MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
TLX
Referentiehandleiding
Three-phase – 6k, 8k, 10k, 12.5k and 15k
SOLAR INVERTERS
Veiligheid en conformiteit
Veiligheid en conformiteit Algemene veiligheid Veiligheid Alle personen die omvormers installeren en onderhouden, moeten:
•
opgeleid zijn in en ervaring hebben met de algemene veiligheidsvoorschriften voor het werken aan elektrische apparatuur;
•
vertrouwd zijn met de lokale vereisten, regels en voorschriften voor de installatie.
Typen veiligheidsmeldingen
WAARSCHUWING Belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot de persoonlijke veiligheid. Waarschuwingen worden gebruikt om te wijzen op mogelijk gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.
VOORZICHTIG Waarschuwingen met symbool worden gebruikt om te wijzen op mogelijk gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot licht of matig letsel.
VOORZICHTIG
Waarschuwingen zonder symbool worden gebruikt om te wijzen op situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
NB NB wordt gebruikt om informatie te benadrukken die zorgvuldig in acht moet worden genomen.
NB Vóór het installeren Controleer de omvormer en de verpakking op eventuele beschadigingen. Neem in geval van twijfel contact op met uw leverancier, voordat u de omvormer installeert.
VOORZICHTIG
Installatie Volg de aangegeven stappen in deze handleiding om optimale veiligheid te waarborgen. Denk eraan dat de omvormer twee kanten heeft waar spanning op staat: de PV-ingang en het AC-net.
WAARSCHUWING De omvormer loskoppelen Schakel de netspanning af met de netschakelaar en schakel de PV af met de schakelaar voor de PV-belasting, voordat u met werkzaamheden aan de omvormer begint. Zorg dat het apparaat niet onbedoeld opnieuw kan worden aangesloten. Gebruik een spanningsmeter om te controleren of het apparaat losgekoppeld en spanningsvrij is. Op de omvormer kan ook na afschakeling van het stroomnet/de netvoeding en de zonnemodules nog steeds uiterst gevaarlijke, hoge spanning staan. Wacht na loskoppeling van het stroomnet en de PV-panelen minimaal 30 minuten voordat u verdergaat.
VOORZICHTIG Onderhoud en aanpassing Alleen bevoegd personeel mag de omvormer repareren of aanpassen. Gebruik voor uw persoonlijke veiligheid alleen originele reserveonderdelen die bij uw leverancier verkrijgbaar zijn. Bij gebruik van niet-originele reserveonderdelen is naleving van CE-richtlijnen met betrekking tot elektrische veiligheid, EMC en machineveiligheid niet gewaarborgd. De temperatuur van de koelribben en de onderdelen in de omvormer kan hoger worden dan 70 °C. Let op dat u geen brandwonden oploopt.
L00410320-07_10
Veiligheid en conformiteit
VOORZICHTIG Parameters voor functionele veiligheid Verander de parameters van de omvormer nooit zonder autorisatie van het lokale energiebedrijf en aanwijzingen van Danfoss. Het onbevoegd wijzigen van de parameters voor functionele veiligheid kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de omvormer. Bovendien worden in dat geval alle goedkeuringscertificaten en de garanties van Danfoss voor het gebruik van de omvormer ingetrokken. Danfoss kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor dergelijke verwondingen of ongevallen.
Gevaren van PV-systemen Gelijkspanningen tot 1.000 V zijn in een PV-systeem aanwezig, zelfs als het elektriciteitsnet is losgekoppeld. Fouten of verkeerd gebruik kunnen tot elektrische ontlading leiden.
WAARSCHUWING Werk daarom niet aan de omvormer tijdens het ontkoppelen van de DC en AC-stroom. De kortsluitstroom van de fotovoltaïsche panelen is iets hoger dan de maximale arbeidsstroom en is afhankelijk van het niveau van de zonnestraling.
Schakelaar voor PV-belasting
De schakelaar voor PV-belasting (1) voor het veilig loskoppelen van de DC-spanning.
Conformiteit Ga voor meer informatie naar de downloadzone op www.danfoss.com/solar, Goedkeuringen en certificaten. CE-markering – hiermee wordt gecertificeerd dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke voorschriften conform richtlijn 2004/108/EG en 2006/95/EG. Tabel 1.1
L00410320-07_10
Inhoud
Inhoud 1 Inleiding
5
1.1 Inleiding
5
1.2 Lijst met symbolen
5
1.3 Lijst met afkortingen
5
1.4 Softwareversie
6
1.5 Gerelateerde publicaties
6
2 Beschrijving van de omvormer 2.1 Versies
7 7
2.2 Mechanisch overzicht van de omzetter
11
2.3 Beschrijving van de omvormer
12
2.3.1 Functioneel overzicht
12
2.3.2 Functionele veiligheid
13
2.3.3 Internationale omvormer
13
2.3.4 Reductie
14
2.3.5 MPPT
16
2.3.6 PV-aftasting
16
2.3.7 Rendement
18
2.3.8 Interne overspanningsbeveiliging
22
2.4 Zelftestprocedure
22
3 Wijziging van de instellingen voor Functionele veiligheid en Netcode
23
3.1 Instellingen Functionele veiligheid
23
3.2 Wijzigingsprocedure
23
4 Vereisten voor aansluiting
24
4.1 Richtlijnen voor pre-installatie
24
4.2 Vereisten voor AC-aansluiting
24
4.2.1 Stroomonderbreker, kabelzekering en belastingsschakelaar
24
4.2.2 Impedantie van het stroomnet
28
4.3 Vereisten voor PV-aansluiting
28
4.3.1 Aanbevelingen en doelstellingen bij de dimensionering
36
4.3.2 Dunne film
37
4.3.3 Overspanningsbeveiliging
38
4.3.4 Thermisch beheer
38
4.3.5 Simulatie van PV
38
5 Installatie en opstarten
39
5.1 Afmetingen en patronen voor installatie
39
5.2 De omvormer monteren
42
L00410320-07_10
1
Inhoud
5.3 De omvormer demonteren
43
5.4 De omvormer openen en sluiten
43
5.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet
45
5.6 Parallelle configuratie PV-string
47
5.7 PV-aansluiting
49
5.7.1 Handmatige PV-configuratie
6 Aansluiting van randapparatuur
50
6.1 Overzicht
50
6.2 Kabels voor randapparatuur installeren
51
6.2.1 RS-485-randapparatuur en Ethernet-apparatuur met RJ-45-aansluiting
51
6.2.2 Overige randapparaten
51
6.3 Sensoringangen
53
6.3.1 Temperatuursensor
53
6.3.2 Instralingssensor
53
6.3.3 Energiemetersensor (S0)
53
6.4 Relaisuitgang
53
6.4.1 Alarm
53
6.4.2 Eigen verbruik
53
6.5 Gsm-modem
54
6.6 Ethernet-communicatie
54
6.7 RS-485-communicatie
54
7 Gebruikersinterface
55
7.1 Geïntegreerde displayeenheid
55
7.1.1 Weergave
56
7.1.2 Weergave 2
56
7.1.3 Status
57
7.1.4 Productielog
60
7.1.5 Setup
62
7.2 Overzicht van gebeurtenissenlog
66
7.3 Configuratie van randeenheden
66
7.3.1 Configuratie van de sensor
66
7.3.2 Communicatiekanaal
68
7.3.3 GSM-modem
68
7.3.4 RS-485-communicatie
68
7.3.5 Ethernet-communicatie
68
7.4 Opstarten en instellingen controleren
68
7.4.1 Eerste setup
68
7.5 Mastermodus
2
49
70
L00410320-07_10
Inhoud
8 Beknopte handleiding voor Web Server
72
8.1 Inleiding
72
8.2 Ondersteunde tekens
72
8.3 Toegang en eerste setup
72
8.4 Werking
73
8.4.1 Webinterfacestructuur
73
8.4.2 Installatie-, groeps- en omvormerweergave
75
8.5 Aanvullende informatie
76
9 Aanvullende diensten
77
9.1 Inleiding
77
9.1.1 Theorie actief vermogen/blindvermogen
77
9.2 Overzicht aanvullende diensten
78
9.3 Dynamische netwerkondersteuning
78
9.3.1 Voorbeeld – Duitsland MV
78
9.4 Regeling actief vermogen
80
9.4.1 Vaste limiet
80
9.4.2 Dynamische waarde
80
9.4.3 Externe aanpassing van het uitgangsvermogensniveau
81
9.5 Regeling blindvermogen
82
9.5.1 Constant waarde
82
9.5.2 Dynamische waarde
83
9.5.3 Externe aanpassing van het blindvermogen
84
9.6 Fallback-waarden
86
10 Onderhoud en reparaties
87
10.1 Problemen verhelpen
87
10.2 Onderhoud
87
10.2.1 De kast reinigen
87
10.2.2 Het koellichaam reinigen
87
11 Technische gegevens
88
11.1 Algemene gegevens
88
11.2 Normen en standaarden
90
11.3 UTE-vereisten Frankrijk
91
11.4 Installatie
91
11.5 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie
92
11.6 Specificaties netspanningscircuit
93
11.7 Specificaties extra interfaces
93
11.7.1 Netwerktopologie
96
L00410320-07_10
3
Inhoud
12 Bijlage A – Lijst met gebeurtenissen
4
98
12.1.1 Hoe gebruikt u deze Lijst met gebeurtenissen
98
12.1.2 Gebeurtenissen op het net
98
12.1.3 PV-gebeurtenissen
102
12.1.4 Interne gebeurtenissen
104
12.1.5 Gebeurtenissencommunicatie
112
L00410320-07_10
Inleiding
1 Inleiding
1 1 1.1 Inleiding
1.2 Lijst met symbolen
Deze handleiding beschrijft het plannen, installeren en de basisbediening van de TLX Series fotovoltaïsche omvormers.
Symbool
Toelichting
Cursief
1) Verwijst naar een sectie in de huidige handleiding. 2) Cursief wordt ook gebruikt om een bedrijfsmodus aan te geven, bijvoorbeeld de bedrijfsmodus Bezig met verbinden.
[ ] gebruikt in de tekst
1) Bevat een pad voor de menunavigatie. 2) Wordt ook gebruikt voor afkortingen, zoals [kW].
[Installatie]
Menuoptie die toegankelijk is op installatieniveau.
[Groep]
Menuoptie die toegankelijk is op groepsniveau of hoger.
[Omvormer]
Menuoptie die toegankelijk is op omvormerniveau of hoger.
→
Geeft een stap in de menunavigatie aan. Opmerking, nuttige informatie. Voorzichtig, belangrijke veiligheidsinformatie.
# ... #
Naam van de installatie, groep of omvormer in een sms of emailbericht, bijvoorbeeld #installatienaam#.
Afbeelding 1.1 Fotovoltaïsche omvormer Sitemap
Overzicht van de hoofdstukken Hoofdstuk Inhoud
Symbool
Toelichting
↳
Geeft een submenu aan.
[x]
Definieert het huidige gebruikersniveau, waarbij x staat voor 0-3.
2, 9, 11
Functies en specificaties van de omvormer
3, 4, 11
Installatievoorbereiding en planning
5, 6
Installatie van omvormers en randapparatuur
7
Lokale configuratie en bewaking van de omvormer Zie dit hoofdstuk voor meer informatie over het verkrijgen van toegang
1.3 Lijst met afkortingen
8
Externe configuratie en bewaking, via webinterfacetoegang
Afkorting
Beschrijving
cat5e
9
Functies voor aanvullende diensten, voor netondersteuning
Categorie 5-kabel met gedraaide paren (verbeterd)
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
DNO
Distribution Network Operator – distributienetwerkoperator
10
Onderhoud
12
Problemen oplossen en gebeurtenissen
Tabel 1.2 Symbolen
Tabel 1.1 Overzicht van de hoofdstukken
Functionele veiligheids- en netbeheerparameters zijn met een wachtwoord beveiligd.
DSL
Digital Subscriber Line
EMC (richtlijn)
Electromagnetic Compatibility Directive – Richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit
ESD
Electrostatic Discharge – elektrostatische ontlading
L00410320-07_10
5
1 1
Inleiding
Afkorting
Beschrijving
FRT
Fault ride through
GSM
Globaal systeem voor mobiele communicatie
IEC
Internationale elektrotechnische commissie
LED
Lichtemitterende diode
LVD (richtlijn)
Low Voltage Directive – Laagspanningsrichtlijn
MPP
Maximum power point – maximaal vermogenspunt
MPPT
Maximaal vermogenspunt-tracker
P
P is het symbool voor actief vermogen en wordt gemeten in watt (W)
PCB
Printed Circuit Board – printplaat
PCC
Punt van gemeenschappelijke aansluiting (PCC) Het punt op het openbare elektriciteitsnet waarop andere klanten zijn of kunnen worden aangesloten.
PE
Protective Earth – aardverbinding
PELV
Protected extra-low voltage – beschermende extra lage spanning
PLA
Aanpassing vermogensniveau
PNOM
Vermogen, nominale omstandigheden
POC
Aansluitpunt Het punt waar het PV-systeem is aangesloten op het openbare elektriciteitsnet.
PSTC
Vermogen, standaardtestomstandigheden
PV
Fotovoltaïsch, fotovoltaïsche cellen
RCMU
Residual Current Monitoring Unit – reststroommonitor
RISO
Isolatieweerstand
ROCOF
Rate Of Change Of Frequency – veranderingssnelheid van frequentie
RTC
Real Time Clock – realtimeklok
Q
Q is het symbool voor blindvermogen en wordt gemeten in reactieve volt-ampère (VAr)
S
S is het symbool voor schijnbaar vermogen en wordt gemeten in volt-ampère (VA)
STC
Standaardtestomstandigheden
SW
Software
THD
Total Harmonic Distortion – totale harmonische vervorming
TN-S
Terre Neutre – Séparé (gescheiden). AC-netwerk
TN-C
Terre Neutre – Combiné (gecombineerd). ACnetwerk
TN-C-S
Terre Neutre – Combiné – Separé (gecombineerd – gescheiden). AC-netwerk
TT
Terre Terre. AC-netwerk
•
[Status → Omvormer → Serienr. en SW-versie → Omvormer] via het display;
•
[Omvormerniveau: Status → Omvormer → Serienr. en SW-versie → Omvormer] via de webinterface.
1.5 Gerelateerde publicaties
• • • • • •
Gebruikershandleiding TLX Series TLX Series Web Server Gebruikershandleiding Handleiding Weblogger Beknopte handleidingen en gebruikershandleidingen voor CLX-serie GSM-handleiding
Voor meer informatie kunt u terecht op de downloadzone op www.danfoss.com/solar. U kunt ook contact opnemen met de leverancier van de fotovoltaïsche omvormer.
Tabel 1.3 Afkortingen
1.4 Softwareversie Lees altijd de nieuwste versie van deze handleiding. Deze handleiding is van toepassing op omvormers met softwareversie 2.0 en later. Om de softwareversie te zien, gaat u naar
6
Installatiehandleiding TLX Series
L00410320-07_10
Beschrijving van de omvorme...
2 Beschrijving van de omvormer
2.1 Versies
2 2
De TLX Series-serie omvormers omvat de volgende versies: TLX TLX+ TLX Pro TLX Pro+ TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Gemeenschappelijke kenmerken Vermogen
6 kVA - 15 kVA
Behuizing
IP54
PV-connectoren
MC4-connectoren
Gebruikersinterface
Display Servicewebinterface
Talen
Webinterface DK, GB, DE, FR, ES, ITA, CZ, NL, GR
Tabel 2.1 Gemeenschappelijke kenmerken
L00410320-07_10
7
Beschrijving van de omvorme...
TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Bewaking (internet) Optioneel (retrofit):
Optioneel (retrofit):
GSM-module1 (door gebruiker gedefinieerd, incl. CLX-portaal)
GSM-module5
FTP (portaal)
2 2
✓4
Via accessoires (alleen CLX-portaal): CLX
2
CLX GM2 CLX GM3 Weblogger5 CLX E-mail
3
Weblogger CLX-portaal (alleen met een box of
Optioneel (retrofit): GSM-module5
GSM-module1)
SMS
✓4
Optioneel (retrofit): GSM-module1
Relais (alarm of eigen verbruik)
✓4
-
✓4
SolarApp Via accessoires:
Via accessoires:
CLX
2
CLX
2
CLX
3
CLX
3
CLX
GM2
CLX GM3 Tabel 2.2 Bewaking (internet) 1) 1 GSM-module per omvormer. 2) RS-485, max. 3 omvormers per netwerk. 3) RS-485, max. 20 omvormers per netwerk. 4) Ethernet, max. 100 omvormers per netwerk. 5) Max. 50 omvormers per netwerk. TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Bewaking (lokaal) Gebruikersinterface
Display voor eenvoudige configuratie en bewaking -
Ingebouwde webinterface voor geavanceerde configuratie en bewaking (via Ethernet)
Tabel 2.3 Bewaking (lokaal)
8
L00410320-07_10
Beschrijving van de omvorme...
TLX Danfoss5
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Netbeheer
Extern geregeld actief vermogen /PLA
CLX GM2
CLX GM4
GM3
CLX GM2
CLX
CLX GM3 Extern geregeld blindvermogen
-
CLX
GM2
CLX GM4
CLX
GM3
CLX GM2
2 2
CLX GM3 Dynamisch blindvermogen (PF(P)
✓
-
Dynamisch blindvermogen Q(U) Constant blindvermogen PF en Q
✓
-
✓
-
CLX GM2 CLX
Vaste limiet actief vermogen (P)
✓
Vaste limiet schijnbaar vermogen (S)
✓
Gesloten regelkring blindvermogen
-
✓6
Open regelkring blindvermogen
-
CLX CLX
-
✓4
-
✓6
-
✓4
GM3
2
GM3
Tabel 2.4 Netbeheer 1) Max. 50 omvormers per netwerk. 2) Max. 3 omvormers per netwerk. 3) Max. 20 omvormers per netwerk. 4) Ethernet, max. 100 omvormers per netwerk. 5) Of met andere producten van derden, via RS 485. 6) Door product van derden. TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Inbedrijfstelling Kopiëren van instellingen (netwerk van omvormers) PV-aftasting
✓4 (display en webinterface)
✓4 (display)
Setupwizard -
Servicewebinterface
✓4 Webinterface
Tabel 2.5 Inbedrijfstelling 4) Ethernet, max. 100 omvormers.
L00410320-07_10
9
Beschrijving van de omvorme...
Productlabel
Op het productlabel op de zijkant van de omvormer staat:
• • •
2 2
Afbeelding 2.1 Productlabel
10
L00410320-07_10
Type omvormer Belangrijke specificaties Serienummer, zie (1), gebruikt voor identificatie door Danfoss
Beschrijving van de omvorme...
2.2 Mechanisch overzicht van de omzetter
2 2
Afbeelding 2.2 Mechanisch overzicht van de omvormer
Item #
Naam onderdeel
Item #
Naam onderdeel
1
Wandplaat
12
Display
2
Condensatiekap
13
Voorpaneel
3
Koellichaam
14
Pakking voorpaneel
4
Schakelaar voor PV-belasting
15
Stuurkaart
5
Bodemplaat
16
Interne ventilator
6
Ventilatorrooster
17
Bevestigingsplaat voor printplaat
7
Externe ventilator
18
Vermogenskaart
8
Afdekking voor ventilatorgat
19
Spoelenkast
9
AUX-kaart
20
Bovenplaat
10
Gsm-modem (optioneel)
21
Gsm-antenne (optioneel)
11
Communicatiekaart
Tabel 2.6 Legenda voor Afbeelding 2.2, onderdelen van de omvormer
L00410320-07_10
11
2 2
Beschrijving van de omvorme...
De omvormer heeft diverse interfaces:
•
2.3 Beschrijving van de omvormer 2.3.1 Functioneel overzicht De TLX Series bestaat uit driefaseomvormers zonder transformator met een hoogwaardige omvormerbrug met drie niveaus. Voor maximale flexibiliteit heeft de omvormer twee of drie afzonderlijke ingangen en hetzelfde aantal MPP-trackers. De omvormer heeft een geïntegreerde reststroommonitor, isolatietestfuncties en een geïntegreerde schakelaar voor de PV-belasting. Om bij fouten in de netspanning een betrouwbare vermogensproductie te kunnen handhaven, heeft de omvormer uitgebreide ridethroughfuncties. De omvormer ondersteunt diverse internationale netvereisten.
•
•
•
Gebruikersinterface -
Display
-
Servicewebinterface (TLX en TLX+)
-
webinterface (TLX Pro en TLX Pro+)
Communicatie-interface: -
Standaard RS-485
-
Optioneel GSM-modem
-
Ethernet (TLX Pro en TLX Pro+)
Sensoringangen -
Ingang S0-meting
-
Ingang instralingssensor (referentiecel)
-
3 x temperatuuringangen (PT1000)
Alarmuitgangen -
Afbeelding 2.3 Overzicht van het aansluitgebied
1
Aansluitgebied AC, zie 5.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet.
2
Communicatie, zie 6 Aansluiting van randapparatuur.
3
Aansluitgebied DC, zie 5.7 PV-aansluiting.
Tabel 2.7 Legenda voor Afbeelding 2.3
12
L00410320-07_10
1 x potentiaalvrij relais
Beschrijving van de omvorme...
2.3.2 Functionele veiligheid
nachtmodus. De gebruikers- en communicatie-interfaces worden nog gevoed, maar alleen voor communicatie.
De omvormers zijn ontworpen voor internationaal gebruik, met een functioneel veiligheidscircuitontwerp dat aan een groot aantal internationale voorschriften voldoet (zie 2.3.3 Internationale omvormer). Immuniteit enkelvoudige fout Het circuit voor de functionele veiligheid is ontworpen met twee onafhankelijke bewakingseenheden, die elk een set netscheidingsrelais regelen om immuniteit bij enkelvoudige fouten te garanderen. Alle circuits voor functionele veiligheid worden tijdens het opstarten getest om een veilige werking te waarborgen. Als een circuit tijdens de zelftest meer dan één op de drie keer een fout geeft, schakelt de omvormer over naar de fail-safemodus. Als de gemeten netspanningen, netfrequenties of reststroomwaarden voor de twee zelfstandige circuits bij normaal bedrijf onderling te veel verschillen, stopt de omvormer met het leveren van energie aan het net en wordt de zelftest herhaald. De circuits voor functionele veiligheid zijn altijd geactiveerd en kunnen niet worden uitgeschakeld.
Bezig met verbinden (groene led knippert) De omvormer wordt opgestart als de PV-ingangsspanning een waarde van 250 V bereikt. De omvormer voert een aantal interne zelftests uit, waaronder automatische PVdetectie en meting van de weerstand tussen de PV-arrays en aarde. Ondertussen worden ook de netparameters gecontroleerd. Wanneer de netparameters gedurende de vereiste tijdsduur binnen de specificaties zijn gebleven (afhankelijk van de netcode), begint de omvormer met het leveren van energie aan het net. Op het net (groen lampje aan) De omvormer is aangesloten op het net en levert energie aan het net. De omvormer wordt in de volgende gevallen losgekoppeld: De omvormer neemt abnormale netcondities waar (afhankelijk van de netcode), er heeft zich een interne gebeurtenis voorgedaan of er is geen PV-vermogen aanwezig (er is gedurende 10 minuten geen vermogen aan het net geleverd). Daarna schakelt de omvormer over naar de modus Bezig met verbinden of de modus Van het net.
Driefasedetectie van netuitval (LoM)
Fail-safe (rode led knippert) Als de omvormer tijdens de zelftest of tijdens bedrijf een fout in de stroomkringen waarneemt (in de modus Bezig met verbinden), dan schakelt de omvormer over naar de fail-safemodus, waarbij de omvormer wordt losgekoppeld van de PV. De omvormer blijft in de fail-safemodus totdat er minimaal 10 minuten geen PV-vermogen beschikbaar was of totdat de omvormer helemaal is uitgeschakeld (wisselspanning en PV).
Rate-of-Change-of-Frequency (ROCOF) (veranderingssnelheid frequentie)
Zie 10.1 Problemen verhelpen voor meer informatie.
Stroomnetbewaking Het stroomnet wordt continu bewaakt als de omvormer energie levert aan het net. De volgende parameters worden bewaakt:
•
Magnitude van de netspanning (momenteel en gemiddelde over 10 minuten)
• • •
Frequentie netspanning
• •
DC-gehalte in de netstroom
2.3.3 Internationale omvormer
Reststroommonitor (RCMU)
De omvormer stopt met het leveren van energie aan het net als een van de parameters tegenstrijdig is met de netcode. De isolatieweerstand tussen de PV-arrays en aarde wordt ook tijdens de zelftest getest. De omvormer zal geen energie meer leveren aan het net als de weerstand te laag is. Na 10 minuten wordt opnieuw geprobeerd om energie te leveren aan het net. De omvormer heeft vier bedrijfsmodi. Zie 7.1 Geïntegreerde displayeenheid voor informatie over leds.
De omvormer is voorzien van diverse netcodes om te voldoen aan nationale vereisten. Vraag om goedkeuring van de lokale distributienetwerkoperator (DNO) voordat u een omvormer op het stroomnet aansluit. Zie 7.4 Opstarten en instellingen controleren voor het selecteren van de netcode bij de installatie. U kunt de huidige instelling voor de netcode weergeven
• •
Van het net (lampjes uit) Wanneer er langer dan 10 minuten geen vermogen aan het net wordt geleverd, wordt de omvormer losgekoppeld van het stroomnet en uitgeschakeld. Dit is de normale
L00410320-07_10
via het display, via [Status → Omvormer]; via de webinterface, via [Omvormerniveau: Status → Omvormer → Algemeen].
13
2 2
Beschrijving van de omvorme...
•
Om de netcode te wijzigen:
•
2 2
voor beveiligingsniveau 2, vraag een 24-uurs gebruikersnaam en wachtwoord aan bij de serviceafdeling;
•
log in met de ontvangen gebruikersnaam en wachtwoord (beveiligingsniveau 2);
•
selecteer de netcode,
•
via het display, via [Setup → Setupgegevens];
•
via de webinterface, via [Omvormerniveau: Setup → Setupgegevens].
Zie 3.2 Wijzigingsprocedure voor meer informatie. Neem contact op met Danfoss voor meer informatie over de diverse netcodes. Het selecteren van een netcode heeft gevolgen voor de volgende instellingen:
•
Netuitval (LoM – Loss of Mains) wordt door twee verschillende algoritmes gedetecteerd: 1.
2.
14
Driefasespanningsbewaking (de omvormer regelt de driefasestromen zelf). De cyclische rms-waarden van de fase-fasenetspanningen worden vergeleken met een lagere uitschakelinstelling. Als de rms-waarden de instellingen voor uitschakeling (trip) overschrijden gedurende een tijd die langer is dan de 'hersteltijd', stopt de omvormer met het leveren van energie aan het net. Veranderingssnelheid frequentie (ROCOF – Rate of change of frequency). De ROCOF-waarden (positief of negatief) worden vergeleken met de instellingen voor uitschakeling. Wanneer de grenswaarden worden overschreden, stopt de omvormer met het leveren van energie aan het net.
de cyclische rms-waarde van de reststroom de instellingen voor uitschakeling (trip) overschrijden gedurende een tijd die langer is dan de 'hersteltijd';
-
er een plotselinge stijging van het DCgehalte in de reststroom wordt gedetecteerd.
De isolatieweerstand tussen aarde en PV wordt gemeten tijdens het opstarten van de omvormer. Als de waarde te laag is, wacht de omvormer 10 minuten en probeert hij daarna weer energie te leveren aan het net. Opmerking: De waarde wordt gecorrigeerd met 200 kΩ ter compensatie van eventuele meetonnauwkeurigheid.
•
Als de omvormer geen energie meer levert aan het net vanwege de netfrequentie of de netspanning (anders dan driefasige netuitval, LoM) en als de frequentie of de spanning binnen korte tijd wordt hersteld (korte onderbrekingstijd), kan de omvormer opnieuw worden aangesloten als de netparameters gedurende de gespecificeerde tijd (tijd voor opnieuw aansluiten) binnen de grenswaarden zijn gebleven. Anders keert de omvormer terug naar de normale aansluitprocedure.
Instellingen Functionele veiligheid De cyclische rms-waarden van de netspanning worden vergeleken met de twee laagste en twee hoogste instellingen voor uitschakeling (trip), bijv. overspanning (fase 1). Als de rms-waarden de instellingen voor uitschakeling (trip) overschrijden gedurende een tijd die langer is dan de 'hersteltijd', stopt de omvormer met het leveren van energie aan het net.
-
•
Instellingen voor het verbeteren van de vermogenskwaliteit van het net Zie 9 Aanvullende diensten voor meer informatie.
