Magazine
Defensienota ‘In het belang van Nederland’ KPN ‘als iedere seconde telt’ Bedrijvendag in Boymans Bayards, Rheinmetall en CMP
03 - 2013
magazine
Voor alle mensen die het verschil maken als het erop aankomt
inhoudsopgave Defensienota ‘In het belang van Nederland’
4
KPN ‘Als iedere seconde telt’
8
Duitse degelijkheid ‘Made in Ede’
10
Keuze F-35 is toekomstgericht
Commissaris Militaire Productie Pieter Taal
12
14
Bayards: Sterk in aluminium
16
NIDV projecten en contracten
19
Lockheeds Steve O’Bryan over F-35 aanschaf
20
Petitie NIDV
21
Aandacht voor CBRN
22
Matchmaking in museum Boymans
26
Column Cent van Vliet
29
Agenda en colofon
30
Bij de voorplaat: De defensienota ‘In het belang van Nederland’ staat in het Communicatie is vaker van levensbelang dan u denkt. Daarom ontwerpt, installeert en beheert KPN Critical Communications vitale communicatie-systemen. Deze systemen zorgen voor maximale
Rheinmetall-directeur Fred van Vliet leidt Karla Peijs en Cent van Vliet rond.
Taal adviseert het bedrijfsleven.
Tim Leeuwerink sprak namens het NLR.
teken van de vervanging van de F-16. De foto toont twee F-16’s die worden bijgetankt door een KDC-10. (Foto: AVDD)
grip op veiligheid. En stellen gebruikers, altijd en overal, in staat hun werk te doen. Zoals brandweer, politie en medische hulpdiensten. Maar natuurlijk maken onze systemen ook ‘t verschil bij Defensie en de spoorwegen. Of in de luchtvaart, scheepvaart en industrie. kpn.com/criticalcommunications
KPN Critical Communications
3
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Nota ‘In het belang van Nederland’
Een houdbare en relevante krijgsmacht Met de nota ‘In het belang van Nederland’ kiest minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert voor een krijgsmacht die zowel operationeel als financieel duurzaam is. Dat betekent dat de krijgsmacht militair relevant en toekomstbestendig is en dat de financiële huishouding op orde is. Een belangrijke keuze is het verlagen van het ambitieniveau. De krijgsmacht zal naast kleine missies en nationale taken, nog één grotere operatie op zee, op land en in de lucht kunnen uitvoeren. Ook kiest het kabinet binnen het beschikbare budget voor innovatie en nieuwe investeringen. Zo zal de verouderde F-16 worden vervangen door de F-35 en Minister Hennis werkt aan een krijgsmacht die “militair relevant en toekomstbestendig is”. wordt de oprichting van het Cyber Commando versneld. Daarnaast wordt nadrukkelijk ingezet op intensivering van de samenwerking met zowel internationale partners als nationale, civiele autoriteiten.
Samenwerking impliceert een toenemende afhankelijkheid van anderen en investeringen in specifieke capaciteiten. Dat neemt niet weg dat samenwerking al lang geen keuze meer is maar pure noodzaak. De inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen kunnen worden versterkt en ontbrekende capaciteiten gecompenseerd. De Nederlandse krijgsmacht heeft een uitstekende uitgangspositie. Professionaliteit en technologische hoogwaardigheid maken haar tot een aantrekkelijke partner. Nederland is met haar open samenleving en economie afhankelijk van de wereld om zich heen. De nota sluit daarom naadloos aan bij de Internationale Veiligheid Strategie van het ministerie van Buitenlandse Zaken (zie daarvoor NIDV magazine nr. 2 – 2013). Een hoogwaardige krijgsmacht is in het belang van Nederland. Dreigingen en risico’s, nu en in de toekomst, zijn diffuus. Beschikken over escalatiedominantie is van belang, zowel op land, op zee als in de lucht.
Relevante krijgsmacht Bij het bepalen van de relevantie van capaciteiten zijn drie aspecten van belang. Het eerste aspect is bruikbaarheid of veelzijdigheid. De krijgsmacht moet onder uiteenlopende NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
4
omstandigheden en in verschillende typen missies de gewenste effecten kunnen bereiken. De veelzijdigheid van militaire capaciteiten en een evenwichtige verhouding tussen gevechtseenheden en ondersteunende eenheden zijn daarbij vereisten. Het tweede aspect is aanpassingsvermogen. De mate waarin capaciteiten kunnen worden aangepast aan snel veranderende (operationele) omstandigheden bepaalt de toegevoegde waarde van (onderdelen van) de krijgsmacht. Hoe groter de aanpassingsmogelijkheden, hoe uitgebreider de inzetmogelijkheden. Het derde aspect is toekomstbestendigheid. De mate waarin wapensystemen in de toekomst onder veranderende omstandigheden bruikbaar blijven, bepaalt hun toekomstbestendigheid. De krijgsmacht moet innovatief zijn en kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en technologieën. Er bestaat geen standaardrecept voor militaire inzet. Het is de diversiteit aan belangen, strategische functies, typen missies, specifieke operationele omstandigheden en risico’s die vanuit militair perspectief bepalen welke combinatie van capaciteiten nodig is. De krijgsmacht heeft de beschikking over een combinatie van basis- en nichecapaciteiten voor diverse typen missies en soorten conflicten. Op land, op zee, in de lucht en, in toenemende mate, ook in het digitale domein.
Basiscapaciteiten zijn capaciteiten waar de krijgsmacht niet zonder kan of die nodig zijn voor specifieke, wettelijke taken. Deze capaciteiten moeten daarom nationaal voor handen blijven. Samen vormen zij de basisgereedschapskist van de krijgsmacht. De basiscapaciteiten moeten voor zoveel mogelijk taken bruikbaar zijn, in binnen- en buitenland, dichtbij en veraf. Bruikbaarheid is dus een belangrijk uitgangspunt. Gevechtseenheden, zoals fregatten, jachtvliegtuigen en infanterie-eenheden, vormen de harde kern van de basiscapaciteiten. Om effectief te kunnen optreden moeten zij echter worden ondersteund met andere capaciteiten, zoals inlichtingen, logistiek, bescherming (tegen bijvoorbeeld bermbommen), mobiliteit (bijvoorbeeld helikopters) en commandovoering (staf, communicatiemiddelen, operationele ICT-systemen). De samenstellende delen vormen de volledige basiscapaciteit. Nichecapaciteiten zijn, in NAVO- en EU-verband, schaarse capaciteiten waarover een beperkt aantal lidstaten beschikt. Hier gaat het gaat bijvoorbeeld om de Patriot-eenheden, de onderzeedienst en het DuitsNederlandse legerkorpshoofdkwartier.
Financiële problematiek Defensie moet een financiële problematiek oplossen ter grootte van H 348 miljoen. Het gaat om een combinatie van een taakstelling uit het regeerakkoord en oplossingen voor de interne financiële problematiek. Het ministerie van Defensie draagt H 48 miljoen bij aan de rijksbrede kortingen, vastgelegd in het Regeerakkoord. Het kost Defensie H 79 miljoen om het niet uitkeren van de prijsbijstelling te kunnen opvangen. Verder wordt structureel budget toegevoegd aan de materiële exploitatie van wapensystemen (H 50 miljoen) om voldoende onderhoud te kunnen plegen. Ook voor vastgoed en energiekosten (H 50 miljoen) wordt extra budget vrijgemaakt vanwege tegenvallende opbrengsten uit de herbelegging vastgoed en hogere exploitatie- en energiekosten (H 50 miljoen).
2011 ongeveer 1.750 mensen naar werk buiten Defensie moeten worden begeleid. Het pakket aan maatregelen in de nota over de toekomst van de krijgsmacht leidt tot een vermindering van ongeveer 2.400 arbeidsplaatsen. De exacte personele consequenties moeten blijken uit de detailuitwerking van de maatregelen door de lijnverantwoordelijken. Defensie houdt er nu rekening mee dat tussen de 700 en 900 medewerkers extern bemiddeld moeten worden. Vanwege het grote belang van innovatie en technologisch hoogwaardig materieel houdt Defensie vast aan jaarlijks investeringspercentage van 20%.
Gevolgen Marine De rol die Defensie heeft op het terrein van de nationale veiligheid wordt benadrukt. Een derde van de totale militaire capaciteit wordt dagelijks ingezet voor de veiligheid in eigen land. Bijvoorbeeld voor de kustwachttaken, de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) en specialistische hulp aan justitie bij het opsporen en oprollen van criminele netwerken. De richting waarin het Commando Zeestrijdkrachten zich sinds de Marinestudie 2005 ontwikkelt, blijft ongewijzigd. Dat geldt ook voor de oppervlaktevloot. De Luchtverdedigings- en Commandovoeringsfregatten (LCF-en) behoren tot de modernste in de wereld. Vanwege hun specifieke eigenschappen blijven de onderzeeboten van de Walrusklasse een relevante nichecapaciteit voor de NAVO en de EU. De beide Landing Platform Docks met geëmbarkeerde mariniers blijven de kern vormen van de maritieme gevechtskracht vanuit zee. De intensivering van het STOM-concept (air) was
Voorts is meer budget nodig in verband met een stijging van de apparaatskosten vanwege hogere sociale lasten en de gestegen pensioenleeftijd (H 56 miljoen). Daarnaast zijn middelen vrijgemaakt om de effecten van de WUL (H 50 miljoen per jaar) te compenseren. Tot slot draagt Defensie bij met H 15 miljoen om de resterende rijksbrede problematiek op te lossen. Als gevolg van de beleidsbrief 2011 verdwijnen bij Defensie ongeveer 12.000 arbeidsplaatsen. Initieel was de verwachting dat als gevolg hiervan ongeveer 6.000 medewerkers extern bemiddeld moesten worden. In de afgelopen periode is duidelijk geworden dat door een lagere instroom, een hogere irreguliere uitstroom en een actief loopbaanmanagement, die overtolligheid lager uitvalt. De verwachting is als gevolg van de beleidsbrief
Defensie denkt 37 F-35A’s te kunnen kopen voor 4,5 miljard euro, inclusief een projectreserve van 10% en 21% btw, want Nederland is het enige EU-land waarin defensie btw-plichtig is. 5
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
De inzetbaarheid van de helikopters wordt de komende jaren verbeterd door het aantal vlieguren te verhogen. Daarvoor wordt extra geld beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt de vraag naar helikoptercapaciteit beter afgestemd op de beschikbare capaciteit. Die vraagdemping wordt bereikt door af te zien van de voorgenomen intensivering van het ship-to-object-manoeuvreconcept (air) waarbij mariniers in amfibische operaties met zware helikopters van een schip naar de wal worden vervoerd. Ten tweede is besloten de gereedstelling van de luchtmobiele bataljons aan te passen. Defensie streeft op het gebied van transportvliegtuigen naar een op termijn volledige internationale integratie van de luchttransportcapaciteit om zo de schaalgrootte te creëren die op langere termijn nodig is voor een doelmatige bedrijfsvoering. De Gulfstream wordt afgestoten.
Gevolgen Marechaussee
De landmacht behoudt vier bataljons pantserinfanterie met de CV90, plus drie bataljons luchtmobiel.
één van de drie pijlers onder het ontwerp vanhet Joint Support Ship (JSS). De tweede pijler, het transport van zware wapensystemen, was al goeddeels verdwenen door het eerdere besluit alle gevechtstanks af te stoten. Voor de derde pijler onder het JSS, namelijk de bevoorrading van schepen op zee, kan met een eenvoudige tanker worden volstaan. Zowel de amfibische rol van zware helikopters als het transport van zwaar materieel wordt (internationaal) beschouwd als een nichecapaciteit. De bevoorrading op zee daarentegen is een onlosmakelijk onderdeel van de maritieme basiscapaciteiten. Besloten is om het JSS in 2015 niet in de vaart te nemen maar het af te stoten zodra het is afgebouwd. In plaats van het JSS zal een eenvoudiger en goedkoper bevoorradingsschip worden verworven. Verder wordt de 32e marinierscompagnie op Aruba opgeheven. De taken op Aruba worden voortaan door roulerende eenheden van de Koninklijke marine en landmacht uitgevoerd, net zoals dat nu op Curaçao gebeurt.
