Maandag 14 juli 2014 We beleven een korte nachtrust. De WK-finale Duitsland - Argentinië loopt uit met een verlenging. Götze schiet in de 113e minuut de oosterburen naar de titel. Enkele uren later gaat de wekker en hebben we nog een uur om de laatste zaken voor het vertrek te regelen. Om precies 4 uur rijdt de taxibus van Taxi Centrale Renesse voor. Na het instappen van de familie Van Nieuwenhuijzen moet er eerst getankt worden. Dat valt niet mee vanwege problemen met pinpassen. Uiteindelijk wordt in 's Gravenpolder genoeg diesel ingeslagen. De trip naar Schiphol wordt in sneltreinvaart afgelegd. Tegen half 6 arriveren we op de luchthaven. Het bakje koffie kikkert ons op. Na de nodige plichtplegingen gaat het toestel van Arke Fly om 9.20 uur de lucht in voor een vlucht van een geplande tijd van 11 uur. Snel zien we Londen onder ons liggen, waarna vlot de eindeloze Atlantische Oceaan volgt. We doden de tijd met lezen, slapen en films kijken. Sweet Summer Sun van The Stones is favoriet. We vliegen Comfort Class. Dit houdt extra beenruimte in. Best plezierig en slapen is hierdoor geen probleem. Ook fijn is dat de vlucht in minder dan 9,5 uur wordt afgewerkt in plaats van de voorziene 11 uur. Door het tijdsverschil van 6 uur arriveren we net na de middag in Holguin in Oost-Cuba. We hebben nog een flink stuk dag voor de boeg. De luchthaven contrasteert erg met Schiphol. De gebouwen doen meer denken aan de receptie van een camping. We ontmoeten Alexis, onze gids en Chi Chi, de chauffeur voor de komende drie weken. Voordat we vertrekken van de luchthaven wisselen we euro's in CUC's. Dit blijkt een heel karwei te zijn. De biljetten worden meerdere keren geteld en gecontroleerd. Direct is duidelijk dat het begrip "snel" hier niet bestaat. Onderweg naar hotel "El Bosque" legt Alexis al één en ander uit over het land en drukt ons op het hart vooral niet te schromen om veel te vragen. Het voelt goed. In het hotel worden we ontvangen met een welkomstdrankje. Daarna gaan we snel naar onze kamers om de Hollandse kleding te vervangen door een luchtiger tenue. Bij het zwembad genieten we van een watertje en het eerste Cubaanse biertje (Cristal). Het voorstel van Alexis om 's avonds naar de stad te gaan wordt overgenomen. Eerst rijden we naar de Loma de la Cruz, een heuvel aan de rand van de stad. Van hieraf hebben we een mooi zicht op Holguin, de derde stad van Cuba. De rit met de bus heuvel op is bij deze temperaturen heel wat aantrekkelijker dan de 458 treden beklimmen. We worden in het centrum afgeleverd en verkennen een stukje van de stad. Veel pleinen met koloniale gebouwen, oude auto's en fietstaxi's. We worden regelmatig aangesproken door de vriendelijke bevolking. De achterliggende gedachte is gelukkig niet altijd om een dienst aan te bieden of geld uit de zak te troggelen. Als duidelijk is dat we uit Nederland komen, is het WK met de mooie derde plek dikwijls onderwerp van gesprek. In een aardig restaurant genieten we van het diner. Er is veel keus en de kwaliteit is goed. Tegen half 10 duiken we in bed. Het is een lange dag geweest (25 uur).
Dinsdag 15 juli We hoeven niet voor dag en dauw op te staan. Na het ontbijt worden de koffers gepakt. De huiskikker bij de jongens geeft weer acte de presence. Nadat het diertje buiten gezet is, komt hij binnen enkele minuten via de badkamerventilatie weer naar binnen gekropen.
We vertrekken naar het oosten. Alexis geeft in de bus een uitgebreide uitleg over slimmigheidjes voor de toerist, de geschiedenis van Cuba en de economie. De eerstvolgende plaatsen die we gaan bezoeken komen ook aan bod in zijn verhaal. We rijden door een mooi groen gebied in noordoost Cuba. Het landschap is heuvelachtig met kleine dorpjes, weinig verkeer op de weg en steeds slechter wordende wegen. Na drie uur rijden, waarbij de oogleden soms zwaar worden, stoppen we bij een restaurant in Moa. Een eerdere stop was niet handig door het ontbreken van benzinestations of restaurants met een fatsoenlijke mogelijkheid voor eten of wc's. Het restaurant in Moa ziet er in eerste instantie aardig uit, maar bij nader inzien blijkt het communisme hier nog hoogtij te vieren. Het zwembad staat droog. Is het geen seizoen? Wat de temperatuur betreft in ieder geval wel. Kort na Moa is het landschap volledig verziekt door de zwavel- en nikkelmijnen. Vegetatie dood, zee rood, een compleet troosteloos gebied. Er mogen geen foto's gemaakt worden. Vraag aan Alexis: Why? Antwoord: Because! Zoals volgens hem het antwoord zal zijn op zoveel vragen in Cuba. Als we aankomen in Baracoa regent het. Dit is niet iets waar we ons zorgen over moeten maken. Regen en zon zullen elkaar snel opvolgen, meerdere keren per dag, is de verwachting. Het klopt. Even later is het droog. Gevolg is wel dat het supervochtig is. Door het klamme weer gutst het zweet aan alle kanten uit je lijf. Zeker bij het beklimmen van de trappen van ons hotel. De koffers moeten met de hand nog wat omhoog. Gerard (herstellende sleutelbeenbreuk) en Karla (geblesseerde knie na val gisteravond) krijgen hulp. Baracoa en omgeving liggen in een gebied met een microklimaat dat volgens sommige weerdeskundigen gewoon niet mogelijk is. Door dit klimaat groeien hier bijzondere planten en is een groot deel van de omgeving beschermd reservaat.
Hotel El Castillo ligt prachtig op de top van een heuvel. Het is de gerenoveerde ruïne van een vesting. Een kanon beneden aan de trap "bewaakt" het fort. De jongeman met een gat in zijn shirt, die bij het passeren iedere keer "t-shirt" fluistert, doet wat afbreuk aan de historische omgeving. Vanaf de galerij en vanuit de kamers op de bovenste verdieping is het uitzicht op de haven en de stad heel fraai.
Bij het zwembad met uitzicht op de tafelberg El Yunque relaxen we met Gerard en Leonie. De jongens vermaken zich in het zwembad. Ze doen dezelfde kunstjes als tien jaar geleden. Zouden ze nog volwassen worden of hoeft dit niet? 's Avonds eten we in de stad in paladar La Colonial. Prima maaltijd met veel vismogelijkheden. Bijzonderheid van dit gebied is dat de vis bereid wordt in kokosolie. Tegenover ons zitten Geert en Leen, twee medereizigers uit Edegem uit de buurt van Antwerpen. We wisselen de verschillen uit over studies aan Belgische of Nederlandse universiteiten. Na het eten lopen we door de "feeststraat". Hier moet het een bonte avond worden met veel muziek. Muziek is er en hard ook. Helaas ontbreekt een band en ook het overige publiek laat het afweten. Na een heel atletisch optreden van twee stelletjes hebben we het al vlot gezien.
Woensdag 16 juli We blijven een dag in Baracoa. Het gezelschap splitst zich in een deel dat de tafelberg El Yunque beklimt en een deel dat de boottocht en wandeling bij de monding van de rivier Toa onderneemt. Koen, Rob, Niels, Jens, Geert en Anton beklimmen El Yunque. Ze vertrekken als eersten compleet met lunchpakket en liters water. Met deze temperatuur en vochtigheid belooft het een pittige tocht te worden om de 575 meter hoge berg te beklimmen. Steile en gladde paden, gelukkig grotendeels in de schaduw van het tropisch regenwoud, maken er een echt avontuur van. De rest van het gezelschap rijdt met de bus naar de rivier Toa. Hier liggen houten bootjes die naar de overkant van de rivier gepeddeld moeten worden.
