RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
BESLUIT Nr. 118/07
DE ADJUNCT-SECRETARIS-GENERAAL VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
gelet op het reglement van orde van de Raad, inzonderheid op artikel 23,
overwegende dat de volgende bepalingen voor stages bij het secretariaat-generaal van de Raad moeten worden vastgesteld,
BESLUIT:
Artikel 1 Dit besluit is van toepassing op stages die door het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingsmiddelen en de beschikbare kantoorruimte, worden georganiseerd. Dit programma is voornamelijk gericht op jonge academici.
Artikel 2 Een stage bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie heeft ten doel:
•
stagiairs een algemeen overzicht te geven van de doelstellingen en problemen van de Europese integratie;
•
praktische kennis te verschaffen omtrent de werking van de diensten van het secretariaat-generaal van de Raad;
•
de stagiair persoonlijke ervaring te laten opdoen door de contacten in het dagelijkse werk;
•
de tijdens de studie of in het beroep opgedane kennis aan te vullen en toe te passen.
1
NL
Artikel 3 Toelating tot een stage verleent de stagiair niet het statuut van ambtenaar of ander personeelslid van de Europese Gemeenschappen. Deze toelating geeft geen enkel recht op latere aanstelling in de diensten van het secretariaatgeneraal van de Raad.
Artikel 4 Elk jaar dienen de betrokken diensten van het secretariaat-generaal van de Raad bij de directeur Human Resources verzoeken tot aanwerving van stagiairs in. Op grond van deze aanvragen en van de beschikbare middelen worden door de directeur Human Resources het aantal en de duur van de stages voor elke dienst vastgesteld.
Artikel 5 Het secretariaat-generaal van de Raad biedt drie soorten stages aan:
•
betaalde stages;
•
stages voor stagiairs die als verplicht onderdeel van hun studie een stage moeten volgen;
•
stages die voorbehouden zijn aan nationale ambtenaren.
De bepalingen betreffende betaalde stages staan in de artikelen 2 tot en met 15.
De bepalingen betreffende stages als verplicht onderdeel van een studie staan in artikel 16; de bepalingen betreffende nationale ambtenaren staan in artikel 17.
HOOFDSTUK I: BEPALINGEN BETREFFENDE BETAALDE STAGES
A.
Toelatings- en selectievoorwaarden
Artikel 6 1.
Een stage kan worden aangevraagd door:
a)
elke onderdaan van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een staat die kandidaat is voor toetreding 1 tot de Europese Unie
b)
en die bij de sluiting van de aanvraagtermijn ten minste de eerste cyclus van een universitaire studie van het lange type hebben gevolgd en daarvan een getuigschrift kunnen overleggen (zie het overzicht van nationale minimumkwalificaties in bijlage I) dan wel een gelijkwaardig document.
1
Deze aanvragers komen pas in aanmerking wanneer de onderhandelingen zijn afgesloten. 2
NL
2.
Nationale ambtenaren komen niet in aanmerking voor dit programma 1.
3.
De kandidaten moeten een grondige kennis van één van de officiële talen van de Europese Gemeenschappen bezitten en een behoorlijke kennis van een andere van deze talen, voor zover dat nodig is voor de uit te voeren taken. Gezien de werkterreinen van stagiairs is kennis van ten minste Frans of Engels noodzakelijk
4.
Teneinde zoveel mogelijk Europese burgers in de gelegenheid te stellen om zich met de Europese instellingen vertrouwd te maken, komen aanvragen van personen die reeds een, al dan niet betaalde, stage hebben gevolgd bij een van de diensten van een instelling, agentschap of bureau van de Europese Gemeenschappen 2, niet in aanmerking. Dit geldt ook voor de aanvragen van personen die werken of gewerkt hebben als assistent van een adviseur of van een lid van het Europees Parlement, als consulent of onderzoeker, of als tijdelijk functionaris, gedetacheerde nationale deskundige, contractant, hulpfunctionaris of interimfunctionaris in een van de instellingen, agentschappen of vertegenwoordigingen van de Europese Gemeenschappen.
5.