Gevolgen Landmacht De landmacht ontwikkelt zich verder tot een veelzijdige, modulair opgebouwde organisatie. De landstrijdkrachten beschikken voortaan over gemechaniseerde, gemotoriseerde en luchtmobiele bataljons. Een gemechaniseerd bataljon is opgebouwd rondom het moderne rupsgevechtsvoertuig CV90 en een gemotoriseerd bataljon rondom het wielvoertuig Bushmaster en de open Mercedes Benz 280CDI. Omdat 45 Pantserinfanterie bataljon in Havelte dankzij het Herfstakkoord niet wordt opgeheven, behoudt het Commando Landstrijdkrachten zeven infanteriebataljons, waarvan drie bij de luchtmobiele brigade. De luchtmobiele brigade blijft een NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
6
elangrijke initial entry capaciteit van de landstrijdkrachb ten, al dan niet samen met het Korps Commandotroepen. De samenwerking met de Duitse landstrijdkrachten wordt verder verdiept door de luchtmobiele brigade onder te brengen bij de Division Schnelle Kräfte. Met de drie brigadehoofdkwartieren in Havelte, Oirschot en Schaarsbergen blijven de landstrijdkrachten in staat om uit losse modules een nationale bataljonstaakgroep samen te stellen (zoals een Taskforce Uruzgan) en in internationaal verband (zoals een NATO Response Force of een EU Battle Group). Het Duits-Nederlandse Legerkorpshoofdkwartier in Münster ontwikkelt zich verder tot een snel inzetbaar joint hoofdkwartier dat leiding kan geven aan gecombineerde land- en luchtoperaties. Een groot deel van de landstrijdkrachten bestaat uit schaarse “enablers” die voor alle krijgsmachtdelen werken, zoals gevechtsondersteunende en logistieke eenheden.
Gevolgen luchtmacht De luchtstrijdkrachten hebben zich bewezen als een onmisbaar onderdeel van de krijgsmacht. Met de F-35 kiest de Defensie weloverwogen voor een technisch hoogwaardige en toekomstgerichte luchtmacht. De F-35 biedt in militair-operationeel perspectief de meeste opties. Besloten is om de vervanging van het jachtvliegtuig volledig uit te voeren binnen het eerder gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro en het huidige exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Dat voorkomt verdringingseffecten die vroeger of later ten koste zouden gaan van andere capaciteiten. Het gereserveerde budget wordt in ongeveer tien jaar uitgegeven. Daarna gaat de F-35 zeker 30 tot 40 jaar mee.
De taken van de Koninklijke Marechaussee blijven ongewijzigd. Dat geldt echter niet voor de wijze waarop deze taken worden uitgevoerd. De territoriale indeling van capaciteiten is niet langer dominant. In plaats daarvan zal er sprake zijn van een mobiele en flexibele benadering die berust op een informatiegestuurd optreden. Door de maatregelen bij de Operationele Commando’s, en een verdere reductie van het aantal locaties, nemen de militaire politietaken af.
Samenvatting De nota ‘In het belang van Nederland’ leidt tot de volgende maatregelen: Op het terrein van de bedrijfsvoering zijn maatregelen genomen om het defensiedeel (48 miljoen) van de bezuiniging op de Rijksdienst uit het regeerakkoord in te vullen. Deze taakstelling wordt gevonden in efficiencymaatregelen bij de Directie Materieel Organisatie en het Commando Diensten Centra, waarbij de dienstverlening aan de defensieonderdelen wordt ontzien.
Commando Zeestrijdkrachten - Het Joint Support Ship wordt afgestoten zodra het is afgebouwd. Er wordt een goedkoper bevoorradingsschip verworven. - De 32 ste marinierscompagnie op Aruba wordt opgeheven. Presentie op Aruba wordt op roulatiebasis ingevuld door grondgebonden eenheden van het Commando Zeestrijdkrachten en het Commando Landstrijdkrachten.. Commando Luchtstrijdkrachten - De F-35 wordt de vervanger van de F-16. Defensie koopt 37 toestellen. Op grond van de huidige planning wordt de F-35 vanaf 2019 ingevoerd. Vooruitlopend op de vervanging gaat het aantal operationele F-16’s van 68 naar 61 toestellen. Het aantal squadrons gaat van 4 naar 3. Vliegbasis Leeuwarden wordt omgevormd en krijgt een andere status. De basis blijft open maar wordt aangestuurd vanuit Volkel. De samenwerking tussen de militaire en civiele luchtverkeersleiding wordt geïntensiveerd. De militaire luchtverkeersleiding gaat naar de Luchtverkeersleiding Nederland op Schiphol. - De internationale samenwerking op het gebied van luchttransport en air to air refueling wordt versterkt. Defensie streeft naar een volledige internationale integratie van de luchttransportcapaciteit. - De Gulfstream wordt afgestoten. Koninklijke Marechaussee - De taken van de Koninklijke Marechaussee blijven ongewijzigd. De taken worden wel op een andere manier uitgevoerd. (centrale aansturing en informatie gestuurd optreden.)
Meer internationale samenwerking, o.a. met België dat onlangs de eerste NFH-90 ontving.
Als gevolg van de nota sluiten vier locaties: - de Van Ghentkazerne in Rotterdam - het Air Operations Control Station te Nieuw-Milligen - De Joost Dourleinkazerne op Texel wordt omgevormd naar een oefenterrein zonder kazerne.
7
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
advertorial
advertorial
KPN Critical Communications
KPN verbindt wanneer elke seconde telt De behoefte aan veiligheid neemt toe. En daarmee de noodzaak tot goede informatie-uitwisseling. De juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon maakt het verschil op de momenten waarop elke seconde telt. Door het verbinden en versterken van de mensen die de veiligheid moeten waarborgen, draagt KPN bij aan een veiliger samenleving. Samen werken aan een veilige toekomst.
De samenleving communiceert en functioneert dankzij KPN KPN is de toonaangevende leverancier van complete telecommunicatie- en IT-diensten in Nederland op basis van het betrouwbaarste netwerk voor vast, mobiel, internet en radio. KPN is marktleider op het gebied van infrastructuur- en netwerkgerelateerde IT-oplossingen.
KPN Critical Communications is dé facilitator van kritische communicatie.
KPN Critical Communications biedt oplossingen op operationeel, tactisch en strategisch niveau voor politie, justitie en Defensie.
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
8
Per 1 januari jongstleden heeft KPN haar vitale dienstverlening onder een nieuwe naam en organisatie gepositioneerd. Onder de naam KPN Critical Communications zijn alle bedrijfsonderdelen waarin vitale infrastructuur centraal staat, bijeengebracht. Zodoende heeft KPN de specifieke kennis en kunde gebundeld en vormt zij met deze dedicated unit één loket voor de markt met de focus op missie- en bedrijfskritische communicatie. Met meer dan 150 medewerkers biedt KPN Critical Communications de flexibiliteit en slagvaardigheid van een compacte organisatie binnen het KPN-concern. Met specifieke kennis en kunde van de branche, helicopterview en de bereidheid om mee te denken over totaaloplossingen voor de gehele sector, biedt KPN Critical Communications 24/7 dienstverlening, die op verzoek flexibel en schaalbaar is. Zij beschikt over capaciteit en middelen om innovatief en slagvaardig te acteren. Veiligheid gaat bij KPN Critical Communications boven alles. Met jarenlange ervaring op het gebied van C2000, 112, NCV, LCMS en Amber Alert en haar betrokkenheid en
behulpzaamheid, zorgt zij dat missie- en bedrijfskritische communicatie werkt en blijft werken. KPN Critical Communications voert onder alle omstandigheden de end-to-end regie over het ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van vitale communicatiesystemen en is hiervoor het aanspreekpunt voor de klant en de eindregisseur.
KPN Critical Communications verbindt wanneer elke seconde telt. KPN Critical Communications biedt oplossingen op operationeel, tactisch en strategisch niveau voor politie, justitie en defensie, alsook voor het bedrijfsleven in transport, maritiem en industrie. Betrouwbare connectiviteit is de core business; KPN Critical Communications verbindt locaties, processen, gebruikers en devices om een meer informatiegestuurde samenwerking te faciliteren. Zo versterkt KPN Critical Communications haar klanten zodat zij zich kunnen richten op hun primaire proces. In haar (managed) dienstverlening koppelt KPN Critical Communications medewerkers en partners en verbindt hen met haar kennis, ervaring en robuuste en innovatieve dienstverlening. KPN Critical Communications faciliteert een betrouwbare communicatievoorziening op de momenten waarop het van levensbelang is, de klok rond. Onze antwoorden op grote uitdagingen in de markt.
Hoe houd ik de regie over een steeds complexere en opener keten? KPN Critical Communications helpt een strategie te ontwikkelen, biedt oplossingen voor totaalcommunicatie en schakelt vanuit de rol als integrator met partners om de samenwerking in de keten te verbeteren en te versnellen.
Hoe kan ik kosten beheersen zonder te bezuinigen op veiligheid? KPN Critical Communications helpt op een flexibele en schaalbare manier de continuïteit van veiligheid te borgen met innovatieve en betrouwbare dienstverlening en nieuwe vormen van samenwerking. Waar mogelijk helpt zij te standaardiseren, waarbij het centraal stellen van de medewerker het uitgangspunt is.
Hoe kan ik de nieuwe mogelijkheden van ICT benutten en de nieuwe risico’s beperken? KPN Critical Communications helpt de controle op techniek te vergroten door nieuwe communicatieoplossingen te integreren op een manier die aansluit bij uw organisatie om zo informatie eerder bereikbaar te maken, daar waar het nodig is en voor wie het nodig heeft. KPN Critical Communications biedt een breed portfolio aan diensten.
Missie kritisch portfolio • Radionetwerken • Datanetwerken • Meldkameroplossingen • C2000, 112, NMS Service integrator • Programma-management/end-2-end regie • Service & Service Level management • Advies & opleiding • Een aanspreekpunt • Modulair portfolio • Partner ecosystem • ITIL-gebaseerd Devices & Management • Portofonie • Mobile Devices en Alert Devices • Asset & Repair Management Voor de toekomstige ontwikkelingen richt KPN Critical Communications zich onder meer op integratie van LTE (4G) in haar portfolio, op Crowdcontrol-oplossingen en de Meldkamer van de toekomst. Daarnaast staat voor de klanten van KPN Critical Communications uiteraard ook het generieke KPN IT- en telecomportfolio ter beschikking: Vaste en mobiele telefonie, Data, Internet & Security, Applicatie- & Werkplek beheer, CloudNL-oplossingen en Nederlandse Data Centers.
Waarom kiezen klanten voor KPN Critical Communications? KPN Critical Communications is onderdeel van een van de betrouwbaarste en meest ervaren telecomoperators en ICT-dienstverleners van Nederland. Zij heeft de meeste kennis en ervaring in vitale netwerk- en communicatiesystemen voor alle sectoren onder één dak en zij is al jarenlang partner van de sector. Een partner die meedenkt in innovatieve en kostenefficiënte totaaloplossingen en een die 24/7 dienstverlening biedt met betrokken medewerkers. Dienstverlening die op verzoek flexibel en schaalbaar is. KPN Critical Communications is tevens gecertificeerd voor onder meer ISO 27001 voor informatiebeveiliging en ISO 9001 voor kwaliteitsmanagement.
Contact Neem voor meer informatie over KPN Critical Communications contact op met uw account manager of bel +31(0)10 457 2727. U kunt ons ook bezoeken tijdens het NIDV-symposium op 21 november 2013 in Ahoy Rotterdam.
WWW.KPN.COM/CRITICALCOMMUNICATIONS 9
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland
Duitse degelijkheid ‘Made in Ede’ De CP-versie (commandopost) van de KL. Het uitsteeksel op de neus is een kabelsnijder.
In nauwelijks meer dan twee jaar tijd is in Ede de productie op gang gekomen van de Boxer, het nieuwe groot pantserwielvoertuig van de Koninklijke Landmacht en de Duitse Bundeswehr, dat aan alle
hedendaagse operationele eisen voldoet. Het is opmerkelijk dat het
De productielijn in Ede kan jaarlijks 100 Boxers produceren.
moederbedrijf, de defensiereus Rheinmetall AG, niet heeft volstaan met een plichtmatige assemblagelijn voor de Nederlandse order,
maar heeft geïnvesteerd in een ‘high tech’ maakindustrie met eigen ontwikkelcapaciteit. Belangrijk werk in concernverband, zoals het lassen van pantserstaal, is naar Ede gebracht, nadat personeel in
Duitsland een specifieke opleiding heeft genoten. “Onze horizon
reikt duidelijk jaren verder dan vijf jaren productie van Nederlandse Boxers”, vertelt algemeen directeur Fred van Vliet.
