Maagverkleining met een maagband
Inleiding Binnenkort wordt bij u een maagband geplaatst. In deze folder leest u over het maagband, de operatie en de periode na de operatie.
Wat is een maagband? Een maagband is een siliconenband met een interne ballon. Tijdens een kijkoperatie wordt deze band om het bovenste gedeelte van uw maag aangebracht. Dit is net onder de overgang van uw slokdarm naar uw maag. Hierdoor ontstaat een kleine maag waar nog maar erg weinig voedsel ( ongeveer 15 ml) in kan. Via een kleine opening van ongeveer 1-2 cm loopt de kleine maag over in de rest van de maag. Door de kleine opening naar de rest van de maag, zakt het eten heel langzaam naar beneden. Hierdoor heeft u langer een vol gevoel. De siliconenband is via een slangetje verbonden met een poort. Deze poort wordt onder uw huid, op uw borstbeen, geplaatst.
Het doel van een maagband Het doel van de operatie is uw voedingspatroon te veranderen en uw calorie-inname te verminderen. De maagband is een hulpmiddel om niet te veel te kunnen eten en om uw leefpatroon aan te passen.
Voorwaarden U komt in aanmerking voor een maagband als: U een BMI heeft van boven de 35 met een bijkomende klacht die met overgewicht samenhangt, zoals diabetes, verhoogde bloeddruk of slaapapneu. U een BMI heeft van boven de 40 zonder bijkomende klachten. 1
U bij een diëtist geweest bent en u diverse pogingen heeft gedaan en verschillende manieren heeft uitgeprobeerd om gewicht te verliezen, zonder voldoende resultaat. U op de hoogte bent van de risico’s en complicaties van deze behandeling. U bereid bent om regelmatige controles te laten uitvoeren. U tussen de 18 en 65 jaar bent. U geen hormonale afwijkingen heeft. U geen psychiatrische voorgeschiedenis heeft. U geen alcohol en/of drugs gebruikt. U langer dan vijf jaar overgewicht heeft. BMI De BMI (body mass index) is een maat om uw overgewicht te meten. De BMI wordt als volgt berekend:
Gewicht (in kg)____ lengte x lengte (in m) = BMI
De normaalwaarde van de BMI ligt tussen 18 en 25. Boven de 25 is er sprake van overgewicht. Boven de 35 is er sprake van ernstig overgewicht. Ook de buikomvang is een belangrijke maat om het overgewicht aan te geven. Deze wordt bij de intake opgemeten. Als uw BMI hoger dan 60 is, is een operatie een te groot risico. U moet dan eerst afvallen voordat u voor een operatie kan komen. U krijgt hiervoor dan ook adviezen.
Intake Tijdens uw eerste afspraak op de polikliniek Chirurgie heeft u met de obesitasverpleegkundige en de chirurg gesproken. U heeft van hen uitleg gekregen over de operatie en de gang van zaken. Het kan zijn dat u eerst nog een gesprek met een diëtist en of psycholoog krijgt voor u op de wachtlijst geplaatst kan worden.
2
U krijgt bij uw eerste afspraak een formulier om bloed te laten prikken. Hiervoor moet u nuchter zijn, u mag dan niet gegeten of gedronken hebben. Als u op de wachtlijst wordt geplaatst, gaat u langs bij Bureau Opname om u in te laten schrijven. Zodra u aan de beurt bent voor de operatie, nodigen wij u uit voor een aantal vooronderzoeken bij de diëtist, fysiotherapeut, obesitasverpleegkundige en préoperatieve screening. U krijgt hiervoor de afspraken thuis gestuurd. De benodigde formulieren krijgt u van de obesitasverpleegkundige mee. De verwijzing voor fysiotherapie overhandigt u aan de fysiotherapeut. Het voedseldagboek overhandigt u ingevuld aan de diëtist bij de vooronderzoeken. U ontvangt van Bureau Opname bericht over de datum en het tijdstip waarop u opgenomen wordt voor uw operatie.
