Thijs Jan van der Leij:
‘Kijk naar de leerling, niet alleen naar de cijfers’
MAGAZINE VO2020-tour van start / Plusdocument in de praktijk / Stapelen! 4 portretten / Internationalisering in de lift / Beter rekenen op Helinium Magazine voor voortgezet onderwijs Januari 2016 / jaargang 10
4
ADVERTENTIE
Congresagenda 2016 In 2016 organiseert Medilex Onderwijs meer dan honderd leerzame congressen en cursussen voor personeel in de gehele onderwijssector. Onderin een greep uit ons aanbod speciaal geselecteerd voor u en uw collega’s. Al onze dagen kenmerken zich door een praktische insteek met theoretische onderbouwing zodat de opgedane kennis de volgende dag direct toe te passen is op school. Volledige congresprogramma’s bekijken en inschrijven doet u via www.medilexonderwijs.nl/vo
Cursus | start 7 maart
Donderdag 31 maart
MEDIATION VOOR SCHOOLLEIDERS
DIGITALISERING VAN HET ONDERWIJS
Driedaagse cursus Conflicthantering in het onderwijs
Praktische handvatten voor schoolleiders in het VO
www.medilexonderwijs.nl/mediation
www.medilexonderwijs.nl/digitalisering
Woensdag 9 maart
Cursus | start 31 maart
TOETS UW MANIER VAN TOETSEN
WERKDRUK BIJ DOCENTEN
Praktische handvatten voor het maken en beoordelen van toetsen in het vmbo
Timemanagement en mindfulness in het voortgezet onderwijs
www.medilexonderwijs.nl/toetsing
www.medilexonderwijs.nl/werkdruk
Donderdag 24 maart
Vrijdag 1 april
PESTEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS
DIFFERENTIEER EN ACTIVEER
Actuele kennis en handvatten voor een effectieve aanpak van (cyber)pesten op school
Aan de slag met gedifferentieerd lesgeven
www.medilexonderwijs.nl/pestenvo
www.medilexonderwijs.nl/differentiatiehh
Dinsdag 29 maart
Cursus | start 5 april
SLIM OMGAAN MET (HOOG)BEGAAFDE LEERLINGEN
POSITIEVE GROEPSVORMING
Van inzicht tot praktische handvatten voor het VO www.medilexonderwijs.nl/hoogbegaafd
Medilex Onderwijs - Congressen en cursussen voor het onderwijs
Verdiepende cursus over groepsvorming www.medilexonderwijs.nl/groepsvorming
T. (030) - 657 51 57 E.
[email protected]
IN DIT NUMMER
6 Thijs Jan van der Leij Schoolleider zijn is je nek uitsteken. ‘Het is verschrikkelijk als leerlingen worden geweigerd omdat ze een risico vormen voor het rendement.’
10 Diploma-plus Het ECL in Haarlem en het Vechtdal College, locatie Dedemsvaart horen bij de groeiende groep scholen die werkt aan een plusdocument.
17 Stapelaars
24 Over grenzen
Bekende en minder bekende Nederlanders vertellen waar een educatieve ‘omweg’ hen heeft gebracht.
Meer tweetalig onderwijs, meer internationale thema’s en gevarieerde uitwis selingsprogramma’s: er zit toekomst in internationalisering.
En verder 4 5 14 22 30 32 34 39 41
Kort / agenda 1 Minuutje Verslag: de nieuwe VO2020-tour VO in beeld Jubilerende VO-raad helpt Haïti Oude scholen: slopen of herbestemmen? Beter rekenen op Helinium Inwerk- en begeleidingsprogramma’s Wie werkt waar / Colofon
PAUL ROSENMÖLLER / VOORZITTER 10 jaar VO-raad: Samen vieren, samen geven Af en toe heb je een aanleiding nodig voor het vieren van een bescheiden feestje. Verjaardagen lenen zich daar goed voor. Zo ook onze tiende verjaardag. Een moment van terugblikken en vooruitkijken. Voor velen van u vormen die tien jaar slechts een klein deel van de onderwijscarrière. Maar er zijn er ook onder u die hun onderwijsloopbaan zijn begonnen ná de fusie van Schoolmanagers_VO en het Werkgeversverbond Voortgezet Onderwijs, die in 2006 leidde tot de oprichting van de VO-raad. Intussen is de VO-raad een niet meer weg te denken speler in onderwijsland en daarbuiten. Als vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs waarbij nagenoeg alle scholen zijn aan gesloten, zijn we niet alleen representatief, maar hebben we ook de invloed om onze leden zo goed mogelijk te faciliteren onder wijs van hoge kwaliteit te bieden. Dat is voor een deel te danken aan de mensen die vanaf het begin de kar getrokken hebben. Ik denk dan allereerst aan Sjoerd Slagter, de voorzitter van het eerste uur, en zeven jaar lang boegbeeld. Ik denk aan Dirck van Benne kom en Hein van Asseldonk (de huidige vicevoorzitter), die een aantal jaren samen met Sjoerd het Dagelijks Bestuur van de VO-raad vormden, en aan al die andere bestuurders en school leiders die een actieve rol hebben gespeeld bij het opzetten en uitbouwen van de vereniging. En met de herinneringen kijken we ook vooruit. Want ons goede onderwijs kan nog beter; meer flexibel en gericht op talenten van leerlingen, met een eigentijds curriculum en moderne leermid delen, en met docenten die zich voortdurend professionaliseren en daar tijd voor hebben. Onderwijs waar een volgend kabinet ook met harde euro’s in investeert en waarover de sector zich, bij een hoge mate van autonomie en vrijheid, zelf verantwoordt naar leerlingen, ouders en politiek Den Haag. Een onderwijssector, bovendien, met toenemende aandacht voor internationalisering in een globaliserende wereld. Daarom steken we de handen uit de mouwen voor kinderen elders en zamelen we geld in voor vier orkaanbestendige scholen in Haïti, een project van het Prinses Margriet Fonds. Want ook als het noodweer toeslaat, hebben kinderen recht op onderwijs. Ik hoop dat u wilt meewerken om kinderen in Haïti te laten profiteren van ons feestje. Samen vieren is samen geven! VO-magazine 4 / Januari 2016
3
KORT
Subsidie zomerschool aanvragen
D A TE ! SAV E TH E
Scholen die in 2016 een zomerschool tegen zittenblijven willen inrichten, kunnen hier weer subsidie voor aanvragen bij DUO. Nieuw is dat scholen ook subsidie kunnen aanvragen voor het inrichten van een lenteschool in de meivakantie. Per deelnemende leerling is 650 euro subsidie beschikbaar. www.zomerscholenvo.nl
VO-congres 2016
Zittenblijven niet effectief
Op 31 maart vindt het negende VO-congres plaats, in het NBC Congrescentrum Nieuwegein. Noteer deze datum alvast in uw agenda! Vanaf 1 februari kunt u zich aanmelden via www.vo-congres.nl.
Zittenblijven heeft geen blijvend resultaat op de leerresultaten van de meeste leerlingen en is daarmee geen effectieve interventie. Dat stelt een interdepartementaal samengestelde werkgroep in het beleidsonderzoek Effectieve leerroutes in het funderend onderwijs. Staatssecretaris Dekker heeft zijn beleidsreactie op 17 december 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd. Ga naar het rapport en de beleidsreactie via www.vo-raad.nl/themas/maat werk/onderzoek-zittenblijven-is-ineffectief.
Universiteiten vernieuwen lerarenopleidingen De universitaire opleidingen tot leraar in het vo worden vanaf het studiejaar 2016-2017 vernieuwd. De plannen houden onder meer in dat er een tweejarige educatieve masteropleiding komt in plaats van de huidige éénjarige, waarin meer ruimte is voor het opdoen van praktijkervaring. Deze masteropleiding wordt de hoofdroute naar het academisch geschoold leraarschap.
Code Goed Onderwijsbestuur Op 1 januari 2016 is een monitoringscommissie van start gegaan die in opdracht van de VO-raad toetst op naleving van de nieuwe Code Goed Onderwijsbestuur. De eerste helft van 2016 zal de commissie vooral leden van de VO-raad stimuleren om aan de Code en de lidmaatschapseisen te vol doen en wordt de monitoringsopdracht voorbereid. In de tweede helft van 2016 start de commissie met het monitoren van de naleving van de Code.
Geef uw mening! Schoolbesturen, ouders en andere geïnteresseerden krijgen in de toekomst meer ruimte om een nieuwe school te stichten, niet langer op basis van vastgestelde - veelal levensbeschouwelijke richtingen. Dat is de strekking van het wetsvoorstel ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’. Het wetsvoorstel staat nu open voor consultatie op www.internetconsultatie.nl.
k Kijk voor het laatste
nieuws op www.vo‑raad.nl
AGENDA
2 FEB
3 FEB
Inspiratiedag VO-content: bouwen aan onderwijs op maat Wie Teamleiders, schoolleiders, rectoren, bestuurders en docenten Waar Woerden Masterclass ‘Verandertrajecten in de school: de rol van bestuurders’ Wie: Bestuurders Waar: Eindhoven
3 FEB
4 FEB
Debat ‘Een ander perspectief op taakbeleid en werkdruk’ Wie Docenten, schoolleiders en bestuurders Waar De Balie, Amsterdam LOB-congres ‘Aansluiting gezocht’ Wie Decanen en mentoren Waar Wageningen
1 MINUUTJE
Project Postdoc-VO biedt gepromoveerde bèta- en/of techniekdocenten de mogelijkheid om wetenschappelijk onderzoek te doen: docenten uit het mbo of vo kunnen een toegepast vakdidactisch onderwijsonderzoek uit voeren en worden tijdelijk aangesteld als onderzoeker op hun eigen school. Het project wordt ondersteund door het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht en gefinancierd door het ministerie van OCW. Postdoc-VO begon in september 2013 en werd onlangs verlengd tot 2020. Bèta- en techniekdocenten zijn vaak al de bollebozen van de school; waarom krijgen juist zij de kans postdoc-onderzoek te doen?
Projectcoördinator Gjalt Prins: “Dat komt doordat met name bètadocenten zijn gaan promoveren sinds de overheid in 2007 is gestart met het DUDOC-programma en de NWO Promotiebeurs voor Leraren. We verwachten dat er tussen nu en 2020 veel alfa- en gammadocenten promoveren, die op termijn ook een postdoc-onderzoek willen starten. De elf docenten die nu postdoc-onderzoek doen, zijn inderdaad allemaal bètadocenten, maar de resultaten zijn voor iedereen interessant. Scheikundedocente Thalita Visser uit Almelo
4 FEB
15 FEB
Havocongres 2016 ‘Trots op de havo’ Wie Schoolleiders en docenten Waar Ede
De ‘nieuwe vmbo’-conferentie Wie Schoolleiders en bestuurders Waar Utrecht
doet bijvoorbeeld onderzoek naar het belang van taalvaardig heid en -beheersing in de bètavakken en betrekt daar haar collega’s van Nederlandse taal, Engels en biologie bij.” Wat hebben leerlingen aan een docent die weten schappelijk onderzoek doet?
“De onderzoekende houding van de docent straalt af op de leerlingen. Zo’n docent is een rolmodel, zeker in het voor bereidend wetenschappelijk onderwijs.” Docenten die postdoc-onderzoek doen, worden voor een groot deel vrijgeroosterd en blijven tegelijkertijd verbonden aan de school. Waarom?
“We willen de kloof slechten tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Het zijn twee werelden die elkaar slecht verstaan en die we dichter bij elkaar willen brengen om gezamenlijk tot onderwijsverbetering te komen die de school ook echt iets oplevert. Kennis die meteen in de praktijk van alledag in te zetten is.” Er zijn binnen Postdoc-VO extra plaatsen vrij voor achttien tot twintig docenten die als postdoc-onderzoeker aan de slag willen. Kijk op www.postdoc-vo.nl.
18 FEB
Conferentie ‘Sociale veiligheid: op koers!’ Wie Schoolleiders, leerlingbegeleiders en meer Waar Amersfoort
Kijk voor meer informatie op www.vo-raad.nl/bijeenkomsten
INTERVIEW
THIJS JAN VAN DER LEIJ (FARELCOLLEGE AMERSFOORT):
‘IK WIL LEERLINGEN RECHT DOEN’
6
VO-magazine 4 / Januari 2016
Thijs Jan van der Leij, initiatiefnemer van een bijzonder leernetwerk, is een bevlogen man die het debat niet schuwt. ‘We vermorsen talent en blijven met zijn allen maar kiezen voor de smalle benadering. Geven we onderwijs voor de PISA-ranking, of doen we het voor ons menselijk kapitaal voor later?’ Tekst: Hanneke van der Linden / Fotografie: Josje Deekens
Thijs Jan van der Leij gelooft in kinderen. Hij vindt dat het onderwijs naar de leerling als geheel hoort te kijken, en niet alleen naar de cijfers. Het verklaart waarom de rector van het Farelcollege een drijvende kracht is achter het nieuwe leernetwerk Moreel beraad en Bildung. Dit netwerk, gefaciliteerd door de VO-academie, heeft er inmiddels drie bijeenkomsten opzitten. Veertien school leiders buigen zich binnen het netwerk over dilemma’s waarmee ze in aanraking komen. Al filosoferend zoeken en delen ze antwoorden op morele kwesties en de noden van deze tijd.
‘Soms moet je de moed hebben om een lijn in te zetten die nog niet zichtbaar is’ Is dit netwerk opgericht uit teleurstelling over het terugfluiten van het maatwerkdiploma?
“In 2011 werd er in het onderwijsrapport volledig maat werk en gedifferentieerd leren gepromoot. Ik ervaar de huidige tendens als een tegenstelling. Toch is dit netwerk niet ontstaan vanuit teleurstelling; het gaat over veel meer. Scholen zitten in een transitiefase; onze school ook. Er is veel werk gemaakt van opbrengstgericht werken en veel scholen zijn bezig met de zogenoemde excellentieprofielen. Onze school wil kijken naar het kind en heeft daar beleid op gemaakt, onder andere met een gedifferentieerde uitstroom. Wij willen dat een kind eindexamen kan doen op het niveau dat bij hem of haar past, want dat vloeit voort uit de differentiatie van het leerproces. Onze leerlingen zijn nog niet volwassen en zijn niet allemaal tegelijkertijd op hetzelfde niveau. Ze zijn nog lang niet uitgeleerd, ook niet als ze van de middelbare school afkomen. Het onderwijs behoort het kind als totaal te benaderen en niet alleen te kijken naar de cijfers. Kijk naar het wordingsproces van het kind! Daar zit voor mij de diepe drive om dit leernetwerk op te richten. Het vo is een constructie die we met zijn allen in stand houden. Er wordt zo veel opgelegd; het kan ontwikkelings gerichter. Laat kinderen voelen en weten dat ze binnen
onze onderwijsstructuur kunnen leren wat ze willen. Daar moeten we ruimte voor creëren.” Hoe schept het Farelcollege die ruimte?
“Als een leerling het in een vak heel goed doet, krijgt diegene bij ons een apart certificaat; denk aan de mavo leerling die Engels afsluit op havoniveau. Ook al is het lastig vol te houden, wij doen geen afstand van de gedifferentieerde uitstroom. En ja, we zullen om die reden waarschijnlijk geen excellentiestatus krijgen. Dat is dan maar zo. Hogescholen en andere vervolgopleidingen zijn in toenemende mate geïnteresseerd in wat een kind in huis heeft en wat zijn intrinsieke motivatie is. Kijk naar alle matchingprogramma’s van universiteiten. Wat doen wij dan nog met een standaarddiploma mavo, havo of vwo? Of kijk naar Zweden. Daar is helemaal geen niveauverdeling tussen havo en vwo.” Vanwaar de behoefte aan moreel beraad met de andere deelnemers van het netwerk?