Tekst: Mat Herben
Naast werk aan de 200 Nederlandse Boxers zal Ede ook toeleveren aan Duitse exportorders die voor de Boxer in het verschiet liggen. Het moederbedrijf heeft de Nederlandse productielijn nodig om twee redenen: ten eerste de aantrekkende vraag uit andere landen, maar als goede tweede ook vanwege de geboden kwaliteit. De Duitse maakindustrie heeft een reputatie hoog te houden. Belangrijke vestigingen van Rheinmetall zijn daarom te vinden in de buurlanden Zwitserland, Oostenrijk en nu dus ook Nederland. Wereldwijd zette Rheinmetall AG in 2012 ruim 4,7 miljard euro om. De groep telt ongeveer 22.000 werknemers. De twee divisies, voor militaire opdrachten Rheinmetall Defence en voor de civiele markt Rheinmetall Automotive, zijn even groot. Rheinmetall Defence kocht Stork Pantserwielvoertuigen (PWV) in 2008. In 2010 werd Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland opgericht. De keuze viel op Ede als vestigingsplaats.
Dienstenpakket Als een van ’s werelds grootste leveranciers van defensietechnologie en veiligheidssystemen, biedt Rheinmetall Defence een breed scala aan oplossingen en verdedigingsapparatuur die de mobiliteit, verkenningsmogelijkheden, en overlevingskansen van grondtroepen optimaliseren. Zoals het produceren, aanpassen en onderhouden van militaire voertuigen. Ook de ontwikkeling en productie van wapens en munitie, luchtafweertechnologie, C4ISTAR systemen en training en simulatie apparatuur behoren tot de activiteiten.
Fred van Vliet, geflankeerd door Cent van Vliet en Karla Peijs, ziet veel mogelijkheden voor samenwerking. Deze Boxer heeft een lescabine.
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
10
Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland B.V. is onderdeel van Rheinmetall MAN Military Vehicles GmbH en biedt een geïntegreerd dienstenpakket dat bestaat uit: • De ontwikkeling van nieuwe voertuigsystemen, aanpassingen, militarisering en alle daaraan verbonden ILS activiteiten; • Assemblage van militaire voertuigen; • In-Service-Support inclusief service modeling analyses, spare parts management, customer services, outofarea support, training, configuratie management, en reparatie en onderhoud op verschillende niveaus;
• Support in het uitfaseren van militaire systemen. Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland B.V. (RMMV-NL) is grootaandeelhouder in het Boxer Consortium en geeft leiding aan de ontwikkeling en productie van de vier verschillende versies van het Boxer pantservoertuig voor de Nederlandse landmacht.
Toekomstperspectief Algemeen directeur Fred van Vliet bruist van de plannen en staat open voor alle vormen van samenwerking met Defensiebedrijven en marktpartijen, zo vertelde hij NIDV-voorzitter Karla Peijs en Cent van Vliet, die 7 oktober een werkbezoek brachten. “Wij willen personeel overnemen van Defensie, uitwisselen, detacheren, enz. Ik heb daar al diverse voorstellen voor gedaan welke nog voor verder onderzoek bij de Koninklijke landmacht liggen. Er zijn altijd wel nationale of Europese regels die het samenwerken lastig maken , maar waar een wil is, is een weg. Als de krijgsmacht de omvang en inzetbaarheid van de operationele eenheden wil verbeteren, dan ligt samenwerking met het bedrijfsleven voor de hand. De vergrijzing en het tekort aan technisch personeel raakt ook de krijgsmacht. Onze oplossing is samenwerking, waarbij defensiepersoneel kan worden overgenomen of gedetacheerd met behoud van een reservistenstatus. Zo kunnen we kennis en kunde behouden, terwijl de operationele inzetbaarheid van de voertuigen aanzienlijk kan worden verbeterd.” De Europese defensiemarkt krimpt nog steeds, maar daarbuiten niet. Rheinmetall haalde dit jaar al grote orders binnen voor militaire trucks in Azië, Australië en Nieuw-Zeeland. “Onze orderportefeuille is zeker voor vele jaren gevuld. De volgende vraag is of we voor de Boxer moeten uitbreiden naar tweeploegendienst. In dat geval komen er minstens 40 arbeidsplaatsen bij. Dat zijn er momenteel ongeveer 140”, zegt Fred van Vliet. Wellicht is dat nog maar het begin, want Rheinmetall MAN Military Vehicles in Ede zal zich verder ontwikkelen tot een producent en ‘full service provider’ van militaire wielvoertuigen, waarmee het jonge Duits-Nederlandse bedrijf zijn ambities niet onder stoelen of banken steekt.
11
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Keuze F-35 is toekomstgericht Met de F-35 kiest Defensie weloverwogen voor een
technisch hoogwaardige en toekomstgerichte luchtmacht. De F-35 biedt in militair-operationeel perspectief de meeste opties. Ook is de F-35 het meest
toekomstbestendig. Het toestel is het beste opgewassen tegen de proliferatie van mobiele
luchtverdedigingssystemen en biedt sterk verbeterde waarnemingscapaciteiten die in alle missietypen van
grote waarde zijn. Bovendien biedt het toestel een groot potentieel voor doorontwikkeling, vooral op het gebied van genetwerkt optreden. Dit schrijft minister van
Defensie, drs. Jeanine Hennis-Plasschaert, in de Memorie van Toelichting op de Defensiebegroting voor 2014.
De eerste Nederlandse F-35 tijdens een testvlucht.
Luchtstrijdkrachten zijn een onmisbaar onderdeel van de krijgsmacht. Het materieel is gemoderniseerd en de capaciteiten zijn in toenemende mate internationaal ingebed. De keuze voor een kleiner aantal jachtvlieg tuigen beperkt het voortzettingsvermogen tot één grotere operatie in de lucht. De F-16 heeft zijn waarde voor de krijgsmacht ondubbelzinnig bewezen in interventieen stabilisatieoperaties. Ook de komende decennia kunnen we niet zonder jachtvliegtuig. Na de kandidaten vergelijkingen in 2001 en 2008 en een actualisering van de relevante informatie in 2013, heeft het kabinet - op grond van operationele, financiële en economische overwegingen - gekozen voor de F-35 als het nieuwe jachtvliegtuig voor de Nederlandse krijgsmacht.
Internationale samenwerking Belangrijk zijn ook de mogelijkheden voor internationale samenwerking op terreinen zoals training, instandhouding en inzet. Analyses van de NAVO schragen de Nederlandse keuze. Met dit besluit, waarmee een traject van bijna vijftien jaar wordt afgesloten, geeft ons land gehoor aan de oproep van het bondgenootschap om te investeren in kwaliteit en daarmee in de collectieve, bondgenootschappelijke veiligheid. Het besluit bestendigt ook de kansen van Nederlandse bedrijven op hoogwaardig werk, bij zowel de productie van de F-35 als de instandhoudingsfase. De afnemende defensiebudgetten in veel NAVO-lidstaten, en zeker in Nederland, vergen zorgvuldige afwegingen en scherpe keuzes. Met de keuze voor het beste toestel in bescheiden aantallen getuigt het besluit dan ook bovenal van realiteitszin. NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
12
Internationale samenwerking is hét middel om de operationele effectiviteit verder te optimaliseren. Een belangrijke stap is de intentie van België en Nederland om gezamenlijk het luchtruim van de Benelux te gaan bewaken. Deze Quick Reaction Alert (QRA) en Renegade taken leggen nu nog een fors beslag op vliegers en toestellen van de beide landen afzonderlijk. Samenwerking levert beide landen dan ook aanzienlijk voordeel op. Een verdrag is nodig om deze taak in elkaars luchtruim uit te voeren. Op allerlei gebieden zal de introductie van een gevechtsvliegtuig van een nieuwe generatie tot nieuwe inzichten en toepassingen leiden. De Nederlandse luchtmacht, kennisinstituten en bedrijven beschikken over de innovatieve kracht om daarbij internationaal een voortrekkersrol te vervullen. De bedrijfsvoering van de luchtmacht zal zo worden ingericht dat een optimale operationele output te allen tijde is gewaarborgd. De mogelijkheden om de vaardigheden van vliegers ná hun operationele periode op peil te houden zullen met de introductie van de F-35 tot een minimum afnemen. Dit om zeker te stellen dat vlieguren primair beschikbaar zijn voor de operationele vliegers.
Projectreserve Besloten is om de vervanging volledig uit te voeren binnen het eerder gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro en het huidige exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Dat voorkomt verdringingseffecten die vroeger of later ten koste zouden gaan van andere capaciteiten. Aangezien de stuksprijs en de exploitatiekosten van de F-35 nog niet
definitief vaststaan, wordt een risicoreservering van tien procent op de investeringen en de exploitatie gehanteerd. Daarmee kunnen onvoorziene stijgingen van de ramingen worden opgevangen zonder directe gevolgen voor het aantal toestellen. (Noot redactie: Van het budget van 4,5 miljard is reeds 430 miljoen uitgegeven voor o.a. de aanschaf van twee testvliegtuigen. De project reserve is 402 miljoen, zodat voor de eigenlijke verwerving 3,8 miljard incl. BTW overblijft.) De keuze voor een strak financieel kader onderstreept wederom dat Defensie vastbesloten is de financiële huishouding structureel op orde te brengen. De aldus beschikbare financiële ruimte is volgens de huidige inzichten toereikend voor de aanschaf van 37 toestellen. Defensie zal dit aantal voortaan hanteren voor planningsdoeleinden en haar partners in het F-35 programma daarvan in kennis stellen. Als binnen dit afgebakende financiële kader de komende jaren alsnog ruimte ontstaat om meer toestellen aan te schaffen, zal Defensie daartoe overgaan. Die mogelijkheid doet zich voor als de risicoreservering niet volledig hoeft te worden aangesproken en als de aanschafprijs van de F-35 lager uitvalt dan nu voorzien. De luchtmacht kan dan, in aanvulling op genoemde inzet, ook een kortdurende bijdrage aan een tweede grotere operatie leveren, zoals onlangs in Libië. Met behulp van de bestelsystematiek kan het uiteindelijke aantal toestellen passend worden gehouden binnen het beschikbare budget. Mochten zich onverhoopt grote veranderingen voordoen in de aspecten product, tijd of geld, die zelfs de marges in het pro-
jectbudget overstijgen, dan zal er een heroverweging van het project plaatsvinden binnen de afgebakende financiële kaders.
Drie squadrons In vergelijking met de huidige F-16 vloot kunnen straks minder F-35’s voor langere tijd worden ingezet. Met 37 F-35’s blijft, naast de permanente inzet voor de bewaking van het eigen en bondgenootschappelijk luchtruim, de onafgebroken gelijktijdige inzet van vier gevechtsvlieg tuigen mogelijk ter ondersteuning van Nederlandse grondtroepen zoals eerder in Uruzgan en nu in Kunduz. In 2014 wordt het huidige aantal F-16’s met zeven verminderd tot 61. De investeringskosten voor het langer doorvliegen met de F-16 nemen hierdoor af. De zeven toestellen worden toegevoegd aan de logistieke reserve ter verbetering van de inzetbaarheid van de resterende 61. De inzetbaarheidsdoelstellingen voor de periode tot aan de vervanging van de F-16 worden dienovereenkomstig verlaagd. De in Nederland gestationeerde F-16’s en vliegers worden ingedeeld over drie squadrons. Op grond van de huidige planning wordt de F-35 met ingang van 2019 ingevoerd. Halverwege de jaren twintig zal de luchtmacht afscheid nemen van de laatste F-16. Omdat de geluidnormering in ons land de concentratie op één basis niet toestaat, blijven Volkel en Leeuwarden de twee Nederlandse jachtvliegbases. Wel zal de status van Leeuwarden van Main Operating Base in 2015 veranderen in Deployed Operating Base. Hiermee worden de functionaliteiten van de basis tot het minimaal noodzakelijke beperkt. De overhead wordt geconcentreerd op vliegbasis Volkel. 13
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Commissaris Militaire Productie geeft Nederlandse bedrijven ‘zendtijd’
Kennis is handel
De Commissaris Militaire Productie van het ministerie van Economische Zaken waakt over de belangen van de Nederlandse defensiebedrijven. En geeft ze zendtijd bij de wereldspelers. Pieter Taal: “In Texas of zelfs Parijs weten ze echt niet waar Varsseveld ligt.” Tekst: Riekelt Pasterkamp (TekstPast)
Met de aankoop van een nieuw type gevechtsvliegtuig, fregat of ander materieel wordt veel geld geïnvesteerd in nieuwe technologie. De rijksoverheid wil dat Nederlandse ‘high tech’ bedrijven hier zoveel mogelijk aan meedoen. Het Commissariaat Militaire Productie (CMP) van het ministerie van Economische Zaken houdt zich hiermee bezig. Het Nederlandse bedrijfsleven profiteert zo mee van de vraag op de (inter)nationale defensiemarkt en Nederlandse innovaties verbeteren de producten. Een goed voorbeeld is de F-35 Joint Strike Fighter waarbij Nederlandse bedrijven betrokken zijn. “De defensiemarkt is van oudsher een gesloten markt en sterk nationaal gericht”, zegt Commissaris Militaire Productie drs. Pieter Taal (geb.1960). “Zo zullen de Amerikanen absoluut geen tank, fregat of radio kopen buiten de Verenigde Staten.” Aangezien Nederland een kleine speler is op het wereldtoneel moet er voor defensiespullen wel in het buitenland worden gewinkeld.
