worden ingesteld. • Iedere omvormer krijgt automatisch een identificatienummer van de master toegewezen tijdens de Opstart.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
37
OPMERKING Als meerdere omvormers aangesloten zijn, moeten alle omvormers op de CANaansluiting aangesloten zijn, en voldoende gelijk- en wisselstroom krijgen om te profiteren van de eenmalige installatie gedurende de Opstart.
2. RS-485 • Als alle omvormers via de RS-485-aansluiting aangesloten zijn, kan er gecommuniceerd worden met producten die compatibel zijn met Danfoss comlynx. • Elke omvormer moet handmatig een identificatienummer, een bitratenummer en een pariteitnummer toegewezen krijgen: -
Het identificatienummer moet tussen 1 en 247 liggen. Zowel de masteromvormer als de slave-omvormers hebben een bitratenummer en een pariteitnummer nodig. Kijk in de instellingen van apparatuur van derde partijen (bijv. een externe datalogger) en zet deze nummers in het netwerkmenu van de omvormer. Zie paragraaf 6.2.4.2. Netwerkinstellingen voor nadere informatie. De standaard bitrate is: 19200 en de pariteit: none (geen).
• De RS-485 is conform het Danfoss Comlynx-protocol.
5.2.2. Gebruikersinterface De Gebruikersinterface aan de voorkant van de omvormer bestaat uit een lcd-scherm, drie ledlampjes en zes functietoetsen.
LCD-scherm De zes functietoetsen worden gebruikt om het lcd-scherm te bedienen. Door eenvan de zeven items in het Main Menu (Hoofdmenu) te kiezen, is verdere navigatie door de submenu's mogelijk. Er zijn vier verschillende niveaus in de menu's.
Home, Status, Event Log, Statistics (Home, Status, Gebeurtenissenlog, Statistieken): De informatie en waarden kunnen alleen worden gelezen. Setup, Commands, Alarm Setup (Configuratie, Opdrachten, Alarmconfiguratie): De informatie en waarden kunnen worden gewijzigd. Afbeelding 0.1: Interface lcd-scherm
38
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Hangslot: Opent als het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. Regels: Het aantal gemarkeerde regels geeft het huidige niveau van het (sub)menu aan, waarbij de bovenste regel het hoogste niveau is (Main Menu (Hoofdmenu)). • Druk op een willekeurige toets om het scherm te activeren als de schermbeveiliging aan staat (blanco).
Ledlampjes Naast het scherm zitten drie ledlampjes. Het bovenste is rood, het middelste geel en het onderste groen.
Tabel 0.1: Ledlampjes
Symbool Led
Functie
Actie
Rood
Storing! Omvormer is uitgeschakeld
Controleer op alarmen in Active Alarms (Actieve alarmen)
Groen & Geel
Voorzichtig! De omvormer is nog steeds in gebruik, maar op een begrensd niveau
Controleer op waarschuwingen in Active Alarms (Actieve alarmen)
Groen NONE
Geel
In bedrijf; de omvormer levert stroom aan het net Omvormer staat OFF (UIT) (Vermogen < 7 WDC)
Geen actie Geen actie
5.2.3. Functietoetsen De functietoetsen hebben onderstaande functies: Tabel 5.1: Functietoetsen
Symbool
Functie
Symbool
Functie
Omhoog: Scrolt omhoog / verhoogt waarde
Rechts: Ga een pagina of waarde naar rechts
Omlaag: Scrolt omlaag / verlaagt waarde
Enter: Kies optie / ga naar het volgende niveau
Links: Ga een pagina of waarde naar links
Annuleer: Afbreken / terug naar het vorige menu
• Het gekozen item wordt altijd geel gemarkeerd. • Als het aanraken van een toets geregistreerd wordt, is een klik te horen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
39
5.2.4. Installatie software Tijdens de eerste keer opstarten, en als er voldoende wisselstroom is, zal het scherm Start Installation (Installatie starten) getoond worden. 1. Start Links – Annuleer Rechts –OK Enter – Bevestig
2. Language (Taal) Standaard – English (Engels) Enter – Toont de lijst met talen Omhoog of Omlaag – Scrol door de lijst naar de gewenste taal: English (Engels), German (Duits), Spanish (Spaans), French (Frans), Italian (Italiaans), etc. Enter – Bevestig Rechts – Volgende Enter – Bevestig
3. Date (Datum) DD.MM.JJJJ Enter – Toont de datum Omhoog – Verhoogt het cijfer Omlaag – Verlaagt het cijfer Rechts – Kies het volgende cijfer Links – Kies het vorige cijfer Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
40
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
4. Time (Tijd) UU.MM (24 uur) Enter – Toont de tijd Omhoog – Verhoogt het cijfer Omlaag – Verlaagt het cijfer Rechts – Kies het volgende cijfer Links – Kies het vorige cijfer Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
OPMERKING De ingestelde datum en tijd moet overeenkomen met de datum en tijd van de locatie van de installatie, anders kunnen gegevens overschreven worden!
5. Busidentificatie instellen Enter – Toont de cijfers Omhoog – Verhoogt het cijfer Omlaag – Verlaagt het cijfer Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Als er gebruik gemaakt wordt van RS-485-communicatie, moet een unieke identificatie voor de aansluiting van de omvormer worden ingevoerd. Voor iedere client-omvormer dient deze handmatig ingesteld te worden in Setup > Network Setup > Bus ID (RS485) (Configuratie > Netwerkconfiguratie > Bus-ID). Als er geen RS-485-communicatie wordt gebruikt kan deze stap overgeslagen worden.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
41
5. Set as master unit (Instellen als mastereenheid) Standaard – No (Nee) Enter – Toont de opties: Yes of No (Ja of Nee) Omhoog – Yes (Ja) Omlaag – No (Nee) Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Als de omvormer is ingesteld als master, moet informatie van de slave-omvormers verzameld worden. Onderstaand scherm wordt getoond:
7. Grid Configuration (Instellingen elektriciteitsnet) Enter – Toont de lijst met netinstellingen Omhoog of Omlaag – Kies de netinstellingen van de feitelijke locatie van installatie: TN/TT, IT, Undefined (Niet gedefinieerd) Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
42
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
8. Feeding Phase (Voedingsfase) Enter – Toont de lijst met fasen Omhoog of Omlaag – Kies de gewenste fase: - Indien ingesteld voor TN/TT: Not set (niet ingesteld), L1, L2, L3 - Indien ingesteld voor IT: Not set (niet ingesteld), L1-L2, L1-L3, L2-L3 Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Als de omvormer is ingesteld als master, en er is meer dan één omvormer in de installatie, zal onderstaand scherm getoond worden:
Als de omvormer als master is geconfigureerd: blader verder en stel de voedingsfase (L1, L2, L3, L1-L2, L1-L3, of L2-L3, al naar gelang) in voor ieder van de volgende omvormers.
9. Schijnbaar vermogen van de installatie Het schijnbaar vermogen van de installatie wordt gebruikt om bepaalde VDE 4105standaardinstellingen te bepalen. De waarde die in het installatiemenu wordt getoond is een voorstel en moet worden bevestigd. Wijzig indien noodzakelijk de vereiste waarden alvorens op Enter te drukken. Enter – Toont de cijfers Omhoog – Verhoogt het cijfer Omlaag – Verlaagt het cijfer Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
43
10. Grid Code (Netcode) Enter –Toont de lijst met netcodes Omhoog of Omlaag –Scroll door de lijst om de juiste netcode voor de locatie van de installatie te selecteren: Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
VOORZICHTIG De gekozen netcode dient overeen te komen met de feitelijke locatie van installatie; anders kan het zijn dat de omvormer niet functioneert of voldoet aan de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving als gevolg van onjuiste grenswaarden.
OPMERKING • VK: Volg de plaatselijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit bij het kiezen van de juiste netcode; ofwel de normale netcode-instelling, dan wel UK 16A Limit begrensde netcode-instelling met een begrenzing van 16 A voor G83conformiteit. • Duitsland: Volg de plaatselijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit bij het kiezen van de juiste netcode; Germany 126 (VDE 0126-1-1) dan wel Germany 4105 (VDE-AR-N 4105).
Onderstaand scherm wordt getoond als de instellingen van de omvormer worden geüpdatet: Keuze netcode
44
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
OPMERKING Een installatietimer zorgt ervoor dat de netinstellingen gedurende 5 uur gewijzigd kunnen worden (met het Owner (Eigenaars)wachtwoord) nadat stroom aan het net wordt geleverd. Daarna is het alleen toegankelijk met het Installer (Installateurs)wachtwoord, welke alleen door installateurs en netbeheerders verkregen kan worden door contact met Danfoss op te nemen.
Deze stap toont het ingestelde blindvermogen (reactive power) Druk op Enter als de instelling onjuist is om de opties te tonen en de juiste standaard te kiezen.
11. Reactive Power Setting (Instelling blindvermogen) Enter – Toont de opties Kies de instelling voor blindvermogen: 1. Voor installaties met minder dan 13,8 kVA: VDE 4105 0 – 13.8 2. Voor installaties met meer dan 13,8 kVA: VDE 4105 13.8 – Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
12. Screen Timeout (Time-out scherm) Enter – Toont de cijfers Standaard – Achtergrondverlichting scherm OFF (UIT) na 60 s Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
OPMERKING De laagste waarde is 30 s, en de hoogste is99 s. De waarde 0 schakelt de time-out voor het scherm uit en laat de achtergrondverlichting te allen tijde ON (AAN).
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
45
13. Customer Name (Naam klant) Enter – Toont het toetsenbord Met het toetsenbord kan de naam van de klant worden ingevoerd. Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
In een aantal submenu's wordt de instelling gedaan met behulp van de functietoetsen: Lettertoetsenbord
Numeriek toetsenbord
Tabel 5.2: Symbolen op de invoerschermen
Symbool
Beschrijving Hoofd- of kleine letters Punt Spatie Annuleer de laatste letter
Symbool
Beschrijving Bevestig wijzigingen en verlaat het menu Maakt het invoerveld leeg Ga terug zonder de wijzigingen op te slaan Ga naar het lettertoetsenbord Ga naar het numerieke toetsenbord
• Er moet op Enter gedrukt worden tot de/het gewenste letter/cijfer/symbool getoond wordt. • Met de Omhoogtoets kan naar de tekst gegaan worden om de cursor in het tekstscherm te zetten, gebruik vervolgens Links en Rechts om de cursor in de tekst te verplaatsen. • Er is ruimte voor maximaal 19 tekens in het tekstscherm.
46
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
14. Locatie Enter – Toont het toetsenbord Met het toetsenbord kan de naam van de locatie worden ingevoerd. Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
15. Unit Name (Naam eenheid) Enter – Toont het toetsenbord De naam van de eenheid is behulpzaam bij het onderscheiden en identificeren van de verschillende omvormers in een grotere PVinstallatie. Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
16. Message (Mededeling) Enter – Toont het toetsenbord Dit mededelingsveld is behulpzaam bij het onderscheiden en identificeren van een specifieke omvormer in een grotere PVinstallatie, of voor andere gewenste informatie. Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
47
17. Owner Password (Eigenaarswachtwoord) Enter – Toont de cijfers Standaard: 0003. Wijzig het wachtwoord in 4 optionele cijfers Links – Terug Rechts – Afsluiten Enter – Bevestig
OPMERKING Als er meerdere omvormers aangesloten zijn, moet gecontroleerd worden of de installatie is uitgevoerd op alle slave-omvormers. • Kijk naar het getoonde menu en de ledlampjes: Het is niet juist uitgevoerd als het installatiemenu nog steeds getoond wordt en/of als het groene ledlampje niet brandt en het gele en rode ledlampje wel branden. • Controleer of de CAN-kabels correct zijn aangesloten, of de AC- en DCschakelaars ON (AAN) staan, of de spanning > 184 VC en > 230 VDC is en of het vermogen groter is dan 7 WDC. • Als de Opstartfase correct is uitgevoerd zijn de omvormers klaar voor gebruik. Tijdens normaal bedrijf zijn ze volautomatisch, en is geen handmatige bediening nodig om stroom te leveren aan het net.
