het Jaarverslag OOK IN DE App Store!
LUCAS ONDERWIJS • 2011
Achtste jaargang • nummer 1 • zomer 2012
Talentontwikkeling op de Shalomschool
Huisvesting nieuwbouw en uitbreiding
Lucas Onderwijs Prijs voor bruggenbouwers
JAARVERSLAG pagina 4
JAARVERSLAG pagina 8
JAARVERSLAG pagina 10
VA N D E R E DAC T I E Is het niet eens tijd voor een andere vorm voor het jaarverslag? Die vraag stelt de redactie zich geregeld. Elke keer is de conclusie dat deze vorm voor Lucas Onderwijs een ideale manier is om de organisatie in al haar diversiteit te laten zien. Dit jaar hebben we wel vernieuwing gezocht. Het jaarverslag is ook digitaal opgemaakt als ‘krant’ op de iPad. U kunt deze gratis downloaden via de App Store en vinden onder Lucas Onderwijs. Tablets raken ingeburgerd in de maatschappij en het onderwijs. Onze communicatie naar medewerkers en relaties sluit daar op deze manier bij aan. Het strategisch beleidsplan is ook voor de digitale versie de leidraad. Onze maatschappelijke opdracht, het leveren van maatwerk voor elke leerling, het versterken van de kwaliteit van het onderwijs en van de ontwikkeling van de scholen en inzetten op de kwaliteit van de medewerkers, vormen de hoofdlijnen van de opdracht die het bestuur zich heeft gesteld. Dit jaarverslag digitaal en op papier - is gevuld met voorbeelden van deze hoofdlijnen uit de scholen. Deze artikelen zijn aangevuld met enkele kerncijfers en verslagen van het werk van de medezeggenschapsraden en de Raad van Toezicht. Het geheel vormt de verantwoording over het gevoerde beleid in 2011. Veel leesplezier, De redactie Het jaarrapport 2011 met daarin een financieel jaarverslag en het jaarverslag van de Raad van Toezicht vindt u vanaf begin juli op de website: www.lucasonderwijs.nl.
Zaterdagschool In de jaren zestig afgeschaft, maar tegenwoordig weer helemaal terug: op zaterdag naar school. Basisschool de Regenboog bood de groepen zes, zeven en acht de kans. Het enthousiasme bleek groot. Lees verder op pagina 4
Vakcollege Samenwerking vanuit het vmbo met het mbo en het bedrijfsleven. Een zesjarige praktijkgerichte opleiding waarbij leerlingen trots kunnen zijn op het vak dat zij leren. De Interconfessionele Scholengemeenschap Westland sloot zich aan bij de landelijke vakcolleges en startte ermee op drie locaties. Lees verder op pagina 7
Groot biedt voordelen Basisschool de Fontein is één van de grootste basisscholen in het land. Directeur Frank Krisman ziet vooral veel voordelen, zoals een uitermate goed zorgsysteem, vakinhoudelijke uitwisseling tussen leerkrachten en veel leeftijdsgenootjes om vriendjes tussen te vinden voor de kinderen zelf. Lees verder op pagina 9
Muziek en dans als kans
lende activiteiten. “We willen onze kinderen meer kansen bieden”, zegt directeur Peter Grootscholten. “In deze wijk hebben veel gezinnen een sociaaleconomisch zwakke positie. Met de extra activiteiten willen we leerlingen een kans bieden hun horizon en mogelijkheden te verbreden.”
_____ ‘Elk kind dat hier van de Grote Beer gaat, heeft een muziekinstrument leren spelen’ _____
Kinderen een bredere opleiding geven dan alleen rekenen en taal. Met die doelstelling voerde basisschool de Dijsselbloem in Voorburg twee jaar geleden de verlengde schooldag in. Eerst alleen voor de groepen vier en vijf, vanaf volgend jaar via onderwijstijdverlenging voor de hele school. “In groep vier en vijf gaan kinderen op zoek naar nieuwe uitdagingen”, zegt adjunct-directeur Sandra Muyres. “Ze kunnen al een beetje lezen en schrijven en hebben hun zwemdiploma gehaald, dus het is tijd voor iets nieuws. Veelal komen ze dan terecht bij activiteiten die ze kennen van ouders, broertjes en zusjes of vriendjes. Wij willen ze laten zien wat er nog meer is in de wereld.” Brede school De Dijsselbloem legt de nadruk op creatieve activiteiten als dans en muziek.
Aanvankelijk was de belangstelling daarvoor niet zo groot. Muyres: “We merkten dat de keuze van de kinderen werd gemaakt op basis van veiligheid: wat ze kenden, wat vriendjes en vriendinnetjes kozen en wat ouders wilden. Toen hebben we alle leerlingen individueel gevraagd wat ze leuk vonden en kwamen hun echte interesses naar boven. De dans- en muziekworkshops zitten nu elke keer helemaal vol.” Het streven van de school is uiteindelijk een brede school te worden, die een actieve rol in de wijk kan spelen. “We staan op de nominatie
Esloo Pro zoekt verbinding school en buurt ‘Stapje voor stapje’. Zo typeert Marcel Groeneweg, directeur van Esloo Pro, het proces dat de Haagse school voor praktijkonderwijs en het Laakkwartier met elkaar in contact moet brengen. “De grootste vraag die ons bezighoudt, is: Hoe krijgen we de mensen de school binnen?” De school een plaatsje geven in de wijk waar ze staat en leerlingen en buurt met elkaar in contact brengen. Het klinkt zo eenvoudig. Organiseer voldoende aantrekkelijke activiteiten en het loopt vanzelf, zou je denken. De ervaring van Esloo Pro is dat het vooralsnog nog niet storm loopt. Het is volgens directeur Marcel Groeneweg ook knap ingewikkeld: “Er zijn bijvoorbeeld al enkele
projecten in de wijk voor buurtbewoners. Die willen we niet in de weg zitten. Bovendien zijn we pas dit schooljaar begonnen als brede school, dus het heeft tijd nodig. De mensen moeten de weg naar ons nog leren vinden.” Workshops Esloo Pro kent onder de noemer verlengde schooldag tal van workshops Lees verder op pagina 2
voor nieuwbouw”, zegt de adjunctdirecteur. “Als die er is, gaan we nog intensiever samenwerken met bijvoorbeeld de bibliotheek, het Centrum Jeugd en Gezin, het wijkcentrum en sportverenigingen.” Leerkansenprofiel Jenaplanschool Grote Beer in het Haagse Moerwijk is al jaren een leerkansenprofielschool, waar leerlingen van de groepen vijf tot en met acht zo’n zes uur in de week extra les krijgen. Dit jaar kunnen de leerlingen kiezen uit 54 verschil-
De directeur wil geen rechtstreeks verband leggen tussen de vakken van het leerkansenprofiel en de op de Grote Beer stijgende resultaten op het gebied van rekenen en taal. “Ik wil niet beweren dat je van anderhalf uur taekwondo in de week beter gaat rekenen. Maar we zien de reken- en taalopbrengsten wel stijgen. Door bestaande activiteiten naar de leerkansenprofieluren over te hevelen, houden we vier uur in de week over, die onder andere worden gebruikt voor extra taal en rekenen. En, als je het aan opbrengst wilt afmeten: elk kind dat hier van de Grote Beer gaat, heeft een muziekinstrument leren spelen, kan omgaan met Excel, Word en PowerPoint en kan koken. Dat zijn meetbare resultaten!” Het ideaal van De Grote Beer is over vijf tot tien jaar een Integraal Kindcentrum te zijn. Grootscholten: “Ouders brengen hun kind om zeven uur ’s ochtends en halen het ’s avonds om zeven uur weer op. Dan hebben de kinderen van alles gedaan: ze zijn naar school geweest en hebben hun voetbaltraining of muziekles afgerond. En dat allemaal onder de paraplu van één organisatie.”
JAARVERSLAG 2011
J2 Vervolg voorpagina
buiten de reguliere schooluren om. Van rap tot Turkse dans, van textiele werken tot vissen, van sport tot een brass band. Aan al deze workshops kunnen ook kinderen uit de wijk deelnemen. Daarnaast worden zwemlessen aangeboden en kunnen buurtbewoners een cursus Nederlands volgen of het veiligheidscertificaat A halen, nodig bij werk in onder meer de bouw en de techniek.
_____ Leerlingen moeten er ook op uit om kennis te maken met de wijkbewoners, bedrijven en instellingen, kortom met de maatschappij _____ Voor de wijkbewoners is het nog wennen, maar voor de eigen leerlingen net zo goed, merkt Groeneweg. “Leerlingen zien de workshops veelal nog als school. Het is lastig ze duidelijk te maken dat ze wel in het schoolgebouw zitten, maar dat het helemaal niets met school te maken heeft.Toch zijn er ook succesjes. De zwemcursus is volgeboekt. En er is een groepje meiden dat enkele dagen per week na schooltijd trouw bij elkaar komt om onder begeleiding van een juf van buiten met tex-
tiel te werken. En met elkaar te kletsen. Dat verloopt toch in een heel andere sfeer dan tijdens de schooluren en pakt positief uit.” Sociaal oogpunt De school voor praktijkonderwijs vindt het belangrijk haar leerlingen activiteiten aan te bieden en Groeneweg is voorlopig niet van plan er mee te stoppen, ondanks de trage start. “We halen op deze manier kinderen thuis achter de X-Box vandaan en laten ze zien wat er nog meer bestaat in de wereld. Voor een deel van onze leerlingen is het ook vanuit sociaal oogpunt belangrijk. Die hebben soms moeite als lid van een gewone vereniging goed te functioneren. Bij ons kunnen ze binnen de veilige muren van de school bijvoorbeeld lekker voetballen.” Het is Esloo Pro niet alleen te doen om de buren de school in te halen. Leerlingen moeten er ook op uit om kennis te maken met de wijkbewoners, bedrijven en instellingen, kortom met de maatschappij. Een project met streetwatchers en een stage in het nabijgelegen verzorgingshuis Wenckebach dragen daaraan bij. Groeneweg wil vooral het stage-element de komende jaren nog sterk uitbreiden en is hard bezig daarvoor stageplekken in de wijk te vinden. Daarnaast nemen leerlingen deel aan allerhande activiteiten in de wijk, zoals recentelijk tijdens de actie NL Doet, waarbij in de wijk allerhande klusjes werden opgeknapt en werd schoongemaakt.
Lucas: 32.500 leerlingen, 3.950 medewerkers, 85 locaties Lucas Onderwijs is een dynamisch en maatschappelijk betrokken schoolbestuur. Bestuur en scholen werken aan waardengericht onderwijs, passend in de huidige samenleving. In de regio Haaglanden wordt onderwijs verzorgd voor ruim 32.500 leerlingen. Lucas Onderwijs inclusief de Nutsscholen 3.950 medewerkers. Momenteel vallen vijftig locaties voor basisonderwijs, zes scholen voor speciaal basisonderwijs, drie expertisecentra en vier scholengroepen voor voortgezet onderwijs met in totaal 26 vestigingen, onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting. Begin 2011 werd bekend dat de zeven basisscholen van de vereniging Haagse Nutsscholen aan zouden sluiten bij de stichting Lucas Onderwijs. In de loop van 2011 zijn zij als aparte stichting onder het bevoegd gezag van Lucas Onderwijs gekomen. Structuur Lucas Onderwijs kent op centraal niveau een stichtingsbureau. Het stichtingsbureau bestaat, naast het College van Bestuur, uit de afdelingen Personeel & Organisatie, Financiën & Administratie, Facilitaire Zaken, ICT en Onderwijs & Kwaliteit. De stichtingscontroller, de bestuursadviseurs en het secretariaat ondersteunen het bestuur. De drie clusterdirecteuren Primair Onderwijs, respectievelijk de vier instellingsdirecteuren Voortgezet Onderwijs vormen met het College van Bestuur het bestuursmanagementteam van de sectoren primair en voortgezet onderwijs.
maatschappelijke opdracht, maatwerk voor de leerling, onderwijskwaliteit en schoolontwikkeling en de kwaliteit van medewerkers. Daarbij staat de driehoek leerling-school-omgeving voortdurend centraal. De scholen ontwikkelen veel van deze thema’s zelf, in een tempo en met accenten die passen bij de eigen school. Via de lijngesprekken met directeuren en cluster- en instellingsdirecteuren, worden de vorderingen in beeld gebracht. Ook zijn er Lucasbrede projecten als de ontwikkeling van de brede buurtschool en het managementdevelopment traject. Hier werken meerdere scholen samen met het stichtingsbureau. In 2012 wordt er geëvalueerd en worden de ambities voor de volgende vier jaar uitgewerkt. Het College van Bestuur was op 31 december 2011 als volgt samengesteld: • H.W.M. van Blijswijk, voorzitter (portefeuille primair onderwijs en financiën) • H.A.J. van Asseldonk, vice-voorzitter (portefeuille voortgezet onderwijs en centrale organisatie)
Meerjarenbeleid Het strategisch beleid van de stichting richt zich in de periode 2009-2013 op vier onderdelen: de
Trots op toetreding Nutsscholen Scholen binnen de Lucas kennen een eigen medezeggenschapsraad. Daarnaast is er Lucasbreed een verdeling in gemeenschappelijke medezeggenschapsraden: een voor het primair onderwijs, een voor het voortgezet onderwijs en een Bureauraad. De in 2011 toegetreden Nutsscholen hebben formeel nog een eigen GMR, maar participeren al in de GMR-PO. Bureauraad: ‘Extra goed naar de begroting gekeken’ Han Nielen werkt als interim-directeur binnen Lucas Onderwijs. Hij is voorzitter van de Bureauraad, het orgaan dat de medewerkers op het stichtingsbureau vertegenwoordigt. “De jaarrekening en begroting waren een groter onderwerp dan andere jaren voor de Bureauraad. We hebben extra goed naar de begroting gekeken. De begroting is strakker opgesteld en de uitgaven worden scherp door de MT-leden gemonitord. Meer dan andere jaren nog”, stelt Nielen. “We hebben ook gekeken naar eerder ingevoerde regelingen, zoals bijvoorbeeld de gesprekscyclus. Is die haalbaar? Loopt het zoals het was bedacht? Kun je gegevens makkelijk inzichtelijk maken? Een ander onderwerp in het afgelopen jaar is het zogenoemde eigenrisicodragerschap (ERD). Lucas Onderwijs is voor uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid weg bij het UWV en is dit als werkgever zelf gaan organiseren. Daarvoor moet je dan beleid ontwikkelen. De keuze om het zo te doen, is gemaakt. Nu wordt nog gekeken naar de invulling op uitvoeringsonderdelen, zoals bijvoorbeeld de bezwarenprocedure.” Andere onderwerpen voor de Bureauraad waren het rookbeleid aan de Saffierhorst, de overstap naar een nieuwe arbodienst (Tredin) en wijzigingen in het functiebouwwerk. Een teleurstelling was dat Verhouding fulltime/partime 2011*
een voorstel voor een aangepaste arbeidstijdenregeling het niet haalde, een onderwerp dat in de toekomst wellicht weer op de agenda wordt geplaatst. Daartegenover staat dat Nielen trots is op het feit dat de achterban van de raad in het afgelopen jaar beter is geïnformeerd en meer betrokken is geraakt bij de medezeggenschap. GMR-PO: ‘Trots op samenwerking met Nutsscholen’ Gerben Schimmel is ouder van kinderen op een Lucasschool en voorzitter van de GMR-PO. Die functie combineert hij met een baan op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Welke onderwerpen heeft de GMR-PO in 2011 opgepakt? “De toetreding van de Nutsscholen was zeker een belangrijk onderwerp in het afgelopen jaar, wellicht het belangrijkste. Het is een hechte club die veel heeft meegemaakt. Zij zijn blij met de professionele kaders die Lucas kan bieden.Voor ons is het verfrissend om te zien dat zij weer naar andere zaken kijken binnen het onderwijs. Zij hebben een hele andere achtergrond en voegen die toe aan de Lucas. Ik zie het als een verrijking. Het proces zelf is ook goed verlopen. Er was maximale afstemming met de GMR van de Nutsscholen. Als GMR-PO zijn we trots op die samenwerking.” Ook voor de GMR-PO waren de nieuwe arboAantal medewerkers per functiegroep en totaal*
100% 90%
1969
2000 1678
70% 60%
1439
1500 1240
50% 40%
1000
30% 20% 10% 0%
440
500 40%
60%
VO
34%
66%
PO
36%
64%
Stichtingsbureau
38%
62%
Fulltime
Totaal
In 2011 is het percentage parttimers sterk toegenomen. In het voortgezet onderwijs met 5% en in het primair onderwijs met ruim 10%. * Deze tabellen zijn exclusief de aantallen van de Haagse Nutsscholen.