Onder leiding van gids 24 en Alexis lopen we op het gemak tussen de vele tropische bomen en planten. Amandelbomen, cacao, koffie, normale en ecologisch betere rode bananen, mango's en veel bijzondere vruchten. In een paalwoning is alles uitgestald en mogen we proeven. Bij flinke regenval loopt het hele gebied onder en blijft de woning droog. Of de rest van de levende have (varkens, kippen, eenden) dan gezellig tussen de mensen vertoeft is niet duidelijk. De bevolking is hier volledig zelfvoorzienend met hun groenten, vruchten en dieren. We krijgen een demonstratie van kokosnoot plukken. Behendig wordt met een tuigje een boom ingeklommen. Met een groot mes worden noten en bladeren gekapt. Het balanceren op de smalle stam lijkt makkelijker dan het is. Met hetzelfde mes worden de noten opengeslagen. We proeven de melk, eigenlijk gewoon water. Na de wandeling worden we verscheept naar de monding van de rivier. Hier scheidt een smalle landstrook de rivier van de Atlantische Oceaan. In de rivier mag gezwommen worden. In de zee niet vanwege de gevaarlijke branding. Op de landstrook staan hutjes van riet. Het zijn onderkomens van vissers en niet echt bestand tegen de orkanen die Cuba in het najaar teisteren. Na terugkomst in het hotel gaan Gerard en ik proberen om de heel moeilijk inwisselbare biljetten van 100 CUC te wisselen in kleinere coupures. Dit valt niet mee. De bank wil het niet en verwijst ons naar een wisselkantoor. Ook daar krijgen we nul op rekest.
Slenterend door Baracoa zien we de armoede van het land. Gebouwen zijn in heel slechte staat, bedelende mensen en geen enkele arbeidsactiviteit. Het communisme nodigt hier ook niet toe uit. De enige persoonlijke verdiensten kunnen geboekt worden door het verrichten van taken die harde CUC's opbrengen: personenvervoer of andere toeristische activiteiten. De fooi is hierbij de inzet. De rest is voor Fidel. De jongens hebben de beklimming van de tafelberg zwaar gevonden. Vanzelfsprekend hebben ze het niet op het gemak gedaan, maar er weer een wedstrijd van gemaakt. Op de heenreis was al het water er al doorheen gejaagd. Het uitgebreide vruchtenassortiment op de top vormde de lunch en aan de voet van de berg resteerde nog twee uur tijd om te zwemmen in een rivier voordat de taxi arriveerde voor de terugreis. De rest van de middag brengen we bij het zwembad door. Cora komt bij op de hotelkamer. De darmen zijn van slag. Tijdens de wandeling had ze hier ook al flink last van. Met een imodiumpil hopen we op betere tijden. 's Avonds rijden we met de bus naar een local, die varken aan het spit voor ons heeft bereid. Het aperitief wordt gedronken uit een vrucht waar de kap is afgehaald. Rietjes zijn holle stengels. De tafels zijn gedekt met bananenbladeren. We eten uit bamboestengels. Mooi om zo gebruik te maken van natuurlijke materialen. Het ziet er allemaal feestelijk uit. We besluiten de dag aan het zwembad met Gerard, Leonie, Geert en Leen.
Donderdag 17 juli Inpakken, want we vertrekken uit dit ongerepte stukje Cuba. Wat is de natuur hier mooi en wat ligt Baracoa er prachtig in. Langs de doorgaande weg ziet alles er beter uit dan in de achterbuurten in de stad. Gevels in pasteltinten en geen rommel op straat. Alles wordt netjes aangeveegd. Overal zien we door paarden getrokken koetsjes en fietstaxi's. Een heel levendig straatbeeld.
De weg naar Santiago gaat door het gebergte. Over een goede betonweg rijden we door een spectaculair landschap naar het zuiden. Tot voor kort was Baracoa vrijwel onbereikbaar over land, waardoor het zich ontwikkelde tot een piraten- en smokkelaarsnest. Op de prachtige route zien we bijna geen verkeer. Alexis legt uit dat de aanschaf van een tweedehands Lada uit 1980 ($ 18.000,--) en zeker een nieuwe Peugeot ($ 297.000,--) voor vrijwel geen enkele Cubaan te betalen is. Een oldtimer is te doen, maar hierbij is het noodzakelijk om een goeie monteur te zijn. "Reis van Havana naar Santiago is als een reis naar de maan". Op een mooie plek, hoog in de bergen, stoppen we. We worden direct belaagd door chocolaen bananenverkopers.
Aan de zuidkust stoppen we bij een mooi strand. De jongens en Gerard vermaken zich in de golven. De krachtige branding en onderstroom is uitdagend. Inspannend is het voetbalpartijtje in het losse zand. Alexis is de doelman van de Cubanen. De stofwolken vliegen in het rond. Behoorlijk energieverslindend in deze hitte.
We passeren Guantanamo Bay. Van de basis, het laatste Amerikaanse relict, is niks te zien. Het betwiste gebied ligt verscholen in de diepte. Tijdens de stop bij een benzinestation horen we dat een toestel van Malaysia Airlines tijdens de vlucht Amsterdam - Kuala Lumpur is neergeschoten boven Oekraïne. Later horen we dat er ook Sawadee-gangers in het toestel zaten. Bijna 300 doden. Wat een drama. Om de zaak nog verder op te vrolijken is Israel een grondoorlog begonnen tegen de Palestijnen. Een korte rit door Santiago de Cuba leert dat dit een drukke stad is. Heel veel oude auto's en druk gebarende mensen. Maar ook bijzonder mooie gebouwen, zoals de woning van de familie Bacardi. Ons hotel Las Americas is redelijk eenvoudig. In het grote luxe hotel aan de andere kant van de straat wisselen Gerard en ik onze biljetten van 100 CUC om in coupures van 20. 's Avonds eten we onder de veranda van het nabijgelegen restaurant Zunzún. Duidelijk is dat Santiago met recht de naam van de warmste stad van Cuba mag dragen. In de bar dicht bij het zwembad bekijken we de sambadansers en drinken een mixje. Bier is niet te koop. Alexis leert Leonie en Leen de pasjes van de samba. De jongemannen breken de nacht in een bar in de omgeving van het hotel. Het wordt 4 uur.
Vrijdag 18 juli Alexis heeft een rondrit door de stad geregeld. Toch makkelijk dat je een eigen bus bij je hebt. De eerste stop is op het Plein van de Revolutie. We beklimmen het voetstuk van het monument van Antonio Maceo, de opperbevelhebber van de Mambi-rebellen. 23 metalen palen versterken het beeld. Van deze plek hebben we een mooi uitzicht over het plein en de stad. Hierna rijden we naar de begraafplaats Santa Ifigenia, een enorme oppervlakte met tombes van marmer, dikwijls versierd met engelen. Er zijn veel familiegraven. Maar ook personen uit de Cubaanse geschiedenis hebben hier hun laatste rustplaats gekregen. Carlos Céspedes (vader van de natie), José Marti (dichter en vrijheidsstrijder), Emilio Bacardi (grote man van de rum). Elk half uur vindt er een ceremonie plaats bij de eeuwige vlam en het monument van Marti. Drie soldaten met hoog opgeheven benen lopen dan naar het monument. De rit gaat verder naar de Moncadakazerne. Hier begon Castro op 26 juli 1953 de revolutie. De aanval werd afgeslagen, waarna Batista de kogelgaten in de muren repareerde. Later werden deze door Castro weer open gemaakt.