“Moreel beraad en Bildung horen bij een totaal benadering die recht doet aan kinderen. Ik heb groot vertrouwen in de behoefte van kinderen om te leren. Dat ze een positieve inbreng mogen hebben in hun leerproces, hoort daarbij. Dat is minstens zo belangrijk voor goed onderwijs als de vaak eenzijdige aandacht voor het rendement. Goed onderwijs gaat ook over mens wording en socialisatie. Hoe je je verhoudt als mens tot je omgeving en hoe we een menswaardige samenleving kunnen vormen met elkaar. Morele vorming is genuan ceerd: het gaat over ‘grijze’ in plaats van zwart/witredenaties. Schoolleiders worstelen met grote vragen, maar vaak ontbreekt de tijd om daar rustig op te reflecteren. Binnen het netwerk kan dat, onder andere door de ondersteuning van de Internationale School voor Wijsbegeerte, die het denkproces begeleidt.” Geef eens een voorbeeld van zo’n grote vraag waar schoolleiders mee worstelen.
“Segregatie, daar worstel ik mee. Vanuit moreel besef en met het oog op de samenleving vind ik het ontstaan van
VO-magazine 4 / Januari 2016
7
INTERVIEW
‘Het is verschrikkelijk als kinderen de toegang wordt geweigerd omdat ze een risico vormen voor het rendement’
witte en zwarte scholen een negatieve ontwikkeling. Het Farel is een open christelijke school. We kijken van uit onze waarden naar onderwijs en het woord ‘open’ betekent dat iedereen welkom is. Onze school is een gemengde school, waar iedereen zich thuis voelt. De christelijke waarden die we met elkaar als team betrachten, zijn merkbaar voor de leerlingen. Twee à drie keer per jaar voer ik gesprekken met leerlingenpanels; daarnaast voer ik groepsgesprekken met kinderen die moslim zijn. In die gesprekken gaat het over onze rol als pedagogen, over de waardering voor elkaar, over hoe het volgens de panels met de medeleerlingen is en of er dingen zijn die ik als schoolleider moet weten. Er komt een positief beeld uit voort. Leerlingen waarderen dat deze gesprek ken niet worden gevoerd vanwege een urgent probleem, maar vanuit belangstelling. De gesprekken passen even eens binnen mijn idee dat we ook ruimte moeten maken voor anderen dan de leerling met een zorgprofiel en bijbehorende diagnose.”
gegeven om te besteden aan contacten met leerlingen over de vraag wat ze willen leren over het leven.”
Bildung is een oud begrip, dat iets elitairs heeft. Is het iets voor leerlingen op hogere niveaus?
‘Geen excellentiestatus? Dat is dan maar zo’
“Dat ligt genuanceerder. Iedere leerling komt de school binnen met bagage vanuit zijn achtergrond die zijn leven en kijk op de dingen kleurt. In dat licht is het misschien lastiger als een kind van huis uit minder aangereikt krijgt. Het is jammer dat de term Bildung vaak aan de elite wordt gekoppeld. We hebben ervoor gekozen omdat algemene vorming voor iedere leerling in het vo beschikbaar zou moeten zijn.”
Mensen die in het onderwijs werken, bereiden jongeren met veel betrokkenheid en passie voor op het leven. Maar wat hoort bij het onderwijs en wat bij de ouders van de leerlingen?
“Het is moeilijk om daar een duidelijke scheidslijn in te trekken. Ik weet dat er veel kinderen zijn die het erg fijn op school hebben en er veel en lang zijn, ook buiten hun lesuren. Dat zegt soms iets over hun thuissituatie. Onze docenten hebben een goede verstandhouding met leerlingen en zijn in het algemeen erg betrokken. Het team is erop ingericht dat docenten elkaar onder steunen en in de gaten houden. Ze worden gestimuleerd te kijken naar de specifieke noden en behoeften van leerlingen en de manier waarop zij leren en contact maken. De dialoog die hieruit volgt prikkelt de intrinsieke motivatie van het kind.
Tegelijkertijd doen we als school soms veel meer dan zou moeten. Soms moeten mentoren grenzen stellen aan de mate waarin ze zich betrokken weten bij de leerling. Ouders hebben vaak té hoge verwachtingen. Het is een lastige afweging en daar kom ik niet uit. Ook omdat de betrokkenheid van sommige individuele docenten ver gaat. Ik ben trots op mijn leraren en zij zijn trots op elkaar. Een van uw docenten Nederlands heeft leerlingen Het is gewoon goed met elkaar. We hebben 1200 van 5 havo gevraagd wat ze over het leven hadden leerlingen in een klein schoolgebouw en er gebeurt willen leren dat de school niet aangeboden heeft. feitelijk nooit iets naars. Leerlingen voelen zich senang Wat kwam daar uit? op school en dat heeft alles te maken met de docent die “Onze zorgstructuur in het kader van passend onderwijs als rolmodel voor de klas goed pedagogisch werk levert. is prima op orde, maar er zijn ook levensvragen van En uiteindelijk zit het ook in de schoolleiding. De kinderen die niet voor de zorgstructuur in aanmerking gehechtheid aan de relatie met elkaar en kennis van je komen. Het document dat deze docent Nederlands heeft eigen rol en eigen plek daarin. Dat heeft effect.” gemaakt, heeft me geraakt omdat het duidelijk maakt dat kinderen het bij tijd en wijle moeilijk hebben met Voor persoonlijkheidsontwikkeling is dur ven vragen dingen die hen overkomen. Er kwam bijvoorbeeld uit en bevragen belangrijk, terwijl het vo heel lang naar voren dat leerlingen hadden willen leren omgaan eenrichtingsverkeer is geweest. Kan dat veranderen? met de dood van een naaste. Door problemen en emoties “Wij stimuleren een kritische houding door in onze te onderkennen en te benoemen, is er ruimte voor elkaar verlengde lesuren van 70 minuten het laatste deel te en groeit het wederzijds begrip. De betreffende docent reserveren voor reflectie op de les. Reflectie van de Nederlands hebben we overigens inmiddels extra uren leerlingen zelf, of van de docent naar de leerlingen toe.
8
VO-magazine 4 / Januari 2016
Het is stimulerend voor kinderen als ze een mening mogen hebben en ervaren dat de ander die ook heeft. Niet alleen verbetert het de verstandhouding, het creëert ook meer betrokkenheid bij het leerproces. Maar het opgelegde rende mentsdenken maakt het problematisch. Natuurlijk moet het rendement helder zijn, maar daarnaast moet je dit soort dingen kunnen doen, vanuit de gedachte dat het leren beter gaat als je ontdekt wie je bent.” Staat het rendementsdenken haaks op de toegankelijkheid van het onderwijs?
“Ja. Het is verschrikkelijk als je hoort dat kinderen de toegang tot onderwijs instellingen wordt geweigerd omdat ze een risico vormen voor het rendement. Vorig jaar hadden we twee langdurig zieke leerlingen die we door hebben laten gaan naar het eindexamenjaar, met het risico dat zij het niet zouden halen. Ik ben daar trots op, ook als het niet goed is voor onze rating als school. We geloven in kinderen. We hebben kinderen te ondersteunen vanuit de leer- en leefgemeenschap die school is. Het is toch erg dat er kinderen buiten de boot vallen, omdat een school het risico met hen niet aan wil vanwege het rendement? Op deze manier wordt er veel talent vermorst en blijven we met zijn allen maar kiezen voor de smalle benadering. Geven we onderwijs voor de PISA-ranking, of doen we het voor ons menselijk kapitaal voor later? Het zijn allemaal vragen waar je als schoolleider soms eenzaam in staat. Soms moet je het lef en de moed hebben om een lijn in te zetten die nog niet zicht baar is. Dan word je niet altijd begrepen en gevolgd. Ik voel me niet eenzaam, maar het beroep is soms wel eenzaam. Het contact met andere schoolleiders uit het netwerk is dan ook een groot goed. We worstelen regelmatig met dezelfde thema’s.”
CV THIJS JAN VAN DER LEIJ Geboren
1963 in Nijkerk
Opleiding 2002 – 2013 Universiteit Leiden, promotieonderzoek, fine arts and landscape 2001 – 2002 Hogeschool Van Hall Larenstein, vastgoed en beheer 1996 – 2001 Universiteit Leiden, kunstgeschiedenis 1984 – 1989 Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, tekenen en kunstgeschiedenis 1981 – 1984 Pedagogische Academie Werk 2012 – heden Rector Farelcollege 2012 – heden Bestuurslid A Rocha 2012 – heden Directeur Van Der Leij Advies, Beheer en Management 1991 – 2012 Beheerder/rentmeester Stichting Prot GV bij de Krijgsmacht 1991 – 1999 Docent kunst en kunstgeschiedenis Christelijk College Groevenbeek Thijs Jan is getrouwd en heeft twee dochters van 15 en 17 jaar.
VO-magazine 4 / Januari 2016
9
Scholen ontwikkelen plusdocument
‘IEDEREEN DOET WEL IETS BIJZONDERS’ In de renaissance was daar opeens de homo universalis, de breed ontwikkelde mens. En ook al definiëren we dat begrip tegenwoordig anders dan de tijdgenoten van Leonardo da Vinci, het is het onderwijs dat die brede ontwikkeling mogelijk maakt. Om ook bij het diploma de héle leerling zichtbaar te maken, werken steeds meer scholen met een plusdocument. Tekst: Martijn Laman / Fotografie: leerlingen ECL Haarlem (p. 11 Fela Walvisch, 5-havo, p. 13 Iris Pethke, 4-havo)
De laatste donderdag voor de kerstvakantie. Buiten de muren van het Eerste Christelijk Lyceum (ECL), een Haarlemse school voor havo, atheneum en gymnasium, begint het te schemeren, terwijl ook binnen, in het eigen Lyceumtheater, de lichten worden gedimd. Het Brugklas theater voert er de voorstelling Julia’s Reis op. Voor even zijn de leerlingen ontdekkingsreiziger, wetenschapper, of koning, maar ook danser, grimeur, kassamedewerker of technicus (wie anders dimde de lichten?). De hoofdrol in Julia’s Reis wordt – de symboliek is bewust – vertolkt door een scala aan leerlingen. Het ECL is een cultuurprofielschool en culturele activi teiten maken er standaard deel uit van de voorbereiding van leerlingen op hun ‘rollen’ in hun verdere leven. Onder andere die activiteiten maakt het ECL zichtbaar met een ‘testimonium’, zoals het plusdocument op deze school wordt genoemd. Onzichtbare elementen
“Zo’n drie jaar geleden besloten we tot invoering van het testimonium”, vertelt Nelleke Bouma, kwaliteitszorg medewerker van het ECL. “Als eerste stelden we ons de vraag wat in de schoolloopbaan van onze leerlingen bijzonder genoeg is om erin mee te nemen. Onze theaterproducties sprongen er meteen uit. Het is laag drempelig theater, van hoog niveau, waarvoor we twee
10
VO-magazine 4 / Januari 2016
regisseurs in dienst hebben. Zo’n productie als Julia’s Reis maak je met zijn allen; iedere brugklasleerling heeft er een plek in. Leerlingen ervaren dan dat je niet alleen in de hoofdrol een belangrijke bijdrage levert.”
‘Ook als school zie je terug hoeveel méér je leerlingen meegeeft’ Het testimonium bevat zeker niet álles wat leerlingen ondernemen, maar sommige dingen mogen best explicieter gemaakt worden: “Je maatschappelijke stage, dat je in de schoolkrantredactie of leerlingenraad hebt gezeten, of hebt meegewerkt aan een lustrum. We organiseren ook bijzondere masterclasses en projecten. In het project Eiland ontwerpen brugklasleerlingen bijvoorbeeld gezamenlijk een eiland, ieder vanuit een eigen rol: voorzitter, woordvoerder, et cetera. Andere leerlingen volgen jarenlang een vak, maar moeten het laten vallen als ze kort voor het examen overstappen naar een andere onderwijssoort. De opgedane kennis kan waardevol zijn in het vervolgonderwijs, maar je ziet het niet terug op je cijferlijst.” Dergelijke ‘onzichtbare’ elementen vormen de hoofd moot van het testimonium, al zijn bredere competenties ook daar soms lastig expliciet te maken. Het belang rijkste is dat leerlingen gaan beseffen dat onderwijs
De foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door ECL-leerlingen die hebben
zoals de betekenis van diafragma- en sluitergebruik. Ze hebben
deelgenomen aan de cursus theaterfotografie van Remmelt van Veelen:
veel geoefend, een fototentoonstelling bezocht, en geleerd om foto’s
“De leerlingen konden aan het begin van het cursusjaar nauwelijks
digitaal te bewerken. De leerlingen hebben heel enthousiast alle
fotograferen. In drie maanden tijd is hun de techniek uitgelegd,
theaterproducties in het cursusjaar gefotografeerd.”
volgen meer is dan schoolse vaardigheden opdoen, zegt Bouma. “Daarom proberen we een zo divers mogelijk beeld te geven van hun activiteiten. Iedereen doet wel iets bijzonders.”
Het uiteindelijke testimonium, door het ECL zelf ontworpen, wordt ondertekend door rector en examen secretaris en tegelijk met het diploma uitgereikt. “Dan zie je als school zelf ook terug hoeveel méér je leerlingen meegeeft. En voor leerlingen is het én gewoon leuk om een testimonium te ontvangen én het doet ze beseffen wat ze buiten het reguliere onderwijs allemaal hebben gedaan.”
Organisatorisch
In de opbouw van het testimonium ligt het initiatief bij de leerlingen, vertelt Bouma: “We helpen ze natuur lijk wel. Mentoren besteden er aandacht aan en via itslearning versturen we jaarlijks een enquête waarmee leerlingen kunnen aangeven wat ze hebben gedaan. Inmiddels is de respons onder leerlingen heel hoog. Volgens Bouma helpt het dat leerlingen nu goed weten waar het testimonium om draait en wat het doel is. “Dat leggen we al uit, maar we blijven nadenken over de communicatie. Het lijkt me nog een goed idee om een vraag over het testimonium mee te nemen in de enquêtes die we aan onze oud-leerlingen sturen. Zo ontdekken we sneller of we nog mogelijkheden missen, en ook of het testimonium bijvoorbeeld vrijstellingen oplevert.”