Vooronderzoeken Obesitasverpleegkundige Tijdens de voorbereiding op uw operatie krijgt u nog een keer een gesprek met de obesitasverpleegkundige. Zij zal u ook nog een keer wegen. Als u zelf nog vragen heeft, kunt u die aan haar stellen. Als u wel eens trombose of een longembolie heeft gehad, zal de obesitasverpleegkundige uw benen opmeten om passende (elastische) anti-trombosekousen aan te meten. Deze kousen moet u op de dag van de operatie thuis aan doen en dan gedurende drie weken na de operatie dag en nacht dragen. Als de kousen niet goed passen, knellen of afzakken, draagt u ze niet. U krijgt een recept mee waarmee u de steunkousen kunt ophalen bij de poliklinische apotheek in het ziekenhuis. De obesitasverpleegkundige bespreekt met u de resultaten van uw bloedonderzoek. Zo nodig krijgt u advies om te korten in uw bloed te behandelen.
3
Pré-operatieve screening Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, heeft u een aantal weken/maanden voor de operatie een afspraak met de anesthesioloog. Dit wordt de pré-operatieve screening genoemd. We vragen u, als u medicijnen gebruikt, een medicijnlijst met de juiste doseringen mee te nemen naar deze afspraak. De anesthesioloog bespreekt ook de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Tijdens de pré-operatieve screening wordt u lichamelijk onderzocht. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en een longfoto. Soms is het nodig dat andere specialisten uw conditie beoordelen, bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts. De anesthesioloog neemt tijdens het anesthesiespreekuur de narcose met u door. U kunt uw vragen over narcose en pijnstilling stellen. De anesthesioloog beoordeelt ook de uitslagen van de vooronderzoeken. Als uit de vooronderzoeken blijkt dat u deze operatie lichamelijk aankunt, dan wordt de operatie binnen drie maanden gepland. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, zult u tijdelijk moeten stoppen met inname daarvan. De anesthesioloog of specialist bespreekt met u wanneer u precies moet stoppen. Neemt u contact op met de polikliniek Chirurgie, als dit niet met u besproken is. Fysiotherapie De fysiotherapeut informeert u over ademhalingstechnieken en neemt verschillende oefeningen met u door. Zo leert u om uw ademhaling na de operatie zo goed mogelijk te laten zijn. De fysiotherapeut vertelt ook over de mogelijkheden van sport en beweging na de operatie. U heeft een afspraak bij de afdeling Fysiotherapie op locatie Amstelwijck of Zwijndrecht. De fysiotherapeut geeft u uitleg over het belang van bewegen. De fysiotherapeut kijkt naar mogelijke lichamelijke beperkingen. U krijgt advies hoe u voor en na uw operatie kunt zorgen voor een betere lichamelijke conditie. 4
Ook krijgt u informatie over het beweegprogramma voor patiënten die een maagverkleinende operatie hebben gehad. U kunt na uw operatie tot maximaal twee keer per week hieraan deelnemen. Aanvullende verzekering nodig De machtiging voor het beweegprogramma wordt door uw fysiotherapeut bij uw zorgverzekeraar aangevraagd, voor een maximale duur van één jaar. De eerste twintig behandelingen moeten worden vergoed uit de aanvullende verzekering, hierna wordt elke behandeling vergoed vanuit uw basisverzekering. Het beweegprogramma vindt plaats in de oefenruimte op de afdeling Fysiotherapie op locatie Amstelwijck of op locatie Zwijndrecht. Deze ruimte heeft diverse fitnessapparaten. Tijdens uw intake met de fysiotherapeut krijgt u een korte rondleiding.
