BALLERINA 14 t/m 20 mei 2014
02
03
credits
credits
credits
credits
credits
PAQUITA
ROMEO EN JULIA
DUET
MANON
RAYMONDA
1E AKTE, ‘SLAAPKAMER’PAS DE DEUX
GRAND PAS HONGROIS
BALKON-PAS DE DEUX Choreografie Marius Petipa, in een bewerking van Rachel Beaujean Muziek Ludwig Minkus, Edouard Deldevez, Adolphe Adam, Riccardo Drigo, Nikolai Tscherepnin, Yuli Gerber, in een arrangement van John Lanchbery en David Coleman Decor- en kostuumontwerp François-Noël Cherpin Lichtontwerp Åke Sjöquist Balletmeesters Rachel Beaujean Judy Maelor Thomas Instudering leerlingen Nationale Balletacademie Grigory Chicherin Repetitoren leerlingen Nationale Balletacademie Laurence Korsenti Fred Berlips Wereldpremière versie Petipa 27 januari 1881, Keizerlijk Ballet, Marijinski Theater, Sint-Petersburg
Première bij Choreografie Het Nationale Ballet Rudi van Dantzig 28 januari 1970, Muziek Stadsschouwburg, Sergej Prokofjev, Amsterdam Romeo en Julia (1935) Première versie Decor- en kostuumontwerp Rachel Beaujean bij Toer van Schayk Het Nationale Ballet Lichtontwerp 18 oktober 2012, Jan Hofstra Nationale Opera & Ballet, Balletmeester Amsterdam Rachel Beaujean Tijdsduur circa 40 minuten Met medewerking van leerlingen van de Nationale Balletacademie PAUZE
Wereldpremière bij Het Nationale Ballet 16 februari 1967, Stadsschouwburg, Amsterdam Tijdsduur circa 8 minuten
Choreografie Christopher Wheeldon Muziek Maurice Ravel, Pianoconcert in G Major (deel 2, adagio assai) Piano Olga Khoziainova Decor- en kostuumontwerp Keso Dekker Lichtontwerp James F. Ingalls Balletmeester Guillaume Graffin Wereldpremière 12 februari 2012, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam Tijdsduur circa 10 minuten
Choreografie Choreografie Marius Petipa Kenneth MacMillan Muziek Muziek Alexander Glazoenov, Jules Massenet, Opus 57 Cendrillion, Kostuumontwerp Le sommeil de Cendrillion en Kostuumafdeling Ballet/ Ouvre tes yeux bleus, Larissa Lezhnina in een arrangement van Instudering Leighton Lucas Guillaume Graffin Kostuumontwerp Oliver Haller Instudering Wereldpremière 19 januari 1898, Guillaume Graffin Keizerlijk Ballet, Marijinski Theater, Wereldpremière Sint-Petersburg 3 maart 1974, Première bij The Royal Ballet, Het Nationale Ballet Londen 14 mei 2014, Première bij Nationale Opera & Ballet Het Nationale Ballet Amsterdam 14 mei 2014, Nationale Opera & Ballet, Tijdsduur Amsterdam circa 14 minuten Tijdsduur PAUZE circa 7 minuten
04
05
credits
credits
credits
TCHAIKOVSKY PAS DE DEUX
REPLAY
THE OLD MAN AND ME
Choreografie George Balanchine Muziek Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, delen uit derde akte van Het Zwanenmeer (Opus 20) Balletmeester Guillaume Graffin
Choreografie Ted Brandsen Muziek Philip Glass, The Hours, in een arrangement voor piano door Michael Riesman en Nico Muhly Piano Ryoko Kondo/Robert Greuter Kostuumontwerp François-Noël Cherpin Balletmeester Judy Maelor-Thomas
Choreografie Hans van Manen Muziek J.J. Cale, The Old Man and Me Igor Stravinsky, Circus polka for orchestra Wolfgang Amadeus Mozart, Pianoconcerto nr.23 in A major, KV 488: Adagio Decor- en kostuumontwerp Keso Dekker Lichtontwerp Joop Caboort Instudering Mea Venema Balletmeester Rachel Beaujean
Wereldpremière 29 maart 1960, New York City Ballet, New York Première bij Het Nationale Ballet 22 oktober 1985, Stadsschouwburg, Amsterdam Tijdsduur circa 10 minuten
Wereldpremière 14 mei 2014, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam Tijdsduur circa 7 minuten
Wereldpremière 29 februari 1996, Nederlands Dans Theater, Den Haag Première bij Het Nationale Ballet 14 mei 2014, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam Tijdsduur circa 14 minuten
Muzikale begeleiding Holland Symfonia Dirigent Matthew Rowe Productieleiding Joshua de Kuyper Voorstellingsleiding Merel Francissen Kees Prince Vervaardiging kostuums, rekwisieten, kap en grime De Techniek Nationale Opera & Ballet Vervaardiging kostuums Paquita Parkinson & Gill, Lowland Tailors, Hut & Putz Vervaardiging kostuums Duet Nelly van de Velden Inleidingen Jacq. Algra Totale tijdsduur circa twee en een half uur inclusief twee pauzes
07
VIRTUOSITEIT EN PERSOONLIJKE ARTISTICITEIT
VIRTUOSITY AND INDIVIDUAL ARTISTRY
In Ballerina staan de solisten van Het Nationale Ballet centraal. Voor dit programma heb ik vijf van de zes vrouwelijke eerste solisten – de prima ballerina’s van het gezelschap – gevraagd om hun favoriete duet te kiezen. Anna, Igone, Larissa, Jurgita en Maia kozen stukken die hen na aan het hart liggen en iets bijzonders voor hen betekenen. Wegens een langdurige blessure ontbreekt helaas Anu Viheriäranta. De nadruk ligt bij deze pas de deux op de persoonlijke invulling die aan de rol gegeven wordt.
Ballerina revolves around the principals of Dutch National Ballet. For this programme, I asked five of the six female principals – the ballerinas of the company – to choose their favourite ballet. Anna, Igone, Larissa, Jurgita and Maia chose pieces close to their heart that have a special meaning for them. Due to a lengthy injury, we are unfortunately missing Anu Viheriäranta. In these pas de deux, the emphasis is on the personal interpretation of the role.
Voorafgaand aan de pas de deux wordt Paquita gedanst waarin naast het stersolistenpaar ook tal van andere (half)solisten schitteren te midden van het corps de ballet. Met dit programma neemt Larissa Lezhnina officieel afscheid van Het Nationale Ballet. Zij danste 7 jaar als eerste soliste bij het Marijnsky Ballet in Sint-Petersburg en vanaf 1994 als gezichtsbepalende eerste soliste van Het Nationale Ballet, waar ze rollen danste uit het hele repertoire. Wij zullen Larissa’s kristalheldere techniek en haar artistieke gedrevenheid en integriteit enorm missen, maar we zijn blij te kunnen melden dat ze volgend seizoen in een enkele speciale gastrol zal terugkeren. Ted Brandsen artistiek directeur
The pas de deux are preceded by a performance of Paquita, in which the star principals dance alongside many other soloists and demi-soloists, surrounded by the corps de ballet. In this programme, Larissa Lezhnina is officially saying goodbye to Dutch National Ballet. After dancing for 7 years as a principal with Mariinsky Ballet in St Petersburg, she came to Dutch National Ballet in 1994, where she has danced roles from the whole repertoire and put her distinctive mark on the company. Although we will miss Larissa’s crystalclear technique and artistic passion and integrity enormously, we are happy to announce that she will be returning to the company next season in a special guest role. Ted Brandsen artistic director
08
09
Paquita
Paquita
SPAANSE ELEGANTIE
SPANISH ELEGANCE
‘Een weergaloos ballet dat aan de ballerina’s alle kansen biedt om hun kwaliteiten te tonen’ en ‘een genadeloze graadmeter voor stijl en techniek’. Zo werd de nieuwe productie van Paquita, die Het Nationale Ballet in 2012 uitbracht, in de pers ontvangen. Rachel Beaujean, hoofd van de artistieke staf van het gezelschap, tekende voor deze versie waarin grandeur en ‘schwung’ voorop staan.
