De brat, een Gaelic begrip
Maart 2011 Auteurs: Patrick Gilbers, Judith Schoen
Inleiding De brat was waarschijnlijk het meest gedragen kledingstuk op de Britse eilanden: een eenvoudige mantel die veel zegt over de Gaelic cultuur. Hij was essentieel voor het natte leven in Ierland en Schotland en werd gebruikt als bed, (regen)mantel en transportmiddel en mogelijk voor andere doeleinden. Uit de brat ontwikkelde zich de zo beroemde belted plaid en later de kilt. Dit onderzoek naar de brat bestaat uit een archeologisch, kunstgeschiedkundig, taalkundig en experimenteel archeologisch onderdeel, zodat verschillende disciplines tot één onderzoek en conclusie gecombineerd worden.
Inhoudsopgave 1. Archeologische vondsten 2. De brat in kunst 3. Taalkundige onderbouwing 4. Experimentele archeologie Conclusie Bibliografie
blz. 4 blz. 5 blz. 6-7 blz. 8-9 blz. 10 blz. 11
Bijlage 1. Voorbeelden van brats in kunst Bijlage 2. Vermeldingen van de bratt in het Lebor na hUidre
blz. 12-17 blz. 18-23
1. Archeologische vondsten Er zijn zes brats, uit de 14de tot 17de eeuw, teruggevonden in de graafschappen Tipperary, Derry, Donegal, Sligo en Mayo. Enkele exemplaren verkeren nog in een goede staat. Deze halfronde mantels bestaan uit drie stroken van elk maximaal 71 cm breed (de breedte van een verticaal weefgetouw zonder gewichten)1, waarvan de onderste strook uit twee delen stof bestaat. Experimenten geven de indruk dat het tweede deel van deze strook meestal reststof is, die zo alsnog gebruikt kan worden. Dit tweede deel is bij alle exemplaren van dezelfde stof als de rest van de mantel. Door de halfronde vorm verschillen de stroken in lengte. De delen van de brat zijn met een overhandse steek aan elkaar vastgezet. Deze steekjes kunnen zeer dicht naast elkaar gezet worden, waardoor beide zijden stevig aan elkaar worden gehecht.2 De brats zijn tussen de 228 cm en 267 cm breed en ongeveer 127 cm lang. Door literair en kunstgeschiedkundig onderzoek weten we dat de brat door beide seksen gedragen werd, maar archeologisch gezien is het niet aantoonbaar dat een vrouwenbrat afweek van een mannenbrat. Mogelijk werd het kledingstuk op de maat van de drager gemaakt. De brat is altijd van schapenwol gemaakt en is geweven op een horizontaal weefgetouw3 met een keperbinding (herkenbaar aan de diagonale lijnen in de stof) in een 2/2 of 2/1 keper. Hiervoor was een weefgetouw nodig van ten minste 3 schachten. Deze weefmethode is vanaf de de 8ste eeuw het meest voorkomende patroon in Noord-Europa.4 Één van de voordelen van de keperbinding is dat er een vrij grote zelfkant kan worden gemaakt. 5 Mogelijk verklaart dit waarom geen van de brats is gezoomd. Waarschijnlijk waren de exemplaren niet gevold, maar de fijngeweven textuur kan ervoor hebben gezorgd dat de brat desondanks vrij goed waterdicht was.