•
Reststroom wordt bewaakt. De omvormer stopt met het leveren van energie aan het net wanneer:
Zie 9 Aanvullende diensten voor aanvullende, niet-veiligheidsgerelateerde functies die afhankelijk zijn van de netcode.
2.3.4 Reductie Reductie van het uitgangsvermogen is een manier om de omvormer te beschermen tegen overbelasting en potentiële fouten. Bovendien kan reductie ook worden geactiveerd om het net te ondersteunen door het uitgangsvermogen van de omvormer te verlagen of te beperken. Reductie wordt geactiveerd door: 1.
Te hoge PV-stroom
2.
Te hoge interne temperatuur
3.
Overspanning net
4.
Overfrequentie net1
5.
Extern commando (PLA-functie)1
1) Zie 9 Aanvullende diensten. Reductie is mogelijk door de PV-spanning aan te passen en daarna buiten het maximale vermogenspunt van de PVarrays te werken. De omvormer blijft het vermogen beperken totdat de potentiële overbelasting stopt of het PLA-niveau is bereikt. De totale reductietijd van de
L00410320-07_10
Beschrijving van de omvorme...
P[W]
150AA033.11
omvormer kan via het display worden uitgelezen: [Log → Reductie], beveiligingsniveau 1. Reductie wegens PV-stroom of netvermogen geeft aan dat er te veel PV-vermogen is geïnstalleerd, terwijl reductie wegens netstroom, netspanning en netfrequentie problemen met het net aangeeft. Zie 9 Aanvullende diensten voor meer informatie.
2 2
Bij reductie wegens de temperatuur kan het uitgangsvermogen met maximaal 1,5 kW schommelen.
2. Te hoge interne temperatuur Reductie vanwege de temperatuur is een teken van een te hoge omgevingstemperatuur, een vuil koellichaam, een geblokkeerde ventilator of iets dergelijks. Zie 10.2 Onderhoud voor advies. 150AA035.11
PNOM P 1.0 0.9
U2
Afbeelding 2.5 Netspanning boven de door de DNO bepaalde limiet
U1 Vast U2 Grenswaarde uitschakeling Tabel 2.8 Legenda voor Afbeelding 2.5
Als de netspanning lager is dan de nominale spanning (230 V) past de omvormer reductie toe om te voorkomen dat de huidige limiet wordt overschreden. PNOM P 1.0
0.8
U[V]
150AA034.11
1. Te hoge PV-stroom De omvormer zal de PV-spanning verhogen tot maximaal 12 A. Indien het maximum van 12 A wordt overschreden, schakelt de omvormer af van het net.
U1
0.9
0.7
0.8
0.6
0.7
0.5 0.4 0.3
0.8
0.2
0.9
1.0
1.1
1.2
UNOM U
Afbeelding 2.6 Netspanning lager dan Unom
0.1 15
30
45
60 t [°C]
Afbeelding 2.4 Temperatuurreductie
3. Overspanning net Als de netspanning een vooraf door de DNO gedefinieerde grenswaarde U1 overschrijdt, verlaagt de omvormer het uitgangsvermogen. Als de netspanning toeneemt en de gedefinieerde grenswaarde 10-min.gem. (U2) wordt overschreden, dan stopt de omvormer met het leveren van energie aan het net om de kwaliteit van de energie te handhaven en andere apparatuur die op het net is aangesloten, te beschermen.
L00410320-07_10
15
Beschrijving van de omvorme...
[%] 100.0
300 - 1000 W/m 2 2 100 - 500 W/m
99.8
2 2
150AA036.11
2.3.5 MPPT
99.6 99.4
99.2 99.0 98.8 98.6 98.4 98.2 98.0
0
5
10
15
20
25
Afbeelding 2.7 Gemeten MPPT-rendement voor twee verschillende ramp-profielen.
Een MPPT (Maximum Power Point Tracker) is een algoritme dat continu probeert de uitgang van de PV-array te maximaliseren. Het MPPT-algoritme is gebaseerd op het transconductiealgoritme. Het algoritme werkt de PVspanning snel genoeg bij om snelle wijzigingen in de zonne-instraling, 30 W/(m²*s), te volgen.
2.3.6 PV-aftasting De typische vermogenskromme van een PV-string is nietlineair, en in situaties waarbij PV-panelen gedeeltelijk worden beschaduwd, bijvoorbeeld door een boom of schoorsteen, kan de kromme meer dan één lokaal MPP (maximaal vermogenspunt) hebben. Slechts een van deze punten is het algemene maximale vermogenspunt (algemene MPP). Met behulp van PV-aftasting lokaliseert de omvormer het algemene MPP, dus niet enkel het lokale MPP. De omvormer handhaaft de productie vervolgens op het optimale punt, het algemene MPP.
16
L00410320-07_10
30
35
40 1 2 I [W/m *s]
PDC[W]
150AA037.11
Beschrijving van de omvorme...
1
3
2 2 2
4
UDC[V] Afbeelding 2.8 Omvormeropbrengst, Vermogen (W) versus Spanning (V)
1
Zonnepanelen met volledige instraling – algemeen MPP
2
Zonnepanelen met gedeeltelijke schaduw – lokaal MPP
3
Zonnepanelen met gedeeltelijke schaduw – algemeen MPP
4
Bewolkte omstandigheden – algemeen MPP
Tabel 2.9 Legenda voor Afbeelding 2.8
De functie voor PV-aftasting bevat twee opties voor het aftasten van de volledige kromme:
•
Standaard aftasting – normale aftasting met een voorgeprogrammeerd interval
•
Geforceerde aftasting
Standaard aftasting Gebruik standaard aftasting om de opbrengst te optimaliseren wanneer er sprake is van permanente schaduw op het PV-paneel. De karakteristiek wordt in dat geval afgetast met de gedefinieerde intervallen om ervoor te zorgen dat de productie blijft gehandhaafd op het algemene MPP. Procedure: Installatieniveau In de webinterface: 1.
Ga naar [Installatieniveau: Setup → PV-aftasting → Type aftasting]. Selecteer 'Standaard aftasting'.
2.
Ga naar [Installatieniveau: Setup → PV-aftasting → Aftastinterval]. Geef het gewenste aftastinterval op in minuten.
L00410320-07_10
17
Beschrijving van de omvorme...
2.3.7 Rendement
Omvormerniveau In de webinterface:
2 2
1.
Ga naar [Omvormerniveau: Setup → PV-aftasting → Type aftasting]. Selecteer 'Standaard aftasting'.
2.
Ga naar [Omvormerniveau: Setup → PV-aftasting → Aftastinterval]. Geef het gewenste aftastinterval op in minuten.
Het omzettingsrendement is gedurende 250 seconden met een Yokogawa WT 3000-precisieapparaat voor vermogensanalyse gemeten, bij 25 °C en een netspanning van 230 V. Het rendement voor elk nominaal omvormervermogen staat hieronder weergegeven:
Geforceerde aftasting Geforceerde aftasting werkt onafhankelijk van de standaard aftastfunctie en is bedoeld voor een evaluatie van de PVpanelen op lange termijn. De aanbevolen procedure is om na de inbedrijfstelling een eerste geforceerde aftasting uit te voeren en de resultaten op te slaan in een logbestand. Vergelijking van latere aftastingen met deze eerste aftasting geven aan in hoeverre vermogensverlies te wijten is aan veroudering van de zonnepanelen in de loop der tijd. Zorg voor vergelijkbare omstandigheden om de resultaten te kunnen vergelijken (temperatuur, instraling enz.). Procedure: Alleen op omvormerniveau
•
Ga naar [Omvormerniveau: Setup → PV-aftasting]. -
Klik op 'Aftasting forceren'.
Een geforceerde aftasting bestaat uit de volgende stappen: 1.
De omvormer loskoppelen van het net.
2.
De nullastspanning van de PV-panelen meten.
3.
De omvormer weer aansluiten op het net.
4.
PV-aftasting hervatten/voltooien.
5.
Normale productie hervatten.
Om de resultaten van de laatst uitgevoerde PV-aftasting te bekijken, gaat u naar
•
[Omvormerniveau: Omvormer → Status → PVaftasting];
•
[Installatieniveau: Installatie → Status → PVaftasting].
Meer informatie is te vinden in de handleiding TLX Series Web Server:
• •
18
hoofdstuk 4, PV-aftasting [0] [Installatie, Omvormer]; hoofdstuk 6, PV-aftasting [0] [Installatie, Omvormer].
L00410320-07_10
Beschrijving van de omvorme...
150AA038.11
η [%] 100
98
2 2
96
94
92
U DC [V] 420V 700V 800V
90
0
2000
4000
6000 P[W]
150AA040.11
Afbeelding 2.9 Rendement TLX Series 6k: Rendement [%] versus AC-vermogen [kW]
η [%] 100
98
96
UDC [V] 420V
94
700V 800V 92
90
0
2000
4000
6000 P[W]
Afbeelding 2.10 Rendement TLX Series 8k: Rendement [%] versus AC-vermogen [kW]
L00410320-07_10
19
Beschrijving van de omvorme...
150AA041.11
η [%] 100
98
2 2 96
94
92
U DC [V] 420V 700V 800V
90
0
2000
4000
6000 P[W]
Afbeelding 2.11 Rendement TLX Series 10k: Rendement [%] versus AC-vermogen [kW]
150AA042.11
η [%] 100
98
96
94
U DC [V]
92
420V 700V 800V 90
0
2000
4000
Afbeelding 2.12 Rendement TLX Series 12.5k: Rendement [%] versus AC-vermogen [kW]
20
L00410320-07_10
6000 P[W]
Beschrijving van de omvorme...
150AA043.11
η [%] 100
98
2 2 96
94
92
U DC [V] 420V 700V 800V
90
0
2000
4000
6000 P[W]
Afbeelding 2.13 Rendement TLX Series 15k: Rendement [%] versus AC-vermogen [kW]
TLX Series 6k
8k
PNOM/P
420 V
700 V
800 V
420 V
700 V
800 V
5%
88,2%
89,6%
87,5%
88,2%
90,9%
88,1%
10%
91,8%
92,8%
91,4%
92,4%
92,8%
92,6%
20%
93,6%
94,4%
94,5%
95,0%
96,5%
95,8%
25%
94.%
95,1%
95,3%
95,5%
96,9%
96,5%
30%
94,9%
95,8%
96,0%
95,9%
97,2%
96,9%
50%
96,4%
97,6%
97,4%
96,4%
97,7%
97,5%
75%
96,6%
97,8%
97,7%
96,4%
97,8%
97,8%
100%
96,7%
97,8%
97,9%
96,4%
97,8%
97,9%
95,7%
97,0%
96,7%
96,1%
97,3%
97,3%
EU
Tabel 2.10 Rendement TLX Series 6k en TLX Series 8k TLX Series 10k
12.5k
15k
PNOM/P
420 V
700 V
800 V
420 V
700 V
800 V
420 V
700 V
800 V
5%
87,3%
90,4%
89,1%
89,5%
92,2%
91,1%
91,1%
93,4%
92,5%
10%
90,6%
92,9%
92,5%
92,1%
94,1%
93,8%
93,1%
94,9%
94,6%
20%
94,4%
96,0%
95,6%
95,2%
96,6%
96,3%
95,7%
97,0%
96,7%
25%
95,2%
96,6%
96,3%
95,8%
97,1%
96,8%
96,2%
97,4%
97,1%
30%
95,7%
97,0%
96,7%
96,2%
97,4%
97,1%
96,5%
97,6%
97,4%
50%
96,6%
97,7%
97,5%
96,9%
97,9%
97,7%
97,0%
98,0%
97,8%
75%
96,9%
97,8%
97,8%
97,0%
97,8%
97,8%
96,9%
97,8%
97,7%
100%
97,1%
97,9%
97,9%
97,0%
97,8%
97,9%
96,9%
97,7%
97,9%
95,7%
97,0%
96,7%
96,1%
97,3%
97,3%
96,4%
97,4%
97,4%
EU
Tabel 2.11 Rendement TLX Series 10k, TLX Series 12.5k en TLX Series 15k
L00410320-07_10
21
2 2
Beschrijving van de omvorme...
2.3.8 Interne overspanningsbeveiliging PV-overspanningsbeveiliging PV-overspanningsbeveiliging is een functie die de omvormer en PV-modules actief beschermt tegen overspanning. De functie werkt onafhankelijk van de netaansluiting en blijft actief zolang de omvormer volledig functioneel is. Tijdens normaal bedrijf ligt de MPP-spanning tussen 250 en 800 V en is de PV-overspanningsbeveiliging niet actief. Als de omvormer wordt losgekoppeld van het net blijft de PV-spanning in een nullastscenario (geen MPP-tracking). Onder deze omstandigheden en bij een hoge instraling en lage moduletemperatuur kan de spanning stijgen en hoger dan 860 V worden. De overspanningsbeveiliging wordt dan actief. Wanneer de PV-overspanningsbeveiliging is geactiveerd, wordt de ingangsspanning bijna kortgesloten (geforceerd verlaagd tot ongeveer 5 V), zodat er nog net voldoende vermogen is om de interne circuits te voeden. De reductie van de ingangsspanning wordt uitgevoerd binnen 1,5 ms. Wanneer het net weer normaal werkt, schakelt de omvormer de PV-overspanningsbeveiliging uit, waarbij de MPP-spanning terugkeert naar een niveau in het bereik van 250-800 V. Middensspanningsbeveiliging Tijdens het opstarten (voordat de omvormer wordt aangesloten op het net) en terwijl de PV het middennet oplaadt, kan de overspanningsbeveiliging worden geactiveerd om overspanning op het middennet te voorkomen.
2.4 Zelftestprocedure Er kan een zelftest van de omvormer worden geïnitialiseerd door de zelftestprocedure voor de omvormer te activeren.
•
Ga via het display naar [Setup → Autotest] en druk op OK.
•
Ga via de webinterface naar [Omvormerniveau: Setup → Setupgegevens → Autotest] en klik op [Start → Test].
De handleiding voor de zelftest van de omvormer kan worden gedownload van www.danfoss.com/solar.
22
L00410320-07_10
Wijziging van de instelling...
3 Wijziging van de instellingen voor Functionele veiligheid en Netcode Procedure voor bevoegd technicus
3.1 Instellingen Functionele veiligheid De omvormer is ontworpen voor internationaal gebruik en voldoet aan een groot aantal vereisten met betrekking tot functionele veiligheid en netgedragingen. Parameters voor functionele veiligheid en enkele netcodeparameters zijn vooraf bepaald en hoeven tijdens de installatie niet te worden gewijzigd. Sommige netcodeparameters moeten echter tijdens de installatie worden gewijzigd om het lokale net te kunnen optimaliseren. Om aan deze verschillende vereisten te voldoen, is de omvormer uitgerust met vooraf ingestelde netcodes die de standaardinstellingen omvatten. Aangezien een wijziging van de parameters kan leiden tot een inbreuk op de wettelijke voorschriften en ook het net negatief kunnen beïnvloeden en de opbrengst van de omvormer kunnen verlagen, zijn wijzigingen beveiligd met een wachtwoord. Bepaalde wijzigingen uitsluitend in de fabriek worden uitgevoerd; dit is afhankelijk van het type parameter. In het geval van parameters voor optimalisatie van het lokale net mogen installateurs wijzigingen aanbrengen. Bij een wijziging van parameters wordt de netcode automatisch gewijzigd in 'Klantspecifiek'.
1.
Neem contact op met de servicehelpdesk om een 24-uurs wachtwoord voor niveau 2 en een gebruikersnaam aan te vragen.
2.
Gebruik dit wachtwoord om toegang te krijgen tot het systeem en wijzig de instelling voor de netcode via de webinterface of het display.
3.
3 3
-
Gebruik externe toegang om de instellingen via de webinterface of de serviceinterface te wijzigen [Omvormerniveau: Setup → Communicatie → Externe toegang].
-
De parameterwijziging wordt door de omvormer gelogd.
Vul het formulier 'Wijziging van functionele-veiligheidsparameters' in en onderteken dit. -
Voor toegang via de webserver Genereer een instellingenrapport Vul het door de webinterface gegenereerde formulier in op de pc.
4.
Stuur het volgende op naar de DNO: -
Het ingevulde en ondertekende formulier 'Wijziging van functioneleveiligheidsparameters'.
-
Een brief waarin wordt verzocht om een kopie van de autorisatie naar de eigenaar van de PV-installatie te sturen.
3.2 Wijzigingsprocedure Volg onderstaande procedure voor het wijzigen van de netcode, rechtstreeks of door middel van andere instellingen voor functionele veiligheid. Zie Internationale omvormer voor meer informatie. Procedure voor eigenaar PV-installatie 1.
Bepaal de gewenste instelling voor de netcode. De persoon die de beslissing neemt om de netcode te wijzigen, accepteert hiermee de volledig verantwoordelijkheid voor eventuele toekomstige conflicten.
2.
Geef de te wijzigen instelling door aan de bevoegde technicus.
L00410320-07_10
23
Vereisten voor aansluiting
4 Vereisten voor aansluiting NB 4.1 Richtlijnen voor pre-installatie Lees dit hoofdstuk voordat u het PV-systeem ontwerpt. Het geeft u de benodigde informatie om de integratie van TLX Series-omvormers in een PV-systeem te plannen:
4 4
•
Vereisten voor aansluiting op het elektriciteitsnet, met inbegrip van de keuze van de bescherming van de netkabel
• •
PV-systeemontwerp, met inbegrip van aarding Omgevingscondities, zoals ventilatie
VOORZICHTIG
Volg altijd de plaatselijke regels en voorschriften.
VOORZICHTIG Voorkom dat het systeem opnieuw wordt aangesloten door het gebied te markeren, af te sluiten of te vergrendelen. Wanneer het systeem per ongeluk opnieuw wordt aangesloten, kan dit leiden tot ernstige ongevallen.
VOORZICHTIG Dek alle spanningvoerende systeemonderdelen af die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken terwijl u werkzaamheden uitvoert. Zorg dat de gevarenzones duidelijk worden aangegeven. De omvormers zijn ontworpen met een driefase- en neutrale interface voor het elektriciteitsnet met een aardverbinding voor gebruik onder de volgende condities:
Netspanning, fase – nul Netfrequentie
Nominaal
Min.
Max.
230 V 20%
184 V
276 V
50 Hz 5%
45 Hz
Tussen de stroomonderbreker en de omvormer mag geen belasting van verbruikers worden toegepast. Het kan gebeuren dat de kabelzekering een overbelasting van de kabel niet herkent; zie 2.3.1 Functioneel overzicht. Gebruik altijd aparte zekeringen voor de belasting van verbruikers. Gebruik speciale stroomonderbrekers met belastingsschakelaarfuncties voor het schakelen van de belasting. Schroefzekeringen zoals 'Diazed' en 'Neozed' worden niet geschikt geacht als belastingsschakelaars. Zekeringhouders kunnen beschadigd raken als ze worden gedemonteerd terwijl ze worden belast. Gebruik de schakelaar voor PVbelasting om de omvormer uit te schakelen voordat u de zekeringelementen verwijdert/vervangt. De keuze van de klasse stroomonderbreker is afhankelijk van het bedradingsontwerp (dwarsdoorsnede van de draad), het type kabel, de bedradingsmethode, de omgevingstemperatuur, het nominale stroombereik van de omvormer enz. Soms is reductie van de klasse stroomonderbreker nodig vanwege zelfverhitting of blootstelling aan hitte. De maximale uitgangsstroom per fase is te vinden in Tabel 4.2. TLX Series
55 Hz
Tabel 4.1 Bedrijfscondities elektriciteitsnet
Wanneer u de netcode selecteert, worden de parameters in de bovengenoemde specificatie beperkt om aan de specifieke netcodes te voldoen. Aardingssystemen De omvormers kunnen werken met TN-S-, TN-C-, TN-C-Sen TT-systemen.
24
NB Wanneer een TN-C-aarding wordt gebruikt om aardlekstromen in de communicatiekabel te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat het aardpotentiaal van alle omvormers gelijk is.
4.2.1 Stroomonderbreker, kabelzekering en belastingsschakelaar
4.2 Vereisten voor AC-aansluiting
Parameter
Wanneer er naast de ingebouwde RCMU een externe RCD vereist is, moet een 300 mA RCD type B worden gebruikt om uitschakeling te voorkomen. IT-systemen worden niet ondersteund.
6k
8k
10k
12.5k
15k
Maximale omvormerstroom, Iacmax.
9,0 A
11,9 A
14,9 A
18,7 A
22,4 A
Aanbevolen zekering type gL/ gG
13 A
16 A
20 A
20 A
25 A
Aanbevolen automatische zekering type B
16 A
20 A
20 A
25 A
32 A
Tabel 4.2 Specificaties netspanningscircuit
L00410320-07_10
Vereisten voor aansluiting
Kabel
Conditie
Specificatie
AC Buitendiameter Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 6k, 8k en 10k
Kabel met 5 draden
Koper 18-25 mm 21 m 34 m 52 m 87 m 28 m 41 m 69 m 34 m 59 m
2,5 mm² 4 mm² 6 mm² 10 mm² 4 mm² 6 mm² 10 mm² 6 mm² 10 mm²
Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 12.5k Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 15k DC Kabellengte 4 mm² – 4,8 Ω/km Kabellengte 6 mm² – 3,4 Ω/km Bijbehorende connector Meerdere contacten * De afstand tussen de omvormer en de PV-array en -achterkant, plus de totale lengte van
Max. 1000 V, 12 A < 200 m* > 200-300 m* PV-ADSP4./PV-ADBP4. de kabels voor de PV-array.
4 4
Tabel 4.3 Kabelvereisten
NB
[%] 2
150AA044.11
Vermijd in de kabels een vermogensverlies van meer dan 1% van het nominale omvormervermogen.
2
2.5 mm 2
1.5
4 mm 2 6 mm 2
10 mm 1
0.5
0
0
20
40
60
80 [m]
Afbeelding 4.1 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 6k
L00410320-07_10
25
[%] 2
150AA045.11
Vereisten voor aansluiting
2
2.5 mm 1.5
4 mm 2 6 mm 2 10 mm 2
1
0.5
4 4
0
0
20
40
60
80 [m]
60
80 [m]
[%] 2
1.5
150AA046.11
Afbeelding 4.2 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 8k
2.5 mm2 2 4 mm 2 6 mm 2
10 mm
1
0.5
0
0
20
40
Afbeelding 4.3 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 10k
26
L00410320-07_10
Vereisten voor aansluiting
150AA047.11
[%] 2 2
4 mm 2 6 mm 1.5
2
10 mm
1
0.5
0
0
4 4 20
40
60
80 [m]
60
80 [m]
Afbeelding 4.4 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 12.5k
150AA048.11
[%] 2 2
4 mm 2 6 mm 1.5
2
10 mm
1
0.5
0
0
20
40
Afbeelding 4.5 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 15k
Houd ook rekening met het volgende wanneer u het type kabel en de dwarsdoorsnede kiest: -
Omgevingstemperatuur
-
Indeling van het type (in muur, onder grond, vrije luchtstroming enz.)
-
UV-weerstand
L00410320-07_10
27
Vereisten voor aansluiting
4.2.2 Impedantie van het stroomnet
metingen worden gebruikt om verliezen te voorkomen. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met de nullastspanning bij het aansluitpunt. De maximaal toegestane impedantie van het stroomnet, als een functie van de nullastspanning voor de TLX Series-omvormers, wordt in de volgende afbeelding aangegeven.
De impedantie van het stroomnet moet overeenkomen met de specificaties om onbedoelde loskoppeling van het stroomnet of reductie van het uitgangsvermogen te voorkomen. Het is net zo belangrijk dat de juiste kabelaf-
6 kW 8 kW 10 kW
2.5
4 4
150AA049.11
ZG [ ] 3
2
12.5 kW 15 kW
1.5 1 0.5 0 230
235
245
240
250
255 UAC [V]
Afbeelding 4.6 Impedantie van het stroomnet: maximaal toegestane impedantie van het stroomnet [Ω] versus nullastspanning [V]
Zie 4.3.1 Aanbevelingen en doelstellingen bij de dimensionering voor hulp en aanbevelingen met betrekking tot het dimensioneren van de PV-generator (modulearray) om deze af te stemmen op de onderstaande capaciteit van de omvormer.
4.3 Vereisten voor PV-aansluiting De nominale/maximale ingangsspecificatie per PV-ingang en het totaal staan vermeld in Tabel 4.4. Om schade aan de omvormer te voorkomen, moeten de grenswaarden in de tabel in acht genomen worden bij het dimensioneren van de PV-generator voor de omvormer. Parameter
TLX Series 6k
Aantal PV-ingangen
8k
10k
Maximale ingangsspanning, nullast (Vdcmax)
1.000 V 250 V
Maximale MPP-spanning (Vmppmax)
800 V
Max./nom. ingangsstroom (Idcmax)
12 A
Maximale kortsluitstroom (Isc)
12 A
Maximaal PV-ingangsvermogen per MPPT (Pmpptmax) totaal (ΣPmpptmax)
8.000 W 6.200 W
Tabel 4.4 PV-bedrijfscondities
28
15k 3
Minimale MPP-spanning (Vmppmin)
Max./nom. omgezet PV-ingangsvermogen,
12.5k
2
L00410320-07_10
8.250 W
10.300 W
12.900 W
15.500 W
150AA075.10
Vereisten voor aansluiting
I [A]
I sc I dc, max
12, 250 12, 667
4 4 1
10, 800
V dc, max
V dc, min
V dcmpptmax
U [V]
Afbeelding 4.7 Bedrijfsbereik per MPP-Tracker
1
is. Controleer de specificatie van de kortsluitstroom bij de hoogste bedrijfstemperatuur van de PV-module.
Bedrijfsbereik per MPP-Tracker
Tabel 4.5 Legenda voor Afbeelding 4.7
Maximale nullastspanning De maximale nullastspanning van de PV-strings mag niet hoger zijn dan de maximale nullastspanning van de omvormer. Controleer de specificatie van de nullastspanning bij de laagste bedrijfstemperatuur van de PVmodule. Controleer ook of de maximale systeemspanning van de PV-modules niet wordt overschreden. Controleer tijdens de installatie de spanning, voordat u de PVmodules aansluit op de omvormer; gebruik een voltmeter van categorie III die DC-waarden tot 1.000 V kan meten. Voor dunnefilmmodules zijn er speciale vereisten van toepassing. Zie 4.3.2 Dunne film.
Neem de vermogenslimieten voor afzonderlijke PVingangen in acht. Het omgezette ingangsvermogen wordt echter beperkt door het totaal van het maximaal omgezette PV-ingangsvermogen (Σmpptmax) en niet de som van het maximale PV-ingangsvermogen per MPPT (Pmpptmax1 + Pmpptmax2 + Pmpptmax3). Max./nom. omgezet PV-ingangsvermogen, totaal De 2 en/of 3 MPP-trackers kunnen in totaal meer vermogen aan dan de omvormer kan omzetten. De omvormer zal het stroomverbruik verlagen door de MPP te schakelen wanneer een overschot aan PV-vermogen beschikbaar is.
MPP-spanning De MPP-spanning van de string moet binnen het werkingsbereik van de MPP-tracker van de omvormer liggen, zoals bepaald door de minimale bedrijfsspanning van de MPP (250 V) en de maximale bedrijfsspanning van de MPP (800 V), voor het temperatuurbereik van de PV-modules. Kortsluitstroom De maximale kortsluitstroom (Isc) mag niet hoger zijn dan het absolute maximum waartegen de omvormer bestand
L00410320-07_10
29
1
150AA080.10
Vereisten voor aansluiting
DC
2 1
4 4
AC 1
Afbeelding 4.8 Max./nom. omgezet PV-ingangsvermogen, totaal
1 2
Aarding Het is niet mogelijk de klemmen van de PV-arrays te aarden. Het is echter verplicht om alle geleidende materialen te aarden, zoals het bevestigingssysteem, om te voldoen aan de algemene codes voor elektrische installaties. Parallelle aansluiting van PV-arrays De PV-ingangen van de omvormer kunnen intern (of extern) parallel worden aangesloten. Zie Tabel 4.7. De voordelen en nadelen van parallelle aansluiting zijn:
Bedrijfsbereik voor elke afzonderlijke MPP-tracker. Σmpptmax, omgezet
Tabel 4.6 Legenda voor Afbeelding 4.8
Omgekeerde polariteit De omvormer is beveiligd tegen omgekeerde polariteit en zal geen energie produceren zolang de polariteit niet is gecorrigeerd. Omgekeerde polariteit veroorzaakt geen schade aan de omvormer of de connectoren.