350 110
97 66
Parttime 0
Leraren
Directie
OOP
GMR-VO: ‘Een zo goed mogelijk resultaat voor het personeel’ Meindert de Schiffart is docent aardrijkskunde op het Stanislascollege en als voorzitter verbonden aan de GMR-VO. “Hoewel het een onderwerp uit het primair onderwijs is, hebben wij als GMR-VO ook te maken gehad met de toetreding van de Nutsscholen. We hebben dan vooral gekeken naar de financiële kant. Treft het niet de andere scholen van Lucas? Wij hebben aangedrongen op een financiële constructie die de risico’s voor de andere scholen beperkt. De Lucas als geheel moet natuurlijk een gezonde organisatie blijven.” Op dat
Totaal
100%
100%
90%
90%
80%
80%
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
PO
20%
VO
10%
Stichtingsbureau
punt waren alle betrokkenen het eens, zo bleek en de toetreding van de Nutsscholen is ook voor de GMR-VO naar tevredenheid opgelost. De financiele kant van het onderwijs kreeg in 2011 ook in het voortgezet onderwijs grote aandacht. “Alles draait om de financiën uiteindelijk”, vertelt de voorzitter. “Twee van de vier scholengroepen in het voortgezet onderwijs hebben het nu financieel zwaar en daar moeten maatregelen worden getroffen. Dat doet natuurlijk pijn, maar het voortbestaan van de scholen telt. De aanwas van nieuwe leerlingen is daarbij cruciaal.” De begrotingstekorten voor 2012 moeten worden opgelost, meent De Schiffart. “Tachtig procent van de kosten zijn personeelskosten. Daar kun je alleen op bezuinigen door aanpassingen in de lessentabel. Overigens zie ik daar het voordeel van de Lucas. Je hebt baanzekerheid als medewerker.Wanneer de ene school moet bezuinigen, kun je nog wel bij de andere school aan de slag. Misschien is een herplaatsing niet leuk, maar je hebt wél een baan.” Andere grote onderwerpen voor de GMR-VO waren de aanbesteding van de nieuwe arbodienst en de overstap van het UWV naar een vorm van eigenrisicodragerschap. “De Lucas gaat voortaan zelf zorgen voor uitkering bij ziekte. Dat kan de organisatie ook dragen. Er is echter één punt waar wij ons nog niet in kunnen vinden, namelijk hoe de procedure loopt bij een conflict. Daarover zijn we in gesprek met het College van Bestuur. We laten ons bijstaan door een jurist van de bond. Het gaat overigens om zeer zeldzame situaties, maar we willen toch komen tot een zo zuiver mogelijke procedure rondom geschillen bij ziekte. We willen er voor het personeel een zo goed mogelijk resultaat uit halen.” Verdeling man/vrouw per functiegroep VO 2011
Verdeling man/vrouw per functiegroep PO 2011*
2500
80%
dienst en het eigenrisicodragerschap stevige onderwerpen binnen de raad. “De GMR’en zijn onder andere betrokken geweest bij de aanbesteding van de nieuwe arbodienst. Een belangrijk onderwerp voor de raden.” De functiemix in het primair onderwijs en de aankomende bezuinigingen samen met de mogelijke verandering op Passend Onderwijs, maakten het eveneens een druk jaar voor de GMR-PO. Onderwerpen die voorlopig ook nog wel op de agenda blijven. “Daarnaast komt het nieuwe strategisch beleid eraan. We zijn bij het uitwerken van het beleid voor de afgelopen periode nauw betrokken geweest en praten ook dit keer weer vanaf het begin graag mee. Als GMR’en kunnen we input aanleveren voor het nieuwe meerjarenplan van de Lucas. Dat zullen we zeker doen in het komend jaar.” De GMR-PO richt zich naast organisatorische onderwerpen ook op de inhoud. Thema’s als zwakke scholen, brede buurtscholen en de ontwikkeling naar kindcentra staan hoog op de onderwerpenlijst.
20% Man 15%
0%
85%
OP
57%
43%
Directeur
20%
80%
OOP
18%
82%
10%
Vrouw
Totaal
De verdeling man/vrouw is redelijk stabiel.Voor het eerst in jaren is het percentage mannelijke leerkrachten gegroeid. Een lichte groei van 1%.
0%
Man 49,0% 50,0%
86,4% 13,6%
41,1% 58,9%
48,8% 51,2%
Leraren
Directie
OOP
Totaal
Vrouw
In het voortgezet onderwijs stonden in 2010 voor het eerst meer vrouwen dan mannen voor de klas. In 2011 heeft deze ontwikkeling zich langzaam doorgezet.
JAARVERSLAG 2011
J3
Raad van Toezicht: ‘Voorkomen dat leerlingen in de kou staan’
“Je wilt voorkomen dat leerlingen in de kou staan”, aldus Michiel van Haersma Buma. “Dus toen vanuit de gemeente Den Haag de vraag kwam om mee te denken over een oplossing voor de Nutsscholen, wilde Lucas Onderwijs zeker proberen daarin een rol te spelen. De Nutsscholen kenden grote zorgen. Binnen de Raad van Toezicht is ook meteen de discussie gestart. Waar liggen deze scholen? Passen ze qua opbouw binnen de Lucas? Daarna hebben we de financiële commissie ook erbij betrokken. Hoe staan de scholen ervoor? Wat is er nodig? Hoe zorgen we ervoor dat het de Lucasscholen niet financieel beperkt? Het proces is in een heel hoog tempo verlopen en de randvoorwaarden zijn goed ingevuld. Die waren voornamelijk financieel van aard. Er moest wel op de toetredende scholen worden gesaneerd.” Kapitaal Een geslaagde operatie, noemt Van Haersma Buma de toetreding. De in het dagelijks leven als dijkgraaf werkende voorzitter van de Raad van Toezicht is trots op het feit dat een stevig en groot schoolbestuur als de Lucas in staat bleek de Nutsscholen open te houden. “Hier sta je als organisatie in je kracht. Een groot bestuur heeft ook voordelen. En het is een
_____ ‘Het is een karakteristiek van de Lucas dat het altijd eerst om de scholen gaat’ _____ baan. Toch heeft het tot discussie geleid over verbetering. “De omvang van de bezuiniging was veel te groot. Maar als je goed gaat kijken, zie je wel dat het beter kan op dit thema”, stelt de voorzitter. “Bijvoorbeeld door te kijken welke overlegorganen niet daadwerkelijk bijdragen aan goed Passend Onderwijs. Deze kunnen drastisch worden teruggebracht.” De focus op alleen de bezuiniging vindt Van Haersma Buma te negatief. “We moeten het blijven hebben over hoe onderwijs er uit moet zien.” De Raad van Toezicht had op 31 december 2011 de volgende samenstelling: De heer mr. M.A.P. van Haersma Buma (voorzitter) Mevrouw mr. T.J.T. Raas MBA Mevrouw mr. I.Y. Tan De heer dr. F.J. de Wuffel Mevrouw J.I. van Werkhoven ME De heer drs. M.C. Boon RC De heer drs. F.H. Lemmink MBA Het volledige jaarverslag van de Raad van Toezicht is opgenomen in het Jaarrapport. Dit rapport is vanaf 1 juli 2012 te vinden op www.lucasonderwijs.nl.
en stimuleert hen het best denkbare onder-
ontwikkelen tot een zelfbewuste en kansrijke burger.
karakteristiek van de Lucas dat het altijd eerst om de scholen gaat. Ook dat is in dit proces goed te zien. Het kapitaal zit in de leerkrachten.” Zwaar weer Zorgen waren er ook in 2011. De teruglopende middelen voor onderwijs en de aangekondigde bezuinigingen op onder andere Passend Onderwijs, waren zeker reden tot zorg. “Vorig jaar hebben we een tekort op de begroting eenmalig toegestaan. Maar als je zwaar weer ziet aankomen, dan wil je strakker sturen. Niet alleen omdat je in de groene cijfers wilt blijven, maar ook omdat er financiële ruimte voor vernieuwing moet blijven in de organisatie”, aldus de voorzitter. De bezuinigingen op Passend Onderwijs zijn voorlopig deels van de
ucas Onderwijs stelt zijn scholen in staat
wijs te bieden, opdat iedere leerling zich kan
Lucas Onderwijs wil dat vormgeven door samen te werken: • vanuit waarden, in oorsprong ontleend aan de traditie van de christelijke geloofsgemeenschap; • aan aantrekkelijk onderwijs dat zich onderscheidt door ontwikkeling, aandacht voor kwaliteit, goede zorg voor de medewerkers
MISSIE
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het handelen van het College van Bestuur. In 2011 lagen er ook voor de raad grote onderwerpen ter bespreking. Bijzonder trots is voorzitter Michiel van Haersma Buma op de toetreding van de Nutsscholen. De scholen zijn gered en het proces kende een zeer soepel verloop. “Het schaalvoordeel van een grote organisatie als de Lucas was hier duidelijk zichtbaar.”
L
en solidariteit met kansarmen; • in actief partnerschap met de maatschappelijke omgeving; • met ruimte voor diversiteit op scholen.
Overdracht scholen HNS aan Lucas Onderwijs Sinds de zomer van 2011 vormt het College van Bestuur van Lucas Onderwijs tevens het bestuur van de stichting Haagse Nutsscholen (HNS). Voor leerlingen en ouders van deze scholen betekende dit besluit dat de kinderen na de zomervakantie gewoon naar hun eigen school konden blijven gaan. De vereniging HNS was in ernstige financiële problemen geraakt en zocht naar mogelijkheden om het onderwijs te kunnen continueren. De Haagse Nutsscholen zijn een waardevol onderdeel van het Haagse onderwijsaanbod met een eigen pedagogisch en onderwijskundig gezicht. De waarden die centraal staan bij Lucas Onderwijs vertonen veel gelijkenis met de uitgangspunten van de HNS. Bij beide organisaties hebben ouders destijds de scholen gesticht om de verbinding tussen de opvoeding thuis met het onderwijs te leggen. Lucas Onderwijs heeft na vooronderzoek inzicht gekregen in de aard en omvang van de problematiek en een voorstel geformuleerd. Bij dit voorstel zijn veel partijen betrokken geweest, zoals de Raad van Toezicht, de personeelsvakorganisaties, de gemeente Den Haag, het ministerie van OCW, kinderopvangorganisaties en het Participatie- en Vervangingsfonds. Ook de schooldirecteuren van de HNS en Lucas Onderwijs hebben meegewerkt aan dit plan. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 maken de schoolleiders van de Nutsscholen deel uit van de clusteroverleggen in het primair onderwijs. Administratieve processen zijn geleidelijk overgeheveld naar het stichtingsbureau. Waar nodig is er ook inhoudelijke ondersteuning aan de scholen.
2011: verbinding en samenwerking Een jaar van tegenstellingen. Een jaar vol discussie over zaken die anders kunnen, anders moeten, in het onderwijs. Meer doen dus, maar met minder geld. Het College van Bestuur blikt terug op 2011, waarin ook mooie verbeteringen zichtbaar waren. De ontwikkeling van de brede school, de samenwerking met partijen in het onderwijsveld en de toetreding van de Haagse Nutsscholen. Een avontuur, noemt voorzitter van het College van Bestuur, Huub van Blijswijk, de toetreding van de Nutsscholen. “Ik ben blij dat we die scholen open hebben kunnen houden. Het is bovendien ook goed voor de Lucas. We hebben er een aantal mooie scholen bij. De Nutsscholen hebben bijvoorbeeld de relatie tussen ouders en school goed georganiseerd. Binnen de Lucas streven we naar een brede spreiding van scholen met een grote diversiteit. De positie van de Lucas is met deze toetreding versterkt. Ik vind het zeker een verrijking.” Ook het verloop van het proces krijgt bij het College van Bestuur hoge punten. Van Blijswijk: “Het afgelopen jaar hebben we meer verbinding gekregen met partijen in het onderwijs, zoals bijvoorbeeld de vakorganisaties. In dit proces werd dat sterk zichtbaar. Iedereen stelde zich zeer constructief op bij het vinden van een oplossing.” Hogere eisen Die verbinding ontstond al eerder en werd gevoed door de noodzaak tot bezuinigen. Een noodzaak die door alle partijen werd gezien en gedeeld. In plaats van de strijd werd de samenwerking gezocht. Vice-voorzitter Hein van Asseldonk: “2011 was een jaar van
tegenstellingen. De toon bij de overheid was bars. Hogere eisen, minder middelen en stevige taal richting het onderwijs. Niet fijn, maar daardoor ontstond verbinding tussen partijen die anders eerder tegenover elkaar staan, zoals bijvoorbeeld met de bonden of de medezeggenschapsorganen.”
