Maatschappelijke business case Transformatie in de Jeugd- GGZ
In opdracht van gemeente Nijmegen
Inhoud
3
1.1 Reden maatschappelijke Business Case
3
1.2 Achtergrond IBC-Jeugd
4
1.3 Scope
5
Aanpak
6
2.1 Social Return On Investment (SROI)
6
2.2 Projectteam
8
2.3 Proces
8
SROI: Kosten en opbrengsten
9
3.1 Verandertheorie
9
3.2 Stakeholderanalysse
10
3.3 Effecten
11
3.4 Kosten
19
23
4. Conclusie
27
SROI ratio
27
1.
2.
3.
Inleiding
3.5 Opbrengsten
2
1. Inleiding 1.1 Reden maatschappelijke Business Case Gemeente Nijmegen wil het zorglandschap – samen met welzijns,- en zorgaanbieders, zorgverzekeraars, huisartsen en de burgers – gaan transformeren. Om deze transformatie te kunnen doorzetten wil gemeente Nijmegen kiezen voor oplossingen waarmee de zorg beter en goedkoper wordt en waarbij de ondersteuning voor de meest kwetsbare mensen geborgd blijft. Hoewel de transformatie kan plaatsvinden binnen een organisatie is gemeente Nijmegen ervan overtuigd dat de grootste slagen zijn te maken door samenwerking in de keten en natuurlijk het betrekken van het sociale netwerk van de cliënten. Om de transformatie te bewerkstelligen moet zorgvuldig worden afgewogen waar bezuinigingen moeten worden vergezeld van investeringen om een zorgzame regio te blijven. Transformatie = afbouwen + opbouwen. Een belangrijke vorm van transformatie is het voorkomen van zware zorg en versnelling in de afschaling van dure zorg. Dit vereist opbouw van preventie, basisinfrastructuur, toegang, toeleiding, lichte vormen van zorg en tussenvoorzieningen waardoor relatief duurdere zorg binnen Wmo, Jeugd en beschermd wonen minder hoeft te worden ingezet c.q. afgeschaald kan worden. Op de middellange termijn kunnen de besparingen op deze dure zorg dan ingezet worden om de versterkte ‘voorkant’ van de zorg te bekostigen. Hierbij gaat het niet alleen om zorg, - en welzijnsorganisaties maar ook andere stakeholders in het sociale domein. De gemeente Nijmegen wil deze transformaties onderbouwen middels een maatschappelijke Business Case (mBC). Daarmee wordt duidelijker waar in de keten geïnvesteerd moet worden om bezuinigingen op te vangen met behoud van goede zorg. De focus ligt met name op de kosten en baten die betrekking hebben op de Zorg & Welzijn exploitatie van de gemeente. Daarnaast zullen er ook effecten zijn voor andere afdelingen van de gemeente, de zorgketenpartners en overige stakeholders (zoals bijvoorbeeld het onderwijs of de zorgverzekeraar). Dit is de eerste mBC die wordt uitgevoerd voor de gemeente Nijmegen. Conclusie van deze mbC is dat een transformatie van residentiële naar ambulante zorg in de Jeugd GGZ leidt tot een positieve business case. Het kost minder en leidt tot betere inbedding in het netwerk van de jeugdige, verkortere opnameduur en minder terugval. Daarnaast vraagt het om intensivering van de inzet van en overdrachten naar de ketenpartners eerder in het traject. Een negatief effect is dat er meer druk komt op andere residentiële aanbieders omdat het soms nodig is een jeugdige vanuit veiligheid overwegingen uit de thuissituatie te plaatsen.
3
1.2 Achtergrond IBC-Jeugd Karakter (kinder, - en jeugdpsychiaterie) is in 2012 gestart met het reorganiseren van de klinische behandeling op locatie Zetten naar een nieuw en innovatief behandelmodel: Intensief Behandel Centrum Jeugd (IBC-Jeugd). Hierdoor is de traditioneel georgansieerde residentiele Jeugd GGZ geambulantiseerd waardoor het aantal bedden vanaf 2012 is afgebouwd terwijl het aantal patienten is gestegen1. Tabel 1: Aantal bedden en patienten Karakter aantal patienten Karakter aantal bedden (in de regio Gelderland) 2011 34 72 2012 28,8 71 2013 11,5 105 2014 7 125 IBC-Jeugd helpt patienten van 10 tot 20 jaar met complexe psychiatrische problematiek. Het is een combinatie van zeer intensieve thuisbehandeling en modulair aanbod van diverse therapieen (psychomotore,- systeem en cognitieve gedragstherapie). De behandelaren zijn 24 uur per dag bereikbaar en beschikbaar en de hulp is gericht op eigen kracht; de opvoeding wordt niet overgenomen maar ouders worden juist versterkt in hun rol als opvoeder door behandeling in de thuissituatie. De zeer intensieve thuisbehandeling wordt via Intensive Home Treatment (IHT) aangeboden. Met het gezin wordt gewerkt aan: • Inzicht in en acceptatie van de psychiatrische mogelijkheden en beperkingen • Herstel van balans tussen de opvoedingstaken van ouders/verzorgers en ontwikkeltaken van de jongere • Herstel van het dagelijks leven waarbij onderwijs en vrijetijdsbesteding van belangrijke betekenis zijn, rekening houdend met de psyiatrische problematiek Onderdeel van IBC-Jeugd is de High Intensive Care (HIC). Jongeren kunnen daar voor een korte klinische interventie worden opgenomen (zowel vrijwillig als gedwongen), bij voorkeur samen met een ouder/vertrouwenspersoon. Een korte opname kan voorafgaand of tijdens het IHT-traject gebeuren en heeft dezelfde werkwijze (alleen dan in de veiligheid van een gesloten voorziening). De HIC is een regionale maar ook bovenregionale voorziening. 1 De toename van het aantal patiënten is veroorzaakt door een betere doorstroom van de reguliere polikliniek richting IBC-Jeugd en een betere intake van de psychiater. Bron: Business Case IBC-Jeugd
4
Na afloop van het IBC-Jeugd traject zijn de volgende gegevens bekend over (residentiele) vervolgtrajecten van 23 jeugdigen. De percentages worden gebruikt om verdere doorberekeningen te maken in de mBC. Tabel 2: Vervolgtrajecten van IBC-Jeugd Vervolgtraject Aantal jeugdigen Percentage Particuliere praktijken 5 22% Entrea* 2 9% Pluryn* 2 9% RIBW 2 9% Thuis* 6 26% Jeugdbescherming 1 4% Geen vervolg 7 30% Totaal aantal jeugdigen 23 100% *inclusief poliklinishe vervolgbehandeling
1.3 Scope
De mBC richt zich op het in kaart brengen van de toekomstige maatschappelijke effecten van IBC-Jeugd op de zorgketenpartners, de gemeente Nijmegen en overige stakeholders. Vervolgens zijn deze effecten vertaald in zowel kostenbesparingen voor de gemeente Nijmegen (waarbij de focus ligt op de Zorg & Welzijn exploitatie) als extra investeringen die nodig zijn om IBC-Jeugd optimaal te laten functioneren. Omdat de jeugdmiddelen van de gemeente Nijmegen bestemd worden voor de jongeren in de leeftijd 10 tot 18 jaar is deze leeftijdsgroep gekozen voor de businesscase. De kosten en effecten zijn uitgerekend op het niveau van de regio en hebben dus niet alleen betrekking op de gemeente Nijmegen, maar ook op de regiogemeenten. De meettermijn van de mBC is 4 jaar (2016-2020), de duur van de maatschappelijke effecten kunnen echter langer zijn dan 4 jaar.