Het 'Waarschuwingsveld' (WARNING!) is zichtbaar als er tijdens installatie een fout optreedt: Waarschuwingsveld Fouten: 1. Geen communicatie 2. Verkeerde netinstellingen
• Controleer de ledlampjes op de omvormers. Als het gele en het rode ledlampje branden, controleer dan of de installatie correct is uitgevoerd en of de netinstellingen juist staan ingesteld. • Als het scherm Start Installation (Installatie starten) nog getoond wordt, doorloop dan het installatieproces op de omvormer.
48
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
5.3. Zelftest voor Italië De Zelftestfunctie is alleen van toepassing voor Italië. Het test de netbewakingsfunctie voor spanning en frequentie van de omvormer. De omvormer voert een aantal testprocedures uit, die tezamen ongeveer 2 minuten duren. De zelftest wijzigt de uitschakelwaarde voor spanning en frequentie in de huidige netwaarden om te kunnen bepalen: • Of de grenswaarden gelijk zijn aan de werkelijk gemeten netwaarden. • Of de omvormer van het net wordt losgekoppeld als deze grenswaarden worden overschreden.
5.3.1. Start De Zelftest kan alleen uitgevoerd worden als: • De installatieprocedure voltooid is • De landinstelling op Italy (Italië) staat • De omvormer in Running/Derating Mode (Bedrijfs-/reductiemodus) staat (d.w.z. voldoende instraling). Kies: Commands > Inverter Commands > Self Test (Opdrachten > Opdrachten omvormer > Zelftest) Links – Annuleren Rechts – OK Enter – Bevestig
Het duurt een aantal seconden voordat de test start.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
49
De test kan mislukken als er onvoldoende zonlicht is waardoor de omvormer geen stroom kan leveren aan het net. Start de test op een later moment nogmaals.
5.3.2. Spanningsbewaking Eerst wordt de overspanningsbewaking gecontroleerd. De spanningsgrenswaarde wordt afgebouwd vanaf het maximaal toegestane spanningsniveau, 276 VAC, en verlaagd totdat deze gelijk is aan de huidige netspanning. De tijd tussen het moment van gelijk worden de spanning en het loskoppelen van de omvormer van het net wordt gemeten.
VAC max VAC uit tmax toff PASS (GESLAAGD) FAIL (MISLUKT)
Maximaal toegestane spanning; afschakelwaarde Afschakelspanningsniveau; gelijk worden Maximaal toegestane afschakeltijd Tijd tussen gelijk worden en afschakeling De eerste test is succesvol uitgevoerd De eerste test is mislukt; probeer het later nog eens
Vervolgens moet de onderspanningsbewaking worden gecontroleerd. De spanningsgrenswaarde wordt opgebouwd vanaf het minimum toegestane spanningsniveau, 184 VAC en verhoogd totdat deze gelijk is aan de huidige netspanning De tijd tussen gelijk worden en afschakeling wordt gemeten.
50
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
VAC min VAC uit tmax toff PASS (GESLAAGD) FAIL (MISLUKT)
Minimaal toegestane spanning; afschakelwaarde Niveau netspanning Maximaal toegestane afschakeltijd Tijd tussen gelijk worden en afschakeling De tweede test is succesvol uitgevoerd De tweede test is mislukt; probeer het later nog eens
5.3.3. Frequentiebewaking De omvormer herhaalt de tests, maar nu voor de frequentiegrenswaarden. Om te beginnen wordt de bovenste frequentiegrenswaarde afgebouwd vanaf de maximaal toegestane frequentie, en verlaagd tot deze gelijk is aan de huidige frequentie van het net. De tijd tussen gelijk worden en afschakeling wordt gemeten.
fAC max fAC uit tmax toff PASS (GESLAAGD) FAIL (MISLUKT)
Maximaal toegestane frequentie; afschakelwaarde Grenswaarde frequentie gelijk worden Maximaal toegestane afschakeltijd Tijd tussen gelijk worden en afschakeling De derde test is succesvol uitgevoerd De derde test is mislukt; probeer het later nog eens
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
51
Vervolgens wordt de onderste frequentiegrenswaarde gecontroleerd. De frequentiegrenswaarde wordt opgebouwd vanaf de minimaal toegestane frequentie, en verhoogd tot deze gelijk is aan de huidige frequentie van het net. De tijd tussen gelijk worden en afschakeling wordt gemeten.
fAC min fAC uit tmax toff PASS (GESLAAGD) FAIL (MISLUKT)
Minimaal toegestane frequentie; afschakelwaarde Grenswaarde frequentie gelijk worden Maximaal toegestane afschakeltijd Tijd tussen gelijk worden en afschakeling De vierde test is succesvol uitgevoerd De vierde test is mislukt; probeer het later nog eens
5.3.4. Afsluiten Nadat de testen succesvol zijn afgerond worden de testresultaten getoond. Kies Next (Volgende) om de afzonderlijke resultaten te bevestigen en kies bij het laatste resultaat Finish (Afsluiten) om de test af te sluiten. 1.
52
2.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
3.
4.
• Na het succesvol afsluiten van de test gaat de omvormer terug naar het menu Inverter Command (Opdracht omvormer). • De testresultaten worden opgeslagen in Commands > Inverter Commands > Results Self Test (Opdrachten > Opdrachten omvormer > Resultaten zelftest. • Als de test meer dan 3 keer mislukt, neem dan contact op met Danfoss.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
53
6. WERKING Dit hoofdstuk beschrijft hoe de omvormer via het lcd-scherm met de functietoetsen te bedienen, of via een met de ingebouwde webserver verbonden computer. Zie 5.2.2 voor een beschrijving van het lcd-scherm en de betekenis van de gekleurde ledlampjes.
6.1. Toegangsniveaus en wachtwoorden Er zijn drie toegangsniveaus naar de verschillende submenu's: Wachtwoord Guest (Gast) Owner (Eigenaar)
Installer (Installateur)
Toegang Kan alle waarden lezen. Kan alle waarden lezen en wijzigen, behoudens waarden die expliciet alleen door de installateur gewijzigd mogen worden. Het standaard Owner (Eigenaars)wachtwoord is 0003, maar kan gewijzigd worden in Setup>General Setup>Password (Configuratie > Algemene configuratie > Wachtwoord). Neem contact op met Danfoss als u het wachtwoord vergeten of kwijt bent. Kan alle waarden lezen en wijzigen Het Installer (Installateurs)wachtwoord is gebaseerd op het serienummer, en kan alleen door installateurs verkregen worden door contact met Danfoss op te nemen.
OPMERKING Voor alle wijzigingen aan instellingen is een wachtwoord nodig. Als het wachtwoord is ingevoerd, moeten wijzigingen binnen 1 minuut worden aangebracht voordat de toegang gewijzigd wordt tot het Guest (Gast)niveau.
6.2. Menu's LCD-scherm De zes functietoetsen worden gebruikt om het lcd-scherm te bedienen. Door een van de zeven items in het Main Menu (Hoofdmenu) te kiezen, is verdere navigatie door de submenu's mogelijk. Er zijn vier verschillende niveaus in de menu's.
54
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Home, Status, Event Log, Statistics (Home, Status, Gebeurtenissenlog, Statistieken): De informatie en waarden kunnen alleen worden gelezen. Setup, Commands, Alarm Setup (Configuratie, Opdrachten, Alarmconfiguratie): De informatie en waarden kunnen worden gewijzigd. Afbeelding 0.1: Interface lcd-scherm
Hangslot: Opent als het juiste wachtwoord wordt ingevoerd. Regels: Het aantal gemarkeerde regels geeft het huidige niveau van het (sub)menu aan, waarbij de bovenste regel het hoogste niveau is (Main Menu (Hoofdmenu)). • Druk op een willekeurige toets om het scherm te activeren als de schermbeveiliging aan staat (blanco).
6.1.2. Home Home is het standaardscherm dat altijd getoond wordt als er geen toetsen worden ingedrukt binnen het time-outinterval van het scherm. Dit interval wordt tijdens de installatie ingesteld (min 30 s, max 90 s). Als de eenheid is ingesteld als master bevat het standaardmenu status/modusinformatie voor de gehele bedrijfsinstallatie. Eén omvormer Waarden van de PV (gelijkstroom) en ingevoerde wisselstroom, spanning en vermogen worden in cijfers getoond. Het onmiddellijke uitgangsvermogen wordt getoond in een staafdiagram.
Afbeelding 6.2.2: Standaardscherm voor een omvormer
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
55
Installatie Waarden voor de installatie van de PV (gelijkstroom) en ingevoerde wisselstroom, spanning en actief en schijnbaar vermogen voor elke fase worden in cijfers getoond. Het onmiddellijke uitgangsvermogen wordt getoond in een staafdiagram.
Afbeelding 6.2.3: Standaard scherm voor een grotere PVinstallatie
Gebruik de scrolltoetsen en bekijk de dagelijkse, maandelijkse en jaarlijkse waarden: Omhoog of Omlaag – Beweeg over het scherm. Links of Rechts – Bekijk de dagelijkse, maandelijks of totale jaarlijkse waarden van: • Energieopbrengst [Wh/kWh] • Piekvermogen [Wp] • Financiële opbrengst [waarde van het betreffende land] • Vermeden CO2-uitstoot [kg].
Afbeelding 6.2.4: Energieproductie gedurende de dag
6.1.2.1. Bovenste deel van het scherm Het linker gedeelte toont de status van de omvormer. Zie Tabel 6.2 voor de drie verschillende statusmogelijkheden. Het is ook een snelkoppeling naar Active Alarms (Actieve alarmen). Het middelste gedeelte toont de bedrijfsmodus. Zie Tabel 6.3 voor de acht verschillende bedrijfsmodi. Het rechterdeel toont het serienummer van de omvormer, welke ook op het productlabel staat.
56
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Omhoog of Omlaag – Beweeg over het scherm Enter – Bevestig
Afbeelding 6.2.5: Bovenste gedeelte van het homescherm
Tabel 6.2: Statusberichten omvormer
Symbool
Status Normaal: de omvormer is in bedrijf zonder waarschuwingen of alarm Waarschuwing: de omvormer is nog in bedrijf, maar er is een waarschuwing Alarm: de omvormer is uitgeschakeld, er is een alarm
Ledlampjes Groen Groen&geel Rood
Tabel 6.3: Meldingen bedrijfsmodus omvormer
Symbool
Modus Uit: Het ingangsvermogen is niet voldoende om het vermogensregelcircuit op te starten Slaapstand: automatische uitschakeling. Het ingangsvermogen is niet voldoende om op te starten
Ledlampjes Geel Geel
Opstarten: initialisatie van de ingangswaarden en de netcondities
Groen&geel
In bedrijf: levert stroom aan het net
Groen
Reductie: het uitgangsvermogen is verminderd om de omvormer tegen oververhitting te beschermen
Groen&geel
Uitschakelen: omvormer is in uitschakelmodus
Geel
Uitgeschakeld: omvormer-/systeemstoring of instabiele bedrijfsomstandigheden Servicemodus: omvormer kan handmatig bediend worden onafhankelijk van instellingen
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Rood Geel
57
6.1.2.2. Onderste deel van het scherm Het onderste deel bevat snelkoppelingen naar het Main Menu (Hoofdmenu) en toont datum en tijd. Omhoog of Omlaag – Beweeg over het scherm Enter – Bevestig
Afbeelding 6.2.6: Onderste gedeelte van het homescherm
6.1.3. Status Status toont de bedrijfsmodus- en status van de omvormer en de PV-installatie. Alle waarden kunnen alleen gelezen worden. Omhoog of Omlaag – Scrol door de submenu's/waarden Enter – Kies submenu/bevestig
Afbeelding 6.2.7: Submenu's van Status
6.1.3.1. Active Alarms (Actieve alarmen) Active Alarms (Actieve alarmen) toont gedetailleerde informatie over de huidige bedrijfsmodus- en statussymbolen die in de linkerbovenhoek van het Home-scherm zichtbaar zijn. Zie ook 7.2. Tabel van gebeurtenissen.