_____ De GMR’en hebben meegekeken bij de begroting. Ze zijn niet blij, maar delen wel onze opvatting’ _____ Een voorbeeld van die samenwerking is de opzet van de begroting. “We zien nu bijvoorbeeld dat de salarissen in het onderwijs wel stijgen, maar dat de bekostiging niet omhoog gaat”, licht Van Blijswijk toe. “Dan moet je als bestuur bezuinigen. We hebben dat verhaal gelukkig goed kunnen uitleggen. De GMR’en hebben vervolgens meegekeken bij de begroting. Ze zijn niet blij, maar delen wel onze opvatting. Daaraan zie je dat we in het verleden voldoende kennis hebben gedeeld, zodat we er op
een moeilijk moment wel uit kunnen komen.” Een frustratie voor beide bestuurders is de manier waarop de politiek geld weghaalt bij het onderwijs. Van Blijswijk: “De minister zegt niet ronduit dat het om een bezuiniging gaat, maar per saldo is er minder geld beschikbaar en wordt er meer van de scholen verwacht.” Echt boos werd de voorzitter over uitspraken van politici over de kwaliteit van het onderwijzend personeel. “Als je het onderwijs op die manier neerzet, dan trek je de mensen ook niet aan. Tegelijk zijn we door die stellige houding van de politiek wél gaan kijken wat er van de kritiek klopt.” Van Asseldonk: “Niet alleen de politiek, ook de onderwijsinspectie is kritisch gaan kijken naar het leraarschap. In het voortgezet onderwijs is bijvoorbeeld tien procent van de leraren niet bevoegd. Dan realiseer je je dat we op dit thema steken hebben laten vallen. Nu staat het op de agenda. Wat mij betreft is dat goed.” Kwaliteitsleerkrachten Actueel is ook de toegenomen inzet op ouderbetrokkenheid. Wellicht niet nieuw binnen de Lucas, maar wel in het publiek debat aan de orde.Van Blijswijk: “Een onderdeel in die discussie is bijvoorbeeld de vraag of het gewenst is dat ouders een hogere bijdrage betalen. In principe niet, vinden we met elkaar. Onderwijs moet zo toegankelijk mogelijk blijven. Maar als ouders nu zelf wíllen investeren? Waarom zou je er dan niet eens over nadenken?” Van Blijswijk benoemt dat ongelijkheid tussen kinderen zal blijven bestaan. “Je probeert de
verschillen met onderwijs te vereffenen. Maar sommige kinderen krijgen nu eenmaal van huis uit weinig bagage mee. Die kinderen hebben recht op de allerbeste leraren.” Daarmee komt het gesprek weer terug op de kwaliteit van de leerkracht en het belang ervan. Van Asseldonk wil het nog maar eens hardop zeggen: “Ze zijn er gelukkig ook volop, die kwaliteitsleerkrachten. We moeten die mensen koesteren. En we hebben een prachtig instrument in huis als de Lucas Academie, waar dit jaar nieuwe en fantastische ontwikkelingen op gang zijn gekomen. Mooi is om te zien dat als je het aanbod goed neerzet, dat mensen ook komen. Ze zijn er op hun vrije avond om te praten over wat leerlingen op hun scholen typeert, over waarden, over straatcultuur.” Reflectie Een bijdrage aan de verbetering en bewaking van de kwaliteit van de leerkracht is het werken met de functiemix en daaraan gekoppeld de gesprekscyclus en het gebruik van het digitale systeem Bardo. In 2011 werd dat meer routine. Zorgenvrij is het nog niet volgens Van Asseldonk, maar de positieve kant is dat het reflectie op het eigen werk stimuleert. “Het is een belangrijke impuls voor het personeelsbeleid. Wellicht kijken we over een paar jaar of er een beter alternatief is voor Bardo, maar voor dit moment zetten we in op het leren omgaan met reflectie en verantwoording.” Zomerschool De ontwikkeling van de brede buurtschool is gaande zowel in het primair als
in het voortgezet onderwijs. Van Blijswijk: “Het is een zwaan-kleef-aan. De ontwikkelingen gaan steeds sneller en meer partijen zien de voordelen. Je kunt kostbare faciliteiten delen, zoals bijvoorbeeld een gymzaal. Dat laatste komt in het voortgezet onderwijs al meer voor. In het primair onderwijs wordt gekeken naar het combineren van de basisschool met de voor- en naschoolse opvang. Niet alleen dat ze in één gebouw zitten, maar ook dat wat er gebeurt, plaatsheeft vanuit een gedeelde pedagogische opvatting. De vraag hoe je dat kunt inrichten en welke cao daar dan bij hoort, komt nu terug in gesprekken met bijvoorbeeld de vakorganisaties. Binnen de Lucas zijn daar ook voorbeelden van, denk aan de Krullevaar die kinderopvang en welzijn integreert, of aan het Palet waar nu een Zomerschool is gestart. Daar is bij de scholen ook lef voor nodig en ondernemerschap. Er is zoveel onzeker en dan toch de durf hebben om de toekomst vorm te geven. Petje af!” Van Asseldonk noemt ook de Populier, die eerder met de vwo-afdeling bij de inspectie in de gevarenzone kwam. “De school heeft een enorme veerkracht en kwaliteit laten zien. In een jaar tijd hebben ze het roer omgegooid en daarmee ook de onderwijsinspectie heel erg verrast. Er is een club ‘Vrienden van de Populier’ uitgenodigd. Dat zijn mensen die rondom de school betrokken zijn. Hen is gevraagd te analyseren wat er aan de hand is. Daarmee is de school vervolgens aan de slag gegaan. Een ad hoc visitatie, zeg maar.”
JAARVERSLAG 2011
J4
In Memoriam 2011 Op 21 maart 2011 overleed onverwacht als gevolg van een hartstilstand Ilse Stoel, onze collega van het Internationaal College Edith Stein. Ilse was nog maar 26 jaar. Ilse was een zeer gewaardeerd collega, een geweldige lerares en een buitengewoon betrokken mentor. Daarnaast was ze actief bij veel andere activiteiten in de school. Theo Faassen overleed op 16 april 2011. Theo heeft voor het primair onderwijs van Lucas Onderwijs veel betekend in de jaren rond de eeuwwisseling. Ingewikkelde situaties konden altijd bij Theo neergelegd worden. Zo leidde hij onder andere de Dobbelsteen, het Willemspark en de Dijsselbloem tijdens een moeilijke periode. Theo was een bruggenbouwer bij uitstek en kon moeilijke dingen terugbrengen tot de kern en daarmee oplossingen doorzetten. Op 30 juni 2011 overleed Lan Bergsma, leerling uit 5 vwo van het Hofstad Lyceum. Lan was zeventien jaar. Op 6 juli 2011 is Yvonne Roerdink plotseling overleden. Zij werkte jarenlang als logopediste op de locatie Lage Woerd van het ISW. Yvonne werd slechts 48 jaar. Op school werd Yvonne ervaren als een enthousiaste en gedreven vrouw die zich met hart en ziel inzette voor de leerlingen. Ali Sahin, leerling uit groep 6 van basisschool De Krullevaar, kwam op 18 juli 2011 bij een auto-ongeluk in Turkije om het leven. De vader van Ali is bij dit ongeluk zwaar gewond geraakt. De begrafenis van Ali heeft kort na zijn overlijden plaatsgevonden in Turkije. Op 24 juli 2011 kwam het ontstellende bericht dat Piet van den Akker, hoofd Facilitaire Dienst van het Stanislascollege, tijdens zijn vakantie in Spanje is overleden. Op 31 juli 2011 overleed juf Grace Micka, lerares aan Montessorischool J.F. Kennedy. Haar spontaniteit, optimisme, warmte en betrokkenheid bij de kinderen, collega’s en ouders zullen gemist worden. Op 11 augustus 2011 overleed Irene Quakkelaar (18) aan complicaties in het ziekenhuis. Irene was leerling in 5 havo van het ISW, locatie Gasthuislaan. Vlak voor het eindexamen van 2010 werd ze plotseling ziek. Irene heeft met grenzeloos optimisme getracht haar ziekte te overwinnen, maar die strijd helaas niet gewonnen. Toch nog plotseling overleed op 23 augustus 2011 oud-medewerker Henk Gort. Henk was van 1994 tot 2009 als conciërge verbonden aan Hofstad MAVO. Henk was een man van weinig woorden, maar met het hart op de juiste plaats en met oog voor zijn medemens. Op 27 augustus 2011 overleed oud-directeur Henk de Zeeuw. Henk was van 1998 tot 2003 directeur van de Hofstad MAVO. Een innemende persoonlijkheid die altijd voor iedereen klaarstond. Henk heeft op geheel eigen wijze gezicht weten te geven aan het onderwijs waar hij voor stond. Op 12 oktober 2011 overleed Yurre Peeters, leerling van 4 atheneum van het Stanislascollege, locatie Westplantsoen. Yurre was een vriendelijke, hulpvaardige leerling, onvermoeibaar bij de organisatie van buitenschoolse activiteiten. Dick van Oven overleed op 6 november 2011. Dick was tot 1 oktober conciërge aan de SBO De Vliethorst in Leidschendam. Ruim 28 jaar was hij voor leerlingen, team en directie een grote steun en nimmer deden zij tevergeefs een beroep op hem. Op zondag 6 november 2011 overleed juf Jo Kersten. Juf Jo werd zeventig jaar. Ondanks deze leeftijd werkte zij nog met heel veel plezier, passie en liefde bij de kleuters op SBO Merlijn. Kenmerkend voor haar: een niet aflatend geduld en liefdevol optreden, een luisterend oor en onmetelijke loyaliteit voor kinderen, ouders en collega’s. Op 25 november 2011 overleed onverwacht Mirjam Bavelaar, leerkracht van groep 1/2C op basisschool Het Statenkwartier.
Talentontwikkeling vergroot prestatie op taal en rekenen De talentlessen op de Shalomschool in Rijswijk hebben succes. Niet alleen is het enthousiasme zo groot dat meer groepen er mee aan de slag zijn gegaan, ook de resultaten op gebied van rekenen en taal kennen een positieve ontwikkeling. Sinds de herfst van 2010 biedt de Shalomschool leerlingen de kans hun talenten te ontwikkelen met lessen in onder meer techniek, ICT, muziek, dans, koken, sport en kunstzinnige vorming. Het project sloeg zo goed aan dat vorig jaar is besloten naast de groepen vijf tot en met acht, ook de groepen drie en vier deel te laten nemen. In eerste instantie werd de talentontwikkeling aan het eind van de middag gegeven. Inmiddels zijn de lessen geïntegreerd in het lesrooster. Rekenen en taal Tijdens het driejarige project, ingezet om de taal- en rekenresultaten van leerlingen op een andere manier te laten stijgen, krijgen de leerlingen naast de talentlessen ook extra reken- en taallessen. “We hebben nog meer maatregelen genomen, zoals het introduceren van een nieuwe taal- en rekenmethode”, zegt directeur Peter de Graaf. “Daarom is niet helemaal te meten wat het effect is van de talentlessen alleen. Maar over de hele linie zien we de resultaten omhoog gaan.” Stanislaslessen Een ander onderdeel van het project zijn de zogeheten ‘Stanislaslessen’. Leerlingen van groep acht volgen bij de vmbo-afdeling van het Stanislascollege in Rijswijk lessen in rekenen, taal en science. “De stof sluit aan op wat de leerlingen bij ons leren. Daar is op gelet. Bijkomend voordeel is dat de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs daarna minder groot is, omdat de leerlingen er al meer vertrouwd mee zijn geraakt.” De directeur hoopt dat de – nu nog gesubsidieerde - talentlessen ook na de periode van drie jaar geheel of gedeeltelijk kunnen blijven bestaan. “Het zou jammer zijn als we terug naar af moeten”, zegt hij. “Maar we zijn een krimpschool. Dus als er geen zak met geld beschikbaar komt, kunnen we dit niet volhouden. Dat zou zonde zijn van alle investeringen, zowel in menskracht als in materialen. Maar we hebben nog een jaar, wie weet komt het goed.”
Enthousiasme voor zaterdagschool Op zaterdag naar school. Geen weldenkend kind wil het. Zou je denken. Basisschool De Regenboog in het Haagse Laakkwartier bewijst het tegendeel, want daar volgen vrijwel elke zaterdagochtend om negen uur zestig kinderen les in rekenen en taal.
bezig zijn, maar is wel een verrijking.” De leerlingen vinden het geweldig om op zaterdagochtend naar school te gaan, heeft de directeur gemerkt. “In mijn omgeving hoorde ik wel opmerkingen als: ‘Zaterdagschool, dat hadden we toch afgeschaft?’ Er zijn drie of vier leerlingen waarvan papa en
“In eerste instantie wilden we een zomerschool opzetten”, vertelt directeur Manuel Veira. “Dat is er door allerlei omstandigheden nog niet van gekomen, maar in die speurtocht kwamen we ook de mogelijkheid van een zaterdagschool tegen. Een inventarisatie onder ouders en leerlingen leverde op dat er heel veel behoefte aan was.”
‘We hebben het wel beperkt tot leerlingen uit de groepen zes, zeven en acht. Anders worden het er gewoon te veel’ _____
Toetsresultaten De zaterdagschool is nadrukkelijk niet bedoeld als ‘bijspijkerklasje’, licht Veira toe. “Het gaat er om kinderen een extra impuls te geven en er voor te zorgen dat hun toetsresultaten beter worden.We hebben vooraf de afweging gemaakt voor wie we het zouden doen. Bieden we talenten een extra mogelijkheid of doen we het voor kinderen met een achterstand. Uiteindelijk hebben we besloten om – in lijn met hoe de school is – iederéén toe te laten. Al hebben we het wel beperkt tot leerlingen uit de groepen zes, zeven en acht. Anders worden het er gewoon te veel.” De zaterdagse lessen zijn ondersteunend aan het reguliere weekprogramma, maar wel nét anders.Veira: “Tijdens rekenen op zaterdag bijvoorbeeld krijgen de kinderen een blok geometrie, waarin ze druk bezig zijn met vormen en spiegelen. Dat raakt aan de methode waar ze doordeweeks mee
_____
mama hebben bedacht dat ze maar naar de zaterdagschool moesten, maar 95 procent van de kinderen wil dit zelf. Ze vinden het heel bijzonder. We houden wel nauwlettend in de gaten of ze het nog leuk vinden. Maar tot dusver is iedereen zéér gemotiveerd.” Proeftuintje De zaterdagschool op De Regenboog heeft nog een verrassend bijeffect. “Het is een soort proeftuintje voor leerkrachten geworden. Op zaterdag kunnen ze wat meer experimenteren met werkvormen. En je ziet dat een aantal werkvormen die we op zaterdag hebben gebruikt hun weg, vinden naar het reguliere programma. Omdat de kinderen het zo leuk vonden. Dat is een aardige bijvangst.”
JAARVERSLAG 2011
J5
Vmbo op maat voor specifieke doelgroepen
“Je merkt dat kinderen uit de Schilderswijk, het Laakkwartier en de Spoorwijk steeds verder van huis een school zoeken”, zegt directeur Fons van den Broek. “Onder het motto ‘wat van ver komt, is lekker’. Ze denken beter tot hun recht te komen op een school die niet in de eigen wijk ligt. Dat, plus het
feit dat wij met een halte voor de deur heel gunstig liggen langs de route van tramlijn 17, maakt dat er steeds meer leerlingen uit Den Haag bij ons op school zitten.” Elk kind een plekje De instroom van meer binnenstadsjongeren maakt dat de vmbo-school extra aandacht moet schenken aan de indivi-
“Alleen liepen we tegen problemen op. Normaal doorloopt een leerling op het vmbo de klassen één tot en met vier, met na twee jaar de grote schifting: jij gaat naar basis, jij naar kader, jij gaat techniek doen, jij zorg en welzijn. Eventueel met leerwegondersteuning. We merkten echter dat steeds meer leerlingen niet klaar waren voor het derde leerjaar en de daarmee gepaard gaande
L
ucas Onderwijs wil kinderen en jongvolwassenen optimaal voorbe-
reiden op hun rol in de maatschappij.
STRATEGISCH BELEID
De leerling-populatie van het Stanislascollege Burgemeester Elsenlaan in Rijswijk is de afgelopen jaren sterk veranderd. Bezochten eerst vooral Rijswijkse en Wateringse kinderen de vmbo-school, inmiddels weten meer en meer leerlingen uit de Haagse binnenstad de weg ernaartoe te vinden. Het noopt de school nieuwe vormen van onderwijs op maat te zoeken.
