Kikker in de kou
Groep 1 t/m 4 basisonderwijs
Achtergrond leskist De leskist ‘Kikker in de kou’ is gebaseerd op het gelijknamige prentenboek van Max Velthuijs en ontwikkeld in aansluiting op de landelijke actie ‘Warme Truiendag’. Warme Truiendag De Warme Truiendag is een initiatief van Vereniging Klimaatverbond Nederland en wordt jaarlijks begin februari gehouden. Het is de bedoeling dat iedereen op Warme Truiendag zijn warmste trui aantrekt en de verwarming een of meer graden lager zet. Op deze ludieke wijze besparen we energie en wordt tegelijkertijd in het hele land aandacht gevraagd voor het klimaat. Op 16 februari 2005 werden er in Kyoto wereldwijd afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen, die leiden tot klimaatverandering, wereldwijd te verminderen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Kyoto verdrag. Op ‘Warme truiendag’ wordt iedereen herinnerd aan de afspraken van het verdrag. Totstandkoming van de leskist De inhoud van de leskist en een aantal lessen in deze handleiding is in 2009 bedacht door De Helderse Vallei in Den Helder. MEC De Witte Schuur heeft de inhoud geactualiseerd en het aantal lessen uitgebreid. Daarbij is er gebruik gemaakt van lessuggesties uit de handleidingen van Zon op School, www.zonopschool.nl en uit Natuur aan de Basis, jaargang20, nr.2, 2009. Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Pagina 1 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding ........................................................................................................................................ 3 Lessenserie.................................................................................................................................... 4 2.1. Kikker in de kou – het verhaal ............................................................................................... 4 KRINGGESPREK ......................................................................................................................................... 4 VERTELTAFEL............................................................................................................................................. 5 STEMPELKAART (groep 1 en 2) ................................................................................................................. 5 SCHRIJFBOEKJE (groep 3 en 4) .................................................................................................................. 5
2.2.
Kikker heeft het koud – over dieren in de kou ...................................................................... 5
KRINGGESPREK ......................................................................................................................................... 6 WERKBLAD ‘DIEREN IN DE KOU’ ............................................................................................................... 6 TEMPERATUUR METEN............................................................................................................................. 6 WEERBERICHT (groep 3 en 4) ................................................................................................................... 6 WINTERDIEREN (optioneel) ...................................................................................................................... 6
2.3.
Een trui voor kikker – creatieve activiteit............................................................................... 7
KRINGGESPREK ......................................................................................................................................... 7 EEN TRUI VOOR KIKKER ............................................................................................................................ 7 VOGELS VERWENNEN (optioneel) ............................................................................................................ 7
2.4.
Kikker met zijn nieuwe trui – over het vasthouden van warmte .......................................... 8
WINTERJASSEN ......................................................................................................................................... 8 JASSEN SORTEREN .................................................................................................................................... 8 PROEFJE ‘DE WARMTE VASTHOUDEN’ ..................................................................................................... 8 EEN KOFFER MET KLEREN (optioneel voor groep 1 en 2) ......................................................................... 9 HET ONDERZOEK (optioneel voor groep 3 en 4) ...................................................................................... 9
2.5.
Kikker in de zon – over de warmte van de zon ..................................................................... 9
WARM IN DE ZON ..................................................................................................................................... 9 SMELTWEDSTRIJD ................................................................................................................................... 10 IN DE ZON / UIT DE ZON ......................................................................................................................... 10 SCHADUWTIKKERTJE............................................................................................................................... 10 DE KRACHT VAN DE ZON ........................................................................................................................ 10 DE ZON VERWARMT JE (POPPEN)HUIS (optioneel) ................................................................................ 10
2.6.
Kikker bij de kachel – over het verwarmen van de school.................................................. 11
KRINGGESPREK ....................................................................................................................................... 11 WAAR KOMT DE WARMTE VANDAAN? .................................................................................................. 11 WARMTEWANDELING ............................................................................................................................ 11 WARME TRUIENDAG............................................................................................................................... 11 WARME LUCHT ....................................................................................................................................... 12
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Pagina 2 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
1. Inleiding De leskist ‘Kikker in de kou’ is gebaseerd op het gelijknamige prentenboek van Max Velthuijs en ontwikkeld in aansluiting op de landelijke actie ‘Warme Truiendag’. Met deze leskist kunt u op een leuke, creatieve en educatieve wijze de thema’s winter, koude en warmte behandelen.