5
2. Aanpak
2.1 SROI Voor het in kaart brengen van de maatschappelijke kosten en baten voor IBC-Jeugd is gebruik gemaakt van de Social Return on Investment (SROI) methode. SROI is een methode om het maatschappelijk rendement van investeringen meetbaar en zichtbaar te maken (subsidies en donaties worden ook als investeringen gezien). SROI relateert de missie en doelstelling van een project of organisatie aan de investering. Per stakeholder worden de effecten in beeld gebracht en aan de hand van meetbare indicatoren omgezet in een waarde. SROI laat op deze manier zien hoe groot de maatschappelijke impact van een project of organisatie is. Een analyse aan de hand van SROI biedt meer dan alleen het vaststellen van de maatschappelijke impact van een project of organisatie. Het biedt tevens een overzicht van de stakeholders (belanghebbenden) en de bijbehorende value drivers (die maatschappelijke effecten waar de grootste kostenbesparingen of waardecreatie mee gerealiseerd wordt). Dit stelt organisaties in staat om aan de hand van een SROI analyse te sturen op maatschappelijke impact en deze te maximaliseren. De analyse resulteert in een SROI ratio: de verhouding tussen kosten (investering) en baten (opbrengsten) welke laat zien hoe groot het maatschappelijk rendement is2. SROI identificeert 10 stappen in de analyse: Figuur 1. De stappen binnen een SROI analyse. 2
Zie http://info.sinzer.org/the-beginners-guide-to-social-return-on-investment en http://info.sinzer.org/step-by-step-guide-to-sroi voor meer informatie over deze methodiek.
6
Stap 1. Verandertheorie IBC-Jeugd is ontwikkeld om een maatschappelijk probleem aan te pakken. In de eerste stap wordt dit probleem omschreven en wordt de oplossing die het IBCJeugd biedt in kaart gebracht. Stap 2. Stakeholders Stakeholders definiëren wij als belanghebbenden of sleutelpersonen, - groepen of –organisaties die betrokken zijn bij of beïnvloed zullen worden door IBCJeugd. Stap 3 t/m 6. Input, activiteiten, output en outcome Voor al deze stakeholders is gekeken naar wat er nodig is aan toekomstig4e investeringen (input), welke activiteiten zij ontplooien en wat zij daar voor terug verwachten, op zowel korte (output) als lange termijn (outcome). Stap 7. Impact De impact van een project is bij SROI opgesteld als het effect (outcome) bij de stakeholders, minus percentages voor attributie en deadweight. Deadweight is de kans dat dit effect ook zonder IBC-Jeugd plaats zou hebben gevonden (spontane effect) en attributie is de mate waarin andere organisaties of personen hebben bijgedragen aan dit effect. Dit samen vormt de impact claim (het deel van het effect dat toe te schrijven is aan IBC-Jeugd). Stap 8. Indicatoren Voor de effecten zijn indicatoren opgesteld, die het meten van de effecten bij de verschillende stakeholders mogelijk maken. Stap 9. Waarderingen Voor de waardering van de effecten is in deze analyse gekozen om alleen met (kost)prijs gerelateerde methoden te werken. De effecten met een beleefde waarde (zoals meer zelfvertrouwen) zijn in deze analyse niet gewaardeerd maar kwalitatief beschreven. Stap 10. Prognose & monitoring Er is voor IBC-Jeugd een prognose opgesteld die tevens in de toekomst gemonitord kan gaan worden aan de hand van het versturen van vragenlijsten aan stakeholders om gerealiseerde data te verzamelen. Deze stappen zijn in 3 bijeenkomsten met het projectteam doorlopen. Hierna is de informatie verwerkt in Sinzer, een online tool waarmee de SROI ratio is berekend en waarmee de effecten gemonitord kunnen worden via een survey waarna de resulaten zichtbaar zijn in een dashboard en/of standaardrapportage .
7
2.2 Het projectteam Voor de ontwikkeling van de mBC is een projectteam samengesteld bestaande uit onderstaande vertegenwoordigers van de volgende organisaties: • Marcel Quanjel, bestuurssecretaris Entréa • Teeja Bongaards, manager jeugdzorg, Entréa • Lambert Damen, manager jeugdzorg Entréa • Cecile Steentjes, programamanager 1ste lijn en thuisbegeleiding ZZG zorggroep • Marcel Rijs, portefeuillehouder jeugd en jong volwassen, RIBW Nijmegen en Rivierenland • Rob Boon, regiomanager Jeugdbescherming Gelderland) • Thijs Knoef, manager NIM Maatschappelijk Werk • Annemiek Postma, programmamanager Jeugd, NIM Maatschappelijk Werk • Machiel van Velthuysen, manager bedrijfsvoering IBC-Jeugd, Karakter • Jacqueline Tiemens, financieel advisuer, gemeente Nijmegen • Corina Brekelmans, senior adviseur beleidsontwikkeling, gemeente Nijmegen • Carole Derks, contractering WMO en Jeugdzorg regio Nijmegen, gemeente Nijmegen De sessies zijn begeleid door Marlon van Dijk, consultant en directeur van Sinzer. Het projectteam is drie keer samengekomen in sessies van een dagdeel (4 uur) per keer, waarin zij als experts aannames hebben gedaan – aangevuld met bestaand literatuur onderzoek - die het mogelijk hebben gemaakt deze mBC op te stellen.
