LTP klas 2
2014-2015
periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x) oktober boekverslag 1 met recensie (weging 1x) spelling blok 1 + 2 (weging 1x) taalschat blok 1+2 (weging 1x) november leesvaardigheid blok 1+ 2 (weging 2x) periode 2 december grammatica blok 3+4 (weging 2x) spelling blok 3 + 4 (weging 1x) januari dictee 1 (2x) mondeling betoog (weging 2x) leesvaardigheid blok 3+4 (weging 2x) periode 3 februari boekverslag 2 (historische roman) (weging 1x) spelling blok 5 + 6 (weging 1x) maart legende o.i.d. (weging 1x) toets genreleer (weging 2x) taalschat blok 3+4 (weging 1x) periode 4 april presentatie over actueel onderwerp (weging 2x) taalschat blok 5 + 6 (weging 1x) mei poezieverslag 3 (weging 1x) juni Groot dictee (weging 3x) Spelling- en grammaticalesjes – spreekvaardigheid (weging 1x) juli toets grammatica (weging 3x) (toetsweek)
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: Zakelijk Schrijven (betoog, zakelijke brief) Kerndoel(en): Nr 1 Nr 2 Nr 4, 5, 9 Leerdoel(en): 1-gedachten ordenen 2-verschillen herkennen tussen feiten en meningen 3-tekstopbouw Onderwerp(en):
Aangeboden in:
Periode:
Zakelijk Schrijven
Vakles Nederlands
2
C.
Aantal toetsen: 1
Toetsvormen:
Weging:
Schriftelijk - in combi met mondeling betoog
2x
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Kennen
Kunnen
Onderwerp Tekst schrijven
E.
Conventies voor het schrijven van een Een zakelijk tekst schrijven volgens zakelijke tekst de aangeleerde conventies
ICT-VAARDIGHEDEN
Internetgebruik Bij welke vakonderdelen Soort opdrachten Zakelijk schrijven
Informatie opzoeken
Officeprogramma’s: Word Vakonderdeel Opdracht Zakelijk schrijven
Opdrachten maken
Welke vaardigheden Omgaan met zoekmachines, selecteren, opslaan in eigen accounts, mailprogramma gebruiken
Vaardigheden Tekstverwerken (in detail) Tekststructuur aanbrengen (conventies!), formuleren, spellen
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: zakelijk lezen Kerndoel(en): Nr 2 Leerdoel(en): Lezen en begrijpen van zakelijke teksten; Toepassen van leesstrategieën; herkennen van opbouw en structuur van teksten herkennen van tekstsoorten, tekstdoelen en publiek (Lezen en begrijpen van open en meerkeuzevragen) Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode:
Zakelijk lezen
C.
Vakles Nederlands
1 2
Aantal toetsen: 2
Toetsvormen:
Weging:
Schriftelijk
2x, 2x
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Onderwerp
Ict geen
Kennen
Kunnen
Alle theorie die behandeld wordt bij leesvaardigheid
Theorie lunnen toepassen op aangeboden teksten
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: woordenschat Kerndoel(en): Nr 2 Leerdoel(en): 1-regels van de spelling (groene boekje) 2-uitbreiding woordenschat 3-spreekwoorden en uitdrukkingen, letterlijk en figuurlijk taalgebruik Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen: Zelfstandig; 1, 3, 4 3 Taalschat Vakles Nederlands
C.
Toetsvormen:
Weging:
schriftelijk
1x,
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Onderwerp
Kennen
Kunnen
Spellingregels kennen
Spellingregels kunnen toespassen
Betekenis van woorden en spreekwoorden
ICT: geen
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: spreekvaardigheid Kerndoel(en): (nr)-1 (nr)-5 (nr)-7 en 9 Leerdoel(en): 1-samenwerking 2-dialogen, directe rede gebruiken 3-d.m.v. een gesproken tekst een verhaallijn presenteren 4- informatie samenvatten en verwerken Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode:
Spreekvaardigheid
C.
Vakles Nederlands;
2, 4
Aantal toetsen: 2
Toetsvormen:
Weging:
mondeling 2x, 1x betoog, presentatie over een actueel onderwerp, lesje kunnen geven
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Onderwerp
Kennen
Kunnen
Zie leerdoelen
Mondelinge presentatie voor de klas kunnen houden
ICT: powerpoint bij presentatie kunnen maken
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: Grammatica Kerndoel(en): (nr)-2 Leerdoel(en): 1-herkennen zinsdelen: pv t/m bvb/ww (vormen, soorten,tijden) 2-woordsoorten: alle! Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode: Aantal toetsen: Vakles 1, 2, 4 3 Grammatica Nederlands C.
Toetsvormen:
Weging:
Schriftelijk
2x, eindtoets 3x
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Onderwerp zinsdelen woordsoorten
E. GEEN
Kennen
Kunnen
Pv t/m bijv bep
Zinsdelen en zinsdeelstukken kunnen benoemen Alle woorden in een zin kunnen benoemen
Alle woordsoorten kennen (naam en kenmerk)
ICT-VAARDIGHEDEN
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: Spelling Kerndoel(en): Nr. 2 Leerdoel(en): Regels van de spelling en interpunctie (Groene Boekje); werkwoordsvormen, moeilijke woorden, Onderwerp(en):
Aangeboden in:
Periode:
Vakles Nederlands
1, 2, 3, 4
Spelling
Aantal toetsen: 5
Toetsvormen:
Weging:
3 toetsen spelling weging blok 1+2 - 3+4 - bloktoetsen 5+6 1x 2 dictees dictee 1 2x groot dictee 3x
C.
