1 magazine Jaargang 16, oktober 2011
CONSULTANCY SPECIAL
financiële studievereniging Amsterdam
erslag Projectv ika fr Zuid-A I
MULTED R COLON SS BUSI E
Column Paul Nap Alumni aan het woord Op de bank bij Annisa Nieuw: FSA Magazine en Fiducie in 1 uitgave
+
Europe at by: a crossroads. magazine
Arjo Klamer Lex Hoogduin Wouter Koolmees Wim Boonstra Carien Wortmann-Kool Herbert Rijken Dirk Schoenmaker1
Inhoud Deze editie:
FSA Magazine Jaargang 16, Editie 1 Colofon
+
44
Redactie: Kasper Faas (hoofdredacteur), Sjoerd Keilman, Annisa Marconi, Maxime Schmitt, Sjoerd van Wagtendonk. Met dank aan: David Alvero Bouma, Debby Broos, Henriette Drukker, Ramon Hoebink, Joost Hoogervorst, Hans Kemp, Yorrick Koomen, Rogier Kouwenhoven, Paul Nap, Diedrik Oost, Alfred Prevoo, Gabor Ruigrok, Claudia Sanua, Michel en Robin Sweerts, Femke de Vries, Maud Wijsman Vormgeving: Kemp Design, Amsterdam Druk: Grafiplan, Enkhuizen Website: www.fsa.nl Contact:
[email protected] Advertenties: FSA Magazine verschijnt vier keer per jaar. Voor advertenties kan contact opgenomen worden met de Financiële Studievereniging Amsterdam (
[email protected]) Oplage: 4000 © 2011 FSA
Dus jij denkt dat alle accountants hetzelfde zijn? Ontdek het in Londen tijdens de Accountancy Business Course. Bij Deloitte laten we je graag het ware accountancyvak ervaren. Ga met ons op business trip en ontmoet onze organisatie, onze mensen én het echte werk van een accountant. Reken maar dat je aangenaam verrast zult zijn. Ben jij een 3e of 4e jaars WO-student Accountancy of Bedrijfseconomie, Economie of Finance met interesse in accountancy? Check dan hier het reisschema van jouw business trip: werkenbijdeloitte.nl/londen.
Hoewel de uiterste zorg is nagestreefd in deze uitgave kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever in deze geen aansprakelijkheid. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
1 3 5 6 9 11 12 14 16 17 18 21 22
Inhoud Voorwoord Agenda Carrière Via Wanted
CV op gesprek
FSA zoekt jou!
Bij Annisa op de bank
Bestuur
Redactie IBC AIC Projectreportage
Restyling FSA Magazine
FSA Meets: Ernst
& Young
Research Project
Multi Colored Business
26
Alumni aan het woord
Have a bite of The Big Apple
30 35 36 37 38 41 43
Consultancy Special
“Nobody knows…”
FSA Meets: PWC Nieuws uit de Pijlers Column Paul
Nap
Papparazzo Wist je dat?
Hé, wist je ook dat...
Wish list
magazine
3
Voorwoord
van de voorzitter: Femke de Vries
Beste lezer,
Het hele land als klant
De zomer is weer voorbij en een jaar vol uitdagingen, mogelijkheden en veranderingen breekt weer aan.Wij hebben als nieuw bestuur vol overgave en plezier de enigszins regenachtige zomermaanden in de FSA kamer doorgebracht, met vele ideeën, plannen en wensen voor het komende jaar. Ondertussen zijn de RP’ers weer terug na een geslaagd Research Project in Zuid-Afrika en de London Banking Tour heeft in september weer vele investment bankers in spe hun hart laten verliezen in het bruisende Londen. Verder staan de Beroependagen en de International Banking Cycle voor de deur. Gedurende de afgelopen maanden is er door de redactie ontzettend hard gewerkt om het prachtige nieuwe blad dat je voor je hebt liggen op tijd af te krijgen om het nieuwe jaar in stijl te kunnen openen. De FSA&Beyond en de Fiducie zijn
Hierbij presenteren wij het nieuwe FSA Magazine
vanaf dit jaar gecombineerd en bij deze presenteren wij aan jullie het nieuwe en verbeterde FSA Magazine dat ieder kwartaal zal uitkomen. Met nieuwe rubrieken, zoals ‘Nieuws uit de pijlers’, een carrièrespecial en een pijlerspecial, willen we dat jullie nog meer geïnformeerd worden over en gefascineerd worden door de financiële wereld. In deze uitgave wordt er gefocust op Consultancy. Het Fiducie katern is gericht op de huidige situatie in Europa.Vooraanstaande namen in de financiële wereld, waaronder Lex Hoogduin,Wim Boonstra en Arjo Klamer, geven ons meer inzicht in de afwegingen die gemaakt moeten worden bij de vraag hoe het verder moet in Europa. Naast onze redactie beginnen ook onze andere commissies op te starten. Er zijn weer veel enthousiaste nieuwe actieve leden, maar er is altijd ruimte voor meer ambitieus talent dat projecten voor de FSA wil organiseren. Heb jij interesse?
Meer weten over een baan als financieel specialist bij de Rijksoverheid? Kijk op financials.werkenvoornederland.nl.
Ontmoet ons op het Careerevent op 6 en 7 oktober 2011 in de Jaarbeurs.
Kom dan een keer langs op de FSA kamer of mail ons! We zijn ontzettend benieuwd wat jullie van het nieuwe FSA Magazine vinden en nodigen jullie uit om jullie reacties naar
[email protected] te sturen. Ik wens iedereen ontzettend veel leesplezier en een succesvolle start van het
Als financieel specialist bij de Rijksoverheid heb je veelzijdig werk. Je bereidt het financieringsbeleid voor, beheert de staatskas én de staatsschuld of je zorgt voor een correcte begroting of controlecyclus. Dat kun je doen op het gebied van zorg, onderwijs, verkeer, veiligheid, milieu, buitenlandse
4 www.werkenvoornederland.nl
betrekkingen, sport, infrastructuur. Allemaal zaken die van grote maatschappelijke betekenis zijn. In feite werk je dus voor alle Nederlanders. Het is hoe dan ook enorm interessant werk, waarbinnen je jezelf eindeloos kunt ontwikkelen. Meer weten? Kijk op financials.werkenvoornederland.nl.
magazine
academisch jaar! Femke.
magazine
5
W W W.G A A A N . N U
© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.
Agenda
2011
Sociale Evenementen:
Projecten:
SEPTEMBER
SEPTEMBER
22
International Banking Cycle:
Algemene Ledenvergadering I
29 - 30 Nomura
30 Commissieavond
OKTOBER
Marleen van Dijsseldonk, 25 jaar Junior adviseur KPMG Advisory “Onderweg naar een opdracht bij een klant in #Barcelona. Weekendje shoppen eraan vastgeplakt met vriendin daar.”
4 - 5
OKTOBER
Beroependagen
20
Tweedaags carrière-evenement in Hotel
Borrel I
Maandelijkse borrel in de Sluyswacht
Sofitel Amsterdam The Grand
6 - 7
International Banking Cycle: Credit Suisse
Oud-Besturendiner
13 - 14
International Banking Cycle: Deutsche Bank
NOVEMBER
4 10
Borrel II
NOVEMBER
Maandelijkse borrel in de Sluyswacht
30
Traders Trophy Amsterdam
26
Universiteit van Amsterdam, Roeterseiland
Actieve Leden Dag I
DECEMBER DECEMBER
8
8
Traders Trophy finale
Landelijke finale, Beursplein 5
Borrel III
Maandelijkse
6
magazine
Voor 24/7 updates over werken bij Audit of Advisory, check de KPMG-bloggers op www.gaaan.nu
borrel in de
Sluyswacht
Carrièrediner
Wordt later bekend gemaakt
magazine
7
Special: How to make it to the top.
Carrière
Tekst: Annisa Marconi
Door: Lesley Berlauwt
Via CV op gesprek
Afgewezen. Afgewezen. Afgewezen. En nog eens afgewezen... Van de twintig vacatures waar je op hebt gereageerd, heb je hooguit twee reacties teruggekregen.
En dan is het nog niet eens zeker dat die reacties positief zijn. Maar hoe zorg je ervoor dat die twee reacties er vijf worden, waarvan je er bij drie wordt uitgenodigd voor een gesprek? Een CV dat er gelikt en professioneel uitziet is een eerste stap. We zien bij de FSA ontzettend veel CV’s langskomen, waarvan er zeer goede tussen zitten maar ook een aantal die een opknapbeurt kunnen gebruiken. Lees verder voor alle tips & tricks over hoe je dit kunt doen.
magazine
Het CV Een aantal regels voor het samenstellen van jouw CV op basis van onze ervaringen: Houd deze volgorde aan: personalia, opleiding(en), werkervaring(en), extracurriculaire activiteit(en). Daarna kun je eventueel nog je talenkennis en relevante interesses vermelden. Zet je opleidingen en werkervaring in chronologische volgorde met je meest recente activiteiten bovenaan.Vermeld duidelijk de periode waarin je jouw opleiding hebt gevolgd en je werkervaring hebt opgedaan. Bijvoorbeeld: 06/2008 – 05/2009. Vermeld bij je werkervaring je functie en omschrijf jouw verantwoordelijkheden.Vermeld de hoofdvakken bij de middelbare schoolopleiding (in plaats van het profiel) en bij de hogere opleiding(en). Let op spelfouten(!) en correcte vertalingen naar het Engels. Lay-out is key. Hou het simpel, netjes en overzichtelijk. Maak het niet langer dan twee pagina’s en als je het digitaal instuurt, verstuur het dan in PDF. Personalia Het CV is het eerste dat recruiters bekijken. Zorg er daarom voor dat jouw CV opvalt en dat het professionaliteit uitstraalt. Het CV is namelijk de eerste indruk die zij van je krijgen. Geef daarom in je personalia, naast (uitgebreide) NAW, in twee of drie zinnen jouw eigenschappen en kwaliteiten weer. Op die manier zien bedrijven in een oogopslag of je competenties overeenkomen met waar zij naar op zoek zijn. Opleiding(en) Uit jouw opleiding(en) kunnen bedrijven je denkniveau en analytische vaardigheden opmaken.Vermeld bij je opleiding duidelijk de naam en plaats. Als je buitenlandervaring hebt opgedaan, zet dan ook het land erbij. Wees
echter consequent en zet dan overal het land erbij. Als je solliciteert in het buitenland, zet hoe dan ook het land erbij. De naam van een opleiding zegt veel, maar niet alles. “Economics and Business”, “Financial Administration” en “International Business Administration” zijn mooie, maar redelijk vage titels. Geef daarom de hoofdvakken van de opleiding weer.Vermeld ook eventuele extra vakken. Minors kan je apart vermelden en hoeven niet in dezelfde alinea als je hoofdopleiding. Als je mooie cijfers hebt gehaald, vermeld die dan ook. Alle cijfers van 8 of hoger mogen op je CV. Let wel op dat je niet een lijst van 20 vakken met cijfer vermeldt, doe dan gewoon het gemiddelde. Geef tenslotte ook aan of je je diploma hebt behaald of nog niet. Vergeet niet de naam en plaats van de onderwijsinstelling(en) te vermelden. Professionele ervaring(en) Welke (bij)baan zet je wel of niet op je CV? Waarschijnlijk was je eerste baan niet een executive positie bij een hoogstaand bedrijf. Sterker nog, de kans is groot dat de mensen bij wie jij solliciteert ook zijn begonnen als 15-jarige met een krantenwijk. Zo’n baantje lijkt misschien niets, maar het toont wel je bereidheid om op jonge leeftijd te werken. Sommigen begonnen als afwasser bij een restaurant en groeiden na een tijdje door en mochten het koude buffet maken. Dit baantje mag heel lang geleden lijken en niet relevant, maar je groei op jonge leeftijd toont wel karakter. Let wel op, het hangt heel erg af van het bedrijf waarbij je solliciteert of je dit soort baantjes vermeldt. Sommige bedrijven kunnen het wel waarderen, voor anderen is het totaal niet relevant. Vraag daarom altijd even na of ze jouw eerste baantjes relevant vinden en wat ze nog meer belangrijk vinden. Geef bij werkervaring altijd aan wat je functie was en omschrijf de bijbe-
magazine
horende taken en verantwoordelijkheden. Omschrijf duidelijk wat het baantje inhield en laat het zien als je in je positie bent gegroeid. Ga vervolgens ook even in op jou successen binnen het bedrijf. Omschrijf wat je bijdrage was en vermeld eventuele targets waar je mee hebt gewerkt. (Deze tips zijn ook toepasbaar bij de extracurriculaire activiteiten. ) Lay-out Het CV moet er netjes, overzichtelijk en professioneel uit zien. Gebruik niet alle kleuren van de regenboog. Indien je het toch niet kan laten, houd het dan bij zwart, grijs en donkerblauw. Gebruik geen creatieve lettertypes, haal hyperlinks eruit, zorg ervoor dat alles netjes onder elkaar staat en dat de alinea’s netjes inspringen. Lijntjes kunnen voor meer overzicht zorgen. Zet lijnen tussen de verschillende kopjes en een dubbele lijn onderaan het CV om het einde aan te geven. En als laatst, zet in een kop- of voettekst je naam en uit hoeveel pagina’s het CV bestaat. Zo is altijd duidelijk van wie het CV is en of er geen pagina mist. Hopelijk helpen deze tips & tricks jou bij het schrijven van je CV en krijg je het eerste voetje tussen de deur bij het bedrijf van jou keuze. Kijk ook eens op onze website fsa.nl
9
Word jij de aanjager van onze nieuwe investeringen? YEP!
Wanted
F I N AN CI ËLE S T U D I EVEREN IGI NG Amsterdam
FSA zoekt jou !
Het Rese arc Consultit h Project, FSA Congres, ion en A ccess Ac London countan cy zijn o Banking Tour, Ben jij ee p zoek n n ambitie aar jou! uze stude verslagen nt die me schrijven? e r wil dan Meld je d hoorcolle an aan als ges actief lid één van o bij de FSA aflopen en n z e top proje en organis In onze c cten! eer ommissie s doe je e Leer same rvar ingen nwerken op die van in kleine bedrijven pas commissi en ontwik es, kom in komen in jouw car kel jezelf ri contact m op fronte et de groo ère. n waar je tste Mail naar echt wat aan hebt. in uitdagend ternebetrekkingen @fsa.nl al lijkt om é sh én van on zodat we ze projecte et je leuk en je kunnen n te organis u itnodigen eren, We zien jo voor een uw mail g raag tegem gesprek. oet!
Het Young Executive Programme van PostNL Er is veel aan het veranderen bij PostNL. Zo zijn we in juni 2011 als zelfstandig bedrijf verder gegaan, na een splitsing van het vroegere TNT in TNT Express en PostNL. We blijven als marktleider actief in post, maar we gaan ook groot inzetten op pakketten en e-commerce. Daar kunnen we jou goed bij gebruiken, want een nieuw plan is pas goed als de financiële specialisten het kunnen onderbouwen.Je mag direct meedoen en leert de organisatie vanuit alle hoeken kennen. Daarom kiest echt talent voor het YEP van PostNL. Kijk voor meer informatie op werkenbijpostnl.nl
magazine
11
Bij Annisa op de bank Een nieuw jasje, een nieuwe titel... ...en nu ook een nieuwe manier van kennismaken: “Bij mij op de bank!” In deze rubriek zullen onze (nieuwe) actieve leden zichzelf heel even voorstellen. Niet de standaard “ik-ben-22-studeer-aan-de-universiteit-en-kom-uit-Volendam” (die info geven we jou in een mooi lijstje), maar een echt “diepte” interview. Bovendien stelt elke commissie zich samen voor. Dus geen individuen die bij elkaar gezet zijn, maar een team met betrokken teamleden die met z’n allen hun best doen om een succesvol project neer te zetten. De eer om deze nieuwe rubriek af te trappen is aan het nieuwe bestuur van de FSA. Sjoerd, Maud, Henriëtte, Femke, Rogier en ondergetekende zullen dit collegejaar zich 100% inzetten voor de vereniging. Maar wat gaat er nu schuil achter het 2011-2012 fundament van de FSA, de mannen en vrouwen die dé bestuurskamer continue bezetten, die zich in het zweet werken om van élk project een tóp project te maken?! Waarschijnlijk vraag je je af wie dit fantastische Magazine voor elkaar heeft gekregen.Welke commissies zijn er al rond? Lees verder en hopelijk worden deze vragen beantwoord en weet je wie er schuil gaan achter de vereniging. Groetjes, Annisa
Bestuur Henriëtte Drukker Geboorteplaats: Heerlen Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: MSc Business Administration – Financial Management
Doen waar je goeD in bent! BDO behoort tot de top 5 van accountants- en advieskantoren. Met ruim 2.000 collega’s, werkend vanuit 27 vestigingen verspreid over heel Nederland ondersteunen en adviseren wij onze klanten. Al deze klanten zijn uniek. En jij bent dat ook! Tot de tanden toe bewapend met kennis, lef en inzicht, ga jij voor hen het gevecht met de cijfers en regelgeving aan en weet jij een toegevoegde waarde te bieden. Professionele en persoonlijke talentontwikkeling staan hierbij centraal. ‘Doen waar je goed in bent’, is het motto. BDO schept daartoe alle randvoorwaarden. Een betere start voor het realiseren van je ambities als accountant, fiscalist of consultant is er niet. Aan jou om deze start te maken. Wil jij je talent optimaal ontwikkelen? Ga dan voor alle voordelen van een carrière bij BDO naar www.werkenbijbdo.nl of neem contact op met Eveline Stam, recruiter, tel.: (020) 543 21 00
BDO ACCOUNTANTS & ADVISEURS VOOR VRIJ ONDERNEMEN
Annisa Marconi Geboorteplaats: Purmerend Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: MSc Business Economics – Finance
International Banking Cycle: Claudia Sanua Geboorteplaats: Johannesburg Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: Msc Financial Management Ramon Hoebrink Geboorteplaats: Almelo Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: BSc Economics and Business, richting Finance
Femke de Vries Geboorteplaats: Wageningen Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: MSc Business Economics – Finance & Organisation Economics
Amsterdam Investment Cruise: Debby Broos Geboorteplaats: Ossendrecht Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: MSc Business Economics track Finance
Sjoerd Keilman Geboorteplaats: Heiloo Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: MSc Business Administration – Financial Management
Yorrick Koomen Geboorteplaats: Ede (Gld) Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: BSc Economie & Bedrijfskunde, richting Financiering en Organisatie
Redactie Kasper Faas Geboorteplaats: Haarlem Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: MSc Business Administration – Financial Management Maxime Schmitt Geboorteplaats: Breda Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: MSc Business Administration – Strategy and Organisation Sjoerd van Wagtendonk Geboorteplaats: Gouda Universiteit: Universiteit van Amsterdam Studierichting: Bsc Economie en Bedrijfskunde
Rogier Kouwenhoven Geboorteplaats: Heemstede Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: BSc Business Administration – Financial Management Maud Wijsman Geboorteplaats: Venlo Universiteit: Vrije Universiteit Studierichting: BSc Bedrijfskunde – Finance
magazine
13
Bij Annisa op de bank: Henriëtte heeft twee verschillende sokken aan! Rogier: “Bestuursvoet van de week!” Henriëtte: “Ja haha, een roze en een zwarte. Femke heb jij dan wel dezelfde sokken aan?” Femke: “Ja natuurlijk, het is normaal hoor om dezelfde sokken aan te hebben.” Jongens, zullen we nu even serieus het interview afleggen? Maud: “Ja, Annisa heeft gelijk.” Goed, ik denk dat het handig is als we
even uitleggen waarom we in hemelsnaam met dat bord op de foto gaan.Wie kan dat het beste uitleggen? Allen in koor: “SJOERD!!” Sjoerd: “Nou dan word ik meteen opgepakt. Het is een beetje illegaal.” Rogier: “Ja hoe vond je hem eigenlijk?” Sjoerd: “Het lag ergens, tegen een paal…” Maud: “Laten we bij het begin beginnen: we waren op overdrachtsweekend met het oude bestuur om ons een beetje voor te bereiden op het be-
stuursjaar in een niet nader te noemen dorpje. Op vrijdagavond gingen we met z’n allen..” Sjoerd: “Naar de ******.” Ja, die tent heette ‘t Gat van …’ Sjoerd: “Daar begon het gespuis.” Maud: “Voetjes gingen van de vloer, een drankje werd genuttigd…” En toen dat bord? Henriëtte: “Nee, we zijn er nog lang niet.” Rogier: “Was dat voor- of nadat Gabor, (oud bestuur red.), aan een balkon hing?”
,, Jongens, zullen we nu even een ,, serieus interview af leggen?
