UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
Loverboys in de Media De Culturele Betekenis van een Mythe
Annebel Kroezen 0542032
[email protected] 0614538519 MA Scriptie Media en Cultuur 17-08-2010 Begeleider: dr. P.L.M. Vasterman Tweede lezer: Jeroen de Kloet
SAMENVATTING De laatste jaren is er in de Nederlandse media en politiek veel discussie ontstaan over het schijnbaar nieuwe fenomeen van loverboys in de maatschappij; wrede criminele en allochtone jongemannen zouden doelgericht liefdesrelaties aangaan met weerloze tienermeisjes waarna zij hen met cadeaus en aandacht misleiden voor het werk in de prostitutie. Terwijl aan de ene kant hulpverleners beweren dat dit nieuwe probleem van het verleiden van jonge meisjes om prostituee te worden daadwerkelijk bestaat, en dat het aantal gevallen toeneemt, stellen andere onderzoekers dat er geen reden is om te geloven dat de loverboy iets anders is dan een ordinaire vrouwenhandelaar. Desalniettemin blijft het verschijnsel een populair onderwerp in zowel de actualiteiten als meer ontspannende mediavormen als film en drama. Tot dusver hebben verschillende academische studies onderzoek gedaan naar het bestaan van deze „nieuwe pooiers‟ en naar de journalistieke beschouwingen van het „loverboy-verhaal‟ in kranten en tv-programma‟s. Echter, een bredere analyse naar het verband tussen verschillende mediavormen en naar de context van de oorsprong van het verhaal, is nog niet gedaan. Deze scriptie onderzoekt de basisstructuren van het loverboy-fenomeen zoals dat door de media wordt uitgedragen. Als basis hiervoor zijn Barthes‟ noties van mythologieën in het dagelijks leven gebruikt, waarin de culturele constructie van een fenomeen dat historisch is geworteld, wordt bekeken. Daarbij worden de patronen onder de loep genomen die het verhaal vormgeven, waardoor de fascinatie zo groot is. In een analyse van acht onderzoeksobjecten uit de genres fictie, non-fictie en documentaire, onderzoekt deze scriptie of er sprake is van een mythevorming omtrent het verhaal van loverboys en hun slachtoffers, en welke onderling gedeelde basiselementen uit het narratief hiertoe bijdragen. Daarnaast worden de hieruit voortgekomen sleutelelementen onderworpen aan een theoretische analyse om de dieperliggende culturele betekenis van het verhaal te achterhalen. Hoewel de (meeste) elementen van het fenomeen door het publiek als vanzelfsprekend worden beschouwd, blijken ze cultureel en historisch te zijn geworteld in de Westerse samenleving. De mate waarin het verhaal voldoet aan Barthes‟ conceptualisering van een mythe, geeft de fascinatie voor het verhaal binnen de verschillende genres aan en niet zozeer de ernst van het probleem. De herhaling van dezelfde kenmerken in alle verhalen over loverboys, geven zodoende een argument voor de loverboymythe. Vermoedelijk is dat een verklaring voor de populariteit van het onderwerp in fictie, non-fictie en documentaire.
ii
ABSTRACT Recently there has been a lot of discussion within the Dutch media and politics about a seemingly novel phenomenon in society: “loverboys”. These criminal and cruel non-white young men supposedly start relationships with defenseless underage white girls to mislead them with all sorts of presents and attention for the purpose of prostitution. While on the one hand social workers claim that this problem of seducing young girls in becoming prostitutes exists and that the cases are increasing in number, some academic researchers on the other hand argue that there is no reason to believe that the loverboy is something other than an ordinary pimp. Nonetheless is the appearance of loverboys still a popular subject in news and more fictional forms of media such as film and television drama. Scientific studies so far have only focused on the existence of this new type of procurer and have criticized the journalistic considerations of loverboy stories in newspapers and television shows. However, no attention has been given to the similarities of the loverboy story among different fictional media forms and no broader enquiry has been done to examine the contexts of the origins of this story. This thesis will investigate the basic structures of the loverboy story in the way it is presented through the media. Using Barthes‟ notions of mythologies in temporary society, it explores the cultural construction of a phenomenon which has historical roots. In doing so this thesis reveals the patterns that have given the story its form and that have contributed to the widespread fascination for the story in the media. In an analysis of eight objects from the media genres fiction, non-fiction and documentary, this thesis explores whether mythologizing can be discovered in the stories about loverboys and their victims, and which shared narratives contribute to the forming of a cultural myth. While the phenomenon is taken for granted by the public, this thesis reveals that certain elements are historically en culturally rooted within Western society. Not so much the seriousness of the problem, but rather the extent to which the story meets Barthes‟ conceptualization of a myth, proves the fascination for the story within different media genres. The repetition of the same features in all of the loverboy stories contribute to the construction of a myth. Therefore an argument for the loverboymyth is made.
Keywords: Loverboy, cultural myth, mythologies, shared narratives, media
iii
INHOUDSOPGAVE Samenvatting ............................................................................................................................... ii Abstract ....................................................................................................................................... iii 1. Inleiding ................................................................................................................................... 1 1.1 Aanleiding .......................................................................................................................... 1 1.2 Onderzoeksvraag en opbouw scriptie.............................................................................. 3 2. Theoretisch kader.................................................................................................................... 5 2.1 De loverboy en zijn slachtoffer ......................................................................................... 5 2.2 Feiten en cijfers ................................................................................................................. 7 2.2.1 Omvang ....................................................................................................................... 8 2.2.2 Het daderprofiel ......................................................................................................... 9 2.2.3 Het slachtofferprofiel ............................................................................................... 11 2.2.4 Plaats ......................................................................................................................... 12 2.2.5 Het dominante perspectief ....................................................................................... 13 2.2.6 Een complex fenomeen............................................................................................. 13 2.3 Mythevorming ................................................................................................................. 14 2.4 Analysekader ................................................................................................................... 18 3. Analyse Deel I: Onderzoeksobjecten ................................................................................... 21 3.1 Fictie ................................................................................................................................. 22 3.1.1 Loverboy .................................................................................................................... 22 3.1.2 Fok Jou! .................................................................................................................... 24 3.1.3 Loverboy & girl .......................................................................................................... 26 3.2 Non-Fictie ......................................................................................................................... 29 3.2.1 Beware of loverboys................................................................................................... 29 3.2.2 Man/Vrouw ................................................................................................................ 31 3.3.3 Echte Mannen Eten Geen Kaas ................................................................................ 33 3.3 Documentaire................................................................................................................... 35 iv
3.3.1 Loverboys ................................................................................................................... 35 3.3.2 Mijn loverboy ............................................................................................................. 37 3.4 Mythe-elementen ............................................................................................................. 40 4. Analyse Deel 2: Culturele betekenis .................................................................................... 43 4.1 Dader- en slachtofferarchetypen.................................................................................... 43 4.2 ‘Wij versus zij’- cultuur .................................................................................................. 48 4.3 De mythe van het onschuldige kind ............................................................................... 51 4.4 Sensatie en de mythe van witte slavinnen ..................................................................... 53 4.5 Publieke plaats als gevarenzone ..................................................................................... 57 5. Conclusies............................................................................................................................... 59 Bijlage 1 ...................................................................................................................................... 63 Bijlage 2 ...................................................................................................................................... 65 Bijlage 3 - Beschrijving Onderzoeksobjecten ........................................................................ 67 Bronnen .................................................................................................................................... 121
v
1. INLEIDING In deze masterscriptie staan loverboys in de Nederlandse media centraal. De laatste jaren is er veel ophef in de media ontstaan over dit schijnbaar nieuwe fenomeen waarbij jonge pooiers een liefdesrelatie aangaan met tienermeisjes, om deze vervolgens uit te buiten en onder dwang in de prostitutie te laten werken. Dit onderzoek wijst uit dat er een aantal basiselementen bestaan in verhalen over loverboys die de media weergeven. Daarnaast toont de analyse dat deze sleutelconcepten te verklaren zijn vanuit de culturele constructie, die historisch geworteld is en niet zozeer vanuit de werkelijke feiten over loverboys. Het werpt nieuw licht op de gedeelde structuren die verschillende mediavormen gebruiken om een cultureel fenomeen te construeren. Door de loverboy-verhalen uit de genres fictie, non-fictie en documentaire met elkaar te vergelijken, worden de verschillende kenmerken die zij met elkaar gemeen hebben zichtbaar. De representatie van de loverboy en zijn slachtoffer zal bekeken worden aan de hand van theorieën over mythevorming van culturele uitingen. Kort gesteld is de functie van een mythe, iets als natuurlijk laten beschouwen wat in feite door de dominante ideologie is opgelegd en wat is gebaseerd op reeds bestaande tekens.1 Het woord „natuurlijk‟ betekent in dit perspectief de natuurlijke orde der dingen: de mythe wordt als een vanzelfsprekend gevolg van het verloop van het verhaal voorgesteld. Zij reconstrueert een selectief, niet bepaald realistisch beeld van de werkelijkheid en is aan een sociaalhistorische context verbonden. De hypothese die in dit onderzoek wordt gesteld is echter genuanceerder. Zij gaat er vanuit dat mythevorming ontstaat wanneer gecommuniceerde „nieuwe‟ fenomenen in feite moderne uitvoeringen zijn van bestaande verhalen in de samenleving. Hiermee is de mythe niet enkel een reconstructie, maar construeert zij ook actief nieuwe vormen van betekenis.
1.1 Aanleiding Op 14 februari 2008 verschijnt in Nederland het boek Echte mannen eten geen kaas, geschreven door Maria Mosterd. Dit is het eerste van haar twee autobiografische boeken waarin zij beschrijft hoe ze, naar eigen zeggen, vier jaar lang in de ban van haar loverboy Manou is geweest. Haar verhaal past in het beeld dat sinds meer dan tien jaar in de Nederlandse media wordt uitgedragen; als niets vermoedend, weerloos meisje raakt zij in de ban van de stoere jongen die altijd met zijn vrienden en auto voor het schoolplein staat. Maria vertelt hoe hij haar vervolgens in de wereld van prostitutie, geweld en drugs leidt. Toch bleef het boek van Mosterd niet zonder kritiek; hele passages zouden zijn verzonnen en soms zelfs rechtstreeks afkomstig zijn uit films. En ook haar intenties werden in twijfel 1
Barthes, 1957.