6.1.3.2. Status omvormer Inverter Status (Status omvormer) toont de bedrijfsmodus, -status en -parameters van de omvormer.
58
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Inverter Mode (Modus omvormer) Inverter Error (Storing omvormer) Input Parameters (Ingangsparameters) Output Parameters (Uitgangsparameters) Inverter Peak Power (Piekvermogen omvormer) Energy produced today (Vandaag geproduceerde energie) Temperature (Temperatuur) Isolation Resistance (Isolatieweerstand) Operating Hours (Tijd in bedrijf) Apparent Power (VA) (Schijnbaar vermogen) Reactive Power (VAr) (Blindvermogen) Cos Phi
De omvormer heeft 8 verschillende modi. Zie Tabel 6.3 De omvormer heeft 3 verschillende statusniveaus. Zie Tabel 6.2 Stroom, spanning en vermogen die door de PV-modules aan de omvormer worden geleverd Stroom, spanning, frequentie en vermogen die door omvormer aan het net worden geleverd. Hoogst bereikte vermogen gedurende de dag Totale energieopbrengst gedurende de dag
Temperatuur in de omvormer Niveau voor een veilige isolatie tussen de DC- en de AC-zijde om lichamelijk letsel en storing van de apparatuur te vermijden. De weerstand dient minimaal 600 kΩ te bedragen Het aantal uren dat de omvormer in bedrijf is vanaf de Opstart Het product van spanning en stroom uit de omvormer [VA] Blindvermogen geproduceerd door de omvormer [VAr] De verhouding tussen actief en schijnbaar vermogen uit de omvormer
6.1.3.3. Plant Status (Status installatie) Plant Status (Status installatie) toont de bedrijfsmodus, -status en -parameters van de installatie. Plant Mode (Modus installatie) Plant Status [Error] (Status installatie [Storing]) Number of inverters (Aantal omvormers) Number of active inverters (Aantal actieve omvormers) Number of inverter alarms (Aantal omvormeralarmen) Number of inverter warnings (Aantal omvormerwaarschuwingen) Input Current (Ingangsstroom) Input Power (Ingangsvermogen) Output Current (Uitgangsstroom) Output Voltage (Uitgangsspanning) Output Power (Uitgangsvermogen) Energy produced today (Vandaag geproduceerde energie)
De installatie heeft 8 verschillende modi. Zie Tabel 6.3 De installatie heeft 3 verschillende statusniveaus. Zie Tabel 6.2 Het totale aantal omvormers in de installatie Aantal actieve omvormers in de installatie Alarmmeldingen in de installatie Gebeurteniswaarschuwingen in de installatie
De totale stroom van de PV-modules naar de omvormers Totale vermogen van de PV-modules naar de omvormers Totaal aan het net geleverde stroom vanuit alle actieve omvormers Totaal aan het net geleverde spanning vanuit alle actieve omvormers Totaal aan het net geleverde vermogen vanuit alle actieve omvormers Totale energieproductie gedurende de dag voor de installatie
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
59
Phase Values (Waarden fasen) Phase Values (Waarden fasen) toont de verschillende invoerparameters van de omvormer voor de verschillende netfasen. Output current (L1) (Uitgangsstroom) Output voltage (L1) (Uitgangsspanning) Output power (L1) (Uitgangsvermogen)
Waarde van de stroom geleverd aan fase 1
Output current (L2) (Uitgangsstroom) Output voltage (L2) (Uitgangsspanning) Output power (L2) (Uitgangsvermogen)
Waarde van de stroom geleverd aan fase 2
Output current (L3) (Uitgangsstroom) Output voltage (L3) (Uitgangsspanning) Output power (L3) (Uitgangsvermogen)
Waarde van de stroom geleverd aan fase 3
Waarde van de spanning geleverd aan fase 1 Waarde van het vermogen geleverd aan fase 1
Waarde van de spanning geleverd aan fase 2 Waarde van het vermogen geleverd aan fase 2
Waarde van de spanning geleverd aan fase 3 Waarde van het vermogen geleverd aan fase 3
6.1.4. Setup (Configuratie) Setup (Configuratie) toont de instellingen en gegevens van de omvormer, het elektriciteitsnet en de PV-installatie. Omhoog of Omlaag – Scroll door de submenu's Enter – Kies submenu/bevestig
Afbeelding 6.2.8: Submenu's van Setup (Configuratie)
6.1.4.1. Algemene configuratie General Setup *Algemene configuratie) toont een aantal algemene parameters van de omvormer, die met het Eigenaarswachtwoord gewijzigd kunnen worden.
60
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Language (Taal)
Date (Datum) Time (Tijd) Wachtwoord CO2 Rate (Kooldioxidewaarde) Earnings Rate (Financieel rendement) Earnings Currency (Munteenheid opbrengst) Screen Timeout (Time-out scherm) Power Saving during night time (Energiebesparing gedurende de nacht)
De voorkeurstaal dient tijdens de installatie ingesteld worden: English (Engels, standaard), German (Duits), Spanish (Spaans), French (Frans), Italian (Italiaans) Tijdens de installatie moet de datum worden ingesteld Tijdens de installatie moet de tijd worden ingesteld Owner (Eigenaars)wachtwoord moet uit 4 cijfers bestaan. Standaard is 0003 Vermeden kooldioxide-uitstoot, gebaseerd op 0,7 kg/kWh Tarief voor ingevoerde stroom in het desbetreffende land De in het betreffende land geldende munteenheid Tijd dat de achtergrondverlichting ON (AAN) staat Power saving (Energiebesparing) kan gedurende de nacht ON (AAN) of OFF (UIT) staan. Het aanzetten van deze mogelijkheid zorgt ervoor dat de gebruikersinterface 15 minuten nadat de omvormer in de OFF (UIT)-modus gaat (namelijk gedurende de nacht), uitgeschakeld wordt om energie te besparen. Alleen van toepassing voor client-omvormers
6.1.4.2. Network Setup (Netwerkconfiguratie) Network Setup (Netwerkconfiguratie) toont de instellingen voor het aangesloten netwerk. Deze kunnen gewijzigd worden met het Eigenaarswachtwoord. Zie 6.2. Verbinding tussen omvormer en computer.
OPMERKING Alle IP-adressen van de omvormer en het web moeten met cijfers geconfigureerd worden! Network IP-Address (IP-adres netwerk) [Static/DHCP] (Statisch/DHCP) Network Subnet Mask (Subnetmasker netwerk) Network Gateway (Netwerkgateway) DNS IP Bus ID (RS-485) (Busidentificatie) RS485 bitrate RS485 parity (RS485-pariteit)
Bus ID (CAN) (Busidentificatie) Set as Master unit (Stel in als mastereenheid)
Uniek netwerkadres van de omvormer [geeft aan of het IP-adres statisch of dynamisch wordt toegekend] Bepaalt tot welk subnet het IP-adres hoort. Punt in het netwerk dat de toegang vormt tot een ander netwerk Het IP-adres van de DNS Het identificatienummer van de omvormer op de RS-485-bus. Eenheid voor de snelheid van informatieoverdracht per tijdseenheid [bps] Foutdetectiecode: Een bit die zorgt voor een oneven of even aantal bits in een reeks bits met de waarde één. Keuzes: None, Odd of Even (Geen, Oneven, Even) Het identificatienummer van de omvormer op de CAN-bus Als verschillende omvormers aangesloten zijn op een systeem voor vermogenregeling en -bewaking, dient één masteromvormer te zijn en de rest slave-omvormers.
6.1.4.3. Inverter Setup (Configuratie omvormer) Inverter Setup (Configuratie omvormer) toont de gegevens van de specifieke omvormer die tijdens het fabricageproces ingesteld zijn, en kan alleen gelezen worden.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
61
Model Serial Number (Serienummer) DLX Part No. (DLXonderdeelnr.) DLX Revision (DLX-revisie) GUI Software Part No. (Onderdeelnr. GUI-software) GUI Software Revision (Revisie GUI-software) GUI Hardware Part No. (Onderdeelnr GUI-hardware) GUI Hardware Revision (Revisie GUI-hardware) SW1 Part No. (Onderdeelnr. SW1) SW1 Revision (Revisie SW1) Control Board Part No. (Onderdeelnr. stuurkaart) Control Board Revision (Revisie stuurkaart) Main Board Part No. (Onderdeelnr. moederbord) Main Board Hardware Revision (Revisie hardware moederbord) SW2 Part No. (Onderdeelnr. SW2) SW2 Revision (Revisie SW2)
Model omvormer Unieke identificatie van iedere omvormer. Staat ook op het productlabel Identificatie van iedere omvormerhardwareconfiguratie binnen Danfoss Unieke versienaam om de ontwikkeling van de verschillende omvormerrevisies te kunnen onderscheiden Het nummer voor het onderdeel van de software voor de gebruikersinterface1 Revisienummer van de software voor de gebruikersinterface Identificatie van de hardware voor de gebruikersinterfacekaart Revisienummer van de hardware voor de gebruikersinterface Het onderdeelnummer van de DSP12-software Revisienummer van de DSP1-software Onderdeelnummer van de DSP-kaart Versienaam van de hardware van de DSP-stuurkaart Identificatie van de PCB3-hardware Unieke revisienummer om de ontwikkeling van de verschillende revisies van het moederbord te kunnen onderscheiden Het onderdeelnummer van de DSP2-software Revisienummer van de DSP2-software
1. GUI = Graphical User Interface voor interactie met de omvormer via het scherm. 2. DSP = Digital Signal Processing, een microprocessor die de energie-omzetting in de omvormer regelt. 3. PCB = Printed Circuit Board, waarop alle onderdelen en subsystemen van de omvormer zitten.