De maatschappelijke opdracht
Zelfredzaam, verantwoordelijk en kansrijk zijn hierbij belangrijke begrippen. De maatschappelijke opdracht van de school vereist betekenisvolle relaties van de school met de ouders, de omgeving van de school én van de leerling en met partners in het leer- of zorgtraject. Het ontwikkelproces van de leerling staat hierbij centraal.
_____ ‘Onderwijs op maat kost geld. De klassen zijn kleiner en er moet meer zorg worden gegeven’ _____ duele noden van de leerlingen. “We waren al hard bezig voor elk kind een plekje te vinden”, legt de directeur uit.
keuzes. En laten zitten wil je ze ook niet, dat werkt alleen maar ontmoedigend.” Om die problemen te ondervangen,
creëerde de Rijswijkse school de zogenoemde ‘brede route’: een speciale derde klas waarin extra ondersteuning wordt geboden. Van den Broek: “In de extra derde klas kunnen leerlingen die er niet klaar voor zijn, hun niveau- en richtingkeuze een jaar uitstellen. Er wordt in deze klas ook veel intersectoraal gewerkt, zodat ze uiteindelijk een meer gefundeerde richtingkeuze kunnen maken.” De consequentie van de ‘brede route’ is dat er aan de Burgemeester Elsenlaan sterk gedifferentieerd wordt gewerkt. “Wil je een leerling uiteindelijk op de goede plek krijgen, dan zal je moeten werken aan de punten waar het nog op tekort schiet. Bij de één is dat taal, maar bij een ander rekenen. Of het is bijvoorbeeld motorisch.” Techniek met economie Speciale aandacht is ook nodig voor de groeiende instroom van leerlingen uit de theoretische leerweg. “Het zijn kinderen die wel het vmbo-t advies van de basisschool hebben gekregen, maar dat uiteindelijk toch niet aankunnen”, geeft Van den Broek aan. “Die leerlingen komen met al hun problemen bij ons terecht. Doordat ze niet goed konden meekomen op hun oude school, zijn ze niet echt meer gemotiveerd, spijbelen vaak en hebben gedragsproblemen. Aan
Heldring VMBO onverminderd goed Zeer betrokken leerlingen. Een erg actieve ouderraad. Al jaren een topklassering op de ranglijst van burgerschapsscholen. En een adviesfunctie voor het ministerie van OCW. Bij Heldring VMBO in Den Haag is de afgelopen jaren iets moois gegroeid op het gebied van burgerschap. De leerlingen, de school, de ouders en de buurt. Het zijn de elementen waarop Heldring VMBO bouwt. De leerling moet de school vertrouwen en zich er veilig voelen, ouders moeten zich betrokken voelen bij het onderwijs aan hun kind, en buurt en leerlingen moeten goed met elkaar overweg kunnen. En de school? “Die moet iedereen het gevoel geven belangrijk te zijn”, zegt directeur Waheeda Amirkhan. “Leerlingen en ouders moeten merken dat er naar hen wordt geluisterd en dat hun mening ook op prijs wordt gesteld. En vooral dat er aandacht is voor het kind.” Sociale kant Heldring VMBO is enkele jaren geleden gestart met de introductie van burgerschap. Bij de eerste meting van burgerschapscompetenties in het onderwijs, in 2008, door de
_____ ‘De ouderraad kwam zelf met het idee om te kijken of er ouders op school zijn die extra taallessen willen’ _____ Alliantie Scholenpanels Burgerschap, haalden de leerlingen de hoogste notering. De jaren daarna is dat zo gebleven. “Burgerschap is natuurlijk een containerbegrip waar heel veel onder valt”, zegt manager onderwijs & kwaliteit Peter
Lomans. “Respect, normen en waarden, verantwoordelijkheidsgevoel, maatschappelijke betrokkenheid. Als school willen we die aspecten stimuleren. Natuurlijk is het belangrijkste dat een leerling na vier jaar met een diploma op zak vertrekt. Maar het gaat niet alleen om het cognitieve. De sociale kant wordt in het onderwijs nog veel te vaak onderbelicht.” De school heeft talloze initiatieven genomen om het burgerschapsonderwijs handen en voeten te geven. Zo is er een streetwatchersproject, lopen leerlingen stage in een verzorgingshuis, verzorgen leerlingen een mobieltjescursus voor ouderen, wordt deelgenomen aan debatwedstrijden en organiseert men heel veel multiculturele activiteiten. “Daarnaast is het van belang dat we onze leerlingen het gevoel geven dat ze er toe doen”, zegt Amirkhan. “Geef een kind een gevoel van vertrouwen, van succesbeleving, en je kunt het beste uit ze naar boven halen.” Partnerschap Niet alleen de leerlingen voelen zich nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de school, zoals onder meer blijkt uit de zeer actieve leerlingenraad. Ook de ouders bekommeren zich steeds meer om het wel en wee van Heldring VMBO. De directeur vindt het belangrijk dat de ouders zich betrokken voelen bij de school, in het belang van hun kinderen. De ouderraad bestaat inmiddels uit 27 personen (waarvan drie vaders) en praat mee over belangrijke zaken die de school aangaan. “Komend jaar willen we ons wat meer toeleggen op het taal- en rekenonderwijs”, zegt Amirkhan. “Daarover praten de ouders en leerlingen mee. Tegelijkertijd kwam de ouderraad zelf met het idee om te kijken of er ouders op school zijn die extra taallessen willen. Ik zou er niet over durven beginnen. Zij wel. In het partnerschap tussen school en ouders is zoiets essentieel.” Het succes van de vmbo-school is niet onopgemerkt gebleven. Het ministerie van OCW heeft afgelopen jaar bij de school aangeklopt. Lomans: “Er moest beleid geschreven worden over burgerschapseducatie. Daarbij hebben ze ons om advies gevraagd. ‘Jullie staan er om bekend’, werd er gezegd. Dat wil toch wel iets zeggen.”
de andere kant zijn het kinderen die wel iets in hun mars hebben; ze zitten tenslotte net tegen vmbo-t aan. We merkten dat deze leerlingen bij ons een beetje tussen wal en schip vielen.Vaak zijn ze niet echt geïnteresseerd in techniek en een echte uitdaging boden we ze evenmin.” Voor deze groep creëerde de Rijswijkse vmbo-school een aparte klas, waarin techniek wordt gecombineerd met economie. “Onze hoop is dat deze nieuwe opleiding deze leerlingen wel stimuleert de techniekkant te kiezen, juist omdat er een uitdaging in de vorm van theoretische vakken aan is gekoppeld. Hierdoor kunnen ze uiteindelijk op een hoger niveau instromen bij het ROC en hebben ze betere kansen op de arbeidsmarkt. Veel van onze leerlingen hebben toch al de wens om later eigen baas te worden. De economielessen kunnen daar bij helpen.” De aangepaste leervormen dwingen de school wel tot het maken van keuzes. Van den Broek: “Onderwijs op maat kost geld. De klassen zijn kleiner en er moet meer zorg worden gegeven. Helaas is dat geld niet altijd voorhanden, omdat we een Rijswijkse school zijn met Haagse binnenstadsleerlingen. Toch willen we op deze weg doorgaan. Want het past helemaal in onze visie om leerlingen het onderwijs, de zorg en de kansen te geven die ze verdienen.”
JAARVERSLAG 2011
J6
Als High Performance School naar beter onderwijs Sinds een half jaar is basisschool Liduina in Den Haag een High Performance School (HPS), een op wetenschappelijk onderzoek gestoeld concept waarin kinderen al hun talenten optimaal moeten kunnen ontwikkelen. “De onderliggende gedachte is dat je door het verbeteren van je onderwijssysteem en het vergroten van kansen voor iedereen, uiteindelijk bezig bent met het verbeteren van de samenleving”, zegt directeur Ellen Hal. HPS is niet onmiddellijk gericht op het didactische aspect van het onderwijs, maar kijkt naar de randvoorwaarden. Welke visie is er, langs welke weg kunnen we die realiseren en wat moeten we aan onszelf
_____ ‘Als een leerkracht hogere verwachtingen heeft van een kind, zullen de leeropbrengsten ook omhoog gaan’ _____ verbeteren om dat doel te bereiken? Hal: “Door de ontwikkeling van de leerkrachten centraal te stellen, hen te motiveren en zich te laten ontwikkelen, stel je ook de leerling centraal. Een docent moet beseffen dat zijn houding en vaardigheden ontzettend belangrijk zijn om het beste uit een kind naar boven te halen. Niet alleen cognitief, maar ook sociaal-emotioneel en op sportief gebied. Het is eigenlijk wat elke school wil, maar het HPS-programma levert ons instrumenten die mondiaal hebben bewezen effectief te zijn.” Continuïteit is daarbij van groot belang, merkt de directeur op. “Veel scholen maken prachtige plannen, werken jaren aan een visie. Maar alles wat je hebt opgebouwd, kan zomaar ineens verdwenen zijn, omdat de directeur vertrekt of door gedwongen mobiliteit. Dat maakt je organisatie ontzettend kwetsbaar. Het gaat er om de visie dusdanig in de organisatie in te bedden, dat het niet uitmaakt als er een vervanger komt die nog nooit van jouw ideeën heeft gehoord.” Uiteindelijk komt het HPSprogramma er op neer mensen uit te dagen het beste uit zichzelf en anderen naar boven te halen, zegt Hal. “Een directeur mag meer van zijn team verwachten, een leerkracht meer van zijn leerlingen. Als een leerkracht hogere verwachtingen heeft van een kind, zullen de leeropbrengsten ook omhoog gaan.”
Cijfers als instrument voor individueel lesaanbod
SBO Het Avontuur stimuleert goed gedrag
Als aanvulling op het GIPmodel dat de afgelopen drie jaar werd ingevoerd, is basisschool De Oase gestart met opbrengstgericht werken. Op die manier hoopt de Haagse school leerlingen nog gerichter onderwijs te kunnen geven.
Kinderen kun je ongewenst gedrag afleren door ze te wijzen op wat ze fout doen en ze eventueel te straffen. SBO Het Avontuur in Nootdorp heeft een andere benadering gekozen: het Schoolwide Positive Behaviour Support (PBS). Daarbij wordt de nadruk gelegd op wat wél goed gaat en worden leerlingen beloond bij positief gedrag.
“In het GIP-model werk je met verschillende niveaus van instructie aan individuele of kleine groepjes leerlingen. Dan is de stap naar opbrengstgericht werken een logische”, vindt schooldirecteur Adam Altena. “Nu beoordelen we kinderen vooral aan de hand van wat we dagelijks zien. Door zo veel mogelijk gegevens over een leerling vast te leggen en die cijfers op een wetenschappelijke manier te bekijken, ontstaat een helder en eenduidig beeld van een kind door de jaren heen. Zo kan je het lesaanbod nog beter afstemmen op individuele leerlingen.”
De schooldirecteur plaatst wel een kanttekening: “We moeten in de gaten blijven houden dat het om kinderen gaat en dat cijfers alléén niet zaligmakend zijn. Een leerling kan een slechte dag hebben en daardoor een toets verprutsen. Dan komt toch het fingerspitzengefühl van
die van leerkrachten en de school in het algemeen. “Je kunt aan de cijfers zien of de ene groep het beter doet dan de andere in bijvoorbeeld rekenen of taal, of dat de prestaties over de hele linie achterblijven bij de verwachtingen. Dan kan je met het team of een individuele leerkracht in
_____ ‘We moeten in de gaten blijven houden dat het om kinderen gaat en dat cijfers alléén niet zaligmakend zijn’ _____ een leerkracht om de hoek kijken. De cijfers geven een leerkracht een objectief handvat bij het maken van keuzes, maar daarna moet hij het toch weer zelf doen. Opbrengstgericht werken is daarom geen doel op zich, maar een middel om zo goed mogelijk onderwijs te geven.” Het systeem geeft niet alleen inzicht in de prestaties van leerlingen, maar ook in
gesprek gaan. Er moet natuurlijk geen afrekencultuur ontstaan, maar het biedt de mogelijkheid te bekijken waar de kwaliteiten of ontwikkelgebieden van de verschillende medewerkers liggen. Gebruik maken van die kwaliteiten, door bijvoorbeeld collegiale consultatie, leidt uiteindelijk weer tot structurele verbetering van de lesinstructie.”
SBO Het Avontuur hield vorig jaar een veiligheidsenquête, waaruit naar voren kwam dat tachtig procent van de leerlingen zich veilig voelt in de klas en zeventig procent op het schoolplein. Een mooie score, maar voor het team niet hoog genoeg. “Daarom hebben we gezocht naar een schoolbrede aanpak, met als doel een nog veiliger sociale omgeving te creëren”, vertelt directeur Berry Besuijen. Leerlingen in het speciaal basisonderwijs zijn niet gebaat bij een negatieve aanpak, denkt Besuijen. “De leerlingen zijn in het regulier onderwijs vastgelopen. Zo’n kind voelt zich vaak dom en heeft weinig zelfvertrouwen. Wij proberen leerlingen weer een positief zelfbeeld te geven door te benadrukken wat ze wel kunnen. Wil je dat vasthouden, dan moet je ook hun goede gedragskenmerken stimuleren en belonen.” Gedragsverwachtingen PBS is een uit de Verenigde Staten afkomstig systeem dat daar inmiddels op zo’n veertienduizend scholen met succes wordt toegepast. Afgelopen jaar heeft een team van leerkrachten, directie, de intern begeleider, een ouder en een jeugdverpleegkundige van het Centrum voor Jeugd en Gezin, gewerkt aan de implementatie van PBS. Eerst hebben alle teamleden en de ouders samen vastgesteld welke kernwaarden belangrijk zijn om met elkaar uit te dragen naar de leerlingen en naar elkaar. Daarna is met elkaar gekeken hoe die waarden vertaald kunnen worden naar de praktijk. Besuijen: “We hebben onze kernwaarden ‘respect’, ‘veiligheid’ en ‘verantwoordelijkheid’ vertaald in concreet gedrag voor de kinderen. Je kunt wel tegen een kind zeggen: ‘Gedraag je op de gang’. Maar wat is ‘je gedragen’? Op de gang is dat: ‘Ik loop rustig’, ‘Ik praat met een zachte stem’ en ‘Ik houd mijn handen en mijn voeten bij mijzelf ’. Dat zijn heldere verwachtingen die aangeleerd kunnen worden.” Spaarvarken De gedragsverwachtingen worden duidelijk zichtbaar gemaakt in de school en de leerlingen krijgen vanaf komend schooljaar structureel lessen in goed gedrag. Daarnaast wordt een beloningssysteem ingevoerd. Een leerling die gewenst gedrag vertoont, kan een muntje krijgen. Die muntjes gaan per klas in een spaarvarken en is er voldoende gespaard, dan volgt een groepsbeloning. “Je kunt een kind dat niet rechts op de trap loopt, vertellen dat het aan de verkeerde kant loopt”, illustreert Besuijen de gedachte erachter. “Je kunt rechtslopen ook stimuleren door kinderen die dat wel netjes doen te belonen met een muntje en concreet te benoemen wat ze goed doen: ‘Goed zo! Wat loop jij netjes rechts, dat is veilig!’ Het gedrag van het kind wordt zoveel mogelijk aan de waarde gekoppeld.” Met PBS werkt de school niet alleen aan het vergroten van effectieve leertijd en een veilig, positief schoolklimaat, maar ook aan uniformiteit in handelen en een betere samenwerking met de ouders en jeugdzorg.