‘A peerless ballet and the perfect vehicle for the ballerina to showcase her prowess’ and ‘a challenging yardstick for style and technique’. This sums up the press reception of Paquita premiered by the Dutch National Ballet in 2012. The Company’s Head of Artistic Staff, Rachel Beaujean, created this version which highlights the work’s grandeur and ‘schwung’, or panache.
In zijn oorspronkelijke versie uit 1846 is Paquita een nogal langdradig liefdesverhaal over een Spaans zigeunermeisje en een jonge officier. Maar het pure dansdeel dat Marius Petipa in 1881 toevoegde, geldt wereldwijd nog altijd als toetssteen voor balletgezelschappen en -solisten. “Petipa’s toevoeging – een huwelijksdivertissement – bevat alle elementen van het klassieke ballet in optima forma”, zegt Rachel Beaujean. “De virtuositeit, de draaien, de sprongen, een prachtig adagio. De choreografie blijft daardoor nieuwe generaties dansers uitdagen.”
In its original 1846 version Paquita is a rather drawn-out love story about a Spanish gypsy girl and a young officer. The pure dance additions choreographed by Marius Petipa in 1881, however, still stand today as the acid test for ballet companies and principal dancers worldwide. Rachel Beaujean: “Petipa’s addition – a wedding divertissement - contains all the elements of classical ballet in its purest form. Virtuosity, turns, jumps and an adagio of rare beauty. Choreography that continues to challenge each new generation of dancers.”
Exclusieve tutu’s Beaujean kwam op het idee voor een nieuwe Paquita toen ze in het atelier van
Exclusive tutus The inspiration for this new Paquita came to Beaujean when she saw some
mode- en kostuumontwerper FrançoisNoël Cherpin een aantal prachtig gesneden en rijk gedecoreerde korsetten zag. “Ik dacht meteen: kunnen deze niet als uitgangspunt dienen voor vergelijkbaar exclusieve tutu’s.” Met flair Cherpin ontwierp behalve de kostuums, ook de decors, waarvoor hij het Spaanse Alhambra als inspiratiebron koos. Beaujean: “Paquita speelt zich af aan het Spaanse hof. In tegenstelling tot het veel volksere Don Quichot, dat om een ‘vette’ uitvoering vol bravoure vraagt, is Paquita ingehouden, verheven, nobel, elegant.” Maar, zegt ze: “Je moet een ballet als dit ook de ‘schwung’ geven die past bij deze tijd. Het mag er allemaal niet te gekunsteld uitzien. Het publiek wil meegevoerd worden.” Sensualiteit, humor en goed acteren zijn daarom van groot belang. “Paquita moet met flair gedanst worden.”
beautifully cut and ornately decorated corsets in fashion and costume-designer François-Noël Cherpin’s atelier. “I immediately thought these would be perfect as the basis for similarly exclusive tutus.” With flair Alongside the costumes Cherpin also designed the set, drawing his inspiration from the Alhambra in Spain. Beaujean: “Paquita is set in the Spanish court. In contrast to the much more folksy Don Quixote, which demands a ’bold’ performance full of bravura, Paquita is restrained, exalted, noble, elegant.” But, she adds: “You’ve also got to give a ballet like this the ‘schwung’ that appeals to today’s audience. It mustn’t all look too artificial. The public wants to be swept away.” Sensuality, humour and acting ability are therefore of prime importance. “Paquita needs to be danced with flair.”
10
11
Romeo en Julia balkon-pas de deux
Romeo and Juliet balcony pas de deux
VOORDAT HET NOODLOT TOESLAAT
BEFORE FATE STRIKES
“Er is geen moment van rust, geen moment dat je stilstaat. Je moet steeds vol energie zijn, heel fris, heel licht, heel verliefd”, zegt Igone de Jongh over haar keuze voor het programma Ballerina: de balkon-pas de deux uit Rudi van Dantzigs Romeo en Julia. “Elke pas draagt Rudi’s gedrevenheid: de arabesken zijn heel hoog, de pliés heel diep. Alles moet echt en doorleefd zijn, Rudi wilde mensen van vlees en bloed zien.”
“There’s not a moment of rest, not a moment when you stand still. You’ve got to be always bursting with energy, fresh, light as a feather and head-overheels in love”, says Igone de Jongh explaining why she chose the balcony pas de deux from Rudi van Dantzig’s Romeo and Juliet for the Ballerina programme. “Each step is imbued with Rudi’s passion, the arabesques are very high, the pliés very deep. Everything must be true and lived, Rudi wanted to see real flesh-andblood people.”
Rudi van Dantzig (1933-2012) maakte zijn balletversie van Shakespeares beroemde liefdestragedie in 1967. Zijn Romeo en Julia was het eerste avondvullende ballet van Nederlandse makelij. Nog steeds draagt het ballet – met zijn levendige straattaferelen, realistische gevechtsscènes, fijnzinnige karakterschetsen en hartverscheurende ontmoetingen tussen de twee geliefden – in belangrijke mate bij aan het gezicht van Het Nationale Ballet. Oprecht intiem De balkon-pas de deux is een van de hoogtepunten uit het ballet. Igone: “Het is in feite de enige scène waarin Romeo en Julia samen echt gelukkig zijn. Ze denken niet na over wat komt of over wat
Rudi van Dantzig (1933-2012) created his ballet version of Shakespeare’s world-famous tragedy in 1967 and his Romeo and Juliet marked the first Dutch full-length ballet. To this day his ballet – with its lively street scenes, realistic fights, finely tuned character sketches and heart-rending encounters between the two lovers – in many ways defines the Dutch National Ballet’s image. Intense closeness The balcony scene is one of the ballet’s most inspired moments. Igone: “In fact it’s the only scene in which Romeo and Juliet are truly happy together. They’re not
is geweest. Ze zijn oprecht intiem met elkaar, verkeren emotioneel op hetzelfde niveau.” Pas daarna volgen de noodlottige gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op, eindigend in de dood van beiden.
thinking about the future or the past. There’s an intense closeness between them, they’re emotionally as one.” Then fate strikes with devastating speed, ending in both their deaths.
Drang naar ‘echtheid’ Igone werkte veelvuldig met Van Dantzig en de laatste jaren ook met Toer van Schayk (de eerste Romeo) aan de rol van Julia. “Dat maakt dit ballet voor mij ook zo speciaal. Plus het feit dat ik er heel veel van mijzelf in kwijt kan.” Als voorbeeld van Van Dantzigs drang naar ‘echtheid’ herinnert ze zich een toneelrepetitie van de balkonscène. “Het idee is dat Julia Romeo als een schim in het duister ontwaart. Om hem niet recht in zijn gezicht te kijken, keek ik dus maar een beetje langs hem heen. Rudi corrigeerde dat meteen: ‘Het mag dan wel donker zijn’, zei hij, ‘maar je bent toch niet kippig’.”