1
getrokken. Begin 2010 komen de eerste geluiden vanuit de misdaadjournalistiek, die vraagtekens zetten bij het waarheidsgehalte van het verhaal. Op 9 mei 2010 besteedt Peter R. de Vries een uitgebreide uitzending aan het boek waarin hij zijn bedenkingen uit en diezelfde week publiceerde misdaadverslaggever Hendrik Jan Korterink zijn boek Echte mannen eten wél kaas. Hij onderzoekt hierin een aantal beweringen van Maria en vecht deze aan. Ook hulpverlenerorganisaties reageren geschrokken op het nieuws; zij zijn bang dat echte slachtoffers van loverboys door dit voorval al helemaal niet meer naar buiten durven of willen treden. Niet alleen het boek van Mosterd wordt bekritiseerd; ook de algemene beeldvorming over het fenomeen blijft niet zonder commentaar. Criminoloog Frank Bovenkerk bijvoorbeeld stelt dat het verschijnsel geen nieuwe categorie genoemd kan worden. Volgens hem zijn loverboymethoden enkel een moderne vorm van souteneurschap, één van de oudste beroepen sinds het ontstaan van de mensheid. In zijn onderzoek geeft hij aan dat het klassieke verhaal zoals de media het portretteren in de praktijk nauwelijks in zuivere vorm voorkomt.2 Dit concludeert hij onder andere naar aanleiding van gesprekken met een tiental politiemensen in Amsterdam. Deze stellen dat zij weinig te maken krijgen met „echte‟ loverboys en dat prostituees op de Wallen altijd al hun inkomsten met hun vriendje hebben gedeeld. „„Loverboys‟ geldt als een modewoord.‟3 Ander onderzoek wijst uit dat het beeld over loverboys in de media wordt gedomineerd door het slachtofferperspectief. Burger en Koetsenruijter laten zien dat 82,5 procent van de sprekers in uitzendingen van de publieke omroep deel uitmaakt van de groep van slachtoffers, hun familie en hulpverleners. Daarnaast blijkt 43 procent van de geciteerde bronnen in krantenartikelen afkomstig van hulpverleners en pressiegroepen. Dit staat tegenover 3,9 procent verhalen van politie en justitie in tv-programma‟s en 14 procent in kranten. Opvallend genoeg komen in zowel tv-uitzendingen als in kranten verdachten en daders, onderzoekers en nieuwsmedia zelf niet of nauwelijks aan het woord. Journalisten lijken de verhalen van de belangenbehartigers voor zoete koek te slikken en klakkeloos van elkaar over te nemen, hetgeen opmerkelijk is aangezien zij vanuit de beroepsmoraal hoor en wederhoor dienen te plegen en zaken objectief horen te benaderen.4 5 Hoewel het klassieke verhaal van loverboys (jonge, allochtone jongen verleidt onschuldig blank meisje met het doel haar te prostitueren) volgens Bovenkerk e.a. in de werkelijkheid dus 2
Bovenkerk e.a., 2004: p. 66. Bovenkerk e.a., 2004: p. 33-34 4 Burger en Koetsenruijter, 2008: p. 46-48 5 Zie Paul Rosenmöller in zijn programma Spraakmakende zaken (IKON, 10 december 2007) < http://www.ikonrtv.nl/uitzending.aspx?lIntType=12&lIntEntityId=265>, waarin hij Maria Mosterd interviewt over haar ervaringen met loverboys. Na de uitzending van Peter R. de Vries over Mosterd werd er veel commentaar geleverd op het programma; Rossenmöller zou niet kritisch genoeg zijn geweest in zijn vragen en er zou te weinig onderzoek zijn gedaan naar het waarheidsgehalte van haar verhaal. 3
2
nauwelijks voor lijkt te komen, is het wel uiterst succesvol. De populariteit van het loverboyverhaal zien we terug in het gegeven dat het fenomeen binnen verschillende mediavormen opduikt; het is een onderwerp dat zich niet alleen leent voor nieuws en actualiteiten. Het komt ook steeds vaker voor in meer ontspannende en fictieve media als televisie- en filmdrama en jeugdromans. Bovendien geeft het feit dat Mosterd zoveel exemplaren van haar grotendeels verzonnen verhaal wist te verkopen aan, dat er een bepaalde structuur in het verhaal zit die door het publiek wordt herkend. Kennelijk is er in de maatschappij niet alleen behoefte aan meer informatie over dit onderwerp, maar is er ook een interesse voor de sensatie rondom het onderwerp. In deze scriptie wordt nagegaan wat de culturele betekenis is van het populaire beeld van de loverboy dat zo veel besproken wordt in verschillende mediavormen. Daarmee is niet gezegd dat er geen meisjes op deze manier in de prostitutie terecht komen. Wel probeert dit onderzoek aan te tonen dat er sprake is van een uniform beeld dat door het publiek als „natuurlijk‟ wordt beschouwd, maar dat in wezen geconstrueerd en dus een mythe is. Dit wordt onderzocht door een historische en culturele analyse van de gevonden basiselementen. De gehanteerde methode hiervoor zal op basis van Barthes‟ theorieën omtrent mythevorming zijn. Deze zullen in paragraaf 2.3 uitvoerig worden besproken.
1.2 Onderzoeksvraag en opbouw scriptie Hoewel er binnen verschillende academische studies onderzoek is gedaan naar het fenomeen van de loverboy, is een bredere analyse naar het verband tussen verschillende mediavormen nog niet gedaan. Burger en Koetsenruijter tonen met hun artikel aan dat de actualiteitenprogramma‟s van de publieke omroep en de krantenartikelen van de grootste kranten eenzijdige bronnen raadplegen om hun verhaal te vertellen.6 Zij hebben echter de vorm van het uitgedragen verhaal niet nader bekeken en zij hebben meer ontspannende (fictieve) mediagenres buiten beschouwing gelaten. Daarom is er in deze scriptie gekozen voor een breedteanalyse, die de aard van het loverboy-verhaal in verschillende mediagenres onderzoekt. De analyse geeft inzicht in de volgende overkoepelde onderzoeksvraag:
Is er sprake van mythevorming rondom het fenomeen van de loverboy in de Nederlandse mediavormen fictie, non-fictie en documentaire, en welke culturele betekenis ligt hieraan ten grondslag?
6
Burger en Koetsenruijter, 2008: p. 52-54
3
Met culturele betekenis worden de historische en culturele wortels van het fenomeen bedoeld. In hoeverre kan de vorm die het fenomeen heeft aangenomen begrepen worden vanuit een historisch perspectief? Als het standaardbeeld van de dader bijvoorbeeld de loerende allochtoon is, wat is hier dan de culturele betekenis van? Er wordt onder andere beargumenteerd dat de mythevorming rondom het verschijnsel van loverboys een bestaande traditie volgt in het brengen van verhalen over prostitutie en in beeldvorming van slachtofferschap en daders in de media. Daarnaast is het een voorbeeld van een culturele uiting die de angst voor de losse seksuele moraal van de jeugd reflecteert. Het onderzoek is van belang omdat het aantoont dat mythes in het leven van alledag voorkomen en dat er steeds weer nieuwe vormen worden gecreëerd door historie en cultuur. Daarmee geeft het een verklaring voor de beeldvorming van een modern maatschappelijk probleem. Door de structuur van de mythe bloot te leggen wordt de vanzelfsprekendheid van het uitgedragen beeld bekritiseerd.
De scriptie is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 schetst het theoretische kader van het onderzoek. Hierin wordt allereerst kort het beeld van de loverboy geschetst zoals deze vanuit de media naar voren komt. Vervolgens worden de relevante feiten en cijfers omtrent het verschijnsel in kaart gebracht en wordt uitleg gegeven over de werking van het proces van mythevorming aan de hand van wetenschappelijke theorieën. Aansluitend wordt nagegaan in hoeverre het verhaal overeenstemt met de feiten. De elementen die hieruit voortvloeien, geven een signaal over de manier waarop ze passen in de theorieën over mythevorming. Deze elementen vormen het analysekader voor het onderzoek. De analyse bestaat uit twee delen. Hoofdstuk 3 onderzoekt of de mediaverhalen overeenkomstige basiselementen hebben en hoe deze tot uiting komen. Het analyseert de middels een steekproef gekozen acht onderzoeksobjecten uit de periode 2001-2010. Daarbij zullen de genres fictie, non-fictie en documentaire ieder met hun eigen voorbeelden aan bod komen. De verschillende mediagenres geven zodoende een overzicht van de gedeelde elementen in het verhaal van de loverboy. De gevonden resultaten worden aan de hand van literatuur verklaard in hoofdstuk 4. Hierin wordt de dieperliggende betekenis van de elementen in de loverboymythe achterhaald. Het doel van de analyse is om een verbinding tussen de kenmerken van het verhaal met de mythevorming te maken.
4
2. THEORETISCH KADER Alvorens dit onderzoek zich kan richten op culturele betekenissen, is het allereerst noodzakelijk het beeld van de loverboy te definiëren zoals deze in de Nederlandse media wordt uitgedragen. Omdat de representatie een verhaalstructuur heeft die niet noodzakelijkerwijs de realiteit weergeeft, kan er mogelijk sprake zijn van een mythologievorming rondom het verschijnsel. Het is daarom van belang om het begrip mythe nader uit te leggen.
2.1 De loverboy en zijn slachtoffer Deze paragraaf beschrijft het verschijnsel van loverboys in de media. Hierbij wordt een korte inleiding geschetst over de opkomst van de term. Daarnaast wordt opgemaakt uit welke elementen het clichébeeld van de loverboy bestaat. Vanaf halverwege de jaren ‟90 verschenen er steeds vaker berichten in de media over een nieuw verschijnsel in Nederland, waarbij jonge meisjes door snelle jongens met dure auto‟s werden verleid en gerekruteerd voor de prostitutie. Volgens Burger en Koetsenruijter verscheen het probleem en de term voor het eerst op 15 februari 1997 in de media tijdens een uitzending van het actualiteitenprogramma 2 Vandaag (TROS). Het zou echter nog anderhalf jaar duren voordat het opnieuw in de media naar voren komt in een ANP-bericht van 16 september 1998, waarna het sinds 1999 in het Van Dale woordenboek wordt opgenomen. Echter, vanaf het jaar 2000 is er een sterk stijgende lijn te ontdekken in de berichtgeving waarbij het begrip loverboy regelmatig valt.7 Eind 2008 pleitte minister Hirsch Ballin van Justitie er in De Kamer voor om de term „loverboy‟ te vervangen voor „pooierboy‟ omdat hij de aanduiding van de jongemannen als „lovers‟ misplaatst vond. Volgens hem zou het hier om jonge jongens gaan die zich bezighouden met pooierschap en moeten ze ook als zodanig worden benoemd.8 In de media vindt deze term echter nog niet veel navolging en ook in de literatuur kiest men liever voor de term loverboy dan pooierboy. Omdat het hier om meerdere vormen van uitbuiting dan alleen prostitutie gaat, is ervoor gekozen de term loverboy aan te houden. Volgens de politie Rotterdam-Rijnmond zal, wanneer de term pooierboy ingeburgerd raakt, de aanpak van het probleem enkel versmald worden tot de ergste vorm: prostitutie. Mensenhandel en uitbuiting hebben echter meer aspecten waar naar uitgekeken moet worden dan enkel prostitutie.9
7
Burger en Koetsenruijter, 2008: p. 40-41 Sanders, 2010. 9 Kanters en Zanetti, 2009: p. 1 8
5
Het blijkt lastig om de term precies te definiëren. Aan de ene kant zijn er de wetenschappelijke literatuur en rapporten die de benaming moeiteloos in één adem noemen met ordinaire mensenhandel en pooierij waarbij loverboytechnieken worden toegepast.10 Aan de andere kant komen er stemmen vanuit de praktijk zoals van hulpverleningsorganisaties, die een geheel nieuw fenomeen zien en die de nadruk leggen op de liefdesrelatie die de jongen met het meisje aangaat. Zij waarschuwen meiden voor de manieren waarop foute vriendjes hen kunnen verleiden met dure cadeaus en verwennerijen met als uiteindelijk doel hen onder bedreiging en chantage de prostitutie in te lokken.11 Of het hier nu enkel om een methode van souteneurschap gaat of een nieuw fenomeen, in alle gevallen blijken er in de media terugkerende elementen en karakteristieken te bestaan die met elkaar verenigbaar zijn. Kort samengevat zijn loverboys mannen die vrouwen doelbewust emotioneel afhankelijk van ze maken en die hun liefdesrelatie gebruiken om de vrouw in de prostitutie voor zich te laten werken. Hierbij is dwang, dreiging met geweld en chantage niet ongebruikelijk en wordt er misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin de vrouw verkeert.12 Naast deze over het algemeen geaccepteerde definitie zijn er een aantal kenmerken die opvallen en die als archetype dienen voor het beeld van het loverboy-verhaal zoals deze wordt uitgedragen in de media. Loverboys worden herhaaldelijk neergezet als charmante jongens met dure auto‟s en merkkleding. Daarnaast komt naar voren dat zij de hele dag rondhangen in de buurt van schoolpleinen bij middelbare scholen en het internet afspeuren op zoek naar onzekere, naïeve, minderjarige meisjes waar zij geld aan denken te kunnen verdienen. Deze jongens hebben dikwijls een Marokkaanse, Turkse of Antilliaanse afkomst en weten met hun stoere uiterlijk, dure spullen en veel geld de meisjes te imponeren en te versieren. Zij nemen haar overal mee naar toe in hun grote auto‟s, geven haar allerlei cadeaus en kleren, ze luisteren naar haar problemen en geven haar aandacht. Het slachtoffer van de loverboy voelt zich veilig en beschermd bij hem, in de meeste gevallen wordt ze zelfs verliefd en denkt ze een liefdesrelatie met hem te onderhouden. Menigmaal heeft zij al problemen thuis en is ze lager opgeleid, waardoor ze ontvankelijker wordt voor de avances van de loverboy. Hij zorgt ervoor dat ze zich losmaakt van haar omgeving door tussen haar en haar vertrouwde omgeving in te gaan staan en te stoken tussen haar sociale en familiaire relaties. Wanneer hij haar dusdanig heeft ingepalmd, vertelt hij haar dat het geld op is, hij in de problemen zit of dat zij nu wel eens iets terug mag doen na alles wat hij voor haar heeft over gehad. Hij neemt haar mee naar andere meisjes die achter het raam
10
Zie hiervoor onder andere het onderzoek naar loverboys in Amsterdam van Bovenkerk e.a., 2004. Zie bijvoorbeeld www.lover-boy.nl, een site van Stichting Zorgconcept 12 Burger en Koetsenruijter, 2008; Bovenkerk e.a., 2004; Kanters en Zanetti, 2009; Terpstra en Van Dijke, 2005. 11
6
werken of naar vrienden thuis. Ze moet voor hem in de prostitutie werken om het geld voor hem te verdienen en iets voor hem terug te doen. Naast het hebben van vrouwen in de prostitutie blijkt de loverboy bovendien dikwijls in drugs en/of wapens te handelen en moet zij hem daarbij helpen. Wanneer zij weigert dreigt hij haar en de mensen van wie ze houdt met geweld iets aan te doen en wordt hij agressief. Het meisje raakt in de war en omdat ze nog steeds emotioneel aan haar loverboy is verbonden en de vertrouwelijke band met haar omgeving is beschadigd, valt ze eenvoudig te manipuleren en chanteren. Ze heeft het gevoel dat ze geen andere uitweg heeft en wil hem ondanks de ommekeer in zijn gedrag nog steeds graag helpen. Dit clichématige beeld van de loverboy welke de media lijkt te domineren, valt goed te illustreren aan de hand van een bericht in Het Algemeen Dagblad op vrijdag 30 april 2010. In dit artikel, welke opgenomen is in bijlage 1, valt te lezen hoe de verdachte Murat te werk ging als een echte loverboy. Het bericht laat de gedeelde elementen zien van het loverboy-verhaal zoals deze in de media wordt uitgedragen. Murat is een jongeman (23 jaar) en een echte “womanizer” die altijd veel meisjes om zich heen heeft en er goed uitziet. Ondanks het feit dat het bedrijf van hem en zijn broer failliet is, rijdt hij in dure auto‟s en strooit hij met geld. Hij heeft zijn school niet afgemaakt, houdt zich bezig met mensenhandel en is agressief tegen zijn slachtoffers die hij onder druk in de prostitutie laat werken. Veel jonge meisjes leert hij kennen via het internet waar hij met zijn charmante verschijning en geld pronkt. Het artikel legt de nadruk op zijn charmante voorkomen waarmee hij zijn slachtoffers inpalmt en op zijn criminele loopbaan welke uitmondt in zijn arrestatie. De stereotypische elementen vormen de structuur voor een verhaal die inspeelt op de herkenbaarheid bij en de dreiging voor het publiek. De problematische, allochtone jongen uit een crimineel milieu bewerkt zijn jonge „vriendinnen‟ dusdanig dat ze voor hem gaan werken in de prostitutie.