Groepsvoorlichting Tijdens de groepsvoorlichting geven diverse hulpverleners een presentatie: De chirurg legt uit hoe de diverse operatie zullen verlopen De afdelingsverpleegkundige vertelt over de gang van zaken op de verpleegafdeling en de zaken waar u mee te maken krijgt. De diëtist geeft informatie over voeding en voedingsgewoonten, zowel voor als na uw operatie. Zij vertelt ook over het voorbereidingsdieet Modifast Intensive®. Verder kunt u uw vragen over voeding aan haar stellen. U levert tijdens de groepsvoorlichting ook de ingevulde vragenlijst en uw eetverslag in.
Voorbereiding Modifast Intensive® : twee weken voor uw operatie start u met het dieet Modifast Intensive®. Dit dieet zorgt er voor dat u afvalt en dat daardoor uw lever kleiner wordt. 5
Daardoor wordt de operatie technisch gezien mogelijk. Als u niet afvalt, kan het zijn dat tijdens de operatie beslist wordt om de operatie te staken. Daarnaast start u dagelijks met het slikken van een tablet multivitamine van Fit for Me. Deze kunt u telefonisch bestellen, u krijgt hiervoor een folder van de obesitasverpleegkundige. Medicijnen: als u medicijnen gebruikt, moet u dit altijd doorgeven aan de chirurg èn de anesthesioloog. Eén van hen bespreekt met u òf en hoelang u voor uw operatie tijdelijk moet stoppen met de innemen van (bepaalde) medicijnen. Nuchter zijn: voor deze operatie moet u nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder ‘Anesthesie en préoperatieve screening’. Tijdens de operatie mag u geen sierraden, piercings, nagellak, kunstnagels, make-up dragen. Ook mag u op de dag van de operatie geen bodylotion gebruikt hebben. Contactlenzen, bril, gehoorapparaat en gebitsprothese moet u uit of af doen. Als u haargroei op uw buik heeft, wordt dat misschien tijdens de operatie weg geschoren. Steunkousen: u draagt eventueel de steunkousen zoals de obesitasverpleegkundige met u heeft afgesproken. Roken: als u rookt, moet u stoppen met roken. Dit is nodig om uw longfunctie zo goed mogelijk te laten zijn voor uw operatie.
De opname Op de dag van de operatie trekt u zo nodig thuis de elastische kousen aan. U wordt geopereerd op locatie Dordwijk. U gaat naar de verpleegafdeling, waar u een gesprek heeft met een verpleegkundige. Tijdens dit gesprek worden vragen gesteld over uw ziektegeschiedenis, medicijngebruik etc. De verpleegkundige geeft u verder uitleg over het verloop van de opname en de gang van zaken op de afdeling.
6
Vlak voor de operatie Vlak voor de operatie krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige vraagt u een eventuele gebitsprothese en contactlenzen uit te doen, sieraden af te doen en/of make-up te verwijderen. Verder krijgt u als voorbereiding op de narcose meestal een tabletje waar u slaperig van wordt.
De operatie U krijgt een infuusnaaldje in uw arm. U krijgt tijdens de operatie vocht en medicijnen via dit naaldje. De anesthesioloog brengt u onder narcose. Via een kijkoperatie (laparoscopische operatie) wordt de maagband aangebracht. De chirurg maakt hiervoor een aantal kleine sneetjes rondom uw navel en in de bovenbuik, en plaatst de maagband net onder de overgang van de slokdarm naar de maag.
Als tijdens de operatie blijkt dat de chirurg te weinig ruimte heeft om een maagband te plaatsen, wordt het een zogenaamde 'klassieke operatie'. Dit betekent dat er een snede van borstbeen tot navel wordt gemaakt. Soms beslist de chirurg al voor de operatie om via een 'klassieke operatie' te opereren.