2.3 Het proces
Naast de uitkomsten van de SROI analyse was het proces een belangrijk onderdeel van de mBC. In de projectteam is er intensief samengewerkt tussen de gemeente Nijmegen en de betrokken zorgorganisaties waardoor er verduidelijking ontstond over de effecten van het afbouwen van bedden in de Jeugd GGZ en de verdere jeugdzorgketen, welke (toekomstige) rollen en samenwerking er nodig is en welke investeringen hier bij horen. Tijdens de sessies stond de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de organisaties centraal, met de focus op kwaliteit en effectiviteit (opbrengstgericht werken). Aan de hand van presentaties en hand-outs is het proces van maatschappelijke impactmeting toegelicht en door middel van praktische oefeningen en groepsdiscussies toegepast op IBC-Jeugd. De input van de deelnemers is leidend (bottom up werkwijze) geweest en aangevuld met literatuuronderzoek. Vanuit de projectgroep zijn er verzoeken gedaan om ook mBCs uit te werken voor interventies gericht op “vroeg-signalering” en “matched-care”. Dit valt echter buiten de scope van deze mBC maar zou in de toekomst verder door de gemeente opgepakt kunnen worden.
8
3. SROI: kosten en opbrengsten
3.1 Verandertheorie Maatschappelijk probleem Er is onvoldoende optimale (passende) zorg aanwezig bij zorgorganisaties om jeugdigen (10 tot 18 jaar) met psychiatrische problemen thuis te behandelen waardoor zij residentieel opgevangen moeten worden (met name in de jeugdzorg door de afbouw van bedden in de Jeugd GGZ). Deze vorm van zorg is relatief duur en niet altijd nodig. De negatieve gevolgen hiervan zijn dat de jeugdige uit zijn of haar vertrouwde omgeving (thuissituatie, school, vrienden, verenigingen) wordt gehaald waardoor de behandelduur langer is dan gewenst en het percentage terugval te hoog. Urgentie van het probleem De urgentie wordt vanuit de vier perspectieven beschreven: • Client: jeugdige raakt ontheemd van gezin, school en sociale omgeving dat resulteert in een langere opnameduur en terugval of stagnatie in groei. • Steunsysteem (familie): aanhoudende problematiek kan resulteren in hoge indirecte kosten, zoals werkloosheid van (één van de) ouders. • Gemeente Nijmegen: de gemeente wil betere zorg leveren met minder financiële middelen, residentiele Jeugd GGZ is een dure vorm van zorg. • Zorgorganisaties: doorstroom naar ketenpartners verloopt moeizaam: lange wachtlijsten waardoor de duur van een gemiddelde klinische opname nog langer is. Omvang van het probleem Voor het in kaart brengen van de omvang van het probleem is gekeken naar het aantal jeugdigen die in het IBC-Jeugd traject zijn behandeld in 2014 en 2015. De volgende cijfers zijn door Karakter aangeleverd: • 2014: 141 jongeren in behandeling gehad, zowel zeer intensief ambulant als kortdurend klinisch, waarvan 40 uit de regio Nijmegen • 2015: 114 jongeren per 1-9-2015 waarvan 35 jongeren uit de regio Nijmegen Op basis van deze cijfers wordt er in de mBC gerekend met 45 jongeren per jaar in de regio Nijmegen die in aanmerking komt voor IBC Jeugd.
9
Oplossing en doelen De toekomstige oplossingen die nodig zijn van andere stakeholders die ervoor zorgen dat de jongere in de thuissituatie optimale zorg aangeboden krijgen zijn door de meeste ketenpartners nog niet ontwikkeld. Het doel van deze mBC is om te onderzoeken wat er nodig is van de stakeholders voor het optimaal functioneren van IBC-Jeugd. Daarnaast is het belangrijk voor de gemeente Nijmegen om inzicht te krijgen wat de effecten zijn van IBC-Jeugd in de keten (bijvoorbeeld op de residentiele jeugdzorg) zodat een integraal beeld wordt verkregen van de kosten. De centrale vraag is “Wordt de zorg voor jongeren (10 tot 18 jaar) met psychiatrische problemen beter en goedkoper door IBC-Jeugd?
3.2 Stakeholderanalyse
Stakeholders zijn belanghebbenden personen of organisaties die door IBC-Jeugd worden beïnvloed of waardoor de uitvoering van IBC-Jeugd beïnvloed wordt. Hierbij is gekeken naar stakeholders die significant zijn voor de kosten en opbrengsten van IBCJeugd. In sommige gevallen kan het zijn dat stakeholders zijn samengevoegd, dit zal expliciet vermeld staan in de analyse. De volgende stakeholders zijn benoemd waarvan de dikgedrukte stakeholders zijn opgenomen in de mBC: • Jongeren (10-18 jaar) in IBC-Jeugd • Steunsysteem o Gezin (ouders, broertjes/zusjes, opa’s en oma’s) o Buren o Wijk • Sociale wijkteams • Sportclubs • Onderwijsinstellingen o 18 Voortgezet Onderwijs o 45 Particulier Onderwijs o 10 Speciaal Onderwijs • GGZ instellingen o Eerstelijns psychologen o Propersona o Zelfstandige aanbieders (zoals Bots, Kruip, Pactum en Rebis) o Karakter • Zorgorganisaties o RIBW o Entrea o Sociaal wijkteam o ZZG Zorggroep o Gezinshuizen
10
•
• •
• • • • • • •
o Thuiszorg o GGD o IRIS zorg o Humanitas o Jeugdzorg + o Kinderopvang o FACT Jeugd Jeugdbescherming Gelderland (en andere gecertificeerde instellingen voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, c.q. Willem Schrikkersgroep en Leger des Heils) Woningbouwcorporaties Gemeente o Leerplichtambtenaren o WMO-Jeugd (Zorg & Welzijn exploitatie) o Wethouder / de Raad Huisarts (verwijzer) Radboud ziekenhuis Politie / Wijkagent Crisisdienst Werkgevers (van ouders) Zorgverzekeraar Cliëntorganisaties
De overige stakeholders zijn dus wel in beeld, maar worden niet meegenomen in de mBC omdat de verwachting is dat de effecten onvoldoende relevant en significant zullen zijn.