We rijden door naar het kasteel El Moro. Dit verdedigingswerk staat op een heuvel vlak naast de nauwe toegang tot de baai van Santiago. Het vele verdiepingen hoge bouwwerk biedt een prachtig uitzicht over de kust en de haven van Santiago. Overal staan kanonnen voor de geschutsgaten, in de magazijnen liggen kogels en op panelen is te zien wat er allemaal voorgevallen is. Opvallend is een foto van Piet Heijn, onze eigen zeerover. Hierna gaan we naar het centrale plein van de stad: het Parque Céspedes. Langs het plein staan de kathedraal, het stadhuis met het balkon waarvan Castro zijn eerste toespraak hield, het oudste huis van Cuba en het grote hotel Casa Granda. Op het dakterras met weer een geweldig zicht over de stad, gebruiken we de lunch.
Na de lunch maken we een wandeling door de stad; een belevenis op zich. We bewonderen de oude auto's en de vrachtauto's die als bussen worden gebruikt. De passagiers worden als vee ingeladen, waarna de vehikels met een hoop lawaai en in wolken uitlaatgassen zich een weg banen door de stad.
Gebouwen die mooi zijn opgeknapt staan naast panden die nog net niet ingestort zijn. Hier tussendoor leeft de Cubaan. De inwoners van Santiago staan bekend om hun bedelen. Dat klopt. Continu worden we aangeklampt met vragen over taxiritten, sigaren, rum, olie, een aalmoes om eten of geld voor hun kinderen. Als ik een foto maak van een mooie dame voor het beroemde Casa de la Trova resulteert dit in een achtervolging. Geraffineerder is de jongen die familie heeft in Nederland, maar er uiteindelijk alleen maar op uit is om de jongens 's avonds naar de stad te lokken. Wel leuk is het bandje dat Beatlenummers speelt. Op verzoek van Koen wordt Yellow Submarine gespeeld. Origineel is de actie van Niels, Jens en Koen waarbij Cubanen in ruil voor 1 CUC de geketende Niels mogen slaan. Niemand hapt. 's Avonds gaan we ter afwisseling eten bij het Italiaanse restaurant in het luxueuze hotel aan de overkant van de straat. Karla, Falco en Daniël vergezellen ons. Aan het tafeltje naast ons zit Maurice de Hond te werken op zijn i-pad. Bij het zwembad drinken we nog wat met de Van Nieuwenhuijzens. Vreemd is dat er geen bier te koop is. Dan maar een naranja.
Zaterdag 19 juli We hebben een vrije ochtend. Na het ontbijt lopen we naar het hotel tegenover ons en wisselen een hoop euro's voor een dikke bundel CUC's. Deze keer geen biljetten van 100 maar van maximaal 20. De rest van de morgen brengen we in rust door op het terras. Ook wel eens lekker als er geen programma is. Op het gemak kan het verslag bijgewerkt worden en is er tijd voor een stuk lectuur. Om 1 uur vertrekken we richting Sierra Maestra. We stoppen bij El Cobre, het belangrijkste pelgrimsoord van Cuba met de enige basiliek van het land. Het heiligdom staat op een prachtige plek waar vroeger een Spaanse kopermijn was (cobre). Duizenden pelgrims komen jaarlijks hier om het beeld van de wonderdoener Virgen del Cobre te aanbidden. In een zijkapel zijn veel offerandes te zien en krukken, rolstoelen en andere hulpmiddelen uit dankbaarheid of hoop op genezing. De rit door het gebergte is afwisselend. Prachtige natuur, afgewisseld met dorpen waardoor veel traditioneel transport met paard en karretjes. Meestal gebruikt voor personenvervoer. Eén keer zien we een geslacht varken in een karretje liggen. Het laatste stuk van de rit richting Filé is heel steil en gaat over een bijzonder slechte weg. Het einddoel is hotel El Salton diep in de bergen. De telefoons hebben hier geen bereik. De kamers zijn eenvoudig maar er is een balkon. Rondom het hotel is het heel groen. De rivier heeft weinig aanvoer, dus de waterval staat droog. Door het vele groen is het aardig donker op de kamers. In het restaurant spelen we een paar partijtjes op het poolbiljart. De kwaliteit van het biljart en de keuen laat te wensen over, maar het is een leuke afwisseling.
's Avonds eten we in het restaurant onder het genot van muziek van "Shakira". Daarna leert Alexis ons het Cubaanse dominospel. Vier spelers met een vaste maat tegenover je. Ieder 10 stenen. De stenen hebben meer ogen, nul tot en met negen. We spelen tot het eind van de avond. Gerard en Geert zijn een onverslaanbaar duo. Aan vooral de dames wordt de samba geleerd. Alex ligt dubbel van het lachen als de studenten onder invloed van een straffe pina colada een Nederlandse dans showen. De jongens en Anton spelen slagen raden, maar dan op de Belgische manier. Het bieden mag niet uitkomen en er wordt een andere telling gebruikt.
Zondag 20 juli Onder begeleiding van een gids maken we een wandeling in het gebied rond het hotel. De groep wordt gesplitst in deelnemers voor een korte en een lange trip. Jan, Anja, Manouk, Bas, Justine, Daniël, Cora en ik kiezen voor de korte wandeling. In het begin gaat het redelijk bergop, maar door de vele stops met uitleg van de gids is het niet zwaar. Zoals ook bij de vorige wandeling is de flora bijzonder en de fauna niet. Bij een diepe poel in de rivier kan gerelaxt worden. De andere groep voegt zich hier bij ons. Het water is diep genoeg voor springen, duiken en salto's. Kinderen van de bevolking spelen hier ook. Even verderop is een wasplaats. De was wordt ingestreken met een blok zeep, geslagen met een klopper, uitgespoeld in de rivier en te drogen gelegd op de stenen. Twee jongens vermaken zich met een kruiwagen. Een meisje heeft helblauwe ogen, best bijzonder bij deze bevolking.
De volgende stop is bij een boerderijtje. Rond het schamele bouwsel scharrelen kalkoenen, kippen, een haan, hond en een ezel. In de woning ziet het er heel netjes uit. Er wordt koffie geserveerd die heel goed smaakt. Als koopwaar heeft men kettingen en tasjes die van bonen gemaakt zijn. De cacao, die aangeboden wordt, is in de vorm van onze bietjes en ruikt heel sterk. Tegen 1 uur zijn we terug in ons hotel. De middag brengen we in rust door op de kamer en het balkon. Er worden wat potjes pool gespeeld. Na het diner komen de dominostenen en de kaarten tevoorschijn. Ook wordt er weer gedanst. Een gevolg van de afgelegen plek. We houden ons goed bezig.
Maandag 21 juli We vertrekken van deze idyllische plek in de bergen van de Sierra Maestra. De aanbevolen fleecetruien zijn in de koffer gebleven. Ook 's avonds was het bepaald niet koud. In de bus beginnen we met de song of the day: Het Cubaans volkslied. Op verzoek van Alexis wordt dit gevolgd door de Nederlandse en Belgische hymne. Zoals bij iedere verplaatsing houdt Alexis zijn praatje. Deze keer gaat het over Fidel Castro, de onmogelijkheid van Cubanen om iets te kopen of te huren en het grote verlangen van emigratie naar Amerika. Schokkend is het verhaal van zijn vriend, die na twee keer teruggestuurd te zijn, bij de derde keer zichzelf zwaar verwondt om in een ziekenhuis in Florida opgenomen te kunnen worden. Poging geslaagd! Merkwaardig is dat buitenlanders een hotel of auto kunnen boeken en dat Cubanen die mogelijkheid alleen hebben voor twee tot drie keer deze prijs. En dat met hun minimale inkomen. Voor de lunch stoppen we in Bayamo. Er staat een bezoek aan Casa de la Trova op het programma. Waar hebben deze naam eerder gehoord? Onder de snikhete overkapping worden we uitgenodigd voor een dansje. De band speelt heel enthousiast. Het vruchtendrankje, al of niet met rum, smaakt prima. Ik koop een tshirt van Ché. We lopen naar het Plein van de Revolutie, ook een bekende naam in Cuba. Hier staat het standbeeld van de vader des vaderlands Céspedes en een monument met de tekst van het volkslied, la Bayamesa. Bayamo is de stad van de opstand tegen de Spanjaarden. De bewoners staken zelfs hun stad in brand om te voorkomen dat deze in handen van de vijand zou vallen. We gebruiken de lunch in een klein restaurant. Vanzelfsprekend worden we weer getrakteerd op live-muziek. Deze keer klinkt het prima, mede door de akoestiek van het fraaie gebouw.