Bij een stage-aanvraag worden gevoegd:
•
het volledig ingevulde aanvraagformulier;
•
een curriculum vitae;
•
een brief waarin de motivatie voor de stage wordt uiteengezet;
•
een leesbare kopie van een internationaal erkend paspoort of een identiteitsbewijs voor Schengenlanden waarop de achternaam, de voornamen, de geboortedatum en -plaats en de nationaliteit van de aanvrager zijn vermeld 3;
•
een kopie van de diploma's of getuigschriften van de aanvrager;
•
kopieën van attesten van beroepservaring; bewijsstukken of een gestaafde verklaring van de op het aanvraagformulier vermelde talenkennis;
•
voor aanvragen voor een stage in het Kabinet, de Politieke Staf, bepaalde diensten van directoraatgeneraal E (externe en politiek-militaire zaken) en van directoraat-generaal H (justitie en binnenlandse zaken), een bewijs dat zij beschikken over een veiligheidsmachtiging "SECRET UE" en over kennis van het betrokken gebied.
1 2 3
Voor stages voor 'nationale ambtenaren' zie artikel 17. Zie de bijlage voor een overzicht. De spelling van de achternaam, de voornaam en de nationaliteit moeten identiek zijn aan die op het aanvraagformulier. 3
NL
Artikel 7 1.
De kandidaten worden geselecteerd op basis van hun kwalificaties. Het secretariaat-generaal stelt alles in het werk om hen uit een zo groot mogelijk geografisch gebied te selecteren en daarbij een optimaal evenwicht tussen mannen en vrouwen te waarborgen. De voorkeur wordt gegeven aan kandidaten die:
•
die een opleiding betreffende Europese integratie volgen of voltooid hebben in het kader van een proefschrift, onderzoek of wetenschappelijke publicatie;
•
in de particuliere of openbare sector een functie bekleden of hebben bekleed die verband houdt met de activiteiten van de Europese Unie.
2.
Bij het begin van zijn stage moet elke geselecteerde kandidaat de volgende documenten overleggen:
•
een uittreksel uit het strafregister of een verklaring van goed zedelijk gedrag, opgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving van het land waarvan de kandidaat een onderdaan is;
•
de originelen van diploma's of getuigschriften (deze zullen worden teruggegeven);
•
een medische verklaring dat hij geschikt is voor het werk;
•
een verklaring waarin wordt aangegeven of de kandidaat een beurs, een toelage van een ander orgaan of een bezoldiging van zijn werkgever ontvangt, met in voorkomend geval opgave van het bedrag van deze beurs, toelage of bezoldiging.
3.
In geen geval mag een stagiair worden aangesteld bij een dienst van het secretariaat-generaal indien zich een belangenconflict zou kunnen voordoen.
4.
In uitzonderlijke gevallen kan een kandidaat worden geselecteerd voor een stage bij het Kabinet, de Politieke Staf, bepaalde diensten van directoraat-generaal E (externe en politiek-militaire zaken) of van directoraatgeneraal H (justitie en binnenlandse zaken). In deze diensten kan alleen een stage worden gevolgd indien de kandidaat een veiligheidsmachtiging "SECRET UE" heeft ontvangen en heeft aangetoond dat hij over kennis op het betrokken gebied beschikt. Voor een stage bij een verbindingsbureau van de Raad is geen veiligheidsmachtiging nodig. Stagiairs hebben generlei toegang tot gerubriceerde informatie waarover het verbindingsbureau beschikt of tot plaatsen waar dergelijke informatie wordt verwerkt en bewaard.
5.
Kandidaten moeten ervoor zorgen dat alle door de autoriteiten van het land van de stage vereiste verblijfsformaliteiten zijn vervuld en dat zij eventueel beschikken over het vereiste visum.
4
NL
6.
Aan het begin van de stage moet de stagiair het stagebureau in kennis stellen van zijn adres in het land waar de stage plaatsvindt.
B.
Organisatie van stages Artikel 8
1.
De stagiair wordt toegevoegd aan een of meer diensten van het secretariaat-generaal van de Raad.
2.
Binnen de dienst waaraan hij wordt toegevoegd, neemt de stagiair deel aan de dienstactiviteiten die overeenkomen met het niveau van zijn opleiding en arbeidsverleden. Hij wordt in zijn werkzaamheden begeleid door een stagebegeleider die de stagiair met de werkomgeving vertrouwd maakt en hem adviseert bij de uitvoering van de aan hem toevertrouwde taken. De begeleider stelt het stagebureau onverwijld in kennis van elk belangrijk incident tijdens de stage (met name onbevredigende prestaties, ziekte, ongevallen, ongepast gedrag of onderbreking van de stage) dat hij heeft opgemerkt of waarover de stagiair hem heeft ingelicht.
3.