3.3 Effecten
Per stakeholder zijn de effecten op korte en lange termijn geïdentificeerd aan de hand van een “keten van gebeurtenissen” die is opgesteld op basis van de expertise van de projectgroep, eventueel aangevuld met literatuur. Hierbij is de “Care as Usual” – d.w.z. de jeugdige is residentieel opgenomen bij Karakter - als alternatief scenario gehanteerd. Voor de jeugdigen en het steunsysteem worden de effecten kwalitatief beschreven en zijn indicatoren opgesteld om dit effect (in de toekomst) te kunnen meten c.q. monioren.
11
Jeugdigen in IBC-traject Effect 1: verbetering van kwaliteit van leven Keten van gebeurtenissen Karakter IBC-Jeugd Jeugdigen blijven thuis wonen Jeugdigen raken niet ontheemd van gezin, school en sociale omgeving Kortere behandelduur en minder terugval Jeugdigen ervaren een verbetering van de kwaliteit van leven
Indicatoren Het effect “verbetering van de kwaliteit van leven” wordt door Karakter gemeten met behulp van Kidscreen (en de daarbij horende vragenlijsten) gebruik makend van een 5puntsschaal op de volgende gebieden: • Fysiek welbevinden • Psychologische welbevinden • Autonomie en ouders • Sociale steun en vrienden • Deelname aan school Tevens wordt de zorgzwaarte gemeten op basis van Routine Outcome Monitoring (ROM) aan de hand van CBCL-scores en de DSM-V classificatie (op 5 assen in USER), het behandelklimaat (Ward Atmosphere Scale) en de tevredenheid (cijfer 1-10).
12
Effect 2: Sneller een diploma Keten van gebeurtenissen Karakter IBC-Jeugd Jeugdigen blijven thuis wonen Jeugdigen blijven hierdoor in het onderwijssysteem De algemene ontwikkeling stagneert niet Jeugdigen behalen sneller een diploma
Indicatoren Dit effect kan gemeten worden door de onderwijsinstellingen. Effect 3: Minder beroep op lokale voorzieningen Karakter IBC-Jeugd Jeugdigen blijven thuis wonen
Jeugdigen leren functonele vaardigheden die men niet residenteel leert (vb: met geld omgaan) De kan dat er beroep wordt gedaan op lokale voorzieningen in lager Zie opbrengsten bij stakeholder "gemeente" (valt buiten Zorg & Welzijn budget)
Indicatoren Dit effect kan gemeten worden door de gemeente.
13
Ouders van jeugdigen in IBC-traject Effect: Betere zelfredzaamheid ouders Keten van gebeurtenissen Karakter IBC-Jeugd Jeugdigen blijven thuis wonen en ouders worden betrokken bij het zorgproces Meer opvoedstress Minder /meer ruimte deelname aan de maatschappij tjdens/na IBC Betere zelfredzaamheid ouders
Indicatoren Het meten van de zelfredzaamheid van ouders kan op basis van de Zelfredzaamheid Matrix 3 (ZRM) waarin tevens een supplement is opgenomen voor ouderschap. Op basis van een vijfpuntsschaal (waarbij 1 staat voor acute problematiek en 5 voor volledige zelfredzaamheid) wordt er gescoord op de volgende domeinen: • Lichamelijke verzorging • Sociaal emotionele ondersteuning • Scholing • Opvang De zelfredzaamheid van de ouders wordt op dit moment nog niet gemeten. Tevens is tijdens de sessies ook gesproken over de effecten van opname in IBC-Jeugd voor het gehele steunsysteem, zoals broertjes, zusjes, opa’s en oma’s en wijkbewoners. Doordat de jeugdige thuis blijft wonen wordt hun geleerd hoe om te gaan met psychiatrische problemen waardoor het stigma verminderd. Het uithuisplaatsen van een jeugdigen kan overigens soms ook opluchting veroorzaken binnen de familie wat weer kan resulteren in schuldgevoelens. 3
Zelfredzaamheid Matrix 2013, GGD Amsterdam. Lauriks, Buster, De Wit, Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert. 2012. Domeinen ouder 1) Lichamelijke verzorging 2) Sociaal-emotionele ondersteuning 3) Scholing 4) Opvang.
14
Effecten bij overige stakeholders Tabel 3 geeft een overzicht van alle effecten voor stakeholders die resulteren in kostenbesparingen, waarbij de focus ligt op kostenbesparingen voor de gemeente (Zorg & Welzijn exploitatie). Stakenholders waarvan de effecten juist resulteren in extra kosten voor de gemeente zijn in paragraaf 3.4 Kosten opgenomen. Indicatoren De tweede kolom in tabel 3 laat de indicatoren per effect zien. Er zijn indicatoren benoemd waarmee deze effecten gemeten kunnen worden (eventueel in de toekomst). Omvang indicatoren Op deze indicatoren zijn voor deze mBC aannames gemaakt door de projectgroep tijdens de sessies (zie kolom 3 in tabel 3). Voor sommige indicatoren is op basis van interne administratie en documentatie een exact aantal aangegeven voor het huidige jaar. Bij een aantal indicatoren is er een schatting op basis van expertise en ervaring gemaakt. Duur van het effect De duur van het effect geeft aan hoe lang dit effect zal aanhouden bij de verschillende stakeholders. Impact claim In tabel 2 is ook een overzicht opgenomen van de impact claim (percentage, laatste kolom) voor elk effect. Dit percentage geeft de kans weer dat dit effect ook zonder IBC-Jeugd plaats zou hebben gevonden of de mate waarin andere organisaties of personen hebben bijgedragen aan dit effect. Het percentage geeft het deel van het effect aan dat toe te schrijven is aan IBC-Jeugd. Een leesvoorbeeld voor Tabel 3 Regel 2 voor stakeholder RIBW (voorkomen instroom beschermd wonen) laat zien dat is aangenomen dat door IBC-Jeugd ü Jeugdigen in IBC Jeugd niet instromen in een beschermd wonen traject ü Dit zal te meten zijn door het aantal (#) voorkomen RIBW trajecten (indicator); ü Er is een inschatting gemaakt dat 2 van de 45 jeugdigen niet instroomt bij RIBW door IBC-Jeugd (aantallen); ü Er is aangenomen dat dit effect voor één jaar zal gelden (duur); ü Daarnaast zal het bereiken van dit effect voor 50% te danken zijn aan IBC-Jeugd, want hier dragen ook andere factoren aan bij (impact claim).