‘Buiten school zijn leerlingen soms waanzinnig waardevol bezig, maar dat maken we nog te weinig zichtbaar’ Denken vanuit de plus
Op het Vechtdal College, locatie Dedemsvaart, is directeur Jan Riphagen net een klas binnengelopen om een docent te spreken: “Van zo’n moment maak ik bewust gebruik om even met leerlingen te spreken. In dit geval over hun ‘plussen’: ‘jullie werken voor een
VO-magazine 4 / Januari 2016
11
PEER2PEER-TRAJECT PLUSDOCUMENT Om zichtbaar te maken op welke wijze en met welk resultaat leerlingen hebben gewerkt aan de brede, ook niet-cognitieve voorbereiding op hun toekomst, biedt ongeveer een derde van de vo-scholen inmiddels een plusdocument aan. Een plusdocument geeft leerlingen een completer beeld van zichzelf en scholen laten ermee zien hoe zij de individuele talenten van leerlingen stimuleren en ontwikkelen. Op www.vo2020.nl vindt u het antwoord op veelgestelde vragen (FAQ) over het plusdocument. Afgelopen november vond de startbijeenkomst plaats van het eerste peer2peer-traject Plusdocument van de VO-raad. Ambassadeursscholen die al een plusdocument hebben, zoals het Eerste Christelijk Lyceum uit Haarlem, delen daarin hun aanpak met scholen die het nog (gaan) ontwikkelen. In het voorjaar starten twee nieuwe trajecten. Meedoen? Stuur een mail aan Judith Boschma:
[email protected]
Brugklasleerling Asfand Khan heeft het naar zijn zin op het Haarlemse ECL: “Het cultuur gerichte vind ik het leukst. We doen echt meer dan lessen volgen. Naast de cijfers kijkt de school naar wat je allemaal hebt gedaan. Met het testimonium kun je dat laten zien op de universiteit of bij een sollicitatie.” In de voorstelling Julia’s Reis van het Brugklastheater speelde Asfand de rol van schilder Degas: “Eerst had ik wat plankenkoorts, maar ik dacht: nee, ik moet doorzetten. En nu ben ik heel enthousiast.” Ook in de toekomst denkt hij te profiteren van zijn toneelervaring: “Ik wil heel, heel graag dokter worden. Dan moet je ook je sociale kant tonen, wat ik nu alvast kon oefenen.” Op zijn schoolprestaties merkt hij minder invloed: “Ik heb al heel veel spreek beurten gedaan, maar het podium is toch wat anders.”
mooi diploma – maar ben je er dan ook? Ben je die optelsom van cijfers?’ Natuurlijk is dat voor kinderen een lastige vraag, maar ze voelen dat er meer is. Buiten school zijn zij soms ook waanzinnig waardevol bezig, maar dat maken we nog te weinig zichtbaar. Terwijl leerlingen alleen al een compliment van een docent of directeur over iets wat zij zelf heel belangrijk vinden, soms jarenlang met zich meenemen.” Riphagen en zijn teamleiders, Jan Buijse en Jaap Willem van der Linden, willen samen met al hun collega’s de brede ontwikkeling van leerlingen door tal van activiteiten veel meer inzichtelijk gaan maken. Dat vergt een omslag naar wat zij noemen het ‘plus-denken’: “Wij zijn een traditionele school. Ons onderwijs is dik voor elkaar. Dat willen we hoe dan ook behouden. Maar plus-denken houdt in dat we de talenten van onze leerlingen in en buíten school een plek geven en dat onze leerlingen hun plussen zelf kunnen gaan herkennen en waarderen.”
uit boeken verzamelen en vindt in onze visie óók plaats in het alledaagse leven. Dat willen we uiteindelijk mee nemen de school in. Daarvoor hebben we vooral tijd nodig. Enthousiasme en bereidwilligheid zijn er al.” School buiten de Hekken moet volgens Riphagen iets van de hele school zijn. Niet voor niets bezocht Riphagen de peer2peer-bijeenkomst van het project Plusdocument (zie kader) met nog drie collega’s: “De bijeenkomst gaf ons het gevoel dat we de goede weg al zijn ingeslagen. Het plusdocument willen we vooral invoeren omdat het activiteiten die we buiten de hekken met leerlingen ondernemen op een valide manier zicht baar kan maken. Elke zondag is hier bijvoorbeeld een kerkdienst, waar een kleutercrèche bij zit. Onze leer lingen houden daar toezicht. Dat doet niet meteen wat voor Engels of wiskunde, maar het past bij onze visie dat we als mens dienstbaar willen zijn aan de samenleving en het draagt bij aan het loopbaanleren van die leerlingen.”
Buiten de hekken
Verbinding vinden
Het fundament voor de koerswijziging die locatie Riphagen voelt zich bij dit onderwerp persoonlijk Dedemsvaart nastreeft, is het visiedocument ‘School betrokken: “Het hoort bij mijn rol om gestalte te geven buiten de Hekken’. Riphagen: “Leren is meer dan kennis aan de onderwijsvisie, maar ook mijn hart ligt er.
12
VO-magazine 4 / Januari 2016
‘We doen echt meer dan lessen volgen. Met het testimonium kun je dat laten zien op de universiteit of bij een sollicitatie’
Tegelijk is het mijn verantwoordelijkheid, samen met mijn teamleiders, dat het landt bij alle docenten.” Dat is in Dedemsvaart dé uitdaging: “Hoe bereidwillig iedereen ook is, het plus-denken houdt ingrijpende veranderingen in. We kunnen mooi op papier zetten dat wij van vanuit ons klassieke mentoraat willen toewerken naar een vorm met docenten als loopbaancoaches, maar het uitvoeren is nog wat anders.”
verschillende talenten. Onder begeleiding kunnen leerlingen bijvoorbeeld meubels maken voor onze personeelskamer, of met biologiedocenten de schooltuin helpen onderhouden. Net nog sprak ik een leerling die ontzettend goed kan programmeren. Hoe leuk en waardevol zou het zijn om die te betrekken bij de digitale kant van het plusdocument? Dat zijn echte plussen.”
Ongeveer een derde van de vo-scholen biedt inmiddels een plusdocument aan
Ideaal
In januari 2016 staat dan ook een studiedag in het teken van School buiten de Hekken: “We willen vooral aandacht besteden aan het vinden van de plussen in de leerloopbaan van onze leerlingen en van de samenhang in alle dingen die we al doen. Binnenschools leren en buitenschoolse activiteiten staan niet los van elkaar, of van onze identiteit als christelijke school. Komende tijd draait het erom, met elkaar verbinding te vinden in alles wat we doen. We hebben al een meer praktisch activiteitenaanbod ontwikkeld, dat we steeds meer koppelen aan de school en dat een appel doet op heel
Om de visie in ‘School buiten de Hekken’ echt tot leven te brengen, wil Riphagen komend jaar samen met collega’s een aantal ideeën uitwerken, waaronder het idee voor een soort vacaturewand met lob-activiteiten, waaruit leerlingen kunnen kiezen. “In de praktijk mag dat best anders uitpakken. Zolang de kern maar blijft dat leer lingen op onze school ook zelf mogen ontdekken en uitbouwen waarin ze goed zijn. Met als resultaat dat zij, op het moment dat ze hun diploma en plusdocument ontvangen, ook beschikken over een stukje vrijmoedig heid, zelfvertrouwen, en weerbaarheid. Het is nog een ideaal, maar het is wel óns ideaal.”
VO-magazine 4 / Januari 2016
13
VO-2020 TOUR
Derde VO2020-tour draait om gesprek mét elkaar
OP ZOEK NAAR DE GEMENE DELER
De opbrengsten van de eerste VO2020-tour liggen aan de basis van de vijf ambities die centraal staan in het in 2014 afgesloten sectorakkoord. De VO2020-tour van 2015 stond in het teken van een van die ambities, gepersonaliseerd en eigentijds onderwijs. “En dit jaar zoeken we vooral antwoorden op de vraag hoe je de professionele school als lerende organisatie nu precies van de grond krijgt”, zo vat Paul Rosenmöller het doel samen van deze derde VO2020-tour. Bewust of niet, de plek van deze eerste bijeenkomst, op 11 januari 2016 in Hoofddorp, is treffend gekozen. Voorbij de locatie Zuidrand van het Haarlemmermeer Lyceum verdwijnt namelijk de stedelijke infrastructuur en wordt het landschap weids en lastiger te navigeren. Dat geldt ook voor het overkoepelend onderwerp van de gesprekken in de VO2020-tour: de toekomst van het voortgezet onderwijs. De tour zelf omvat meer dan twintig bijeenkomsten in acht regio’s (zie kader). Er is gespreksstof te over. Hoe kunnen scholen een ambitieus leerklimaat realiseren? Op welke ervaringen kunnen we voortbouwen, waar lopen we tegenaan? Het gesprek over dergelijke vragen vindt tijdens de tour nadrukkelijk plaats met bestuurders, schoolleiders, én docenten. Cabaretier en gymleraar Peter Heerschop, die de afsluiting verzorgt, mist nog wel de klagende docent: “Wat jammer dat die hier niet was.”
14
VO-magazine 4 / Januari 2016
Transparant
Het besef dat je alleen in gesprek met elkaar werkelijk komt tot verbetering en vernieuwing van het onderwijs, is misschien wel de belangrijkste drijvende kracht tijdens deze derde VO2020-tour. Er komt tijdens de eerste bijeenkomst nog een ander besef bovendrijven: dat we feitelijk allemaal eenzelfde doel nastreven. “Wij zijn een jonge school en werken met het daltonconcept”, vertelt gastheer en Zuidrand-rector a.i. Henk Tameling in de uitnodigende aula van zijn school. “Maar uiteindelijk zijn we net als alle andere scholen in Nederland bezig om het beste uit leerlingen te halen.”
‘Waarom lopen dingen zo stroef, terwijl we allemaal de leerling centraal stellen?’ “Het is uiteindelijk ieders einddoel ervoor te zorgen dat kinderen na hun tijd in het voortgezet onderwijs klaar zijn om zelfstandig de samenleving in te gaan”, verwoordt een ander. Maar de aanwezigen weten ook dat ze daar voor vanuit verschillende rollen, verschillende bijdragen willen en moeten leveren. En dat iedereen daarbij een eigen persoonlijkheid meeneemt en geconfronteerd wordt met omstandigheden waarvan collega’s weer niet altijd een goed beeld hebben.
De VO2020-tour 2016 staat in het teken van ambitie vijf in het sectorakkoord: ‘de professionele school als lerende organisatie.’ Dat vereist een cultuur waarin verantwoordelijkheid en verantwoording gelijk opgaan met vertrouwen en vrijheid. Uit gesprekken tussen bestuurders, schoolleiders en docenten tijdens de eerste bijeenkomst blijkt dat het aan bereidheid niet ontbreekt. Tekst: Martijn Laman / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Misschien is het de transparante sfeer in locatie Zuidrand die maakt dat dergelijke ervaringen worden besproken zonder dat dit leidt tot hakken in het zand. “Waarom lopen dingen zo stroef, terwijl we allemaal de leerling centraal stellen?”, zegt iemand. Later zegt een ander: “Er is zoveel metacommunicatie nodig tussen de verschillende geledingen, terwijl ons gezamenlijke doel toch zo duidelijk is.” Daar klinkt ditmaal geen vertwijfe ling in door, maar de wil om dat doel gezamenlijk, in gesprek mét elkaar, te bereiken.
tussen eigenaarschap en de VO2020-tour: “Ik vind het mooi om te zien dat docenten op landelijk niveau steeds meer betrokken worden.” Van terughoudendheid is in Hoofddorp weinig te merken. In een open gesprek, lijkt het gevoelen, kun je werkelijk je mening geven: “Ik heb hier heel wat studie dagen gehad,” zegt een docent bijvoorbeeld, “maar die tijd had ik effectiever kunnen besteden aan professiona lisering die is toegesneden op wat ik persoonlijk nodig heb.” Zijn schoolleider reageert: “Vanuit het perspectief van de school vind ik het toch belangrijk dat álle Eigenaarschap docenten voor bepaalde zaken aandacht hebben.” De gesprekken gaan tijdens deze eerste bijeenkomst niet Openbaart zich hier een dilemma? Er komen meer over noviteiten. Je zou je op een conferentie van natuur ogenschijnlijk lastige keuzes bovendrijven in Hoofddorp. kundigen wanen, zo vaak komen de begrippen ‘tijd’ en Draait het toekomstige onderwijs om het enthousiasme ‘ruimte’ voorbij. Het gaat over de rol van de leraren van de docent om leerlingen mee te krijgen, of om de opleidingen (“Docenten lijken onvoldoende voorbereid docent die als coach plaatsneemt achter een device om in op de veranderingen in de scholen”), het behoud van real time de ontwikkeling van individuele leerlingen te leraren (“Het is belangrijk dat je een cultuur schept volgen? Zorgen we er met adaptieve technologie voor dat waarin je van elkaar kunt leren, waarin jonge docenten onze leerlingen betere cijfers halen, of maken we van in hun vak kunnen groeien”), en de druk van buiten onze leerlingen ‘betere mensen’ door de focus te (“Laat ik mijn docenten iets anders doen dan lesgeven, verleggen naar sociale competenties? Gaan we naar de dan wordt dat maatschappelijk gezien niet geaccepteerd”). gamification van ons onderwijs omdat wetenschappelijk Natuurlijk gaat het over eigenaarschap, als voorwaarde aangetoond is dat…, of trekken we toch de pen weer voor de professionele school: “Ik voel me eigenaar van tevoorschijn, omdat wetenschappelijk aangetoond is mijn onderwijs. Meer ruimte in het curriculum zou meer dat…? Gaandeweg de middag groeit daar een vervolg ruimte betekenen om mijn mooie vak nog beter vorm te vraag uit: zijn dit wel dilemma’s? Is er in de professionele geven voor mijn leerlingen.” Een ander legt de link school als lerende organisatie geen sprake van een en-en-
VO-magazine 4 / Januari 2016
15
MEEPRATEN? De VO2020-tour doet ook uw regio aan (vertel het uw docenten) Regio
Datum
Locatie
Oost
19 januari
Etty Hillesum Lyceum, Het Vlier, Deventer
Noord
21 januari
RSG Wolfsbos, locatie Groene Driehoek, Hoogeveen
Zuid
27 januari
Stedelijk College, locatie Oude Bossche baan, Eindhoven
Zuidwest
2 februari
ZuidWestHoek College, Ossendrecht
Midden
9 februari
Rembrandt College, Veenendaal
West
16 februari
Picasso Lyceum, Zoetermeer
Amsterdam
10 maart
Berlage Lyceum, Amsterdam
V02020-scan staat in februari weer voor u klaar De VO2020-scan maakt jaarlijks inzichtelijk welke vorderingen er zijn geboekt bij de realisatie van de ambities uit het sectorakkoord. De scan wordt in februari gepubliceerd op mijn.vensters.nl kan zowel op bestuurs- als op schoolniveau worden ingevuld. Profiteren van de inzichten van 2015? Download de brochure Sectorakkoord VO: scholen in beweging op www.vo-raad.nl/sectorontwikkeling.
situatie, draait het daar niet juist om het vinden van de gemene deler?
als schoolbestuurder ter verantwoording roept als de kwaliteit door het ijs zakt.”
Samenspel
‘Laat ik mijn docenten iets anders doen dan lesgeven, dan wordt dat maatschappelijk gezien niet geaccepteerd’
De vraag is ook waar de VO-raad zich eigenlijk hard voor moet blijven maken. Meer ruimte, meer vrijheid, minder werkdruk, vanzelfsprekend. “Maar de samen leving mag ook meer zien dat we heel veel doen, waarop we heel trots mogen zijn.” In Hoofddorp klinkt nog iets anders door in de antwoorden van bestuurders, schoolleiders, docenten. Noem het een wij-gevoel. Of: het besef dat het sector akkoord alleen zal worden waargemaakt als daar een open dialoog aan voorafgaat. Zoals een aanwezige zegt: “Het zou mooi zijn als we onszelf in gesprek met elkaar terug zouden vinden daar waar we dezelfde ambities hebben.” Op schoolniveau is wat dat betreft het ‘gat tussen schoolleider en docent nog te groot’. Kenmerk van de professionele school moet zijn ‘dat de schoolleider zijn rol dichtbij de docent uitvoert’. Andere kenmerken? ‘Een veilig pedagogisch klimaat’, ‘een aanspreekcultuur zonder het gevoel dat je wordt gecontroleerd’, ‘een fysieke ruimte die kruisbestuiving faciliteert’. Een docent hoopt ‘dat we steeds meer uitgaan van de individuele kwaliteiten van docenten.’ Maar ook het samenspel van verantwoordelijkheid en verantwoording hoort bij een professionele cultuur. “Je moet professionals kunnen vragen hoe zij zich ontwikkelen, zoals de Inspectie mij
16
VO-magazine 4 / Januari 2016
Wat te vermijden? Afvinklijstjes en micromanagement, met name. “Maar van met elkaar praten worden we ook niet per definitie beter.” Waarvan dan wel? “Laat mensen zelf aangeven wat ze nodig hebben om zich te ontwikkelen. Op zo’n gesprek heeft iedereen recht.” Kick
Ondanks alle toekomstbespiegelingen zal volgens de aan wezige onderwijsprofessionals veel hetzelfde blijven. Ook voor de coachende docent zal het blijven draaien om het meenemen van leerlingen in zijn vak. (Peter Heerschop noemt dat ‘de kick van het kunnen overbrengen’). We gaan ook zeker niet toe naar een toekomst waarin de school zichzelf overbodig maakt, ‘waarin leerlingen lekker thuis vanachter het device van de toekomst kunnen opgroeien en opbloeien’. Want school en docenten hebben een onmisbare, sociale functie als inspirator van het leren van kinderen. Daar blijft altijd behoefte aan. Daarbij: “Wat zouden ouders moeten als hun kinderen opeens de hele week thuis zitten?”
STAPELAARS
LESSEN VAN BEKENDE EN MINDER BEKENDE LAATBLOEIERS
STA PEL EN!