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Kennen
Kunnen
Onderwerp werkwoordspelling
Regels van de werkwoordspelling, ook Werkwoorden foutloos spellen van de werkwoorden uit het Engels
Woorden met lastige klinkers
Woorden met lastige klinkers kunnen spellen
meervoudsvomen
Spellingregels meervoudsvormen
verkleinvormen
Spellingregels verkleinvormen
meervoudsvomen foutloos kunnen spellen foutloos kunnen spellen
tussenletters -(e)n- en - Spellingregels tussenletters -(e)n- en - foutloos kunnen spellen sslatige gevallen: m- en n- klank, l klank Spellingregels latige gevallen: m- en p,pp,r,rr n- klank, l klank p,pp,r,rr
latige gevallen: m- en n- klank, l klank p,pp,r,rr foutloos kunnen spellen koppelteken foutloos kunnen spellen
koppelteken
Spellingregels koppelteken
deelteken
Spellingregels deelteken
apostrof
Spellingregels apostrof
bijvoeglijke naamwoorden
Spellingregels bijvoeglijke naamwoorden
alle/allen, beide/beiden
Spellingregels alle/allen, beide/beiden
afkortingen
afkortingen kennen
weglatingsstreepje
Spellingregels weglatingsstreepje
deelteken op juiste moment toepassen apostrof op juiste plek plaatsen bijvoeglijke naamwoorden foutloos kunnen spellen foutloos kunnen spellen
afkortingen foutloos kunnen spellen weglatingsstreepje juist gebruiken
ICT: GEEN (juist zonder ICT foutloos leren spellen)
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: genreleer Kerndoel(en): Nr. 2 Leerdoel(en): Verschillende soorten verhalen (genres) leren onderscheiden en benoemen. (epiek, lyiek, proza, poëzie, sprookje, sage, mythe, legende, fabel) Spreekvaardigheid (groepspresentatie) Samenwerking (groepspresentatie) Onderwerp(en):
Aangeboden in:
Periode:
Vakles Nederlands
3
Genreleer
C.
Aantal toetsen: 2
Toetsvormen:
Weging:
Schriftelijk (toets 2x, genreleer en 1x schrijven eigen legende/sage enz)
KENNEN EN KUNNEN
Kennen en kunnen lijst Onderwerp
Ict: gebruik van word
Kennen
Kunnen
Kenmerken van genres kennen
Teksten kunnen plaatsen in juiste genre
A.
LEER EN TOETSPLAN
Vak: Nederlands Leerjaar: 2e Onderwerp: Creatief lezen Kerndoel(en): (nr)-3 (nr)-8 (nr)-9 en 10 Leerdoel(en): 1-smaakontwikkeling bevorderen 2-soorten verhalen onderscheiden 3-beoordelingswoorden gebruiken 4-begrippen: spanning en personages aanleren 5-tekstopbouw samenvatting met conventies 6- poëzie smaakontwikkeling bevorderen 7- kenmerken soorten poëzie onderscheiden 8- kenmerken historische roman leren 9-thema herkennen in verhalen Onderwerp(en): Aangeboden in: Periode:
Fictie en poezie lezen
B.
Zelfstandig, Vakles Nederlands
1, 3, 4
Aantal toetsen: 3
Toetsvormen:
Weging:
Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk
1x, 1x, 1x.
VAARDIGHEDEN
Vaardigheden rubrieken: Onvoldoende Presentatie
Samenwerken
Voldoende
Ruim voldoende
De mondelinge De mondelinge of De mondelinge of presentatie schriftelijke schriftelijke (poster, verslag, presentatie (poster, presentatie (poster, rol) is verslag, rol) is een verslag, rol) bezit onsamenhangend verzameling samenhang; de en sluit niet aan op gegevens met een verschillende de vraag/opdracht. kop en een staart onderdelen sluiten maar sluit niet aan op goed aan op elkaar de vraag/opdracht en op de vraag/opdracht. Er is een kop en een staart.
Goed
De mondelinge of schriftelijke presentatie (poster, verslag, rol) bezit samenhang; er is een inleiding, kern en afsluiting; de verschillende onderdelen sluiten goed aan op elkaar en op de vraag/opdracht. De leerling voegt extra elementen toe die een meerwaarde vormen (visueel, inhoudelijk, enz.). De leerling wilde De leerling heeft De leerling heeft De leerling heeft niet samenwerken goed samengewerkt goed samengewerkt goed samengewerkt of werkte in een en wilde ook en heeft initiatieven en nam de rol van groep opdrachten van genomen om de leider op zich; dank contraproductief. anderen uitvoeren. groep goed te laten zij hem samenwerken. functioneerde de groep als geheel.
ICT: gebruik van word, internet, powerpoint optioneel