JAARVERSLAG 2011
J7
Vakcollege ISW krijgt vorm in de praktijk
Drie locaties van de Interconfessionele Scholengemeenschap Westland (ISW) - Lage Woerd, Irenestraat en Sweelincklaan - startten afgelopen schooljaar met een onderbouw vakcollege. ISW Hoge Woerd is de bovenbouwlocatie van het vakcollege. “Met een verdeling in een brede onderbouw op drie locaties wijken wij bewust af van het landelijk concept”, vertelt Bert van Straten, locatiedirecteur van ISW Irenestraat. “We kiezen ook voor leren vanuit praktijk en voor vakmanschap en daar trots op zijn. Het
grote verschil is dat binnen het landelijk concept leerlingen vanaf het eerste moment een richting kiezen, bijvoorbeeld techniek of zorg & welzijn. Bij het ISW komt die keuze pas in het derde jaar. De eerste twee jaar laten we leerlingen kennismaken met het beroepenveld door sectoren heen.” Die brede oriëntatie geldt voor de drie sectoren: techniek, zorg & welzijn en economie. Alle drie de richtingen kunnen binnen het concept vakcollege worden gekozen en vervolgd. Daarmee is ISW een van de eersten in Nederland met een vakcollege economie. Versterkte samenwerking Het Vakcollege is een landelijk concept, ontstaan in 2008 vanuit een concrete vraag, namelijk die om technische vakmensen die trots zijn op hun vak. Het behelst een versterkte samenwerking tussen vmbo, mbo en het regionale
bedrijfsleven. Het ISW worstelde in dezelfde periode met de vraag hoe zij een specifieke groep leerlingen beter konden bedienen. De route duurt in totaal zes jaar. Aan het eind hebben leerlingen een vmbo-diploma en een vakdiploma op mbo 2- of mbo 3-niveau. Van Straten is enthousiast. “Dit jaar hadden we niet meer aanmeldingen dan anders, omdat we op de open dag alleen het idee konden uitleggen, maar niets konden laten zien. Nu zijn we echt bezig en kunnen we ouders en leerlingen vertellen wat het betekent om naar het vakcollege te gaan.Voor 2012-2013 hebben we een verdubbeling van het aantal aanmeldingen. De leerlingen die inmiddels zijn begonnen, zijn ook enthousiast. Ze hebben een eigen opleiding, een eigen plek die bij hen past, waar ze trots op kunnen zijn. Dat stralen ze uit. Inhoudelijk zien we ook al resultaten.”
Eigen plek voor VSO-afdeling Bernardusschool De oudste leerlingen van de Bernardusschool (ZMLK) in Den Haag hebben sinds eind vorig jaar de beschikking over een eigen gebouw. Het voortgezet speciaal onderwijs heeft daarmee een eigen plek, wat ook voor de jongere kinderen meer rust oplevert. “Het is een absolute verbetering, want we zaten als een tonnetje op elkaar”, zegt directeur Sandra Jellema. “Bovendien hebben leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs natuurlijk andere behoeften dan hun jongere schoolgenootjes. De ene groep wil op het schoolplein een klimrek, de andere wil een hangplek.” Meer rust Nieuwbouw, vlak bij de oude school, bood uitkomst. In het nieuwe pand hebben de 75 VSO-leerlingen van de Bernardusschool ruimten voor praktijkonderwijs en is er plek voor sport- en naschoolse activiteiten. Het mes snijdt aan twee
kanten, want in het oude gebouw zijn er voor de veertig viertot twaalfjarige leerlingen na de verhuizing ook meer faciliteiten. “Daar hebben we bijvoorbeeld een snoezelruimte en een aankleedtafel kunnen plaatsen”, zegt Jellema. “Bovendien heerst er in ons oude gebouw nu meer rust, wat de kinderen alleen maar ten goede komt.” Samenwerking Om kosten te besparen en de mogelijkheden te vergroten, is het gebouw aan de Theo Mann Bouwmeesterlaan samen met de Inspecteur S. de Vriesschool ontwikkeld, met behoud van ieders zelfstandigheid. “We hebben als scholen beiden dezelfde doelgroep en heel veel overeenkomsten. Door samen te werken en alle beschikbare vierkante meters op één hoop te gooien, konden we bijvoorbeeld extra praktijklokalen inrichten. We beschikken daardoor over een keuken en ruimten voor hout- en metaalbewerking en administratie. De inrichting van die lokalen is overigens helemaal door sponsors betaald. In het ZMLK moeten we wel praktijkonderwijs geven, maar we krijgen er geen vergoeding voor.”
Rekenonderwijs achter de laptop Geen rekenboeken van een methode en geen rekenschriften meer, maar een blinkende laptop voor je neus. Dat is het rekenonderwijs anno 2012 op basisschool St. Paschalis in Den Haag. Aan het begin van het schooljaar stapten de groepen drie, vier en vijf van de school over op de rekenmethode Math: volledig gedigitaliseerd onderwijs waar geen boek meer aan te pas komt. Het is de toekomst van het onderwijs, denkt adjunct-directeur Margo van Holthe. Individueel en visueel heel aantrekkelijk
voor kinderen. Math werkt met een aantal onderdelen. Kinderen oefenen en automatiseren met het programma De Rekentuin. Dit is volledig adaptief en aan de hand van de resultaten bekijkt de leerkracht welk kind welke instructie nodig heeft. Elk kind gaat in zijn eigen tempo aan de slag en kiest de oefenstof die het best bij hem of haar past. Portfolio Naast De Rekentuin kunnen de kinderen bij elk rekendoel zelf hun oefenbladen opzoeken, instructiefilms bekijken of een spel spelen. Datgene wat ze leren houden ze zelf bij in hun portfolio. Het grote voordeel is dat de kinderen op
hun eigen niveau bezig zijn, zodat er voor iedereen een uitdaging is. De leerkracht kan op deze manier goede en minder goede leerlingen adequaat bedienen. Zowel een kind dat de basisvaardigheden nog niet helemaal onder de knie heeft, als één die al veel verder is, kan instructie op maat krijgen. Dit jaar krijgen alleen de groepen drie tot en met vijf digitaal rekenonderwijs, volgend jaar is ook groep zes aan de beurt. “Uiteindelijk willen we alle klassen met deze methode laten rekenen. We voeren het wel gefaseerd in, want het vraagt technisch aanpassingen en de laptops vergen een flinke investering”, aldus Van Holthe.
XL-lessen: leren op een andere wijze Een paar uur per week krijgen de leerlingen van de klassen één en twee van het ISW locatie Sweelincklaan workshops, waarbij niet zozeer kennis als wel samenwerken, initiatief nemen en zelfstandigheid de sleutelwoorden zijn.
Na het startjaar 2011, waarin alleen de brugklassen deelnamen, heeft de school enkele veranderingen doorgevoerd. “We hebben de vrijblijvendheid er vanaf gehaald”, zegt Staats. “De leerlingen worden nu beoordeeld op hun competenties en vaardigheden. Ze krijgen aan het eind ook een certificaat. En de XL-lessen zijn opgenomen in de reguliere lessentabel.”
Even geen wiskunde of Nederlands, maar op een andere manier leren. Dat is de achterliggende gedachte van de XLlessen die het ISW in ’s Gravenzande vorig jaar introduceerde. “Het zijn geen gewone lessen”, legt directeur Lorna Staats uit. “In modules van zes weken worden workshops gegeven in bijvoorbeeld koken, techniek, judo, ICT, fotografie, golf of noem maar op. We gaan uit van de kennis en talenten die de docenten hebben. Als zij een bijzondere hobby of vaardigheid hebben, kunnen die worden uitgewerkt in een XL-module, waaraan natuurlijk wel bepaalde eisen worden gesteld. We hebben dit jaar heel hard gewerkt aan het bewaken van de kwaliteit en het omschrijven van doelen. Inmiddels zijn er 24 workshops ontwikkeld waaruit de leerlingen kunnen kiezen.”
Hulpdocenten Momenteel krijgen alle onderbouwleerlingen XL-lessen, en worden de leerlingen van de klassen drie en vier ingezet als ‘hulpdocenten’. Ook zij worden beoordeeld op hun inzet. ISW Sweelincklaan wil de komende jaren de blik meer extern richten. “We treden wat meer naar buiten. Tijdens de workshop webdesign is bijvoorbeeld de website van de deelgemeente Hoek van Holland gemaakt en een website voor onze eigen school.Verder betrekken we nu soms al sportverenigingen bij de lessen. Ook willen we contact leggen met bedrijven in de buurt om de ondernemende kant wat meer te benadrukken. En we kijken of we gebruik kunnen maken van de deskundigheid van ouders.”
STRATEGISCH BELEID
Leerlingen die meer praktisch dan theoretisch zijn ingesteld. Het bedrijfsleven dat dringend op zoek is naar goed geschoolde, gemotiveerde, jonge vakmensen. Het vakcollege wint om die redenen aan terrein. Ook binnen Lucas Onderwijs.
Maatwerk voor de leerling
L
ucas Onderwijs biedt zoveel mogelijk thuisnabij basisonderwijs. Om een dek-
kend onderwijsaanbod te realiseren - voor het primair en het voortgezet onderwijs zoekt Lucas Onderwijs de samenwerking met andere partijen. De scholen werken aan een optimalisering van het zorgaanbod en het verder vergroten van de maatwerkmogelijkheden.
SBO Merlijn gelooft in ieder kind Op eigen wijze, op eigen niveau en in eigen tempo. Het zijn de drie kernbegrippen waarop het onderwijs van de school voor speciaal basisonderwijs Merlijn is gebaseerd. “Het overgrote deel van onze leerlingen is in het reguliere basisonderwijs vastgelopen”, zegt directeur Mariëtte van den Bosch. “Wij willen kinderen weer het geloof in eigen kunnen teruggeven.” Dat eigen kunnen is voor elk kind verschillend. Net als op alle scholen voor speciaal basisonderwijs wordt op Merlijn een ontwikkelingsperspectief van een leerling gemaakt. Maar hoe verschillend de verwachtingen over een kind ook mogen zijn, één ding is volgens Van den Bosch voor iedereen gelijk: “Als je jezelf eigenaar voelt van je leerproces, als je zelf kunt beslissen wat je gaat leren en hoe je het gaat leren, is je motivatie zó veel groter dan wanneer een ander dat voor je doet. Op sommige scholen heb je grote kans dat de leerlingen niet weten wat ze op dat moment leren.Van de juf moeten we bladzijde tien uit het rekenboek maken, dus dat doen we. Maar waarom ze iets leren, waar het in de leerlijn past: ze hebben geen flauw benul. Hier kun je elke willekeurige leerling vragen wat zijn leerdoelen zijn, en je krijgt antwoord.” Groepsnorm Rond die doelen is het hele onderwijs van Merlijn opgebouwd. Elk kind heeft eigen schema’s met daarop in hele kleine stapjes de lees-, reken- en schrijfdoelen, zoals ‘Ik kan tot twintig tellen’ of ‘Ik kan tien woorden in een minuut lezen’. Telkens als een doel is bereikt, wordt dat door de meester of juf gecontroleerd en afgestempeld. Zolang een doel nog niet is behaald, kan een leerling in principe zelfstandig aan de slag. Uiteraard na overleg met de leerkracht over hoe de zaken er voor staan en eventuele instructie als iets niet duidelijk is. “Die zelfstandigheid en individuele aandacht werken stimulerend”, zegt de directeur. “Niets is zo fnuikend voor het zelfvertrouwen dan wanneer een kind telkens degene is die in een volle klas bij de juf moet komen voor extra uitleg, terwijl de rest al lekker bezig is. Hier hoeft een kind zich niet te meten aan de groepsnorm, omdat er wat dat betreft helemaal geen groep is.” Stamgroepen Merlijn kent wel stamgroepen, waarmee onder meer wereldoriëntatie en muziek worden gevolgd. Maar rekenen, lezen en schrijven gebeurt in vaklokalen, bij gespecialiseerde leerkrachten. Daarbij kunnen een zeven- en tienjarige in dezelfde ruimte zitten, wanneer ze toevallig allebei met rekenen bezig zijn. Ieder op zijn eigen niveau. Van den Bosch: “Van de leerkrachten vraagt dat individuele heel veel. Want in feite zijn ze samen met elk afzonderlijk kind elke dag weer bezig aan diens onderwijs te bouwen. Maar het is ook erg dankbaar. We kregen hier een leerling die het op een reguliere basisschool niet had gered. Na anderhalve week was ‘ie helemaal opgebloeid en zei: ‘Ik doe hier veel minder, maar leer zo veel meer’. Dat is toch het mooiste compliment dat je kunt krijgen.”
JAARVERSLAG 2011
J8
Klachtenregeling herzien De klachtenregeling binnen Lucas Onderwijs is in 2011 herzien. 2011 kende ten opzichte van 2010 een kleine toename in het aantal klachten. Het merendeel wordt nog altijd direct op de school zelf afgehandeld. In 2011 is de voor Lucas Onderwijs geldende klachtenregeling herzien en door het College van Bestuur vastgesteld. Op basis van deze regeling vindt de klachtenbehandeling binnen Lucas Onderwijs plaats. Na ontvangst van een klacht wordt deze in het primair onderwijs in behandeling genomen door één van de clusterdirecteuren en in het voortgezet onderwijs door de instellingsdirecteur. De clusterdirecteur of de instellingsdirecteur vraagt informatie op bij de school en daarna wordt op basis van de stukken een beslissing genomen. Wanneer de clusterdirecteur of de instellingsdirecteur dit nodig acht, kan hij de klager uitnodigen om de klacht nader toe te lichten.Wanneer de clusterdirecteur of instellingsdirecteur meent dat de klacht niet naar behoren door hem kan worden behandeld, verwijst hij de klager naar de externe klachtencommissie. Naast de interne klachtenprocedure bij Lucas Onderwijs staat het klagers vrij een klacht rechtstreeks in te dienen bij de externe klachtencommissie. Ook kan de externe klachtencom-
missie worden benaderd na beslissing door Lucas Onderwijs op de klacht. Lichte toename De klachtenadministratie wordt bijgehouden per kalenderjaar. In 2011 zijn in totaal 38 klachten ingediend bij Lucas Onderwijs. Dat is een lichte toename ten opzichte van 2010. Toen werden 32 klachten in behandeling genomen. Van de 38 klachten in het afgelopen kalenderjaar zijn er 22 rechtstreeks afgehandeld door de school. Die klachten zijn in overleg tussen ouders en school opgelost. In het primair onderwijs zijn elf klachten door de clusterdirecteuren opgelost.Voor het voortgezet onderwijs ging het om drie klachten die bij de instellingsdirecteuren zijn afgehandeld. Deze klachten betroffen voornamelijk de organisatie op school en de kwaliteit van het onderwijs. Tot slot zijn twee klachten rechtstreeks bij de externe klachtencommissie ingediend. Eén van deze klachten is deels gegrond en deels ongegrond verklaard en de andere klacht is nog in behandeling bij de externe klachtencommissie.