Benodigdheden Bij elke les staat aangeven welke materialen uit de leskist, welke werkbladen en welke overige materialen nodig zijn.
Overzicht van de lessen
Begrippen: energie, koud, thermometer, smelten, verwarmen, warm, warme lucht, warmte vasthouden, winter, winterjas, winterslaap, wintervacht, zon, zonne-energie
De lessen kunnen onafhankelijk van elkaar behandeld worden. Elke les bestaat uit meerdere activiteiten, waarvan er een aantal optioneel zijn.
Leerdoelen
Les 2.1 Kikker in de Kou Het verhaal Tijdsduur: 45-90 minuten
De leerlingen: - zijn bekend met de begrippen koud en warm in de winter; - ontdekken hoe dieren zich beschermen tegen de kou; - weten hoe een thermometer werkt; - ontdekken hoe een winterjas de warmte vasthoudt; - ontdekken dat de zon licht en warmte geeft; - maken kennis met het begrip zonne-energie; - doen onderzoek naar de verwarming in de school; - weten wat Warme Truiendag is; - ontdekken dat warme lucht opstijgt.
Inhoud Tijdens de eerste les maken de kinderen kennis met het verhaal van Kikker in de Kou. Aan de hand van dit verhaal gaan ze zich verdiepen in de betekenis van koud en warm. In de tweede les leren ze meer over dieren in de kou. De derde les is een creatieve les, waarin ze een warme trui voor kikker maken. De vierde les gaan de kinderen naar buiten en doen ze een proefje naar het vasthouden van warmte. De vijfde les dient te worden uitgevoerd op een zonnige dag. De kinderen gaan weer naar buiten om de warmte van de zon te ervaren. De zesde les is een extra les voor groep 3 en 4, waarin de kinderen onderzoeken hoe de school verwarmd wordt.
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Les 2.2 Kikker heeft het koud Over dieren in de kou Tijdsduur: ca. 30 minuten Les 2.3 Een trui voor kikker Creatieve activiteit Tijdsduur: ca. 40 minuten Les 2.4 Kikker met zijn nieuwe trui Over het vasthouden van warmte Tijdsduur: ca 30 minuten Les 2.5 Kikker in de zon Over de warmte van de zon Tijdsduur: ca. 45-60 minuten Les 2.6 Kikker bij de kachel (voor groep 3 en 4) Over het verwarmen van de school Tijdsduur: ca. 45 minuten
Voorbereiding -
-
Pagina 3 van 13
Lees de lessen door. Bedenk vooraf hoe u de lessen in de klas of buiten wilt organiseren. Verzamel de benodigde materialen. Kopieer het benodigde aantal werkbladen voor aanvang van de les.
MEC De Witte Schuur 2014
Lesbeschrijving
2. Lessenserie 2.1. Kikker in de kou – het verhaal Op een ochtend toen Kikker wakker werd, merkte hij meteen dat er iets veranderd was in de wereld.
Doel De leerlingen kunnen aan de hand van attributen het verhaal navertellen en leren nieuwe woorden die met de winter te maken hebben.
Begrippen: koud, winter, warm Nodig MATERIALEN UIT DE LESKIST - Prentenboek ‘Kikker in de kou’ - Knuffels: kikker, varken, eend en haas - Woordkaartjes - Sneeuwkleed - Grasmatje WERKBLADEN UIT DE MULTOMAP - 1.1 Stempelkaart ‘Kikker in de kou’ - 1.2 Schrijfboekje OVERIGE MATERIALEN Schoenendoos en attributen voor de verteltafel
Voorbereiding -
-
Leg de benodigde materialen klaar. Lees het boekje ‘Kikker in de kou’. Download eventueel een digitale versie van het prentenboek (als PowerPointpresentatie) van de website van De Witte Schuur: www.mec-dewitteschuur.nl/leskist-kikker-inde-kou of zet het animatiefilmpje van het prentenboek klaar om te bekijken op het digitale schoolbord. Het filmpje staat op dezelfde website: www.mecdewitteschuur.nl/leskist-kikker-in-de-kou. Kopieer de werkbladen.