Drive for ‘truth’ Igone worked on many occasions with Van Dantzig and, in recent years, with Toer van Schayk (the original Romeo), on the role of Juliet. “This is why the ballet is so special for me. Plus the fact that I can bring much of myself to the character.” As an example of Van Dantzig’s drive for truth, she recalls a stage rehearsal of the balcony scene. “The idea is that Juliet senses Romeo as a shadow in the darkness. So as not to look him straight in the eyes, I looked slightly past him. Rudi corrected me at once: ‘Just because it’s dark’, he said, ‘doesn’t mean you’re short-sighted’.”
13
12
Duet
Duet
‘ALSOF DE ZON OPKOMT’
‘AS THOUGH THE SUN IS RISING’
Toen artistiek directeur Ted Brandsen haar vroeg welk werk ze in Ballerina wilde dansen, wist eerste soliste Anna Tsygankova direct dat het een choreografie moest zijn van Christopher Wheeldon. “Ik mocht eind 2012 de eerste Cinderella zijn in zijn gelijknamige ballet en werken met hem was een fantastische ervaring. Dus wilde ik niets liever dan opnieuw in zijn wereld kruipen.”
When Artistic Director Ted Brandsen asked principal dancer Anna Tsygankova which work she’d like to dance in Ballerina, she knew immediately that it had to be a choreography by Christopher Wheeldon. “At the end of 2012 I was first cast in the title role of his ballet Cinderella and working with him was a fantastic experience. So I could think of nothing better than to enter his world again.”
Tsygankova nam zelf contact op met Wheeldon – internationaal een van de meest gevraagde choreografen van dit moment – en samen besloten ze dat zij zijn Duet zou dansen. De Britse choreograaf maakte deze pas de deux begin 2012 voor Het Nationale Ballet. Tsygankova: “Helaas was ik destijds geen deel van de cast. Maar ook toen al werd ik diep geraakt door de wonderbaarlijke flow van de choreografie, die bovendien gezet is op mijn favoriete compositie van Ravel.”
Tsygankova herself contacted Wheeldon – internationally one of the most soughtafter choreographers of the moment – and together they decided that she should dance his Duet, which the British choreographer had created for the Dutch National Ballet in early 2012. Tsygankova: “Unfortunately I wasn’t part of the cast at the time. But even then I was really struck by the extraordinary flow of the choreography and, what’s more, the piece is set to my favourite composition by Ravel.”
Meer dan romantiek Wheeldon wilde, zei hij in 2012, met zijn choreografie niet anders dan ‘een antwoord op Ravels Pianoconcert in G major geven’. Wheeldon: “De muziek is heel elegisch,
More than romantic In 2012 Wheeldon said that what he sought to do in this work was ‘none other than create a response to Ravel’s Piano Concerto in G major.’ Wheeldon: “The
dromerig en heeft een heel mooie frasering, alsof je door een prachtig landschap reist.” Maar, zo laat hij in zijn choreografie zien: de compositie heeft meer te bieden dan romantiek alleen. “De piano snijdt, als ware het een piercing, door het volle, romantische geluid van het orkest. Tekent scherpe, felgekleurde lijnen op een aquarel.” Gezegend Tsygankova noemt Duet een kostbare parel. “De choreografie vertelt geen verhaal, maar je kunt in tien minuten tijd zó veel overbrengen. Je hebt het prachtigste passenmateriaal, zó vloeiend, zó gevoelig, je hebt een ongelooflijke sterke connectie met je partner, en alle vrijheid om je eigen interpretatie aan de muziek te geven. Duet geeft mij het gevoel dat de zon opkomt. Als ik dit werk dans, voel ik mij gezegend dat ik besta.”
music is very elegiac, dreamy with beautiful phrasing, as though you’re travelling through a magical landscape.” But, as his choreography points-up, the music has more to offer than just romanticism. “The piano cuts, like a piercing, through the full romantic sound of the orchestra. Draws sharp, vividly coloured lines on a watercolour.” Blessed Tsygankova calls Duet a precious pearl. “The choreography is not telling a story, but so much can be conveyed in just ten minutes. It’s full of the most beautiful combination of steps, so flowing, so sensitive, you’ve got an unbelievably strong connection with your partner, and you’re completely free to interpret the music in your own way. Duet makes me feel like the sun is rising. When I dance this piece, I feel blessed to be alive.”
15
14
Manon slaapkamer-pas de deux
Manon bedroom pas de deux
‘ACHTER ELKE PAS SCHUILT EMOTIE’
‘EACH STEP HAS AN EMOTIONAL CHARGE’
“Het is een rol die álles in zich heeft”, zegt eerste soliste Jurgita Dronina over de titelrol in Kenneth MacMillans Manon. “Artistieke diepte, drama, complexiteit, een prachtig verhaal, een diepgaande relatie met je partner, een wonderschone choreografie. Als ballerina kun je niet meer verlangen dan dat.”
“It’s a role that embraces everything”, says principal dancer Jurgita Dronina about the title role in Kenneth MacMillan’s Manon. “Artistic depth, drama, complexity, a magnificent story, a really deep relationship with your partner, truly beautiful choreography. As a ballerina what more could you ask for?”
De rol van Manon was, voordat Jurgita bij Het Nationale Ballet kwam, al eens bijna binnen handbereik. “Ik danste bij het Koninklijk Zweeds Ballet en dat zou Manon op het repertoire nemen, maar vlak voordat het zover was kreeg ik een contract in Amsterdam aangeboden. Sindsdien ben ik blijven dromen van de rol. Dus toen Ted Brandsen vroeg welk duet ik in Ballerina wilde dansen, zei ik meteen: de slaapkamerpas de deux uit Manon.” Alsof je vliegt In Zweden danste Jurgita wel al de rol van Julia in de Romeo and Juliet-versie van de in 1992 overleden Britse meesterchoreograaf. Jurgita: “Ik adoreer zijn stijl. Elke stap heeft betekenis bij hem, achter elke pas schuilt emotie. Zijn pas de deux zijn heel complex, maar als ze goed gedanst
Jurgita almost danced the role of Manon before she joined the Dutch National Ballet. “I was dancing with the Royal Swedish Ballet which was about to take Manon into its repertoire, but just before that happened I was offered a contract in Amsterdam. I’ve been dreaming about the role ever since. So when Ted Brandsen asked me which duet I’d like to dance in Ballerina, I answered at once: the bedroom pas de deux from Manon.” As though you’re flying Before leaving Sweden Jurgita had already danced the role of Juliet in Romeo and Juliet by MacMillan, the great British choreographer who died in 1992. Jurgita: “I adore his style. With him each step is significant, each step has an emotional charge. His pas de deux are extremely complex, but if they’re well danced, it all
worden, oogt en voelt het allemaal moeiteloos en vrij. Alsof je een enorme dosis frisse lucht inademt. Alsof je vliegt.” In Manon draagt Jules Massenets muziek daar dan ook nog eens aan bij: “Heel krachtige, expressieve muziek die mij elke keer kippenvel bezorgt.”
looks and feels effortless and free. As though you’ve breathed in a gulp of fresh air. As though you’re flying.” In this respect Manon is wonderfully served by Jules Massenet’s music. “Very powerful, expressive music which gives me goose bumps every time.”