15
Tabel 3. Effecten die resulteren in kostenbesparingen per stakeholder. Effect
Indicatoren
# kinderen per jaar Duur effect Impact %
Karakter
Minder klinische opnames en verkorting behandelduur Minder “follow up” zorg
# jeugdigen in 2 mnd korter IBC-traject # heropnames voorkomen
45 van de 45 4 van de 45
1 jaar 1 jaar
100% 100%
RIBW
Voorkomen instroom beschermd wonen Verkorten behandelduur Minder terugval
# voorkomen RIBW trajecten # jeugdigen in 8 mnd korter RIBW traject # heropnames voorkomen
2 van de 45 2 van de 45 PM
1 jaar 1 jaar PM
50% 50% PM
Jeugdbescherming Gelderland
Verkorten OTS
# jeugdigen in 9 mnd korter OTS traject
2 van de 45
1 jaar
100%
Gemeente
Betere en goedkopere zorg (exploitatie Zorg & Welzijn) Minder beroep op lokale voorzieningen
Zie besparingen Karakter / RIBW /JBG # voorkomen WSNP trajecten en procedures # huishoudens met gederfd inkomen # huishoudens waarvoor geen uitvoeringskosten gemaakt worden # huishoudens die geen beroep doen op de sociale dienst # huishoudens die geen beroep doen op de maatschappelijke opvang # huishoudens gederfde bijdrage ziekteverzuim
45 van de 45 5 van de 45 5 van de 45 5 van de 45 5 van de 45 5 van de 45 5 van de 45
1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar
100% 25% 25% 25% 25% 25% 25%
Onderwijsinstellingen
PM
PM
PM
PM
Betere doorstroom vervolgonderwijs Snellere indicatie VSO
Zorgverzekeraar
PM
PM
PM
PM
Minder beroep op GGZ (na 18 jaar) Minder medicatiegebruik
Uitleg effecten Karakter • Minder klinische opnames en een verkorting van de behandelduur à IBCJeugd heeft een kortere behandelduur (4 i.p.v. 6 maanden) en minder klinische opnames dan Care as Usual • Minder “follow up” zorg à reguliere heropnames duren gemiddeld 3 maanden maar IBC-Jeugd werkt met korte interventies (IHT) waardoor met 8 tot 10 huisbezoeken het mogelijk is om het gezin weer op de rails te krijgen of de zorg op zo’n manier te organiseren dat er voldoende ondersteuning geboden wordt vanuit het steunsysteem of ketenpartners. Tevens is aangegeven dat er door IBC Jeugd minder agressie-incidenten zijn waardoor er een hogere werknemerstevredenheid is dat gemeten zou kunnen worden aan een lager ziekteverzuim en hogere productiviteit. In de uurtarieven van Karakter is dit reeds gedifferentieerd en daarom wordt dit effect in deze mBC niet nogmaals opgenomen (i.v.m. dubbeltellingen). Dit geldt ook voor de extra reistijd van medewerkers naar de gezinnen. Uitleg effecten RIBW • Voorkomen instroom beschermd wonen à de jeugdigen blijven thuis wonen met intensieve thuisbegeleiding. Hierdoor wordt een beschermd wonen traject met een gemiddelde duur van 14 maanden voorkomen. • Verkorten behandelduur à Jeugdigen blijven thuis wonen en zijn hierdoor minder klinisch gestigmatiseerd en beter voorbereid om zelfstandig te wonen. Hierdoor is de gemiddelde behandelduur bij RIBW gemiddeld 8 maanden korter. • Minder terugval à Jeugdigen blijven thuis wonen en zijn hierdoor minder klinisch gestigmatiseerd en beter voorbereid om zelfstandig te wonen. Hierdoor is er minder terugval alleen kan dit tot op heden nog niet worden aangetoond door RIBW en is daarom als PM post opgenomen. Uitleg effecten Jeugdbescherming Gelderland • Verkorten Onder Toezicht Stelling (OTS) à IBC-Jeugd draagt bij aan een versterking van de mogelijkheden en het vertrouwen van het gezinsysteem zelf om met de psychiatrische problematiek van de jeugdige om te gaan waardoor ouders zelf hun verantwoordelijkheid nemen om de opgroei- en opvoedproblematiek aan te pakken, een gedwongen hulpkader is dan uiteindelijk niet meer nodig. De aanname is dat door IBC-Jeugd de OTS met 9 maanden wordt verkort voor 2 jeugdigen per jaar. Tevens is door Jeugdbescherming Gelderland opgemerkt dat voor jeugdigen waar naast de psychiatrische problematiek ook andere gronden (bijv. veiligheid van de jeugdige en/of ernstige opvoedproblematiek) bestaan voor uithuisplaatsing en voor
wie IBC-Jeugd niet geschikt is. Deze jeugdigen met zwaardere problematiek komen nu bij Entrea, OGH of andere zorgketenpartners terecht omdat Karakter hiervoor nu onvoldoende bedden beschikbaar heeft. Het gaat om een aantal plaatsingen per jaar vanuit de thuissituatie waar Jeugdbescherming Gelderland het initiatief voor neemt. In deze mBC is dit effect niet opgenomen omdat het geen jeugdigen betreft in IBC-Jeugd en het onvoldoende te relateren valt aan IBC-Jeugd. De algemene trend is dat jeugdigen te maken krijgen met lastige pschiatrische problematiek, op een steeds jongeren leeftijd. Uitleg effecten gemeente Nijmegen • Betere en goedkopere zorg à zie Karakter, RIBW en Jeugdbescherming Gelderland • Minder beroep op lokale voorzieningen 4 à jeugdigen leren functionele vaardigheden zoals bijvoorbeeld omgaan met geld. Hierdoor zal er minder beroep worden gedaan op lokale voorzieningen o WSNP procedures en trajecten worden voorkomen door gezinsondersteuning en het leren omgaan met geld o Er zijn hierdoor geen “gederfde inkomsten” in het huishouden o Er wordt geen beroep gedaan op uitkeringen vanuit de sociale dienst o Er wordt geen beroep gedaan op maatschappelijke opvang o Er is geen gederfde bijdrage ziekteverzuim Uitleg effecten onderwijsinstellingen
•
•
Betere doorstroom vervolgonderwijs àjeugdigen blijven in het onderwijssysteem waardoor er een betere doorstroom is naar het vervolgonderwijs. Dit effect is nog niet geverifieerd en daarom als PM post opgenomen in deze mBC. Snellere indicatie VSO à jeugdigen blijven in het onderwijssysteem waardoor er een betere vroeg-signalering is van problemen en er sneller een indicatie voor voorgezet passend/speciaal onderwijs wordt geregeld. Dit effect is nog niet geverifieerd en daarom als PM post opgenomen in deze mBC.