Na Bayamo rijden we door eindeloze rijst-, suikerriet- en maisvelden. Vreemd genoeg is er geen levende ziel te zien. Op het eind van de middag komen we aan bij hotel La Plaza in Camagüey. Het hotel staat midden in de stad, vlak bij het station. Onze kamer is erg groot met een aparte zit- en slaapkamer. In tegenstelling tot andere Cubaanse steden is Camagüey niet aangelegd in rechthoekige blokken, maar is het een doolhof van nauwe straatjes, slingerende wegen en doodlopende stegen. Op de pleinen komen uit onmogelijke hoeken de wegen uit. De bedoeling hiervan was om piraten in verwarring te brengen.
We gaan met fietstaxi's de stad in. Een grote donkere man is onze gids. Op de belangrijke plaatsen, de pleinen, wordt gestopt en houdt hij zijn praatje.
Op het Plaza de los Trabajadores zien we behalve de kerk een prachtig in wit en blauw geschilderd pand. Het Parque Agramonte wordt vanzelfsprekend gedomineerd door de generaal op zijn paard (één poot op de grond: gesneuveld in de strijd, maar niet overleden op het slagveld). Tinajones (terracotta potten) voor de opvang van regenwater zien we alleen in de galerie van Martha Jimenez, een beroemde schilderes. Op de straat voor haar pand vallen de bijzondere beeldengroepen op. We eten in de veranda van een leuk restaurant, waar we verwelkomd worden met het luiden van een klok. Iedereen, behalve Cora, eet de sterk aanbevolen meat. Zwarte bonen in witte rijst completeren het gerecht.
Dinsdag 22 juli Vroeg uit de veren want we gaan baseball spelen. Met de fietstaxi's worden we naar het grote stadion gereden, waar we in een plantsoen een partij spelen. Jens en Koen zijn de aanvoerders. Zij kiezen hun ploegen. Het moeilijkst is het om de bal te raken. Wel fijn dat je het mag blijven proberen, ook na drie missers. Koen en Anton produceren de beste klappen. Geert steelt de show met het vangen van een bal uit een harde klap van Koen, diep in het achterveld. Na twee rondes wint de ploeg van Jens met 10 - 5.
Alexis prijst ons om de rake klappen, de goede vangballen en om het feit dat er maar twee geblesseerden zijn. Falco heeft een aardige blauwe plek opgelopen. Door het vlakke smalle deel van Cuba rijden we naar het westen. Hier zien we dat veeteelt een belangrijke vorm van bestaan is. Eén keer moeten we stoppen omdat cowboys met het drijven van hun vee de weg blokkeren. Verderop gaan de weides over in eindeloze vlaktes met suikerriet. Ons volgende verblijf is het all-inclusive resort Costasur bij Playa Alcon aan de zee bij Trinidad. Vlak voor het hotel verandert het groene landschap merkwaardig. Aan de ene kant van de weg een dorre vlakte, aan de andere kant mangroves. Na het inchecken gaan we naar het zwembad. Er is plek zat, zelfs op de ligstoelen. We spelen met de bal in het lauwe water en genieten van de gratis drankjes. Hier wordt er niet gevraagd: "Cristal of Bucanero", maar krijgen we ons biertje in een plastic beker. De cola en sinas worden getapt uit een slang. We lezen wat en houden het een aardig poosje vol tot de zon achter de gebouwen verdwijnt. Het restaurant vertoont gelijkenissen met een vreetschuur. De bekende taferelen van mensen die hun bord volladen met ijs en taartjes komen ook hier voor. Leuk voor een keertje, zo'n all-inclusive, maar het heeft weinig met het echte Cuba te maken. 's Avonds spelen we in de lobby met zeven man slagen raden.
Woensdag 23 juli We rijden met de bus naar Trinidad, een mooie koloniale stad aan de Caribische Zee. De historische kern staat vol met pastelkleurige panden uit de gouden eeuw van het eiland. Met de suikerrietindustrie werd zoveel geld verdiend dat de suikerbaronnen woningen als paleizen konden laten bouwen. De straten zijn geplaveid met keitjes. Er is vrijwel geen verkeer. Een eldorado voor de wandelaar.
Aan de gevels hangen kooien met zangvogels. De ramen zijn beveiligd met houten traliewerken. Rond het mooie Plaza Mayor staan vijf prachtige koloniale villa's. In een museum zien we tekeningen en voorwerpen uit de slavenhandel. Geen zaak om als Nederlander trots op te zijn. We beklimmen via een smalle wenteltrap de toren van het historisch museum. Bovenop hebben we een machtig zicht op de pannendaken onder ons en de zee en bergen in de verte. Alexis weet een plekje waar we een bakje canchanchara drinken, een mix van honing, limoen, rum, water en ijs. Best straf 's morgens om 11 uur. In een smal straatje met veel kraampjes kopen we een kistje met dominostenen voor de prijs van 7 CUC. Duurder uit zijn we als we een woning binnengelokt worden en de huiskamerdeur sluit. Hier worden sigaren verkocht via het illegale circuit. Ongetwijfeld goedkoper dan officieel, maar de brave man zal zeker een goede dag overgehouden hebben aan ons bezoek. Vrijwel blut slenteren we nog een poos door de mooie stad. Na de lunch gaan we naar het strand. Hier is het veel rustiger dan bij het zwembad. Kalm muziekje erbij, wel een bar en in de zee veel lokale bezoekers die niet zwemmen maar in het water staan of zitten. Richting de Caribische Zee wordt de branding gebroken door rotsen. Op de achtergrond de bergen. Een heel relaxte middag. 's Avonds gaan we terug nar de stad. We strijken neer op de trappen van Casa de la Musica, waar twee bandjes een enthousiast optreden verzorgen. Hoe later op de avond, hoe wilder er gedanst wordt. Op den duur hebben we het wel gezien. De jongens, behalve Koen en Niels lurkend aan een sigaar, hebben dat al eerder. Ze gaan kaarten op de trappen. We doen nog een rondje door de stad, maar hier valt weinig meer te beleven.
Donderdag 24 juli 's Morgens vertoeven we in het gezelschap van Rob op het strand. Koen heeft een late discussienacht achter de rug met Niels, Jens, Anton, Sarah en Falco. Hij slaapt uit. De bar bij het zwembad is 24 uur per dag open. Rond 3 uur in de nacht werd daar het geluidsniveau van de discussie te hoog en werd verzocht te dimmen. Om 12 uur checken we uit. Deze dag staat een korte verplaatsing naar Cienfuegos op het programma. Onderweg valt een stevige bui, maar net voor aankomst klaart het op. Cienfuegos is een stad met Franse invloeden, ook rijk geworden door het suikerriet. We verblijven in hotel La Jagua, maar krijgen ons welkomstdrankje op het dakterras van het Palacio del Valle, de voormalige residentie van één van de rijkste suikerbaronnen. Een exotisch paleis in Moorse, gotische, Venetiaanse en barokke stijl. Een plaatje!
De lunch gebruiken we op de benedenverdieping. Met het mozaïek en stucwerk is deze ruimte niet minder imponerend. Na de lunch rijden we naar het Parque Marti, het middelpunt van de stad. Hier staat de enige triomfboog van Cuba. Verder vallen het regeringsgebouw en het theater op. In een zijweg staat een rij kraampjes, waar souvenirs verkocht worden. Hier slaan we onze slag. Muzikanten, schilderijtjes, sleutelhangers, plankjes voor het dominospel en een nummerbord wisselen van eigenaar. En dat allemaal voor een habbekrats. Jammer dat het juten tasje om alles in op te kunnen bergen 10 CUC moet kosten. Waarschijnlijk is dat het enige product dat niet in Cuba is gemaakt.