VOORZICHTIG
•
•
Vergeet niet de schakelaar voor PV-belasting uit te schakelen voordat u de polariteit corrigeert! Weerstand van PV naar aarde Het bewaken van de weerstand van PV naar aarde is voor alle netcodes ingevoerd omdat het leveren van energie aan het elektriciteitsnet met een te lage weerstand schadelijk kan zijn voor de omvormer en/of de PVmodules. Volgens de Duitse standaard VDE0126-1-1 moet de minimale weerstand tussen de aansluitingen van de PVarrays en aarde 1 kΩ / VOC zijn, dus voor een systeem van 1.000 V komt dit overeen met een minimale weerstand van 1 MΩ. PV-modules die volgens de norm IEC 61215 zijn
30
ontworpen, worden echter alleen getest tot een specifieke weerstand van minimaal 40 MΩ*m². Dat betekent dus dat voor een energiecentrale van 15 kW met een rendement van 10% voor de PV-module het totale gebied van de modules 150 m² oplevert, wat weer een minimale weerstand van 40 MΩ*m²/150 m² = 267 kΩ oplevert. De vereiste grenswaarde van 1 MΩ is daarom verlaagd naar 200 kΩ (+ 200 kΩ ter compensatie van eventuele meetonnauwkeurigheid), met goedkeuring van de Duitse autoriteiten (Deutsche Gesetzliche Unfallversicherung, Fachausschuss Elektrotechnik). Tijdens de installatie moet de weerstand worden geverifieerd voordat de PV-modules op de omvormer worden aangesloten. De procedure voor het verifiëren van de weerstand staat in de sectie PV-aansluiting.
Voordelen -
Flexibiliteit in indeling
-
Een parallelle aansluiting maakt het mogelijk een enkele kabel met twee draden uit de PV-array naar de omvormer te leiden (lagere installatiekosten).
Nadelen -
Het is niet mogelijk elke individuele string in de gaten te houden.
-
Het kan nodig zijn om zekeringen/ diodes voor de strings te gebruiken.
Als de fysieke aansluiting is uitgevoerd, voert de omvormer een zelftest van de configuratie uit en configureert de omvormer zichzelf op basis daarvan. Voorbeelden van verschillende PV-aansluitingen/-systemen zijn te vinden in het toelichtende overzicht in Tabel 4.7.
L00410320-07_10
Vereisten voor aansluiting
Voorbeeld
Stringcapaciteit, stand en hellingshoek
Aansluitpunt A Aansluit-
B Omvorm Externe splitter * er
Externe parallelle aansluiting
C Interne parallelle aansluiting in omvormer
Omvormeringangen 1
2
3
3 parallel
Vereist
Splitteruitgang (optioneel)
Splitteruitgang
Splitteruitgang 1 string
kastje generator
1
3 identiek
x
2
3 identiek
x
Optioneel
1 string
1 string
3
3 verschillend
x
Niet toegestaan 1 string
1 string
1 string
4
1 verschillend 2 identiek
x
Niet toegestaan 1 string voor string 1. Optioneel voor string 2 en 3.
1 string
1 string
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Splitteruitgang
5
4 identiek
x
6
4 identiek
x
7
6 identiek
8
4 identiek
x
Ja
x
Ja
4 parallel
Vereist
Ja
3 parallel 1 in serie
Optioneel
Splitteruitgang (optioneel)
4 4
x
Vereist
2 strings
2 strings
2 strings
x
Vereist
2 strings via Y-connector
1 string
1 string
Tabel 4.7 Overzicht van voorbeelden van PV-systemen * Wanneer de totale ingangsstroom meer dan 12 A bedraagt, is een externe splitter vereist.
L00410320-07_10
31
Vereisten voor aansluiting
4 4
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 2
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 1
Tabel 4.8 PV-systeemvoorbeelden 1-2 Voorbeeld
Stringcapaciteit, stand en hellingshoek
A Aansluitkastje generator
Aansluitpunt
1
3 identiek
x
2
3 identiek
B Omvorm Externe splitter * er
Ja
x
Externe parallelle aansluiting
C Interne parallelle aansluiting in omvormer
3 parallel
2
3
Vereist
Splitteruitgang (optioneel)
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Optioneel
1 string
1 string
1 string
Tabel 4.9 Legenda voor Tabel 4.8 * Wanneer de totale ingangsstroom meer dan 12 A bedraagt, is een externe splitter vereist.
32
Omvormeringangen 1
L00410320-07_10
Vereisten voor aansluiting
4 4
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 4
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 3
Tabel 4.10 PV-systeemvoorbeelden 3-4 Voorbeeld
Stringcapaciteit, stand en hellingshoek
Aansluitpunt A Aansluitkastje generator
B Omvorm Externe splitter * er
Externe parallelle aansluiting
C Interne parallelle aansluiting in omvormer
Omvormeringangen 1
2
3
3
3 verschillend
x
Niet toegestaan 1 string
1 string
1 string
4
1 verschillend 2 identiek
x
Niet toegestaan 1 string voor string 1. Optioneel voor string 2 en 3.
1 string
1 string
Tabel 4.11 Legenda voor Tabel 4.10 * Wanneer de totale ingangsstroom meer dan 12 A bedraagt, is een externe splitter vereist.
L00410320-07_10
33
Vereisten voor aansluiting
4 4
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 6
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 5
Tabel 4.12 PV-systeemvoorbeelden 5-6 Voorbeeld
Stringcapaciteit, stand en hellingshoek
A Aansluitkastje generator
Aansluitpunt
5
4 identiek
x
6
4 identiek
x
B Omvorm Externe splitter * er
x
Externe parallelle aansluiting
C Interne parallelle aansluiting in omvormer
Ja
4 parallel
Vereist
Ja
3 parallel 1 in serie
Optioneel
Tabel 4.13 Legenda voor Tabel 4.12 * Wanneer de totale ingangsstroom meer dan 12 A bedraagt, is een externe splitter vereist.
34
L00410320-07_10
Omvormeringangen 1
2
3
Splitteruitgang (optioneel)
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Splitteruitgang
Vereisten voor aansluiting
4 4
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 8
Afbeelding 4.9 PV-systeemvoorbeeld 7
Tabel 4.14 PV-systeemvoorbeelden 7-8 Voorbeeld
Stringcapaciteit, stand en hellingshoek
7
6 identiek
8
4 identiek
Aansluitpunt A Aansluitkastje generator x
B Omvorm Externe splitter * er
Externe parallelle aansluiting
C Interne parallelle aansluiting in omvormer
Omvormeringangen 1
2
3
x
Vereist
2 strings
2 strings
2 strings
x
Vereist
2 strings via Y-connector
1 string
1 string
Tabel 4.15 Legenda voor Tabel 4.14 * Wanneer de totale ingangsstroom meer dan 12 A bedraagt, is een externe splitter vereist.
L00410320-07_10
35
4 4
Vereisten voor aansluiting
Afmetingen en indeling van de PV-kabels Het vermogensverlies in de PV-kabels mag niet meer dan 1% van de nominale waarde zijn; dit is bedoeld om verliezen te vermijden. Voor een array van 5.000 W bij 700 V komt dit overeen met een maximale weerstand van 0,98 Ω. Als we ervan uitgaan dat er een aluminium kabel wordt gebruikt (4 mm² → 4,8 Ω/km, 6 mm² → 3,4 Ω/km), dan is de maximale lengte voor een kabel van 4 mm² ongeveer 200 m en voor een kabel van 6 mm² ongeveer 300 m. De totale lengte wordt gedefinieerd als twee keer de fysieke afstand tussen de omvormer en de PV-array plus de lengte van de PV-kabels in de modules. Voorkom dat de DCkabels in lussen lopen, omdat deze als antenne kunnen werken voor de radiofrequente ruis die door de omvormer wordt uitgezonden. De plus- en minkabels moeten naast elkaar worden geplaatst met zo weinig mogelijk tussenruimte. Hierdoor neemt ook de geïnduceerde spanning bij bliksem af en is er minder kans op schade. DC
Max. 1.000 V, 12 A
Kabellengte
4 mm² -4,8 Ω/km
< 200 m*
Kabellengte
6 mm² -3,4 Ω/km
> 200-300 m*
3.
Het PV-vermogen optimaliseren De verhouding tussen het geïnstalleerde PV-vermogen bij STC (PSTC) en het nominale omvormervermogen (PNOM), de zogenaamde verhouding PV-netspanning KPV-AC, wordt gebruikt om de dimensionering van de omvormer te evalueren. De volgende bovenste grenswaarden mogen niet worden overschreden om een maximale performanceverhouding met een kostenbesparende oplossing te realiseren. De waarden in Tabel 4.17 gelden alleen als richtsnoer.
Tabel 4.16 Specificatie kabels * De afstand tussen de omvormer en de PV-array en -achterkant, plus de totale lengte van de kabels voor de PV-array.
4.3.1 Aanbevelingen en doelstellingen bij de dimensionering De PV-configuratie optimaliseren: spanning Het uitgangsvermogen van de omvormer kan worden geoptimaliseerd door de maximale nullastingangsspanning (Vdcmax) per ingang toe te passen. De minimale limiet voor nullastspanning is 500 V. Voorbeelden:
36
1.
In een PV-systeem met 75 modules, elk met een nullastspanning van 40 V bij -10 °C en 1.000 W/ m², is het mogelijk om maximaal 25 modules in één string aan te sluiten (25*40 V = 1.000 V). In dat geval zijn er drie strings mogelijk en bereikt elke string bij -10 °C en 1.000 W/m² de maximale ingangsspanning van 1.000 V voor de omvormer, zoals in de PV-systeemvoorbeelden 1 en 2.
2.
Een ander PV-systeem heeft slechts 70 modules van hetzelfde type als hierboven. In dat geval kunnen slechts twee strings de optimale waarde van 1.000 V bereiken. De overige 20 modules bereiken een spanningswaarde van 800 V bij -10 °C. Deze string moet dan op de laatste omvormeringang worden aangesloten, zoals in PVsysteemvoorbeeld 4.
Ten slotte heeft een derde PV-systeem 62 modules van het hierboven beschreven type. Met twee strings van 25 modules blijven er 12 modules over voor de laatste omvormeringang. 12 modules produceren slechts 480 V nullastspanning bij -10 °C. De spanning bij de laatste omvormeringang is dan te laag. De juiste oplossing is het aansluiten van 22 modules op de eerste omvormeringang en twee keer 20 modules op de overige twee ingangen. Dit komt overeen met 880 V en 800 V bij -10 °C en 1.000 W/m², zoals in PV-systeemvoorbeeld 4.
L00410320-07_10
Vereisten voor aansluiting
Type systeem Trackersystemen Vaste systemen met optimale omstandigheden: dicht bij de ideale stand (tussen ZW en ZO) en hellingshoek (meer dan 10°) Vaste systemen met semioptimale omstandigheden: Stand of hellingshoek is buiten de bovengenoemde grenswaarden. Vaste systemen met suboptimale omstandigheden: Stand en hellingshoek zijn buiten de bovengenoemde grenswaarden.
Bijbehorend vermogen TLX Series Max 6k 8k KPV-AC 6,3 8,4 1,05 kWp kWp
1,12
6,7 kWp
9,0 kWp
voor type omvormer 10k
12.5k
15k
10,5 kWp
13,1 kWp
15,7 kWp
11,2 kWp
14,0 kWp
16,8 kWp
1,18
7,1 kWp
9,4 kWp
11,8 kWp
14,7 kWp
17,7 kWp
1,25
8 kWp
10,0 kWp
12,5 kWp
15,6 kWp
18,7 kWp
Er zijn twee mogelijke scenario's: 1.
Een bepaalde arbeidsfactor (PF) is vereist, bijv. PF = 0,95: de verhouding PV-netspanning, KPV-AC, moet met 0,95 worden vermenigvuldigd. Vervolgens wordt de gecorrigeerde verhouding gebruikt voor de dimensionering van de installatie.
2.
De DNO specificeert een vereiste hoeveelheid blindvermogen (Q); het nominale vermogen (P) van de installatie is bekend. De PF kan vervolgens worden berekend als: PF = SQRT(P²/(P^2+Q²)). De PF wordt daarna als boven toegepast.
Ontwerp voor lage netspanning Het nominale uitgangsvermogen van de omvormer is gespecificeerd voor een netspanning van 230 V. Het ingangsvermogen moet worden gereduceerd voor een elektriciteitsnet met een spanning lager dan deze limiet. Een lage netspanning kan zich voordoen als de omvormer is geïnstalleerd in een netwerk op een afstand van de transformator en/of met hoge plaatselijke belastingen, zoals in een industriële zone. Ga na of de AC-netspanning voldoende is, door de netspanning te meten om 10.00, 12.00 en 14.00 uur (niet tijdens vakanties), als de belasting en instraling hoog zijn. Er zijn twee andere mogelijkheden: 1.
Beperk de PV-installatie tot:
•
Tabel 4.17 Optimalisatie van de PV-configuratie Volgens Dr. B. Burger, 'Auslegung und Dimensionierung von Wechselrichtern für netzgekoppelte PV-Anlagen', Fraunhofer-Institut für Solare Energiesysteme ISE, 2005.
PSTC = PNOM * KPV-AC * gemeten netspanning/230, waarbij
NB De gegevens gelden alleen voor omstandigheden in Noord-Europa (> 48° noord). De verhouding PVnetspanning wordt specifiek gegeven voor PV-systemen die zijn geoptimaliseerd met betrekking tot hellingshoek en stand. Ontwerp voor blindvermogen Het nominale actieve vermogen (P) en het maximale schijnbare vermogen (S) van de omvormer zijn gelijk. Er is dus geen overhead voor het leveren van blindvermogen (Q) bij volledig actief vermogen. Wanneer de omvormers worden geïnstalleerd in een PV-energiecentrale, die een bepaalde hoeveelheid blindvermogen moet produceren, moet de hoeveelheid geïnstalleerde PV-capaciteit per omvormer daarom worden verminderd.
2.
-
PSTC het max. aanbevolen PVvermogen bij STC is;
-
PNOM het nominale ingangsvermogen is;
-
KPV-AC de zogenaamde verhouding PV-netspanning is.
Neem contact op met de plaatselijke DNO om de limiet op de transformator te verhogen.
4.3.2 Dunne film Het gebruik van TLX Series-omvormers met modules met dunne film is door sommige fabrikanten goedgekeurd. U kunt verklaringen en goedkeuringen vinden op www.danfoss.com/solar. Als er geen verklaring beschikbaar is voor de voorkeursmodule, is het belangrijk goedkeuring van de modulefabrikant te verkrijgen voordat de modules met dunne film samen met de omvormers worden geïnstalleerd. Het vermogenscircuit van de omvormers is gebaseerd op een omgekeerde asymmetrische terugslagomvormer en een bipolaire gelijkspanningskoppeling. Het negatieve
L00410320-07_10
37
4 4
4 4
Vereisten voor aansluiting
potentiaal tussen de PV-arrays en aarde is daardoor aanzienlijk lager in vergelijking met andere omvormers zonder transformator.
VOORZICHTIG
De modulespanning tijdens de eerste degradatie kan hoger zijn dan de nominale spanning op het gegevensblad. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het ontwerpen van de PV-installatie, omdat overmatige gelijkspanning de omvormer kan beschadigen. De modulestroom kan tijdens de eerste degradatie ook boven de stroomlimiet voor de omvormer liggen. In dit geval verlaagt de omvormer dan het uitgangsvermogen, met een lagere opbrengst tot gevolg. Houd daarom bij het ontwerp rekening met de specificaties voor de omvormer en de module voor én na de eerste degradatie.
4.3.3 Overspanningsbeveiliging De omvormer is standaard uitgerust met een interne overspanningsbeveiliging op de AC- en PV-zijden. Als het PV-systeem in een gebouw met een bestaande bliksembeveiliging wordt geïnstalleerd, moet het PV-systeem ook worden opgenomen in het bliksembeveiligingssysteem. De omvormers zijn geclassificeerd voor een beveiliging van Type III (klasse D) (beperkte beveiliging). Varistoren in de omvormer zijn aangesloten tussen fase- en nulkabels en tussen de positieve en negatieve PV-klemmen. Eén varistor is geplaatst tussen de nul- en PE-kabels. Aansluitpunt
Overspanningscategorie volgens EN 50178
AC-zijde
Categorie III
PV-zijde
Categorie II
vermogensmodules wordt gegenereerd, afvoert. Daarnaast worden de magnetische onderdelen geforceerd geventileerd. Op grote hoogte neemt de koelcapaciteit van de lucht af. De ventilatorregeling probeert de verminderde koeling te compenseren. Bij hoogtes boven 1000 m moet er bij de systeemindeling rekening worden gehouden met een reductie van het omvormervermogen om energieverliezen te vermijden. Hoogte
2.000 m 3.000 m
Max. belasting van omvormer
95%
Tabel 4.19 Hoogtecompensatie
NB PELV-beveiliging is alleen effectief tot 2.000 m boven zeeniveau. Er moet ook rekening worden gehouden met andere factoren, zoals een hogere instraling. Het koellichaam moet regelmatig worden gereinigd en één keer per jaar op stof en blokkeringen worden gecontroleerd. Optimaliseer de betrouwbaarheid en de levensduur door de omvormer te monteren op een locatie met een lage omgevingstemperatuur.
NB Ga bij de berekening van de ventilatie uit van een maximale warmtedissipatie van 600 W per omvormer.
4.3.5 Simulatie van PV Neem contact op met de leverancier voordat u de omvormer voor testdoeleinden op een voeding aansluit, zoals simulatie van PV. De omvormer heeft ingebouwde functies die de voeding kunnen beschadigen.
Tabel 4.18 Overspanningscategorie
4.3.4 Thermisch beheer Alle elektronische apparatuur genereert afvalwarmte, die moet worden geregeld en afgevoerd om schade te voorkomen en om een hoge betrouwbaarheid en lange levensduur te waarborgen. De temperatuur rond kritische onderdelen, zoals de geïntegreerde vermogensmodules, wordt continu gemeten om de elektronica tegen oververhitting te beschermen. Als de temperatuur de grenswaarden overschrijdt, verlaagt de omvormer het ingangsvermogen om de temperatuur binnen een veilig bereik te houden. Het warmtebeheerconcept van de omvormer is gebaseerd op geforceerde koeling via snelheidsgeregelde ventilatoren. De ventilatoren worden elektronisch geregeld en zijn alleen actief wanneer dat nodig is. De achterkant van de omvormer is ontworpen als een koellichaam dat de warmte die door de halfgeleiders in de geïntegreerde
38
85%
L00410320-07_10
Installatie en opstarten
5 Installatie en opstarten
5.1 Afmetingen en patronen voor installatie
Afbeelding 5.5 Monteer op een niet-ontvlambaar oppervlak
Afbeelding 5.1 Vermijd gestaag stromend water
5 5 Afbeelding 5.6 Monteer rechtop op een verticaal oppervlak
Afbeelding 5.2 Vermijd direct zonlicht
Afbeelding 5.7 Voorkom stof en ammoniakgassen
Afbeelding 5.3 Zorg voor voldoende luchtstroming
Afbeelding 5.4 Zorg voor voldoende luchtstroming
L00410320-07_10
39
Installatie en opstarten
5 5
Afbeelding 5.8 Veilige afstanden
Houd deze afstanden aan wanneer u een of meer omvormers installeert. We raden u aan om de omvormers op één rij te plaatsen. Neem contact op met de leverancier voor informatie over het monteren in meerdere rijen.
40
L00410320-07_10
Installatie en opstarten
5 5
Afbeelding 5.9 Wandplaat
NB Het gebruik van de wandplaat die bij de omvormer wordt geleverd, is verplicht. Gebruik schroeven die het gewicht van de omvormer veilig kunnen dragen. De omvormer moet worden uitgelijnd en het is belangrijk dat de omvormer aan de voorkant toegankelijk is voor onderhoud.
L00410320-07_10
41
Installatie en opstarten
5.2 De omvormer monteren
Til de omvormer (2) omhoog over de bovenkant van de montageplaat totdat de omvormer naar de wand kantelt (3).
VOORZICHTIG Uit veiligheidsoverwegingen moet de omvormer door twee personen worden gedragen of met een geschikte transportkar worden verplaatst. Draag veiligheidsschoenen.
5 5
Afbeelding 5.12 De omvormer in de montagesteun plaatsen
Plaats het onderste deel van de omvormer tegen de montagesteun.
Afbeelding 5.10 De omvormer plaatsen
Kantel de omvormer zoals in de afbeelding en plaats de bovenkant van de omvormer tegen de montagebeugel. Gebruik de twee geleiders (1) in de bovenplaat om de omvormer horizontaal te houden.
Afbeelding 5.11 De omvormer vastzetten
42
Afbeelding 5.13 Schroeven vastdraaien
L00410320-07_10
Installatie en opstarten
Laat de omvormer zakken (4) en zorg dat de haak van het onderste deel van de omvormer in het onderste deel van de montagesteun (5) wordt geplaatst. Controleer of het niet mogelijk is om de onderkant van de omvormer weg van de montagesteun te tillen. (6) Draai de schroeven aan beide zijden van de wandplaat vast om de omvormer vast te zetten.
5.3 De omvormer demonteren Draai de borgschroeven aan beide zijden van de omvormer los. Voor het verwijderen moet de procedure voor het monteren in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd. Til de omvormer ongeveer 20 mm verticaal terwijl u de onderkant van de omvormer stevig vasthoudt. Trek de omvormer iets van de wand af. Druk onder een hoek omhoog totdat de omvormer loskomt uit de wandplaat. Til de omvormer weg van de wandplaat.
5 5
5.4 De omvormer openen en sluiten
WAARSCHUWING Houd u aan alle ESD-veiligheidsvoorschriften. Eventuele elektrostatische lading moet worden afgevoerd door de geaarde behuizing aan te raken voordat u elektronische onderdelen vastpakt.
Afbeelding 5.14 De voorste schroeven losdraaien
Gebruik een TX30-schroevendraaier om de twee voorste schroeven los te draaien. Draai de schroevendraaier totdat de schroeven omhoog springen. De schroeven zijn geborgd met een veer en kunnen er niet uit vallen.
L00410320-07_10
43
Installatie en opstarten
5 5
Afbeelding 5.15 De omvormer openen
Afbeelding 5.16 De omvormer sluiten
Druk het voorpaneel omhoog. Wanneer u wat weerstand voelt, tikt u op de onderkant van het voorpaneel om deze in de bevestigingsstand te klikken. We raden u aan de bevestigingsstand te gebruiken in plaats van het voorpaneel helemaal te demonteren.
44
Om de omvormer te sluiten, houdt u de onderkant van het voorpaneel met één hand vast en tikt u op de bovenkant totdat het paneel op zijn plaats valt. Leid het voorpaneel op zijn plaats en draai de twee voorste schroeven vast.
L00410320-07_10
Installatie en opstarten
150AA059.10
5.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet
L2
L3
N
140mm
16mm
L1
5 5
10mm
PE
Afbeelding 5.18 Draadstrip AC-kabel Afbeelding 5.17 De voorste schroeven vastdraaien
In de afbeelding wordt het strippen van de isolatie van alle vijf draden van de AC-kabels getoond. De PE-draad moet langer zijn dan de stroomdraden en nulleiders.
VOORZICHTIG
150AA002.11
De twee voorste schroeven vormen de PE-aansluiting voor het voorpaneel. Zorg ervoor dat beide schroeven met het gespecificeerde aanhaalmoment worden vastgedraaid. 1
L1 L2 L3 N
PE
PE
Afbeelding 5.19 Aansluitgebied AC
1
Kortsluitingsbrug
L1, L2, L3, N
3 stroomdraden (L1, L2, L3) en nulklemmen (N)
PE
Aardverbindingsdraad
Tabel 5.1 Legenda voor Afbeelding 5.19
L00410320-07_10
45
Installatie en opstarten
5 5
1.
Controleer of de omvormer geschikt is voor de netspanning.
2.
Haal de stroomonderbreker los en neem maatregelen om opnieuw aansluiten te voorkomen.
3.
Open het voorpaneel.
4.
Steek de kabel door de AC-doorvoer naar de klemmenblokken.
5.
De drie stroomdraden (L1, L2, L3) en de nulleider (N) zijn verplicht en moeten worden aangesloten op het 4-polige klemmenblok met de respectieve markeringen.
6.
De aardverbindingsdraad (PE) is verplicht en moet direct op de PE-aansluiting op het chassis worden aangesloten. Steek de draad naar binnen en draai de schroef aan om de draad vast te zetten.
7.
Alle draden moeten goed worden vastgedraaid met het juiste aanhaalmoment. Zie 11.5 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie.
8.
Sluit het voorpaneel en vergeet niet te verifiëren of de beide voorste schroeven zijn aangebracht met het juiste aanhaalmoment (6-8 Nm) voor de PE-aansluiting.
9.
Sluit de stroomonderbreker.
VOORZICHTIG
Controleer veiligheidshalve alle bedrading. Wanneer een fasedraad wordt aangesloten op de nulklem kan de omvormer permanent worden beschadigd. Verwijder de kortsluitingsbrug bij (1) niet.
46
L00410320-07_10
Installatie en opstarten
5.6 Parallelle configuratie PV-string
1
12A 12A 12A
Cabling
Inverter
PV module 2
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
150AA026.12
Voor parallelle configuratie van een PV-string gebruikt u altijd de interne jumper voor parallelle configuratie, in combinatie met een externe parallelle aansluiting.
12A 12A 12A
5 5
1 12A 12A 12A
30A
1 12A 12A 12A
7A 7A 7A 7A 3
Afbeelding 5.20 Juiste parallelle aansluiting
1
Jumper voor parallelle configuratie
2
Parallelle aansluiting, 3 ingangen
3
Parallelle aansluiting, 2 ingangen
Tabel 5.2 Legenda voor Afbeelding 5.20
L00410320-07_10
47
1 12A 12A 12A
Inverter
2
12A
20A
12A
20A
12A
20A
Cabling
7A 7A 7A
1
12A 12A
5 5
12A
7A
3 12A
20A
12A
20A
12A
20A
30A
4 12A 12A 12A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
30A
Afbeelding 5.21 Onjuiste parallelle aansluiting
1
Jumper voor parallelle configuratie
2
Parallelle aansluiting, 1 ingang. Maximale stroom in eerste ingang wordt overschreden, met overbelasting van de kabel en de schakelaar voor PV-belasting tot gevolg.
3
Parallelle aansluiting ontbreekt. Alle PV-vermogen ingevoerd in één ingang, waardoor risico van overbelasting van de PVconnector, kabel en de schakelaar voor PV-belasting ontstaat.
4
Jumper voor parallelle configuratie ontbreekt, waardoor risico van overbelasting van de PV-connector, kabel en de schakelaar voor PV-belasting ontstaat, mocht zich een storing voordoen in de omvormer.
Tabel 5.3 Legenda voor Afbeelding 5.21
48
L00410320-07_10
PV module
150AA027.12
Installatie en opstarten
Installatie en opstarten
VOORZICHTIG
5.7 PV-aansluiting
WAARSCHUWING Sluit PV NIET aan op aarde!
NB Gebruik een geschikte voltmeter die tot 1000 V DC kan meten. PV-aansluitingsprocedure: 1.
2.
3.
4.
Controleer eerst de polariteit en maximale spanning van de PV-arrays door de PV-nullastspanning te meten. De PV-nullastspanning mag niet hoger zijn dan 1000 V DC. Meet de gelijkspanning tussen de plusaansluiting van de PV-array en aarde (of de groen/gele PEkabel). De gemeten spanning moet ongeveer nul zijn. Als de spanning constant is en niet nul, dan is er een isolatiefout ergens in de PV-array. Lokaliseer en repareer de fout voordat u verdergaat. Herhaal deze procedure voor alle arrays. Het is toegestaan om het ingangsvermogen op de ingangen ongelijkmatig te verdelen, onder de volgende voorwaarden:
•
Het nom. PV-vermogen van de omvormer wordt niet overschreden (6,2/8,2/10,3/12,9/15,5 kW).
•
De maximale kortsluitstroom van de PVmodules mag niet meer dan 12 A per ingang zijn.
Zet de schakelaar voor PV-belasting op de omvormer uit. Sluit de PV-kabels aan via MC4connectoren. Zorg voor de juiste polariteit! De schakelaar voor PV-belasting kan nu worden ingeschakeld, indien nodig.
Wanneer ze niet zijn aangesloten, bieden de MC4connectoren geen IP 54-bescherming. Binnendringen van vocht is mogelijk. In gevallen waarbij de PV-connectoren niet zijn geïnstalleerd, moet een afdichtdop worden gemonteerd (wordt meegeleverd). Alle omvormers met MC4-aansluitingen worden geleverd met afdichtdoppen op ingang 2 en 3. Tijdens de installatie worden de afdichtdoppen voor de ingangen die moeten worden gebruikt, weggegooid.