“Daarbij gold de compensatieregel: voor wat hoort wat. Wie wat verkoopt, moet ook wat terugdoen. Bij defensiebedrijven of in een andere tak van de economie.
Onderdelen Nederlandse bedrijven exporteerden in 2011 voor een 2,8 miljard euro aan militaire goederen. De afdeling van Taal bij het ministerie van Economische Zaken telt twaalf mensen. Ze ondersteunen de Nederlandse industrie en instituten bij het binnenhalen van orders. Het compensatiebeleid is vorig jaar herzien. De regels zijn strikter geworden. Dit is het gevolg van de Europese aanbestedingsrichtlijn voor Defensie en Veiligheid (2009/81). De markt voor defensiematerieel wordt daarmee onderdeel van de Europese interne markt en gelden er regels voor transparantie en concurrentie. Toch kom je als Nederlands bedrijf niet zomaar overal binnen en blijft druk van de overheid nodig.
Ton de Ruiter, adviseur Industriële Participatie, aan de slag tijdens de NIDV Bedrijvendag in Boijmans. (Foto: Jelle Zijlstra)
Taal omschrijft de activiteit van zijn Commissariaat als een vorm van aandachttrekken. “We zorgen dat Nederlandse bedrijven zendtijd krijgen bij de Original Equipment Manufacturer(OEM).” Nauwkeurigheid is belangrijk. “Er was eens een bedrijf dat heel goed onderdelen maakte voor de auto-industrie, bij 100-duizenden tegelijk. Ze wilden ook wel wat in de defensiehoek doen, maar toen ze hoorden om welke aantallen het ging, haakten ze af. Daar lag hun kracht niet. Het gaat in de defensiebusiness meestal om kleine series in kwalitatief zeer hoogwaardige markten. Het gaat wel om grote bedragen”.
Techneuten Economische Zaken stimuleert bedrijven om actief te zijn op de civiele én defensiemarkt , bijvoorbeeld in de vliegtuigbouw of met sensoren voor defensiesystemen en medische apparatuur. Een bedrijf dat de zendtijd van CMP heel positief heeft gebruikt is Adimec Advanced Image Systems uit Eindhoven, lid van de NIDV. Het bedrijf produceert beeldversterkende apparatuur. Taal: “Zij zijn met een paar techneuten begonnen en zijn nu een wereldspeler.” Ander goed voorbeeld vindt Taal het bedrijf Contour Advanced Systems uit Varsseveld, ook NIDV-lid. “Ze produceren shelters om in rurale gebieden computers en dergelijke in onder te brengen. Ik kom vaak over de vloer bij bedrijven als Lockheed Martin in het Texaanse Fort Worth of Safran in Parijs en daar weten ze echt niet waar Varsseveld ligt. Wij zorgen voor het trechtereffect: kleine bedrijven kunnen zich richten op de wereld. Met hun goed doordachte producten is Contour nu speler op de internationale markt.” Innovaties spelen ook een belangrijke rol. Investeringen betalen zichzelf terug. De vier OceangoingPatrol Vessels (OPV’s) van de Koninklijke Marine, gebouwd door Damen Shipyards, kunnen door verregaande automatisering opereren met ‘maar’ 50 bemanningsleden per schip. “Als Nederland schepen van de plank had moet kopen, kregen we schepen met zeker honderd bemanningsleden. Dat aspect is nu een verkoopargument in het buitenland. Marines kunnen immers besparen op personeel.”
Groot Voor een Nederlands bedrijf als Fokker is het strategisch dat ze bij verschillende partijen en op diverse markten binnenkomen. “Fokker is bij ons in Nederland wel groot, maar op wereldschaal natuurlijk niet. Ook zij moeten zich binnen knokken bij de grote concerns. Wij zijn dan vaak een noodzakelijke voorwaarde. Damen Shipyards is een ander voorbeeld. Die maken zelf complete marineschepen. De Koninklijke Marine als klant is dan heel belangrijk als visitekaartje voor de scheepsbouw en de systemen aan boord van bijvoorbeeld Thales en Imtech. Zo’n high techmarineschip in een buitenlandse haven is een mooi platform om mensen bij elkaar te brengen. NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
14
EZ ondersteunt daarom jaarlijks deelname aan enkele internationale defensiebeurzen.” De Joint Strike Fighter is een project van de buitencategorie, aldus Taal. “De overheid is sinds 2002 meefinancierder van de ontwikkelfase van het toestel. Dat was een voorwaarde om Nederlandse bedrijven in deze fase binnen te krijgen. De opdrachten komen niet vanzelf. We hebben op alle Amerikaanse deuren geklopt om er voor te zorgen dat de offertes bij de juiste personen terechtkwamen. Er moet een match zijn met de sterkten van het bedrijf. Verderop in het langlopende traject hebben we bedrijven ook geadviseerd. We zeggen altijd: als je wordt uitgenodigd om je product of kennis te tonen, kom dan niet arrogant binnen, maar wel zelfbewust.” Dat alles uiteindelijk resulteert in het kabinetsbesluit om F-35’s aan te schaffen is een belangrijke stap in het verzilveren van al het voorwerk.
Commissaris Militaire Productie drs. Pieter Taal en zijn mensen helpen het Nederlandse bedrijfsleven. (Foto: MH)
Krap Dat het krap wordt op de defensiemarkt kan iedereen zien. Landen verlagen hun budget voor defensie. Waar liggen anno 2013 en verder de kansen? Taal: “In algemene zin bij technologie waarmee je synergie haalt met de defensiemarkt, zoals veiligheid of medische apparatuur. Daarbij kan mooi gebruik gemaakt worden van het Topsectorenbeleid. Als je denkt aan programma’s staan nu Onbemande vliegtuigen en het programma van de Chinook transporthelikopters op de rol, maar ook bijvoorbeeld het nieuwe ‘smart vest’ (high tech systeem voor de soldaat), kleine pantservoertuigen (12 kN), helderheidsversterkers en de vervanging van de klein kaliber wapens. Allemaal kansrijk.” Taal studeerde industriële economie. Hij komt niet uit de wereld van Defensie. Wel ging zijn afstudeerscriptie over de aanschaf en licentiebouw van het pantservoertuig YPR-765. De laatste YPR’s werden in 1989 afgeleverd. Taal glimlacht. “De licentiebouw van de YPR-765 bleek een goede zet. Wellicht dat over een paar jaar iemand afstudeert op de aanschaf van de F-35 en tot diezelfde conclusie komt.” www.rijksoverheid.nl/cmp 15
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Nieuw-Lekkerland graag de diversiteit van zijn bedrijf zien: in de ene hal werken zijn mensen aan helikopterplatforms voor ziekenhuizen en boorplatforms, terwijl in een andere hal rompen en opbouwen voor superjachten worden afgewerkt. Maar ook voor de productie van de buitentrappen van een congrescentrum en het mediacentrum van een cricketstadion draait men bij Bayards de hand niet om. “Wij zijn geen bedrijf dat standaard massaproducten maakt. Integendeel, voor ons is het maken van projecten op maat de echte uitdaging.”
Directeur Dies Mackintosh vindt Defensie een boeiende en leerzame opdrachtgever.
Bayards bouwt aan Fennek, helikopterplatforms en superjachten
Sterk in aluminium
Tekst: Riekelt Pasterkamp (TekstPast)
Oplossingen in aluminium, is het credo van Bayards. Het bedrijf in Nieuw-Lekkerland groeide in een halve eeuw uit tot speler van wereldformaat. “Aluminium is het materiaal van de toekomst.”
Het 50-jarig bestaan van Bayards Aluminium Constructies is in september van dit jaar gevierd met een personeelsreis naar Londen. “De mensen zijn de kracht van ons bedrijf. De kwaliteit van ons product is nooit beter dan de kwaliteit van ons team”, zegt directeur ing. Dies W. S. Mackintosh in zijn kantoor met een fantastisch uitzicht op de rivier de Lek. Wereldwijd heeft het bedrijf 140 mensen in dienst. “Wij zijn een echte techneutenclub. Daarbij meteen aangetekend dat het een probleem is om aan goed hoger opgeleid personeel te komen.” In 1963 begon, de toen 57-jarige, Jacobus Johannes Bayard een werkplaats voor de constructie van aluminium en roestvrij staal in Nieuw-Lekkerland. Dit na een ruzie met zijn broer met wie hij een koperslagerij in Delft had. Bayard kocht een stukje land aan de rivier, zette er zijn fabriek op en later een bungalow - het huidige hoofdkantoor van de onderneming. In de loop der jaren bouwde Bayards een stabiele reputatie op in de scheepsbouw, defensie-industrie, in de civiele bouwsector en in de offshore-industrie. Aluminium was daarbij altijd de rode raad. NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
16
Net voor de millenniumwisseling nam nieuw management de leiding over en zorgde er voor dat Bayards kon uitgroeien tot een middelgroot bedrijf, opererend op internationaal niveau. Zo heeft Bayards verkoopkantoren in Duitsland, Italië, Brazilië, het Midden-Oosten, Azië (Singapore) en de Verenigde Staten (Houston).
Dat bewees Bayards wel toen het de opdracht kreeg om onderdelen voor de deeltjesversneller van de Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek (CERN) te maken. Bayards werd uitgekozen voor dit project na uitvoerige selectieprocedures. Het ging om de precieze fabricatie van een groot aantal complexe bottomtrays extrusieprofielen. Deze profielen zijn samen gelast tot een bodemplaat voor de 27 kilometer lange deeltjesversneller. Het bodemprofiel zorgt voor de koeling van de versneller tot bijna het absolute nulpunt (-273 graden Celsius). Door de koeling krimpt de plaat enorm, wat weer gecompenseerd wordt door de flexibele koppelingen aan het einde van de profielen. Het project vereiste orbitaal lassen en helium lektesten. “Het testte onze expertise tot het uiterste.”
Groeimarkt Behalve het gewicht (een derde van het gewicht van staal) heeft aluminium nog meer voordelen, doceert Mackintosh. “Het is heel mooi vervormbaar, het is onderhoudsvriendelijk en het is heel eenvoudig te recyclen.” De directeur is dan ook stellig: aluminium is het materiaal van de toekomst. “De groeimarkt is ongekend, daar ben ik trots op. We merken bij ons bedrijf niets van de crisis. Voor een klant in Abu Dhabi moeten we 179 houten helikopterdekken vervangen door aluminium
dekken. Dat is puur een Bayards product. De olie- en gasmarkt is natuurlijk wereldwijd gericht. In de offshore sector hebben wij het verschrikkelijk druk. De orderportefeuille is tot ver in 2014 gevuld.” De klussen voor Defensie staan even op een laag pitje. Maar van september 2004 tot eind 2009 draaide Bayards volop voor de Koninklijke Landmacht. Ruim 400 exemplaren van het militair verkenningsvoertuig Fennek kwamen voorbij in Nieuw-Lekkerland. “Een logistieke uitdaging omdat een Fennek uit meer dan 2000 onderdelen bestaat. Maar een fantastisch project dat voor ons bedrijf een geweldige stap voorwaarts betekende.” Voor de productie van de aluminiumrompen van de Fennek schafte Bayards in 2006 een 20 meter lang, vijfassig Handtmann-bewerkingscentrum aan. Een enorme machine die het pantseraluminium van het zelfdragende chassis met hoge snelheid bewerkte. Toenmalig staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap, kwam in maart 2006 naar Nieuw-Lekkerland om de nieuwe productiehal te openen. De Fennek is een pantserwielvoertuig met vier wielen. Het voertuig weegt 11 ton, heeft een actieradius van 1000 kilometer en heeft een maximale snelheid van 112 kilometer per uur. De Fennek heeft GPS en camera’s aan boord, evenals een laserapparaat waarmee afstanden kunnen worden gemeten, en een warmtegevoelige camera. Het voertuig werd door de landmacht succesvol ingezet tijdens de ISAF-missie in Afghanistan. Ook bij opdrachten voor politie en Justitie is de Fennek een graag geziene gast.