7
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier worden regelmatig uw bloeddruk, hartslag gecontroleerd. Ook wordt in de gaten gehouden of de wond niet nabloedt. Zodra u weer goed wakker bent en de controles stabiel zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige belt uw contactpersoon als u terug bent op de afdeling. Als u via de ‘klassieke operatie’ bent geopereerd, heeft u 24 uur een slangetje met zuurstof in uw neus. Om te voorkomen dat uw blaas overvol raakt, wordt de urine via een slangetje (katheter) in uw blaas afgevoerd naar een opvangzak. De katheter wordt de tweede of derde dag na de operatie verwijderd. Bij een laparoscopische operatie is dit alles meestal niet nodig. Meestal kunt u de dag na de operatie weer douchen. Om de kans op trombose te verminderen krijgt u dagelijks een injectie met Fragmin. Dit is een bloedverdunnend medicijn. Na de operatie moet u thuis nog twee weken Fragmin spuiten. De verpleegkundige op de afdeling legt u uit hoe u dit moet doen.
De dag na de operatie Fysiotherapie Tijdens uw opname wordt u begeleid door een fysiotherapeut. U krijgt ademtherapie. Na de operatie kunt u mogelijk minder goed doorademen en is het ophoesten van slijm pijnlijk. Verder is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer uit bed komt. Bewegen bevordert uw herstel. Als het nodig is helpt de fysiotherapeut u daarbij. De fysiotherapeut informeert u ook over het opbouwen van uw dagelijkse activiteiten zoals tillen, werk etc. Daarnaast krijgt u informatie over de behandeling van de fysiotherapeut na uw ontslag uit het ziekenhuis. 8
Eten en drinken De dag na uw operatie wordt er soms een slikfoto gemaakt. De chirurg vertelt het wanneer u voorzichtig mag beginnen met het drinken van slokjes water. Als dit goed gaat, wordt dit uitgebreid naar meer drinken, vloeibare voeding en daarna normale energiebeperkte voeding. Zodra u voldoende drinkt, wordt het infuus verwijderd. Na de klassieke operatie verloopt het uitbreiden van de voeding langzamer. De snelheid hangt af van hoe u zich voelt en hoe snel uw darmen weer op gang komen. Het is belangrijk om heel goed naar uw maag te luisteren als u weer begint met eten. Als u een ‘vol gevoel’ heeft, moet u stoppen met eten. Dit kan soms al na een paar hapjes zijn. Eet langzaam en kauw goed op elke hap. Tijdens het eten mag u niet drinken! Vlak voordat u gaat eten mag u wel drinken, maar u moet hiermee klaar zijn op het moment dat u gaat eten. Pas een half uur nadat u klaar bent met eten, mag u weer wat drinken. Anders kunt u pijn krijgen. De verpleegkundige legt u dit uit. Tip: Gebruik een klein bordje en klein bestek voor uw maaltijden. De diëtist Tijdens de opname komt de diëtist bij u langs. De diëtist geeft u informatie over het aanpassen van uw eten. Verder krijgt u advies over energiebeperkte voeding met een gezonde voedingswaarde. Het is belangrijk om uw eetgewoontes en leefgewoontes aan te passen. Zo komt u tot gewichtsverlies en behoudt u dit ook. Ook na ontslag uit het ziekenhuis blijft u onder begeleiding van een diëtist.
Weer naar huis Als u goed geneest, kunt u na een laparoscopische operatie rond de tweede dag naar huis. Bij een klassieke operatie is dit een aantal dagen later. U krijgt een afsprakenkaart mee voor controle bij de obesitasverpleegkundige op de Obesitaspolikliniek (Chirurgie) op locatie Dordrecht.
9
Na een klassieke operatie worden na ongeveer tien dagen de hechtingen op de polikliniek of bij uw huisarts verwijderd. Bij een laparoscopische operatie worden meestal oplosbare hechtingen gebruikt. Als u weer naar huis gaat, wordt er ook een poliklinische afspraak voor u gemaakt bij de diëtist. Om te kijken of uw voeding volwaardig is, schrijft u thuis een paar dagen lang vóór elke afspraak bij de diëtist op wat u eet en drinkt. Tijdens uw afspraak bekijkt u met de diëtist uw eet- en leefpatroon. Verder krijgt u adviezen om een tekort of teveel aan voedingsstoffen te voorkomen.