Rogier Annisa
14
Maud Henriette Sjoerd
magazine
Femke
Door: Annisa Marconi
Was dat voor- of nadat jij aan een bél hing, letterlijk?! Rogier: “Haha, ja, zullen we het daar niet over hebben?” Dat bord dan?! Sjoerd: “Dus, dat was nog die ‘plank’ periode. Toen ik op twee palen aan het planken was viel mijn oog op het bord dat ergens lag, zonder eigenaar. Ik vond hem toen wel mooi en eenzaam, dus ik vond het wel een goed idee om hem mee te nemen.” Femke: “Dus eigenlijk is het een flauw grapje van het bestuur (een traditie die we willen beginnen).” Mooie start van ons bestuur he? Misschien dat iedereen kan vertellen waarom hij of zij het bestuur is ingegaan? Maud: “Ik had na twee commissies niet genoeg van de FSA!” Henriëtte: “Ik was na twee jaar nog niet klaar met de FSA! En ik wilde nog niet werken.” Rogier: “Zal ik eens serieus antwoorden dan?! Ik ben gefascineerd door de financiële wereld en wilde mij er op een leuke manier in verdiepen. Daar is deze vereniging heel geschikt voor.” Femke: “Het leek mij machtig interessant en een grote uitdaging om voorzitter te zijn dus ik ben blij dat ik het ben geworden.” Sjoerd: “Ik wilde mij na mijn premaster verder ontwikkelen. Ik heb hiervoor namelijk Hogere Hotelschool gedaan en dit vond ik wel een uitdagende stap.” Wat vind je tot nu toe de grootste uitdaging in het bestuurschap? Maud: “Nou, ik vind die ICT-dingen wel pittig hoor. Omdat ik secretaris ben, heb ik de verantwoordelijkheden over de ICT op me gekregen, dat is echt een uitdaging joh!” Femke: “Ja, maar je wordt echt een ICT expert! Handig voor later.” Rogier: “Wat leer je toch veel hier he?” Rogier, hoe heb jij jouw nieuwe functie ervaren in de afgelopen weken? Femke: “Femke zieken.” Rogier: “Haha, ja, ik heb voornamelijk één van mijn bestuursleden getest. Oké, even serieus: heel leuk. Ook samen met Henriëtte (samen met Rogier bedrijfscontacten, red.), vorm ik een goed duo. Wat ik heb gemerkt heb is dat wij sterk naar buiten toe gericht zijn (bedrijven, red.), iets wat de rest van het bestuur
minder heeft. Maar ik denk dat iedereen geschikt is voor zijn of haar functie. Ik vind dat het klopt allemaal.” Komt dat doordat we nu al in die functie zitten of omdat het echt geschikt was voor die persoon? Rogier: “Nou, misschien een beetje beide. Ik vind dat iedereen het snel opgepakt heeft.” Femke: “Ja dat vind ik ook. Iedereen past echt in zijn of haar functie.”
“...want jullie zijn toch niet zo vrouwelijk.” Zeg, hoe vinden jullie het eigenlijk om in een vrouwenbestuur te zitten? Rogier: “Haha, ja ik weet nog dat ik Arjan aan de telefoon had en dat hij zei dat er drie meiden bekend waren. Ik zei vervolgens: ‘Als er een vierde bij komt, ben ik weg!’ En toen zei Arjan ‘Wacht maar af.’ grinnikend.” En wat denk je nu dan?! Rogier: “Nou, toen ik hoorde wie er allemaal in zitten, vond ik het wel prima want jullie zijn toch niet zo vrouwelijk.” De vier meiden in koor: “WAT?!?!” Rogier: “Oh nee! Ik bedoel, jullie zijn geen tutjes. En jullie zijn alle vier verschillend. Hoewel er wel van die vervelende vrouwen trekjes zijn.” Zoals? Sjoerd: “Rosébier!” Hoe denk jij erover Sjoerd? Hebben jij en Rogier nu een betere band als enige mannen in dit bestuur? Sjoerd: “Ja, we moeten wel echt tegenwicht bieden.” En hoe denk je dat te doen? Sjoerd: “Letterlijk tegengas bieden.” Femke: “Nou ja! Als jullie dat gaan doen dan word ik echt een gemene voorzitter.” En gaat dat nu goed? Sjoerd: “Ja, het gaat nu wel beter dan in het begin. Vergaderen werd in het begin echt een kippenhok.” Rogier: “Pfff, dat had ik ook geen jaar getrokken hoor.” Sjoerd: “Maar het gaat nu echt beter, er wordt ook beter geluisterd.” Rogier: “Inderdaad, in plaats van enthousiast door elkaar gillen. Enthousiasme was er wel, maar er werd toen nog
heel veel door elkaar geroepen.” Femke: “Maar Annisa, wat vind jij dan? Jij houdt nu wel dit interview, maar we moeten ook jou een beetje voorstellen aan de FSA’ers.Wat doe jij precies?” Jeetje, ja ok. Nou, ik ben de Interne Betrekkingen van dit jaar. Houdt in dat ik het aanspreekpunt ben van alle actieve leden en dat ik al onze leuke activiteiten mag organiseren. Leuke functie he? Femke: “En wat verwacht jij van dit jaar?” Wat ik verwacht is dat we iets moois gaan opzetten met z’n allen. Ik denk dat we een goed team zijn. We spelen ook steeds beter op elkaar in en dat wordt alleen maar beter. Helemaal wanneer alle projecten gestart zijn. Maud: “Ik denk dat we de FSA naar een hoger niveau zullen brengen.” Sjoerd: “Denk ik ook!” Zijn er nog dingen die jullie nog aan de FSA’ers willen meegeven? Femke: “Ze kunnen altijd naar ons toestappen voor mogelijkheden binnen en buiten de FSA.” Rogier: “Niet alleen mogelijkheden, maar ook met vragen en of opmerkingen.” Sjoerd: “Inderdaad, vragen en opmerkingen, niet alleen over de FSA maar ook over dit blad! We hebben in het Fiducie gedeelte mooie interviews en columns staan. Als je er op zou willen reageren, mail ons dan op
[email protected]. We sturen jouw vragen en opmerkingen graag door naar de auteur.” Haha, meteen even het Magazine promoten he? Dan doe ik dat ook: zoals jullie zien is het FSA Magazine helemaal nieuw. Er zitten nieuwe rubrieken bij, nieuwe schrijvers en een compleet nieuwe look. We horen graag van jou wat je ervan vindt. Heb je een idee om de look-and-feel nog beter te maken, vind je bepaalde rubrieken leuk of juist niet, laat het ons alsjeblieft weten. Daarmee kunnen wij elke editie weer verbeteren.
[email protected]
magazine
15
Bij Annisa op de bank:
Door: Annisa Marconi
De mensen zijn hier een stuk drukker en heel direct
Maxime
16
Kasper
magazine
Sjoerd
Zeg heren, jullie zijn al een tijdje bezig met het vernieuwde FSA Magazine. Hoe bevalt het tot nu toe? Kasper: “Heel goed, we hebben natuurlijk een fantastisch team! We kennen elkaar nog maar kort, maar ik denk dat we de samenwerking snel en goed hebben opgezet.” Wat is jouw rol in deze commissie? Kasper: “Ik ben hoofdredacteur. Houdt in dat ik een beetje zorg dat alle rubrieken klaar zijn, dat het uiterste uit deze heren wordt gehaald. Zelf ben ik ook bezig met het Fiducie gedeelte.” Maxime, hoe vind jij het tot nu toe? Maxime: “Ja leuk. We voegen de oude Beyond en Fiducie nu samen en dat is voor ons een mooie uitdaging. Ik ben zelf voornamelijk bezig met de Fiducie en voor het algemene gedeelte van deze editie heb ik de ‘Pijler Special’ op me genomen. Ik ben bijvoorbeeld met Kasper mee geweest naar het Binnenhof om Wouter Koolmees te interviewen.” En Sjoerd, hoe bevalt het jou? Sjoerd: “Ik focus me op de eerste helft van het Magazine, o.a. de rubrieken ‘Wishlist’ en ‘Wist je dat’. Mooie uitdaging. Ik zit er net een maand in en heb al veel geleerd.” Wat heb jij hiervoor gedaan? Sjoerd: “Ik heb 9 jaar in NieuwZeeland gewoond en heb daar voor de fietsclub aan de nieuwsbrief gewerkt. Maar die is niet zo uitgebreid als het FSA Magazine en het was minder professioneel. Dus dit is daar een mooie aansluiting op.” Sinds wanneer ben je weer terug in Nederland? Sjoerd: “Sinds vorig jaar terug in Nederland om te studeren. Ik ga nu naar het tweede jaar van mijn studie. Het begint nu wel te wennen hier in Nederland.”
Welke verschillen zie je in de cultuur en de mensen? Sjoerd: “De mensen hier zijn een stuk drukker en heel direct. In Nieuw-Zeeland is het meestal wat meer laid-back.” Merk je dat in de samenwerking met Kasper en Maxime? Maxime: “Wij zijn ook heel laid-back.” Sjoerd: “Haha, nou ja, eigenlijk wel.” Kasper: “Ja, ik maak me ook niet zo heel druk om dingen. Ik mag m’n hoofd als hoofdredacteur niet verliezen wanneer de deadlines dichterbij komen.” Wat hopen jullie te ontwikkelen tijdens deze commissie? Maxime: “Ik vind het belangrijk om om te leren gaan met professionals. Niet alleen voor interviews, maar bijvoorbeeld ook het feit dat wij voor deze editie met een professionele designer aan het werk zijn.”
Het leuke is dat het hele team bij alles van A tot Z betrokken wordt. Kasper: “Ja het leuke is dat het hele
team bij alles van A tot Z betrokken wordt. Wij mogen ook meepraten en meedenken. We hebben met z’n allen, redactie en bestuur (red.), bij de ontwerper gezeten. Iedereen wordt op de hoogte gehouden van alle partijen.” Sjoerd, Kasper en Maxime kenden elkaar al voordat ze in de redactie zaten. Merk jij daar veel van? Sjoerd: “Ja dat merk ik wel. Maar het is niet zo dat ze mij buitensluiten of iets dergelijks. Ik word voor alles gevraagd en doe met alles mee.” Jullie lopen nu al enige tijd rond bij de FSA. Zijn jullie verwachting waargemaakt? Sjoerd: “Ik vond dat de FSA een
magazine
professionele en ambitieuze uitstraling heeft en ik heb nu zelf gezien dat dat ook echt het geval is.” Kasper: “Dat vind ik ook. Wat ook zo is, is dat het bestuur heel makkelijk te benaderen is. Hoewel er duidelijke rolverdelingen zijn binnen het bestuur, is iedereen wel benaderbaar. Het is niet moeilijk om met iemand in contact te komen. Als je een goed idee hebt, dan is er ook echt ruimte voor om dat te realiseren. Dat wist ik niet voordat ik bij de FSA kwam.” Maxime: “Ik had zelf niet echt verwachtingen. Ik ben nog nooit op een congres of iets dergelijks geweest. Ik ken het alleen van de poster en de flyers. Mijn perceptie over studieverenigingen was wel dat ik dacht dat bestuursleden hun functie alleen maar bekleden om hun CV op te krikken. Ik zie nu dat de bestuursleden en andere commissieleden echt heel hard werken van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds. Tegelijkertijd is er een hele fijne sfeer en is iedereen in voor een grap.” Hoe wordt de eerste editie? Maxime: “We hebben de eerste schetsen van de ontwerper gezien en dat wordt echt mooi. Ik heb er echt alle vertrouwen in.” Sjoerd: “We kunnen straks echt vanaf de eerste editie verder bouwen om van elke editie een betere te maken.” Kasper: “En de volgende edities zullen alleen maar beter worden.Van deze eerste editie leren we al heel veel en ik denk dat we straks sneller en beter zullen werken.” Feest als de eerste editie klaar is? Kasper: “Volgens mij heb jij al iets koud staan…”
17
Bij Annisa op de bank: ,,...en ik vind de IBC een van de mooiste projecten van de FSA.,, Ramon, hoe ben jij bij de FSA gekomen? Ramon: “Ik ben in december lid geworden van FSA. Ik ben begonnen bij het mutual fund en organiseer dit jaar de IBC. Ik heb banking altijd heel interessant gevonden en ik vind de IBC een van de mooiste projecten van de FSA.” En Claudia, je bent redelijk ziek, heeft dat te maken met deze beginperiode van het nieuwe collegejaar waarin verschillende nieuwelingen worden verwelkomd? Claudia: “Ja wel een beetje, de afgelopen twee weken ben ik helemaal *maakt-raar-geluid* geweest. Maar de laatste paar dagen niet hoor, want ik had tentamen. Maar goed, ik ben dus Claudia, geboren in Johannesburg in Zuid-Afrika. Ik woon nu 3,5 jaar in Amsterdam. Ik heb ook 1,5 jaar in New York gewoond.” Oh, wat heb je daar gedaan? Claudia: “Ik kwam daar via een tennisbeurs. Dus ik heb daar getennist.” Je zat niet op Manhattan toch? Claudia: “Nee, op Long Island. En dat
Claudia
was allemaal wel leuk, maar niet echt, dus ben ik naar Amsterdam gegaan.” Hoezo vond je het niet zo leuk daar? Claudia: “De cultuur is daar anders dan hier. Bovendien moest ik daar iedere dag om 7.00u ’s ochtends tennissen en in de weekenden ook. Dus ik had niet echt een studentenleven.” En toen koos je voor Amsterdam?
Dus ik had niet echt een studentenleven. Claudia: “Ja, ik was hier eerder voor 6
weken geweest en dat beviel mij wel.” Ramon: “En jouw moeder komt hier toch vandaan?” Claudia: “Ja inderdaad en m’n vader is Belgisch.” Hoe ben je bij de FSA terechtgekomen? Claudia: “Ik ben bij de Beroependagen geweest, waar wij elkaar nog ontmoet hebben.” Ramon: Ah ja, dat is waar ook!
Ramon
Claudia: “Ja, en omdat ik nog iets naast
mijn studie wilde doen heb ik voor deze commissie gesolliciteerd en ben heel blij dat erin zit. Ik heb namelijk een hele leuke collega, Ramon.” Haha, dus jullie vinden elkaar wel aardig? Ramon: “Ja, heel aardig!” -Sjoerd komt binnen lopenSjoerd, kan jij het een beetje vinden met je commissie? Sjoerd: “Nee, absoluut niet. Ten eerste kan ik het niet met ze vinden. Totaal niet representatief.” Ramon: “Dit is gewoon veel te hoog gegrepen voor Sjoerd.” *schieten nu alle drie in de lach* Goh, jullie zijn niet echt blij met de coördinator zo te horen! *blijven lachen* Ach, het sarcasme straalt ervan af. Sjoerd: “Nee joh, ik ben heel blij met hen. Ramon heeft in het begin super veel gedaan om zalen te regelen. En Claudia…” Ramon: “En nu is alles in een keer weggevaagd door het idee van Claudia!” Sjoerd: “Claudia had het briljante idee om het niet te doen – de zalen van Ramon. Ze heeft een andere locatie gevonden en als haar plan doorgaat zal het nog veel beter worden.” Verder hebben we het nog gehad over het Tanzaniaanse lerarenschap van Ramon, een 24 uur durende vliegreis van Claudia en stiekem hebben de commissieleden met complimentjes over elkaar gestrooid.
18
magazine
Door: Annisa Marconi
,,...de FSA heeft een goede reputatie.,, Ik weet stiekem al dat jij, Debby, uit Brabant komt en dat Yorrick vorig jaar het congres heeft georganiseerd. Maar niet al onze lezers weten dat, dus ik zou zeggen, stel jezelf even kort voor. Debby: “Om te beginnen, ik kom dus eigenlijk uit Bergen op Zoom, dus Zuid-West Brabant, heb Algemene Economie gestudeerd aan de Universiteit van Tilburg en heb afgelopen jaar een bestuursfunctie gedaan bij UniPartners. Na vier jaar in Tilburg te hebben gewoond, vond ik dat het tijd werd voor vernieuwing en heb ik gekozen om mijn master in Amsterdam te doen.” Hoe ben je bij de FSA terechtgekomen? Debby: “Ik heb uiteraard mezelf georiënteerd, maar ja, financiële studievereniging, daar liggen mijn interesses. Bovendien sprak de professionaliteit mij aan. En de FSA heeft een goede reputatie.” Waar heb je gelezen dat de FSA een goede reputatie heeft? Debby: “Dat hoor ik van een heleboel mensen. In Tilburg ook!” En jij Yorrick? Yorrick: “Ah, nou, ik ben dus Yorrick. Ik ga aan m’n derde jaar Economie en Bedrijfskunde beginnen.” Welke richting? Yorrick: “Financiering en organisatie.” Huh? Hebben ze het nu alweer omgegooid?! Yorrick: “Ja, nieuwe vakken, nieuwe blokken, en die vrije maand januari hebben ze eruit gegooid -trekt een zielig gezicht-. Maar ik wil dit jaar m’n BSc afronden. Toen ik vorig jaar in m’n tweede jaar zat, wilde ik er iets bij doen. Ik heb me daarom voor de congrescommissie opgegeven. En gelukkig werd ik aangenomen, want ik heb echt veel geleerd. We hebben er zo’n zeven maanden aan gewerkt en ik moet zeggen dat het echt een mooi congres was.” Wat deed je voor het congres? Yorrick: “Ik was penningmeester en samen met Jeroen deed ik ook acquisitie
van sponsoren. Claire was voorzitter en verder nog Sander Diedrik was onze coördinator. En het was echt een mooi succes. De studenten, de commissie en de sprekers waren allemaal tevreden.” - Henriëtte, coördinator project (red.), komt binnen lopen -
Maar ja, financiële studievereniging,daar liggen mijn interesses. En dit jaar ga je AIC organiseren. Samen met Debby. Spannend he, dat jullie elkaar vandaag voor het eerst zien? Yorrick, wat is jouw eerste indruk van Debby? Yorrick: “Jah leuke meid, ze is heel enthousiast over de AIC. Ik denk dat we wel een goed team zullen zijn.” En jij Debby? Wat is jouw eerste indruk van Yorrick? Debby: “Positief, ik ben ook blij dat je vorig jaar het congres hebt georganiseerd. Het is wel fijn dat ik met iemand samenwerk die al bekend is bij de FSA.” Henriëtte, jij hebt wel een super commissie he? Eén heeft het congres georganiseerd, de ander heeft er net een bestuursjaar op zitten. Henriëtte: “Haha ja, ik heb het mezelf wel makkelijk gemaakt. Ik weet dat Yorrick vorig jaar heel goed het congres heeft georganiseerd en Debby heeft er inderdaad al een bestuursjaar op zitten. Bovendien dacht ik dat ze wel goed zouden kunnen samenwerken.” Ja Debby, hoe was het eigenlijk bij UniPartners? Debby: “Ik was
Debby
penningmeester en projectmanager. Wij, de studenten, werkten als een soort consultants voor de bedrijven. Voor een koffieproducent gingen we bijvoorbeeld kijken hoe de kostprijs werd opgebouwd.” Yorrick, tijdens het lustrumfeest vertelde je dat je een reis hebt gemaakt na de middelbare school. Kan je ons er wat erover vertellen? Yorrick: “Ja, na m’n VWO had ik zin om er tussen uit te gaan. Ik wilde nog niet direct studeren. Ik ben toen 4,5 maanden gaan reizen naar San Francisco, Australië, Nieuw-Zeeland en uiteindelijk naar Tokyo. “ Waar was het mooiste plekje van de reis? Yorrick: “Nou, dat is lastig te zeggen, ik heb een heleboel mooie plekjes gezien. Maar ik moet toch zeggen dat ik de oostkust van Australië heel mooi vind. Met name The Great Barriere Reef. Maar Alcatraz in San Francisco was ook indrukwekkend. En als je vanuit Nieuw-Zeeland, een van de meest rustige plekken in de wereld, in een metrostation in Tokyo terrecht komt is dat een enorme cultuurshock.” Nou jongens, nog heel veel succes! Met zo’n commissie zal de AIC echt een mooi succes worden.
Yorrick
1 magazine Jaargang 16, oktober 2011
Projectreportage
Door: Sjoerd Keilman
financiële studievereniging Amsterdam
magazine 1
FSA MAGAZINE
www.werkenbijpwc.nl
Jaargang 16, oktober 2011
Soms wil je alleen de sfeer proeven
een interview bij “Annisa op de bank”. Wat voornamelijk naar voren kwam is dat het Magazine ‘ludiek’ is en leuk is voor leden en andere belangstellenden om te lezen.
Ondanks dat Volendam en zijn wonderen van visserij, klederdracht en klasse van legio bekende Volendammers mij in het verleden weinig hebben weten te verleiden tot bezoeken, heb ik mijn mening moeten bijstellen. Immers tijdens het overdrachtsweekend begin juni op het Marinapark van Volendam is het idee door het vorige bestuur geopperd om de FSA&Beyond en de Fiducie om te vormen tot één magazine. Het huidige bestuur stond vanaf het begin positief tegenover het plan om de toch iets gedateerde FSA&Beyond en Fiducie een opfrisbeurt te geven.
Uiteraard wisten we van tevoren dat het samenvoegen van de bladen geen kwestie van ze op elkaar leggen en vastplakken zou zijn. Maar we hadden daarnaast op zijn zachts gezegd weinig ervaring met het creëren van een nieuw magazine. Waar begin je bij als je een nieuw magazine gaat maken? De coördinatoren van het Magazine, Annisa voor het algemene gedeelte en Sjoerd K(eilman) voor het Fiducie katern, hebben vanaf het begin vormgevers benaderd om het FSA Magazine een nieuwe ‘look and feel’ te geven. Nadat enkele basisvoorwaarden waren vastgelegd, zijn er rond de 15 ontwerpers aangeschreven. Daaruit zijn er 3 uitgerold die aan onze basisvoorwaarden voldeden en hebben we met elk van hen om de tafel gezeten. Het werven van commissieleden voor de diverse projecten was van start ge-
gaan en begin juli was de commissie van de Fiducie rond. Kasper en Maxime lieten veel gretigheid zien om de naam Fiducie in stand te houden en er nieuw elan aan te geven. De onstuimigheden rondom de stabiliteit van Europa waren voor de economie en landen vervelende ontwikkelingen, maar voor de Fiducie kwam het niet ongelegen om snel tot een onderwerp te komen en gerenommeerde auteurs aan te trekken. Voor het algemene gedeelte van het Magazine is er een brainstormsessie geweest met de redactie, het huidige bestuur en FSA Alumni. Uit verschillende hoeken kwamen zeer goede en leuke ideeën om het algemene gedeelte voor elke lezer aantrekkelijk te maken. De punten die naar voren kwamen waren de interactie met actieve leden verhogen, nieuws uit de vier pijlers van de FSA uitlichten en het voorstellen van nieuwe commissies door middel van
Het aantal benaderde ontwerpbureaus bleek nog niet genoeg te zijn en Kasper droeg nog een nieuw bureau aan, Kemp Design. Na meerdere vergaderingen en contact met de Raad van Commissarissen werd besloten om met Hans Kemp in zee te gaan. Een brainstormsessie met Hans werd ingelast en er werd besloten om een nieuw formaat te gaan gebruiken. Rogier en Henriëtte, die de functies bedrijfscontacten vervullen en zeer betrokken bij het project zijn geweest, waren op het eerste moment wat sceptisch, maar waarschijnlijk overtuigd door het argument van Annisa: ‘Er wordt toch alleen van de bovenkant een strook van het papier afgehaald en weer aan de zijkant geplakt?!’
figuurlijke extase en ondanks de heftige Kom verder met de Audit Course Barcelona regenbuien begon de zon in ons te schijnen. Op zondagmiddag werd een extra afspraak met de commissie ingepland bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam om de voortgang te evalueren, deze was kort en bondig: content schrijven! Gelukkig bleef het regenen wat de productiviteit ten goede kwam. Door stevig door te werken en deadlines te halen (en soms iets te rekken) hebben we alle content op tijd kunnen krijgen en heeft Hans Kemp zich losgelaten op het ontwerp en de opmaak van het Magazine. Contactpersoon: Marieke Bosmans 088 792 15 70
[email protected]
Wanneer, wie en hoe? Van 17 tot en met 20 november 2011 3e- en 4e- jaars studenten met ambities binnen Accountancy Meld je vóór 10 oktober 2011 aan op werkenbijpwc.nl/auditcoursebarcelona
© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.
