MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
Danfoss CLX Series
Snelgids CLX GM
SOLAR INVERTERS
Inhoud
Inhoud 1. Belangrijke instructies
2
Over deze Beknopte handleiding
2
Symbolen
2
Veiligheidsinstructies
2
2. Productoverzicht
4
Productbeschrijving
4
Systeemvereisten
4
Beoogd gebruik
4
3. Technische beschrijving
6
Technische beschrijving
6
Display
7
4. Installatie
8
Installatie
8
Montage
8
Signalering van netbeheer
9
5. Configuratie
10
Configuratie
10
Het netwerk configureren
10
Configuratie van CLX GM en omvormers met een DHCP-server (Router) – dynamisch IP-adres
10
Configuratie van CLX GM en omvormers zonder een DHCP-server (Router) – statisch IP-adres
10
Netbeheer configureren (actief en blindvermogen)
11
Configureren regeling blindvermogen – procent van Q (alleen TLX Pro+)
13
Configuratie regeling blindvermogen – arbeidsfactor (alleen TLX Pro+)
15
Configureren van fallbackwaarden
15
6. Technische gegevens
L00410637-01_10
17
1
1. Belangrijke instructies
1
1. Belangrijke instructies 1.1. Over deze Beknopte handleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde productinformatie en instructies voor het gebruik van de Danfoss CLX GM apparatuur. Dit document heeft betrekking op de actuele versie op het moment van publicatie. Danfoss behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen in verband met de invoering van nieuwe functies en verbeteringen. De namen van producten en bedrijven die in dit document worden vermeld, kunnen gedeponeerde handelsmerken van de houders zijn. Deze beknopte handleiding bevat informatie over: •
Veiligheid
•
Productoverzicht, systeemvereisten
•
Technische beschrijvingen
•
Installatie, netbeheer en het aansluiten van omvormers
•
Aan de slag
•
Technische gegevens
1.2. Symbolen Deze handleiding bevat belangrijke informatie, die wordt aangeduid via de volgende symbolen: Het symbool Let op wijst de lezer erop dat niet naleven van de verstrekte informatie kan leiden tot beschadiging van onderdelen of gevaar voor personen. Dergelijke informatie moet altijd worden nageleefd.
Opmerkning: Met het symbool Opmerking wordt aanvullende informatie aangeduid voor het verbeteren van bedrijfsprocessen en tips voor de gebruiker.
1.3. Veiligheidsinstructies De lezer moet bekend zijn met de regels en voorschriften ten aanzien van elektrische apparatuur en de aansluiting ervan op het elektriciteitsnet. Let vooral ook op de algemene veiligheidsvoorschriften voor het werken met elektrische systemen.
Volg onderstaande veiligheidsinstructies op om persoonlijk letsel en schade aan aangesloten apparatuur te voorkomen. Het aanraken van elektrisch geleidende delen na loskoppeling van het elektriciteitsnet kan gevaarlijk zijn. Sluit de apparatuur niet aan op het elektriciteitsnet voordat de installatie is voltooid.
2
L00410637-01_10
1. Belangrijke instructies
Apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd in een beschermde/droge omgeving. Steek geen metalen/puntige/scherpe voorwerpen in de behuizing. Voorkom dat kabels en klemmen bloot komen te liggen. De voedingsstekker moet altijd goed toegankelijk zijn. Alleen bevoegd personeel mag servicewerkzaamheden uitvoeren. Apparatuur mag uitsluitend worden gebruikt bij de nominale voedingsspanning (12-24 V DC met de juiste polariteit). Een geschikte voedingseenheid is inbegrepen in de levering.
1
Opmerkning: Volg de instructies van de fabrikant ten aanzien van het werken met voedingseenheden (met name schakeleenheden) op. Volg de instructies van de fabrikant ten aanzien van het werken met omvormers op.