Stil De ontwikkeling van het licht verkennings- en bewakingsvoertuig (LVB), zoals de Fennek in het officiële
Voor de Fennek investeerde Bayards in een productiehal met één van Europa’s grootste 5-assige, hogesnelheid precisie freesmachine en een nieuwe conserveringshal.
Fennek In 2004 haalde Bayards één van de grootste en meest prestigieuze projecten in haar geschiedenis binnen: het bouwen van 400 aluminium chassis voor het nieuwe verkenningsvoertuig van de Koninklijke Landmacht, de Fennek. Voor deze order investeerde Bayards in een productiehal met één van Europa’s grootste 5-assige, hogesnelheid precisie freesmachine en een nieuwe conserveringshal. Naast de productiefaciliteit in Nieuw-Lekkerland kwam er in 2007 een fabriek bij in Dintelmond, waar steeds grotere projecten gerealiseerd kunnen worden. Bayards is sterk in aluminium, zoveel is duidelijk. Directeur en mede-eigenaar Dies Mackintosh (1954) laat tijdens een rondgang door de fabriekshallen in 17
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
mogen rijden. “Het proces heeft mij veel grijze haren bezorgd”, zei staatssecretaris Van der Knaap in 2006 op bezoek bij Bayards in Nieuw-Lekkerland. Dankzij de speciale, aan de zijkanten schuin oplopende vorm, kan de explosieve kracht van een ontploffende landmijn gemakkelijker opzij een uitweg vinden. „Uit de puinhopen is uiteindelijk een prachtig nieuw voertuig herrezen.”
Overeenstemming NIDV en Defensie over contractvorming Mede op basis van de Gids Proportionaliteit is recent tussen NIDV en Defensie overeenstemming bereikt over een aantal wijzigingen op het Richtsnoer Contract vorming. De gewijzigde versie zal binnenkort door de
Containers
Een van de ruim 400 Fennek rompen voor het Nederlandse en Duitse leger.
defensiejargon heet, verliep aanvankelijk weinig succesvol. Het LVB-project startte in 1990. De voorwaarden waren ook niet gering. Het voertuig moest stil zijn, snel, onopvallend, veilig voor kogels en chemische wapens, sterk en bij machte om vijf dagen lang met drie man aan boord te opereren zonder enige hulp van buitenaf. Of, zoals een autoblad schreef: “Een soort Ferrari met tractorwielen en geluiddempers, uitgerust met een kruideniersmagazijn en een carrosserie van gewapend beton maar dan even opvallend als een tien jaar oude muisgrijze Opel Astra in Buitenveldert.” Na veel bloed, zweet en tranen stonden er slechts enkele prototypes op de mat. Keer op keer werd de ingebruikneming uitgesteld. Er schijnen militairen te zijn geweest die speciaal bijtekenden in het leger om in de Fennek te Het eindresultaat: het Fennek pantservoertuig.
Mackintosh heeft zijn blik intussen gericht op een andere klus bij Defensie: de ladingdragers. Het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW) behelst de vervanging van meer dan 8000 lichte, middelzware en zware wielvoertuigen en containers. Instroom van de middelzware en zware vrachtauto’s en de bijbehorende ladingdragers (laadbakken en containers) is voorzien vanaf het jaar 2016. Bayards is na jaren van afwezigheid dit jaar weer present op de NIDV-Tentoonstelling op 21 november in het Rotterdamse Ahoy. “We hadden na het afleveren van de Fennek even niets te laten zien”, glimlacht Mackintosh. “We zijn dan wel specialist in aluminium, maar leveren veel halffabricaten. Anderen maken het af.” Wie de stand van Bayards tijdens de NIDV-expo bezoekt krijgt een presentatie te zien met daarin onder andere de Nichols Bridgeway in Chicago, het Lord’s Media Centre van een cricketstadion in Londen en een verkeerstoren in Barcelona. Allemaal gebouwd met aluminium uit NieuwLekkerland. www.bayards.nl
NIDV aan haar leden bekend worden gemaakt. Daarnaast zijn tussen de NIDV en Defensie constructieve gesprekken gevoerd over de ‘Algemene Rijksinkoop voorwaarden’ (ARIV 2011) en de ‘Algemene Rijksvoor waarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van Diensten’ (ARVODI 2011). Voorzien is dat in de door de Minister President in 2013 vast te stellen herziene ARIV en ARVODI aan een deel van de in deze gesprekken ingebrachte punten invulling zal worden gegeven. De NIDV en Defensie zullen dit jaar nog in onderling overleg vaststellen welke van de op de ARIV en ARVODI overeengekomen aanvullingen/wijzigingen daarnaast nog door Defensie zullen worden opgenomen in een (tijdelijke) lijst van wijzigingen op de ARIV en ARVODI. Op de foto de ondertekenaars Lex Hendrichs (DMO) en Karla Peijs (NIDV), geflankeerd door de leden van de werkgroep Defensie/bedrijfsleven.
Meldkamer van de toekomst Met de ondertekening van het transitieakkoord is op 16 oktober de beslissende stap gezet op weg naar de meldkamer van de toekomst. Door de vorming van een nieuwe meldkamerorganisatie kan in de toekomst nog beter worden voldaan aan de vragen van burgers en hulpverleners. Het akkoord is ondertekend door de ministers Opstelten (Veiligheid en Justitie), Schippers (VWS), Hennis-Plasschaert (Defensie), korpschef van de nationale politie Gerard Bouman, Aleid Wolfsen en Henri Lenferink van het Veiligheidsberaad en Jack Versluis van Ambulancezorg Nederland. “Er wordt vandaag geschiedenis geschreven,” zo zei minister Opstelten bij de ondertekening. Straks kan de burger meer dan nu in het eerste contact worden geholpen. Burgers worden, ongeacht waar zij vandaan bellen, op dezelfde manier geholpen. Daarnaast kunnen meldkamers elkaar onderling, bij drukte of problemen, veel makkelijker ondersteunen of vervangen. Afgesproken is dat er één landelijke meld kamerorganisatie komt met tien locaties. De 22 meld
kamers van veiligheidsregio’s worden samengevoegd met de meldkamer van de landelijke eenheid van de politie in Driebergen en de meldkamers van de Koninklijke Marechaussee. De landelijke meldkamer valt onder de minister van Veiligheid en Justitie. In het akkoord zijn afspraken gemaakt over de weg van de oude naar de nieuwe situatie. Er komt een kwartier maker die de gemaakte afspraken uitvoert.
Belgische bewindsman bezoekt Holland Paviljoen De Belgische vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (rechts) bracht op 9 oktober een bezoek aan het Holland Pavilion op de DSEI in Londen. Marc Soeteman overhandigde hem de NIDV-das. De drukbezochte Nederlandse inzending stond in het teken van de campagne ‘HOLLAND, Acting Smart’. Als voorbeeld daarvan was het nieuwe OPV Zr.Ms. Groningen afgemeerd, het innovatieve patrouilleschip met de Integrated Mast (Thales) en Integrated Bridge (Imtech). NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
18
19
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Topman Lockheed: tot 10 miljard aan opdrachten F-35
NIDV-petitie in Tweede Kamer: De NIDV maakt zich grote zorgen over de gevolgen voor werkgelegenheid en innovatie van de voortdurende bezuinigingen op Defensie. Het moment is bereikt dat verdere bezuiniging meer schade aan de kenniseconomie toebrengt, dan dat het aan besparingen oplevert. Aldus Karla Peijs, voorzitter van de NIDV, in de petitie ‘Veiligheid werkt’, die op 16 september aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Voor Nederlandse bedrijven ligt binnen het F-35-programma voor 5 tot 10 miljard dollar aan opdrachten in het verschiet. Dat zegt Steve O’Bryan, w, in een interview met de website F-35.nl. Hij is blij met het besluit van de Nederlandse regering om de F-35 Lightning-II aan te schaffen als vervanger van het F-16 gevechtsvliegtuig. “De F-35 is op dit moment het beste vijfde generatie vliegtuig, dat de komende veertig jaar mee gaat.”
‘Veiligheid werkt!’
Tekst: Riekelt Pasterkamp
2012 aan Nederland geleverd. Het tweede Nederlandse testtoestel rolde op 2 maart 2013 uit de fabriek van Lockheed Martin in Fort Worth. Opleiding van vliegers van de Koninklijke Luchtmacht en verdere testvluchten vinden plaats vanaf Eglin Air Force Base in de Amerikaanse staat Florida.
“Verder bezuinigen op Defensie schaadt innovatie, groei en werk. Defensie wordt gezien als uitgavenpost, maar levert door lokale werkgelegenheid, regionale bedrijvig heid en nationale innovatie een belangrijke bijdrage aan onze economie. Daarom is investeren in Defensie in meerdere opzichten goed voor Nederland. Veiligheid werkt!”
Opdrachten
Koppositie “Als Nederland weer een internationale koppositie wil innemen, zal moeten worden geïnvesteerd in innovatie en techniek. Dat blijkt uit het jongste onderzoek van het World Economic Forum. Internationaal is de ‘aerospace and defence industry’ de motor van technologische vooruitgang, ook in landen als Zwitserland en Finland die ons op de ranglijst zijn voorbijgestreefd.
Lockheed projectleider Steve O’Bryan.
De Nederlandse luchtvaartindustrie is vanaf de start in 2002 betrokken bij het F-35-programma. Verschillende bedrijven boekten als voor 1 miljard dollar (750 miljoen euro) aan opdrachten. Lockheed-topman O’Bryan belooft “enorme voordelen”. De orderportefeuille voor het Nederlandse bedrijfsleven kan oplopen tot zeker 5 en wellicht 10 miljard dollar (3,8 tot 7,5 miljard euro). De luchtvaartsector kan 4500 hoogwaardige functies vullen. “Het werk in bijvoorbeeld software, composieten en elektronica heeft een spin-off naar de commerciële luchtvaart. Het is dus niet alleen werken aan de F-35, maar veel breder.”
De Amerikaanse defensiereus Lockheed Martin zal meer dan 3000 toestellen bouwen. Eenmaal op volle toeren rollen er 200 F-35’s per jaar uit de fabriek in het Texaanse Fort Worth. De prijs zal alleen maar dalen, voorspelt O’Bryan. “In de eerste zeven jaar van het F-35-project ging de prijs al met sprongen naar beneden. En nu bouwen we nog maar 30 toestellen per jaar. Als dat straks 200 toestellen zijn, wordt een F-35 alleen maar goedkoper.”
O’Bryan is er zeker van: “De Nederlandse luchtvaartindustrie is met de F-35 uitstekend gepositioneerd voor de komende twintig jaar.” Bedrijven als Fokker, Thales en NLR sleepten al orders binnen. “Achter deze grote namen gaan veel kleine bedrijven schuil die als toeleverancier dienen”, zegt O’Bryan. “En het gaat niet alleen om de industrie. Ook kennisinstituten profiteren mee. Zo hebben we al meer dan zeventig Nederlandse luchtvaartstudenten in Fort Worth gehad.”
Goed nieuws voor de Koninklijke Luchtmacht, want minister Hennis-Plasschaert van Defensie trekt maximaal 4,5 miljard euro uit voor de aanschaf van de F-35. Als de stuksprijs daalt, kunnen er in de toekomst meer F-35’s instromen bij de luchtmacht. De kale prijs van een kist ligt nu rond 70 miljoen euro. De Nederlandse regering kocht al twee F-35-test toestellen. De eerste, de F-001, werd in het najaar van NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
20
De Lockheed-topman is even in Nederland voor overleg met verschillende partijen. Hij noemt de F-35 “de logische opvolger” van de F-16. Ook verzekert hij dat de toestellen voor de Amerikaanse luchtmacht precies dezelfde zijn als voor de Nederlandse luchtmacht en de andere internationale partners. “Er is absoluut geen verschil.” Wanneer landt het eerste Nederlandse toestel op vaderlandse bodem? Steve O’Bryan glimlacht: “Jullie moeten nog even wachten, maar in 2019 is het zover.”