De duur van elke stage wordt bepaald op vijf maanden. In uitzonderlijke gevallen kan de directeur Human Resources een kortere stageduur, van ten minste drie maanden, vaststellen. Deze stageduur kan bij wijze van uitzondering worden verlengd, maar de stage mag in totaal niet langer dan zes maanden duren. Een eventuele verlenging van de stage na vijf maanden wordt niet betaald. De duur van een stage bij een verbindingsbureau van de Raad wordt door de directeur Human Resources bepaald op basis van een voorstel van het hoofd van het verbindingsbureau. De stageduur kan niet meer dan zes maanden bedragen. Artikel 9
1.
Na voorafgaande goedkeuring door de directeur Human Resources kunnen binnen de grenzen van de beschikbare begrotingsmiddelen door het stagebureau ten behoeve van de stagiairs bezoeken of studiereizen die van belang zijn voor de stage worden georganiseerd.
2.
Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de directeur-generaal van de dienst waaraan de stagiair is toegevoegd de stagiair toestemming geven op dienstreis te gaan, op voorwaarde dat het een technische dienstreis zonder representatieve functie betreft. In dat geval heeft de stagiair recht op vergoeding van de kosten van de dienstreis volgens de algemene regeling voor vergoeding van kosten van dienstreizen, als vastgesteld in het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. Die kosten worden gedragen door het directoraat-generaal dat om de dienstreis verzoekt. Het stagebureau moet altijd een kopie van de dienstreisopdracht ontvangen.
5
NL
C.
Rechten en verplichtingen van de stagiairs Artikel 10
1.
Algemene verplichtingen
a)
Een stagiair moet 37,5 uur per week werken. Zijn werktijd loopt in de regel van 09.00 uur tot 17.30 uur.
b)
De stagiair houdt zich aan de aanwijzingen van het hoofd van de afdeling waaraan hij is toegevoegd en aan die van de stagebegeleider, alsook aan de richtsnoeren die hij heeft ontvangen van het stagebureau.
c)
Een stagiair moet tevens de regels van het stageprogramma en de huisregels van het secretariaat-generaal, met name die inzake veiligheid en vertrouwelijkheid, in acht nemen.
d)
Een stagiair heeft het recht om vergaderingen die van belang zijn voor zijn werk bij te wonen, tenzij deze beperkt toegankelijk of vertrouwelijk zijn, alsmede om documenten te ontvangen en deel te nemen aan de werkzaamheden van de dienst waaraan hij is toegevoegd op een niveau dat past bij zijn onderwijs- en arbeidsverleden. Met instemming van zijn stagebegeleider en voor zover verenigbaar met de hem toegewezen taken, heeft hij het recht vergaderingen bij te wonen in een andere sector of instelling (mits die instelling hem toelaat) dan waarin hij werkt, tenzij die vergaderingen beperkt toegankelijk of vertrouwelijk zijn.
2.
Vertrouwelijkheid
Een stagiair betracht de grootst mogelijke discretie ten aanzien van feiten of informatie die hem tijdens de stage ter kennis komen, ook in eventuele contacten met vertegenwoordigers van de media. Hij raadpleegt zijn afdelingshoofd voor elk initiatief dat hij wil nemen in verband met de activiteiten van de Gemeenschappen.
Het is hem verboden enig document of gegeven dat nog niet openbaar is gemaakt in welke vorm dan ook bekend te maken. Ook na afloop van de stage blijft deze verplichting op hem rusten.
De stagiair mag, noch alleen noch in samenwerking met anderen, teksten publiceren of laten publiceren die verband houden met de werkzaamheden van de Gemeenschappen, zonder eerst via zijn afdelingshoofd het tot aanstelling bevoegde gezag in te lichten. Indien het tot aanstelling bevoegde gezag de stagebegeleider niet binnen 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving op de hoogte stelt van een eventueel afwijzend besluit wordt de publicatie toegestaan. Alle eventuele rechten die betrekking hebben op de tijdens de stage voor het secretariaat-generaal van de Raad verrichte werkzaamheden komen toe aan deze laatste.
6
NL
De bepalingen van Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad zijn van toepassing op stagiairs.
Het secretariaat-generaal van de Raad behoudt zich het recht voor de stage te beëindigen van eenieder die deze verplichtingen niet in acht neemt. 3.
Onbevredigende prestaties
Na een gemotiveerd verzoek van het hoofd van de afdeling waaraan de stagiair is toegevoegd en de stagebegeleider, behoudt het secretariaat-generaal van de Raad zich het recht voor de stage met onmiddellijke ingang te beëindigen indien de werkprestaties of de kennis van de werktaal van de stagiair onvoldoende zijn voor een behoorlijke vervulling van zijn taken.