6.2.4.4. Plant Setup (Configuratie installatie) Plant Setup (Configuratie installatie) toont nuttige informatie over de PV-installatie, die gewijzigd kan worden met het Eigenaarswachtwoord. Company/Customer Name (Naam bedrijf/klant) Site (Locatie) Installation Date (Installatiedatum) Service Date (Servicedatum) Responsible (Verantwoordelijke) Unit Name (Naam eenheid) Message (Mededeling) Schijnbaar vermogen van de installatie
62
De naam van de klant / eigenaar De naam van de locatie Kan gebruikt worden om de installatiedatum in te voeren Kan gebruikt worden om de meest recente servicedatum in te voeren Veld om de naam van het bedrijf/de persoon in te voeren dat/die verantwoordelijk is voor service en onderhoud Deze tekenreeks wordt getoond in de lijst van aangesloten omvormers van de mastereenheid Een extra mededelingsveld voor aanvullende opmerkingen Het product van spanning en stroom voor de hele PV-installatie [kVA]
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
6.2.4.5. Grid Setup (Configuratie elektriciteitsnet) Grid Setup (Configuratie elektriciteitsnet) toont de instellingen van het elektriciteitsnet op basis van het gekozen land. Deze instellingen kunnen binnen 5 uur na Opstart gewijzigd worden met het Eigenaarswachtwoord. Daarna is het alleen toegankelijk met het Installateurswachtwoord, dat alleen door installateurs verkregen kan worden door contact met Danfoss op te nemen. Omhoog of Omlaag – Scroll door de submenu's Enter – Kies submenu/bevestig
Algemene configuratie elektriciteitsnet General Grid Setup (Algemene configuratie elektriciteitsnet) toont de instellingen van het elektriciteitsnet die betrekking hebben op de gekozen netstandaard. Country (Land) Country code (Landcode) Grid nom voltage (Nominale netspanning) Grid nom frequency (Nominale netfrequentie) Feeding phase (Invoerfase)
Voltage limit min (Ondergrens spanning) Voltage limit max (Bovengrens spanning) Voltage time limits min (Ondergrens tijdslimiet spanning) Voltage time limits max (Bovengrens tijdslimiet spanning) Frequency limits min (Ondergrens frequentie) Frequency limits max (Bovengrens frequentie) Frequency time limits min (Ondergrens tijdslimiet frequentie) Frequency time limits max (Bovengrens tijdslimiet frequentie) AC volt avg turnoff (Wisselspanning gemiddelde afschakelen)
Netcode van de installatie Naam van de netbeschermingsstandaard Nominale spanning van het elektriciteitsnet op de locatie Nominale frequentie van het elektriciteitsnet op de locatie De fase waarop de omvormer is aangesloten: TN/TT: Not set (Niet ingesteld), L1, L2, L3 IT: Not set (Niet ingesteld), L1-L2, L1-L3, L2-L3 De onderwaarde voor afschakelen van de netspanning op de locatie De bovenwaarde voor afschakelen van de netspanning op de locatie Ondergrens tijdslimiet afschakelen
Bovengrens tijdslimiet afschakelen
Ondergrens voor afschakelen van de netfrequentie op de locatie Bovengrens voor afschakelen van de netfrequentie op de locatie Ondergrens tijdslimiet afschakelen
Bovengrens tijdslimiet afschakelen
Grenzen voor afschakelen, gebaseerd op een gemiddelde spanning over een bepaalde periode, bijv. gemiddelde spanning van > 253 Vac gedurende 10 minuten
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
63
Reductie actief vermogen Active Power Derating (Reductie actief vermogen) toont de grenzen in verband met actief vermogen volgens de gekozen netstandaard. Name (Naam) Enabled (Ingeschakeld) Start frequency (Startfrequentie) Disconnect frequency (Afschakelfrequentie) Slope (Hellingshoek) Recovery Rate (Herstelsnelheid)
Naam van de netstandaard voor actief vermogen Schakelt de reductie van actief vermogen in of uit De frequentie waarbij de reductie van actief vermogen begint De frequentie waarbij de vermogensreductie stopt en de omvormer van het elektriciteitsnet wordt afgeschakeld. Hellingshoek van de grafiek van het actief vermogen in % / Hz Herstelsnelheid van de omvormer in % / min.
Reactive Power Production (Productie blindvermogen) Reactive Power Production (Productie blindvermogen) toont de gebruikte methode om het blindvermogen te regelen in overeenstemming met de gekozen netstandaard. Naam Methode
PF Setpt (PF instelpunt) No. of pnt (Aant. punten)
PntX1 – PntX8 (PuntX1PuntX8) PntY1 – PntY8 (PuntY1PuntY8)
Naam van de netstandaard voor blindvermogen Gebruikte methode om blindvermogen in te voeren: disabled (uitgeschakeld), CosPhi (P) gebaseerd op karakteristieke curve of CosPhi (fixed) (vast) Vaste waarde arbeidsfactor. Wordt gebruikt als de methode CosPhi (fixed) is ingesteld. Aantal X/Y-punten dat gebruikt wordt voor de karakteristieke curve, met een maximum van 8 punten. Wordt gebruikt als de methodeCosPhi (P) is ingesteld “X”-punt: Definieert het percentage actief vermogen. Wordt gebruikt als de methode CosPhi (P) is ingesteld. Wordt automatisch ingesteld aan de hand van de netcode “Y”-punt: Definieert de CosPhi-instelling per eenheid. Wordt gebruikt als de methode CosPhi (P) is ingesteld Wordt automatisch ingesteld aan de hand van de netcode
Power Balancing (Vermogensbalancering) Power Balancing (Vermogensbalancering) toont informatie met betrekking tot vermogensbalancering volgens de gekozen netstandaard. Name (Naam) Enabled (Ingeschakeld) Imbalance Limit (Limiet onbalans)
Naam van de netstandaard voor vermogensbalancering In- of uitgeschakeld apparaat: Yes/No (Ja/Nee) Vermogen per fase-balancering: Maximaal toegestane onbalans in de fase [VA]
Active Power Setting (Instelling actief vermogen) Active Power Setting (Instelling actief vermogen): informatie over de instellingen voor actief vermogen volgens de gekozen netstandaard. Name (Naam) Enabled fixed (Vast ingeschakeld) Active power setpt. (Instelpunt actief vermogen)
64
Naam instellingsprofiel actief vermogen Vaste limiet actief vermogen inschakelen: Yes/No (Ja/Nee) Vaste actief vermogenslimiet [W]
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Grid Connect (Aansluiting net) Grid Connect (Aansluiting net) toont de grenswaarden voor heraansluiting van de omvormer volgens de gekozen netstandaard. Name (Naam) VAC min connect (Min. Vac aansluiting) VAC max connect (Max. Vac aansluiting) fAC min connect (Min. fac aansluiting) fAC max connect (Max. fac aansluiting)
Naam van de netaansluitingsstandaard Minimale spanning voor heraansluiting op het elektriciteitsnet Maximale spanning voor heraansluiting op het elektriciteitsnet Minimale frequentie voor heraansluiting op het elektriciteitsnet Maximale spanning voor heraansluiting op het elektriciteitsnet
6.2.4.6. Wijzig de landinstellingen • Vanuit het Main Menu (Hoofdmenu):Kies Setup >General Grid Setup > Grid Code (Configuratie > Algemene configuratie net > Netcode). • Enter - Bevestig. • 5 uur na het leveren van vermogen aan het elektriciteitsnet moet het Installateurswachtwoord worden gebruikt om de netcode-instellingen te wijzigen. Het Installateurswachtwoord wordt alleen aan installateurs en netbeheerders verstrekt, die hiervoor contact moeten opnemen met Danfoss. • De vraag “Change grid code?” (Netcode wijzigen?) verschijnt op het scherm. OK – Doorgaan Cancel (Annuleren) – De wijziging wordt geannuleerd
Omhoog of Omlaag – Kies het juiste land Enter – Bevestig Links – Terug Rechts – Volgende Enter – Bevestig
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
65
• Nadat de landinstellingen gewijzigd zijn, keert het scherm terug naar het scherm Grid Setup (Configuratie net) en worden daarop de nieuwe netinstellingen getoond.
6.2.5. Commands (Opdrachten) Commands (Opdrachten) bieden de mogelijkheid alle opgeslagen gegevens te verwijderen uit de omvormerlogger met het Eigenaarswachtwoord. Omhoog of Omlaag – Scroll door de submenu's Enter – Kies een submenu/bevestig
Afbeelding 6.2.11: Submenu's van Commands (Opdrachten)
6.2.5.1. Inverter Commands (Opdrachten omvormer) Inverter Commands (Opdrachten omvormer) biedt de mogelijkheid gebeurtenissen die zijn opgeslagen op de datalogger van de omvormer te verwijderen om opslagruimte vrij te maken. Delete Energy Log (Energielog wissen) Delete Data Log (Datalog wissen) Reset Web Admin Account (Account webbeheerder resetten)
Verwijdert de energielog-items en de samengevatte waarden van de omvormer Verwijdert de over 15 minuten gemiddelde vermogenswaarden van de omvormer Herstelt de standaardwaarden voor het account van de webbeheerder. User (Gebruiker) wordt ingesteld op admin en Password (Wachtwoord) op admin
Voor installatie in Italië: Self-Test (Zelftest) Result Self-Test (Resultaat zelftest)
Start Self-Test (Zelftest starten) Bekijk de resultaten van de laatste zelftest
6.2.5.2. Plant Commands (Opdrachten installatie) Plant Commands (Opdrachten installatie) biedt de mogelijkheid alle gebeurtenissen die opgeslagen zijn in de datalogger van de masteromvormer te verwijderen om opslagruimte vrij te maken.
66
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Delete Energy Log (Energielog wissen) Delete Data Log (Datalog wissen) Reset Number of Inverters (Aantal omvormers resetten) Rebuild plant energy log (Bouw energielog installatie weer op)
Verwijdert de energielog-itmes en samengevatte waarden van de installatie Verwijdert de over 15 minuten gemiddelde vermogenswaarden van de installatie Bijwerken als er omvormers worden toegevoegd aan of verwijderd uit de installatie Bouwt de energielog van de installatie opnieuw op op basis van de energielogs van de omvormers die momenteel in het systeem aangesloten en in bedrijf zijn. Dit proces kan enkele minuten duren.
6.2.6. Alarm Setup (Alarmconfiguratie) Alarm Setup (Alarmconfiguratie) maakt het mogelijk een e-mailadres te configureren zodat de omvormer informatie over de energieproductie, status en bedrijfsmodus naar een of meerdere geadresseerden kan sturen. Voor wijzigingen is het Eigenaarswachtwoord nodig. Omhoog of Omlaag – Scroll door de submenu's Enter – Kies een submenu/bevestig
Afbeelding 6.2.12: Submenu's van Alarm Setup (Alarmconfiguratie)
6.2.6.1. Notification Setup (Configuratie berichten) In Notification Setup (Configuratie berichten) moeten gegevens ingevuld worden zodat de omvormer via e-mail berichten kan versturen over de modus en status. User Name (Gebruikersnaam) Password (Wachtwoord) Sender email address (Emailadres afzender) Receiver email 1 (E-mailadres geadresseerde 1) Receiver email 2 (E-mailadres geadresseerde 2) SMTP-server: SMTP port 1 (SMTP-poort 1)
Gebruikersnaam voor de e-mailserver Cijfers, letters en symbolen voor het gebruikerswachtwoord voor de emailserver. Een geldig e-mailadres, bijv.
[email protected], nodig om berichten te kunnen versturen E-mailadres van geadresseerde 1 E-mailadres van geadresseerde 2 Het IP-adres van de SMTP-server voor het versturen van de e-mails. Moet een IP-adres zijn (d.w.z. numeriek). Stel het nummer van de SMTP-poort voor de SMTP-server in. Standaard is 25 (wordt in eerste instantie als 0 getoond)
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
67
E-Mail Set-up (Configuratie e-mail) Een SMTP-server die de e-mails aan de ontvanger(s) verstuurt is noodzakelijk zodat de omvormer e-mails kan versturen. De meeste bedrijven hebben hun eigen server, terwijl particulieren gewoonlijk een SMTP-server van hun internetprovider gebruiken.
OPMERKING Als de omvormer verplaatst wordt naar een ander netwerk dat niet door dezelfde internetprovider wordt ondersteund, moet een nieuwe server worden ingesteld.