Defensie is onmisbaar in sectoren als landsystemen, lucht- en scheepvaart, waarin tienduizenden hoog geschoolden werken; Defensie geeft een innovatieve impuls aan ontwikkelingen op het gebied van tele communicatie, ict, cyber, sensortechnologie en nieuwe materialen, die voor civiele toepassingen van groot belang zijn. Door samen te werken met het bedrijfsleven en civiele instanties in de regio’s kan Defensie operationele capaciteiten in stand houden. Die ontwikkeling is gaande. We zien vestiging van bedrijven in de Kop van Noord-Holland, uitstekende perspectieven voor onderhoudsbedrijven in Brabant, Zeeland en Gelderland (Maintenance Valley en Land Maintenance Initiative). Nieuwbouw is er in o.a. Vlissingen, Papendrecht, Hengelo en Hoogeveen. De samenwerking in de gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten is vruchtbaar. De drie technische universiteiten in ons land (Delft, Twente en Eindhoven) en instituten als TNO, NLR en Marin onderhouden uitstekende contacten met Defensie en bedrijfsleven. Dat resulteert niet alleen in onderzoeksopdrachten, maar zorgt ook voor innovatie, stageplaatsen en werk. Een rem op investeringen in de krijgsmacht is zeer schadelijk voor de kenniseconomie. Het schaadt ook de
NIDV-voorzitter Karla Peijs. (Foto: Jelle Zijlstra) exportkansen van het bedrijfsleven. De thuismarkt is daarvan immers de motor. Nederland is nog steeds een toonaangevende maritieme natie en ook onze luchtvaartsector is dankzij militaire opdrachten uitstekend gepositioneerd om te profiteren van de enorme groei die de civiele luchtvaart wereldwijd doormaakt. Er is groei en er komen banen bij! Die gunstige vooruitzichten worden geschaad door verdere bezuinigingen op Defensie. En als handelsland bij uitstek moeten we beseffen dat veiligheid en stabiliteit onontbeerlijk zijn voor mondiale vooruitgang. Voor behoud van onze welvaart en veiligheid is een internationaal veiligheidsbeleid waarin Nederland zich een betrouwbare partner toont, van groot belang.” De Tweede Kamer zal de NIDV-petitie bespreken tijdens de begrotingsbehandeling op 12, 13 en 14 november. 21
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Veiligheidsdiensten slaan handen in
Syrië zet CBRN-aanslagen op de agenda
Tekst: Martin Bobeldijk, Turnaround Communicatie
Het staat vast dat in Syrië chemische wapens zijn ingezet. President Al-Assad dreigt zware vergeldingsacties uit te voeren als het Westen militair ingrijpt. Dat zet terroristische aanslagen met chemische strijdmiddelen ook in Nederland op de agenda. Defensie heeft op dit gebied de meeste kennis, kunde en specialisten in huis. Volgend jaar vindt uitbreiding van deze capaciteiten plaats. Ook de nationale politie is actief op dit gebied met een eigen Expertisecentrum CENTREX CBRNE. En de industrie? “Die zou veel meer vooruit moeten kijken.”
Luitenant-kolonel René Donkers is commandant van het Expertisecentrum CBRN in Vught.
De Nederlandse krijgsmacht is wereldwijd inzetbaar. Bij ieder type brandhaard. Een dreiging van aanvallen met chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) stoffen is daarbij altijd aanwezig. De gifgasaanvallen in Syrië laten zien dat het om een reëel gevaar gaat. “Van hoog tot laag zijn militaire eenheden dan ook toegerust om CBRN-taken uit te voeren”, schetst overste René Donkers het plaatje. Hij is commandant van het Defensie Expertisecentrum CBRN in Vught.
Uitbreiding capaciteit Donkers: “Iedere militair is opgeleid om zichzelf te beschermen tegen CBRN-stoffen. En iedere eenheid tot op brigadeniveau heeft militairen die zich speciaal bezighouden met verkenning en ontsmetting. Het betreft een neven- of fulltime functie gericht op de specifieke taken van de eenheid. De Koninklijke Landmacht beschikt als enige over twee CBRN-verdedigingscompagnieën. Deze zijn ondergebracht bij twee afzonderlijke pantsergeniebataljons. Zij hebben de taak om preventief, tijdens of na een calamiteit verkenningen uit te voeren. Met behulp van zeer gevoelige apparatuur meten en monitoren zij of er sprake is van giftige dampen of nucleaire besmetting.” NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
22
In 2014 wordt deze verkenningscapaciteit uitgebreid met monsternameteams. Het detecteren en monitoren van biologische stoffen wordt vanaf 2017 mogelijk. Donkers: “Op dit moment is de techniek nog niet ver genoeg gevorderd om te kunnen gebruiken. Het RIVM doet wel wat op dit gebied, maar het duurt dagen voordat de resultaten bekend zijn. Daar kunnen we niet op wachten tijdens onze operaties. We willen directe bescherming. Het liefst via een detector die alarm slaat en direct vertelt om welke stoffen het gaat. Dan kunnen we direct maatregelen nemen.” Een andere taak van de twee gespecialiseerde compagnieën is het ontsmetten van voertuigen en infrastructuur, zoals wegen en gebouwen.
Misverstand Donkers heeft het militaire CBRN-plaatje nu op hoofdlijnen geschetst. Maar wat hebben de Nederlandse autoriteiten en hulpdiensten aan deze unieke kennis en expertise? Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is de kans op een aanslag in Nederland substantieel. Maar de kans dat dit een CBRN-aanslag zal zijn, wordt klein geacht. “Laten we gelijk een misverstand uit de weg ruimen”, reageert
Defensie CBRN Centrum In het Defensie CBRN Centrum heeft Defensie haar CBRN-kennis en -expertise samengebracht. Dit centrum bestaat uit: - Defensie Expertisecentrum CBRN, - CBRN School, - CBRN Respons Eenheid, - Nationaal Training Centrum CBRN (oplevering medio 2014). Het Defensie CBRN Centrum staat ook ter beschikking van civiele autoriteiten en hulpdiensten.
Donkers. “Het gaat niet alleen om terroristische aanslagen. Het gaat ook om calamiteiten met toxische stoffen die door de industrie worden gebruikt. In NAVO-verband staat dit al lang op de agenda. Bij internationale missies komen we namelijk in landen waar het allemaal niet zo strak is geregeld als in Nederland. We treffen radiologische bronnen aan, slecht functionerende accufabrieken, dumpplekken voor zwavelzuur en noem maar op. Onze eenheden detecteren die stoffen, nemen beschermende maatregelen en ontsmetten de boel. Ook civiele autoriteiten en hulpdiensten in Nederland zouden deze industriële vorm van CBRN-dreiging hoger op hun agenda moeten zetten. Ongevallen met gevaarlijke stoffen, in brandweertermen OGS genoemd, worden nu meestal niet gelinkt aan CBRN. Maar wat mij betreft, is dat wel degelijk aan de orde. Kleine en grote incidenten bij bedrijven komen regelmatig voor. Denk alleen maar aan Odfjell en Chemipack. Ook dan kunnen wij helpen. Daarom hebben we speciaal voor ons optreden in Nederland onderzoek laten doen door TNO naar welke gevaarlijke stoffen vaak voorkomen, in welke hoeveelheid, hoe ze worden vervoerd over weg, water of spoor en de kans dat ze vrijkomen. Dat levert een lijst van 93 gevaarlijke stoffen op waarmee we tijdens onze inzet te maken kunnen krijgen. Om die te detecteren en te monitoren is er recent een detectorsuite ontwikkeld. Daarin combineren we meerdere technieken, omdat er nog niet één techniek is die alle stoffen aankan.”
Mobiele Eenheid, adviseurs gevaarlijke stoffen (AGS) en ambulancemedewerkers opleidingen en trainingen aan de CBRN School. “Het bewustzijn bij de professionals begint te groeien dat CBRN iets van alle dag is. Van grote calamiteiten in de industrie, tot dampen in een mestsilo. Zij weten ons steeds beter te vinden.” Dat de naamsbekendheid van het Defensie CBRN Centrum toeneemt , is vooral te danken aan de CBRN Respons Eenheid. Deze eenheid staat in het kader van ICMS 24 uur per dag, 7 dagen per week paraat. Civiele autoriteiten kunnen bij calamiteiten een beroep doen op deze gegarandeerd beschikbaar defensiecapaciteit. Met een opkomsttijd van 2 uur zijn een officier en een onderofficier beschikbaar voor advies en assistentie. Zij haken bijvoorbeeld aan bij het Commando Plaats Incident, Regionaal Operationeel Team of Regionaal Beleidsteam. Daarbij werken ze nauw samen met de meetplanleider en de AGS van de brandweer. Of bij dreigingen met de TEV van de politie.
Toenemende samenwerking Een detectie-, identificatie- en monitoringploeg is met een reactietijd van 2,5 uur beschikbaar. Donkers: “Dit is een belangrijke aanvulling op de brandweer, die slechts heel beperkt metingen kan doen en voor identificatie is aangewezen op partners.” En na 6 uur komt een ontsmettingsploeg ter plaatse. Deze ploeg ontsmet alleen voertuigen, materieel en infrastructuur. De brandweer ontsmet personen. “Wij kunnen dat ook, maar na een opkomsttijd van 6 uur zijn de slachtoffers overleden, naar huis gegaan om te douchen of vertrokken naar het ziekenhuis. Preventief een ontsmettingsstraat inrichten voor personen, bijvoorbeeld bij ziekenhuizen, doen we echter wel.” De toenemende samenwerking tussen het Defensie CBRN Centrum, civiele autoriteiten en hulpdiensten heeft geleid tot een structureel multidisciplinair overleg. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Defensie, brandweer, GHOR, politie, veiligheidregio’s, Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en RIVM stemmen protocollen en begrippen op elkaar af. “In de praktijk blijken deze verschillend gebruikt te worden. Dat trekken we recht, Een inzetploeg met voertuig van Defensie CBRN.
Geld besparen Via het programma Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS) deelt het Defensie CBRN Centrum (zie kader) zijn kennis en expertise met civiele partners. Zo zijn alle TNO-rapporten beschikbaar, mits ze niet zijn gerubriceerd. “Die kennisdeling bespaart veel belastinggeld”, heeft Donkers ervaren. “Laatst zag ik een civiel voorstel voorbij komen om vier onderzoeken te starten. Drie daarvan hadden wij al gedaan en konden we beschikbaar stellen.” Daarnaast volgen onder andere teamleiders CBRNE-Veiligheid (TEV) bij de politie, 23
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Nationaal Training Centrum CBRN Medio 2014 wordt het Nationaal Training Centrum CBRN (NTC CBRN) opgeleverd. Vanaf dat moment kan er multidisciplinair geoefend worden op de Van Brederodekazerne in Vught. “We kunnen veel praten over beleid en doctrines, maar alleen door samen te oefenen leer je multidisciplinair op te treden”, zegt overste René Donkers, commandant Defensie Expertisecentrum CBRN. Het trainingscentrum is hyper modern en kent vele oefenmogelijkheden. Het pand herbergt onder andere een realistisch metrostation, gelijk aan die van Amsterdam Weesperplein, een vliegtuig, kamers voor spoedeisende hulp, spoorrails, treinstation, agrarische loods en een weg. Via observatieruimtes volgen oefenleiding en observatoren de verrichtingen van de eenheden. Camera’s leggen alles vast, zodat de beelden gebruikt kunnen worden voor evaluatiedoeleinden. Het hele gebouw kan onder traangas gezet worden en er zijn special effects aanwezig.
men we hier in Nederland vooruitkijken. Maar eigenlijk rijden ze op hun achteruitkijkspiegel. Dat geldt trouwens ook voor veel beleidsmakers. Terwijl ik juist vooruit wil kijken. Daarvoor kan ik gelukkig terecht bij de kennisinstituten. Maar ik zou dat graag met alle partijen samen doen, vanuit verschillende invalshoeken. Door kruisbestuiving ontstaan nieuwe mogelijkheden. Een mooi voorbeeld daarvan is de detectie van chemicaliën die illegaal worden geloosd. De politie stuurt duikers het water in om overtredingen te constateren. Terwijl Defensie meetapparatuur op zijn onderzeeërs beschikbaar heeft. We kijken nu hoe we als politie die techniek kunnen inzetten.”
Vroegtijdig ingrijpen om problemen te voorkomen tijdens gezamenlijk optreden. Ook wordt er gewerkt aan een multidisciplinaire ‘handreiking CBRN-optreden’.”
Denk vooruit Hoewel er multidisciplinair overleg plaatsvindt over CBRN, is het de partijen niet gelukt om tot een gezamenlijke behoeftestelling te komen richting de defensieen veiligheidsindustrie. “Vanuit het Defensie CBRN Centrum werken we met meerjarenplannen. Op dit moment werken we toe naar de gewenste situatie in 2020. Daarvoor starten we in 2017 een materieelverwervingsproces. Tot die tijd werken we samen met TNO en andere partijen aan kennisopbouw en technologische ontwikkelingen. De civiele partners hebben een andere werkwijze. Zij reageren vooral op vragen van de werkvloer, op het moment dat er iets niet werkt. Ook is het voor hen lastig om in de eigen kolom tot overeenstemOok het Nederlands Forensisch Instituut doet mee met het overleg.