Complicaties Een maagverkleining is een grote operatie. Vanzelfsprekend worden er rond de operatie voorzorgmaatregelen genomen om de kans op complicaties zo klein mogelijk te maken. Naast de algemene complicaties na een operatie zoals trombose en infectie, kunnen bij deze operatie nog andere complicaties optreden zoals: Een abces (ophoping van pus) in de buik en op het borstbeen ter hoogte van het poortje. Een infectie van de longen. Een trombosebeen. Een longembolie. De maagband kon niet geplaatst worden door een te grote lever. Daarnaast geldt hoe hoger uw gewicht, hoe moeilijker de operatie verloopt. Ook het herstel na de operatie verloopt moeizamer naarmate uw overgewicht groter is.
10
Complicaties die op de lange termijn kunnen optreden zijn: Vergroting van de kleine maag boven de plaats van de band (dit kan ontstaan door braken of ‘overeten’). Ook kan de slokdarm uitzetten. Lekkage van het reservoir om de band aan te passen (de poort). Soms is een nieuwe operatie noodzakelijk om deze complicaties op te heffen.
Belangrijk om te weten
Uw maagband blijft in principe voor altijd zitten. Immers als de maagband weer wordt weggehaald, bestaat de kans dat u weer in uw oude eetpatroon vervalt. In het eerste anderhalf jaar zult u afvallen. Daarna komt u wel weer wat aan, maar uiteindelijk zal uw gewicht vrij constant blijven. De meeste mensen met een maagband raken tussen de 40% en 70% van hun overgewicht kwijt. Bij braken is de werking van medicijnen (zoals de anticonceptiepil) onbetrouwbaar. Houdt u hier rekening mee. Ook met een maagband kunt u een normaal verlopende zwangerschap hebben.
Leven met een maagband Het is van het allergrootste belang om ’overeten’ (dus meer eten dan in de ’kleine’ maag past) met als gevolg braken, te voorkomen. Tijdens het braken irriteert het zuur uit de maag de slokdarm en beschadigt het gebit. Ook bestaat de kans dat het maagband door het braken verschuift, waardoor het deel van de maag boven het maagband kan uitrekken. Oorzaken van braken kunnen zijn: Niet goed kauwen Te snel eten Te veel eten en/of drinken tijdens de maaltijd 11
Let op Drink geen koolzuurhoudende dranken. Hierdoor kunt u oprispingen krijgen. Vloeibaar voedsel wordt altijd goed en gemakkelijk verdragen. Vloeibaar voedsel bevat wel vaak veel calorieën, waardoor u niet zult afvallen. Voorbeelden hiervan zijn: milkshake, vruchtensappen en ijs en light dranken. Dit geldt ook voor voedsel dat op uw tong smelt, zoals chocola en snoep. Gebruik dit dan ook helemaal niet. Het is belangrijk dat de kleine hoeveelheid eten die u eet, veel vitamines en mineralen bevatten en weinig energie (kcal). Verder moet u elke dag een multivitamine gebruiken om eventuele tekorten te voorkomen. De obesitasverpleegkundige, de diëtist en de chirurg controleren u regelmatig. Zij kijken of u afvalt en of de vetmassa minder wordt en hoe uw dieet er uit ziet. Vervolgafspraken obesitasverpleegkundige Tijdens de controle bij de obesitasverpleegkundige worden problemen waar u in het dagelijkse leven tegenaan loopt, besproken. Verder wordt uw gewicht en vetgehalte bepaald. Ook wordt er gekeken of het nodig is de maagband ‘bij te spuiten’. Bijspuiten kan slechts een paar keer gebeuren om de hoeveelheid voedsel per maaltijd te verminderen. Er wordt dan via de poort zout water in de band gespoten. De band zet daardoor uit en de doorgang wordt nauwer. Dit bijspuiten gebeurt poliklinisch. Soms wordt dit onder röntgendoorlichting uitgevoerd. Hiervoor krijgt u een aparte afspraak. Ook wordt er dan gekeken hoe goed doorgankelijk de maagband is of dat uw slokdarm niet is uitgezet. De eerste zes weken na de operatie wordt er niet bij gespoten. De reden hiervoor is dat de band eerst goed ingekapseld moet zijn.