L00410637-01_10
3
2. Productoverzicht
2. Productoverzicht
2
2.1. Productbeschrijving Het netbeheer van PV-installaties met TLX Pro of TLX Pro+ omvormers wordt uitgevoerd door de CLX GM en de masterfuncties van de TLX Pro en TLX Pro+ omvormers. De CLX GM wordt rechtstreeks aangesloten op de uitgang van een toonfrequentontvanger. De ontvanger heeft 4 digitale uitgangen K1-K4; deze worden door netbeheerders gebruikt om setpointcommando's voor vermogensreductie of blindvermogen door te geven. De CLX GM leest de huidige relaisstatus uit en stuurt via de Ethernet-aansluiting op het omzetternetwerk een melding naar de masteromzetter. Alle instellingen over het afhandelen van een bepaalde relaisstatus moeten dus in de masteromzetter zelf worden ingevoerd. De CLX GM is aangesloten op de ontvanger en het omzetternetwerk en vereist geen aanvullende configuratie.
Afbeelding 2.1: Netbeheer voor zonne-energie-installatie Legenda 1 Toonfrequentontvanger 2 CLX GM 3 Masteromvormer 4 Volgeromvormers (slave)
Met de apparatuur worden de volgende zaken meegeleverd: 1 2 3 4 5
CLX GM Montagebeugel met schroeven Accessoires (voeding, netwerkkabel standaard RJ-45 TP10/100 cat 5e) Verpakking Instructies
Tabel 2.1: Productoverzicht
2.2. Systeemvereisten 2.2.1. Beoogd gebruik De CLX GM is uitsluitend bedoeld voor gebruik in combinatie met TLX Pro en TLX Pro+ omvormers.
Boor geen gaten in de apparatuur of breng geen mechanische wijzigingen aan, anders beschadigt u de apparatuur en vervalt de garantie.
4
L00410637-01_10
2. Productoverzicht
2.2.2. Systeemvereisten De CLX GM heeft een ingebouwde webinterface voor het weergeven van eenvoudige status- en configuratiegegevens.
2
De volgende webbrowsers worden aanbevolen: Internet Explorer® Firefox®
versie 6 of hoger versie 2 of hoger
Opmerkning: Het netbeheer wordt rechtstreeks geconfigureerd via de webinterface van de TLX Pro of de TLX Pro+ masteromvormer. Voor de configuratie zijn daarom een pc en een crossover-netwerkkabel nodig en deze moeten tijdens de inbedrijfstelling beschikbaar zijn.
L00410637-01_10
5
3. Technische beschrijving
3. Technische beschrijving
3 1
2
3
4
5
6
150AA012.10
3.1. Technische beschrijving
Afbeelding 3.1: CLX GM Aansluitingen (onderkant) Legenda 1 Voeding met ronde stekker (12–30 V DC, 1 W) 2 Ethernet-poort voor LAN 3 Niet gebruikt 4 Ingangsklemmen, 12 lijnen: 2 x spanning (+) 6 x relaisingang (S01, S02, S03, S04, S05*), S06*)) 4 x analoge ingang 20 mA (A1+, A1-, A2+, A2-)*) 5 & 6 Niet gebruikt
150AA013.10
*) Niet gebruikt.
7
Afbeelding 3.2: CLX GM Aansluitingen (bovenkant) Legenda 7 Micro SD-sleuf: niet gebruikt
6
L00410637-01_10
3. Technische beschrijving
150AA014.10
3.2. Display
3
ESC
1
2
3
4
Afbeelding 3.3: Vooraanzicht Legenda 1 Annuleren/terug 2 Omlaag 3 Omhoog 4 Bevestigen
L00410637-01_10
7
4. Installatie
4. Installatie 4.1. Installatie De CLX GM is op de masteromzetter van het omzetternetwerk aangesloten met een LAN-interface die bestaat uit een Ethernet-netwerk tussen de omvormers en de CLX GM. Gebruik een standaard verlengkabel (netwerkkabel cat5e of beter met RJ-45 connectoren).
4
Opmerkning: Let op: gebruik op alle eenheden de Ethernet (LAN) RJ-45 stekkers, niet de RS 485-aansluiting. De CLX GM en de omvormers zijn geschikt voor netwerken met of zonder DHCP-server (router) die zowel het statische als dynamische toewijzing van IP-adressen ondersteunen. De configuratie van de CLX GM hangt af van de vraag of er in het netwerk een DHCP server (router) is of niet. Zie hoofdstuk 5, Configuratie, voor meer informatie over de vervolgstappen.