4694-49 PwC RC Adv. Barcelona A5 Fiducie FSA.indd 1
20
MULTED R COLON S BUSI ES
Nieuw: FSA Magazine en Fiducie in 1 uitgave
Europe at by: a crossroads.
+
Arjo Klamer Lex Hoogduin Wouter Koolmees Wim Boonstra Carien Wortmann-Kool Herbert Rijken Dirk Schoenmaker
9/7/11 9:30:55 AM
FSA-cover-okt2011.indd 1
21-09-11 15:09
Uiteindelijk mogen we trots zijn op het eindresultaat: een compleet vernieuwd Magazine voor de FSA. Mocht ik nog tips geven aan iemand die een magazine wil maken: begin op tijd en het liefst iets eerder. Hopelijk lezen jullie dit vernieuwde Magazine met plezier. Schroom niet om ideeën of kritische noten met ons te delen!
magazine
De spanning nam toe bij een blik op de naderende deadlines. Een week na de eerste sessie bij Kemp Design presenteerde Hans zijn eerste ideeën. Het aanschouwen van de opzet van het nieuwe magazine, leidde tot extra motivatie en drang om te gaan schrijven. De grote foto’s, opmaak van tekst en het zalmroze papier voor de Fiducie brachten ons tot
How to make it to the TOP
4 jaargang 15
finaciele studieveren iging Amsterdam
Project verslag: Multinational battle
In gesprek met Rinnoo y Kan FSA lustrum Project versl agen Nieuw: FSA
magazine
CONSULTANCY SPECIAL
rslag Projectve ka fri Zuid-A I
Column Paul Nap Alumni aan het woord Op de bank bij Annisa
FSA.NL - OKTOBER 2011
Restyling FSA Magazine
Sjoerd W(agtendonk) had werd ondertussen ook aan het team toegevoegd om met Annisa aan de inhoud van het algemene gedeelte te werken. Niet alleen zijn inzet (zelfs tijdens een korte break in Italië) werd gewaardeerd, maar ook het bezit van een professionele camera werd als een prettige toevoeging ervaren.
In Barcelona voel je het bruisen. Van de Sagrada Familia tot Parc Güell; er hangt iets moois in de lucht. De stad is continu in ontwikkeling en daarmee is het de aangewezen plek voor een even pittige als prettige business course. Wil je meer dan alleen sfeer proeven, haal dan vier dagen lang het beste uit jezelf en laat zien wie je bent. Heb jij de ambitie om jezelf verder te ontwikkelen én wil je PwC en je toekomstige collega’s leren kennen? Schrijf je dan in vóór 10 oktober 2011.
JAARGANG 16 - EDITIE 1 CONSULTANCY
Soms wil je het onderste uit de kan
financiële studievereniging Amsterdam
magazine
+
Magazine en
Fiducie in 1
uitgave
Rising commodity prices
21 The commod bull market ities
FSA Meets: Ernst&Young IF YOU CAN MAKE IT HERE, YOU CAN MAKE IT ANYWHERE Kwalificeer je voor de Ernst & Young Masterclass New York
Bedrijfsprofiel
Profiel interviewee:
Ernst&Young
Tineke Vrolijk
Aantal landen gevestigd: 695 landen Aantal medewerkers wereldwijd: 141.000 Aantal medewerkers NL: 4.000 Gemiddelde leeftijd onder personeel: 34,9 jaar Man/vrouw verhouding: 4:3 Aantal jaarlijks aan te nemen academic 250
Leeftijd 27 Opleidingen Bachelor Accountancy aan de Haagse Hogeschool, Master Accounting & Control aan de VU, PDO Accountancy aan de VU Nevenactiviteiten tijdens opleiding Doordat ik naast mijn fulltime baan gestudeerd heb (deeltijdstudie) heb ik weinig tijd gehad voor extracurriculaire activiteiten. Aantal jaren actief bij huidige werkgever (Ernst & Young) 4 jaar
Hoe ben je bij dit bedrijf terechtgekomen? Voordat ik, in 2007 bij, Ernst & Young in dienst trad werkte ik reeds in de controlepraktijk van mijn vorige werkgever. Na enkele jaren in dienst te zijn geweest zocht ik naar een nieuwe uitdaging en een baan waar ik mezelf op persoonlijk en intellectueel vlak kon blijven ontwikkelen. Daarbij vond ik het ook belangrijk dat ik mijn analytische denkvermogen zou kunnen blijven ontwikkelen.Via een kennis ben ik in contact gekomen met Ernst & Young, waar ik de eerste 3,5 jaar heb gewerkt in de controlepraktijk. Begin dit jaar heb ik binnen Ernst & Young een overstap gemaakt naar de afdeling Fraud Investigations & Dispute Services (FIDS). De FIDS afdeling kent drie disciplines: Investigations & Dispute Services (gespecialiseerd in feitenonderzoeken), Corporate Compliance Services (gericht op de advisering rondom compliance & integriteitvraagstukken) en Forensic Technology & Discovery Services (gespecialiseerd in het onderzoeken van digitale informatie). De opdrachten die FIDS uitvoert zijn zowel voor de publieke als de private sector. Deze opdrachten zijn specifiek en uniek van aard, geen enkel fraudegeval is dan ook hetzelfde. Dit maakt het dat elke opdracht weer een uitdaging vormt en dienen wij bij elk feitenonderzoek een unieke onderzoeksaanpak te hanteren. Dit vraagt om flexibiliteit en creativiteit, wat ik persoonlijk prettig en uitdagend vind.
Wat biedt dit bedrijf pas afgestudeerden aan?
Schrijf je in voor de Masterclass Accountancy & Advisory op EY.nl/newyork
22
magazine
Ernst & Young biedt een breed scala aan mogelijkheden voor afgestudeerden. Afgestudeerden krijgen binnen Ernst & Young volop de mogelijkheid zich te ontplooien. Naast de ruimte voor training on the job, gebeurt dit door het volgen van een opleiding (bijvoorbeeld de opleiding tot Register Accountant), het volgen van (interne) cursussen en andere activiteiten. De dienstverlening van de Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services is afwisselend en vraagt om een kritische blik en een sterke persoonlijkheid. Het team bestaat uit jonge enthousiaste medewerkers met verschillende achtergronden,
waaronder accountants, juristen en criminologen. Dit geeft je de mogelijkheid onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken te benaderen en van elkaar te leren. De groeiambities van de afdeling zijn groot, zodat ruime doorgroeimogelijkheden aanwezig zijn.
In hoeverre sluit dit bedrijf aan bij jouw persoonlijke ervaringen uit je studententijd? Mijn persoonlijke evaringen uit mijn studententijd zijn enigszins beïnvloed omdat ik altijd deeltijd heb gestudeerd. Dit houdt in dat ik altijd fulltime heb gewerkt naast het studeren. Een voordeel van deze manier van studeren is dat je al vroeg ervaring opdoet, opdrachten uitvoert voor diverse bedrijven en je de opgedane theorie direct kunt toepassen in de praktijk. Een groot aantal collega’s binnen Ernst & Young werkt en studeert tegelijk. Een van de voordelen hiervan is dat je bij elkaar terecht kunt voor vragen en/of hulp.
Wat zijn je persoonlijke hoogte en dieptepunten bij dit bedrijf? Jammer is dat een deel van de werkzaamheden in de controlepraktijk bestaat uit het uitvoeren van (verplichte) werkzaamheden die zijn opgenomen in checklisten. Gelukkig blijft er nog voldoende ruimte over om zelf initiatieven te ontplooien. En al helemaal bij FIDS; de werkzaamheden zijn hier immers lastig te standaardiseren. Een hoogtepunt vindt ik de snelle functie doorgroeimogelijkheden die Ernst & Young zijn medewerkers aanbiedt. Binnen een relatief korte periode heb ik zowel stappen in functieniveau als in relatie tot mijn werkzaamheden kunnen maken. Dit houdt het werk uitdagend. Ook ervaar ik een goede en prettige sfeer op kantoor (zowel tijdens als naast het werk), wat ook belangrijk is aangezien je een groot aantal uur van de week met je collega’s doorbrengt. Ben jij ook iemand die op zoek is naar uitdagingen? En vind je uitdagingen en variatie in je werk belangrijk? Dan is Ernst & Young wellicht de werkgever die je zoekt.
magazine
23
Research Project
De opdracht was concreet en ogenschijnlijk simpel: schrijf een projectverslag over het FSA Research Project Zuid-Afrika 2011. De invulling ervan is lastiger dan het lijkt. Aspecten zoals het feesten in de weekenden, het eten, de geweldige reizen achteraf naar de prachtigste oorden die je gezien moét hebben, laat ik door gebrek aan ruimte achterwege. Wat ik wel ga vertellen gaat over het land zelf en hoe wij het ervaren hebben. Hoe vat je in drie pagina’s samen wat je in twee maanden hebt meegemaakt? Het antwoord op deze vraag kan in mijn optiek alleen gegeven worden middels een algehele sfeerimpressie van het land. De beste manier lijkt tweezijdig: ten eerste als samenvatting van de gedeelde sentimenten over Zuid-Afrika als land vanuit bedrijfskundig en cultureel oogpunt gezien (bedrijfsopdracht), ten tweede vanuit ons perspectief als Nederlandse studenten die het geluk hebben gehad Zuid-Afrika meer dan vijf weken hun thuis hebben mogen noemen.
24
Door:David Alvero Bouma
Multi Colored Business Ook al ging er bijna een jaar aan voorbereiding aan vooraf, het is onmogelijk een voorstelling te maken van het land voordat je er daadwerkelijk bent. Sommige dingen waren van tevoren duidelijk, wat de transitie naar een land, zó onbekend en complex, iets vergemakkelijkt. Je hebt een gezonde dosis aan waarschuwingen van alle kanten gekregen over de gevaren, onbegrippen en moeilijkheden van het land. En je hebt een brede opzet van je werkgever gekregen, al dan niet met intensieve sturing en coöperatie. Bovendien waren de huisvesting en huurauto’s voor de eerste paar weken al geregeld. Maar geloof me, en dit kan ik zeker namens de hele groep zeggen: het moment dat je het vliegtuig uitstapt begin je vanaf nul. Negen Nederlandse organisaties hebben het voor ons mogelijk gemaakt om het project doorgang te laten vinden. Er werden door de commissie groepen gemaakt van acht jongen-meisje
magazine
tweetallen en één gelukkig bestuurslid mocht de eer aan zich verbinden vijf weken lang al zijn lief, leed, vragen, opmerkingen en bevindingen met twee dames te delen. De opdrachten waren zeer divers van aard en structuur. De enige gemeenschappelijke aspecten waren de geografische afkomst van de opdrachtgever en de gedeelde interesse in hetzelfde land.
een belangrijke professor die de groep goed vooruit kon helpen. Weer anderen reisden naar Port Elizabeth en Richard’s Bay, vanwege hun belangrijke havens. Uiteindelijk werd in de derde week Durban aangedaan. Durban was een belangrijke bestemming omdat het na Johannesburg de stad is met de meeste bedrijvigheid. Bovendien heeft de ligging er aan bijgedragen dat veel multinationals en grote nationale spelers hun intrek hebben genomen in- en rond de stad. Voor velen van ons was het Research Project, met uitzondering van bijbanen en in-housedagen, een eerste indruk van de zakenwereld in zijn geheel. Dit heeft voor- en nadelen. Enerzijds is een groot pluspunt van deze onwetendheid dat je met een zogenaamde ‘tabula rasa’ aan vijf weken onderzoek begint. Ofwel: zonder enige vooringenomenheid kan je beginnen aan het avontuur op een manier welke jij en je partner het meest geschikt achten. Anderzijds is dit juist waar het grote gevaar schuilt: niets kan je namelijk voorbereiden op een zakenwereld zo complex als de Zuid-Afrikaanse. Je hebt geen vooropgezette referentiekaders om je aan op te trekken, geen theorie uit leerboeken die écht helpen, en bovendien: hoe werk je met best practices als überhaupt geen
enkele practice je bekend is? Ook heb je géén enkel idee hoe mensen gaan reageren op je vragen, waar taboes op rusten, en waar honderduit over gesproken mag worden.
Niets kan je voorbereiden op een zakenwereld zo complex als de Zuid-Afrikaanse. Bovenop de genoemde bedrijfskundige aspecten wordt het al binnen afzienbare tijd duidelijk dat er bij de afspraken twee onvermijdelijke sociaal-economisch-culturele factoren om de hoek kijken. Deze factoren; Black Empowerment Economics / Black Economic Empowerment, en rassenverschillen hebben grote invloed gehad op de onderzoeken. Allebei kunnen ze gezien worden als hoekstenen van het ZuidAfrikaanse zakenleven en misschien wel het leven in het algemeen. Beiden zijn schrijnende indicatoren van een land
op zoek naar vastigheid, waardigheid en welvaart. Maar ze vertonen juist tekenen van kinderlijke naïviteit gecombineerd met gebrek aan sociale eenheid en progressie. BEE is een oplossing die haaks staat op de wens van economische groei. Puur door huidskleur worden er veel werknemers geplaatst op posities waar ze eigenlijk niet geschikt voor zijn. Met rassenverschillen wordt er onderscheid gemaakt tussen Blacks, Coloureds, Indians en Whites. En ook binnen deze afgebakende kaders, wordt er bij elke kans die gegund wordt, duidelijk gemaakt dat ook binnen deze groepen onderling onnoemelijk veel verschil zit. ‘s Lands hoop begin jaren negentig: een sociaal gelijke toekomst gezegend door gezonde eenheidsaspiraties die zeer idealistisch geformuleerd werden bij het creëren van een zogenaamde Rainbow Nation. Deze worden in de actualiteit zonder pardon neergesabeld door de dagelijkse werkelijkheid. Het is echter ontzettend moeilijk hierover te oordelen als westerling. Hoewel Zuid-Afrikanen verhalen vertellen in zijn algemeenheid, willen werknemers niet al te diep op de sociale ongelijkheden ingaan binnen hun bedrijf. Dit geeft je elke keer weer een éénzijdig beeld van het bedrijf, wat als men niet uitkijkt, ook een vertekend
Kaapstad
De meeste groepen begonnen vanuit hun uitvalsbases in Johannesburg en Kaapstad. Johannesburg vormt het financiële hart van het land en misschien wel heel Afrika. Kaapstad daarentegen, wordt op cultureel niveau zeer terecht de meest Westerse stad van het continent genoemd. Afgezien van de laatste twee weken, toen iedereen in Kaapstad verbleef werd er veel rondgereisd. Sommigen moesten met de auto het hele land door op zoek naar die ene perfecte handelspartner. Anderen moesten naar Bloemfontein voor een afspraak met
magazine
25
Research Project
Special: How to make it to the top.
lijkt op het kiezen tussen het minste kwaad. Bureaucratisering is volgens velen een groter probleem waar niet nog meer tijd, moeite en geld in gestoken moet worden.
beeld geeft over de opdracht. Echter, door vijf weken lang dagelijks meerdere afspraken te hebben, kom je gaandeweg achter veel verschillende invalshoeken en belichtingen die je uiteindelijk een driedimensioneel beeld geven van de bedrijven specifiek en het land in het algemeen, met al haar complexiteiten. Vraag aan een willekeurige ZuidAfrikaan wat hij of zij denkt over de toekomst en je zult nooit hetzelfde antwoord krijgen. Wat je wel zult krijgen is een afweging over wat er goed is, wat er fout is, en vooral over wat beter kan. Dat gezegd hebbende is er wel een licht-positief beeld waar ze hun eigen land heen zien gaan. Deze sentimenten kunnen idealiter opgevat worden als economische progressie, en de cijfers liegen er niet om; economisch gezien begint Zuid-Afrika een land te worden waar rekening mee gehouden dient te worden. De organisatie van het WK, het onverstoorbaar harde werken, de grote hoeveelheden investeringen in het land, en de participatie in de BRICS gemeenschap laten wel degelijk zien dat ze op economisch oogpunt grote stappen maken. Echter, het accuraat meten van gegevens is lastig omdat de informele economie vele malen groter is dan de formele. Naar schatting betalen zeven op de tien personen geen belasting. Deze mensen onderhouden zich wel, alleen word het niet geregistreerd. Het
26
Er stemt iets onverklaarbaars zeer hoopvol: Overal, zelfs bij de meest achtergestelde mensen, merk je dat hoe somber sommige inzichten over het heden ook zijn, mensen hoop delen op een goede, eerlijke en welvarende toekomst. Afgeleid van the American Dream wordt veelvuldig the African Dream in de mond genomen. Het komt op hetzelfde neer: keihard werken en met een beetje geluk kom je er wel. Dit is een thema dat zelfs tijdens de zwartgalligste gesprekken aan bod komt. Alles komt uiteindelijk goed. En dat is een sentiment dat misschien wel krachtiger is dan alle problemen tezamen. De realiteit is dat Zuid-Afrika ongebreidelde potentie kent, zelfs de nukkigste scepticus kan dat niet ontkennen.
Er stemt iets onverklaarbaars zeer hoopvol Maar net zoals het genoemde idealisme dat onlosmakelijk verbonden werd met The American Dream, kan de potentie pas gerealiseerd worden wanneer mensen de nadruk op diversiteit de rug toekeren. De eensgezindheid dient te worden gevonden en de hokjesgeest dient te worden ontstegen. Stapsgewijs kan het goed komen, en de enige factor die daarvoor nodig is, is zelfkennis: Weten wat je erfenis is, en juist daaruit kracht putten om het achter je te kunnen laten. Negentien studenten hebben zichzelf tot het uiterste gedreven om er een
magazine
succesvol jaar van te maken. Bloed, zweet en tranen zijn er gevloeid om het Research Project tot een succes te maken. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het van sommigen van ons meer heeft gevergd dan we aanvankelijk hadden kunnen voorstellen. Tientallen uren per week, late nachten, targets, deadlines, onnoembare hoeveelheden stresssituaties en vele grijze haren en rimpels later kunnen we terugkijken op een zeer bewogen jaar. Maar vraag negentien van ons afzonderlijk of we het de moeite waard vonden, en je zult negentien volmondige ja’s terugkrijgen. Tegen de tijd dat wij de rapporten voor de bedrijven af hebben, zullen de eerste interviews met de deelnemers al plaats hebben gevonden. Ook al is er in dit stuk veel nadruk gelegd op het land, elk Research Project zal meer dan de moeite waard zijn, om meer redenen dan er mogelijk op te noemen zijn. Als je nog in twijfel bent om je in te schrijven, als je nog aan het nadenken bent om volgend jaar iets naast je studie te doen stel ik je deze vraag: Wat heb je te verliezen behalve een beetje overbodige slaap? Schrijf je in, wees creatief met de motivatiebrief, bereid de sollicitaties goed voor, werk hard, en zorg ervoor dat je hoort tot de één van de gelukkigen die volgend jaar rond deze tijd vol trots een stuk mag schrijven over zijn of haar avonturen over een onvergetelijke twee maanden.
magazine
27
Alumni aan het woord
Door: Alfred Prevoo
Have a bite of The Big Apple At the heart of diplomacy Alfred Prevoo is een voormalig voorzitter van de FSA (2007/2008) en heeft tevens functies als hoofdredacteur van de Fiducie en coördinator van het FSA Congres bekleed. Momenteel heeft hij zijn eerste stage bij de Verenigde Naties afgerond, begint hij aan zijn tweede stage bij Shell en rondt hij daarnaast zijn studie MSc. Economie af.
Het leven voor de Appel: The road to... Als FSA lid, passief of actief, deel je bepaalde interesses en kenmerken met elkaar. Een bepaald niveau van gedrevenheid, een (bijna buitensporige) behoefte om jezelf te ontwikkelen, een sterke interesse in economische en/of gerelateerde ontwikkelingen en een resultaat gerichte attitude. Je vindt professionaliteit een aantrekkelijke eigenschap, vindt een perfectionist geen zeurpiet maar ‘prettig kritisch’ en zakelijke mails sturen op zondag een kwestie van een gezonde dosis betrokkenheid.
integriteit, professionaliteit en respect voor diversiteit. We delen meer dan we verschillen. The first bite De eerste hap was de aanmelding: een verhaal op zich. De bureaucratie van de VN werd mij duidelijk 11 dagen voor het begin van mijn stage. Ik had nog steeds niet gehoord of ik wel of niet
De tweede hap was mijn eerste kamer: 3.40 vierkante meter. Snel verhuisd en de tweede kamer was een royale 10 vierkante meter.Van krantenjongen tot de VN, I’m ready!
Dit is een ongenuanceerd stigma, maar veel van deze eigenschappen (met enig gevoel voor nuance) kunnen je goed van pas kunnen komen in de rest van je leven. De gedeelde waarden die leiden tot deze eigenschappen zijn uiteindelijk: integriteit van handelen, professionaliteit en openheid voor persoonlijke ontwikkeling.