Nieuwbouw en uitbreiding in 2011 Lucas Onderwijs heeft in 2011 veel bouwprojecten in voorbereiding gehad. Een aantal projecten is ook daadwerkelijk gestart, in uitvoering of opgeleverd. Zo is gestart met de nieuwbouw van SBO het Avontuur en wordt hard gewerkt aan de nieuwbouw voor het Kraaienest. Deze school is momenteel in een tijdelijke locatie gehuisvest. De nieuwbouw van ZMLK de Bernardus is in 2011 opgeleverd en in gebruik genomen. De Vuurvlinder heeft tijdelijke huisvesting in gebruik genomen. In het najaar van 2011 is men begonnen met de uitbreiding met twee lokalen van de Grote Beer. Ook op de Triangel is een verbouwing geweest afgelopen jaar met als doel een aantal extra bijschakelruimtes te creëren. In de laatste week van 2011 is een begin gemaakt met de verbouwing op de Fontein om de twee panden met elkaar te verbinden. Voor de uitbreiding van Onze Wereld wordt gewerkt aan de aankoop van een naastgelegen pand. Dit pand zal worden gesloopt en op deze plek wordt uitbreiding gerealiseerd. Voortgezet onderwijs In het voortgezet onderwijs is een gedeelte van Heldring VMBO gesloopt. Hier worden drie gymzalen gebouwd, waar ook de Populier gebruik van zal maken. De bouw is inmiddels in volle gang. Ook de nieuwbouw van het College St. Paul aan het Isabellaland is in 2011 gestart. Het Stanislascollege nam in november 2011 op het Westplantsoen een nieuwe vleugel van 1600 m² in gebruik. De aanbouw bestaat uit vier verdiepingen, met nieuwe lokalen, vaklokalen voor muziek, tekenen, handvaardigheid en een pauzeruimte voor de bovenbouw. De entrée van Stanislas Krakeelpolderweg werd vernieuwd en het vmbo aan de Burgermeester Elsenlaan kreeg een nieuw werkplein. Alle technieklokalen zijn geintegreerd in een nieuwe praktijkruimte. Als opstapje naar een onderwijskundige vernieuwing van de school, is ISW locatie Madeweg in Monster vorig jaar aan de binnenzijde volledig gerenoveerd. In samenspraak met een binnenhuisarchitect, ouders én leerlingen is de school aan de binnenzijde in vrolijke, frisse kleuren geschilderd, werd de verlichting verbeterd en werden kabels weggewerkt. Ook het computerlokaal, waar nog met ouderwetse crt-monitoren werd gewerkt, kreeg een facelift.
Feestelijke start van de nieuwbouw van SBO Het Avontuur, oktober 2011.
Vanuit nieuwbouw aan de slag met identiteit Na dertien jaar wachten mag Internationaal College Edith Stein eindelijk nieuwbouw plegen. In de zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe het gebouw eruit moet gaan zien, hield de school ook de eigen identiteit tegen het licht. De uitkomst daarvan moet leiden tot mondiger en zelfbewuster leerlingen. De aanleiding voor het Edith Stein om op zoek te gaan naar de eigen identiteit was deels heel pragmatisch van aard: de architect vroeg er naar. “Een nieuw schoolgebouw zet je neer voor veertig jaar”, zegt rector John Swildens. “Wil je zeker weten dat het over een tijd nog voldoet, dan zal je ook zeker moeten weten wat je als school wilt. Dan heb ik het niet alleen over vragen als hoe open of gesloten het gebouw moet zijn, of hoe het er van binnen uit moet zien. Het gaat ook om onszelf.Wat voor soort onderwijs willen we geven? Op welke manier willen we met elkaar omgaan? Het was een goede aanleiding om bij onszelf te rade te gaan over de vraag wat ons bijzonder maakt.” Persoonlijke vorming Het werd de taak van Anita Bruin, docent en deskundige op het gebied van waarden en ethiek, om samen met leerkrachten, ouders en leerlingen uit te vissen wat voor iedereen belangrijk was. “In gesprekken met de diverse teams kwamen uiteindelijk tien gedeelde waarden bovendrijven. Daarna gingen we op zoek naar een concrete invulling van die waarden. Dat mondde uit in tien statements die uitgangspunt zijn geworden voor het nieuwe gebouw, voor de leerlingen en voor onszelf ”, zegt ze. De uitdaging was de tien waarden als verantwoordelijkheid, vrijheid, groei, betrokkenheid en rechtvaardigheid, om te zetten in zichtbaar gedrag. Hoe komen de uitgangspunten terug in de school, in de les, in het gedrag van leerlingen en in het contact tussen docent en leerling? Concreet heeft het geleid tot het nieuwe leerdomein Persoonlijke Vorming, waarvan Bruin in de brugklassen de pilot heeft gedraaid. “Het is allemaal leuk dat de leerlingen de waarden onderschrijven”, zegt ze. “Maar als we niet met ze in gesprek gaan over wat we er onder verstaan, kun je ook niet van ze verwachten dat ze de statements als
richtlijn gebruiken. Dus krijgen ze les over identiteit, over waarden.” Assertieve leerlingen Het College Edith Stein verwacht dat de Persoonlijke Vorming een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van de leerlingen en aan de kwaliteit van het onderwijs. “Onze leerlingen hebben een multiculturele achtergrond, waarin ze van huis uit niet altijd heel veel zelfstandigheid meekrijgen”, zegt Swildens. “Ze zijn wel sterk betrokken bij een ander, omdat in veel culturen het collectivisme centraal staat. Maar in de Nederlandse samenleving is het nu eenmaal zo dat er veel afhangt van hoe je jezelf opstelt, van je individuele vaardigheden. Door die te trainen, leer je kinderen naar zichzelf te kijken, zichzelf te waarderen, respect te hebben voor anderen en verantwoordelijkheid te nemen
verwacht de school. “Nu wordt de loopbaankeuze nog te vaak gemaakt op basis van vage beelden die leerlingen hebben over zichzelf en wat bepaalde beroepen voorstellen.We willen hen instrumenten geven om te wegen wat precies bij hen past qua vaardigheden, welke opleiding geschikt is, welk vakkenpakket geschikt is. Dan hoeven ze niet alleen blind te varen op het idee ‘Ik wil accountant worden’. Ze moeten vanuit een eigen overtuiging iets kiezen”, aldus Swildens. Tienminuten-gesprekken Bruin geeft aan dat nog veel meer zaken kunnen worden gekoppeld aan de zelfbewustere leerling. Zo worden de zogenoemde tienminuten-gesprekken - de voortgangsgesprekken tussen ouders, mentor en leerling - in het vervolg geleid door de leerling zelf. “Daardoor geef je aan dat de leerling in het centrum van zijn eigen opleiding staat”, stelt Bruin. “Verder gaan we de komende jaren kijken hoe we leerlingen kunnen beoordelen op grond van andere kwaliteiten dan alleen behaalde cijfers. Hoe kun je bijvoorbeeld zelfvertrouwen meten? Als je dat kan kwalificeren, kun-
_____ De uitdaging was waarden als verantwoordelijkheid, vrijheid, groei, betrokkenheid en rechtvaardigheid, om te zetten in zichtbaar gedrag _____
voor hun eigen leerproces. De identiteitsontwikkeling van de leerling is daardoor een belangrijke motor van de verdere kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. We krijgen straks als het goed is in de derde en vierde klas sterkere, assertieve leerlingen die meer bezig zijn bewuste vragen te stellen.” Een leerling die bewust is van zichzelf en zijn kwaliteiten zal ook beter in staat zijn een juiste vervolgkeuze te maken,
nen ouders en nieuwe leerlingen ook zien dat de school hier echt iets aan doet.” Het vastleggen van de tien statements is ook belangrijk voor het onderwijsteam van Edith Stein. “Een groot aantal zaken werd onbewust al uitgevoerd”, merkt de rector op. “Dat hebben we nu expliciet gemaakt. Er ligt nu een referentiekader waarbinnen we met elkaar de juiste gesprekken kunnen voeren.”
JAARVERSLAG 2011
J9
Mobiel leren met tablet een succes
Aan het gebruik van de tablets op de Krakeelpolderweg is heel wat denkwerk voorafgegaan. Directeur Henrique Dekkers: “Het uitgangspunt was leerlingen onderwijzen in de vaardigheden van de 21e eeuw en ze mediawijsheid bij te
werd geopperd om leerlingen een blog te laten maken, omdat je dan veel te maken krijgt met mediawijsheid: wat publiceer je, wie laat je toe, wat scherm je af? Alleen, wat zet je in zo’n blog? Toen is het idee ontstaan om er een
_____ Een tablet geeft leerlingen de kans om mobieler te zijn en meer zelfstandig te leren _____ brengen. Dat kan je doen in de vorm van een project van één of twee weken, maar wij zochten een manier die meer beklijft. Dat kan door het gebruik van computers te integreren in het reguliere onderwijs. Hoe dat moest, daar hebben we heel lang over nagedacht. Het idee
soort elektronisch portfolio of elektronische leeromgeving van te maken, waardoor de koppeling met het reguliere lesgeven was geboren.” De school heeft zichzelf niet als doel gesteld papiervrij te worden. Dekkers:
“Docenten hebben voor hun eigen vak en gezamenlijk, gekeken hoe ze een tablet op een goede manier konden inzetten.Voor Mens & Maatschappij bijvoorbeeld, is zo veel materiaal beschikbaar, dat je misschien de methode kunt afschaffen. En bij wiskunde kan je misschien de bronnenboeken afschaffen. We kijken per vak hoe je van een tablet het meeste profijt kunt hebben.” Voorlopig blijft het nog een zoektocht naar wat wel en wat niet werkt. Een tablet geeft leerlingen de kans om mobieler te zijn en meer zelfstandig te leren, constateert Dekkers. “Dat werkt motiverend. Je merkt dat leerlingen er thuis nog veel mee bezig zijn. We willen afspraken maken met ouders dat het ding thuis om acht uur ’s avonds uit gaat, want sommige leerlingen waren midden in de nacht nog voor school aan het werk. Het grappige is wel dat de leerlingen de tablet inmiddels als een normaal leermiddel zijn gaan beschouwen. In het begin was dit het neusje van de zalm, maar nu vergeten ze hun tablet ook wel eens, net zoals ze wel eens een boek vergeten.”
Megabasisschool De Fontein ziet louter voordelen In augustus 1997 startte de school met 21 kinderen in twee groepen. Nu, bijna vijftien jaar later, is basisschool De Fontein in de Haagse vinexwijk Wateringse Veld uitgegroeid tot een school met 1150 leerlingen, verdeeld over 41 groepen. En toch, zo zegt directeur Frank Krisman, merken de kinderen er niet zo veel van dat ze op één van de grootste basisscholen van Nederland zitten. Het interieur oogt strak en modern, met veel hout en glas. Toch is er niet overdreven veel luxe te bekennen in De Fontein. “Het is één van de weinige nadelen van een grote school in een nieuwbouwwijk”, legt directeur Frank Krisman uit. “We moeten het relatief gezien met een stuk minder geld doen dan andere scholen. Ook al zijn we groot, we krijgen niet méér geld voor conciërges, of de administratie, of de directie. Terwijl we wel honderdvijftig inschrijvingen per jaar hebben, de telefoon véél vaker gaat dan op een kleine school en er ook veel meer personeelszaken te regelen zijn.”
vest. Maar die groeide eveneens uit z’n jasje en is verhuisd. Dat deel hebben wij erbij gekregen.” Het heeft wel járen geduurd voor het zover was. Om die reden heeft ook De Fontein tijden gekend dat leerlingen met bussen naar dependances werden vervoerd. Krisman: “In de afgelopen jaren zijn we elf keer van locatie veranderd. Dit wordt onze eerste zomer dat wie niet al ons onderwijsmateriaal van dependance naar dependance hoeven sjouwen.” Inmiddels is De Fontein uitgegroeid. “Je merkt aan alles dat de wijk vrijwel is afgebouwd”, geeft de directeur aan. “Waar je vroeger alleen kinderwagens zag, zijn nu de scooters in opkomst. De leeftijdsopbouw in de wijk wordt evenwichtiger. De school heeft dit jaar voor het eerst net zo veel groepen acht als er groepen drie zijn.” Meer vriendjes De basisschool mag dan een forse omvang hebben, de leerlingen merken daar niet zo veel van. Het gebouw telt vijf toegangsdeuren, waardoor de kinde-
Fontein. “Welke school heeft er nu permanent twee vakleerkrachten voor gymnastiek in vaste dient? En een vaste kracht voor handvaardigheid? Bovendien kunnen de leerkrachten de taken onderling verdelen, juist omdat elk leerjaar vijf groepen telt. De één kan een leuke geschiedenisles maken voor iedereen, de ander kan alle werkbladen kopiëren voor honderdvijftig leerlingen. En als er een didactisch probleem is, heb je je eigen denktank op school. Je kunt zo bij een collega binnenstappen om iets te vragen. Schaalgrootte biedt leerkrachten ook meer kans op de overstap naar een andere groep. Als je in een kleine school eens voor groep drie wilt staan, moet je misschien jaren wachten tot er iemand weg gaat. Hier gaat dat vele malen sneller.” Leerlingzorg Ook de onderwijskwaliteit is gebaat bij de omvang van De Fontein, denkt Krisman. “Lesgeven is natuurlijk overal hetzelfde, of je nu op een grote of een kleine school zit. Maar de leerlingzorg, durf ik wel te stellen, is bij ons stukken beter. Er werken hier vier intern begeleiders. Dat zijn mensen met zoveel expertise en ervaring, daar kan een kleine school nooit tegenop. En die hebben wij permanent tot onze beschikking. Ze kennen de kinderen van haver tot gort,
_____ ‘Het enige verschil is dat ze met honderdvijftig leeftijdsgenootjes bij elkaar zitten. Maar dat zie ik alleen maar als voordeel’ _____
De Fontein is met 1150 leerlingen één van de grootste basisscholen van Nederland. “Er zijn wel scholen met meer kinderen, maar die zitten verspreid over meer locaties. Sinds dit jaar zijn we de enige basisschool van deze omvang die in één gebouw zit”, zegt de directeur niet zonder trots. “In dit gebouw was ook een Montessorischool gehuis-
ren van verschillende leeftijden elkaar niet zo snel tegen zullen komen. Ook binnen heeft elk leerjaar zijn eigen hoek met lokalen. “Voor de leerlingen is het niet heel veel anders dan op een kleine school”, zegt Krisman. “Ze zitten in hun eigen klas, bij hun eigen juf of meester, aan hun eigen tafeltje. En spelen doen ze apart op één van de drie speelpleinen die de school omringen. Het enige verschil is dat ze met honderdvijftig leeftijdsgenootjes bij elkaar zitten. Maar dat zie ik alleen maar als een voordeel. Ze hebben veel meer vriendjes en vriendinnetjes.” Zo ziet de directeur eigenlijk voornamelijk voordelen aan de omvang van De
weten precies of er iets aan de hand is.” De directeur zelf zegt niet alle leerlingen meer te kennen. Zijn rol in de school is wel heel anders dan dat die op een kleine school geweest zou zijn. “Ik heb veel meer papierwerk, veel meer contact met de leerplichtambtenaar, al dat soort werk. Maar ik sta wel elke ochtend bij één van de vijf ingangen om leerlingen en ouders te begroeten. Zodat ze mij in elk geval wel kennen. En als er iets belangrijks of afwijkends is, lichten de intern begeleiders of de leerkrachten me direct in. Elk kind dat jarig is, komt overigens nog steeds hier langs voor een praatje en een cadeautje. Dat zijn er alleen wel vijf of zes per dag.”