NB De omvormer is beveiligd tegen omgekeerde polariteit, maar zal geen energie produceren zolang de polariteit niet is gecorrigeerd. Voor een optimale productie moet de nullastspanning (STC) van de PV-modules lager zijn dan de max. ingangsspanning van de omvormer (zie 11.1 Algemene gegevens), vermenigvuldigd met een factor 1,13. UOC, STC x 1,13 ≤ UMAX, omv.
5.7.1 Handmatige PV-configuratie Stel de omvormer voor handmatige PV-configuratie in op beveiligingsniveau 1:
•
via het display, via [Setup → Setupgegevens → PV-configuratie]
•
via de webinterface, via [Omvormer→ Setup → Setupgegevens → PV-configuratie]
De automatische-detectiefunctie wordt dan genegeerd. Handmatig instellen van de configuratie via het display: 1.
Schakel de wisselspanning in om de omvormer te starten.
2.
Voer het wachtwoord voor installateur in (geleverd door de distributeur) in het menu Setup. Ga naar [Setup → Beveiliging → Wachtwoord].
3.
Druk op Back en gebruik de pijlen om naar het menu PV-configuratie onder het menu Setupgegevens te gaan, via [Setup → Setupgegevens → PV-configuratie].
4.
Selecteer de modus PV-configuratie. Selecteer de configuratie die met de bedrading overeenkomt, via [Setup → Setupgegevens → PV-configuratie → Modus: Parallel].
Afbeelding 5.22 Aansluitgebied DC
L00410320-07_10
49
5 5
6 Aansluiting van randapparatuur • 6.1 Overzicht
VOORZICHTIG
Via de PELV-circuits wordt in extra interfaces voorzien, die tijdens normaal gebruik kunnen worden aangeraakt. De wisselspanning en PV moeten echter zijn uitgeschakeld voordat er randapparaten worden geïnstalleerd.
NB Voor gegevens over de bedrading zie 11.7 Specificaties extra interfaces. De omvormer heeft de volgende extra in-/uitgangen: Communicatie-interfaces
• •
GSM-modem RS-485-communicatie (1)
Ethernet-communicatie (2): -
alle TLX-versies: servicewebinterface
-
alleen varianten TLX Pro en TLX Pro+ – webinterfacefunctionaliteit
Sensoringangen (3)
• • •
PT1000-temperatuursensoringang x 3 Ingang instralingssensor Ingang energiemeter (S0)
Alarmuitgang (4)
•
Uitgang potentiaalvrij relais
Met uitzondering van het gsm-modem, dat een extern gemonteerde antenne heeft, bevinden alle extra interfaces zich in de omvormer. Zie voor setupinstructies 7 Gebruikersinterface of raadpleeg de Web Server Gebruikershandleiding.
150AA004.11
6 6
Aansluiting van randapparat...
1
5
4
2
3
6
Afbeelding 6.1 Aansluitgebied extra interfaces
1-4 Communicatiekaart 5
Kabeldoorvoeren
6
EMC-klemmen
Tabel 6.1 Legenda voor Afbeelding 6.1
50
L00410320-07_10
Aansluiting van randapparat...
snijden in de zijkant van het afdichtelement, zoals aangegeven met een * in de volgende afbeeldingen. U kunt de kabel(s) dan vanaf de zijkant invoeren.
6.2 Kabels voor randapparatuur installeren
VOORZICHTIG Een correcte montage van de kabeldoorvoeren voor alle randapparatuurkabels is essentieel om ervoor te zorgen dat de behuizing de juiste IP-bescherming biedt.
M25
Afbeelding 6.3 Een sleuf snijden
150AA005.11
Gat voor kabeldoorvoer De bodemplaat van de omvormer is voorbereid op kabeldoorvoeren M16 (6 stuks) en M25 (2 stuks). Gaten en schroefgaten zijn voorgeboord en er worden blindpluggen meegeleverd.
M16
6 6 Afbeelding 6.4 Zijaanzicht van afdichtelement
Afbeelding 6.2 Aansluitgebied extra interfaces, kabeldoorvoeren 2 x M25 en 6 x M16. Afbeelding 6.5 Rubberen knop snijden M25
voor RS-485- en Ethernet-randapparaten met RJ-45stekkers.
M16
andere randapparatuur (sensoren, alarmuitgangen en RS-485-apparatuur met interface naar het klemmenblok).
Tabel 6.2 Legenda voor Afbeelding 6.2
6.2.1 RS-485-randapparatuur en Ethernetapparatuur met RJ-45-aansluiting 1.
Draai de blindpluggen los.
2.
Plaats de M25-kabeldoorvoer in de kast, breng de moer aan en zet de kabeldoorvoer vast.
3.
Schroef het kapje van de kabeldoorvoer los en schuif dit over de kabel(s).
4.
Danfoss levert bij aflevering een speciale M16stekker, waarmee een of twee kabels met voorgemonteerde RJ-45-stekkers kunnen worden aangebracht. De M16-stekker moet als volgt worden aangepast:
1.
Bevestig de aangepaste stekker aan de kabel(s) en steek de kabel(s) met RJ-45-stekker door het gat van de kabeldoorvoer.
2.
Monteer de RJ-45-plug in de RJ-45-aansluiting en bevestig het kapje van de kabeldoorvoer (Afbeelding 6.2).
3.
De EMC-kabelklem (Afbeelding 6.2) kan ook worden gebruikt voor een mechanische bevestiging van de kabel, mits een paar van de 6 klemmen vrij zijn.
6.2.2 Overige randapparaten Bij sensoren, alarmen en RS-485-randapparaten die op het klemmenblok worden aangesloten, moeten M16kabeldoorvoeren en EMC-kabelklemmen worden gebruikt.
Afhankelijk van het aantal RS-485- of Ethernet-kabels moet u een of twee rubberen knoppen en een of twee sleuven
L00410320-07_10
51
Aansluiting van randapparat...
1.
Plaats de M16-kabeldoorvoer in de kast, breng de moer aan en zet de kabeldoorvoer vast.
2.
Schroef het kapje van de kabeldoorvoer en schuif dit over de kabel.
3.
Steek de kabel door het gat in de kabeldoorvoer.
160AA014.10
Kabeldoorvoer:
EMC-kabelklemmen:
2.
Strip het kabelomhulsel af over een lengte die gelijk is aan de afstand vanaf de EMC-kabeldoorvoer tot het betreffende klemmenblok, zie Afbeelding 6.2.
3.
Bij gebruik van een afgeschermde kabel moet u de afscherming ongeveer 10 mm afstrippen en de kabel in de kabelklem bevestigen zoals aangegeven in de volgende afbeeldingen:
4.
•
Dun afgeschermde kabel (kabelafscherming is teruggevouwen over de mantel)
•
Dik afgeschermde kabel (> ongeveer 7 mm)
•
Niet-afgeschermde kabel (alarmuitgang)
5.
Draai de schroef van de kabelklem vast om deze te bevestigen en controleer of de kabelafscherming mechanisch is bevestigd.
6.
Bevestig het kapje van de kabeldoorvoer.
Afbeelding 6.6 Dun afgeschermde kabel (kabelafscherming is teruggevouwen over de mantel)
160AA015.10
Draai de schroef in de EMC-kabelklem los.
Afbeelding 6.7 Dik afgeschermde kabel (> ongeveer 7 mm)
160AA016.10
6 6
1.
Klemmenblok: 1.
Strip de isolatie van de draden (ongeveer 6-7 mm).
2.
Steek de draden in het klemmenblok en draai de schroeven aan om de draden goed vast te zetten.
Afbeelding 6.8 Niet-afgeschermde kabel (alarmuitgang)
52
L00410320-07_10
Aansluiting van randapparat...
6.3 Sensoringangen
6.4 Relaisuitgang
6.3.1 Temperatuursensor
De relaisuitgang kan worden gebruikt voor de volgende doeleinden:
• •
Er zijn drie temperatuuringangen. Temperatuursensoringang
Functie
Omgevingstemperatuur
Uitlezing via display of webinterface en/of communicatie (loggen)
Temperatuur PV-module Uitlezing via display of webinterface en/of communicatie (loggen) Temperatuur instralingssensor
Intern gebruik voor temperatuurcorrectie van instralingsmeting
Tabel 6.3 Temperatuursensoringangen
Het ondersteunde type temperatuursensor is PT1000. Voor de indeling van het klemmenblok voor de temperatuursensor, zie Afbeelding 6.1. Voor gedetailleerde specificaties, zie 11.7 Specificaties extra interfaces. Zie 6 Aansluiting van randapparatuur voor instructies met betrekking tot setup, ondersteuning, offset, aanpassingen en meer.
6.3.2 Instralingssensor De instralingswaarde wordt uitgelezen via het display of de webinterface en/of communicatie (loggen). Het ondersteunde type instralingssensor is passief met een maximale uitgangsspanning van 150 mV. Zie het overzicht van Randapparaten voor de indeling van het klemmenblok voor de instralingssensor. Raadpleeg 11.6 Specificaties netspanningscircuit voor gedetailleerde specificaties. Voor configuratie, ondersteuning, gevoeligheid, aanpassingen en meer, zie 6 Aansluiting van randapparatuur voor instructies.
als trigger voor een alarm of als trigger voor eigen verbruik.
Het relais is een potentiaalvrij relais van het type NO (maakcontact). Zie 6 Aansluiting van randapparatuur voor informatie over configuratie, activering en deactivering.
6.4.1 Alarm Het relais kan een visueel alarm en/of hoorbaar alarmapparaat inschakelen om gebeurtenissen van verschillende omvormers aan te geven (op 10.1 Problemen verhelpen ziet u welke dat zijn).
6.4.2 Eigen verbruik Op basis van een configureerbare hoeveelheid uitgangsvermogen van de omvormer of het tijdstip van de dag kan het relais worden ingesteld om een verbruikersbelasting te triggeren (bijv. wasmachine, verwarming enz.) Zodra het relais is getriggerd, blijft het gesloten tot de omvormer wordt losgekoppeld van het net (bijv. aan het einde van de dag). Om te voorkomen dat het interne relais overbelast raakt, moet ervoor worden gezorgd dat de externe belasting de capaciteit van het interne relais niet overschrijdt (zie 11.7 Specificaties extra interfaces). Voor belastingen die de capaciteit van het interne relais overschrijden, moet een extra contactgever worden gebruikt.
6.3.3 Energiemetersensor (S0) De ingang van de energiemeter wordt uitgelezen via het display of de webinterface en communicatie (loggen). De ondersteunde energiemeter wordt ondersteund conform EN 62053-31 Bijlage D. S0 is een logische telingang. Om de parameter S0-kalibratie te wijzigen, voert u eerst de nieuwe instelling in; daarna herstart u de omvormer om de wijziging te activeren. Voor de indeling van het S0-klemmenblok, zie Afbeelding 6.2. Raadpleeg 11.7 Specificaties extra interfaces voor gedetailleerde specificaties. Voor configuratie, ondersteuning, pulsen per kWh en meer, zie 6 Aansluiting van randapparatuur voor instructies.
L00410320-07_10
53
6 6
Aansluiting van randapparat...
6.5 Gsm-modem Voor draadloze communicatie is een GSM-modem verkrijgbaar.
6 6
Afbeelding 6.9 Plaatsing van GSM-modem en GSM-antenne
1
Communicatiekaart
2
GSM-modem
3
Externe montagepositie voor GSM-antenne
4
GSM-antenne, interne montage
Tabel 6.4 Legenda voor Afbeelding 6.9
Zie de GSM-handleiding voor meer informatie.
6.6 Ethernet-communicatie De Ethernet-communicatie wordt gebruikt bij het toepassen van de functionaliteit voor de masteromvormer via de TLX Pro- en TLX Pro+-versies. Zie voor de indeling van de Ethernet-interface 11.7 Specificaties extra interfaces en 11.7.1 Netwerktopologie. TLX en TLX+. Ethernet-communicatie kan worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot de service-webinterface voor onderhoudsdoeleinden.
6.7 RS-485-communicatie RS-485-communicatie wordt gebruikt voor communicatie met accessoires en voor onderhoudsdoeleinden.
54
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
7 Gebruikersinterface F1
Weergave 1/Weergave 2 – Scherm
7.1 Geïntegreerde displayeenheid
F2
Menu Status
F3
Menu Productielog
NB
F4
Menu Setup
Het display wordt binnen 10 seconden na het inschakelen actief. Via het geïntegreerde display op de voorkant van de omvormer heeft de gebruiker toegang tot informatie over het PV-systeem en de omvormer. Het display heeft twee standen: 1.
Normaal: Het display is in gebruik.
2.
Spaarstand: Als het display 10 minuten niet wordt gebruikt, wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld om stroom te besparen. Wanneer u op een willekeurige toets drukt, wordt het display weer ingeschakeld.
NB
Wanneer er een F-toets wordt geselecteerd, gaat het lampje erboven branden. Home
Terug naar het scherm voor weergave
OK
Enter/selecteren
Pijl omhoog
Een stap/waarde omhoog
Pijl omlaag
Een stap/waarde omlaag
Pijl rechts
Cursor gaat naar rechts
Pijl links
Cursor gaat naar links
Terug
Terug/deselecteren
Aan – groene led
Aan/knipperen = aan het net/bezig met verbinden
Alarm – rode led
Knipperen = fail-safe
7 7
De omvormer is als master geconfigureerd. In de rechterbovenhoek staan pictogrammen.* De omvormer is met een master verbonden. In de rechterbovenhoek staan pictogrammen.* Tabel 7.1 Legenda voor Afbeelding 7.1 *alleen
TLX Pro en TLX Pro+.
NB Het contrastniveau van het display kan worden gewijzigd door op de pijl omhoog/omlaag te drukken terwijl de toets F1 ingedrukt wordt gehouden. De menustructuur is onderverdeeld in vier delen 1.
Weergave – toont een korte lijst met informatie; alleen lezen.
2.
Status – toont de parameterwaarden voor de omvormer; alleen lezen.
3.
Productielog – toont de gelogde gegevens.
4.
Setup – toont de configureerbare parameters; lezen/schrijven.
Zie de volgende secties voor meer informatie. Afbeelding 7.1 Overzicht van de toetsen en functies van het display
L00410320-07_10
55
Gebruikersinterface
Drie voorgedefinieerde beveiligingsfilters bepalen de toegang van de gebruikers tot menu's en opties. Beveiligingsniveaus
• • •
Niveau 0: eindgebruiker, geen wachtwoord nodig
•
Voer de inloggegevens in via het inlogvenster van de webinterface.
•
Log uit via [Setup→Beveiliging] wanneer de servicewerkzaamheden zijn voltooid.
•
De webinterface logt de gebruiker automatisch uit na 10 minuten van inactiviteit.
Niveau 1: installatie-/servicemonteur Niveau 2: installatie-/servicemonteur (uitgebreid)
Wanneer de gebruiker als Admin bij de webinterface is aangemeld, heeft hij toegang op beveiligingsniveau 0. Gebruikersaccounts die vervolgens worden aangemaakt, geven toegang tot een voorgedefinieerde reeks menu's op basis van het gebruikersprofiel. Gebruikersprofielen zijn te definiëren via [Installatie→Setup→Webserver→Profielen].
Voor het omvormerdisplay en de webinterface gelden dezelfde beveiligingsniveaus. Een beveiligingsniveau biedt toegang tot alle menuopties op hetzelfde niveau en tot alle menuopties op lagere beveiligingsniveaus. In de hele handleiding geeft een [0], [1] of [2] achter een menuoptie het minimale beveiligingsniveau aan dat nodig is voor toegang.
Voor toegang op niveau 1 en 2 is een servicelogin vereist met behulp van een gebruikersnaam en een wachtwoord.
7 7
•
De servicelogin geeft toegang tot een specifiek beveiligingsniveau gedurende de rest van de huidige dag.
•
Een servicelogin moet worden aangevraagd bij Danfoss.
7.1.1 Weergave Parameter
Beschrijving
[0] Modus: Op het net
De huidige modus van de omzetter wordt weergegeven. Zie 2.3.3 Definitie van bedrijfsmodi.
[0] Prod. vandaag: 12.345 kWh
Energieproductie vandaag in kWh. Waarde van omzetter of S0-energiemeter
[0] Afgegeven vermogen: 12.345 W
Huidig uitgangsvermogen in watt
[0] [ --- verbruiksbalk --- ]
Hier wordt het verbruiksniveau van de omzetter als % van max. gebruik weergegeven
Tabel 7.2 Menustructuur – Weergave
7.1.2 Weergave 2 Wanneer u nog een keer op F1 drukt, wordt het volgende scherm geopend: Parameter
Beschrijving
[0] Netbeheer
Geeft aan of er maatregelen voor netbeheer actief zijn. Alleen zichtbaar indien ingeschakeld door de huidige netcode.
[0] Performanceverhouding: 87%*
De performanceverhouding wordt weergegeven als de instralingssensor beschikbaar is (lokaal of master). Beperking van CO2-emissie gedurende de levensduur, berekend op basis van de geconfigureerde
[0] Totale CO2-beperking: 123 T* [0] Totale inkomsten: 234,50 euro
waarde *
Inkomsten gedurende de levensduur, berekend op basis van de geconfigureerde waarde
Tabel 7.3 Menustructuur – Weergave 2 *
Alleen voor TLX Pro.
56
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
7.1.3 Status Displayfuncties
Beschrijving
[0] Omgevingscondities
Alleen van toepassing als er sensoren zijn aangesloten
[0] Instraling: 1.400 W/m²
Instraling zoals gedetecteerd door sensor. NC indien niet aangesloten.
[0] PV-moduletemp.: 100 °C
Temperatuur van PV-module zoals gedetecteerd door sensor. NC indien niet aangesloten.
[0] Omgevingstemp.: 20 °C
Omgevingstemperatuur zoals gedetecteerd door sensor. NC indien niet aangesloten.
[0] Temp. instr.sensor: 32 °C
Temperatuur instralingssensor zoals gedetecteerd door sensor. NC indien niet aangesloten.
[0] Fotovoltaïsch [0] Actuele waarden [0] PV-ingang 1 [0] Spanning: 1.000 V
Spanning gedetecteerd bij PV-ingang 1
[0] Stroom: 15,0 A
Stroom gedetecteerd bij PV-ingang 1
[0] Vermogen 10.000 W
Vermogen gedetecteerd bij PV-ingang 1
[0] PV-ingang 2 [0] Spanning: 1.000 V [0] Stroom: 15,0 A
7 7
[0] Vermogen 10.000 W [0] PV-ingang 3
Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PV-ingangen heeft.
[0] Spanning: 1.000 V [0] Stroom: 15,0 A [0] Vermogen 10.000 W [1] Maximumwaarden [1] PV-ingang 1 [1] Spanning: 1.000 V [1] Stroom: 15,0 A [1] Vermogen 10.000 W [1] PV-ingang 2 [1] Spanning: 1.000 V [1] Stroom: 15,0 A [1] Vermogen 10.000 W [1] PV-ingang 3
Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PV-ingangen heeft.
[1] Spanning: 1.000 V [1] Stroom: 15,0 A [1] Vermogen 10.000 W [0] Isolatieweerstand [0] Weerstand: 45 MΩ
PV-isolatieweerstand bij opstarten
[1] Minimum: 45 MΩ [1] Maximum: 45 MΩ [0] PV-ingangsenergie [0] Totaal: 1.234.567 kWh
Productie per dag van alle PV-ingangen
[0] PV1: 123.434 kWh
Productie per dag van PV-ingang 1
[0] PV2: 123.346 kWh
Productie per dag van PV-ingang 2
[0] PV3: 123.345 kWh
Productie per dag van PV-ingang 3. Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PVingangen heeft.
[0] PV-configuratie [0] PV-ingang 1:
Configuratie van PV-ingang 1. De configuratie wordt alleen weergegeven als de omvormer in de modus Bezig met verbinden of Op het net staat.
[0] PV-ingang 2: [0] PV-ingang 3:
Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PV-ingangen heeft.
[0] AC-net
L00410320-07_10
57
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] Actuele waarden [0] Fase 1 [0] Spanning: 250 V
Spanning op fase 1
[1] 10-min.gem.: 248 V
Gemiddelde spanning gedurende 10 min. op fase 1
[1] L1-L2: 433 V
Fase-fasespanning
[0] Stroom: 11,5 A
Stroom op fase 1
[1] DC-gelijkstroom: 125 mA
DC-gehalte in de AC-netstroom op fase 1
[0] Frequentie: 50 Hz
Frequentie op fase 1
[0] Vermogen: 4.997 W
Vermogen op fase 1
[1] Schijnb. verm. (S): 4999 VA
Schijnbaar vermogen (S) op fase 1
[1] Blindvermogen (Q): 150 VAr Blindvermogen (Q) op fase 1 [0] Fase 2 [0] Spanning: 250 V [1] 10-min.gem.: 248 V [1] L2-L3: 433 V [0] Stroom: 11,5 A [1] DC-gelijkstroom: 125 mA [0] Frequentie: 50 Hz [0] Vermogen: 4.997 W
7 7
[1] Schijnb. verm. (S): 4999 VA [1] Blindvermogen (Q): 150 VAr [0] Fase 3 [0] Spanning: 250 V [1] 10-min.gem.: 248 V [1] L3-L1: 433 V [0] Stroom: 11,5 A [1] DC-gelijkstroom: 125 mA [0] Frequentie: 50 Hz [0] Vermogen: 4.997 W [1] Schijnb. verm. (S): 4999 VA [1] Blindvermogen (Q): 150 VAr [1] Max. waarden voor AC
Geregistreerde maximumwaarden
[1] Fase 1 [1] Spanning: 250 V [1] Stroom: 11,5 A [1] Vermogen: 4.997 W [1] Fase 2 [1] Spanning: 250 V [1] Stroom: 11,5 A [1] Vermogen: 4.997 W [1] Fase 3 [1] Spanning: 250 V [1] Stroom: 11,5 A [1] Vermogen: 4.997 W [0] Reststroommonitor [0] Stroom: 350 mA [1] Maximumwaarde: 350 mA [0] Netbeheer [0] Schijnbaar vermogen (S) [0] Max. vermogen (S): 15.000 VA [0] Actief vermogen (P) [0] Type limiet: Off [0] Max. vermogen (P): 15.000 W
58
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] PLA: 100%
Alleen zichtbaar indien het type limiet “Off” is
[0] Blindvermogen (Q) [0] Type setpoint: Off
Hoewel de omvormer geconfigureerd is om PF(P) of Q(U) uit te voeren, zal de omvormer respectievelijk Constant PF of Constant Q weergeven.
[0] Waarde: -
De realtimewaarde van het setpoint voor blindvermogen; de eenheid hangt af van het geselecteerde type setpoint.
[0] Omvormer [0] Land: Duitsland [0] Stroomnet: Middenspanning [1] DC-busspanningen [1] Spanning hoog: 400 V [1] Max. hoog: 500 V [1] Spanning laag: 400 V [1] Max. laag 500 V [0] Interne condities [0] Vermogensmodule 1: 100 °C
Temperatuur gedetecteerd bij de vermogensmodule
[1] Vermogensmodule 2: 100 °C [1] Vermogensmodule 3: 100 °C [1] Vermogensmodule 4: 100 °C [0] PCB 1 (AUX): 100 °C
7 7
Temperatuur gedetecteerd bij printplaten
[1] PCB 2 (STU): 100 °C [1] PCB 3 (VERM): 100 °C [0] Ventilator1: 6.000 tpm
Ventilatorsnelheid
[1] Ventilator2: 6.000 tpm [1] Ventilator3: 6.000 tpm [1] Ventilator4: 6.000 tpm [1] Max. waarden [1] Vermogensmodule 1: 100 °C [1] Vermogensmodule 2: 100 °C [1] Vermogensmodule 3: 100 °C [1] Vermogensmodule 4: 100 °C [1] PCB 1 (AUX): 100 °C [1] PCB 2 (STU): 100 °C [1] PCB 3 (VERM): 100 °C [0] Serienr. en SW-versie [0] Omvormer [0] Product- en serienr.: [0] 123A4567
Productnummer omvormer
[0] 123456A789
Serienummer omvormer
[0] Softwareversie:
Softwareversie omvormer
[0] MAC-adres:
Het MAC-adres van de communicatiekaart
[0] ... [0] Stuurkaart [0] Onderdeel- en serienr.: [0] 123A4567
Onderdeelnummer stuurkaart
[0] 123456A789
Serienummer stuurkaart
[0] Softwareversie:
Softwareversie stuurkaart
[1] Bedrijfstijd: 1 u. [0] Vermogenskaart
L00410320-07_10
59
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving [0] Onderdeel- en serienr.: [0] 123A4567
Onderdeelnummer vermogenskaart
[0] 123456A789
Serienummer vermogenskaart
[1] Bedrijfstijd: 1 u. [0] AUX-kaart [0] Onderdeel- en serienr.: [0] 123A4567
Onderdeelnummer AUX-kaart
[0] 123456A789
Serienummer AUX-kaart
[1] Bedrijfstijd: 1 u. [0] Communicatiekaart [0] Onderdeel- en serienr.: [0] 123A4567
Onderdeelnummer communicatiekaart
[0] 123456A789
Serienummer communicatiekaart
[0] Softwareversie:
Softwareversie communicatiekaart
[1] Bedrijfstijd: 1 u. [0] Func. veiligheidsproc. [0] Softwareversie:
Softwareversie functionele-veiligheidsprocessor
[0] Display [0] Softwareversie:
7 7
Softwareversie display
[0] Uploadstatus [0] Uploadstatus: Off
Huidige uploadstatus
[0]* Signaalsterkte:
Signaalsterkte. Moet bij voorkeur tussen 16 en 31 liggen. '-' betekent geen signaal.
[0]* GSM-status: Geen
Huidige status van het gsm-netwerk
[0]* Netwerk:
Netwerk waarop het modem is aangesloten
[0] Mislukte uploads: 0
Aantal opeenvolgende mislukte uploads
[0] Laatste fout: 0
ID laatste fout; zie de GSM-handleiding voor meer informatie
[0] -
Tijd en datum van de laatste fout
[0] Laatste upload: [0] -
Tijd en datum van de laatste goed uitgevoerde upload
Tabel 7.4 Menustructuur – Status *
Zichtbaar wanneer communicatiekanaal is ingesteld op GSM.
7.1.4 Productielog Displayfuncties
Beschrijving
[0] Totale productie:
Totale productie sinds installatie omvormer
123.456 kWh [0] Totale bedrijfstijd:
Totale bedrijfstijd sinds installatie omvormer
137 u. [0] Productielog [0] Deze week [0] Maandag: 37 kWh
Productie vanaf deze week Productie van één dag in kWh
[0] Dinsdag: 67 kWh [0] Woensdag: 47 kWh [0] Donderdag: 21 kWh [0] Vrijdag: 32 kWh [0] Zaterdag: 38 kWh [0] Zondag: 34 kWh [0] Afgelopen 4 weken [0] Deze week: 250 kWh
Productie vanaf deze week in kWh
[0] Vorige week: 251 kWh
60
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] 2 weken geleden: 254 kWh [0] 3 weken geleden: 458 kWh [0] 4 weken geleden: 254 kWh [0] Dit jaar [0] Januari: 1000 kWh
Productie van één maand in kWh
[0] Februari: 1.252 kWh [0] Maart: 1.254 kWh [0] April: 1.654 kWh [0] Mei: 1.584 kWh [0] Juni: 1.587 kWh [0] Juli: 1.687 kWh [0] Augustus: 1.685 kWh [0] September: 1.587 kWh [0] Oktober: 1.698 kWh [0] November: 1.247 kWh [0] December: 1.247 kWh [0] Afgelopen jaren [0] Dit jaar: 10.000 kWh
Jaarlijkse productie, tot 20 jaar geleden Productie van dit jaar in kWh
[0] Vorig jaar: 10.000 kWh
7 7
[0] 2 jaar geleden: 10.000 kWh [0] 20 jaar geleden: 10.000 kWh ... [0] Instralingslog [0] Deze week [0] Maandag: 37 kWh/m²
Alleen zichtbaar als niet alle waarden nul zijn Instraling van deze week Instraling van één dag in kWh/m²
[0] Dinsdag: 45 kWh/m² [0] Woensdag: 79 kWh/m² [0] Donderdag: 65 kWh/m² [0] Vrijdag: 88 kWh/m² [0] Zaterdag: 76 kWh/m² [0] Zondag: 77 kWh/m² [0] Afgelopen 4 weken
Instraling van deze week in kWh/m²
[0] Deze week: 250 kWh/m² [0] Vorige week: 320 kWh/m² [0] 2 weken geleden: 450 kWh/m² [0] 3 weken geleden: 421 kWh/m² [0] 4 weken geleden: 483 kWh/m² [0] Dit jaar [0] Januari: 1.000 kWh/m²
Instraling van één maand in kWh/m²
[0] Februari: 1.000 kWh/m² [0] Maart: 1.000 kWh/m² [0] April: 1.000 kWh/m² [0] Mei: 1.000 kWh/m² [0] Juni: 1.000 kWh/m² [0] Juli: 1.000 kWh/m² [0] Augustus: 1.000 kWh/m² [0] September: 1.000 kWh/m² [0] Oktober: 1.000 kWh/m² [0] November: 1.000 kWh/m² [0] December: 1.000 kWh/m² [0] Afgelopen jaren
Jaarlijkse instraling tot 20 jaar terug wordt weergegeven
[0] Dit jaar: 10.000 kWh/m² [0] Vorig jaar: 10.000 kWh/m²
L00410320-07_10
61
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] 2 jaar geleden: 10.000 kWh/m² [0] 3 jaar geleden: 10.000 kWh/m² ... [0] 20 jaar geleden: 10.000 kWh/m² [0] Tijdstempels [0] Geïnstalleerd: 30-12-99
Datum van eerste aansluiting op stroomnet
[0] Uitschakeling: 21:00:00
De laatste keer dat de omvormer in de bedrijfsmodus Van het net werd gezet
[0] Prod. gestart: 06:00:00
De laatste keer dat de omvormer in de bedrijfsmodus Op het net werd gezet
[0] Reductie [0] Tot. reductie: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad, in totaal
[1] Netspanning: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens de netspanning
[1] Netstroom: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens de netstroom
[1] Netvermogen: 0 u.
