Jeugd GGZ in transitie
Sylvia Vlaardingerbroek Jorike Smeitink Iris van Berkel Rapport 13-4826 IvB - riw
Inhoud
Oplegger: 10 knoppen waar gemeenten aan kunnen draaien Voorwoord 1.
Jeugd GGZ … Hoe is het georganiseerd? 1.1 Inleiding ................................................................................................................... 6 1.2 Financiering .............................................................................................................. 7 1.3 Bekostiging .............................................................................................................. 8 1.4 Zorgvormen ........................................................................................................... 10
2.
Jeugd GGZ … Voor wie is het? 2.1 Doelgroep .............................................................................................................. 16 2.2 Perspectief .............................................................................................................. 17 2.3 Tendensen in de populatie .................................................................................... 17
3.
Jeugd GGZ … Welke organisaties voeren het uit? 3.1 Soort uitvoerders ................................................................................................... 19 3.2 Vrijgevestigde praktijken ....................................................................................... 19 3.3 RIBW’s ................................................................................................................. 20 3.4 PAAZ ................................................................................................................. 20 3.5 Overzicht instellingen Gelderland ......................................................................... 20
4.
Jeugd GGZ ... Hoe ziet een traject eruit? 4.1 Route in schema ................................................................................................... 24 4.2 Verwijzing ............................................................................................................. 24 4.3 Indicatiestelling ..................................................................................................... 25 4.4 Aanmelding ........................................................................................................... 25
5.
Jeugd GGZ … Welke werkafspraken zijn er? 5.1 Samenwerking met het Onderwijs ........................................................................ 26 5.2 Samenwerking met de sector Verstandelijke Beperking ...................................... 26 5.3 Samenwerking met ziekenhuizen ........................................................................ 26 5.4 Samenwerking met de eerstelijns zorg ................................................................. 27 5.5 Samenwerking met het gedwongen kader ........................................................... 27
6.
Jeugd GGZ ... Wat zijn de wettelijke kaders en kwaliteitseisen? 6.1 Wettelijke kaders ................................................................................................... 28 6.2 Toezicht ................................................................................................................ 29 6.3 Beroepsverenigingen ............................................................................................ 29 6.4 Cliëntparticipatie ................................................................................................... 29 6.5 Registratie en benchmark ..................................................................................... 30 6.6 Effectiviteit ............................................................................................................. 31
7.
… in transitie – Vanuit perspectief van de jongeren ............................................... 33
8.
… in transitie – Veranderingen in de GGZ sector vanaf 2014 8.1 Vier hoofdlijnen in het bestuurlijk akkoord ............................................................ 35 8.2 Meer zelfmanagement en preventie in de GGZ .................................................... 36 8.3 GGZ huisartsenzorg .............................................................................................. 37 8.4 Invoering Generalistische Basis GGZ .................................................................. 38 8.5 Invoering Specialistische GGZ .............................................................................. 39 8.6 Toekomstige sturing en bekostiging .................................................................... 40
9.
… in transitie – Welke kansen en bedreigingen zijn er? 9.1 Bedreigingen ......................................................................................................... 41 9.2 Kansen ................................................................................................................. 43
10. … in transitie – Wat betekent dit voor gemeenten? 10.1 Sterkere koppeling preventie en zorg ........................................................... 44 10.2 Verbinding met huisartsen in toegang Jeugdzorg, inzet POH biedt kansen .. 44 10.3 Breng expertise Jeugd GGZ naar voren voor diagnostiek en consultatie .... 45 10.4 GGZ hulp dichterbij ....................................................................................... 45 10.5 Zet sterk in op integrale zorg en overbrug het verschil in taal en visie ......... 46 10.6 Verbinding Jeugd GGZ met onderwijs en arbeidsmarkt ............................... 47 10.7 Verbinding zorg 18- en 18+ ........................................................................... 47 10.8 Monitoring ...................................................................................................... 47 10.9 Bovenregionaal samenwerken: Inkoop ......................................................... 48 Zorgvernieuwing en verbetering .................................................................... 50 10.10
Literatuurlijst / bronnen ..................................................................................................... 51
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
Overzicht Gelderse GGZ instellingen met uitgebreide toelichting ................ 55 Landelijk overzicht Multi Functionele Centra (MFC’s) ................................... 62 Overzicht zorgvormen Jeugd GGZ naar lokale, regionale en bovenlokale indeling …………………………………………………………….. .................... 63
TIEN knoppen voor JEUGD GGZ…IN TRANSITIE Wat kunnen gemeenten doen om de Jeugd GGZ in het nieuwe stelsel te verbeteren? Tien knoppen waar gemeenten aan kunnen draaien:
Knop 1: Sterkere koppeling preventie en zorg Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle vormen van GGZ zorg tot 18 jaar. Dit biedt de kans de gehele zorgketen te beschouwen vanuit de Jeugdwet en preventie (WMO) sterker te koppelen met GGZ begeleiding en behandeling. Knop 2: Verbinding met huisartsen in toegang Jeugdzorg, inzet POH-er biedt kansen Maak afspraken met huisartsen over een eenduidige toegang naar Jeugd GGZ vanuit de wijkteams en de huisartsen. Onderzoek de mogelijkheid van de inzet POH-GGZ voor jeugdigen. Knop 3: Breng expertise Jeugd GGZ naar voren voor diagnostiek en consultatie Zorg ervoor dat de o.a. de wijkteams en scholen over GGZ expertise beschikken of deze expertise direct op kunnen roepen indien nodig. Knop 4: GGZ hulp dichterbij Breng de Jeugd GGZ letterlijk dichterbij. Bijvoorbeeld via inzet vanuit de wijkteams, de huisarts en scholen. Knop 5: Zet sterk in op integrale zorg en overbrug het verschil in taal en visie Kom samen met de zorgaanbieders tot een eenduidig begrip van de term integrale zorg, en een meer integraal zorgmodel waarin verschillende vormen van zorg (bijv. jeugd GGZ, jeugd (L)VB en JeugdzorgPlus) zo slim mogelijk gecombineerd kunnen worden.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
3
Knop 6: Verbinding Jeugd GGZ met onderwijs en arbeidsmarkt Leg verbinding tussen de Jeugd GGZ en de ontwikkelingen binnen het (Passend) Onderwijs. Zorg daarnaast voor een betere aansluiting van Jeugd GGZ cliënten op de arbeidsmarkt. Knop 7: Verbinding zorg 18- en 18+ Werk samen met de zorgaanbieders aan een zorgcontinuüm waarin de behandeling van psychische stoornissen voor en na het 18e jaar op elkaar afgestemd wordt. Knop 8: Monitoring Werk in samenwerking met de GGZ sector aan een lerend systeem voor sturing, monitoring en vooral ook kwaliteit. Spreek (bij voorkeur) op landelijk niveau kaders af met ruimte voor regionale of lokale kleuring. Knop 9: Bovenregionaal samenwerken: Inkoop Koop (zeer) specialistische GGZ zorg (boven-)regionaal of landelijk in om bestuurlijke drukte, hoge uitvoeringskosten en onvoldoende sturing op kwaliteit en prijs te voorkomen. Knop 10: Zorgvernieuwing en verbetering Biedt zorgaanbieders ruimte en kaders voor zorgvernieuwing en verbetering, en ga daar met hen over in gesprek.
4
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de verkenning van de sector Jeugd GGZ in Gelderland. Deze verkenning is gedaan in opdracht van de G7. Dit is een overleg van de transitiemanagers Jeugdzorg, die in de zeven Gelderse regio’s de decentralisatie Jeugdzorg mede voorbereiden en de regio’s op dit thema vertegenwoordigen. De G7 houdt zich bezig met decentralisatievraagstukken die extra tijd en aandacht vragen en in het bijzonder onderwerpen die bovenregionale uitwerking vragen. Het overleg wil ondersteunend zijn aan het Bestuurlijk Platform Decentralisatie Jeugdzorg in Gelderland. De opdracht voor de verkenning van Jeugd GGZ staat niet op zich. Naast dit thema verkent Spectrum de beleidsvelden JeugdzorgPlus, Jeugd (L)VB, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering binnen Gelderland. Naast deze rapportages organiseert Spectrum in opdracht van de G7 Gelderse werkbijeenkomsten op deze thema’s voor ambtenaren en wethouders. Doel van deze activiteiten is gemeenten in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk voor te bereiden op beleidsvelden waar ze na de transitie Jeugdzorg verantwoordelijk voor worden. Met de opdracht voor de verkenningen en het inzichtelijk maken van de transformatiekansen vergaart Spectrum veel kennis over deze beleidsvelden. We willen deze kennis graag ten volle benutten en voor u beschikbaar stellen. Er kan nog een verdiepingsslag op deze kennis worden gemaakt door de beleidsvelden met elkaar te verbinden en de transformatiekansen in de breedte te schetsen. Dat leidt ons inziens tot mooie doorkijkjes naar mogelijkheden voor slimme zorgcombinaties in de regio. We hopen in de nabije toekomst de regio’s behulpzaam te zijn bij de vertaling van deze inzichten naar de regio. Leeswijzer In de eerste zes hoofdstukken schetsen we de huidige situatie van Jeugd GGZ in Gelderland. Aan bod komen zaken als: Voor welke doelgroep is Jeugd GGZ? Wie voert het uit? Hoe is de toegang georganiseerd? Dit is het feitendeel van de rapportage. De laatste vier hoofdstukken gaan nader in op de ontwikkelingen binnen de GGZ sector en de transitiekansen en –bedreigingen voor gemeenten. Wat zijn de knoppen waar gemeenten straks aan kunnen gaan draaien? Dit is het adviesdeel van de rapportage. Rest ons u veel leesplezier te wensen en alle betrokkenen te bedanken – met speciale dank aan de geïnterviewden: GGNet, Pro Persona en Menzis - die deze verkenning mogelijk hebben gemaakt.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
5
Jeugd GGZ ... 1. Hoe is het georganiseerd?
1.1 Inleiding Ongeveer 5% van alle jeugdigen tot 18 jaar in Nederland heeft een psychische stoornis die leidt tot ernstige beperkingen in hun functioneren of tot verhoogd risico op een verstoorde 1 ontwikkeling . Kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar met symptomen die duiden op een (ernstige) psychische, psychosociale of psychiatrische stoornis komen in aanmerking voor gespecialiseerde Geestelijke Gezondheidszorg voor kinderen en jongeren, oftewel Jeugd GGZ. Zij kunnen in Nederland terecht bij onder andere instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie en bij jeugdafdelingen van GGZ instellingen. De behandeling van psychische stoornissen of van een combinatie van psychische en lichamelijke problemen gebeurt onder meer door psychiaters, GZ psychologen en verpleegkundigen. Voor kinderen en hun familie is het van belang dat alle instellingen met een taak voor zorg aan kinderen en jeugdigen goed met elkaar samenwerken. Daarom wil het Kabinet de zorg voor jeugd in het nieuwe Jeugdstelsel meer integraal organiseren. Vanaf 2015 wordt de gehele Jeugd GGZ sector daarom vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) naar de Jeugdwet overgeheveld. De verantwoordelijkheid voor de Jeugd GGZ komt daarmee, net als de andere vormen van Jeugdhulp tot 18 jaar, bij gemeenten te liggen. Voor de Jeugd GGZ geldt dat alle vormen van zorg, inclusief de intramurale GGZ (zorg bij verblijf van meer dan 24 uur in een instelling), over gaat naar de gemeenten. Gemeenten gaan in het nieuwe stelsel onder andere sturen op kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van deze vorm van Jeugdhulp. Naast de ontwikkelingen die de overheveling naar de Jeugdwet met zich mee brengt, maakt de GGZ zorg momenteel ook een eigen transitie door. Sinds 1 januari 2014 is de GGZ naar een stelsel van huisartsenzorg (inclusief POH-GGZ), generalistische basis GGZ en gespecialiseerde GGZ overgegaan. In dit nieuwe stelsel zal de huisarts een veel grotere rol gaan spelen, wordt de zorg van kortere duur, krijgen patiënten meer eigen regie en vindt zorg meer plaats in de omgeving van de patiënt. In deze factsheet komen we uitgebreider op deze veranderingen terug. De aandoeningen die behandeld worden in de Jeugd GGZ bestrijken een zeer divers veld. Van lichte tot zeer zware vormen. Van chronisch (bijv. autisme) tot acuut (een acute stress stoornis). Van een heel grillig verloop (bijv. psychose) tot sluimerend (na genezing van een verslaving). Van veel voorkomend (bijv. depressie) tot zeer zeldzame stoornissen (bijv. desintegratieve stoornis). De hulp vanuit de Jeugd GGZ richt zich niet alleen op de jeugdige, maar kan zich ook uitstrekken tot de ouders of andere verzorgers. Vanuit de Jeugd GGZ wordt momenteel op verschillende terreinen samengewerkt met andere sectoren. Sommige aandoeningen vragen bijvoorbeeld om nauwe samenwerking met het onderwijs (bijv. dyslexie), en andere om nauwe samenwerking met de somatische gezondheidszorg (bijv. anorexia). 1
6
GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
De kosten van de Jeugd GGZ kunnen erg verschillend zijn. Sommige (lichte) stoornissen zijn met een eenvoudig traject van zo’n duizend euro op te lossen, andere trajecten zijn langdurig en kosten meer dan een ton. Kortom, de Jeugd GGZ vormt een breed en gevarieerd veld dat we in deze factsheet verder verkennen.
1.2
Financiering
Zorgverzekeringswet en AWBZ De financiering en regelgeving van de Jeugd GGZ valt onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het merendeel van het aanbod van de Jeugd GGZ wordt momenteel gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). De generalistische basis Jeugd GGZ en de gespecialiseerde Jeugd GGZ worden vergoed 2 binnen het basispakket van de zorgverzekering . Zorgverzekeraars zijn verplicht te zorgen dat zij voldoende zorg inkopen voor hun verzekerden, maar kunnen wel zelf bepalen met welke zorgaanbieders en onder welke voorwaarden zij een contract afsluiten. Het betreft zorg gericht op herstel en genezing, die zowel ambulant (extramuraal) als klinisch (intramuraal) kan worden uitgevoerd. Wanneer een GGZ behandeling langer dan een jaar duurt valt de zorg onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanuit de AWBZ worden ook de logeerhuisfuncties, ambulante begeleiding en begeleid of beschermd wonen bekostigd. Overige financieringsbronnen Naast financiering vanuit de Zvw en AWBZ, wordt Jeugd GGZ in mindere mate ook nog vanuit andere bronnen gefinancierd. Hieronder een overzicht van de verschillende financieringsbronnen van Jeugd GGZ (voor de volledigheid hebben we in dit overzicht ook nogmaals de Zvw en AWBZ meegenomen): • Zvw: Begeleiding en behandeling binnen de Jeugd GGZ gericht op genezing (ambulant of maximaal één jaar intramuraal) wordt gefinancierd via de Zvw. • AWBZ: Financiering van langdurige Jeugd GGZ zorg en begeleiding (langer dan één jaar) gaat via de AWBZ. Vanuit de AWBZ worden ook de logeerhuisfuncties, ambulante begeleiding en begeleid of beschermd wonen bekostigd. • WMO: Financiering van GGZ preventie en dienstverlening kan via de Zvw, maar ook via de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling (WMO) plaatsvinden. Deze wet valt in het huidige stelsel al onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Gemeenten kopen Jeugd GGZ diensten en preventieprogramma’s in ten behoeve van hun verantwoordelijkheden op het gebied van participatie, selectieve preventie, zorg in en om de school, kwetsbare jongeren, Centra voor Jeugd en Gezin, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en veiligheid. • Provinciale gelden: Tot slot benoemen we hier ook de inzet van Provinciale gelden. Deze gelden worden gebruikt voor intensief ambulante hulp en intensieve, gespecialiseerde pedagogische thuishulp en voor de gesloten Jeugdzorg (Jeugdzorgplus).
2
www.invoeringbasisggz.nl
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
7
1.3 Wijze van bekostiging Tot 2008 werden GGZ instellingen via budgettering bekostigd. Dit hield in dat instellingen een vast bedrag ontvingen gebaseerd op een begroting. Sinds die tijd zijn er veel aanbieders bijgekomen, waaronder veel vrijgevestigden. Om die reden was de financiering middels een vast bedrag niet meer wenselijk en passend. In het huidige stelsel maken de landelijke verzekeraars daarom apart afspraken met enkele honderden aanbieders. Deze afspraken worden gemaakt op basis van de zorgprestaties die onder de Zvw vallen (dit zijn er ca. 3 4000) . De wijze van bekostiging verschilt per zwaarte van de zorgvorm. De volgende zorgvormen 4 worden daarbij onderscheiden : • Generalistische Basis GGZ • POH GGZ • Specialistische GGZ zorg • Behandeling en verblijf langer dan 365 dagen Bekostiging generalistische basis GGZ Tot en met 2013 werd eerstelijns psychologische zorg bij de verzekeraar gedeclareerd op basis van het aantal zittingen of consulten. Tot nu toe kregen patiënten vanuit het basispakket maximaal vijf consulten bij een eerstelijns psycholoog vergoed, en zoveel meer als in de polisvoorwaarden van de patiënt vermeld stonden. Vanaf 2014 is dit veranderd. In de generalistische basis GGZ wordt niet meer gedeclareerd volgens losse consulten. In plaats daarvan moeten behandelaars voor de generalistische basis GGZ vanaf 2014 een totale integrale prestatie declareren bij de zorgverzekeraar. De generalistische basis GGZ kent vier verschillende zorgprestaties afhankelijk van de zorgvraag van de patiënt. De vier prestaties zijn kort, middel, intensief en chronisch. 5 Hiervoor gelden maximale tarieven. Hieronder een overzicht van deze tarieven .