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
KRINGGESPREK 1. Laat de voorkant van het boek aan de kinderen zien. Kunnen de kinderen waar het prentenboek over gaat? Tip: leerlingen in groep 3 en 4 kunnen de titel zelf al lezen. Weten de kinderen wat een ‘titel’ is? Kennen ze nog meer woorden die beginnen met een ‘k’? 2. Lees het verhaal ‘Kikker in de kou’ voor of bekijk de digitale versie van het prentenboek of het animatiefilmpje op het digitale schoolbord. Tip: laat leerlingen in groep 4 zelfstandig of in groepjes het boek lezen voordat u het met hen bespreekt. 3. Praat met de kinderen na over het verhaal aan de hand van de volgende vragen: - wat was er veranderd in de wereld toen kikker wakker werd? - wat zag kikker toe hij naar buiten rende? En wat was er met het water gebeurd? - welke vrienden kwam kikker tegen? En wat waren zijn vrienden aan het doen? - waarom wilde kikker niet meedoen? - kikker zat dagenlang bij de kachel, maar toen moest hij naar buiten. Waarom? - wat gebeurde er met kikker toen hij naar buiten ging? - wat deden zijn vrienden toen ze kikker hadden gevonden? - wat was er veranderd in de wereld toen de winter voorbij was? Gebruik tijdens de bespreking de knuffels en de woordkaartjes. Zorg dat de leerlingen de knuffels goed kunnen zien. Probeer samen met de leerlingen aan de hand van de woordkaartjes en de knuffels het verhaal na te vertellen.
Pagina 4 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
4. Vraag de kinderen of ze iets herkennen in het verhaal van kikker in de kou. Wat vinden ze zelf van de winter? Wat is leuk en wat is minder leuk? En houden ze wel of niet van de kou? Hoe kunnen wij ons in de winter beschermen tegen de kou: buiten en binnen? Buiten: warme jas, wanten, sjaal, muts, bewegen – Binnen: kachel, warme deken, warme thee of chocolademelk VERTELTAFEL Bouw samen met de kinderen een verteltafel waar de kinderen met de poppen uit de leskist het verhaal van kikker in de kou na kunnen spelen. Gebruik het sneeuwkleed en het grasmatje uit de leskist als ondergrond. Laat de kinderen nadenken over de voorwerpen die nodig zijn, zoals een kachel, hout, bed, sjaal en een warme trui. Richt een schoenendoos in als het huis van kikker en knutsel het decor waarin het verhaal zich afspeelt. Laat de kinderen in kleine groepjes van 2 of 3 leerlingen bij de verteltafel spelen. Zet het boek op een zichtbare plek. Geef kinderen uit groep 3 en 4 eventueel de opdracht om zelf een verhaal te spelen aan de hand van een aantal woordkaartjes.
2.2. Kikker heeft het koud – over dieren in de kou De volgende dag kwamen zijn vrienden hem halen. Ze gingen sneeuwballen gooien. Wat hadden ze een plezier! Maar kikker had het koud en kon hun vreugde niet delen. Ik ben maar een arme naakte kikker, dacht hij en hij strompelde treurig weg.
Doel De leerlingen: - ontdekken dat een kikker géén wintervacht heeft en zich dus op een andere manier moet beschermen tegen de kou van de winter; - weten dat sommige dieren wel tegen koude kunnen en andere niet; - weten hoe een thermometer werkt; - denken na over de begrippen warm en koud.
Begrippen: koud, warm, wintervacht, winterslaap, thermometer
Nodig STEMPELKAART (groep 1 en 2) Laat de kinderen de woorden onder de plaatjes nastempelen. SCHRIJFBOEKJE (groep 3 en 4) Laat de kinderen alleen of in tweetallen aan één of meerdere pagina’s uit het schrijfboekje werken. Kinderen uit groep 3 kunt u vragen om bij de plaatjes op een pagina een aantal woorden te schrijven. Kinderen uit groep 4 kunnen bij elk plaatje een kort verhaaltje schrijven. Door de pagina’s uit het schrijfboekje te verdelen over de klas kunnen de afzonderlijke verhaaltjes na afloop gebundeld worden tot een nieuw verhaal, dat geschreven is door (een deel van) de klas. U kunt eventueel variëren door plaatjes weg te laten of in een nieuwe volgorde te plaatsen.