2.2 Feiten en cijfers In deze paragraaf zullen feiten en cijfers omtrent de loverboyproblematiek in Nederland aan bod komen. Kan er eigenlijk wel worden gesproken van een clichébeeld van de loverboy? Vanuit de literatuur zijn weinig harde cijfers bekend over het probleem en zoals hierboven al is aangekaart, blijkt het verschijnsel lastig te definiëren. Hieronder zal worden beschreven wat er bekend is over de omvang van het probleem, het dader- en slachtofferprofiel, de plaatsen waar de meiden worden geronseld, en het dominante perspectief van waaruit het fenomeen als een probleem wordt benaderd in de media.
7
2.2.1 Omvang Het fenomeen van de loverboy heeft geen aparte vermelding in het strafboek. Dit betekent dat er sprake is van een sociale in plaats van strafrechtelijke definitie van het probleem. Daders kunnen niet berecht worden voor specifiek het loverboyschap, maar worden voornamelijk onder mensenhandel en mishandeling geplaatst wanneer ze worden vervolgd. Dit heeft tot gevolg dat de meisjes eveneens het slachtoffer van het delict mensenhandel zijn en niet in het bijzonder van loverboys. Onder mensenhandel wordt „het uit winstbejag misbruik maken en uitbuiten van mensen als een vorm van moderne slavernij, waarbij sprake is van fundamentele schending van de mensenrechten (Wetboek van Strafrecht, art. 273a)‟, verstaan.13 Daarnaast wordt over het algemeen aangenomen dat loverboys hun slachtoffers al op minderjarige leeftijd benaderen. Hierdoor vallen vele slachtoffers onder de noemer jeugdprostitutie:
[..] het verrichten van een of meer seksuele handelingen, met of voor een ander, door jongens en meisjes onder de 18 jaar voor geld, goederen of een tegenprestatie.14 Wat de werkelijke omvang van het probleem is, is niet met zekerheid te situeren. Dit komt onder andere doordat jeugdprostitutie zich grotendeels afspeelt achter gesloten deuren en in de illegaliteit. Hierdoor is het lastig vast te stellen hoeveel minderjarige meisjes door een loverboy gedwongen in het prostitutiewerk zijn beland en worden uitgebuit. Dit wordt mede veroorzaakt door gebrek aan registratie, onderrapportage en blinde vlekken bij degenen die het probleem zouden kunnen signaleren. Maar het feit dát er een probleem is, wordt door steeds meer gemeenten, politie en justitie erkend en zelfs als ernstig ervaren.15 Daarbij heeft het opgeheven bordeelverbod in een wetswijziging van 2000 er aan bijgedragen dat situatie van minderjarigen nog minder zichtbaar is geworden voor politie, hulpverleners en onderzoekers. Bovendien zijn er sterke aannames dat juist door deze wetswijziging meiden pas rond hun achttiende jaar in de prostitutie worden gebracht en zij feitelijk niet meer illegaal werken.16 Een andere reden voor de onzekerheid van de omvang van het probleem is het gegeven dat de loverboy met regelmaat van werkplek wisselt zodat de pakkans geminimaliseerd wordt. Daarnaast blijkt het zo te zijn dat de plaatsen waar de meisjes zich prostitueren niet dezelfde plaatsen zijn als waar zij worden geronseld. Hierdoor kunnen cijfers van registratie overlappen en zijn ze moeilijk vergelijkbaar.17
13
MOVISIE, 2009: p. 1. MOVISIE, 2009: p. 1. 15 Repteur, 2007. 16 MOVISIE, 2009: p. 1. 17 MOVISIE, 2009: p. 1. 14
8
Bovendien blijkt de aangiftebereidheid van de slachtoffers vaak niet groot te zijn. Doordat ze nog altijd een emotionele band met hun loverboy onderhouden of uit angst voor represailles willen zij geen aangifte doen. Vandaar dat over het algemeen in de literatuur en bij de politie wordt aangenomen dat het aantal slachtoffers veel hoger ligt dan waarvan daadwerkelijk aangiftes zijn gedaan.18 Dat de omvang van het probleem vaak wordt aangemerkt als „het topje van de ijsberg‟, wordt niet door iedereen erkend.19 Zo merken Burger en Koetsenruijter op dat er dubieuze claims worden gemaakt waarbij de cijfers van slachtoffers worden aangehaald. Zij ondervinden dat deze aantallen nogal eens van elkaar verschillen wanneer ze in het nieuws worden gebruikt: „het hoogste getal werd genoemd in het tv-programma Premtime: naar schatting zou het gaan om 5.000 meisjes in totaal (20 januari 2004).‟ Terwijl het laagste getal berekend wordt door Bovenkerk en anderen: „20 procent van het totale aantal slachtoffers werkte voor loverboys dus tussen de 200 en 400.‟ Burger en Koetsenruijter stellen dat het onduidelijk is waar deze 20 procent vandaan komt en dat er een aantal fouten worden gemaakt in het weergeven van de aantallen. Hierdoor kunnen claimmakers het belang van de zaak vergroten door te noemen dat het nog maar „het topje van de ijsberg‟ beslaat.20
2.2.2 Het daderprofiel Uit verschillende onderzoeken komen een aantal kenmerken van de daders naar voren welke erg aannemelijk zijn. Zowel Terpstra en Van Dijke als Bovenkerk e.a. noemen de loverboys mensenhandelaren die specifieke methodes hanteren. Deze „nieuwe souteneurs‟ blijken overwegend Nederlanders met een buitenlandse etniciteit te zijn. Het zou goed mogelijk kunnen zijn dat een grote groep loverboys onzichtbaar is gebleven door bijvoorbeeld het minimaliseren van de pakkans zoals hierboven is beschreven, maar hierover zijn geen harde cijfers bekend. Terpstra en Van Dijke hebben onderzoek gedaan naar daders van vrouwenhandel welke loverboys genoemd worden. De feiten en cijfers zijn afkomstig uit drie bronnen: politie, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en het tweelingproject „Geef Loverboys een Gezicht‟, een kwalitatief onderzoek waarbij portretten van veroordeelde loverboys worden geschetst. Dit betekent dat de feiten enkel gebaseerd zijn op zaken waar de politie onderzoek naar heeft gedaan en waar sprake is geweest van aanhouding en vervolging op verdenking van mensenhandel met loverboytechnieken.21
18
Terpstra en Van Dijke, 2005; MOVISIE, 2009. Zie bijvoorbeeld het onderzoek naar het loverboys op internet van de politie Rotterdam Rijnmond: Kanters en Zanetti, 2009: p. 4. 20 Burger en Koetsenruijter, 2008: p. 51-52 21 Terpstra en Van Dijke, 2005: p. 13-14. 19
9
Uit gegevens van de quick scan die de periode 1998-2004 beslaat, zijn 89 procent van de daders allochtoon en 11procent autochtoon. 37 procent is Marokkaans, 17 procent Turks, 14 procent Surinaams en 12 procent Antilliaan. Bijna de helft van de Marokkaanse verdachten hebben een andere dan de Nederlandse nationaliteit (namelijk Marokkaans).22 Ook Bovenkerk en anderen zien de Marokkaanse dominantie van de moderne pooiers in Amsterdam en stellen vast dat de daders vrijwel allen allochtoon zijn.23 Naast etniciteit zijn er nog een aantal andere kenmerken die aan bod komen in het onderzoek. Terpstra en Van Dijke doen in hun quick scan een aanzet tot een voorlopig daderprofiel. Volgens hen zijn loverboys op jonge leeftijd al bezig met criminaliteit en hebben ze een „criminele carrière‟. Zij maken zich vaak ook schuldig aan andere delicten en begeven zich in een crimineel milieu. Ze zijn net meerderjarig, tussen de 20 en 30 jaar oud en hebben meisjes die voor hen in de prostitutie werken (Bovenkerk en anderen nemen deze marge ruimer: 17-40 jaar). Ze hebben een laag opleidingsniveau en hebben hun opleiding vaak niet eens afgemaakt. Om snel geld te kunnen verdienen worden ze daardoor aangetrokken tot de criminaliteit. Veel geld en macht zijn voor hen heel belangrijk. 24 Bovendien gaan zij gewetenloos te werk wanneer zij meisjes ronselen en hebben ze minachting voor hun slachtoffers. Daarnaast kenmerken zij zich doordat ze weinig respect voor vrouwen hebben en weinig inlevingsvermogen ten aanzien van hun slachtoffers. Omdat ze erg sociaal vaardig zijn, zijn ze meesters in het manipuleren en ze hebben geen schuldgevoelens.25
Hoewel loverboys specifieke kenmerken lijken te hebben kan echter worden gesteld dat zij overeenkomen met de algemene definitie van mensenhandel. Het oerbeeld van de loverboy bestaat uit het gewiekste slimme figuur van een knappe buitenlander die onschuldige, nietsvermoedende meisjes via allerlei verleidingstechnieken uitbuit en in de prostitutie dwingt. Om zijn doel te bereiken zet hij de sterke emotie van angst in door het slachtoffer bang te maken met agressief en gewelddadig gedrag en represailles. De feiten doen echter niets anders vermoeden dan dat het hier om „gewone‟ mensenhandelaren gaat die erop uit zijn om zo snel mogelijk geld verdienen. Volgens CoMensha (Coördinatiecentrum Mensenhandel) wordt mensenhandel van zowel vrouwen en mannen gekenmerkt door uitbuiting: […] mensen, vrijwillig of niet vrijwillig, laten werken en daar van profiteren, door de inkomsten af te nemen en ze onder mensonterende omstandigheden te laten werken. Dit kan gepaard gaan met dwang, geweld, chantage en misleiding.26 22
Terpstra en Van Dijke, 2005: p. 24. Bovenkerk e.a., 2004: p. 69. 24 Terpstra en Van Dijke, 2005. 25 Terpstra en Van Dijke, 2005. 26 CoMensha, 2006. 23
10
De gewelddadige loverboy die zijn slachtoffer misleid om in de prostitutie te werken, gebruikt in wezen dus dezelfde technieken als ordinaire mensenhandelaren. Tot slot blijkt uit het onderzoek van Bovenkerk e.a. dat de specifieke handelswijze van loverboys, zoals deze uit het clichébeeld naar voren komt, in werkelijkheid nauwelijks voorkomt. Naar aanleiding van hun gesprekken met de politie in Amsterdam concluderen zij dat prostituees op de Wallen altijd al vriendjes hebben gehad waarmee zij hun inkomsten delen. Daarnaast zeggen de politiemensen weinig „echte‟ loverboys tegen te komen tijdens hun werk. Ook het aantal meldingen van gevallen met het trefwoord „loverboy‟ ligt rond de vijftig, waarbij ook zaken zijn meegerekend van bezorgde ouders over weggelopen kinderen. Tevens is er volgens een respondent bij de zedenpolitie ook geen sprake van meer dwang waaronder meiden prostitueren. „Loverboys geldt als een modewoord‟. 27 Hetgeen opmerkelijk is aangezien een kenmerk van het nieuwe fenomeen van loverboys dwang en agressiviteit zouden moeten zijn. Als er daadwerkelijk sprake zou zijn van een nieuw verschijnsel, zou de politie hiervan een toename moeten kunnen constateren. 2.2.3 Het slachtofferprofiel Volgens MOVISIE kan in principe elk meisje slachtoffer van een loverboy worden maar zijn er een aantal categorieën meisjes die hier meer ontvankelijk voor zijn, de zogenaamde risicogroepen. Zij noemt het project Pretty Woman van Stade en Bureau Jeugdzorg Utrecht die voorlichting en hulpverlening aan risicomeiden met een aantal kenmerken van slachtoffers geeft en welke zodoende een slachtofferprofiel heeft opgesteld. Slachtoffers van loverboys zijn hierin vaak meiden die om verschillende redenen tijdens hun pubertijd conflicten hebben met hun ouders, zonder dat er sprake is van ernstige ouderproblematiek. Zij zijn zeer beïnvloedbaar als gevolg van verstandelijke beperking of een psychiatrisch beeld; zij hebben bijvoorbeeld een afhankelijkheidsstoornis in ontwikkeling of zijn licht verstandelijk gehandicapt. Daarnaast zijn er de meiden met een traumatische ervaring op het gebied van verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik. Verder zijn er slachtoffers die wel een meervoudige problematiek hebben als gevolg van ernstige ouderproblematiek; het meisje heeft in haar jeugd al van alles meegemaakt en heeft te maken met allerlei problemen zoals uithuisplaatsingen en schoolproblemen. Tot slot kan eergerelateerde problematiek een rol spelen.28 Dat niet alleen autochtone, zwakbegaafde meisjes slachtoffer kunnen worden van loverboys, wordt ook door Bovenkerk e.a. ondersteund. In hun onderzoek geven ze aan dat de meisjes niet alleen uit lagere sociale klassen komen maar dat ze ook uit middelbare, hogere en conventionele milieus afkomstig kunnen zijn. Ze kenmerken zich door onzekerheid, het hebben 27 28
Bovenkerk e.a., 2004: p. 33-34 MOVISIE, 2009: pp. 4-5.