Prestatie
Omschrijving
Maximum NZa tarief
Basis GGZ Kort (BK)
Lichte DSM stoornissen
€ 453,79
Basis GGZ Middel (BM)
Matige DSM stoornissen
€ 773,19
Basis GGZ Intensief (BI)
Ernstige DSM stoornissen
€ 1212,41
Basis GGZ Chronisch (BC)
Chronische stabiele stoornissen
€ 1118,97
Transitieprestatie
Onjuiste verwijzingen en doorloop 2013
€ 185,22
Een vijfde prestatie is de transitieprestatie. Deze wordt gebruikt voor de afronding van de behandelingen die al in 2013 zijn gestart en doorlopen in 2014. Deze transitieprestatie geldt ook als blijkt dat de patiënt onterecht naar de generalistische basis GGZ is doorverwezen. De behandeling wordt dan al na de diagnostische fase afgebroken. De patiënt wordt terugverwezen naar de huisarts, met een advies over mogelijke vervolgstappen. Door de transitieprestatie te declareren, wordt voorkomen dat het gehele eigen risico bij de patiënt in rekening wordt gebracht. 3
Eerste inventarisatie bekostigingsmodellen, VWS en VNG, 2013 www.cvz.nl 5 www.invoeringbasisggz.nl 4
8
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Zorgaanbieders met een contract dienen de declaraties van hun behandelingen rechtstreeks in bij de zorgverzekeraar van de patiënt. Is er geen contract, dan wordt de rekening aan de patiënt gegeven die deze kan declareren bij zijn zorgverzekeraar. Bekostiging POH-GGZ POH-GGZ staat voor Praktijkondersteuning Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg. De POH-GGZ kan op verzoek van de huisarts een patiënt met psychische problemen zien om een beter beeld van de klacht te krijgen, de mogelijk nodige behandeling vast te stellen en indien passend zelf verdere begeleiding verlenen. De POH-GGZ werkt altijd voor en onder verantwoordelijkheid van een huisarts. De bekostiging van de functie POH-GGZ is geregeld in de beleidsregel huisartsenzorg. De huisarts declareert de kosten van de POH-GGZ bij de zorgverzekeraar. Bekostiging specialistische GGZ Specialistische jeugd GGZ (voorheen tweedelijns- en derdelijns GGZ zorg) wordt gefinancierd via Diagnose Behandeling Combinaties (DBC's). Voor elke cliënt wordt een aparte DBC factuur gestuurd aan de verzekeraar. Een DBC is het zorgtraject vanaf het eerste consult tot en met de laatste behandeling. De prijs van een DBC is afhankelijk van de aandoening, de bestede tijd tijdens het behandeltraject (directe en indirecte tijd) en de verblijfsdagen. Alle verrichtingen die bij een diagnose en behandeling horen zijn in een DBC samengevoegd tot één zorgproduct. Bij de vaststelling van DBC’s is uitgegaan van een gemiddeld aantal behandelingen. DBC’s worden pas na het afsluiten van de volledige behandeling of na een jaar als totaaltarief in rekening gebracht. Elk DBC heeft zijn eigen 6 tarief. Specifieke informatie over de DBC’s is te vinden op de site van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Voor jeugd GGZ gelden dezelfde DBC’s als voor andere GGZ cliënten. Bekostiging van behandeling en verblijf langer dan 365 dagen Op dit moment wordt het eerste jaar van behandeling en verblijf in een GGZ instelling (intramurale GGZ) vanuit de Zvw betaald. Daarna wordt intramurale GGZ zorg vanuit de AWBZ gefinancierd. Voor de zorg die onder de AWBZ valt maken en monitoren de 7 zorgkantoren productieafspraken met de instellingen in de zorgregio’s . Hieronder een overzicht van de zorgkantoren in Gelderland: Gemeenten
Zorgkantoor
Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Lochem, Zutphen
Zorgkantoor Apeldoorn/Zutphen Concessiehouder: Agis Zorgverzekeringen
Aalten, Arnhem, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Ede, Lingewaard, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort, Winterswijk, Zevenaar
Zorgkantoor Arnhem Concessiehouder: Coöperatie Menzis U.A
Deventer, Olst-Wijhe, Raalte en Voorst
Zorgkantoor Midden-IJssel Concessiehouder: Eno Zorgverzekeraar N.V
Beuningen, Buren, Culemborg, Druten,
Zorgkantoor Nijmegen
6 7
www.nza.nl Overheveling langdurige intramurale GGZ, College voor Zorgverzekeraars, oktober 2013
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
9
Geldermalsen, Gennep, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Millingen a/d Rijn, Mook en Middelaar, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen Nijkerk (verder alleen Utrechtse gemeenten)
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Nunspeet, Oldebroek, Putten
Concessiehouder: Coöperatie VGZ UA
Zorgkantoor Utrecht Concessiehouder: Agis Zorgverzekeringen Zorgkantoor Zwolle Concessiehouder: Achmea | Divisie Zorg & Gezondheid
De AWBZ zorg wordt bekostigd op basis van Zorgzwaartepakketten (ZZP’s). De maximum tarieven van de ZZP’s worden vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De tarieven zijn afhankelijk van de hoeveelheid zorg die de cliënt nodig heeft. Zorg in natura of PGB Cliënten die recht hebben op langdurige zorg vanuit de AWBZ kunnen kiezen voor zorg in natura (zorg rechtstreeks in de vorm van dienstverlening door zorgaanbieders), een persoonsgebonden budget oftewel PGB (cliënt ontvangt een bepaalde hoeveelheid geld om zelf zorg in te kopen) of een combinatie van deze twee. Niet alle zorgfuncties komen overigens in aanmerking voor een PGB. Over zorg in natura maken de zorgaanbieders en de zorgkantoren gezamenlijk afspraken over de te leveren AWBZ zorg. Voor deze afspraken moeten ze zich houden aan de contracteerruimte binnen de AWBZ (zie www.nza.nl onder ‘contracteerruimte’). Eigen bijdragen In 2014 geldt geen eigen bijdrage meer voor eerste- en tweedelijns GGZ zorg. De eigen 8 bijdragen voor basis GGZ en specialistische GGZ komen te vervallen . De eigen bijdragen in de AWBZ blijven gelijk. Justitiële zorg Justitie koopt zorg in voor jeugdigen met een justitiële maatregel waar behandeling in de GGZ een onderdeel van is (PIJ, artikel 48 plaatsing, GBM etc.). Daarnaast is Justitie verantwoordelijk voor de inzet van GGZ voor jeugdigen die in een JJI zijn geplaatst.
1.4 Zorgvormen Zoals ook al in de eerdere paragrafen aan de orde is gekomen, wordt Jeugd GGZ zowel extramuraal (zorg bij verblijf in thuissituatie) als intramuraal (zorg gedurende een onafgebroken verblijf van meer dan 24 uur in een zorginstelling) uitgevoerd. Het merendeel van de cliënten binnen de Jeugd GGZ, namelijk 96%, ontvangt echter extramurale begeleiding en behandeling. Slechts 4% binnen de Jeugd GGZ volgt deeltijdbehandeling of 9 intramurale behandeling . De kerntaken van de Jeugd GGZ zijn als volgt onder te verdelen: • Diagnostiek • Begeleiding en behandeling • Advisering en consultatie • Preventie 8
9
http://www.vgz.nl/zorgverzekering/wijzigingen-2014 GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ
10
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Overzicht kerntaken Hieronder geven we een toelichting op de hierboven genoemde kerntaken. De taak ‘begeleiding en behandeling’ wordt binnen de Jeugd GGZ ingedeeld naar verschillende categorieën. Tot nu toe werd vooral de indeling eerstelijns-, tweedelijns, en derdelijns GGZ gehanteerd. Vanaf 2014 spreken we voornamelijk van Generalistische Basis GGZ, Specialistische GGZ en Topklinische GGZ (het is overigens niet zo dat deze termen onderling vervangbaar zijn). Bij ‘begeleiding en behandeling’ lichten we eerst kort toe hoe de nieuwe indeling is. Bij de inhoudelijke toelichting op de verschillende soorten van behandeling hanteren we de indeling die tot en met 2013 gebruikt werd. Daarbij lichten we apart de verslavingszorg toe, omdat deze vorm van GGZ zorg niet eenvoudig in één van de drie categorieën valt in te delen. Diagnostiek Onder diagnostiek wordt het in kaart brengen van de problematiek van de cliënt verstaan. Dit gebeurt aan de hand van een internationaal coderingssysteem om symptomen te groeperen en registreren; de DSM- classificatie, een soort etiketsysteem. De DSM bestaat uit vijf assen: 1. klinische stoornis 2. persoonlijkheidsstoornissen 3. lichamelijke aandoeningen (relevant voor begrijpen of behandelen van een psychische stoornis 4. psychosociale en omgevingsfactoren 5. algehele beoordeling van het functioneren uitgedrukt op een schaal van 0 tot 100. Deze codering via de DSM-classificatie is gekoppeld aan het bekostigingssysteem via diagnosebehandelcombinaties (DBC’s). Diagnostiek wordt binnen de Jeugd GGZ meestal door de psycholoog of orthopedagoog uitgevoerd, in overleg met een psychiater. Voorwaarde voor het uitvoeren van diagnostiek is dat men beschikt over de Basisaantekening Diagnostiek van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP). Hieronder een schematische weergave van de meest gestelde diagnoses in de Jeugd GGZ
Top 7 diagnoses patienten 0-17 jaar 15% 29%
7% 8% 9%
20%
Aandacht tekort- en gedragsstoornis Pervasieve ontw. stoornis (o.a. autisme) relatieproblemen Overig zuigeling/kind/adolescentie Angststoornis
12% Aanpassingsstoornis
Bron: GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ
Om tot een diagnose te komen worden gesprekken met kind en ouders gevoerd over de aard, ernst en het verloop van de klachten. Ook wordt gekeken naar de voorgeschiedenis, somatische problemen en medicatiegebruik. Verder wordt een familie- en sociale anamnese SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
11
gemaakt. Zo nodig wordt aanvullend psychodiagnostisch of somatisch onderzoek gedaan. Aan de hand van de informatie wordt een diagnose gesteld, gekeken naar de zorgbehoefte en de meest adequate behandeling gekozen. De behandelaar legt de gemaakte afspraken vast in een behandelovereenkomst. Overigens volgt er niet altijd een behandeling op de diagnostiek. 85% van alle aanmeldingen 10 bij de Jeugd GGZ leidt daadwerkelijk tot een behandeling. Bij de aanmeldingen die niet leiden tot behandeling gaat het vaak om verwijzingen die samenhangen met de noodzaak van diagnostiek in het kader van indicatiestelling. Ouders hebben de diagnose nodig om ambulante begeleiding in te kunnen kopen met behulp van een PGB. En scholen hebben behoefte aan deze vorm van diagnostiek om beroep te kunnen doen op zorgmiddelen voor individuele begeleiding of plaatsing in het speciaal onderwijs. Begeleiding en behandeling Patiënten met lichte klachten worden vanaf 2014 geholpen in de huisartsenzorg. Behandeling van lichte tot matige, niet complexe psychische stoornissen vindt plaats in de generalistische basis GGZ. Patiënten met complexe stoornissen worden geholpen in de gespecialiseerde GGZ. Uitgangspunt is dat patiënten dichtbij huis en minder zwaar – en daarmee goedkoper – worden behandeld. De huisarts krijgt meer ondersteuning voor hulp aan en behandeling van mensen met lichte psychische klachten. Ook kan de huisarts ondersteuning vragen bij het doorverwijzen van patiënten met stoornissen naar de generalistische basis GGZ of de gespecialiseerde GGZ. In de generalistische basis GGZ zullen mensen met een complexere problematiek behandeld worden dan voorheen in de eerstelijnspsychologische zorg. Ook mensen met lichte tot matige problemen worden behandeld in de generalistische basis GGZ. De gespecialiseerde GGZ kenmerkt zich door een hoge mate van complexiteit van de behandeling, waarbij gespecialiseerde kennis nodig is. De generalistische basis GGZ is alleen via de huisarts, jeugdarts, bedrijfsarts of medisch specialist toegankelijk. Verzekeraars nemen dit op in hun polissen. Alleen als er sprake is van een (vermoeden van een) DSM-stoornis mag de patiënt behandeld worden in de generalistische basis GGZ of gespecialiseerde GGZ. Als blijkt dat er sprake is van complexe of acute problematiek, kan de huisarts ervoor kiezen om een patiënt (rechtstreeks) door te verwijzen naar de gespecialiseerde GGZ. Hieronder lichten we toe wat er onder eerstelijns, tweedelijns- en derdelijns jeugd GGZ wordt verstaan. Eerstelijns jeugd GGZ Eerstelijns Jeugd GGZ is er om kortdurende psychologische hulp te bieden aan kinderen en jongeren met psychische klachten, die in de regel korter dan zes maanden bestaan, niet eerder behandeld zijn en zich niet voordoen in combinatie met andere fysieke of psychische klachten. Meestal gaat het om zo’n 8-12 consulten. De hulpverlening in de eerstelijn is bedoeld om iemand psychisch en maatschappelijk zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. Het uitgangspunt in de eerstelijn is kinderen en hun natuurlijke omgeving te versterken in de mogelijkheden om zelf problemen op te lossen. Eerstelijns GGZ wordt voornamelijk door eerstelijns (vrijgevestigde) psychologen en huisartsen (ondersteunt door de POH-GGZ, zie ook paragraaf 1.3 en 8.3) uitgevoerd, maar 10
12
GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
daarnaast kunnen bijvoorbeeld ook algemeen maatschappelijk werkers en psychosomatisch fysiotherapeuten werkzaam zijn in de eerstelijns GGZ. Zij kunnen allemaal vanuit hun eigen achtergrond kortdurende generalistische hulp aan jeugdigen met psychische en sociale problemen bieden. Nadruk in de eerstelijn ligt op probleemverheldering, korte behandeling, psycho-educatie, signalering, advisering en doorgeleiding. Eerstelijns GGZ is rechtstreeks toegankelijk of via de huisarts, afhankelijk van de polisvoorwaarden die bij de zorgverzekering zijn afgesloten. Over het algemeen fungeert de huisarts als ‘poortwachter’. De huisarts herkent en behandelt patiënten met psychische problematiek en beslist of het nodig is om zijn patiënt door te verwijzen naar de hierboven genoemde hulpverleners uit de eerste lijn. Tweedelijns Jeugd GGZ Soms is ‘kortdurende’ hulp via de eerstelijns Jeugd GGZ niet toereikend. Voor complexere problematiek is er de tweedelijnszorg. Het is specialistische zorg voor jeugdigen die mogelijk eerder al aandoeningen gehad hebben die vergelijkbaar zijn of jeugdigen met ingewikkelde problemen waarbij vaak sprake is van meerdere aandoeningen tegelijk. Tweedelijns Jeugd GGZ wordt voornamelijk door instellingen en vrijgevestigde praktijken uitgevoerd (zie Hoofdstuk 3: Welke organisaties voeren Jeugd GGZ uit?). 11
Een verwijsbrief van een officiële verwijzer voor de tweedelijns GGZ is noodzakelijk. Vaak is het de huisarts die de doorverwijzing geeft. Ook een jeugdarts, medisch specialist (psychiater) of Bureau Jeugdzorg kan de doorverwijzing voor jongeren verzorgen. Deze professionals stellen vast of er een vermoeden is van een ernstige psychische stoornis waarvoor diagnostiek en behandeling in de tweede lijn noodzakelijk is (zie ook Hoofdstuk 4: Hoe ziet een traject eruit?). Behandelingen zijn individueel of in groepsverband. Ook gezinsbehandeling neemt een belangrijke plaats in binnen de Jeugd GGZ. En steeds meer vormt e-health ook een onderdeel van de tweedelijns GGZ behandeling. Net als in de eerstelijn vindt ook in de tweedelijn behandeling zoveel mogelijk plaats in de vorm van ambulante (extramurale) zorg. Soms is er echter wel intramurale zorg nodig. Indien deze zorg langer dan een jaar duurt, wordt ze ingedeeld aan de hand van verschillende GGZ zorgzwaartepakketten (ZZP’s). De ZZP’s zijn gecategoriseerd op basis van de sector, het cliëntprofiel, de functies (woonzorg, 12 dagbesteding en/of behandeling), de tijd per cliënt per week en de verblijfskenmerken . Er bestaan zeven ZZP’s voor de GGZ (1 tm 7). Derdelijns Jeugd GGZ De meeste kinderen en jongeren met psychische aandoeningen kunnen goed behandeld worden in de eerste- of tweede lijn. Echter, vanwege een complexe en/of zeldzame aandoening heeft een klein percentage jeugdigen uiterst gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg nodig. Dit wordt ook wel Topreferente of Topklinische Geestelijke Gezondheidszorg genoemd, oftewel derdelijns GGZ. Deze gespecialiseerde diagnostiek en behandeling wordt toegepast als de standaardbehandeling in de eerste lijn of tweede lijn onvoldoende resultaat heeft geboden. De derde lijn is bedoeld voor de meest complexe behandelingen en voor de meest complexe gevallen, zoals ernstige persoonlijkheidsstoornissen, comorbiditeit met As-I en As-III (DSM classificering), en 11 12
GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ Zorgzwaartepakketten Sector GGZ, bureau HHM, versie 2013
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
13
gevallen waarin sprake is van andere complicerende factoren zoals onvoldoende intellectuele vermogens. Derdelijns Jeugd GGZ wordt geboden in instellingen met het keurmerk ‘TopGGZ’, dit zijn de academische centra voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie en centra voor vroegkinderlijjke 13 traumabehandeling . Verslavingszorg Verslavingszorg vormt een aparte tak van sport binnen de GGZ begeleiding en 14 behandeling . Het betreft een gespecialiseerde vorm van zorg aan jeugdigen met verslavingsproblemen waarin geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg met elkaar gecombineerd worden. Verslavingsproblemen betekent het gebruik en misbruik van – en de verslaving aan – nicotine, alcohol, drugs, slaap- en kalmeringsmiddelen en gokken. De verslavingszorg werk vanuit gespecialiseerde instellingen (zoals Tactus in Gelderland) en vanuit gespecialiseerde onderdelen in geïntegreerde GGZ organisaties (zoals Iriszorg in Gelderland). Verslavingszorginstellingen zijn netwerkorganisaties die behalve het uitvoerende werk in de zorgketen ook ondersteuning bieden aan partners in o.a. de jeugdzorg, het onderwijs, het uitgaansleven en de strafrechtketen. Deze brede maatschappelijke aanwezigheid in combinatie met de focus op één specialisme kenmerkt de verslavingszorg. De verslavingszorg valt in het huidige stelsel al deels onder verantwoordelijkheid van de gemeenten (denk bijvoorbeeld aan preventieve activiteiten). Daarnaast valt de verslavingszorg deels onder de lichamelijke gezondheidszorg, en dit zal ook zo blijven na de decentralisatie van de zorg voor Jeugd. Advisering & Consultatie Onder advisering & consultatie verstaan we het door GGZ professionals geven van advies aan medewerkers in de zorg en hulpverlening bij het omgaan met gedragsproblemen van cliënten. Dit kan zowel in ‘face-to-face’ contact als in telefonisch contact plaatsvinden. Dit kan eenmalig op afroep maar ook structureel d.m.v. een periodiek overlegmoment (‘spreekuur’). Het doel is om door tijdig extern GGZ advies te vragen de kwaliteit van zorg te kunnen handhaven, en de eigen draaglast van de medewerkers beperkt te houden. Het resultaat is dat de adviesvrager weet hoe verder te gaan met het probleem. De adviesfunctie wordt uitgevoerd door GGZ medewerkers. De verantwoordelijkheid voor uitvoering van de begeleiding/behandeling blijft bij de adviesvrager liggen, ook als deze het advies van de GGZ professional opvolgt. Preventie Er bestaan verschillende vormen van preventie binnen de Jeugd GGZ. Meestal vallen deze activiteiten onder de eerstelijns GGZ. Hieronder een korte opsomming van de verschillende 15 vormen : • Geestelijke gezondheidsbevordering: is gericht op het bevorderen van het welbevinden van de algemene bevolking.
13
De positie van TOPGGz binnen de Nederlandse gezondheidszorg, 2010 Een visie op verslaving en verslavingszorg: focus op preventie en herstel. GGZ Nederland 2013 15 www.trimbos.nl 14
14
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
•
•
•
•
Collectieve preventie: is gericht op de algemene bevolking of een deelpopulatie die niet geselecteerd is op basis van een individuele risicofactor. Bijvoorbeeld: De Gezonde School . Selectieve preventie: is gericht op individuen uit een deel van de bevolking waarbij het risico op het ontwikkelen van een probleem aanzienlijk groter is dan gemiddeld. Bijvoorbeeld: Psychische problemen in de familie. Geïndiceerde preventie: is gericht op individuen die wel klachten of symptomen hebben, maar die niet voldoen aan diagnostische criteria voor een psychische stoornis; of die biologische kenmerken hebben die duiden op een aanleg voor een psychiatrische aandoening. Bijvoorbeeld: Grip op je dip online. Zorggerichte preventie: is gericht op mensen die een chronische psychische of somatische aandoening hebben. Bijvoorbeeld: Leven met een chronische ziekte.
Collectieve en selectieve preventie op het vlak van de GGZ vallen onder de WMO en zijn hiermee in het huidige stelsel al een taak van de gemeenten. Preventieve interventies voor jongeren vinden plaats in onder andere Zorg Advies Teams (ZAT’s) en Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s).
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
15
Jeugd GGZ…. 2. Voor wie is het?
2.1. Doelgroep Jeugd GGZ is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar met (ernstige) psychische, psychosociale of psychiatrische problemen. Het gaat o.a. om angststoornissen, autismespectrumstoornissen, eetstoornissen, gedragsstoornissen, depressie en hechtingsstoornissen. Wanneer problemen in het gedrag en/of de ontwikkeling van jeugdigen zich uiten op verschillende levensgebieden (thuis, school en in contact met leeftijdgenoten) is er reden om een psychische stoornis te vermoeden. Deze ziektebeelden ontwikkelen zich in de loop van de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Daarbij kunnen bepaalde symptomen verbleken, andere versterken en er nieuwe bijkomen. De zorgvraag binnen de Jeugd GGZ kan grofweg in drie groepen verdeeld worden, die elkaar ook deels kunnen overlappen: • Opvoedingsproblemen of opvoedingsvragen waarbij het accent ligt op pedagogiek. • Gedragsproblemen waarbij het accent ligt op orthopedagogiek. • Medische problemen, waaronder somatische, psychische en psychiatrische problematiek, waarbij het accent ligt op kinderpsychiatrie of kindergeneeskunde. Leeftijdsgrens soms opgerekt De leeftijd van 18 jaar wordt soms opgerekt tot 23 jaar. Dit gebeurt met name bij de behandeling van jeugdigen die cognitief en sociaal-emotioneel achterblijven in ontwikkeling. Het aanbod vanuit de volwassenenzorg sluit bij deze groep veelal (nog) niet aan. Aantallen Volgens een voorzichtige schatting heeft ongeveer 5% van alle jeugdigen tot 18 jaar in Nederland een psychische stoornis die leidt tot ernstige beperkingen in hun functioneren en/of risico’s van een verstoorde ontwikkeling. In Nederland leven in totaal zo’n 3,5 miljoen kinderen en jongeren in de leeftijdscategorie van 0 tot 18 jaar. Iets meer dan 170.000 van 16 hen komt jaarlijks in aanraking met de tweedelijns Jeugd GGZ . Onderstaande tabel geeft het aantal ingezette GGZ zorgtrajecten voor 0 t/m 17 jarigen weer, naar leeftijd en geslacht. Het betreffen overigens gegevens over 2010. totaal
man
vrouw
totaal
0 – 5 jaar
6.900
3.100
10.000
6 – 11 jaar
52.100
20.700
72.800
12 – 17 jaar
53.800
33.600
87.400
Subtotaal 0 – 17 jaar
112.800
57.400
170.200
Bron: factsheet specialistische Jeugd GGZ 2013 GGZ Nederland
16
factsheet specialistische Jeugd GGZ 2013 GGZ Nederland. www.ggznederland.nl
16
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Onder- en oververtegenwoordiging bepaalde doelgroepen Opvallend in de Jeugd GGZ populatie is een sterke oververtegenwoordiging van jongens. Dit kan mogelijk worden verklaard door het vaker voorkomen van autisme, ADHD en aan middelengebruik verwante stoornissen bij jongens. Verder is er sprake van een ondervertegenwoordiging van de leeftijdsgroep 0-4 jaar, terwijl een zo vroeg mogelijke 17 interventie juist een positieve invloed heeft op de verdere ontwikkeling . Uit cijfers blijkt ook dat jongeren van allochtone afkomst en kinderen uit multiprobleem gezinnen nog ondervertegenwoordigd zijn in de Jeugd GGZ. Dit terwijl de Jeugd GGZ beoogt beschikbaar te zijn voor alle kinderen met psychische problematiek, dus uit alle sociale klassen en met elke culturele achtergrond. Dit is een belangrijk knelpunt, want uit onderzoek blijkt juist dat Marokkaanse kinderen en jongeren meer psychoseachtige symptomen en gedragsproblemen hebben dan Nederlandse kinderen en jongeren. Het gaat dan met name om gedragsstoornissen en depressies. Ook blijkt Marokkaanse jeugd vaker last te hebben van waanachtige ideeën en van psychoseachtige symptomen. Dit zou kunnen betekenen dat er in de kinderleeftijd al een grotere groep Marokkaanse jeugd is die risico 18 loopt op het ontwikkelen van een psychotische stoornis op latere leeftijd .
2.2 Perspectief Voor een deel van de kinderen en jongeren in de Jeugd GGZ zijn de problemen van tijdelijke aard. Wel is er bijvoorbeeld bij depressies, angststoornissen, middelenmisbruik, slaapstoornissen en somatoforme stoornissen (lichamelijke klachten zonder lichamelijke aandoening als oorzaak) en een stoornis als gevolg van een trauma (bijvoorbeeld kindermishandeling) vaak een blijvende kwetsbaarheid en dus kans op herhaling. Daarnaast is er een groep stoornissen die in meer of mindere mate blijvende beperkingen met zich mee kan brengen; zowel op het gebied van emoties en gedrag als in het cognitief functioneren van kinderen. Dit komt voor als er sprake is van aan autisme verwante stoornissen, schizofrenie of ADHD en combinaties daarvan. Wanneer er sprake is van een combinatie met andere stoornissen (zogenaamde comorbiditeit) en/of bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, dan is er eveneens een vraag naar langerdurende en intensievere specialistische zorg en begeleiding, ook op school. Op jonge leeftijd kan een psychische stoornis zich uiten door een stoornis in de regulatie van gedrag en emotie. Gedragsstoornissen bij jonge kinderen verhogen bij jongetjes het risico op gedragsstoornissen op latere leeftijd en bij meisjes voorspellen zij een groter risico op psychische problemen in het algemeen. Door de ontwikkeling van het vakgebied is het steeds beter mogelijk om op jonge leeftijd aandoeningen vast te stellen en te behandelen.
2.3 Tendensen in de populatie Hieronder volgt een opsomming van een aantal kenmerken en opvallendheden binnen de Jeugd GGZ populatie. Onderstaande punten komen ook op andere plekken in deze factsheet aan de orde. • Volgens een voorzichtige schatting heeft ongeveer 5% van alle jeugdigen in Nederland een psychische stoornis die zodanig ernstig is dat het gepaard gaat met een verstoorde ontwikkeling of leidt tot ernstige beperkingen in het functioneren. • In Nederland leven ongeveer 3,5 miljoen Jeugdigen tot 18 jaar. Iets meer dan 170.000 daarvan komt in aanraking met de tweedelijns Jeugd GGZ (ongeveer 4,8%) 17 18
factsheet specialistische Jeugd GGZ 2013 GGZ Nederland. Psychische problemen en stoornissen bij Marokkaans Nederlandse kinderen en jongeren 2011
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
17
• •
Van de allochtone kinderen onder de 18 jaar krijgt minder dan 1,5 % GGZ-zorg 96% van de Jeugd GGZ bestaat uit ambulante zorg, 4% is klinische zorg (24-uurs) of deeltijdzorg 50% van alle psychiatrische ziekten ontstaan in de tienerleeftijd, en een totaal van 75% van alle psychiatrische ziekten ontstaat voor de het 25e levensjaar. De meeste patiënten hebben al symptomen op eerdere leeftijd maar deze worden onvoldoende herkend Erfelijke aanleg speelt bij veel aandoeningen een belangrijke rol Omgevingsfactoren (problemen met zwangerschap en bevalling, opvoeding, ingrijpende gebeurtenissen), al dan niet in interactie met de erfelijke aanleg spelen eveneens een rol Gedragsklachten vormen de belangrijkste aanleiding om kinderen bij de Jeugd GGZ aan te melden, gevolgd door klachten met betrekking tot het leggen van contacten. 22% van de Jeugd GGZ populatie ontvangt daarnaast ook Provinciale Jeugdzorg. Van de jeugdigen die Provinciale Jeugdzorg ontvangen, ontvangt zo’n 53% ook Jeugd GGZ. 19 Er is dus veel overlap tussen beide sectoren Er is sprake van overlap tussen Jeugd GGZ en Jeugd (L)VB: van de Jeugd GGZ populatie ontvangt 7% naast Jeugd GGZ ook (L)VB zorg. Van de (L)VB cliënten ontvangt 36% daarnaast ook Jeugd GGZ zorg. Van de jeugdigen die Jeugd GGZ ontvangen, ontvangt meer dan 50% ook tweedelijns lichamelijke (somatische) zorg De verdeling tussen jongens en meisjes is niet gelijk. Ongeveer tweederde van de jeugdigen in behandeling is jongen, tegenover éénderde meisje Opvallend is de piek in gebruik van Jeugd GGZ voorzieningen onder jongens in de puberteit. Bij meisjes is er pas op iets latere leeftijd een stijging zichtbaar. Een belangrijk deel van de behandelingen in de Jeugd GGZ zal over een aantal jaren bestaan uit een combinatie van e-mental health en face to face contacten. De gemiddelde duur van een behandeling van een kind in de Jeugd GGZ is 493 dagen.
•
• •
• •
•
• • • • •
19
decentralisaties in het sociale domein, CPB 2013
18
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Jeugd GGZ…. 3. Welke organisaties voeren het uit?
3.1 Soort uitvoerders Hieronder geven we in grote lijnen weer welke partijen Jeugd GGZ uitvoeren (onderverdeeld naar eerste-, tweede en derdelijnszorg). Zorgvorm eerstelijn
tweede lijn
derde lijn
Uitvoerders Voornamelijk vrijgevestigde eerstelijnspsychologen en huisartsen (met ondersteuning van de POH-GGZ). Daarnaast o.a. ook algemeen maatschappelijk werkers en psychosomatisch fysiotherapeuten. Categorale instellingen voor kinder- en Jeugdpsychiatrie, academische centra, Jeugd-afdelingen binnen GGZ-instellingen voor volwassenen, Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s), instellingen voor jeugdigen met verslavingsproblematiek en vrijgevestigde aanbieders die voornamelijk ambulante hulp bieden. Voornamelijk de academische centra voor kinder- en Jeugdpsychiatrie en de centra voor vroegkinderlijke traumabehandeling.
Professionals Jeugd GGZ wordt verleend door daartoe opgeleide professionals zoals bijvoorbeeld de kinder- en Jeugdpsychiater, de GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, orthopedagoog, psychotherapeut of de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige. De huisarts kan bepaalde psychische klachten behandelen en weet wanneer hij moet doorverwijzen. De huisarts kan daarbij ondersteund worden door de POH GGZ. In sommige gevallen behandelt ook de kinderarts psychiatrische klachten.
3.2 Vrijgevestigde Praktijken Jeugd GGZ wordt in Gelderland zowel door instellingen (zie 3.6. voor een overzicht van de Gelderse instellingen) als vrijgevestigde praktijken uitgevoerd. De groep vrijgevestigden bestaat uit academisch opgeleide en gespecialiseerde professionals, waaronder gezondheidszorgpsychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten, klinisch- en orthopedagogen en psychiaters. Allen geregistreerd in het register Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). De vrijgevestigde praktijken zijn verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de eerste- en tweedelijns kinder- en Jeugd GGZ. Vrijgevestigden werken in eigen praktijken, verspreid over de hele Provincie Gelderland. In sommige regio’s zijn de vrijgevestigden verenigd, zoals in Nijmegen (zie www.vrijgevestigdeJeugdggznijmegen.nl), in andere regio’s is dit (nog) niet het geval. Er bestaat een landelijke beroepsvereniging voor de vrijgevestigden, dit is de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (NVVP).
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
19
3.3 Regionale instellingen voor beschermd en begeleid wonen (RIBW’s) We kiezen ervoor om ook de Regionale instellingen voor beschermd en begeleid wonen (RIBW’s) hier kort te benoemen, gezien hun specifieke rol binnen de Jeugd GGZ. RIBW’s zijn regionale instellingen voor beschermd en begeleid wonen. De organisaties bieden beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen, dagbesteding en werk voor mensen vanaf ongeveer vijftien jaar met een psychiatrische indicatie en normale begaafdheid. Uitgangspunt is de kracht en zelfredzaamheid van mensen en een woonvorm die het beste past.
3.4 Psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis (PAAZ) Een psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis (ook wel PAAZ) is een afdeling van een algemeen ziekenhuis waar zorg wordt geboden aan psychiatrische patiënten. Deze afdeling neemt mensen met psychiatrische problematiek op voor een tijdsduur van maximaal drie maanden. Belangrijkste verwijzers zijn: huisarts, GGZ, vrijgevestigd psycholoog of psychiater, maatschappelijk werker en centrum voor verslavingszorg. Er zijn veel verschillende PAAZ’en, zowel open als gesloten. Soms kun je er terecht voor poliklinische behandeling en een aantal van hen biedt ook deeltijdbehandeling. De duur van het verblijf is afhankelijk van de aard van de patiënt en de klachten. Er is een onderscheid in twee vormen van opname: • Gedwongen opname; voor mensen die een gevaar voor zichzelf en/of anderen zijn vanwege hun psychiatrische klachten. • Vrijwillige opname; een patiënt zelf (in het geval van een kind is dat de persoon die beschikkingsbevoegdheid over het kind heeft) heeft verzocht om opname op de PAAZ. In Gelderland is een PAAZ-afdeling in het Gelre ziekenhuis in Apeldoorn en ziekenhuis Rijnstate in Arnhem.
3.5 Overzicht instellingen Gelderland Hieronder vindt u een alfabetisch overzicht van een aantal grote Gelderse instellingen die vormen van Jeugd GGZ uitvoeren, met een korte toelichting per instelling. In bijlage 1 van deze factsheet vindt u een meer uitgebreide toelichting per instelling. Dit is nadrukkelijk geen uitputtend overzicht. Voor meer informatie over Gelderse instellingen, waaronder ook de kleinere instellingen en de bovenlokaal werkende instellingen, verwijzen wij u ook graag naar de website www.voordegelderseJeugd.nl. Onder de menuknop zorgaanbod vindt u daar het meest actuele overzicht. Tevens vindt u in bijlage 2 van deze factsheet een overzicht van de multifunctionele behandelcentra (MFC’s). MFC’s zijn samenwerkingsverbanden tussen een orthopedagogisch behandelcentrum (OBC) en een GGZ Jeugd instelling, en bieden een combinatie van psychiatrische behandeling en orthopedagogische zorg aan jeugdigen met ernstige (gedrags- )problemen als gevolg van een licht verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek
20
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Instelling Bosman GGZ
Zorggebied Arnhem, Harderwijk, Nijkerk en Oosterbeek
De Hoenderloo Groep (onderdeel van Pluryn)
Hoenderloo en Apeldoorn
Dr. Leo Kannerhuis
Gelderland en Overijssel en Amsterdam
Driestroom
Hoofdzakelijk locaties in Gelderland, daarnaast ook locaties in o.a. Brabant, Limburg en Noord Holland Rekken en Deventer
Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte GGNet Jeugd
Meerdere locaties verspreid over Gelderland
Kenmerken Bosman GGz biedt ambulante, tweedelijns geestelijke gezondheidszorg aan kinderen, jeugd en volwassenen met psychische problemen of psychiatrische stoornissen. Ook biedt Bosman GGz specifieke interculturele zorg en aandachttrainingen. Pluryn, locatie De Hoenderloo Groep biedt 24 uurszorg aan jongeren met complexe multiproblematiek. In een veilige omgeving bieden professionals een programma op maat dat (GGZ)behandeling, onderwijs en vrijetijdsactiviteiten aan elkaar verbindt. Het Dr. Leo Kannerhuis is een gespecialiseerd (kinder-en jeugd)psychiatrisch ziekenhuis. Cliënten met een autisme-spectrumstoornis (ASS) wordt een gedifferentieerd en vraaggestuurd zorg- en behandelaanbod geboden. Daarnaast vervult het Dr. Leo Kannerhuis de rol van kenniscentrum op het gebied van ASS. Driestroom biedt ondersteuning, begeleiding en zorg aan verschillende doelgroepen, waaronder kinderen en jongeren tot 18 jaar met een autisme spectrum stoornis (ASS) en/of een licht verstandelijke beperking. Begeleiding en ondersteuning zijn gericht op de terreinen wonen, leren en werken. Driestroom werkt zowel ambulant als op de verschillende Driestroom locaties. FPC Oldenkotte is een justitiële, particuliere kliniek waar patiënten met een tbs-maatregel worden verpleegd en behandeld. Daarnaast heeft Oldenkotte een psychiatrisch forensische dag- en polikliniek, De Tender. GGNet jeugd biedt tweedelijns preventie, begeleiding en behandeling van psychische problemen, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen bij kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. Voor cliënten die tijdelijk opgenomen moeten worden (1423 jaar) heeft GGNet een kliniek in Doetinchem.
GGZ Centraal (Kinderen en Jongeren)
Indigo
Irisz (jeugdtak
Almere Amersfoort Ermelo Lelystad Hilversum Verschillende locaties in Gelderland Verschillende
GGZ centraal behandelt en begeleidt kinderen en jongeren met psychische en psychiatrische problemen en verslavingsproblematiek. Deze hulp bestaat uit specialistisch onderzoek, behandeling en begeleiding. Indigo biedt kortdurende, mentale hulp aan jeugdigen met psychische of psychosociale problemen. Dit doen zij o.a. vanuit de huisartsenpraktijk, in buurthuizen, op scholen of via internet. Irisz biedt vanuit verschillende locaties intensieve
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
21
Instelling van Irizorg)
Zorggebied locaties, één kliniek specifiek voor jongeren in Tiel
Karakter, Kinder- en Jeugdpsychiat rie
Verschillende locaties in Midden Oost Nederland
Leger des Heils – GGZ
Het leger des heils werkt vanuit meerdere locaties in Gelderland
LSG-Rentray
LSG-Rentray werkt vanuit verschillende locaties verspreid over Gelderland, Flevoland,
Pluryn
Pluryn werkt vanuit meer dan 150 vestigingen in Gelderland, Noord Limburg en NoordoostBrabant.
Pompestichtin g (onderdeel van Pro Persona)
Nijmegen, Zeeland, Vught, Arnhem, Apeldoorn, Den Bosch en Tiel
Pro Persona
Arnhem, Ede, Tiel
22
Kenmerken poliklinische behandeling aan jongeren van 12 tot en met 23 jaar die kampen met verslaving. Voor een zeer intensieve of korte klinische behandeling kunnen jongeren worden opgenomen in de Jeugdkliniek in Tiel. Karakter is een gespecialiseerd ziekenhuis voor kinder- en Jeugdpsychiatrie. Karakter biedt diagnostiek en behandeling aan kinderen en jongeren met ernstige, vaak meervoudige psychiatrische problemen. Karakter biedt zowel ambulante als poliklinische behandeling. Indien noodzakelijk kan (deeltijd)opname plaatsvinden in een van de klinieken. Het leger des Heils heeft een forensische GGZkliniek voor jeugd en volwassenen in Lunteren. Daarnaast is er een polikliniek jeugd (voorheen Jong Batelaar) voor diagnostiek en ambulante tweedelijns GGZ-behandeling aan jongeren vanaf 12 jaar met gedrags-, ontwikkelings- en/of persoonlijkheidsproblemen en/of (dreigend) delictgedrag. LSG-Rentray is een multisectorale Jeugdzorgorganisatie die zorg en behandeling biedt aan kinderen en jongeren die vastgelopen zijn of dreigen vast te lopen in hun opvoeding en ontwikkeling. Deze zorg en behandeling biedt de instelling binnen de sectoren provinciale Jeugdzorg, justitiële Jeugdzorg, JeugdzorgPlus, geestelijke gezondheidszorg, AWBZ Jeugdzorg, speciaal onderwijs en arbeidstoeleiding. Pluryn ondersteunt jongeren en volwassenen met complexe zorgvragen op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding en vrije tijd. Pluryn richt zich o.a. op jongeren met een lichamelijke handicap, een (licht) verstandelijke beperking, een autisme spectrum stoornis en met complexe gedragsproblematiek. De Pompestichting is onderdeel van Pro Persona en heeft een Behandelkliniek in Nijmegen voor de behandeling en resocialisatie van TBS veroordeelden. Daarnaast bieden ze Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) voor behandeling en begeleiding van TBS veroordeelden met een longstay-indicatie. Ook zijn er poliklinieken voor ambulante forensischpsychiatrische behandeling met vestigingen in o.a. Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn en Tiel. Pro Persona Jeugd biedt behandeling en begeleiding
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Instelling jeugd
Zorggebied
RIBW Arnhem & Veluwe Vallei
Regio Arnhem en Veluwe Vallei
RIBW Nijmegen en Rivierenland
Regio Nijmegen en Rivierenland
en Nijmegen
(gebied tussen Gennep en Culemborg)
Riwis Zorg & Welzijn Jongeren
O.a. Apeldoorn, Vaassen, Deventer, Doetinchem, Eerbeek en Gendringen.
Virenze Kind en jeugd
Nijmegen en Wageningen
Woonzorgnet
Nijmegen, Renkum, Nunspeet, Rheden, Arnhem
Kenmerken aan kinderen en jongeren van 0-23 jaar en hun ouders/verzorgers. Het gaat om jeugdigen met ernstige psychische of psychiatrische problemen. De zorg kan zowel ambulant, deeltijd als klinisch zijn, en wordt zowel individueel en groepsgericht uitgevoerd. RIBW Arnhem & Veluwe Vallei biedt vormen van begeleid wonen aan jongeren van 12 tot 18 jaar met psychosociale en psychiatrische problemen die geen intensieve behandeling meer nodig hebben, maar wel behoefte hebben aan een woonplek met specifieke begeleiding op het gebied van wonen, leren, werken en vrije tijd. Jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar met een psychiatrische beperking die zelfstandig (willen) wonen, biedt de RIBW ook begeleiding aan huis. Jongeren met een psychiatrische aandoening kunnen na hun behandeling bij de RIBW terecht voor begeleiding bij wonen en dagactiviteiten. Jongeren van 15 tot 21 jaar kunnen terecht in een beschermende woonvorm in Nijmegen. Hier kunnen e zij tot hun 21 blijven, daarna stromen zij door naar een andere vorm van verblijf binnen de RIBW of naar (begeleid) zelfstandig wonen. Riwis Zorg & Welzijn Jongeren biedt hulp en ondersteuning aan jongeren van 14 tot 23 jaar met lichamelijke, psychosociale of psychische problemen. De begeleiding en zorg kan bij de cliënten thuis plaatsvinden, maar jongeren kunnen ook wonen in een jongerenwoning van Riwis. Er zijn verschillende woonlocaties voor jongeren. De divisie Kind en Jeugd van Virenze biedt ambulante geestelijke zorg aan kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 25 jaar. Er zijn Infantteams die gespecialiseerde diagnostiek en behandeling bieden aan jonge kinderen van 0 tot 6 jaar en hun ouders en/of verzorgers. Woonzorgnet is een AWBZ erkende private zorgonderneming die in kleinschalige woonvoorzieningen mensen met een GGZ indicatie begeleidt en ondersteunt bij wonen, werken en zinvolle dagbesteding.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
23
Jeugd GGZ…. 4. Hoe ziet een traject eruit?
4.1 Route in schema Hieronder een schematisch overzicht van de route die doorlopen moet worden om te kunnen starten met begeleiding en/of behandeling in de Jeugd GGZ in de tweede en derde lijn (specialistische GGZ): Vermoeden psychische/p sychiatrische stoornis
Verwijzing Jeugd GGZ
Indicatiestelling (niet in alle gevallen)
Diagnostiek
Start begeleiding of behandeling
Stap twee en drie worden hieronder toegelicht. De onderdelen diagnostiek, begeleiding en behandeling werden eerder al in hoofdstuk 2 toegelicht.
4.2 Verwijzing Zoals ook al eerder vermeld in hoofdstuk 1.4 is eerstelijns Jeugd GGZ rechtstreeks toegankelijk of via de huisarts. Voor tweede- en derdelijns Jeugd GGZ is wel altijd een officiële verwijzing nodig. De verwijzing naar Jeugd GGZ kan vanuit verschillende hoeken komen, maar de huisarts speelt hierin een belangrijke rol. Huisartsen (en medisch specialisten en jeugdartsen) kunnen namelijk rechtstreeks naar Jeugd GGZ doorverwijzen. Indien de verwijzing door de huisarts (of daarmee gelijkgestelde behandelaar) wordt gedaan, is indicatiestelling dus niet meer nodig. Dit is in het huidige stelsel zo, en dit blijft ook zo na 20 de decentralisatie . In onderstaand overzicht een weergave van de meest voorkomende verwijzers naar Jeugd 21 GGZ . verwijzingen jeugd-ggz
7%
4% Huisarts Eigen initiatief
9% 44%
Jeugdzorg
15%
Ziekenhuis
21%
Andere GGZ-instelling Overige verwijzers
20
Protocol Indicatiestelling Jeugdigen met psychiatrische problematiek, IPO, 2006
21
24
GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
4.3 Indicatiestelling Indien de cliënt door een andere partij naar Jeugd GGZ is verwezen dan de huisarts (of gelijkgestelde behandelaar) voert Bureau Jeugdzorg de indicatiestelling voor Jeugd GGZ 22 uit . Dit geldt zowel voor jeugd GGZ gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet als vanuit de AWBZ. Cliënten ouder dan 18 jaar dienen AWBZ zorg aan te vragen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Overigens kunnen jongeren van 18 tot 23 jaar in sommige gevallen hiervoor ook nog terecht bij Bureau Jeugdzorg. Dit is het geval wanneer zij in aanmerking komen voor voortgezette zorg of hervatting van zorg. Voortgezette zorg betekent dat de zorg is gestart voor het 18e levensjaar en verlengd moet worden. Er is sprake van hervatting van zorg als de zorg binnen zes maanden na beëindiging weer moet worden hervat. Voor het aanvragen van ABWZ zorg voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar waarbij de problemen primair worden veroorzaakt door een verstandelijke beperking, dan is ook het CIZ de instelling die de aanvraag beoordeelt. In dat geval is de (licht) 23 verstandelijke beperking de grondslag voor indicatie . Bij de indicatiestelling gaat het altijd om de beoordeling van de jeugdige én het gezinssysteem. Het gaat om het brede en complexe terrein van opvoeden en opgroeien, waarbij ook de draaglast en draagkracht van de ouders/opvoeders een belangrijke rol speelt. Het accent ligt niet zozeer op de vraag ‘heeft de cliënt recht op zorg’, maar op de vraag ‘welke zorg is voor deze cliënt het meest geschikt’. Een indicatiebesluit komt tot stand via een aantal stappen die in elk indicatietraject worden gezet: 1. aanmelding beoordelen 2. informatie verzamelen 3. analyse van het probleem en opstellen diagnostisch beeld 4. alertheid op signalen kindermishandeling 5. doelen formuleren en benodigde zorg vaststellen. De Zvw beschouwt het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg als een toegangsbewijs voor zorg. 4.4 Aanmelding Bij aanmelding wordt de belangrijkste hulpvraag gerubriceerd. Er zijn verschillende klachten waarmee kinderen en jongeren (en hun ouders) worden aangemeld bij de Jeugd GGZ. In het 24 figuur hieronder is de top 10 van klachten weergegeven. Top 10 aanmeldklachten jeugd-ggz 3%
2%
1%
1%
Leggen van contacten
3%
School- en leerklachten, concentratie Angst, spanning, fobisch, dwang, tics Stemmingsklachten
8% 8% 49% 9% 11%
22 23
24
Gedrag
N.a.v. traumatische gebeurtenis N.a.v. relatie partner/gezin/familie Lichaam
Indicatiestelling voor de Jeugd-GGZ, jeugdzorg Nederland, januari 2013 www.regelhulp.nl GGZ Nederland, factsheet specialistische Jeugd GGZ
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
25
Jeugd GGZ…. 5. Welke werkafspraken zijn er?
5.1 Samenwerking met het onderwijs De samenwerking tussen (speciaal) onderwijs en Jeugd GGZ is de laatste jaren toegenomen, onder andere door de bundeling van kennis in de regionale expertise centra 25 (REC’s) . Er zijn geïntegreerde programma’s ontwikkeld; de zogenaamde onderwijszorgarrangementen, waar gewerkt wordt vanuit één plan voor het kind. Daarnaast zijn GGZ professionals actief in het regulier onderwijs door het bieden van consultatie en trainingen aan leerkrachten, door samenwerking in de hulp bij dyslexie, het organiseren van behandelspreekuren op scholen en door een aanbod van preventieprogramma’s. In de onderwijszorgstructuur zijn de zorgadviesteams (ZAT’s) steeds belangrijker geworden. In deze ZAT’s worden oplossingen gezocht voor kinderen die meer zorg nodig hebben dan binnen de school aanwezig is. In het primair onderwijs is de GGZ in 65% van de ZAT’s een vaste partner, in het voortgezet onderwijs 30% en in het MBO 63%.
5.2 Samenwerking met de sector (Licht) Verstandelijke Beperking Een groot deel van de kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) heeft een zeer beperkte sociale redzaamheid, gecombineerd met een psychiatrische stoornis (tussen de 35 en 40%). Een verdere ontwikkeling van specifieke psychiatrische kennis op het gebied van diagnostiek en behandeling ten behoeve van kinderen met lichte verstandelijke beperkingen is noodzakelijk om nog beter beschikbaar te zijn voor deze groep kinderen. Een aantal instellingen voor Jeugd GGZ beschikt over specifieke expertise en richtlijnen voor deze complexe problematiek, maar het is van belang dat hier in de toekomst meer aandacht voor is.
5.3 Samenwerking met ziekenhuizen Jeugd GGZ is een onderdeel van de gezondheidszorg. Deze verbinding is bijvoorbeeld van belang om ernstige risico’s die samenhangen met o.a. alcoholgebruik en eetstoornissen in te perken. Er zijn niet altijd duidelijke grenzen waar somatiek eindigt en Jeugd GGZ begint. Voor dezelfde kwaal worden soms verschillende behandelingen toegepast. Kinderen met ADHD worden bijvoorbeeld zowel in de lichamelijke gezondheidszorg (huisarts of kinderarts) als in de Jeugd GGZ behandeld. Vanuit de Jeugd GGZ wordt op verschillende terreinen samengewerkt met ziekenhuizen. Dit gebeurt o.a. bij begeleiding en behandeling van eetstoornissen en verslaving, vroegbehandeling voor 0-4 jarigen met hechtingsproblemen, begeleiding en behandeling van tienermoeders en moeders met psychische problemen. Daarnaast kan het bijvoorbeeld ook gaan om begeleiding van oncologische patiënten. Het is van belang dat somatische gezondheidzorg en geestelijke gezondheidszorg dicht op elkaar aangesloten blijven in het nieuwe stelsel.
25
Jeugd GGZ: Investeren in de toekomst!, GGZ Nederland, feb 2011
26
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
5.4 Samenwerking binnen de eerstelijnszorg (ROS) Eerstelijns zorg wordt door veel verschillende soorten professionals en organisaties uitgevoerd (zie hierover ook paragraaf 1.4). Het is daarom van belang dat er sprake is van onderlinge samenwerking. De samenwerking binnen de eerstelijnszorg in Gelderland wordt ondersteunt door regionale ondersteuningsstructuren (ROS’sen). De ROS’sen stimuleren integratie en samenwerking binnen de eerstelijnszorg en bieden ondersteuning in de eerstelijn. In Gelderland zijn er vier ROS’sen, in totaal zijn er zeventien in heel Nederland. De zeventien verschillende regionale structuren vormen samen een landelijk dekkend netwerk. Primaire doelgroep zijn de eerstelijnsprofessionals in de eigen regio. Daarbij valt te denken aan: huisartsen, verloskundigen, oefentherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten, eerstelijnspsychologen, diëtisten en apothekers. Daarnaast zien ROS’sen zichzelf steeds meer als aanspreekpunten voor gemeenten en andere partijen die afstemming zoeken met de eerste lijn; gericht op zorg in de buurt. De drie belangrijkste functies zijn: informatieverschaffer, adviseur en aanjager. Financiering vindt plaats door het ministerie van VWS via de verschillende zorgverzekeraars. ROS’sen in Gelderland • Caransscoop (regio Achterhoek, regio Oost-Veluwe/Midden-IJssel, Arnhem) • OOGG (o.a. regio Rivierenland en de regio Vallei) • Raedelijn (o.a. regio Noord-Veluwe) • Robuust (o.a. regio Nijmegen)
5.5 Samenwerking met het gedwongen kader Het is van belang dat de sector Jeugd GGZ nauw samenwerkt met de sector binnen het gedwongen kader. Niet alle jeugdigen die in aanraking komen met de Jeugd GGZ kiezen namelijk zelf voor behandeling. Een deel van hen wordt geconfronteerd met onvrijwillige zorg. Dit kan samenhangen met een onder toezichtstelling (OTS) als ouders (tijdelijk) niet in staat zijn de verantwoordelijkheid voor de zorg voor hun kind zelf te dragen en de rechten van het kind daardoor in gevaar komen. Daarnaast kan sprake zijn van “gedwongen” zorg, in het kader van een BOPZ maatregel (zie ook hoofdstuk 6.1 van deze factsheet), als een jeugdige een expliciet gevaar vormt voor zichzelf of de omgeving. Verdeeld over Nederland zijn 16 afdelingen beschikbaar voor jeugdigen tot 18 jaar die met een dergelijke maatregel opgenomen moeten worden. Een andere vorm van onvrijwillige zorg is de forensische Jeugd GGZ. Het betreft zorg in het kader van een strafrechtelijke maatregel. In het merendeel van de gevallen betreft het jeugdigen met ernstige gedragsproblematiek in combinatie met psychiatrische problematiek en/of middelengebruik en/of een verstandelijke beperking. Voorbeelden van de toe te passen onvrijwillige maatregelen zijn de zogenaamde PIJ-maatregel en de gedragsbeïnvloedende maatregel. Een steeds groter deel van de zorg voor Jeugdigen met ernstige gedragsproblemen en in combinatie met psychiatrische aandoeningen vindt plaats in het vrijwillige en civiele kader. Deze orthopsychiatrische zorg is in de afgelopen jaren uitgebreid. Inmiddels wordt deze orthopsychiatrische zorg aangeboden vanuit 9 instellingen. Het gaat om ongeveer 180 klinische plaatsen en poliklinische zorg. Ook voor de doelgroep jeugdigen met gedragsproblemen en in crisissituaties geldt dat een sluitende keten samen noodzakelijk is en daarom wordt intensief samengewerkt met de instellingen voor Jeugd- en Opvoedhulp die gesloten Jeugdzorg aanbieden en met Bureau Jeugdzorg, vanuit de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
27
Jeugd GGZ…. 6. Wat zijn de wettelijke kaders en kwaliteitseisen?
6.1 Wettelijke kaders Het grootste deel van de Jeugd GGZ valt in het huidige stelsel onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). Op het moment dat een jeugdige langer dan een jaar in een GGZ-instelling wordt opgenomen valt de zorg onder de AWBZ. Dit geldt ook voor extramurale begeleiding langer dan één jaar en beschermd wonen. Met de komst van de nieuwe Jeugdwet per 1 januari 2015 gaan deze wettelijke kaders veranderen. Naast de Zvw en de AWBZ heeft de Jeugd GGZ nog met een aantal andere wetten te maken. Het is van belang dat gemeenten rekening houden met deze wetten in de wijziging van het stelsel Zorg voor Jeugd. Hieronder noemen we de meest relevante wetten voor de Jeugd GGZ: • Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO): Collectieve preventie, selectieve preventie en maatschappelijke ondersteuning op het vlak van de Jeugd GGZ vallen onder de WMO. Deze wet valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. • Nieuwe Wet Verplichte GGZ (voorheen Wet BOPZ): Zorg wordt in de meeste gevallen vrijwillig gegeven (aanmelding via een verwijzer), maar als een jeugdige een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving kan via de rechter ook afgedwongen worden dat de jeugdige wordt opgenomen. Dit gebeurt via de Nieuwe Wet Verplichte GGZ. In deze wet zijn de regels voor het toepassen van dwang en drang voor kinderen vastgelegd. Voor verplichte Jeugd GGZ en Jeugd-LVB blijven de kwaliteitseisen van deze wet ook na 1 januari 2015 gelden. Gedwongen GGZ behandelingen in het kader van deze wet mogen alleen door een IGZ (Inspectie Gezondheidszorg) aangemerkte instelling worden verricht. • Kwaliteitswet Zorginstellingen: De wet verplicht instellingen in Nederland om verantwoorde zorg te bieden en de kwaliteit van de zorg systematisch te bewaken, beheersen en verbeteren. De Kwaliteitswet zorginstellingen geldt voor alle instellingen in de zorgsector. De wetgever stelt eisen waaraan de zorginstelling moet voldoen. De wijze waarop de zorginstelling hieraan voldoet is vrij ter invulling. De wetgever richt zich hierbij tot de zorgaanbieder en stelt dat de zorg transparant moet zijn voor alle betrokkenen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg is belast met toezicht en handhaving van de Kwaliteitswet Zorginstellingen • Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG): Hierin is de wet- en regelgeving op het gebied van de opleidingen voor psychiater, gzpsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeuten, psychiatrisch verpleegkundige, verpleegkundig specialist GGZ en nursepractioners, agogen en vaktherapeuten geregeld. Daarmee samen hangen beroepscodes, het tuchtrecht, de verantwoordelijkheid voor behandelingen en het kunnen uitvoeren van voorbehouden handelingen zoals diagnostiek, behandeling en medicatietherapie.
28
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
• Wet op de Geneeskundige Behandel Overeenkomst (WGBO): De WGBO legt de rechten en plichten van patiënt en hulpverlener vast, die voortvloeien uit de overeenkomst tot een geneeskundige behandeling. In deze wet wordt onder meer recht van inzage in het eigen medische dossier geregeld. Ook bevat de WGBO een informatieplicht en toestemmingsvereiste. De zorgverlener is verplicht de patiënt naar redelijkheid te informeren en deze toestemming voor een behandeling te vragen (bij kinderen de ouder of voogd). De patiënt is verplicht de zorgaanbieder correct en zo volledig mogelijk te informeren. Een zorgverlener heeft de plicht in levensbedreigende situaties te handelen.
6.2 Toezicht op wettelijke kwaliteitseisen In de huidige situatie heeft de Inspectie Jeugdzorg (IJZ) de taak het onderzoeken van kwaliteit van de Jeugd GGZ. Daarnaast houdt zij samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) toezicht op de naleving van de wet door de Jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen. Deze taken behoudt de IJZ ook na invoering van het nieuwe jeugdstelsel. De handhaving gaat plaatsvinden op een vergelijkbare wijze als de IGZ nu handhaaft. In de nieuwe Jeugdwet zal de Inspectie Veiligheid en Justitie toezicht uitvoeren op de tenuitvoerlegging van strafrechterlijke beslissingen.
6.3 Beroepsverenigingen De beroepen gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog) en psychotherapeut vallen onder de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). De Wet BIG vormt het wettelijk kader voor de regeling van beroepen in de gezondheidszorg (zie ook 6.1). De belangrijkste doelstelling van de Wet BIG is de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en de bescherming van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. Overige behandelaars zoals vrijgevestigde psychologen en psychiaters zijn aangesloten bij specifieke beroepsverenigingen waarbij men moet voldoen aan specifieke normen en eisen. Ook vallen zij onder de WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst) en zijn zij opgenomen in het BIG register waarbij behandelaren ook tuchtrechterlijk aansprakelijk zijn voor hun handelen. Hieronder een overzicht van de belangrijkste beroepsverenigingen voor professionals binnen de Jeugd GGZ: • Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) • Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen (LVE) • Regionaal Orgaan Eerstelijnspsychologen (ROEP) • Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (NVVP)
6.4 Cliëntparticipatie De meeste (grote) instellingen die Jeugd GGZ uitvoeren beschikken over een cliëntenraad (zie de websites van de in hoofdstuk 3 opgenomen instellingen voor meer informatie). Over het algemeen zijn het vaker volwassen cliënten die deel uitmaken van dergelijke cliëntraden
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
29
da jeugdige cliënten. In Gelderland zijn er een aantal initiatieven gestart om jongeren die ervaring hebben met Jeugd GGZ een stem te geven. Hieronder een overzicht. De Brigade De Brigade is een Gelderse organisatie die bestaat uit ouders en jongeren die ervaring hebben met Jeugdzorg, Jeugd (L)VB en Jeugd GGZ. De Brigade ondersteunt gemeenten en instellingen gedurende de transitieperiode en bij de borging na 2015. De Brigade gaat op bezoek bij gemeenten, en geeft advies, input en feedback op de visie ‘Zorg voor Jeugd’ vanuit het cliënten-/ burgerperspectief. Aan het einde van elke bijeenkomst worden actiepunten vastgesteld met een tijdsplanning. De Brigade toetst de voortgang van de gemaakte afspraken. De Brigade laat cliënten/ burgers zelf kwaliteitscriteria opstellen (eventueel met behulp van kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C Quality 4 Children). De Beeldbuis De Beeldbuis is een online omroep voor en door jongeren aangevuld met stagiaires met ondersteuning van het jongerenwerk. De Beeldbuis geeft inzicht aan de raad over de verschillende doelgroepen die binnen de Zorg voor de Jeugd vallen. De Beeldbuis doet dit aan de hand van vier documentaire afleveringen waarin de volgende onderwerpen aan bod komen (de eerste twee afleveringen staan online op www.debeeldbuis.tv): • Kennismaking jongeren in de Jeugdzorg en het beeld van andere jongeren in de Jeugdzorg. • Keukentafel; wat vinden gemeenten • Casus uitgewerkt – interview met een (voormalig) cliënt wordt ook nagespeeld. Ervaring met Jeugdzorg/ GGZ. • Jongeren in de O.C. Heldringstichting Jongerenplatform BJZ Het Jongerenplatform Bureau Jeugdzorg Gelderland is een initiatief van jongeren. Het doel van het Jongerenplatform is om jongeren een stem te geven en naar hun mening te vragen. Het platform gaat alleen over BJZ zaken. Jongeren van 15 jaar en ouder die hulp krijgen van Bureau Jeugdzorg Gelderland kunnen lid worden van het Jongerenplatform. Het Jongerenplatform staat naast de cliëntenraad (volwassenen) van BJZ. Het jongerenplatform geeft aan wat niet goed gaat en/of wat beter kan bij BJZ (signaalfunctie) en geeft oplossingen en adviezen over de hulpverlening. Daarnaast controleert het jongerenplatform of BJZ zich aan de afspraken houdt die gemaakt zijn met het Jongerenplatform. Eventueel denkt het platform mee over bepaalde onderwerpen en beleidspunten van BJZ. Het Jongerenplatform organiseert o.a. circa 4 keer per jaar de zogenaamde ‘Pizza bijeenkomsten’.
6.5 Registratie en benchmark Binnen de Jeugd GGZ wordt sinds 2012 geregistreerd volgens het Routine Outcome Monitoring (ROM) systeem. Dit systeem is nog niet zo lang geleden binnen de GGZ ingevoerd. Het is een lerend systeem waarin veel relevante informatie wordt vastgelegd en gemonitord. ROM is een methode waarmee de resultaten van een behandeling kunnen worden vastgesteld. Dit gebeurt aan de hand van het periodiek meten van de aard en de ernst van de klachten van cliënten. Het ROM-systeem bevat een set verplichte instrumenten om benchmarking mogelijk te maken.