Procedure Ga naar het omvormermenu Alarm Setup>Notification Setup (Alarmconfiguratie > Configuratie berichten). Vul de rest van de tekstvelden in (Zie 6.2.6.1. Notification Setup (Configuratie berichten)). • Gebruikersnaam en wachtwoord: Worden meestal door de internetprovider verstrekt. • E-mailadres afzender: Dit is het e-mailadres dat in het Van-veld staat als u e-mails van de omvormer krijgt. Het moet als volgt zijn opgebouwd:
[email protected]. • Ontvanger 1 en 2: De e-mailadressen van de ontvangers. • SMTP-server: Het adres van de SMTP-server.
OPMERKING • Alle IP-adressen die gekoppeld zijn aan de omvormer en het web moeten ingesteld zijn binnen het bereik dat is toegestaan op het lokale netwerk. • Voor revisies van de gebruikersinterface lager dan versie 1.32 moet het serveradres ingesteld worden in cijfers. • Voor revisies van de gebruikersinterface vanaf versie 1.32: als een domeinnaam wordt gebruikt, moet het IP-adres van de DNS ingevuld worden onder Setup > Network Setup (Configuratie > Netwerkconfiguratie). • Let op: de internetprovider kan zonder kennisgeving het IP-adres van de SMTPserver wijzigen. Als de rapportering via e-mail plotseling stopt, voer dan een nslookup uit om te zien of het IP-adres gewijzigd is!
6.2.6.2. Inverter Alarms (Alarmen omvormer) In Inverter Alarms (Alarmen omvormer) moeten de instellingen van het type berichten en de tijdsintervallen van de e-mails aan de geadresseerde(n) van de omvormer worden ingevoerd.
68
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Notification time (Tijd berichten) Notification time (Tijd berichten) Interval Send production on email 1 (Stuur productie naar e-mail 1) Send mode on email 1 (Stuur modus naar e-mail 1) Send alarm on email 1 (Stuur alarm naar e-mail 1) Send production on email 2 (Stuur productie naar e-mail 2) Send mode on email 2 (Stuur modus naar e-mail 2) Send alarm on email 2 (Stuur alarm naar e-mail 2)
Tijdsinterval (uren) voor het versturen van informatie via e-mail over de energieproductie Tijdsinterval (minuten) voor het versturen van informatie via e-mail over de energieproductie Tijdsinterval tussen de berichten (minuten) Aangegeven tijdsinterval voor het versturen van informatie over de energieproductie naar e-mailadres 1 Stuur onmiddellijk een bericht naar e-mailadres 1 als de bedrijfsmodus verandert Stuur onmiddellijk een bericht naar e-mailadres 1 als er een waarschuwing of alarm is Aangegeven tijdsinterval voor het versturen van informatie over de energieproductie naar e-mailadres 2 Stuur onmiddellijk een bericht naar e-mailadres 2 als de bedrijfsmodus verandert Stuur onmiddellijk een bericht naar e-mailadres 2 als er een waarschuwing of alarm is
OPMERKING Plant Alarms (Alarmen installatie) is gereserveerd voor toekomstige firmwareupgradefuncties, en is nog niet toegankelijk.
6.2.6.3. Portal Setup (Configuratie portal) Portal Setup (Configuratie portal) toont de instellingen voor het uploaden van gegevens naar een webportal. Ieder uur wordt een 15-minutengemiddelde met energiegegevens naar het portal geüpload. Upload is uitgeschakeld als de gebruikersnaam niet is ingevuld. De configuratie van de portal is compatibel met het Danfoss CLX portal. FTP Server (FTP-server) Interval Notification time (Tijd berichten) Group name (Groepsnaam) Force send report (Stuur rapport nu)
dw.clxportal.danfoss.com Tijdsinterval voor upload. De opties zijn: none/hourly (geen/per uur) Gereserveerd voor toekomstig gebruik Naam van de groep omvormers Voor het testen van de FTP-installatie. Forceert de upload van een rapport, onafhankelijk van het schema
Opmerking: Alleen een omvormer die geconfigureerd is als master zal FTP-gegevens uploaden. Voor FTP-services van derde partijen kunnen extra kosten in rekening worden gebracht
6.2.7. Event Log (Gebeurtenissenlog) Event Log (Gebeurtenissenlog) toont informatie over de gelogde gebeurtenissen van de omvormer. De meest recente gebeurtenis wordt als eerste getoond.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
69
Omhoog of Omlaag – Lees de verschillende gebeurtenissen Links – Ga terug naar het vorige scherm Rechts – Ga verder naar het volgende scherm
Afbeelding 6.2.13: Gebeurtenissen in de log
Warning On (Waarschuwing aan) betekent dat er een gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Warning Off (Waarschuwing uit) betekent dat de gebeurtenis is opgeheven.
6.2.8. Statistics (Statistiek) Statistics (Statistiek) toont de waarden van de dagelijkse, maandelijkse, jaarlijkse en totale energieopbrengst, financiële opbrengst, kooldioxidebesparing en het piekvermogen. Deze informatie kan alleen gelezen worden. Omhoog of Omlaag – Lees de verschillende gebeurtenissen Enter – Kies een submenu/bevestig
Afbeelding 6.2.14: Submenu's van Statistics (Statistiek)
6.2.8.1. Omvormer Inverter (Omvormer) toont een samenvatting van de belangrijkste statistieken over de omvormer van vandaag, vorige maand, vorig jaar en het totaal sinds de Opstart. Energy (Energie) Earnings (Financiële opbrengst) CO2 avoided (Vermeden kooldioxide) Peak Power (Piekvermogen)
70
De totale energieproductie van de omvormer [kWh] De geldwaarde van de geleverde energie in munteenheid/kWh De vermeden CO2-uitstoot [kg/kWh] in vergelijking met fossiele brandstof De grootste hoeveelheid onmiddellijke vermogensproductie door de omvormer [W]
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
6.2.8.2. Installatie Plant (Installatie) toont een samenvatting van de belangrijkste statistische gegevens van de PV-bedrijfsinstallatie van vandaag, vorige maand, vorig jaar en het totaal sinds de Opstart. Energy (Energie) Earnings (Financiële opbrengst) CO2 avoided (Vermeden kooldioxide) Peak Power (Piekvermogen)
De totale energieproductie van de installatie [kWh] De geldwaarde van de geleverde energie in munteenheid/kWh De vermeden CO2-uitstoot [kg/kWh] in vergelijking met fossiele brandstof De grootste hoeveelheid onmiddellijke vermogensproductie van de bedrijfsinstallatie [W]
6.3. Verbinding tussen omvormer en computer De prestaties van de installatie kunnen op afstand met een computer worden gecontroleerd. De verbinding tussen de omvormer en de computer kan zowel direct als via een netwerk tot stand komen.
6.3.1. Zonder netwerkaansluiting Om de omvormer en een computer direct met elkaar te verbinden is een gewone ethernetkabel nodig. Als de netwerkkaart in de computer Autosense (Automatische detectie) niet ondersteunt, is een crossoverkabel nodig om de verbinding met de omvormer tot stand te brengen. 1. Slave-omvormer 2. Masteromvormer 3. CAN-aansluitkabel 4. Ethernetkabel 5. RS-485-kabel 6. Computer 7. Datalogger
Afbeelding 6.3.1: Aansluiting zonder netwerk
OPMERKING Als meerdere omvormers gezamenlijk via de CAN-bus aangesloten zijn, mag de ethernetkabel alleen op de masteromvormer aangesloten worden.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
71
6.3.1.1. IP-adres De IP-adressen van de computer en de omvormer moeten in hetzelfde bereik liggen. Het IP-adres van de omvormer is 192.168.10.X en het IP-adres van de computer moet 192.168.10.Y zijn, waarbij X en Y verschillende cijfers zijn tussen 1 en 254. Omvormer Het standaard IP-adres van de omvormer is 192.168.10.20. Om het IP-adres te wijzigen, ga naarSetup>Network Setup (Configuratie > Netwerkconfiguratie) en voer het gewenste IPadres van de omvormer in. Om een verbinding tussen de computer en de omvormer op te zetten, moet het IP-adres van de omvormer in de adresregel van de webbrowser op de computer worden ingevuld. Computer Onderstaand voorbeeld toont de te volgen stappen om op een computer met Windows® 7* handmatig het IP-adres van de computer te wijzigen. Deze procedure kan afwijken op computers met andere besturingssystemen: 1. Open het netwerkmenu door op Start te klikken 2. Klik op Control Panel (Configuratiescherm) > Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) 3. Klik op Local Area Connection (LAN-verbinding) > Properties (Eigenschappen) 4. Kies Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) > Properties (Eigenschappen) 5. Kies Use the following IP address (Het volgende IP-adres gebruiken) Vul de standaardwaarden in: IP address (IP-adres) 192.168.10.10, subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0. Klik op OK en OK *Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
6.3.2. Met een netwerkaansluiting Op een netwerk met DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) kan de verbinding tussen omvormer en computer automatisch tot stand worden gebracht. Met DHCP geeft een router of switch de benodigde instellingen (IP-adres en subnetmasker) uit aan apparaten die in het netwerk actief zijn.
1. Slave-omvormer 2. Masteromvormer 3. CANaansluitkabel 4. Ethernetkabel 5. Router/switch 6. Internet 7. Computer 8. RS-485-kabel 9. Datalogger
Afbeelding 6.3.2: Verbinding met het netwerk en internet
72
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Sluit de omvormer en de computer aan op de router/switch met een normale ethernetkabel.
6.3.2.1. Met DHCP – Dynamisch IP-adres Omvormer 1. Ga naar Setup>Network Setup (Configuratie > Netwerkconfiguratie). 2. Voer IP-adres 000.000.000.000 in. Met deze instelling kent de router automatisch een dynamisch (DHCP) IP-adres aan de omvormer toe. 3. Klik op OK. De gebruikersinterface wordt opnieuw opgestart om de nieuwe netwerkinstellingen te configureren.
6.3.2.2. Zonder DHCP – Dynamisch IP-adres Omvormer 1. Ga naar Setup>Network Setup (Configuratie > Netwerkconfiguratie). 2. Voer het gewenste, unieke IP-adres van de omvormer in (Statisch). Het IP-adres van de omvormer moet een ongebruikt IP-adres in het netwerk zijn, en in hetzelfde bereik liggen als het IP-adres van de computer. 3. Klik op OK. De gebruikersinterface wordt opnieuw opgestart om de nieuwe netwerkinstellingen te configureren.
6.3.3. Toegang via internet Om de omvormer(s) via internet toegankelijk te maken, moet een aantal aanvullende instellingen in de netwerkinstellingen worden ingevuld. 1. De omvormer moet een statisch IP-adres in het lokale netwerk toegekend krijgen. Zie de vorige paragraaf. 2. Port Forwarding moet in de lokale netwerkrouter worden geconfigureerd. Poortnummer80 in de router is voor internetverkeer (HTTP), en moet doorgestuurd worden naar het statische IP-adres van de omvormer. Het externe IP-adres van de router is te vinden op http://www.whatismyip.com of een vergelijkbare webservice, of door het aan de internetprovider (ISP) te vragen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
73
OPMERKING Als het externe netwerk een dynamisch IP-adres krijgt toegewezen door de internetprovider, is het niet waarschijnlijk dat dit IP-adres gedurende lange tijd onveranderd blijft. Het is mogelijk voor de eigenaar van de omvormer een account aan te maken bij een bedrijf dat dynamische DNS-services aan zakelijke en particuliere gebruikers aanbiedt, zodat de gebruiker een hostnaam kan gebruiken (bijvoorbeeld: yourname.serviceprovider.org) dat verwijst naar een computer met een IP-adres dat regelmatig wijzigt. Om de dynamische DNS-service naar behoren te laten werken, dient de router van de eigenaar in staat te zijn het IP-adres aan de aanbieder van de dynamische DNSservice door te geven. Dit zal hoogstwaarschijnlijk in de instellingen van de router staan, waar gevraagd wordt naar gegevens over het gebruikersaccount van de aanbieder van de dynamische DNS-service. Als de router van de eigenaar het IP-adres niet doorgeeft aan de dynamische DNSservice en een dynamisch extern IP-adres heeft, moeten regelmatig handmatig de dynamische DNS-instellingen worden aangepast. 3. Nadat dit is uitgevoerd moet het mogelijk zijn de DLX-webserver te benaderen door het intypen van het externe IP-adres van het lokale netwerk of het internetadres (als een dynamische DNS-service wordt gebruikt) in de webbrowser op de computer.