Uitleg effecten zorgverzekeraar • Minder beroep op GGZ à het is de verwachting dat er minder tot geen extra GGZ zorg meer nodig is na 18 jaar. Dit effect is nog niet geverifieerd en daarom als PM post opgenomen in deze mBC. • Minder medicatiegebruik à het is de verwachting dat er minder medicatiegebruik nodis is. Dit effect is nog niet geverifieerd en daarom als PM post opgenomen in deze mBC. 4
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2011). Op weg naar effectieve schuldhulp Kosten en baten van schuldhulpverlening. Den Haag: Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics.
18
3.4 Kosten Na het in kaart brengen van de effecten is geanalyseerd welke inbreng de stakeholders zullen moeten leveren voor het bereiken hiervan. Hierbij is zowel gekeken naar het aanbod en de toekomstige financiële investeringen die nodig zijn (en nog niet gedekt worden uit het Zorg & Welzijn budget) als kosten die reeds gedekt worden. Tabel 3 geeft een overzicht van de specifieke herkomst van de kosten weer per stakeholder5. Figuur 2 geeft de procentuele verdeling van de kosten per stakeholder. De kosten verder worden toegelicht in de beschrijving onder figuur 2. Tabel 3. Totale kosten IBC-Jeugd per stakeholder Stakeholder
Input
Totaal per jaar
Totaal voor 4 jaar6
Jeugdigen in IBC-traject Ouders van jeugdigen Sociale wijkteam Karakter RIBW Entrea Pluryn ZZG Zorgroep Jeugdbescherming Gelderland Onderwijsinstellingen Zelfstandige aanbieders Zorgverzekeraar
Tijd Tijd Integraal ondersteuningsplan Waakvlam traject (steun & leun) Kosten IBC-Jeugd Poliklinisch vervolgtraject Implementatiekosten Geen extra kosten Extra kosten vervolgtrajecten Hogere personele bezetting Extra kosten vervolgtrajecten Extra kosten thuisbegeleiding Geen inbreng in IBC-Jeugd Extra begeleidingskosten Kosten particuliere praktijken Geen inbreng in IBC-Jeugd
n.v.t. n.v.t. € 65.625 € 75.600 €1.265.850 € 72.000 n.v.t. € 0 € 283.332 € 56.800 € 251.850 € 25.400 € 0 PM € 36.000 € 0
n.v.t. n.v.t. € 253.284 € 249.482 €4.812.302 € 273.718 n.v.t. € 0 €1.077.125 € 215.932 € 957.442 € 117.118 € 0 PM € 136.859 € 0
Totaal
€2.132.457
€ 8.127.385
De totale kosten voor IBC-Jeugd bedragen €8.127.385 over de gehele periode en €2.132.457 voor 1 jaar. De kosten van IBC-Jeugd per kind per jaar bedragen €47.388. 5
De meettermijn van de mBC is 4 jaar, gelijk met het beleidstermijn. De mBC geeft een voorspelling van de kosten en opbrengsten voor de komende 4 jaar (1 januari 2016 tot 1 januari 2020), er vanuit gaande dat de instroom per jaar hetzelfde blijft (45 kinderen per jaar). 6 De bedragen zijn netto contant gemaakt op basis van een discontovoet van 3,5%
19
Figuur 2. Procentuele verdeling van de kosten voor IBC-Jeugd per stakeholder
Uitleg kosten Sociale wijkteam Het sociale wijkteam heeft aangegeven dat voor het optimaal functioneren van IBCJeugd het volgende nodig is: • Het maken van een integraal ondersteuningsplan met de jeugdige en het steunsysteem volgens “sociale netwerk-strategieen” waarbij maximaal wordt ingezet op de eigen regie. Dit geldt voor alle jeugdigen die na IBC-Jeugd niet in een residentieel vervolgtraject terechtkomen. Op basis van cijfers van Karakter over vervolgtrajecten geldt dit voor 82% van de jeugdigen. In totaal zijn er 45 jeugdigen per jaar in een IBC-traject waarvan circa 35 een integraal ondersteuningsplan nodig zullen hebben. Het opstellen van zo’n plan kost 25 uur per jeugdige. Het uurtarief van een sociaal wijkteam bedraagt €75. De rekensom per jeugdige is als volgt 25 uur * €75 = € 1.875. De totale kosten voor 35 jeugdigen per jaar bedragen €65.625 • Daarnaast is het belangrijk om een waakvlamtraject (leun & steun) aan te bieden waarbij het Sociale Wijkteam gemiddeld 2 jaar vinger aan de pols houdt. De tijdsinvestering bedraagt circa 2 uur per maand per jeugdige en het steunsysteem. Het uurtarief bedraagt €75 voor het sociale wijkteam maar deze taak kan wellicht ook goedkoper worden uitgevoerd door een andere partij. We rekenen daarom met een tarief van €45. De rekensom per jeugdige is als volgt 2 uur x 12 maanden * 2 jaar * €45 = €2.160 De totale kosten voor 35 jeugdigen zijn €75.600 per jaar.