MATERIALEN UIT DE LESKIST - Veren, Wol, Vacht van een haas (of konijn) - 2 thermometers - Afbeelding thermometer WERKBLADEN UIT DE MULTOMAP - 2.1 Dieren in de kou OVERIGE MATERIALEN - Rode en blauwe kleurpotloden - Het boek Winterdieren van Bibi Dumon Tak, ISBN: 978 90 451 1223 7 (optioneel)
Voorbereiding -
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Pagina 5 van 13
Leg de benodigde materialen klaar. Download de afbeelding van de thermometer van de website van MEC De Witte Schuur, www.mec-dewitteschuur.nl/leskist-kikker-inde-kou, of zet deze klaar op het digibord. Kopieer het werkblad ‘dieren in de kou’. MEC De Witte Schuur 2014
Lesbeschrijving KRINGGESPREK Lees bovenstaand stukje tekst uit het boek voor en vraag de kinderen of ze nog weten waarom de vrienden van kikker (eend, haas en varkentje) het niet koud hebben. Haas heeft een wintervacht, eend heeft een dik pak veren en varken heeft een speklaagje onder zijn huid. Groep vier kunt u het verschil tussen koud- en warmbloedig uitleggen. Koudbloedige dieren passen zich aan de temperatuur van de omgeving aan, zoals kikker. Warmbloedige dieren houden zich op temperatuur, daarom moeten deze dieren zich met een wintervacht of extra speklaagje beschermen tegen warmteverlies. Net zoals de mens in de winter een dikke trui of jas aantrekt. In het echte leven gaan kikkers niet bij de kachel zitten en trekken ze ook geen warme trui aan. Vraag de kinderen of ze weten wat kikkers doen als het buiten kouder wordt. (Kikkers kruipen weg in de modder en houden een winterslaap, net zoals Kikker uit het verhaal zegt: ‘Wat is de winter toch heerlijk als je in je bed ligt!’) Kennen ze andere dieren die een winterslaap houden? Egels, slangen, schildpadden en kleine beestjes zoals vliegen en lieveheersbeestjes. Soms houden ook dieren met een vacht een winterslaap, zoals beren en hamsters. Deze dieren houden een winterslaap, omdat ze dan minder hoeven te eten. Dat is er namelijk niet genoeg in de winter. WERKBLAD ‘DIEREN IN DE KOU’ Deel het werkblad ‘dieren in de kou’ uit en zet rode en blauwe kleurpotloden klaar. Laat de kinderen een rode cirkel zetten om de dieren die niet tegen de kou kunnen en een blauwe cirkel om de dieren die wel tegen de kou kunnen. Bespreek het werkblad klassikaal na en vraag de kinderen welke dieren een dikke vacht hebben.
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
TEMPERATUUR METEN 1. Vraag de kinderen of het buiten koud is. Weten ze hoe je kunt meten hoe koud het is? Laat een thermometer zien en leg met de afbeelding van de thermometer (op het digibord) uit hoe je op een thermometer kunt zien, hoe warm het is. Met een thermometer meet je de temperatuur. Hoe hoger het gekleurde streepje, hoe hoger de temperatuur en hoe warmer het is. 2. Hierna gaan de kinderen meten hoe koud of warm het binnen en buiten is. Ze leggen één thermometer buiten neer (op enige afstand van het gebouw) en één thermometer binnen in de klas. Na een tijdje bekijken de kinderen hoe koud of warm het binnen en buiten is. In de winter is het binnen meestal warmer dan buiten. Weten de kinderen hoe dat kan? 3. Extra: wanneer de zon schijnt, kun je de kinderen vragen om één thermometer buiten in de zon te leggen en één thermometer buiten in de schaduw. Laat ze na een tijdje aflezen hoe warm het is op beide plekken. Wat is het verschil en hoe komt dat? De zon geeft niet alleen licht, maar ook warmte. WEERBERICHT (groep 3 en 4) Knip het weerbericht uit de krant of laat de kinderen een weerkaartje op het digibord zien, www.weeronline.nl. Vraag de kinderen om een weerkaartje te tekenen dat past bij het weer van vandaag. Ze kunnen de temperatuur invullen die ze eerder zelf gemeten hebben. Laat ze ook een weerkaartje tekenen voor het weer van morgen, waarbij ze de temperatuur voorspellen. De volgende dag kunnen jullie kijken en meten wie het weer het beste voorspeld heeft. WINTERDIEREN (optioneel) Lees voor uit het boek Winterdieren van Bibi Dumon Tak. In Winterdieren staan 23 verhalen over dieren die op de Noordpool en de Zuidpool leven. Het gaat over bekende dieren zoals de pinguïn en de ijsbeer. Maar ook over onbekende winterdieren, zoals de stern en de muskusos. Door de verhalen te lezen, leer je van elk dier wat hij eet, wie zijn vijanden zijn en andere weetjes.