6.4. Interne webserver De omvormer heeft een interne, ingebouwde webserver die gedetailleerde informatie geeft over de werking, waarschuwingen/alarmen en de energieproductie van de omvormer/installatie. • De webpagina kan het beste bekeken worden met Firefox 6.0 en Internet Explorer 8.0 of latere versies. • Op de webpagina kunnen sommige instellingen van de omvormer worden gewijzigd nadat de juiste gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevoerd. • Typ het IP-adres van de omvormer in de webbrowser van de computer. • Het standaard beheerdersaccount is: User (Gebruiker): admin, Password (Wachtwoord):admin. Dit kan door de gebruiker worden gewijzigd, en het is raadzaam het standaardwachtwoord te wijzigen als de webserver aan het internet gekoppeld is.
74
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
6.4.1. Home Het Home-scherm is de standaard weergave en wordt altijd getoond als de webserver wordt geopend.
Afbeelding 6.4.1: Standaardweergave
• System status (Status systeem) toont de status en bedrijfsmodus van de omvormer of de PV-installatie. De actuele stroomproductie en de ingangswaarden zowel aan de DCals de AC-zijde staan aan de rechterkant. • PV plant (PV-installatie): Meer gedetailleerde informatie voor bepaalde omvormers in een installatie is te vinden in de vervolgkeuzelijst onder Plant (Installatie) aan de rechterkant. • Production status (Status productie) toont de energieopbrengst voor de huidige dag, maand en het jaar. • Meer gedetailleerde cijfers over de status van de productie zijn te vinden door met de muis in de grafieken te klikken.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
75
6.4.2. Statistics (Statistiek) Statistics (Statistiek) is de grafische weergave van de energieproductie van de huidige week en de laatste 12 maanden.
Afbeelding 6.4.2: Statistics (Statistiek)
• PV plant (PV-installatie): Meer gedetailleerde informatie voor bepaalde omvormers in een installatie is te vinden in de vervolgkeuzelijst onder Plant (Installatie) aan de rechterkant. • Meer gedetailleerde waarden van de productiegegevens kunnen worden bekeken door met de muis in de grafieken te klikken. • In nieuwere revisies van de gebruikersinterface kan de energielog worden gedownload door op de ‘omlaag’-pijl te klikken (wordt getoond indien beschikbaar). • Welke energiegegevens worden gedownload wordt bepaald door de eenheid die gekozen wordt in de vervolgkeuzelijst. Deze functionaliteit werkt mogelijk niet op bepaalde mobiele apparaten. De gegevens kunnen worden geïmporteerd in een spreadsheetprogramma. De gegevens hebben de volgende indeling:
<en>WWWW PPPP €€€€ dp: Datapoint (Gegevenspunt) – datum- en tijdstempel van de invoer en: Energie voor het interval in Wh (wattuur) pw: Piekvermogen voor het interval in watt va: Opbrengst/besparingen voor het interval met twee cijfers achter de komma in de gekozen munteenheid, bijv. ‘7778’ is 77,78 euro
76
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
6.4.3. Setup (Configuratie) Setup (Configuratie) toont de verschillende instellingen van en informatie over iedere omvormer in de PV-installatie.
Afbeelding 6.4.3: Setup (Configuratie)
• Plant Information (Informatie installatie) toont belangrijke eigenschappen van iedere omvormer in de PV-installatie. Gegevens over model, serienummer, revisie en onderdeelnummer kunnen alleen gelezen worden. • General Settings (Algemene instellingen) toont datum en tijd, kooldioxideclassificatie en tarief en munteenheid van de opbrengst. De instellingen kunnen worden gewijzigd. • Alarm Setup (Alarmconfiguratie) toont informatie over de berichten en alarmen van de omvormer/installatie. Notification Setup (Configuratie berichten): Alarm Setup (Alarmconfiguratie): Portal Setup (Configuratie portal):
Voer de gebruikersnaam en het IP-adres / de hostnaam van de SMTP-server in, het IP-adres van de omvormer en het e-mailadres van de geadresseerde(n). Vul het tijdstip in voor het versturen van de e-mailberichten (0-23 uur) en de tijdsinterval van de berichten (1440 minuten = 1 dag). De omvormer kan energiegegevens uploaden naar een FTP-server. Vul het serveradres in (IP-adres of DNS) in het IP-veld van de FTPserver en, indien noodzakelijk, een gebruikersnaam en wachtwoord. De gegevens worden ieder uur geüpload. Opmerking: alleen de omvormer die is ingesteld als master kan FTP-gegevens uploaden. Voor FTP-services van derde partijen kunnen extra kosten in rekening worden gebracht
• Network (Netwerk) toont de parameters voor het versturen en ontvangen van emailberichten. Vul het IP-adres in (in cijfers, bijvoorbeeld 192.168.10.20), het subnetmasker en de gateway van het netwerk. Zie 6.3.1.1. IP-adressen). • User Account (Gebruikersaccount) toont de gebruikersaccounts en geeft de mogelijkheid gebruikersaccounts en wachtwoorden toe te voegen en/of te wijzigen. De verschillende niveaus zijn:
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
77
Toegangsniveau 1: Alle waarden kunnen alleen gelezen worden. 1. Guest (Gast): Toegangsniveau 2: Alle waarden en toegangsniveaus kunnen gelezen en 2. Owner (Eigenaar): geschreven worden, behalve de waarden voor de installateur zoals netwerkinstellingen en gebruikersaccounts. Toegangsniveau 3: Alle niveaus en waarden kunnen worden gelezen en 3. Admin: geschreven.
6.4.4. Event Log (Gebeurtenissenlog) Event Log (Gebeurtenissenlog) toont informatie over gebeurtenissen die de omvormer gelogd heeft. De meest recente gebeurtenis wordt als eerste getoond. Deze informatie kan alleen gelezen worden.
Afbeelding 6.4.4: Event Log (Gebeurtenissenlog)
• Recente gebeurtenissen kunnen worden bekeken door direct door de betreffende pagina's in de lijst te scrollen aan de onderkant van het scherm. • Gebeurtenissen van voorgaande maanden en jaren kunnen bekeken worden door in de kalender aan de linkerkant een bepaalde datum te kiezen. • De meest recente gebeurtenissen in de gebeurtenissenlog kunnen worden gedownload als tekstbestand door op de “omlaag”-pijl te klikken (wordt getoond indien beschikbaar). • De laatste gebeurtenissen van de clients kunnen worden getoond en gedownload. Dit is alleen beschikbaar als de clients dezelfde of een nieuwere revisie van de gebruikersinterface hebben als de mastereenheid.
78
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
6.4.5. Status Status toont waarschuwingen en alarmen in de installatie, en geeft een overzicht van de technische eigenschappen en de energieopbrengst van de installatie. Deze informatie kan alleen gelezen worden.
Afbeelding 6.4.5: Status
• Het tabblad Alarms (Alarmen) toont verschillende waarschuwingen of alarmen in de installatie, waarbij actieve berichten zijn gemarkeerd. De regels Extended Status (Uitgebreide status) worden door Danfoss-servicepersoneel gebruikt voor het diagnosticeren van mogelijke storingen. • Overview (Overzicht) geeft een overzicht van de ingangsparameters van de zonnepanelen naar de omvormer/installatie, de uitgangsparameters van de omvormer/installatie naar het elektriciteitsnet, en de financiële opbrengst, de vermeden kooldioxide-uitstoot en de totale energieproductie met piekwaarden van de omvormer/installatie. • Plant (Installatie; beschikbaar in de eenheid die als master is ingesteld bij het selecteren van ‘Plant’ (Installatie) in de vervolgkeuzelijst) geeft een momentopname van de aangesloten omvormers, de status en informatie over de energieproductie. Klik op het tabblad Plant (Installatie) om de informatie te vernieuwen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
79
7. PROBLEMEN VERHELPEN Dit hoofdstuk bevat bruikbare informatie als de omvormer tijdens het opstarten of in bedrijf stoort. Begin met het controleren of de installatie volledig en juist is uitgevoerd, en controleer de informatie in 7.2. Tabel van gebeurtenissen voor mogelijke oplossingen. Als u het probleem niet kunt oplossen, neem dan contact op met de installateur.
7.1. Checklist bij storing Als de omvormer geen stroom levert aan het elektriciteitsnet, probeer het probleem op te lossen door te controleren:
Of de instraling voldoende is om stroom te produceren (>7 W). Of zowel de AC-stroomonderbreker(s) als de DC-schakelaar(s) ON (AAN) staan. Of de bedrijfsmodus van de ledlampjes normaal is. Zie Ledlampjes. Of er geen waarschuwingen of alarmen op het scherm staan. Zie 7.2. Tabel van gebeurtenissen. Of alle aansluitpunten in het systeem goed zijn aangedraaid. Of de waarden van PV-spanning, -stroom en -vermogenovereenkomen met die op het scherm. Als dit allemaal in orde is en er wordt nog steeds geen stroom aan het net geleverd, neem dan contact op met de installateur.