1 Heckett, Elizabeth, “Viking age Headcovers from Dublin,” (Dublin 2003) 98-99 2 ibid., 102-103 3 Gewichtsweefgetouwen werden niet gebruikt in Ierland. Zie: Hodkinson, Brian, “A Reappraisal of the Archaeological Evidence for Weaving in Ireland in the Early Christian Period” in: Ulster Journal of Archaeology 50 (1987), 47-53 4 Østergård, Else, ‘’Woven into the Earth: Textiles from Norse Greenland,” (Aarhus 2004) 68-69 5 Voor meer informatie over de keperbinding, zie: http://www.aboutrestoration.eu/text/keperbinding.pdf (bekeken op 20-03-2012)
2. De brat in kunst De brat wordt in manuscripten, inscripties en beeldhouwerken tussen de 6de en 17de eeuw n.Chr. afgebeeld. Een deel van deze afbeeldingen is terug te vinden in de eerste bijlage. De oudste afbeeldingen staan op Pictische stenen uit Schotland uit de 6de tot de 8ste eeuw n.Chr.. zoals de Eassie cross-slab, de steen van Aberlemno, de Maiden Stone, de St. Martin’s stone van Balluderon, het kruis van Shandwick en de steen van Kirriemuir Hierop wordt de brat voornamelijk gedragen door krijgers en jagers.6 Ook in Ierland worden mensen in brats op steen vereeuwigd, zoals op het kruis van Muiredach uit de 9de eeuw. In de 7de eeuw worden brats afgebeeld in het Book of Durrow en in de 8ste eeuw in het Book of Kells.7 De verluchters hebben hierbij dure kleuren gebruikt, om de miniaturen zo mooi mogelijk uit te laten komen. Op de afbeeldingen van het Book Kells staat een groot aantal methoden van het dragen van de brat. Bij deze methoden dient echter rekening te worden gehouden dat de tekenaar ook de brat soms op sierlijke wijze rond het lichaam wilde laten draperen. Dat de brat op zowel Pictische stenen als in Ierse manuscripten en kruisen voorkomt, geeft de indicatie dat hij al vanaf het begin van de kolonie van Dál Riata of zelfs daarvoor nog werd gedragen in Ierland en Schotland. Er worden relatief weinig afbeeldingen van de brat teruggevonden in middeleeuwse manuscripten. De enige zekere voorbeelden zijn in de werken van Gerald van Wales, op folio 28 van de Topographia Hibernica (1188 n.Chr.) en in de Itinerarium Cambriae (1191n.Chr).8 In het laatste werk lijken de twee bratdragers Welsh te zijn. De artiest die deze afbeeldingen heeft gemaakt is echter onbekend en kan dus zowel Iers als Normandisch zijn. De overige kleding is gestileerd en de meeste van de tekeningen zijn grove schetsen. Vanaf de 16de eeuw wordt de brat vaker in de manuscripten en tekeningen teruggevonden. Misschien wel het bekendste voorbeeld hiervan is die op de tekening van Albrecht Dürer, momenteel in de collectie van het Chester Beatty Library. Deze toont vijf Ierse krijgers. Waarschijnlijk heeft Dürer ze in 1521 in Antwerpen geschilderd. Rond deze tijd waren veel Ierse soldaten in dienst van het Franse en het Spaanse leger. Op de tekening draagt één soldaat een brat, die waarschijnlijk met bont afgezet is. Hij heeft hem over zijn hoofd heen getrokken en om zijn lichaam gewikkeld. Een vergelijkbare dracht hebben de Ieren die tussen 1575 en 1578 door de Gentse kunstenaar Lucas de Heere zijn afgebeeld in zijn Corte Beschrijvinghe van Engeland, Schotland en Ierland. Het is onduidelijk in wat voor opzet deze tekeningen zijn gemaakt. Mogelijk ontmoette de schilder hen in Veere, een stapelplaats voor de handel tussen Schotland en de Nederlanden waar hij een tijd werkte, maar nog waarschijnlijker tijdens zijn ballingschap in Engeland. 9 De Ieren zijn netjes gekleed en waren mogelijk handelaars of huursoldaten. Enkele brats hebben een gerafelde rand, mogelijk ter decoratie. Andere afbeeldingen van de brat zijn te vinden in Images of Ireland van John Derricke. Dit werk werd gemaakt tussen 1578 en 1581 vanwege de campagne van Sir Henry Sidney, Lord Deputy in dienst van Elisabeth de 1ste. Op de afbeeldingen hebben sommige brats een bontrand, overeenkomend met de afbeelding van Dürer. Ook op een 16de eeuwse kaart met een afbeelding van de kroning van de O’Neill koningen van Ulster worden brats met een vergelijkbare rand getoond.10
6
Fraser, Iain, ''The Pictish symbol stones of Scotland'' (Edinburgh 2008) Folio’s 2r, 2v, 3r, 4r, 5r, 7v, 8r, 12r, 19v, 27v, 28v, 29v, 32v, 58v, 89r, 95r, 114r, 124r, 129v, 130r, 183r, 187v, 188r, 201v, 202r, 202v, 255v, 285r, 290v, 291v en 292r 8 O'Meara, John (vert.), “The history and Topography of Ireland,” (London, 1951) 9 Draak, Maartje, “Lucas d'Heere: Beschrijving der Britsche eilanden” (Antwerpen 1937) 10 De kaart is in de collectie van het National maritime museum in Londen. 7