7 7
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens het netvermogen
[1] PV-stroom: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens de PV-stroom
[1] Temperatuur: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens te hoge temperaturen
[0] Freq.stabilisatie: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens frequentieondersteuning. Alleen zichtbaar indien ingeschakeld door de huidige netcode.
[0] Aanp. verm.niv.: 0 u.
De tijd dat de omvormer een beperkte vermogensproductie heeft gehad wegens aanpassing van het vermogensniveau. Alleen zichtbaar indien ingeschakeld door de huidige netcode.
[0] Blindvermogen: 0 u. [0] Blindvermogen
Wegens ondersteuning van het blindvermogen Alleen zichtbaar als de huidige netcode een MV-land of klantspecifiek is, en in TLX+en TLX Pro+-versies.
[0] Blindenergie (onderbekrachtigd): 1.000.000 VArh [0] Blindenergie (overbekrachtigd): 1.000.000 VArh [0] Gebeurtenissenlog [0] Laatste gebeurtenis: 0 [0] Laatste 20 gebeurt.
De laatste gebeurtenis wordt weergegeven. Het nummer wordt alleen voor onderhoud gebruikt. Nul betekent geen fout. De laatste 20 gebeurtenissen worden weergegeven
[0] 1: 29-01-2009 14:33:28
Datum en tijd van de gebeurtenis
[0] Net 29 uit
Groep – ID – Status van gebeurtenis
[0] 2: 29-01-2009 14:33:27 [0] Net 29 aan ... [0] 20: Tabel 7.5 Menustructuur – Productielog
7.1.5 Setup Displayfuncties
Beschrijving
[0] Relais
Stel de relaisfunctie in op Alarm of Eigen verbruik
62
[0] Functie: Alarm
Standaardinstelling van Functie
[0] Alarm stoppen
Het alarm stoppen
[0] Alarm testen
Inclusief testen van rode led op voorkant
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] Alarmstatus: Uitgeschakeld Tijdslimiet voor het alarm. Bij 0 blijft het alarm actief totdat de oorzaak is weggenomen
[0] Alarmtime-out: 60 s [0] Functie: Eigen verbruik [0] Vermogensniveau
Minimumniveau voor activering eigen verbruik
[0] Duur
Tijdsduur van het vermogensniveau voordat eigen verbruik wordt geactiveerd
[0] Triggertijd
Tijdstip voor activering eigen verbruik
[0] Setupgegevens [2] Land: Duitsland [2] Stroomnet: Middenspanning [2] Veiligheidsinstellingen
Instellingen die van invloed zijn op de functionele veiligheid
[2] Spanning 10-min.gem. [2] Gem. spanningsbegr.: 253 V
Bovengrens voor gemiddelde spanning over 10 minuten
[2] Tijd tot uitschak.: 200 ms
Maximale tijd voordat de omvormer moet worden losgekoppeld van het net wegens een te hoge gemiddelde spanning
[2] ROCOF
ROCOF: Veranderingssnelheid van frequentie
[2] ROCOF-limiet: 2,50 Hz/s [2] Tijd tot uitschak.: 1.000 ms Zie 5.6 Parallelle configuratie PV-string
[1] PV-configuratie
Kan worden gewijzigd in Handmatig als de automatische PV-configuratie moet
[1] Modus: Automatisch
worden opgeheven [1] PV-ingang 1: Automatisch [1] PV-ingang 2: Automatisch [1] PV-ingang 3: Automatisch [1] Omvormer geforc. insch.
Schakelt de netvoeding naar de stuurkaart in
[0] Omvormergegevens [0] Omvormernaam:
De naam van de omvormer. Max. 15 tekens
Danfoss
Max. 15 tekens en niet enkel cijfers. De naam van de groep waarvan de omvormer deel uitmaakt
[0] Groepsnaam:*
Max. 15 tekens.
[0] Groep 1* [0]
Mastermodus* [0] Mastermodus: Enabled (Ingeschakeld)* Alleen zichtbaar als de mastermodus is ingeschakeld.
[0] Netwerk* [0] Netwerkscan
starten*
[0] Scanvoortgang: 0%* [0] Gevonden omzetters: 0* [0] Naam installatie:
De naam van de installatie. Max. 15 tekens.
naam installatie [1] Max. waarden resetten [1] Datum & tijd instellen [1] Datum: dd.mm.jjjj (30.12.2002)
De huidige datum instellen
[1] Tijd: hh.mm.ss (13.45.27)
De huidige tijd instellen
[0] Kalibratie [0] PV-array [0] PV-ingang 1: 6.000 W [0] Bereik PV 1: 123 m² [0] PV-ingang 2: 6.000 W [0] Bereik PV 2: 123 m² [0] PV-ingang 3: 6.000 W
Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PV-ingangen heeft.
[0] Bereik PV 3: 123 m²
Niet zichtbaar als omvormer maar 2 PV-ingangen heeft.
[0] Instralingssensor [0] Schaal (mV/1000 W/m²): 75
Sensorkalibratie
L00410320-07_10
63
7 7
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving [0] Temp.coëff.: 0,06 %/°C
Sensorkalibratie
[0] Verschuiving temp.sensor [0] PV-moduletemp.: 2 °C
Sensorkalibratie (offset)
[0] Omgevingstemp.: 2 °C
Sensorkalibratie (offset)
[0] S0-sensoringang [0] Schaal (pulsen/kWh): 1.000 [0]
Sensorkalibratie. Zie opmerking.
Omgeving* [0] CO2-uitstootfactor:*
Waarde die moet worden gebruikt voor het berekenen van de totale hoeveelheid bespaarde CO2
[0] 0,5 kg/kWh* [0] Vergoeding per kWh:*
Waarde die moet worden gebruikt voor het berekenen van de totale opbrengst
[0] 44,42 ct/kWh* [0] Begin opbrengstteller: 1.000 kWh*
Een waarde die wordt gebruikt ter correctie van de huidige productiewaarde bij het berekenen van de opbrengst
[0] Communicatiesetup [0] RS485-setup [0] Netwerk: 15 [0] Subnet: 15
7 7
[0] Adres: 255 [0] IP-setup [0] IP-config: Automatisch [0] IP-adres: [0] 192.168.1.191 [0] Subnetmasker: [0] 255.255.255.0 [0] Std gateway: [0] 192.168.1.1 [0] DNS-server: [0]123.123.123.123 [0] GPRS-connectiesetup [0] PIN-code SIM: 0000
4-8 tekens
[0] Naam toegangspunt naam
Max. 24 tekens
[0] Gebruikersnaam: gebruiker
Max. 24 tekens
[0] Wachtwoord: wachtwoord
Max. 24 tekens
[0] Roaming: Uitgeschakeld [0] Datawarehouse-service [0] Logupload starten
Hiervoor zijn gegevens van minstens 10 min. energieproductie nodig
[0] Interne upload:
Nooit Per uur Dagelijks Wekelijks Maandelijks
[0] D.W. FTP-serveradres: www.inverterdata.com [0] D.W.-serverpoort: 21 [0] Gebr.naam D.W.-server: gebruiker
Standaardserienummer van de omvormer Gebruikersnaam voor Datawarehouse-account, max. 20 tekens
[0] Wachtwoord DW-server wachtwoord
64
Wachtwoord voor Datawarehouse-account, max. 20 tekens
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] Communicatiekanaal: [0] Communicatiekanaal: GSM [0] Autotest
Start autotest, alleen van toepassing bij netcode: Italië
[0] Status: Off [0] Unet: 234 V
Alleen zichtbaar tijdens spanningstests
[0] Utest: 234 V
Alleen zichtbaar tijdens spanningstests
[0] Fnet: 50,03 Hz
Alleen zichtbaar tijdens frequentietests
[0] Ftest: 50,03 Hz
Alleen zichtbaar tijdens frequentietests
[0] Uitschakeltijd: 53 ms
Niet zichtbaar in de status Uit en Voltooid OK
[0] Logging [0] Interval: 10 min
Het interval tussen twee logbeurten
[0] Logcapaciteit: [0] 10 dagen [1] Gebeurt.log wissen [1] Productielog wissen [1] Instralingslog wissen [1] Datalog wissen [0] Web Server* [0] Wachtwoord resetten*
Het wachtwoord van de Web Server wordt weer op de standaardwaarde ingesteld.
7 7
[1] Service* [1] Instellingen opslaan*
De omvormerinstellingen en -gegevens worden in het display van de omvormer opgeslagen.
[1] Instellingen herstellen*
Alle opgeslagen omvormerinstellingen en -gegevens in het display van de omvormer worden hersteld.
[1] Instellingen kopiëren*
Alle omvormerinstellingen worden gekopieerd naar alle andere bekende omvormers in het netwerk. Alleen zichtbaar als de mastermodus is ingeschakeld.
[1] Comm.-kaart herstarten [1] Stuurkaart herstarten [1] Netbeheer [1] Schijnbaar vermogen (S) [1] Max. vermogen (S): 15.000 VA [1] Actief vermogen (P) [1] Type limiet: Off
Stel deze selectie in op 'Off' bij gebruik van extern aangestuurde PLA
[1] Max. vermogen: 15.000 W
Alleen zichtbaar indien het type limiet 'Absolute limiet' is'
[1] Percentage: 100,0%
Alleen zichtbaar indien het type limiet '% van AC-vermogen' of '% van geïnst. PV' is
[1] Blindvermogen (Q) [1] Type setpoint: Off
Configureer PF(P) en Q(U) via de webinterface
[1] Off
Geen setpoint
[1] Waarde: 1,00
Alleen zichtbaar indien het type setpoint is ingesteld op 'Const PF' of 'Const Q'
[1] Status: Overbekrachtigd [1] Limiet uitgangsvermogen [1] Type limiet**
Absolute limiet Pct op basis van PV (geïnstalleerde PV) Pct op basis van ACP (nominaal AC-vermogen) PLA
[1] Max. vermogen [0] Beveiliging [0] Wachtwoord: 0000
Password (Wachtwoord)
[0] Beveiligingsniveau: 0
Huidig beveiligingsniveau
L00410320-07_10
65
7 7
Gebruikersinterface
Displayfuncties
Beschrijving
[0] Uitloggen
Uitloggen tot beveiligingsniveau 0
[0] Inloggen voor service
Mag alleen door bevoegd onderhoudspersoneel worden gebruikt
[0] Gebruikersnaam: [0] gebruikersnaam [0] Wachtwoord: [0] wachtwoord Tabel 7.6 Menustructuur – Configuratie *) Alleen voor TLX Pro.
7.2 Overzicht van gebeurtenissenlog Het menu voor het gebeurtenissenlog onder Log geeft de laatste gebeurtenis weer die zich heeft voorgedaan. Laatste gebeurt. Voorbeeld: De nieuwste gebeurtenis is van het type 'Net' en de specifieke gebeurtenis-ID is '29'. Dit kan worden gebruikt om een diagnose van het probleem te stellen. Zie 12 Bijlage A – Lijst met gebeurtenissen voor meer informatie over specifieke gebeurtenissen. Zodra een gebeurtenis is gewist, wordt 'Laatste gebeurtenis' ingesteld op 0.
Afbeelding 7.3 Laatste 20 gebeurtenissen
De laatste gebeurtenis wordt boven in het scherm weergegeven. De gebeurtenis is om 14:33:28 op 29 januari 2009 geregistreerd. De gebeurtenis is netgerelateerd, de specifieke ID is 29 en de gebeurtenis is niet meer actief. Houd er rekening mee dat er meerdere invoeren voor hetzelfde tijdstip aanwezig kunnen zijn. Dit betekent echter niet dat de omzetter alle geregistreerde gebeurtenissen heeft ervaren. Sommige gebeurtenissen kunnen het resultaat van de oorspronkelijke gebeurtenis zijn.
7.3 Configuratie van randeenheden
Afbeelding 7.2 Laatste gebeurtenis
7.3.1 Configuratie van de sensor
Laatste 20 gebeurt.: Het menu voor gebeurtenissenlog bevat het submenu Laatste 20 gebeurt., een log van de laatste 20 gebeurtenissen. Naast informatie over de laatste gebeurtenis geeft dit log ook de tijd en datum van de gebeurtenis en de status (Aan/Uit) van de gebeurtenis aan.
Dit hoofdstuk beschrijft de laatste stap van de configuratie van de sensoringangen met behulp van het display of de webinterface. Ga naar het menu Kalibratie onder Setup [Setup → Kalibratie] en kies de sensor die moet worden geconfigureerd. Temperatuursensor De temperatuursensoringangen voor de temperatuur van de PV-module en de omgevingstemperatuur kunnen worden gekalibreerd met een offset van -5,0 tot 5,0 °C. Voer de juiste waarden voor de sensoren in onder het menu Offset temp.sensor [Setup → Kalibratie → Offset temp.sensor].
66
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Gebeurtenis-ID Beschrijving
Instralingssensor (pyranometer) Wanneer u een instralingssensor wilt gebruiken, moeten de schaal en de temperatuurcoëfficiënt worden ingevoerd. Voer de juiste waarden voor de sensor in bij [Setup → Kalibratie → Instralingssensor].
40
Het AC-net is langer dan 10 minuten buiten bereik geweest.
115
De isolatieweerstand tussen aarde en PV is te laag. Hierdoor wordt de omvormer gedwongen om na 10 minuten een nieuwe meting uit te voeren.
Energiemeter (S0-sensor) Als er een energiemeter (S0-sensor) moet worden gebruikt, moet de schaal van de energiemeter in pulsen/kWh worden ingevoerd. Dit doet u via het menu S0sensoringang [Setup→Kalibratie→S0-sensoringang]
233-240
Fout in intern geheugen
241, 242
Interne communicatiefout
Het relais biedt meerdere functies. Stel het relais in op de gewenste functie.
Interne fout
251
De functionele-veiligheidsprocessor heeft Failsafe gemeld
350-364
De omvormer is door een interne fout op Failsafe gezet
Tabel 7.7 Activering van Alarm
Alarm
Eigen verbruik Standaard is de functie voor eigen verbruik uitgeschakeld. Om eigen verbruik in te schakelen, gaat u naar [Setup→Relais→Functie] en selecteert u 'Eigen verbruik'.
Standaard is de alarmfunctie uitgeschakeld. Om het alarm te activeren, -
gaat u naar [Setup→Relais→Functie] en selecteert u 'Alarm'.
-
Ga vervolgens naar [Setup→Relais→Alarmstatus] en selecteer 'Ingeschakeld'.
De alarmfunctie (inclusief het relais) kan via dit menu ook worden getest. Als het alarm wordt geactiveerd, blijft het actief gedurende de periode die onder Alarmtime-out is ingesteld (bij de waarde 0 wordt de time-outfunctie uitgeschakeld en klinkt het alarm continu). Als het alarm actief is, kan het altijd worden gestopt. Om het alarm te stoppen, gaat u naar [Setup→Relais] en selecteert u 'Alarm stoppen'.
• • • •
243, 244
Wanneer de functie voor eigen gebruik is ingeschakeld, wordt deze geactiveerd op basis van het niveau van het uitgangsvermogen of het tijdstip van de dag. De voorwaarden voor activering stelt u als volgt in
•
Niveau uitgangsvermogen -
Stel 'Vermogensniveau' in op het gewenste minimale niveau van het uitgangsvermogen waarbij eigen verbruik moet worden geactiveerd. De standaardwaarde voor 'Vermogensniveau' is 3000 W.
-
Stel de 'Duur' in. Eigen verbruik wordt geactiveerd wanneer het vermogen het ingestelde minimumniveau overschrijdt gedurende de tijd die is gedefinieerd in 'Duur'. De standaardwaarde voor 'Duur' is 1 minuut. De functie 'Duur' dient om ongewenste activering van eigen gebruik te voorkomen.
Het alarm stoppen Alarm testen Alarmstatus Alarmtime-out
Het alarm wordt geactiveerd door een van de volgende gebeurtenissen:
•
Tijdstip -
L00410320-07_10
Stel 'Triggertijd' in op de gewenste tijd voor activering van eigen gebruik, in de indeling uu:mm:ss. Eigen verbruik wordt automatisch gedeactiveerd wanneer de zon ondergaat en de omvormer wordt losgekoppeld van het net.
67
7 7
7 7
Gebruikersinterface
7.3.2 Communicatiekanaal Het selecteren van een communicatiekanaal is de eerste stap voor het configureren van e-mailtransmissie en FTPuploads. Om een communicatiekanaal te selecteren:
• •
Gebruik het display van de masteromvormer.
•
Selecteer 'GSM' om FTP-uploads en e-mails te verzenden via het optionele gsm-modem.
•
Selecteer 'Lokaal netwerk' om FTP-uploads en emails te verzenden via Ethernet.
Ga naar [Setup → Communicatiesetup → Communicatiekanaal].
Om e-mailcommunicatie of FTP-uploads volledig te activeren, moet via de menu's [GPRS-connectiesetup] en [Datawarehouse-service] een aanvullende configuratie worden uitgevoerd. Let op: wanneer het communicatiekanaal wordt ingesteld op 'Niet aanwezig' zal er geen FTP-upload of e-mailtransmissie plaatsvinden, zelfs niet wanneer de parameters correct zijn ingesteld in [GPRS-connectiesetup] en [Datawarehouse-service].
7.4 Opstarten en instellingen controleren 7.4.1 Eerste setup De omvormer wordt geleverd met een vooraf gedefinieerde set instellingen voor verschillende stroomnetten. Alle netspecifieke grenswaarden zijn in de omvormer opgeslagen en moeten tijdens de installatie worden geselecteerd. Het is altijd mogelijk de toegepaste netspecifieke grenswaarden op het display te bekijken. De omvormer wordt automatisch aan de zomertijd aangepast. Controleer alle kabels na de installatie en sluit daarna de omvormer. Schakel de wisselstroom in via de netschakelaar. Volg de setupwizard op het display of stel de omvormer in via de webinterface. Selecteer de taal wanneer daarom wordt gevraagd op het display. Deze selectie heeft geen invloed op de bedrijfsparameters van de omvormer en selecteert geen netcode.
7.3.3 GSM-modem Zie de GSM-handleiding.
7.3.4 RS-485-communicatie De configuratie van de RS-485-netwerkinterface omvat drie parameters in het menu [Setup→Communicatiesetup→RS-485-setup] (hiervoor is beveiligingsniveau 1 of hoger nodig)
• • •
Afbeelding 7.4 Taal selecteren
Netwerk Subnet Adres
NB De omvormer is al voorgeconfigureerd met een uniek RS-485-adres. Als het adres handmatig wordt gewijzigd, moet u ervoor zorgen dat de omvormers in een netwerk geen identieke adressen hebben.
De taal is bij de eerste keer opstarten op Engels ingesteld. Druk op de toets OK om deze instelling te wijzigen. Druk op '▼' om de talen te doorlopen. Selecteer de taal door op 'OK' te drukken.
7.3.5 Ethernet-communicatie Zie de sectie Specificaties extra interfaces voor de configuratiegegevens van de Ethernet-communicatie.
68
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
NB Wanneer u de standaardtaal (Engels) wilt gebruiken, druk dan twee keer op de toets OK om te selecteren en te accepteren.
Stel de datum in, zoals aangegeven op het display. Druk op 'OK' om te selecteren. Druk op '▲' om de nummers te doorlopen. Selecteer door op 'OK' te drukken.
Afbeelding 7.7 Geïnst. PV-vermogen Afbeelding 7.5 Tijd instellen
Stel de tijd in, zoals aangegeven op het display, Druk op 'OK' om het nummer te selecteren. Druk op '▲' om de nummers te doorlopen. Selecteer door op 'OK' te drukken. De klok heeft een 24-uursindeling.
Voer de hoeveelheid geïnstalleerd PV-vermogen in voor elk van de PV-ingangen. Wanneer er twee of meer PVingangen parallel zijn aangesloten, moet elke PV-ingang in de parallelle groep zijn ingesteld op de totale hoeveelheid PV-vermogen die voor die groep is geïnstalleerd, gedeeld door het aantal parallelle ingangen. Zie Tabel 7.8.
NB Het is heel belangrijk om de tijd en datum nauwkeurig in te stellen omdat de omvormer deze voor het loggen gebruikt. Als er per ongeluk een verkeerde tijd/datum is ingesteld, moet u dit meteen corrigeren in het menu Datum en tijd instellen [Setup → Omvormergegevens → Datum en tijd instellen].
Afbeelding 7.8 Land selecteren
Selecteer het land waar de omvormer wordt geïnstalleerd. Druk op '▼' om een lijst met landen te doorlopen. Druk op 'OK' om een land te selecteren. Afbeelding 7.6 Datum instellen
L00410320-07_10
69
7 7
7 7
Gebruikersinterface
NB Als de twee selecties voor de netcode niet overeenkomen, worden ze geannuleerd en moet u de netcode opnieuw selecteren. Als er per ongeluk een verkeerde netcode is geaccepteerd, moet u 'Net ongedef.' op het bevestigingsscherm voor de netcode accepteren. De selectie wordt geannuleerd en u kunt het land opnieuw instellen.
NB Als u twee keer een verkeerde netcode hebt geselecteerd, moet u voor assistentie bellen. De omvormer start automatisch zodra er voldoende zonnestraling beschikbaar is. Het opstarten duurt enkele minuten. In die tijd voert de omvormer een zelftest uit.
Afbeelding 7.9 Netcode selecteren
Op het display wordt nu 'Netcode selecteren' weergegeven. De netcode is bij de eerste keer opstarten op 'Net ongedef.' ingesteld. Druk op 'OK' om de netcode te selecteren. Druk op '▼' om een lijst met landen te doorlopen. Selecteer de netcode voor de installatie door op 'OK' te drukken. Het is heel belangrijk dat de juiste netcode wordt geselecteerd.
Werkelijke configuratie PV1, PV2 en PV3 zijn allemaal ingesteld op de individuele modus. Het geïnstalleerde nominale PVvermogen is: PV 1: 6.000 W PV 2: 6.000 W PV 3: 3.000 W PV1 en PV2 zijn ingesteld op de parallelle modus en hebben in totaal 10 kW PV-vermogen geïnstalleerd. PV3 is ingesteld op de individuele modus en heeft een nominaal PV-vermogen van 4 kW. PV1 en PV2 zijn ingesteld op de parallelle modus en hebben in totaal 11 kW PV-vermogen geïnstalleerd. PV3 is ingesteld op 'Uit' en er is geen PV voor geïnstalleerd.
'Geïnst. PV-vermogen' dat moet worden geprogrammeerd
PV PV PV PV PV PV
1: 2: 3: 1: 2: 3:
6.000 6.000 3.000 5.000 5.000 4.000
W W W W W W
PV 1: 5.500 W PV 2: 5.500 W PV 3: 0 W
Tabel 7.8 Voorbeelden van geïnstalleerd PV-vermogen
7.5 Mastermodus Afbeelding 7.10 Geselecteerde netcode bevestigen
Bevestig uw keuze door de netcode nog een keer te selecteren en daarna op 'OK' te drukken. De instellingen voor de gekozen netcode zijn nu geactiveerd.
VOORZICHTIG Een juiste selectie van de netcode is essentieel om te voldoen aan lokale en nationale normen.
70
De TLX Pro- en TLX Pro+-omvormers beschikken over een mastermodusfunctie waarmee één omvormer kan worden aangewezen als masteromvormer. Via de webinterface voor de masteromvormer hebt u vanaf één punt toegang tot elke omvormer in het netwerk via een standaard internetbrowser. De masteromvormer kan fungeren als datalogger, waarbij gegevens van alle omvormers in het netwerk worden verzameld. Deze gegevens kunnen grafisch worden weergegeven via de webinterface van de masteromvormer. Ze kunnen ook naar externe webportalen worden geüpload of rechtstreeks naar een computer worden geëxporteerd. De masteromvormer kan ook instellingen en gegevens van alle andere TLX Pro- en TLX Pro+-omvormers in het netwerk kopiëren, wat de inbedrijfstelling en het gegevensbeheer van grotere netwerken eenvoudig maakt.
L00410320-07_10
Gebruikersinterface
Afbeelding 7.11 Mastermodus
Om de mastermodus in te schakelen, gaat u naar het menu Omvormergegevens [Setup→Omvormergegevens→Mastermodus] en stelt u de mastermodus in op Ingeschakeld. Zorg ervoor dat er geen masteromvormers in het netwerk aanwezig zijn voordat u deze actie uitvoert. Wanneer de mastermodus is ingeschakeld, kunt u een netwerkscan activeren [Setup→Omvormergegevens→Mastermodus→Netwerk]. Hierdoor worden alle omvormers getoond die zijn aangesloten op de masteromvormer.
7 7
NB Er is maar 1 master per netwerk mogelijk.
NB De masteromvormer kan werken op een netwerk met maximaal 99 volgeromvormers.
L00410320-07_10
71
8 8
Beknopte handleiding voor W...
8 Beknopte handleiding voor Web Server
VOORZICHTIG
4.
Op de pc: wacht tot Windows*) aangeeft dat er beperkt verbinding is (bij afwezigheid van een DHCP). Open de internetbrowser en zorg dat pop-ups zijn ingeschakeld.
5.
Type http://invertername in het adresveld:
Alle omvormers die via Ethernet in verbinding staan met internet, moeten zich achter een firewall bevinden.
8.1 Inleiding Deze instructies beschrijven de TLX Pro-webinterface, die externe toegang tot de omvormer mogelijk maakt. De Web Server is alleen beschikbaar in TLX Pro- en TLX Pro +-omvormers. Zie de downloadzone op www.danfoss.com/solar voor de nieuwste instructies.
8.2 Ondersteunde tekens Voor alle talen geldt dat de webinterfacesoftware tekens ondersteunt die compatibel zijn met Unicode.
•
Kijk op het productlabel op de zijkant van de behuizing wat het serienummer is.
•
De 'Omvormernaam' wordt gevormd door de laatste 10 cijfers van het serienummer (1).
*) Werkt alleen voor Windows 95 en XP. Voor MAC en Windows 7 (en nieuwer) moet de setupwizard in het display worden gebruikt voor het eerste opstarten van de omvormer na de installatie.
Voor de naam van de installatie, groep of omvormer worden enkel de volgende tekens ondersteund: Letters
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
Hoofdletters
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
Cijfers
0123456789
Speciale tekens
- _.
Tabel 8.1 Ondersteunde tekens
NB De omvormernaam mag geen spaties bevatten.
8.3 Toegang en eerste setup Afbeelding 8.1 Productlabel
8.3.1 Toegang vanaf een pc via een Ethernet-interface
6.
Volgorde voor setup:
72
1.
Selecteer welke omvormer als master moet worden ingesteld (meestal de omvormer die op de pc is aangesloten of die zich het dichtst bij de router bevindt (in een daisychain) + aangesloten sensoren).
2.
Open de afdekking van deze omvormer. Zie de TLX Series Installatiehandleiding voor instructies.