11
van een „laag zelfbeeld‟ en zijn in hun verliefdheid verbazingwekkend naïef. De aangetroffen slachtoffers in Amsterdam zijn echter wel hoofdzakelijk van autochtone Nederlandse afkomst.29 Dit zou betekenen dat de representatie van de slachtoffers in de media enerzijds wel en anderzijds niet strookt met de werkelijkheid. Het blanke, autochtone meisje lijkt hierin gebaseerd op de realiteit, maar dat het enkel om zwakbegaafde slachtoffers zou gaan wordt hier weerlegd. Uit onderzoek van Terpstra en Van Dijke blijkt echter dat autochtone meiden onder de slachtoffers niet overduidelijk overheersend zijn. Zij hebben in 43 zaken 137 slachtoffers gevonden die getraceerd zijn door de politie. Van 34 procent is bekend of ze allochtoon of autochtoon is, dit zijn 47 meiden. Hiervan zijn er 27 allochtoon en 20 autochtoon. Bovendien is er van 19 zaken definitief bekend dat het om minderjarige meiden gaat, dit is een derde van alle zaken. Er is echter wel een mogelijkheid dat er meer gevallen zijn, maar het precieze aantal kan niet worden vastgesteld omdat het bij sommige zaken niet vermeld staat.30 Het beeld dat uit het onderzoek naar voren komt verschilt dus nogal van het in de media weergegeven beeld dat het om minderjarige, autochtone Nederlandse slachtoffers gaat. Het blijkt dat ook een aanzienlijk deel van de meiden een allochtone afkomst heeft en meerderjarig zijn.
2.2.4 Plaats Middelbare scholen, internet en disco‟s worden in de media als meest risicovolle plaatsen genoemd waar meiden worden gerekruteerd voor het werk in de prostitutie. Harde cijfers over de daadwerkelijke plekken waar loverboys hun slachtoffers vandaan halen blijken echter te ontbreken. In hun onderzoek naar het fenomeen in Amsterdam concluderen Bovenkerk e.a. dat er op de genoemde plekken wel meisjes in de stad worden geworven, maar dat het aantal daadwerkelijke gevallen betrekkelijk klein is. De bekende informatie wordt voornamelijk door de instellingen zelf naar voren gebracht maar wanneer verschillende bronnen naast elkaar worden gelegd, zijn daadwerkelijke cijfers moeilijk hard te maken.31 Dit wil echter niet zeggen dat dit ook voor de provincie geldt maar ook hier zijn geen betrouwbare cijfers over bekend. Internet blijkt steeds meer een succesvolle plaats om meisjes te ronselen. Uit een onderzoek van de politie Rotterdam-Rijnmond blijkt dat in de helft van de zaken slachtoffers via internet worden gevonden. Vooral sociale netwerksites en chatboxen zijn populair bij het ronselen van meisjes. Daders zoeken hun prooien uit op onder andere leeftijd, geslacht, foto‟s 29
Bovenkerk e.a., 2004: pp. 68-69 Terpstra en Van Dijke, 2005. 31 Bovenkerk e.a., 2004: p. 68. 30
12
en opleidingsniveau, waarmee ze een gelijkenis met pedofielen tonen. Overigens wordt dit gegeven ook door hulpverleningsorganisaties bevestigd.32
2.2.5 Het dominante perspectief Bovenkerk e.a. die in 2004 hun onderzoek publiceerden naar de aard en omvang van het probleem van de loverboys in Amsterdam concluderen dat de werkwijze van de jonge pooiers wel voorkomt, maar dat er geen reden is om het met een aparte term aan te duiden. Zij geven daarvoor drie redenen: het is geen nieuw verschijnsel; ze zijn niet zo veel relaties tegengekomen die voor de volle honderd procent voldoen aan het klassieke verhaal van de loverboy; het begrip van de loverboy is ontsproten aan de romantische fantasie van meisjes die zich los willen maken van hun souteneur en bij de hulpverlening een willig oor vinden. Deze laatste reden wordt onderbouwd door het eerder genoemde onderzoek van Burger en Koetsenruijter, waaruit blijkt dat de aangehaalde bronnen in actualiteitenprogramma‟s en kranten overwegend afkomstig zijn uit de directe omgeving van de slachtoffers. Zij laten zien dat 82,5 procent van de sprekers in uitzendingen van de publieke omroep deel uit maken van de groep van slachtoffers, hun familie en hulpverleners. Daarnaast blijken 43 procent van de geciteerde bronnen in krantenartikelen waarin geclaimd wordt dat loverboys een probleem zijn, afkomstig van hulpverleners en pressiegroepen. Dit staat tegenover 3,9 procent van politie en justitie in de tv-programma‟s en 14 procent in de kranten. Opvallend genoeg komen in zowel de tv-uitzendingen als in de kranten verdachten en daders, onderzoekers en nieuwsmedia zelf niet of nauwelijks aan het woord. Journalisten lijken de verhalen van de belangenbehartigers voor zoete koek te slikken en klakkeloos van elkaar over te nemen.33 Het is daarom niet vreemd dat het beeld dat ontstaan is over het fenomeen, de nadruk legt op het onschuldige, naïeve slachtoffer welke door monsterlijk, gewiekste figuren wordt misleid. Dat het perspectief van waaruit het verhaal in de media wordt verteld gedomineerd wordt door de slachtoffers en hun belangenbehartigers, geeft aan dat hier geen juiste, evenredige weergave van de werkelijkheid wordt gegeven. Het niet plegen van hoor en wederhoor door de journalisten maakt het voor de claimmakers gemakkelijk om hun kant van het verhaal te benadrukken waardoor zij het heersende beeld vormgeven.
2.2.6 Een complex fenomeen De hierboven genoemde bekende feiten en cijfers omtrent de loverboyproblematiek doet vermoeden dat het uitgedragen beeld in de media voor een groot deel wel gebaseerd is op de 32 33
Kanters en Zanetti, 2009: p. 8-10. Burger en Koetsenruijter, 2008: 46-48.
13
werkelijkheid. Echter, door de voorzichtigheid waarmee deze feitelijkheden worden gepresenteerd en het gegeven dat de omvang van het probleem lastig is vast te stellen, is te constateren dat het hier om een veel complexer fenomeen in de samenleving gaat dan de media, betrokkenen en belangengroepen doen voorkomen. Het is daardoor niet met zekerheid te bepalen of het beeld ook echt de daadwerkelijke stand van zaken representeert. Bovendien zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat het verschijnsel een nieuwe problematiek in de maatschappij weergeeft. De kenmerken die als specifiek worden gezien voor loverboys blijken grote overeenstemmingen te hebben met de manier waarop het CoMensha mensenhandel definieert. Waar echter wel wat over gezegd kan worden, is welke kenmerken typerend zijn voor het verhaal van de loverboy, het oerbeeld zoals het naar voren komt vanuit de media en welke culturele betekenis hierachter zit. Aan de hand van theorieën over mythevorming zal dit onderzoek voortgaan op juist dit punt. Er is namelijk een verbinding te maken tussen de sleutelelementen in het verhaal en het proces van mythevorming, waar onder andere het voortborduren op bestaande verhalen binnen de cultuur wordt verstaan. Omdat het verhaal van de loverboy niet simpelweg een onjuiste weergave van de werkelijkheid genoemd kan worden, is er een andere verklaring nodig om het beeld zoals deze in de media wordt uitgedragen, uit te leggen. In de volgende paragrafen zullen daarom allereerst de theorie over mythevorming en hoe deze van toepassing is op het loverboy-fenomeen, nader worden uitgelegd. Vervolgens kan een analysekader samengesteld worden om de verschillende mediaverhalen te onderzoeken.
2.3 Mythevorming De hypothese die in dit onderzoek wordt onderzocht, is dat het verhaal van loverboys in de media kenmerken vertoont van een mythe in de definitie van Barthes. Om dit te achterhalen zullen in de analyse verschillende mediaverhalen worden getoetst aan de hand van theorieën over mythevorming. In deze paragraaf zullen deze nader worden toegelicht, waarbij het perspectief van het wereldwijd herhaaldelijk geciteerde werk van Roland Barthes als uitgangspunt zal dienen.34 Zijn benadering van hedendaagse, culturele mythen in de samenleving komt voort uit een gevoel van ergernis. Dit wordt veroorzaakt door de vanzelfsprekendheid waarmee de pers, de kunsten en het gezonde verstand de werkelijkheid benaderen en als natuurlijk weergeven. De hedendaagse culturele mythe is immers te allen tijde historisch van aard.35
34 35
Barthes, 1957. Barthes, 1957: p 11.