20
Bovenstaande betreft een extra investering die nodig zal zijn om de verwachte effecten te kunnen realiseren. Het aanbod dient verder uitgewerkt te worden door de uitvoerende partij. Uitleg kosten Karakter • De implementatie van IBC-Jeugd heeft Karakter vanaf 2010 ingezet. In totaal heeft deze investering circa €400.000 gekost. Deze kosten zijn reeds afgeschreven en worden daarom niet opgenomen in deze mBC. • Karakter biedt jeugdigen na IBC-Jeugd poliklinische vervolgbehandeling. Dit geldt voor 44% van de 45 jeugdigen en kost circa €3.600 per jeugdige. De rekensom is als volgt: 20 jeugdigen * €3.600 = €72.000 per jaar. • De kosten per jeugdige in IBC-Jeugd bedragen gemiddeld €28.130 per jeugdige. Al deze kosten worden reeds gedekt door de gemeente. Het betreft dus geen extra investering. Uitleg kosten RIBW RIBW hoeft geen extra tijd te investeren voor jeugdigen vanuit IBC-Jeugd, wellicht zelfs minder door de warme overdracht vanuit Karakter. Voor het optimaliseren van IBCJeugd heeft RIBW aangegeven dat het volgende nodig is: • Vraagverheldering en casusregie • Scholing en instructie medewerkers RIBW • Aanbod voor uitstroom 18+ Deze kosten zijn vooralsnog niet in de mBC opgenomen omdat het aanbod hierop nog niet ontwikkeld is en er nog onvoldoende zicht is op de extra kosten die hiervoor nodig zullen zijn. Uitleg kosten Entrea Entrea heeft als gevolg van IBC-Jeugd de volgende extra kosten: • Extra kosten vervolgtrajecten: 9% van de 45 jeugdigen uit IBC-Jeugd stromen per jaar uit naar een residentieel vervolgtraject bij Entrea dat gemiddeld 10 maanden duurt. Deze jeugdigen zouden anders residentieel zijn terecht gekomen bij Karakter (Care as Usual). De jaarlijkse kosten voor een residentieel jeugdzorg traject bedraagt €85.000, voor 10 maanden is dit €70.833 per jeugdige. De totale kosten voor 4 jeugdigen bedragen €283.332 • De jeugdigen in een vervolgtraject hebben zwaardere problematiek dan andere jeugdigen binnen Entrea. Hierdoor is er een extra personele bezetting nodig van circa 200 uur per jeugdige uit IBC-Jeugd voor het managen van incidenten, betere bereikbaarheid (ook buiten kantooruren), extra interne agressietraining
21
en ondersteuning gedragswetenschapper, etc. Het uurloon van een pedagische medewerker bedraagt €71 (dit is inclusief overhead). De rekensom is als volgt: 4 jeugdigen * 200 uur * €71 = €56.800 per jaar. Daarnaast is er opgemerkt dat door de sluiting van locatie in Zetten ook de SO-school van Karakter in Zetten (De Brouwerij) gesloten is. Daardoor is er een grotere instroom van kinderen met een psychiatrische achtergrond in het SO van Entrea. Dat verhevigt de problematiek in de klassen, wat ook een beroep doet op extra ondersteuning vanuit Jeugdzorg. Er is hierdoor bijvoorbeeld een innovatieproject met Entrea en Karakter gestart dat betaald wordt door de gemeente (valt buiten de scope van deze mBC). Uitleg kosten Pluryn De extra investeringen van Pluryn door IBC-Jeugd zijn: • Extra kosten vervolgtrajecten: tot op heden is er in de regio Nijmegen 1 jeugdige uitgestroomd naar een residentieel verblijfplek binnen Pluryn. Dit traject duur gemiddeld 3 jaar. Deze jeugdige zou anders residentieel zijn terecht gekomen bij Karakter (Care as Usual). De jaarlijkse kosten voor een residentieel jeugdzorg traject bij Pluryn bedraagt €83.950. De rekensom is als volgt: 1 jeugdige * 3 jaar * €83.950 = €251.850 Uitleg kosten ZZG Zorggroep Voor het optimaal functioneren van IBC-Jeugd biedt ZZG Zorggroep de volgende 4 thuisbegeleidingstrajecten: A: Intensieve en langdurige begeleiding (>100 uur) Gemiddeld 4 uur per week begeleiding waarbij de beginfase intensiever is (8 tot 10 uur per week) en de afbouw 2 uur per maand. Kosten liggen tussen €5.000 en €10.000 per traject. Er wordt in deze mBC gemiddeld met €7.500 per jeugdige gerekend. In 2016 en 2017 zijn er naar verwachting per jaar 2x een A traject nodig en in 2018 en 2019 3x een A traject. Totale kosten voor 10 trajecten bedragen € 75.000. B: Begeleiding middellang, maximaal 1 jaar (104 uur) Gemiddeld €5.200 per jaar per jeugdige. In 2016, 2017 en 2018 zijn er naar verwachting per jaar 2x een B trajecten nodig en in 2019 3x een B traject. Totale kosten voor 9 trajecten bedragen €46.800. C: Begeleiding kortdurend, maximaal een haf jaar (52 uur) Gemiddeld €2.600 per jaar. Dit traject is naar verwachting niet van toepassing voor IBC-Jeugd.
22
D: Waakvlambegeleiding (15 uur) Gemiddeld €750 per jaar. In 2017, 2018 en 2019 wordt verwacht 1x traject D in te zetten. Totale kosten bedragen € 750. NB: het uurtarief is in 2015 €50 waarbij voor 2016 t/m 2019 rekening gehouden moet worden met indexering ad. 2-3% per jaar. Uitleg kosten Jeugdbescherming Gelderland Er wordt door Jeugdbescherming Gelderland geen extra investering gedaan in IBCJeugd. Het aantal OTS'en binnen de caseload IBC-Jeugd (45 per jaar) bedraagt circa 57%. Een OTS-aanvraag tijdens een IBC-traject komt zelden voor omdat IBC-Jeugd vooral werkt vanuit het gezinssysteem, waarbij een zekere mate van commitment aanwezig moet zijn. Uitleg kosten onderwijsinstellingen Er is een extra tijdsinvestering van de onderwijsinstellingen (VO) nodig, dit is met name het geval voor de mentoren van de jeugdigen in IBC-Jeugd. Er is op dit moment nog geen informatie hierover beschikbaar en daarom als PM post opgenomen. Uitleg kosten zorgverzekeraar Er is geen extra investering van de zorgverzekeraar nodig in IBC-Jeugd. Uitleg kosten particuliere aanbieders Er stromen 10 van de 45 jeugdigen per jaar uit IBC-Jeugd naar een particuliere praktijk waar poliklinische vervolgbehandeling wordt geboden. Dit kost circa €3.600 per jeugdige. De rekensom is als volgt: 10 jeugdigen * €3.600 = €36.000 per jaar.