Cora geeft de zeepjes uit het hotel aan een paar mannen, die wrijvende bewegingen over hun armen maken. Ze zijn erg dankbaar.
Minder blij is een dame die om kauwgom vraagt en er één krijgt. "Only one?" Op een terras naast het theater genieten we van een bakje koffie, limonade en een pilsje. Het Swatch-horloge van Gerard geniet bijzondere belangstelling van de Cubanen. Gerard trapt er niet in. Terug in het hotel bewonderen we het uitzicht vanaf het balkon op de bovenste verdieping. Wat een zicht op de lagune, de stad en het paleis. Het hotel mag er ook zijn. Erg luxe deze keer. 's Avonds worden we met de bus naar een restaurant in de stad gebracht. Het personeel is alleen de Spaanse taal machtig. Manouk helpt ons uit de problemen. Karla, die na haar val in Holguin nog steeds niet goed mobiel is, neemt een taxi terug naar het hotel. Tot onze verbazing wordt dat de oude Ford uit 1917 die voor het restaurant geparkeerd staat. Met een slinger wordt het wrak aan de praat geholpen. Hakkepuffend en zonder verlichting rijdt het oude beestje weg. Onderweg valt de auto stil door gebrek aan benzine en wordt Karla met een ander voertuig thuisgebracht. Wij lopen de lange boulevard af naar de punt van het schiereiland waar ons hotel staat. Op het muurtje dat land en zee scheidt, zit de plaatselijke jeugd. Een eindeloze rij. We nemen nog een drankje in de tuin bij het zwembad. Ongemerkt wordt het 12 uur en neemt Jens afscheid van zijn tienerschap. Felicitaties volgen.
Vrijdag 25 juli We genieten nog even van het magnifieke uitzicht vanaf ons balkon. De stad ontwaakt, maar wat is het rustig op straat. Hier geen druktes na zonsopgang zoals in China. Niet verwonderlijk met een totale bevolking van 11,5 miljoen inwoners, waarvan meer dan 2 miljoen in Havana. Jens is jarig. De bus is versierd met ballonnen en naast chauffeur Chi Chi staat een mooie taart te pronken. We rijden naar Santa Clara, de stad van Ché Quevara. Hier behaalde deze wereldberoemde revolutionair eind december 1958 zijn beslissende overwinning op Batista. We bezoeken het monument van Ché. In het mausoleum is hij hier in 1997, 30 jaar na zijn dood, bijgezet. De eeuwige vlam brandt op zijn graf. In het museum zien we veel foto's en eigendommen van hem; schoolrapporten, radio's, wapens en kleding. Het is verboden om fototoestellen, tassen, drinken e.d. naar binnen mee te nemen. Op het enorme plein mag wel gefotografeerd worden. Hier staat Ché naast zijn afscheidsbrief aan Fidel. De kreet "Hasta la victoria siempre" (Eeuwig op weg naar de zege) zijn we op meerdere plekken in Cuba ook al tegengekomen.
Aan de andere kant van het plein staan nog meer strijdkreten. Op het centrale plein in de stad valt het gebouw op waar strijd geleverd is met de troepen van Batista. Kogelgaten in de muren herinneren hieraan. We bezoeken de Tren Blindado, de gepantserde trein vol wapens en munitie, die door Batista naar Santa Clara werd gestuurd om zijn troepen te versterken. Op 29 december 1958 liet Ché deze trein ontsporen en leidde zo de ondergang van het regime van Batista in.
De dames worden door Alexis getrakteerd op een bloem, een goed gebruik in Cuba. In een restaurant aan het Parque Vidal gebruiken we de lunch en wordt de taart ter ere van de verjaardag van Jens aangesneden. Hierna rijden we door naar hotel Los Caneyes. Onze kamers zijn gebundeld in groepen van zes verblijven in een soort hutten in een park. In de gezamenlijke ruimte onder de overkapping staan schommelstoelen en is er een hangmat. Allemaal heel rustiek. Koningspalmen, bomen met enorme over de grond kronkelende wortels en parelhoenders met jongen versterken het tafereel. De middag brengen we door bij het zwembad. De jongens vermaken zich in het water. Wij zoeken verkoeling in de schaduw. Na het diner in het restaurant van het complex, wordt een modeshow met tombola georganiseerd. We kopen aardig wat loten (het is tenslotte voor een goed doel met arme kindertjes). Er wordt prima gestart met de tombola. Jens heeft direct prijs: een tas. Dat blijkt ook gelijk het eind van de verloting te zijn. Na de show met heel strak kijkende modellen, wordt er veel gepast en niks gekocht. De kinderen vermaken zich in de disco tot in de kleine uurtjes.
Zaterdag 26 juli Op de nationale feestdag verplaatsen we ons over een afstand van zo'n 350 kilometer van oost naar west. De rit gaat over de hele lengte over de snelweg. Behalve in de directe omgeving van Havana is er vrijwel geen verkeer op de twee rij- en een vluchtstrook brede asfaltbaan. Het landschap is niet opwindend. Lezend en slapend wordt de tijd gedood.
Bij aankomst in Soroa bezoeken we eerst een orchideeëntuin. Helaas bloeien deze bloemen niet in deze tijd, maar er is nog veel ander fraais te zien. We worden rondgeleid door een lokale gids. Hij vindt ons niet bijzonder geïnteresseerd, hoort Sarah die de Spaanse taal aardig machtig is. Waarschijnlijk is dit de reden dat hij het verhaal niet echt spannend brengt.
Het park Villa Soroa waarin onze woningen staan is heel mooi. We verblijven in simpele huisjes tussen het uitbundige groen. Het zwembad is mooi ingebed in een lager gelegen gebied. Omdat het opnieuw erg warm is, is dit "the place to be". De rest van de middag brengen we hier door. Geert en Leen voegen zich bij ons. Na het diner brengen we de rest van de avond door bij de bar van het zwembad. De jongens poolen en kaarten. Niels en Rob spelen domino met Cubanen. Het verbaast ons erg dat ze heel snel weten welke stenen onze jongens hebben. Als we naar onze huisjes lopen worden we begeleid door een orkest van vogelgeluiden.
Zondag 27 juli We gaan naar Las Terrazas, een groot complex dat in 1968 met subsidie is aangelegd door lokale boeren. Het gebied van 5000 hectare was vanwege houtkap door de Spanjaarden en koffieteelt in latere eeuwen ontbost en uitgeput geraakt. Er werden 1500 kilometer aan terrassen aangelegd en 6 miljoen bomen geplant. Daarna werd het dorp Las Terrazas gebouwd. Het gebied werd in 1985 het eerste biosfeerreservaat van Cuba. Nu is dit het belangrijkste ecotoerismecentrum van het land. De groep splitst zich in tweeën. Het grootste gedeelte gaat lopen naar de top van het gebergte. Dit vergt een wandeling van ongeveer drie uur met als beloning een fraai uitzicht met in het noorden de Atlantische Oceaan en in het zuiden de Caribische Zee. De rest (Karla, Anja, Cora en ik) rijden met de bus naar het dorp. Onderweg zien we de canopy. Canopy is een groot woord, want het is een afdaling met een kabel. Wij en ook Alexis en Chi Chi besluiten dit te gaan doen. Allereerst worden we voorzien van een helm en in een tuig gehesen. Daarna met de lokale bus naar boven. Na de instructie glijden we in drie etappes van platform naar platform naar beneden. Eigenlijk heel relaxt. Het is niet de bedoeling om veel bij te draaien, want dit betekent dat je stil komt te hangen tussen twee platforms. Voor mij moet een reddingsactie op poten gezet worden.