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
24
ming te komen, vanwege de diffuse structuur.” Donkers beseft dat dit voor de industrie ook lastig is. Voor technologieontwikkeling is het volgens hem nodig om ver vooruit te denken. Een toekomstvisie van potentiële klanten is daarvoor onontbeerlijk. “Op detectiegebied willen we graag een apparaatje op borstzakformaat die alles detecteert. Dat is er nog niet. Of een milieuvriendelijk ontsmettingsmiddel voor alle chemicaliën. Dat is er ook nog niet. Door onze wensen op tafel te leggen, proberen we de technologie verder te krijgen. Via de European Defence Agency (EDA) lopen inmiddels een aantal onderzoeksprojecten. Via de NIDV benaderen we ook de Nederlandse CBRN-industrie. Maar helaas is die klein, waardoor we toch vaak in het buitenland terechtkomen.”
Visie ontbreekt Ook Sjoerd Bloemsma, werkzaam bij het Expertisecentrum CENTREX CBRNE van de Nationale Politie, ziet dat bedrijven weinig toekomstgericht ingesteld zijn. “De focus ligt op Europese geldstromen en subsidieprogramma’s. Ontwikkeltrajecten worden in gang gezet vanwege het beschikbare geld, niet vanwege een achterliggende toekomstvisie. Ik kan dat begrijpen. Maar op deze manier gaat wel veel belastinggeld verloren. Een bom wil ik binnen 10 minuten kunnen vinden. Een systeem dat pas na tweeënhalf uur resultaat boekt, voldoet niet.” Bedrijven zouden volgens Bloemsma meer in gesprek moeten gaan met de vragende kant over de wensen die er zijn. “Ze leveren nu alleen wat we morgen nodig hebben. En dat is gebaseerd op wat er gisteren is gebeurd. Vindt een pientere terrorist iets nieuws uit, dan komt er een antwoord vanuit de industrie. Die wapenwedloop noe-
Het Expertisecentrum CENTREX CBRNE brengt verschillende informatie- en inlichtingenstromen binnen de politie bij elkaar. Dat maakt het mogelijk om bijvoorbeeld bommeldingen, aankopen van grote hoeveelheden kustmest, de vondst van precursoren (onderdelen waarmee je een bom maakt) en zelfgemaakte explosieven aan elkaar te koppelen. Ook andere inlichtingenprocessen binnen en buiten de politie leveren waardevolle informatie op. Zo monitort het expertisecentrum de handel in chemicaliën en wisselt het informatie uit met andere landen. Bloemsma: “ Onze experts interpreteren alle inlichtingen. Zij hebben kennis en expertise van dreigingen, trends, daderprofielen, modus operandi en middelen die worden gebruikt. Daardoor zijn we regelmatig in staat vroegtijdig in te grijpen, voordat zich een incident voordoet. Toch kunnen we niet alles voorkomen. Dat is een gegeven. Met onze kennis en expertise verbeteren we daarom ook de informatiepositie van onze collega’s in het veld. Als zij te maken hebben met bijvoorbeeld een bommelding, geven wij aan of zij die dreiging serieus moeten nemen of niet.”
men. Als het niet nodig is, willen we de maatschappij niet ontwrichten. Op basis van de grote hoeveelheid inlichtingen en statistische gegevens die we hebben, en in combinatie met onze ervaring, zijn wij in staat aan te geven hoe ernstig een situatie is en of vergaande maatregelen noodzakelijk zijn. Dat is even wennen voor de brandweer. Die is gewend de leiding te nemen op dit onderwerp en operationeel zelfstandig op te treden. Maar ik pleit ervoor gezamenlijk op te trekken vóór zich een incident voordoet. Dat is méér dan goed samenwerken. We hebben elkaar nodig om hulpverleners in het veld optimaal te kunnen ondersteunen en te beschermen bij CBRNE-calamiteiten. Vanuit die samenwerking ontstaat ook de mogelijkheid om gezamenlijk kennis te ontwikkelen en als vragende partijen op te trekken met de industrie.”
Het DIM-team doet onderzoek op een verdachte locatie.
Onnodige onrust Als het aan Bloemsma ligt, komt er een multidisciplinair expertisecentrum CBRNE. “Ons inlichtingen- en informatieproces levert belangrijke informatie op voor al onze partners. Daarom werken we inmiddels nauw samen met Defensie en het NFI. Maar een partner als de brandweer houdt zich nog afzijdig. En dat is jammer. Want die kweekt onnodig veel onrust en mogelijk zelfs economische schade bij CBRNE-incidenten. Als er bijvoorbeeld een poederbrief wordt gevonden, begint de brandweer als eerste met het decontaminatieprotocol. Panden worden ontruimd, mensen worden in quarantaine gezet en maanmannetjes onderzoeken of de poeder giftig is. Ze nemen het zekere voor het onzekere. Want stel je voor dat er echt iets aan de hand is. Alleen dat al zorgt ervoor dat mensen in de buurt zich niet lekker voelen, door hyperventilatie, adrenaline en paniek. Met als gevolg dat er nog verdergaande maatregelen worden genomen. Ons werk bestaat dan ook vooral uit het downsizen van een incident. We willen zoveel mogelijk paniek voorko-
Wilt u meer informatie of kunt u iets betekenen voor Defensie of de politie op CBRN-gebied, neem dan contact op met luitenant-kolonel René Donkers via
[email protected] of Sjoerd Bloemsma via
[email protected]. 25
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
Bedrijvendag NIDV op unieke locatie in hartje Rotterdam
Matchmaking in een museum
Tekst: Riekelt Pasterkamp (TekstPast) Foto’s: Jelle Zijlstra.
Praten over nieuwe technieken in een museum met eeuwenoude schilderijen. Dat het kan bewees de NIDV op 1 oktober. De NIDV koos voor de locatie van de Bedrijvendag nu eens niet voor een luxe hotel of een zwaarbeveiligde kazerne, maar voor een museum. En meteen maar een van de oudste van Nederland: Boijmans van Beuningen in hartje Rotterdam. Logische plek, vond NIDV-voorzitter Karla Peijs. “Musea weten dat veiligheid nodig is voor waardevolle zaken.”
Nederlandse en Europese topstukken geven een overzicht van de vroege Middeleeuwen tot de 21e eeuw. Van Bosch, Rembrandt en Van Gogh tot Dali en Christo. In 1849 liet de jurist Boijmans zijn kunstverzameling na aan de stad Rotterdam. Met de verwerving van de collectie Van Beuningen in 1958 werd de naam van het museum uitgebreid. Net voor de Tweede Wereldoorlog
is het huidige museumgebouw geopend, een monumentaal pand dat speciaal rondom de collectie werd gebouwd door stadsarchitect Van der Steur. De statige verschijning van rode baksteen omvat intieme kabinetjes en ruime salons waar kunst bij daglicht te aanschouwen is. Het gebouw overleefde de bombardementen in 1940 en breidde in de loop der jaren nog meerdere malen uit. Tot op de dag van vandaag vormt de toren van het gebouw een baken in de stad.
Topstukken De bijna honderd bezoekers aan de Bedrijvendag van de NIDV kregen aan het einde van het programma de gelegenheid om de topstukken van het museum te bekijken. De ‘toppers’ van het bedrijfsleven hadden ze toen al gehoord. Onder hen Michiel van der Maat van Fokker Technologies. Hij hamerde op innovatie. “Zaken die nieuw zijn in defensieprogramma’s passen we toe in de commerciële sector. Zo is bijvoorbeeld het verspanen van F-16’s, het weghakken van metaal uit een blok staal, toegepast in programma’s voor Airbus en Gulfstream.” Fokker groeit wereldwijd met vorig jaar 800 miljoen euro omzet en bijna 5000 werknemers. “Als Fokker zullen we zelf nooit meer complete vliegtuigen ontwerpen
en bouwen. Maar de kennis die we in huis hebben, kunnen we te gelde maken.” Als voorbeeld noemde Van der Maat de samenwerking met twee Chinese vliegtuigbouwers. Het F-35-programma is voor Fokker en andere bedrijven “meespelen in de Champions League”, aldus Van der Maat. Dat verdient wel ondersteuning van de overheid. Een dag na de Bedrijvendag vroeg Van der Maat tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer om een speciale overheidsvertegenwoordiger, zodat ook opdrachten in de onderhoudsfase van de F-35 naar Nederlandse bedrijven komen.
Piramide Zeer actief in de defensiemarkt is Thales. “De hoge piramide boven op de Karel Doorman (het nieuwe Joint Support Ship voor de marine dat na oplevering te koop is, RP) is van ons”, aldus Mike Balm. Het netcentrisch werken, zoals bij defensie, past de onderneming ook toe op de veiligheidssector. Balm nam als voorbeeld de Zwarte Cross, het grootste betaalde muziekfestival van Nederland en de grootste motorcross ter wereld. Het festival trok dit jaar ruim 160.000 bezoekers.
Bedrijven bij elkaar brengen. Er vonden veertig business to business (BtB) gesprekken plaats.
Michiel van der Maat (Fokker) liet zien dat de luchtvaart wereldwijd sterk groeit en dat zijn bedrijf dankzij de JSF en Airbus uitstekend is gepositioneerd. In het auditorium van Boijmans waren tijdens de Bedrijvendag meerdere presentaties waarbij bedrijven een toekomstperspectief schetsten, terwijl de oude bibliotheek dienst deed als locatie voor zakelijke gesprekken over samenwerking: matchmaking. Tegen de achtergrond van oude boeken stonden 25 tafels opgesteld met evenveel naamkaarten er op. Iedereen kon aanschuiven bij een naam naar keuze. Organisator Arie Schild van de NIDV vinkte aan het einde van de dag zo’n veertig gesprekken af. “Mensen maken kennis met elkaar en wisselen gegevens uit. En dat in een ongedwongen setting. Absoluut de moeite waard.”
Reis Een bezoek aan museum Boijmans van Beuningen is overigens een reis door de geschiedenis van de kunst. NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
26
27
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
COLUMN iPad Dennis Mol, directeur technologie van Imtech, vergeleek zijn bedrijf met een snoepwinkel. “Er kan heel veel, we bieden tal van technische oplossingen. Maar hoe trekken we de buitenwereld naar binnen? We denken na over wat de klant wil en bedenken daar oplossingen bij.” Speerpunt voor de toekomst is connectiviteit. “Verbinding met de wal is voor schepen die onderweg zijn van steeds groter belang. Maar voorkom dat het aan boord een kluwen aan data en technologie is. Voor het jacht van Steve Jobs bouwden we systemen, zodat het schip met een iPad kan worden bediend.”
Hendrik-Jan van Veen (TNO) onderstreepte dat superieure informatie en innovatie de ‘game changers’ zijn.
“We pasten bij de Zwarte Cross hetzelfde trucje toe als op Kamp Holland in Uruzgan”, vertelde Balm. “Een infraroodcamera op een 30 meter hoge mast ziet alles. Alle politiemensen en particuliere bewakers op het terrein zijn uitgerust met een mobieltje. De kunst is om alle informatie die je binnen krijgt ook weer zodanig te distribueren dat het effect heeft. Als de juiste informatie op de juiste plek is, kun je proactief maatregelen nemen.”
Mike Balm (Thales) natuurlijk trots op de I-Mast die de Karel Doorman siert.
Nederland is het enige land in West-Europa met oceaangaande, dieselelektrische onderzeeboten. Deze boten van de Walrusklasse zijn uitgerust met batterijen. Imtech paste deze technologie toe op andere schepen. Zo zijn de nieuwe veerboten van het Schotse bedrijf Caledonian Maritime Assets Ltd dit jaar korte routes gaan varen in het gebied rond de Schotse Clyde- en Hebrideneilanden. Per boot kunnen 150 passagiers en 23 auto’s of twee vrachtauto’s worden vervoerd. Dankzij het energiemanagementsysteem varen de veerboten brandstofzuinig, geluidloos en stoten ze 20 procent minder CO2 uit. Militaire technologie vindt heel snel de weg naar civiele toepassingen, zo onderstreepten meerdere sprekers.
