Het maken van een leesverslag in klas 3 en 4 VMBO Basis Voor het examenonderdeel fictie moet je een aantal boeken lezen. Gebruik bij het maken van het leesverslag het schema hieronder. Werk het schema punt voor punt af, dan komt je verslag er duidelijk en gestructureerd uit te zien. Het is verplicht om je boekverslag op deze manier te maken. Overige eisen: het verslag moet getypt ingeleverd worden maak een voorpagina met daarop duidelijk vermeld de titel van het boek en jouw eigen naam en klas maak op blz 2 een inhoudsopgave met daarop de verschillende onderdelen van je verslag en de bijbehorende bladzijdennummers heb je nog vragen, kom dan naar je docent Aantal te lezen boeken: Basis: 3 boeken (minimaal C, of een D, of een boek voor volwassenen), verdeeld over klas 3 en 4, docent bepaalt inleverdatum aan de hand van PTA. Overleg met je docent of het gekozen boek geschikt is. De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt: 1. Zakelijke gegevens: Naam van de schrijver/schrijfster Titel van het boek Naam van de uitgever Soort boek (genre) 2. Eerste persoonlijke reactie: Je vertelt in het kort waarom je het boek hebt gekozen. Geef in ongeveer 10 zinnen je eerste indruk van het boek. Hierbij kun je gebruik maken van de beoordelingswoorden op de laatste bladzijde. 3. Samenvatting van de inhoud: Deze mag je niet van internet halen. Voeg hieraan toe: Minimaal 1 A-4 Hoe begint het verhaal? (met een inleiding of met gebeurtenissen) Vertel kort over de belangrijkste gebeurtenissen Hoe eindigt het verhaal? (goed, slecht, open, gesloten) 4. Personen: Wie is de hoofdpersoon? Beschrijf de hoofdpersoon (uiterlijk, leeftijd, karakter, enz.) Welk probleem heeft de hoofdpersoon? Beschrijf hoe de hoofdpersoon het probleem probeert op te lossen en of dit lukt. Wie zijn de belangrijkste bijpersonen?
Beschrijf deze personen (uiterlijk, leeftijd, karakter, enz.) Wat is de relatie tussen de hoofdpersoon en de bijpersonen? (vriend, moeder, vader, klasgenoot, etc.)
5. Plaats: Waar speelt het verhaal zich af? 6. Tijd: In welke tijd speelt het verhaal zich af? (deze tijd, rond 1900, middeleeuwen, etc.) Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het einde van het verhaal? Is het verhaal chronologisch of niet-chronologisch opgebouwd? Waarom vind je dat? 7. Titel: Leg uitgebreid uit wat de titel met het verhaal te maken heeft. 8. Verteller: * Je beleeft het verhaal meestal door de ogen van een bepaald personage. Met wie kijk je mee? 9. Bedoeling: Heeft de schrijver volgens jou een boodschap of een bedoeling met het boek? Welke? 10. Schrijver: Zoek achtergrondinformatie over de schrijver van het verhaal. Vertel wat over de schrijver als persoon en over het werk. 11. Leeservaring beschrijven: Vertel je mening bij onderstaande punten. Doe dit uitvoerig. Je mag ook punten toevoegen of bestaande punten verder uitbreiden. Onderwerp Spreekt het onderwerp van het verhaal jou aan of niet? Hoe komt dat? Ben je door het lezen van het verhaal aan het denken gezet of ben je van mening veranderd? Vind je dat het onderwerp leuk uitgewerkt is of niet? Gebeurtenissen Gebeurt er genoeg in het verhaal om je te blijven boeien? Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil? Hebben de gebeurtenissen indruk op je gemaakt? Welke gebeurtenis vooral? Hoe komt dat? Zijn de gebeurtenissen herkenbaar, geloofwaardig of voorspelbaar? Personen: Kun je je verplaatsen in de problemen en gedachten van de hoofdpersoon? Waar komt dat door?