Na afloop gaan we naar de rivier Rio San Juan. Omgeven door weelderig groen stroomt de rivier met kleine watervalletjes en tussen de rotsen naar beneden. Hier wachten we op de rest van de groep. Jammer genoeg is het door het weekend erg druk. Zittend op stenen met de voeten in het water verbazen we ons over wat de Cubanen allemaal meeslepen op hun dagje uit. Koeltassen, veel eten, rum en cola. De lunch gebruiken we in een fameus restaurant. Zelfs Fidel bezocht dit regelmatig toen hij nog gezond was. We genieten van een perfect maal met brood, rijst, groente, verschillende soorten vlees, ijs en koffie.
Op het eind van de middag zoeken we het zwembad bij het hotel op. Het is hier ook nog druk en we moeten op speurtocht voor stoelen. De door Jens gekochte bal komt goed tot zijn recht. Koen, Jens en Sarah halen een record met hooghouden in het diepe bad: 100 keer.
Na het diner gaat het mis met Cora. Stevige darmklachten. Het wordt geen domino spelen zoals gepland. Cora valt rap in slaap en ik lees tot 12 uur oude Quests. In de loop van de nacht krijg ik dezelfde verschijnselen als Cora.
Maandag 28 juli Terwijl Cora opgeknapt is, is het bij mij helemaal fout. Diarree, misselijk en zo slap als een doek. We rijden naar Viñales, geen al te lange rit. "El commandante" krijgt de ereplaats helemaal voor in de bus naast Chi Chi. Alexis begint zijn praatje met een loterij. Prijs: "Wie krijgt morgen de emmer?" De rit staat in het teken van tabak. We stoppen bij een boerderij waar tabaksbladeren gedroogd worden. Dit is een heel secuur proces, waarbij het blad niet te droog (versnipperen) of te nat (schimmelen) mag worden. De volgende stop is een tabaksfabriek in de provinciehoofdplaats Pinar del Rio. Hier kan het hele proces van het maken van de sigaar bekeken worden. Alleen kijken en geen foto's maken. Opmerkelijk is het vele handwerk tijdens de productie. Er zijn wel wat hulpmiddelen, maar alles gaat met de hand. In het snikhete Pinar wordt ook nog gestopt bij een likeurproeverij. In het centrum van de stad wordt de lunch gebruikt in een erg luidruchtig en warm restaurant. Omdat deze stad nog geen toerisme kent, zijn de prijzen extreem laag. Cora, Koen en Rob eten en drinken voor 7 CUC (= € 5,60). De reis wordt voortgezet naar Viñales. Hier is een prachtig natuurgebied ontstaan met kalksteenformaties. Vanaf het terras bij een restaurant hebben we een prachtig zicht op dit natuurwonder.
Ons verblijf Rancho San Vicente is aan de rand van de vallei gelegen. Voor de derde opeenvolgende bestemming zijn we gehuisvest in aparte woningen. We brengen de rest van de middag door bij het zwembad. 's Avonds ben ik door de imodium, reisziekte- en wonderpillen van Leen zover opgeknapt dat een maaltijd enigszins kan. Aan de andere kant van de weg eten we in het Pink House van een particulier. Het ziet er perfect uit. Geen "muy bien" maar "entallia". We liggen vroeg in de veren om krachten op te doen voor de komende dag.
Dinsdag 29 juli Het grootste deel van de groep maakt een wandeling door de vallei. De gids die zijn uitleg regelmatig spekt met een Nederlands woord, is heel enthousiast. Hij maakt ons attent op vele planten en vruchten en weet daar allerlei bijzonderheden over. Bijvoorbeeld een plant die gekookt wordt in water, waarna het vocht geschikt is voor het reinigen van de darmen. Ook "plan B" als er geen toiletpapier voorhanden is: een heel zacht blad. Ons water wordt opgefrist met het sap van een limoen. We zien een hut van bladeren die gebruikt wordt als schuilplaats bij orkanen. In september kan het hier nogal eens spoken. Dit bouwsel blijft staan terwijl bij hevige stormen met windvlagen tot 300 kilometer per uur, vrijwel alle andere gebouwen plat gaan. Bij een boerderijtje drinken we een lekkere koele pina colada zonder alcohol. Rob en ik maken gebruik van de poepdoos: een heel schone versie van de plank met emmer, die vroeger bij opa en oma Louwerse gebruikt werd. De gids geeft uitleg over het rantsoensysteem, dat door de Cubanen gebruikt wordt. In het bonnenboekje wordt alles genoteerd. Voor een heel klein bedrag kunnen de eerste levensbehoeftes gekocht worden. Bijvoorbeeld anderhalve kilo rijst voor 25 pesos; ongeveer 1 eurocent. Het rantsoen is te weinig om van te kunnen leven, dus moet er bijgekocht of bijgekweekt worden. Een lokale sigarenmaker laat zien hoe hij sigaren fabriceert. Een mix van rum, limoen en vele andere ingrediënten wordt op de gedroogde bladeren gesprenkeld. De bladeren worden daarna een jaar in de schil van de palmboom bewaard. Daarna kan pas de sigaar gemaakt worden. Hij haalt de nerf, waar de meeste nicotine in zit, eruit en snijdt het blad op lengte. De uiteinden worden binnenin gelegd. Met de juiste druk wordt gerold. Daarna wordt het mooie dekblad er omheen gedaan en dichtgeplakt met honing. De kenners doen een pafje en zijn tevreden. We schaffen een setje aan van 12 stuks voor 25 CUC.
Koen, Jens, Anton en Sarah gaan niet mee met de wandeling, maar gaan paardrijden. De beesten zijn tot hun opluchting niet gekoppeld, maar mogen individueel gemend worden. Na de lunch doen Karla, Bas, Justine (nog steeds niet fit), Manouk, Cora, Rob en ik de kleine grot Cueva del Indio. Echte indianen hebben er nooit in gezeten. Neppers, compleet met huisrat, zitten bij de ingang. De grot zelf is niet spectaculair. Wel flink wat stalagtieten, maar geen bijzondere kleuren. Na een wandeling door de grot volgt een boottochtje waarbij de stuurman ons wijst op kenmerkende vormen in de druipsteenformaties: zeepaardje, slang, neushoorn, skelet, enz. Cora koopt eindelijk haar juten Havanatas. Rob schaft een schilderij van Havanaclub aan. Gerard, Leonie, Niels, Jens, Geert, Leen, Anton en Sarah doen de grote grot. Deze is spectaculairder dan de onze. Bij de terugreis laten Niels, Jens en Leen zich zes kilometer voor ons verblijf afzetten uit de bus. Ze rennen terug in de hitte. Pfff. 's Avonds eten we in Viñales. Onder de veranda doet de wat gezette mevrouw in de hitte ontzettend haar best. "In het zweet des aanschijns werken" wordt hier heel duidelijk gedemonstreerd. Het voorstel van Alexis om nog naar een muziekshow te gaan, wordt niet opgevolgd. We gaan terug naar het hotel waarbij Alexis even de rol van Chi Chi als chauffeur overneemt. Na een mislukte schakelactie worden de oorspronkelijke taken opgepakt. Maar goed ook, want even later kan een dronken Cubaan maar net ontweken worden. Het is de eerste aangeschoten persoon die we tegenkomen. Best bijzonder gezien de hoeveelheid rum die in dit land geconsumeerd wordt.
Woensdag 30 juli Vroeg uit de veren want we vertrekken om 8 uur om bijtijds in Havana te zijn. Bij de waterkoop- en plasstop bij een benzinestation langs de snelweg zien de jongens net voor het vertrek Harold, Stini en Jelmer staan, een familie waarmee we in 2009 de reis naar Ecuador hebben gedaan. Een heel toevallig en leuk weerzien. In Havanna worden de wegen breder en komt er meer verkeer. Nog steeds te weinig om de brede asfaltstroken te vullen. Zoals langs het plein van de Revolutie (2 x 5 stroken). Ondanks de grote stad is hier geen smog te zien. Op het plein zien we grote tekeningen van Ché Quevara en Camilo Cienfuegos. Vanaf het bordes met het standbeeld van Marti hebben we een mooi zicht op de kale vlakte van het plein, de portretten van de grote twee en de stad. In het smalle straatje Callejón de Hamel zijn "murales", muurschilderingen te zien. Met een heleboel ouwe zooi en mooi schilderwerk is men erin geslaagd prachtige kunst te creëren.