Luxe of liefde MacMillan creëerde Manon in 1974 voor het Engelse Royal Ballet. Het ballet vertelt, naar de novelle van Abbé Prévost, het verhaal van een jonge vrouw die worstelt met de keuze tussen haar hang naar status en luxe en haar liefde voor een berooide student. Hun samenzijn aan het einde van de eerste akte – de slaapkamer-pas de deux – wordt algemeen beschouwd als een van de meest romantische en schrijnende liefdesduetten uit het twintigste-eeuwse ballet.
Luxury or love MacMillan created Manon in 1974 for the Royal Ballet in London. Based on Abbé Prévost’s novel, the ballet tells the story of a young woman wrestling with the choice between her longing for status and luxury and her love for a destitute student. Their encounter at the end of act one – the bedroom pas de deux – is universally regarded as one of the most romantic and harrowing love duets in twentieth-century ballet.
17
16
Raymonda – Grand Pas Hongrois HNB-première
Raymonda – Grand Pas Hongrois Dutch National Ballet premiere
‘PETIPA IN ZIJN ZUIVERSTE VORM’
’PETIPA AT HIS PUREST’
Voor eerste soliste Larissa Lezhnina betekent het programma Ballerina haar afscheid van het danspodium. Larissa danste zeven jaar bij het befaamde Marijinski Ballet in SintPetersburg en was daarna twintig jaar lang een van de gezichtsbepalende solistes van Het Nationale Ballet. Ze vertolkte vrijwel alle hoofdrollen in het klassieke balletrepertoire. “Maar”, zegt ze, “Raymonda heb ik nooit gedanst. Dus heb ik voor mijn afscheid juist hieruit een deel gekozen.” Lachend: “Dat staat mooi op mijn cv.”
For principal dancer Larissa Lezhnina the programme Ballerina marks her farewell to the stage. Larissa danced for seven years with the celebrated Mariinsky Ballet in St Petersburg and she went on to become one of the Dutch National Ballet’s defining soloists for twenty years, performing virtually all the principal roles in the classical ballet repertoire. “But”, says Larissa, “I’ve never danced Raymonda, which is why I’ve chosen a section from this work for my farewell. It’ll look good on my CV”, she says with a laugh.
“Vaak wordt gezegd dat The Sleeping Beauty (door Larissa ontelbare keren gedanst – red.) het zwaarste ballet voor een ballerina is. Maar dat is nog maar de vraag. Volgens mij spant Raymonda de kroon. Het is een superzwaar en superlang ballet. Met – in de volledige versie – maar liefst zeven variaties voor de ballerina, met pirouettes, hopjes op één spitz, grote sprongen; alles wat de balletten van Marius Petipa zo uitdagend maakt. En dat alles moet met de grootste beheersing en elegantie worden uitgevoerd.”
“It’s often said that The Sleeping Beauty (performed countless times by Larissa – ed.) is the most demanding ballet for a ballerina. But I’m not so sure. I think that Raymonda beats the lot. It’s a super-demanding and super-long ballet that, in the complete version, has seven variations for the ballerina with pirouettes, hops on a single pointe, huge jumps – everything that makes Marius Petipa’s ballets so challenging. And all of it has to be performed with the greatest control and elegance.”
Choreografische parel Larissa volgde haar dansopleiding aan de
Choreographic pearl Larissa trained at the renowned Vaganova
beroemde Vaganova Academie in SintPetersburg “Een van de beste scholen, de top van het klassieke ballet.” Het oeuvre van Fransman Marius Petipa – die in de negentiende eeuw in Rusland de ‘canon van het klassieke ballet’ creëerde – is, zegt ze, haar achtergrond. Raymonda (1898) was zijn laatste meesterwerk. “Een choreografische parel”, aldus Larissa. Paleisdans In de avondvullende versie handelt Raymonda over een jonge Hongaarse gravin, die na de nodige twijfel haar liefde voor de heroïsche kruisvaarder Jean laat prevaleren boven haar gevoelens voor een onbesuisde Arabische kalief. Larissa danst met eerste solist Artur Shesterikov en vier halfsolistenparen de Grand Pas Hongrois, een zogeheten ‘palotaš’ of ‘paleisdans’, uit de laatste akte van het ballet. “Een choreografie die zó grandioos is, zó chic”, dat deze nog altijd ongewijzigd wordt uitgevoerd. “Het is Petipa in zijn zuiverste vorm.”
Academy in St Petersburg. “One of the best schools, the top for classical ballet.” She says that the work of the Frenchman Marius Petipa – who created the ‘canon of classical ballet’ in nineteenth-century Russia – forms her background. Raymonda (1898) was his last masterpiece. “A choreographic pearl”, according to Larissa. Palace dance In the full-length version Raymonda tells the story of a young Hungarian countess who, after some initial doubts, allows her love for the heroic Crusader Jean to prevail above her feelings for an impetuous Arabian Caliph. Partnered by principal dancer Artur Shesterikov and accompanied by four soloist couples, Larissa dances the Grand Pas Hongrois, a so-called ‘palotás’ or palace dance, from the ballet’s last act. “Such magnificent choreography, so stylish”, that it is still always performed unchanged. “It’s Petipa at his purest.”
19
18
Tchaikovsky Pas de Deux
Tchaikovsky Pas de Deux
‘NOOIT MAKKELIJK, MAAR ALTIJD HEERLIJK’
‘NEVER EASY, BUT ALWAYS WONDERFUL’
Ze delen hun Georgische roots. “Daardoor staan zijn balletten altijd dicht bij me”, zegt eerste soliste Maia Makhateli over het werk van de Russisch-Amerikaanse grootmeester van het twintigste-eeuwse ballet, George Balanchine (1904-1983). “Zeker wanneer er, zoals hij regelmatig heeft gedaan, elementen uit de Georgische dansfolkore in zijn verwerkt.”
They share their Georgian roots. “That’s why his ballets are always close to my heart”, says principal dancer Maia Makhateli about the work of the Russian-American grandmaster of twentieth-century ballet, George Balanchine (1904-1983). “Especially when he incorporates elements from Georgian folkdance, as he often did.”
In Ballerina danst Maia Balanchines Tchaikovsky Pas de Deux, een feestelijk en virtuoos kleinood dat al meer dan vijftig jaar steeds nieuwe generaties solisten laat schitteren. “Ik danste het duet voor het eerst vorig jaar, tijdens het gala waarmee Het Nationale Ballet het seizoen opende. Ik heb er toen met Patricia Neary aan gewerkt”. Zij is een voormalig Balanchine-ballerina en een van de topinstudeerders van zijn choreografieën. “Een enorm inspirerende vrouw die je alles leert wat Balanchine wilde zien.” Nét even anders In het duet is Balanchine op een speelse manier omgesprongen met de tradities van de klassiek-romantische pas de deux. Opgeleid aan de balletschool van het
In Ballerina Maia dances Balanchine’s Tchaikovsky Pas de Deux, a festive and virtuoso jewel that over the last fifty years has allowed generations of soloists to dazzle. “I first danced the pas de deux last year during the Dutch National Ballet gala that opened the season. I worked on it then with Patricia Neary.” A former Balanchine ballerina, Neary is one of the foremost stagers of his works. “A hugely inspiring woman who coaxes out of you everything Balanchine wanted to see.” Just that bit differently This duet sees Balanchine handling the traditions of the classical-romantic pas de deux in an ingenious and playful manner. Trained at the Imperial Ballet School in St Petersburg, the master choreographer was steeped in the traditions like no other.
Keizerlijk Theater in Sint-Petersburg was de meesterchoreograaf daarmee als geen ander vertrouwd. Maar in de Tchaikovsky Pas de Deux presenteert hij die tradities telkens nét even anders. Hij geeft er een speelse schwung aan, met een fris, pittig en uiterst dynamisch duet als resultaat. Snel en scherp, licht en legato “Balanchines balletten zijn nooit makkelijk, maar wel altijd heerlijk om te dansen”, zegt Maia. “De moeilijkheidsgraad zit ’m, zeker in de Tchaikovsky Pas de Deux, in het feit dat het voetenwerk razend technisch, snel en scherp is, maar dat je er met je bovenlichaam voor moet zorgen dat alles er moeiteloos uitziet. De armen, het hoofd en de romp moeten heel licht en legato bewegen.” Als alles goed gaat, voel je je daarna fantastisch. “Maar mislukt een draai of lift, dan is de magie verbroken.”
But in the Tchaikovsky Pas de Deux he presents them each time just that bit differently. He injects them with a playful spark producing a fresh, pithy and highly dynamic duet. Fast and sharp, light and legato “Balanchine’s ballets are never easy, but always wonderful to dance”, says Maia. “The difficulty lies – especially in the Tchaikovsky Pas de Deux – in the footwork that is terrifically technical, fast and sharp, but at the same time you’ve got to use the upper body so that everything looks effortless. The movements of the arms, the head and the torso must be extremely light and legato.” If everything goes well you feel fantastic afterwards. “But the magic is broken if a turn or lift goes wrong.”
21
20
Replay wereldpremière
Replay worldpremiere
‘ALLES AAN HEN IS LANGER, LICHTER, MINDER AARDS’
‘EVERYTHING ABOUT THEM IS LONGER, LIGHTER AND LESS EARTHLY’
Ballerina bevat ook een wereldpremière: een nieuwe choreografie van Ted Brandsen voor eerste solisten Igone de Jongh en Vitto Mazzeo. “Het begon weer te borrelen”, zegt de artistiek directeur. “Na Verge, dat ik vorig jaar creëerde voor vier dansers die nu deel uitmaken van de Junior Company, kreeg ik zin om ook weer iets voor Het Nationale Ballet te maken. Bovendien is het in mijn functie belangrijk om zelf ook creatief te blijven.”
Ballerina also showcases a world premiere: a new piece by Ted Brandsen for principal dancers Igone de Jongh and Vitto Mazzeo. “Things began bubbling up again”, says the Artistic Director. “After Verge, which I created last year for four dancers who have now joined the Junior Company, I wanted to make something for the Dutch National Ballet again. Also in my position it’s important to remain creative.”
Het liefst zou Brandsen de komende tijd voor meer solisten stukken creëren. Dat hij met Igone en Vito van start gaat, komt mede omdat ze zo’n prachtig paar vormen. “Het zijn heel mooie lange mensen. Beiden met een heel andere fysiek dan ikzelf: alles aan hen is langer, lichter, minder aards. Ik wilde kijken wat ik daarmee kan doen. Daarnaast wilde ik gebruikmaken van hun sterk dramatische kracht. Maar”, benadrukt hij, “het mag niet over de top gaan.”
Brandsen would love to create more pieces for principal dancers in the future. He’s starting with Igone and Vito mainly because they make such a fantastic couple. “They’re very beautiful tall people. Their bodies are totally different from mine: everything about them is longer, lighter, less earthly. I wanted to see what I could do with that. I also wanted to harness their strong dramatic powers. But”, he emphasised, “it mustn’t go over the top.”
Mysterie Voor zijn nieuwe choreografie koos Brandsen een bewerking voor solopiano van een compositie uit The Hours, de filmmuziek die Philip Glass een Oscarnominatie
Mystery For his new piece Brandsen has chosen an arrangement for solo piano of music from The Hours, the film music that won Philip Glass an Oscar nomination. “The piano
opleverde. “De pianobewerking is minder dicht en vol, waardoor er meer ruimte voor transparantie is. Ik wil niet het drama benadrukken, maar juist het mysterie in de muziek. Het ‘zoekende’ erin vind ik mooi, de lading van het naderende afscheid, van het steeds weer proberen, waarna dan toch het einde volgt.” Schatplichtig Wat overigens niet wil zeggen dat Brandsens choreografie ook daarover gaat. “Het is een stuk voor twee mensen, dus er is een relatie tussen die twee. Dat is alles, dat en de muziek.” Dat is wat hij ook zo bewondert in het werk van Hans van Manen, aan wie hij, ook voor dit nieuwe duet, schatplichtig is. “Ik maakte Verge vorig jaar voor een internationale dansconferentie en de organisatie had mij gevraagd elementen van de ‘Hollandse School’ in mijn stuk te verwerken. Dat werkte bevrijdend. Eindelijk kon ik in alle openheid laten zien hoezeer ik beïnvloed ben door mijn achtergrond, door het werk van Hans, Rudi van Dantzig en Toer van Schayk. En hoe trots ik daarop ben.”
version is less dense and full, creating more space for transparency. I don’t want to emphasise the drama, but rather highlight the mystery in the music. I love the ‘searching’ in it, the emotional charge of the approaching parting, of the repeated endeavour, followed inevitably by the end.” Indebted This is not to say that Brandsen’s choreography is about that. “It’s a piece for two people, so there is a relation between those two. That’s all, that and the music.” An aspect he so admires in the work of Hans van Manen, to whom he feels indebted - in this piece as well. “I created Verge last year for an international dance conference and the organisation asked me to include elements from the ‘Dutch School’ in my piece. It was liberating. At last I could openly show how strongly I’m influenced by my background, by the work of Hans, Rudi van Dantzig and Toer van Schayk. And how proud I am of that.”
22
23
The Old Man and Me HNB-première
The Old Man and Me Dutch National Ballet premiere
‘NOG ÉÉN KEER VOORBIJ MIJN GRENZEN GAAN’
‘PUSH MY BOUNDARIES JUST ONE MORE TIME’
In het slotballet van Ballerina keert Larissa Lezhnina nog één keer terug, met Alexander Zhembrovskyy als danspartner. Naast het puur klassieke Raymonda koos de scheidend eerste soliste voor een iconisch werk van Hans van Manen: The Old Man and Me, dat nu voor eerst door Het Nationale Ballet wordt uitgevoerd. “Ik ben er misschien totaal niet het type voor, maar vanaf de eerste keer dat ik het zag, ben ik verliefd op dit duet.”
In the final piece of Ballerina Larissa Lezhnina returns for the very last time, partnered by Alexander Zhembrovskyy. Alongside the pure classical Raymonda, the departing principal dancer has chosen an iconic work by Hans van Manen: The Old Man and Me, marking its first performance by the Dutch National Ballet. “Perhaps I’m absolutely not the type for it, but I fell in love with it the very first time I saw it.”
Hans van Manen maakte The Old Man and Me in 1996 voor Sabine Kupferberg en Gérard Lemaitre, de grote sterren van 40+-ensemble Nederlands Dans Theater 3. In drie delen – het eerste verleidelijk, het tweede komisch en het derde weemoedig – laat Van Manen met ogenschijnlijk simpele bewegingen en vondsten de verschillende fasen van het leven en van een relatie de revue passeren. “Álles zit erin”, zegt Larissa. “Humor, liefde, eenzaamheid.”
Hans van Manen made The Old Man and Me in 1996 for Sabine Kupferberg and Gérard Lemaitre, the main stars of the 40+ troupe Nederlands Dans Theater 3. Choreographed in three sections – the first seductive, the second comic and the last melancholic – Van Manen deploys seemingly simple movements and inventive choreographic jewels to examine the different phases of life and of a relationship. “It embraces everything”, says Larissa. “Humour, love, loneliness.”
Compleet andere look Hoewel ze naar eigen zeggen zeker geen muze van de choreograaf is, heeft ze enorme bewondering voor zijn werk en nog altijd bruisende creativiteit. Ze is dan
An entirely different look Although she herself acknowledges that she’s absolutely not one of the choreographer’s muses, she hugely admires his work and dazzling creativity. And she’s very
ook bijzonder blij dat Van Manen ‘het met haar wilde proberen’. “Alexander en ik hebben heel andere kwaliteiten en ook een compleet andere look dan Sabine en Gérard. Zij is groot, hij klein; bij ons is dat net andersom.” Lachend: “Maar nu ik afscheid neem, wil ik mijzelf nog wel één keer voorbij mijn grenzen pushen.”
happy that Van Manen was prepared ‘to give it a go with her’. “Alexander and I have totally different qualities and an entirely different look than Sabine and Gérard. She’s tall and he’s short: it’s the other way round with us.” Laughing: “But now that I’m leaving, I want to push my boundaries just one more time.”
Geen prinses Ze hoopt dat haar levenservaring haar daarbij helpt. “In balletten als Raymonda verbeeld je een prinses. Maar in The Old Man and Me is dat wel het laatste wat je moet zijn.” Ook mag je, beseft ze, bij Van Manen niet te veel drama laten zien. “Het laatste deel is gezet op het prachtige Pianoconcert nr. 23 van Mozart. Het zal lastig zijn om dan mijn emoties de baas te blijven.”
No princess She hopes that her experiences in life will help her. “In ballets like Raymonda you’re portraying a princess. But that’s the very last thing you need to be in The Old Man and Me.” She also realises that Van Manen doesn’t want you to show too much drama. “The last section is set to Mozart’s sublime Piano Concerto No. 23. It would be intrusive to allow my emotions to dominate.”
24
25
choreograaf
choreograaf
choreograaf
choreograaf
choreograaf
vaste choreograaf
MARIUS PETIPA
KENNETH MACMILLAN
CHRISTOPHER WHEELDON
RUDI VAN DANTZIG
GEORGE BALANCHINE
HANS VAN MANEN
Marius Petipa (1818-1910) maakte zijn dansdebuut in 1828, in een door zijn vader ingestudeerde versie van Le Dansomanie. In 1847 werd hij benoemd tot danser bij de Keizerlijke Theaters in Sint Petersburg en later werd hij er leraar aan de Keizerlijke Balletschool. Vanwege het succes van zijn eerste in Rusland vervaardigde ballet, Een huwelijk tijdens de Regency, werd hij in 1862 tot tweede choreograaf van de Keizerlijke Theaters benoemd. Vanaf 1869 was hij er – bijna veertig jaar lang – eerste choreograaf. Petipa’s verdiensten kunnen niet hoog genoeg worden geschat: door hem evolueerde de balletkunst tot de vorm die wij nu kennen. Zijn oeuvre is enorm: alleen al in Rusland maakte hij meer dan 75 balletten, tientallen divertissementen en opera-intermezzo’s. Zijn samenwerking met Tsjaikovski – resulterend in hun beroemde drieluik The Sleeping Beauty, De Notenkraker en Het Zwanenmeer – vormde het hoogtepunt van zijn artistieke meesterschap.
Sir Kenneth MacMillan (19291992) behoort met Sir Frederick Ashton en John Cranko tot de belangrijkste Engelse choreografen. MacMillan begon te dansen op twaalfjarige leeftijd; hij volgde de opleiding bij Sadler’s Wells, de tegenwoordige school van The Royal Ballet. Een slopende plankenkoorts hinderde hem in zijn loopbaan als danser, maar als choreograaf was hij buitengewoon succesvol. Veertig jaar diende MacMillan The Royal Ballet, onder meer als artistiek leider en choreograaf en als ‘principal choreographer’. Hij bewerkte klassieke balletten als The Sleeping Beauty en Swan Lake en maakte een nieuwe, toonaangevende versie van onder andere Romeo and Juliet, die nog steeds op het repertoire van veel gezelschappen staat. Bovenal is hij bekend van zijn psychologisch diepgaande avondvullende balletten Mayerling en Manon.
Christopher Wheeldon (1973) danste bij The Royal Ballet en het New York City Ballet. In 2000 beëindigde hij zijn carrière als danser, zodat hij zich volledig kon richten op het choreograferen. Wheeldon was van 2001 tot 2008 huischoreograaf bij het New York City Ballet, maar maakte ook werk voor veel andere toonaangevende balletgezelschappen. In 2007 was hij de oprichter van Morphoses / The Wheeldon Company. Bekende choreografieën van hem zijn onder meer Tryst, Continuum en Fool’s Paradise. In 2011 maakte hij Alice’s Adventures in Wonderland bij The Royal Ballet/National Ballet of Canada en in 2012 een nieuwe avondvullende première van Cinderella, een coproductie van Het Nationale Ballet en het San Francisco Ballet. Voor deze choreografie kreeg hij een Benois de la Danse, ook wel de ‘Oscar van de dans’ genoemd. Christopher Wheeldon ontving veel internationale prijzen voor zijn werk.
Weinigen hebben zozeer hun stempel op Het Nationale Ballet en de Nederlandse danswereld gedrukt als choreograaf en schrijver Rudi van Dantzig (1933-2012). Hij begon zijn danscarrière in 1952 bij Gaskells Ballet Recital, een van de voorlopers van Het Nationale Ballet. Na de oprichting in 1961 van Het Nationale Ballet werd hij bij het gezelschap huischoreograaf en was hij er tussen 1971 en 1991 artistiek leider. Van Dantzig maakte ruim vijftig balletten, veelal samen met Toer van Schayk als decor- en kostuum-ontwerper. Tot Van Dantzigs bekendste choreografieën behoren Vier letzte Lieder, Monument voor een gestorven jongen, Onder mijne voeten en zijn versies van de avondvullende klassieke balletten Romeo en Julia en Het Zwanenmeer. Bij zijn vijfenzeventigste verjaardag in 2009 eerde Het Nationale Ballet zijn voormalige artistiek leider met een programma dat aan hem en aan zijn werk gewijd was. Van Dantzig is ook bekend geworden als schrijver. Vorig jaar verscheen postuum zijn Herinneringen aan Sonia Gaskell. Van Dantzig overleed op 19 januari 2012.
Als een van de grote genieën in de geschiedenis van de kunsten heeft George Balanchine (1904-1983) zijn stempel op de ontwikkeling van de theaterdans gedrukt. Balanchine is de grootmeester van het verhaalloze muziekballet. Zijn balletten schitteren met name door de razendknappe opbouw van patronen en dansthema’s. Balanchine werd als Balantsjivadze in Sint-Petersburg (Rusland) geboren. Daar volgde hij de vermaarde school van het Marijinski Ballet (nu Vaganova Academie). Hij werd er in de traditionele principes en stijl van choreograaf Marius Petipa opgeleid. Hierdoor heeft Balanchine zich kunnen ontpoppen tot diens artistieke erfgenaam. Balanchine werkte vanaf 1924 voor Diaghilevs Les Ballets Russes en, nadat deze groep uiteen was gespat, bij diverse Europese balletgroepen. Na zijn vertrek naar New York stond hij aan de basis van het fameuze New York City Ballet. Balanchines productiviteit was ongeëvenaard: hij maakte meer dan vierhonderd balletten, film-, opera-, revue- en musicalchoreografieën.
Hans van Manen heeft het moderne ballet bij een groot publiek populair weten te maken. Ook internationaal is zijn naam een begrip. Inmiddels heeft Van Manen meer dan 130 balletten gecreëerd. Hans van Manen (1932) werd door Sonia Gaskell in 1951 opgenomen in haar groep Ballet Recital, een van de voorlopers van Het Nationale Ballet. In 1957 debuteerde hij als choreograaf met Feestgericht, dat meteen werd bekroond. Van Manen was mede-artistiekdirecteur van het Nederlands Dans Theater en achtereenvolgens huischoreograaf van Het Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater. Sinds 2005 is hij vaste choreograaf van Het Nationale Ballet. In 2007 werd hij ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag tijdens het Hans van Manen Festival bevorderd tot Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hans van Manen ontving veel internationale en nationale prijzen en onderscheidingen. Zijn laatste werk, Dances with Harp, ging op 16 april 2014 in première bij Het Nationale Ballet.
26
27
choreograaf
TABLEAU DE LA TROUPE
hoofd artistieke staf
TED BRANDSEN
RACHEL BEAUJEAN
Ted Brandsen (1959) zette tijdens zijn danscarrière bij Het Nationale Ballet in 1985 zijn eerste stappen als choreograaf. In de jaren daarna creëerde hij werk voor diverse internationale dansgezelschappen en festivals. Als artistiek directeur van het West Australian Ballet maakte hij onder meer Carmen (2000, Australian Dance Award) en Pulcinella (2001). In 2002 keerde hij terug naar Het Nationale Ballet, in eerste instantie als assistent artistiek directeur. Sindsdien creëerde Brandsen onder meer Light Journey (2002), Body (2004), Vuurvogel (2004), Stealing Time (2006) en Hallelujah Junction (2007). In februari 2008 volgde een nieuwe productie van Coppelia en In Between voor het programma In Space. In 2010 maakte hij Duo en in 2011 Raï voor het jubileumprogramma Present/s. In 2013 creëerde hij Verge voor studenten van de Nationale Balletacademie. Werk van Brandsen staat op het repertoire van veel buitenlandse gezelschappen. Brandsen is sinds 2003 artistiek directeur van Het Nationale Ballet.
Rachel Beaujean (1959) is vanaf 1977 verbonden aan Het Nationale Ballet. In 1981 werd ze bevorderd tot soliste. Na het beëindigen van haar danscarrière in 1997 trad ze bij het gezelschap in dienst als balletmeester. Vanaf 2003 vervult ze de functie van hoofd artistieke staf. Zij werd opgeleid aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Bij Het Nationale Ballet danste ze rollen in het hele repertoire. Ze maakte vooral naam met vertolkingen van werk van Hans van Manen, van wie zij jarenlang een muze was. De laatste jaren heeft Beaujean ook diverse producties voor Het Nationale Ballet gemaakt, waaronder een aangepaste versie van Les Sylphides en samen met Ricardo Bustamante een vernieuwde productie van Giselle. In september 2012 volgde een nieuwe productie van Paquita. Beaujean maakt deel uit van het bestuur van de Stichting Hans van Manen en van de Nederlandse Dansdagen.
EERSTE SOLISTEN EERSTE SOLISTEN
Jurgita Dronina
Igone de Jongh
Larissa Lezhnina
Maia Makhateli
Anna Tsygankova
Anu Viheriäranta
Casey Herd
Isaac Hernández
Vito Mazzeo
Artur Shesterikov
Jozef Varga
Remi Wortmeyer
TWEEDE SOLISTEN Victoria Ananyan Megan Zimny Kaftira Suzanna Kaic Qian Liu Emanouela Merdjanova Sasha Mukhamedov Vera Tsyganova Nadia Yanowsky — Roman Artyushkin Young Gyu Choi James Stout Alexander Zhembrovskyy
GRAND SUJETS Maria Chugai Erica Horwood Joanna Mednick Rachel Oomens Milena Sidorova Maiko Tsutsumi Wen Ting Guan — Serguei Endinian
Koen Havenith Rink Sliphorst Oleksey Smolyakov
CORYPHÉES Naira Agvanean Aya Okumura — Anatole Babenko Peter Leung Dario Mealli Bruno da Rocha Pereira Chao Shi Edo Wijnen
CORPS DE BALLET Angela Agresti Krista Ettlinger Hannah Grennell Hannah de Klein Sae Hyun Kwon Jingjing Mao Michelle Murphy Saya Okubo Rebecca Oltheten Pascalle Paerel
Sandra Quintyn Sara Ricciardelli Rebeca Taboada Rivas Clotilde Tran-Phat Tess Sturmann Antonina Tchirpanlieva Martina Verbeni Wendeline Wijkstra — Remy Catalan Rohan Dunham Dario Elia Vincent Hoffman Sebastien Galtier Matthew Pawlicki Miles Pertl Sem Sjouke Bastiaan Stoop Wolfgang Tietze
ÉLÈVES Floor Eimers — Chanquito van Hoeve Skyler Martin
Matthew Golding (gastsolist)
JUNIOR COMPANY Eerstejaars Nancy Burer Therese Davis Sofia Rubio Robles Veronika Verterich Daniel Cooke Wentao Li Thomas Van Damme Tweedejaars Michaela DePrince Jessica Xuan Nathan Brhane Mert Erdin Daniel Montero Real Sho Yamada
Op operaballet.nl vindt u de biografieën van de dansers.
28
29
NATIONALE OPERA & BALLET
CENTRALE AFDELINGEN
Raad van Toezicht Voorzitter Antony Burgmans Else Bos Jean-FranÇois van Boxmeer Pieter Maarten Feenstra Victor Halberstadt Sir Peter Jonas Bernadette Langius Barbara Leach Jos Nijhuis Corinne Vigreux
De Techniek Frans Huneker, directeur
Kap- en grimeafdeling Alexander Kinds, hoofd
Decoratelier Rolf Hauser, hoofd
Productie- en voorstellingsleiding Dein Schmidt, hoofd
Directie Algemeen directeur Els van der Plas Directeur De Nationale Opera Pierre Audi Directeur Het Nationale Ballet Ted Brandsen Adjunct-directeur Frans Huneker
Balletmeesters Charlotte Chapellier Judy Maelor Thomas Guillaume Graffin Alan Land Senior balletdocent Rinat Gizatulin Choreologist / repetitor Sandrine Leroy Artistiek coördinator Junior Company Ernst Meisner Muzikaal leider/ chefdirigent Matthew Rowe Eerste pianist Olga Khoziainova
Het Nationale Ballet Directeur Ted Brandsen
Pianisten Robert Greuter Kanako Inoue Ryoko Kondo Michael Mouratch Viktoriya Ryapolova
Vaste choreografen Hans van Manen Krzysztof Pastor
Zakelijk leider Toine van der Horst (a.i.)