4.
Onjuiste verklaringen Het secretariaat-generaal van de Raad behoudt zich het recht voor een stage met onmiddellijke ingang te beëindigen indien op enig moment duidelijk wordt dat een stagiair bij zijn aanvraag of tijdens de stage onjuiste verklaringen heeft afgelegd of valse getuigschriften of documenten heeft overgelegd.
5.
Stagerapporten en getuigschriften Aan het eind van de stage stellen de stagiair en de stagebegeleider een activiteitenverslag, respectievelijk een stagebeoordelingsrapport op. Zowel het verslag als het rapport wordt ondertekend door de stagiair en de stagebegeleider, die deze toezenden aan het stagebureau. Na de stage ontvangt de stagiair een afschrift van beide en een getuigschrift dat melding maakt van de duur van de stage en de dienst waar de stage werd gevolgd.
6.
Vakantie
a)
Stagiairs hebben recht op dezelfde vrije dagen in verband met openbare feestdagen of sluiting van de kantoren van het secretariaat-generaal als ambtenaren.
b)
Een stagiair heeft recht op twee dagen verlof per maand. Dit verlofrecht wordt verworven naar rato van het aantal gewerkte maanden, te rekenen van de eerste dag van de maand. Niet opgenomen verlof wordt niet betaald. Verlof dat de stagiair opneemt om deel te nemen aan vergelijkende onderzoeken, examens, universitaire werkzaamheden enz. moet worden afgetrokken van het opgebouwde verlofrecht.
De directeur Human Resources kan op uitzonderlijke en naar behoren gestaafde gronden speciaal verlof toekennen.
7
NL
c)
Bij verlofaanvragen moet rekening worden gehouden met de behoeften van de dienst en moeten bovenstaande regels worden nageleefd. Zij moeten eerst worden goedgekeurd door de stagebegeleider en vervolgens door het hoofd van de afdeling waar de stage wordt gevolgd of diens vertegenwoordiger.
7.
Onderbreking van de stage In uitzonderlijke gevallen kan na een gestaafd verzoek van de stagiair door de directeur Human Resources een onderbreking van de stage worden verleend.
8.
Afwezigheid
a)
Ziekteverlof
Bij ziekte stelt de stagiair onmiddellijk zijn stagebegeleider op de hoogte, die het hoofd van de afdeling waar hij de stage volgt, inlicht; vanaf de vierde dag van zijn afwezigheid zendt hij een doktersattest waarin de vermoedelijke duur van de afwezigheid wordt vermeld, aan het stagebureau, dat op zijn beurt de afdeling waar hij de stage volgt, op de hoogte brengt. De stagiair die wegens ziekte afwezig is, kan aan een medische controle worden onderworpen.
b)
Ongerechtvaardigde afwezigheid Wanneer een stagiair afwezig is zonder opgave van redenen of zonder zijn stagebegeleider in te lichten, stelt laatstgenoemde het stagebureau daarvan op de hoogte, hetzij rechtstreeks hetzij via het hoofd van de afdeling waaraan de stagiair is toegevoegd of diens vertegenwoordiger. De directeur Human Resources zendt vervolgens de stagiair een brief op het door hem bij het begin van stage opgegeven adres waarin hij hem opdraagt binnen een week na de verzending van de brief het hoofd van de afdeling waar hij de stage volgt, op de hoogte te brengen van de redenen voor zijn afwezigheid. Elke dag van afwezigheid waarvoor geen redenen worden opgegeven, worden afgetrokken van het verlofsaldo van de stagiair. De directeur Human Resources kan, na beoordeling van de opgegeven redenen of indien niet tijdig redenen zijn opgegeven, besluiten de stage met onmiddellijke ingang te beëindigen. Elk teveel betaalde bedrag moet aan het secretariaat-generaal van de Raad worden terugbetaald.
Artikel 11 1.
Aan een betaalde stagiair kan een stagebeurs worden toegekend. Het bedrag van de beurs wordt elk jaar door de adjunct-secretaris-generaal van de Raad vastgesteld in het licht van de beschikbare begrotingsmiddelen.
2.
Daarnaast kan bovenop de beurs een toeslag van ten hoogste de helft van het beursbedrag worden toegekend aan een gehandicapte stagiair, na beoordeling van zijn situatie.
8
NL
3.