Daarna lopen we door een oud deel van de stad waar de gewone man leeft. Alexis raadt ons aan om in het midden van de straat te lopen en niet onder de balkons. Deze kunnen afbreken. Veel panden zien er inderdaad bouwvallig uit. Volgend doel is de verschillende pleinen in het oude stadsdeel: Plaza de Armos, Plaza de San Francisco, Plaza Vieja en Plaza de la Catedral. Tussentijds gebruiken we de lunch op het dak van het hotel Ambos Mundos waar Hemingway jarenlang verbleef. Van hieraf hebben we een mooi uitzicht op de oude stad en de ingang van de haven. De spaghetti smaakt bovendien best, een teken dat het herstel van de darmen een eind gevorderd is. Veel bijzonderheden laten we op ons inwerken: een weg van houtblokken op het Plaza de Armos, omdat de gouverneur zich ergerde aan het lawaai van wielen op de straatstenen. Een oud stel, lurkend aan een sigaar (foto 1 CUC inclusief gratis sigaar).
Een beeld waarbij je baard en vinger tegelijk vast moet houden (brengt geluk: ook handig voor Koen zijn tentamens). De aanleg van waterleiding. De grootste apotheek ter wereld. We besluiten de wandeling bij het Capitool. Het mooie plein hiervoor wordt gedomineerd door prachtige gebouwen en oude auto's. Het Capitool zelf staat in de steigers. Rond 4 uur rijden we naar hotel El Comodoro aan het eind van de Malecón, de kilometers lange boulevard. De incheckprocedure verloopt moeizaam. Paspoorten moeten getoond worden. De kamers zijn erg ruim. Slaapkamer, aparte woonkamer, keuken, badkamer en een groot balkon. Aan de zeekant van het hotel is een stuk afgeschermd van de zee. Hierin liggen grote kunststof speelkussens waarop de jongens van de ene naar de andere proberen te springen. Tegen de betonnen muur spat het water van de Straat van Florida meters omhoog. Om 7 uur rijden we naar kasteel El Morro aan de oostkant van de ingang van de baai. Dit kasteel bleek ondanks de drie meter dikke muren niet sterk genoeg om het beleg van de Engelsen te weerstaan. Ten zuiden hiervan is in de 18e eeuw door de Spanjaarden een nieuw heel duur verdedigingswerk gebouwd om de stad te beschermen tegen aanvallen van Engelsen en andere kapers. Alexis en Chi Chi trakteren ons op een rumcola. De groepsfoto wordt gemaakt. Een Cubaan en vele zelfontspanners doen hun werk.
Het diner wordt genoten onder een opnieuw heel hete overkapping van een restaurant. Oppassen als je even niet eet, want dan wordt het bord onmiddellijk opgeruimd door het personeel. Kennelijk is dat heel attent in Cuba. Het diner eindigt met een heftige discussie tussen Gerard, Niels en Geert over kapitalisme en socialisme. Terug bij het hotel kopen de jongens (en Sarah) rum en cola en gaan naar het zeeterras bij het strand. De bewaker vraagt zijn collega om de camera weg te draaien en voegt zich bij hen. Het wordt laat.
Donderdag 31 juli. De vliegtuigstoelen via internet reserveren lukt niet. In het hotel is geen printer aanwezig. We nemen voor 10 CUC een taxi (gedeeltelijk blauw nummerbord) naar het Plaza Vieja in het centrum van de oude stad. Hier is koffiebar El Escorial, een mooie plek om de dag te beginnen. Rob en Niels geven de voorkeur aan een milkshake. Het plein is grotendeels in oude luister hersteld nadat de bouw van een parkeergarage was mislukt.
Via de havenmonding, het verdedigingswerk San Salvador met het standbeeld van Miranda (na Marti heel wat minder beroemd) lopen we door de Prado met de leeuwenbeelden naar het Museum van de Revolutie. Het voormalige presidentiële paleis is volgestouwd met foto's en krantenartikelen van de revolutie van Fidel, Ché en zijn maten. Alle fases van de strijd: bestorming van de Moncadakazerne, landing van de Granma en de guerrilla zijn uitgebreid gedocumenteerd. Interessant zijn de beelden van de mislukte Amerikaanse invasie in de Varkensbaai en de Cubacrisis, waarbij de wereld aan de rand van WO III belandde. In een apart gebouw is het wrakkige bootje Granma te zien waarmee Castro met 80 strijders van Mexico naar Cuba voer en zijn revolutie begon. De Granma ligt achter een dicht gaaswerk, zodat fotograferen onmogelijk is. Duidelijk in beeld zijn de motor van een neergeschoten U2, een replicaraket waarmee dit werd bewerkstelligd, een Amerikaans vliegtuig en wat tanks.
Op het dak van het Hemingwayhotel wordt de lunch genuttigd. De jongens houden wel van een mojito. Na een stukje slenteren door de stad met levende standbeelden, tasjes voor het afscheid van Alexis en Chi Chi en wat gesprekken met Cubanen over voetbal en honkbal arriveren we weer op het Plaza Vieja. Deze keer nemen we plaats aan op een terras aan de andere kant van het plein. Hier verkopen ze "draft beer". De zelftapinstallatie is vlot leeg. We nemen de taxi terug naar het hotel. De Van Nieuwenhuijzens blijven nog in de stad voor het diner. In de schaduw van palmbomen genieten we van een Cristal, de lectuur over Cuba en de in de zee zakkende zon. 's Avonds eten we (behalve Cora, opnieuw darmproblemen) bij de Italiaan. Dit gaat zo traag dat Geert zich erg kwaad maakt. Na een uur en drie kwartier hebben zij nog steeds geen spaghetti. Wij treffen het met een wachttijd van een uur. In de bar van het hotel draaien we met z'n allen een afscheidstoespraak voor Alexis en Chi Chi in elkaar. De kinderen zorgen voor de "song of the day". Bas en Justine fungeren als bank. We kopen 500 CUC = € 400,-. De kinderen gaan naar het zeeterras en maken een afscheidslied. De sterksten Koen, Jens en Sarah houden het tot 4.30 uur vol.
Vrijdag, 1 augustus We nemen de taxi naar de stad en rijden opnieuw over de boulevard Malecón. Koffie op het Plaza Vieja is de vorige dag goed bevallen, dus waarom niet nog een keer. Karla, Falco en Daniel voegen zich bij ons. De afscheidstoespraak wordt gecompleteerd en door Niels in het Engels vertaald. Leen, ondertussen ook gearriveerd, voegt de Spaanse onderdelen toe. We bezoeken de Camara Oscura. In een donkere kamer worden actuele beelden op een oppervlak geprojecteerd. Met het komisch commentaar van de gids een leuke ervaring. We lopen naar het Capitool, een druk punt aan de Prado, een hoofdverkeersader.
Dicht bij het Parque Central is bar El Floridita waar Hemingway zijn daiquiri dronk. In de drukke tent worden goede zaken gedaan. De heel lekkere drankjes met gemalen ijs, (erg koud) kosten 6 CUC, een flink bedrag in Cuba. Linea recta lopen we door naar het Italiaanse restaurant Prada. Hier worden pizza's en spaghetti genuttigd. Ook speciale gerechten als bananen en kleine belegde broodjes. Hiermee wordt het dagje culinair Havanna afgesloten. De very good Audi krijgt op de lange Malecón pech: lekke band. De Van Nieuwenhuijzens en ook de Belgen laten zich in een oldtimer naar het hotel terug brengen. Stom, stom, stom; hadden wij ook moeten doen. Samen met Gerard ga ik nog een poosje naar de zee en kopen we bloemen voor de avond. 's Avonds halen Alexis en Chi Chi ons op voor het afscheidsdiner. Er is een paladar uitgezocht aan zee tussen ons hotel en de Malecón. De omgeving ziet er niet uit, maar het uitzicht met de ondergaande zon en het eten zijn voortreffelijk. Goede vlees- en vissoorten, prima voor- en nagerechten en veel verschillende drankjes. De cocktails zijn nu een vast item geworden tijdens de culinaire gelegenheden.