14
Voortbordurend op het werk van de linguïst Ferdinand de Saussure die de betekenis van taaltekens bestudeerde, geeft hij een kritische benadering van de maatschappij waarbij hij taal in de breedste zin van het woord als een sociaal en cultureel verschijnsel beschouwt. Hieronder zullen eerst de ideeën van Barthes die als uitgangspunt voor zijn formulering van de mythe hebben gediend, worden verwoord. Vervolgens zal een genuanceerde definitie van het concept worden gegeven waarin het verhaal van de loverboy lijkt te passen. Volgens Bignell kunnen dezelfde principes die ten grondslag liggen aan De Saussures‟ semiotische studie van taalkundige tekens eveneens worden toegepast op de studie van visuele tekens, omdat beelden even zo goed als taal betekenis kunnen uitdragen. Dit is dan ook voor een groot deel wat Barthes heeft gedaan in zijn boek Mythologieën waarin hij de semiotiek van hedendaagse media analyseert. Aan de hand van verschillende voorbeelden zet Barthes uiteen hoe er betekenis komt in hedendaagse culturele uitingen. Hij onderzoekt verschillende mythes die zich in het dagelijks leven voordoen en legt daarmee de structuur bloot waarin ze worden gevormd. Ten eerste maakt hij hierin een onderscheid tussen denotatie en connotatie, de letterlijke en de geïmpliceerde betekenis van een teken waarbij de laatst genoemde voortkomt uit sociale ervaringen. Zo is een Rolls-Royce niet alleen een auto maar heeft het in onze maatschappij ook de connotaties van luxe en rijkdom (het is bekend dat het een dure auto is dus wordt het met geld geassocieerd). Het samenbrengen van de tekens en hun connotaties om een bepaalde boodschap uit te dragen, is het sociale fenomeen waar de mythe haar vorm krijgt. De mythe neemt als het ware een bestaand teken over en laat het op een nieuw niveau als betekenaar fungeren. 36 In de analyse zullen de denotatie en connotatie van verschillende kenmerken uit het fenomeen van loverboys worden achterhaald. Zo beschrijft het bijvoorbeeld de manieren waarop slachtoffers en daders worden neergezet, om vervolgens na te gaan wat de connotatie is die dit bepaalde beeld oproept. Het gaat hierbij om te duiden wat de tekens zijn en wat zij betekenen. Op deze manier wordt een verbinding gemaakt tussen kenmerken van het verhaal en het proces van mythevorming. Ten tweede noemt Barthes de mythe een door het publiek als natuurlijk beschouwde vorm van „spraak‟: zij is een communicatiesysteem, een boodschap. De mythe wordt gevormd door de manier waarop de boodschap gebracht wordt en de betekenis hiervan. Dit kan verbaal of visueel zijn, aangezien zowel taal als voorwerpen en beelden iets kunnen betekenen. Volgens hem bestaat de mythe op reeds bestaande semiotische ketens. Zij wordt als natuurlijk beschouwd doordat zij als het ware met de tweede betekenis de oorspronkelijke betekenis verdringt.37 36 37
Bignell, 2002: p. 16-17. Barthes, 1957: p. 254.
15
Barthes‟ formulering van het proces van mythevorming wordt door Wim de Pauw treffend als volgt samengevat:
[Barthes] stelt dat de mythe een list is die een oorspronkelijk teken gebruikt of misbruikt om er iets anders mee te betekenen. Tegelijkertijd voegt de mythe een tweede betekenis toe, meer nog, zij creëert een geheel nieuwe betekenis die de eerste betekenis als een parasiet leegzuigt, zodat deze ontvreemd en uitgehold wordt.38 Het gaat hier dus om een nieuwe betekenis die is gebaseerd op reeds bestaande culturele patronen. Doordat deze voorafgaande betekenissen worden overgenomen, aangepast en vernieuwd, wordt de mythe als een vanzelfsprekend gevolg van het verloop van het verhaal voorgesteld. Hierdoor lijkt het natuurlijk voor het publiek. Daarnaast stelt Barthes dat de mythe cultureel en historisch is gebonden en daarmee veranderlijk van aard is. Hij borduurt hiermee verder op De Saussure die het teken in de linguïstiek al refereerde aan zijn context.39 Een teken heeft geen universele betekenis maar kan per plaats en tijd verschillen en veranderen. In ieder culturele uiting is een verborgen betekenis te ontdekken die door middel van een structurele analyse kan worden blootgelegd. Deze verborgen betekenis wordt gevormd door de dominante ideologie en wordt hierdoor als natuurlijk beschouwd, terwijl deze in feite een sociaal, cultureel en historisch geconstrueerd beeld is.40 Loverboys construeren op deze manier de perceptie van het publiek op de werkelijkheid omdat zij in semiotisch opzicht als aparte categorie verschillend ten opzichte van andere criminelen en mensenhandelaren worden gezien. De betekenis van het woord „loverboy‟ is cultureel en maatschappelijk bepaald aangezien zij alleen bekend is in Nederland, België en een klein deel van Duitsland, maar niet in andere landen als Engeland of Frankrijk.41 Tot slot meent Barthes dat een mythe polysemantisch is: „[…] het is de lezer van de mythe die er de wezenlijke functie van moet openbaren.‟42 Dit maakt dat de mythe meerdere betekenissen kan bevatten en vatbaar is voor verschillende interpretaties.
De perceptie die Barthes geeft op de mythevorming van culturele uitingen in de maatschappij kan worden toegepast op het mythologische verhaal rondom het verschijnsel van loverboys. Niet alleen is er een historische verandering op te merken in dit verhaal van gedwongen prostitutie, maar is de term alleen al ambigu op zich. De term loverboy is namelijk van oorsprong geen Nederlands woord maar is een „gestolen‟ woord vanuit het Engels. Dit is waar 38
De Pauw, 2007: p. 173. Bignell, 2002: p. 5-6. 40 Barthes, 1957: p. 247-282. 41 Zie o.a. Bovenkerk e.a., 2004: p. 13-14; en Stichting Stop Loverboys NU!, stoploverboys.nu, juli 2010. 42 Barthes, 1957: p. 272. 39
16
De Pauw aan refereert met ontvreemding en uitholling van het eerste teken waarna een tweede nieuwe betekenis wordt gevormd. Bovenstaande interpretatie van de mythe zou de manier kunnen verklaren waarop de term loverboy alleen bekendheid geniet in Nederland, België en een deel van Duitsland. In hun onderzoek naar het fenomeen in Amsterdam geven Bovenkerk e.a. al aan dat de aparte benaming voor het op zichzelf staande probleem van de loverboy in landen als Engeland en Frankrijk niet bestaat.43 In het Engels betekent een loverboy niet meer dan: „an attractive young man, especially one who is someone‟s lover.‟44 Deze positieve, ietwat spottende definiëring van iemands vriendje laat niets anders te betekenen over dan dat het om een knappe jongeman gaat. Dit terwijl er in het Van Dale woordenboek in Nederland een loverboy als volgt wordt gedefinieerd: „lo·ver·boy [lovverboj] de; m -s jongen die een verhouding met een meisje begint om haar later tot prostitutie te dwingen‟45 De connotatie die „loverboy‟ in zich draagt binnen onze samenleving is duidelijk niet universeel maar schijnbaar tijd en plaats gebonden. Het proces van mythevorming welke door Barthes beschreven wordt, treedt in werking op het moment dat een loverboy een andere, dieperliggende betekenis krijgt in de samenleving dan alleen het knappe vriendje. Zoals eerder gesteld zou dat in Nederland eind jaren ‟90 zijn geweest toen een journalist voor het eerst de term gebruikte om daders in een prostitutiezaak aan te duiden waarbij de meisjes nog altijd verliefd waren. Vanaf dat moment is een loverboy niet meer alleen een knap vriendje, maar ook een jongeman die de liefdesrelatie met een meisje uitbuit om haar in de prostitutie te duwen. Deze toegevoegde betekenis aan een reeds bestaand Engels woord laat de eerste betekenis op de achtergrond verdwijnen en wordt als natuurlijk beschouwd door het publiek.
Een voorbeeld van de werking van de mythe zoals door Barthes beschreven wordt hieronder getoond:
43
Bovenkerk e.a., 2004: p. 13. MacMillan Dictionary. Free English Dictionary online. http://www.macmillandictionary.com/ Versie 17 mei 2010. 45 Van Dale. Van Dale Uitgevers, 2010. http://www.vandale.nl/vandale/ Versie 17 mei 2010. 44
17
De Engelse uitleg van het begrip is de eerste betekenis van de loverboy als een knappe jongeman die staat voor iemands mannelijke vriendje. Op het tweede niveau, dat van de mythe, is de letterlijke betekenis veranderd naar de nieuwe betekenis van de loverboy als een knappe jonge pooier welke meisjes de prostitutie in dwingt. Overal om ons heen in de maatschappij worden mythes dus constant gevormd en hervormd en moeten ze begrepen worden vanuit hun eigen specifieke culturele en historische context. De definitie van mythe die wordt gebruikt voor dit onderzoek is hierop gebaseerd maar gaat nog iets verder. Voor de analyse van het loverboy-verhaal in verschillende media is er van uitgegaan dat de mythe niet enkel een sociale en historische reconstructie is, maar dat mythevorming ontstaat wanneer gecommuniceerde verhalen voortborduren op bestaande basisverhalen in de samenleving. Hiermee is de mythe niet enkel een reconstructie of onjuist verhaal, maar heeft zij een diepere culturele aard. Deze achterliggende culturele betekenis zal tijdens de analyse in de volgende hoofdstukken aan de oppervlakte worden gebracht. Als de dader bijvoorbeeld altijd wordt neergezet als een jagende, buitenlandse jongen die op zoek is naar niets vermoedende blanke prooien, hoe valt dit cultureel te verklaren? Dit zal met name in het tweede deel van de analyse in hoofdstuk 4 aan bod komen.
2.4 Analysekader Om na te gaan welke elementen in de representatie van de loverboy overeenkomen binnen de verschillende mediagenres en op welke manier er sprake is van mythevorming, zullen de onderzoeksobjecten ieder op dezelfde manier worden geanalyseerd aan de hand van een aantal meetbare variabelen. In het analysekader wordt vastgesteld welke kenmerken van belang zijn om een antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. Hierbij worden steeds dezelfde
18
vragen gesteld en toegepast zodat elk materiaal op dezelfde manier wordt behandeld, en er geldende conclusies uit de interpretaties getrokken kunnen worden. Het doel van de analyse is om aan te tonen dat er een aantal basiselementen zijn binnen de verschillende mediaverhalen, de zogenaamde shared narratives.46 Na het praktisch onderzoek kunnen verbanden worden gevonden tussen de verschillende mediagenres maar ook binnen een genre op zich. Vervolgens kan er een verbinding gemaakt worden tussen de kenmerken van het verhaal en de theorieën van mythevorming. Wat zijn de tekens en welke betekenissen liggen hierachter? Welke signalen wijzen naar welke betekenissen? Ofwel: wat is de relatie tussen teken en betekenis? Als bijvoorbeeld het standaardbeeld het weerloze, naïeve slachtoffer is, welke tekens in film, documentaire, drama et cetera wijzen in die richting? De uitwerking van de analyse valt in twee delen uiteen die achtereenvolgend zullen worden toegelicht. In het eerste deel van de analyse, hoofdstuk 3, staat het basisverhaal centraal; het terugkerende patroon tussen en binnen verschillende mediagenres zal hierin naar voren komen (komt hieruit bijvoorbeeld naar voren dat de dader altijd Marokkaans is?). Het tweede deel van de analyse wordt in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt en geeft aan op welke manier deze shared narratives cultureel kunnen worden verklaard (wat betekent het dat het slachtoffer altijd op een bepaalde manier wordt neergezet?). „Het waarnemingsinstrument bepaalt met zijn instructies de interpretatieruimtes van de waarnemer.‟ In dit onderzoek is gekozen voor een meer interpreterende vorm van inhoudsanalyse, wat betekent dat het interpretatiekader alleen in globale termen in het waarnemingsinstrument wordt vastgelegd.47 Dit, omdat er gebruik wordt gemaakt van verschillende mediavormen en omdat nog moet worden aangetoond of er daadwerkelijk basiselementen voorkomen en op welke manier zij dan naar voren worden gebracht. Voortvloeiend uit het beschreven clichématige beeld van de loverboy en het theoretisch kader zijn er een aantal thema‟s die van belang zijn voor dit onderzoek. Zoals eerder beschreven wordt in de semiologie bestudeerd hoe bepaalde tekens in de samenleving betekenis krijgen. Bij mythevorming wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen denotatie en connotatie. Om tot de connotatie van loverboys en hun slachtoffers te komen moet daarom allereerst de focus worden gelegd op de denotatie. Dit zijn door Barthes beschreven tekens welke in het proces van de mythevorming op de tweede graad als betekenaar gaan fungeren. Het nieuwe teken dat vervolgens hieruit voortvloeit, is de mythe die als natuurlijk wordt beschouwd. Het is onmogelijk om alle beelden en tekens binnen een mediatekst te analyseren aangezien binnen de kleinste verhandelingen, bewoordingen en beelden eindeloze verschillende
46 47
Zie hiervoor Benedict, 1993: p.23-25, voor een beschrijving van slachtoffers van seksuele misdaden. Atteveld en Wester, 2006: p. 17-19.