3.5 Opbrengsten
Na het berekenen van de totale kosten van IBC-Jeugd en het identificeren van de effecten is er gekeken naar de opbrengsten van het IBC-Jeugd. Om dit te kunnen doen is er per effect gekeken naar een waarderingsmethode. Hieronder is per effect kort toegelicht hoe de waardering tot stand is gekomen. Enkele effecten zijn echter niet in waarde (geld) uit gedrukt. Dit geldt voor de effecten voor de jeugdigen en hun ouders. Deze zijn reeds kwalitatief beschreven en worden op die manier meegenomen naast de SROI ratio.
23
De totale opbrengsten zijn €10.606.654. Figuur 3 laat zien bij welke stakeholders de opbrengsten terecht komen, waarbij opgemerkt moet worden dat deze effecten resulteren in een kostenbesparing op het Zorg & Welzijn budget van de gemeente Nijmegen, behalve het effect “Minder beroep op lokale voorzieningen” welke betrekking hebben op andere budgetten binnen de gemeente. Er wordt per stakeholder uitleg gegeven over de waardering. Figuur 3. Procentuele verdeling van de opbrengsten van IBC-Jeugd.
Uitleg opbrengsten Karakter • Minder klinische opnames en verkorting behandelduur à de kosten van Care as Usual bedragen €54.9867 per jeugdige en wordt door IBC-Jeugd voor 45 jeugdigen bespaart. In totaal een kostenbesparing van €54.986 * 45 = €2.474.370. Dit is een kostenbesparing voor de gemeente Nijmegen (exploitatie Zorg & Welzijn) die echter niet meer geincaseerd kan worden aangezien deze ontwikkeling reeds vanaf 2011 is ingezet. Wanneer IBC-Jeugd er niet meer zou zijn, dan zouden dit extra kosten zijn voor de gemeente Nijmegen. • Minder follow up zorg à heropnames duren in de Care as Usual gemiddeld 3 maanden * €500 per dag = €45.000. In IBC-Jeugd is een investering van 80 uur op de DBC voldoende en kost €5.000. Een besparing ad. €40.000 per heropname * 4 jeugdigen = €160.000. 7
Business Case IBC-Jeugd, Karakter
24
Figuur 4. Totale opbrengsten per effect voor Karakter.
Uitleg opbrengsten RIBW • Voorkomen instroom beschermd wonen à Het dagtarief van een jeugdige is €168. Er wordt een traject van 14 maanden (ad. 30 dagen per maand) voorkomen. De rekensom is dan als volgt: 420 dagen * €168 = €70.560 per jeugdige. Als dit voor 2 jeugdigen voorkomen wordt door de inzet van IBCJeugd is de toale opbrengst €141.120. • Verkorten behandelduur à Het dagtarief van een jeugdige is €168. De behandelduur is met 8 maanden (ad. 30 dagen per maand) verkort = 240 dagen * €168 = €40.320 per jeugdige. Als dit voor 2 jeugdigen voorkomen kan worden is de opbrengst € 80.640. Figuur 5. Totale opbrengsten per effect voor RIBW
25
Uitleg opbrengsten Jeugdbescherming Gelderland • Tarieven OTS zijn momenteel €8.928 voor 1e jaar OTS en €7.465 voor 2e en volgende jaren OTS. Het gaat dus om het tarief van €7.465, dat minder lang hoeft te worden aangewend. • Inschatting is dat de duur van de OTS met 0,5 tot 1 jaar bekort wordt. Gemiddeld 0,75 jaar (= 9 maanden) * €7.465, is een besparing van € 5.599 per jeugdige. Aantal OTSen in IBC-Jeugd is 5-7% ad. 45 jeugditen per jaar. Er wordt gerekend met 2 casussen waarbij de totale besparing berekend wordt op €11.198. Figuur 7. Totale opbrengsten per effect voor Jeugdbescherming Gelderland.
Uitleg opbrengsten gemeente Nijmegen • Betere en goedkopere zorg à zie Karakter, RIBW en Jeugdbescherming Gelderland • Minder beroep op lokale voorzieningen à de gemeente bespaart de volgende kosten op de schuldhulpverlening: o WSNP8 preventie = €128,92 per huishouden per jaar o Gederfde inkomsten = €673,92 per huishouden per jaar o WSNP procedures = €39,63 per huishouden per jaar o Extra uitvoeringskosten ad. €124,80 per jaar per huishouden o Sociale dienst (WWB) = €22.174 per huishouden per jaar o Maatschappelijke opvang = €24,67 per huishouden per jaar o Gederfde bijdrage ziekteverzuim = €3.694 • In totaal een besparing van €26.860 per huishouden per jaar. 8
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen: http://www.bureauwsnp.nl
26
Figuur 6. Totale opbrengsten per effect voor de gemeente.
27
4. Conclusie De SROI ratio van deze mBC is €1,31. Dit betekent dat iedere € 1,00 investering in IBCJeugd €1,31 aan maatschappelijke waarde oplevert, en dus een positief rendement behaalt. Wanneer alleen de besparingen voor het Zorg & Welzijn budget worden meegenomen, is de ratio €1,29. Figuur 7. SROI ratio van IBC-Jeugd
Figuur 7 laat zien in welke mate stakeholders input leveren (eerste cirkeldiagram) en bij welke stakeholders er waarde is gecreëerd (tweede cirkeldiagram). Hierin is te zien dat Karakter de grootste kosten heeft maar waarbij ook het meest bespaart wordt. Tevens is er voor het succesvol slagen van IBC-Jeugd extra investeringen nodig voor het sociale wijkteam, Entrea, Pluryn en ZZG Zorggroep. Andere besparingen vinden plaats bij RIBW en Jeugdzorgbescherming Gelderland. Naast kostenbesparingen zijn er tevens belangrijke niet-gekwantificeerde effecten in kaart gebracht die bij de berekening van de SROI ratio niet naar voren komen, zoals de kwaliteit van leven voor de jeugdigen en de zelfredzaamheid van ouders. De verwachting is dat deze effecten het gevonden positieve rendement onderschrijven.
28
! !
& & & & & & & & & ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !