TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BESCHERMING VAN PERSONEN EN GOEDEREN BESCHERMINGSMAATREGELEN Maatregelen ter bescherming van personen en goederen moeten genomen worden op de volgende gebieden: 1.- bescherming tegen elektrische schokken; 2.- bescherming tegen thermische invloeden; 3.- bescherming tegen overstromen; 4.- bescherming tegen overspanningen; 5.- bescherming tegen spanningsdalingen; 6.- bescherming tegen biologische effecten van elektrische en magnetische velden; 7.- bescherming tegen besmettingsrisico; 8.- bescherming tegen risico te wijten aan bewegingen.
BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel ALGEMEENHEDEN A.R.E.I. 28 BEPALINGEN 28.01 Begrippen met betrekking tot de bescherming tegen elektrische schokken Elektrische schok Fysiopathologisch verschijnsel veroorzaakt door een elektrische stroom in het menselijk lichaam Rechtstreekse aanraking Aanraking door personen van actieve delen van elektris ch materieel. Schokstroom De stroom die door het menselijk lichaam vloeit en die een elektrische schok veroorzaakt Actieve geleider Een geleider bestemt voor het overbrengen van elektrische energie. De nulgeleider bij wisselstroom en de kopensatorleiding bij gelijkstroom, zelfs indien deze geleiders gebruikt worden als beschermingsgeleider beantwoorden ze eveneens aan deze bepaling Nulgeleider Een actieve geleider verbonden met het nulpunt (N) In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden mag de nulgeleider de functie van beschermingsgeleider vervullen. PEN – geleider Een geleider die gelijktijdig de functie van nulgeleider en beschermingsgeleider vervult Actieve delen De geleiders en geleidende delen van elektrisch materieel dat bij normaal gebruik onder spanning kan staan, met inbegrip van de geleidende delen, rechtstreeks verbonden met de nulgeleider bij wisselstroom of met de compensator geleider bij gelijkstroom. De PEN-geleider wordt bij conventie niet als actief deel beschouwt; De delen van sommige machines of toestellen (bijvoorbeeld in verband met ontstoringsmaatregelen) indien de desbetreffende bijzondere voorschriften dit voorzien of indien de installatie- en gelijksvoorwaarden zodanig zijn dat deze geleidende delen in normale omstandigheden op een spanning gebracht worden die groter is dan de maximumwaarde van de zeer lage spanning. Dit geldt, bij elektrisch materieel van de klasse II (bepaald bij artikel 30.07.d), eveneens voor geleidende delen die enkel actieve delen geïsoleerd zijn door een basis isolatie. Gelijktijdig genaakbare delen of stukken Geleiders of geleidende blanke delen die gelijktijdig door een persoon kunnen aangeraakt worden, dit wilzeggen die zich op een afstand van elkaar bevinden die gegeven wordt door volgende formule: d = 2,50 +0,01 (UN - 20 ) met een minimum afstand van 2,50 m Daarin is UN de spanning in KV, tussen deze of stukken. Kunnen beschouwd worden als gelijktijdig genaakbare delen of stukken: - actieve delen; - massa’s; - geleidende delen, vreemd aan de elektrische installatie; - beschermingsgeleiders, equipotentiale geleiders; - aardelektroden; - de grond en geleidende vloeren.
Bescherming tegen elektrische schokken 1 van1 1
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMINGS TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel BESCHERMINGS MAATREGELEN A.R.E.I. 28.01 Begrippen met betrekking tot de bescherming tegen elektrische schokken (vervolg) Tussenstuk Een niet genaakbaar en geleidend deel van elektrisch materieel dat in normale omstandigheden niet onder spanning staat, maar dat bij een fout onder spanning te komen Massa Genaakbaar en geleidend deel dat geen actief deel is maar dat bij een fout onder spanning kan komen De term “massa” beduidt hoofdzakelijk genaakbare metalen delen van elektrisch materieel, normaal geïsoleerd van de actieve delen maar die er toevallig mee in aanraking kunnen komen als gevolg van een tekortkoming in de schikkingen, genomen om hun isolatie te verzekeren. Deze tekortkoming kan het gevolg zijn van het in gebreke blijven van de basisisolatie, de bevestiging- of beschermingsinrichtingen. Onder massa wordt namelijk verstaan: - genaakbare metalen delen van elektrisch materieel, enkel van de actieve delen gescheiden door een basis isolatie; - vreemde geleidende delen, elektrisch verbonden of in aanraking met het geleidend of isolerend uitwendig oppervlak van elektrisch materieel dat slechts een basis isolatie omvat; - Dit is met name ook het geval met metalen deurlijsten gebruikt als doorgang van elektrische leidingen, als steun voor elektrische toestellen met basisisolatie of geplaatst in contact met het uitwendig omhulsel van deze toestellen. Uit de bepaling van massa volgt eveneens dat: - de genaakbare metalen delen van elektrisch materieel dat niet van de klasse II is, metalen bewapening van kabels en bepaalde metalen buizen massa’s zijn. - geen enkel deel van elektrisch materieel van de klasse II als massa beschouwd wordt Met de term “massa” wordt eveneens elk metalen voorwerp bedoeld dat door gewilde plaatsing of als gevolg van een bestaande toestand, elektrisch verbonden of in aanraking is met het uitwendig oppervlak van elektrisch met basisisolatie. In de ruimere betekenis moeten alle metalen voorwerpen in de nabijheid van niet geïsoleerde actieve delen als massa beschouwd worden indien er een groot risico bestaat dat ze in elektrisch contact komen met deze actieve delen als gevolg van onvolkomenheden van de bevestigingsmiddelen (zoals loskomen van verbindingen, breuk van een geleider,…) Vreemd geleidend deel Geleidend deel, vreemd aan de elektrische installatie: geleidend deel dat niet tot de elektrische installatie behoort en dat een potentiaal, de aardpotentiaal inbegrepen kan overbrengen. De vreemde geleidende delen zijn namelijk: - metalen delen gebruikt in de constructie van gebouwen; - metalen leidingen voor gas, water, verwarming, enz… en de niet-elektrische toestellen die erop aangesloten zijn (radiatoren, niet elektrische fornuizen, metalen gootstenen, enz - niet- isolerende vloeren en wanden. Fout Toevallige elektrische verbinding tussen twee punten op verschillende potentialen. De verbinding kan rechtstreeks zijn of een zekere impedantie vertonen Kortsluiting Rechtstreekse fout of fout met een te verwaarlozen impedantie Impedantie van de foutlus Totale impedantie die de foutstroom bepaalt Foutstroom Stroom die ontstaat door een fout Aardfoutstroom Foutstroom die naar de aarde vloeit Kortsluitstroom Overstroom die ontstaat die ontstaat door een kortsluiting
Bescherming tegen elektrische schokken 2 van2 2
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMINGTEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel BESCHERMINGS MAATREGELEN A.R.E.I. 28.01 Begrippen met betrekking tot de bescherming tegen elektrische schokken (vervolg) Lekstroom stroom die een foutloze elektrische stroombaan naar de aarde of naar vreemde geleidende delen vloeit Overbelastingsstroom overstroom in een foutloze elektrische stroombaan Elementaire stroombaan Deel van een elektrische installatie tussen twee opeenvolgende bescherminrichtingen tegen overstroom (hoofdstroombaan) of deel na de laatste bescherminrichting (eindstroombaan) Stroombaan Geheel dat bestaat uit een of meerdere elementaire stroombanen Foutspanning spanning die bij een isolatiefout ontstaat tussen een massa en een punt waarvan de potentiaal niet veranderd wordt door het onder spanning brengen van de massa Contactspanning Spanning die, in het raam van de bescherming tegen onrechtreekse aanrakingen, bij en isolatiefout bestaat of kan ontstaan tussen gelijktijdig genaakbare delen, met een uitzondering van de actieve delen Stapspanning Spanning die, als gevolg van een isolatiefout of een boog, kan ontstaan tussen twee punten van het grondoppervlak op een meter van elkaar Verplaatsings- of werkoppervlak Oppervlak waarop personen zich verplaatsen of werken; dit oppervlak wordt begrensd door zijn eigen schikking of door één of meerdere materiële elementen. Handbereik : Volume dat gelegen is rond een verplaatsings- of werkoppervlak en dat begrensd is zoals vermeld in de volgende figuren: fig. 1 : het verplaatsings- of werkoppervlak is natuurlijk begrensd; fig. 2 : het verplaatsings- of werkoppervlak is begrensd door een materieel element; fig. 3 : materiële elementen die het verplaatsings- of werkoppervlak begrenzen hebben openingen die geen doorgang & 4 : verlenen aan een lange rechte staaf van 12 mm doormeter.
Bescherming tegen elektrische schokken 3 van3 3
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel BESCHERMINGS MAATREGELEN A.R.E.I. 28.02 Begrippen met betrekking tot de aardverbindingen Aardelektrode: Eén of meerdere met elkaar verbonden in de grond aangebrachte geleidende stukken die een elektrische verbinding vormen met de aarde Beschermingsgeleider: Geleider gebruikt bij het nemen van bepaalde beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking en die de massa’s verbindt met hetzij: - andere massa’s; - vreemde geleidende delen; - aardelektroden; - een met de aarde verbonden geleider; een met de aarde verbonden actief deel. Hoofdbeschermingsgeleider: Geleider die enerzijds verbonden is met de aargeleider(s) en anderzijds met de beschermingsgeleiders van de massa’s en zo nodig met deze van de vreemde geleidende delen en eventueel met de nulgeleider. Aardgeleider: Geleider die de hoofdaardingsklem verbindt met een aardelektrode; Aardgeleider van de nulgeleider: Geleider die een punt van nulgeleider verbindt met een aardelektrode Elektrisch gescheiden aardelektrode: Aardelektroden die voldoende ver van elkaar verwijdert zijn zodat, wanneer door een aardelektrode de maximum af te voeren stroom vloeit, de potentiaal van de anderen niet gevoelig verandert. Aardingsinstallatie: Geheel bestaande uit één of meerdere met elkaar verbonden aardelektroden en de bijhorende beschermings- en aardgeleider; Hoofdaardingsklem: Verbindingsklem van de beschermingsgeleider(s) de hoofdequipotentiale geleiders en de aardgeleider Aardingsklem of beschermingsklem: Verbindingsklem van de beschermingsgeleider van elektrisch materieel. Equipotentiale verbinding Afzonderlijke elektrische verbinding, voorzien om de massa’s of vreemde geleidende delen op een zelfde of nagenoeg een zelfde potentiaal te brengen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen: - de hoofdequipotentiale verbinding - de bijkomende equipotentiale verbinding - plaatselijke-, niet geaarde equipotentiale verbindingen. Equipotentiale geleider Geleider bestemt om de equipotentiale verbindingen te verwezenlijken.
Bescherming tegen elektrische schokken 4 van4 4
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel BESCHERMING MAATREGELEN A.R.E.I. 28.03 Begrippen met betrekking tot de karakteristieken van beschermingstoestellen Residuële differentieel stroom: Algebraïsche som van de ogenblikkelijke waarden van de stromen doorheen alle actieve geleiders van een stroombaan in een punt van de elektrische installatie. (I ∆ n). Residuële differentiële aanspreekstroom: Waarde van de residuële differentiële stroom die de werking van een bescherminrichting veroorzaakt. Nominale stroom: Cconventionele waarde van de stroom die de werkingsvoorwaarde van de bescherminrichting bepaalt. De instelstroom moet aanzien worden als de nominale stroom voor de regelbare beschermingstoestellen (In) Conventionele aanspreekstroom: De bepaalde waarde van de stroom vanaf dewelke en waarboven het beschermingstoestel werkt binnen een bepaalde tijd (If ) Onderbrekingsvermogen: Waarde van de stroom die het beschermingstoestel kan onderbreken op een welbepaalde spanning en onder voorgeschreven gebruiks- en werkingsvoorwaarden. Omnipolaire onderbreking: Onderbreking van alle actieve geleiders van een stroombaan, de nulgeleider inbegrepen.
28.04 Begrippen met betrekking tot zekere transformatoren Scheidingstransformator: Transformator waarvan de primaire en secundaire wikkelingen elektrisch gescheiden zijn met het oog op het beperken van de gevaren bij toevallig gelijktijdig contact met de massa en de actieve delen of de delen die actief kunnen worden bij een isolatiefout. De isolatie tussen de primaire en secundaire wikkelingen moet een graad van bescherming verzekeren die gelijkwaardig is met deze van een basisisolatie (ar. 30.02) 30.02 De basisisolatie is een isolatie die noodzakelijk is voor een normale werking van elektrisch materieel en elektrische installaties en die de fundamentele bescherming tegen elektrische schokken verzekert Beschermingstransformator: Transformator waarvan de primaire en secundaire wikkelingen elektrisch gescheiden zijn met het oog op het beperken van de gevaren bij toevallig gelijktijdig contact met de massa en de actieve delen of de delen die actief kunnen worden waarbij een isolatiefout. De isolatie tussen de primaire en secundaire wikkelingen moet een graad van bescherming verzekeren die gelijkwaardig is met deze van dubbele isolatie (art. 30.03) 30.03 De dubbele isolatie is een isolatie waarin buiten de basis isolatie een onafhankelijke bijkomende isolatie wordt voorzien: De dubbele isolatie wordt gecontroleerd door type proeven; zij moet gedurende een minuut een proefspanning doorstaan op industriële frequentie waarvan de waarde bepaald wordt: - hetzij in de desbetreffende normen, gehomologeerd of door het BIN geregistreerd; - hetzij bijbesluiten door de Ministers die respectievelijk……, onder hun bevoegdheid en dit ieder voor wat hem betreft; - hetzij op uitdrukkelijke wijze in het raam van dit reglement(A.R.E.I) Het materiaal met dubbele isolatie moet het symbool
dragen, van buiten zichtbaar.
Veiligheidstransformator : Beschermingstransformator bestemt voor het voeden van een of meerdere stroombanen op zeer lage veiligheidsspanning. Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 5 van5 5
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 29 29.01
BESCHERMINGS MAATREGELEN BESCHERMINGSGRADEN GEGEVEN DOOR OMHULSELS EN HINDERNISSEN Omhulsels De beschermingsgraad inzake de door omhulsels verwezenlijkte bescherming tegen het binnen dringen van vreemde vaste voorwerpen en vloeistoffen alsmede tegen de directe aanraking met actieve delen gelegen binnen de omhulsels wordt bepaald door een code beantwoordend aan de door de Koning gehomologeerde norm of aan de bepalingen die ten minste een gelijkwaardig niveau bieden. Deze code is samengesteld uit twee getallen waarvan de eerste de beschermingsgraad tegen het binnendringen van vreemde vaste voorwerpen en het tweede de beschermingsgraad tegen het binnen dringen van vloeistoffen voorstelt. Wanneer één dezer getallen niet is bepaald, wordt het vervangen door de letter X. De bescherming tegen de directe aanraking met actieve delen het omhulsel, wordt bepaald door een letter die van de getallen is gescheiden door een streepje.
29.02
De letters A, B, C en D hebben betrekking op de verhindering van de aanraking met de actieve delen door een kaliber met een doormeter van respectievelijk 50, 12, 2,5 en 1 mm Hindernissen De beschermingsgraad inzake de door hindernissen verwezenlijkte bescherming tegen het binnendringen van vreemde vaste voorwerpen en vloeistoffen, alsmede de bescherming tegen de directe aanraking van actieve delen achter de hindernissen wordt op analoge wijze bepaald.
IP XX - A = bescherming tegen aanraking met de actieve delen met een kaliber van IP XX - B = bescherming tegen aanraking met de actieve delen met een kaliber van IP XX - C = bescherming tegen aanraking met de actieve delen met een kaliber van IP XX - D = bescherming tegen aanraking met de actieve delen met een kaliber van
50 12 2,5 1
mm. mm. mm. mm.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 6 van6 6
Bescherming tegen elektrische schokken 7 van7 7
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN
VADEMECUM
ELEKTRICITEIT
BESCHERMINGSGRADEN GEGEVEN DOOR OMHULSELS EN HINDERNISSEN
BESCHERMING TEGEN HET INDRINGEN VAN VLOEISTOFFEN tot 1.000 volt. wisselstroom volgens NBN C 20 – 529 // EN 60529 // IEC 529 CEE
O
OMSCHRIJVING Geen bescherming
1
Verticaal vallende waterdruppels
2
3
4
5
6
PROEF
IPX1
Vallende waterdruppels tot 15° van het verticale
Regen tot 60° van het verticale
Waterprojecties uit willekeurige richting 360°
Waterstralen uit willekeurige richting 360°
Omstandigheden zoals op de brug van een schip
7
Onderdompeling
8
Langdurige onderdompeling
Bescherming tegen elektrische schokken 8 van8 8
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BESCHERMINGSGRADEN GEGEVEN DOOR OMHULSELS EN HINDERNISSEN
tot 1.000 volt. wisselstroom volgens NBN C 20 – 529 // EN 60529 // IEC 529 BESCHERMING TEGEN HET INDRINGEN VAN VASTE VOORWERPEN CEE
O
1
2
PROEF
IPX1
OMSCHRIJVING Geen bescherming
Bescherming tegen het indringen van voorwerpen groter dan 50 mm.
Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm.
3
Bescherming tegen de aanraking met gereedschap en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 2,5 mm.
4
Bescherming tegen aanraking met fijn gereedschap en tegen indringen van voorwerpen groter dan 1 mm.
5
Volledige bescherming tegen aanraking en tegen schadelijke neerslag van stof
6
Volledige bescherming tegen aanraking en tegen het indringen van stof.
Bescherming tegen elektrische schokken 9 van9 9
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 30 30.01
BESCHERMINGS MAATREGELEN ISOLATIE EN INDELING VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL VOOR LAGE EN ZEER LAGE SPANNING Isolatie Door isolatie wordt verstaan het geheel der isoleringen (vaste, vloeibare, gasvormige) die bij het vervaardigen van elektrisch materieel of een elektrische installatie gebruikt worden om de actieve delen te isoleren. De isolatie moet gedurende een minuut weerstaan aan een proefspanning op industriële frequentie waarvan de waarde wordt bepaald: - hetzij in de desbetreffende normen gehomologeerd door de Koning of geregistreerd of door het B.I.N. geregistreerd; - hetzij door besluiten van de Ministers, die respectievelijk……, onderhun bevoegdheid en dat ieder voor wat hem betreft; - hetzij op uitdrukkelijke wijze in het raam van dit reglement (A.R.E.I)
30.02
Basisisolatie De basisisolatie is een isolatie die noodzakelijk is voor een normale werking van elektrisch materieel en elektrische installaties en die de fundamentele bescherming tegen elektrische schokken verzekert.
30.03
Dubbele isolatie De dubbele isolatie is een isolatie waarin buiten de basis isolatie een onafhankelijke bijkomende isolatie wordt voorzien: De dubbele isolatie wordt gecontroleerd door type proeven; zij moet gedurende een minuut een proefspanning doorstaan op industriële frequentie waarvan de waarde bepaald wordt: - hetzij in de desbetreffende normen, gehomologeerd of door het BIN geregistreerd; - hetzij bijbesluiten door de Ministers die respectievelijk……, onder hun bevoegdheid en dit ieder voor wat hem betreft; - hetzij op uitdrukkelijke wijze in het raam van dit reglement(A.R.E.I) Het materiaal met dubbele isolatie moet het symbool
30.04
dragen, van buiten zichtbaar.
Totale isolatie Totale isolatie wordt toegepast bij in de fabriek vervaardigde schakel- en verdeelinrichtingen. Zij worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de desbetreffende door de Koning gehomologeerde norm, en inzonderheid a.- Het elektrisch materieel moet volledig met een isolerend materiaal omhuld zijn. Het omhulsel moet het symbool
dragen, van buiten zichtbaar .
b.- De in de fabriek vervaardigde schakel- en verdeelinrichtingen moeten inwendig op een zichtbare wijze het symbool
dragen
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 10 van10 10
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 30 30.05
BESCHERMINGS MAATREGELEN ISOLATIE EN INDELING VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL VOOR LAGE EN ZEER LAGE SPANNING Bijkomende isolatie De bijkomende isolatie is een isolatie die bij het installeren wordt aangebracht over de basis isolatie van elektrisch materieel teneinde voor dit materieel een veiligheid te bekomen die gelijkwaardig is met deze van dubbele isolatie. Zij moet aan de volgende voorwaarden voldoen: a.- bij bedrijfsklaar elektrisch materieel bevinden de tussenstukken zich in een isolerend omhulsel dat ten minste een beschermingsgraad IPXX-B biedt; (IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) b.- het isolerend omhulsel kan weerstaan aan de te verwachten mechanische, elektrische, scheikundige en thermische invloeden; c.- deklagen van verf, vernis en gelijkaardige stoffen voldoen meestal niet aan deze voorschriften met uitzondering van de omhulsels die de typeproeven hebben ondergaan en die bedekt zijn met een dergelijke laag indien hun gebruik toegelaten is door de desbetreffende regels en de isolerende bedekkingen beproefd zijn volgens de overeenkoms tige beproevingsvoorwaarden; d.- het isolerend omhulsel mag niet doorboord worden door metalen delen die een potentiaal zouden kunnen overbrengen. Het omhulsel mag geen schroeven uit isolerend materiaal bevatten waarvan de vervanging door een metalen schroef de isolatie de isolatie die het omhulsel biedt in gevaar brengt. Wanneer mechanische verbindingen door het omhulsel gaan (bijvoorbeeld: bedieningsorganen van ingesloten toestellen moeten deze zo geschikt worden dat de bescherming tegen elektrische schokken niet in het gedrang komt) e.- indien deuren of deksels zonder sleutel of gereedschap kunnen geopend worden moeten alle geleidende delen die genaakbaar worden als de deur of het deksel open is, zich achter een isolerende hindernis bevinden die tenminste een beschermingsgraad van IPXX-B heeft om te beletten dat personen in aanraking komen met dergelijke delen. ((IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) Deze isolerende hindernis mag slecht kunnen weggenomen worden met behulp van een sleutel of gereedschap;
f.- het symbool het omhulsel. 30.06
moet op een zichtbare wijze aangebracht zijn op de buitenwand van
Versterkte isolatie De versterkte isolatie bestaat uit een bekleding van actieve delen met een enkelvoudige isolatie die zodanige mechanische en elektrische eigenschappen heeft dat ze een bescherming tegen elektrische schokken verzekerd die gelijkwaardig is aan deze van een dubbele isolatie. Ze is slechts toegelaten als het om constructieve redenen onmogelijk is een dubbele isolatie aan te brengen. Ze moet voldoen aan de voorwaarden van punt 05.b tot 05.f van dit artikel.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 11 van11 11
Bescherming tegen elektrische schokken 12 van12 12
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 30 30.07
BESCHERMINS MAATREGELEN ISOLATIE EN INDELING VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL VOOR LAGE EN ZEER LAGE SPANNING Klassen van het elektrisch materieel In verband met de bescherming tegen elektrische schokken wordt het elektrisch materieel voor lage een zeer lage spanning ingedeeld volgend die criteria: a.- de isolatie tussen actieve en genaakbare delen; b.- de al dan niet bestaande mogelijkheid om genaakbare, geleidende delen te verbinden met een beschermingsgeleider;
30.07.a
c.- de toelaatbare spanningen. HET ELEKTRISCH MATERIEEL WORDT IN DE VOLGENDE KLASSEN INGEDEELD Klasse O Elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken enkel berust op de basis isolatie; dat wil zeggen dat niets voorzien is om eventueel genaakbare delen met een beschermingsgeleider. Elektrisch materieel van de klasse O heeft hetzij een omhulsel uit isolerend materiaal dat een deel of het geheel van de basisisolatie uitmaakt, hetzij een metalen omhulsel dat van alle actieve delen door een gepaste isolatie gescheiden is . Indien elektrisch materieel, met een omhulsel uit isolerend materiaal, middelen bevat om inwendige delen te verbinden met een beschermingsgeleider moet het beschouwd worden als v. d klasse 1 of 01
30.07.b
Klasse 01 Elektrisch materieel met ten minste een basisisolatie voor al zijn delen en met een beschermingsklem (of massaklem) maar uitgerust met een voedingskabel zonder beschermingsgeleider.
30.07.c
Klasse I Elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken niet uitsluitend berust bij de basis isolatie, maar waarbij de genaakbare delen verbonden moeten worden met een beschermingsgeleider zodat deze delen niet gevaarlijk kunnen worden door het in gebreke blijven van de basisisolatie. Bij elektrisch materieel gevoed via een snoer, moet dit snoer een beschermingsgeleider omvatten
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 13 van13 13
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 30
30.07.d
BESCHERMINGS MAATREGELEN ISOLATIE EN INDELING VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL VOOR LAGE EN ZEER LAGE SPANNING HET ELEKTRISCH MATERIEEL WORDT IN DE VOLGENDE KLASSEN INGEDEELD Klasse II Elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken berust op: - hetzij dubbele isolatie; - hetzij versterkte isolatie. Het elektrisch materieel van de klasse II moet het symbool
dragen, van buiten zichtbaar.
Deze beschermingsmaatregelen bevatten geen mogelijkheid tot aansluiting van een beschermingsaarding en hangen niet af van de wijze van installeren. Dergelijk materieel kan van één van de volgende types zijn: d.1.- klasse II met omhullende isolatie waarbij een duurzaam en nagenoeg continu omhulsel van isolerend materiaal alle metalen delen omsluit, behalve kleine delen zoals kenplaten, schroeven en klinknagels die van de actieve delen zijn gescheiden door een isolatie, ten minste gelijk met de versterkte isolatie; d.2.- klasse II met metalen omhulsel waarbij het nagenoeg continu metalen omhulsel de actieve delen omsluit en waarbij overal hetzij dubbele isolatie wordt aangebracht hetzij een versterkte isolatie omdat een dubbele isolatie absoluut niet te verwezenlijken is; d.3.- Klasse II die een samenstelling is van elektrisch materieel met omhullende isolatie met omhullende isolatie en met een metalen omhulsel. Indien elektrisch materieel in al zijn delen voorzien is van een dubbele isolatie en/ of een versterkte isolatie, maar een uitwendige beschermingsklem bezit, wordt het aanzien als zijnde van de klasse I of 01. 30.07.e
Klasse III Elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken bekomen wordt door voeding op zeer lage veiligheidsspanning, en waarin geen spanningen, andere dan de zeer lage veiligheidsspanning voorkomen.
30.08
Elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig aan deze van de klasse II Elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig met deze van toestellen de klasse II is materieel dat bij zijn toepassingen beschouwd mag worden als zijnde van de klasse II alhoewel het niet volledig beantwoord aan de bepaling van de klasse II. Vermits deze toestellen onderworpen worden aan zeer strenge proeven waardoor verzekerd wordt dat de mogelijkheid van het onder spanning komen van genaakbare delen klein is, worden ze beschouwd als toestellen met een veiligheid gelijkwaardig met deze van materieel van de klasse II De Ministers die respectievelijk…. onder hun bevoegdheid hebben en dit ieder voor wat hem betreft, leggen bij besluit de voorwaarden vast waaraan elektrisch materieel moet voldoen om beschouwd te worden als elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig met deze van de klasse II.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 14 van14 14
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 31 31.01
BESCHERMINGS MAATREGELEN PRINCIPEN VAN DE BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Algemeenheden Een gevaarlijke schokstroom kan het menselijk lichaam doorlopen indien aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1.- het menselijk lichaam dient als geleidend deel in een gesloten stroombaan; 2.- de actieve delen van elektrisch materieel, de massa’s of de vreemde geleidende delen bevinden zich op verschillende potentialen; 3.- de waarde van de stroom is voldoende groot of de duur van de stroomdoorgang in het menselijk lichaam is voldoende lang in functie van de waarde van de stroom om gevaarlijke fysiopathologische gevolgen te hebben. De beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken trachten ten minste één van deze drie omstandigheden te verhinderen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve maatregelen, naargelang deze al dan niet het onderbreken van de stroom tot gevolg hebben.
31.02
Absolute conventionele grensspanning UL De absolute conventionele grensspanning UL hangt af van de weerstand van het menselijk lichaam, die, met name, functie is van de huidvochtigheid. Om de invloedsfactor van de huidvochtigheid te bepalen wort een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BB gevolg door een cijfer gaande van 1 tot 3. Bij conventie werden aldus drie weerstanden van het menselijk lichaam, naargelang de huidvochtigheid, bepaald met drie overeenkomstige niet gevaarlijke spanningen, conventionele grensspanningen genoemd, zoals aangeduid in volgende tabel:
Code
Toestand van het menselijk lichaam
Absolute conventionele grensspaning UL in volt Wisselspanning Gelijkspanning Gelijkspanning met rimpel zonder rimpel 50 75 120 25 36 60 12 18 30
BB1 Volledig droge huid of vochtig door transpiratie BB2 Natte huid BB3 In water ondergedompelde huid 30.02 Relatieve conventionele grensspanning Ul (t) De relatieve conventionele grensspanning is een spanning die niet kan behouden blijven op een groter waarde dan de spanning Ul (t), gedurende een tijd langer dan t, aangegeven in volgende tabel Artikel 31.03 – Gewijzigd bij K.B. van 07/05/00 BS van 24.06.00 Maximale werkingduur (t) RELATIEVE CONVENTIONELE GRENSSPANNING UL (t) in volt in seconden BB1 BB2 Wisselspanning Gelijkspanning Wisselspanning Gelijkspanning < 50 120 < 25 < 60 ∞ 5 50 120 25 60 1 72 155 43 89 0,5 87 187 50 105 0,2 207 276 109 147 0,1 340 340 170 175 0,05 465 465 227 227 0,03 520 520 253 253 0,02 543 543 263 263 0,01 565 565 275 275 De groep curven opgesteld aan de hand van de waarden van de relatieve conventionele grensspanning UL (t) in functie van de tijd, wordt verder in dit reglement “veiligheidscurve” genoemd.
Bescherming tegen elektrische schokken 15 van15 15
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 32 32.01
BESCHERMINGS MAATREGELEN BESCHERMING DOOR GEBRUIK VAN ZEER LAGE VEILIGHEIDSSPANNING Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking De bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking wordt verondersteld verzekerd te zijn door het gebruik van de zeer lage veiligheidspanning wanneer: a.- de grootste spanning in geen enkel geval groter is dan de absolute conventionele grensspanningen, aangeduid in artikel 31.02 (vorige blz.), naargelang de toestanden van het menselijk lichaam; b.- deze veiligheidsspanning geleverd wordt door één van de bronnen aangeduid in artikel 25; art. 25 Voeding op zeer lage veiligheidsspanning De zeer lage veiligheidsspanning is een zeer lage spanning waarvan de waarde begrensd is tot een van de absolute conventionele grensspanning bepaald in art. 31.02 De zeer lage veiligheidsspanning mag geleverd worden door één van de stroombronnen op zeer lage spanning, aangehaald in art. 23 hierboven met uitzondering van deze voorzien in art.23.01.b3 Bij nullast en bij een primaire spanning gelijk aan de nominale spanning mag de secundaire spanning van de transformator niet de waarde overschrijden van de absolute conventionele grensspanning aangehaald in art 31.02 (zie vorige blz.) Indien de elektrische installatie op zeer lage veiligheidsspanning gevoed wordt door gelijkspanning, bekomen door één of meer gelijkrichters, is de in vorige alinea aangehaalde spanningsgrens toepasselijk op de uitgang van de transformator, en dit zonder afbreuk te doen aan de voorschriften van artikel 4.02 met betrekking tot gelijkspanning.
c.- het elektrisch materieel en de installatie beantwoorden aan de voorschriften van de ar. 26, 27 en 40 art. 26 Elektrisch materieel voor zeer lage veiligheidsspanning In alle elektrisch materieel moet er een scheiding voorzien worden tussen de actieve delen van stroombanen op zeer lage veiligheidsspanning en deze van stroombanen op andere spanningen. Deze scheiding is ten minste gelijkwaardig met deze vereist tussen de primaire en secundaire wikkelingen van veiligheidstransformatoren art. 27 Elektrische installaties op zeer lage veiligheidsspanning De geleiders op zeer lage veiligheidsspanning moeten bij voorkeur materieel gescheiden zijn van deze van gelijk welke andere stroombaan die niet op zeer lage veiligheidsspanning zou zijn. Indien ze nochtans geleiders volgen die deel uitmaken van een andere stroombaan die niet op zeer lage veiligheidsspanning zou zijn moeten ze hetzij afzonderlijk hetzij gemeenschappelijk geïsoleerd worden voor de grootste spanning die aanwezig is. Constructie maatregelen moeten genomen worden om een scheiding te verzekeren tussen de actieve delen van stroombanen op een andere spanning. Deze scheiding moet ten minste gelijkwaardig zijn aan deze die bestaat tussen de primaire en secundaire wikkelingen van een veiligheidstransformator. De actieve delen van stroombanen op zeer lage veiligheidsspanning mogen niet elektrisch verbonden worden: - noch met de aardelektrode; - noch met beschermingsgeleiders of massa’s van installaties op een andere spanning; - noch met geleidende delen hetzij deze onmogelijk op gevaarlijk potentiaal kunnen worden gebracht. De stopcontacten op zeer lage veiligheidsspanning moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: - de contactstoppen mogen niet in contactdozen kunnen gestoken worden die gevoed worden op een andere dan zeer lage veiligheidsspanning; - de contactdozen beletten het inbrengen van contactstoppen voor andere voedingen dan de zeer lage veiligheidspenning - de contactdozen mogen noch beschermings- noch aardcontact omvatten Art. 40 Bescherming door middel van omhulsels of hindernissen door isolatie of verwijdering Wanneer de waarde van de zeer lage veiligheidsspanning de waarden vermeld in de tabel van artikel 3.02 niet overtreft, is geen enkele beschermingsmaatregel tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking vereist. Voor de andere waarde van de zeer lage spanning moet de bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking verwezenlijkt worden door gebruik te maken van de beschermingsmaatregelen opgelegd voor laagspanning. Nochtans voor de zeer alge veiligheidsspanning evenals voor de zeer lage spanning geleverd door een van de bronnen vermeld in artikel 23, met uitzondering van deze bepaald in punt b3, moet rekening gehouden worden met de volgende schikkingen: - indien gebruik wordt gemaakt van de bescherming door middel van omhulsels, bepaald in artikel 34 , is het toegelaten de voorschriften vervat in punt b van dit artikel toe te passen i - indien gebruik gemaakt wordt van de bescherming door isolatie, bepaald in artikel 35, moet deze isolatie weerstaan aan een dieëlektrische vastheidsproef, op een spanning van ten minste 500 volt op industriële frequentie, toegepast gedurende 1 minuut.
Bescherming tegen elektrische schokken 16 van16 16
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 32 32.02
BESCHERMINGS MAATREGELEN BESCHERMING DOOR GEBRUIK VAN ZEER LAGE VEILIGHEIDSSPANNING (vervolg) Bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking De bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt verondersteld verzekerd te zijn, onder de voorwaarden van artikel 32.01 (vorige blz.) , gebruik te maken van de zeer lage veiligheidsspanning, zonder dat de maximale nominale spanning tussen twee blanke gelijktijdig genaakbare delen de waarde, bepaald in volgende tabel, overschrijdt: Deze regel is niet van toepassing op de elektrische installaties van zwembaden
Toestand van het menselijk lichaam
Wisselspanning
BB1 – volledig droge huid BB2 – natte huid BB3 – In water ondergedompeld huid
25 12 6
Spanning in volt Gelijkspanning met rimpel 36 18 30
Gelijkspanning zonder rimpel 60 30 20
BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 33
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BIJ LAAGSPANNING ALGEMEENHEDEN De bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt verwezenlijkt hetzij bij constructie zelf van het elektrisch materieel hetzij bij zijn installatie. De aanraking van niet- beschermde actieve delen van het elektrisch materieel moet onmogelijk gemaakt of bemoeilijkt worden: - hetzij door middel van omhulsels (artikel 34); - hetzij door isolatie (artikel 35); - hetzij door middel van hindernissen (artikel 37). Bovendien kan een bijkomende bescherming door een automatische differentieelstroominrichting met grote of zeer grote gevoeligheid worden toegevoegd (artikel 38) (grote of zeer grote gevoeligheid = aanspreekstroom van maximaal 30 mA) In bepaalde gevallen, uitdrukkelijk aangehaald in het A.R.E.I., en meerbepaald in de onderstaande gevallen voor wat de voorschriften aangaande laagspanning betreft, is het toegelaten geheel of gedeeltelijk af te zien van de beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking mits het naleven van bepaalde voorwaarden:
50 51 52 53 54 55 56 57 59 60 62 67 242
Bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking in ruimten v. d elektrische dienst; Bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking in exclusieve ruimten van de elektrische dienst; Installaties met klein vermogen; Verwarmingsweerstanden verzonken in materialen of in vloeren; Meettoestellen; Elektrische laboratoria en proefstanden; Contactlijnen op laagspanning voor rol- of glijcontact; Elektrisch lassen; Elektrolyse installatie; Industriële ovens; Bedwelmingstoestellen voor dieren; Verdeelinrichtingen waar men niet kan binnentreden; lamphouders
Bescherming tegen elektrische schokken 17 van17 17
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 34
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BIJ LAAGSPANNING BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN OMHULSELS De bescherming door middel van omhulsels tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de niet beschermde actieve delen zoding omgeven zijn dat iedere aanraking van deze delen onmogelijk is. Deze omhulsels moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: a.- de doeltreffendheid van de bescherming wordt verzekerd door de aard, de afmetingen, schikking, de stabiliteit, de stevigheid en eventueel de isolerende eigenschappen van de omhulsels, rekening houdend met de invloeden waaraan deze omhulsels normaal blootgesteld zijn; b.- het wegnemen of openen van uitwendige omhulsels of van hun samenstellende delen is slechts mogelijk wanneer ten minste een van de volgende voorwaarden vervuld is: - de omhulsels mogen niet weggenomen of geopend kunnen worden zonder gereedschap of sleutel; - een vergrendelingsmechanisme belet het wegnemen of het openen van de omhulsels zolang de inwendige niet beschermde actieve delen, die toevallig kunnen aangeraakt worden bij afwezigheid van deze bescherming, niet buiten spanning gesteld werden; - er is een automatische uitschakeling van de spanning op alle niet beschermde actieve delen die toevallig kunnen worden aangeraakt om het ogenblik van het wegnemen of het openen van de omhulsels - er zijn een of meerdere inwendige schermen aanwezig die beantwoorden aan de hierboven onder punt a vermelde voorwaarden en die op zulke wijze aangebracht zijn dat de actieve delen niet toevallig kunnen worden aangeraakt zolang de omhulsels weggenomen of open zijn. Het of de schermen zijn blijvend bevestigd of worden automatisch geplaatst; ze kunnen slecht gedemonteerd worden met behulp van gereedschap of een sleutel. Nochtans wordt, ten behoeve van occasionele werkzaamheden (bijvoorbeeld afstellen of herwapenen Van regelapparatuur, vervangen van smeltveiligheden) het wegnemen of openen van uitwendige omhulsels of, van samenstellende delen toegestaan zonder gebruik van gereedschap of sleutel voor zover de hierna vermelde voorwaarden zijn vervuld: - alle actieve delen binnen de omhulsels behoren tot het domein van de laagspanning van 1é categorie; - de werkzaamheden mogen enkel worden uitgevoerd door bevoegde of gewaarschuwde personen; - de onderdelen waarop moet worden ingegrepen zijn derwijze opgevat en opgesteld dat de werkzaamheden op een veilige wijze kunnen worden uitgevoerd;
35
- de voor de handelingen noodzakelijke bewegingsruimte is derwijze dat de bescherming tegen toevallige aanraking van de gevaarlijke actieve delen is gewaarborgd. Wanneer de bewegingsruimte te beperkt is, dient de bescherming tegen toevallige aanraking te zijn verwezenlijkt door middel van hindernissen. BESCHERMING DOOR ISOLATIE De bescherming, door isolatie, tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de actieve delen bedekt zijn met een isolerende stof die blijvende bevestigd of op haar plaats of op haar plaats gehouden wordt en die elke aanraking van actieve delen belet. Deze isolatie mag slechts door vernietiging kunnen weggenomen worden.
Nota: artikel 34 vanaf lid 3 werd gewijzigd bij KB van 07/05/00 BS van 24/06/00
Bescherming tegen elektrische schokken 18 van18 18
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 36
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BIJ LAAGSPANNING BESCHERMING DOOR VERWIJDERING De bescherming door verwijdering, tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen: - hetzij, wanneer de niet-beschermde actieve delen buiten handbereik geplaatst of geïnstalleerd zijn; - hetzij, wanneer er binnen handbereik geen gelijktijdig genaakbare actieve delen en stukken zijn die zich potentialen bevinden waarvan het verschil groter is dan de absolute conventionele grensspanning vermeld in artikel 32.01 Indien het verplaatsing- of werkoppervlak niet in horizontale zin begrensd is door zijn eigen schikking, moet het dit zijn door ten minste één niet buigzaam materieel element dat in staat is de toevallige doorgang van een persoon te verhinderen en waarvan het bovenste deel op een hoogte ligt begrepen tussen 1 m en 1,20 m van de grond.
Code
Toestand van het menselijk lichaam
BB1 BB2 BB3
Volledig droge huid of vochtig door transpiratie Natte huid In water ondergedompelde huid
37
Absolute conventionele grensspaning UL in volt Wisselspanning Gelijkspanning Gelijkspanning met rimpel zonder rimpel 50 75 120 25 36 60 12 18 30
BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN HINDERNISSEN De bescherming door middel van hindernis sen tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de hindernissen een toevallige benadering van de niet-beschermde actieve delen beletten. De hindernissen moeten zodanig zijn dat hun doeltreffendheid verzekerd wordt door hun aard, hun afmetingen, hun schikking, hun stabiliteit, hun stevigheid en eventueel hun isolerende eigenschappen, rekening houdend met de invloeden waaraan zij normaal zijn blootgesteld. De Ministers die respectievelijk……. onder hun bevoegdheid hebben, kunnen ieder voor wat hun betreft bij besluit de minimum afmetingen van de hindernissen vastleggen
38
BIJKOMENDE BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN AUTOMATISCHE DIFFERENTIEELSTROOMINRICHTINGEN Deze beschermingsmaatregel is uitsluitend bedoeld om ander beschermingsmaatregelen tegen rechtstreekse aanraking te vervolledigen. Enkel het gebruik van automatische differentieelstroominrichtingen met hoge of zeer hoge gevloeligheid, zoals bepaald in artikel 81.01 (aanspreekstroom van maximaal 30 mA) wordt erkend als bijkomende beschermingsmaatregel bij het ingebreke blijven van andere beschermingsmaatregelen tegen rechtstreekse aanraking of in geval van onvoorzichtigheid van de gebruikers.
39
GEBRUIK VAN NULGELEIDER ALS BESCHERMINGSGELEIDER Wanneer aan de voorgeschreven voorwaarden van de beschouwde beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking wordt voldaan, wordt aangenomen dat zowel de nulgeleider, gebruikt als beschermingsgeleider (PEN), als de delen ermee verbonden, beschermd zijn tegen rechtstreekse aanraking.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 19 van19 19
Bescherming tegen elektrische schokken 20 van20 20
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 40
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BIJ ZEER LAGE SPANNING EN ZEER LAGE VEILIGHEIDSSPANNINGSPANNING BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN OMHULSELS OF HINDERNISSEN DOOR ISOLATIE OF DOOR VERWIJDERING
Wanneer de waarde van de zeer lage veiligheidsspanning de waarden van artikel 32.02 niet overtreft, is geen enkele beschermingsmaatregel tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking vereist. Artikel 32.02 Spanning in volt Toestand van het menselijk lichaam Wisselspanning Gelijkspanning Gelijkspanning met rimpel zonder rimpel BB1 – volledig droge huid 25 36 60 BB2 – natte huid 12 18 30 BB3 – In water ondergedompeld huid 6 30 20 40 Voor de andere waarden van de zeer lage spanning moet de bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking verwezenlijkt worden door gebruik te maken van de beschermingsmiddelen opgelegd voor laagspanning; (zie vorige blz.) Nochtans voor de zeer lage veiligheidsspanning evenals voor de zeer lage spanning geleverd door een van de bronnen vermeld in artikel 23, met uitzondering van deze bepaald in punt 3b, moet rekening gehouden worden met de volgende schikkingen: - indien gebruik wordt gemaakt van de bescherming door middel van omhulsels, bepaald in artikel 34, is het toegelaten de voorschriften vervat in punt b van dit artikel niet toe te passen; Art. 34 BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN OMHULSELS
De bescherming door middel van omhulsels tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de niet beschermde actieve delen zodanig omgeven zijn dat iedere aanraking van deze delen onmogelijk is. Deze omhulsels moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: a.- de doeltreffendheid van de bescherming wordt verzekerd door de aard, de afmetingen, schikking, de stabiliteit, de stevigheid en eventueel de isolerende eigenschappen van de omhulsels, rekening houdend met de invloeden waaraan deze omh ulsels normaal blootgesteld zijn; b.- het wegnemen of openen van uitwendige omhulsels of van hun samenstellende delen is slechts mogelijk wanneer ten minste een van de volgende voorwaarden vervuld is: - de omhulsels mogen niet weggenomen of geopend kunnen worden zonder gereedschap of sleutel; - een vergrendelingsmechanisme belet het wegnemen of het openen van de omhulsels zolang de inwendige niet beschermde actieve delen, die toevallig kunnen aangeraakt worden bij afwezigheid van deze bescherming, niet buiten spanning gesteld werden; - er is een automatische uitschakeling van de spanning op alle niet beschermde actieve delen die toevallig kunnen worden aangeraakt om het ogenblik van het wegnemen of het openen van de omhulsels - er zijn een of meerdere inwendige schermen aanwezig die beantwoorden aan de hierboven onder punt a vermelde voorwaarden en die op zulke wijze aangebracht zijn dat de actieve delen niet toevallig kunnen worden aangeraakt zolang de omhulsels weggenomen of open zijn. Het of de schermen zijn blijvend bevestigd of worden automatisch geplaatst; ze kunnen slecht gedemonteerd worden met behulp van gereedschap of een sleutel. Nochtans, om bij laagspanning van 1é categorie (wisselspanning groter dan 50 V en kleiner dan 500 V) uitzonderlijke handelingen of werkzaamheden uit te voeren zoals regeling of vervanging van beschermtoestellen, vervanging van lampen…., wordt een scherm toegelaten dat volledig is of bepaalde openingen heeft voor zover het beantwoordt aan de volgende voorwaarden: - het moet zo ontworpen zijn dat tenminste elke toevallige aanraking vermeden wordt van niet- beschermde actieve delen die niet het voorwerp uitmaken van een andere beschermingsmaatregel; - het mag slechts kunnen gedemonteerd worden met behulp van gereedschap of van een sleutel. 40
- indien gebruik wordt gemaakt van de bescherming door isolatie, bepaald in artikel 35, moet deze isolatie weerstaan aan een diëlektrische vastheidsproef, op een spanning van ten minste 500 V op industriële frequentie, toegepast gedurende 1 minuut.
Art. 35 BESCHERMING DOOR ISOLATIE De bescherming, door isolatie, tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de actieve delen bedekt zijn met een isolerende stof die blijvende bevestigd of op haar plaats of op haar plaats gehouden wordt en die elke aanraking van actieve delen belet. Deze isolatie mag slechts door vernietiging kunnen weggenomen worden.
Bescherming tegen elektrische schokken 21 van21 21
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 47.03.c
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BUITEN RUIMTEN VAN DE ELEKTRISCHE DIENST Bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking, van personen die zich buiten de ruimte van de elektrische dienst bevinden c.1.- Maatregelen inzake de genaakbaarheid langs boven over de scheidingswanden en omheiningen heen Geen enkel niet-beschermd actief deel in de niet- overdekte ruimte van de elektrische dienst mag zich op een afstand van de bovenrand van de scheidingswanden of omheiningen bevinden die kleiner is dan 2,5m + 0,01 (UN –20) – h met een minimum van 2,5 m – h, met h de hoogte van deze wanden of omheiningen. c.2.- Maatregelen aangaande het indringen van lange voorwerpen door de openingen in de omheining Geen enkel niet-beschermd actief deel mag zich op een afstand kleiner dan dh bevinden van het dak van de omheining waarbij dh gelijk is aan - 2,5 m + 0,01 (UN – 20) met een minimum van 2,5 m in het geval van omheiningen /50 mm; - 5 m + 0,01 (UN – 20) met een minimum van 5 m in het geval van omheiningen /120 mm. omheining / 50 mm = openingen kleiner dan 50 mm. omheining /120 mm = openingen kleiner dan 120 mm C.3.- Maatregelen betreffende de voor het publiek genaakbare deuren en toegangshekken Wanneer een ruimte van de elektrische dienst onmiddellijk naast een gewone ruimte gelegen is die toegankelijk is voor het publiek moeten de deuren of de toegangshekken die deze twee ruimten scheiden hetzij bewaakt worden hetzij worden gesloten door middel van een veiligheidsslot of van ander systeem dat dezelfde waarborgen van onverbreekbaarheid biedt.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 22 van22 22
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 49.01 49.01.a
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING IN GEWONE RUIMTEN Keuze van de beschermingswijzen rekening houdend met de spanning v. d elektrische installatie Zeer lage spanning De voorschriften van artikel 40 zijn van toepassing. De beschermingsgraad van de omhulsels en hindernissen moet ten minste IP XX-B zijn IP 2X = Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm
49.01.b
Laagspanning Voor de laagspanning moet de bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking worden gewaarborgd: - hetzij door middel van omhulsels (art.34); - hetzij door isolatie (art.35); De beschermingsgraad van de omhulsels moet minstens gelijk zijn aan IPXX-D in de ruimten die toegankelijk zijn voor het publiek en aan IPXX-B in de andere ruimten. IP 2X = Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm IP 4X= Bescherming tegen de aanraking met fijn gereedschap en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 1 mm.
49.01.d
Functionele openingen De beschermingsgraden waarvan hierboven sprake zijn niet vereist voor de functionele openingen (zoals bv. de verluchtingsopeningen of deze die nodig zijn voor de werking van het materieel) op voorwarde dat constructiemaatregelen worden getroffen opdat een willekeurig lang voorwerp niet in aanraking kan komen met de niet beschermde actieve- delen.
49.02
Ruimten speciaal bestemd voor kinderen In de ruimten speciaal voor kinderen (BA2) moeten de contactdozen op laagspanning zodanig uitgevoerd worden dat de contacten spanningsloos zijn of volledig afgedekt zijn door een scherm wanneer de contactstop uitgetrokken is. Het middel ter verwezenlijking van dit voorschrift moet zodanig zijn dat het niet gemakkelijk kan bediend worden door iets anders dan een contactstop. Het mag niet bestaan uit delen die verloren kunnen gaan.
49.03
49.04
Ondernemingen die werknemers tewerkstellen die onder toepassing vallen van artikel 28 van het algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming A.R.A.B. Snoeren voorzien van een bescherming door isolatie mogen gebruikt worden voor de voeding van hoogspanningsmachines en –toestellen op voorwaarde dat maatregelen getroffen worden om het gevaar van elektrostatische ontladingen te vermijden. Voor het publiek toegankelijke ruimten In de voor het publiek toegankelijke ruimten moetende genaakbare delen van omhulsels en hindernissen zo zijn opgevat dat zij niet langs buiten kunnen worden gedemonteerd. De deur of de deuren die ze bevatten moeten gesloten zijn met een slot met veiligheidssleutel.
Bescherming tegen elektrische schokken 23 van23 23
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING IN RUIMTEN van de ELKTRISCHE DIENST
Artikel A.R.E.I. 50.01
Algemeenheden De bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking in ruimten van de elektrische dienst moeten gewaarborgd worden door naleving van de voorschriften van artikel 49 betreffende de gewone ruimten. Van deze voorschriften mag evenwel worden afgeweken binnen de grenzen vermeld in het hierna volgende punt 02
50.02
Afwijkende voorschriften
50.02.a
Laagspanning van 1ste categorie: (max. 500 V) Voor de laagspanning van 1ste categorie zijn onder andere de bescherming door verwijdering (art 36) en de bescherming door middel van hindernissen (art 37) toegelaten. Bovendien moet de beschermingsgraad van de omhulsels en de hindernissen ten minste gelijk zijn aan IP XX-B. IP XX- B = Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm
Art. 36 BESCHERMING DOOR VERWIJDERING De bescherming door verwijdering, tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen: -
hetzij, wanneer de niet -beschermde actieve delen buiten handbereik geplaatst of geïnstalleerd zijn;
-
hetzij, wanneer er binnen handbereik geen gelijktijdig genaakbare actieve delen en stukken zijn die zich potentialen bevinden waarvan het verschil groter is dan de absolute conventionele grensspanning vermeld in artikel 32.01
Indien het verplaatsing- of werkoppervlak niet in horizontale zin begrensd is door zijn eigen schikking, moet het dit zijn door ten minste één niet buigzaam materieel element dat in staat is de toevallige doorgang van een persoon te verhinderen en waarvan het bovenste deel op een hoogte ligt begrepen tussen 1 m en 1,20 m van de grond.
Code
Toestand van het menselijk lichaam
BB1 BB2 BB3
Volledig droge huid of vochtig door transpiratie Natte huid In water ondergedompelde huid
Absolute conventionele grensspanning UL in volt Wisselspanning Gelijkspanning Gelijkspanning met rimpel zonder rimpel 50 75 120 25 36 60 12 18 30
Art. 37 BESCHERMING DOOR MIDDEL VAN HINDERNISSEN De bescherming door middel van hindernissen tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking wordt bekomen wanneer de hindernissen een toevallige benadering van de niet -beschermde actieve delen beletten. De hindernissen moeten zodanig zijn dat hun doeltreffendheid verzekerd wordt door hun aard, hun afmetingen, hun schikking, hun stabiliteit, hun stevigheid en eventueel hun isolerende eigenschappen, rekening houdend met de invloeden waaraan zij normaal zijn blootgesteld. De Ministers die respectievelijk……. onder hun bevoegdheid hebben, kunne ieder voor wat hun betreft bij besluit het minimum afmetingen van de hindernissen vastleggen
50.02.b
Laagspanning van 2de categorie ( groter dan 500 V en kleiner dan 1000 V) Voor de laagspanning van de 2de categorie is onder andere de bescherming door middel van hindernissen (art. 37) toegelaten. Bovendien moet de beschermingsgraad van de omhulsels en de hindernissen ten minste gelijk zijn aan IP XX-B IP XX-B = Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm
Bescherming tegen elektrische schokken 24 van24 24
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 51.01
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING IN EXCLUSIEVE RUIMTEN van de ELKTRISCHE DIENST Algemeenheden In de ruimten van de elektrische, die uitsluitend dienen voor de uitbating van elektrische installaties en die gesloten zijn met een sleutel of met elk ander middel dat de toegang belet voor niet-gemachtigde personen, is het toegelaten af te wijken van de voorschriften van artikel 50 op de wijze vermeld in onderstaand punt 02 D e ruimten van de elektrische dienst waar gebruik gemaakt wordt van deze afwijking worden exclusieve ruimten van de elektrische dienst genoemd Zijn gelijkgesteld met exclusieve ruimten van de elektrische dienst welke ook hun plaats wezen, de kasten, de borden of verdeelinrichtingen waar men kan binnentreden, dit wilzeggen omhulsels waarin het elektrisch materieel zo is ondergebracht dat de vrije ruimte in het omhulsel voldoende groot is opdat een persoon er normaal zou kunnen binnentreden en er onderhoudswerkzaamheden in zou kunnen uitvoeren.
51.02
Afwijkende voorschriften Zeer lage spanning en laagspanning van de 1ste categorie (max. 500 V) Voor de zeer lage spanning en de laagspanning van de 1ste categorie wordt de bescherming door verwijdering als gewaarborgd beschouwd wanneer de volgende minimumafstanden worden nageleefd voor de onderhouds en dienstplaatsen. Indien gebruik gemaakt wordt van de bescherming door middel van omhulsels (art 34) of door middel van hindernissen (art.37), moet hun beschermingsgraad ten minste gelijk zijn aan IP XX-B. IP XX-B = Bescherming tegen aanraking met de vingers en tegen het indringingen van voorwerpen groter dan 12 mm
Plaatsen met niet-beschermde actieve delen langs één zijde afstand in mm
langs beide zijden afstand in mm
Vrije breedte tussen de niet- beschermde actieve delen: Onderhoudsplaatsen ………………………………………………… Dienstplaatsen………………………………………………………..
……………………… ………………………
1.000 1.200
Vrije breedte tussen de niet- beschermde actieve delen en wand of hindernis: Onderhoudsplaatsen………………………………………………….. Dienstplaatsen…………………………………………………………
800 800
……………………… ………………………
700 700
900 1.100
Vrije breedte tussen niet- beschermde actieve delen en de bedieningsorganen, handvatten enz…., Onderhoudsplaatsen………………………………………………….. Dienstplaatsen………………………………………………………… . Vrije hoogte van de onder houds- en dienstplaatsen
51.02.b
2.000
Laagspanning van de 2de categorie (groter dan 500 V maar kleiner dan 1000 V) Voor de laagspanning van de 2de categorie is onder andere de bescherming door verwijdering (art.36) toegelaten. Bovendien moet de beschermingsgraad van de omhulsels (art.34) en de hindernissen (art.37) ten minste IP XX-A zijn.
Bescherming tegen elektrische schokken 25 van25 25
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 75
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BESCHERMING DOOR ISOLATIE VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL Deze maatregel heeft tot doel te vermijden dat genaakbare delen van elektrisch materieel op een gevaarlijke spanning zouden komen als gevolg van een fout in de basisisolatie: - hetzij door het gebruik van elektrisch materieel van de klasse II (art. 30.07.d) of met een gelijkwaardige veiligheid (art. 30.08);
30.07. d
Elektrisch materieel van de klasse II
Elektrisch materieel waarbij de bescherming tegen elektrische schokken berust op: - hetzij dubbele isolatie; - hetzij versterkte isolatie. Het elektrisch materieel van de klasse II moet het symbool dragen, van buiten zichtbaar. Deze beschermingsmaatregelen bevatten geen mogelijkheid tot aansluiting van een beschermingsaarding en hangen niet af van de wijze van installeren. 30.08
Elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig aan deze van de klasse II
Elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig met deze van toestellen de klasse II is materieel dat bij zijn toepassingen beschouwd mag worden als zijnde van de klasse II alhoewel het niet volledig beantwoord aan de bepaling van de klasse II. Vermits deze toestellen onderworpen worden aan zeer strenge proeven waardoor verzekerd wordt dat de mogelijkheid van het onder spanning komen van genaakbare delen klein is, worden ze beschouwd als toestellen met een veiligheid gelijkwaardig met deze van materieel van de klasse II De Ministers die respectievelijk…. Onder hun bevoegdheid hebben en dit ieder voor wat hem betreft, leggen bij besluit de voorwaarden vast waaraan elektrisch materieel moet voldoen om beschouwd te worden als elektrisch materieel met een veiligheid gelijkwaardig met deze van de klasse II. 75
- hetzij door gebruik van in de fabriek vervaardigde schakel-en verdeelinrichtingen die een totale isolatie hebben (art. 30.04); 30.04 Totale isolatie Totale isolatie wordt toegepast bij in de fabriek vervaardigde schakel- en verdeelinrichtingen Zij worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van de desbetreffende door de Koning gehomologeerde norm, en inzonderheid a.- Het elektrisch materieel moet volledig met een isolerend materiaal omhuld zijn. Het omhulsel moet het symbool
dragen, van buiten zichtbaar .
b.- De in de fabriek vervaardigde schakel- en verdeelinrichtingen moten inwendig op een
75
zichtbare wijze het symbool dragen - hetzij door blanke actieve delen te bedekken door een versterkte isolatie (art. 30.06) Deze isolatie moet aangebracht worden bij de uitvoering van de elektrische installatie.
30.06 Versterkte isolatie De versterkte isolatie bestaat uit een bekleding van actieve delen met een enkelvoudige isolatie die zodanige mechanische en elektrische eigenschappen heeft dat ze een bescherming tegen elektrische schokken verzekerd die gelijkwaardig is aan deze van een dubbele isolatie. Ze is slechts toegelaten als het om constructieve redenen onmogelijk is een dubbele isolatie aan te brengen. Ze moet voldoen aan de voorwaarden van punt 05.b tot 05.f van dit artikel.
Bescherming tegen elektrische schokken 26 van26 26
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT Artikel BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN A.R.E.I.
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING 75
BESCHERMING DOOR ISOLATIE VAN HET ELEKTRISCH MATERIEEL - hetzij door bijkomende isolatie aan te brengen (art. 30.05) op het elektrisch materieel dat enkel een basisisolatie heeft. Deze bijkomende isolatie wordt aangebracht bij de uitvoering van de elektrische installatie;
30.05
Bijkomende isolatie
De bijkomende isolatie is een isolatie die bij het installeren wordt aangebracht over de basis isolatie van elektrisch materieel teneinde voor dit materieel een veiligheid te bekomen die gelijkwaardig is met deze van dubbele isolatie. Zij moet aan de volgende voorwaarden voldoen: a.- bij bedrijfsklaar elektrisch materieel bevinden de tussenstukken zich in een isolerend omhulsel dat ten minste een beschermingsgraad IP2X biedt; (IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) b.- het isolerend omhulsel kan weerstaan aan de te verwachten mechanische, elektrische, scheikundige en thermische invloeden; c.- deklagen van verf, vernis en gelijkaardige stoffen voldoen meestal niet aan deze voorschriften met uitzondering van de omhulsels die de typeproeven hebben ondergaan en die bedekt zijn met een dergelijke laag indien hun gebruik toegelaten is door de desbetreffende regels en de isolerende bedekkingen beproefd zijn volgens de overeenkomstige beproevingsvoorwaarden; d.- het isolerend omhulsel mag niet doorboord worden door metalen delen die een potentiaal zouden kunnen overbrengen. Het omhulsel mag geen schroeven uit isolerend materiaal bevatten waarvan de vervanging door een metalen schroef de isolatie de isolatie die het omhulsel biedt in gevaar brengt. Wanneer mechanische verbindingen door het omhulsel gaan (bijvoorbeeld: bedieningsorganen van ingesloten toestellen moeten deze zo geschikt worden dat de bescherming tegen elektrische schokken niet in het gedrang komt) e.- indien deuren of deksels zonder sleutel of gereedschap kunnen geopend worden moeten alle geleidende delen die genaakbaar worden als de deur of het deksel open is, zich achter een isolerende hindernis bevinden die tenminste een beschermingsgraad van IP2X heeft om te beletten dat personen in aanraking komen met dergelijke delen. ((IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) Deze isolerende hindernis mag slecht kunnen weggenomen worden met behulp van een sleutel of gereedschap; f.- het symbool
75
moet op een zichtbare wijze aangebracht zijn op de buitenwand van het omhulsel.
Het installeren van het elektrisch materieel (bevestiging, verbinding van de geleiders,…) moet zo geschieden dat de bescherming, verzekerd overeenkomstig, de fabrieksvoorschriften van dit materieel, niet in het gedrang komt. De geleidende delen binnen in het omhulsel, met inbegrip van deze van het ingebouwd elektrisch materieel, mogen niet verbonden zijn met de beschermingsgeleider. De beschermingsgeleider die de bescherming van elektrisch materieel verzorgen dat zich buiten het omhulsel bevindt maar gevoed wordt vanaf actieve delen, gelegen binnen in het omhulsel mogen nochtans door dit omhulsel geleid worden. De klemmen voor dergelijke beschermingsgeleiders moeten op een gepaste wijze aangeduid zijn. In het omhulsel moeten de beschermingsgeleiders en de overeenkomstige klemmen geïsoleerd worden op dezelfde wijze als de actieve delen. De genaakbare geleidende delen en de tussenliggende delen mogen niet verbonden worden aan de beschermingsgeleider, uitgezonderd indien dit voorzien wordt door constructieregels van het desbetreffend materieel.
Bescherming tegen elektrische schokken 27 van27 27
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING
Artikel A.R.E.I. 76 76.01
BESCHERMING DOOR VEILIGHEIDSSCHEIDING VAN DE STROOMBANEN Algemeenheden
76.02
Het doel van de elektrische scheiding van de stroombanen is het vermijden van elektrische schokken bij het aanraken van massa’s die onder spanning kunnen staan bij een fout van de basisisolatie van de actieve delen van deze stroombaan Voeding van het elektrisch materieel De stroom moet gevoed worden door: - hetzij een beschermingstransformator. Deze transformator is van de klasse II of voldoet aan de beschermingsvoorwaarde door bijkomende isolatie conform art. 30.5; - hetzij een stroombron die een veiligheidsgraad biedt gelijkwaardig aan bijvoorbeeld motogeneratorgroepen die een gelijkwaardige isolatie hebben. De nominale spanning van de secundaire stroombaan van de beschermingstransformator of van de motor-generatorgroepen mag niet groter zijn dan 500 V. De aldus gevoede stroombaan mag geen enkel gemeenschappelijk punt hebben noch met een andere stroombaan, noch met de aarde.
NOTA: Bij gebruik van deze beschermingsmethode dient men er over te waken, dat geen enkel aangesloten verbruikstoestel uitgerust is met condensatoren of ontstoringsfilters die aangesloten zijn tussen fase en massa Artikel 30.05 Bijkomende isolatie De bijkomende isolatie is een isolatie die bij het installeren wordt aangebracht over de basis isolatie van elektrisch materieel teneinde voor dit materieel een veiligheid te bekomen die gelijkwaardig is met deze van dubbele isolatie. Zij moet aan de volgende voorwaarden voldoen: a.- bij bedrijfsklaar elektrisch materieel bevinden de tussenstukken zich in een isolerend omhulsel dat ten minste een beschermingsgraad IP2X biedt; (IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) b.- het isolerend omhulsel kan weerstaan aan de te verwachten mechanische, elektrische, scheikundige en thermische invloeden; c.- deklagen van verf, vernis en gelijkaardige stoffen voldoen meestal niet aan deze voorschriften met uitzondering van de omhulsels die de typeproeven hebben ondergaan en die bedekt zijn met een dergelijke laag indien hun gebruik toegelaten is door de desbetreffende regels en de isolerende bedekkingen beproefd zijn volgens de overeenkomstige beproevingsvoorwa arden; d.- het isolerend omhulsel mag niet doorboord worden door metalen delen die een potentiaal zouden kunnen overbrengen. Het omhulsel mag geen schroeven uit isolerend materiaal bevatten waarvan de vervanging door een metalen schroef de isolatie de isolatie die het omhulsel biedt in gevaar brengt. Wanneer mechanische verbindingen door het omhulsel gaan (bijvoorbeeld: bedieningsorganen van ingesloten toestellen moeten deze zo geschikt worden dat de bescherming tegen elektrische schokken niet in het gedrang komt) e.- indien deuren of deksels zonder sleutel of gereedschap kunnen geopend worden moeten alle geleidende delen die genaakbaar worden als de deur of het deksel open is, zich achter een isolerende hindernis bevinden die tenminste een beschermingsgraad van IP2X heeft om te beletten dat personen in aanraking komen met dergelijke delen. ((IP2X = Bescherming tegen de aanraking met de vingers en tegen het indringen van voorwerpen groter dan 12 mm) Deze isolerende hindernis mag slecht kunnen weggenomen worden met behulp van een sleutel of gereedschap;
f.- het symbool
moet op een zichtbare wijze aangebracht zijn op de buitenwand van het omhulsel.
Bescherming tegen elektrische schokken 28 van28 28
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 76 76.03
BIJ RECHTSTREEKSE AANRAKING BESCHERMING DOOR VEILIGHEIDSSCHEIDING VAN DE STROOMBANEN Uitgestrektheid van de stroombaan De uitgestrektheid van de stroombaan moet zodanig zijn dat het product van de spanning in volt en de lengte van de leidingen in meter niet groter is dan 100.000 en dat de totale lengte Van de stroombaan niet groter is dan 500 meter.
76.04
Verbinding van de massa’s met de aarde De massa’s van de elektrische machines en toestellen, op de stroombaan aangesloten, mogen Niet opzettelijk verbonden worden noch met de aarde noch met de massa’s van machines en toestellen, gevoed door een andere stroombanen. Wanneer meerdere machines of toestellen op éénzelfde stroombaan aangesloten zijn, moeten hun massa’s onderling verbonden worden door een niet-geaarde beschermingsgeleider.
76.05
Equipotentialiteit van de massa’s Wanneer de stroombaan meerder contactdozen voedt, moeten deze beschermingscontacten Onderling en met de massa van de eventuele generator verboden worden, zonder geaard te zijn.
76.06
Bij snoeren moet de mantel zowel de beschermingsgeleider- hier gebruikt als equipotentiale Geleider- als de actieve geleiders bevatten Leidingen Indien niet kan vermeden worden dat de geleiders van de bedoelde stroombanen en van andere stroombanen ondergebracht worden in éénzelfde leiding, moet gebruik gemakt worden van meeraderige kabels zonder enige metalen mantel of van geïsoleerd e geleiders Geplaatst in buizen uit isolerend materiaal. Deze kabels en geleiders moeten voloen aan de regels van goed vakmanschap met naleving van de voorschriften van artikel 203 en moeten vervaardigd zijn voor een nominale spanning ten minste gelijk aan de grootste voorkomende spanning. Elke stroombaan moet beschermd worden tegen overstroom. De snoeren voor het aansluiten van elektrische machines of toestellen moeten ten minste van het type met polychloropreen mantel zijn, zoals bijvoorbeeld CTMB- snoer. Ze moeten beschermd zijn waar ze mechanisch kunnen beschadigd worden.
76.07
Beschermingstoestel gebruikt bij twee rechtstreekse fouten Als éénzelfde stroombron meerder elektrische machines of toestellen voedt verzekert een bescherminrichting de onderbreking, binnen een tijd die ten hoogste gelijk is aan deze gegeven door de veiligheidscurve van artikel 31.03, in het geval van twee rechtstreekse Isolatiefouten ten overstaan van twee verschillende massa’s en gevoed door twee geleiders op verschillend potentiaal.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 29 van29 29
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN Artikel A.R.E.I. 83 83.01
VADEMECUM
ELEKTRICITEIT
BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING BIJ LAAGSPANNING EN ZEER LAGE SPANNING TOEPASSINGSGEBIED Algemeenheden Met uitzondering van gevallen, hieronder vermeld in punt 02, worden de beschermingsmaatregelen tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking steeds vereist wanneer een persoon gelijktijdig kan aanraken: - hetzij een massa en een vreemd geleidend deel; - hetzij een massa en een niet-isolerende wand of vloer; - hetzij een massa en de aardpotentiaal; - hetzij twee massa’s De toe te passen regels voor laagspanningsinstallaties in lokalen of plaatsen voor huishoudelijk gebruik worden vermeld in artikel 86. De na te volgen regels in ondernemingen die personeel tewerkstellen als bedoeld in artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming worden weergegeven in: - artikel 87, voor werkruimten van ondernemingen die niet beschikken over gewaarschuwd personeel in de zin van artikel 47 (BA4 of BA5); - artikel 88, voor ondernemingen die geen elektrische productie- en verdelingsbedrijven zijn maar wel over gewaarschuwd of bevoegd personeel beschikken in de zin van artikel 47 (BA4 of BA5); - artikel 89, voor elektrische productie- en verdelingsbedrijven; - artikel 90 tot 97, voor bijzondere gevallen, zoals zwembaden, toestellen voor onderwaterverlichting, therapeutische badinrichtingen, sauna’s, collectieve stortbadzalen, geleidende afgesloten ruimten, buiten of werfinstallaties, voeding van auto’s of aanhangwagens voor wegvervoer, kampeerwagens, kampeerauto’s, enz…., tijdens het stationeren, foorinstallaties; (zie deel 111 van deze uitave) - De Ministers die respectievelijk Energie, Mijnen, Arbeidsveiligheid onder hun bevoegdheid hebben kunnen ieder voor wat hem betreft, bij besluit, de voorschriften vastleggen die van toepassing zijn in andere bijzondere gevallen.
863.02
Uitzonderingen Geen enkele bijzondere beschermingsmaatregel moet genomen worden in volgende gevallen: 1.- bij installaties waarvan de actieve delen van het elektrisch materieel, blank mogen blijven in het kader van de bescherming tegen elektrische schokken bij rechtstreekse aanraking; 2.- voor zichtbare metalen buizen, voor zover de er in getrokken geleiders een bijkomende isolatie hebben en ze, bij besluit van de Ministers die respectievelijk………. onder hun bevoegdheid hebben en dit ieder voor wat hem betreft, geklasseerd zijn als een veiligheid tegen elektrische schokken biedend die gelijkwaardig is aan deze van de toestellen van de klasse II, 3.- bij draagijzers, steunen en ermede verbonden metalen delen, wanneer de spanning 500 volt wisselspanning of 750 volt gelijkspanning, niet overschrijdt en ze zich niet binnen het genaakbaarheidsprofiel bevinden; 4.- voor elektromagneten van contacteren of relais, transformatorkernen en voor magnetische onderdelen van uitschakelaars voor zover deze delen massa’s zijn; 5.- voor elektrische installaties waarvan de voeding om dwingende redenen niet mag onderbroken worden.
Bescherming tegen elektrische schokken 30 van30 30
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 87
BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN WERKRUIMTEN ZONDER BA4 of BA5 Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking in werkruimten van ondernemingen die niet beschikken over gewaarschuwd personeel (BA4 of BA5) in de zin van artikel 47 In de ondernemingen die personeel tewerkstellen dat onder toepassing valt van artikel 28 van het A.R.A.B., maar niet beschikken over gewaarschuwd of bevoegd personeel in de zin van artikel 47 (BA4 of BA5), zijn de beschermingsmaatregelen, voorgeschreven in artikel 86, van toepassing . Van dit voorschrift mag afgeweken worden mits de toepassing van artikel 88 indien de plannen en schema’s van de elektrische installatie, voor de uitvoering ervan, goedgekeurd werden door een persoon bedoeld in artikel 270 (erkend controle organisme) en belast met het gelijkvormigheidsonderzoek van de installatie voor de indienststelling.
88 88
88.01
88.02
BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN WERKRUIMTEN MET BA4 OF BA5 Bescherming tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking in werkruimten van ondernemingen, andere dan deze van elektriciteits voorbrengers of verdelers, die beschikken over gewaarschuwd of bevoegd personeel in de zin van artikel 47 (BA4 of BA5) Droge lokalen met niet- geleidende vloeren en wanden. In de droge lokalen ( AD1) met niet-geleidende vloeren en wanden (BC1) mogen de bijzondere voorschriften van artikel 77 toegepast worden Andere lokalen In lokalen, andere dan droge lokalen met niet-geleidende vloeren en wanden, zijn de beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking: - hetzij actieve maatregelen overeenkomstig de artikel 78 tot 82 naargelang het systeem van de aardverbinding; - hetzij voor bepaalde plaatsen of materieel, andere beschermingsmaatregelen zoals: - het gebruik van materieel van de klasse II (art.30.07d) of met een veiligheid gelijkwaardig met deze toestellen van de klasse II ; - veiligheidsscheiding van de stroombanen (art. 76) - zeer lage veiligheidsspanning (artikels 25-,26-, 27 en 32.02)
88.03
- de bijzonder schikkingen van artikel 77 Vochtige ruimten waar de elektrische weerstand van het menselijk lichaam vermindert of zeer klein is (BB3) De vochtige ruimten waar de elektrische weerstand van het menselijk lichaam vermindert of zeer klein is (BB3) zijn gekenmerkt door de gelijktijdige aanwezigheid van volgende uitwendige invloedvloeden: a.- de aanwezigheid van water is gekenmerkt door de factoren AD6(inwerking van watermassa’s), AD7 (overstroming of AD8 onderdompeling. b.- de contacten met het aardpotentiaal zijn frequent (BC3) of blijvend (BC4). In al deze gevallen is enkel het gebruik van zeer alge veiligheidsspanning toegelaten. De spanning moet begrensd zijn tot 12 wisselspanning, 18 volt gelijkspanning met rimpel of 36 V gelijkspanning zonder rimpel Nochtans worden grotere spanningen toegelaten in geleidende ruimten voor zekeren toepassingen, overeenkomstig de voorschriften van artikel 94
Bescherming tegen elektrische schokken 31 van31 31
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 88.04
BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN WERKRUIMTEN MET BA4 OF BA5 – vervolg Gebruik van automatische differentieelstroominrichtingen Indien een automatische differentieelstroominrichting gebruikt wordt, mag de spreidingsweerstand van de aardelektrode niet groter zijn dan 500 ohm in droge niet-geleidende ruimten, en 240 ohm voor ander ruimten. De gevoeligheid van het beschermingstoestel moet bepaald worden in functie van de spreidingsweerstand van de aardelektrode zoals in volgende tabel is aangegeven.
Spreidingsweerstand van de aardelektrode in ohm Droge en niet-geleidende ruimten Andere ruimten tot 50 ohm tot 24 ohm van 50 tot 100 ohm van 24 tot 48 ohm van 100 tot 166 ohm van 48 tot 80 ohm van 166 tot 500 ohm van 80 tot 240 ohm
89
Nominale aanspreekstroom van het beschermingstoestel 1.000 mA 500 mA 300 mA 100 mA 30 mA 10 mA
BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN INRICHTINGEN van ELEKTRICITEITSVOORTBRENGERS of VERDELERS In de elektrische installaties van de voortbrengers of de verdelers van elektrische energie die geen rechtstreeks verband hebben met de productie, het transport of de verdeling van elektrische energie zijn de te volgen regels deze van artikel 88 In de elektrische installaties die rechtstreeks verband hebben met de productie, het transport of de verdeling van elektrische energie zijn langere tijden toegestaan dan deze aangegeven door de veiligheidscurve op voorwaarde dat maatregelen genomen worden conform de regels van goed vakmanschap voor de desbetreffende installaties om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen. De Ministers van ………., kunnen ieder voor wat hem betreft, bij besluit de hen betreffende voorschriften vastleggen.
Bescherming tegen elektrische schokken 32 van32 32
TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN Artikel A.R.E.I. 88.04
BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN WERKRUIMTEN MET BA4 OF BA5 – vervolg Gebruik van automatische differentieelstroominrichtingen Indien een automatische differentieelstroominrichting gebruikt wordt, mag de spreidingsweerstand van de aardelektrode niet groter zijn dan 500 ohm in droge niet-geleidende ruimten, en 240 ohm voor ander ruimten. De gevoeligheid van het beschermingstoestel moet bepaald worden in functie van de spreidingsweerstand van de aardelektrode zoals in volgende tabel is aangegeven.
Spreidingsweerstand van de aardelektrode in ohm Droge en niet-geleidende ruimten Andere ruimten tot 50 ohm tot 24 ohm van 50 tot 100 ohm van 24 tot 48 ohm van 100 tot 166 ohm van 48 tot 80 ohm van 166 tot 500 ohm van 80 tot 240 ohm
89
Nominale aanspreekstroom van het beschermingstoestel 1.000 mA 500 mA 300 mA 100 mA 30 mA 10 mA
BESCHERMING TEGEN ELEKTRISCHE SCHOKKEN BIJ ONRECHTSTREEKSE AANRAKING IN INRICHTINGEN van ELEKTRICITEITSVOORTBRENGERS of VERDELERS In de elektrische installaties van de voortbrengers of de verdelers van elektrische energie die geen rechtstreeks verband hebben met de productie, het transport of de verdeling van elektrische energie zijn de te volgen regels deze van artikel 88 In de elektrische installaties die rechtstreeks verband hebben met de productie, het transport of de verdeling van elektrische energie zijn langere tijden toegestaan dan deze aangegeven door de veiligheidscurve op voorwaarde dat maatregelen genomen worden conform de regels van goed vakmanschap voor de desbetreffende installaties om de veiligheid van personen en goederen te waarborgen. De Ministers van ………., kunnen ieder voor wat hem betreft, bij besluit de hen betreffende voorschriften vastleggen.
Nota’s
Bescherming tegen elektrische schokken 33 van33 33