19
interpretaties verbonden kunnen worden.48 Hieronder zullen daarom de belangrijkste elementen die een rol kunnen spelen bij de mythevorming van loverboys worden toegelicht.
Aan de hand van de volgende aspecten zullen de analyses worden uitgevoerd: -
Representatie van de dader: wat zijn de uiterlijke kenmerken, hoe valt zijn karakter te omschrijven?
-
Representatie van het slachtoffer: wat zijn de uiterlijke kenmerken, hoe valt haar karakter te omschrijven?
-
De relatie tussen dader en slachtoffer: is er in eerste instantie sprake van een liefdesrelatie? Is er sprake van dwang en uitbuiting?
-
Prostitutie: is er een bepaald moment waarop het slachtoffer gaat werken in de prostitutie? Is daarbij sprake van dwang?
-
De locatie waar daders hun slachtoffers vinden: hangt hij veel rond op schoolpleinen en sociale netwerksites en spreekt hij haar daar aan? Gebeurt dit in de provincie?
De mate waarin deze elementen binnen de onderzoeksobjecten voorkomen, geven een indicatie van in hoeverre er inderdaad sprake is van een basisverhaal rondom loverboys en stereotypering omtrent de daders en slachtoffers. De gebruikte kwalitatieve onderzoeksmethode biedt de mogelijkheid om de patronen en verbanden aan te geven die het fenomeen construeren. Intuïtief en vanuit de literatuur blijkt er namelijk sprake te zijn van bepaalde structuren waarmee (seksuele) misdaden in de media worden gebracht en welke door het publiek als vanzelfsprekend worden aangenomen. De media houden bepaalde mythes in stand onder andere doordat ze dan herkenbaar zijn voor het publiek.49
48
Atteveldt en Wester, 2006: p. 19. Zie hiervoor bijvoorbeeld het werk van Benedict, 1993, waarin zij stelt dat de media bestaande verkrachtingsmythes in stand houden. 49
20
3. ANALYSE DEEL I: ONDERZOEKSOBJECTEN In dit hoofdstuk wordt het praktische deel van de analyse uitgevoerd. De acht onderzoeksobjecten zullen ieder afzonderlijk besproken worden rondom de vijf thema‟s die zijn aangegeven in paragraaf 2.5. In tabel 1 is een samenvattend overzicht opgenomen van de uitkomst van de analyse en is te vinden in bijlage 2. De verschillende genres geven een algemene beeldvorming van het maatschappelijke probleem rondom loverboys. Er is voor gekozen om een onderscheid te maken tussen de genres fictie, non-fictie en documentaire. Documentaire wordt als een apart genre beschouwd omdat het de scheidslijn tussen fictie en non-fictie doet vervagen door technieken vanuit de filmkunst te gebruiken om een waar gebeurd verhaal met echte mensen te vertellen. Suzanne de Groot definieert de documentaire als: […] een subjectieve en creatieve interpretatie van fragmenten uit de werkelijkheid, waarbij de maker middels het uitdragen van zijn eigen visie bij de toeschouwer betrokkenheid en een maatschappelijk bewustzijn wil stimuleren.‟50 Het draagt daarmee niet de absolute realiteit uit, maar geeft door de gekozen invalshoek en genre een bepaald perspectief op delen uit de werkelijkheid en probeert hiermee het publiek middels argumentatie van deze visie te overtuigen.
De volgende onderzoeksobjecten worden besproken: Fictie: 1. Loverboy (Lodewijk Crijns, 2003). 2. Fok Jou! (NPS, 18 maart 2006 - 25 april 2006). 3. Loverboy & Girl. Joost Heyink, 2004. Non-Fictie: 4. Beware of loverboys (EO, 2006) . 5. Man/Vrouw (EO, 26 april 2001). 6. Echte mannen eten geen kaas. Maria Mosterd, 2008. Documentaire: 7. Loverboys (Roy Dames, 2008). 8. Mijn loverboy: het echte verhaal (Tamme de Leur, 2010).
50
De Groot, 2004: p. 9.
21
Het onderzoeksmateriaal is gekozen middels een steekproef. In de selectie zijn omwille van de haalbaarheid en de aard van de objecten krantenberichten en nieuwsuitzendingen niet opgenomen. Dit, omdat deze zich bijna dagelijks voordoen en zeer beknopt zijn in omvang. Om basisstructuren te kunnen herkennen en aan te duiden binnen een mediaverhaal, is het van belang een onderzoeksobject te analyseren met een redelijke omvang. Bovendien zou de methode van een steekproef hierbij niet representatief zijn gezien de aantallen van de berichten. Twee of drie uitzendingen zullen immers niet het volledige aanbod redelijkerwijs kunnen weergeven.
De onderstaande paragrafen geven een analyse van de geselecteerde mediaverhalen rondom het fenomeen van loverboys.
3.1 Fictie In deze paragraaf zijn drie onderzoeksobjecten opgenomen die vallen onder het genre fictie. Het gaat hier om de tv-film Loverboys, de dramaserie Fok Jou!, en de jeugdroman Loverboy & Girl. De tekens die interessant zijn voor de analyse van de eerste twee zijn voornamelijk de visuele en auditieve aspecten, terwijl het bij de jeugdroman voornamelijk op woordkeus en beschrijving gericht zal zijn. Echter, bij alle objecten is de structuur van het verhaal en de manier waarop het naar het publiek gebracht wordt van belang.
3.1.1 Loverboy Loverboy is een speelfilm van Lodewijk Crijns die geproduceerd is voor de televisie. De film is meerdere malen uitgezonden op de publieke omroep door de VPRO maar werd voor het eerst op 12 april 2003 uitgezonden. De televisiefilm gaat over de zeventienjarige Denise die valt voor de stoere Michael met veel geld. Deze is er echter alleen op uit om haar in de prostitutie te brengen en haar zodanig uit te buiten om financieel van haar te profiteren. Denise wordt verliefd en denkt met Michael een toekomst op te kunnen bouwen. Zodra ze uit eigen beweging in de prostitutie werkt, komt ze erachter wie Michael werkelijk is en loopt ze bij hem weg.51
Representatie van de dader Michael en zijn vrienden representeren de loverboys in deze film. Het zijn allen goed verzorgde jongens met een lichtgetinte huidskleur, mooie kleding en imponerende spullen zoals een dure 51
De volledige beschrijvingen van de onderzoeksobjecten zijn te vinden in de digitale versie. Van deze film is er echter wel de beschrijving als voorbeeld toegevoegd in bijlage 3.
22
auto en boot. Michael neemt Denise regelmatig mee naar exclusieve clubs en koopt kleding, sierraden en cadeaus voor haar. Hij heeft een luxe levensstijl waarin hij champagne drinkt en veel geld uitgeeft. Het blijkt dat hij samen met zijn vrienden een netwerk vormt die een uitgedacht stappenplan hanteren om meisjes voor hen in de prostitutie te laten werken. Ze palmen het slachtoffer in door haar aandacht en dure cadeaus te geven en zich op te werpen als beschermer. Wanneer zij verliefd is en haar sociale banden heeft afgesneden, dwingen ze haar subtiel het vak in. Een enkele keer komt fysiek geweld voor. Dit is wanneer Denise gestopt is met het werk.
Representatie van het slachtoffer Het verhaal wordt vanuit het personage van Denise verteld. Zij is een blank meisje met lang blond haar en uitdagende kleding; ze draagt korte rokjes, laag uitgesneden topjes, hoge hakken, grote oorbellen en veel make-up. Ze is zeventien jaar, zit in haar eindexamenfase en doet het goed op school wanneer ze haar loverboy ontmoet. Denise heeft een moeilijke thuissituatie zonder vaderfiguur en woont met haar moeder en zieke tante in een buitenwijk van de stad. Ze kijkt veel muziekzenders, is opstandig en heeft een grote mond. Wanneer ze verliefd wordt op Michael raakt ze emotioneel afhankelijk van hem, spijbelt ze van school en loopt weg van huis. Om zijn zogenaamde schulden af te betalen heeft ze seks met derden en denkt ze vrijwillig te beginnen met het prostitutiewerk. Zij is naïef in haar vertrouwen in Michael en gelooft zijn leugens.
De relatie De relatie tussen dader en slachtoffer is overduidelijk een liefdesrelatie. Het begint als een „gewone‟ relatie waarin ze samen leuke dingen doen en seks hebben. Dit blijkt echter onderdeel te zijn van het vooraf opgezette plan van Michael om Denise onder subtiele dwang en handelingen in de prostitutie te brengen en hier financieel van te profiteren. Hierdoor wordt de verhouding door de dader als hulpmiddel gebruikt om geld te verdienen.
Plaats van rekrutering De plaats waar Denise haar loverboy leert kennen is een kledingwinkel in de stad. Nadat haar vriendinnen de winkel zijn uitgegooid blijft ze alleen, met een jurk aan die ze niet kan betalen. Michael doet dan alsof hij haar vriendje is en betaalt de jurk voor haar.
23
Prostitutie Denise begint met het prostitutiewerk omdat Michael zegt veel schulden te hebben. Hij komt met het idee maar zij stelt voor het daadwerkelijk te doen, waardoor het lijkt alsof zij uit eigen beweging als prostituee gaat werken. In eerste instantie gaat ze met vrienden van hem naar bed. Vervolgens heeft ze tegen betaling seks met vreemden in een hotelkamer en prostitueert zij zich op de tippelzone. Het vele geld dat ze hiermee verdient staat ze af aan Michael. Het gegeven dat Denise zich in hotelkamers en op de tippelzone prostitueert, geeft aan dat zij in de illegaliteit werkt. Op deze plaatsen hoeft zij zich immers niet te legitimeren en is er weinig toezicht. We zien haar bijvoorbeeld niet achter de ramen werken.
3.1.2 Fok Jou! Fok Jou! is een 5-delige dramaserie van Hanro Smitsman en is geproduceerd voor de publieke omroep. De serie is uitgezonden door de NPS tussen 28 maart en 25 april 2006. Het verhaal gaat over de veertienjarige Anna die, nadat ze het heeft aangelegd met een stel zogenaamde loverboys, in de jeugddetentie belandt. Door haar gedrag wordt zij door hulpverleningsinstanties gezien als een risicomeisje dat in het loverboycircuit zou kunnen belanden en om die reden wordt ze uit huis geplaatst.
Representatie van de dader In deze serie worden de loverboys niet expliciet als zodanig benoemd. Er is echter wel een duidelijke aanwijzing dat bepaalde figuren als loverboy gezien moeten worden door het publiek: Mo en zijn vrienden, de jongens waarmee Anna veel omgaat en die onder andere de aanleiding zijn voor haar uithuisplaatsing; en Khalid, een Marokkaanse jongen die strafrechtelijk gevangen zit in de jeugdgevangenis en die op een gegeven moment Anna‟s vriendje wordt in de jeugdgevangenis. Mo is een Marokkaanse jongen met een auto waarmee hij Anna van school ophaalt en wegbrengt. Hij blowt, draait r&b muziek en neemt haar mee naar afgelegen plaatsen buiten de stad en naar zijn vrienden. Dat hij haar overlaadt met aandacht, valt op doordat ze regelmatig met hem aan het sms‟en of bellen is. Hij geeft haar parfum cadeau en hangt rond voor haar huis. Daarnaast wordt gesuggereerd dat Mo en zijn vrienden zich bezighouden met andere criminele praktijken. Het lijkt erop dat zij elkaars vrienden aan elkaar uitlenen want een “vriend van een vriend” wil graag met Anna naar bed. Ook willen ze allemaal seks met haar beste vriendin wanneer die dronken is. Bovendien wordt gesuggereerd dat de jongens zich bezighouden met drugshandel. Anna moet op een gegeven moment namelijk “geld maken” door die “sossa” ergens mee naar binnen te nemen. “Sossa” is straattaal voor cocaïne. 24
Khalid is een getrainde, goeduitziende Marokkaanse jongen met lang haar. Hij is charmant, heeft praatjes en werpt zich op als beschermer. Hij is echter ook agressief en uit dreigementen naar Anna. De daders worden in zoverre stereotiep neergezet dat ze een Marokkaanse etniciteit en een goed verzorgd uiterlijk hebben. Daarnaast zijn ze crimineel en hebben ze een groep vrienden om hun heen. Bovendien geeft het dralen van Mo voor Anna‟s raam aan dat hij haar in de gaten houdt en probeert hij haar in te palmen met zijn auto, muziek en cadeautjes. Wanneer Khalid en Anna elkaar voor het eerst ontmoeten, probeert hij haar voor zich te winnen door zich als beschermer op te werpen. In een later stadium is hij tevens agressief en bedreigt hij haar.