Stage lopen bij de Verenigde Naties geeft je een wereldwijd perspectief, de meest multiculturele werkomgeving mogelijk en de mogelijkheid bij te dragen aan het bestrijden van armoede, ongelijkheid, ziekten, gebrek aan onderwijs en geweld. Bijzonder leuk daaraan is dat iedereen komt spreken en bijdragen: Ministers van allerlei landen lopen met je op naar de vergaderingen in de ‘General Assembly’ of de ‘Security Council’, waar knopen worden doorgehakt over onder meer Libië, Syrië en Jemen. Onze kroonprins WillemAlexander loopt voorbij en vijf minuten later staan we zelfs beiden met koffie in de hand te praten!
Zojuist heb ik mijn eerste stage afgerond bij het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Een typisch voorbeeld van een organisatie waarvan iedereen weet wat het is, maar niemand (precies) weet wat het doet of wat zijn impact is. Het doel is het bereiken van wereldwijde vrede en veiligheid, de deelnemers 193 verschillende landen en het platform een intergouvernementele organisatie. Het zijn appels en peren wanneer een vergelijking met de FSA wordt getrokken, maar de kernwaarden komen toch bekend voor:
28
magazine
geaccepteerd was. Na de volledige HR afdeling in NY te hebben gebeld en ik te horen kreeg dat mijn papieren ‘in orde’ zijn ontvangen, waren deze, zo bleek, nooit intern doorgestuurd. Twee dagen werden gevuld met het bellen van divisies van de VN, vragen waar zij mee bezig waren en of ze hulp konden gebruiken van een stagiair. Dit resulteerde in een acceptatiebrief, 24 uur na mijn laatste telefoontje: proactief zijn werkt. Nu nog even snel mijn paspoort verlengen, ticket boeken en mijn visum aanvragen.Vertrek? Over 8 dagen.
Na handen geschud te hebben met mijn nieuwe stagiair collega’s (Pakistan, ZuidKorea, Zwitserland, Peru, Dominicaanse Republiek, China en Italië), mocht ik naar de grote zaal waar de andere 500 stagiairs zich bevonden, van over de hele wereld. Daar zaten mijn nieuwe beste vrienden en tevens diplomaten in de dop.
magazine
29
It’s my #mission to change the face of banking Take #that to the bank The world is the only stage big enough for your energy, your talent and your ambitions. So ING has designed a Business Course around your personal and professional objectives. You learn fast. Share your ideas and thoughts with the best professional and personal mentors. And you show the world what you can do. Check ingbusinesscourse.nl for more info or to apply directly.
ING Business Course. December 7-8-9 2011: Apply now!
30N G BUSINESSC OURSE.NL WW W.I
magazine
Alumni aan het woord
Het werk is vol verantwoordelijkheid, maar ook hier geldt dat je vooral (diplomatiek) met iedereen moet praten. Na handen geschud te hebben met mijn volledige afdeling a 50 man, gaf men al gauw interessante taken. Ik mocht een speech schrijven voor de president van de Economic and Social Council voor de jaarlijkse high-level meeting, meehelpen het operationele budget van de VN te analyseren (21 miljard in totaal), rapporten schrijven over onderwijs in Venezuela en Wit-Rusland en essays schrijven over strategieën voor het verminderen van armoede en ongelijkheid. Een fantastische uitdaging en ervaring waar je vooral veel inhoudelijke kennis op doet. Even doorbijten Stage lopen in New York is niets minder dan de tijd van je leven: om half 8 opstaan, 8.10 uur de deur uit, van 9 a.m. tot 6 p.m. werken en dan direct door naar de bar/club, de film/band in Central Park, de 20-stories rooftop, het Museum of Modern Art (of een van de talrijke andere musea), het uitzicht vanaf
Top of the Rock meepakken of een van die andere duizend dingen die je kunt doen in een straal van drie kilometer. Slapen doen we thuis wel! En uiteraard, heel veel bezoeken aan Starbucks. New York, en dan met name Manhattan, heeft de energie van een formule 1 coureur, de intensiteit van een kunstschilder en de dynamiek van een zakenman. Wat opvalt is dat deze intensiteit ook ervoor zorgt dat niemand lang in New York blijft. Het is een stad van migranten: de meesten blijven twee jaar of korter. De stad geeft enorm veel energie, maar het vergt ook veel, wat je pas bij terugkomst merkt. Ten tweede valt het niveau van levenservaring op: iedereen heeft, voor naar New York te komen, al een groot deel van de wereld gezien, spreekt vaak meerdere talen en is ‘on the top of his game’. Ten derde is er het gevoel van vrijheid en acceptatie: alles kan, mag en diversiteit wordt zelfs aangemoedigd. Amsterdam is tolerant, New York doet daar nog een schepje bovenop met acceptatie en waardering.
magazine
Het klokhuis Wat neemt deze FSA alumnus mee, als spreekwoordelijk ‘klokhuis’, van een reis door de Financiële Studievereniging Amsterdam, New York en de Verenigde Naties? Simplistisch gezegd: Sta open voor nieuwe perspectieven en culturen, wees er sterk bewust van waar je nu staat en wie je wilt worden en grijp kansen om jezelf te ontwikkelen. New York geeft je de bril waardoor je deze perspectieven scherp kunt bekijken. De stad voelt dan ook als een soort drug: je mist het als je een dag zonder moet. Wees daarom altijd betrokken bij wat jij belangrijk vindt in de wereld en wees je bewust van je eigen capaciteiten: je kunt bijna altijd meer dan je denkt!
31
Consultancy Special
Tekst: Maxime Schmitt
“Nobody knows exactly what we’re doing, that’s why we get to charge so much!” Vraag een willekeurige groep bedrijfskunde- en economiestudenten naar hun droombaan en een behoorlijk aantal van hun zal een carrière als consultant noemen. Vraag vervolgens deze groep ‘toekomstige consultants’ hun keuze te motiveren en velen zullen het antwoord schuldig moeten blijven. Een enkeling benadrukt de projectmatige structuur van het consultancywerk als drijfveer voor hun carrièreambities, maar wanneer aan deze mensen wordt uitgelegd dat een aannemersbedrijf zijn bouwvakkers ook projectmatig inzet, blijven er weinig antwoorden over.
Het mag verbazingwekkend genoemd worden dat het consultancyvak mateloos populair is, terwijl tegelijkertijd de inhoudelijke kennis van het vak bij velen ontbreekt. Deze special verschaft een kijkje in de consultancywereld en geeft de antwoorden op de vragen die de bovengenoemde groep studenten niet konden vinden.
problemen analyseert. Met deze twee concepten is de definitie nog steeds incompleet, want elke koekenbakker in elke bedrijfskantine voorziet zijn collega’s van (ongevraagd) advies op bedrijfsproblemen, wat nog niet betekent dat dit allemaal consultants zijn. Daarom wordt de voorwaarde gesteld dat de analyses en assistentie worden uitgevoerd door zelfstandige, professionele en gekwalificeerde individuen.
De sector “Nobody knows exactly what we’re doing, that’s why we get to charge so much!” – Zo luidt Will Smith’s antwoord in ‘Hitch’ op de vraag wat zijn werkzaamheden als consultant precies inhouden. Grappig als dit klinkt, er zit wel een lichte kern van waarheid in. Niet dat alle consultants (te) hoge prijzen vragen, maar wel dat het moeilijk te definiëren is wat een consultant nou eigenlijk doet en wat consultancy inhoudt. Zoek één definitie van consultancy en je vindt er honderd. Het enige wat je hieruit kunt opmaken is dat consultancy een breed begrip is. Kijkende naar al deze definities zijn er een aantal concepten die telkens terugkeren, namelijk dat het een adviserende dienst is en dat het management- en bedrijfs-
32
De hilariteit van Will Smith kan worden doorgevoerd in de discussie over het landschap van de consultancybranche, welke complexer is dan die op het eerste oog lijkt. Consultancy wordt vaak direct geassocieerd met de “Big 3” consultancy bedrijven, te weten Bain & Company, The Boston Consulting Group en McKinsey & Company. Deze associatie is niet onlogisch, maar deze grote drie zijn allemaal strategy consultants, hetgeen betekent dat consultancy direct met strategy consultancy geassocieerd wordt. Misschien is zelfs deze associatie niet onlogisch, maar wel enigszins kort door de bocht, de werkelijkheid is namelijk complexer. Net als het
magazine
overschot aan definities bestaat er ook een ruim aanbod aan categorieën om de consultancysector in te delen. De branche wordt voornamelijk in management consultancy, financial advisory en IT consultancy onderverdeeld, waarbinnen zich nog steeds veel overlappingen voordoen. Kennedy Information, de overkoepelende consultancy brancheorganisatie heeft in 2007 de totale consultancy markt gewaardeerd op 214,5 miljard euro. Binnen deze typologie wordt strategie consulting als onderdeel van management consulting beschreven. Het grote verschil bestaat hem in het feit dat strategy consulting zich beperkt tot problemen en aanbevelingen op corporate en strategisch niveau, hetgeen bij management consulting niet noodzakelijkerwijs het geval hoeft te zijn. Het gehele management consulting segment beslaat 37% van de totale markt, waarvan strategy consulting ongeveer een kwart voor zijn rekening neemt en daarmee 10% van de totale markt inneemt. Financial advisory consultants houden zich bezig met de vraagstukken waar de adviestakken van bijvoorbeeld Ernst & Young, KPMG, Deloitte en PwC zich op richten. De omvang van dit segment is berekend op 12% van de totale consultancy markt. IT consultancy is met 51% van de totale markt het grootste segment en richt zich, vanzelfsprekend, op informatietechnologie, informatiesystemen, alle problemen die zich daarbij voordoen en de implementatiestrategieën die daarbij komen kijken. Accenture is sterk vertegenwoordigd op de IT consultancy markt, hoewel Accenture ook actief is op de management consultancy en financial
advisory markten. Terugkomend op Will Smith’s opmerking, velen weten wellicht niet waar consultants zich mee bezig houden, consultants zelf weten het maar al te goed. Profielschets van een consultant Het is algemeen bekend dat een van de kernkwaliteiten van een consultant zijn/haar analytisch vermogen is, een consultancy project word immers uitgevoerd op basis van analyses. Een consultant zonder analytische vaardigheden is ondenkbaar. Dit zou vergelijkbaar zijn met een astronaut met heimwee of een schlagerzanger met schaamte, oftewel een onmogelijke combinatie. Een tweede belangrijke vereiste voor het slagen als consultant is het teamspelerelement. Logisch, want consultancy projecten worden altijd in teamverband uitgevoerd. Met teamspeler als vereiste karaktereigenschap ontstaat er echter een paradox, want tegenover het functioneren in teamverband staat de karaktereigenschap dat consultants individualistisch en zelfstandig zijn. Die individualiteit is volgens de consultancy bedrijven en academici nodig om in staat te zijn om problemen in een breder perspectief te plaatsen en tot creatieve oplossingen te komen. Die individualiteit wordt benadrukt door de gedachte dat een consultant op bepaalde vlakken het leven van een troubadour leidt. Niet dat een consultant in een kleine caravan dient te leven en als hobby met zijn/haar mondharmonica stad en land afreist. Nee, consultants worden soms als troubadours beschouwd omdat zij in een steeds veranderende omgeving werkzaam zijn, namelijk het kantoor van de klant. Consultants zijn vaak on-
magazine
derweg en besteden weinig uren op het eigen kantoor. Een laatste eigenschap waar consultancy bedrijven veel waarde aan hechten is het presentatietalent. Een consultant kan nog zulke haarscherpe analyses uitvoeren en perfecte oplossingen bedenken voor de meest complexe problemen, maar wanneer hij/zij het niet kan overbrengen is het werk alsnog waardeloos. Samenvattend, een consultant is een teamspeler met een individuele actie in huis, die vaker op de andere helft speelt en die bovendien als analyticus in een praatprogramma verder komt dan slechte grappen over iemands vriendin of beschouwingen op het weer, waarbij hij zich professioneel en overtuigend presenteert. Als de ultieme consultant een voetballer was geweest, was deze ongetwijfeld op nummer 10 gepositioneerd. Van junior tot partner Een groot aantal consultancy bedrijven hanteren een carrièrepad bestaande uit vijf fasen. Wanneer je alle selectieprocedures en assessments succesvol hebt afgelegd, zul je als beginnend consultant aan de slag gaan als junior consultant, ook wel associate consultant genoemd. In deze fase werk je mee aan relatief kleinschalige projecten en wordt je gekoppeld aan ervaren collega’s die voor jou als mentor fungeren. Na twee tot drie jaar als junior te hebben gewerkt, wordt je gepromoveerd tot volwaardig consultant en werk je mee aan steeds complexere projecten. Na drie tot vier jaar jaren als consultant kom je in aanmerking om manager te worden en wordt het jouw taak om teams van consultants en juniors te leiden. Managers werkzaam in een partnerschap
33
Consultancy Special
Special: How to make it to the top.
komen na een minimum aantal van ed annual growth rate heeft in het vodrie jaar in aanmerking voor de titel rige decennium een dieptepunt bereikt associate partner.Vanuit deze positie met een gemiddelde van slechts 4,3%. bekleed je nog meer leidinggevende De grote vraag is in hoeverre dit het functies en werk je mee aan de meest landschap van de consultancybranche prestigieuze projecten. Uiteindelijk zal veranderen. kun je vanuit deze positie door de groep van partners gekozen worden Het verschil in de gevolgen voor de om zelf ook partner te worden, wat consultancysector van de crisis in de betekent dat je mede-eigenaar van de zeventiger jaren en de meest recente firma wordt. Managers werkzaam in crises heeft meerdere achtergronden. beursgenoteerde bedrijven doorlopen De eerste ogenschijnlijke achtergrond een vergelijkbaar traject, alleen worden zit hem in het feit dat het aantal hier associate partners senior partners beursgenoteerde consultancybedrijgenoemd en partners ven is gestegen in de senior executives. Het afgelopen decennia. Een grote verschil is dat Een junior die nog aantal consultancybesenior executives (los drijven die voorheen van hun bonussen in net te speels is om als partnerschappen de vorm van aandelen) stonden geregistreerd binnen drie jaar geen mede-eigenaar zijn in de loop der jaren worden. publiek gegaan middels consultant te worden een beursgang. De Het hier beschreven traject is het ideale recente crises hebben carrièrepad. De meeste mag niet nog even een de beurzen wereldwijd consultancy bedrijven doen schudden waarbij jaartje doorkleuteren er ook enige klappen hanteren een “upor-out” promotion zijn gevallen bij de system, hetgeen betebeursgenoteerde conkent dat je moet vertrekken wanneer sultancybedrijven. Deze klappen waren jij onvoldoende persoonlijke groei laat echter meer van het niveau van een zien. Een junior die nog net te speels gepensioneerde Cassius Clay dan van is om binnen drie jaar consultant te een regerend zwaargewicht wereldworden mag niet nog even een jaartje kampioen, oftewel best vervelend maar doorkleuteren, maar wordt verzocht niet desastreus. De meeste consultanhet bedrijf te verlaten. cybedrijven hebben gedurende de crisisjaren dan ook boven de gemidDe toekomst van de sector delde beurskoersen gepresteerd. HierSinds het ontstaan van de consultancy uit kan geconcludeerd worden dat de sector rond de wisseling van de 18e consultancysector het instorten van de naar de 19e eeuw heeft de sector grote beurs getrotseerd heeft en de bovengroeicijfers van gemiddeld 14,1% per genoemde achtergrond waarschijnlijk jaar gekend. Zelfs tijdens de oliecrisis genegeerd kan worden. in de jaren 70 waar velen sectoren enorme verliezen boekten, is de groei Een andere achtergrond van de tegenvoor de consultancysector in stand vallende groeicijfers in de consultancy gebleven, met een gemiddelde groei sector vindt tevens zijn oorsprong op van 10,3% gedurende deze periode. De de beurzen, maar dan in de financiële kredietcrisis en achtereenvolgens de dienstverlening. Dit is een sector waar schuldencrisis hebben echter de groei wel degelijk Mike Tyson klappen zijn wel degelijk beïnvloed. Waar bepaalde gevallen. Een aantal getroffen financisectoren juist profiteren van het instor- ële dienstverleners hebben tevens beten van de financiële markten, is de drijfsonderdelen die op de consultancy consultancy sector, net als het merenzijn gericht, welke indirect geraakt zijn deel van de overige dienstensectoren, door de verliezen. Deze consultancy niet bespaard gebleven. De compound- bedrijfsonderdelen van de financiële
34
magazine
dienstverleners hebben mede de verliezen moeten opvangen, hetgeen de groeicijfers van de consultancy sector enigszins negatief heeft beïnvloedt Echter, de voornaamste achtergrond van de tegenvallende groeicijfers vindt zijn oorsprong in de kelderende acquisities van consultancy projecten, wat indirect weer gerelateerd is aan de beurskoersen en crises. Bedrijven uit verschillende sectoren zien hun winsten dalen en passen daarop hun begrotingen aan. Dit betekent dat er flink bezuinigd wordt, en verstandig of niet, de externe partijen (lees: consultants) worden als eerste buiten de deur gezet. De vraag is wat dan het verschil is met de crisis in de zeventiger jaren. Het antwoord luidt: de toename van consultancy projecten in de publieke sector. Mede ten gevolge van complete fiasco’s bij overheidsprojecten, waarbij het aantal voorbeelden groter is dan mijn bereidheid ze te noemen, schakelen de verschillende overheden steeds vaker extern advies in. Deels omdat ze inzien dat anderen het beter kunnen, deels ook om de schuld af te kunnen schuiven. Inmiddels nemen overheidsprojecten een aanzienlijk deel van de omzet van consultancybedrijven voor hun rekening. En juist in de publieke sector wordt er veel bezuinigd op consultancy werk, wat een derde verklaring vormt voor de tegenvallende groeicijfers in de sector.
FSA.nl Het complete archief
van FSA Magazine en Fiducie online! Vanaf nu is het FSA Magazine online op de FSA website te vinden. Elke uitgave van het FSA Magazine wordt toegevoegd aan het complete archief van het voormalige verenigingsblad FSA & Beyond en de voormalige Fiducie. Het nieuwe magazine en de oude edities zijn onder het menu ‘Media’ te downloaden.
Makkelijk artikelen zoeken, bekijken, lezen, downloaden.
De bovengenoemde verklarende achtergronden voor de groeicijfers van de consultancysector geven aan dat deze sector (bovengemiddeld) gerelateerd is aan de algehele (wereldwijde) economische situatie en dat de sector wellicht meer afhankelijk is van andere sectoren dan welke dan ook. De toekomst van de consultancy sector is daarmee te voorspellen aan de hand van het presteren van andere sectoren. Met de positieve kanttekening dat beursgenoteerde consultancybedrijven bovengemiddeld op de beurs presteren, hetgeen zou kunnen betekenen dat het vertrouwen in deze sector groot is en de toekomst daarmee rooskleurig.
magazine
35
FSA Meets: PwC Of heb jij een beter idee om jezelf te lanceren? www.werkenbijpwc.nl
Bedrijfsprofiel
Profiel interviewee
PricewaterhouseCoopers
Bob de Graaf
Aantal landen gevestigd: 151 landen Aantal medewerkers wereldwijd: 163.000 Aantal medewerkers NL: 4.500 Gemiddelde leeftijd onder personeel: 29 jaar Sector: Financiële dienstverlening
Leeftijd: 24 Opleiding: Business Administration, Financial Management Nevenactiviteiten tijdens opleiding: Bestuursjaar FSA, Commissies FSA, Bijbaan in boekhouding en onderzoeksreis naar Tanzania via de VU Aantal jaren actief bij PwC: Per 1 september 2011, daarvoor afstudeerscriptie bij PwC maart – juni 2011
Hoe ben je bij PwC terechtgekomen?
soort van mentor fungeert. Als starter heb je veel vrijheden. Je kan bijvoorbeeld aangeven, welke sectoren je aanspreken en voor je welke klant je graag zou willen werken en je performancecoach helpt dan om dit te realiseren.
Ik heb ooit meegedaan met het FSA carrièrediner, waar PwC ook aanwezig was. Toen ben ik in gesprek geraakt met een partner van PwC die toevallig ooit de FSA heeft opgericht. Dat was een heel leuk gesprek en op een gegeven moment zij die partner: ‘Kom gewoon je scriptie bij ons schrijven, het maakt niet uit waar het over gaat.’ En toen is het balletje gaan rollen. Ik heb tijdens mijn tijd bij FSA heel veel bedrijven gezien, dus ik had wel een beetje een idee. Maar de reden waarom ik uiteindelijk bij PwC mijn scriptie ben gaan schrijven is omdat het allemaal zo makkelijk ging en ik een hele goede klik met de mensen had. De mogelijkheden waren er meteen zonder allerlei moeilijke procedures. Natuurlijk moest ik wel eerst solliciteren, maar er werden niet specifieke eisen en dergelijke aan mijn scriptie gesteld, het was allemaal heel open.
Wat biedt PwC aan pas afgestudeerden aan? PwC is een natuurlijk een groot bedrijf, wat haast automatisch betekent dat er veel mogelijkheden zijn.Vaak betekent dat ook dat er veel bureaucratie is en veel hiërarchie waarbij het moeilijk is om overal doorheen te komen, maar dat is PwC niet. Daarmee heeft PwC wel de voordelen van een groot bedrijf, maar niet de nadelen. Bij PwC kun je scripties, afstudeerstages en zelfs meeloopstages doen.Voor zover ik weet biedt PwC wat dat betreft alles aan en ze zijn altijd bereid over dergelijke zaken te praten. Ook voor starters zijn er veel mogelijkheden. Je kan beginnen met een traineeship of je kan op verschillende afdelingen beginnen met een starterfunctie. De begeleiding binnen PwC is erg goed. Als starter kun je een performancecoach uitzoeken, dat is een ervaren collega die als een
In hoeverre sluit PwC aan bij jouw persoonlijke ervaringen uit je studententijd? Mijn vooropleiding sluit eigenlijk niet aan op mijn huidige functie bij PwC. Ik heb namelijk Financial management gestuurd en momenteel bekleed ik een functie waar accountancy een groot onderdeel van is. Dit was geen probleem, want ik wordt hier bijgeschoold en kan alsnog register accountant worden. Wat wel aansluit is bijvoorbeeld het bestuursjaar dat ik heb gedaan en de reis naar het buitenland die ik heb gemaakt. Daar heb ik veel geleerd om met verschillende mensen om te gaan en dat is iets waar ik nu bij PwC heel veel aan heb.