3.
Sluit de RJ-45-interface van de omvormer aan op de Ethernet-poort op de pc met behulp van een patchkabel (netwerkkabel cat5e, gekruist of recht).
L00410320-07_10
Bij de eerste keer opstarten voert de omvormer een setupwizard uit.
Beknopte handleiding voor W...
8.4 Werking 8.4.1 Webinterfacestructuur Het webinterfaceoverzicht is als volgt opgebouwd.
8 8
Afbeelding 8.2 Overzicht
L00410320-07_10
73
Beknopte handleiding voor W...
1.
2.
3.
8 8
74
•
Naam installatie: toont de huidige naam van de installatie:
•
Klik op de naam van de installatie om de installatieweergave te tonen.
•
Wijzig de naam van de installatie via [Setup→Installatiegegevens].
Beveiligingsniveau: toont het huidige beveiligingsniveau zoals aangegeven in 7.1.1 Beveiligingsniveaus.
NB De inhoud van het hoofdmenu wijzigt op basis van de weergave die op dat moment is geselecteerd: de installatie, een groep omvormers of een individuele omvormer. In de actieve weergave wordt de tekst aangegeven in rood.
Groepsmenu: toont groepen omvormers:
•
Standaard worden omvormers toegevoegd aan groep 1
•
Klik op een groepsnaam om de groepsweergave en een lijst met omvormers in de groep te tonen.
•
Wijzig de groepsnaam via [Setup→Omvormergegevens] in de omvormerweergave.
Groepsleden: toont de namen van de omvormers in de geselecteerde groep. Standaard is de naam van de omvormer gebaseerd op het serienummer (zie 8.3 Toegang en eerste setup):
•
Klik op de naam van een omvormer om de omvormerweergave te tonen.
•
Wijzig de naam van de omvormer via [Setup→Omvormergegevens] in de omvormerweergave.
4.
Hoofdmenu: dit menu komt overeen met het hoofdmenu op het scherm van de omvormer.
5.
Submenu: het submenu heeft betrekking op de optie die in het hoofdmenu werd geselecteerd. Alle opties van de submenu's van een bepaalde optie van het hoofdmenu worden hier weergegeven.
6.
Inhoudzone: het hoofdmenu en de submenu's van de webinterface zijn identiek aan de menu's op het scherm van de omvormer. De hier getoonde inhoud van het submenu heeft betrekking op het geselecteerde submenu: [Overzicht]. Op sommige pagina's is er een horizontaal menu beschikbaar om de leesbaarheid te bevorderen.
7.
Voettekst: opties in de voettekstbalk:
•
Taal: opent een pop-upvenster. Klik op de vlag van het desbetreffende land om de taal van de webinterface te wijzigen in de voor deze sessie gewenste taal.
•
Contact: opent een pop-upvenster waarin de contactgegevens van de Danfoss staan.
•
Uitloggen: opent het inlog-/uitlogvenster.
L00410320-07_10
Beknopte handleiding voor W...
8.4.2 Installatie-, groeps- en omvormerweergave De overzichtsschermen voor de installatieweergave, groepsweergave en omvormerweergave tonen dezelfde algemene statusinformatie.
8 8
Afbeelding 8.3 Installatieweergave
L00410320-07_10
75
8 8
Beknopte handleiding voor W...
Item
Eenheid
Weergave Installatie en groep
Algemene installatiestatus
-
Beschrijving Omvormer
x
Rood: PR installatie < 50%, of: een willekeurige omvormer in het netwerk - in fail-safemodus, of - ontbreekt in de scanlijst, geen contact met de master Geel: een willekeurige omvormer in het netwerk - met PR < 70%, of - in de modus Bezig met verbinden of Van het net Groen: PR installatie ≥70%, en - alle omvormers met PR ≥70%, en - alle omvormers in de modus Op het net x
Rood: PR omvormer < 50%, of fout in omvormer Geel: PR omvormer tussen 51% en 70%, of omvormer in de modus Bezig met verbinden Groen: geen fouten, en - PR omvormer ≥70%, en - omvormer in de modus Op het net
Actuele productie
kW
x
x
Energieproductieniveau in real time
Opbrengst vandaag
kWh
x
x
Totale opbrengst voor de dag
Totale inkomsten
Euro
x
x
Totale inkomsten sinds de eerste inschakeling
Totale CO2-beperking
kg
x
x
Totale CO2-beperking sinds de eerste inschakeling
Performanceverhouding
%
x
x
Performanceverhouding in real time
Totale opbrengst
kWh
x
x
Totale opbrengst sinds de eerste inschakeling
x
Grenswaarde vermogen in % van het afgegeven nominale AC-vermogen van de omvormer
Aanpassing grenswaarde % vermogen Tabel 8.2 Overzicht van de installatie
NB Om de performanceverhouding (PR) te kunnen berekenen, moet er een instralingssensor aanwezig zijn; ga naar [Setup → Kalibratie].
8.5 Aanvullende informatie Raadpleeg de Gebruikershandleiding TLX Series Web Server voor meer informatie over:
76
•
De omvormer opstarten en de instellingen controleren
• • • • • •
Berichten Grafieken Externe toegang Upload via webportaal Logcapaciteit en het loginterval aanpassen Instellingen back-uppen en herstellen
L00410320-07_10
Aanvullende diensten
9 Aanvullende diensten
Aanvullende diensten omvatten functies die het transport van elektriciteit op elektriciteitsnetten ondersteunen en het net helpen stabiliseren. De aanvullende diensten die nodig zijn voor een bepaald PV-systeem, zijn afhankelijk van het punt van gezamenlijke aansluiting (PCC) en het type net waarop het systeem is aangesloten. Het PCC is het punt waar het PV-systeem is aangesloten op het openbare elektriciteitsnet.
compensatie voor inductieve belastingen door het injecteren van capacitief blindvermogen;
•
spanningsregeling.
Om deze te compenseren, werkt een generator die blindvermogen uitwisselt als een naijlende arbeidsfactor, ook wel overbekrachtigd genoemd, of als een voorijlende arbeidsfactor, ook wel onderbekrachtigd genoemd. De technische definitie van blindvermogen:
In huishoudelijke installaties zijn de huishoudelijke circuits en de fotovoltaïsche omvormers meestal op één gemeenschappelijk punt aangesloten op het net. De installatie wordt onderdeel van het laagspanningsdistributiesysteem (LV). Commerciële installaties zijn gewoonlijk groter en worden daarom aangesloten op het middenspanningssysteem (MV). Grootschalige commerciële systemen, zoals energiecentrales, kunnen worden aangesloten op het hoogspanningsnet (HV). Voor elk van deze energiesystemen gelden weer andere vereisten voor aanvullende diensten. Afhankelijk van de locatie en de DNO zijn sommige van deze diensten verplicht en andere optioneel. Verplichte vereisten worden automatisch geïnstalleerd via de geselecteerde netcode. Optionele diensten worden tijdens de inbedrijfstelling geïnstalleerd door de installateur. Netondersteuning kan worden opgedeeld in de volgende hoofdgroepen, die in opeenvolgende hoofdstukken worden behandeld:
• • •
-
Actief vermogen (P) gemeten in watt [W]
-
Blindvermogen (Q) gemeten in reactieve voltampère [VAr]
-
Schijnbaar vermogen (S) is de vectorsom van P en Q en wordt gemeten in volt-ampère [VA]
-
φ is de hoek tussen stroom en spanning en dus tussen P en S
A] S [V
φ P [W] Afbeelding 9.1 Blindvermogen
In de omvormer wordt het blindvermogen gedefinieerd als: -
Q: de hoeveelheid blindvermogen als een percentage van het nominale schijnbare vermogen van de omvormer.
-
PF, arbeidsfactor*): de verhouding tussen P en S (P/S), ook wel aangeduid als: cos (φ).
Dynamische netwerkondersteuning Regeling actief vermogen Regeling blindvermogen
9.1.1 Theorie actief vermogen/ blindvermogen
Q [VAr]
150AA054.11
9.1 Inleiding
•
*) Verschuivingsfactor bij grondfrequentie.
Het principe van het produceren van blindvermogen is dat de fasen tussen de spanning en de stroom op een gecontroleerde wijze worden verschoven. Blindvermogen kan geen bruikbare energie transporteren, maar genereert verliezen in elektriciteitsleidingen en transformatoren en is normaal gesproken ongewenst. Reactieve belastingen kunnen capacitief of inductief van aard zijn, afhankelijk van het na- of voorijlen van de stroom ten opzichte van de spanning. Elektriciteitsbedrijven hebben er belang bij om het blindvermogen in hun net te regelen, bijvoorbeeld als:
L00410320-07_10
77
9 9
9 9
Aanvullende diensten
9.2 Overzicht aanvullende diensten De volgende tabel vermeldt de afzonderlijke aanvullende diensten. TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Danfoss5 Netbeheer Extern geregeld actief vermogen /PLA
CLX GM2
CLX GM4
GM3
CLX GM2
CLX
CLX GM3 Extern geregeld blindvermogen
-
CLX GM2
CLX GM4
GM3
CLX GM2
CLX
CLX GM3 Dynamisch blindvermogen (PF(P)
✓
-
-
Dynamisch blindvermogen Q(U) Constant blindvermogen PF en Q
✓
-
CLX GM2 CLX
-
✓4
-
✓6
-
✓4
GM3
Vaste limiet actief vermogen (P)
✓
Vaste limiet schijnbaar vermogen (S)
✓
Gesloten regelkring blindvermogen
-
✓6
Open regelkring blindvermogen
-
CLX CLX
✓
2
GM3
Tabel 9.1 Netbeheer
Ononderbroken levering van vermogen aan het net is essentieel:
1) Max. 50 omvormers per netwerk. 2) Max. 3 omvormers per netwerk.
-
om een complete spanningsuitval te helpen voorkomen en de spanning in het net te stabiliseren;
-
om de hoeveelheid energie die aan het AC-net wordt geleverd, te verhogen.
3) Max. 20 omvormers per netwerk. 4) Ethernet, max. 100 omvormers per netwerk. 5) Of met andere producten van derden, via RS 485. 6) Door product van derden.
NB Ga na welke lokale voorschriften van toepassing zijn voordat u instellingen voor aanvullende diensten wijzigt.
9.3 Dynamische netwerkondersteuning De netspanning heeft meestal een gelijkmatige golfvorm, maar soms daalt de spanning of verdwijnt deze enkele milliseconden. Dit komt meestal door kortsluiting in bovenleidingen of door de werking van de schakelinrichting of dergelijke in hoogspanningsleidingen. In dergelijke gevallen kan de omvormer vermogen aan het net blijven leveren, dankzij de functie Fault Ride Through (FRT).
78
Nulstroominstelling Om aan speciale vereisten van de distributienetwerkoperator (DNO) te voldoen, is een nulstroomoptie 'LVRT' beschikbaar. Deze optie zorgt ervoor dat er geen stroom wordt geleverd in fault-ride-through-situaties. De omvormer heeft een hoge immuniteit tegen spanningsstoringen, zoals weergegeven in 9.3.1 Voorbeeld – Duitsland MV.
9.3.1 Voorbeeld – Duitsland MV Hoe FRT werkt Afbeelding 9.2 laat zien aan welke vereisten FRT moet voldoen. Dit voorbeeld geldt voor Duitse middenspanningsnetten. • Boven lijn 1
L00410320-07_10
Aanvullende diensten
•
•
Zone A Bij spanningen tussen de lijnen 1 en 2 mag de omvormer niet worden losgekoppeld van het net. In bepaalde gevallen staat de DNO een kortstondige loskoppeling toe, maar de omvormer moet in dat geval binnen 2 seconden weer aangesloten zijn op het net.
•
Onder lijn 3 Onder lijn 3 gelden er geen verplichtingen om aangesloten te blijven op het net.
Wanneer er een kortstondige loskoppeling van het net optreedt,
Zone B Rechts van lijn 2 is een kortstondige loskoppeling van het net altijd toegestaan. De tijd- en vermogensgradiënt voor opnieuw aansluiten kan in overleg met de DNO worden bepaald.
-
moet de omvormer na 2 seconden weer aangesloten zijn op het net;
-
het actieve vermogen moet worden teruggebracht met minimaal 10% van het nominale vermogen per seconde.
UGRID[%] 100 1
90
150AA057.11
Bij spanningen boven lijn 1 mag de omvormer tijdens een FRT onder geen enkele voorwaarde worden losgekoppeld van het net.
70
A
2
9 9
B
30 3
0 150
700
1500
Time [ms]
Afbeelding 9.2 Duits voorbeeld
NB Selecteer een netcode voor middenspanning om blindstroom tijdens FRT in te schakelen. Parameters met betrekking tot FRT Deze parameters worden automatisch ingesteld na het selecteren van de netcode.
L00410320-07_10
79
9 9
Aanvullende diensten
9.4.2 Dynamische waarde
Parameter
Beschrijving
Bovenste grenswaarde FRT
Hoogste netspanningsmagnitude voor inschakeling van een FRT met hoge spanning
Onderste grenswaarde FRT
Laagste netspanningsmagnitude voor inschakeling van een FRT met lage spanning
Statisch blindvermogen, k
Verhouding tussen extra blindstroom die tijdens de FRT wordt geïnjecteerd en de
Het uitgangsvermogen wordt verlaagd als een variabele van de netfrequentie. Er zijn twee manieren om het uitgangsvermogen te verlagen: helling en hysterese.
2,0 p.u. Overgangsperiode
Tijdsduur nadat het dal is opgeheven, terwijl nog steeds blindstroom wordt geïnjecteerd.
Tabel 9.2 Parameters met betrekking tot FRT
Tijdens een defect kan de omvormer niet enkel op het net blijven, maar ook blindstroom leveren om de netspanning te ondersteunen.
9.4 Regeling actief vermogen De omvormerserie ondersteunt regeling van het actieve vermogen; deze wordt gebruikt om het actieve uitgangsvermogen van de omvormer te regelen. Hieronder worden de regelmethoden voor het regelen van het actieve vermogen beschreven.
PNOM P
1.00
0.48
9.4.1 Vaste limiet
50.2
Om ervoor te zorgen dat het PV-systeem niet meer stroom produceert dan is toegestaan, kan het uitgangsvermogen worden beperkt tot een vaste maximale hoeveelheid. Deze kan worden ingesteld als:
• •
Absolute waarde [W]
•
Percentage op basis van nominaal AC-uitgangsvermogen [%]
Percentage op basis van totaal geïnstalleerd PVvermogen [%]
Configuratie: Om vaste limieten te configureren, is beveiligingsniveau 1 nodig.
80
150AA055.11
diepte van het dal, k = (ΔIB/IN) / (ΔU/U) ≥
Primaire frequentieregeling – hellingmethode De omvormer verlaagt het uitgangsvermogen wanneer de netfrequentie hoger wordt dan F1. Deze reductie wordt met een vooraf bepaalde waarde toegepast, dit is de helling (R) die in de afbeelding wordt getoond. De omvormer schakelt af van het net wanneer de frequentie F2 bereikt. Wanneer de frequentie lager wordt dan F2 wordt de omvormer weer op het net aangesloten en zal het vermogen worden opgevoerd met dezelfde waarde die ook bij de reductie werd toegepast.
•
Voor alle TLX-omvormers gaat u via het display naar: [Setup → Netbeheer → Limiet uitgangsvermogen].
•
Voor TLX Pro/TLX Pro+ gaat u via de webinterface naar: [Omvormerniveau: Setup → Netbeheer].
•
Voor TLX/TLX+ gaat u via de service-interface naar: [Omvormerniveau: Setup → Netbeheer].
51.5
f[Hz]
Afbeelding 9.3 Primaire frequentieregeling – hellingmethode
Primaire frequentieregeling – hysteresemethode Om de stabilisatie van het net te ondersteunen, verlaagt de omvormer het uitgangsvermogen wanneer de netfrequentie hoger wordt dan F1. Deze reductie wordt met een vooraf bepaalde waarde toegepast, dit is de helling (R) die in de afbeelding wordt getoond. De verlaagde uitgangsvermogenlimiet wordt gehandhaafd tot de netfrequentie is afgenomen tot F2. Wanneer de netfrequentie is afgenomen tot F2, dan neemt het uitgangsvermogen van de omvormer na een aanlooptijd T weer toe. Wanneer de frequentie lager wordt dan F2 wordt de omvormer weer op het net aangesloten en zal het vermogen worden opgevoerd met dezelfde waarde die ook bij de reductie werd toegepast. Wanneer de netfrequentie blijft toenemen, schakelt de omvormer af bij F3.
L00410320-07_10
Aanvullende diensten
vermogen zelf regelen, maar dit kan ook worden gedaan via CLX-producten voor bewaking en netbeheer of een extern product van derden.
150AA056.11
PNOM P
TLX Pro/TLX Pro+: Bij gebruik van de masterfunctie van de TLX Pro en de TLX Pro+ om het uitgangsvermogensniveau te regelen, is de Danfoss CLX GM nodig als interfaceapparaat tussen de DNO-signaalinterface (radio-ontvanger) en de omvormer. De masteromvormer gebruikt de informatie van het DNOsignaal om het door de DNO gevraagde uitgangsvermogensniveau (PLA) te bepalen en dit aan de volgers in het netwerk te communiceren.
0.1
T
S H
f2
f[Hz]
f1
Afbeelding 9.4 Primaire frequentieregeling – hysteresemethode
9.4.3 Externe aanpassing van het uitgangsvermogensniveau
1 M
F
F
150AA078.10
De omvormer ondersteunt externe aanpassing van het uitgangsvermogensniveau. Dit is de functie Aanpassing vermogensniveau (PLA). De omvormer kan het uitgangs-
2
Ethernet
Afbeelding 9.5 Voorbeeld: Vermogen regelen met TLX Pro en TLX Pro+
1
DNO-interface (radio-ontvanger)
2
Danfoss CLX GM
Tabel 9.3 Legenda voor Afbeelding 9.5
TLX/TLX+ met CLX-producten voor bewaking en netbeheer of een extern apparaat van derden Op basis van de input van een DNO-signaalinterface verzendt een CLX-product voor bewaking en netbeheer of
een extern apparaat van derden via de RS-485-interface rechtstreeks PLA-commando's naar de omvormer. Elke omvormer gebruikt deze informatie vervolgens om zijn maximale uitgangsvermogen te bepalen. Voor een externe regeling zijn zowel producten van Danfoss als van derden beschikbaar (zie de handleidingen van de leverancier voor meer informatie over relevante producten).
L00410320-07_10
81
9 9
9 9
150AA079.10
Aanvullende diensten
1
2
RS485
Afbeelding 9.6 Voorbeeld: het vermogen regelen met CLX-producten voor bewaking en netbeheer of een extern apparaat van derden
9.5.1 Constant waarde
1 DNO-interface (radio-ontvanger) 2 CLX-product voor bewaking en netbeheer of apparaat van derden
De omvormer kan worden ingesteld om een vast blindvermogen te leveren op een van de volgende manieren:
Tabel 9.4 Legenda voor Afbeelding 9.6
• • •
Setup Om een externe regeling van het uitgangsvermogen te configureren, is toegang op beveiligingsniveau 1 nodig. Externe regeling van het uitgangsvermogen wordt geconfigureerd in het CLX-product voor bewaking en netbeheer of het apparaat van derden. Zie de handleiding voor het CLX-product of het apparaat van derden.
•
Voor TLX Pro/TLX Pro+ gaat u via de webinterface naar: [Omvormerniveau: Setup→Netbeheer]
9.5 Regeling blindvermogen De TLX+- en TLX Pro+-omvormers ondersteunen regeling van het blindvermogen; deze wordt gebruikt om het afgegeven blindvermogen van de omvormer te regelen. De regelmethoden voor het regelen van het afgegeven blindvermogen worden hieronder beschreven. Wanneer de omvormer in de modus Stand-by of Van het net is, kunnen de regelfuncties voor blindvermogen niet actief zijn, wat leidt tot een uitwisseling van blindvermogen: -
in de modus Stand-by vanuit LCL- en EMC-filtercomponenten;
-
in de modus Van het net vanuit EMC-filtercomponenten.
Constant blindvermogen Q Constante arbeidsfactor PF
Off De omvormer zal geen intern setpoint voor blindvermogen gebruiken, maar kan wel gebruikmaken van een externe setpointbron. TLX+-omvormers ondersteunen een aantal netbeheereenheden van derden voor het regelen van blindvermogen. Stel 'type setpoint' in op 'Uit'. Hierdoor kan de omvormer een setpoint voor PF en Q accepteren dat via RS-485 vanaf de externe bron wordt verstuurd. Constant blindvermogen Q De omvormer zal een vaste hoeveelheid blindvermogen produceren, gespecificeerd als een percentage van het nominale schijnbare vermogen (S) van de omvormer. De waarde voor constant blindvermogen Q kan worden ingesteld in het bereik van 60% (onderbekrachtigd) tot 60% (overbekrachtigd). De waarde kan worden gehandhaafd met 3% van het nominale vermogen. Constante arbeidsfactor PF Constante arbeidsfactor specificeert een vaste verhouding tussen actief en schijnbaar vermogen (P/S), d.w.z. een vaste cos (φ). De arbeidsfactor PF kan een waarde hebben tussen: 0,8 onderbekrachtigd en 0,8 overbekrachtigd. Het blindvermogen dat door de omvormer wordt gegenereerd, is dus afhankelijk van het actieve vermogen dat wordt gegenereerd.
Het LCL-filter levert de belangrijkste bijdrage aan het uitwisselen van blindvermogen.
82
Off
L00410320-07_10
Aanvullende diensten
•
Voorbeeld: -
PF = 0,9
-
Gegenereerd actief vermogen (P) = 10,0 kW
-
Schijnbaar vermogen (S) = 10,0/0,9 = 11,1 kVA
Het setpoint van Q of PF kunt u als volgt configureren:
•
Via de servicewebinterface: [Omvormerniveau: Setup→Netbeheer]
M
Setpointkromme PF(P) De PF(P)-kromme is vooraf geconfigureerd in iedere omvormer (via de geselecteerde netcode) of handmatig geconfigureerd in de webinterface. De PF(P)-regeling werkt dus op omvormerniveau, waarbij het uitgangsvermogen van de unit wordt gemeten en dienovereenkomstig blindvermogen wordt geleverd.
F
1
1
F
150AA076.10
Setup Om het constant blindvermogen te configureren, is toegang op beveiligingsniveau 1 nodig.
Via de webinterface: [Installatieniveau: Setup→Netbeheer]
9.5.2 Dynamische waarde Om het dynamische blindvermogen te regelen, is een TLX +-omvormer met een CLX-product voor bewaking en netbeheer, een apparaat van derden of een TLX Pro+omvormer nodig.
Blindvermogen (Q) = √(11,1-10,0) = 4,8 kVAr
•
Via het display: [Omvormerniveau: Setup→Netbeheer]
9 9
1
Ethernet
Afbeelding 9.7 Setpointkromme PF(P)
1
Meting van actief uitgangsvermogen
Tabel 9.5
Setpointkromme Q(U) De omvormer regelt het blindvermogen als een functie van de netspanning U. De waarden voor de setpoint-
kromme worden bepaald door het lokale elektriciteitsbedrijf en moeten daar worden opgevraagd. De Q(U)-kromme is geconfigureerd op installatieniveau. De master meet de netspanning en bepaalt en levert blindvermogen P(Q) dienovereenkomstig. De Q-waarde wordt verzonden naar alle volgers in het netwerk.
L00410320-07_10
83
M
F
F
1
Ethernet
Afbeelding 9.8 Setpointkromme Q(U)
1
Meting van netspanning
Tabel 9.6
Setup Om het variabele blindvermogen te configureren, is beveiligingsniveau 1 nodig.
9 9
•
Voor TLX Pro+ gaat u via de webinterface naar: [Installatieniveau: Setup→Netbeheer]
•
Voor TLX+ gaat u via de servicewebinterface naar: [Omvormerniveau: Setup→Netbeheer]
•
Via het CLX-product voor bewaking en netbeheer of het apparaat van derden: zie de handleiding van de leverancier van het externe apparaat.
TLX Pro+ Bij gebruik van de masterfunctie van de TLX Pro+omvormer om de aanpassing van het blindvermogen te regelen, is de Danfoss CLX GM nodig als interface tussen de DNO-signaalinterface (radio-ontvanger) en de masteromvormer. De masteromvormer gebruikt de informatie van het DNO-signaal om het door de DNO gevraagde blindvermogen te bepalen en dit te communiceren aan de volgers in het netwerk. Zie de Danfoss CLX GM Gebruikershandleiding voor meer informatie.
9.5.3 Externe aanpassing van het blindvermogen Alle omvormers ondersteunen externe aanpassing van het blindvermogen.
84
L00410320-07_10
150AA077.10
Aanvullende diensten
1 M
F
F
150AA078.10
Aanvullende diensten
2
Ethernet
Afbeelding 9.9 Voorbeeld: Vermogen regelen met TLX Pro en TLX Pro+
1 DNO-interface (radio-ontvanger) 2 Danfoss CLX GM Tabel 9.7 Legenda voor Afbeelding 9.9
TLX+ met CLX-product voor bewaking en netbeheer of apparaat van derden
blindvermogen rechtstreeks naar de omvormer via de RS-485-interface. Elke omvormer gebruikt deze informatie vervolgens om zijn blindvermogenniveau te bepalen. Zowel Danfoss als producten van derden zijn beschikbaar voor een externe regeling. Zie de handleidingen van de leveranciers voor meer informatie over relevante producten.
Op basis van de input van de DNO-signaalinterface verzendt het externe apparaat commando's voor 150AA079.10
9 9
1
2
RS485
Afbeelding 9.10 Voorbeeld: het vermogen regelen met behulp van een apparaat van derden
1 DNO-interface (radio-ontvanger) 2 CLX-product voor bewaking en netbeheer of apparaat van derden
van derden. Hiervoor is toegang op beveiligingsniveau 1 nodig.
•
Tabel 9.8 Legenda voor Afbeelding 9.10
Voor TLX Pro+ gaat u via de webinterface naar: [Omvormerniveau: Setup→Netbeheer]
Setup Externe regeling van het blindvermogen wordt geconfigureerd in het CLX-product voor bewaking en netbeheer of het apparaat voor derden: zie de handleiding voor het CLX-product voor bewaking en netbeheer of het apparaat
L00410320-07_10
85
Aanvullende diensten
9.6 Fallback-waarden Wanneer externe regeling van het actieve vermogen of het blindvermogen is ingesteld als referentiewaarde voor de omvormer, kunnen bij het optreden van een communicatiefout de vaste fallbackwaarden worden gebruikt: -
tussen de masteromvormer en de Danfoss CLX GM of
-
tussen de masteromvormer en de volgeromvormer.
Setup Om fallbackwaarden te configureren, is toegang op beveiligingsniveau 1 nodig.
•
Voor TLX Pro / TLX Pro+ gaat u naar: [Installatieniveau: Netbeheer → Fallbackwaarden].
9 9
86
L00410320-07_10
Onderhoud en reparaties
10 Onderhoud en reparaties
WAARSCHUWING
10.1 Problemen verhelpen Om snel een diagnose van een fout in de omvormer te stellen, gaat u naar het menu Log en opent u het menu Gebeurt.log. Hier staat de laatste gebeurtenis die de omvormer heeft geregistreerd, met daarnaast een lijst met de laatste 20 gebeurtenissen. Als de omvormer in de modus Op het net gaat, wordt de meest recente gebeurtenis gewist en als 0 weergegeven.
Raak het koellichaam niet aan tijdens bedrijf. De temperatuur kan oplopen tot meer dan 70 °C.
NB Dek de omvormer niet af. Gebruik geen waterslang, agressieve chemicaliën, oplosmiddelen of sterke reinigingsmiddelen om de omvormer te reinigen.
De gebeurteniscode bestaat uit twee elementen: 1.
De groepsclassificatie – beschrijft het algemene type gebeurtenis
2.
De gebeurtenis-ID – identificeert de specifieke gebeurtenis
12 Bijlage A – Lijst met gebeurtenissen bevat een overzicht van alle gebeurtenissen met inbegrip van aanbevolen acties. Het menu Status bevat veel nuttige sensorwaarden, die kunnen helpen om een diagnose van het precieze probleem te stellen. Zie de inhoud van het menu Status voor een overzicht van deze uitleeswaarden.
10 10
10.2 Onderhoud Over het algemeen hoeven de omvormers niet te worden onderhouden of gekalibreerd. Zorg echter wel dat het koellichaam aan de achterkant van de omvormer niet wordt afgedekt. Reinig de contacten van de schakelaar voor de PV-belasting eens per jaar. Doe dit door de schakelaar tien keer aan en uit te zetten. De schakelaar voor de PV-belasting bevindt zich onder aan de omvormer.
10.2.1 De kast reinigen Reinig de omvormerkast met behulp van perslucht, een zachte doek of een borstel.
10.2.2 Het koellichaam reinigen Reinig het koellichaam met behulp van perslucht, een zachte doek of een borstel. Om een correcte werking en lange levensduur van de omvormer te waarborgen, moet de lucht vrij kunnen circuleren -
rond het koellichaam aan de achterkant van de omvormer
-
naar de ventilator onder aan de omvormer
L00410320-07_10
87
11 11
Technische gegevens
11 Technische gegevens
11.1 Algemene gegevens Nomenclat uur1)
Parameter
TLX Series 6k
TLX Series 8k
TLX Series 10k
TLX Series 12.5k
TLX Series 15k
AC |S|
Nominaal schijnbaar vermogen
6.000 VA
8.000 VA
10.000 VA
12.500 VA
15.000 VA
Pac,r
Nominaal actief vermogen*)
6.000 W
8.000 W
10.000 W
12.500 W
15.000 W
5.700 W
7.600 W
9.500 W
11.875 W
14.370 W
5.400 W
7.200 W
9.000 W
11.250 W
13.500 W
0-3,6 kVAr
0-4,8 kVAr
0-6,0 kVAr
0-7,5 kVAr
0-9,0 kVAr
Actief vermogen bij cos(phi) = 0,95**) Actief vermogen bij cos(phi) = 0,90**) Bereik blindvermogen Vac,r
Iacmax
Nominale netspanning (bereik)
3P + N + PE – 230 V / 400 V (± 20%)
Nominale stroomsterkte AC
3 x 8,7 A
3 x 11,6 A
3 x 14,5 A
3 x 18,1 A
3 x 21,7 A
Max. stroom AC
3 x 9,0 A
3 x 11,9 A
3 x 14,9 A
3 x 18,7 A
3 x 22,4 A
Vervorming AC-stroom (THD%) cosphiac,r
< 4%
< 5%
Arbeidsfactor bij 100% belasting
> 0,99
Gecontroleerd bereik arbeidsfactor
0,8 overbekrachtigd 0,8 onderbekrachtigd
Vermogensverlies,
10 W
aansluitmodus Vermogensverlies 's nachts (losgekoppeld van net) fr
<5W
Netfrequentie (bereik)
50 Hz (± 5 Hz)
DC Pmpptmax
Maximaal PV-ingangsvermogen per MPPT
ΣPmpptmax
Max./nom. omgezet PVingangsvermogen, totaal
Vdc,r
Nominale spanning DC
Vmppmin -
MPP-spanning – nominaal
Vmppmax
vermogen2)
8.000 W
6.200 W
8.250 W
12.900 W
15.500 W
358-800 V
430-800 V
700 V
260-800 V
345-800 V
MPP-rendement, statisch
430-800 V
99,9%
MPP-rendement, dynamisch Vdcmax
10.300 W
99,7%
Max. spanning DC
1.000 V
Vdcstart
Inschakelspanning DC
250 V
Vdcmin
Uitschakelspanning DC
250 V
Idcmax
Max. stroom DC
2 x 12 A
3 x 12 A
Max. kortsluitstroom DC bij STC
2 x 12 A
3 x 12 A
88
L00410320-07_10
Technische gegevens
Nomenclat uur1)
Parameter
TLX Series 6k
TLX Series 8k
Min. vermogen aangesloten op net
TLX Series 10k
TLX Series 12.5k
TLX Series 15k
20 W
Rendement Max. rendement Europees rendement, V bij dc,r
97,8%
97,9%
96,5%
97,0%
98,0% 97,0%
97,3%
97,4%
Overige Afmetingen (H, B, D)
700 x 525 x 250 mm
Montage
Muurbeugel
Gewicht
35 kg
Geluidsniveau
56 dB(A)
MPP-trackers
2
3
Bedrijfstemperatuurbereik
-25..60 °C
Bereik nom. temperatuur
-25..45 °C
Opslagtemperatuur
-25..60 °C
Werking bij overbelasting
Wijziging van bedieningspunt
Regeling actief vermogen3)
Inbegrepen
Regeling blindvermogen
TLX+ en TLX Pro+
Tabel 11.1 Algemene specificaties 1) Conform FprEN 50524 indien van toepassing. 2) Bij identieke ingangsspanningen. Bij ongelijke ingangsspanningen kan Vmppmin tot 250 V laag zijn, afhankelijk van het totale ingangsvermogen. 3) Externe regeling via een CLX-product voor bewaking en netbeheer of een apparaat van derden. *) Bij nominale netspanning (Vac,r), Cos(phi) = 1.
11 11
**) Bij nominale netspanning (Vac,r). Parameter
TLX Series
Functionele veiligheid
Passief
Veiligheid (beveiligingsklasse)
Klasse I
PELV op communicatiekaart en stuurkaart
Klasse II
Actief AC-ontkoppeling
Eilanddetectie – netuitval
Driefasebewaking ROCOF
Spanningsmagnitude
Inbegrepen
Frequentie
Inbegrepen
Isolatieweerstand
Inbegrepen
RCMU – type B
Inbegrepen
Beveiliging tegen indirect contact
Ja (klasse I, geaard)
Tabel 11.2 Specificaties functionele veiligheid
L00410320-07_10
89
11 11
Technische gegevens
11.2 Normen en standaarden Normatieve naar normen
TLX Series 6k
8k
10k
Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EC
EMC-richtlijn
2004/108/EC
Veiligheid
12.5k
15k
IEC 62109-1/IEC 62109-2
Geïntegreerde schakelaar voor PVbelasting
VDE 0100-712 EN 61000-6-1
EMC-immuniteit
EN 61000-6-2 EN 61000-6-3
EMC-emissie
EN 61000-6-4
Interferentie elektriciteitsbedrijf
EN 61000-3-2/-3
EN 61000-3-11/-12
CE
Ja IEC 61727
Kenmerken elektriciteitsbedrijf
EN 50160
S0-energiemeter
EN 62053-31 Bijlage D
Functionele veiligheid
Voor omvormers zonder transformator
Duitsland
VDE 0126-1-1/A11) VDE AR-N 4105 (augustus 2011)2) Technische vereisten voor de aansluiting van onafhankelijke generatie op het stroomnet, Public Power Corporation (PPC).
Griekenland
-
Italië
CEI 0-21:2012-06, Terna Guida Tecnica Allegato A.702) RD1699 (2011)
Spanje
RD661 (2007)
Portugal
VDE 0126-1-1, ISO/IEC handleiding 67: 2004 – Systeem nr. 5
UK
-
G59/2-1, G83/1-1
G59/2-1
TLX Series Aanvullende diensten
TLX+ en TLX Pro+ 6k
Oostenrijk
15k
Tsjechische energiewet (Wet nr. 458/2000), artikel 24, paragraaf 10 deel I,II,III rev09 2009 UTE NF C 15-712-1 (UNION TECHNIQUE DE L'ELECTRICITE, GUIDE PRATIQUE, Installations photovoltaïques raccordées au réseau public de distribution). NF C 15-100 (Franse norm voor elektrische laagspanningsinstallaties). Journal Officiel, Décret n°2008-386 du 23 avril 2008 relatif aux prescriptions techniques générales de conception et de fonctionnement pour le raccordement d'installations de production aux réseaux publics d'électricité. -
BDEW – Technische Richtlinie Erzeugungsanlagen am Mittelspannungsnetz – editie juni 2008 en aanvullingen daarop van januari 2009, juli 2010, februari 20112)
Spanje
REE BOE núm. 254
Tabel 11.3 Normen en standaarden 1) In afwijking van het gestelde in paragraaf 4.7.1 van VDE 0126-1-1 is de grenswaarde voor de isolatieweerstandsmeting ingesteld op 200 kΩ, met toestemming van de autoriteiten. 2) alleen TLX+ en TLX Pro+.
90
12.5k
Synergrid C10/11 – revisie juni 2012, Synergrid C10/17 – revisie 8 mei 2009
Tsjechische Republiek
Duitsland
10k
TOR – Hauptabschnitt D4, TOR – Hauptabschnitt D2
België
Frankrijk
8k
L00410320-07_10
Technische gegevens
11.3 UTE-vereisten Frankrijk
NB
11.4 Installatie
Houd u in Frankrijk aan de vereisten volgens UTE C 15-712-1 en NF C 15-100.
Parameter
Specificatie
Temperature (Temperatuur)
−25 °C tot +60 °C (> 45 °C reductie)
Breng bij installaties in Frankrijk een waarschuwingssticker aan op de voorkant van de omvormer.
Omgevingsklasse volgens IEC
IEC60721-3-3 3K6/3B3/3S3/3M2
Luchtkwaliteit – algemeen ISA S71.04-1985 Niveau G2 (bij 75% RV) Meting en classificatie volgens ISA Luchtkwaliteit – kust-, industrie- en landbouwge- S71.04-1985 vereist bieden Trilling
1G
IP-beschermingsklasse
54
Max. bedrijfshoogte
3000 m boven zeeniveau. PELV-beveiliging is alleen effectief tot 2000 m boven zeeniveau.
Installatie
Vermijd gestaag stromend water. Vermijd direct zonlicht. Zorg voor voldoende luchtstroming. Monteer op een niet-ontvlambaar oppervlak. Monteer rechtop op een verticaal oppervlak. Voorkom stof en ammoniakgassen.
Tabel 11.4 Condities voor installatie Afbeelding 11.1 Plaats van de waarschuwingssticker
Parameter
Conditie
Specificatie
Wandplaat
Gatdiameter
30 x 9 mm
Uitlijning
Loodrecht ± 5° alle hoeken
11 11
Tabel 11.5 Specificaties voor de wandplaat
L00410320-07_10
91
Technische gegevens
11.5 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie
150AA007.11
Afbeelding 11.2 Overzicht van omvormer met richtwaarden voor aanhaalmomenten, 1-3
6
4 5
11 11
7
Afbeelding 11.3 Overzicht van omvormer met richtwaarden voor aanhaalmomenten, 4-7
1 2 3 4 5 6 7
Parameter
Gereedschap
Aanhaalmoment
Klemmenblokken (groot) Klemmenblokken (klein) PE M16 M25 Voorste schroef Borgschroef
Plat 1,0 x 5,5 mm Plat 1,0 x 5,5 mm Plat 1,0 x 5,5 mm SW 19 mm SW 30 mm TX 30 TX 30
Min. 1,2 Nm 0,5 Nm 2,2 Nm 2-3 Nm 2-3 Nm 6-8 Nm 5 Nm
Tabel 11.6 Legenda voor Afbeelding 11.2 en Afbeelding 11.3, specificaties Nm
92
L00410320-07_10
Technische gegevens
11.6 Specificaties netspanningscircuit TLX Series 6k
8k
10k
12.5k
15k
Maximale omvormerstroom, Iacmax.
9,0 A
11,9 A
14,9 A
18,7 A
22,4 A
Aanbevolen zekering type gL/ gG
13 A
16 A
20 A
20 A
25 A
Aanbevolen automatische zekering type B
16 A
20 A
20 A
25 A
32 A
Tabel 11.7 Specificaties netspanningscircuit
11.7 Specificaties extra interfaces Parameter
Parametergegevens
Seriële communicatie Specificatie gemeenschappelijke kabel
RJ-45-stekkers (2 stuks)
Klemmenblok
RS-485 Diameter kabelmantel (⌀)
2 x 5-7 mm
Type kabel
Afgeschermd gedraaid paar (STP) (Cat 5e)2)
Karakteristieke impedantie van de kabel
100 Ω - 120 Ω
Max. kabellengte
1.000 m
Draaddikte
24-26 AWG (afhankelijk van bijbehorende metalen RJ-45-stekker)
Afsluiting kabelafscherming
Via metalen RJ-45-stekker
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Max. aantal omvormerknooppunten
634)
Gegalvaniseerde interface-isolatie Beveiliging tegen direct contact
Specificatie
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja Ja
Communicatie
Ster en daisychain
Ethernet
Gemeenschappelijke kabel
Max. kabellengte tussen omvormers
100 m (totale netwerklengte: onbeperkt)
Specificatie
Max. aantal omvormers
1001)
Type kabel
Afgeschermd gedraaid paar (STP) (Cat 5e)2)
Temperatuursensoringang Specificatie kabel
Specificatie sensor
Beveiliging tegen direct contact
11 11
Ja, 500 Vrms Dubbele/versterkte isolatie
3 x PT10003) Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Type kabel
Afgeschermd enkel paar – 2 draden
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale weerstand per draad
10 Ω
Maximale kabellengte
30 m
Nominale weerstand-temperatuurcoëfficiënt 3,85 Ω/°C Meetbereik
-20 °C - +100 °C
Meetnauwkeurigheid
±3%
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Ingang instralingssensor
x1
L00410320-07_10
93
11 11
Technische gegevens
Parameter
Parametergegevens
Specificatie
Specificatie kabel
Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Type kabel
Afgeschermd enkel paar – aantal draden is afhankelijk van het gebruikte type sensor
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale weerstand per draad
10 Ω
Maximale kabellengte
30 m
Type sensor
Passief
Meetnauwkeurigheid
± 5% (150 mV uitgangsspanning van sensor)
Uitgangsspanning van sensor
0-150 mV
Max. uitgangsimpedantie (sensor)
500 Ω
Ingangsimpedantie (elektronica)
22 kΩ
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Specificatie sensor
Beveiliging tegen direct contact Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Ingang energiemeter
S0-ingang
x1
Specificatie kabel
Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Type kabel
Afgeschermd enkel paar – 2 draden
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale kabellengte
30 m
Klasse sensoringang
Klasse A
Nominale uitgangsstroom
12 mA voor een belasting van 800 Ω
Maximale uitgangsstroom bij kortsluiting
24,5 mA
Uitgangsspanning bij nullast
+12 VDC
Maximale pulsfrequentie
16,7 Hz
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Specificatie sensoringang
Beveiliging tegen direct contact Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Tabel 11.8 Specificaties extra interfaces 1)
Er kunnen maximaal 100 omvormers op 1 netwerk worden aangesloten. Als er een GSM-modem voor portalupload wordt gebruikt, is het aantal omzetters in een netwerk beperkt tot 50. 2) Voor ondergronds gebruik wordt het gebruik van een grondkabel aangeraden voor zowel Ethernet als RS-485. 3) De derde ingang wordt gebruikt ter compensatie van de instralingssensor. 4) Het aantal omvormers dat op het RS-485-netwerk kan worden aangesloten, is afhankelijk van het aangesloten randapparaat.
VOORZICHTIG Een correcte montage van de kabeldoorvoeren voor alle randapparatuurkabels is essentieel om ervoor te zorgen dat de behuizing de juiste IP-bescherming biedt.
Parameter
Conditie
Specificatie
Potentiaalvrij contact
Relaisuitgang
x1
Classificatie AC
250 V AC, 6,4 A, 1.600 W
Classificatie DC
24 V DC, 6,4 A, 153 W
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Overspanningscategorie
Klasse III
Modem
GSM
Tabel 11.9 Specificaties extra ingangen
VOORZICHTIG Om aan EMC te voldoen, moeten afgeschermde kabels worden gebruikt voor sensoringangen en RS-485communicatie. Voor alarmuitgangen mogen nietafgeschermde kabels worden gebruikt. Andere extra kabels moeten door de specifieke EMCkabelklemmen worden geleid voor mechanische bevestiging en, in geval van afsluiting van afgeschermde kabels, op de afschermvoorziening.
94
L00410320-07_10
1
150AA058.11
Technische gegevens
RS485 2 x RJ45 Ethernet 2 x RJ45 2
3
+/
5
4
+/
+/
7
6
+/
+/
L
N
Afbeelding 11.4 Communicatiekaart
1
8-polige klemmenblokken
2
PT1000/moduletemp.
3
PT1000/omgevingstemp.
4
PT1000/temp. instralingssensor
5
Instralingssensor
6
S0/Energiemeter
7
Relais 1
11 11
Tabel 11.10 Legenda voor Afbeelding 11.4
RS-485 Sluit de RS-485-communicatiebus aan beide uiteinden af. Om de RS-485-bus af te sluiten:
• •
Sluit Bias H aan op RX/TX B Sluit Bias L aan op RX/TX A
Het RS-485-adres van de omvormer is uniek en is in de fabriek ingesteld.
Afbeelding 11.5 Detail RS-485-communicatie – Cat 5 T-568A
L00410320-07_10
95
11 11
2
3
4
5
6
7 8
Afbeelding 11.6 Detail aansluitschema RJ-45 voor RS-485
1
2
3
4
5
6
7 8
150AA019.10
1
150AA019.10
Technische gegevens
Afbeelding 11.7 Detail aansluitschema RJ-45 voor Ethernet
1
GND
Kleurcodering
2
GND
Aansluitschema Ethernet
Cat 5 T-568A
Cat 5 T-568B
3
RX/TX A (-)
4
BIAS L
1
RX+
Groen/wit
Oranje/wit
5
BIAS H
2
RX
Groen
Oranje
6
RX/TX B (+)
3
TX+
Oranje/wit
Groen/wit
7
Niet aangesloten
4
Blauw
Blauw
8
Niet aangesloten
5
Tabel 11.11 Legenda voor Afbeelding 11.6 Vetgedrukt = verplicht, Cat5-kabel bevat alle 8 draden Voor Ethernet: 10Base-TX en 100Base-TX auto cross over
Ethernet Een Ethernet-aansluiting is alleen beschikbaar voor TLX Pro- en TLX Pro+-versies.
6
TX-
Blauw/wit
Blauw/wit
Oranje
Groen
7
Bruin/wit
Bruin/wit
8
Bruin
Bruin
Tabel 11.12 Legenda voor Afbeelding 11.7
11.7.1 Netwerktopologie De omvormer heeft twee Ethernet RJ-45-stekkers waarmee meerdere omvormers in een lijntopologie kunnen worden aangesloten, als alternatief voor de typische stertopologie. De twee poorten zijn vergelijkbaar en kunnen onderling worden verwisseld. Voor RS-485 kunnen enkel lineaire daisychainaansluitingen worden gebruikt.
NB Een ringtopologie is niet toegestaan.
96
L00410320-07_10
Technische gegevens
Afbeelding 11.8 Netwerktopologie
1
Lineaire daisychain
2
Stertopologie
3
Ringtopologie (niet toegestaan)
(4)
(Ethernet-schakelaar)
11 11
Tabel 11.13 Legenda voor Afbeelding 11.8
NB De twee netwerktypen mogen niet worden gecombineerd. De omvormers kunnen uitsluitend worden aangesloten in netwerken die enkel RS-485 of enkel Ethernet zijn.
NB Een Ethernet-aansluiting wordt aanbevolen voor snellere communicatie. Een RS-485-aansluiting is vereist wanneer een weblogger of datalogger is aangesloten op de omvormer of via een CLX-product voor bewaking en netbeheer of een apparaat van derden.
L00410320-07_10
97
Bijlage A – Lijst met gebeu...
12 Bijlage A – Lijst met gebeurtenissen 12.1.1 Hoe gebruikt u deze Lijst met gebeurtenissen De Lijst met gebeurtenissen bevat een actieveld voor elke gebeurtenis of een specifieke groep gebeurtenissen. Het 'actieveld' moet als volgt worden geïnterpreteerd als progressieve stappen en aanbevelingen:
• • •
Stap 1: eindgebruiker Stap 2: installateur Stap 3: Service
12.1.2 Gebeurtenissen op het net Gebeurtenis-ID 1-6
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De netspanning is te laag
UgridRmsLowS2L1 UgridRmsLowS2L2 UgridRmsLowS2L3 UgridRmsLowS1L1 UgridRmsLowS1L2 UgridRmsLowS1L3 *) S1 = STADIUM 1 S2 = TRAP 2 L1 = FASE 1 L2 = FASE 2 L3 = FASE 3
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de net-fasespanning. • Spanning op de bijbehorende fase is OK: -
Wacht 10 minuten op fase L1, L2 en/of L3 om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Controleer de AC-installatie • Controleer alle zekeringen en de RCD/RCMU -
Alles OK – bel Service.
Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.1
12 12
98
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 7-9
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Gemiddelde netspanning gedurende 10 minuten te hoog
UGRID_RMS_10MINAVG_HIGH_L1 UGRID_RMS_10MINAVG_HIGH_L2 UGRID_RMS_10MINAVG_HIGH_L3
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de net-fasespanning. • Spanning op de bijbehorende fase is OK: -
Wacht 10 minuten op fase L1, L2 en/of L3 om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Mogelijke oplossingen: • Installeer een kabel met een grotere doorsnede (om spanningsval te verminderen) tussen de omvormer en de meter.
• •
Programmeer PF(P) – alleen TLX+ en TLX Pro+. Bel de DNO om toestemming te krijgen om de limiet te verhogen (merk op: Ugrid_RMS_high).
Gebruik de installatietester om de weerstand in de installatie te testen (fase-nul). Service: Geen. Tabel 12.2 Gebeurtenis-ID 10-15
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De netspanning is te hoog
UGRID_RMS_HIGH_S1_L1 UGRID_RMS_HIGH_S1_L2 UGRID_RMS_HIGH_S1_L3 UGRID_RMS_HIGH_S2_L1 UGRID_RMS_HIGH_S2_L2 UGRID_RMS_HIGH_S2_L3 *) S1 = STADIUM 1 S2 = TRAP 2 L1 = FASE 1 L2 = FASE 2 L3 = FASE 3
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de net-fasespanning. • De spanning op fase 1 is OK: -
Wacht 10 minuten op fase L1, L2 en/of L3 om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Meet de netspanning: • OK – bel Service.
•
12 12
Niet OK – bel de DNO voor een oplossing.
Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.3
L00410320-07_10
99
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 16-18
Displaytekst
Beschrijving: UGRID_INSTANTANIOUS_HIGH_L1 De omvormer heeft UGRID_INSTANTANIOUS_HIGH_L2 een spanningspiek op UGRID_INSTANTANIOUS_HIGH_L3 het net gedetecteerd.
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de net-fasespanning. • De spanning op fase 1 is OK: -
Wacht 10 minuten op fase L1, L2 en/of L3 om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Controleer de AC-installatie (alle zekeringen en de RCD): • OK – bel Service. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.4 Gebeurtenis-ID 19-24, 48-53
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Netfrequentie te laag of te hoog
FGRID_LOW_S1_L1 FGRID_LOW_S1_L2 FGRID_LOW_S1_L3 FGRID_HIGH_S1_L1 FGRID_HIGH_S1_L2 FGRID_HIGH_S1_L3
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de netfrequentie. • Frequentie is OK: -
Wacht 10 minuten om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Controleer de AC-installatie (alle zekeringen en de RCD): • OK – bel Service. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.5 Gebeurtenis-ID 25-27
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Fase-fasespanning te laag
LOM_LINETOLINE_LOW_L1 LOM_LINETOLINE_LOW_L2 LOM_LINETOLINE_LOW_L3
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de spanning op alle drie fasen. • Spanningen zijn OK: -
Wacht 10 minuten om te zien of de omvormer weer wordt aangesloten op het net.
-
Neem contact op met Service als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet.
Installateur: Controleer de AC-installatie (alle zekeringen en de RCD): • OK – bel Service. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.6
100
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 28-30
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Veranderingssnelheid frequentie (ROCOF – Rate of change of frequency) te hoog
LOM_ROCOF_HIGH_L1 LOM_ROCOF_HIGH_L2 LOM_ROCOF_HIGH_L3
Eindgebruiker: Neem contact op met de DNO wanneer deze gebeurtenis zich meerdere keren per dag voordoet. Installateur: Geen. Service: Geen.
Displaytekst
Actie
Tabel 12.7 Gebeurtenis-ID 31-33, 44-46
Beschrijving: IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L1S1 De DC-netstroom is te IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L2S2 hoog IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L3S3 IGRID_DC_CURRENT_HIGH_STEP_L1 IGRID_DC_CURRENT_HIGH_STEP_L2 IGRID_DC_CURRENT_HIGH_STEP_L3
Eindgebruiker: Controleer de SW-versie [Status]. • Als de SW-versie 2.15, 1.12 of ouder is, is een software-update nodig. Bel de installateur. Installateur: Installeer de nieuwste SW-versie. Service: Geen.
Tabel 12.8 Gebeurtenis-ID 34-37
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De reststroommonitor (RCMU) heeft een te hoge stroom gemeten
IRESIDUAL_HIGH IRESIDUAL_STEP_S3_HIGH IRESIDUAL_STEP_S2_HIGH IRESIDUAL_STEP_S1_HIGH
Eindgebruiker: Schakel zowel AC als DC uit en wacht tot het display uitschakelt. Schakel DC en AC weer in en kijk of de gebeurtenis zich opnieuw voordoet. Bel de installateur als deze gebeurtenis zich opnieuw voordoet. Installateur: Controleer de PV-installatie. OK – bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Displaytekst
Actie
Tabel 12.9 Gebeurtenis-ID 40
Beschrijving: GRID_DURING_CONNECT AC-net voldoet langer dan 10 minuten niet aan de specificaties (frequentie en/of spanning)
Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van: • Frequentie
12 12
Display: [Status → Omvormer → AC-net → Huidige waarde]
•
spanning
•
SW-versie
•
Instelling netcode (bijv. 'Duitsland LV 1')
Display: [Status → Omvormer → AC-net → Huidige waarde] Display: [Status → Omvormer → Serienr. en SW-versie → Omvormer] Display [Status → Omvormer]
Installateur: Als de SW-versie 2.15 of ouder is, is een nieuwere softwareversie nodig. Controleer het logboek voor andere gebeurtenissen. Controleer de AC-installatie. Service: Geen. Tabel 12.10
L00410320-07_10
101
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 41-43
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De omvormer heeft gedetecteerd dat de netspanning zich onder een bepaald niveau bevond
FAULT_RIDE_THROUGH_L1 FAULT_RIDE_THROUGH_L2 FAULT_RIDE_THROUGH_L3
Eindgebruiker: Neem contact op met de installateur als deze gebeurtenis meerdere keren per dag wordt gerapporteerd. Installateur: Voer ter plaatse een netanalyse uit. Service: Geen.
Tabel 12.11 Gebeurtenis-ID 47-48
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De omvormer wordt losgekoppeld van het net wanneer PLA minder dan 3% van het nominaal vermogen is
PLA_BELOW_THRESHOLD
Eindgebruiker: Neem contact op met de DNO om de status van de actieve vermogensreductie (PLA) te verkrijgen. Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.12 Gebeurtenis-ID 54-56
Displaytekst
Beschrijving: IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L1S2 DC-netstroom te hoog IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L2S2 (trap 2) IGRID_DC_CURRENT_HIGH_L3S2
Actie Eindgebruiker: Neem contact op met de installateur als deze gebeurtenis meerdere keren per dag wordt gerapporteerd. Installateur: Voer ter plaatse een netanalyse uit. Service: Geen.
Tabel 12.13
12.1.3 PV-gebeurtenissen Gebeurtenis-ID 100-102
Displaytekst
Beschrijving: IPV_NEGATIVE_PV1 De ingangsstroom is IPV_NEGATIVE_PV2 negatief; de polariteit IPV_NEGATIVE_PV3 van de PV-string is verkeerd. Mag zich enkel voordoen tijdens of onmiddellijk na installatie of onderhoud
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: • Is de polariteit van de PV-strings omgekeerd (bijv. de positieve PV-kabel aangesloten op de negatieve ingang van de omvormer)?
•
Nee – bel Service.
Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.14
102
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 103-105
Displaytekst
Beschrijving: IPV_HIGH_PV1 De ingangsstroom is IPV_HIGH_PV2 te hoog. Te veel PVIPV_HIGH_PV3 modules zijn parallel aangesloten. Mag zich enkel voordoen op recent geïnstalleerde systemen
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Controleer de PV-installatie. • Hoeveel strings zijn parallel aangesloten? Wat is hun nominale stroombereik? Is de ingangslimiet van 12 A overschreden?
•
Heeft de omvormer reductie toegepast op de PV-stroom [Log → reductie, niveau 1]?
Als er te veel strings parallel zijn aangesloten, kunt u dit oplossen door: - de omvormeringangen parallel aan te sluiten om de stroom naar de omvormer te verdelen; - een tweede omvormer te installeren. Service: Geen. Tabel 12.15 Gebeurtenis-ID 115
Displaytekst
Beschrijving: PV_ISO_TOO_LOW De weerstand tussen de PV-strings en aarde is te laag voor de omvormer om op te starten
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur en breng hem op de hoogte van de isolatieweerstand. Display: [Status → Fotovoltaïsch → Isolatieweerstand]. Installateur: Controleer de minimale geregistreerde isolatieweerstand [Status → Fotovoltaïsch → Isolatieweerstand], beveiligingsniveau 1 nodig. • Doorloop de PV-installatie en controleer stekkers, kabels en modules op isolatiedefecten.