De afscheidstoespraak wordt met verve gepresenteerd door Leen. "Word of the day": Afscheid. Topic of the day: Drivers and guides in Cuba. Alle bijzonderheden en vooral missers worden uitgebreid gebracht, maar de slotconclusie dat de heren het super gedaan hebben staat als een huis. Geweldig is het lied dat de kinderen geschreven hebben. Het gaat er vol in. Alexis spreekt zijn dank uit aan ons en is zichtbaar ontroerd door de "song of the day". Tijdens de terugrit naar het hotel regent het. De derde bui in onze vakantie en dat tijdens het regenseizoen. En ook al de derde keer op een gunstig moment. In de bar van het hotel drinken we met de Van Nieuwenhuijzens, Belgen, Bas en Justien en Manouk nog een laatste drankje. Helaas kan er geen daiquiri besteld worden. De mixer is er niet.
Goodbye to Alexis and Chi Chi Let's start with "the word of the day" The word of the day is: "afscheid nemen", in Spanish: "despedirse". Chi Chi and Alexis now have to say: "afscheid nemen". The next thing is: "the topic of the day". The "topic of the day" is: guides and busdrivers in Cuba. First thing we have seen is that guides and drivers are interchangeble. We have seen Alex driving the bus with excellent skills, and we are sure Chi Chi can be a good guide.
Chi Chi was busy filling out his forms and doing his calculations all day long, Alexis on the other hand needs some help doing math. For example, he forgot to give Anja a rose, and didn't even miss her and Jan. If it weren't for us, Jan and Anja would still be wandering through Santa-Clara. Another example: he forgot to ask Bas and Justine for dinner in Soroa. Justine ended up eating the left-overs and fell ill for the rest of the week. Besides filling out his forms, Chi Chi does a wonderful job in loading our suitcases, and secretly making pictures of us like an expert paparazzi. Next to making pictures of us, he also shoots photos of local "mangos". Both these guys are true Cuban machos, although Chi Chi can sometimes be a Little shy. We have seen Jens giving Chi Chi a rose, but Chi Chi quietly replied he is more into women. (Mannen bieden Chi Chi een bloem aan). It is remarkable how much Chi Chi and Alexis talk to each other. Sometimes you guys seem like two old ladies drinking tea together. Karla has an important Message for you: Ademas, lo que vosotros todavia no supisteis es que todo el grupo comprende Y habla espanol perfectamente. Pues, hemos comprendido todo lo que habeis dicho. Applause We know Alexis would love to travel abroad. If we're able to see these little guys in Holland and Belgium, we would very much like to be your guide in Amsterdam and Antwerp. In Amsterdam we're going to show you the red light district and the coffee-shops (without actual coffee). In Antwerp, we'll walk around the Vogeltjesmarkt and buy chocolates made from Cuban cacao. You're more than welcome. For The last two days we have been trying to survive without you guys, but we've missed you dearly. Taking a cab-ride through Havana is a dangerous enterprise compared to Chi Chi's comfortable and safe bus. We ate delicious Cuban food in the restaurants Alexis took us to. Sometimes meals were served very quickly, but that's always better than the two hours we waited for our spaghettis. Alexis and Chi Chi, are there any questions about the topics of the day? Everything clear? Alexis and Chi Chi, yunta, nague, on behalf of the entire Sawadee group July 2014, we want to say that we appreciate everything you did for us the last three weeks. We discovered Cuba, learned how to dance the Salsa and how to play domino, drank rum and smoked cigars, it was a wonderful time. Entalla. Muchos, muchos gracias!
And now, the song of the day! (op de melodie van Call me maybe van Carly Rae Jepsen) Hey, we just met you In Holguin You were our guides and You were awesome It's hard to see you Coz you're so small But you were our guides And you were awesome Chi Chi was driving the bus Alex xplaining to us We learnt a word of the day While we were on our way We did a lot of cool stuff Jens declared Chi Chi his love We sang the song of the day Baseball in Camagüey We saw all Cuba With those little guys It was fucking awesome Where you think you're going Chi Chi? Chorus 2x We're at the end of our trip Now let's all take a big sip We had a wonderful time Coke, rum and lime We smoked a lot of cigars Saw some very old cars We don't wanna go home Maar we moeten wel
We danced the salsa In the Sierra Maestra Hot nights, airco blowing Where you think you're going Chi Chi? Chorus 1x Hey now we're leaving From Havana So goodbye Alex Te amo Chi Chi
Zaterdag 2 augustus De jongens hebben uitbundig hun laatste nacht gevierd. Jens ontwaakt als laatste op zijn drijvend kasteel bij de zee. De morgen staat in het teken van inpakken. Er blijft nog genoeg tijd over om bij de zee op de ligstoelen te verblijven. Met een lekker windje is het goed vol te houden. Niels, Jens en Koen duiken in het water. Dit is niet echt de bedoeling. Zeker omdat het terugklimmen op de kade een hele opgave is. Om 13.00 uur checken we uit. De koffers worden tijdelijk gestapeld in een apart hok, want het vertrek is pas om 14.00 uur. De trip naar de luchthaven van Varadera duurt drie uur. Alexis laat zien waarom hij en Chi Chi steeds foto's maakten tijdens de reis. Op het scherm voorin de bus wordt een fotocollage met muziek vertoond met beelden van ons. Met zijn bekende humor: "Nu weten jullie dat Chi Chi geen geheim agent is" wordt het verhaal ondersteund. De bus is nog maar net vertrokken of de heren op de achterbank liggen in diepe rust. Hoe zou dat nu komen? Bij de kloof over de rivier Bacunayagua hebben we een korte stop. De pina colada uit een holle ananas gaat er wel in. Bij aankomst op de luchthaven moeten we voor het gebouw afscheid nemen van Alexis en Chi Chi. Zij mogen niet mee naar binnen. We nemen er de tijd voor. De heren worden nogmaals uitgebreid bedankt. Na het afgeven van de koffers kopen we een fles rum. Even later blijkt dat we die niet mee mogen nemen in de handbagage. Cubaanse logica, want waarom kunnen we die hier dan kopen. Verderop na controle van de handbagage mag het weer wel, nu met sealing. Om 5 minuten voor 8, heel mooi op tijd, stijgen we op. In Cancun in Mexico hebben we een tussenstop. Vrijwel alle passagiers stappen hier uit, waarna het vliegtuig weer gevuld wordt met terugkerende vakantiegangers uit Mexico. We zitten deze keer in het midden, een duidelijk mindere plek dan aan de zijkant. Het valt niet mee om in slaap te vallen.
Zondag 3 augustus Met moeite wordt de juiste slaaphouding gevonden. We zakken zo nu en dan weg, maar ideaal is een vliegtuig niet om uit te rusten. Boven Ierland ontwaakt het hele gezelschap. Omdat er tijdens de vlucht een stevige rugwind stond, arriveren we ruim voor de geplande tijd op Schiphol. Na een poos taxiën, wachten voor de gate en op de bagage, nemen we afscheid van onze medereizigers. Na het nuttigen van een bakje koffie, een broodje, tosti en hamburgers lopen we naar de uitgang waar de taxi van TCR (Taxi Centrale Renesse) al op ons staat te wachten. Na een voorspoedige reis zijn we om 18.00 uur in Heinkenszand en nemen afscheid van de Van Nieuwenhuijzens. We sluiten de prachtige Cubareis af met een pilsje op ons eigen terras.
Reisgezelschap Reisleider Alexis Chauffeur Chi Chi Jan en Anja Geert, Leen, Anton en Sarah Karla, Falco en Daniël Bas en Justine Manouk Gerard, Leonie, Niels en Jens Thijs, Cora, Koen en Rob