Indien de beursgerechtigde stagiair tijdens zijn stage een inkomen ontvangt dat niet van het secretariaat-generaal van de Raad afkomstig is (beurs, salaris of andere inkomsten), kan hij enkel aanspraak maken op een financiële bijdrage van het secretariaat-generaal van de Raad in zoverre deze externe bezoldiging lager is dan het bedrag van de stagebeurs. In dat geval wordt het verschil met het beursbedrag bijgepast.
Artikel 12 1.
Een stagiair die niet in Brussel is aangeworven, heeft recht op vergoeding van de daadwerkelijk aan het begin en het eind van zijn stageperiode gemaakte reiskosten, mits zijn plaats van aanwerving binnen de geografische grenzen van de Europese Unie of van een kandidaat-lidstaat ligt. Deze kosten worden berekend op basis van de voordeligste reisweg per trein, 2e klasse, eventueel met couchette of in een slaapwagon toeristenklasse, of van de reis per vliegtuig, toeristenklasse, indien deze wijze van vervoer minder duur blijkt. Deze uitgaven worden vergoed op basis van de voor ambtenaren van het secretariaat-generaal opgestelde lijst van tarieven. Voor stagiairs die buiten de EU of een kandidaat-lidstaat worden aangeworven, wordt bij de berekening van de vergoeding van de reiskosten de internationale luchthaven of de stad binnen de grenzen van de EU die geografisch gezien het dichtst bij de plaats van aanwerving ligt als beginpunt genomen.
Voor stagiairs die binnen de EU of een kandidaat-lidstaat worden aangeworven, maar waarvan de stagestandplaats buiten de EU ligt, wordt bij de berekening van de vergoeding van de reiskosten de internationale luchthaven of de stad binnen de grenzen van de EU die geografisch gezien het dichtst bij de plaats van de stage ligt als eindpunt genomen.
2.
Een stagiair moet ten minste de helft van zijn stage voltooien om in aanmerking te komen voor vergoeding van zijn reiskosten. Een stagiair die op minder dan 50 kilometer van de stagestandplaats is aangeworven, heeft geen recht op een reiskostenvergoeding. Aanvragen voor adreswijzigingen worden niet aanvaard nadat het besluit tot toekenning van de stage is genomen.
Artikel 13 1.
De stagebeurzen zijn niet onderworpen aan het bijzondere belastingstelsel van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen. Derhalve moet de stagiair zelf zijn belastingverplichtingen nakomen.
2.
Het stagebureau geeft op verzoek aan het eind van de stage een belastingverklaring af. Deze verklaring vermeldt het bedrag van de toegekende beurs en bevestigt dat geen belastingen of socialezekerheidsbijdragen zijn ingehouden.
9
NL
Artikel 14 1.
De stagiair moet een ziektekostenverzekering hebben. In de eerste week van de stage moet de stagiair daarvan bewijsstukken overleggen. Indien een stagiair niet gedekt wordt door een ziekteverzekering kan hij, nadat hij heeft aangetoond dat hij niet krachtens zijn nationale ziekteverzekering kan worden verzekerd, door het secretariaat-generaal van de Raad worden verzekerd. De bijdrage van de stagiair beloopt in dat geval één derde van de premie.
Indien een stagiair bij een verbindingsbureau van de Raad niet gedekt wordt door een ziekteverzekering, kan hij, nadat hij heeft aangetoond dat hij niet krachtens zijn nationale ziekteverzekering kan worden verzekerd, door het secretariaat-generaal van de Raad worden verzekerd. De bijdrage van de stagiair beloopt in dat geval één derde van de premie. Het maximum van de ingevolge die verzekering uit te keren vergoedingen wordt bepaald op dezelfde bedragen en percentages als dat voor stages in Brussel. 2.
Op de voorwaarden van de door het secretariaat-generaal van de Raad bij een verzekeringsmaatschappij gesloten ongevallenverzekering, is de stagiair verzekerd tegen ongevallen. Het secretariaat-generaal van de Raad neemt de te betalen verzekeringspremie volledig voor zijn rekening.
Artikel 15 1.
Op een met redenen omkleed verzoek van de stagiair, gericht tot de directeur Human Resources, kan de stage worden beëindigd, met inachtneming van een opzegtermijn van drie weken. In dat geval geschiedt de betaling van de eventuele stagebeurs naar rato van het aantal gewerkte dagen. Indien de beurs reeds is betaald, moet de stagiair het eventueel voor de niet gewerkte periode ontvangen deel van de beurs terugbetalen.
2.