Wat zijn je persoonlijke hoogte en dieptepunten bij PwC? Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik nog geen dieptepunt heb meegemaakt, dus die houden jullie van me tegoed! Wat ik absoluut een hoogtepunt vond was dat ik tijdens mijn scriptie via PwC toegang kreeg tot de Bloomberg database. Dat is een hele specifieke finance database waar grote bedrijven gebruik van maken, maar die niet heel toegankelijk is.Toen ik binnen PwC opperde dat ik voor mijn scriptie die toegang nodig had, zat ik binnen de kortste keren bij de Bloomberg expert van PwC die voor hele Excel sheets heeft gebouwd en daar was ik echt van onder de indruk. Het feit dat je zelfs als stagiaire dergelijke hulp krijgt vind ik heel cool om te zien!
© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.
36
4-09 PwC Adv. RC Lanceren A4 FSA & Beyond.indd 1
magazine
magazine 4/15/11 4:42:58 PM
37
Naast de vele achtergronden vergeten wij de actualiteiten niet. Vandaar dit overzicht met het nieuws per pijler uitgelicht.
Banking DE STABILITEIT van banken is een fenomeen waar beleggers en corporaties toenemende waarde aan hechten. Binnen deze context publiceert Global Finance de 20ste editie van de 50 veiligste banken ter wereld. Met meer dan 40 uit de top 50 banken van vorig jaar weer op de lijst, laat de Global Finance ranking zien dat de meeste van deze top banken de titel “World’s Safest Bank” verdienen. De winnaars zijn geselecteerd door een evaluatie van lange termijn credit ratings—van Moody’s, Standard & Poor’s and Fitch—en totale bezittingen van de 500 grootste banken Drie Nederlandse banken hebben de lijst gehaald, allen staan ze in de top tien, met de gehele top tien als volgt: 1 KfW (Duitsland) 2 Caisse des Dépôts et Consignations (CDC) (Frankrijk) 3 Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (Nederland)
Investments APPLE’S NIEUWE CEO, Tim Cook, ontvangt 1 miljoen aandelen in het bedrijf. Dat is op het moment zo’n 383 miljoen dollar waard (264 miljoen euro). De aandelen zullen in twee helften worden overgedragen. In 2016 de eerste helft, en de rest in 2021, met als voorwaarde dat de nieuwe chef dan nog werkt bij de Amerikaanse smartphone- en tabletfabrikant. Cook is de opvolger van Steve Jobs, die in Augustus aangaf te stoppen als topman van Apple.
38
Accountancy BEDRIJVEN IN Nederland zijn ‘snelle betalers’ vergeleken met
EU landen die het langzaamst betalen: 1. Portugal (gemiddeld 19 dagen te laat) 2. Ierland (gemiddeld 17 dagen te laat) 3. Engeland (gemiddeld 16 dagen te laat)
CLIËNTEN NEMEN eerder het advies van consultants aan wanneer deze een welvarende uitstraling hebben. Dit blijkt uit het promotie onderzoek van Stefanie Tzioti van de Rotterdam School of Management.
andere EU landen; ze laten hun rekening gemiddeld 5 dagen na de betaaltermijn liggen. Het EU land dat het slechtst presteert is Portugal. Rekeningen worden in Portugal gemiddeld 19 dagen te laat betaald. Dit is de conclusie van een onderzoek van Dun & Bradstreet dat het betaalgedrag van 2,8 miljoen Europese bedrijven onderzocht. Regling zei recentelijk in een vraaggesprek: “Er zijn goede redenen om te hopen dat de crisis over 2 of 3 jaar voorbij is”. Om dat te behalen is het wel van belang dat landen her-
Landen zoals Engeland, Ierland en Portugal zijn de traagst betalende landen met respectievelijk 16, 17 en 19 dagen uistelling van betalingen. EU landen die het snelst betalen: 1. Duitsland (gemiddeld 3 dagen te laat) 2. Nederland (gemiddeld 5 dagen te laat) 3. Frankrijk (gemiddeld 11 dagen te laat)
Consultancy
DE EUROZONE kan de komende jaren volledig herstellen van de schuldencrisis. Dat zegt Klaus Regling, topman van het Europese noodfonds, EFSF.
4 Zürcher Kantonalbank (Switzerland) 5 Landwirtschaftliche Rentenbank (Duitsland) 6 Rabobank Group (Nederland) 7 Landesbank Baden-Württemberg – Förderbank (Duitsland) 7 Nederlandse Waterschapsbank (Nederland)
8 Banque et Caisse d’Épargne de l’État (Frankrijk) 9 NRW.Bank (Duitsland) 10 Banco Santander (Spanje)
vormingen doorvoeren die hun financiële positie verbeteren, voegde hij eraan toe. De crisis is overleefbaar omdat zowel sterkere als zwakkere landen daar allen belang bij hebben zei Regling. “De kans dat de euro wordt verlaten, om wat voor reden dan ook, is nul”. De Duitse econoom stelt dat veel van zijn landgenoten te pessimistische verwachtingen hebben voor de economie. “Alle tekenen wijzen op een verbetering. In alle eurolanden worden de economische fundamenten sterker”.
Deze cijfers zijn evident aan de schuldencrisis. Dat de economische crisis bepaalde EU landen sterker raakt kan ook worden gezien in het betaalgedrag.
magazine
Een dure auto en een exclusief pak geven het advies meer impact.Eerder werd gedacht dat een te welvarend voorkomen schadelijk zou zijn voor een consultant. Hierdoor zou de cliënt snel geneigd zijn om over prijzen te onderhandelen, omdat de marges door dit voorkomen te hoog lijken. Uit het onderzoek van Tzioti blijkt het tegendeel waar te zijn. Consultants met een welvarend voorkomen zouden uitstralen dat zij meer verstand van zaken hebben, waardoor het gepercipieerde advies als beter beschouwd wordt.
Column Gaan we double dippen dippen? Wie weet. Beste lezer, mijn naam is Paul Nap. Ik heb in collegejaar 2011-2012 een plekje gekregen in dit magazine om mijn mening aangaande de economie en persoonlijke gebeurtenissen onomwonden te ventileren. Ik maak hier dankbaar gebruik van. Er mag geen twijfel over bestaan dat er voldoende is om over te schrijven momenteel. Grote bewegingen op de beurs. Recordrentes, zowel laag als hoog. ‘Veilige beleggingen’ andermaal hoger. Toch weer teruglopende groei. Paniekerige consumenten. Gaan we double dippen? Wie weet. Mijn vraag: waarin ligt het paradigma dat economieën altijd moeten groeien geworteld? Toenemende wereldbevolking, natuurlijk. De wereldbevolking groeit met zo’n 1,2%. Maar van 2006-2007 groeide de Amerikaanse bevolking met 0,6%, de S&P 500 met 9,7%. We herstellen van een periode waarin men elkaar absurde welvaartsniveaus wijsmaakte en dit herstel gaat met horten en stoten. In sommige stukken Amsterdam was het de normaalste zaak van de wereld dat mannen die ongeschoold werk doen, gedrapeerd in Gucci, in Duitse bolides rijden - luxegoederen bij uitstek. Op afspraak dat ‘het geld komt’. Sinds wanneer is het zo dat iedereen die zich moet kunnen veroorloven? Geld was in deze periode altijd en voor iedereen beschikbaar. Tot voor kort werd gedacht dat financiële diepte axiomatisch voordelig zou zijn, meer positieve projecten zouden kapitaal vinden en de welvaart zou stijgen. Pomp je geld dus het financiële systeem in! Het leveren van een portfolio is al riskant, maar wat te denken van een gehele economie? In een gehele economie zou je de ware marktportfolio houden. Idiosyncratisch risico diversificeer je dus weg, maar als je het mij vraagt stonden we met zijn allen het systeemrisico te leveren. Het was ondenkbaar dat de ontwikkelde landen zouden worden geconfronteerd met de staart van de verdeling. Rijkdom is nagenoeg eindeloos en risico bestaat niet. Dit sprookje moest uiteenspatten. De financiële instellingen kregen de schuld van de rotzooi, en ze zijn niet vrij van blaam. Echter, een financiële instelling is een bedrijf, geen goed doel en een CEO’s enige taak is waarde maximaliseren voor aandeelhouders. Aan geld verschaffen verdienen ze. Wij, als dankbare ge-
bruikmakers van het geld dat beschikbaar was, hebben uit pure hebzucht geleend wat we konden lenen. Met maar één doel: onszelf baden in luxe. Geen aandeelhouders, geen verantwoordelijkheden hadden we af te leggen. Pure gulzigheid en onverdund materialisme. Gezinsschulden in totaal twee keer zo groot als de staatsschuld… Deze reality check is preken tegen het koor, iedereen zit op de portemonnee. Ik breng dan ook geen injectienaald met extra zuinigheid aan. Au contraire.
Paul Nap
Nieuws uit de Pijlers
De consument nu is als een hond die één keer een plank op zijn kop kreeg omdat hij de voorraadkast leeggesnoept had, en nu nog geen broodkruimel durft te gaan halen. Stom. Want elke keer als hij eet, wordt de kast opnieuw gevuld en iets uitgebreid. En het is toch wel erg lekker, dat eten dat niet voor hem is bedoeld. Eet dus en ‘count your blessings’ dat je toegang hebt tot die voorraadkast. Wordt gewoon niet zo gulzig dat je de stellage weer sloopt. Aanschaffen dus, die 3d plasma, en niet morgen, maar vandaag. Honden vreten nu eenmaal. Ongevraagd advies. Jazeker. Deze uitgave van het magazine gaat over consultancy.
P.S. Société Generale -14,7%. Wat een verhaal. De redactie van een Brits vodje riooljournalistiek leest een fictief stuk uit een Franse krant en slingert het voor waar de wereld in. Dit fikkie wordt door paniek en omstandigheden snel een bosbrand en zo verliest SG meer dan een achtste van haar waarde in een dag. Niet iedereen hoeft zich te interesseren in de economie, maar als je een stuk schrijft over de diepe problemen van Frankrijk haar een Criticism may not be na grootste bank, en het is je niet duidelijk dat agreeable, but it is necessary. Trichet president van de ECB is, laat die It fulfils the same function veer dan alsjeblieft in de inktpot zitten. Er as pain in the human body. is vast nog wel een Bsterretje door rood gereIt calls attention to an den ergens.
unhealthy state of things. Winston Churchill
magazine
39
Papparazzo
40
magazine
magazine
41
Wist je dat? Bank of America is begonnen als Bank of Italy Amedeo Giannini, de zoon van Italiaanse immigranten naar de VS, opende in San Francisco op 17 oktober 1904 de Bank of Italy. Op de openingsdag waren er 28 stortingen van totaal $8.780. Na de aardbeving van 1906 ging de bank gewoon door, vanaf een plank op straat. Een groot succes, in 1916 had Giannini meerdere vestigingen. In 1929 was de bank sterk genoeg
Amedeo Giannini om door de grote depressie heen te komen. Het jaar daarvoor, 1928, verranderde Giannini na een merger de naam naar Bank of America. Hij bleef voorzitter tot 1963. De Bank of America is uiteindelijk tot een van ‘s werelds grootste bankinstellingen gegroeit.
‘s Werelds zwaarste gokkers Australiërs zijn de zwaarste gokkers in de wereld. Zo’n 82% van Australiërs gokt. Procentueel is dat twee keer zoveel als Europeanen en Amerikanen. Australie heeft met ruim minder dan een procent van de wereld bevolking toch 20% van de slotmachines op aarde.
Hé, wist je ook dat... Een geboren consultant? Towers Watson is een interessante en uitdagende organisatie om je carrière te beginnen. ’s Werelds grootste multinationals kijken onze high potentials aan om belangrijke business issues voor hen te tackelen.
42
smar t phone
Scan deze
QR code met je
Benefits | Risk and Financial Services | Talent and Rewards werkenbijtowerswatson.nl
42
magazine
er al twee bestuursleden zijn afgevoerd na een borrel? Maud dacht dat Annisa een Chinees was? de eerste waarschuwingen van de VU al binnen zijn ten aanzien van wildplakken? FSA Winstwaarschuwing na 7 magere jaren weer eens gewonnen heeft? Femke op de constitutieborrel aandacht genoot van 4 heren? Maxime al zes maanden niet naar de kapper is geweest? Sjoerd geen kapper meer nodig heeft? NIE MAND dit leuk vindt en we dit gaan veranderen...
magazine
43
“De overstap van studeren naar een vaste baan is vaak groot. Dat hoeft niet zo te zijn.” Desiree Salentijn, assistent accountant
Wish list Voor iedereen die de ouderwetse telefoon mist, vrees niet! De Ivori iPhone desktop handset laat je weer ouderwets de hoorn oppakken. Het enige dat je hoeft te doen is je iPhone (of andere smartphone) aan te sluiten en voilà. Er is zelfs een rotary app voor diegene die graag een old school draaischijf in plaats van toetsen gebruikt. Prijs: € 39,- op megagadgets.nl
Weleens last van kruimels op je keyboard? Daar is inmiddels een oplossing voor: de USB Stofzuiger. Perfect voor zowel gamers als zakenmensen, nu is het mogelijk om je directe omgeving schoon te houden zonder de comfort van je stoel te hoeven verlaten. Prijs: vanaf € 2,50 op dealextreme.com
De Lady-Datejust van Rolex is de perfecte manier om de businesswoman look af te maken. Royaal bestrooid met diamanten, de afgebeelde variant heeft er maarliefst 46 rond de horlogekast, en nog eens tien op de wijzerplaat. Er zijn een aantal verschillende versies, allen met een exclusief glimmend uiterlijk en een even exclusief prijskaartje.
Dan een iets duurder speeltje. Jawel, de nieuwste stier uit de Lamborghini stal. 700 keer sterker dan het gemiddelde paardje. De Aventador doet er dan ook maar 2,9 seconden over om van stilstand tot 100 kilometer per uur te accelereren. Prijs: rond de € 255.000,-
Onze ruimte, jouw groei
Voor de mannen is er ook een uitgebreid assortiment Rolex horloges. De Daytona is, zoals de naam suggereert, ontworpen met snelheid en accuratesse in gedachte. Het afgebeelde model is herontworpen voor 2011 en is zeker ook een mooie toevoeging voor de businessman. Prijs: verschilt per model, maar al snel €10.000
Meer weten over de carrière van Desiree en haar collega’s? Of benieuwd naar onze mogelijkheden? Scan de QR. Of surf naar onze website.
www.carrierebijGT.nl
Accountancy - Belastingen - Advies
magazine
45
financiële studievereniging Amsterdam
We view ambition as a quality to be cherished. Because we see it as a force that fuels initiatives. The best form of ambition combines the will to be independent with the willingness to take on responsibility. That’s what we call the ambition to excel. If you think you, too, have that kind of ambition, we would like to hear from you. For our Analyst Program, NIBC is looking for university graduates who share our ambition to excel. Personal and professional development are the key-elements of the Program: in-company training in co-operation with the Amsterdam Institute of Finance; working side-by-side with professionals at all levels and in every financial discipline as part of learning on the job. We employ top talent from diverse university backgrounds, ranging from economics and business administration, to law and technology. If you have just graduated, with above-average grades, and think you belong to that exceptional class of top talent, apply today. Joining NIBC’s Analyst Program might be the most important career decision you ever make! Want to know more? Surf to www.careeratnibc.com.
Interested? Please contact us: NIBC Human Resources, Frouke Röben, [email protected]. For further information see www.careeratnibc.com. NIBC is a Dutch bank that offers integrated solutions to mid-market clients in the Benelux and Germany. We believe ambition, teamwork, and professionalism are important assets in everything we do. T H E H AG U E
46
•
LONDON
•
BRUSSELS
•
FRANKFURT
•
N E W YO R K
magazine
•
SINGAPORE
•
W W W. N I B C . C O M
Europe at a crossroads. The European Union (EU) finds itself in its biggest crisis since its foundation.
Leadership. Sustainability.
Trade unbalances. Integration.
inhoud
48
Kasper Faas
Editor Fiducie Preface
47
Interviews
Lex Hoogduin
Scenario’s & totaaloplossingen
Editor Fiducie
Europees leiderschap...
The European Union (EU) finds itself in its biggest crisis since its founda-
52 56
tion. The architects of the Maastricht treaty thought they could handle the without a political union. The construction errors of the Euro-architects the European integration today. This Fiducie will cover aspects such as the
€
Can Eurobonds help? Herbert Rijken
De structurele onbalans
policy changes necessary to repair the construction errors and whether it is
60
The Euro is bound to fail... Corien Wortmann-Kool
De Euro kan niet zonder... Dirk Schoenmaker
DSF - Ask an expert
desirable or not to carry through these policy changes at all to save the Euro as currency.
68
his edition begins with a contribution from Professor Klamer. In his column he argues T that the Euro lacks the political and social embedding that a sustainable currency requires. In our first interview, Professor Hoogduin places the current Euro problems in historical perspective, while Member of Parliament Wouter Koolmees explains in our interview to what extent he thinks that sovereign right of each member state is reality. Further, Wim Boonstra argues that central financing of all EMU debts via Eurobonds could be a realistic initiative. Member of the European Parliament Corien Wortmann-Kool stresses the requirement to focus on prevention of excessive public debts. Professor Rijken argues that trade unbalances are the root of debt problems. Finally, Dean of the Duisenberg School of Finance Dirk Schoenmaker answers themed questions asked by students. With the new academic year we have a new editorial board. The loyal readers will notice the many changes in this edition compared to the previous years. I hope that you will like the new design and find the articles just as interesting as before. The theme of the next edition of Fiducie will be published shortly on our social media channel and we hope you will respond to our call to send us your questions for the DSF column.
Columns
Arjo Klamer
The absence of a solid solution to the debt problem of many European countries has resulted in turbulent financial markets and has even raised the question whether the European political leaders are able to come up with a decisive solution at all. This Fiducie shows what factors hinder the European integration and questions the sustainability of the Euro.
now come to the surface endangering
Articles Wim Boonstra
49
Europe at a crossroads. European Monetary Union (EMU)
Wouter Koolmees
preface
48 66 72
I would like to thank you as reader for your interest and hope you enjoy reading the Fiducie. Kasper Faas General Editor FSA Magazine
column
50
51
The euro is unsustainable. It simply lacks the political and social embedding that a sustainable currency requires.
The Euro is bound to fail, and that could be a good thing The euro was an idea informed by political and pragmatic interests. Those managing the European agricultural programs during the seventies began to dream of a common currency as that would make their lives so much easier.
T
op executives began to promote a common currency as they believed it would make their business easier. And the French began to push for a common currency In a move to regain the balance of power with the enlarged Germany. Economists abstained from the discussion of a common currency at the time. They did not write scientific articles about the subject, they did not discuss the pros and cons and were satisfied to refer to the optimal currency area literature in which economists such as Mundell had theorized the conditions of the optimal area for a common currency. Those conditions comprised factors like homogenous labor markets, evenly distributed inflation and the like. The common presumption was that Europe did not meet those conditions. The announcement that the treaty of Maastricht included a proposal for a common currency came therefore as a
Foto: Arjo Klamer surprise. I was in the US at the time and shared amazement about the economic irrationality of the move with my American colleagues. Not only failed the EU at the time to meet the conditions of an optimal currency area, but the separate countries would also give up virtually all macroeconomic instruments to conduct stabilizing policies. How could they? Most importantly they would give up the possibility of changing their price by changing the value of their currency. How could European countries cope without such an option? Especially the southern countries had to devalue their currency from time to time in order to keep up. And how could these European leaders believe in such a strict regime of fixed exchange rates? Still fresh in our mind was the collapse of the Bretton Woods system in which many countries had pegged their currencies to gold in a fixed rate. Such a system works for a while but when economies diverge and the imbalances in their balance of pay-
ments become structural it is unsustainable. That much we knew. And that was what I wrote in several newspaper columns at the time.
union. They did not. Their gamble was, as Lubbers later would confess, that the monetary union would force that strong political union that was needed.
The initiators of the treaty of Maastricht, the Dutch prime minister Lubbers and the chairman of the European committee Delors were fully aware of the need of a strong political union for the monetary union to succeed. They realized that a currency is a matter of faith and that faith comes with a well coordinated and firm economic policy. They saw that the US needed a forceful foreign policy to protect its dollar. So they included far-reaching proposals to solidify the political union of Europe. But those proposals were shot down by member countries so they had to withdraw them on what is become known as Black Monday in Dutch diplomacy. You might have guessed that with that foundation undermined they would also have withdrawn their proposal for a monetary
When I returned to the Netherlands another surprise awaited me. What seemed to me economic sense turned out to be political nonsense. In the beginning I found myself in the company of 100 economists or so who were to point out the economic nonsense of a common currency in the current conditions, yet we were quickly placed in the camp of eurocritics or, worse, eurosceptics. We had become political outsiders. I set up a forum to give space for people who were still interested in making sense but that discussion remained marginal. The communis opinio was that the euro is a good thing for the Netherlands and for Europe. Only in Sweden and in the UK economic sense prevailed.
52
column
53
Prof. Arjo Klamer To my chagrin most economists have moved to embrace the euro, at least have done so publicly. Did they do so to remain credible in the company of politicians, so I wondered? I had not seen the conditions change, so I have maintained throughout all these years that the euro has come too early and is unsustainable. Politicians and also economists with whom I debated the issue consistently declared my critique ill-founded and anti-European. When the euro lost value against the dollar they declared that this would help Dutch exports. When it regained its value, this was a sign of strength. Most decisive was the argument that because of the euro the economies of Ireland, Portugal, Spain and Greece were booming. The idea of a failing euro was inconceivable. One laughed when I made the prediction that the euro is unsustainable. Journalists wrote it down as a bold or finny statement that might discredit the economist making it. So I concluded that the euro had become an ideology. The euro had to be good, no matter what.