4.2. Montage De CLX GM moet binnen of in een schakelkast worden geïnstalleerd. Ze kunnen horizontaal of verticaal (met de aansluitingen omlaag gericht) worden gemonteerd op een montagerailsysteem of aan een wand met de meegeleverde wandbeugel.
Afbeelding 4.1: Wandbeugel
Bevestig de CLX GM aan de beugel door de schroeven achter op het apparaat in de beugel te haken. Zorg bij het monteren van de apparatuur voor ruimte voor toegang tot de kabelaansluitingen aan de onderkant. Gebruik kabelklemmen voor trekontlasting.
8
L00410637-01_10
4. Installatie
Net als alle overige elektronische apparatuur moeten alle producten uit de CLX GM-serie worden beschermd tegen vocht, met name condens.
4.3. Signalering van netbeheer De netbeheersignalering wordt geregeld door de toonfrequentontvanger van de distributienetwerkoperator (DNO). De verbinding tussen de toonfrequentontvanger en de CLX GM is afhankelijk van het type. De verbinding wordt hier geïllustreerd aan de hand van de Landis+Gyr®-ontvanger.
4
Afbeelding 4.2: Netbeheer – Aansluitingen
De toonfrequentontvanger wordt als volgt aangesloten: Ingangsklemmenstrook
Functie
+S -S1 +S -S2 +S -S3 +S -S4 A2A2+ A1A1+
12-30 V DC Relaisingang 1 12-30 V DC Relaisingang 2 12-30 V DC Relaisingang 3 12-30 V DC Relaisingang 4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Aansluiting toonfrequentontvanger (K) K1 K2 K3 K4 (0)4 ... 20 mA (0)4 ... 20 mA
Opmerkning: Gedetailleerde configuratie van het netbeheer vindt plaats via het netbeheermenu op de masteromvormer. Om schade aan de CLX GM-eenheid en de toonfrequentontvanger te voorkomen, mag de aansluiting uitsluitend worden uitgevoerd door een bevoegde en hiertoe opgeleide elektricien.
L00410637-01_10
9
5. Configuratie
5. Configuratie 5.1. Configuratie Installeer de CLX GM volgens de aanwijzingen in de vorige sectie. •
Sluit de voeding aan op de CLX GM en op het elektriciteitsnet.
Toegang beheerder: •
Configureer het volgende via het display. Druk op 'Enter', ga naar 'Configuratie': -
5
Instelling datum en tijd
Opmerkning: Bij levering is de netwerkconfiguratie ingesteld op DHCP.
Opmerkning: Netwerkinstellingen – Dynamisch IP-adres (DHCP) Hiervoor is een DHCP-server (router) in het lokale netwerk vereist. In dit geval ontvangt de CLX GM zijn netwerkinstellingen van de DHCP-server.
5.2. Het netwerk configureren In typische, niveau 3 geschakelde netwerken (bijvoorbeeld bij gebruik van een router) kan de CLX GM 1 TLX Pro of TLX Pro+ de masteromvormer aansturen, omdat er per netwerk niet meer dan 1 masteromvormer is toegestaan. Het is niet afdoende om meerdere subnetten te gebruiken. Als de CLX GM meer dan 1 masteromvormers moet aansturen, moet dit in de netwerklaag plaatsvinden, bijvoorbeeld door het inzetten van VLAN's (Virtual LAN). Hiervoor hebt u een ervaren IT-specialist en netwerkhardware voor het ondersteunen van VLAN nodig.
5.2.1. Configuratie van CLX GM en omvormers met een DHCP-server (Router) – dynamisch IP-adres Als het omvormernetwerk werkt met dynamisch toegekend IP-adres, is het niet nodig om een netwerkconfiguratie op de CLX GM uit te voeren. Het netbeheer wordt rechtstreeks via de webinterface van de masteromvormer geconfigureerd. Zie hoofdstuk 5.3, Configuratie van netbeheer (actief en blindvermogen).
Opmerkning: Controleer bij communicatieproblemen de IP-configuratie van de CLX GM en de masteromvormer.