STRATEGISCH BELEID
Het gebruik van tablets in de klas staat nog in de kinderschoenen. Het Stanislascollege Krakeelpolderweg (vmbo/mavo-onderbouw) heeft vorig jaar een begin gemaakt met het gebruik van handcomputers. Eén eerste klas werd voorzien van tablets. Dat is zo succesvol, dat het project komend jaar wordt uitgebreid.
Onderwijskwaliteit en schoolontwikkeling
I
eder kind heeft recht op goed onderwijs. Goed onderwijs bevat een aan-
tal ingrediënten. Het gaat om de wettelijke minimale eisen, bijvoorbeeld op gebied van rekenen en taal. Ook de minder goed meetbare kwaliteit telt mee bij Lucas. Vertrouwen hebben én krijgen, kunnen communiceren, leren leren, emotionele en morele ontwikkeling zijn onlosmakelijk verbonden aan goed onderwijs.
Onderwijsinspectie: geen zeer zwakke scholen bij Lucas Onderwijs In 2011 is in het primair onderwijs een verbetering zichtbaar bij de beoordelingen van de onderwijsinspectie. Voor het voortgezet onderwijs is de stand ten opzichte van 2010 ongeveer gelijk gebleven. Geen van de Lucas-scholen kreeg in het afgelopen jaar het stempel ‘zeer zwak’. Lucas Onderwijs vindt dat de resultaten van Lucas-scholen ‘gewoon goed’ moeten zijn. Uitgangspunt is dat alle Lucas-scholen minimaal voldoen aan de inspectienormen. Daarbovenop kiezen Lucas scholen voor een brede invulling van het begrip kwaliteit waarbij de ontwikkeling van het hele kind centraal staat. Primair onderwijs Het overgrote merendeel van de Lucas-scholen voor primair onderwijs valt onder het basistoezicht van de inspectie: 52 van de 55 scholen. Drie scholen hebben een aangepast arrangement zwak. Het gaat om SBO De Octaaf, basisschool De Toermalijn en basisschool De Morgenstond. Het primair onderwijs kent geen zeer zwakke scholen. Scholen die één of twee jaar achterblijvende taal- en rekenopbrengsten laten zien, krijgen ondersteuning vanuit het stichtingsbureau. Daarmee wordt voorkomen dat zij in een aangepast arrangement komen. Er zijn Lucasbrede activiteiten om scholen te ondersteunen bij kwaliteitsverbeteringen, zoals professionalisering van leerkrachten, intern begeleiders en directeuren, verbetering van de beleids- en verantwoordingscyclus en het ontwikkelen van opbrengstgericht werken. Voortgezet onderwijs In 2011 hebben de meeste scholen in het voortgezet onderwijs het basisarrangement behouden. Zeven afdelingen hebben eind 2011 nog een aangepast toezichtarrangement. Dat zijn er twee meer dan in 2010, maar inmiddels is bekend dat voor drie afdelingen alweer groen licht is gegeven. In 2011 ging het om de volgende afdelingen: Montaigne Lyceum (vmbo-tl en vwo), Stanislascollege H.R. Holstlaan (vmbo-tl en havo), Internationaal College Edith Stein (vwo), Diamant College (vmbo-kb) en Christelijk College De Populier (vwo).Van deze laatste twee is begin 2012 bekend geworden dat zij weer voldoende resultaten hebben laten zien waardoor het oordeel van de inspectie weer volledig op groen staat voor deze scholen. Ook de afdeling vmbo-tl van het Montaigne Lyceum is begin 2012 weer als voldoende beoordeeld. Medio 2012 hebben daarmee 44 van de 49 afdelingen weer voldoende opbrengsten. Er is in het voortgezet onderwijs evenmin sprake van een zeer zwakke beoordeling. Dwarsverbanden De meeste scholen behalen al jarenlang op zeer stabiele wijze goede resultaten. Er wordt continu gewerkt aan het verder verbeteren van het onderwijs, door in te zoomen op zorg, taal, rekenen, ICT, actieve werkvormen en verbindingen met de praktijk. Er is duidelijk te zien dat scholen hier steeds meer de buitenwereld en collega-scholen bij betrekken. Dit kunnen scholen van de eigen instelling zijn of binnen het bestuur. Ook zijn er dwarsverbanden zoals samenwerking tussen praktijkonderwijs, vmbo en mbo in de regio Haaglanden, bètascholen die samenwerken en innovatieve projecten met een landelijk karakter. Op al deze gebieden leveren de instellingen een bijdrage. Uiteraard is er ook aandacht voor de onderwijsopbrengsten zoals de inspectie die in beeld brengt. Er wordt gewerkt aan een goede doorstroom van leerlingen, betere examencijfers en het terugdringen van het verschil tussen school- en centraal examen. De ervaring leert dat hier nauwelijks snelle successen te boeken zijn, maar dat dit een zaak is van gedegen verbeterplannen, die tijd en capaciteit vragen.
JAARVERSLAG 2011
J10
Het Statenkwartier zet iedereen schaakmat De schaakteams van basisschool Het Statenkwartier in Den Haag hebben afgelopen schooljaar tijdens de plaatselijke, regionale en landelijke wedstrijden hoge ogen gegooid.
een schaaklimonadehuis om leerlingen enthousiast te maken en elk jaar weer is dat zwaar overtekend. Er is ook elk jaar nieuwe aanwas. Tijdens het Haags Kampioenschap hadden we een team van kinderen van zes jaar.”
Het eerste team werd schoolschaakkampioen van Den Haag en regiokampioen Zuid-Holland West. Bij het Nederlands Kampioenschap sneuvelde het team pas in de kwartfinale. Een tweede team van Het Statenkwartier werd verdienstelijk vierde in Den Haag. “Het Statenkwartier heeft al tien jaar een zeer sterke schaakcultuur”, vertelt remedial teacher en leerkracht van groep 3, Bert van Dijken. “Aan het begin van elk schooljaar houden we
Denkpatroon Schaken is een spel waar kinderen hun hele leven plezier van kunnen hebben, zegt Van Dijken. “Het zorgt voor een bepaald denkpatroon dat de leerlingen bijvoorbeeld goed kunnen gebruiken tijdens een Cito-toets. Een strategie die je bij schaken heel vaak toepast is: ‘Wat is het niet?’ ‘Welke stukken kan ik overslaan in mijn beschouwing, omdat ze geen enkele dreiging opleveren?’ Als je dat vertaalt naar een toets of naar rekenen, kun je op
die wijze ook eerst antwoorden elimineren die het niet zijn.” Volgens de leerkracht is het op school goed mogelijk kinderen de grondbeginselen van het schaakspel bij te brengen. “Er is een uitstekende lesmethode, die bestaat uit zes stappen. Op school kom je hooguit tot stap twee. Daar houdt het op, tenzij je als school structureel ruimte biedt om te schaken, bijvoorbeeld in een plusklas. Het Statenkwartier heeft een plusbeleid, maar daar zit schaken nog niet in. Wij hebben op maandagmiddag na schooltijd voor het eerste team schaaktraining voor het NK Schaken. Deze schakers zijn dan ook allemaal lid van een schaakclub en op zijn minst in stap vijf bezig.”
Balans en Staat van baten en lasten Balans per 31 december 2011 na resultaatsbestemming
ACTIVA
31 december 2011
31 december 2010
(x € 1.000)
(x € 1.000)
Vaste activa Materiële vaste activa
35.843
33.478
Financiële vaste activa
21.659
27.308
Totaal Vaste activa
57.502
60.786
Vlottende activa Vorderingen op korte termijn
10.608
7.263
2.451
5.560
Totaal Vlottende activa
13.059
12.823
Totaal Activa
70.561
73.609
Eigen Vermogen Privaat vermogen Publiek vermogen
7.659 22.262
7.305 25.775
Totaal Eigen Vermogen
29.921
33.080
Voorzieningen
11.284
8.969
Langlopende schulden
122
134
Kortlopende schulden
29.234
31.426
Totaal Passiva
70.561
73.609
Liquide middelen
PASSIVA
Staat van baten en lasten over 2011 en 2010
Baten Rijksbijdragen Overige Overheidsbijdragen Overige baten
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
2011
2010
(x € 1.000)
(x € 1.000)
198.726 6.454 12.513
196.203 5.336 12.580
217.693
214.119
178.098 5.638 14.268 23.923
175.411 5.703 14.124 23.426
221.927
218.664
1.075
1.751
- 3.159
- 2.794
Financiële baten en lasten Baten Netto resultaat
Verzuimgegevens SO en SBO*
Verzuimgegevens PO*
Verzuimgegevens VO*
25
18
14
16 12
20
14
10
12 15
8
10 8
6
10
0
2007
2008
2009
2010
0
2011
2007
2008
2009
2011
11,46
5,75
1,75
12,83
5,64
1,73
11,57
5,57
1,72
5,56
13,11
1,70
11,30
1,82
20,93
7,31
1,51
13,21
2010
6,53
1,42
18,28
6,94
1,33
19,05
8,60
1,46
16,63
2
6,33
1,44
12,71
5
6,31
1,74
15,16
5,69
1,58
14,13
6,29
1,55
6,25
16,99
1,43
15,31
6,47
1,52
4 4
5,54
6
2 0
2007
2008
2009
2010
2011
Meldingsfrequentie (gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker)
Meldingsfrequentie (gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker)
Meldingsfrequentie (gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker)
Gemiddeld aantal verzuimdagen (per in 2011 beeindigd ziektegeval)
Gemiddeld aantal verzuimdagen (per in 2011 beeindigd ziektegeval)
Gemiddeld aantal verzuimdagen (per in 2011 beeindigd ziektegeval)
Verzuimpercentage (gemiddeld aantal zieke medewerkers per 100 medewerkers)
Verzuimpercentage (gemiddeld aantal zieke medewerkers per 100 medewerkers)
Verzuimpercentage (gemiddeld aantal zieke medewerkers per 100 medewerkers)
Na een daling in 2010 is in 2011 het ziekteverzuim in het PO fors gestegen. Dit is in lijn met het landelijke beeld.
In het SO/SBO is in 2011 het verzuim gestegen. Over de afgelopen vijf jaren is geen duidelijke trend aan te wijzen. De onrust als gevolg van de kabinetsplannen voor het passend onderwijs kan een verklaring zijn voor toenemend verzuim.
Het verzuimpercentage in het VO laat over de afgelopen vijf jaar een licht stijgende trend zien. De meldingsfrequentie loopt ook op. Terugdringing van het kortdurend verzuim hebben we daarom tot speerpunt van beleid gemaakt.
* Deze tabellen zijn exclusief de aantallen van de Haagse Nutsscholen.
Bruggenbouwers winnen Lucas Onderwijs Prijs De Lucas Onderwijs Prijs ging dit jaar naar collega’s die als bruggenbouwer bekend staan. Met ingang van volgend jaar verandert de opzet van deze eigen award en komt de nadruk meer te liggen op innovatie. Superhero meester Johan Sanderse van de Paschalisschool en het volledige Science-team van De Populier zijn winnaar van de Lucas Onderwijs Prijs 2011. De winnaars ontvingen hun trofeeën op vrijdag 15 april 2011 tijdens een bijeenkomst op het Zandvlietcollege in Den Haag. Johan Sanderse is een uitzonderlijk mens, zo luidde de voordracht bij de jury. Een voordracht die door kinderen, collega’s en ouders werd onderschreven. Sanderse werkte jarenlang als vakleerkracht bewegingsonderwijs op de Paschalisschool, tot hij in 2005 door medische beperkingen zijn vak niet meer kon uitoefenen. Met een voor hem kenmerkend enthousiasme heeft Johan zijn carrière omgedraaid en zich vol ingezet voor een baan als onderwijsassistent. Kinderen dragen hem op handen. Zijn motto: ‘Je kunt het, ik geloof in jou’. Stoere praatjes Enorme inzet en betrokkenheid is ook kenmerkend voor de groep docenten die de Sciencestroom neerzet binnen De Populier. Boeiend en gevarieerd onderwijs wordt aangeboden op een
vernieuwende manier. De Science-richting heeft al diverse prijzen gewonnen voor het onderwijs en nu dus ook de Lucas Onderwijs Prijs voor hun persoonlijke inzet daarvoor. Arjan van der Meij, natuurkundedocent en bèta-teamleider van de Populier nam de prijs namens het team in ontvangst: “In de weken voor de prijsuitreiking waren
_____ Innovatieve projecten of tot ontwikkeling aanzettende prestaties worden voortaan beloond met een prijs _____ de stoere praatjes bij ons tussen de boormachines en microscopen niet van de lucht. ‘Die kan ons niet meer ontgaan!’ en ‘Zullen we de champagne alvast klaarzetten?’ Maar bij de prijsuitreiking zelf werd
iedereen wat stiller.” Van der Meij vertelt hoe bij het voorlezen van de nominaties de twijfel toesloeg bij de Populier. “Wat waren die andere genomineerden kanjers! En wat zijn die goed bezig met hun leerlingen! Ineens waren we er niet meer zo van overtuigd dat wij die prijs zouden winnen”, vertelt de Science-docent. Groot was dan ook de blijdschap toen de prijs toch naar de Populier ging. “En het feit dat de andere kandidaten zo ongelooflijk goed werk verrichten elke dag, maakte ons nog trotser. Maar de mooiste prijs is natuurlijk die woest lerende leerling die niet in de gaten heeft dat hij of zij iets leert. En dat maken we hier heel vaak mee.” Aanzet tot innovatie De Lucas Onderwijs Prijs was jarenlang bedoeld voor iedereen die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor het onderwijs in de regio. Elk jaar werd op voordracht een winnaar in het primair en één in het voort-
gezet onderwijs geselecteerd door een jury.Van een blijk van waardering voor bewezen kwaliteit verandert de Lucas Onderwijs Prijs met ingang van 2012 in een impuls voor ontwikkeling en innovatie. Innovatieve projecten of tot ontwikkeling aanzettende prestaties worden voortaan beloond met een prijs. Naast een bescheiden aanmoedigingspremie voor het betrokken individu of team kan het project dan rekenen op een stimuleringsbedrag.