7.2. Tabel van gebeurtenissen De omvormer detecteert automatisch operationele problemen en toont de berichten op het scherm. Gedetailleerde informatie over de waarschuwingen en alarmen is te vinden in het menu Event log (Gebeurtenissenlog). Zie 6.2.6. Gebeurtenissenlog. Berichten die op het scherm kunnen verschijnen: W = Waarschuwing: de omvormer blijft een zo hoog mogelijk vermogen leveren (Geel ledlampje) A = Alarm (Rood ledlampje) De code van het schermbericht (E01, E02, etc.) is de code in de gebeurtenisbeschrijving zoals weergegeven in de Gebeurtenissenlog in de webserverweergave: Tabel 7.1: Beschrijving van het bericht op het scherm tijdens storing van de omvormer
Schermbericht Panel fault (W/A – E01) (Paneelstoring) Input circuit breaker open (A – E02) (Stroomonderbreker ingang open)
80
Beschrijving Storing van de PV-module De DC-schakelaar(s) staat/staan open
Actie - Neem contact op met de leverancier van de module* - Zet de DC-schakelaar(s) ON (AAN)* - Als ze al ON (AAN) staan, neem dan contact op met de installateur
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Schermbericht Inverter failure (W/A – E03) (Storing omvormer) Output circuit breaker open (A – E04) (Stroomonderbreker uitgang open) Grid fault (W/A – E05) (Netstoring)
Beschrijving Storing omvormer
Actie *
De ACstroomonderbreker(s) staat/staan open
GUI fault (W/A – E06) (Storing gebruikersinterface)
Het scherm reageert niet
High voltage on input side (A – E07) (Hoge spanning aan ingangszijde) Low voltage on input side (A – E08) (Lage spanning aan ingangszijde)
De drempelwaarde voor gelijkstroom van 600 VDC wordt overschreden De gelijkstroom is te laag om de omvormer te gebruiken
- Zet de ACstroomonderbreker(s) op ON (AAN)* - Als ze al ON (AAN) staan, neem dan contact op met de installateur - Controleer of de ACstroomonderbreker ON (AAN) staat en operationeel is - Meet of er netspanning op de ACklemmen staat. - Controleer of de DC-schakelaar(s) ON (AAN) staan en of de gelijkstroom > 7 W is - Controleer of de landinstellingen succesvol zijn ingesteld in Setup>Grid Setup (Configuratie > Netconfiguratie) - Als het land Italië is, is de Zelftest mislukt. Voer de test nogmaals uit. - Schakel de AC-zijde uit. Wacht 3 seconden en schakel het weer in. De gebruikersinterface zal na 30 seconden opgestart worden. - Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de distributeur. - Neem contact op met de installateur
Low PV isolation resistance (W – E09) (Lage weerstand PV-isolatie)
De weerstand van de PVisolatie is lager dan het toegestane niveau
Failure on DC side (W/A – E10) (Storing aan DC-zijde)
Storing aan de DC-zijde van de omvormer
Failure on AC side (W/A – E11) (Storing aan AC-zijde)
Storing van de omvormer aan de AC-zijde
Het elektriciteitsnet wordt niet gedetecteerd, er kan niet met het net gesynchroniseerd worden of er is een storing in de landinstellingen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
- De storing wordt automatisch opgeheven als de PV-spanning groter wordt dan 230 V - Als de omvormer ook tijdens daglicht deze storing blijft geven, en de VDC > 230 V is, neem dan contact op met de distributeur - De aardingsinstallatie is niet correct geïnstalleerd - Controleer de jumper voor de aardingsinstallatie (Jumperstand voor de configuratie van de aarding van het systeem) - Als de jumper juist staat, neem dan contact op met de leverancier - Storing aan de DC-zijde. Er zal een andere W/A worden getoond - Als de omvormer is Uitgeschakeld, schakel dan eerst de AC-zijde en vervolgens de DC-zijde uit. Wacht 30 seconden, schakel de AC-zijde in en vervolgens de DC-zijde - Als de storing blijft, neem dan contact op met de distributeur - Storing aan de AC-zijde Er zal een andere W/A worden getoond - Als de omvormer is Uitgeschakeld, schakel dan eerst de AC-zijde en
81
Schermbericht
Beschrijving
High inverter temperature (W/A – E12) (Hoge temperatuur omvormer)
De maximale toegestane interne temperatuur van de omvormer is overschreden
Low inverter temperature (W/A – E13) (Lage temperatuur omvormer) Current / power limitation (W/A – E14) (Stroom/vermogensbegrenzi ng)
Te lage interne temperatuur in de omvormer Het PV-vermogen is hoger dan toegestaan voor de omvormer
Communication failure (A – E15) (Communicatiestoring)
Interne communicatiestoring
Fan failure (W/A – E16) (Ventilatorstoring) Fuse fault (A – E17) (Storing zekering)
De interne luchtcirculatie is gestopt Een of meerdere zekeringen of stroomonderbrekers zijn doorgeslagen, of de jumper voor de installatie van de aarding is niet in de juiste stand geplaatst
Active power limitation (W/A – E18) (Begrenzing actief vermogen) Reactive power compensation (W/A – E19) (Compensatie blindvermogen) Microprocessor fault (W/A – E20) (Storing processor)
82
Actie vervolgens de DC-zijde uit. Wacht 30 seconden, schakel de AC-zijde in en vervolgens de DC-zijde - Als de storing blijft, neem dan contact op met de distributeur - Controleer of de omgevingstemperatuur binnen de grenswaarden valt. Zie 10. Technische gegevens - Controleer of de ventilatie voldoende is, de minimale afstand zoals aangegeven in deze Gebruikershandleiding in acht wordt genomen en of de omvormer afgeschermd is tegen direct zonlicht - Maak de ventilatie schoon. Zie 8.2.7. Ventilatie - Neem contact op met de distributeur - De omvormer zal proberen opnieuw op te starten als de temperatuur weer binnen het toegelaten bereik ligt - Controleer of de ventilatie voldoende is, de minimale afstand zoals aangegeven in deze Gebruikershandleiding in acht wordt genomen en of de omvormer afgeschermd is tegen direct zonlicht - Maak de ventilatie schoon. Zie 8.2.7. Ventilatie - Als de omvormer is Uitgeschakeld, schakel dan eerst de AC-zijde en vervolgens de DC-zijde uit. Wacht 30 seconden, schakel de AC-zijde in en vervolgens de DC-zijde - Als de storing blijft, neem dan contact op met de distributeur - Neem contact op met de distributeur voor vervanging Controleer de jumper voor de aardingsinstallatie (Jumperstand voor de configuratie van de aarding van het systeem) - Neem contact op met de installateur op de DC-zekering te vervangen *
*
- Als de omvormer is Uitgeschakeld, schakel dan eerst de AC-zijde en
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Schermbericht
Ground current trip (A – E21) (Afschakeling vanwege aardlek) High AC voltage (A – E22) (Hoge wisselstroom)
Beschrijving
Actie vervolgens de DC-zijde uit. Wacht 30 seconden, schakel de AC-zijde in en vervolgens de DC-zijde - Als de storing blijft, neem dan contact op met de distributeur *
Te hoge wisselstroom, de omvormer levert geen vermogen meer
- De omvormer zal opnieuw opstarten als de spanning weer binnen het toegelaten bereik ligt - Contoleer of de landinstellingen succesvol zijn ingesteld in Setup > Grid Setup (Configuratie > Netconfiguratie) - Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de installateur - De omvormer zal opnieuw opstarten als de spanning weer binnen het toegelaten bereik ligt - Contoleer of de landinstellingen succesvol zijn ingesteld in Setup > Grid Setup (Configuratie > Netconfiguratie) - Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de installateur - De omvormer zal opnieuw opstarten als de frequentie binnen het toelaatbare bereik ligt - Contoleer of de landinstellingen succesvol zijn ingesteld in Setup > Grid Setup (Configuratie > Netconfiguratie) - Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de installateur - De omvormer zal opnieuw opstarten als de frequentie binnen het toelaatbare bereik ligt - Contoleer of de landinstellingen succesvol zijn ingesteld in Setup > Grid Setup (Configuratie > Netconfiguratie) - Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de installateur - De omvormer zal opnieuw proberen op te starten als de storing opgelost is - Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met de distributeur *
Low AC voltage (A – E23) (Lage wisselspanning)
Te lage wisselspanning, de omvormer levert geen vermogen meer
High frequency on output side (W/A – E24) (Hoge frequentie aan uitgangszijde)
De frequentie van de netspanning is hoger dan de bovengrens
Low frequency on output side (W/A – E25) (Lage frequentie aan uitgangszijde)
De frequentie van de netspanning is lager dan de ondergrens
High output DC current (W/A – E26) (Hoge uitgangsgelijkstroom)
Te groot percentage gelijkstroom in de levering aan het net
Output current imbalance (W – E27) (Onbalans uitgangsstroom)
Onbalans tussen de fasen in de uitgangsstroom (alleen bij 3-fase) Fault ride-through
Grid fault, still running (W – E28) (Netstoring, nog in bedrijf)
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
*
83
Schermbericht VDR fault DC side (W – E29) (VDR storing DC-zijde)
Beschrijving De varistoren aan de DCzijde zijn beschadigd.
Actie - Neem contact op met de distributeur voor nieuwe onderdelen
* Gereserveerd voor toekomstig gebruik
84
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
8. ONDERHOUD Dit hoofdstuk legt uit hoe de omvormer veilig OFF (UIT) te schakelen en te ontladen. Het geeft ook een overzicht van de belangrijke regelmatige onderhoudsprocedures om een probleemloos gebruik van de DLX-omvormers te kunnen garanderen. Tenslotte wordt uitgelegd op welke manier de omvormers verwijderd en afgevoerd kunnen worden.
8.1. Uitschakelen Schakel de omvormer OFF (UIT) en koppel deze los in de hieronder aangegeven volgorde alvorens onderhoud te plegen of reparaties uit te voeren:
GEVAARLIJK Voer nooit werkzaamheden aan de omvormer uit zonder deze los te koppelen zowel van de DC- als de AC-zijde aangezien er dodelijke spanning op de klemmen staat. DC-zijde • Schakel de DC-schakelaar OFF (UIT). • Koppel de aansluitingen los. AC-zijde • Schakel de AC-stroomonderbreker(s) OFF (UIT) • Laat de gelijkstroomcondensatorbuffer ontladen.
WAARSCHUWING Er kan dodelijke spanning aanwezig zijn in de omvormer nadat deze OFF (UIT) geschakeld is als de condensatorbuffer geladen is. Deze moet gedurende 1 uur ontladen worden alvorens service of onderhoudswerkzaamheden aan de omvormer worden uitgevoerd.
8.2. Regelmatige inspectie van het systeem De DLX-omvormers zijn geproduceerd om jarenlang probleemloos in bedrijf te zijn. Regelmatig onderhoud zorgt voor een hoog rendement en een lange levensduur.
OPMERKING Laat alleen gekwalificeerde personen werkzaamheden aan de binnenkant van de omvormer uitvoeren! Voor onderhoudswerkzaamheden dienen de panelen van de omvormer te worden verwijderd en deze mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen vanwege de bepalingen van de productgarantie.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
85
8.2.1. Modules Onderhoud de PV-modules zoals aanbevolen door de fabrikant.
8.2.2. Kabels Controleer de kabels regelmatig zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant op tekenen van schade of oververhitting, d.w.z. warme geleiders of oppervlaktecorrosie. Vervang doorgebrande geleiders onmiddellijk, spoor de oorzaak van de schade op en verhelp deze!
8.2.3. Elektrische aansluiting Controleer regelmatig of de klemmen en stekkers stevig vastzitten, en of de isolatie in goede staat is en niet beschadigd of gecorrodeerd. Als een combinatiekast wordt gebruikt, controleer dan de ook de klemmen en stekkers in de combinatiekast!
8.2.4. Zekeringen/stroomonderbrekers Zekeringen die regelmatig doorslaan of stroomonderbrekers die vaak afslaan zijn een duidelijk waarschuwingssignaal van overbelasting, kortsluiting of aardlekproblemen. • Lokaliseer altijd de oorzaak voor het doorslaan van de zekering/afslaan van de stroomonderbreker alvorens deze te vervangen/resetten. • Het vervangen/resetten mag alleen door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd!
8.2.5. DC-scheidingsschakelaar Om te voorkomen dat de contacten versmelten en om de levensduur te verlengen, moet(en) de DC-schakelaar(s) ten minste eenmaal per 12 maanden worden gebruikt, bij voorkeur 's nachts als de wisselstroom OFF (UIT) staat.
8.2.6. Omvormer Het is aan te raden de binnenkant van de omvormer iedere 3-4 jaar op vocht en stof te laten controleren door de installateur.
8.2.7. Ventilatie Het koellichaam aan de achterkant van de omvormer leidt de warmte weg van de elektronische componenten, en moet schoon zijn om voldoende te kunnen koelen en opbrengstverliezen te voorkomen. Dit kan gedaan worden met:
86
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
• Stofzuiger • Zachte borstel • Perslucht
Afbeelding 8.2.4: Het koellichaam reinigen
8.2.7. Ventilator De ventilator circuleert lucht in de omvormer waardoor warmte verspreid wordt en de omzetcapaciteit op peil wordt gehouden. Voor het vervangen van de ventilator moet het bovenste paneel van de omvormer verwijderd worden en dit mag alleen worden gedaan door personeel dat hiertoe door Danfoss is geautoriseerd! • Er zal een bericht op het scherm verschijnen als de ventilator vervangen moet worden. Zie 7.2. Tabel van gebeurtenissen. • Als de ventilator stopt, zal de omvormer nog steeds het maximale vermogen aan het net leveren totdat de bovengrens van de temperatuurwaarden wordt bereikt, waarna het vermogen wordt gereduceerd ter bescherming tegen oververhitting.