•
Wanneer het defect zich voordoet terwijl u op locatie bent: koppel PVingang 1 los en start de omvormer opnieuw om de betreffende PVstring te lokaliseren. Ga verder met string 2 en 3. Voer een visuele controle van alle PV-kabels en -modules uit. Controleer of de installatie correct is uitgevoerd overeenkomstig de installatiehandleiding, omdat de huidige gebeurtenis kan betekenen dat de PEaansluiting ontbreekt.
12 12
Service: Geen. Tabel 12.16 Gebeurtenis-ID 116
Displaytekst
Beschrijving: SELF_TEST_4_6_WRONG_POLARITY Verkeerde PV-polariteit
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Controleer of de omvormer opstart wanneer elke PV-ingang afzonderlijk wordt aangesloten. Let op parallelle aansluitingen. Service: Geen.
Tabel 12.17
L00410320-07_10
103
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
12.1.4 Interne gebeurtenissen Gebeurtenis-ID 201-208 Beschrijving: De interne temperatuur is te hoog
Displaytekst
Actie
TPOWER_HIGH_L1 TPOWER_HIGH_L2 TPOWER_HIGH_L3 TPOWER_HIGH_BOOSTER TPCB_CTRL_HIGH TPCB_COMM_HIG TPCB_AUX_HIGH TPCB_AUX_POWER
Eindgebruiker: Controleer of de omvormer niet is afgedekt en het ventilatiekanaal (koellichaam) niet is geblokkeerd. Bel de installateur als dit niet het geval is. Installateur: Heeft de omvormer reductie wegens temperatuur toegepast? [Log → Reductie], beveiligingsniveau 1 nodig. Heeft de omvormer gebeurtenis 211 gemeld (ventilator)? • Nee: bel Service.
•
Ja: reinig het koellichaam/verwijder de blokkade (zie beschrijving voor gebeurtenis 211).
Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.18 Gebeurtenis-ID 209-210 Beschrijving: De spanning op de DC-bus is te hoog
Displaytekst
Actie
UDC_POS_HIGH UDC_NEG_HIGH
Eindgebruiker: Reset de omvormer door DC en AC los te koppelen met behulp van de schakelaars. Bel de installateur wanneer de gebeurtenis zich opnieuw voordoet. Installateur: Controleer of de AC-spanning onder de maximale waarde ligt of controleer de gebeurtenissenlog om te zien of er andere fouten zijn opgetreden. De AC-spanning is te hoog: wacht 10 minuten, probeer dan opnieuw aan te sluiten. Service: Geen.
Tabel 12.19 Gebeurtenis-ID 211
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De ventilatorsnelheid is te laag
FAN_RPM_LOW
Eindgebruiker: Is de omvormerventilator geblokkeerd? • Ja: reinig de ventilator.
•
Nee: bel de installateur.
Installateur: Vervang de ventilator. Service: Geen. Tabel 12.20
104
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 212
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De omvormer kan de DC-bus niet in balans houden
DCBUS_BALANCE_TIMEOUT
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Displaytekst
Actie
UGRID_UINV_DIFF_HIGH_L1 UGRID_UINV_DIFF_HIGH_L2 UGRID_UINV_DIFF_HIGH_L3
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Displaytekst
Actie
Tabel 12.21 Gebeurtenis-ID 213-215 Beschrijving: Interne fout Spanning gemeten voor en nadat het relais met meer dan 20 V afwijkt Tabel 12.22 Gebeurtenis-ID 216-218
Beschrijving: IGRID_HW_TRIP_L1 De gemeten spanning IGRID_HW_TRIP_L2 aan de AC-zijde is te IGRID_HW_TRIP_L3 hoog
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Als de softwareversie 1.09 of ouder is, moet de nieuwste softwareversie worden geïnstalleerd. Bel Service als dit het probleem niet oplost. Display: [Status → Omvormer → Serienr. en SW-versie] Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.23 Gebeurtenis-ID 223
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Vervangen door gebeurtenis 255-257
IGRID_SUM_HIGH
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Update naar de meest recente softwareversie. Service: Geen.
12 12
Tabel 12.24 Gebeurtenis-ID 224
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Defect RCMU-circuit, omvat ook gebeurtenis 350-352 van zelftest (fail-safe)
RCMU_OVERRANGE
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel de servicepartner wanneer de zelftest mislukt. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.25
L00410320-07_10
105
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 225-231 Beschrijving: Fout in geheugen/ EEPROM
Displaytekst
Actie
CTRL_EEPROM_CHECKSUM_ERROR COMM_EEPROM_CHECKSUM_ERROR AUX_EEPROM_CHECKSUM_ERROR POWER_EEPROM_CHECKSUM_ERROR CTRL_FLASH_CHECKSUM_ERROR COMM_FLASH_CHECKSUM_ERROR FSP_FLASH_CHECKSUM_ERROR
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de kaart of de omvormer.
Displaytekst
Actie
CTRL_RAM_CHECK_ERROR COMM_RAM_CHECK_ERROR FSP_RAM_CHECK_ERROR CTRL_RAM_COMPLEMENT_ERROR COMM_RAM_COMPLEMENT_ERROR xxx_RAM_COMPLEMENT_ERROR
Eindgebruiker: Start de omvormer opnieuw door AC en DC los te koppelen met behulp van de schakelaars. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de kaart of de omvormer.
Tabel 12.26 Gebeurtenis-ID 233-240 Beschrijving: Geheugencontrole mislukt
Tabel 12.27 Gebeurtenis-ID 241
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Geen contact met de sensor
I2C_FAULT
Eindgebruiker: Start de omvormer opnieuw door AC en DC los te koppelen met behulp van de schakelaars. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de kaart of de omvormer.
Gebeurtenis-ID 242
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De communicatie tussen de omvormer en de stuurkaart is gedurende meer dan 10 seconden mislukt
SPI_FAULT
Eindgebruiker: Start de omvormer opnieuw door AC en DC los te koppelen met behulp van de schakelaars. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de kaart of de omvormer.
Tabel 12.28
Tabel 12.29
106
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 243-244, 249
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Interne communicatiefout
FPGA_WATCHDOG_TIMEOUT FSP_WATCHDOG_TIMEOUT FSP_COMM_FAULT
Eindgebruiker: Start de omvormer opnieuw door AC en DC los te koppelen met behulp van de schakelaars. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de kaart of de omvormer.
Tabel 12.30 Gebeurtenis-ID 245
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Kan niet worden weergegeven na softwareversie 2.01 (nieuwe communicatiekaarten geïntroduceerd in week 37, 2010)
EVT_COVER_OPEN
Eindgebruiker: Installateur: Service:
Tabel 12.31 Gebeurtenis-ID 246
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Functionele-veiligheidsprocessor heeft een netgebeurtenis gedetecteerd
FSP_GRID_EVENT
Eindgebruiker: Controleer de gebeurtenissenlog op andere netgebeurtenissen (1-55) en volg de instructies voor deze gebeurtenissen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service wanneer deze gebeurtenis zich na 24 uur nog steeds voordoet. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.32 Gebeurtenis-ID 247
Displaytekst
Beschrijving: FSP_PLAUSIBILITY_FAULT Er heeft zich een waarschijnlijkheidsfout voorgedaan in de functionele-veiligheidsprocessor
12 12
Actie Eindgebruiker: Controleer de gebeurtenissenlog op andere netgebeurtenissen (1-55) en volg de instructies voor deze gebeurtenissen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service wanneer deze gebeurtenis zich na 24 uur nog steeds voordoet. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.33
L00410320-07_10
107
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 248, 251
Displaytekst
Actie
SELF_TEST_FAILED FSP_FAIL_SAFE
Eindgebruiker: Controleer de gebeurtenissenlog op andere netgebeurtenissen (1-55) en volg de instructies voor deze gebeurtenissen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service wanneer deze gebeurtenis zich na 24 uur nog steeds voordoet. Service: Vervang de omvormer.
Gebeurtenis-ID 255-257
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Eilandgebeurtenis geregistreerd
UGRID_ABS_MEAN_HIGH_L1 UGRID_ABS_MEAN_HIGH_L2 UGRID_ABS_MEAN_HIGH_L3
Eindgebruiker: Controleer de gebeurtenissenlog op andere netgebeurtenissen (1-55) en volg de instructies voor deze gebeurtenissen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service wanneer deze gebeurtenis zich na 24 uur nog steeds voordoet. Service: Vervang de omvormer.
Displaytekst
Actie
UDCPROTECT_OVERVOLTAGE
Eindgebruiker: Bel de installateur wanneer de gebeurtenis zich na 2-3 dagen nog steeds voordoet. Installateur: Controleer de PV-installatie/indeling. Indien OK en indien de gebeurtenis
Beschrijving: De zelftest is mislukt
Tabel 12.34
Tabel 12.35 Gebeurtenis-ID 255-257 Beschrijving: Overspanning DC-bus
zich na 24 uur opnieuw voordoet – bel Service. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.36 Gebeurtenis-ID 259
Displaytekst
Actie
Beschrijving: De interne parameter is te laag
SELF_TEST_4_4_INTERNAL_PARAMETE R_TOO_LOW
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.37 Gebeurtenis-ID 260
Displaytekst
Beschrijving: SELF_TEST_4_4_VEN_TOO_LOW De spanning tussen aarde en nul kan tijdens de isolatietest niet worden gewijzigd (met minder dan 10 V)
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Controleer de PV-installatie op isolatiefouten. OK – bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.38
108
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 261
Displaytekst
Beschrijving: SELF_TEST_4_6_SHORT_CIRCUIT Kortsluiting in versterkingstransistor of verkeerde PV-polariteit
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.39 Gebeurtenis-ID 262
Displaytekst
Actie
Beschrijving: SELF_TEST_4_6_SHORT_CIRCUIT_WRO Eindgebruiker: Bel de installateur. Kortsluiting in verster- NG_POLARITY kingstransistor of Installateur: verkeerde PV-polariteit Controleer de PV-installatie op polariteitsfouten. OK – vervang de omvormer. Bel Service. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.40 Gebeurtenis-ID 263
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Interne softwarefout
INTERNAL_ERROR
Eindgebruiker: Controleer de gebeurtenissenlog om te zien of dit meerdere keren per dag is geregistreerd in de log: • Indien geen: geen actie nodig.
•
Ja: bel de installateur.
Installateur: Update naar de meest recente softwareversie. Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.41 Gebeurtenis-ID 350
Displaytekst
Actie
Beschrijving: DC-bias in RCMU te hoog tijdens de zelftest
SELF_TEST_4_5_DC_BIAS_FAILED
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
12 12
Tabel 12.42 Gebeurtenis-ID 351
Displaytekst
Actie
Beschrijving: DC-bias in RCMU te hoog tijdens de zelftest
SELF_TEST_4_5_RMS_BIAS_FAILED
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.43
L00410320-07_10
109
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 352
Displaytekst
Beschrijving: SELF_TEST_4_5_STEP_FAILED RCMU kan geen stap (van 25 mA) in de reststroom detecteren.
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.44 Gebeurtenis-ID 353
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Kortsluiting in de omvormertransistor (AC)
SELF_TEST_4_6_CURRENT_AT_OPEN_I GRID_FAILED
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.45 Gebeurtenis-ID 354
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Kortsluiting in de omvormertransistor (AC) (gemiddeld)
SELF_TEST_4_6_CURRENT_AT_OPEN_I GRID_AVG_FAILED
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Gebeurtenis-ID 356
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Het testen van het omvormerrelais en de spanningsmetingen kan niet worden uitgevoerd
SELF_TEST_4_7_INVERTER_BIAS_FAILE D
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Gebeurtenis-ID 357
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Het omvormerrelais is defect (bij gelaste uitvoering contact)
SELF_TEST_4_7_INVERTER_RELAY_FAIL Eindgebruiker: Bel de installateur. ED Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Tabel 12.46
Tabel 12.47
Tabel 12.48
110
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 358
Displaytekst
Beschrijving: Het omvormerrelais is defect (bij gelaste uitvoering contact)
SELF_TEST_4_7_INVERTER_INV_VOLTA Eindgebruiker: Bel de installateur. GE_FAILED Installateur: Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Actie
Tabel 12.49 Gebeurtenis-ID 359
Displaytekst
Actie
Beschrijving: SELF_TEST_4_7_INVERTER_RELAY_INV_ Eindgebruiker: Bel de installateur. Het omvormerrelais of UPPER_FAILED de omvormertransistor Installateur: is defect (bij open Bel Service. stroomkring) Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.50 Gebeurtenis-ID 360
Displaytekst
Actie
Beschrijving: SELF_TEST_4_7_INVERTER_RELAY_INV_ Eindgebruiker: Bel de installateur. Het omvormerrelais of LOWER_FAILED de omvormertransistor Installateur: is defect (bij open Bel Service. stroomkring) Service: Vervang de omvormer. Tabel 12.51 Gebeurtenis-ID 361
Displaytekst
Actie
Beschrijving: Netrelais is defect (bij open stroomkring)
SELF_TEST_4_8_GRID_DIF_FAILED
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Controleer en/of repareer de nulleider. Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
12 12
Tabel 12.52 Gebeurtenis-ID 362
Displaytekst
Beschrijving: Het nulrelais is defect (bij gelaste uitvoering omvormerrelais)
SELF_TEST_4_9_NEUTRAL_INV_RELAY_ Eindgebruiker: Bel de installateur. FAILED Installateur: Controleer en/of repareer de nulleider. Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Actie
Tabel 12.53
L00410320-07_10
111
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 363
Displaytekst
Beschrijving: Nulrelais is defect (bij gelaste uitvoering netrelais)
SELF_TEST_4_9_NEUTRAL_GRID_RELAY Eindgebruiker: Bel de installateur. _FAILED Installateur: Controleer en/of repareer de nulleider. Bel Service. Service: Vervang de omvormer.
Actie
Tabel 12.54 Gebeurtenis-ID 364
Displaytekst
Beschrijving: Nulaansluiting is beschadigd of ontbreekt
SELF_TEST_4_9_NEUTRAL_RELAYS_FAI Eindgebruiker: Bel de installateur. LED Installateur: Controleer de AC-installatie op defecten aan de nulaansluiting. Bel Service. Service: Controleer of de AC-installatie correct is uitgevoerd overeenkomstig de installatiehandleiding. Controleer of de nulleider correct is aangesloten. Het defect bevindt zich waarschijnlijk in de installatie.
Actie
Tabel 12.55
12.1.5 Gebeurtenissencommunicatie Gebeurtenis-ID 1
Label
eNoMemory Beschrijving: Dynamische geheugentoewijzing is mislukt
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.56 Gebeurtenis-ID 3
Label
Beschrijving: Overflow buffer voor inkomende gegevens (antwoord modem te lang)
eModemBufferInOverflow
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.57
112
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 4
Label
Beschrijving: Huidig modemcommando heeft 'ERROR'-respons ontvangen
eModemCmdReplyError
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.58 Gebeurtenis-ID 5
Label
eModemCmdTimeout Beschrijving: Tijdslimiet huidig modemcommando overschreden. De gsm is niet aangesloten of ondervindt een ernstig probleem, want hij reageerde niet op het laatste AT-commando.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Eindgebruiker: Open het paneel en controleer of het modem is geïnstalleerd. Controleer of de simkaart is geïnstalleerd en werkt. Stop hiervoor de simkaart in een telefoon. Bel Service wanneer het probleem zich blijft voordoen. Service: Vervang de gsm-module.
Tabel 12.59 Gebeurtenis-ID 7
Label
eModemInitFail Beschrijving: Het op laag niveau initialiseren van het modem is mislukt. De gsm-module ondervindt een ernstig
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Eindgebruiker: Open het paneel en controleer of het modem is geïnstalleerd. Controleer of de simkaart is geïnstalleerd en werkt. Stop hiervoor de simkaart in een telefoon. Bel Service wanneer het probleem zich blijft voordoen. Service: Vervang de gsm-module.
probleem.
12 12
Tabel 12.60 Gebeurtenis-ID 9
Label
Beschrijving: Interne fout, onverwachte status.
eUnexpectedState
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.61
L00410320-07_10
113
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 10
Label
Beschrijving: Modemrespons niet herkend
eModemReplyParseFailed
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.62 Gebeurtenis-ID 11
Label
Beschrijving: Upload mislukt, niet ingelogd op het thuis(indien toegestaan) of roamingnetwerk voor gsm. GM logt in en uit op het gsm-netwerk. Dit wijst op een slechte signaalontvangst.
eConnectionUnavailable
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Onderneem alleen actie als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet. • Controleer de sterkte van het gsm-signaal. -
•
Niet OK – probeer een andere provider.
Controleer of de simkaart werkt (in een mobiele telefoon). -
Bel de installateur.
Installateur: Installeer een router met ingebouwd gsm-modem en plaats deze voor een betere ontvangst. Service: Geen.
Tabel 12.63 Gebeurtenis-ID 12
Label
GSM
Beschrijving: Het openen van de uploadverbinding is mislukt (algemeen). Iets anders dan de GPRS of de FTP is mislukt.
eModemLinkOpenFail
✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Onderneem alleen actie als de gebeurtenis zich opnieuw voordoet. • Controleer de sterkte van het gsm-signaal. -
• •
12 12
Niet OK – probeer een andere provider.
Controleer of de simkaart werkt (in een mobiele telefoon). Andere FTP-server: Probeer een andere FTP-server te configureren.
Bel de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout. Tabel 12.64 Gebeurtenis-ID 13
Label
eModemLinkCloseFail Beschrijving: Het sluiten van de verbinding (FTP of GPRS) is mislukt na het uploaden. Niet kritiek, de data zijn goed verzonden.
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Geen ernstige gebeurtenis. Breng de installateur op de hoogte wanneer de gebeurtenis zich opnieuw voordoet. Installateur: Bel Service. Serviceprovider: Rapporteer de fout.
Tabel 12.65
114
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 17
Label
eUploadFileSize Beschrijving: De grootte van het geüploade bestand klopt niet. Een deel van het bestand is waarschijnlijk verloren gegaan. Het geüploade bestand is tijdens het uploaden corrupt geraakt.
GSM ✓
LAN ✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Service: Geen.
Tabel 12.66 Gebeurtenis-ID 18
Label
eModemNoNetwork Beschrijving: Modem maakte geen verbinding met een GSM-netwerk. Er is geen gsm-dekking of de simkaart is niet geactiveerd.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: • Controleer de sterkte van het gsm-signaal. -
•
Niet OK – probeer een andere provider.
Controleer of de simkaart werkt (in een mobiele telefoon).
Installateur: Installeer de router met ingebouwd gsm-modem en vervang deze voor een betere ontvangst. Service: Geen.
Tabel 12.67 Gebeurtenis-ID 19
Label
Beschrijving: Simkaart reageerde niet op pinverzoek. De simkaart ontbreekt of is defect.
eModemSIMResponse
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Controleer of de simkaart werkt (in een mobiele telefoon). Installateur: Vervang het modem. Service: Geen.
Tabel 12.68 Gebeurtenis-ID 20
Label
eUploadFileExists Beschrijving: Het uploadbestand bestaat op de server (met exact hetzelfde serie- en tijdstempel in de naam). DWH weigert de bestaande logbestanden op de server te overschrijven.
GSM ✓
LAN
12 12
Actie Eindgebruiker: Vermijd uploaden naar dezelfde FTP-server vanaf verschillende locaties. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Indien het probleem zich blijft voordoen, bel voor assistentie. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.69
L00410320-07_10
115
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 21
Label
Beschrijving: Het lezen van de modemfabrikant is mislukt.
eModemParseMfgr
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Vervang het modem. Service: Geen.
Tabel 12.70 Gebeurtenis-ID 22
Label
Beschrijving: Het lezen van het modemmodel is mislukt.
eModemParseModel
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Vervang het modem. Service: Geen.
Tabel 12.71 Gebeurtenis-ID 23
Label
Beschrijving: Het lezen van de modemrevisie is mislukt.
eModemParseRvsn
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Vervang het modem. Service: Geen.
Tabel 12.72 Gebeurtenis-ID 24
Label
eModemParseRSSI Beschrijving: Het lezen van de modem-RSSI is mislukt.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Vervang het modem. Service: Geen.
Tabel 12.73 Gebeurtenis-ID 26
Label
eModemSecurityNotPIN Beschrijving: Simkaart vraag om een code, maar niet de pincode (meestal pukcode, omdat de simkaart is geblokkeerd).
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Deze simkaart is geblokkeerd. Zoek de PUK-code op, plaats de SIMkaart in een mobiele telefoon en deblokkeer de kaart. Probeer een andere provider. Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.74
116
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 27
Label
eModemParsePINStatus Beschrijving: Het lezen van de respons op het verzoek voor de pinstatus is mislukt.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Reset de omvormer door deze los te koppelen. Neem contact op met de installateur wanneer de gebeurtenis zich blijft voordoen. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.75 Gebeurtenis-ID 28
Label
eModemParseNeBeschrijving: tRegStat Het lezen van de respons op het verzoek voor de netwerkregistratiestatus is mislukt.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Schakel de omvormer uit en weer in. Installateur: Vervang het modem. Bel Service als dit het probleem niet verhelpt. Serviceprovider: Rapporteer de fout.
Tabel 12.76 Gebeurtenis-ID 29
Label
Beschrijving: Interne fout, onverwachte status MCH-initialisatie.
eUnexpectedInitState
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Installateur: Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.77 Gebeurtenis-ID 30
Label
eModemSetPIN Beschrijving: Instellen pincode mislukt. Onjuiste pincode. Wees voorzichtig – wanneer de omvormer is gereset, zal deze dezelfde pincode weer instellen. Na tweemaal resetten wordt de simkaart geblokkeerd, omdat er 3 mislukte pogingen zijn gedaan om de pincode in te stellen.
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Zie beschrijving. Stop de kaart in een mobiele telefoon als de kaart geblokkeerd is en gebruik de pukcode om hem te deblokkeren. Installateur: Geen. Serviceprovider: Geen.
12 12
Tabel 12.78
L00410320-07_10
117
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 31
Label
Beschrijving: Instellen naam GPRStoegangspunt (APN) mislukt. APN is ongeldig. Gebruik enkel alfanumerieke tekens (a-z, AZ, 0-9) en een punt (.).
eGPRSParams
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: APN is ongeldig. Gebruik enkel alfanumerieke tekens (a-z, A-Z, 0-9) en een punt (.). Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.79 Gebeurtenis-ID 33
Label
Beschrijving: Instellen GPRS-gebruikersnaam mislukt. Gebruikersnaam is ongeldig. Vermijd spaties.
eGPRSAuthPasswd
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Gebruikersnaam is ongeldig. Vermijd spaties. Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.80 Gebeurtenis-ID 34
Label
Beschrijving: Instellen GPRSwachtwoord mislukt. Wachtwoord is ongeldig. Vermijd spaties.
eGPRSAuthPasswd
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Gebruikersnaam is ongeldig. Vermijd spaties. Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.81 Gebeurtenis-ID 35
Label
Beschrijving: GPRS-verbinding niet geopend.
eGPRSOpe
12 12
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Het mislukken van de GPRS-verbinding kan veel oorzaken hebben. De APN, gebruikersnaam of wachtwoord zijn mogelijk onjuist. Vraag de gsm-provider om de GPRS te configureren. Misschien is GPRS niet geactiveerd voor deze simkaart? Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.82
118
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 36
Label
Beschrijving: FTP-verbinding niet geopend.
eFTPOpen
GSM ✓
LAN ✓
Actie Eindgebruiker: • Mogelijke oorzaken:
•
-
Geen internetverbinding
-
Verkeerd FTP-serveradres
-
Gebruikersnaam of wachtwoord niet juist
Probeer vanaf de pc verbinding te maken met de FTP-server. -
Controleer of de omvormer toegang heeft tot het internet.
Installateur: Geen. Service: Geen. Tabel 12.83 Gebeurtenis-ID 37
Label
eFTPTransferType Beschrijving: Het instellen van de FTP-modus is mislukt. De server nam de overdracht van de binaire modus niet aan. Deze overdracht mag in de productieversie niet plaatsvinden bij het uploaden naar de huidige Meteocontrol
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
FTP-server. Tabel 12.84 Gebeurtenis-ID 38
Label
eFTPChdir Beschrijving: Het wijzigen van de FTP-directory is mislukt (enkel indien een FTPdirectory is gespecificeerd).
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
12 12
Tabel 12.85
L00410320-07_10
119
12 12
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 39
Label
eFTPPut Beschrijving: Bestandsupload niet gestart. het uploaden van het bestand mislukt wanneer de server dit weigert of wanneer er een probleem is met de internetverbinding Misschien blokkeert de firewall de actieve modus FTP?
GSM ✓
LAN ✓
Actie Eindgebruiker: het uploaden van het bestand mislukt wanneer de server dit weigert of wanneer er een probleem is met de internetverbinding Misschien blokkeert de firewall de actieve modus FTP? Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.86 Gebeurtenis-ID 40
Label
eUploadFileRead Beschrijving: Geüpload bestand niet gelezen om te verifiëren. Het verkrijgen van de bestandslijst van de FTP-server is mislukt. Dit geeft aan dat er een probleem is met de server of de internetverbinding.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.87 Gebeurtenis-ID 41
Label
eNoData Beschrijving: Er is geen datalog om te uploaden. Alle niet verzonden loggegevens zijn verzonden en de omvormer heeft nog geen nieuwe log gegenereerd. Dit is geen fout. Dit geeft enkel aan dat alle gelogde gegevens die geüpload moesten worden, al zijn geüpload.
GSM ✓
LAN
Actie Eindgebruiker: Installateur: Service:
Tabel 12.88
120
L00410320-07_10
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 42
Label
Beschrijving: De RTC van de masteromvormer is niet ingesteld. De tijd en datum van de omvormer moeten worden ingesteld voordat gegevens kunnen worden geüpload.
eTimeNotSet
GSM ✓
LAN ✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Stel de datum en tijd in. Service: Geen.
Tabel 12.89 Gebeurtenis-ID 43
Label
Beschrijving: Het serienummer van de masteromvormer is ongeldig.
eInvalidSerial
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Bel de serviceprovider. Serviceprovider: Corrigeer het serienummer.
Tabel 12.90 Gebeurtenis-ID 44
Label
eInvalidPIN Beschrijving: De pincode van de SIM-kaart is niet geldig. Een pincode moet 4-8 tekens lang zijn en mag enkel cijfers bevatten. Er mogen geen andere tekens worden gebruikt.
GSM
LAN
✓
Actie Eindgebruiker: Een pincode moet 4-8 tekens lang zijn en mag enkel cijfers bevatten. Er mogen geen andere tekens worden gebruikt. Installateur: Geen. Service: Geen.
Tabel 12.91 Gebeurtenis-ID 45
Label
Beschrijving: Het openen van een FTP-bestand voor het uploaden is mislukt.
eModemFileOpenFail
GSM
LAN
✓
Actie
12 12
Eindgebruiker: Bel de installateur. Installateur: Wijzig de FTP-serverconfiguratie (specificatie voor ondersteunde FTP-configuratie nodig). Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.92 Gebeurtenis-ID 46
Label
eModemSendSMSFail Beschrijving: Sms niet verzonden. Deze fout doet zich niet voor bij het uploaden naar datawarehouse.
GSM
LAN
Actie Eindgebruiker: Stop de simkaart in een telefoon en probeer een sms te verzenden. Mogelijke oorzaak: onvoldoende tegoed. Probeer verschillende simkaarten. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.93
L00410320-07_10
121
Bijlage A – Lijst met gebeu...
Gebeurtenis-ID 47
Label
eModemSendEmailFail Beschrijving: E-mail via gsm niet verzonden. Deze fout doet zich niet voor bij het uploaden naar datawarehouse.
GSM
LAN
Actie Eindgebruiker: Stop de simkaart in een telefoon en probeer een e-mail te verzenden. Mogelijke oorzaak: onvoldoende tegoed. Probeer verschillende simkaarten. Installateur: Bel Service. Service: Rapporteer de fout.
Tabel 12.94
12 12
122
L00410320-07_10
Danfoss Solar Inverters A/S Ulsnaes 1 DK-6300 Graasten Denmark Tel: +45 7488 1300 Fax: +45 7488 1301 E-mail:
[email protected] www.danfoss.com/solar
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar produkten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde produkten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden. Rev. date 2012-11-25 Lit. No. L00410320-07_10