JAARVERSLAG 2011
J11
Straatcultuur en haardvuren
Zeventig collega’s van diverse scholen en afdelingen van Lucas Onderwijs schoven aan bij het haardvuur op basisschool de Toermalijn. Ook medewerkers van naschoolse activiteiten (sport, dans, leerkansenprofiel) toonden belangstelling. College St. Paul nam bovendien enkele leerlingen mee. Met een gevarieerd panel van deskundigen het recept voor een geslaagde avond. Het panel bestond uit Gerard Paardekooper, directeur van de Toermalijn, Marcel Groene-
weg, directeur Esloo Praktijkonderwijs, Ton Steenvoorden, docent hiphop, stichting Aight en Hans Kaldenbach, auteur van onder meer Machomannetjes en Respect. Het onderwerp: straatcultuur. Het is één van de nieuwe ontwikkelingen binnen de Lucas Academie in 2011. Kennisdelen rondom een thema op een moment buiten het dagelijks schoolleven om. En het slaat aan. De avonden inmiddels meerdere - zijn druk bezocht. Collega’s blijken meer dan bereid in hun eigen tijd aan te schuiven en mee te praten over een onderwerp dat hen bezighoudt. Sander Dankelman, coördinator van de Lucas Academie: “Die eerste avond was leuk en inspirerend. En deze insteek doet recht aan de opzet van de Lucas Academie. Als iemand een vraag stelt krijgt hij antwoord van één van zijn eigen collega’s. Eén van de bezoekers
van de straatcultuur-avond zei tegen me: ‘Eigenlijk weten we samen alles’. Dat is precies waar de Lucas Academie op inzet. Er is meer dan 50.000 jaar onderwijservaring aanwezig binnen de organisatie. Dat willen we benutten. We hebben nu gezien dat deze vorm juist voor mensen heel behapbaar is. In een paar uur tijd buiten de schooldag om bijpraten. Het is geen training van een dag, maar gewoon bij elkaar komen en een gesprek aangaan. Er waren teams die er een gezamenlijke avond van hadden gemaakt. En dat was merkbaar: in 2011 steeg het aantal deelnemers aan onze activiteiten van 617 naar 1036.” Een tweede haardvuursessie begin 2012 ging over waardenvol onderwijs met als vraag hoe je waarden binnen de school concreet vorm kunt geven. Deze avond was wat intiemer van opzet, maar werd eveneens hoog gewaardeerd.
ucas Onderwijs wil kwaliteit aantrekken,
STRATEGISCH BELEID
Praten bij een haardvuur over zaken waar je op school in de drukte van de dag niet aan toe komt. De eerste haardvuursessie van de Lucas Academie op 1 november 2011 over straatcultuur trok grote belangstelling.
Kwaliteit van medewerkers
L
vergroten en behouden. Medewerkers
moeten zich kunnen professionaliseren en ontwikkelen. We willen meer invloed uitoefenen op de kwaliteit van de uitstroom van de lerarenopleidingen en pabo’s. De Lucas Academie krijgt in de komende jaren een prominente rol. Ook met de arbeidsvoorwaarden laten we bij Lucas Onderwijs zien dat we kwaliteit waarderen.
Drie keer een jubileum Drie basisscholen vierden in 2011 een jubileum. Basisschool De Trampoline bestond vijftien jaar, de Pastoor van Arsschool vierde zijn vijftigjarig bestaan en basisschool De Parkiet bestond zelfs 85 jaar. Basisschool De Parkiet vierde in juni het 85-jarig bestaan. De Haagse school aan de Parkietlaan werd in 1926 geopend als de St. Theresiaschool. Pas in 1986, toen de school samenging met kleuterschool De Kakelhof, kreeg ze haar huidige naam. Bij de officiële opening van de festiviteiten, op woensdag 15 juni 2011, konden een lied, dans en ballonnen natuurlijk niet ontbreken. De leerlingen werden ook getrakteerd op een voorstelling van toneelgroep Hilaria. De dag erna zijn alle groepen op schoolreis gegaan, en vrijdags waren er een vossenjacht in de wijk en allerlei activiteiten in de groepen in het kader van ‘Ik hou van Holland’. Aan het eind van de dag was er nog een feestelijke afsluiting in de vorm van een Hollandse markt op het schoolplein, met poffertjes, ijsjes en suikerspinnen. En terwijl de ouders en buurtbewoners zich in herberg ‘In het Gouden Hooft’ tegoed deden aan een hapje en een drankje, namen de kinderen deel aan de oud-Hollandse spelen die overal stonden opgesteld.
Samenwerking als instrument voor beter onderwijs Het Montaigne Lyceum wil docenten stimuleren hun eigen ontwikkeling ter hand te nemen. “De core business van een docent is leren en ontwikkelen. Het wordt tijd dat we dat weer meer centraal stellen”, zegt rector Renate de Vries. Leren van je collega’s, inspiratie opdoen bij elkaar. In het bedrijfsleven is het bijna vanzelfsprekend. In het onderwijs is dat gek genoeg een stuk minder het geval. Rector Renate de Vries van het Montaigne Lyceum vindt het niet zo raar: “In het onderwijs zie je, net als bijvoorbeeld in de medische wereld, dat mensen vaak vrij zelfstandig werken en weinig contact hebben met elkaar. Leerkrachten zijn wel professionals in hun vak, maar af en toe hebben ze - net als iedereen - inspiratie en feedback nodig. De school moet een structuur bieden waarin docenten van elkaar kunnen leren. Dat doen we in het onderwijs nu te weinig.” Het Montaigne Lyceum is bezig antwoorden te vinden op de vraag hoe dat zou kunnen. De Vries: “Als school zijn we in gesprek met managementconsultant McKinsey. Dat bureau heeft onderzoek gedaan naar onderwijssystemen over de hele wereld, met als achterliggende gedachte de vraag hoe goede scholen nog beter kunnen worden. Hun conclusie is dat wanneer je als school de docent centraal stelt, hem ondersteunt in zijn werk in de klas, er hele mooie dingen kunnen gebeuren. Daar willen we een verbeterslag in maken. We willen de ontwikkeling van docenten en hun didactisch vermogen stimuleren. Dat kan door ze weer over hun vak te laten praten. En – belangrijker – door ze met elkáár over hun vak te laten praten.” Jezelf ontwikkelen Het ter hand nemen van de ontwikkeling van de docent is alleen maar gunstig voor de leerling, denkt De Vries.Want volgens haar is het goed weer helder voor ogen te krijgen dat de essentie van het onderwijs het contact tussen docent en leerling is. “Leren en jezelf ontwikkelen is het mooiste dat er is. Maar in de leeftijdsfase tussen twaalf en achttien gaat dat niet
allemaal vanzelf. Die docent is daar superbelangrijk in. Alleen zijn we als we niet uitkijken druk met achter de computer zitten en vergaderen. De vraag hoe je een kind les geeft, hoe je ze helpt, hoe je ze begeleidt, op welke manier je ze kan prikkelen, die komt soms te weinig aan de orde.” Door docenten meer te laten samenwerken, hoopt het Montaigne Lyceum komend jaar een eerste stap te zetten. Er worden gezamenlijke projecten opgezet door docenten van verschillende vakken, waarbij het doel is dat niet alleen leerlingen iets opsteken, maar ook de docenten van elkaar leren. De Vries: “Je bent met je eigen vak bezig, en tegelijkertijd kijk je met elkaar hoe leerlingen te motiveren zijn, in welke context lesstof wordt aangeboden, of leermomenten daadwerkelijk worden benut. Door er met elkaar over te spreken, leer je ontzettend veel van elkaar.” Dubbel gemotiveerd Johan Neuteboom is docent natuurkunde aan het Montaigne Lyceum. Tegelijkertijd neemt hij via het programma ‘Leraar in Onderzoek’ twee jaar deel aan sterrenkundig onderzoek aan de Universiteit Leiden. De school krijgt van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) compensatie voor de dag in de week die hij daarmee kwijt is, en dus niet voor de klas kan staan. Volgens Neuteboom hebben zijn leerlingen veel profijt van zijn ‘uitstapje’ naar het Leids Observatorium. “De leerlingen krijgen onder meer lezingen over sterrenkunde en rondleidingen in de sterrenwacht in Leiden. Daarnaast kan ik voorbeelden uit de sterrenkunde gebruiken tijdens mijn lessen natuurkunde. Het mes snijdt overigens aan twee kanten: het NWO hoopt via het programma jongeren enthousiast te maken voor een studie wis- of natuurkunde of sterrenkunde.” Ook voor hemzelf is het een stimulans: “Ik krijg weer even het gevoel aan vooraanstaand wetenschappelijk onderzoek deel te nemen. Het is voor een docent goed wat afwisseling te hebben. Na zo’n periode sta je weer dubbel gemotiveerd voor de klas.”
Schoollied De Pastoor van Arsschool in Den Haag vierde vorig jaar een halve eeuw speciaal basisonderwijs. Tijdens het jubileumfeest op 31 mei en 1 juni 2011 werd daar op feestelijke wijze bij stilgestaan door kinderen, ouders en team. Het startsein voor de festiviteiten werd gegeven door Tim Akkerman, oud-leerling van de school. Akkerman is ook bekend als voormalig leadzanger van de Haagse rockband Di-Rect en tegenwoordig muzikaal actief als singer-songwriter. Samen met de leerlingen zong hij het speciaal voor de gelegenheid gecomponeerde nieuwe schoollied. Bij een feest hoort uiteraard ook het oplaten van ballonnen. De ouders hadden voor een lunch gezorgd voor alle kinderen, er was een vossenjacht en ’s avonds voor de kinderen en hun familie een projectavond met als thema vijftig jaar. De volgende ochtend was er één vol spelletjes en activiteiten, waarna de leerlingen als afsluiting een circusvoorstelling gaven in de gymzaal. Dieren De Trampoline hield in september festiviteiten ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan. De school uit Leidschendam had als thema gekozen voor ‘dieren’. De jubileummaand werd geopend met een flashmob in winkelcentrum Leidschenhage, waaraan 240 kinderen deelnamen. Ook was er een uitje voor de hele school naar de dierentuin. De schoolopbrengst van de sponsorloop was – het thema van het jubileum indachtig – voor SOS Dolfijn. En uiteraard mocht een themafeest als slot niet ontbreken.
JAARVERSLAG 2011
J12
Adressen Naam school en plaats
E-mail
Telefoon
Basisonderwijs Balans, Den Haag Bezuidenhout, Den Haag Boldingh, Den Haag Bras, Den Haag Carolusschool, Den Haag Dijsselbloem, Voorburg Drie Linden, Den Haag Driemaster, Voorburg Emmaus, Leidschendam Fontein, Den Haag Groen van Prinsterer, Voorburg Grote Beer, Den Haag Jeroen, Den Haag Jonge Wereld, Den Haag Kennedy, Den Haag Krullevaar, Den Haag Laan van Poot, Den Haag Lichtbaken, Den Haag Liduina, Den Haag Melodie, Rijswijk Morgenstond, Den Haag Nutshage, Den Haag Oase, Den Haag Onze Wereld, Den Haag Palet, Den Haag Paradijsvogel, Den Haag Parkiet, Den Haag Paschalis, Den Haag Prins Mauritsschool, Rijswijk Regenboog, Den Haag Savelberg, Den Haag Schakel, Den Haag Shalomschool, Rijswijk Snijderschool, Rijswijk Statenkwartier, Den Haag Toermalijn, Den Haag Trampoline, Leidschendam Triangel, Den Haag Vijverhof, Voorburg Vlieger, Den Haag Vuurvlinder, Den Haag Waterwilg, Nootdorp Woonstede, Den Haag Zonnelicht, Rijswijk Zonnewijzer, Leidschendam Zorgvliet, Den Haag
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] info@carolus. lucasonderwijs.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] info@nutsschoolmorgenstond
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
070-3175214 070-3851430 070-3450422 015-3698243 070-3801420 070-3865323 070-3255286 070-3869124 070-3278018 070-3965050 070-3860512 070-3947173 070-3939493 070-4480310 070-3853390 070-3662011 070 3257547 070-3239522 070-3859922 070-3944246 070 3663445 070 3971756 070-3232483 070-3451939 070-3803632 015-3106112 070-3631369 070-3281557 070-3077829 070-3905049 070-4023522 070-3973194 070-3931872 070-3077867 070-3553805 070-3648681 070-3201234 070-3894072 070-3865408 070-3906732 070-3859839 015-3105300 070 3667717 070-3077853 070-3274119 070 3557920
Dit jaarverslag is een uitgave van: Lucas Onderwijs Postbus 93231 2509 AE Den Haag T 070 - 300 11 00 F 070 - 300 94 99 E
[email protected] I www.lucasonderwijs.nl Redactie & samenstelling H.A.J. van Asseldonk H.W.M. van Blijswijk M.A. Breeve P. Gertenaar M.W.A. van der Ploeg M. Schreuder B.J.M. de Wilde Eindredactie Breeve Media & Communicatie, Rotterdam Ontwerp & drukwerk The Happy Horseman BV, Rotterdam Fotografie Marcel Bekedam Fotografie, Rotterdam Lou Wolfs Fotografie, Rotterdam Illustratie Auke Herrema, Delft De fotografie vond plaats op de volgende scholen: Basisschool De Fontein Basisschool De Triangel Corbulo College Hofstede Praktijkschool Met dank aan alle scholen die bij dit jaarverslag betrokken waren.
E-mail
Telefoon
Esloo Onderwijsgroep Esloo Centrale Directie Corbulo College, Voorburg Diamant College, Den Haag Internationaal College Edith Stein, Den Haag Montaigne Lyceum, Den Haag Esloo Praktijkonderwijs, Den Haag College St. Paul, Den Haag
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
070-3001940 070-3873630 070-3838088 070-3605568 015-3619140 070-3350628 070-3472204
Haagse Colleges Haagse Colleges directie Christelijk College De Populier Heldring VMBO, Den Haag Hofstad Lyceum, Den Haag Hofstad Mavo, Den Haag Hofstede Praktijkschool, Den Haag Zandvlietcollege, Den Haag
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
070-3913970 070-3648808 070-3600589 070-3687670 070-3971541 070-3676233 070-3851902
Interconfessionele Scholengroep Westland Centrale Directie ISW Gasthuislaan, ‘s Gravenzande ISW Hoge Woerd, Naaldwijk ISW Hoogeland, Naaldwijk ISW Irenestraat, Poeldijk ISW Lage Woerd, Naaldwijk ISW Madeweg, Monster ISW Sweelincklaan, ‘s Gravenzande
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
0174-621855 0174-445588 0174-620943 0174-628961 0174-248205 0174-615310 0174-247838 0174-414400
Stanislascollege Stanislascollege Centrale Directie Stanislascollege Westplantsoen, Delft Stanislascollege Reinier de Graafpad, Delft Stanislascollege Krakeelpolderweg, Delft Stanislascollege Pijnacker, Pijnacker Stanislascollege Burg. Elsenlaan, Rijswijk Stanislascollege Gen. Vetterstraat, Rijswijk Stanislascollege H. Roland Holstlaan, Rijswijk
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
015-7506050 015-7506050 015-7506040 015-7506020 015-7506030 070-3197010 070-3940565 070-3948833
Voortgezet Onderwijs
Speciaal Basisonderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Avontuur, Pijnacker-Nootdorp
[email protected] Bernardus, Den Haag
[email protected] Kraaienest, Nootdorp
[email protected] Meander, Rijswijk
[email protected] Merlijn, Den Haag
[email protected] Octaaf, Den Haag
[email protected] Opperd, Rijswijk
[email protected] Pastoor van Ars, Den Haag
[email protected] Vliethorst, Leidschendam
[email protected]
COLOFON
Naam school en plaats
015-2579022 070-3241556 015-3109967 070-3933062 070-3993709 070-3978177 070-3940751 070-3607759 070-3272650