If we do not do this, then the euro will fail and then utter disaster will be the result. So more or less as Lubbers and Delors had speculated when they pushed through the monetary union, the need for a closer political union would present itself some day. And so it did. It is now clear that the euro will fail unless certain conditions are met. The issue is now what those conditions are. In line of my earlier arguments I would suggest that a great deal more is needed than balanced government budgets, an emergency fund, euro bonds, and a strict monetary policy conducted by an independent central bank. Such policies do not address, for example, the causes of the current crisis, such as the bubbles in the housing and real estate markets in Ireland and Spain. They do nothing to bring about harmonization in the labor markets, or to coordinate wage deals somehow.
When belief ”turns into an
ideology, no argument will change anything
When belief turns into an ideology, no argument will change anything. No matter how overwhelming the case against is, no matter how convincing the arguments are, the reaction will be something like: “yes, you may be right, but I still believe that the euro is a good thing and will be there forever.” How different the situation is now. I realized that the tide was turning when the most fervent advocate of the euro, the former prime minister of Belgium Verhofstadt, declared early 2010 the euro moribund unless the European leaders would solidify the political union. So here was a European leader who dared to suggest that the euro might fail. I had not heard that before. It was getting serious. Trichet, the president of the European Central Bank and Barosso scared a few weeks later the European leaders with doom scenarios in case they would not take the necessary measures to safe the euro. It has been the argument since.
„
One of the objectives has to be converging economies throughout Europe. For that objective other instruments are needed. When economies are diverging, as they are doing now, the EU needs something like automatic stabilizers. Within the national economies those stabilizers work by way of government expenditures programs and the tax system. See the US. When one of the states is doing badly economically, the tax payments to Washington will go down automatically and all kinds of federal expenditures will go up with a boost to its economy as a consequence. The EU lacks such a system because it does not dare to tax its citizens directly (we now pay in a sneaky way by way of value added tax) and it also does not have the funds to make much an effect by directing its expenditures to regions that do badly. When inflation is increasing the EU will need more than a strong central bank with a strict monetary policy. We have ample experience with that. Usually unions and employers need to be constrained as well and that is only possible
with a coordinated policy and strong pressure. We now see how difficult it is to get the people of Greece to change their ways of doing things. We also see that the actions that they get imposed circumvent the democratic process. Is that what Europeans want? The EU also lacks a foreign policy and an army that it may need to secure its interests. Investors need assurance that the issuer of a world currency is willing to defend that currency. In case that the Arab countries hold large deposits of your currency, you have strong reasons to secure the stability and loyalty of those countries because as soon as they were to flood the market with your currency, you get into serious trouble. Some people belief that overcoming all these hurdles is possible and desirable. I fear that their belief will turn out to be naïve and that the result will be exactly what we have tried to avoid: a divided Europe in conflict. A more hopeful future will be a series of open societies with many different currencies, none too weak, but also none too strong to dominate all the others.
Arjo Klamer is professor of cultural economics at the Erasmus university
54
interview
Scenario’s & totaaloplossingen
Euro problemen in historisch perspectief Door: Kasper Faas en Sjoerd Keilman
Welke oorzaken liggen volgens u ten grondslag aan het Europese schuldenprobleem? Ik denk dat het is onder te verdelen in twee delen. Voor het eerste moet je teruggaan naar de invoering van de Euro waarbij spelregels zijn afgesproken met betrekking tot de overheidsfinanciën, deze regels zijn onvoldoende gehandhaafd. Bij de voorbereiding van de invoering is destijds gezegd: we willen voor de 11 landen één munt, maar we willen de landen wel zelf laten beslissen over het economisch beleid en overheidsfinanciën. Dit kan alleen als er aan minstens twee voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste moet er worden gezorgd dat de overheidsfinanciën voldoende discipline hebben. Vervolgens moeten de verwachtingen worden nageleefd dat de concurrentiepositie van individuele lidstaten wordt afgedwongen en dat er druk op de lidstaten wordt gezet om ze in de pas te laten lopen. We hebben kunnen zien dat Duitsland en Frankrijk (in 2004/2005) over het Groei- en Stabiliteitspact zijn gegaan, toen heeft men de ogen dichtgeknepen. Ook de verwachting dat de concurrentieposities gehandhaafd zouden blijven is onterecht gebleken. Hierdoor zijn onevenwichtigheden opgebouwd en naar buiten gekomen. Het tweede is dat het een probleem is geworden vanaf de kredietcrisis, die hier een impuls aan heeft gegeven. De problemen van de financiële sector kwamen toen op het bordje van de overheid, omdat die het effect op de burgers wilde verzwakken.
We zien dat de bestrijding een lastig en langdurig proces lijkt te zijn. Wat denkt u dat het grootste obstakel is in de bestrijding van het schuldenprobleem? We hebben gezien dat de invoering van de Euro de integratie van het eurogebied een impuls heeft gegeven, met als gevolg dat de financiële sector van het eurogebied sterk geïntegreerd is geraakt. De schulden van Griekenland zitten niet alleen in de portefeuille van Griekse beleggers, maar die zitten door het hele eurogebied heen. Dit betekent dat de problemen met overheidsfinanciën in land A heel makkelijk effect kunnen hebben op de financiële sector door het hele eurogebied heen. Het kan bovendien de schulden en de inschatting van hoe erg de schulden van andere landen zijn beïnvloeden. Schulden in een gebied waarin je 1 munt hebt, zijn per definitie een probleem van alle landen bij elkaar, in de eerste plaats loopt dat via de financiële sector. Je kunt daarom niet simpel zeggen: Griekenland los zelf het probleem maar op, want de overige eurolanden hebben hier ook wel degelijk belang bij voor hun eigen financiële sector. Die bestaat uit onder andere pensioenfondsen waarbij burgers geraakt kunnen worden. Het is dus in je eigen belang om je er mee te bemoeien. Wat de bestrijding gecompliceerd maakt, is dat als je het probleem met elkaar wilt oplossen, dit in de Europese besluitvorming moet gebeuren, waarbij heel veel partijen betrokken zijn. In een aantal Europese landen, waaronder Nederland, ligt het lenen van geld aan andere eurolanden
uitermate gevoelig. Men ziet niet in - of wil niet inzien - dat het in het eigen belang is om het te doen. Het krijgt een extra dimensie door dat beleggers zien dat het moeilijk is om de maatregelen te nemen die nodig zijn om het op te lossen. Hierdoor wordt het gevaar gelopen dat het probleem doorloopt naar zulke grote landen dat het niet meer op te lossen is zonder dat het echt heel veel geld gaat kosten. De twijfel kan bestaan of de bereidheid er wel is in Europa om de muntunie in stand te houden.
Hoe belangrijk zijn Europa en de EMU voor Nederland? Ik denk dat diegenen die zo makkelijk roepen dat er géén geld naar Griekenland zou moeten zich af zouden moeten vragen wat ze dan wel precies willen en wat het zou betekenen als je het uiteindelijk maar niet oplost waardoor je mogelijk uiteindelijk het uiteenvallen van de Euro op het spel zet. Ik denk dat de economische consequenties hiervan gigantisch zouden zijn. Het zou bovendien een grote slag zijn voor de EU en het Europroject. De situatie waar we nu in zitten, moet in historisch perspectief gezien worden. De EU is geboren als reactie op de Tweede Wereldoorlog, om via economische integratie te voorkomen dat er nieuwe spanningen ontstonden, die weer tot een oorlog zouden leiden. Als je met elkaar integreert heb je gemeenschappelijke belangen. Dat is succesvol gebleken want problemen in het zuiden van Europa merken wij nu ook. De EU is uitermate succesvol voor het
met Prof. Dr. L.H. Hoogduin
55
56 politieke doel, maar is ook economisch zeer succesvol gebleken als de groei over de afgelopen 60 jaar wordt bekeken. Als je nu de Europroblemen als aanleiding ziet om het hele Europroject aan de kant te schuiven, dan zet je in wezen de Europese vrede, veiligheid en economische politiek op het spel. Ik denk dat de risico’s en gevaren erg groot zijn. Als je dat wilt omdat je vindt dat we te ver zijn gegaan in de economische integratie, dan moet je je heel goed realiseren dat er geen simpel alternatief is waar je zomaar naar over kunt stappen.
Wat zouden de gevolgen voor de eurozone zijn wanneer er besloten wordt om een euroland als Portugal of Griekenland failliet te laten gaan? Deze maatregel gaat nog niet zo ver dat je de hele Euro opgeeft, deze variant houdt in dat diegenen die schulden hebben niet – of niet volledig – betaald worden. Dat wordt vermoedelijk een onordelijk proces. Er zijn geen internationale regels om overheden ordelijk failliet te laten gaan. Hoewel daar in het verleden door het IMF wel aan gewerkt is, maar daar is vanaf gezien omdat de schulden door de hele wereld heen zitten. Voor het land zelf betekent dit dat niet alleen de overheid failliet is, maar ook het bankwezen, omdat het kapitaal van de banken ook in de overheden zit. Griekenland heeft, ook als je afziet van de rentelasten, een tekort. Dat kunnen ze dus niet meer financieren. Dit betekent dat ze moeten gaan kiezen wat ze wel en wat ze niet gaan betalen. Op dit moment moet Griekenland 4,5% van het totale BBP gaan
interview bezuinigen, je ziet dat het huidige bezuinigingsprogramma al voor de nodige onrust zorgt. Als één land valt, wordt er al snel gekeken naar overige landen als Ierland en Portugal. Als men een faillissement vermoedt dan wordt de kans groter dat deze landen ook failliet gaan, omdat partijen zich gaan terugtrekken uit deze landen.
Wat vindt u van de private sector involvement bij het schuldenprobleem? Één van de fouten die gemaakt is, is de discussie over de bankenbijdrage aan het schuldenprobleem. Ik heb al gezegd dat er geen regime is om overheden failliet te laten gaan, er is wel, in internationale
context een grote rol voor het IMF. Vanaf WOII is er een praktijk ontstaan over hoe je omgaat met overheden die in de problemen raken. Die praktijk is dat de overheden de problemen zelf oplossen. De overheid moet de eerste bron van vertrouwen zijn. Wanneer een overheid in de problemen raakt moet het land naar het IMF stappen die hen helpt een zwaar, maar doenbaar, plan te maken. Aan het eind van een programma wordt een schuld houdbaarheidsanalyse gemaakt. Wanneer deze niet houdbaar wordt geacht is het land wanbetaler en krijgt het van doen met de Club van Parijs. De fout is dat een aantal landen heeft geopperd dat wanneer een land overheidsproblemen heeft; het niet alleen het aanpassingsprogramma moet doorlopen maar ook de schuldbezitter moet gaan meebetalen. Europa maakt zich hiermee los van de internationale praktijk. De internationale belegger weet dat hij in Europa als eerste wordt aangeslagen, waarom zou je dan nog in Europa gaan beleggen? Nu wordt dit slechts over Griekenland gezegd, maar waarom straks niet in Ierland, Portugal of Italië? Dit kan ik niet anders noemen dan een economische blunder.
Wat zouden de gevolgen voor de eurozone zijn wanneer een ‘gezond’ euroland als Nederland besluit uit de euro te stappen? Dit zou een chaotische situatie creëren, ook voor onszelf. Veel gehoord is dat er ook veel Europese landen zijn die zonder de Euro kunnen. Natuurlijk is dit waar, maar dan wordt de historische context vergeten. Nederland is er vanaf de introductie van de Euro bij geweest, het is één van de oprichters van de EU. Als Nederland zich terugtrekt dan blaas je de Euro als het ware op, het is moeilijk voor te stellen dat de overige landen in dat geval doorgaan met de Euro. Als dat wel zo is, dan kunnen we wellicht een hele grote kapitaalstroom landinwaarts krijgen, de rente in ons land zal erg laag worden met als gevolg dat het financieren van pensioenen moeilijker wordt en nog een groter probleem wordt dan het nu al is. Het zou bovenal een breuk zijn met de manier waarop we internationale economi-
met Prof. Dr. L.H. Hoogduin sche politiek hebben gevoerd vanaf WOII, zonder dat ik zie wat het alternatief is en waarom we daar zoveel beter van worden.
Wat vindt u van het voorstel om het European Financial Stability Facility (Europese noodfonds) uit te breiden? Dit had veel eerder moeten gebeuren. Men wil het fonds breder gaan inzetten maar geeft het fonds niet de middelen om dit te doen. Om de twijfels weg te nemen had het probleem in de volle omvang en Europees opgelost moeten worden, dit betekent dat je een aantal dingen tegelijk moet doen. Om financiële markten te overtuigen moet je altijd snel reageren en heel veel middelen inzetten. Hoe meer middelen je inzet, hoe groter de kans is dat je ze niet hoeft te gebruiken. Als je niet voldoende middelen beschikbaar stelt dan werkt dat contraproductief. Het allerbelangrijkste is om te bepalen hoe je voorkomt dat je weer in zo’n situatie komt. Ten eerste, de regels met betrekking tot de overheidsfinanciën moeten aangescherpt en gehandhaafd worden. Je moet vaststellen wat je met landen doet die zich niet aan de regels (budgettair en concurrentiepositie) houden. Je moet zorgen dat zo’n land zijn soevereiniteit verliest en onder curatele komt te staan. Ten tweede moeten alle landen de begroting op orde brengen in het afgesproken tempo, dus niet alleen met getallen maar ook met maatregelen. Ten derde moet het noodfonds veel groter en flexibeler ingezet kunnen worden. Er moet een groot kanon tegenover de markt worden gezet. Daarnaast moet je zorgen dat de bijdrage van de private sector niet afwijkt van de internationale norm, anders schieten we onszelf voor jarenlang in de voeten en dan zijn we duurder uit dan anders het geval is. Tenslotte, wat heel goed zou zijn is als de schulden van de ECB, die tijdelijk heeft ingegrepen overgebracht zouden worden naar het noodfonds, zodat de ECB de handen vrij heeft. En als er eventueel verliezen door de ECB zouden worden geleden dat het kapitaal keurig door de overheden zou worden aangezogen. Als je deze dingen tegelijk doet en volstrekt duidelijk maakt dat je het oplost, dan los je het probleem op.
Hoe kijkt u aan tegen het fenomeen Eurobonds? Ik denk dat Eurobonds beginnen aan de verkeerde kant. Het European Financial Stability Facility (EFSF) geeft schuld uit en dat kun je een soort embryonale Eurobonds noemen. Ik ben vóór Eurobonds als er strenge regels voor het begrotingsbeleid aan gekoppeld zijn, waar men zich ook aan houdt. In dat geval mag het van mij gefinancierd worden via Eurobonds, maar dan maakt het ook niet uit of het gefinancierd wordt via Eurobonds of door gewone uitgifte van de landen zelf. Als landen even solide zijn, betalen ze allemaal ongeveer even veel rente. Alleen Eurobonds invoeren zonder zeker te zijn dat het begrotingsbeleid wordt nageleefd is de kat op het spek binden. Dit vergroot de kans dat het weer een keer gebeurt, dan kun je eindeloos tegen lage rentes lenen, ongeacht je begrotingssituatie. Eurobonds kunnen gekoppeld worden aan een sterke begrotingsdiscipline. Als dit het geval is, dan kunnen Eurobonds als voordeel hebben dat je een diepe kapitaalmarkt creëert.
57 Nederland ”zichAlsterugtrekt dan blaas je de Euro als het ware op
„
In hoeverre is de stap naar één Europees economisch beleid noodzakelijk? Als je een sterke Euro en een geïntegreerd Europa wilt, dan denk ik dat deze stap noodzakelijk is. Daar is veel voor te zeggen, omdat je veel risico’s neemt als je dat niet doet. Het is onontkoombaar dat je de regels aanscherpt en dat landen die zich niet aan de regels houden, door anderen opgelegd krijgen wat ze moeten doen. Dit is in eerste instantie niet de stap naar een fiscale unie, maar je moet wel verder gaan dan nu. Er is ook veel voor te zeggen om veel nationaal beleid, Europees beleid te maken. Milieu, veiligheid en immigratie zijn grensoverschrijdend en het beste zou zijn om hier een Europees budget voor buitenlands beleid voor te creëren. Voor het huidige probleem zou dit nog niet eens noodzakelijk zijn. Professor Hoogduin is Hoogleraar Monetaire Economie en Financiële Instellingen aan de Universiteit van Amsterdam.
58
interview
59
met Drs.W. Koolmees
Europees leiderschap en soevereiniteit illusies Door: Kasper Faas en Maxime Schmitt
Sinds het tekenen van het verdrag van Rome in 1957 is tot op heden de Europese integratie voortdurend toegenomen, welke drijvende krachten hebben hier volgens u aan bijgedragen?
Na de Tweede Wereldoorlog zag je aan de hand van de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en later de EEG, met de Frans-Duitse samenwerking als basis, de economische en politieke integratie in Europa toenemen met het idee om nooit meer oorlog onderling te hebben. Deze integratie en samenwerking is steeds verder gegaan in de vorm van het Verdrag van Maastricht, welke de basis heeft gelegd voor de vorming van de economische en monetaire unie.
interview
60
61
met Drs.W. Koolmees
Europese financieel-economi sche tekortkomingen Dit is een lang proces geweest die ons gebracht heeft tot de - ver van perfecte - unie waar we nu inzitten. De economische integratie van Europa is de afgelopen twintig jaar erg hard gegaan (vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen), dit heeft de interne markt gecompleteerd. Dit is een positieve ontwikkeling geweest voor Nederland als kleine open economie met veel handel en relaties in het buitenland.
Het kabinet ” praat als PVV-ers,
Kunt u uitleggen waarin de unie volgens u tekortschiet?
In mijn visie zou Europa moeten gaan over grensoverschrijdende externe effecten, voorbeelden hiervan zijn milieu en asiel en migratie. Door het proces van economische integratie zie je dat het financieel-economisch beleid veel verder met elkaar vervlochten is geraakt: als het bij de buren stormt, hebben wij daar ook last van. Het probleem daarbij is dat we op sommige gebieden wel Europees beleid hebben, maar op financieel-economisch gebied hebben we te weinig geregeld. Formeel gezien is er wel het Groei- en Stabiliteitspact maar we hebben gezien dat dit verdrag niet gehandhaafd is. D66 pleit daarom voor een onafhankelijke, democratisch, gecontroleerde begrotingsautoriteit. Algemeen beschouwd hebben we weliswaar een democratie, maar die is raar geregeld. We hebben een Europese Commissie, maar die wordt niet gekozen, de lidstaten sturen zelf vertegenwoordigers naar Europa. Het Europees parlement heeft een controlerende taak, maar zij heeft niet de bevoegdheden om de belangrijkste besluitvormingsraad; de Europese regeringsleiders, te controleren. Dit is in mijn optiek het grootste democratische tekort.
maar als puntje bij paaltje komt handelt het als D66-ers
„
Europese crises hebben Europese leiders vaak aan het denken gezet en boden een kans om een grote stap te maken in het integratieproces, welke stappen zouden de Europese leiders nu moeten nemen? Ik vind deze zienswijze eigenlijk te negatief, het lijkt er hier nu wellicht op alsof je er in wordt gerommeld. De Europese integratie is een weloverwogen keuze geweest die ook in het Nederlandse parlement op een meerderheid kon rekenen, omdat we de voordelen inzagen van de verdragen van Maastricht en Amsterdam. Nu er een crisis is komt de weeffout aan de oppervlakte. De maatregelen die deze crisis zouden moeten voorkomen zijn onvoldoende gebleken. Het is wel zo dat de urgentie nu groot is om de Europese bestuursstructuur aan te passen aan de economische vervlechting. De EMU is een hele bewuste keuze geweest en we moeten ons nu niet gaan verstoppen achter Europa of discussies over soevereiniteit. We moeten helder zeggen dat dit nu eenmaal een grensoverschrijdend effect is, we moeten dit democratisch oplossen en de stap zetten naar een goed democratisch gelegitimeerd economisch bestuur.
Europese integratie is onlosmakelijk verbonden met het opgeven van nationale soevereiniteit, in hoeverre denkt u dat de EU landen bereid zijn om deze nationale soevereiniteit op te geven? Ik vind dit eerlijk gezegd een schijndiscussie want dit gaat over schijnsoevereiniteit. In 2008/9 na de val van Lehman Brothers en de problemen met Amerikaanse obligaties waren wij in ‘no time’ 5% van onze welvaart kwijt. Nu zie je dat Griekenland de overheidsfinanciën niet op orde heeft en dat heeft invloed op ons. Je kunt wel zeggen dat je geen invloed van buiten de grenzen wilt, maar dat is niet de realiteit. Daarom mijn pleidooi voor een stap vooruit en het tonen van leiderschap. We zijn vervlochten met elkaar en we zijn afhankelijk van het buitenland, dus zorg er voor dat je het in het buitenland goed regelt. Je zou je niet defensief moeten opstellen en vrezen voor het opgeven van je soevereiniteit, welke soevereiniteit heb je het dan over? Als je het in extremus zou
doorvertalen dan zou je als je het overdragen van soevereiniteit principieel niet accepteert, de economische vervlochtenheid niet accepteren.
Naast het huidige Europese schuldenprobleem wordt ook door velen een Europees leiderschapsprobleem gezien. Waar bestaat dit probleem volgens u uit? Dat bestaat naar mijn idee uit dat we te lang te weinig oog hebben gehad voor het feit dat de schulden zo hard zijn opgelopen. Dat geldt overigens niet alleen voor overheden, maar ook voor burgers en bedrijven. Het gebrek aan vertrouwen dat er nu is ontstaat door dat er geen heldere lijn is hoe we dat gaan oplossen. Het zijn moeilijke beslissingen want overheden moeten bezuinigen, de arbeidsmarkt hervormen en we moeten langer doorwerken. Het terugdringen van schuldenbergen doet pijn. Je moet bovendien op Europees niveau waarborgen creëren om te voorkomen dat het over tien jaar weer gebeurt. Ook het overdragen van bepaalde bevoegdheden als bestaande afspraken niet na worden gekomen is geen populaire boodschap. Op dit moment durft niemand te zeggen dat we nu gaan bezuinigen, nu onze begrotingen op peil brengen en dat we gaan zorgen dat we over 10-20 jaar ons brood kunnen verdienen door de AOW leeftijd omhoog te brengen, te investeren in kennis en innovatie en te gaan voor een sterker Europa om te voorkomen dat er weer een land is die zich niet aan de afspraken houdt.
onevenwichtigheden. Nederland zou hier ook een voortrekkersrol in kunnen spelen, door gewoon met open ogen het verhaal te vertellen, hierdoor creëer je volgens mij ook rust op de financiële markten. Recentelijk hebben Merkel en Sarkozy gesproken over plannen voor een Europese regering, maar als je hun voorstellen bekijkt geven deze niet aan dat er een autoriteit komt die lidstaten gaat afrekenen op de afspraken, dat is hetgeen er nu nodig is.