Pagina 6 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
2.3. Een trui voor kikker – creatieve activiteit ’s Avonds las Haas verhalen voor over een mooie dag in mei. En terwijl ze aandachtig luisterden, breide Varkentje een warme trui voor Kikker. Zo werd Kikker verwend door zijn vrienden.
Doel De leerlingen gaan creatief aan de slag met het verhaal ‘Kikker in de kou’ en/of het thema ‘Warme Truiendag’.
Nodig MATERIALEN UIT DE LESKIST - Doe-kaart ‘Het vogelrestaurant’ WERKBLADEN UIT DE MULTOMAP - 3.1 Een trui voor kikker OVERIGE MATERIALEN - Scharen en lijm (voldoende voor elke leerling) - Diverse knutselmaterialen, zoals: o gekleurd papier (vouwpapier) o verschillende stofjes in kleine stukjes o wol o wattensnippers of confetti
EEN TRUI VOOR KIKKER Vertel dat de leerlingen nu zelf Kikker mogen verwennen door een mooie trui voor hem te maken. Deel vervolgens de gekopieerde werkbladen uit. De leerlingen versieren met gekleurd papier, wol, watten, confetti of andere materialen en lijm de trui van Kikker. Natuurlijk kunt u ook kiezen voor een andere creatieve techniek om de truien te versieren zoals verven, ecoline, kleuren of krijten. Als de truien klaar zijn, kunt u ze ophangen in de klas. VOGELS VERWENNEN (optioneel) Ook wij kunnen de dieren in de winter een beetje verwennen. Niet door een warme trui te breien, maar door ze voedsel te geven. Vogels kunnen in de winter namelijk bijna geen bessen en insecten vinden. Haal de doe-kaart ‘Het vogelrestaurant’ uit de leskist en lees met welke activiteiten wij de vogels in de winter een handje kunnen helpen.
Voorbereiding -
Kopieer voor elke leerling werkblad 3.1 ‘Een trui voor Kikker’. Zet voor elke leerling (of groepje) voldoende scharen, lijm en knutselmaterialen klaar.
Lesbeschrijving KRINGGESPREK - Vertel dat Kikker in het verhaal verwend werd door zijn vrienden. Weten de leerlingen nog waarmee? (Verhaaltje voorlezen door Haas, kop soep van Varkentje, Eend sprak hem moed in en Varkentje breide een trui) - Zijn de leerlingen zelf ook wel eens verwend? Wanneer en waarmee? Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Pagina 7 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
2.4. Kikker met zijn nieuwe trui – over het vasthouden van warmte Eindelijk kwam de dag dat Kikker weer sterk genoeg was om naar buiten te gaan. Zonder hazenvacht, zonder speklaagje en zonder veren, maar met zijn nieuwe trui aan, deed hij de eerste stappen in de sneeuw. ‘En?’ vroeg Haas nieuwsgierig. ‘Fijn’, zie Kikker dapper. Maar koud was het wel!
Doel De leerlingen ervaren de warmte van hun (winter)jas en ontdekken hoe een jas ervoor zorgt dat je het warm houdt.
Begrippen: warmte vasthouden, winterjas Nodig MATERIALEN UIT DE LESKIST - 2 Badthermometers - 2 Plastic bekers met deksel - Handdoek - Aluminiumfolie OVERIGE MATERIALEN - Heet water - Verkleedkleren (optioneel voor ‘een koffer met kleren’, groep 1/ 2) - Drinkbekers of glazen potjes en verschillende materialen om de bekers/potjes in te pakken (optioneel voor ‘het onderzoek’, groep 3/4)
Voorbereiding Zet de benodigde materialen voor de buitenactiviteit klaar.