Representatie van het slachtoffer Het verhaal wordt vanuit het personage van Anna verteld. Zij wordt gezien als een risicomeisje dat in handen zou kunnen vallen van loverboys waardoor zij het beeld van het slachtoffer representeert. Anna is een blank meisje met uitdagende kleding: ze draagt korte rokjes met laarzen, topjes en heeft grote oorbellen in. Ze is nog minderjarig en heeft vaak problemen. Haar vader is niet in beeld en ze ligt regelmatig in conflict met haar moeder. Ook heeft ze binnen vijf jaar al zes verschillende scholen versleten, steelt ze, is ze agressief en heeft ze een grote mond. Ze komt vaak nachtenlang niet thuis en spijbelt van school. Ze voelt zich aangetrokken tot oudere, buitenlandse jongens. Daarnaast gebruikt ze regelmatig softdrugs en kijkt ze naar muziekzenders. Anna is naïef in haar omgang met foute jongens. Ook in de gevangenis lijkt ze haar lesje nog niet geleerd te hebben; ze gaat een relatie aan met de criminele Khalid ondanks dat het verboden is door de leiding. Aan de andere kant voldoet Anna ook weer niet helemaal aan het standaardbeeld van het naïeve en onschuldige slachtoffer. Ze is namelijk niet bang om tegen de jongens in te gaan en kan zelfstandig beslissingen nemen.
De relatie Aan de vriendschap en liefdesrelaties die Anna aangaat met haar „loverboys‟ wordt niet al te veel aandacht besteed. Dit ligt in het verlengde van het gekozen perspectief van de vertelling en het karakter dat van haar wordt geschetst. Het verhaal wordt vanuit Anna verteld en benadrukt de consequenties van haar opstandig gedrag. De jongens spelen maar een zijdelingse rol in het verhaal en komen zelf vrij weinig aan het woord. Lege condoomverpakkingen in haar broekzak en een scène achter in de auto bij Mo, wijst erop dat Anna op jonge leeftijd al seksueel contact heeft. Een enkele keer zien we (een poging tot) dreiging en onderdrukking van de loverboy richting Anna. Khalid probeert dan zijn doel te bereiken door haar te bedreigen. 25
Plaats van rekrutering De plaats waar loverboys hun slachtoffers oppikken speelt in deze serie geen grote rol. Wel zijn er een aantal aanwijzingen die doen vermoeden wat de risicoplaatsen zijn. Zo speelt de gehele serie zich af in een buitenwijk van Amsterdam. Dit weten we door de afgelegen metrostations waar Anna zich wel eens bevindt en de omgeving waarin ze woont. Hoewel we niet weten hoe Anna Mo ontmoet heeft, zien we haar steeds met hem op straat hangen en niet bij haar thuis of naar uitgaansgelegenheden gaan. Dit geeft aan dat de afgelegen plaatsen op straat plekken kunnen zijn waar loverboys zich bevinden omdat ze hier zonder toezicht zijn.
Prostitutie In de serie is geen nadrukkelijke sprake van prostitutie en dwang tot seks. Wel wordt gesuggereerd dat Anna en haar vriendin in het voorstadium zitten van het klaarstomen voor het prostitutiewerk doordat de jongens allemaal misbruik maken van Anna‟s vriendin wanneer zij dronken is. Een kenmerk uit het stereotiepe beeld van slachtoffers van loverboys is dat zij eerst seks hebben met hun „vriendje‟ waarna ze, al dan niet onder invloed, seks met anderen moeten hebben en groepsverkrachtingen regelmatig voorkomen zodat zij het meisje kunnen chanteren. Bovendien wil een “vriend van een vriend” seks met Anna. Dit wordt ook vaak aangegeven als een fase voordat het slachtoffer in de prostitutie gaat werken; eerst met vrienden en kennissen het bed delen voordat ze het „echte‟ werk kan gaan doen.
3.1.3 Loverboy & girl Loverboy & girl is een jeugdroman geschreven door Joost Heyink en voor het eerst uitgegeven in 2004. Het verhaal dat in het boek wordt verteld, gaat over de zeventienjarige Fanny die na haar bijbaantje regelmatig afspraakjes met Jeff heeft, waarvan zij weet dat hij een loverboy is. Ze is nieuwsgierig naar de werk- en levenswijze van deze jongens omdat haar beste vriendin Toos enkele jaren daarvoor slachtoffer is geworden van een loverboy en uit haar leven is verdwenen. Ze wil daarom een rapport schrijven en deze naar de krant sturen om zo meer aandacht voor het onderwerp te krijgen en zelf mee te maken hoe het is om ingepalmd te worden door een loverboy. Representatie van de dader De daders worden in het boek omschreven als “geraffineerde versierders”, jagers op zoek naar kwetsbare prooien: „Ze moest zich voortdurend ervan bewust blijven dat die jongens, en de mannen erachter, op jacht waren naar kwetsbare meiden. Schoften waren het.‟ 26
De loverboys blijken deel uit te maken van een goed georganiseerde, hiërarchische organisatie waar een oudere Nederlandse man de directeur is. Onder hem leiden werknemers jonge jongens op tot loverboys. De “cursisten” leren tijdens de “opleiding” in verschillende fases het uitgedachte stappenplan om een meisje in de prostitutie te brengen. In een later stadium mag “gepaste dwang” (fysiek geweld) gebruikt worden. Als deze “druk” niet werkt dan hebben ze ook altijd nog allerlei gekleurde “pilletjes”. Het valt op dat de loverboys allemaal buitenlandse namen hebben: Mario, Güntha, Igor, Ramsi, Jeff, Abdel. Güntha wordt in het boek ook wel “De Slager” genoemd en is degene die “druk” uitoefent. Het is een kolossale man met grote handen en borstelig haar als een militair. De opgeleide loverboys krijgen allemaal dure materiële zaken om de meisjes te imponeren: ze rijden dure scooters met mp3 en boxjes, ze dragen dure kleding zoals leren jasjes en ze hebben een mooi appartement. Daarnaast proberen ze de meisjes in te palmen door te smijten met geld en dure cadeautjes te geven. Zo betaalt Jeff regelmatig de drankjes van Fanny en geeft hij haar een dure ketting cadeau. De paarse, gele of blauwe pilletjes die de loverboys als laatste truc achter de hand houden staan voor de drugs die gepaard gaan met loverboypraktijken. Het gebruik van geestverruimende middelen is volgens het stereotypische beeld geen uitzondering binnen het loverboycircuit.
Representatie van het slachtoffer In de jeugdroman komt naar voren dat eigenlijk ieder meisje slachtoffer kan worden van een loverboy. Hoewel hoofdpersonage Fanny erg slim is en over komt alsof ze weet wat ze doet, blijkt ze toch langzamerhand in de gewiekste trucjes van loverboy Jeff te trappen. Menigmaal raakt ze in de war met haar gevoel en verstand en moet zij zichzelf tot de orde roepen. Dit geeft aan dat tienermeisjes weerloze slachtoffers zijn die hun gevoel niet onder controle hebben. Daarnaast zijn de slachtoffers overwegend autochtoon. Fanny wordt omschreven als een blank meisje met kort rood haar en ook Toos is een oer-Hollandse naam. Bovendien worden ze neergezet als naïef, kwetsbaar en onschuldig. Met hun gewiekste versiertrucs weten de loverboys de meisjes zodanig in te palmen dat deze niets vermoedend in een criminele organisatie terecht komen. Een signaal dat wijst op de onschuldigheid van het slachtoffer is het gegeven dat zij een „goed‟ leven leidt; ze werkt voor haar geld, komt nooit in de problemen en gaat braaf naar school. Verder komt het initiatief vanuit de dader die het meisje uitzoekt. Overigens wijst de naam Toos ook op onschuldigheid omdat deze “rein” en “zuiver” betekent.52
52
Zie www.babybytes.nl versie 14 juni 2010.
27
De omschrijving van Toos vormt het prototype van het slachtoffer. Zij kreeg een vriendje met dure kleding die haar veel aandacht gaf. Vervolgens is zij zich heel anders gaan gedragen en verwaterde het contact met haar vriendin.
De relatie De manier waarop de relatie tussen loverboy en slachtoffer wordt neergezet in het boek heeft grote overeenkomsten met het stereotype beeld. Allereerst probeert de jongen het meisje voor zich te winnen door haar te imponeren met dure spullen en veel geld en ontstaat er een vriendschap. De vriendschap mondt uit in een relatie en het meisje heeft haar gevoelens niet meer in de hand door verliefdheid. Wanneer de relatie is opgebouwd komt de manipulatie, agressie, uitbuiting en geweld. Doordat het verhaal om de relatie tussen Fanny en Jeff draait, legt het de focus op de werkwijze van loverboys om een meisje zo ver te krijgen dat ze als prostituee gaat werken. Er wordt duidelijk gemaakt hoe groot de invloed is van (schijnbare) liefde bij de manipulatie van kwetsbare meisjes.
Plaats van rekrutering De plekken waar de loverboys hun slachtoffers maken zijn zorgvuldig uitgezocht. Het zijn allemaal plaatsen in de binnenstad waar veel meisjes komen, zoals in de discotheek, in een snackbar of coffeeshop. Dit wijst erop dat in principe elke meisje waar dan ook ten prooi kan vallen aan loverboys die hun slachtoffers nauwkeurig uitkiezen.
Prostitutie Dat het prostitueren van kwetsbare meisjes een lucratieve business is, wordt duidelijk door de manier waarop de criminele organisatie van loverboys is beschreven. De baas van de organisatie is een dikke man die miljoenen verdient en allerlei investeringen in vastgoed in het buitenland heeft. Ook heeft hij dure whisky, een luxe appartement en kan hij zijn werknemers voorzien van dure spullen als scooters en videoschermen. Dit zijn tekens van welvaart. Daarnaast komt het daadwerkelijke prostitueren niet expliciet naar voren maar worden er wel allerlei aanwijzingen gegeven dat dit het doel is van de organisatie. Volgens het stappenplan van de opleiding moet het meisje uiteindelijk het geld terug betalen dat aan haar is uitgegeven. Als meisjes dwarsliggen hebben ze soms “een duwtje” nodig. Dit wijst op het geweld en de dreigementen die loverboys gebruiken om de meisjes in de prostitutie te krijgen en houden.
28
3.2 Non-Fictie In deze paragraaf zijn drie onderzoeksobjecten opgenomen die vallen onder het genre nonfictie. Het gaat hier om de voorlichting dvd Beware of loverboys, het praatprogramma Man/Vrouw en het biografische boek Echte mannen eten geen kaas. De tekens die interessant zijn voor de analyse van de eerste twee zullen voornamelijk de visuele en auditieve aspecten behelzen, terwijl het bij het biografische boek voornamelijk op woordkeus en beschrijving gericht zal zijn. Ook hier is bij alle objecten de structuur van het verhaal en de manier waarop het naar het publiek gebracht wordt van belang.
3.2.1 Beware of loverboys Beware of loverboys maakt onderdeel uit van het preventiepakket dat opgezet is door de hulpverleningsorganisatie Het Scharlaken Koord en kan online worden besteld door docenten zodat zij er een les aan kunnen wijden. De dvd is uitgegeven door de Evangelische Omroep in 2006 en bestaat uit drie onderdelen: twee afleveringen van het programma Jong, waar in iedere aflevering twee slachtoffers van loverboys voorkomen die vertellen hoe zij door hun loverboy tot prostitutie werden gedwongen; en een aflevering van Knevel op zaterdag, waarin ouders over hun ervaringen met loverboys praten.