30
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Momenteel zijn de gegevens van de verschillende instellingen echter nog niet met elkaar 26 vergelijkbaar en is de Stichting Benchmarkt GGZ (SBG) vooralsnog niet in staat om een landelijke benchmark te maken. Daarnaast blijken ggz-instellingen nog onvoldoende behandelgegevens in de ROM-systemen te verwerken. In plaats van de afgesproken 20 procent is in 2011 maar voor 1,5 procent van de behandelingen informatie beschikbaar over de effectiviteit.
6.6 Effectiviteit De laatste jaren is er duidelijk steeds meer aandacht voor de effectiviteit van interventies gericht op jeugd. De indruk bestaat echter dat professionals in de Jeugd GGZ onvoldoende 27 gebruik maken van kennis over bewezen effectieve Jeugdinterventies . Het ministerie van VWS (directie curatieve zorg) heeft daarom in 2008 aan ZonMw opdracht gegeven om een project te initiëren om de verspreiding van kennis over de effectiviteit van interventies in de Jeugd GGZ te stimuleren. Dit project heeft ZonMW opgedeeld in meerdere deelprojecten. Het eerste deelproject is 'Zicht op Kennis’. Hieronder meer informatie over dit project. Zicht op Kennis 28 Zicht op Kennis is een onderzoek van het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Zicht op Kennis presenteert 65 psychologische behandelprotocollen op het gebied van de Jeugd GGZ, alsmede een groot aantal diagnostische en meetinstrumenten en een aantal behandelmogelijkheden met psychofarmaca. De psychologische behandelprotocollen worden verondersteld minstens ‘theoretisch goed onderbouwd’ te zijn. Vooralsnog zijn er geen interventies in deze inventarisatie die als ‘bewezen effectief’ worden beschouwd. In de meeste gevallen zijn er volgens de bronnen geen of te weinig onderzoeksgegevens beschikbaar. In een beperkt aantal gevallen is het beschikbare onderzoeksmateriaal nog niet voldoende gewogen. Een eerste conclusie uit het project was dan ook dat er weliswaar een aantal theoretisch goed onderbouwde interventies voor jeugdigen met psychische problemen zijn, maar dat uit de bronnen niet naar voren komt dat er zodanig wetenschappelijk onderzoek is gedaan dat daaruit hun effectiviteit blijkt. Verder kwam uit Zicht op Kennis naar voren hoe de aandacht voor de verschillende thema’s binnen de theoretisch goed onderbouwde interventies van de Nederlandse Jeugd GGZ is verdeeld: 29 • De meeste aandacht gaat uit naar oppositionele gedragsstoornissen en gedragsstoornissen in het algemeen (19 interventies, waarvan 8 gericht op jeugdigen 12-, 10 voor leeftijd 12-18 en één voor gezinssystemen met kinderen 0-16). o Van de tien genoemde interventies voor de 12+ doelgroep zijn er drie systeeminterventies. Naast de betreffende jongere worden ook gezin en evt. maatschappelijke omgeving betrokken. o Verschillende van de zeven interventies die voornamelijk op jongeren gericht zijn lijken op elkaar. Deze worden vooral uitgevoerd binnen Justitiële Jeugdinrichtingen. • Op de tweede plaats in de lijst van thema’s staan angststoornissen en depressie (10 interventies, waarvan drie in het kader van preventie of vroegtijdige hulpverlening). 26
SBG is het onafhankelijke kenniscentrum voor GGZ instellingen en zorgverzekeraars in Nederland. De doelstelling van SBG is het inzichtelijk maken van de behandeleffecten van veelvoorkomende stoornissen. 27 Handreiking integrale zorg. Samenwerking rond Jeugd met meervoudige problematiek en hun gezin, 2012 28 Zicht op Kennis deel I en deel II, Drs. M.W. Elling & Prof. Dr. R.B. Minderaa, 2010 29 Kinderen met deze aandoening zijn ongehoorzaam, zijn driftig, houden zich vaak niet aan de regels en hebben meerdere problemen in de sociale omgang, vooral met volwassenen, maar soms ook met leeftijdsgenoten, bron www.wikipedia.nl SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
31
• • • •
De derde plaats is voor het thema ADHD (acht interventies waarvan twee op kinderen, vijf op ouders en één op het gezin) Een vierde plek is voor het thema autisme spectrumstoornissen (7 interventies, waarvan twee op patiënten en de overige over patiënten en hun ouders). Het thema psychotrauma staat op de vijfde plek (vier interventies, waarvan twee specifiek toegesneden op ervaringen met seksueel geweld) De 17 resterende interventies gaan over andere thema’s.
Er zijn nog verschillende thema’s waarop nog veel moet gebeuren zoals: problemen met stotteren, anorexia nervosa, voedselweigering en/of selectief eten, impulsiviteit, verschillende vormen van angst (waaronder faalangst en paniekaanvallen), selectief mutisme, suïcidaliteit, chronische posttraumatische stressstoornissen en psychose. Zoals genoemd zijn er dus thema’s waarvoor nog geen goed onderbouwde protocollen zijn. Maar binnen thema’s waarvoor wel protocollen beschikbaar zijn, zijn soms ook hiaten. Zo zijn er bijvoorbeeld wel protocollen voor jeugdigen met ADHD, maar nog niet voor de behandeling van jeugdigen met ADHD én een licht verstandelijke beperking. Het is van belang dat er in het nieuwe stelsel meer aandacht is voor de effectiviteit van de inzet, en dan met name op laatstgenoemde terreinen.
32
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Jeugd GGZ in transitie… 7. Transitiekansen vanuit perspectief van jongeren In de voorgaande hoofdstukken hebben we zicht gekregen op de huidige stand van zaken binnen Jeugd GGZ. In de volgende hoofdstukken gaan we nader in op de ontwikkelingen, de kansen en ook bedreigingen die de transitie van de Jeugd GGZ met zich mee brengt. We sluiten af met tien adviezen aan gemeenten. Voordat we daarmee verder gaan, geven we in dit hoofdstuk eerst weer op welke punten de zorg in de Jeugd GGZ zou kunnen verbeteren volgens de cliënten zelf. De cliëntenraad van Rivierduinen GGZ Kinderen en Jeugd heeft een aantal tips gegeven die een mooie leidraad vormen voor de transitie en transformatie van de Jeugd GGZ. Samengevat benoemen zij 12 transitiekansen die gemeenten ter harte kunnen nemen: Zelf keuzes kunnen maken
Wat past bij mij? Valt er wat te kiezen? Ik heb zelf ook nog een mening! Pas met goede informatie kan ik kiezen. Klik met behandelaar is belangrijke succesfactor, let daar op!
Geen discriminatie
Maak geen onderscheid tussen geestelijke en lichamelijke problemen. Je kan er niks aan doen! Er is weinig kennis en begrip maar wel veel vooroordelen. Geef voorlichting op scholen en aan burgers over GGZ-problemen. Oordeel niet maar praat met mij!
Neem mijn tijd serieus
Kom op tijd, mijn tijd is ook belangrijk! Het is fijn als je tijd neemt voor een echt goed gesprek, geen gehaast. Laat me mijn verhaal niet tig keer opnieuw vertellen.
Resultaat
Ik wil vooruitgang boeken, daarom kom ik hier. Zorg dat ik de best mogelijke behandeling krijg. Als je jong bent is het fijn als je snel resultaat boekt. Vraag aan mij of ik tevreden ben.
Wat is er aan de hand
Zorg dat ik snel weet wat er precies aan de hand is met mij, het is al vervelend genoeg. Zorg dat ik niet lang hoef te wachten voor een afspraak/onderzoek/diagnose. Zodat ik aan de slag kan.
Goede hulp vlakbij huis
Zorg dat de hulp niet ver weg is. Dat ik niet lang hoef te reizen, hulp kost al veel tijd. Ik wil ook nog tijd hebben voor andere dingen.
Jongeren gaan naar school
Plan afspraken buiten schooltijd. School missen zorgt dat je achterloopt en veel moet uitleggen. Dat is vervelend.
Ook op school ondersteuning
Zodat ik zoveel als mogelijk gewoon kan meedoen op school, ik therapie en school goed kan combineren. Therapie is zwaar en kost veel tijd. Zorg dat er begrip is voor
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
33
mijn situatie. Privacy
Ga zorgvuldig om met mijn gegevens. Bespreek het eerst met mij zelf als met anderen over mij wil praten, ook als het mijn ouders betreft. Leg uit wat mijn rechten zijn.
Samenwerking met verschillende instanties
Zorg dat ik er wat aan heb. Zit elkaar niet in de weg, en negeer elkaar ook niet. Zorg dat verschillende instanties elkaar aanvullen, ten bate van mij. Regel het als ik voor sommige zaken elders hulp nodig heb. Bijvoorbeeld met mijn financiën.
Benut ervaringsdeskundigheid
Jonge mensen die hetzelfde hebben meegemaakt begrijpen je goed. Stimuleer lotgenotencontact, zelfhulpgroepen. Zet ervaringsdeskundigen in. Zij kunnen een voorbeeldfunctie hebben en zaken bespreekbaar maken. Ook kunnen zij hoop geven.
Bovenal: neem mij serieus
Het is mijn leven, ik wil serieus genomen worden. Ook als je jong bent kun je goed aangeven wat je wel en niet fijn vindt. Help mij de beste hulp voor mij te vinden en vorm te geven.
34
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Jeugd GGZ in transitie… 8. Veranderingen in de GGZ sector vanaf 2014 Eerder in dit rapport is al aan de orde gekomen dat er vanaf 2014 een aantal veranderingen worden doorgevoerd in de GGZ sector. Veranderingen die, net als de transitie Jeugdzorg, inzetten op de zorg dichterbij huis te organiseren en om de inzet van zwaardere zorg te ontmoedigen. Deze beweging ‘voorwaarts’ raakt op meerdere vlakken de transitie Jeugdzorg. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de veranderingen binnen de GGZ sector, en benoemen we welke kansen daar voor gemeenten aan verbonden zijn.
8.1 Vier hoofdlijnen in het bestuurlijk akkoord Voor een goed begrip van de Jeugd GGZ, de positie van de huisartsen en een goede positionering van beide partijen binnen de transitie Jeugdzorg, verkennen we in deze 30 paragraaf kort de vier hoofdlijnen van het bestuurlijk akkoord over de veranderingen binnen de GGZ sector. De vier hoofdlijnen zijn: 1. Meer zelfmanagement en preventie 2. Versterking van de huisartsenzorg en de POH-GGZ functie 3. Invoering Generalistische Basis GGZ 4. Invoering Gespecialiseerde GGZ. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over maximale groeipercentages van de zorg, de afname van klinische voorzieningen (ambulantisering), en afname van dwang en drang. Tegelijkertijd spelen er ook nog andere veranderingen een rol die gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering van de GGZ voorzieningen, zoals de aanscherping van het hoofdbehandelaarschap (kwalificatie en taken van de hoofdbehandelaar in de GGZ), en het laten vervallen van het representatiemodel in de inkoop van de GGZ (collectief onderhandelen door zorgverzekeraars). Deze laatste ontwikkelingen laten we hier verder buiten beschouwing. In de brief van de minister aan de kamer van 21 mei 2013 werd ter verduidelijking van de transitie binnen de GGZ onderstaand schema toegevoegd:
30
Akkoord van juni 2013. Partijen:Vertegenwoordigers van zorgaanbieders en beroepsverenigingen (GGZ-Nederland, Meer GGZ, de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen, het Nederlands Instituut van Psychologen, de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten, de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerstelijnszorg), zorgverzekeraars (Zorgverzekeraars Nederland), cliënten- en familieorganisaties (Landelijk Platform GGZ) en de overheid (het ministerie van VWS)
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
35
Als we de vier grote decentralisaties (Jeugdzorg, AWBZ, Passend Onderwijs, Participatiewet) beschouwen zien we een zelfde beweging; versterken zelfregie, versterken basisvoorzieningen en eerstelijn en voorkomen van gespecialiseerde zorg die indien nodig zo snel en kortdurend mogelijk dient te zijn. Juist diezelfde bewegingen die synchroon lopen bieden kansen voor gemeenten om op lokaal niveau welzijn en zorg te verbinden. Daar tegenover staat dat er ook nieuwe ‘knippen’ in de zorg gaan ontstaan. Ook deze bedreigingen verdienen aandacht want ook daarvoor kunnen nu goede basisafspraken gemaakt worden zodat cliënten en professionals hiervan zo min mogelijk last gaan krijgen.
8.2 Meer zelfmanagement en preventie in de GGZ (hoofdlijn 1) Vroegtijdige herkenning, adequate triage (bepalen welke patiënten het eerste hulp nodig hebben en welke patiënten korte of lange tijd kunnen wachten op hulp) en preventieve behandeling met kortdurende interventies kunnen vooral bij lichtere psychosociale problemen of depressies veel opleveren. Met juiste ondersteuning en e-health interventies kunnen mensen zelfregie versterken, eventueel met familieleden en het netwerk om hen heen. Dit geldt zowel voor mensen die risico lopen op het ontwikkelen van een psychische aandoening (geïndiceerde preventie), als voor mensen die reeds gediagnosticeerd zijn (zorggerelateerde preventie) of voor mensen die in het verleden een psychische aandoening hebben gehad (terugvalpreventie). Er is meer aandacht nodig in het behandelproces voor het voorkomen of verergeren van psychische problematiek. Kans: Samenwerking gemeenten en zorgverzekeraars aan de voorkant In het huidige stelsel is er een knip in de financiering van GGZ preventie en GGZ zorg. In het nieuwe stelsel wordt de gehele zorgketen voor de groep 0 tot 18 jarigen beschouwd vanuit de Jeugdwet. Er ligt dus een mooie kans voor gemeenten en zorgverzekeraars om samen op te trekken in het versterken van de ‘voorkant’. Gemeenten en zorgverzekeraars kunnen o.a. samenwerken in het brengen van GGZ expertise en lichte vormen van hulp naar ouders, vrienden, docenten, en andere basisvoorzieningen. Maar zeker ook in het samen ontwikkelen van nieuwe zorgvormen. Op dit moment constateren wij echter nog wel een
36
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
verschil in wat er onder ‘preventie’ wordt verstaan tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Wij adviseren gemeenten en zorgverzekeraars daarover met elkaar in gesprek gaan, en tot eenduidige definities komen.
8.3 GGZ huisartsenzorg (hoofdlijn 2) In de GGZ huisartsenzorg ligt de nadruk op goede diagnostiek: eerst vaststellen wat er aan de hand is met de patiënt en zelf hulp bieden indien mogelijk en – pas als dat nodig blijkt verwijzen naar de juiste zorgverlener (stepped care). Het uitgangspunt is dat volumegroei in de buurt wordt opgevangen. Dat vraagt om samenwerking tussen GGZ aanbieders binnen de huidige eerste en tweede lijn, samenwerking met algemeen maatschappelijk werk en gemeenten. Maar ook om meer, en beter, toepassen van e-mental healthmogelijkheden. De huisarts biedt persoonlijke en laagdrempelige zorg. Om te voorkomen dat mensen te snel doorverwezen worden naar een specialist, krijgt de huisarts vanaf 2014 extra geld dat hij flexibel in kan zetten om hulp in te roepen voor de behandeling van mensen met psychische problematiek. Bijvoorbeeld voor het inhuren van een praktijkondersteuner, het aanbieden van behandelingen via internet of voor de consultatie van een psychiater. In 2013 is hiervoor al € 7 miljoen extra beschikbaar gesteld. Door de nieuwe plannen komt hier in 2014 eerst € 25 miljoen en vanaf 2015 jaarlijks € 35 miljoen bij. De GGZ zorg, zo is de gedachte, kan daarmee langer in de eerste lijn blijven. Hiermee wordt –samen met adequate sturing van zorgverzekeraars op verwijsgedrag – beroep op tweedelijns GGZ-zorg ontmoedigd. In onderstaand kader geven we het verwijsmodel dat huisartsen hanteren weer: 31 Verwijsmodel huisartsen Is er een vermoeden van een DSM benoemde stoornis? Ernst problematiek; wat is de impact op het dagelijks functioneren? Complexiteit van de problematiek; is er sprake van comorbiditeit? Het risico; is er sprake van zelfverwaarlozing, verwaarlozing van naasten, suïcideneigingen, kindermishandeling? Het beloop van de klachten; wat is de duur van klachten?
Dit model is overigens alleen bedoeld voor verwijzingen binnen de curatieve GGZ. Domeinen zoals Jeugdzorg en AMW zijn hierbij niet meegenomen. Dit verwijsmodel zal straks gehanteerd blijven voor de GGZ volwassenen zorg. Hierdoor is het voor Jeugd GGZ eveneens relevant. Kans: samenwerking gemeenten en huisartsen De huisartsen gaan een sleutelrol vervullen in de GGZ sector en ook in de nieuwe Jeugdwet behouden zij hun poortwachtersfunctie voor de toegang naar Jeugdhulp (zie ook hoofdstuk 4.2 van deze factsheet). Hier liggen in elk geval twee verbindingskansen met de transitie Jeugdzorg: 1. Praktijkondersteuner (POH-GGZ) ook inzetbaar voor Jeugd De inzet van de POH-er bij huisartsen is in het huidige stelsel ook bedoeld voor jeugd. In het
31
bron: er is een uitgebreide rapportage van bureau HHM beschikbaar
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
37
nieuwe stelsel komt hier een knip in de financiering. Per 2015 ligt de financiële grond voor jeugd tot 18 jaar formeel bij gemeenten en voor iedereen ouder dan 18 jaar bij de zorgverzekeraars. Het advies is de POH-GGZ toch breed inzetbaar te houden in het nieuwe stelsel. Hierin liggen ook kansen om de verbinding met wijkteams of CJG’s te maken; de POH-GGZ kan een verbindingsfunctionaris worden tussen huisartsenpraktijken en CJG/wijkteams. 2. Afspraken over toegang Jeugd GGZ Uiteraard zijn er afspraken nodig over de toegang tot Jeugd GGZ. Gemeenten zullen hierover in gesprek moeten gaan met huisartsen maar ook met jeugdartsen die vanuit de Jeugdgezondheidszorg en vaak binnen het onderwijs ook de mogelijkheid hebben om direct te verwijzen naar Jeugd GGZ. Ook is het nodig te kijken of er een onderscheid nodig is in de toegang tot verschillende vormen van Jeugd GGZ. Vanuit de jeugdartsen en huisartsen bestaat dit onderscheid in principe niet, maar vanuit de gedachtegang van wijkteams die we zien ontstaan wordt er in het nieuwe stelsel onderscheid gemaakt in vrij toegankelijke en niet vrij toegankelijke Jeugd GGZ zorg. Naast het gesprek over toegang in het kader van budgetbeheersing is het ook aan te raden te praten over het gebruik van een eenduidig verwijsmodel naar jeugd GGZ door huisartsen, CJG/Wijkteams en mogelijk nog andere gremia (bijv. zorgadviesteams). Ondanks vaak genoemde verschillen tussen het medisch perspectief van huisartsen en het sociaal/emotionele perspectief van CJG/wijkteams, zou het winst zijn om minimaal met een zelfde topiclijst te werken. Wij adviseren gemeenten (voor zover dat nog niet is gebeurd) over deze onderwerpen in gesprek te gaan met de huisartsen. Hieronder een overzicht van de Gelderse huisartsenkringen en de Regionale bureaus van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV’s): Jeugdzorgregio Achterhoek Arnhem e.o Food Valley Nijmegen Noord-Veluwe Rivierenland Stedendriehoek
Relevante huisartsenkring(en) Gelre Ijssel en Gelderse Rivieren De Gelderse Rivieren De Gelderse Rivieren Kring Midden Nederland Huisartsenkring Nijmegen Kring Midden Nederland De Gelderse Rivieren Huisartsenkring Nijmegen Gelre IIssel
Regiobureau LHV Regiobureau Oost Regiobureau Oost Regiobureau Midden Regiobureau Oost Regiobureau Zuid Oost Regiobureau Midden Regiobureau Zuid Oost Regiobureau Oost Regiobureau Oost
8.4 Invoering Generalistische Basis GGZ (Hoofdlijn 3) Voor aanvullende diagnostiek en behandeling voor lichte tot matig ernstige, niet-complexe problemen wordt de Generalistische Basis GGZ ingevoerd. De zorg van de eerstelijns psycholoog en een deel van de tweedelijns GGZ valt hier vanaf 2014 onder. De generalistische basis GGZ is alleen via de huisarts, jeugdarts of bedrijfsarts toegankelijk. De huisarts kan er overigens ook nog steeds voor kiezen om een patiënt rechtstreeks door te verwijzen naar de specialistische GGZ. Voor meer informatie over de generalistische basis GGZ zie paragraaf 1.3 en 1.4.
38
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Kans: Afstemming begrippen transitie Zorg voor Jeugd en transitie GGZ Als gevolg van de keuzes die gemeenten maken over de toegang en budgetbeheersing, ligt er ook het vraagstuk welke zorg op welke schaal te organiseren en in te kopen. Hier komen we in het laatste hoofdstuk uitgebreider op terug (advies 9). Het is daarbij van belang dat gemeenten dit afstemmen met de GGZ sector en de binnen deze sector lopende ontwikkelingen. Een verschil dat we zien als we kijken naar de beweging in de GGZ sector en de transitie Jeugdzorg is het gebruik en de betekenis van bepaalde begrippen. Soms lijkt het alsof de beweging voorwaarts binnen de GGZ helemaal overeenkomt met de beweging die gemeenten voor ogen hebben. In onze gesprekken met instellingen kwam echter naar voren dat begrippen als dichtbij, integraal, eigen kracht, oplossingsgericht, netwerkgericht en omgevingsgericht nog wel de nodige interpretatieverschillen kennen. Dit verdient aandacht omdat het de effectiviteit van samenwerking op lokaal niveau kan beïnvloeden.
8.5 Invoering Gespecialiseerde GGZ (Hoofdlijn 4) Opvallend is dat in veel van de notities en brieven over de GGZ er nog weinig terug te vinden is over de inhoud en visie op de derde lijn; de zeer gespecialiseerde of Topklinische GGZ (voor meer informatie zie paragraaf 1.4 van deze factsheet). Deze zorg kenmerkt zich door een hoge mate van complexiteit van behandeling waarbij een zwaar beroep op specialistische kennis gedaan zal worden. Behandeling wordt gegeven aan een doelgroep waarbij de kwaliteit van leven (ernstig) onder druk kan staan. In de gespecialiseerde GGZ worden op dit moment ook zorgvraagzwaartecriteria ontwikkeld om meer inzicht te krijgen in de zwaarte van de zorgvraag per patiënt. Kans: Integrale aandacht voor Jeugd in de gespecialiseerde GGZ In de Trendrapportage GGZ over 2012 signaleert Trimbos dat “met name rond de verdere opbouw en uitbouw van de ambulante zorg voor mensen met ernstige psychische aandoeningen, nog een aantal belangrijke uitdagingen voor de deur staan”. In hoeverre dit ook specifiek voor de Jeugd GGZ geldt, is niet bekend. Maar alleen al in het kader van de overgang van 18 - naar 18+ naar de WMO verantwoordelijkheid van gemeenten, is het interessant genoeg om hier kort stil te staan bij deze observatie van Trimbos. De participatiedoelen van gemeenten zijn voor deze jonge doelgroep misschien anders geformuleerd maar er zijn zeker parallellen met de volwassen doelgroep op het gebied van passend onderwijs en passend werk of dagbesteding. Voor de taak die nu al op het bordje van gemeenten ligt voor de volwassenen, zo constateert Trimbos “domineren herstel en rehabilitatie de beleidsvisies, maar leunen opleiding, organisatie en financiering in de praktijk nog steeds sterk op een medisch-psychiatrisch gedachtegoed; dat heeft zijn weerslag op de praktijk en belemmert op onderdelen innovaties. Inmiddels zijn er effectief gebleken ‘integrale’ werkwijzen en organisatorische modellen ontwikkeld als FACT en recenter bijvoorbeeld ook Intensive Home Treatment (IHT). FACT verspreidt zich gestaag, maar beantwoordt nog nergens volledig aan de zelfopgelegde kwaliteitseisen. Specifieke voorzieningen rond maatschappelijke participatie zijn in omvang en bereik vaak nog beperkt. Veel initiatieven hebben vooral het karakter van een collectieve voorziening of een collectief aanbod en zijn nog weinig gericht op individuele ondersteuning bij participatie, in aansluiting op de individuele wensen van betrokkenen. Initiatieven blijven vaak ook beperkt tot de GGZ (waar de aandacht voor participatie ook nog geen gemeengoed is) De WMO wordt als te vrijblijvend ervaren; niettegenstaande verschillende goede voorbeelden, lijkt de bemoeienis van gemeenten met de participatie van
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
39
mensen met ernstige psychische aandoeningen in de afgelopen jaren zelfs afgenomen”. Deze constatering van Trimbos is interessant in de aanloop tot transitie van de Jeugdzorg. Het vraagt van gemeenten interne afstemming in visie en beleid maar ook extra beleid en aandacht voor de groep kinderen en jongeren met ernstige psychische aandoeningen om voor hen goede individueel ondersteuning bij participatie, o.a. via passend onderwijs, tot stand te brengen. Opvallend is de eensgezindheid bij instellingen die we spraken over de kansen die ze zien in een meer integrale aanpak bij de groep jeugdigen met meervoudige problematiek. Vaak gekoppeld met de opmerking dat binnen de totale cliëntenpopulatie van de Jeugd GGZ deze multi-problem groep maar 20-30% beslaat. De constatering van Trimbos toont echter aan dat ook bij enkelvoudige maar ernstige psychische aandoeningen een integrale aanpak zo wenselijk is. Ook hier verdient het de aanbeveling om zo snel en vroeg mogelijk overeenstemming te krijgen over definities van begrippen als integraal, interdisciplinair en intersectoraal.
8.6 Toekomstige bekostiging en sturing GGZ Zoals reeds in paragraaf 1.3 beschreven is de bekostiging van de GGZ zorg per 1 januari 2014 veranderd. In de brief van mei 2013 geeft de minister ook een voorzet ten aanzien van de toekomstige sturing en monitoring op de GGZ zorg. Gezien de vergelijkbare vraagstukken die spelen bij de transitie Jeugdzorg, noemen we dit hier even kort. Zoals de vraag hoe men de aanbieders kan houden aan de afgesproken doelstellingen. Ook bij de invoering van de Basis GGZ gaat men uit van een lerend systeem waarbij met behulp van de volgende instrumenten (die momenteel uitgewerkt worden) kan worden bijgestuurd: 1.Monitor op verwijsgedrag huisarts, 2.patientvolgend systeem; hoe doorlopen GGZ patiënten de keten, 3.aantal foute en goede verwijzingen, 4.welke informatie verzekeraars gebruiken om afspraken te maken (benchmarks, wijkscans) en hoe het proces van zorginkoop en declaratie verloopt, 5.voorspelbaarheid van producten in relatie tot zorgzwaarte, Kans: Afstemming tussen gemeenten en GGZ sector over sturing, monitoring en kwaliteit Ook gemeenten zijn bezig om in de transitie Jeugdzorg (en voor de andere decentralisaties) een lerend systeem in de richten voor sturing en monitoring. Ten eerste is hier binnen de GGZ sector al de nodige ervaring opgedaan maar ook hier is een ontwikkeling gaande. Het is van belang om (bij voorkeur) op landelijk niveau kaders hierover af te spreken met ruimte voor regionale of lokale kleuring. Om een toename in bureaucratie te voorkomen voor dienstverleners die zich op verschillende wijze moeten gaan verantwoorden. Maar ook om toch een benchmark mogelijk te maken tussen verschillende dienstverleners, ook al zal de dienstverlening wellicht meer op maat en minder gestandaardiseerd in stukjes geknipt gaan worden. Daarnaast is het nuttig overeenstemming te zoeken in de afspraken over kwaliteit zoals die binnen de GGZ sector bestaan (zie ook hoofdstuk 6 van deze factsheet).
40
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Jeugd GGZ in transitie… 9. Welke kansen en bedreigingen zijn er? In het voorgaande hoofdstuk zijn al verschillende kansen en bedreigingen aan bod gekomen die de overheveling van de Jeugd GGZ met zich mee brengt. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste kansen en bedreigingen voor gemeenten.
9.1 Kansen voor gemeenten Integrale hulp aan zorggezinnen Gemeenten kunnen in het nieuwe stelsel sturen op integrale hulp aan zorggezinnen, inclusief jeugd GGZ. Kinderen in zorggezinnen zijn nu soms verstoken van de juiste hulp, onder andere omdat het nog onvoldoende lukt de GGZ sector bij de zorg aan multiprobleemgezinnen te betrekken. Daarbij gaat het er om in de verschillende fasen van het hulptraject de juiste (combinaties van) zorg in te kunnen zetten. Indien binnen een gezin niet alleen GGZ nodig is, maar bijvoorbeeld ook Jeugdzorg of (L)VB zorg, moet deze zorg ook in elke wenselijke combinatie integraal geboden kunnen worden. Het kan daarbij zowel gaan om ambulante vormen van gezinszorg als om jeugdzorg met verblijf, waarbij steeds gezocht wordt naar versterking van de eigen kracht van zorggezinnen en inzet van zo licht mogelijke hulp. In een traject moet het ook mogelijk zijn om na specialistische zorg weer terug te gaan naar lichte vormen van zorg en, waar mogelijk, naar eigen kracht. Snellere toegang tot GGZ zorg Door GGZ specialisten in te zetten voor consultatie en advies in de wijkteams, op het CJG, op scholen of bij de huisarts kunnen kinderen/jeugdigen sneller naar specialistische GGZ zorg worden doorverwezen indien nodig. Op lokaal niveau kunnen hierover nadere afspraken worden gemaakt. Vragen die benantwoord dienen te worden om de toegang naar GGZ zorg te verbeteren zijn o.a. ‘Kunnen leden van het wijkteam zelf doorverwijzen naar specialistische GGZ zorg, of is daar altijd GGZ consultatie voor nodig?’, ‘Komt er een regionale toegangspoort waar de doorverwijzingen vanuit de wijkteams naar de specialistische Jeugd GGZ uniform getoetst worden?’. Aansluiting volwassen GGZ De aansluiting met de sector volwassen GGZ biedt op twee gebieden kansen: 1. Zorg aan ouders: Problemen van zorggezinnen kunnen te maken hebben met psychische problemen van de kinderen, maar er kan uiteraard ook sprake zijn van psychische problematiek bij de ouders. Indien er bij hulpverleners in het gezin vermoedens zijn van psychische problematiek bij de ouders, zal er GGZ expertise beschikbaar moeten zijn en ingezet kunnen worden. Omgekeerd moet ook vanuit de (volwassen) GGZ jeugdhulp ingeschakeld worden als de psychische problematiek van ouders tot opgroei- en opvoedproblemen bij hun kinderen kan leiden. 2. Overgang 18- naar 18+: Het is van belang dat de behandeling van psychische stoornissen voor en na het 18e jaar op elkaar afgestemd blijft/wordt. De kwaliteitsontwikkeling van de jeugd- en volwassen GGZ moet zoveel mogelijk in gezamenlijkheid worden opgepakt. Het is van belang dat gemeenten hierover met de sector Jeugd GGZ en sector Volwassen GGZ in gesprek gaan.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
41
Aansluiting somatische zorg Ook de samenhang tussen de Jeugd GGZ en de somatische gezondheidszorg biedt kansen voor verdere doorontwikkeling tot integrale zorg. Dit is vooral van belang bij stoornissen waarbij de samenhang tussen beide sectoren groot is, zoals bij verslaving, eetstoornissen, somatoforme aandoeningen of na een suïcidepoging. Ook gaat een aantal GGZ aandoeningen vaak samen met fysieke aandoeningen, zoals autisme met epilepsie. Aansluiting Jeugd GGZ en (Passend) Onderwijs In de samenwerking tussen Jeugd GGZ en (passend) onderwijs liggen mooie kansen voor gemeenten. Inbreng van GGZ expertise in het onderwijs is van belang, zeker in het kader 32 van de aanstaande wetgeving rond Passend onderwijs . De Zorgadvies Teams (ZAT’s) op scholen beoordelen snel en vakkundig signalen van leerkrachten die wijzen op de behoefte aan extra zorg voor een leerling. Zo snel mogelijk wordt de juiste hulp en ondersteuning voor de leerling, ouders en docenten ingeschakeld. Hoe vroeger de GGZ deskundigheid wordt ingezet, hoe meer de leerling erbij gebaat is. Samenwerking tussen Jeugd GGZ en onderwijs is ook van belang om ervoor te zorgen dat jeugdigen die in behandeling zijn, naar school (blijven) gaan. De gevolgen van (tijdelijk) niet naar school gaan, zijn groot. In het huidige stelsel streeft de GGZ al naar 100 procent aansluiting bij de ZAT’s, maar om dit te kunnen realiseren, moet er ook duidelijkheid zijn over de financiële middelen. Nu is daarover in de praktijk nog vaak discussie in primair onderwijs en voortgezet onderwijs omdat de GGZ daar volgens de nu geldende afspraken geen kernpartner is. Aansluiten op transitie GGZ sector Sluit aan bij de beweging die door het veld gemaakt wordt met het bestuurlijk akkoord GGZ en onderzoek of de maatregelen uit dit akkoord toepasbaar zijn voor betere en goedkopere zorg voor jeugd en hun ouders (zie hoofdstuk 8). Betrek cliëntorganisaties Het is van groot belang dat gemeenten in contact treden met cliëntorganisaties binnen de Jeugd GGZ (voor zover dit nog niet gebeurd is). Neem hen mee in de planvorming en vraag hen om input. Zij zijn de ervaringsdeskundigen, en kunnen veel relevante informatie leveren voor het aanbrengen van verbeteringen in de Jeugd GGZ. Harmoniseren van dwang en drangkaders voor alle jeugdigen Hierbij is het uitgangspunt dat de rechtpositie in geval van dwang voor álle jeugdigen gelijk moet zijn. In de huidige concept Jeugdwet valt de verplichte GGZ namelijk niet onder de wet (maar blijft de BOPZ van toepassing), maar gesloten jeugdzorg wel, waardoor de splitsing tussen de gesloten jeugdzorg en de BOPZ-zorg in stand blijft, terwijl het in beide gevallen om jongeren met psychische aandoeningen gaat. Uitdaging is om gezin en jongeren de hulp te bieden die het best past en zo nodig te zorgen voor een warme overdracht.
32
Een goed begin is het halve werk – Handreiking voor een goede en preventieve samenwerking van jeugd-ggz met onderwijs en gemeenten, Centrum voor Jeugd en Gezin, december 2011
42
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
33
9.2 Bedreigingen . Toegang tot Jeugd GGZ niet meer gegarandeerd Door de Jeugd GGZ uit de Zorgverzekeringswet te halen en onder de regie van gemeenten te brengen is de toegang niet langer een verzekerd recht maar afhankelijk van de invulling van de gemeentelijke zorgplicht. Dat kan leiden tot rechtsongelijkheid en onzekerheid bij patiënten of het niet of te laat bieden van de geëigende noodzakelijke Jeugd GGZ. Schot tussen de zorg voor 18- en 18+ Met de splitsing in financiële verantwoordelijkheid voor de jeugd GGZ (gemeenten) en volwassenen GGZ (Zvw) ontstaat er een schot tussen de zorg voor 18-minners en 18plussers. Als beide sectoren niet goed op elkaar aangesloten zijn, kan dat tot problemen leiden. De zorgbehoefte van adolescenten wijzigt niet op de dag dat ze 18 jaar worden, en e juist jongeren met psychische problemen zijn in hun ontwikkeling op hun 18 vaak nog niet zo ver dat ze al in de volwassen GGZ op hun plek zijn. Schot tussen financiering somatische en psychische zorg Meer dan de helft van de jeugdigen die jeugd GGZ ontvangt, ontvangt ook tweedelijns somatische zorg. In het nieuwe stelsel wordt de Jeugd GGZ gefinancierd door de gemeenten, en de somatische zorg door de zorgverzekeraars. Het financieren van de zorg uit twee systemen kan mogelijk leiden tot afstemmingsvraagstukken en de gewenste integrale zorg voor jeugd bemoeilijken. Onderscheid bekostiging extramurale medicatie en overige GGZ zorg Gekozen is voor een systeem waarin de extramurale medicatie voor jeugdigen bekostigd blijft uit de Zvw en gesprekstherapie bekostigd gaat worden door de gemeenten. Volgens professionele richtlijnen is vaak een gecombineerde behandeling aangewezen. Dit komt met gescheiden bekostiging en indicatiestelling in het gedrang.
33
Bronnen: Gemeenten aan zet: twee wegen naar GGZ voor zorggezinnen, M.P. van Gastel, okt 2012 Website Landelijk Platform GGz (LPGGz) Position Paper LPGGz, NIP, GGZ Nederland, NVVP, Zorgverzekeraars Nederland, Nederlandse vereniging voor Psychiatrie en LVE
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
43
Jeugd GGZ in transitie… 10. Wat betekent dit voor gemeenten? In voorgaande hoofdstukken hebben we de huidige Jeugd GGZ sector en de reeds ingezette veranderingen verkend, en een aantal kansen en bedreigingen die de transitie met zich mee brengt benoemd. In dit laatste hoofdstuk sluiten we af met tien adviezen aan gemeenten. In deze adviezen komen ook de eerder genoemde kansen terug. Het gaat om de belangrijkste knoppen waar gemeenten nu – ten tijde van de transitie - aan kunnen draaien. Tien adviezen voor gemeenten 10.1 Sterkere koppeling preventie en zorg GGZ Preventie en GGZ zorg zijn in het huidige stelsel deels gescheiden sectoren. Zoals ook in hoofdstuk 1 staat wordt GGZ preventie zowel via de Zorgverzekeringwet, als via de gemeente (Wmo en de Wet Collectieve Preventie) ingekocht. De gemeenten kunnen straks GGZ preventie weer koppelen met GGZ behandeling en de gehele zorgketen beschouwen vanuit de Jeugdwet. Het is interessant om vanuit gemeentelijk perspectief een visie op zorgketens te ontwikkelen. Daarnaast zal binnen de volwassenen GGZ door zorgverzekeraars ook sterk ingezet worden op allerlei vormen van preventie, e-health interventies en zelfmanagement. Wij constateren een verschil in definities van preventie tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Desondanks ligt er een kans om samen op te trekken en in deze beweging ‘voorwaarts’ te versterken en samen te werken bijvoorbeeld in het brengen van GGZ-expertise en lichte vormen van hulp naar ouders, vrienden, docenten en begeleiders vanuit school, trainers en coaches uit het verenigingsleven, kinder- en jongerenwerkers, etc.
10.2 Verbinding met huisartsen in toegang Jeugdzorg, inzet POH-er biedt kansen Als er per 1 januari 2015 een knip ontstaat in de financiering voor GGZ zorg bij 18 jaar, is de vraag of de Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijken (POH GGZ) ook voor kinderen en jongeren inzetbaar kan blijven. Aangezien de beoogde doelen achter deze inzet in de lijn ligt met de visie van veel gemeenten, ligt hier een kans om een knip in de doorgaande lijn te voorkomen. Tevens biedt dit een aanknopingspunt om, ook in het belang van huisartsenpraktijken zelf, tot financiële afspraken te komen over de lokale toegang van Jeugdzorg. In het gesprek over toegang en budgetbeheersing is het ook aan te raden te praten over gebruik van een eenduidig verwijsmodel door huisartsen, CJG/Wijkteams en mogelijk nog andere gremia (bijv. zorgadviesteams). Ondanks vaak genoemde verschillen tussen het medisch perspectief van huisartsen en het sociaal/emotionele perspectief van CJG/wijkteams, zou het winst zijn om vanuit een zelfde visie minimaal met een zelfde topiclijst te werken. In de uitwerking kan vervolgens meer gehoor gegeven worden aan het
44
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
perspectief/kracht van beide ‘praktijken’. Hieronder een succesvol voorbeeld van de inzet van de POH-GGZ voor jeugdigen. 34
Good practice: Jeugdhulpverlening in huisartsenpraktijk scoort een 8! Het Eureka-jGGZ-project is het onderwerp geweest van een onderzoek door het NIVEL. Gedurende één jaar zijn er gegevens verzameld over alle behandelde kinderen. De eerste resultaten zijn er nu. Op korte termijn zal het officiële onderzoeksverslag verschijnen. De huisartspraktijk blijkt een uitstekende vindplaats voor kinderen met problemen. Drie tot vijf keer méér kinderen werden opgespoord in vergelijking met controle-praktijken. Ondanks dat er veel meer kinderen werden gediagnosticeerd, bleef het percentage verwijzingen gelijk: 25% van de kinderen werd verwezen. In controlepraktijken gebeurd dat 2x zo vaak (daar wordt 50% van de kinderen verwezen). Wat verder opviel: er werd méér naar de 1e-lijn verwezen (en dus minder naar de 2e-lijns-GGZ) dan vóór dat het project startte. Ook is er minder naar de kinderarts verwezen en worden er minder psychofarmaca voorgeschreven. 75% van de kinderen is dus door de POH-GGZ in de huisartspraktijk succesvol behandeld. De kinderen en ouders gaven als rapportcijfer een 8 voor de hulpverlening.
10.3 Breng expertise Jeugd GGZ naar voren voor diagnostiek en consultatie Welke vorm en werkwijze de lokale toegangen tot Jeugdzorg ook gaan krijgen, winst is te behalen door aan de voorkant GGZ expertise direct bij de hand te hebben of direct op te kunnen roepen. Op deze manier is niet alleen het idee van stepped care gewaarborgd (zo licht mogelijk als het kan) maar ook matched care (jeugdigen zo snel mogelijk bij de juiste zorg).
10.4 GGZ hulp dichterbij Het onderscheid met de eerdere adviezen is dat we ons hier richten op de daadwerkelijke zorg zo dichtbij mogelijk te brengen. Dit kan letterlijk dichtbij betekenen zoals hierboven genoemd via de inzet van een praktijkondersteuner voor de GGZ bij de huisarts. Maar er kan ook aan dezelfde vorm van inzet gedacht worden binnen wijkteams of op (clusters van) scholen. Hiermee zou men ook tegemoet komen aan de wens van jongeren om de GGZ hulp op school te kunnen krijgen. Dit betekent dat GGZ instellingen zichzelf de vraag moeten stellen hoe ambulant hun aanbod op dit moment is, er van uitgaande dat een groot deel van de Jeugd GGZ nu ambulante zorg genoemd wordt. Daarnaast zijn de vrijgevestigde psychologen momenteel de meest nabije aanbieders van GGZ zorg in de wijken en kunnen daarin aanvullend werken op de grotere instellingen. Met beide groepen dient gekeken te worden wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast kan ‘dichterbij’ ook inhouden dat het gezin en netwerk van de cliënt steviger betrokken worden. Zowel GGnet als Propersona gaven in de interviews aan steeds meer aandacht te hebben voor eigen regie, (oa. Via beheer eigen dossier) veerkracht, en eigen herstel- en oplossingsgericht werken. Aan de andere kant werd erkend dat er een verschil is tussen op de familie gericht en op de omgeving gericht werken. In hoeverre is er bijvoorbeeld al aandacht voor de mantelzorgers van deze groep, vinden we dit ook een taak voor de zorgverleners? Juist voor de groep van 13 tot 18 jaar waarin jongeren zich losmaken van hun ouders liggen er meer mogelijkheden voor zorg vanuit de peergroup. Volgens Propersona wordt hier al wel wat, maar nog onvoldoende, mee geëxperimenteerd bijvoorbeeld via maatjesprojecten waarbij een vriend(in) in het traject ook handvatten meekrijgt. 34
www.eureka-Jeugdggz.nl
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
45
10.5 Zet sterk in op integrale zorg en overbrug het verschil in taal en visie Een groot deel van de behandelingen in de Jeugd GGZ wordt door de sector als enkelvoudige problematiek geschetst. In verschillende documenten komen we percentages van 75-80% tegen voor deze groep cliënten. Deze constatering is van belang bij het begrip matched care; het verondersteld dat een deel van de jeugdigen met GGZ problematiek vooral geholpen is als ze maar zo snel mogelijk bij de juiste GGZ zorg terecht komt. Vooral voor de groep met meervoudige problematiek, zo lijkt de redenering, is het waardevol op een meer integrale aanpak te ontwikkelen (zie ter illustratie de tabel hieronder over overlap in de Jeugdzorg). Dat hier kansen liggen wordt breed gedragen. Het is echter maar de vraag of er niet ook winst te behalen is met een integrale aanpak voor de groep met enkelvoudige problematiek. Ons advies is om eerst overeenstemming te krijgen over het begrip integraal en het verschil tussen visie en aanpak. Gaat het om een integrale blik vanuit verschillende zorgdisciplines of gaat het om een integrale blik op het brede leefdomein van cliënten inclusief de rol en invloed van het netwerk om hen heen. Het gesprek hierover met organisaties en over mogelijke kansen in de samenwerking met organisaties op andere leefgebieden in het bredere sociale domein is aan te bevelen. De winst van een meer maatschappelijk gerichte Jeugd GGZ (gericht op participatie) zal dan overigens niet zo zeer binnen de GGZ als wel buiten de GGZ geboekt kunnen worden. Tabel: Overlap in de Jeugdzorg
35
(in %) Cliënt pjz
Maakt alleen gebruik van Jeugd GGZ Maakt alleen gebruik van pjz
Cliënt Jeugd GGZ 70%
38%
Maakt alleen gebruik van Jeugd-lvg Gebruikt Jeugd GGZ en pjz
Cliënt Jeugdlvg
43% 53%
Gebruikt Jeugd GGZ en Jeugd-lvg
22% 7%
36%
Gebruikt pjz en Jeugd-lvg
8%
Gebruikt Jeugd GGZ, pjz en Jeugd-lvg
1%
1%
3%
100%
100%
100%
Totaal
18%
Pjz = provinciale Jeugdzorg Jeugd-lvg = zorg aan jeugdigen met een licht verstandelijke beperking
35
Bron: CPB, 2013
46
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
10.6 Verbinding Jeugd GGZ met onderwijs en arbeidsmarkt In de vorige twee adviezen zit dit onderwerp al wat versleuteld maar we benadrukken het graag nogmaals vanuit een ander perspectief; de verbinding met (passend) onderwijs biedt kansen. Onlangs werd in het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau benadrukt dat opleidingsniveau van jongeren een risicofactor vormt voor het beroep op Jeugdzorg. Jeugdigen (in de leeftijd 12 tot en met 17 jaar) die een opleiding op een laag niveau volgen, doen vaker een beroep op Jeugd GGZ, Jeugd (L)VB, Jeugdhulp en Jeugdbeschermingsmaatregelen dan jongeren (van 12 tot en met 17 jaar) die onderwijs op een hoger niveau volgen. Daarnaast zorgt het hebben van een laag, maar ook van een juist hoog IQ duidelijk voor een grotere kans op een beroep op bijna alle Jeugdzorgvoorzieningen. Voor het beroep op de Jeugdzorgvoorzieningen maakt het ook uit of de jongere zijn opleiding heeft afgerond. Voortijdig schoolverlaten gaat gepaard met een 36 hoger beroep op bijna alle Jeugdzorgvoorzieningen. Eerder kwam al aan bod dat er momenteel al verschillende vormen van samenwerking zijn tussen de Jeugd GGZ en het onderwijs (o.a. in hulp bij dyslexie, in de ZAT’s en in de REC’s). Wij zien kansen voor gemeenten om deze terreinen nog beter op elkaar aan te laten sluiten, o.a. om schooluitval onder GGZ jongeren tegen te gaan, en de GGZ zorg dichterbij school te organiseren. Juist voor de groep van 12 jaar en ouder die zich los maakt van ouders en waar motivatie voor hulp vaak extra aandacht vraagt kan samenwerking tussen scholen en gemeenten veel opleveren.
10.7 Verbinding GGZ zorg 18- en 18+ Als er nieuwe stelsels worden bedacht en ingericht, ontstaan er ook weer nieuwe knippen en schotten in financiering. Maar er liggen ook kansen om dit zo te organiseren dat cliënten en professionals er zo min mogelijk last van krijgen. Wat betreft de overgang 18- naar 18+ is dit makkelijker gezegd dan gedaan want juist deze knip was ook al in het ‘oude’ stelsel een groot struikelblok. Voor de jongeren die voor zorg en begeleiding zullen doorstromen naar de WMO liggen er kansen in handen van de gemeenten zelf, o.a. in aansluiting ook op de Participatiewet. Voor de jongeren die dan overgaan naar de volwassenen GGZ is het van belang om met aanbieders en verzekeraars te kijken naar tijdige diagnostiek en een soepele doorgaande lijn van zorg, juist omdat dit de jongeren zullen zijn met ernstige problemen voor wie zo’n overgang bij voorkeur soepel nodig is. Wij adviseren gemeenten om hierover in gesprek te gaan met de Jeugd GGZ en volwassenen GGZ aanbieders in de regio.
10.8 Monitoring Gemeenten zijn bezig om voor de Jeugdzorg (en voor de andere decentralisaties) een lerend systeem in de richten voor sturing en monitoring. Binnen de GGZ sector is hier al de nodige ervaring mee opgedaan, maar ook binnen de GGZ sector is op dit terrein een ontwikkeling gaande (zie ook hoofdstuk 6 en 8). Het is van belang om hier (bij voorkeur) op landelijk niveau kaders over af te spreken met ruimte voor regionale of lokale kleuring. Dit om een toename in bureaucratie te voorkomen voor dienstverleners die zich op verschillende wijzen moeten gaan verantwoorden naar gemeenten en zorgverzekeraars. Maar ook om toch een benchmark mogelijk te maken tussen verschillende dienstverleners, ook al zal de dienstverlening wellicht meer op maat en minder gestandaardiseerd in stukjes geknipt gaan worden. 36
Groeit de Jeugdzorg door? Sociaal Cultureel Planbureau, november 2013
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
47
Daarnaast is het nuttig voor gemeenten om overeenstemming te zoeken met de zorgverzekeraars en zorgaanbieder in de afspraken over kwaliteit zoals die binnen de GGZsector bestaan.
10.9 Bovenregionaal samenwerken: Inkoop In het eerste deel van dit rapport is een (niet eens dekkend) overzicht gegeven van het brede scala van zorgvormen in de bestaande GGZ zorg. Op het moment van schrijven zijn er nog gesprekken gaande tussen Rijk, VNG en zorgverzekeraars over de inkoop van GGZ zorg. Voor landelijke afspraken over inkoop is al wel besloten dit via landelijke coördinatie vorm te geven. Dit houdt in een: • Landelijk coördinatiebureau sluit raamovereenkomst namens alle gemeenten • Via dit bureau wordt gezorgd voor monitoring, beheer,contractmanagement • Inzetten en bekostigen van zorg vindt plaats via individuele gemeenten Langs die lijn zal de komende maanden een ‘raamovereenkomst’ tussen gemeenten en aanbieders worden uitgewerkt. De raamovereenkomst beschrijft de rechten en plichten tussen de gemeenten en aanbieders. Binnen deze kaders kunnen straks regionale samenwerkingsverbanden of individuele gemeenten de zorg ‘afroepen’. De VNG doet bij de vormgeving ook een beroep op de inkoopexpertise van bijv. zorgverzekeraars, departementen en brancheorganisaties. 37 Welke functies hiervoor in aanmerking komen zijn aan de hand van drietal criteria bepaald: • Aantal cliënten: Het aantal cliënten is zodanig klein dat het per regio van gemeenten moeilijk is om daarvoor een goed aanbod te contracteren waardoor er risico’s ontstaan om cliënten goed te bedienen; • Ordening van het aanbod: het aanbod is zodanig gespreid over het land en klein in omvang dat de decentralisatie er toe kan leiden dat er extra hoge transactiekosten en/of administratieve lasten ontstaan; • (Zorg)inhoud van het aanbod: de inhoud van het aanbod is zodanig specialistisch dat de kans op het organiseren van een substituut op lokaal niveau moeilijk zal zijn en de drempel voor een aanbieder, om dit als nieuwe dienst aan te gaan bieden, hoog is. Deze drie criteria zijn getoetst aan de hand van de huidige functies binnen het nieuwe Jeugdstelsel. Voor de GGZ gaan de landelijke afspraken vooral om topklinische (of derdelijns) GGZ. Exacte afbakening wordt nog verder uitgewerkt. In ieder geval gaat het om derdelijns zorg voor anorexia, autisme en persoonlijkheidsstoornissen. Let wel: het gaat niet om reguliere GGZ zorg voor deze groepen, maar om specialistische derdelijns voorzieningen voor jeugdigen onder de 18 jaar. De samenwerking die landelijk nodig is zal zich naar verwachting richten op specialistische zorg voor jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking en GGZ problemen en specialistische GGZ kinder en Jeugdpsychiatrie. Voor beide functies geldt dat Karakter in Gelderland de meest relevante aanbieder lijkt; de aanbieder die nu deze specialistische zorg levert (zie bijlage 2.) Over regionale of lokale inkoop hebben VNG, VWS en Zorgverzekeraars Nederland op 24 juni op bestuurlijk niveau samen informeel gesproken over de mogelijkheid van (tijdelijke) inkoop via de zorgverzekeraars van de Jeugd GGZ in opdracht van gemeenten. Dit vanwege: 37
VNG-site Toelichting initiatief VNG landelijke afspraken over inkoop van specialistische Jeugdzorg
48
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
• • •
Complexiteit van de Jeugd GGZ. Kennis opdoen van verzekeraars bij de inkoop. Kwaliteitsborging (richtlijnontwikkeling en werken met bewezen effectieve interventies), transparantie (ROM) en zorgvraagzwaarte-ontwikkeling.
De voorwaarden die de VNG daarbij formuleerde waren: • Er moeten goede afspraken komen over de mandatering van gemeenten en de manier waarop gemeenten als opdrachtgever sturing kunnen geven aan de zorginkoop van Jeugd GGZ door zorgverzekeraars. • Er moet ruimte blijven aan de voorkant om afspraken te maken, bijvoorbeeld over een goede verbinding tussen de huisartsenzorg en generalistische basis GGZ met de CJG's en de lokale wijkteams. En gemeenten voeren de regie. • Er moeten afspraken komen over de inhoud en over de financiën, inclusief uitvoeringskosten van verzekeraars en gemeenten Op moment van schrijven is het nog onduidelijk of dit idee wordt voortgezet. In Gelderland is men zich inmiddels verder aan het voorbereiden op een mogelijke indeling in de inkoop van zorgvormen waarbij met 7 regio’s overeenstemming wordt gezocht over de schaalgrootte. Zoals ook al blijkt uit deze gedachtegang zijn er veel thema’s in de Jeugd GGZ waarvoor het loont om in elk geval bovenlokaal afspraken te maken. Dit geldt voor de inkoop van gespecialiseerde zorg, maar ook voor de andere adviezen die we in dit rapport noemen. Al kan er lokaal een andere uitwerking of invulling zijn. Bij het maken van afspraken over de inkoop adviseren we rekening te houden met twee aandachtspunten rond de inkoop (afbouw) van residentiële voorzieningen: • Waak voor druk op residentiële voorzieningen elders. In het bestuursakkoord is ook afgesproken dat er een ambulantisering plaats vindt door afbouw van klinische voorzieningen. Dit kan leiden tot een groter beroep op andersoortige residentiële voorzieningen in de Jeugdzorg, bijvoorbeeld die in de Jeugdzorgplus waar een opnameplicht bestaat. •
38
Waak voor doorgaande lijn in visie op participatie. Gemeenten gaan in de Jeugdwet de basis leggen voor de groep waar vanaf 18 jaar de WMO goed op moet aansluiten. Daarbij moet er rekening mee gehouden worden dat de opbrengsten van goede, op herstel en participatie gerichte ambulante zorg vaak bij anderen terecht komen dan bij diegenen die erin investeren. Ook voor de Jeugd GGZ is het nodig om de vragen te stellen die Trimbos in haar trendrapportage GGZ (2012) opsomt: “Wat kan afgebouwd worden c.q. wat moet in stand blijven binnen het brede en gedifferentieerde aanbod van de huidige intramurale voorzieningen? Voor wie is die overblijvende intramurale zorg straks bestemd en hoe moet die zorg eruit zien? Maar vooral ook: hoe moet het ambulante zorglandschap voor mensen met ernstige psychische aandoeningen er straks uitzien? Welke voorzieningen zijn verder nodig rond zorg, onderwijs, huisvesting en werk? Hoe kan de omslag naar een rehabilitatie- en herstelbenadering worden gestimuleerd en gefaciliteerd? Waar streven we naar in termen van sociale inclusie? Wat is daarvoor nodig op het gebied van opleiding, financiering en organisatie van de 38 zorg? Wat is daarvoor nodig op het gebied van de reguliere voorzieningen?”
Trimbos, trendrapportage GGZ 2012
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
49
10.10 Zorgvernieuwing en verbetering In elk van de negen bovengenoemde adviezen liggen wel meerdere actiepunten voor zorgvernieuwing en verbetering. In onze gesprekken met de organisaties en verzekeraar Menzis kwam naar voren dat de ruimte voor innovatie in het huidige stelsel verantwoordelijkheid was van de zorgaanbieders. Toch zijn er ook geluiden dat de innovatieruimte beperkt is. Dit betrof dan ruimte om nieuwe dingen uit te proberen maar ook ruimte in de trajecten om meer op maat of afwijkend van de standaard zorg te verlenen. Of deze opmerkingen nu terecht zijn of niet, het geeft wel het nieuwe spanningsveld aan waar ook gemeenten mee te maken krijgen tussen budgetbeheersing, de wens om zorg op maat te leveren en (de noodzaak) om te innoveren. Juist nu in de aanloopfase naar de decentralisatie zien wij ruimte om met deze actiepunten te starten. Hierbij zal gekeken moeten worden op welke schaal welk actiepunt het beste opgepakt kan worden, waarbij ons advies is om dit bovenlokaal of hoger te beleggen. Nog relevanter dan deze tien adviezen achten wij echter de adviezen van de jongeren zelf (zie hoofdstuk 7). Idealiter maken gemeenten een combinatie-actielijst om tot zorgvernieuwing te komen waarbij de adviezen vanuit jongeren de beste motor zullen vormen voor het gesprek met professionals, beleidsmakers, bestuurders en financiers.
50
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Literatuurlijst / bronnen •
Jeugd-GGZ: Investeren in de toekomst!, GGZ Nederland, 2013
•
Gemeenten aan zet – twee wegen naar ggz voor zorggezinnen, Drs. M.P. van Gastel, oktober 2012
•
Gezamenlijk bouwen aan betere jeugdhulp, VNG, G32 & G4, februari 2013
•
Reader: Jeugd-GGZ en Jeugd-LVG, NJI (Tom van Yperen), september 2011
•
Een visie op verslaving en verslavingszorg, GGZ Nederland, 2013
•
Factsheet: specialistische Jeugd-ggz, GGZ Nederland, 2013
•
Een goed begin is het halve werk – Handreiking voor een goede en preventieve samenwerking van jeugd-ggz met onderwijs en gemeenten, Centrum voor Jeugd en Gezin, december 2011
•
Eerste inventarisatie bekostigingsmodellen, VWS & VNG, 2013
•
Position Paper, Landelijk Platform GGZ, GGZ Nederland, Nederlandse vereniging voor Psychiatrie, NIP, Zorgverzekeraars Nederland e.a.
•
Overheveling langdurige intramurale GGZ, College voor zorgverzekeringen, oktober 2013
•
Zorgzwaartepakketten Sector GGZ, bureau HHM, versie 2013
•
De positie van TOPGGz binnen de Nederlandse gezondheidszorg, Stichting Topklinische GGz & Vrije Universiteit, 2010
•
Psychische problemen en stoornissen bij Marokkaans Nederlandse kinderen en jongeren, VU Medisch centrum, Afdeling Kinder- & jeugdpsychiatrie (Adriaanse, Domburgh e.a.), 2011
•
Kinder- & jeugdpsychiatrie: informatie en feiten, De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)
•
Decentralisaties in het sociale domein, CPB, 2013
•
Protocol Indicatiestelling Jeugdigen met psychiatrische problematiek, Quirien v.d. Zijden & Karel Diephuis in opdracht van het IPO, 2006
•
Indicatiestelling voor de Jeugd-GGZ, Jeugdzorg Nederland, januari 2013
•
Handreiking integrale zorg: Samenwerking rond Jeugd met meervoudige problematiek en hun gezin, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, Landelijk Expertise Centrum Speciaal
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
51
•
Onderwijs (LECSO), Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland & Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra (VOBC LVG), 2012
•
Zicht op Kennis deel I en deel II, Drs. M.W. Elling & Prof. Dr. R.B. Minderaa (in opdracht van ZonMw), 2010
•
Bestuursakkoord GGZ, juni 2013
•
Trendrapportage GGZ, Trimbos, 2012
•
Groeit de Jeugdzorg door?, Sociaal Cultureel Planbureau, november 2013
•
Informatieblad ROS-netwerk, ROS-netwerk, 2013
•
Position Paper huisartsen 2010-2014, Landelijke Huisartsen Vereniging
•
Anders Professioneel - Ingrediënten voor participatie in de WMO, RIBW Alliantie/Movisie, 2012
Geïnterviewden •
GGNet, Taco van Lent, Directeur jeugd/psychiater & Rijk Schmelter, Manager ambulante teams
•
Pro Persona, Teeja Bongaards, Manager jeugd
•
Zorgverzekeraar Menzis, Brigitte Stockman
Websites •
www.cvz.nl
•
www.nza.nl
•
www.trimbos.nl
•
www.ggznederland.nl
•
www.vrijgevestigdeJeugdggznijmegen.nl
•
www.voordejeugd.nl
•
www.regelhulp.nl
•
www.LPGGz.nl
•
www.vng.nl
•
www.nvvp.net
•
www.LVE.nl
52
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
•
www.nationaalkompas.nl
•
www.wikipedia.nl
En tot slot zijn alle websites van de instellingen die in tabel 3.5 zijn opgenomen geraadpleegd
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
53
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
54
Overzicht Gelderse GGZ instellingen met uitgebreide toelichting Landelijk overzicht Multi Functionele Centra (MFC’s) Overzicht zorgvormen Jeugd GGZ naar lokale, regionale en bovenlokale indeling
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Bijlage 1 Overzicht Gelderse GGZ instellingen met uitgebreide toelichting
Instelling Bosman GGZ
Zorggebied Bosman GGz Kinderen en Jeugd heeft locaties in Arnhem, Harderwijk, Hilversum, Lelystad, Nijkerk, Oosterbeek, Ruurlo, Utrecht en Woerden
Kenmerken Bosman GGz biedt ambulante, tweedelijns geestelijke gezondheidszorg aan kinderen, jeugd en volwassenen met psychische problemen of psychiatrische stoornissen. Wij bieden specialistische diagnostiek en behandeling bij o.a. depressiviteit, AD(H)D, Autisme Spectrum Stoornissen (ASS), verwerking van traumatische gebeurtenissen, persoonlijkheidsproblematiek en angsten. Ook is Bosman GGz het adres voor specifieke interculturele zorg (www.ggzdivers.nl) en aandachttrainingen (Mindfulness). Per poli kan het behandelaanbod en de methodiek verschillen.
De Hoenderloo Groep (onderdeel van Pluryn)
Hoenderloo en Apeldoorn
Pluryn, locatie De Hoenderloo Groep biedt 24-uurszorg aan jongeren met complexe multiproblematiek. In een veilige omgeving bieden professionals een programma op maat dat (GGZ)behandeling, onderwijs en vrijetijdsactiviteiten aan elkaar verbindt.
Dr. Leo Kannerhuis
Het Dr. Leo Kannerhuis heeft een landelijke erkenning. Het ambulante aanbod wordt geleverd in de provincies Gelderland en Overijssel en in de regio Amsterdam
Het Dr. Leo Kannerhuis is een gespecialiseerd (kinder-en jeugd)psychiatrisch ziekenhuis. Cliënten met een autisme-spectrumstoornis (ASS) wordt een gedifferentieerd en vraaggestuurd zorgen behandelaanbod geboden. Daarnaast vervult het Dr. Leo Kannerhuis, als landelijke top-klinische voorziening, de rol van kenniscentrum op het gebied van deskundigheidsbevordering, consultatie, voorlichting, opleiding en onderzoek met betrekking tot ASS. Het behandelaanbod van de poliklinische, klinische en deeltijdbehandeling bestaat uit handelingsgerichte diagnostiek, een aangepast en/of therapeutisch leefklimaat, training en scholing en therapie.
Driestroom
Hoofdzakelijk locaties in Gelderland, daarnaast ook locaties in o.a. Brabant, Limburg en Noord Holland
Driestroom biedt ondersteuning, begeleiding en zorg aan verschillende doelgroepen, waaronder kinderen en jongeren tot 18 jaar met een autisme spectrum stoornis (ASS) en/of een licht verstandelijke beperking. Begeleiding en ondersteuning zijn gericht op ontwikkeling op de terreinen wonen, leren en werken. Driestroom werkt zowel ambulant bij mensen thuis als op de verschillende Driestroom locaties. Samen met de
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
55
Instelling
Zorggebied
Kenmerken ouders en vertegenwoordigers begeleiden zij de jongeren op weg naar volwassenheid.
FPC Oldenkotte
Rekken en Deventer
De Stichting Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte is een justitiële, particuliere kliniek waar patiënten met een tbs-maatregel worden verpleegd en behandeld. Daarnaast heeft Oldenkotte een psychiatrisch forensische dag- en polikliniek De Tender. In Oldenkotte worden mensen behandeld die de tbs-maatregel opgelegd hebben gekregen. De tbs-verpleging heeft als doel de patiënt te behandelen zodanig dat de kans op herhaling (recidiverisico) tot een aanvaardbaar niveau is gedaald. FPC Oldenkotte maakt deel uit van Stichting Oldenkotte. Dit is een particuliere stichting waar ook De Wiem in Enschede deel van uitmaakt.
GGNet Jeugd
Meerdere locaties verspreid over Gelderland
GGNet jeugd biedt preventie, begeleiding en behandeling van psychische problemen, ernstige psychosociale problemen en/of psychiatrische stoornissen bij kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. GGNet is een tweedelijns organisatie. GGNet biedt alles wat nodig is om cliënten waarbij de ontwikkeling stagneert, te behandelen en te begeleiden. Naast GGZ basiszorg heeft GGNet specifieke deskundigheid ten aanzien van autisme, orthopsychiatrie (voor kinderen met ernstige gedragsproblemen) en psychiatrische gezinsdagbehandeling. Waar mogelijk ouders/verzorgers en eventueel de school betrokken bij de behandeling. Voor cliënten die tijdelijk opgenomen moeten worden (14-23 jaar) heeft GGNet een kliniek in Doetinchem. Hier worden cliënten opgenomen uit de hele regio (Gelderland) en ook daarbuiten.
GGZ Centraal (Kinderen en Jongeren)
Almere Amersfoort Ermelo Lelystad Hilversum
Irisz (jeugdtak
Iriszorg heeft 67
GGZ centraal behandelt en begeleidt kinderen en jongeren met psychische en psychiatrische problemen en verslavingsproblematiek. Deze hulp bestaat uit specialistisch onderzoek, behandeling en begeleiding. De hulp is gericht op het verminderen van de problematiek én op het ondersteunen van de omgeving. Daarom worden ouders en/of verzorgers altijd nauw bij de behandeling betrokken. Irisz biedt vanuit verschillende locaties intensieve
56
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Instelling van Irizorg)
Zorggebied locaties verspreid over Gelderland, daarnaast 3 locaties in Lelystad. Eén kliniek specifiek voor jongeren in Tiel
Kenmerken poliklinische behandeling aan jongeren van 12 tot en met 23 jaar die kampen met alcohol- of druggebruik, problemen met gamen, gokken of internetten. Wanneer een intensievere behandeling nodig is, of een korte periode moet worden besteed aan het ontgiften onder medische begeleiding en een korte klinische behandeling dan kunnen jongeren worden opgenomen in de Jeugdkliniek in Tiel. Irisz maakt gebruik van behandelmethoden waarbij ouders of verzorger actief worden betrokken. De meeste behandelingen duren vier tot zeven maanden.
Karakter, Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Verschillende locaties in Midden Oost Nederland
Karakter is een gespecialiseerd ziekenhuis voor kinder- en Jeugdpsychiatrie. Karakter biedt kwalitatief hoogwaardige diagnostiek en behandeling aan kinderen en jongeren met ernstige, vaak meervoudige psychiatrische problemen. De behandelingen vinden zoveel mogelijk in de eigen omgeving van de patiënt plaats. Het accent ligt op ambulante behandelingen, via de polikliniek en door intensieve psychiatrische gezinsbehandeling (IPG). Indien noodzakelijk kan (deeltijd)opname plaatsvinden in een van de klinieken. Bij gevaar en dreigende escalatie is een acute opname mogelijk.
Leger des Heils – GGZ
Het leger des heils werkt vanuit meerdere locaties in Gelderland, verdeeld over de regio’s Apeldoorn, Arnhem en Ede
Het leger des Heils heeft een zogeheten forensische GGZ-kliniek voor jeugd en volwassenen. Deze kent verschillende behandelvormen die elkaar aanvullen: licht waar het (weer) kan en zwaar waar het (nog) moet. De klinische behandeling vindt plaats in Lunteren. Daarnaast is er een polikliniek en een deeltijdkliniek in Arnhem. De Polikliniek Jeugd (voorheen Jong Batelaar), biedt diagnsotiek en ambulante tweedelijns GGZ-behandeling aan jongeren vanaf 12 jaar met gedrags-, ontwikkelings- en/of persoonlijkheidsproblemen en/of (dreigend) delictgedrag. Daarnaast biedt het Leger des Heils o.a. ook verslavingszorg, jeugdhulp, jeugdzorg en maatschappelijke opvang.
LSG-Rentray
LSG-Rentray werkt vanuit verschillende
LSG-Rentray is een multisectorale Jeugdzorgorganisatie die zorg en behandeling biedt aan kinderen en jongeren die vastgelopen zijn
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
57
Instelling
Zorggebied locaties verspreid over de lcaties Gederland, Flevoland, Utrecht en Overijssel
Kenmerken of dreigen vast te lopen in hun opvoeding en ontwikkeling. Deze zorg en behandeling biedt de instelling binnen de sectoren provinciale Jeugdzorg, justitiële Jeugdzorg, Jeugdzorg-PLUS, geestelijke gezondheidszorg, AWBZ Jeugdzorg, speciaal onderwijs en arbeidstoeleiding.
Pluryn Hoenderloo Groep
Pluryn werkt vanuit meer dan 150 vestigingen in Gelderland, Noord Limburg en NoordoostBrabant.
Pluryn ondersteunt jongeren en volwassenen met complexe zorgvragen op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding en vrije tijd. Pluryn richt zich o.a. op jongeren met een lichamelijke handicap, een (licht) verstandelijke beperking, een autisme spectrum stoornis en met complexe gedragsproblematiek.
Pompestichting (onderdeel van Pro Persona)
Nijmegen, Zeeland, Vught, Arnhem, Apeldoorn, Den Bosch en Tiel
De Pompestichting is een particuliere instelling voor forensische psychiatrie te Nijmegen. De stichting richt zich op het voorkomen van delicten en op het bieden van behandeling en zorg aan mensen, die als gevolg van psychische problemen in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen met Justitie. De Pompestichting is onderdeel van Pro Persona en bestaat uit de volgende onderdelen: • Behandelkliniek Nijmegen: voor de behandeling en resocialisatie van TBSgestelden. • Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ): voor behandeling en begeleiding van TBS-gestelden met een longstay-indicatie, met twee locaties, in Zeeland en Vught. • Poliklinieken Kairos, voor ambulante forensisch-psychiatrische behandeling met vestigingen in Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn, Den Bosch en Tiel.
Pro Persona jeugd
Arnhem, Ede, Tiel en Nijmegen
Pro Persona Jeugd biedt behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren van 0-23 jaar en aan hun ouders/verzorgers. Het gaat om kinderen en jongeren met ernstige psychische of psychiatrische problemen. Ouders/verzorgers worden bij de behandeling betrokken en kunnen gebruik maken van advisering of training. Het behandelaanbod voor kinderen en jongeren bestaat uit verschillende soorten individuele- en groepsbehandelingen. De zorg kan zowel
58
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Instelling
Zorggebied
Kenmerken ambulant, deeltijd als klinisch zijn. Ook bieden zij ouder- en gezinsbehandelingen.
RIBW Arnhem & Veluwe Vallei
Regio Arnhem en Veluwe Vallei
De RIBW Arnhem & Veluwe Vallei biedt verschillende woonvormen en begeleiding aan mensen met psychosociale en psychiatrische problemen. De verschillende woonvormen die zij bieden zijn beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen, centraal wonen, kortdurend verblijf. Daarnaast bieden zij ook zorgbemiddeling en bemoeizorg in de vorm van tijdelijke praktische begeleiding, advies, bemiddeling en/of ondersteuning aan mensen die deze hulp behoeven. Sinds 2006 begeleidt de RIBW Arnhem & Veluwe Vallei ook jongeren van 12 tot 18 jaar met psychosociale en psychiatrische problemen. Jongeren komen in aanmerking voor deze vorm van beschermd wonen wanneer zij geen intensieve behandeling meer nodig hebben, maar wel behoefte hebben aan een woonplek met specifieke begeleiding op het gebied van wonen, leren, werken en vrije tijd. De woningen voor jongeren bevinden zich in de wijk Presikhaaf in Arnhem, maar jongeren uit het hele werkgebied kunnen hier terecht. Er is 24 uur per dag begeleiding aanwezig. Het doel is dat jongeren op eigen benen leren staan en aan hun eigen toekomst bouwen. De meeste jongeren beginnen in een woning waar veel begeleiding geboden wordt en groeien in hun eigen tempo door naar steeds meer zelfstandigheid. Jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar met een psychiatrische beperking die zelfstandig (willen) wonen, biedt de RIBW begeleiding aan huis. Deze vorm richt zich op het ontwikkelen van zelfstandigheid en is bedoeld voor jongvolwassenen die doorstromen vanuit een woonvorm voor jeugd, of die al de stap hebben gezet naar zelfstandig wonen.
RIBW Nijmegen en Rivierenland
Regio Nijmegen en Rivierenland (gebied tussen Gennep en Culemborg)
De RIBW Nijmegen & Rivierenland ondersteunt en begeleidt mensen met een (ernstige) psychiatrische aandoening bij het functioneren in de maatschappij en hun persoonlijk en maatschappelijk herstel Dat doen zij met verschillende diensten: beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen,
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
59
Instelling
Zorggebied
Kenmerken dagbesteding en werk. Het doel is te zorgen dat mensen weer mee kunnen doen in de samenleving, minder snel terugvallen in hun ziekte en minder overlast veroorzaken. Jongeren met een psychiatrische aandoening kunnen na hun behandeling bij de RIBW terecht voor begeleiding bij wonen en dagactiviteiten. Afhankelijk van de zorgvraag en leeftijd wordt er naar een passende woonvorm en/of dagbesteding gezocht. Jongeren van 15 tot 21 jaar kunnen terecht in een beschermende woonvorm voor jeugdigen in e Nijmegen. Hier kunnen zij tot hun 21 blijven, daarna stromen zij door naar een andere vorm van verblijf binnen de RIBW of naar (begeleid) zelfstandig wonen. De dagactiviteiten zijn bedoeld voor jongeren tussen de 15 en 27 jaar. De RIBW biedt een veilige plek waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en actief bezig kunnen zijn. Het aanbod van het dagactiviteitencentrum sluit aan bij de belevingswereld van jongeren.
Riwis Zorg & Welzijn Jongeren
O.a. Apeldoorn, Vaassen, Deventer, Doetinchem, Eerbeek en Gendringen.
Riwis Zorg & Welzijn Jongeren biedt hulp en ondersteuning aan jongeren van 14 tot 23 jaar met lichamelijke, psychosociale of psychische problemen. De begeleiding en zorg kan bij de cliënten thuis plaatsvinden, maar jongeren kunnen ook wonen in een jongerenwoning van Riwis. Er zijn verschillende woonlocaties voor jongeren. Bijvoorbeeld voor jongeren met autisme of voor jongeren die vanuit een jeugdinstelling komen. Ook zijn er woningen voor (aanstaande) jonge moeders met psychiatrische problematiek . De woningen variëren van eenpersoonsappartementen tot woningen voor drie tot acht jongeren. Ze liggen in woonwijken in de regio.
Virenze Kind en jeugd
Nijmegen en Wageningen
De divisie Kind en Jeugd van Virenze biedt ambulante geestelijke zorg aan kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 25 jaar. Er zijn Infantteams die gespecialiseerde diagnostiek en behandeling bieden aan jonge kinderen van 0 tot 6 jaar en hun ouders en/of verzorgers. De verschillende teams van de divisie Kind en Jeugd bieden specialistische geestelijke gezondheidszorg (GGZ) op het gebied
60
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Instelling
Zorggebied
Kenmerken van stemmingsklachten, angstklachten, moeite met de omgang met leeftijdsgenoten, leerproblemen, concentratieproblemen, gedragsproblemen en/of ontwikkelingsmoeilijkheden. Bij de zorg wordt zowel het kind of de jongere betrokken als ook zijn sociale context, zoals gezin of wettelijke verzorgers, familie en de school. Hierbij is tevens aandacht voor medisch-biologische factoren.
Woonzorgnet
Nijmegen, Renkum, Nunspeet, Rheden, Arnhem en Silvolde
Woonzorgnet is een AWBZ erkende private zorgonderneming die in kleinschalige woonvoorzieningen mensen met een GGZ indicatie begeleidt en ondersteunt bij wonen, werken en zinvolle dagbesteding.
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
61
Bijlage 2 Landelijk overzicht Multi Functionele Centra (MFC’s) De zorg voor jongeren met zowel (L)VB als GGZ problematiek is belegd bij 14 aanbieders onder de naam Multi Functionele Centra (MFC’s) die ieder een aantal regio’s binnen Nederland bedienen. Het aantal cliënten per gemeente is beperkt maar iedere gemeente heeft wel enkele cliënten die in aanmerking komen voor deze zorg. In totaal hebben de MFC’s gezamenlijk een capaciteit voor 400 plekken. Wel verschilt de vormgeving van het MFC behoorlijk. Oorspronkelijk zijn de MFC’s door VWS bedoeld als het bij elkaar brengen van VB en GGZexpertise, maar op veel plaatsen is de MFC vanuit een VB of GGZ instelling opgezet. Karakter lijkt voor Gelderland de meest relevante organisatie die deze vorm van zorg biedt. MFC’s in Nederland (Bron: VNG)
62
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan
Bijlage 3. Overzicht zorgvormen Jeugd GGZ naar lokale, regionale en bovenlokale indeling Onderstaande indeling is op ambtelijk niveau provinciaal (zeven Gelderse regio’s) afgestemd en is geen bestuurlijk vastgestelde indeling. Het geeft wel een indruk van een mogelijke verdeling van GGZ-zorg en schaalgrootte waarop gemeenten afspraken willen maken met de dienstverleners van die GGZ-zorg. De definitieve indeling kan wijzigen en is afhankelijk van de aard (en historisch gebruik) van de regio (aanwezigheid grote steden), de huidige spreiding van voorzieningen en voortschrijdend inzicht. Producten
Schaalniveau uitvoering Bovenregionaal
Schaalniveau inkoop Landelijk
Argumenten schaalniveau
Topklinische GGZ
Bovenregionaal
Landelijk
Uitvoering en inkoop: kleine doelgroep, specifieke expertise, klein aanbod Voorstel VNG tot landelijke inkoop
Preventie GGZ
Lokaal
Regionaal
Inkoop: expertise is lokaal niet aanwezig, duur, schaalgrootte Ambitieniveau uitvoering lokaal
Diagnostiek
Regionaal
Regionaal
Inkoop en uitvoering: expertise is lokaal niet aanwezig en duur, schaalgrootte
Kortdurende behandeling
Lokaal
regionaal
Inkoop: expertise is lokaal niet aanwezig, deze haal je naar gebiedsteams, schaalgrootte Uitvoering: lokale uitvoering in gebiedsteams en lokale coördinatie zorg
Gezinsbehandeling
Lokaal
regionaal
Inkoop: expertise is lokaal niet aanwezig, deze haal je naar gebiedsteams, schaalgrootte Uitvoering: lokale uitvoering in gebiedsteams en lokale coördinatie zorg
Gespecialiseerde diagnostiek
SPECTRUM, partner met elan | Jeugd GGZ in transitie
Uitvoering en inkoop: kleine doelgroep, specifieke expertise, klein aanbod Voorstel VNG tot landelijke inkoop
63
Producten
Schaalniveau inkoop Regionaal
Argumenten schaalniveau
Verslavingszorg
Schaalniveau uitvoering Preventie lokaal en behandeling regionaal
Beschermd wonen
Regionaal
Regionaal
Inkoop en uitvoering: expertise is lokaal niet aanwezig en duur, schaalgrootte
Langdurige zorg en begeleiding
Lokaal/Regionaal
Regionaal
Uitvoering: lokale uitvoering in gebieds- teams & lokale coördinatie zorg Voor inkoop: expertise is lokaal niet aanwezig, deze haal je naar gebiedsteams, schaalgrootte
Eerstelijns psycholoog
Lokaal
Lokaal
Uitvoering en inkoop: expertise lokaal aanwezig
64
Inkoop en uitvoering: expertise is lokaal niet aanwezig en duur, schaalgrootte Regionaal met een lokale tint
Jeugd GGZ in transitie | SPECTRUM, partner met elan