Kom je genoeg van de personen te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen? Veranderen de personen door wat ze meemaken? Is deze verandering aannemelijk? Welke beslissingen die door de personages worden genomen vind jij vreemd? Opbouw Vind je dat de gebeurtenissen in logische volgorde worden beschreven? Is het verhaal ingewikkeld opgebouwd? Hoe komt dat? Heeft het verhaal een slot dat goed bij de gebeurtenissen past? Vind je dit een plezierig slot? Waarom? Taalgebruik: Vind je het verhaal lastig of gemakkelijk om te lezen? Heeft dit te maken met het taalgebruik? Zijn de zinnen goed leesbaar en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet? Zitten er veel gesprekken in het verhaal? Vind je dit prettig of juist niet?
12. Verwerkingsopdracht: Kies één van de volgende verwerkingsopdrachten voor je verslag: 1. Verplaats je in de hoofdpersoon. Aan het einde van het verhaalkijk je in je dagboek terug op de gebeurtenissen. Schrijf twee dagboekbladzijden. 2. Schrijf een brief aan een van de ouders van de hoofdpersoon. Leg uit wat je vindt van zijn/haar gedrag en waarom. Geef aan wat de ouder(s) anders hadden moeten in bepaalde situaties. 3. Schrijf voor een jongerentijdschrift een recensie over het boek. Geef een korte beschrijving van het boek. Beschrijf daarna je mening, die je met redenen ondersteunt. 4. Houd een interview met de hoofdpersoon voor een jongerentijdschrift. 5. Laat personages uit het verhaal met elkaar schrijven. Schrijf minstens 3 brieven die zij met elkaar wisselen. 6. Zoek minstens 4 songteksten die goed bij het verhaal passen. Leg duidelijk uit waarom ze van toepassing zijn. 7. Zoek minstens 8 foto’s die goed bij het verhaal passen. Maak er een fotocollage van en leg duidelijk uit waarom ze van toepassing Zijn. 8. Maak een abc tekst bij het verhaal (bijv: de B is van bedroefd, dat is Anna als haar hondje weg is) De letters q, x, y hoeven niet. 9. Bedenk 4 andere titels voor het boek en bespreek uitvoerig waarom die titels ook zouden passen. Geef bij elke bespreking voorbeelden uit het verhaal.
10. Kies een paar bladzijden uit het boek die je bewerkt tot een toneeltekst of een filmscript. 11. Stel je voor dat de hoofdpersoon een brief aan zijn/haar vriend(in) schrijft om de problemen te bespreken. Schrijf die brief. Kruip daarna in de huid van die vriend(in) en beantwoord de brief. 12. Misschien ben je ontevreden over het slot van het verhaal. Schrijf een ander einde. 13. Zoek of schrijf 3 gedichten die volgens jou goed passen bij dit verhaal. Beschrijf per gedicht waarom ze er goed bij passen en geef daarbij voorbeelden uit het verhaal. 14. Misschien vind je de kaft van het boek niet passen bij het verhaal. Ontwerp zelf een nieuwe omslag. 15. Misschien vind je dat de tekst op de achterflap beter kan. Schrijf een nieuwe tekst om de aandacht van de lezer vast te houden.
Lijst van mogelijke beoordelingswoorden Spannend Realistisch Geloofwaardig Waarschijnlijk Veel actie Vlot verteld Voorspelbaar Begrijpelijk Herkenbaar Gemakkelijk Grappig Romantisch Griezelig Zet me aan het denken Meeslepend Snel Helder Schokkend Smerig Blijf ik nog over nadenken Aanrader Opwindend Indringend Ouderwets Ingewikkeld Hoog tempo Apart Grof Levensecht Afwisselend Chaotisch Levendig
Saai Onrealistisch Ongeloofwaardig Onwaarschijnlijk Gebeurt weinig in Langdradig Onvoorspelbaar Onbegrijpelijk Onherkenbaar Moeilijk Droevig Nuchter Rustgevend Laat me koud Houdt de aandacht moeilijk vast Traag Verwarrend Gewoon Netjes Ben ik meteen vergeten Raad ik af Maakt geen indruk Oppervlakkig Modern Overzichtelijk Laag tempo Gewoon Fatsoenlijk Nep Eentonig Overzichtelijk Doodsaai