Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL
Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit.
Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond.
"We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap."
Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was."
Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico
op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in.
Dingena Mol
Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'."
Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter."
Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en
de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." 'Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven' Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter."
Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Linda Stulic
Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL
Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap." Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit.
Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was." Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond.
"We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen." Joost Zaat: Huisarts vindt dat overheid meer verantwoordelijkheid moet nemen
Maatschappij is oorzaak ziekte Huisartsen proberen patiënten met loopklasjes gezonder te krijgen. Kansloos, zegt huisarts Joost Zaat. 'Verdriedubbel de prijs van sigaretten en richt steden in op bewegen'. MALIKA SEVIL Als de stad erbij ligt als een snackbar, dan is het Centraal Station de frituurpan. Joost Zaat (63), huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde struikelt er over de wraps, pizza, döner en friet. Overal is eten. En overal wordt gesnaaid. Opgeladen en aangemoedigd door de ergernissen over de verlokkingen zit Zaat - een zestiger met een weerbarstige bos grijze krullen - in restaurant 1ste Klas. Zijn vouwfiets staat naast het tafeltje. "Ik zie hier alleen maar eettenten. Wat krijg je dan? Een reiziger loopt het station in, neemt een vette hap en een suikerrijke frappuccino. Na de treinreis stapt hij ergens uit en dan herhaalt het zich in omgekeerde volgorde. Hij hoeft niet eens te lopen, want hij pakt de roltrap."
Het resultaat van deze gemaksmaatschappij ziet Zaat terug in zijn spreekkamer. Hij ziet het in overgewicht, in de medische problemen die daaruit voortvloeien, maar hij ziet het ook terug in onbegrip onder patiënten. "Ik had een jongen van negentien op mijn spreekuur. Hij klaagde dat hij moe en kortademig was. Toen ik hem vroeg of hij voldoende bewoog, keek hij me aan of ik hem seksueel intimideerde. Hij zei: 'Wat denk je nou? Ik heb een rijbewijs'." Zaat bedoelt maar, de huisarts kan praten als Brugman, het zal niets uithalen. De helft van de Nederlanders is te zwaar en van de bevolking boven de twaalf jaar rookt een kwart. Er zijn wel initiatieven om het aantal rokers terug te dringen - zo heeft Amsterdam zich twee weken geleden aangesloten bij de Alliantie Nederland Rookvrij. Amsterdam gaat zich inzetten voor rookvrije sportvelden. "Maar dan zie je Eberhard van der Laan en Johan Remkes op de Koningsspelen. De kindertjes moeten bewegen, maar wat staan die twee heren in een stil hoekje te doen? Die staan een sigaretje te roken. De boodschap is: we vinden wel dat je gezond moet leven, maar het is je eigen verantwoordelijkheid om dat te doen."
Groepsdier Dan houd je volgens Zaat geen rekening met verslavingsgevoeligheid, de druk van de commercie en de verleidingen die iedereen, elke dag weer, voor zijn kiezen krijgt. Een mens is een groepsdier, zegt hij. Als er binnen een groep een paar veel gaan eten, volgt de rest vanzelf. "Je kunt overal in Amsterdam fast food krijgen, je kunt overal in Amsterdam nog sigaretten krijgen, dat verandert niet - de lobby's van de rook- en voedingsindustrie zijn ongelooflijk sterk. Wat moet je dan als huisarts beginnen? Huisartsen moeten zich niet als afvoerputje van planologie, politieke beslissingen en economische belangen laten gebruiken."
Reddingsdrang Natuurlijk, zegt Zaat, moet de huisarts patiënten aanmoedigen te stoppen met roken en meer te bewegen. Maar dan één op één, als onderdeel van de behandeling. Niet in looptrainingen. Er zijn diverse programma's waarbinnen dokters, fysiotherapeuten en praktijkondersteuners met patiënten gaan wandelen om ze aan het bewegen te krijgen. Een combinatie van medische autoriteit (de dokter) en laagdrempeligheid (de huisartsenpraktijk) moet de patiënt net dat laatste duwtje in de rug geven om gezonder te leven, is de theorie. Zaat gelooft daar niet in. Voor de grote groep en op de lange termijn haalt het volgens hem niks uit. Huisartsen laten zich de loopklasjes te makkelijk 'in hun mik schuiven', zegt Zaat. Dat gebeurt allemaal met goede intenties, niet zelden ingegeven door reddingsdrang. "Maar je trekt als huisarts een veel te grote broek aan, als je denkt dat je dit kunt oplossen. Bovendien kost het tijd en haalt het de aandacht weg bij de echt zieke mensen, bij palliatieve zorg en geestelijke gezondheidszorg. Dan gaat de energie naar dit soort frutsels." Maar wat dan? Als de huisartsen hun handen er al van aftrekken, wie moet dan zorgen dat we weer gezond worden? Daar kan Zaat kort over zijn: "Het is geen medisch probleem, het is een sociaal probleem. Net zo goed als cholera een riolerings- en schoonwaterprobleem was."