Wat vindt u van de opstelling van Nederland in het Euro debat? Ik vind de opstelling een beetje dubbel: ik heb laatst in het debat gezegd dat het kabinet praat als PVV-ers, maar als puntje bij paaltje komt handelt als D66-ers. Voor de media acteren ze heel kritisch en hard tegenover Europa, maar als uiteindelijk beslissingen genomen moeten worden gaat Nederland vaak mee in een pro-Europese koers, wat ik natuurlijk positief vind. Mijn kritiek op het kabinet is dat ze zouden moeten uitleggen waarom ze dit doen. Nu ontstaat er een beeld dat ze de Europese samenwerking erg moeilijk vinden en dan toch noodgedwongen akkoord moeten gaan. Gelukkig gaat de laatste miljoenennota wel over Europa en de noodzaak van meer samenwerking. Maar het heeft te lang geduurd voordat dit kabinet dit heeft erkend. Daarmee is veel krediet verspeeld. Terwijl je, als je gewoon vertelt waarom dit noodzakelijk is, volgens mij veel meer draagkracht en draagvlak hebt voor dit soort voorstellen.
Welke rol zouden Frankrijk en Duitsland in de Europese economische integratie moeten spelen? Je ziet dat Frankrijk en Duitsland op twee gedachten hinken en zich achter de grenzen verbergen, onder andere door de invloed van het eigen parlement en de nationalistische gevoelens die er leven. Maar ik denk dat juist Frankrijk en Duitsland voorop zouden moeten lopen met een goed democratisch gelegitimeerd, gecontroleerd Europees model voor financieel-economisch toezicht dat gaat over het Groei- en Stabiliteitspact en macro-economische
Wouter Koolmees is Tweede Kamerlid voor D66
62
article
63
by Wim Boonstra
Strengthening the euro
Can eurobonds help? Since the eruption of the Greek budget problems in 2009, the euro is lurching from crisis to crisis. European policy
makers are struggling to find a solution for what in the press is nicknamed “the European debt crisis”. Although Europe’s public finances indeed have deteriorated substantially following the financial crisis of 2007/8 and the resulting recession, on average public debt and deficits in EMU are relatively low when compared with the United Kingdom, The United States and Japan.
EMU’s real problem is that small member states with serious financial problems, for example Greece, can infect the whole euro zone, in the process endangering the euro’s bare existence. This points to a design flaw in the euro, which should be repaired. The ultimate answer, of course, is to complement the Economic and Monetary Union (EMU) with the creation of a political union. This, however, is completely unrealistic at the present time, with political support for European integration at a low ebb. Nevertheless the political will to keep the euro intact is still exceptionally strong, as is amply illustrated by the string of rescue packages that have been presented over the last year, most recently on July 21th, 2011. This is certainly good news, as the costs of (partial) failure of the euro would be extremely high. However, the solutions adopted so far are far from convincing. Although they were successful in addressing the acute market panic that started to spread
in the markets, the most recent set of measures failed to convince the markets that the EMU is finally out of the danger zone. This is illustrated by the spread of the weaker countries over German Bunds (figure below).
From 2010 onwards, a flurry of initiatives were undertaken (Eijffinger, 2011). That year saw a.o. the birth of the European Financial Stability Facility (EFSF). This newly established institution supports the weaker member states in funding
%- points
%- points 20
15
18
Spread on 10Y government bonds r.t. Germany
16 14 12 10
10
8 6
5
4 2 0
0 1-1-1997 Greece
5-7-1999
3-1-2002
Ireland
6-7-2004 Portugal
5-1-2007
8-7-2009
Spain
Italy
64
65
by Wim Boonstra
their financing needs. In doing so, it issues bonds in the international capital market, guaranteed by the stronger member states. As such, it is the first, albeit hesitant, major step towards central funding of public deficits of individual countries. I have advocated such a move for decades (Boonstra 1991, 2005, 2009), but it has until recently been seen as an absolute political no-go area. And although recently a range of proposals had been published on the topic, most offered solutions hesitate to cross the border and draw the conclusion that as long as European public bond markets remain fragmented along national lines, the EMU will remain in the danger zone. Therefore, they all overlook a simple, relatively inexpensive and effective solution: central funding of all deficits of all of EMU’s members States with a cross-guarantee of all participants for all their public debt, in combination with a stronger and effective stability and growth pact is the only way to fundamentally solve EMU’s problems, short of full political union.
A further problem is that financial markets have done an extremely poor job in disciplining policymakers. Between 1999 and mid-2008, financial markets (and rating agencies!) failed to differentiate the credit qualities between government bonds issued by the stronger countries (such as Germany, Finland and The Netherlands) and those from weaker countries (e.g. Greece, Italy and Portugal). Only after ‘Lehman’ they woke up from their lethargy with vigour. This is harmful in two ways. First, by ignoring deteriora-
Financial ” markets have done an extremely poor job in disciplining policymakers
„
What should be done?
3 november 2011: Studentendag ministerie van Financiën Deze tijd vraagt om scherpe keuzes. Het geld kan maar één keer worden uitgegeven. Bij het maken van de afwegingen speelt het ministerie van Financiën een sleutelrol. De minister wil graag weten wat jij adviseert. En snel ook. Op 3 november sta je in zijn agenda... Tijdens de Studentendag 2011 werk je aan een actuele case en maak je kennis met een interessante werkgever. Het ministerie van Financiën is een jonge organisatie waarin nieuw talent direct wordt beloond met een flinke dosis verantwoordelijkheid.
www.werkenvoornederland.nl
Schrijf je in vóór 17 oktober 2011 Je bent tweede-, derde- of ouderejaarsstudent algemene, bedrijfsof fiscale economie. Ook met Nederlands of fiscaal recht en met bestuurskunde ben je van harte welkom, net als met iedere andere studie met daarin het vak openbare financiën. Wil je op 3 november de minister adviseren en een onuitwisbare indruk achterlaten? Schrijf je dan in vóór 17 oktober 2011 via www.studentendag.nl.
Although the focus of recent discussions has been on the fiscal mismanagement by a number of its member states, EMU’s problems of course are wider and deeper. First, fiscal discipline is not strong enough. This should be cured by the introduction of the European Semester and a strengthening of the Stability and Growth Pact (SGP), including automatic and more effective sanctions. These are very important elements, but it is not enough. Countries such as Ireland and Spain played by the rules of the SGP, but ran into problems because of the bursting of a huge property bubble. Cyprus was downgraded by Moody’s (and was immediately punished in the marketplace by seeing its bond yields rise) after an explosion eliminated 50 percent of its power supply. Whatever the strictness and effectiveness of a renewed SGP, one simply cannot exclude that countries may run into financial problems. Therefore, Europe also needs an automatic and effective default mechanism for countries in problems, preferably in a way that does not need to bother the taxpayers every time a country faces problems.
tion of the public finances of the weaker countries, these harmful developments could continue during a relatively long time. As a result, the problems grew larger and larger, until the weaker countries became extremely vulnerable. Once the change in sentiment happened in full force, these countries were immediately faced with extremely high interest rates which, if continued for a prolonged period, will push them towards insolvency. This situation can only be solved when countries can be sheltered from sudden swings in market sentiment, but in a way that improves market discipline or substitutes this with a more effective disciplinary mechanism.
Can the issuance of eurobonds solve these problems? To answer this question, let us first establish what a solution should offer. A successful introduction of eurobonds should contribute to the better functioning of the EMU in the following ways: Fiscal discipline: these bonds must contribute to strengthening the enforce-
ment of budgetary rules, i.e. those from the SGP. Benefits for both strong and weak Member States: this is very important politically, as a large participation rate is vital for the eurobond proposal to succeed. Market stability: the market for government bonds will be larger and more stable, sheltering from large swings in market sentiment. Markets should be able to correctly and gradually discipline governments for good and bad behaviour, instead of acting very erratically as described above. If this is not possible, failing market discipline should be replaced by a better internal disciplining mechanism.
Self-financing resolution mechanism. Under the assumption that once in a while a country will run into financial problems, it should be possible to smoothly reschedule its debt (under strict conditionality) without bothering taxpayers in the other member states. Ideally, a eurobond system finances itself via an insurance mechanism. In addition, it would be helpful if the issuance of eurobonds would contribute to the creation of a larger and deeper European public bond market and the strengthening of the euro’s position as a reserve currency.
Do recent proposals fulfil these criteria? The recent rescue package of 21 July 2011, in spite of all of its merits, does not fulfil the criteria we have formulated for eurobonds. It does not fundamentally stabilise markets, it is not self-financing (to the contrary, taxpayers are bothered time and again) and, apart from the immense benefit of saving EMU at least for the time being, has no visible advantage for the stronger countries. It has a highly improvised character. Important, however, is the broadening of the scope of the EFSF, which in theory has more flexibility to act pro-actively in order to stabilise EMU’s financial markets. From this perspective this certainly could have been an important step in the right direction (including point 5). However, it appears that the EFSF can
article
66 only operate after it gets political approval to act, which will seriously hamper it in its operations. The chances that the EFSF can take over the important stabilizing role played by the ECB have become very slim. Other proposals that recently received media attention came from De Grauwe and Moesen (GM, 2009), Delpla and von Weiszäcker (DW, 2010) and Juncker and Tremonti (JT, 2010).2 GM propose the issuance of eurobonds either via the European Investment Bank (EIB) or by the national governments themselves. These bonds should be backed by “the euro zone governments which have the taxing power to back up such a guarantee”. Each euro zone country should participate in the issuance, with a share that is based on its equity share in the EIB. The interest rate (coupon) on the eurobond would be a weighted average (using the same weights) of the yields observed in their individual bond market at the moment of the issue. The proceeds of the bond issue would be channeled to each government, again using the same weights. Each government would pay the yearly interest rate on its part of the bond, using the same national interest rates used to compute the average interest rate on the euro bond. To prevent free rider behaviour by the weaker members, each country would pay the same interest to the EIB as it would pay in the markets. Note, that this feature can be explained by the time of their publication (early 2009), when there was already some unrest in the market, but before the spreads between German and Greek government bonds reached historic heights. The GM proposal is very limited in its ambitions. The most important benefit for the weaker countries is, of course, guaranteed access to liquidity, but it does not shelter them from sudden swings in market sentiment (and the resulting volatile interest rates). If a country would face prohibitive yields in the market, in GM’s proposal it would still face a excessive interest bill to be paid to the EIB. Therefore, it does not strengthen market discipline and it brings only limited benefits for the member states. However, it does create a new and large (and therefore very liquid)
market segment of eurobonds. The proposal by DW, in contrast, is more ambitious. The core of their proposal is as follows: they propose that EMU3 countries pool up to 60 percent of GDP of their national debt under joint and several liability (a cross-guarantee of all participating countries) as senior sovereign debt (blue debt). Any debt above this limit would be issued by the members on their own behalf (red debt). This would guarantee funding and decline funding costs for the part of the debt below the SGP ceiling. Markets
The competitive ” position of the euro
as a reserve currency will certainly be strengthened
„
could exercise discipline on the remaining debt. This proposal guarantees all member states funding for the core of its debt against reasonable terms. Even if a country would have to default on its red debt, it would only touch a part of its public debt and remain limited in scale. It also introduces the right incentives as one may expect that the closer a country is to the 60% level, the lower its interest costs on its red debt will be. When confronted with the above criteria, however, some points remain. The proposal still counts on the markets for disciplining governments, which, as experience teaches us, is an uncertain factor. As a result, countries still are vulnerable for swings in market sentiment, albeit for a limited part of their debt. This proposal also brings limited, although non-negligible benefits for the stronger countries. These consists of two elements, viz. the increased stability of the euro zone, which will result from the blue bonds, and lower funding costs that may be expected from the improved liquidity of the blue bond market. This market segment, with a AAA rating
and accruing to a maximum of 60% of EMU GDP, will dwarf the individual bond market of even the larger EMU members. Therefore, the competitive position of the euro as a reserve currency will certainly be strengthened. Finally, the DW proposal is not self-financing. In case of (partial) default of a member, the other countries will have to bring financial support. In a newspaper article JT present a proposal to establish a so-called European Debt Agency (EDA) in order to finance member states’ financing requirements by the issuance of ‘E-bonds’. The EDA would reach ultimately an amount of 40% of European GDP. It should also offer investors a switch between ‘E-bonds’ and existing national bonds. Governments of all member states in EMU would be offered access to funding at the EDA interest rate. This is of course very beneficial for the weaker countries, but offers no benefit for the stronger countries at all. The technicalities of JT’s proposal are not worked out in detail. Their plan would help to create a large and liquid market in ‘E-bonds’, which would lower average funding costs and strengthen the competitive position of the euro. However, it does not strengthen fiscal discipline and the benefits for the stronger countries are unclear. Moreover, it is unclear on which ground they claim that their proposal does not lead to moral hazard.
Central financing of all EMU deficits would do the job All current initiatives and the discussed proposals have the effect of further fragmenting Europe’s public bond markets. Therefore, markets are still able to push individual countries into acute liquidity shortages. And every new recurrence of a problem gives rise to the same questions. Is support required, and if so, how much? And on what terms? Who is going to pay? The answer can be found in a move towards financing all government deficits within the EMU via a central agency. This will end the fragmentation of EMU’s public bond markets. This step is necessary but insufficient. The central agency, referred to in this article as the EMU Fund, raises the funds required on behalf
67
by Wim Boonstra
of the EMU as a whole and assigns them to the individual member states. It does so, however, while applying a surcharge mechanism. This is the second step. The interest due from the member states on the funds they obtain from the EMU Fund will depend in part on the position of their government finances. The larger their government deficit and/or the higher their government debt, the higher the rate they will be charged. Slowly deteriorating public finances will be reflected in gradually increasing surcharges. Individual member states are, however, shielded from acute fluctuations in market sentiment. The third step is the strengthening of the Stability and Growth Pact (SGP), which must, to that end, be provided with effective, gradually more stringent sanctions. These should preferably not take the form of fines. Political sanctions, such as the loss of voting tights in the ECB and/or the council of Ministers, are more keenly felt by policymakers and easier to effectuate. The EMU Fund can also impose additional terms for lending (as is being already done) if a country’s performance slips further. This combination of steps can be applied to stabilise EMU, without surrendering too much national sovereignty. It also offers several evident benefits for all countries. Everyone stands to benefit from the formation of a very large and liquid common bond market. The European Central Bank will no longer have to buy up bonds of individual member states, meaning that the present undesirable interweaving of monetary and budgetary policy can be ended. Weaker countries will be shielded from fluctuations in market sentiment within EMU and extremely volatile interest rates. And strong countries will not find themselves facing a problem every time a weaker country flounders. Countries that are out of line will be gradually confronted with rising financing costs. Consequently, an extended period of free riding by weak countries on the creditworthiness of stronger member states of the kind witnessed in the period 1999 – 2008 will no longer be possible. And if things nonetheless unexpectedly go wrong in a member state and its debt needs to
be restructured, it will be clear that the EMU Fund will conduct negotiations and what the rules of the game are. Moreover, instead of paying higher interest to investors, the weaker countries will have paid a surcharge to the EMU Fund. As a rule the EMU Fund will always operate at a profit, which can be added to the Fund’s reserves. Therefore, this fund will be able to build up a financial buffer, to act as an insurance against future financial problems, which makes this solution completely self-financing.
absolve policy makers from their obligation to put their government finances and economies fundamentally in order. But it introduces the right incentives and it can give countries time to put their affairs in order without the euro zone lurching from one crisis into the next. Above all it will help to consolidate the euro for the future. All it takes is a little creativity and courage.
As an added advantage of this construction, its terms will only have to be negotiated once, namely when the fund is put in place. The SGP agreements will also have to be tightened, but they already have to be anyway. The technical aspects of the EMU Fund are very simple. The political hurdles that have to be overcome appear to be higher at first sight, as the benefits of the EMU Fund are abundantly clear for financially weaker countries, but initially less evident for the stronger countries. Germany in particular will need some convincing. The best approach would be to link the surcharge to the performance of a country against the SGP-criteria. This gives an objective anchor and, even more important, it makes it possible to start with Eurobonds with any group of countries. Participation should be voluntarily, but once in, you cannot go out. The simplest way of introducing the EMU Fund would be for France and Germany to agree with each other to adopt central funding of their government deficit with a crossguarantee. Other countries will then be given the opportunity to join them, subject to appropriate terms. The advantages of participation and especially the drawbacks of non-participation will soon be evident, making the rest to soon follow suit quickly. However, an exception should be made for the countries that currently face serious problems and receive support (Greece, Ireland and Portugal). Their entrance should be delayed until the fears of their acute default have disappeared. Setting up an EMU Fund cannot solve all problems of the euro zone. It does not
Wim Boonstra is chief Economist at Rabobank Boonstra (1991) The EMU and national autonomy on budget issues: an alternative to the Delors and the free market approaches, in: R. O’Brien & S. Hewin (eds.) Finance and the International Economy: 4, Oxford University Press/American Express, 1990, pp. 209 - 224. Boonstra, W.W. (2005), Towards a better Stability Pact, Intereconomics, Vol. 40 (1), January/ February 2005, pp. 4 – 9. Boonstra, W.W. (2009), Make the euro stronger, Special report, Rabobank Nederland, March 2009. Boonstra, W.W. (2010), The Creation of a Common European Bond Market, Cahier Comte Boël, No. 14, ELEC, April 2010. Eijffinger, S.C.W. (2011), Eurobonds – Concepts and Implications, Briefing Note to the European Parliament, March 2011 De Grauwe, P. and W. Moesen (2009), Gains for all: a proposal for a common euro bond, Intereconomics, May/June 2009, pp.132 – 135. Delpla, J. and J. von Weizsäcker (2010), The Blue Bond Proposal, Breugel Policy Briefs 420, Bruegel, Brussels 2010. Issing, O. (2009), Why a Common Eurozone Bond Isn’t Such a Good Idea, White Paper No. 3, Center for Financial Studies, Frankfurt 2009. Kösters, W. (2009), Common euro bonds - no appropriate instrument, Intereconomics, May/ June 2009, pp. 135 – 138. Tremonti, G. and J.C. Juncker (2010), E-bonds would end the crisis, The Financial Times, 5 December 2010.
column
68
door Corien Wortmann-Kool
69
De Euro kan niet zonder
effectieve begrotingsdiscipline
De Euro bevindt zich in zwaar weer, veroorzaakt door enkele zwakke Eurolanden en als gevolg van een wereldwijde financiële crisis. Eén gezamenlijke munt vormde een cruciale stap in de economische integratie in Europa. Nederlanders plukken daar elke dag de vruchten van, omdat wij als handelsland onze welvaart en werkgelegenheid te danken hebben aan de Europese interne markt. De intra-Europese handel bedraagt meer dan 60%, wij drijven veel meer handel met onze buurlanden en zelfs met Italië en Spanje dan met de VS en China.
Nu komt het er letterlijk op aan of we ook bereid zijn moeilijke beslissingen te nemen om het Europese huis weer op orde te krijgen en de toekomst van de Euro en daarmee onze welvaart en werkgelegenheid veilig te stellen. Juist in een tijd waar in de publieke opinie Europa en ‘Brussel’ worden afgeschilderd als de veroorzaker van alle kwaad, is dat geen gemakkelijke boodschap. Angst voor het ‘kwijtraken’ van bevoegdheden, gevoed de door de populistische toon van de PVV ‘laat de Grieken maar stikken’ krijgt gemakkelijk de boventoon. Wij moeten niet enkel kijken naar de Eurokosten van vandaag, maar ook naar hoe wij voor Nederland een duurzame economische toekomst veilig kunnen stellen. Het zogenaamde ‘6pack’: zijn zes wetgevingsvoorstellen om begrotingsdiscipline af te dwingen en lidstaten sancties op te leggen voor onverantwoord economisch gedrag. Voor het eerst is het Europees Parlement
medewetgever, en ik voer namens het EP de onderhandelingen met Ministers van Financiën en regeringsleiders. Voortgang stagneerde omdat het EP absoluut begrotingsdiscipline af wil kunnen dwingen, ook als regeringsleiders dat niet goed uitkomt. Meer automatische sancties dus. Merkel en Sarkozy krijgen de schijnwerpers van de publieke opinie, maar juist zij blokkeerden die meer automatische sancties, omdat ze als het erop aankomt het zelf voor het zeggen willen houden. Nu zijn zij onder druk van de financiële markten, de andere regeringsleiders en het Europees Parlement gezwicht.
Een nieuw Stabiliteit en Groeipact Om het vertrouwen in de euro te herstellen zijn stevige en communautaire afspraken nodig. Het vertrouwen in de euro is geschaad door het pact dat in 2003/2004 door zowel Duitsland als Frankrijk geschonden werd. De waarschuwingen van de Commissie over het excessieve begrotingstekort sloegen zij in de wind, waarmee de afspraken ook door andere lidstaten niet werden nagekomen. Daarmee werd het pact een dode letter en de begrotingsdiscipline een wassen neus. Sinds 2010 werkt het Europees Parlement aan een nieuw Stabiliteit- en Groeipact (SGP). Het hart van deze voorstellen is het
stemmen met omgekeerde meerderheid bij het niet terugdringen van een excessief begrotingtekort. Dit klinkt heel technisch, maar betekent dat de Raad enkel tegen het opleggen van een boete kan stemmen en niet zoals in de huidige situatie met een boete moet instemmen. Dit garandeert dat een aanwijzing van de Commissie veel sneller zal worden opgevolgd en dat de lidstaten niet meer via koehandel aan sancties kunnen ontkomen. Grote lidstaten kunnen dus niet meer de aanbevelingen negeren.