De schoolcarrière van de meeste leerlingen is als een geoliede machine. Ze zijn goed te testen en komen in passende schooltypen terecht. Maar niet elke leerling is gemiddeld. Sommige kinderen hebben meer tijd nodig om hun talenten te laten ontwikkelen en maken de nodige tussenstappen. Tekst: Marguerite Irrgang / Fotografie: Josje Deekens
k
VO-magazine 4 / Januari 2016
17
‘DE LERAAR NEDERLANDS KEEK DWARS DOOR MIJ HEEN EN ZAG DAT IK MEER KON’ Rob de Wijk, hoogleraar internationale betrekkingen: “Ik doorzie complexe problemen en wil dingen altijd in een context plaatsen. Daar ligt mijn talent. Aan die manier van denken had ik op de mavo helemaal niets. Ik ben zelfs op de mavo blijven zitten en gezakt voor mijn eindexamen. Uiteindelijk ben ik van de mavo naar de havo gegaan en via het vwo naar de universiteit. Op de mavo en havo snapte ik niet veel van de leerstof. Ik werkte hard, maar ik ben niet goed in het onthouden van feiten. Ik ben ook niet goed te testen. Eigenlijk moest ik naar de lts, maar dat wilde ik niet. Bij mij zat het probleem dus in de eerste selectie. Alles is afgestemd op het gemiddelde. Ik neem kennis op een andere manier tot me en leer op een andere manier. De eerste selectie op de basisschool is vervelend voor mij geweest; toch denk ik dat ik er altijd wel was gekomen. Leren incasseren
Mijn ouders hebben mij altijd enorm gestimuleerd. Dat is echt een hele belangrijke positieve prikkel geweest. En als ik niet op deze manier had kunnen studeren, was ik op zoek gegaan naar een andere manier. Niet alleen mijn ouders waren inspiratoren: op de mavo was ook een leraar Nederlands die in mij geloofde. Een goede docent ziet gelijk wat voor vlees hij in de kuip heeft. Deze docent keek dwars door mij heen en zag dat ik meer kon. Wat mij ook heel erg heeft geholpen, zijn de zeilwedstrijden die ik voer. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik sportte en daar hebben ze helemaal gelijk in gehad. Door het sporten heb ik leren incasseren. Je verliest vaak bij sport en dat heeft mij geholpen om door te zetten. Omweg
Ik had op school vaak het gevoel dat ik in het verkeerde toneelstuk zat. Veel mensen denken vanuit structuur en positie, maar ik ben daar totaal niet gevoelig voor en ik voel ook geen groepsdruk. Sommige mensen kiezen altijd voor de makkelijkste manier. Ik niet. Ik knok graag en ga altijd door. Als ik iets niet linksom kan bereiken, dan ga ik rechtsom. Als het systeem mij frustreerde, dan nam ik een omweg. Ik heb wel een enorme gedrevenheid en werk graag met mensen die net zo gedreven zijn.”
18
VO-magazine 4 / Januari 2016
‘MIJN TEKENLERAAR OP HET MBO VERTELDE ME DAT IK MEER KAN DAN IK DENK’ Rabia Bouzian, docent marketing aan de hogeschool Rotterdam: “Ik ben een laatbloeier en heb veel geïnvesteerd in mijn studie. Ik wilde graag rond mijn dertigste docent zijn en dat is gelukt. Mijn studieloopbaan was niet vanzelf sprekend. Ik heb eerst vbo zorg gedaan. Al snel wist ik dat dit niet mijn ding was en koos ik voor de opleiding mbo modevakhandel. Ook wilde ik doorstuderen. Al mijn broers en zussen gingen naar het hbo; dit wilde ik ook. Ik voelde me een beetje het zwarte schaap. Mijn ouders hebben altijd een grote rol gespeeld en onze studies gestimuleerd. Zelf kunnen ze niet lezen en schrijven. Voor hun kinderen wilden ze een betere start. Peercoach
Ik ben altijd een bezige bij geweest. Een bijbaantje was niet genoeg. Toen ik op het hbo studeerde, werd ik peer coach op mijn oude middelbare school. Later ben ik door de hogeschool Rotterdam gevraagd om dit werk voort te zetten in een betaalde functie. Er ontstond een samen werking tussen hogescholen en roc’s. Tijdens mijn studie werkte ik dus al voor de hogeschool. In die tijd werd ik ook student van het jaar. Dat was een leuke bijkomstigheid. Steunpunt
Het heeft even geduurd voor ik mijn hbo-diploma behaalde. Naast mijn studie werkte ik voor de Hoge school Rotterdam. Zo ben ik ook betrokken geweest bij het opzetten van het steunpunt diversiteit. Na het behalen van mijn diploma koos ik er voor om ergens anders te gaan werken. Op mijn oude mbo-opleiding ging ik aan de slag als docent. Dat deed ik vier dagen en ik bleef voor een dag in de week betrokken bij het steunpunt diversiteit van de hogeschool. Uiteindelijk werd mijn jaarcontract door bezuinigingen bij het mbo niet verlengd. Gelukkig kon ik toen fulltime terecht bij de hogeschool. Sinds anderhalf jaar ben ik docent marketing. Ik denk nog weleens terug aan mijn tekenleraar op het mbo. Ik zat op een zwarte school en ze waren daar vooral bezig met de probleemgevallen en niet met de parels. Hij vertelde me dat ik mijn hart moest gaan volgen en dat ik meer kan dan ik denk. Toekomst
Het doorlopen van alle typen onderwijs heeft mij voor deel opgeleverd. Het niveauverschil tussen mbo en hbo is groot en als een student daarmee worstelt, dan begrijp ik dat. Op dit moment heb ik een drukke baan, maar ik ben alweer aan het nadenken over de toekomst. Docenten aan het hbo moeten tegenwoordig hun master halen en dat zal ik in de toekomst dus moeten gaan doen. Daar naast zou ik weer meer willen doen voor de maatschappij. Ik wil graag dingen teruggeven.” VO-magazine 4 / Januari 2016
19
‘WE SPREKEN WEL VAN EEN LEVEN LANG LEREN, MAAR BIEDEN DAT ALS SAMENLEVING NIET AAN' Ab Klink, oud-minister van volksgezondheid, CDA’er en lid van de raad van bestuur van Coöperatie VGZ: “Een carrière in de politiek was iets wat in mijn jeugd helemaal niet bij mij op kwam. Ik wilde leraar Duits worden. Dat puzzelen met naamvallen vond ik wel interessant. Ik zag mezelf wel naar de lerarenopleiding gaan. Maar op de mavo was ik geen goede leerling. Een zeven was het gemiddelde. In het onthouden van feiten ben ik slecht en ik bleef zelfs een keer zitten. Ik denk liever na over onderwerpen als filosofie en sociologie. De havo bracht mij al wat meer studievreugde. Ik vind nadenken leuker dan leren en kreeg daar les in litera tuur en geschiedenis. Ik merkte wel dat sommige lessen voor mij moeilijker waren. Op de mavo had ik het vak wiskunde laten vallen. Dat was achteraf gezien jammer. Niet verwacht
Van huis uit ben ik niet gestimuleerd om door te studeren. Mijn ouders hebben alleen lagere school en ze vonden de mavo al een hele goede opleiding; ze waren toen al trots. Ze hebben mij altijd ondersteund bij alle stappen die ik nam. Dat ik naar het vwo kon gaan, kwam voor mij als een verrassing. De decaan van de havo wees mij op het feit dat ik in één keer door kon gaan naar de zesde klas van het vwo. Dat had ik totaal niet verwacht. Ik had ook geen idee wat ik hiermee kon doen. Pas in de loop van het laatste jaar werd mij duidelijk dat ik naar de universiteit zou kunnen gaan. Daar was ik een echte slow starter. Ik ging sociologie studeren en dat bracht nogal een cultuurshock met zich mee. Ik kwam van een van de eilanden van ZuidHolland en was beschermd opgevoed. Begin jaren tachtig hing er een vrije sfeer op de universiteit en dat was wel even wennen. Toch had ik het al vrij snel naar mijn zin. Leven lang leren
Als CDA-politicus heb ik ook een mening over het huidige onderwijs in Nederland. Ik vind dat hier de nadruk veel te veel ligt op de initiële opleidingen. Ik ben een groot voorstander van het Deense onderwijs systeem. Daar is het makkelijk om op latere leeftijd door te studeren. Hier is dat heel duur en kost het veel vrije tijd. We spreken wel van een leven lang leren, maar bieden dat als samenleving niet aan. Ik heb veel kennis opgedaan tijdens mijn loopbaan en de mogelijk heid gehad om uitdagende functies aan te nemen. Niet iedereen krijgt die kans. Op de Deense manier kunnen we een samenleving creëren waarin een leven lang leren meer tot zijn recht zou komen.”
20
VO-magazine 4 / Januari 2016
‘DOORZETTEN IS BELANGRIJK. MIJ IS HET OOK GELUKT’ Sharday de Bies, docent mediamanagement aan het Mediacollege in Amsterdam: “Tijdens mijn studieloopbaan heb ik twee kinderen gekregen en dat raad ik niemand aan. Natuurlijk ben ik gek op mijn kinderen en ik heb ook al mijn diploma’s behaald, maar het was soms wel een heftige tijd. Ik ben op het vmbo begonnen en ben doorgestroomd naar mbo mediamanagement. Toen ik deze opleiding volgde, heb ik mijn oudste zoontje gekregen. Dat was niet gepland. Met vallen en opstaan ben ik doorgegaan. Mijn moeder heeft ook gestudeerd terwijl ze al een kind had. Als alleenstaande moeder heeft ze voor mij bewezen dat het kon. Natuurlijk was het niet altijd makkelijk. Ik studeerde en heb daarnaast ook altijd veel gewerkt. Tot voor kort werkte ik bij de KLM als grondstewardess voor ongeveer 20 uur per week. Daar ben ik mee gestopt toen ik in december mijn hbo‑diploma behaalde. Ander dagritme
Na het mbo ben ik communicatie gaan studeren bij Inholland in Diemen. In eerste instantie was ik dat helemaal niet van plan. Mijn moeder heeft mij toch gepusht, want ze vond mbo te min. Dat ben ik nu wel met haar eens. De overgang van mbo naar hbo is groot. Op het hbo is het taalgebruik heel anders en wordt er veel meer van je verwacht. Ik moest communicatie plannen gaan schrijven en marketingplannen opstellen. Dat was allemaal nieuw. Studeren met kinderen bestaat voornamelijk uit jezelf wegcijferen. Eigenlijk moet je gewoon knallen, door gaan en niet te veel nadenken. Ik had ook een ander dagritme dan de meeste studenten. Ik ging pas naar huis als ik al mijn opdrachten af had. Als mijn kinderen ziek waren, bleef ik thuis. Mijn studiegenoten zijn daar nooit de dupe van geweest. Bij projecten waarin we moesten samenwerken, hield ik altijd contact via de mail en telefoon. Toen ik bijna klaar was met mijn studie, heb ik mijn tweede kind gekregen. Deze keer een bewuste keuze. Genieten
Op dit moment ben ik docent aan de opleiding mediamanagement bij het Mediacollege in Amsterdam. Ja, de opleiding die ik zelf ooit heb gevolgd. Ik heb een tijdelijk contract en weet niet of dat verlengd wordt. Ik geniet van het contact met de studenten. Het allerbelangrijkste wat ik mijn kinderen en studenten wil meegeven, is dat je alles kunt bereiken wat je maar wilt. Doorzetten is daarbij belangrijk. Mij is het ook gelukt.”
VO-magazine 4 / Januari 2016
21
22
VO-magazine 4 / Januari 2016
VO IN BEELD Wat Wintervoorstelling met vuurfakkels tijdens de kerstmarkt Waar De Sprong, Deurne Wanneer Dinsdag 15 december, 19.15 uur Fotografie: Josje Deekens
VO-magazine 4 / Januari 2016
23
360 °
Internationalisering in het onderwijs groeit gestaag
GRENSOVERSCHR AMBITIES De internationale oriëntatie van het onderwijs krijgt steeds meer gezicht in Nederland. Dit biedt kansen voor maatwerk en professionalisering van docenten en schoolleiders, zo blijkt uit inspirerende voorbeelden. Bij het opstellen van een nieuwe agenda voor internationalisering in het onderwijs zijn dat goede vooruitzichten. Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp
“Denk vanuit de leerling, zijn interesse en hoe je hem het beste voorbereidt op de toekomst en je komt vanzelf uit bij internationalisering! Het sluit naadloos aan op het onderwijs van de toekomst,” zegt Jacqueline Drok die – samen met Gert van der Zwan – directeur is van het Carolus Clusius College in Zwolle. De thema’s waar hun leerlingen mee in aanraking komen, de taal verwerving en de uitwisselingsprogramma’s: op deze ‘wereldschool’ worden leerlingen klaargestoomd om de wijde wereld in te gaan. Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken is er als een van de bekendste oudleerlingen een sterk voorbeeld van. Hij zal de komende maanden veel in beeld zijn nu Nederland het voor zitterschap bekleedt van de Europese Unie. De lidstaten zullen over veel onderwerpen, waaronder het onderwijs, de degens kruisen. Dat roept de vraag op welke ambitie er bij Nederlandse onderwijsinstellingen leeft als het om internationalisering gaat. Agenda
Het platform Onderwijs2032, dat in januari zijn eindadvies publiceert, wees in een conceptadvies op het belang van een internationale blik: “Het onderwijs van de toekomst besteedt niet alleen aandacht aan de waarden van de Nederlandse samenleving en het voort bestaan van de rechtsstaat. Het brengt leerlingen ook sociale vaardigheden bij, evenals kennis van en begrip
24
VO-magazine 4 / Januari 2016
voor andere culturen. In het toekomstige onderwijs ligt de nadruk meer dan nu op leren deelnemen aan de democratische samenleving en respect voor elkaar hebben.” Er is in het onderwijsveld de afgelopen maanden veel gediscussieerd over de ideeën van het platform. Velen kunnen zich vinden in de stelling dat de samenleving complexer is geworden: globalisering en vervagende grenzen zorgen ervoor dat de wereld steeds kleiner wordt. En dat vraagt het een en ander van het onderwijs: meer aandacht voor het modernetalenonderwijs, voor interculturele begrippen en -competenties en een grotere plaats voor internationale vraagstukken in het curriculum. Voor het opstellen van een ambitieuze, strategische agenda voor de komende jaren heeft staatssecretaris Dekker van Onderwijs aan de Onderwijsraad om advies gevraagd (zie kader); het rapport zal voor de zomer vakantie uitkomen.
‘Wij willen leerlingen voorbereiden op leren, leven en werken in een internationale omgeving’ Wereldburgerschap
Voordat deze agenda er is, is het goed te kijken waar scholen in het voortgezet onderwijs staan: wat is merkbaar van internationalisering en welke onder
RIJDENDE
EU BACK TO SCHOOL: GASTLESSEN OVER EUROPA Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap geven ambtenaren van verschillende ministeries en EU-instellingen interactieve gastlessen aan jongeren op scholen. De lessen draaien om uitwisseling van ervaringen, meningen en ideeën over Europese onderwerpen. EU Back to School wil leerlingen aan de hand van actuele thema’s bewust maken van de Europese Unie. De school bepaalt samen met de gastdocent het onderwerp van de les. Op EU2016.nl leest u hoe EU Back to School werkt en kunt u een gratis gastles aanvragen.
steuning is er voor scholen om zich te ontwikkelen? De internationale focus in het onderwijs uit zich op drie terreinen: in versterkt talenonderwijs (en tweetalig onderwijs), internationale oriëntatie in het onderwijsprogramma en buitenlandervaring zoals uitwisselingen of excursies. Scholen die willen werken aan internationalisering moeten eerst een visie op wereldburgerschap ontwikkelen, aldus Drok. “Wij willen leerlingen voorbereiden op leren, leven en werken in een internationale omgeving. We ondernemen tal van activiteiten die daarbij passen.” Dat kan ook wel eens dichtbij huis zijn: “Recht tegenover onze school werden vorige maand vluchtelingen in een noodopvang geplaatst. Natuurlijk besteden we daar aandacht aan! Dat is voor ons zo vanzelfsprekend, dat staat niet eens ter discussie.” De situatie leende zich niet voor het leggen van persoonlijke contacten, maar vluchtelingen mochten wel gebruikmaken van sportfaciliteiten van de school. Inmiddels is de noodopvang verdwenen. Het onderwerp niet: zo ging de kerstmusical van de school dit jaar over de vluchtelingencrisis. Netwerken
Excursies en buitenlandprojecten worden op bijna alle scholen in Nederland wel eens georganiseerd.