Onverminderd artikel 10, lid 8, onder b) kan de directeur Human Resources te allen tijde op grond van het onbevredigende gedrag van de stagiair en na deze, alsmede zijn afdelingshoofd en zijn stagebegeleider te hebben gehoord, besluiten de stage met onmiddellijke ingang te beëindigen. Indien de beurs reeds is betaald, moet de stagiair in dat geval het eventueel voor de niet gewerkte periode ontvangen deel van de beurs terugbetalen.
10
NL
HOOFDSTUK II: BEPALINGEN BETREFFENDE STAGES ALS VERPLICHT ONDERDEEL VAN EEN STUDIE
Artikel 16 1.
Toepasselijke regels Stages worden aangeboden aan studenten die als onderdeel van een universitaire studie een stage moeten volgen. Deze stages worden niet betaald. Dit artikel geldt alleen voor stages die worden gevolgd als verplicht onderdeel van een studie. De artikelen 7, 8, leden 1 en 2, 9, 10 (behalve lid 6) en 12 zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Toelatingscriteria
Een stage kan worden aangevraagd door: a)
elke onderdaan van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een staat die kandidaat is voor toetreding 1
b)
studenten van het derde, vierde of vijfde jaar (of gelijkwaardig) van een instelling voor hoger onderwijs of universiteit die de eis stelt dat een dergelijke stage wordt gevolgd als onderdeel van de studie of als voorwaarde voor toegang tot een beroep, of of die onderzoek moeten doen voor een scriptie of proefschrift.
De kandidaten moeten een grondige kennis van één van de officiële talen van de Europese Gemeenschappen bezitten en een behoorlijke kennis van een andere van deze talen, voor zover dat nodig is voor de uit te voeren taken. Gezien de werkterreinen van stagiairs is kennis van ten minste Frans of Engels noodzakelijk
Opdat zoveel mogelijk Europese burgers zich vertrouwd kunnen maken met de Europese instellingen worden geen aanvragen aanvaard van personen die reeds een interne, al dan niet betaalde, stage van meer dan acht weken in een dienst van een Europese instelling of Europees orgaan, een agentschap of bureau van de Europese Gemeenschappen 2 hebben gevolgd. Dit geldt ook voor de aanvragen van personen die werken of gewerkt hebben als assistent van een adviseur of van een lid van het Europees Parlement, als consulent of onderzoeker, of als tijdelijk functionaris, gedetacheerde nationale deskundige, contractant, hulpfunctionaris of interimfunctionaris in een van de instellingen, agentschappen of bureaus van de Europese Gemeenschappen.
1
2
Deze aanvragers komen pas in aanmerking wanneer de toetredingsonderhandelingen zijn afgesloten. Zie de bijlage. 11
NL
3.
Duur en aanvang van de stage
Een stagecontract wordt met de stagiair gesloten voor een periode van een tot vijf maanden, afhankelijk van de eisen van de onderwijsinstelling. Deze stageduur kan bij wijze van uitzondering worden verlengd, maar de stage mag in totaal niet langer dan zes maanden duren. De datum waarop de stage begint wordt in overleg met de stagiair bepaald.
4.
Vakantie
a)
Stagiairs hebben recht op dezelfde vrije dagen in verband met openbare feestdagen of sluiting van de gebouwen van het secretariaat-generaal als ambtenaren.
b)
Een stagiair heeft recht op twee dagen verlof per maand, tenzij anderszins vermeld in het stagecontract dat is getekend met de onderwijsinstelling van de student. Dit recht wordt verworven naar rato van het aantal gewerkte maanden, te rekenen van de eerste dag van de maand.
De directeur Human Resources kan evenwel op uitzonderlijke en naar behoren gestaafde gronden speciaal verlof toekennen. c)
Bij verlofaanvragen moet rekening worden gehouden met de behoeften van de dienst en moeten bovenstaande regels worden nageleefd. Zij moeten eerst worden goedgekeurd door de stagebegeleider en vervolgens door het hoofd van de dienst waar de stage wordt gevolgd of diens vertegenwoordiger.
5.
Indiening van de aanvragen
Bij een stage-aanvraag worden gevoegd:
•
het volledig ingevulde aanvraagformulier;
•
een curriculum vitae;
•
een brief waarin de motivatie voor de aanvraag wordt uiteengezet;
•
een leesbare kopie van een internationaal erkend paspoort of een identiteitsbewijs voor Schengenlanden waarop de achternaam, de voornamen, de geboortedatum en -plaats en de nationaliteit van de aanvrager zijn vermeld 1;
1
De spelling van de achternaam, de voornaam en de nationaliteit moeten identiek zijn aan die op het aanvraagformulier. 12
NL
•
6.
een officiële verklaring van de onderwijsinstelling dat de aanvrager: –
hetzij een opleiding moet volgen als onderdeel van zijn studie of voor toegang tot het beroep
–
hetzij onderzoek moet doen voor een scriptie of een proefschrift;
•
een kopie van de diploma's of getuigschriften van de aanvrager;
•
kopieën van attesten van beroepservaring, indien relevant;
•
bewijsstukken of een gestaafde verklaring van de op het aanvraagformulier vermelde talenkennis.