3. Taalkundige onderbouwing Het woord ‘brat’ is afgeleid van het Oud-Ierse woord bratt, verwant aan het Latijnse brattea, het Welshe brethyn en het Griekse βρατυν. In het Lebor na hUidre11 worden verschillende brats beschreven. Dit zijn brats die gedragen werden door de rijkere laag van de bevolking, aangezien armere mensen vrijwel niet voorkomen in de OudIerse literatuur. De exacte vermeldingen en de vertalingen zijn in te vinden in de tweede bijlage. De meeste aandacht wordt gegeven aan de kleur van de brat. De meeste brats zijn paars (corcra, 4 x),12 groen (úaine, 3 x, waarbij het tweemaal om dezelfde brat gaat)13 of groenig (úainide, 3 x).14 Daarnaast worden er ook nog brats beschreven als blauw (gorm, 2 x)15 helder (gel , 1 x),16 lichtrood (gelderg, 1 x)17 donkergrijs (dubglas, 1 x)18 of grijs (glas, 1x)19 en zwart (dub, 1x).20 De zwarte brat is opmerkelijk, aangezien hij ook wordt omschreven als lachtna,21 wat de kleur van melk aan kan duiden, maar ook de kleur van ongebleekte wol. Mogelijk gaat het hier dus om donkere schapenwol die niet is bewerkt voor het spinnen en weven. Vier brats zijn gespikkeld (brecc),22 en één gestreept (ríabach),23 zonder dat hierbij de kleur wordt aangegeven, hoewel één gespikkelde brat wordt omschreven als helder (lígda).24 Ook het Book of Kells toont enkele brats met spikkels. Voorts worden de broches van de brats besproken. De woorden voor broche of mantelpin die gebruikt worden, zijn eó (3x),25 bretnas (2x),26 delg (2x)27 en casán (1x).28 Deze zijn gemaakt van zilver (argat, 5 x)29 of goud (ór, 2 x)30 en één heeft ringen van goud (co mbrephnib óir).31 Dit gaat mogelijk 11
Best, R.I. en Bergin, Osborn, “Lebor na hUidre: Book of the Dun Cow” (Dublin 1929) brat corcra immi (LU 3111) Brat corcra cóicdíabail (LU 3286) Tic in tres lórc dano broitt chorcra ímpu (LU 4497) Brat corcra imbi (LU 5636) 13 brat úaine impe (LU 3286 ) Dolluid in ben cosin brot úane chucai (LU 3287) co n-accai in mnaí bruit úani chucai. (LU 3335-3336) 14 brat uanide i forcipol immi. (LU 6294-6295) Bruit úandidi impu. (LU 7541) brat úanidi immi. (LU 7764) 15 tri broit gorma impu (LU 7649) brat gorm crónchorcra. (LU 8637) 16 brat gel impe (LU 1808) 17 brat gelderg. (LU 7600-7601) 18 In lorg tánaisi broit dubglasa impuside (LU 4493) 19 ix. mbroit glassa luascaig impu (LU 7634) 20 brat dub lachtna imbi. (LU 9186) 21 brat dub lachtna imbi. (LU 9186) 22 In cetna lorg broitt brecca i forcipul co filliud impu. (LU 4489) Bratt brecc impe. (LU 4512) Brat breclígda imbi. (LU 7555) tri broit bric impu.(LU 7663-7665) 23 Brat ríabach rolómar impi. (LU 6967) 24 Brat breclígda imbi. (LU 7555) 25 eú óir and.(LU 5636) eo áirgit inna brot.(LU 7600-7601) ó argit i mbrot caech n-ai díb. (LU 7628) 26 bretnas argit co mbrephnib óir inna brut (LU 1809) teora bretnassa óir inna mbrattaib.(LU 7663-7665) 27 Deilge créda i n-aurslocud a mbrat (LU 7541) delci findairgit isna brataib (LU 7672) 28 Cassán gelairgit isin brot uassa bruinne. (LU 6294-6295) 29 bretnas argit co mbrephnib óir inna brut (LU 1809) Cassán gelairgit isin brot uassa bruinne. (LU 6294-6295) eo áirgit inna brot (LU 7600-7601) 12
om banden die om de broche heen zijn gemaakt, of het woord bretnas is te vertalen als pin en heeft een ringvormig uiteinde. Mogelijk is het de ring die wordt aangeduid bij de vermelding bretnas óir,32 aangezien goud een zacht metaal is en zou verbuigen wanneer het gebruikt zou worden voor een brochepin. Er zijn vier vermeldingen over de structuur van de brat. Twee brats zijn wollig (rolómar)33 en twee brats zijn geweven (cascorcra).34 35 Logischerwijs zijn beide soorten brats geweven, maar wordt er hier een onderscheid gemaakt met de grofheid van het weefsel. Over de draagwijze van de brat zijn ook enkele vermeldingen, er wordt twee keer gezegd dat hij gevouwen gedragen wordt (i forcepul),36 éénmaal draagt de drager hem in vijf vouwen (cóicdíabail)37 en éénmaal zijn negen brats los hangend (lúascach).38 Een van de twee gevouwen brats wordt ook nog filliud genoemd,39 wat ook gevouwen betekent. Hier gaat het waarschijnlijk om dubbelgevouwen.