Hoofd artistieke staf Rachel Beaujean
Hoofd planning en productie G.J. Smeenk
Onderhoud theatertechniek Dirk Bakker, hoofd Toneel- en belichtingsdienst Hugo van Uum, hoofd AVC-dienst Hans-Willem de Haan, hoofd Rekwisietendienst Erik de Haan, hoofd Facilitaire Dienst Martin Haars, hoofd/projectmanager ICT & Informatisering Wim Turksma, hoofd Kostuums, kap en grime Robby Duiveman, directeur Kostuumafdeling ballet Oliver Haller, hoofd
Marketing, Communicatie & Verkoop Sandra Eikelenboom, hoofd Educatie en Participatie Marga Wobma-Helmich, adjunct-directeur Fondsenwerving & Relatiebeheer Eline Danker, hoofd Financiën Sandra Post-van Leeuwen, financieel manager Personeel & Organisatie Vacature, hoofd Horeca & Publieksbegeleiding Bas Schotsman, hoofd
HET NATIONALE BALLET
Het Nationale Ballet Met 78 dansers − en 12 dansers van de Junior Company − is Het Nationale Ballet het grootste dansgezelschap van Nederland. Het Nationale Ballet heeft een breed repertoire: avondvullend klassiek-romantisch ballet, nieuwe producties van klassiekers en belangwekkend werk uit het begin van de 20e eeuw. Het gezelschap behoort volgens de New York Times (2013) wereldwijd tot de top vijf van dansinstellingen die nieuwe producties uitbrengen. Het Nationale Ballet werd achtereenvolgens geleid door: Sonia Gaskell (1961-1969), Rudi van Dantzig (1969-1991), Wayne Eagling (1991-2003). Sinds 2003 is Ted Brandsen artistiek directeur.
HOLLAND SYMFONIA 1e Viool Tinta Schmidt von Altenstadt (concertmeester) Hebe Mensinga Kotaro Ishikawa Suzanne Huynen Robert Cekov Jan Eelco Prins Majda Varga - Beijer Katharina Schönberg Bert van den Hoek Inge Jongerman Thirza van Driel Iina Laasio Mirjam Michel Cécile Gouder de Beauregard 2e Viool Arnieke Beilschmidt Ehrlich Yumi Goto Marielle Ponsen Paul van Coeverden Willy Ebbens Christiane Belt Eileen Stevens Dick de Graaff Edwin Blankenstijn Marulka Gijsen Sonja Helasvuo Arwen Terlou Altviool Arwen van der Burg Maria Ferschtman Brian Marcus Andrew Faughnan Carine Blanken Örzse Adam Maaike-Merel van Baarzel Dirk Feller Frank Goossens Merel van Schie
Cello Artur Trajko Lies Schrier Evelien Prakke Graham Summersgill Willemiek Tavenier Magrita Rondeel Tanne Comello Xandra Rotteveel
Adriaan Kramer Hans van Loenen
Contrabas Jean-Paul Everts Annelies Hemmes Rob Zeelenberg Annemieke Marinkovic Pim van der Zwaan Barbara Gorecka
Pauken Peter de Vries
Fluit Sarah Ouakrat Marie-Cécile de Wit Karin Leutscher
Harp Jet Sprenkels Aimée van Delden
Hobo Irma Kort Bert Steinmann Sandra Zoer Klarinet Ina Hesse Joris Wiener Lili Schutte Fagot Janet Morgan Maud van Daal Maximiano Vera Vera Hoorn Ward Assmann Christiaan Beumer Wim van den Haak Lies Molenaar Trompet Erwin ter Bogt Erik Torrenga
Trombone Bram Peeters Anton van Houten Wouter Iseger Tuba Arne Visser
Slagwerk Richard Jansen Rene Oussoren Jelmer Tichelaar
Toetsinstrument Marc Simons (celesta) Extras Lars Niederstrasser (saxofoon) Holland Symfonia is het vaste orkest van Het Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater. Daarnaast ontwikkelt het orkest innovatieve concertformules en bereikt daarmee een breed publiek. Het orkest speelt in symfonische bezetting bestaande uit 45 musici in vaste dienst en gastspelers. Chefdirigent is Matthew Rowe.
30
HET NATIONALE BALLET DANKT: PARTICULIEREN Alle donateurs, Vrienden een Geefkringleden die Het Nationale Ballet steunen.
Meer informatie: - operaballet.nl/schenkenballet - 020 551 8225
Steun Het Nationale Ballet
WORD VRIEND!
BEDRIJVEN ABN AMRO AkzoNobel De Nederlandsche Bank Loyens & Loeff Papillon Shell
FONDSEN
SUBSIDIËNTEN
COLOFON Tekst Astrid van Leeuwen Samenstelling en eindredactie Margriet Prinssen Lay-out Bibi de Bruijn Grafisch ontwerp Lesley Moore Fotografie Robin de Puy p. 11, 13, 15, 17, 19, 29; Angela Sterling p. 6 (Larissa Lezhnina in Symphony in C), p. 31 Druk en afwerking Tuijtel Uitgever Nationale Opera & Ballet Postadres Postbus 16822 1001 RH Amsterdam Bezoekadres Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam T 020 551 8225,
[email protected], operaballet.nl
De Vrienden van Het Nationale Ballet dragen bij aan nieuwe producties, kostuums, decors en de ontwikkeling van dansers. En daarom hebben zij een streepje voor. Zo zijn Vrienden onder meer welkom bij trainingen, masterclasses en balletreizen. Ook ontvangen ze drie maal per jaar een tijdschrift met achtergrondinformatie over de dansers en het gezelschap. Onlangs waren de Vrienden in de gelegenheid om persoonlijk afscheid te nemen van eerste soliste Larissa Lezhnina. Hoe draagt u bij? - Word Vriend voor €50 per jaar. - Word Gouden Vriend voor €200 per jaar en geniet van nog meer voordelen. - Gezinsleden worden voor €25 per jaar Huisgenoot-Vriend. - Word voor vijf jaar lid van de Geefkringen voor €1.000, €5.000 of €10.000 per jaar. Door belasting voordeel krijgt u meer dan de helft van uw gift terug van de fiscus.
SPROOKJE OF TOPSPORT? —
Word Vriend van Het Nationale Ballet en kijk achter de schermen!
NATIONALE OPERA & BALLET AGENDA Opera en ballet —
OPEN HUIS NATIONALE OPERA & BALLET 17 mei 2014 Opera —
LAIKA
Martijn Padding De terreur van de kijkcijfers Stadsschouwburg Amsterdam 3 – 8 juni 2014 Coproductie met het Holland Festival Opera —
FALSTAFF
Giuseppe Verdi Verdi’s vrolijke zwanenzang 7 – 30 juni 2014 In het kader van het Holland Festival Ballet —
THE TEMPEST
Krzysztof Pastor De storm van Shakespeare 18 – 29 juni 2014 In het kader van het Holland Festival
Opera —
GURRE-LIEDER
Arnold Schönberg Een romantische Schönberg 2 – 23 september 2014 Opera —
ORFEO
Claudio Monteverdi Liefde tot in het dodenrijk 3 – 6 september 2014 Ballet —
HET ZWANENMEER Rudi van Dantzig Het ballet der balletten 14 – 28 september 2014