VO-magazine 4 / Januari 2016
25
Deze activiteiten krijgen meer kracht als ze vanuit een visie op internationalisering worden ingezet. Van deelname aan netwerken zoals UNESCO en Elos gaat een stimulerende werking uit, zo is de ervaring van het Carolus Clusius College, dat van beide netwerken lid is. In totaal telt Nederland ruim dertig UNESCOscholen (van primair tot en met hoger onderwijs) en wereldwijd maar liefst 9700. Internationale verbondenheid, verdraagzaamheid en solidariteit zijn belangrijke doelstellingen voor deze scholen. De scholen geven op hun eigen manier invulling aan het profiel door aan te sluiten bij lopende UNESCO-projecten en door eigen projecten en materialen te ontwikkelen.
Er zijn ook kritische geluiden over Engels als voertaal in het onderwijs Elos is een internationale leerroute waarin leer lingen intensief kennismaken met de wereld buiten Nederland. De 39 Elosscholen in het voortgezet onderwijs zorgen voor inbedding van Europese en internationale oriëntatie (Eio) in hun curriculum en geven leerlingen de mogelijkheid twee vreemde talen op een hoog niveau te leren. De leerlingen verwerven Europese competenties; de niveaus daar van zijn gebaseerd op het Common Framework for Europe Competence (CFEC). Het gaat bijvoor beeld om deelname aan een uitwisselings programma, of het doen van een internationaal georiënteerd onderzoek. De scholen zijn altijd gelinkt aan een partnerschool in het buitenland en vormen een netwerk waarin ze kennis en ervaring uitwisselen. Een school die aan de standaarden voldoet, krijgt het Elos-schoolcertificaat en mag haar leerlingen aan het einde van de rit het Elosleerlingencertificaat uitreiken. Tweedeling
EP-Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs, werkt nauw samen met de VO-raad en ondersteunt scholen bij het vormgeven van internationalisering. Daarnaast coördineert de organisatie diverse nationale netwerken van scholen: naast Elos zijn dat tal van vreemdetalenen internationaliseringsprogramma’s. Een belangrijke pijler onder internationalisering is de versterking van het taalonderwijs en tweetalig onderwijs. Onno van Wilgenburg, teamcoördinator van de talenteams van EP-Nuffic, heeft het twee talig onderwijs de laatste jaren gestaag zien groeien. “Het is een onderwijsvernieuwing die 25 jaar geleden bij scholen zelf is begonnen, op vwoafdelingen. Nu breidt het zich uit naar havo en
26
VO-magazine 4 / Januari 2016
360 °
INTERNATIONALE ONDERWIJSAMBITIES: DENK EN PRAAT MEE MET DE ONDERWIJSRAAD De Onderwijsraad brengt binnenkort een advies uit over internationalisering in het onderwijs en buigt zich over een agenda voor 2015-2020. Het adviescollege stelt dat de verschillende onderwijssectoren zich de afgelopen jaren wel op internationalisering hebben gericht, maar gezien de maatschappelijke verande ringen niet voldoende. Er ontbreekt een strategische visie en er is te weinig structurele aandacht voor internationalisering in het onderwijsprogramma.
De raad vraagt onderwijsprofessionals om input voor de strategische agenda. Uw reactie kunt u mailen naar internationaliseringsagenda@onderwijsraad.nl. Op 16 februari organiseert de Onderwijsraad een bijeenkomst in de vorm van een dialoog. Op www.onderwijsraad.nl is meer informatie te vinden. De internationaliseringsagenda verschijnt naar verwachting voor de zomervakantie.
vmbo. Een op de vijf scholen in het voortgezet onderwijs biedt nu tweetalig onderwijs.” Hoewel tweetalig onderwijs daarmee nog lang geen gemeengoed is, zijn er ook kritische geluiden te horen zodra er nieuws is over Engels als voertaal in het onderwijs. Onderwijssocioloog Jaap Dronkers vreest bijvoorbeeld dat tweetalig onderwijs er sluipenderwijs voor zorgt dat Nederland een tweetalig land wordt. En als Nederlanders niet meer één gemeenschappelijke taal spreken, neemt de sociale cohesie af. Ook waarschuwt hij voor een tweedeling omdat vooral vwo-scholen die tweetalig onderwijs in hun programma hebben, betere onderwijskwaliteit bieden.
met name in het noorden van het land, nog wat witte vlekken. Ik hoop scholen ervan te overtuigen dat twee talig onderwijs onderwijsinhoudelijk interessant is voor leerlingen, omdat ze er echt iets aan hebben. Leerlingen kiezen er graag voor. Tweetalig onderwijs noem ik daarom wel een ‘killer profile’: scholen kunnen zich ermee onderscheiden.”
‘Tweetalig onderwijs is absoluut niet elitair’
EP-Nuffic vindt het belangrijk dat het tweetalig onder wijs verder versterkt wordt. Er zijn doorlopende leer lijnen nodig van basisonderwijs tot en met het hoger Killer profile onderwijs. Contacten met lerarenopleidingen voor de Volgens anderen, die reageerden op Dronkers’ stelling in opleiding van tweetalige docenten zijn er al. EP-Nuffic De Volkskrant van 17 juli 2013, zal dat zo’n vaart niet maakt zich nu sterk om eindexamens in een andere taal lopen. Een tweede taal is verrijkend en wie een wereld dan het Nederlands te mogen afnemen. Ook het Carolus taal goed beheerst, heeft daar veel profijt van. Van Clusius College snakt naar meer ruimte om te experimen Wilgenburg van EP-Nuffic denkt dat de kwaliteit van teren met buitenlandse programma’s of een aparte inter scholen die tweetalig onderwijs bieden, juist door dat nationale afdeling op te zetten. Er is dus nog genoeg te tweetalig onderwijs verbeterd is: “In het netwerk dat de wensen. scholen vormen, wisselen ze kennis en ervaring uit. De kwaliteitsnormen waaraan scholen moeten voldoen, zijn Maatwerk een impuls voor kwaliteitsverbetering over de hele linie. Op het Haarlemmermeerlyceum groeide de inter Het gaat namelijk niet alleen om lesgeven in de Engelse nationale focus de afgelopen jaren eveneens gestaag, taal, maar ook om een andere didactiek. Je moet leerlingen zowel op het gebied van tweetalig onderwijs als op de uitdagen en prikkelen de taal te spreken. Tweetalig inhoudelijke invulling van het thema. De school won onderwijs is absoluut niet elitair, het is niet alleen voor vorig jaar de Orange Carpet Award, een prijs die EPde ‘slimste’ leerlingen die een extra uitdaging nodig Nuffic toekent aan opvallende initiatieven van scholen hebben. Juist door een volwaardig tweetalig programma op het gebied van internationalisering. Het Haarlemmer voor havo en vmbo leren meer leerlingen goed Engels.” meerlyceum begon ooit met tweetalig onderwijs in het Moeten alle scholen dan uiteindelijk tweetalig onderwijs vwo en breidde dat uit naar havo en sinds kort ook bieden? “Dat hoeft niet per se”, vindt Van Wilgenburg, vmbo. Maar liefst zevenhonderd van de duizend leer “maar het is wel onze ambitie dat alle leerlingen ten lingen volgen nu een tweetalig programma. minste de keuze hebben. Nu zijn er in bepaalde regio’s,
VO-magazine 4 / Januari 2016
27
ADVERTENTIE
Campinginspecteur worden?
Hobby voor u? Wij zijn op zoek naar enthousiaste, nieuwe campinginspecteurs om het huidige team van ACSI-inspecteurs te versterken. Ieder jaar gaan ruim 300 inspecteurs op pad om de ACSIcampinginformatie up-to-date te houden.
15_074_01
Een ACSI-inspecteur… • is een enthousiaste en kritische kampeerder • is accuraat • beschikt over commercieel talent • gaat in de periode mei t/m augustus op vakantie naar een nader overeen te komen inspectiegebied • beheerst één of meer vreemde talen • is niet ouder dan 60 jaar Voor meer informatie neem contact met ons op via
[email protected] of bel 0488-470432
www.ACSI.eu/inspecteurs
Bart Roth, docent economie en coördinator internationalisering voor de bovenbouw, vertelt over de aanpak waarmee de school de prijs won: bovenbouwleerlingen mogen dat internationale programma namelijk zelf invullen. “Er zijn uiteraard voorwaarden aan verbonden: leerlingen moeten iets leren over andere culturen en over de wereldproblematiek. Zij kunnen een voorstel doen, individueel of met een groep, voor een project van circa zestig uur. Ik voer gesprekken met leerlingen over de voorwaarden en de leerdoelen. Er zijn mooie voorbeelden van geslaagde projecten, zoals een sporttraining van een buitenlands team in Nederland, of een interview met een Spaanse oma. Ook is er een leerling die een week in een Engelse supermarkt heeft gewerkt. Een ander maakte een videoverslag van een backpackreis. De leerlingen moeten hun bevindingen altijd presenteren, in een verslag, presentatie of tentoonstelling. Ze zijn erg enthousiast over deze aanpak.” Het is een voor beeld dat laat zien hoe de ambitie ‘de leerling centraal’ die in het sectorakkoord vo is gefor muleerd, heel praktisch en zinvol uitgewerkt kan worden.
‘Het kost veel tijd; je moet er echt mensen voor vrijmaken’ 15_074_01__adv-werven-inspecteurs-VOmagazine.indd 2
15-12-2015 13:02:05
Toe aan een uitdagende hobby?
Word reisleider!
ACSI is al 50 jaar specialist op het gebied van campings en kamperen. Sinds 1985 organiseren wij rondreizen voor kampeerders: de ACSI kampeerreizen. Wij zijn op zoek naar enthousiaste nieuwe reisleidersechtparen om het huidige team te versterken. Een reisleidersechtpaar… • is enthousiast caravanner of camperaar • kan goed met mensen omgaan • heeft kennis/interesse in cultuur en historie • is beschikbaar in het voor- of naseizoen • heeft leidinggevende ervaring • heeft een leeftijd tussen 50-67 jaar • kan goed communiceren in het Nederlands, Engels en Duits (kennis van Frans/Spaans/Italiaans is een pré)
Professionalisering
28
15_051_02
Wij zijn ook op zoek naar technische assistenten, kijk op onze website.
www.ACSIreizen.nl/vomagazine of bel: 0488-420810 VO-magazine 4 / Januari 2016
15_051_02__flyer_werven-reisleiders-VOmagazine.indd 2
Toch vangt ook Roth wel eens kritische geluiden op over internationale activiteiten van de school: ‘we zijn toch geen reisbureau’. Of: ‘het is alleen iets voor de elite’. “Ik ben het daar niet mee eens. Ten eerste hoef je niet eens per se naar het buiten land, zoals blijkt uit de voorbeelden. Leerlingen die wel naar het buitenland gaan en bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, hebben een bijzonder waardevolle ervaring. En ten tweede moet je er goed op letten dat activiteiten voor alle leerlingen toegankelijk zijn en niet alleen voor een select groepje leerlingen dat bijvoorbeeld via hun ouders toegang heeft tot internationale contacten. Soms doen leerlingen een voorstel voor een kostbaar project, nu bijvoorbeeld een project waar een reis naar Indonesië bij hoort. De leerlingen doen sponsoracties voor de financiering, maar uiteraard kan niet iedereen mee. Daarom laten we hen solliciteren, wat op zich ook weer een goede ervaring is.”
15-12-2015 13:46:31
Internationalisering is niet alleen verrijkend voor leerlingen. Ook voor docenten, coördinatoren internationalisering en schoolleiders zijn er uit wisselingsprogramma’s en scholingsmogelijkheden.
360 °
MEER INFORMATIE • Download de ‘Practical Guide for schoolleaders’ op www.erasmusplus.nl. De gids maakt duidelijk welke mogelijkheden Erasmus+ biedt en bevat een handig stappenplan voor het indienen van een aanvraag. • Op 22 maart vindt het Jaarcongres van EP‑Nuffic ‘Samen aan de slag’ plaats in Hilversum, waar ook de Orange Carpet Award 2016 wordt uitgereikt. Kijk op www.ep-nuffic.nl voor het programma. • Van 19 tot 21 oktober vindt de 2016 ESHA Biennial Conference plaats in Maastricht. De ESHA is de Europese vereniging van schoolleiders in het po en vo. www.esha.org
Zo kunnen ze in Engeland werken aan betere taalbeheersing en vaardigheden voor content and language integrated learning (CLIL, onderwijs in een niet-taalvak in een andere taal dan het Nederlands). Via EP-Nuffic zijn voor zowel docenten, coördinatoren internationalisering als schoolleiders gerichte onder steuningsmogelijkheden te vinden, bijvoorbeeld in de online leeromgeving LINE: www.internationalisering.nl. Dit is een initiatief van EP‑Nuffic waar onderwijsprofes sionals kennis en ervaringen met internationalisering kunnen vinden en delen, en in eigen tempo modules kunnen volgen, met studies, artikelen, opdrachten en filmpjes. Het ontmoeten van buitenlandse vakgenoten op inter nationale conferenties, studiereizen maken en interna tionale uitwisselingsprojecten: het zijn typische peer to peer-contacten die schoolleiders inspireren en waarmee zij hun competenties kunnen versterken, zo blijkt uit het onderzoek ‘Met andere ogen kijken’ van de VO-academie. Belangrijk is wel om de opgedane kennis te behouden en verspreiden en in de organisatie. Voor schoolleiders die iets willen leren van hun internationale uitwisselings programma of conferenties geldt hetzelfde als voor de leerlingen, aldus de onderzoekers: van tevoren een leer doel formuleren is het effectiefst. Andere aanbevelingen zijn: kies de juiste mensen van het team om deel te nemen, onderhoud de buitenlandse contacten goed en vergeet niet de resultaten van het bezoek of de uitwisseling te delen met de rest van de organisatie. Erasmus+
Een belangrijk ondersteuningsprogramma waarmee scholen hun ambities kunnen waarmaken, is Erasmus+ (voorheen Comenius), het Europees subsidieprogramma voor onderwijs, jeugd en sport. Scholen kunnen onder steuning vragen voor mobiliteitsprojecten waardoor
personeel in het buitenland kan leren en werken en internationalisering sterker onderdeel wordt van het schoolbeleid. Ook bestaat de mogelijkheid om strate gische partnerschappen aan te gaan met collega-scholen of andere organisaties. Centraal staat het verankeren van internationalisering in het schoolbeleid door het uitwisselen van ervaring, kennis en het ontwikkelen van vernieuwende, kleinschalige projectresultaten. Een recente verandering in de verdeelmethodiek maakt het eenvoudiger voor vo-scholen om een aanvraag binnen de strategische (school)partnerschappen gehonoreerd te zien. Verder is er een budget voor scholen die samen met andere onderwijs- of overheidsorganisaties en bedrijven een innovatief project willen uitvoeren. Dat deed bijvoorbeeld het Marne College in Bolsward. Samen met het Instituut voor natuureducatie en duur zaamheid (IVN) coördineert de school het internationale GEO‑WATER-project waarin leerlingen, studenten, bedrijven en andere organisaties samenwerken aan duurzame oplossingen voor waterproblematiek. Vak docenten en leerlingen uit vier landen doen mee. Het Marne College zal bijvoorbeeld het waterschap Friesland (Wetterskip Fryslân) adviseren. Uitgebreide informatie over Erasmus+ is te vinden op www.erasmusplus.nl. Groeien
Opleidingen volgen of internationale activiteiten organiseren: dat is niet iets wat je er zo maar bij kunt doen, is de ervaring van de Zwolse directeur Jacqueline Drok. “Het kost veel tijd; je moet er echt mensen voor vrijmaken. Er zijn mogelijkheden voor subsidie, maar ook dat is iets waar je je goed in moet verdiepen.” Tijd, ideeën, enthousiasme, ondersteuningsmogelijkheden en daarbij een stevige strategische basis in een agenda voor de nabije toekomst: daarmee kan internationalisering verder groeien en grenzen verleggen.