ó argit i mbrot caech n-ai díb.( LU 7628) delci findairgit isna brataib. (LU 7672) 30 eú óir and. (LU 5636) teora bretnassa óir inna mbrattaib (LU 7663-7665) 31 bretnas argit co mbrephnib óir inna brut (LU 1809) 32 teora bretnassa óir inna mbrattaib (LU 7663-7665) 33 Brat ríabach rolómar impi.( LU 6967) A brat rolómar taris isin tig.( LU 7178) 34 Brat caschorcra imbi.( LU 7324) brat gorm crónchorcra.( LU 8637) 35 Hoewel cascorcra letterlijk ‘paars-krullerig’ betekent, is deze vertaling onlogisch omdat één van de cascorcra brats blauw is. 36 In cetna lorg broitt brecca i forcipul co filliud impu. (LU 4489) tri broit hi forcepul. (LU 7621) 37 Brat corcra cóicdíabail (LU 3286) 38 ix. mbroit glassa luascaig impu (LU 7634) 39 In cetna lorg broitt brecca i forcipul co filliud impu. (LU 4489)
4. Experimentele archeologie Het reconstrueren en testen van de brat kan inzicht bieden in de effectiviteit van het kledingstuk. In experimenteel archeologische context heeft stichting Celtic Britain drie jaar geëxperimenteerd met brats van verschillende soorten wol, textuur en vorm, vooral uitgaand van de praktische toepasbaarheid. Hier is een grote hoeveelheid data uit voortgekomen. Hoewel het kledingstuk door alle klassen van de bevolking werd gedragen, moest hij voor de lagere klassen functioneel zijn en een goede bescherming tegen een vochtig klimaat bieden. Het grootste deel van de bevolking was actief in de landbouw en veeteelt. Daarbij stond veeteelt het hoogst in aanzien.40 Boeren waren regelmatig langere tijden van huis weg om het vee te bewaken tegen veeroven of om het vee naar andere velden te leiden.41 Veel mensen leefden dus in de openlucht, vaak lange afstanden te voet afleggend. De brat bood tijdens hun verblijf buiten bescherming. Hij was dus noodzakelijk voor een dergelijk leven. Vorm Wanneer de brat een rechthoekige lap zou zijn geweest, zouden de punten van de onderkant over de grond heen slepen wanneer hij het gehele lichaam van de drager zou moeten bedekken. Daarom is de ronde vorm ontstaan. De rechte bovenkant wordt over de schouders geslagen en de punten van de bovenkant worden vaak onder de riem gestoken, zodat er geen speld nodig was, de drager niet gehinderd werd en het lichaam toch warm bleef. Ook is de brat met een speld te dragen, die op de borst of de schouder geprikt werd. Dit zorgt er echter wel voor dat de stof vaak over de armen valt en bewegingen hindert. Samenstelling De brat bestaat uit vier delen wol. De stroken zijn aan elkaar vastgemaakt met een overhandse steek. Testen om dit te realiseren met de rijgsteek en diverse andere steken wezen uit dat de stof aan de randen gevoelig is voor overmatige slijtage. Bij het gebruik van een rijgsteek ontstaan er vaak binnen een dag gaten tussen de delen, omdat de steek het gewicht niet kan houden. Desondanks blijft deze vierdeling een zwak punt, zelfs met een overhandse steek ontstaan er na een maand al gaten. Warmte De brat kan de drager overdags warm houden vanaf een temperatuur van -5 graden Celsius. Bij een lage temperatuur is het belangrijk dat de drager blijft eten, zodat de warmte die het lichaam hierdoor aanmaakt geïsoleerd wordt door de brat. De brat kan als slaapdeken worden gebruikt, in dit geval is hij comfortabel voor temperaturen boven de 10 graden. In de middeleeuwen bleef sneeuw in Ierland en Schotland zelden langer dan drie dagen liggen. Het klimaat was mild en ‘s winters daalde de temperatuur vrijwel nooit onder het vriespunt.42 Waterdichtheid Tijdens het experiment is de brat getest als slaapdeken in een lichte regenbui, zonder dat de wol gevold of anderszins behandeld was. Hierbij bleek hij voldoende waterdicht te zijn om eronder te kunnen blijven slapen zonder last van de regen te hebben. Bij zware regenbuien is de brat minder goed lange tijd draagbaar en zeker niet geschikt als slaapdeken. Wanneer hijeenmaal nat is, duurt het lang voordat hij weer droog is. een natte brat kan meer dan 150% in gewicht toenemen. Secundaire functies 40
Kelly, Fergus, “Early Irish farming,” (Dublin 1997), 27 Kelly, “Farming,” 68-69 42 Kelly, “Farming,” 2-3 41
De brat is bruikbaar voor het vervoeren van voorwerpen zoals turf en hout, wanneer hij onder de riem wordt gestoken. Indien goed geweven kan hij een gewicht van meer dan 20 kg transporteren. Technisch is dat haalbaar, maar het is onduidelijk in hoeverre een brat op een dergelijke manier werd gebruikt.