12
Vervolgafspraken diëtist De diëtist bespreekt tijdens de controle de veranderingen in uw eetpatroon, wat voor u moeilijke momenten en valkuilen zijn. Dit gebeurt één keer in groepsverband. Indien nodig, gebeurt dit daarna ook nog individueel. Ook wordt uw voedingsdagboek besproken. Samen met u wordt gekeken of u een tekort aan voedingsstoffen heeft en hoe u dit zo nodig kunt aanvullen. Op langere termijn kunnen tekorten aan vitaminen en mineralen grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld bloedarmoede (als gevolg van te weinig ijzer, foliumzuur en/of vitamine B12) of botontkalking (als gevolg van te weinig calcium en/of vitamine D in de voeding). Trainingsprogramma fysiotherapie Bewegen is vaak niet vanzelfsprekend voor patiënten met extreem overgewicht. Daarom kunt u tijdens de controle op de polikliniek na de operatie een verwijzing voor fysiotherapie krijgen. Bij de afdeling Fysiotherapie op de locatie Amstelwijck en Zwijndrecht kunt u dan gedurende een jaar een specifiek trainingsprogramma volgen. Dit programma is gericht op conditieverbetering, meer bewegen, krachttraining en sport- en spelactiviteiten. U kunt het vergelijken met een fitnessprogramma op maat. Er wordt in kleine groepjes getraind. Alle deelnemers hebben een operatie gehad om hun overgewicht te verminderen. Uitgangspunt is dat u weer plezier krijgt in het bewegen, zodat u in de toekomst ook meer blijft bewegen.
Controles Voordat u naar huis gaat, maken we een aantal afspraken voor u: Twee weken na uw operatie heeft een afspraak met de chirurg op de polikliniek Chirurgie. Vier weken na uw operatie heeft u een afspraak met de obesitasverpleegkundige op de Obesitas polikliniek. Zij voert diverse controles bij u uit.
13
Langdurige controle Na een maagbandoperatie zijn langdurige controles nodig door de obesitasverpleegkundige en de chirurg. Dit gebeurt op vaste momenten: Na 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 en 24 maanden: controle van uw gewicht. Eens per jaar controle van uw bloed. Daarna gedurende drie jaar één keer per half jaar controle van uw bloed.
Tot slot In de folder hebben we u een algemeen beeld gegeven hoe de operatie en opname in het ziekenhuis zal verlopen. Uw situatie kan anders zijn; dit wordt steeds individueel bekeken. Als u na het lezen van de folder nog vragen heeft, kunt u tijdens kantooruren bellen met één van de onderstaande hulpverleners. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden.
Polikliniek Chirurgie (078) 652 32 50 Voor het maken of verzetten van de afspraak kunt u bellen naar de polikliniek Chirurgie van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30-16.30 uur. Obesitasverpleegkundige (078) 654 20 45 Maandag en dinsdag van 08.30 - 16.30 u Donderdag van 13.00 - 16.30 u U kunt de obesitasverpleegkundigen ook per e-mail vragen stellen via
[email protected] Wilt u in uw mail uw naam, geboortedatum en telefoonnummer noteren? Dan kunnen wij uw gegevens erbij zoeken. Heeft u persoonlijke vragen, dan bellen zij u om uitleg of informatie te geven. Diëtist (078) 652 33 97 (van 08.30 tot 09.00 uur) Fysiotherapie, locatie Amstelwijck (078) 654 12 57 Fysiotherapie, locatie Zwijndrecht (078) 654 51 80
14
Albert Schweitzer ziekenhuis november 2014 pavo 0201