8.2.9. Varistoren (VDR) Varistoren hebben een beperkte levensduur en moeten daarom regelmatig gecontroleerd worden (ten minste een keer per jaar). Bij blootstelling aan spanningspieken verslechteren ze, verliezen ze hun beschermende functie en moeten vervangen worden. Voor vervanging moet het onderste paneel van de omvormer verwijderd worden en VDRonderhoudsgereedschap worden gebruikt, en dit mag alleen door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd!
8.2.9.1. DC-zijde • Er zal een bericht op het scherm verschijnen als een gelijkstroomvaristor vervangen moet worden. Zie 7.2. Tabel van gebeurtenissen. • Vervang de beschadigde varistor door een LX Varistor Kit die besteld kan worden bij de lokale Danfoss-vertegenwoordiger, onderdeelnummer 139B0570. • De twee varistoren aan de DC-zijde zitten boven de netwerkaansluiting aan de linkerkant van het klantaansluitingsgebied. • Let op de stand van de varistoren als ze vervangen moeten worden.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
87
Afbeelding 8.2.5: Varistoren aan de DC-zijde.
8.2.9.2. AC-zijde • Er wordt geen alarm geslagen over de conditie van de varistoren aan de AC-zijde. Zij moeten daarom regelmatig (ten minste een keer per jaar) of nadat er bliksem is ingeslagen gecontroleerd worden. • Vervang de beschadigde varistor door een LX Varistor Kit die besteld kan worden bij Danfoss, onderdeelnummer 139B0570. • De drie varistoren aan de AC-zijde zitten in het aansluitgebied boven het ACklemmenblok. • Let op de stand van de varistoren als ze vervangen moeten worden.
Afbeelding 8.2.6: Varistoren aan de AC-zijde
Controleer de varistoren Meet de elektrische weerstand in ohm tussen de klem en de gebogen pin op iedere varistor zoals aangegeven in onderstaand figuur:
88
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Afbeelding 8.2.7: De varistoren controleren
Tabel 8.1: Meten of de varistoren beschadigd zijn
Meetwaarden Tussen GND (1) en de linker varistor (2) Tussen N (3) en de middelste varistor (4) Tussen GND (3) en de rechter varistor(5)
Onbeschadigd 0Ω 0Ω 0Ω
Vervang ∞Ω ∞Ω ∞Ω
Procedure vervanging • Gebruik het gereedschap dat in de verpakking met de nieuwe varistoren is geleverd, die besteld zijn bij Danfoss. Het gereedschap is ontworpen als een vork, en kan alle aansluitklemmen tegelijkertijd openen.
Afbeelding 0.1: Het gereedschap om de aansluitklemmen van de varistoren te openen.
• Open de aansluitklemmen en verwijder de beschadigde varistor(en). • Zet de varistoren correct in het klemmenblok, in overeenstemming met Afbeelding 8.2.5 en 8.2.6. • Gebruik het gereedschap om de klemmen te openen om de nieuwe varistor(en) te plaatsen.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
89
8.3. Apparaten vervangen Het is mogelijke nieuwe omvormers aan een PV-installatie toe te voegen of bestaande te vervangen. Slave • Als de vervangen omvormer een slave is, zal de masteromvormer het vervangen apparaat herkennen en in bedrijf stellen. • Het nummer van het apparaat wordt automatisch bijgehouden. Master
• Als de vervangen omvormer een master is en masterfunctionaliteit is gewenst, dient een van de bestaande omvormers geconfigureerd te worden als master. Dit wordt gedaan in Setup>Network Setup>Set as Master unit (Configuratie > Netwerkconfiguratie > Instellen als mastereenheid). Kies YES (JA) en er zal automatisch een inlogprocedure worden uitgevoerd.
8.4. Retourneren en afvoeren Als een omvormer wordt vervangen, kan deze ofwel worden geretourneerd aan de distributeur, rechtstreeks aan Danfoss, dan wel worden afgevoerd volgens de van kracht zijnde plaatselijke en nationale wet- en regelgeving. Danfoss zet zich in voor haar beleid ten aanzien van verantwoordelijkheid voor het milieu, en doet een beroep op eindgebruikers die hun omvormer afvoeren de lokale milieuwetgeving te volgen en het apparaat op een veilige en verantwoorde wijze af te voeren.
8.4.1. Retourneren Om de omvormer naar Danfoss terug te sturen, dient het apparaat altijd in de originele of een gelijkwaardige verpakking te zitten. Als het product teruggestuurd wordt omdat het een storing heeft, neem dan contact op met de leverancier van de Danfoss-omvormer.
8.4.2. Afvoeren Aan het eind van zijn levensduur kan de omvormer teruggestuurd worden aan de distributeur, rechtstreeks aan Danfoss, of afgevoerd worden in het desbetreffende land. De vrachtkosten naar de distributeur of Danfoss moeten worden betaald door de afzender. Recycling en afvoer van de DLX-omvormer moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet- en regelgeving in het land van afvoer. Al het verpakkingsmateriaal van de omvormer is recyclebaar.
90
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
9. GARANTIE De omvormer voldoet aan alle van toepassing zijnde normen en is bij aankoop gegarandeerd vrij van gebreken. Wij verwijzen u naar de Garantiedocumenten op de website van Danfoss www.Danfoss.com voor meer informatie over de garantie op de omvormer. Neem bij vragen contact op met de leverancier van uw omvormer of het kantoor van Danfoss in uw land.
9.1. Garantieservice De standaardgarantietermijn is 5 jaar vanaf de installatiedatum, met mogelijkheid tot verlenging. Om de volledige garantieperiode te behouden, moet de omvormer binnen 6 maanden na aankoop worden geïnstalleerd.
OPMERKING Om de garantie te kunnen behouden moet de omvormer worden geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden volgens de instructies in deze handleiding en de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
9.2. Vrijwaring garantie De garantie vervalt bij misbruik of als niet-goedgekeurde reparaties aan de omvormer worden uitgevoerd. De garantie dekt geen normale slijtage van de omvormers of kosten in verband met de installatie van en het oplossen van problemen aan het elektrische systeem. De garantie is alleen geldig met een identificeerbaar en aanvaard serienummer.
9.2.1. Schade Danfoss neemt geen verantwoordelijkheid voor schade aan de omvormer als gevolg van: • Niet-geautoriseerde personen die het bovenste paneel van de omvormer verwijderen. • Niet-goedgekeurde wijzigingen aangebracht aan de omvormer. • Incorrecte installatie, inbedrijfstelling, bediening of onderhoud van de omvormer. • Niet opvolgen van de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen en -instructies in deze Gebruikershandleiding. • Werking van de omvormer buiten de grenswaarden zoals aangegeven in 10. Technische gegevens. • Blootstelling van de omvormer blootgesteld aan extreme externe omstandigheden zoals bliksem, storm, brand, vandalisme etc. Raadpleeg het Gararantiedocument voor meer informatie of voordelen en uitsluitingen die op u van toepassing kunnen zijn.
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
91
10. TECHNISCHE GEGEVENS |S| P Q Vac,r Vac, min; Vac, max Iacmax Cosphi ac,r
fr fmin, fmax
Vdc,r Vmppmin Vmppmax
Parameter AC
DLX 2.0
Nominaal schijnbaar vermogen Nominaal actief vermogen @ cosphi = 1 Bereik blindvermogen Bereik geregelde arbeidsfactor Nominale uitgangsspanning Bereik AC-spanning (P-N. P-P) ominale uitgangsstroom Max. uitgangsstroom Vervorming wisselstroom (THD %) Arbeidsfactor (cos φ) Vermogensverlies 's nachts (losgekoppeld van net) Netfrequentie Bereik netfrequentie DC Nominale gelijkstroom Max. aanbevolen PV-vermogen Nominale gelijkspanning MPP-spanning – nominaal vermogen MPP-rendement Max. gelijkspanning Inschakelspanning Uitschakelspanning Max. gelijkstroom Max. kortsluitstroom DC bij STC Min. op-het-net-vermogen Rendement Maximaal rendement CEC-rendement EU-rendement Overig Afmetingen Aanbeveling voor montage Gewicht Beschermingsgraad afdichting Geluidsniveau Bedrijfstemperatuurbereik
2000 VA 2900 VA 3800 VA 4600 VA 2000 W 2900 W 3800 W 4600 W 0-1600 VAr 0-2320 VAr 0-3120 VAr 0-3680 VAr 0,8 overbekrachtigd, 0,8 onderbekrachtigd 230 V 230 V±20%, eenfase of gesplitste fase 9,0 A 13,0 A 17,0 A 20,0 A 10,5 A 15,2 A 19,7 A 23,0 A 2,59% 3,36% 1 <1W
Opslagtemperatuur Relatieve vochtigheid Aantal PV-stringingangen Aantal MPP-trackers Bescherming tegen te hoog PVvermogen Overspanningscategorie wisselstroom Overspanningscategorie gelijkstroom Beveiliging tegen omkeren polariteit Aardlekbewaking Geïntegreerde DC-schakelaar PV-aarding Topologie Prestatiebewaking
PV-aansluiting Aansluiting op wisselstroom/net Ethernet RS-485 CAN
92
DLX 2.9
DLX 3.8
DLX 4.6
50 Hz 50 Hz ± 5 % 2100 W 2625 W
9,5 A 9,5 A
97,2 % 96,8 % 96,3 %
3000 W 4000 W 3750 W 5000 W 220 - 480 V 230 - 480 V 99,9% 600 V 230 VDC 220 VDC 13,5 A 18,0 A 13,5 A 18,0 A 7W 97,2 % 96,8 % 96,5 %
97,2 % 97,0 % 96,7 %
4800 W 6000 W 250 - 480 V 245 - 480 V
21,0 A 21,0 A
97,3 % 97,0 % 96,9 %
610 x 353 x 158 mm (169,5 mm met beugel) Muurbeugel 19 kg 21 kg IP65 < 37dB (A) -25 tot +65 °C (mogelijk vermogensreductie boven +45 °C) -30 °C tot +80 °C 4 tot 99% 3 1 Ja Klasse B Klasse B Ja Ja Ja Op locatie configureerbaar voor ongeaard, positieve en negatieve aarding Hogefrequentietransformator, galvanische scheiding Grafisch kleurenscherm met 6 aanraakgevoelige knoppen, 3 ledlampjes voor visuele statusindicatie, ingebouwde webserver SunClix Schroefklemmen 1 x RJ45 Schroefklemmen Schroefklemmen
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Functionele veiligheid Veiligheid (beveiligingsklasse) Eilanddetectie/netuitval Aardlekbeveiliging van type A aanbevolen Beveiliging tegen indirect contact Bewaking van spanningsgrootte en frequentie Bewaking isolatieweerstand Bewaking op gehalte gelijkstroom in de wisselstroom
Gebruikershandleiding DLX Serie L00410623-1
Klasse I Actieve frequentieverschuiving Ja Ja (startklasse I, geaard) Inbegrepen Inbegrepen Inbegrepen
93
Danfoss Solar Inverters A/S Ulsnaes 1 DK-6300 Graasten Denmark Tel: +45 7488 1300 Fax: +45 7488 1301 E-mail:
[email protected] www.solar-inverters.danfoss.com Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alterations can be made without subsequential changes being necessary in specifications already agreed. All trademarks in this material are property of the respective companies. Danfoss and the Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved. Rev. date 2012-05-21 Lit. No. L00410622-01_10