Conclusie Archeologisch, kunstgeschiedkundig, taalkundig en experimenteel archeologisch onderzoek geeft een vrij compleet beeld over de brat. Het is een halfronde mantel die, blijkens archeologische vondsten, uit vier delen bestaat. Dit is één van de weinige zwakke punten van de brat, zo blijkt uit experimenteel archeologisch onderzoek. In de loop van de eeuwen is hij qua ontwerp weinig veranderd en bedekte hij meestal het gehele lichaam van de drager. Hij werd door zowel mannen als vrouwen gedragen. De mantel is van wol en kan verschillende kleuren hebben. De meeste brats zijn effen, hoewel voorbeelden in vroegmiddeleeuwse kunst en beschrijvingen in de middeleeuws Ierse literatuur ook aanwijzen dat sommige brats gestreept of gespikkeld waren. Hoe rijker de drager, hoe duurder de kleur van de stof. Het is met de huidige data nog niet te zeggen of de stof zelf ook van betere kwaliteit was als de drager rijker was, maar logischerwijs is dat wel het geval. Experimenteel archeologisch onderzoek heeft verder uitgewezen dat de brat de drager zeer goed warm houdt, waterafstotend is en te gebruiken is als slaapdeken.
Bibliografie Boeken Best, R.I. en Bergin, Osborn, “Lebor na hUidre: Book of the Dun Cow” (Dublin 1929) Draak, Maartje, “Lucas d'Heere: Beschrijving der Britsche eilanden” (Antwerpen 1937) Fraser, Iain, ''The Pictish symbol stones of Scotland'' (Edinburgh 2008) Heckett, Elizabeth, “Viking age Headcovers from Dublin,” (Dublin 2003) Kelly, Fergus, “Early Irish farming”, (Dublin 1997) O'Meara, John (vert.), “The history and Topography of Ireland,” (London, 1951) Østergård, Else, ‘’Woven into the Earth: Textiles from Norse Greenland,” (Aarhus 2004) Tijdschriften Hodkinson, Brian, “A Reappraisal of the Archaeological Evidence for Weaving in Ireland in the Early Christian Period” in: Ulster Journal of Archaeology 50 (1987), 47-53
Bijlage 1. Voorbeelden van brats in kunst Brats op Pictische stenen Linksboven: de steen van Balluderon, rechtsboven: de Eassie stone, linksonder: de steen van Aberlemno, rechtsonder: de steen van Kirrimuir. Afbeeldingen van: http://canmore.rcahms.gov.uk .