Sociale ongelijkheid De bal ligt bij de overheid als je het Zaat vraagt: verdriedubbel de prijs van pakjes sigaretten en richt steden in op bewegen. "Zorg dat kinderen makkelijk naar school kunnen fietsen, dat ze buiten kunnen spelen en dat er gymles op school is. Want die dokter die een keer per jaar in de vetrolletjes knijpt en zegt: 'Je bent toch wel een beetje dik', dat helpt voor geen meter." Als er een tramhalte wordt opgeheven, zoals bij lijn 3, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Zaat niet: "Ook voor oude mensen is het hartstikke goed om te bewegen." Nog een voorstel: "Schaf roltrappen af en maak de trap aantrekkelijker. Kijk naar kastelen en paleizen, die zijn om de trappen heen gebouwd. Ze gaven een gebouw allure. Nu zijn trappen verstopt. Dus pak je de lift, want die is wel centraal." Heel belangrijk, en Zaat zegt het met klem: pak de sociale ongelijkheid aan. "Sociale ongelijkheid is de belangrijkste voorspeller van een ongezonder en ongelukkiger leven. Je leeft zeven jaar korter." Verder is het een kwestie van de verlokkingen verminderen. "Je kunt een kind voor een snoeptrommel zetten en zeggen: 'Je moet je beheersen, je mag er niet aanzitten'. Maar je kun ook gewoon de snoeptrommel weghalen." Huisarts in Purmerend en adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Aanstaande zondag om 15.00 uur wordt in De Balie het laatste zorgdebat gehouden in de serie 'Met gestrekt been'. Te gast is huisarts Joost Zaat. Kortingsbon op pagina 26.
Lopen met de dokter Elke woensdag om half twee loopt een groep patiënten met een van de praktijkondersteuners van gezondheidscentrum Banne Buiksloot Noord in. Makkelijke schoenen aan, flesje water mee en hup, in ganzenpas langs het kanaal of door landelijk Noord. "Dan hoor je toch weer andere dingen dan binnen de muren van de spreekkamer," zegt praktijkondersteuner Jolande Schulze. "Hoe verder je loopt, hoe meer schilletjes afvallen en hoe openhartiger mensen worden." Niet alleen is het prettig de makken of hoogtepunten in hun leven te kennen, ook worden de nodige kilometers afgelegd en dat is gezond. "We willen graag een stap maken met de mensen, dat ze blijvend hun leefstijl veranderen," zegt collega Heleen Wilde. Schulze: "Dat bereik je niet door te zeggen: 'Hier is het adres van de sportschool'." De vraag is of je dat wel bereikt met leefstijlprogramma's, zeggen critici op hun beurt. Onderzoekers van het VUmc vergeleken in 2014 twee groepen mensen met een verhoogde kans op diabetes en hart- en vaatziekten, ruim zeshonderd mensen in totaal. De helft kreeg een brochure, de andere helft persoonlijke begeleiding in een serie gesprekken door de praktijkondersteuner. Het doel: verbeteren van de leefstijl. Wat bleek: niet alleen was het risico
op diabetes en hart- en vaatziekten na een jaar nog altijd even hoog, ook aten ze niet meer groente en fruit, waren ze niet minder gaan roken en ook niet meer gaan bewegen. Veel huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners houden toch hun geloof in de programma's. Eerder strandde het programma 'Beweeg je beter' op tal van zaken. Ook door de opvolger, BeweegKuur, werd een streep gezet, omdat de subsidie stopte. Momenteel lopen in drie stadsdelen beweeggroepen voor bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. En de Roha - een samenwerkingsverband van 180 huisartsen uit Amsterdam en de regio - doet mee met de Nationale Diabetes Challenge, waarbij mensen elke week lopen om zich zo klaar te stomen voor een landelijke wandeling op 15 oktober. Geïnteresseerden kunnen zich bij circa tien verschillende groepen in de stad aanmelden, waaronder de praktijk in Banne Buiksloot. "Wij zeggen: mooi, maar verleid de mensen om ook na oktober nog door te wandelen," zegt Martin Huysmans, adviseur van 1ste Lijn Amsterdam, een organisatie ter verbetering van de eerstelijnszorg in de stad. "Niet alle huisartsen zijn even enthousiast, maar ik zie wel dat ze meer en meer zeggen: het is gezond, goed voor de sociale cohesie, we gaan het gewoon doen."