Verzekeringen
a)
De stagiair moet een ziektekostenverzekering hebben. In de eerste week van de stage moet de stagiair daarvan bewijsstukken overleggen. Indien een stagiair niet gedekt wordt door een ziekteverzekering kan hij, nadat hij heeft aangetoond dat hij niet krachtens zijn nationale ziekteverzekering kan worden verzekerd, door het secretariaat-generaal van de Raad worden verzekerd. In dat geval komt de hele verzekeringspremie voor rekening van het secretariaat-generaal van de Raad.
b)
Onder de voorwaarden in de polis van de verzekering die het secretariaat-generaal van de Raad heeft gesloten met een verzekeringsmaatschappij, is een stagiair verzekerd tegen ongevallen. Het secretariaatgeneraal van de Raad neemt de te betalen verzekeringspremie volledig voor zijn rekening.
13
NL
HOOFDSTUK III: BEPALINGEN BETREFFENDE STAGES VOOR NATIONALE AMBTENAREN
Artikel 17 1.
Toepasselijke regels Dit programma is bedoeld voor ambtenaren van ministeries of overheids- of regionale instanties en voor de diplomaten van de lidstaten van de Europese Unie of van een kandidaat-lidstaat.
In het kader van dit besluit wordt onder 'nationale ambtenaren' verstaan ambtenaren die in dienst zijn bij en betaald worden door de nationale overheden.
Dit artikel geldt alleen voor stages die worden aangeboden aan nationale ambtenaren. De artikelen 7, lid 3, 8, leden 1 en 2, 9 en 10 (behalve lid 6) zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Toelatingscriteria
(1)
Een stage kan worden aangevraagd door:
a)
nationale ambtenaren die onderdaan zijn van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een kandidaat-staat en
b)
die een universitaire graad hebben of ten minste drie jaar beroepservaring die gelijkwaardig is met een universitaire opleiding
c)
de kandidaten moeten een grondige kennis van één van de officiële talen van de Europese Gemeenschappen bezitten en een behoorlijke kennis van een andere van deze talen, voor zover dat nodig is voor de uit te voeren taken. Gezien de werkterreinen van stagiairs is kennis van ten minste Frans of Engels noodzakelijk.
3.
Indiening van de aanvragen
Aanvragen moeten via de permanente vertegenwoordiging worden toegezonden aan de directeur Human Resources, samen met een aanbevelingsbrief van de nationale overheid van de aanvrager. Het stagebureau zal na raadpleging van de directoraten-generaal overwegen of de aanvrager kan worden aanvaard.
14
NL
Bij een aanvraag voor een stage voor "nationale ambtenaren" worden gevoegd:
4.
•
het volledig ingevulde aanvraagformulier;
•
een curriculum vitae;
•
een brief waarin de motivatie voor de stage wordt uiteengezet.
Duur en aanvang van de stage Een stagecontract wordt met de nationale overheid van de stagiair gesloten voor ten hoogste zes maanden.
De datum waarop de stage begint wordt in overleg met de nationale overheid bepaald.
5.
Stagiairs afkomstig uit kandidaat-lidstaten kunnen in geen geval toegang krijgen tot vergaderingen, documenten of andere werkzaamheden die verband houden met de toetreding van hun land, behalve wanneer zij hiervoor de expliciete of specifieke toestemming krijgen van de directeur-generaal bij wie zij hun stage volgen.
6.
Vakantie
a)
Stagiairs hebben recht op dezelfde vrije dagen in verband met openbare feestdagen of sluiting van de gebouwen van het secretariaat-generaal als ambtenaren.
b)
Een stagiair heeft recht op twee dagen verlof per maand. De directeur Human Resources kan evenwel op uitzonderlijke en naar behoren gestaafde gronden speciaal verlof toekennen.
c)
Bij verlofaanvragen moet rekening worden gehouden met de behoeften van de dienst en moeten bovenstaande regels worden nageleefd. Zij moeten eerst worden goedgekeurd door de stagebegeleider en vervolgens door het hoofd van de afdeling waar de stage wordt gevolgd of diens vertegenwoordiger.