Replica van het Kruis van Muiredach in de Collins barracks, Dublin
De brat in het Book of Durrow
Brats in het Book of Kells
Brats in de werken van Giraldus Cambrensis. Boven: uit de Topographia Hibernica, British library, Royal MS 13.B.viii. Onder: schetsen in de Itinerarium Cambriae
De brat in het werk van Albrecht Dürer
De brats in Lucas de Heeres Beschrijving der Britsche eilanden
Brats in John Derrickes Images of Ireland
Bijlage 2. Vermeldingen van de bratt in het Lebor na hUidre De vermeldingen zijn gesorteerd op regelnummer. De Oud-Ierse tekst is schuingedrukt, waarin het woord bratt vergedrukt staat en kenmerken worden onderstreept. Onder de Ierse tekst wordt de Nederlandse vertaling gegeven, waarna de kenmerken nogmaals worden herhaald, met hun vertaling. 1808 brat gel impe Een heldere brat rondom haar Kenmerken gel
helder
1809 bretnas argit co mbrephnib óir inna brut Een broche van zilver met ringen van goud in de brat Kenmerken bretnas argat bréifne ór
broche zilver ringen goud
3111 brat corcra immi Een paarse brat rondom hem Kenmerken corcra
paars
3286 brat úaine impe Een groene brat rondom haar (Medb) Kenmerken úaine
groen
3286 Brat corcra cóicdíabail Een vijfmaal gevouwen, paarse brat (Ailill)
Kenmerken corcra cóicdíabail
paars vijfmaal gevouwen
3287 Dolluid in ben cosin brot úane chucai Kwam de vrouw met de groene brat tot hem Kenmerken úaine
groen
3335-3336 co n-accai in mnaí bruit úani chucai. toen hij zag (dat) de vrouw van de groene brat tot hem (kwam) Kenmerken úaine
groen
4489 In cetna lorg broitt brecca i forcipul co filliud impu. Het eerste gezelschap (had) gespikkelde, gevouwen brats met dubbele vouwen rondom hen. Kenmerken brecc i forcipol filliud
met patroon, gespikkeld gevouwen vouwen
4493 In lorg tánaisi broit dubglasa impuside Het tweede gezelschap (had) donkerblauwe brats rondom hen. Kenmerken dubglas
donkergrijs
4497 Tic in tres lórc dano broitt chorcra ímpu Het derde gezelschap kwam bovendien. Paarse brats rondom hen. Kenmerken
corcra
paars
4512 Bratt brecc impe. Een gespikkelde brat rondom haar. Kenmerken brecc
met patroon, gespikkeld
5636 Brat corcra imbi. eú óir and. Een paarse brat rondom hem. Een punt van goud eraan Kenmerken corcra eó ór
paars punt goud
6294-6295 brat uanide i forcipol immi. Cassán gelairgit isin brot uassa bruinne. Een groenige, gevouwen brat rondom hem. Een helder zilveren broche in de brat over de borst. Kenmerken úainide casán gelargat
groenig ornament / broche helder zilver
6967 Brat ríabach rolómar impi. Een gestreepte, wollige brat rondom hem. Kenmerken ríabach rolómar
gestreept wollig
7178 A brat rolómar taris isin tig. En een wollige brat over hem in het huis. Kenmerken
rolómar
wollig
7324 Brat caschorcra imbi. Een geweven brat rondom hem Kenmerken cas + corca
geweven (DIL), letterlijk: paars-krullerig
7541 Bruit úandidi impu. Deilge créda i n-aurslocud a mbrat. Een groenige brat rondom hen. Gegoten pinnen in de opening van zijn brat. Kenmerken úainide delg créda
groenig broche / pin vormen, gieten
7555 Brat breclígda imbi. Een helder-gespikkelde brat rondom hem Kenmerken brecc lígda
met patroon, gespikkeld helder
7600-7601 brat gelderg. eo áirgit inna brot. Een helder-rode brat. Een punt van zilver in de brat Kenmerken gel derg eó argat
helder rood punt zilver
7621 tri broit hi forcepul. Drie gevouwen brats
Kenmerken i forcipol
gevouwen
7628 ó argit i mbrot caech n-ai díb. Een punt van zilver in de brat van elk van hen. Kenmerken eó argat
punt zilver
7634 ix. mbroit glassa luascaig impu negen grijze, loshangende brats rondom hen. Kenmerken glas lúascach
grijs, groen, blauw los hangend
7649 tri broit gorma impu Drie blauwe brats rondom hen Kenmerken gorm
blauw, donker
7663-7665 tri broit bric impu. (…) teora bretnassa óir inna mbrattaib. Drie gespikkelde brats rondom hen. (...) Drie broches van goud in de brats. Kenmerken brecc bretnas ór
met patroon, gespikkeld broche goud
7672 delci findairgit isna brataib. Witzilveren broches in de brats. Kenmerken
delg findargat
broche / pin witzilver
7764 brat úanidi immi. Een groenige brat rondom hen. Kenmerken úainide
groenig
8637 brat gorm crónchorcra. een blauwe, geweven brat Kenmerken gorm cas + corca
blauw, donker geweven (DIL), letterlijk: paars-krullerig
9186 brat dub lachtna imbi. Een zwarte, ongebleekte brat rondom hem. Kenmerken dub lachtna
zwart melkkleurig, ongebleekt