Lesbeschrijving Deze les is een buitenactiviteit. De kinderen trekken hun jassen aan en gaan buiten in een kring staan. WINTERJASSEN Vinden de kinderen het buiten warm of koud? Hoe beschermen wij ons tegen de kou? Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Door dikke kleding, een winterjas, wanten en/of een sjaal aan/om te doen Vraag de kinderen om eens goed naar alle winterjassen te kijken. - Zijn er jassen hetzelfde? - Welke kleuren hebben de jassen? - Welke dingen zijn hetzelfde? Is dat bij iedereen? - Welke dingen zijn verschillend? Is dat bij iedereen anders? JASSEN SORTEREN Vraag de kinderen of zij groepjes kunnen maken op basis van dingen die hetzelfde zijn aan de jassen? Dat heet sorteren. Waar sorteer je op? Bijvoorbeeld: op kleur, met of zonder capuchon, met of zonder zakken, met of zonder rits, met of zonder knopen, met of zonder klittenband, lang of kort, met of zonder plaatjes. PROEFJE ‘DE WARMTE VASTHOUDEN’ Weten de kinderen hoe een dikke jas ervoor zorgt dat je het warm houdt? Doe samen een proefje om hier achter te komen. Stap 1: Zet twee plastic bekers op een stevige ondergrond en vul ze met een ruime hoeveelheid heet water. Meet met de badthermometers de temperatuur van het water. Stap 2: Schroef de deksels op de bekers. Laat de kinderen één van de bekers inpakken met een handdoek. En wikkel om de handdoek een velletje aluminiumfolie. Let op, de glimmende kant moet naar binnen gericht zijn. Stap 3: Wacht ongeveer 10 minuten en laat de kinderen de temperatuur van het water in beide bekers opnieuw opmeten. Is er een verschil in temperatuur? Bespreek met de kinderen hoe dat kan. De ingepakte beker heeft door middel van isolatie de warmte beter vast kunnen houden. De warmte werd niet afgegeven aan de buitenlucht, maar bleef in de beker. In de andere beker kon de warmte door de bekerwand ontsnappen. Dat water is nu minder warm. Vraag de kinderen of ze nu weten waarom die dikke jas zo belangrijk is in de winter?
Pagina 8 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
EEN KOFFER MET KLEREN* (optioneel voor groep 1 en 2) Zet in een speelhoek een grote koffer neer met daarin kleren voor verschillende weersomstandigheden. De kinderen kunnen zich nu zelf aankleden voor warm weer (zonnebril, zonnehoed, shirtje, korte broek) of voor de kou (sjaal, oorwarmers, muts, wanten, dikke jas, snowboots) Wat doe je als het warm is? Of als het koud is? Laat de kinderen spontaan toneelspelen. HET ONDERZOEK (optioneel voor groep 3 en 4) De kinderen doen zelf verder onderzoek naar materialen die de warmte goed en niet goed vasthouden. Gebruik hiervoor de plastic bekers uit de leskist, glazen jampotjes met deksel en/of de drinkbekers van de kinderen. De kinderen kiezen verschillende materialen die ze om een beker of potje kunnen wikkelen. Bijvoorbeeld: papier, plastic, katoen, wol, schuimrubber, aluminiumfolie. Vervolgens voorspellen ze welk materiaal de warmte het beste en het slechtste vast zal houden. Hierna wordt de proef als volgt ingezet. Stap 1: wikkel de gekozen materialen om de bekers/potjes Stap 2: neem een kan met warm water en meet de temperatuur van het water. Vul de bekers met het warme water en sluit ze af. Stap 3: wacht 10 minuten en meet de temperatuur van het water in de bekers opnieuw. In welke beker is het water het warmst gebleven?
2.5. Kikker in de zon – over de warmte van de zon
… de zon stond stralend aan de hemel. ‘Hoera,’ riep hij. ‘Wat is het fijn om een kikker te zijn en de zon te voelen op je blote kikkervel’.
Doel De leerlingen: - ontdekken dat de zon licht en warmte geeft; - denken na over de begrippen koud en warm; - maken kennis met het begrip zonne-energie.
Begrippen: zon, smelten, zonne-energie Nodig MATERIALEN UIT DE LESKIST - IJsblokjeshouder - 5 Plastic bordjes - Geel stoepkrijt - Zonneauto met extra zonnepaneel - Thermometer (optioneel) OVERIGE MATERIALEN Een schoenendoos en huishoudfolie (optioneel)
Voorbereiding -
Vul de ijsblokjeshouder met water en plaats deze in een vriezer/koelkast met vriesvak
Lesbeschrijving Deze les bestaat uit vijf buitenactiviteiten, die onafhankelijk van elkaar kunnen worden uitgevoerd. Het beste tijstip voor uitvoering van de activiteiten is een zonnige dag in de winter.
*Deze activiteit komt uit het tijdschrift Natuur aan de Basis, jaargang 20, nr.2, 2009 Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
WARM IN DE ZON Zoek de warmste plek op het schoolplein. Vraag de kinderen om hun ogen dicht te doen en daarna in de richting van de zon te kijken. Leg de kinderen uit dat ze niet direct in de zon moeten kijken, want dat kan de ogen beschadigen.