7.
Verzekeringen
a)
De stagiair moet een ziektekostenverzekering hebben. In de eerste week van de stage moet de stagiair daarvan bewijsstukken overleggen. De nationale overheid van de stagiair moet aan het secretariaatgeneraal verklaren dat de stagiair gedurende de stage blijft vallen onder de socialezekerheidswetgeving voor ambtenaren en dat de werkgever de kosten die in het buitenland ontstaan, zal dragen.
15
NL
b)
Op de voorwaarden van de door het secretariaat-generaal van de Raad bij een verzekeringsmaatschappij gesloten ongevallenverzekering, is de stagiair verzekerd tegen ongevallen. Het secretariaat-generaal van de Raad neemt de te betalen verzekeringspremie volledig voor zijn rekening.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 18 De Directeur Personeelszaken en Administratie of, bij diens afwezigheid of verhindering, zijn adjunct is belast met de uitvoering van dit besluit.
Artikel 19 Besluit nr. 09/06 van 13 januari 2006 wordt ingetrokken en vervangen door het onderhavige besluit.
Artikel 20 Deze bepalingen zijn van toepassing met ingang van 1 februari 2008.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2007
P. de BOISSIEU
16
NL
BIJLAGE I Voorbeelden van diploma's ten bewijze van het onderwijsniveau dat vereist is voor toelating tot een stage 1
Land
Onderwijs op universitair niveau - ten minste 3 jaar
Bulgarije
Diplom za Vishe Obrazovanie (Диплома за Висше Образование) Bakalavur (Бакалавър) Magister (Магистър)
België FR
Licence ou équivalent, Bachelor
België NL
Licentiaat, Meester, industrieel ingenieur, Gegradueerde Bachelor (volgens de wet op het hoger onderwijs van 4 april 2003)
Tsjechië
Diplom o ukončení Bakalářského studia
Denemarken
Bachelorgrad
Duitsland
Fachhochschulabschluss (6-7 Semester)
Estland
Bakalaureusekraad (<120 ainepunkti)
Spanje
Diplomado/Ingeniero Técnico
Frankrijk
Licence
Griekenland
ΠTYXIO AEI / ΠΤYXIO TEI
Ierland
Bachelor's degree
Italië
Laurea –L (breve)
Cyprus
Πανεπιστηµιακό Πτυχίο
Letland
Bakalaura diploms (<120 kredīti)
Litouwen
Bakalauras (<120 kreditas)
Luxemburg
Bachelor, Diplôme d'Ingénieur industriel
Hongarije
Föiskolai Oklevél
Malta
Bachelor's degree
Nederland
Bachelor
Oostenrijk
Fachhochschuldiplom (6-7 Semester), Bakkalaureus(rea)
Polen
Licencjat – Inzynier
Portugal
Bacharelato
Roemenië
Diplomă de LicenŃă
Slovenië
Univerzitetna diploma
Slowakije
Diplom o ukončení Bakalářského studia
Finland
Kandidaatin tutkinto / Kandidatexamen Ammattikorkeakoulututkinto/Yrkeshögskoleexamen (min. 120 opintoviikkoa / studieveckor)
1
Situatie op 1 juli 2007.
SN 2323/1/08 REV 1 BIJLAGE I
PW/mv DG A I
17
NL
Zweden
Kandidatexamen (Akademisk examen omfattande minst 120 poäng, varav 60 poäng av fördjupade studier i ett ämne)
Verenigd Koninkrijk
Bachelor's degree / Diploma of Higher Education (DipHE)
Andere landen
Onderwijs op universitair niveau - ten minste 3 jaar
SN 2323/1/08 REV 1 BIJLAGE I
PW/mv DG A I
18
NL
Bijlage II
Europese instellingen en organen
EU-instellingen. •
Europees Parlement
•
Raad van de Europese Unie
•
Europese Commissie (met inbegrip van delegaties, vertegenwoordigingen en uitvoerende agentschappen)
•
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
•
Europese Rekenkamer
Financiële organen •
Europese Centrale Bank
•
Europese Investeringsbank
•
Europees Investeringsfonds
Adviesorganen •
Europees Economisch en Sociaal Comité
•
Comité van de regio's
Internationale instanties •
Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen
•
European Personnel Selection Office - Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen
•
European Administrative School - Europese Bestuursschool
Overige gespecialiseerde orgaan •
Europese ombudsman
•
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
SN 2323/1/08 REV 1 BIJLAGE II
PW/mv DG A I
19
NL