VO-magazine 4 / Januari 2016
29
HAITI
Tien jaar VO-raad:
SAMEN VIEREN, SAMEN GEVEN In de tien jaar van zijn bestaan heeft de VO-raad alle aandacht gericht op het Nederlandse voortgezet onder wijs. Ons onderwijs is goed en de kinderen leren in een prettige omgeving. Dat is een groot contrast met het onderwijs in Haïti, een land dat wordt geteisterd door natuurrampen. Neem het prachtige Côtes de Fer, een bosrijk en heuvelachtig gebied gelegen aan een baai aan de zuidoostkust van Haïti. “Er zijn regelmatig orkanen, overstromingen en aardbevingen”, vertelt Irene Pouw, community manager bij het Nederlandse Rode Kruis. “Deze streek wordt ook wel de ‘hurricane belt’ genoemd.” Voor de hulpactie ter gelegenheid van tien jaar VO-raad zijn vier scholen in Côtes de Fer geselecteerd. Op dit moment wordt er al gewerkt aan de versteviging van een schoolgebouw: dat van de nationale school Haut des Gri Gris. De ervaringen met dit gebouw zijn zo positief, dat Haïtiaanse schoolleiders en docenten zeer uitkijken naar de aanpak van de andere drie scholen. Jean Ronkin Carilus, directeur van Haut des Gri Gris: “Onze school staat vrij dichtbij een rivier. Er zijn vaak overstromingen. Op zulke momenten is de school een toevluchtsoord, ook voor mensen uit de dorpen.” Evacuatiecentrum
Net als deze school zullen de andere drie school gebouwen die worden aangepakt, straks twee doelen dienen. Ze bieden een veilige plek voor het geven van onderwijs, maar daarnaast kunnen mensen uit de om liggende gemeenschappen hier schuilen bij extreme weersomstandigheden en natuurrampen. Lang niet alle gebouwen in Haïti zijn veilig, ook al heeft het Rode Kruis in het verleden wel geholpen met het ramp
30
VO-magazine 4 / Januari 2016
De VO-raad bestaat in 2016 tien jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum willen wij graag iets betekenen voor het onderwijs in Haïti. Samen met het Rode Kruis en met uw hulp maken we vier scholen rampbestendig, zodat kinderen ook daar veilig kunnen leren, en de gemeenschap er kan schuilen tijdens een natuurramp. Tekst: Marijke Nijboer / Fotografie: Jose Manuel Jimenez (foto links), Rode Kruis (overige)
bestendig maken van huizen. Veel mensen wonen nog in hutjes, met golfplaten als dak. Het Rode Kruis zorgt ervoor dat lokale schoolgebouwen grondig onder de loep worden genomen, zodat ze aan de eisen voor evacuatie voldoen. Vaak zijn extra werkzaam heden nodig, zoals het verstevigen van de constructie van het gebouw. Met orkaanstrips is bijvoorbeeld te voor komen dat het dak van het gebouw geblazen wordt. Soms worden ook de toiletvoorzieningen en keuken faciliteiten verbeterd en uitgebreid. Dankzij deze en andere aanpassingen worden de vier scholen in Côtes de Fer stevige gebouwen, die zijn opgewassen tegen de plaatselijke weersomstandigheden en goed kunnen dienen als evacuatiecentrum voor een grote groep mensen. Lokale vaklieden
Duckson Laloi, plaatselijk coördinator van het Rode Kruis: “Het bouwen van een sterke school is goed voor de educatie van alle kinderen en voor de veiligheid van de hele gemeenschap. Onze kinderen moeten verscheidene kilometers naar school lopen. Tijdens het regenseizoen moeten ze de rivier oversteken en kunnen ze soms niet terug naar huis. De mensen uit de gemeenschap schuilen hier dan ook. Ze hebben geen andere veilige plek om heen te gaan. Helaas is het dak van de school slecht. Als het regent schuilen mensen allemaal samen in dezelfde droge hoek. We leggen wel plastic zeilen over het dak, maar die waaien vaak weg.” Het Rode Kruis traint en betaalt lokale vaklieden, en koopt in de regio materialen. Per school kost het € 20.000 om het pand geschikt te maken voor de evacuatie van 15.000 mensen. Het doel van deze hulpactie is om € 80.000 bij elkaar te krijgen, zodat de vier geselecteerde
10 JAAR VO-RAAD De VO-raad wil zijn tienjarig bestaan vieren door ook iets te geven aan anderen die het hard nodig hebben. Daarom zamelen we tijdens het jubileumjaar geld in voor ramp bestendige schoolgebouwen in Haïti. Maar ook op andere wijze krijgt het tienjarig bestaan aandacht. Een greep uit de geplande activiteiten: p Tijdens de Algemene Ledenvergadering van november 2015 werd de aftrap gegeven voor het jubileum, met onder meer een toespraak van prins Pieter-Christiaan, vice-voorzitter van het Rode Kruis, over de actie voor Haïti p Bijeenkomsten als de VO2020-tour, het VO‑congres en de Algemene Ledenvergadering krijgen een feestelijk accent. De ALV van november zal in het teken staan van tien jaar VO-raad. Dit wordt een 24-uurs bijeenkomst waarbij naast de reguliere agendapunten ook ruimte is voor verrassende sprekers, events en gezamenlijk het lustrum vieren. p In het najaar verschijnt een themanummer van het VO-magazine waarin vanuit diverse invals hoeken wordt teruggeblikt op tien jaar VO-raad.
WAT KUNT U DOEN? Een van de initiatieven voor deze actie is een marktplaats voor bestuurders en schoolleiders. Vrijwel iedereen heeft specifieke kennis of ervaring die voor collega’s van waarde is. Onder het motto ‘We helpen elkaar én Haïti’ brengen we op deze marktplaats vraag en aanbod bij elkaar. Bestuurders en schoolleiders kunnen hier hun kennis en ervaring aanbieden of op zoek gaan naar kennis en ervaring bij anderen. Dus: hebt u speciale deskundigheid op het terrein van bijvoorbeeld governance, onderwijsontwikkeling of financieel? Of bent u op zoek naar deze deskundigheid en wilt u daar eens over spreken met een collega? Kijk op www.vo-raad.nl/voor-leden/ rampbestendige-schoolgebouwen-in-haiti. De opbrengst van de match tussen vraag en aanbod komt ten goede aan het Haïti-project.
scholen in Côtes de Fer kunnen worden aangepakt. Daarmee bieden we een veilige leerplek aan honderden kinderen en een verantwoord evacuatiecentrum, waar straks indien nodig 60.000 Haïtianen een veilig onderkomen vinden. Preventief
Deze hulpactie van de VO-raad en het Rode Kruis loopt via het Prinses Margriet Fonds. Prinses Margriet kreeg dit fonds aangeboden bij haar afscheid als voorzitter van het Rode Kruis. Kenmerkend voor dit fonds is de preventieve aanpak: acties worden ingezet vóórdat een ramp plaatsvindt. De preventieve en innovatieve projecten die vanuit het fonds worden opgezet, maken mensen zelfredzaam. Zij zijn beter voorbereid op wat komen gaat. Zo kunnen levens worden gered en wordt veel schade en leed voorkomen. Natuurgeweld hoeft op deze manier niet uit te monden in een ramp. De prinses, nu erevoorzitter: “Ik vind het fantastisch dat Nederlanders uit allerlei sectoren van de samenleving bereid zijn om hun schouders te zetten onder een vernieuwende aanpak om de gevolgen van rampen te verminderen en mensen weerbaarder te maken.” Michel Jean Tony, secretaris van het lokale comité van Côtes de Fer: “Onze gemeenschap is blij met dit project. We bedanken het Nederlandse Rode Kruis en de schoolleiders en bestuurders in Nederland voor hun steun. Dit project geeft ons hoop.” Wilt u meer weten over deze hulpactie? Kijk hier: www.voorkomderamp.rodekruis.nl/nl Wilt u doneren? Dat kan hier: www.voorkomderamp. rodekruis.nl/nl/people/vo-raad/30263 Bij voorbaat onze hartelijke dank!
VO-magazine 4 / Januari 2016
31
BLIK VAN BUITEN
‘OUD SCHOOLGEBOUW HEEFT WAARDE’ Naam k Wilma Kempinga (1968) Achtergrond k Kunsthistorica. Heeft samen met architect Tjeerd Wessel (1963) het ideële onderzoeksbureau Mevrouw Meijer Gespreksonderwerp k oude schoolgebouwen herbestemmen Standpunt k school van het verleden biedt ruimte voor onderwijs van de toekomst Tekst: Emmanuel Naaijkens / Fotografie Dirk Kreijkamp
Hoe kijkt u terug op uw tijd op de middelbare school? “Met veel plezier: het was een heel mooie tijd. Ik zat op het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen. Ik kwam van een klein dorp en op het gymnasium werd voor mij het venster op de wereld geopend. Er was genoeg uitdaging, het was een heel sociale omgeving met inspirerende leraren. Het leuke is dat het schoolgebouw, uit de jaren zestig, nog steeds bestaat. Het is een concrete bron van herinneringen, en ik kan het ook mijn zoontje aanwijzen: kijk, daar heb ik op school gezeten.”
‘Vaak zijn schoolgebouwen dichtgeslibd door verbouwing op verbouwing’ U bent kunsthistorica en betrokken bij Mevrouw Meijer, een stichting die zich richt op het behoud van oude schoolgebouwen als school. Heeft uw ervaring op de middelbare school hiertoe bijgedragen? “Ja, in die zin dat je beseft dat de school een wereld op zich is. Een vertrouwde, beschutte gemeenschap waarin je als op groeiende jongere kunt gedijen, en van
32
VO-magazine 4 / Januari 2016
waaruit je de wereld in kunt gaan. En ons bureau is overigens ontleend aan het dat de waarde van het gebouw ertoe doet. kinderboek Mevrouw Meijer, de merel.” Dat is nu nog steeds een van de leidende principes bij de onderzoeken die ik doe.” Hebben scholen een beeld bij wat ze zouden willen? Wat doet Mevrouw Meijer? “Vaak niet. Dat is niet zo vreemd, want “We zijn een ideëel onderzoeksbureau architectuur is een vak, zoals onderwijs op het gebied van scholen en architectuur. een vak is. Men denkt nogal eens: we Scholen die voor de vraag staan: nieuw zitten in een oud gebouw gemaakt voor bouw of doorgaan met de bestaande onderwijs uit het verleden, en dat leent bouw, kunnen bij ons aankloppen voor zich niet voor onderwijs in de toekomst. advies. Samen met mijn collega, architect Om na te gaan of dat klopt, beginnen de Tjeerd Wessel, onderzoek ik wat precies architecten met een precieze analyse van de vraag is van de school. We formuleren het gebouw. Hoe is het gebouw ooit het programma van eisen en wensen en bedacht? Vaak is het dichtgeslibd door we betrekken er zoveel mogelijk mensen verbouwing op verbouwing, zodat de bij: directie, docenten, ouders, leerlingen, oorspronkelijke kwaliteiten uit het zicht gemeente, de buurt. Die brede benadering zijn verdwenen. Als je die kwaliteiten is voor ons essentieel. Naast een tech wakker kust, blijken ze vaak nog heel nisch onderzoek en een calculatie van actueel en geschikt voor de toekomst. diverse opties hoort daar een ontwerpend En ook als je concludeert dat sloop en onderzoek bij. We vragen drie architecten nieuwbouw beter is, heb je in ieder geval bureaus om een ontwerp te maken, serieus de opties onderzocht.” elk vanuit hun eigen benadering. Alle betrokkenen mogen daarop reageren. In de jaren zestig en zeventig was er Dan gaan bij veel mensen de ogen open: veel revolutiebouw. Zijn die scholen ze zijn verrast over de keuzemogelijk bouwkundig wel in goede staat? heden. Na dit onderzoek naar ‘wat je “Onze ervaring is niet dat de bouwkundige kunt willen’ zit onze rol erop. Het is aan kwaliteit slecht is. Scholen uit de jaren de school om te kiezen hoe ze verder wil negentig zijn er vaak slechter aan toe, gaan met de resultaten. De naam van doordat er als gevolg van de toenmalige
‘We hebben nog nooit een schoolgebouw gezien dat je niet zou kunnen transformeren naar welke onderwijskundige visie dan ook’
crisis veel is bezuinigd op materiaal. We hebben nog nooit een schoolgebouw gezien dat je niet zou kunnen transfor meren naar welke onderwijskundige visie dan ook. Het mooie is dat heel veel scholen uit die periode bestaan uit skeletbouw. Die gebouwen zijn flexibel, er is heel veel mogelijk.”
In het proces gaat het niet alleen over het gebouw als zodanig? “De vraag wat voor schoolgebouw zij wil, dwingt de school om terug te gaan naar de bronnen. Neem een van oorsprong katholieke school met een gebouw in de vorm van een kruis. In hoeverre wil zij daaraan in deze tijd vasthouden? De school gaat nadenken over haar Wat is de charme van een school identiteit en hoe ze die tot uitdrukking gebouw van een halve eeuw geleden? wil brengen. Waar staan we voor? Wat “Die scholen hebben ruime, hoge is voor ons van belang? Wat voor venster lokalen, vaak met licht van twee kanten. op de toekomst willen we de kinderen En vaak mooi vormgegeven trappen bieden? Hoe kunnen we daarbij het huizen. Het zijn meestal in serie gebouwde gebouw benutten? Wij zien het gebouw standaardscholen, maar dan van een als derde pedagoog: kinderen leren van hoge standaard. In Amsterdam is vlak elkaar, van de leerkrachten, maar ook na de oorlog bij de wederopbouw van de omgeving waarin ze leven.” nagedacht over het ideale schoolgebouw. Als je dat nu leest – en dat verhaal is Speelt duurzaamheid een rol bij de basis voor die zogeheten standaard herbestemming? scholen -, dat ontroert tot op de dag van “Duurzaamheid is een belangrijke vandaag. Hoe er werd nagedacht over afweging. Mits je alle duurzaamheids het welzijn van de kinderen, over de aspecten daarin betrekt. Vaak wordt maatschappij. Het idee van licht, lucht alleen gekeken naar het energieverbruik en ruimte. Dat zijn kwaliteiten die we als het gebouw er eenmaal staat en dan ook voor de toekomst aan kinderen mee lijkt nieuwbouw voordeliger. Maar je kunnen geven. Nog een charme is dat moet ook rekening houden met de deze scholen in ons collectief geheugen milieukosten van sloop en nieuwbouw; zitten. Het is erfgoed, dat jammer die zijn zo hoog dat je daarmee het genoeg vaak wordt verslonsd.” energievoordeel voor vele jaren kunt
wegstrepen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is voortbouwen op het bestaande gebouw per saldo vaak de beste keus. En met de huidige techniek is bijvoorbeeld het isoleren van oude gebouwen goed mogelijk.”
‘Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is voort bouwen op het bestaande gebouw per saldo vaak de beste keus’ Is het behoud van de schoollocatie voor jullie ook van belang? “Vooral steeds meer middelbare scholen zie je verdwijnen naar de rand van de stad. Het lijken soms wel bedrijfs verzamelgebouwen, geïsoleerd van de samenleving. Terwijl die scholen voor heen in een woonomgeving stonden. In de jaren zestig speelde de locatie van een school een belangrijke rol in steden bouwkundige plannen, vanuit de gedachte dat scholen een onderdeel zijn van wijk of buurt. Zeker in jonge wijken met nog weinig geschiedenis is een school een ijkpunt voor de bewoners.” www.mevrouwmeijer.nu
VO-magazine 4 / Januari 2016
33
IN DE PRAKTIJK
REKENONDERWIJS OP HELINIUM
‘HET REKENNIVEAU MOEST GEWOON OMHOOG’ Met de invoering van de rekentoets kwam het rekenonderwijs in het voortgezet onderwijs flink in de spotlights te staan. Scholengemeenschap Helinium in Hellevoetsluis zet vooral in op goede docenten. “Je moet inzicht hebben in hoe een leerling denkt en waar het fout gaat.”