Pagina 9 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
Voelen de kinderen de zon op hun gezicht? En op hun handen? Hoe voelt dat? Vraag de kinderen of hun lichaam aan de voorkant even warm voelt als aan de achterkant. Wat is het verschil? En hoe komt dat? De zon maakt ons warm. Vraag de kinderen hoe je het nog meer warm kunt krijgen in de winter. Wanneer de zon niet schijnt. Laat ze hun handen tegen elkaar wrijven. Wat gebeurt er? Hierna gaan we springen en dansen. Krijgen de kinderen het daar warm of koud van? En hoe voelt het als alle kinderen heel dicht bij elkaar gaan staan? Door te bewegen krijg je het warm, omdat je bloed sneller gaat stromen in je lichaam. En als je dicht bij elkaar gaat staan, voel je de warmte van elkaars lichaam en is er minder ruimte voor de kou van buiten. SMELTWEDSTRIJD* Weten de kinderen wat er met sneeuw en ijs gebeurt als de zon schijnt? Dat smelt. We gaan een smeltwedstrijd houden. Op vijf verschillende plekken op het schoolplein wordt een bordje met twee ijsblokjes neergezet. Kies eerst samen met de kinderen de vijf plekken en nummer deze. Laat de kinderen vervolgens bedenken op welke plek de ijsblokjes het snelste zullen smelten. Haal nu de ijsblokjes uit de vriezer en pak de vijf bordjes. Leg op elk bordje twee ijsblokjes en zet de bordjes op de afgesproken plekken. De wedstrijd kan beginnen. Op welke plek zijn de ijsblokjes het eerste gesmolten? Hoe komt dat? Variatie: wanneer het overdag buiten vriest, kun je ook een vrieswedstrijd houden. Zet op vijf plekken op het schoolplein een bordje met water neer. Op welke plek is het water het eerst bevroren? IN DE ZON / UIT DE ZON* Teken met geel stoepkrijt een grote cirkel op het schoolplein: dit stelt de zon voor. De kinderen gaan allemaal naast elkaar staan met hun tenen tegen de cirkel. De juf of meester roept nu steeds een ‘koud’ of een ‘warm’ woord. Bij een ‘warm’
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
woord moeten de kinderen in de zon springen en bij een ‘koud’ woord springen ze van de zon weg. ‘Warme’ woorden, zijn bijv. thee, zomer, frietjes, kachel, vuur, wollen deken ‘koude’ woorden zijn bijv. sneeuw, ijs, schaatsen, sleeën, frisdrank, ijsbeer SCHADUWTIKKERTJE* Eén kind is de tikker, de anderen lopen weg. De tikker tikt een ander kind door met een voet op zijn schaduw te gaan staan. Het kind dat getikt is, wordt de nieuwe tikker. Als de kinderen op een schaduwplek staan, mogen ze niet getikt worden. Ze mogen echter maximaal tien seconden achter elkaar op dezelfde schaduwplek staan. DE KRACHT VAN DE ZON De zon geeft ons mensen energie, omdat we er lekker warm van worden. Het licht van de zon kan echter ook omgezet worden elektriciteit. We spreken dan van zonne-energie. Haal de zonneauto uit de leskist en zet deze in de zon. Koppel eventueel een extra zonnepaneel aan de auto met behulp van de elektriciteitsdraden met krokodillenklemmen. Wat gebeurt er? Kan iemand vertellen hoe het werkt? Het zonnepaneel vangt het licht van de zon op en zet dit om in elektriciteit. Hierdoor gaat een motortje draaien en de auto rijden. DE ZON VERWARMT JE (POPPEN)HUIS ** (optioneel) Nodig: schoenendoos, huishoudfolie en een thermometer Maak van een schoenendoos een soort poppenhuis. Dek de bovenkant af met huishoudfolie. Maak een klein gaatje in de zijkant van de doos en stop daar de thermometer in. Zet de doos op de vensterbank en wacht tot er veel zon op komt. Laat de kinderen dan elk half uur op de thermometer kijken om te zien wat er gebeurt met de temperatuur in het huis. *Deze activiteiten komen uit de handleiding van Zon Op School voor de onderbouw. Kijk voor meer informatie op www.zonopschool.nl **Deze activiteit komt uit het tijdschrift Natuur aan de Basis, jaargang 20, nr.2, 2009
Pagina 10 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
Extra les groep 3/4
2.6. Kikker bij de kachel – over het verwarmen van de school Dagenlang zat hij bij de kachel en kwam de deur niet uit. Dromend van voorjaar en zon stookte hij de kachel op …
WAAR KOMT DE WARMTE VANDAAN?* Laat de kinderen op zoek gaan naar warme en koude dingen in de klas. Ze lopen kriskras door de klas en voelen met hun wijsvingers aan allerlei materialen. Na een tijdje gaan de kinderen terug in de kring zitten en ze vertellen elkaar wat het warmste en koudste was dat ze gevoeld hebben. De verwarming is waarschijnlijk de belangrijkste warmtebron in de klas. Als het goed is ontdekken de kinderen ook andere dingen die warmte afgeven, zoals lampen, een computer en je lichaam.