Preventie en groei worden belangrijker Op het moment dat er sancties nodig zijn ben je eigenlijk al te laat. In het six pack komt veel meer nadruk te liggen op preventie. Ik ben blij dat de Raad in de preventieve arm van het stabiliteitspact op bijna alle punten de ambitie van het EP heeft overgenomen. Het EP heeft bereikt dat lidstaten plannen in dienen op basis van juiste informatie. Er zijn betere garanties voor juiste begrotingsvooruitzichten en onafhankelijke statistieken. Bij fraude zoals in Griekenland het geval was volgen sancties, waardoor lidstaten niet snel zullen frauderen en het vertrouwen kan worden teruggewonnen. Ook het toezicht door de Europese Commissie wordt veel strakker geregeld, met duidelijke deadlines voor de procedures. Mocht de informatie niet voldoende zijn dan komen er surveillancemissies van Commissie en ECB. Ook zullen de rapporten openbaar worden gemaakt, zodat er meer druk vanuit de andere lidstaten zal zijn om de afspraken na te leven. Naar aanleiding daarvan kunnen openbare debatten in het Europees Parlement plaatsvinden als tegenhanger van de besloten zittingen van de Raad. Transparantie naar onze burgers en de financiële markten is
cruciaal voor economisch herstel. Strenge regels zijn nodig om het vertrouwen te herstellen, maar voor veel Europese landen is gebrekkige concurrentiekracht een structureel probleem. De beste manier om de financiële crisis achter ons te laten en de staatsschulden terug te dringen is economische groei. Naast een stevige monetaire poot hebben we daarom ook een stevige economische poot nodig. Het Europese Semester is daarom opgenomen in het six-pack. Dit is een jaarlijks terugkerend proces waarbij economisch beleid wordt afgestemd doormiddel van door de lidstaten zelf gestelde doelen. Aan de hand van de behaalde resultaten krijgen ze dan een advies van de Commissie over het bijstellen van het beleid. Het Europees semester moet waarborgen dat er een geïntegreerde surveillance plaatsvindt van de EU2020 strategie, het Stabiliteitspact en het macro-economisch toezicht. Met betrokkenheid van EP, en van parlementen, stakeholders en sociale partners in de lidstaten De nieuwe surveillance in deze wetgeving moet er voor zorgen dat lidstaten daadwerkelijk initiatieven nemen (hervormingen, wetgeving, investeringen) om de EU2020 doelen te halen: voor innovatie en ondernemerschap, voor sociale cohesie en het terugdringen van jeugdwerkeloosheid. Met deze nieuwe wetgeving wordt de surveillance aanzienlijk versterkt. Als alles goed gaat zal eind september in Straatsburg het Europees Parlement instemmen met het six-pack en zal er een belangrijke horde zijn genomen om het vertrouwen van de markt terug te winnen en economische groei te bevorderen.
Corien Wortmann-Kool Lid van het Europees Parlement voor het CDA/EVP Vice-voorzitter EVP-fractie en hoofdonderhandelaar Euro-wetgeving www.corienwortmann.nl http://twitter.com/#!/Corien_Wortmann
article
70
door Prof. dr. ir. Herbert A. Rijken
De structurele onbalans
in de reële economie binnen de Eurozone Momenteel gaat veel aandacht uit naar overheidsschulden
financiële sector – inclusief de centrale bank – ving het ontbreken van een wisselkoersbeleid op en doet dat nog steeds.
en de matige begrotingsdiscipline in de Eurolanden en de Verenigde Staten. De ene na de andere maatregel wordt afgekondigd om financiële markten gerust te stellen
Alle lichten stonden sinds begin 2000 op groen om de enorme structurele handelstekorten te financieren. De volgende gunstige omstandigheden maakten een enorme groei van de schuldenberg mogelijk.
en tegelijkertijd proberen politici de rekening zoveel mogelijk door te schuiven naar de toekomst in de hoop dat de problemen vanzelf oplossen. Dit is prima om de economische infrastructuur voor vandaag en morgen in de
1. Lage rente. Na 11 september 2001 werd de US rente sterk verlaagd om de Amerikaanse economie te ondersteunen in deze onzekere tijden. Lenen is “goedkoop”. 2. Monetaire verruiming. Naast een lage rente hebben centrale banken de monetaire ruimte aanzienlijk vergroot.
lucht te houden, maar het levert natuurlijk geen structurele oplossing op voor de huidige financiële crisis.
Een alternatieve kijk op de huidige financiële crisis Door structurele handelstekorten is de globale economie in onbalans Om de huidige Euro crisis te lijf te gaan is veel meer nodig dan het ophogen van het Europees noodfonds en het opkopen van staatsobligaties door de ECB. Het echte probleem ligt veel dieper. De sterkte van de economieën binnen de Eurozone lopen teveel uit elkaar. Daarom is een structurele economische hervorming nodig binnen de Eurozone. In dat licht is het voorstel van Merkel en Sarkozy voor een economische regering die hierop stuurt helemaal zo gek nog niet. Afgezien van hoe deze regering politiek moet worden ingebed, is het idee van meer sturing binnen de Eurozone prima en zelfs noodzakelijk om de economisch competitieve verhoudingen binnen de Eurozone weer in evenwicht te brengen. Iets vergelijkbaars zou ook moeten gebeuren tussen de VS en enkele grote Aziatische landen.
Het vrije marktmechanisme werkt niet in een globaal geïntegreerde economie met de politieke macht bij nationale overheden. In de afgelopen 15 jaar zijn de structurele onevenwichtigheden in de handelsbalansen tussen landen tot gevaarlijke proporties gegroeid, zonder dat een G8, G20 of vergelijkbaar podium deze ontwikkelingen een strobreed in de weg heeft kunnen of willen leggen. Zijn we Bretton Woods vergeten? Of is er geen behoefte meer aan een mechanisme – zoals een wereldwijd wisselkoersbeleid - om onevenwichtigheden binnen de wereldeconomie op te vangen? Op wereldschaal zijn handelsbalansen uit het lood geslagen (zie figuur 1). Het ene deel van de wereld - China, Japan, Korea, Duitsland, Nederland en de Scandinavische landen - exporteren en het andere deel van de wereld importeert. Deze ver-
schillen zijn structureel sinds 1995 - 2000 en vallen samen met de introductie van de Euro in 1998, de datum dat alle wisselkoersen binnen de Eurozone werden vastgeklonken. Het wisselkoersmechanisme dat voorheen onevenwichtigheden op de handelsbalansen kon corrigeren werd uitgeschakeld. Handelstekorten kregen hierdoor een permanent karakter en begonnen sindsdien te cumuleren. Ook het vastklinken van de Chinese Renminbi aan de US dollar door de Chinese overheid heeft het handelstekort een structureel karakter gegeven. Cumulatief liepen de handelstekorten op tot de orde van het Bruto Nationaal Product.
De financiële sector financiert de handelstekorten De massale handelstekorten konden alleen in omvang groeien door een massale financiering van deze tekorten. De
Banken werd bijvoorbeeld toegestaan haar kapitaalratio’s te verlagen. Grootschalige off-balance financiering door banken moet ook in het licht van deze monetaire verruiming worden gezien. 3. Druk van aandeelhouders op het business model van banken. Mede door de aanzienlijke monetaire verruiming was er veel aanbod van geld in de financiële sector. Marges (spread) waren laag. Om toch aan de rendementseisen van aandeelhouders te voldoen
was het vergroten van de balans een logische stap. Het traditionele business model werd volume gedreven. Door de hogere leverage konden de relatief lage marges worden vertaald in een aantrekkelijk rendement op het eigen vermogen van aandeelhouders. 4. De hoge kredietwaardigheidstatus van veel netto importerende landen. Bron IMF
De netto investeringspositie Figuur 1: Jaarlijkse handelsbalans van 5 verschillende regio’s in de wereld in % van het BNP. Percentages van de verschillende landen binnen een regio zijn ongewogen bij elkaar opgeteld. De cijfers na 2010 zijn een voorspelling. 12,5000 12,5000 12,5000
12,5000
12,5000
12,5000
12,5000
12,5000
7,00007,0000 7,0000
7,0000
7,0000
7,0000
7,0000
7,0000
1,50001,5000 1,5000
1,5000
1,5000
1,5000
1,5000
1,5000
-4,0000 -4,0000 -4,0000
-4,0000
-4,0000
-4,0000
-4,0000
-4,0000
-9,5000 -9,5000 -9,5000
-9,5000
-9,5000
-9,5000
-9,5000
-9,5000
-15,0000 -15,0000 -15,0000 -15,0000 -15,0000 -15,0000 -15,0000 -15,0000 1985 1991 1997 2003 2009 2015 2003 1985 1991 1997 1985 1985 1985 1991 1985 1991 1997 1997 1985 1991 1991 1997 1997 2003 1997 2003 2009 19851991 2003 2009 2015 1991 2003 2009 2015
■ CHN ■ DEU, AUT, NLD, SWE ■ FRA, ITA, UK ■ USA ■ ESP, GRC, PRT
19972003 2009 2015
2009 2003 2009 2015
20092015
2015 2015
article
72 De aanzienlijke toename van het balanstotaal van banken was alleen mogelijk met relatief veilige leningen. Het feit dat de GIPS landen zich binnen de Eurozone bevonden, heeft de kredietwaardigheidstatus van deze landen lange tijd ondersteund. Door deze relatief hoge kredietwaardigheidstatus was het relatief gemakkelijk voor veel netto importerende landen om grote sommen geld te lenen bij buitenlandse financiële partijen. Met de kennis van nu – kan worden afgevraagd of banken niet zelf hadden kunnen bedenken dat de relatief hoge kredietwaardigheidstatus misschien niet houdbaar is op de lang termijn. Het geloof in de financiële stabiliteit in de Eurozone was groot. 5. Netto exporterende landen zochten mogelijkheden om hun overschotten te beleggen. Zo financierde China voor een substantieel deel het handelstekort van de Verenigde Staten. Ook in Europa financierden de netto exporterende landen mede hun eigen export. Duitse banken de grootste investeerders in Spanje, Portugal en Ierland. De financiering van de handelstekorten liep voornamelijk via de (globale) bankensector. De omvang van deze sector is met name de laatste 20 jaar sterk gegroeid. Zo is bijvoorbeeld tussen 2002 en 2008 het balanstotaal van de 10 grootste beursgenoteerde banken meer dan verdubbeld naar 16.000 miljard dollar.
Tabel 1: Totale schuld van overheid, huishoudens, niet financiële ondernemingen en financiële sector in termen van % BNP.
2000 2009
Netto importerende landen US 227 296 UK 312 466 Italy 235 315 Frankrijk 234 323 Spanje 193 366 Netto exporterende landen Duitsland 267 285 China 156 159 Japan 439 471 Bron McKinsey
Tabel 2: Totaal schuld aan het buitenland en netto positie (bezittingen in het buitenland minus schulden aan het buitenland) van overheid, huishoudens, niet financiële ondernemingen en financiële sector samen. Deze cijfers zijn vergeleken met het cumulatief handelstekort voor de periode 2000 - 2008. Alle cijfers zijn gegeven in % BNP.
de bevolking zit nog steeds op het lage niveau van 58% welke is bereikt in 2008. Het lijkt eerder op een langdurige dip dan een double dip. In Europa - behalve bij de sterk exporterende landen - is hetzelfde beeld zichtbaar.
Totaal schuld Netto internationale Cumulatief aan buitenland investeringspositie handelstekort Land 2009 2009 (00 – 08) % BNP Verenigde Staten 99 -17 -44 Verenigd Koninkrijk 400 -13 -20 Nederland 471 29 +49 Ierland 1103 -98 -20 Luxemburg 3443 84 niet bekend Duitsland 142 37 +32 Frankrijk 182 -10 -2 Italie 108 24 -14 Griekenland 174 -83 -81 Spanje 154 -93 -55 Portugal 217 -109 -80 Belgie 266 45 +20 Zwitserland 229 136 China 7 153 +48
Het sterk beperken van de schuldenberg of op zijn minst het sterk beperken van de groei in schulden lijkt in gang te zijn gezet met de strengere eisen voor banken (Basel III). Door hogere kapitaalratio’s te eisen wordt gepoogd het uitlenen door banken aan banden te leggen en dit terug te brengen tot meer redelijke proporties. Teveel op de rem trappen dient daarbij te worden vermeden om een mogelijk pril economisch herstel niet in de kiem te smoren. Risico van het sparen van de geit en de kool is een langdurige periode van lage of zelfs licht negatieve groei. Beperking van financieringsmogelijkheden en een blijvend hoge schuldenlast zijn geen stimulans voor economische (groei) activiteiten. Toch is dit misschien wel het best mogelijke scenario voor de komende 5 jaar.
Bron Wikipedia, IMF
Andere scenario’s die niet ondenkbaar zijn - maar aanzienlijk risicovoller - kunnen gaten in de reële economische infrastructuur slaan. Indien de huidige korte termijn acties steeds weer als te halfslachtig worden ervaren kan het vertrouwen in de munteenheid Euro afnemen naar gevaarlijke niveaus. De laatste fase – voor een omvangrijke afschrijving van schulden - is het op grote schaal bijdrukken van geld om de gaten in de schuldenberg te dichten. Dit kan op zijn beurt weer leiden tot het oplopen van de inflatie wat het schuldenprobleem extra verergert en onoplosbaar maakt door de hogere rentes. Deze neerwaartse spiraal proberen politici en beleidsmakers koste wat kost te voorkomen. Een dergelijk scenario zet het uiteenvallen van de Eurozone in gang. Om dit scenario voor te zijn kan een beperkte ingreep in de Eurozone - met het afscheid nemen van enkele “probleem” landen – noodzakelijk blijken te zijn.
Schulden groeien met name voor netto importerende landen Er bestaat een duidelijke relatie tussen de toename van de schuldenberg en het structurele handelstekort van een land. Voor netto exporterende landen blijft de totale schuld - in termen van % van het BNP - ongeveer gelijk, terwijl deze voor netto importerende landen flink stijgt (zie tabel 1). Met name in Spanje en het Verenigd Koninkrijk stijgt de schuldenberg met meer dan 150% in 10 jaar. Voor het Verenigd Koninkrijk is dit mede toe te schrijven aan de relatief grote financiële sector die in korte tijd is verdubbeld. Voor Spanje is dit vooral toe te schrijven aan het hoge structurele handelstekort en de explosieve groei in de vastgoedsector. In termen van Euro’s heeft Spanje (overheid, huishoudens, banken en bedrijven) sinds 1995 ongeveer 3000 miljard Euro extra geleend, ongeveer 2 keer het BNP. De Spaanse overheidsschuld is een fractie hiervan. Voor de oplossing van de financiële crisis moet niet alleen naar de overheidsschuld worden gekeken maar naar het totale schuldenplaatje.
Afbouwen van de schuldenberg Hoge schulden niveaus hoeven geen probleem te zijn zolang de reële economie op toeren is en gezond groeit. Echter de lichte terugval in de economie heeft veel netto importerende landen de zware schuldenlast direct doen voelen. Door de hoge niveaus zijn geen marges om de terugval op te vangen. Omdat het herstel van de economie op zich laat wachten moeten schulden worden afgebouwd. Op nationale niveau kan het afbouwen van schulden langs verschillende scenario’s lopen: (1) toename van de inflatie, (2) massaal uitstel of zelfs afstel van schuldverplichtingen, of (3) een zeer sterke economische groei, ofwel het sterk beperken van schuldgroei voor een langere periode, lager dan de economische groei. De vraag is langs welk scenario het schuldenprobleem dient te worden opgelost. Het meest aantrekkelijke scenario is die van een sterke economische groei. Dit lijkt niet goed te gaan lukken. Werkloosheidscijfers staan sterk onder druk in de Verenigde Staten. Arbeidsparticipatie van
73
door Prof. dr. ir. Herbert A. Rijken Een welvaartstransfer is nodig om Eurozone te redden Bij het verder uitdenken van mogelijke toekomst scenario’s zijn twee zaken belangrijk 1. Wie betaalt de rekening voor de schuldenafbouw? Hoe verdelen we de rekening binnen de Eurozone? 2. Hoe maken we de verschillende landen competitief? Zolang politici nationaal worden gekozen is hun eerste belang een nationaal belang. Natuurlijk, een gezonde Eurozone is ook een nationaal belang maar uitleggen dat een financiële injectie in een ander land samengaat met forse bezuinigingen in eigen land blijft uiterst lastig te verkopen aan de eigen kiezers. Om de Eurozone te redden is een forse welvaartstransfer nodig van “Noord naar Zuid”. Dit ten eerste om de schuldencrisis in de Zuid-Europese landen op te lossen. De netto investeringsposities van Spanje, Portugal en Griekenland staan er beroerd voor (zie tabel 2). Deze landen hebben de handelstekorten voornamelijk met buitenlandse investeerders gefinancierd. Daar zal de rekening voor de afbouw van schulden voornamelijk bij buitenlandse financiers komen te liggen.
Ten tweede is een welvaartstransfer nodig om de economieën van de GIPS landen competitief te maken met de Noord Europese landen. Dit is van essentieel belang om een solide economische positie van Europa in de wereld te kunnen waarborgen. Hiermee komen we terug op de analyse in het begin van dit betoog. De handelstekorten als belangrijke oorzaak van de huidige financiële crisis. De beoogde welvaarttransfer is meerdere keren groter dan de welvaarttransfer die heeft plaatsgevonden van West Duitsland naar Oost Duitsland in het kader van de Duitse eenwording. Deze welvaartstransfer moet met volle politieke overtuiging gebeuren anders strandt deze in nationale politieke verwijten waardoor eerder het tegendeel wordt bereikt, met als voorbeeld de huidige politieke crisis in België. Het vereist politiek leiderschap in de Eurozone. Maar welk politiek leider wordt toegestaan om over de nationale grenzen heen te regeren? Wordt de urgentie wel voldoende gevoeld bij de kiezers? Hoe sterk is de Europese familie? De ontwikkeling van de financiële crisis blijft onzeker.
Herbert Rijken is professor Corporate Finance aan de Vrije Universiteit.
74
75
DSF Expert column
Duisenberg school of finance
FSA members are asked to direct their themed questions
stands for top education and
to a DSF expert in every Fiducie publication. Read what our expert has to say about the theme of this issue.
research in finance. A leading European finance school located in Amsterdam with world-class faculty and direct
Europe at a crossroads
links to industry leaders in the world of finance.
Do the Stability – and Growth Pact have any viability? How must Europe prevent that the rules with regard to public finances are ignored? The enforcement of the Stability and Growth Pact need to be taken out of the hands of politicians. Proposals for (semi) automatic sanctions are very useful. The European Commission can play a useful and impartial role here. When state aid was given to banks, the European Commissioner for Competition rightly required downsizing of the recipient banks.
Dirk Schoenmaker is Dean of the Duisenberg school of finance.
for leaders in finance
He is an expert in the areas of central banking, financial supervision and stability, and European financial integration. Before his appointment at the Duisenberg school in 2009, he served at the Ministry of Finance and the Ministry of Economic Affairs in the Netherlands. Dirk Schoenmaker was a member of the European Banking Committee as well as the Financial Services Committee of the European Union. In the 1990s, he served at the Bank of England and was a Visiting Scholar at the International Monetary Fund.
How can the confidence in European banks be restored? First, it is crucial to restore public finances. Uncertainty about the value of government bonds are contributing to unrest in European banking, which own a sizeable part of the government debt. Second, all banks need a strong recapitalization. In that way, the banking sector as a whole will get in better shape and can resume lending to industry. The alternative is a credit crunch. We’ve seen that the financial crises has had an impact on the public debts of many countries, what other factors have contributed to the enormous increase in public debts? The immediate impact came from rescuing banks, .like ABN AMRO and RBS. But the larger impact came from lower economic growth due to the financial crisis. So tax receipts have been low and expenditures (e.g. unemployment benefits) have been high. So, economic growth is the key determining factor for public finances.
In some European countries (Spain, France, Belgium and Italy) ‘short selling’ is prohibited, do you think this measure helps to calm down the European stock markets? Not at all. Research at the Duisenberg school of finance shows that short selling bans work counterproductive. The markets can circumvent the ban on short selling of stock. They just do transactions on the derivatives markets (e.g. options). The result of the ban is that liquidity is reduced, which may add to a further decline of the stock. Since governments will have to reduce public debts by the means of tough consolidation programs, do you think it’s likely that we’re heading towards a ‘double dip’? There is a risk of double dip. My recipe would be fiscal consolidation and a good recapitalization of banks to prevent a credit crunch. The challenge is to do the recapitalization through markets. For the finance techies: one way to do that is a deep discounted rights issue, so that existing shareholders do the refinancing without diluting their stake in the bank.
www.dsf.nl
www.werkenbijpwc.nl
Soms wil je alleen de sfeer proeven
Soms wil je het onderste uit de kan In Barcelona voel je het bruisen. Van de Sagrada Familia tot Parc Güell; er hangt iets moois in de lucht. De stad is continu in ontwikkeling en daarmee is het de aangewezen plek voor een even pittige als prettige business course. Wil je meer dan alleen sfeer proeven, haal dan vier dagen lang het beste uit jezelf en laat zien wie je bent. Heb jij de ambitie om jezelf verder te ontwikkelen én wil je PwC en je toekomstige collega’s leren kennen? Schrijf je dan in vóór 10 oktober 2011.
Kom verder met de Audit Course Barcelona
Contactpersoon: Marieke Bosmans 088 792 15 70 [email protected]
Wanneer, wie en hoe? Van 17 tot en met 20 november 2011 3e- en 4e- jaars studenten met ambities binnen Accountancy Meld je vóór 10 oktober 2011 aan op werkenbijpwc.nl/auditcoursebarcelona
© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.