Tekst: Maaike Vos / Fotografie: Dirk Kreijkamp en Maaike Vos (kleine leerlingportretten)
De les rekenvaardigheden van docent Elize Oosterberg vindt plaats in een computerlokaal. Na een korte intro ductie weten de leerlingen van de mavo 3-klas wat hen te doen staat: de online methode Got it?! opstarten en aan de slag. Het programma test hun kennis over vier onderwerpen: getallen, meten en meetkunde, verbanden en verhoudingen. De leerlingen maken oefeningen op hun eigen niveau. Hebben ze een vraag, dan is Ooster berg nooit ver weg.
met rekenen hebben, zet ik bij mij aan de instructietafel. Ze krijgen individuele uitleg en gaan sommen maken over de onderwerpen die ze lastig vinden. Gewoon op papier, niet op de computer.” Brugklas
“We zijn in 2012 begonnen met het rekenonderwijs”, vertelt Frank Boesenach, sectorhoofd havo/vwo, met rekenen in portefeuille. Iedere leerling krijgt vanaf de brugklas les in rekenvaardigheden. Voor mavo, havo en Drie niveaus vwo is dit een half uur per week; vmbo basis en kader In een gesprek met de rekendocenten en twee leerlingen krijgen een uur per week. In eerste instantie gaven de eerder op de dag blijkt dat de meesten erg tevreden zijn mentoren les aan hun mentorklas. Inmiddels is dit over de methode. “Got it?! maakt differentiëren een stuk overgenomen door de werkgroep rekenen, met daarin makkelijker”, vertelt Eldert Vreeling, leraar wiskunde en wiskunde- en economiedocenten, maar ook natuur nask1. “Je kan precies zien met welke opgaven leerlingen kunde-, scheikunde- en gymdocenten. moeite hebben en zo extra oefeningen op maat aanbieden.” Op dit moment is Boesenach met zijn team nieuw beleid Vóór de leerlingen aan de slag kunnen met het program voor rekenonderwijs aan het ontwikkelen. Er wordt ma, maken ze een instaptoets. Die bepaalt hun niveau. ingezet op de professionalisering van de docent. “We Van daaruit wordt het programma gestart. willen dat iedereen die rekenen geeft, opgeleid wordt tot Docent Ursula Groenewoudt, die naast rekenvaardig rekendocent.” Jaimie van der Laan, orthopedagoog in heden ook lichamelijke opvoeding geeft, heeft daardoor het zorgteam, voegt daaraan toe: “We zijn nu aan het drie niveaus in één brugklas. Het gaat om 1F (basis onderzoeken wat we precies willen en hoe we onze schoolniveau), 2F (alle vmbo-richtingen) en 3F (havo/ docenten kunnen scholen. Dat kan bijvoorbeeld met vwo-niveau). “De twee leerlingen die op 3F-niveau een lerarenbeurs, maar ook met cursussen.” werken, zijn heel zelfstandig. Degenen die meer moeite
34
VO-magazine 4 / Januari 2016
Wat voor kwaliteiten moet een docent bezitten om goed rekenonderwijs te kunnen geven? “Je moet inzicht hebben in hoe een leerling denkt en waar het fout gaat. En hoe je vervolgens een stappenplan kan ontwikkelen om de leerling te helpen”, zegt Oosterberg. Frank Saakes vindt het vooral van belang dat een docent kennis heeft over de leer lijnen vanaf de basisschool. “Daarom pleit ik ook voor pabo-docenten. En ik zou het heel fijn vinden als hier een ouderwetse remedial teacher van de basisschool rond zou lopen, die daar nog een keer bij kan helpen.” Rector Jorriena de Jongh benadrukt het belang van goede docenten. “Op het moment dat je rekenen ziet als een verlengstuk van wiskunde, doe je geen recht aan het vak. Daarom hechten wij heel veel waarde aan de rekendocent. Dat moet iemand zijn die kan analyseren waar een leerling de fout in gaat.” Ook zij denkt dat pabo-docenten erg waardevol kunnen zijn in het voortgezet onderwijs. “Zij weten hoe het er op de basisschool aan toegaat met het rekenonderwijs. We hebben echt docenten nodig die weten wat er aan de hand is, waar het mis gaat en hoe dat opgelost kan worden.”
Rekenopgaven uit Got it?! Vraag 1 Elektronicawinkel Jupiter heeft games in de aanbieding. Een losse game kost € 23,-. Een set van 3 games kost € 56,-. Maria koopt 4 games. Hoeveel euro heeft zij bespaard door de aanbieding? Vul het juiste bedrag in. Maria heeft €…. bespaard.
Vraag 2 Lola geeft maandelijks € 1,25 aan een organi satie die kinderen in Afrika meer kansen biedt. Ze is hier in februari 2011 mee begonnen. Haar laatste gift was in december 2011. Namens haar ouders heeft ze ook een een malige gift gegeven van € 70,-. Ze wil graag weten hoeveel ze in totaal heeft gegeven. Ze gebruikt de volgende formule: Totaalbedrag giften = 70 + aantal maanden x maandbedrag Hoeveel heeft ze in totaal gegeven? Antwoord 1: € 13,- Antwoord 2: € 83,75
Docenten
VO-magazine 4 / Januari 2016
35
ADVERTENTIE
IN DE PRAKTIJK
Docent Elize Oosterberg tijdens de les rekenvaardigheden in het computerlokaal
Taal
Onzekerheid
Leerlingen hebben in totaal vier kansen om de reken toets te halen. Op het Helinium maken ze eerst een oefentoets. Als die goed gaat, krijgen ze het advies de officiële toets te maken. “Maar als we zien dat een leerling net iets tekort komt, dan raden we af het officiële toetsmoment mee te pakken”, vertelt Oosterberg. “Op die manier houd je kansen over. En je neemt ook de spanning weg bij leerlingen die de oefentoets niet zo goed hebben gemaakt. Als je net een vijfje hebt gehaald, ga je met een heel ander gevoel naar zo’n toets dan wanneer je een acht hebt gehaald.” Dat bij de rekenlessen taal ook zeer belangrijk is, blijkt wel in de mavo 3-klas van Oosterberg. Enkele leerlingen worstelen zichtbaar met de verhaaltjes waaruit ze de gegevens moeten halen om een som op te kunnen lossen. Kernteamleider vmbo Marcel Kuipers hekelt de taligheid van de toets. “Veel leerlingen vinden dat moeilijk en weten niet wat er nou precies gevraagd wordt.” Saakes, die lesgeeft op het lwoo, zegt: “Voor sommige leerlingen is het echt een ramp.” Mavo 4-leerling Milo is niet blij met de invoering van de rekentoets. “Opeens wordt zo’n rekentoets je voor de voeten gegooid. En dan denken ze dat iedereen de toets gelijk goed kan maken.” Kuipers zegt hierover: “Leerlingen worden meer geconfronteerd met hun onvermogen dan met hun vermogen.”
Maar wat de docenten het lastigste vinden, is de grote onzekerheid over de rekentoets. Leerlingen van alle niveaus moeten de toets maken, maar inmiddels telt de toets alleen mee voor vwo-leerlingen. Bij vmbo- en havoleerlingen komt de toets wel op de cijferlijst (bij vmbo-bb-leerlingen in een bijlage), maar heeft hij geen invloed op het eindexamen. “Leerlingen weten niet waar ze aan toe zijn”, zegt Oosterberg. “In de derde klas is het lastig ze te motiveren, omdat ze weten dat de toets toch niet meetelt. Dat vind ik jammer.” Toch zijn de docenten het erover eens dat er actie moest worden ondernomen tegen het lage rekenniveau. “De politiek is terecht iets gestart: het niveau van rekenen moest gewoon omhoog”, zegt Vreeling. Ook reken- en wiskundedocent Robin ’t Mannetje snapt dat er meer aandacht moet worden besteed aan rekenonderwijs. “Je moet een bepaald rekeninzicht creëren. Leerlingen moeten verbanden leren leggen die ze ook kunnen toepassen in situaties die niets met rekenen te maken hebben.” Maar de vragen die daartoe als hulpmiddel dienen, zijn volgens hem vaak van een te hoog niveau.
36
VO-magazine 4 / Januari 2016
Rekenspecialist
Leerling Marius heeft zijn rekentoets op vmbo-niveau al gehaald, en volgt nu vrijwillig rekenlessen op een hoger niveau omdat hij naar de havo wil. Voor zijn
Jaimie (15) en Marieke (15) Jaimie: “Tijdens de rekenlessen moet je erg zelfstandig werken. Het programma Got it?! is niet altijd even duidelijk. De ene keer moet je afronden op het hele getal, de andere keer willen ze twee getallen achter de komma. Dan ben je druk bezig met de berekening, en is het uiteindelijk fout vanwege zo’n detail. En ze geven ook geen feedback, dus als je een fout hebt gemaakt, weet je niet wat je fout hebt gedaan.” Marieke: “Als je een som twee keer fout hebt beantwoord, krijg je wel een uitlegtekstje. Maar dat is voor iedereen hetzelfde. Toch is dit leuker dan sommen maken in een schrift.” J: “Ik heb niet echt iets tegen de rekentoets, want ik ben best goed in rekenvaardigheid.” M: “Ik vind die rekentoets eigenlijk nergens op slaan, want bij wiskunde krijg je ook al rekenen.” J: “In het dagelijks leven doe ik eigenlijk niets met rekenen. Misschien is het wel belangrijk voor mijn beroep later, maar ik weet nog niet wat ik wil worden. Als ik nu iets moet uitrekenen, pak ik gewoon mijn telefoon.”
Corné (15) “Ik vind het programma Got it?! heel erg handig. Ik ben bijvoorbeeld niet zo goed in getallen, en dan heb je allerlei filmpjes met uitleg die je kan bekijken. De rekenlessen zijn wel leerzaam. Ondanks dat de rekentoets niet doorgaat, hebben we nu nog steeds rekenvaardigheden. Dat is handig. Ik ben blij dat de toets voor ons niet meetelt. Ik heb een vriend die de toets heeft gemaakt, en hij zei: ‘dat wil je echt niet doen, die rekentoets’. Hij had ‘m net gehaald, maar zei dat het heel moeilijk was. In het dagelijks leven reken ik best vaak. Als ik bijvoorbeeld boodschappen doe en ik heb tien euro, dan weet ik wat ik daarmee kan kopen. Dat reken ik dan uit op mijn telefoon.”
Shirley (15, links) en Marissa (15) Marissa: “Ik vind de rekenlessen wel goed, maar het is soms een nadeel dat het digitaal is. Als het internet eruit ligt, kan de les niet doorgaan.” Shirley: “Inderdaad. Maar het is ook handig, want het gaat sneller met nakijken. Je hoeft niet de hele tijd op de lerares te wachten.” M: “En ik vind dit fijner dan op een blaadje.” S: “Ik ben echt blij dat de rekentoets niet doorgaat, want ik vind rekenen niet zo heel erg makkelijk. De ene keer wel, de andere keer niet. En het gaat wel gewoon om je examen.” M: “Ik ben er ook wel blij mee, maar aan de andere kant is het toch ook wel belangrijk dat je kan rekenen. Ik had liever gehad dat we rekenen hadden dan wiskunde, want daar snap ik al helemaal niks van. Rekenen is belangrijker, daar heb je meer aan. Wat de inhoud van een doos is, daar ga ik later nooit over nadenken.”
VO-magazine 4 / Januari 2016
37
IN DE PRAKTIJK
‘Sommige kinderen die op 2F goed scoren, halen op 3F een drie’
ADVERTENTIE
Voor vertrouwen, veiligheid, rust en wederzijds respect • Preventief en curatief Opleiding voor individuele docenten en teams • Gratis volgsysteem, door COTAN positief beoordeeld • Aanpak van pesten, erkend effectief (NJi) Ouders, docenten en leerlingen verlangen een school die goede leerresultaten weet te behalen en de veiligheid weet te waarborgen.
(036) 548 94 05
[email protected]
38
VO-magazine 4 / Januari 2016
kanjertraining.nl
eerste rekentoets scoorde hij een acht. Toch betekent dat niet per definitie dat de 3F-toets binnen is. Sommige kinderen die op 2F goed scoren, halen op 3F een drie. “Er is geen peil op te trekken”, zucht Oosterberg. “Ik kan er maar niet achter komen waar het nou aan ligt.” Orthopedagoog Van der Laan legt uit dat docenten speciaal geschoold moeten zijn om zulke problemen te kunnen analyseren. “Je moet heel inhoudelijk weten wat er aan de hand is, en daar ook nog eens het juiste materiaal bij kunnen zoeken. Er is echt heel veel voor nodig om de rekenvaardigheden van leerlingen te verbeteren als ze het met de instructie en oefenstof onvoldoende oppikken.” Daarom wil de rekenwerkgroep van het Helinium een rekenspecialist aanstellen. “De echte problematiek zit ‘m bij de kinderen met rekenproblemen, en daar moet je in gespecialiseerd zijn”, zegt Boesenach. In het nieuwe beleid gaat ook het zorgteam een grotere rol spelen. Het team werd dit schooljaar geconfronteerd met leerlingen die grote rekenproblemen hadden. “We vinden het heel lastig om die leerlingen te helpen; daarom zijn we beleid gaan ontwikkelen”, vertelt Van der Laan. Het zorgteam moet uiteindelijk gaan bepalen of een leerling de ER-toets mag maken, een speciale rekentoets voor kinderen met ernstige rekenproblemen. De docenten zijn hier blij mee. “Ik kan de stof prima uitleggen en zie waar het fout gaat bij leerlingen, maar het is heel lastig om te bepalen wanneer iemand in aanmerking komt voor de ER-toets”, zegt Oosterberg. Ondanks de pittige beginfase slagen de docenten van het Helinium er in inspirerend rekenonderwijs aan te bieden. “Je moet kijken naar de kwaliteiten van een leerling, niet naar de tekortkomingen”, zegt Saakes. “We doen allemaal afzonderlijk keihard ons best en investeren in de leerling”, voegt Oosterberg toe. “Daarom gaat het goed, daarom gaan we vooruit”, besluit Saakes.
VO‑ACADEMIE
BEGELEIDING BEGINNENDE SCHOOLL EIDER KAN BETER Beginnende schoolleiders zijn niet te benijden. Liefst 79 procent kreeg bij aanvang van hun huidige werk geen inwerk- of begeleidingsprogramma aangeboden, of slechts in beperkte mate. Dat moet veranderen. Tekst: Jacq Zinken / Cindy Curré
Een beginnend schoolleider is iemand die een eerste benoeming of aanstelling krijgt met een personele lijnverantwoordelijkheid over een team van leraren. In het voortgezet onderwijs is dat meestal een leraar die voor het eerst teamleider wordt op de school waar hij of zij werkt. De begeleiding van beginnende schoolleiders kan beter, vertelt Leonie Blom van de VO-academie: “Elk voschoolbestuur moet een inwerkprogramma hebben, zo staat in het sectorakkoord. Maar uit alle onderzoeken die wij hebben laten doen, blijkt dat er weinig aandacht wordt besteed aan inwerkprogramma’s. Veel scholen hebben er geen, en als ze er wel een hebben, bestaat het vaak alleen op papier. Het gaat dus niet alleen om de vraag of het er is, maar zeker ook om de kwaliteit.”
49% Jaarlijks vraagt de VO-academie schoolleiders in het voortgezet onderwijs naar hun profes sionalisering: wat ze hebben gedaan, wat het effect is en wat hun wensen en behoeftes zijn. Binnenkort verschijnen de resultaten van het nieuwe onderzoek, waarin ook is gevraagd naar inwerkprogramma’s. Op de vraag ‘Kreeg u bij aanvang van uw huidige functie een inwerk- en begeleidingsprogramma aangeboden?’ antwoordde 49% nee, 30% in beperkte mate en 21% ja (het gaat hier om de groep schoolleiders die vijf jaar of korter werken in hun huidige leidinggevende functie).
Transities
Een van de onderzoeken die in opdracht van de VO-academie werd verricht, was een onderzoek van KPC Groep naar succes- en faalfactoren bij de begeleiding van startende teamleiders. Om de begeleidingsbehoefte van startende schoolleiders in kaart te brengen, is in dat onderzoek het concept van transities ontwikkeld. Met een transitie wordt bedoeld: het doorlopen van een verandering in de benodigde set competenties om het nieuwe werk (schoolleiderschap) aan te kunnen. De starters moeten bijvoorbeeld vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch bekwaam worden in aansturing op het niveau van leraren, in plaats van op het niveau van leerlingen, terwijl ze tegelijkertijd een nieuw vak moeten leren, namelijk dat van schoolleider. De moeilijkste transitie is blijkens het onderzoek het leren dragen van lijnverantwoordelijkheid: het aan spreken van docenten op hun gedrag, het nemen van beslissingen met (nadelige) personele consequenties en het geven van sturing aan mensen. In het voortgezet onderwijs is deze transitie om twee redenen extra moeilijk: de nieuwe schoolleider en de docent die hij opeens moet aanspreken, waren daarvoor meestal collega’s, en de lijnverantwoordelijkheid is in het voortgezet onderwijs wat diffuser geregeld dan in het primair onderwijs. De beginnend schoolleider heeft als teamleider vaak niet de bevoegdheid om mensen aan te nemen en te ontslaan; formele beoordelingsgesprekken worden gevoerd door de eindverantwoordelijk schoolleider en/of docenten zijn weliswaar ingebed in een team, maar werken voor verschillende teams. Ook de overgang naar de nieuwe sociale werkcontext (het moeten loslaten van je oude netwerk als docent en het opbouwen van een nieuw netwerk als schoolleider) ervaren de nieuwe leidinggevenden als een moeilijke transitie. Je rol en de manier waarop mensen je bekijken, veranderen immers vanaf het moment van benoeming.
VO-magazine 4 / Januari 2016
39
PRAKTISCHE AANBEVELINGEN • Schoolleiderschap wordt gezien als een logische stap voor alle mensen met ambitie en talent. Voor sommigen is het leiderschap echter een vals carrièreperspectief. Kweekvijvers en leiderschaps programma’s kunnen meer gericht worden op de bewustwording bij deelnemers dat het ook mogelijk is hun talenten op een andere manier te ontplooien dan via een schoolleidersrol. • Benadruk bij beginnende schoolleiders dat het niet gaat om wat of wie je kent, maar om wie je bent en wat je doet. • Zorg voor voldoende mogelijkheden voor zelf reflectie voor de beginnende schoolleider via interne of externe coaches of intervisiemogelijkheden. • Zoek lokale en regionale samenwerking voor het behoud en ontwikkelen van talent.
Specifiek voor het vo: • Interne doorgroei in de eigen school is in het vo gebruikelijk. Beginnende teamleiders zijn gebaat bij een groter extern netwerk en een groter extern referentiekader om de benodigde transities te maken. • Stages, uitwisselingstrajecten of interimwerkzaam heden op andere scholen of kweekvijvers met andere scholen zijn hiertoe mogelijke instrumenten. • Het loslaten van de rol van leraar moet een groter onderdeel uitmaken van de oriëntatie op leiderschap.
De hoge werkdruk is eveneens een knelpunt, maar school leiders met ervaring beschouwen een cursus timemanage ment daarvoor niet als dé remedie. Zij zien heldere kaders, een duidelijke rolopvatting en rolvastheid als de beste waarborg voor het hanteren van de hoge werkdruk.
Bredere blik
(Bron: H. Burgmans & T. van Roosmalen, Inwerken van beginnende schoolleiders, In positie komen, in positie blijven. KPC Groep, 2014. Dit onderzoek is te downloaden op www.vo-academie.nl/publicaties.)
Frederique van Breugel is docent Nederlands en sinds dit schooljaar coördinator van klas 2 op het Coornhert gymnasium in Gouda. Zij nam het afgelopen jaar deel aan Lead&Learn, een opleidingstraject voor middenmanagers. Net als de meeste beginnende schoolleiders had ze geen Creatieve dialoog passende vooropleiding voordat ze coördinator werd. “Ik Brigit Verbeek werkt onder meer als trainer-adviseur wilde graag meedenken op school en toen deze vacature in leiderschapstrajecten voor onderwijsmanagement. kwam, heb ik me aangemeld. Ik sta nog maar een paar jaar De VO-academie heeft haar gevraagd een handreiking voor de klas, dus ik was blij verrast toen ik het mocht gaan te maken voor scholen over de begeleiding van beginnende doen. Er was geen kant-en-klaar inwerkplan, maar aan de schoolleiders en tevens een traject voor beginnende overdracht van de oude coördinator heb ik veel gehad en schoolleiders te ontwerpen. “Ik heb ter voorbereiding ik kan ook bij haar aankloppen als ik vragen heb. Ik heb in januari en februari een creatieve dialoog opgezet met zelf voorgesteld om Lead&Learn te gaan volgen, en starters, ervaren leidinggevenden en eindverantwoorde profiteer veel van de ervaring van andere schoolleiders lijken. Er komen vragen op tafel als: waar moet dit die dat traject volgen. Daarnaast wil ik wil graag nog programma aan voldoen, wat moet de school aanpakken, meer scholing volgen, want ik merk nu al dat mijn wat moet de educatieve infrastructuur oppakken, en wat nieuwe functie veel meer omvat dan alleen nieuwe taken. moet de VO-academie oppakken?” Er komen ook dingen bij als nieuwe verantwoordelijk Uit de eerste bijeenkomst van de creatieve dialoog bleek heden en hoe collega’s tegen je aankijken.” onder meer dat de begeleidingsprogramma’s die er zijn, Blom vertelt dat ze beginnend schoolleiders als Van heel fragmentarisch zijn en gericht op interventies, vult Breugel graag een bredere blik zou bieden. “Steeds weer Blom aan: “Het nadenken over de ontwikkellijn van een blijkt uit de reacties van deelnemers aan bijvoorbeeld beginnend schoolleider ontbreekt, een lijn die begint Lead&Learn dat scholen onderling erg verschillend zijn, met een oriëntatie op leiderschap, en dan via een aantal bijvoorbeeld qua structuur, onderwijsbeleid, arbeids overlevingsjaren overgaat in een fase van permanente relaties en invoering van onderwijsvernieuwingen. Het professionalisering.” zou mooi zijn als we schoolleiders bij de start van hun Overigens is het heel begrijpelijk dat er nog geen goede carrière meer zouden kunnen meegeven over hoe het on inwerk- en begeleidingsprogramma’s zijn voor begin derwijsveld in elkaar zit, welke inspirerende vernieuwingen nende schoolleiders zijn, vindt Blom: “We zijn pas de er zijn en wat de rol van de middenmanager kan zijn.” afgelopen jaren het beroep van schoolleider als een echt beroep gaan zien, en moeten nu samen gaan formuleren Dit artikel is een bewerkte versie van het artikel welke competenties en welke opleidingen daarbij horen.” ‘Begeleiding beginnende schoolleider kan beter’ uit het onlangs verschenen KaternPlus van de VO-academie. Hebt u het KaternPlus niet ontvangen? Lees het op www.vo-academie.nl/publicaties of vraag een exemplaar aan. 40
VO-magazine 4 / Januari 2016
WIE WERKT WAAR
STICHTING SCHOLENGROEP RIJK VAN NIJMEGEN
ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS (OMO)
Internationale Schakelklas (ISK), Nijmegen
Yvonne Kops (54) is benoemd tot lid van de raad van bestuur van OMO. Op dit moment is zij directeur bedrijfsvoering van twee faculteiten van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij start 15 februari. Kops volgt Pieter Hendrikse op, die afscheid nam in verband met zijn pensionering en nu voorzitter is van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) in Utrecht.
Per 20 november is Theus Galesloot (62) benoemd tot directeur van de Internationale Schakelklas (ISK) in Nijmegen. Hij volgt Jan Müskens op, die met pensioen gaat. Galesloot zal de functie combineren met zijn huidige functie als directeur van de Sint Jorisschool in Nijmegen.
STICHTING RSG, HARDERWIJK RSG Slingerbos | Levant, Harderwijk en Zeewolde
ACHTERHOEK VO
Marianne Compagner is per 1 januari benoemd tot locatiedirecteur RSG Levant in Zeewolde. Daarvoor werkte zij in Almere als conrector onderbouw op het Trinitas Gymnasium.
Louise Beernink is per 1 augustus de nieuwe rector van het Ludgercollege in Doetinchem. Zij volgt Martin Hulsen op, die met ingang van 1 september met vervroegd pensioen gaat.
VERENIGDE SCHOLEN J.A. ALBERDINGK THIJM
ONDERWIJSGEMEENSCHAP VENLO & OMSTREKEN
Laar & Berg, Laren
Blariacumcollege, Blerick
Sannerijn Jansen is per 1 januari de nieuwe rector van Laar & Berg. De vorige rector, Bart van den Haak, was sinds anderhalf jaar formeel ‘waarnemend’, nadat hij in augustus 2014 aantrad als bestuurder van de Gooise scholenkoepel. Jansen is sinds 2008 verbonden aan Laar & Berg.
Jan Jenneskens (56) volgt Ton Sipkens (63) op als campusdirecteur van het Blariacumcollege in Blerick. Hij was bestuursvoorzitter van een po‑scholenkoepel. Sipkens werd in 2010 aan gesteld als interim-directeur en bleef aan als permanente bestuurder.
Ludgercollege, Doetinchem
CVO ROTTERDAM Comenius College, Capelle aan den IJssel, Nieuwerkerk aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Rotterdam
Joany Krijt (44) is de nieuwe rector van het Comenius College. Zij is nu voorzitter van CNV Onderwijs. Krijt volgt Hans Neven op, die 1 februari met pensioen gaat.
Colofon VO‑magazine is een uitgave van de
Redactieadres VO‑raad, Postbus 8282,
Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,
VO‑raad, de sectororganisatie van het voortgezet
3503 RG UTRECHT, T 030 232 48 00,
T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.
onderwijs. VO‑magazine verschijnt 7 keer per jaar
redactie@vo‑raad.nl, www.vo‑raad.nl.
Issn 1873-1163
in een oplage van 4.500 exemplaren.
Fotografie Josje Deekens (ook voorpagina),
Abonnementen Besturen en de daarbij horende
Redactie Cindy Curré, Ingrid Janssen, Stan Termeer
Dirk Kreijkamp, iStockphoto
scholen, die lid zijn van de VO‑raad ontvangen het
Suzanne Visser (eindredactie), Linda Zeegers.
Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht
VO‑magazine gratis. Een abonnement kost € 75,-
Medewerkers: Martijn Laman, Hanneke van der
Druk Drukkerij Damen, Werkendam
per jaar. Beëindiging van het abonnement dient
Linden, Emmanuel Naaijkens, Marijke Nijboer,
schriftelijk te geschieden voor 1 juli.
Carolien Nout en Maaike Vos.
VO-magazine 4 / Januari 2016
41
ADVERTENTIE
ADVERTORIAL
TEKST: NOORTJE VERBEEK / FOTOGRAFIE: HUUB VAN OSCH
“Ik had al vrij snel een oplossing voor de gevolgen van de nieuwe wet Werk & Zekerheid.” Het nieuwe jaar is net begonnen en ook dit jaar staat onderwijzend Nederland voor diverse uitdagingen. Zo zal de wet Werk & Zekerheid (WWZ) ook voor het primair onderwijs gaan gelden. Voor de meeste besturen een uitdaging op zich om, ondanks de verplichtingen die de WWZ met zich meebrengt, de kwaliteit van het onderwijs te kunnen blijven garanderen zonder dat een en ander ontaard in een financieel debacle. Veel besturen zijn daarom reeds bezig diverse mogelijkheden te onderzoeken om bovenstaande gevolgen te voorkomen. Interteach Opleidingen biedt u hiervoor een oplossing. HOud ZElf dE rEgIE Houd zelf de regie, ook over uw tijdelijke personeel! zoals elke werkgever zal ook u willen weten wie bij u de lessen verzorgt als een eigen medewerker niet aanwezig is. U weet namelijk als geen ander wie u voor de klas wilt en wie juist niet. Waarschijnlijk vindt u het ook belangrijk te weten tegen welke vergoeding de ‘invaller’ wordt ingezet. dus wat het u kost. de enige manier om dit te handhaven is door zelf te regie te houden. ExclusIEf tIjdElIjk pErsONEEl Om de WWz voor u werkbaar te houden, biedt Interteach Opleidingen u als oplossing aan om al uw tijdelijke personeel over te nemen en een overeenkomst te bieden. Interteach Opleidingen houdt deze medewerkers exclusief voor u beschikbaar. hierdoor kunt u hen inzetten waar en wanneer u dat wenst. En omdat de gemaakte loonafspraken worden overgenomen, kost hun inzet niets extra’s. gEEN VErplIcHtINgEN aangezien de medewerkers niet meer direct op uw loonlijst staan, heeft u ook geen verplichtingen aan hen. Tegelijkertijd bindt u deze werknemers wel aan uw organisatie, want door de overname van uw tijdelijke personeel door Interteach, blijven deze werknemers exclusief voor u beschikbaar. zo zorgt u heel gemakkelijk voor een ‘reservebank’ met medewerkers die u kunt inzetten waar en wanneer u maar wilt.
EEN 3x WIN sItuatIE Omdat u niet steeds een andere leerkracht inzet, zorgt u op deze manier ook voor stabiliteit en continuïteit in de groep. U zorgt er tevens voor dat medewerkers niet steeds op zoek moeten naar een andere werkgever en/of een half jaar aangewezen zijn op een uitkering. daarnaast zorgt u er ook voor dat de kosten beheersbaar blijven. dus met deze oplossing kunnen we spreken van een win-win-win situatie voor alle partijen. Maak geheel vrijblijvend een afspraak met een van onze adviseurs en houd zelf de regie! Bel naar 030 744 06 47 of mail;
[email protected].
ADVERTENTIE
Eric Bastiaansen, directeur Interteach
Interteach bIedt zekerheId In 2008 is uitzendbureau Interteach opgericht. Interteach is lid van de abU (algemene bond van Uitzendondernemingen). het doel was om vacatures in te vullen in het voortgezet onderwijs. Sinds het schooljaar 2009/2010 richten zij zich ook op het primair onderwijs en hebben zij een eigen ‘vervangerspool’ met circa 200 bevoegde en bekwame leerkrachten. In 2011 is Interteach Opleidingen opgericht. Interteach Opleidingen is geregistreerd bij het CRKBO en SNA gecertificeerd. Registratie bij het CRKBO heeft tot gevolg dat ze vallen onder de btw vrijstelling van het onderwijs. En vanwege de SNA certificering kan inzet van hun medewerkers gedeclareerd worden bij het Vervangingsfonds. Via Interteach Opleidingen worden circa 300 medewerkers ingezet voor onderwijs verzorgende taken.
ADVERTENTIE
Foleta gebruikersmiddag 15 maart 2016
“Iedereen werkt met Foleta” 13.00 - 16.00 • Vergadercentrum Domstad Utrecht
Maak kennis met de nieuwste ontwikkelingen in Foleta en ontmoet uw collega-gebruikers. Volg verschillende workshops over het formatieproces, aangeboden door mensen uit de onderwijspraktijk. Met als onderwerpen (o.a.): •
De nieuwste ontwikkelingen van het afgelopen half jaar.
•
Het vernieuwde VMBO en de inrichting ervan in Foleta.
•
Opname van gespaard persoonlijk budget na 4 jaar.
•
Krimp en pensionering: de gevolgen op lange termijn.
•
Waarom financiën in Foleta?
•
Automatiseren van toedelen van taakuren.
•
Voorbeelden van uitwisseling van gegevens met andere software middels de web-API.
•
Samenwerking van P&O, schoolleiding en roosterbureau bij vervangingen.
“Iedereen werkt met Foleta” is vrij toegankelijk
Meld u aan voor de gebruikersmiddag via: www.foleta.nl/events Specialist in formatieplanning, les-en taaktoedeling
advertentie.indd 1
08/01/16 15:35