5.2.2. Configuratie van CLX GM en omvormers zonder een DHCPserver (Router) – statisch IP-adres Als het omvormernetwerk met statische IP-adressen werkt, moet u ook aan de CLX GM een IPadres toewijzen. Dit kunt u doen via het geïntegreerde display van de CLX GM. Toewijzen van een IP-adres binnen hetzelfde bereik en subnet als de omvormers.
10
L00410637-01_10
5. Configuratie
Opmerkning: Het is van essentieel belang dat elk apparaat (omvormer of CLX GM ) een uniek IP-adres heeft; anders functioneert het netwerk niet correct. 1. Statische IP-configuratie van de omvormer Configureer voor elke omvormer in het netwerk een statisch IP-adres: Ga in het display naar [Setup → Communicatie → IP-setup], wijzig de IP-config naar handmatig •
ga naar [Setup → Communicatiesetup → IP-setup], IP-adres
•
ga naar [Setup → Communicatiesetup → IP-setup], Subnetmasker
5
waarbij (bijvoorbeeld): IP-adres = 192.168.0. 2 naar 255 Subnetmasker = 255.255.255.0 Omdat elke omvormer een uniek IP-adres moet hebben, voert u de informatie uit het bovenstaande voorbeeld in, maar wijzigt u voor elke omvormer de laatste 1-3 cijfers (vetgedrukt boven). 2. Statische IP-configuratie van de CLX GM Wijzig via de geïntegreerde display de IP-configuratie van de CLX GM: Druk op ‘Enter’: [Configuratie → Netwerk → DHCP] en instellen op uit. De CLX GM zal automatisch opnieuw opstarten en een standaard statisch IP-adres en subnetmasker krijgen, dit is: IP-adres = 192.168.0. 190 Subnet masker = 255.255.255.0
IP-adres Subnetmasker
192.168.0.190 255.255.255.0
192.168.0.2 255.255.255.0
192.168.0.3 255.255.255.0
192.168.0.x 255.255.255.0
5.3. Netbeheer configureren (actief en blindvermogen) Opmerkning: Regeling van het blindvermogen is alleen mogelijk met de TLX Pro+ omvormer. Het netbeheer wordt rechtstreeks via de webinterface voor de masteromvormer geconfigureerd. 1.
Sluit via Ethernet een computer of laptop rechtstreeks aan op de omvormer of op de router (indien aanwezig).
L00410637-01_10
11
5. Configuratie
2.
Open een webbrowser. Voer in de adresregel het IP-adres van de masteromvormer in (voorbeeld: http://192.168.0.2). Het IP-adres vindt u via het omvormerdisplay [Setup → Communicatiesetup → IP-adres].
3.
Gebruik op het inlogscherm: Gebruiker admin Wachtwoord: admin
Opmerkning: De volgende instructies en illustraties zijn gebaseerd op de omvormersoftware versie 3.40. Oudere versies van de omvormersoftware kunnen afwijken.
5
4.
Selecteer in de voetregel van het scherm ‘beveiliging’ en meld u aan met ten minste beveiligingsniveau 1.
5.
Ga naar: Niveau installatie [Setup → Netbeheer]. Er zijn twee typen netbeheerregeling beschikbaar voor directe regeling met de CLX GM: actief vermogen en blindvermogen.
6.
Als zowel regeling actief vermogen als regeling blindvermogen nodig zijn, vinkt u beide vakjes aan en klikt u op ‘volgende’ om het configuratieproces te doorlopen.
Afbeelding 5.1: Typen regelingen
Kies het submenu ‘actief vermogen’ om externe aanpassing van het vermogensniveau te configureren. •
Selecteer het vakje ‘Externe aanpassing van het vermogensniveau’.
•
Er zijn 16 mogelijke relaisconfiguraties voorgeconfigureerd.
•
Standaard zijn alle 4 relaisingangen zijn actief.
•
Voer aan de hand van door uw DNO verstrekte informatie het juiste vermogensniveau voor elke relaisstatus in (0% = uit, 30%/60%/100%).
De ingevoerde waarde wordt op elke omvormer ingesteld en is het maximumpercentage van het nominale actieve vermogen dat de omzetter kan leveren.