Innovaties Hendrik-Jan van Veen (TNO) citeerde in zijn bijdrage uit de op Prinsjesdag gepresenteerde nota “In het belang van Nederland” waarin minister Hennis-Plasschaert van Defensie lijnen trekt naar de toekomst. Hennis schrijft: “De proliferatie van hoogwaardige civiele en militaire technologie naar niet-westerse staten en niet-statelijke actoren blijft zorgwekkend. Het betreft onder meer mobiele luchtafweer, maritieme systemen, cybercapaciteiten en ballistische wapens.” Kunnen wij met innovaties het verschil maken, vroeg Van Veen zich af. Om meteen het antwoord te geven, bijvoorbeeld als het gaat om informatie. “Een superieure informatiepositie biedt cruciaal tactisch voordeel. Door informatiesuperioriteit wordt aansturing van de militaire organisatie verbeterd en kunnen alle middelen maximaal effectief worden ingezet. Met de kennis van heterogene sensornetwerken gekoppeld aan proces- en domeinkennis kan TNO helpen, vooral door het bedenken en ontwikkelen van technologie.” Het militair innovatiebeleid rust op drie pijlers, vond Van Veen. “Realiseer evolutionaire vooruitgang, investeer in woest disruptieve technologie en wees alert op plotselinge veranderingen.” Hij sloot zijn bijdrage af met een enorme foto van de F-35 en projecteerde daar boven de tekst: What is your game-changer?
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
28
NIDV informeert Tweede Kamer De Tweede Kamer hield op 2 oktober een Ronde Tafel over de defensienota ‘In het belang van Nederland’. Namens de NIDV leverde onze voorzitter Karla Peijs een bijdrage. Zij werd vergezeld door de bestuursleden Gerben Edelijn (Thales), Hein van Ameijden (Damen Schelde), Hans Büthker (Fokker). Kern van ons betoog is dat de kritische ondergrens van de krijgsmacht is bereikt. Het is in het belang van Nederland dat veiligheid meer financiële armslag krijgt. Investeringen in innovatie, kennis en kunde verdienen zich bovendien meer dan terug. Wij steunen het uitgangspunt van de minister van Defensie om de operationele capacitei ten zoveel mogelijk te ontzien. Wij willen daaraan graag een constructieve bijdrage leveren. Daarvoor is een duurzame samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven cruciaal. Dit zou de operationele pijn op onderdelen kunnen verminde ren. Verder leidt een aangepaste fasering van de investerin gen tot minder pieken en dalen en tot het behoud van ken nis en kunde. Internationale samenwerking staat hoog op de agenda. Exportondersteuning vergt blijvende aandacht. Een betrouwbare thuismarkt is daarbij essentieel.
k ennis ter beschikking. Het kennisconvenant dat het marine bouwcluster met Defensie heeft gesloten, verdient verdieping en verbreding. Duurzame samenwerking kan meer ruimte creëren voor de uitvoering van de operationele taken. Dit kan bij het proces van behoeftestelling, bij inter nationale projecten en bij onderhoud en reservedelen. Dat past geheel in de ambitie van de Algemene Rekenkamer om de levensduurkosten te verminderen.
Meer armslag Investeren in veiligheid hoort bij de positie die ons land internationaal inneemt. Het levert bovendien een belang rijke bijdrage aan onze economie. Het belang van Nederland komt in de nota’s van het kabinet tot uitdrukking. Wij plei ten in het verlengde hiervan wel voor meer financiële arm slag en daarbinnen voor een investeringsquote van mini maal 20%. Vanuit dit perspectief hebben we met zorg kennis genomen van de nieuwe plannen. De financiële problematiek heeft genoodzaakt tot forse maatregelen, waarbij ook het ambi tieniveau is bijgesteld. Dat geeft onzekerheid voor personeel, plannen en projecten. De kritische ondergrens van de krijgsmacht is bereikt of op onderdelen over schreden. Gelukkig corri geert het Herfstakkoord met D66, CU en SGP enkele ingrepen bij de KL. De kerntaak van Defensie is operationeel optreden. Er worden evenwel weer gesneden in operationele capaciteiten. Het is een poging waard nog eens creatief te kijken naar taken die niet direct tot de operationele kern behoren. Het bedrijfs leven stelt graag zijn
Samenwerking bij onderhoud leidt tot het verhogen van inzetbaarheid van systemen en tot het behoud van kennis en ervaring. We kunnen hierbij nieuwe stappen zetten. Bij de landmacht zou dat mogelijk zijn in de vorm van een verdie ping en verbreding van het ‘Land Maintenance Initiative’. Dit in combinatie met ambitie van de minister en het parle ment om meer reservisten in te zetten. Er liggen ook moge lijkheden bij zee en lucht. Verder biedt het bedrijfsleven capaciteiten aan om op het gebied van voorraden en reservedelen intensief samen te werken. Veel voorraden lig gen daar als dood kapitaal en nemen veel ruimte in beslag. Het Nederlandse bedrijfsleven beschikt over innovatieve logistieke capaciteiten voor supply chain management, waardoor het mogelijk is de inzetbaarheid te verhogen tegen gereduceerde kosten. Het outsourcen van diensten biedt meer financiële armslag. Het is daarom van belang dat de beoogde projecten op het gebied van ICT, informatievoorziening en bewaken & bevei ligen voortvarend worden uitgevoerd. De daaruit voort komende voordelen kunnen worden gebruikt voor het op peil houden van de operationele capaciteit. Door uitgestelde investeringen wordt tussen 2015-2020 de continuïteit verstoord. Vervolgens ontstaat in de jaren 20202025 een stapeling bij de vervanging van fregatten, mijnen bestrijdingsvaartuigen en onderzeeboten. Wij pleiten dan ook voor het eerder beginnen van studies en technologie projecten, zodat ook de kennis op het gebied van de marine voor de toekomst kan worden zeker gesteld.
Duurzaam samenwerken Het is een goede zaak dat Defensie nieuwe impulsen geeft aan de Gouden Driehoek. Samenwerking tussen overheid, onderzoeksinstellingen en ondernemingen leidt namelijk tot het scherper formuleren van behoeften, tot betere produc ten en lagere kosten. Duurzame samenwerking krijgt vorm en inhoud bij interna tionale projecten. Het besluit over de voorgenomen aan schaf van de F-35 is dubbel belangrijk. Het heeft een grote toegevoegde waarde op operationeel gebied en een positief effect op de kenniseconomie en werkgelegenheid.
Cent van Vliet Directeur NIDV
29
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
AGENDA Een gratis abonnement op dit magazine U bent werkzaam bij de overheid en actief betrokken bij materieelverwerving, beleids-voorbereiding en/of communicatie? Dan kunt u gratis een persoonlijk exemplaar van dit magazine ontvangen. Dat geldt uiteraard ook Magazine voor werknemers van bedrijven die bij de NIDV zijn aangesloten. Ga naar onze website www.nidv.eu en vul daar online S JSFhet aanvraag'V ': S C S ;I formulier in. NIDV,M V TAND VAN ZAKEN
AHOY Rotterdam – 21 november 2013 NIDV Symposium en Tentoonstelling Noteer alvast en kijk op www.nidv.eu
PROGRAMMA
ERKENNINGEN DE KRIJGSMACHT VAN DE TOEKOMST
YMPOSIUM
YBER ECURITY
JAARVERGADERING
NNOVATIE
EILINK
ERPAKKINGEN
Colofon Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) Prinsessegracht 19 2514 AP Den Haag Telefoon : (070) 364 48 07 Fax : (070) 365 69 33 E-mail :
[email protected] Internet : www.nidv.eu Het nieuwsmagazine verschijnt 4 keer per jaar Eindredactie Mat Herben Abonnementen Deelnemers en medewerkers bij de overheid ontvangen dit blad gratis Advertentieverkoop Stichting NIDV Mevrouw S. Sahadew Lall Telefoon : (070) 364 48 07 Vormgeving en druk Media Krachtcentrale
NIDV SYMPOSIUM & TENTOONSTELLING
‘Samen investeren in Veiligheid en Ontwikkeling’
U komt toch ook netwerken in Ahoy! Het niet te missen
evenement op het gebied van veiligheid met een exposi-
tie van meer dan 125 bedrijven en stands van de overheid in drie hallen. En natuurlijk topsprekers tijdens het symposium.
10:00 – 10:05 W elkom door drs. K.M.H. (Karla) Peijs, voorzitter NIDV
10:05 – 10:25 Samen investeren in Veiligheid en
Ontwikkeling: videobijdrage Minister J.A. (Jeanine) Hennis-Plasschaert, Ministerie van Defensie
10:25 – 10:45 O verheid en Bedrijfsleven investeren in Veiligheid en Ontwikkeling De heer J. (Joost) Farwerck, Lid van de Raad van
Bestuur KPN, Managing Director Nederland
10:45 – 11:15 Pauze
11:15 – 11:35 Samen investeren in Veiligheid en
Ontwikkeling: European View Mevrouw C. (Claude-France) Arnould, Chief Executive of the European Defence Agency
Kruif, Commandant Landstrijdkrachten
NIDV magazine _ oktober 2013 nr. 3
30
NIDV Supportteam ir. A. Mom, Adviseur Internationale Samenwerking – KTZ b.d. Marcel Hendriks Vettehen, Adviseur Marine en Energie – Kol b.d. ir. J.L. Velmans, Adviseur Landmacht – Kol b.d. J. Zijlstra, Adviseur Luchtmacht en DMP Projecten – M. Herben, Senior Adviseur Nationale Veiligheid – G. van Loon, adviseur Export – J. Jansen, adviseur NAVO.
11:35 – 11:55 Paneldiscussie onder leiding van: de heer
drs. J.G. (Jack) de Vries Lgen M.C. (Mart) de
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave, mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de uitgever.
NIDV Kernteam Drs. C. van Vliet, Directeur – A. Schild, Manager Business Development Luchtmacht, secretaris NIFARP – Drs. M. Soeteman, Manager Business Development Marine Mr. R.H. van Dort, Voorzitter C2TPplatform, Manager Business Development ICT, Marechaussee en Landmacht – mevr. drs. P. Arts, Innovatiemedewerker – G. Brayé, Datamanager – Mevr. S. Sahadew Lall, Officemanager – Mevr. L.G.D. Mayer, Secretaresse – Mevr. N.M. Rosbergen, secretaresse.
Lt-gen A. (Sander) Schnitger, Commandant Luchtstrijdkrachten De heer R.G.C. (Ruud) Bik, Nationale Politie, plv Korpschef
11:55 – 12:05 Samenvatting voorzitter NIDV
12:30 – 14:00 L unch bij diverse buffet terrassen 12:30 – 18:00 B ezoek tentoonstelling.
Tijdens het middagprogramma zullen verschillende
contracten worden ondertekend en aandacht worden gevraagd voor nieuwe ontwikkelingen.
Algemeen Bestuur Stichting NIDV Mw. drs. K.M.H. Peijs, voorzitter – J.H.N. van Ameijden, Damen Schelde Naval Shipbuilding – Ir. G.J. Edelijn, Thales Nederland – Ir. H. Büthker, Fokker Aerostructures – R.P.J. de Mos, CGI Nederland – VADM b.d. J.W. Kelder, TNO Raad van Bestuur – D. Mackintosh, Bayards Aluminium Constructies – M.R. Brinkman, Airborne Composites – W. Tijsterman, Contour Advanced Systems – C. Haarmeijer, Re-lion – S. Miegies, CityGis
Joint programs
02 - 2010
STRATEGISCHE PARTNER VAN DE NEDERLANDSE KRIJGSMACHT B
ezoe Als een van de vooraanstaande leveranciers van defenNIDV S k ons tijden s het sietechnologie is de Rheinmetall Defence Group al vele ympos i u m stand 2 jaren een partner van de Nederlandse Krijgsmacht. De 6.116. 013, defensieproducten van Rheinmetall bepalen wereldwijd de norm voor kwaliteit en effectiviteit – van militaire trucks en rupsvoertuigen via simulatoren en elektro-optische systemen tot wapensystemen en munitie. Daarnaast biedt de nederlandse Rheinmetall vestiging in Ede een volledige service op het gebied van wielvoertuigen en beschermingssystemen.
www.rheinmetall-defence.nl
Voor de commandant die z’n manschappen weer veilig mee naar huis wil nemen
Communicatie is vaker van levensbelang dan u denkt. Daarom ontwerpt, installeert en beheert KPN Critical Communications vitale communicatiesystemen. Dat zijn communicatiesystemen die bijdragen aan een veiliger samenleving. Die levensreddend kunnen zijn. En die de gebruikers in staat stellen hun werk te doen. Onder alle omstandigheden! kpn.com/criticalcommunications
KPN Critical Communications