Doel De leerlingen: - ontdekken hoe de school verwarmd wordt; - doen onderzoek naar de verwarming in het schoolgebouw; - weten wat Warme Truiendag is; - ontdekken dat warme lucht opstijgt.
Begrippen: energie, warmte, verwarmen, warme lucht
Nodig MATERIALEN UIT DE LESKIST - Waxinelichtjes - Kaarsje met draaiende engeltjes OVERIGE MATERIALEN Lucifer of aansteker
Voorbereiding Zet de kandelaar met de draaiende engeltjes in elkaar volgens bijgevoegd voorbeeld.
Lesbeschrijving KRINGGESPREK Steek een kaarsje aan in de kring en lees bovenstaand stukje tekst voor. Vertel dat het kaarsje symbool staat voor de kachel van kikker. Het vlammetje geeft licht en warmte. Laat de kinderen voorzichtig de warmte van het kaarsje voelen door hun hand in de buurt te houden. Blaas het kaarsje uit en vraag de kinderen of het nu kouder wordt in de klas. Vertel dat een kaarsje te klein is om de hele klas te verwarmen. Maar waar komt de warmte dan wel vandaan? Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
WARMTEWANDELING* Ga met de kinderen op onderzoek uit naar de warmte van de verwarming. Bekijk samen eerst de verwarming in de klas: - Waar staat de verwarming in de klas? - Hoe ziet de verwarming eruit? - Hoe voelt de verwarming? - Kun je de verwarming horen? - Wat zit er in de verwarming? - Waarvoor is de knop op de verwarming? Maar waar komt de warmte in de verwarming vandaan? Om het antwoord op deze vraag te vinden, volgen de kinderen de verwarmingsbuizen door de school tot ze uitkomen in een stookhok of bij de ketel. Vertel dat in de ketel water verwarmd wordt. Het warme water wordt vervolgens door de verwarmingsbuizen naar de verwarming in de klas gepompt. WARME TRUIENDAG Vertel de kinderen dat het vandaag of binnenkort Warme Truiendag is. Op deze dag gaat de kachel een graadje lager. Door de kachel een graadje lager te zetten besparen we energie en dat is beter voor het milieu. Vraag de kinderen of het erg is als de verwarming één of twee graadjes lager staat. Zullen ze dat direct voelen? Wat kunnen ze doen om het niet koud te krijgen? (warme kleren aantrekken, bewegen, de deur dichthouden) Vraag de kinderen wat ze vinden van Warme Truiendag. Is de naam van deze actie goed?
Pagina 11 van 13
MEC De Witte Schuur 2014
WARME LUCHT De kinderen ontdekken aan de hand van deze proef dat warme lucht opstijgt. Zet de kaarsenhouder met de ronddraaiende engeltjes klaar. Vraag de kinderen wat er volgens hen gebeurt als het kaarsje gaat branden. Steek vervolgens het kaarsje aan en wacht even. Wat gebeurt er? Als het goed is gaan de engeltjes ronddraaien. Vraag de kinderen of ze weten hoe dit kan. Het vlammetje verwarmt de lucht. De warme lucht stijgt op en duwt tegen de bladen (of wieken) aan. En daardoor gaan de bladen met daaraan de engeltjes ronddraaien. Pas wel op de vingers, want het metaal wordt heet! De theorie achter dit proefje kunnen de kinderen controleren door een thermometer op een hoge kast te leggen en een andere thermometer op de vloer. Na 10 minuten kijken de kinderen wat de temperatuur is op deze twee plekken. Wat is het verschil en hoe komt dat? Klopt het dat de lucht boven in het lokaal warmer is dan de lucht bij de vloer?
*Deze activiteit komt uit het tijdschrift Natuur aan de Basis, jaargang 20, nr.2, 2009
Lesbrief Kikker in de Kou, groep 1 t/m 4
Pagina 12 van 13
MEC De Witte Schuur 2014