12
L00410637-01_10
5. Configuratie
5
Afbeelding 5.2: Regeling actief vermogen – PLA
Druk op ‘volgende’ om verder te gaan met de configuratiehandleiding.
5.3.1. Configureren regeling blindvermogen – procent van Q (alleen TLX Pro+) Vink ‘extern geregeld blindvermogen (Q)’ aan. Configureer de relaisstatussen K1-K4 conform de eisen van de DNO door de juiste instelwaarde blindvermogen Q in te voeren voor elke door de DNO gespecificeerde relaisstatus. De ingevoerde waarde wordt ingesteld op elke omvormer en vertegenwoordigt het blindvermogen dat de omvormer zal afgeven. Laat insteltijd Q op 10 s staan, tenzij anders aangegeven door de DNO.
L00410637-01_10
13
5. Configuratie
Opmerkning: Q-waarden kunnen ook als absolute waarden worden ingevoerd door het wijzigen van de eenheid met behulp van de keuzebox.
5
Afbeelding 5.3: Configureren regeling blindvermogen – procent van Q (alleen TLX Pro+)
14
L00410637-01_10
5. Configuratie
5.3.2. Configuratie regeling blindvermogen – arbeidsfactor (alleen TLX Pro+) Vink ‘extern geregeld blindvermogen (Q)’ aan. Configureer de relaisstatussen K1-K4 conform de eisen van de DNO door het juiste arbeidsfactorsetpoint in te voeren voor elke door de DNO gespecificeerde relaisstatus. De omvormer werkt volgens de ingevoerde arbeidsfactorwaarde.
Opmerkning: Gebruik het display of de webinterface van de omvormer door naar [Setup → Omvormergegevens] te gaan om een omvormer als masteromvormer in te stellen.
5
5.3.3. Configureren van fallbackwaarden Desgewenst kan de fallbackmodus worden geactiveerd voor het regelen van zowel actief vermogen als blindvermogen, mits deze regelmodi zijn geselecteerd. De fallbackmodus wordt geactiveerd wanneer de masteromvormer geen verbinding met de CLX GM meer heeft of een volgeromvormer geen verbinding met de masteromvormer meer heeft. De time-out is in beide gevallen 10 minuten, en de fallbackmodus wordt automatisch gedeactiveerd als de verbinding weer is hersteld. De fallbackwaarden worden verspreid naar alle omvormers nadat de instellingen zijn opgeslagen.
Opmerkning: Bij aansluitingsproblemen tussen één of meerdere volgeromvormers en de masteromvormer, wordt alleen voor de betreffende omvormer(s) de fallbackmodus geactiveerd.
Afbeelding 5.4: Fallbackwaarden
L00410637-01_10
15
5. Configuratie
De netbeheerconfiguratie is nu afgerond en de werkelijke instelwaarden vindt u in het menu: Installatieniveau [Status → Netbeheer].
5
Afbeelding 5.5: Netbeheer
16
L00410637-01_10
6. Technische gegevens
6. Technische gegevens CLX GM Processor Display Interfaces Klemmenstroken met 12 klemmen Behuizing Gewicht Vochtigheidsbereik Omgevingsvochtigheid Bedrijfstemperatuur Afmetingen (zonder schroeven en montageplaat) Vermogen Stroomverbruik in stand-by
32-bits microcontroller, 96 MHz Display 4 x 20 lcd ASCII met schermverlichting LAN (Ethernet 10/100 Mbit) 6 x digitale ingangen (met eigen voeding), zonder galvanische scheiding voor extern zwevend contact Tweedelige, ventilatorloze metalen behuizing voor railmontage (IP 20) 330 g netto (zonder accessoires en externe netadapter) < 80% niet-condenserend Installatie binnen/in schakelkast Minimum 0 tot 50 °C 160 mm x 100 mm x 31 mm (b x h x d) 12-30 V DC Ca. 1 watt
L00410637-01_10
6
17
Danfoss Solar Inverters A/S Ulsnaes 1 DK-6300 Graasten Denmark Tel: +45 7488 1300 Fax: +45 7488 1301 E-mail:
[email protected] www.danfoss.com/solar
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar produkten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde produkten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden. Rev. date 2013-02-22 Lit. No. L00410637-01_10