Representatie van de dader Het beeld dat van de daders geschetst wordt, is vormgegeven door middel van reconstructies en de verhalen van de slachtoffers. Een enkele keer is in een reconstructie te zien hoe een lichtgetinte jongen met een petje voor het peeskamertje van zijn vriendin staat te wachten en haar het geld afhandig maakt, maar verder komen zij zelf niet in beeld. Tevens worden zij niet bij naam genoemd maar als “vriend” of “loverboy” betiteld. Alleen bij slachtoffer Fiona is duidelijk dat hij Waldo heet door de tatoeage die ze van hem heeft. Het zijn ofwel Marokkaanse ofwel Antilliaanse jongens. Alle jongens brengen het slachtoffer door middel van manipulatie, dreigementen en geweld in de prostitutie om vervolgens hen de verdiensten afhandig te maken. Vooral in de afleveringen van Jong (EO, 2001/2003) worden de loverboys beschreven als mooie, lieve jongens met veel goud, dure jassen en auto‟s. Zodra zij het meisje emotioneel afhankelijk hebben gemaakt, verandert hun gedrag en gaan ze geweld en dreigementen gebruiken. Omdat het meisje verliefd is laat ze het gebeuren en kunnen ze misbruik van haar maken. Verder worden suggesties gewekt van criminaliteit doordat slachtoffers bijvoorbeeld vertellen dat zij pistolen bezitten waarmee zij dreigen.
29
Representatie van het slachtoffer De verhalen worden verteld vanuit de perspectieven van de slachtoffers. Het zijn allen blanke en Nederlandse meisjes op Theresa na. Zij is Nederlands met een Moluks uiterlijk. De meiden worden allen als naïef en onschuldig neergezet. Hun eigen verantwoordelijkheid en gedrag wordt buiten beschouwing gelaten. Daarbij worden zij neergezet als weerloos omdat de loverboys hen zo in hun greep hebben dat zij naar eigen zeggen niets anders konden doen dan hetgeen de jongens wilden. Volgens hen weten loverboys precies hun zwakke plek te vinden. Het geweld en de dreigementen maken hen bang en benadrukken de weerloosheid en onschuldigheid van het slachtoffer. Verder is het opvallend dat alle meiden nog minderjarig zijn wanneer zij hun loverboy ontmoeten.
De relatie Op de dvd wordt heel duidelijk het verhaal neergezet dat begint als “een sprookje”. De meiden denken de liefde van hun leven te hebben ontmoet, die aandacht voor hen heeft en leuke dingen met ze doet. Wanneer ze helemaal ingepakt en verliefd zijn, dwingen de loverboys hen tot prostitutie om het geld terug te betalen dat aan hen is uitgegeven. Het blijkt dat de jongens van te voren al het plan hebben gehad de meiden uit te buiten door hen in de prostitutie te dwingen. Doordat ze emotioneel afhankelijk zijn van hun loverboy zijn de slachtoffers gemakkelijk te manipuleren en te chanteren.
Plaats van rekrutering De plaats waar de meiden hun loverboys ontmoeten wordt niet expliciet genoemd. Door de verhalen van de meiden wordt echter de suggestie gewekt dat zij elkaar ontmoeten bij school of bij andere vrienden.
Prostitutie In de verschillende uitzendingen op de dvd komt duidelijk naar voren dat de loverboys hun slachtoffers voor het werk in de prostitutie verleiden of eigenlijk misleiden door eerst een liefdesrelatie met hen aan te gaan. Het wordt beschreven als een beginnend “sprookje” en de jongens doen allerlei leuke dingen met de meiden en overladen hen met cadeautjes, sierraden en aandacht. Wanneer het meisje verliefd is, begint de uitbuiting. Beelden van roodverlichte ramen en donkere straten met koplampen van auto‟s representeren het prostitutiewerk in de reportages. Meisjes in ondergoed staan achter de ramen en geven geld af aan jongens. Daarnaast vertellen alle slachtoffers dat zij door hun loverboy door middel van geweld, agressiviteit en dreigementen gedwongen werden zich te prostitueren.
30
Verder word de prostitutie in de reportages en in de studio genoemd als inkomstenbron van de jongens.
3.2.2 Man/Vrouw Man/Vrouw is een serie wekelijkse praatprogramma‟s waarin betrokkenen en deskundigen in de studio praten over diverse onderwerpen en de rol van hun geloof daarbij. Deze uitzending heeft de afleveringstitel “Jonge meisjes in de prostitutie” en is uitgezonden op 26 april 2001 door de EO. De twee presentatoren praten met de volgende vier ervaringsdeskundigen: Hermien de Vries, vertrouwenspersoon van slachtoffer Petra; Toos Heemskerk, zij is hulpverlener van Het Scharlaken Koord en heeft dagelijks te maken met meisjes die op de wallen als prostituee werken; Peter Huybrechts, hij werkt voor de politie Utrecht en vertelt over de achtergrond van meisjes die in de prostitutie werken en hoe moeilijk het is om ze daaruit te krijgen; en Mariska Eekhof, leerkracht op een middelbare school waar ze een preventieproject over loverboys zijn gestart. Naast de studiogesprekken zijn er enkele reportages die aanleiding vormen voor gesprekken tussen de gasten en presentatoren.
Representatie van de dader In dit praatprogramma wordt het beeld van de dader alleen via reconstructies en verhalen van deskundigen geschetst. Zelf komt de dader niet aan het woord. In korte eerste beelden is hij blank, heeft hij een auto en weet hij feilloos het zwakke meisje uit de groep te pikken. In de daaropvolgende reconstructies wordt hij telkens als gewelddadig, agressief en met een lichtgetinte huidskleur neergezet. De deskundigen zijn het er allen over eens dat ze zeer “geraffineerd” en “crimineel” zijn. De werkwijze van de jongens gaat volgens Heemskerk in etappes. Eerst zorgen ze ervoor dat ze het meisje voor zichzelf winnen door ze geestelijk aan hen te binden. Ze zorgen ervoor dat zij alle sociale contacten afsnijdt en de familiebanden losmaakt. Ook werpt hij zich op als beschermer. Fysieke dwang wordt in eerste instantie niet gebruikt maar komt in een later stadium. Verder wordt er door de studiogasten verteld dat drugs en wapens ook geregeld meespelen en dat er illegale daders zijn. Bovendien “brandmerken” ze hun slachtoffers met tatoeages waardoor ze gemakkelijk weer op te sporen zijn mochten ze uit het circuit willen gaan. De jongens maken deel uit van een netwerk en houden hun slachtoffers en die van anderen goed in de gaten. Tevens worden ze neergezet als “snelle” en “mooie” types en de lerares van een middelbare school vertelt dat er dure auto‟s voorbij het schoolplein rijden en meisjes opeens allerlei dure cadeautjes krijgen. 31
Representatie van het slachtoffer Het beeld van het slachtoffer wordt eveneens alleen via reconstructies en de verhalen van deskundigen geschetst. Hierbij gaat het altijd om een Nederlands kwetsbaar meisje. Het slachtoffer is minderjarig, onschuldig en naïef. Zij is kwetsbaar doordat ze uit een gebroken gezin komt, een achterstand heeft, seksueel getraumatiseerd is of weinig aandacht krijgt. Ze stralen in de pubertijd onzekerheid uit en vallen net buiten de groep of zijn iets dikker. Het zijn onschuldige “moderne slaven” die voor de geraffineerde werkwijze van de loverboys vallen. Ze zijn gevoelig voor een bepaald soort aandacht en zijn op zoek naar een dominant figuur. Wanneer ze zich eenmaal in het circuit bevinden, komen ze er niet zomaar meer uit. Ze zijn emotioneel afhankelijk van de jongens en verliefd. Ook gaan ze zich volgens Heemskerk ineens heel sexy kleden. Ze dragen strakke truitjes met de bedoeling om de aandacht van mannen te trekken en uit te dagen. Vaak komt het meisje laat thuis en weten de ouders eigenlijk niet precies waar ze uithangt.
De relatie In de uitzending wordt duidelijk dat de meisjes emotioneel afhankelijk worden gemaakt door de aandacht en liefde die ze krijgen van de jongens. Er lijkt in eerste instantie dus sprake te zijn van een liefdesrelatie, waarna het slachtoffer door middel van geweld en manipulatie uitgebuit kan worden en de prostitutie in kan worden geduwd.
Plaats van rekrutering In de reportages wordt de suggestie gewekt dat de loverboys hun slachtoffers voor het eerst benaderen op recreatieve plekken als een bar. Vanuit zijn auto heeft de jongen het meisje al op het schoolplein zien staan en later komt hij in een café naar haar toe. Ook De Vries zegt dat slachtoffer Petra haar loverboy op een publieke plek heeft ontmoet, namelijk de stad Groningen.
Prostitutie Beelden van roodverlichte ramen in de reportages representeren het prostitutiewerk. Meisjes in ondergoed staan achter de ramen en geven geld af aan jongens. Verder word de prostitutie in de reportages en in de studio genoemd als inkomstenbron van de jongens. Alle deskundigen zijn het erover eens dat geweld, chantage en dreigementen een veel gebruikt middel is van loverboys om hun slachtoffers in de prostitutie te laten werken. Bovendien wordt ook gesteld dat een relationele verhouding het opstapje is voor de jongens om de meisjes zo ver te krijgen zich te prostitueren. Volgens Toos komen de meisjes die in de stad achter de ramen werken niet alleen uit de stad zelf maar vanuit het hele land. Dit wijst erop dat ieder meisje in principe ten prooi kan 32
vallen aan een loverboy en dat het niet uit maakt of het een provinciedorp of een stad is waar het gebeurt.
3.3.3 Echte Mannen Eten Geen Kaas Echte Mannen eten geen kaas is het zelf geschreven verslag van Maria Mosterd over de tijd dat zij in handen was van een loverboy. Het boek is voor het eerst uitgegeven in februari 2008. Hoewel er ten tijde van het schrijven van deze scriptie ontzettend veel twijfels in de media naar buiten worden gebracht over de authenticiteit en het waarheidsgehalte van het verhaal, is het voor de analyse niet van belang in hoeverre het boek geheel of ten dele realistisch is. De sleutelelementen die binnen verschillende mediaverhalen worden onderzocht, kunnen ook toepasbaar zijn op dit boek waardoor de vergelijking met andere genres waarschijnlijk juist interessanter wordt. In het boek vertelt Maria zelf hoe ze vier jaar lang in handen is geweest van haar loverboy Manou. Zij is nog maar twaalf wanneer zij hem op haar eerste schooldag van de middelbare school ontmoet. Manou ontmaagdt haar, geeft haar drugs en dwingt haar vervolgens met geweld en dreigementen in de prostitutie voor hem te gaan werken. Hij laat haar geloven dat het normaal is om op deze manier met jongens en seks om te gaan. Al snel zit Maria midden in een wereld van wapen- drugs- en mensenhandel en verwaarloost zij haar school.
Representatie van de dader De loverboy van Maria is de oudere, Afrikaanse Manou. Hij is een forse jongen met een auto en veel vrienden. De jongens dragen veel sieraden, hebben veel geld en zijn bijna allemaal van Antilliaanse of Afrikaanse afkomst. Het karakter van Manou is erg wisselvallig. Het ene moment is hij erg lief terwijl hij het andere moment agressief en gewelddadig is. Regelmatig bedreigt hij haar en geeft haar drugs. Niet alleen mishandelt hij Maria stelselmatig maar gebruikt hij ook geweld tegen “zijn jongens” wanneer deze niet naar behoren werken. Manou blijkt aan het hoofd te staan van een grote, goed georganiseerde, criminele bende die handelt in drugs, wapens en meisjes en die niet terugdeinst om geweld te gebruiken. Maria moet niet alleen als prostituee voor hem werken maar moet ook pakketjes rondbrengen. Naast hoofd te zijn van een grote criminele organisatie is Manou erg gewiekst en heeft hij een geraffineerde werkwijze. Zo slaagt hij erin de moeder van Maria om de tuin te leiden en heeft hij vele mensen voor zich werken die de boel in de gaten houden. Bovendien heeft hij ook contacten bij de politie omgekocht zodat hij rustig zijn gang kan gaan. Wanneer Maria na vier jaar weg probeert te komen uit de greep van Manou en in een internaat zit, laat hij haar zelfs 33
daar in de gaten houden en probeert hij haar terug te winnen.Bovendien ziet ze overal starende vrienden van Manou staan wanneer ze over straat loopt.
Representatie van het slachtoffer Maria schrijft dat zij op twaalfjarige leeftijd al in contact kwam met haar loverboy. Na de eerste ontmoeting gaat ze al vrij snel voor hem in de prostitutie en als drugskoerier werken. Maria is een half Nederlands en half Surinaams meisje uit Zwolle; ze woont bij haar Nederlandse moeder en heeft een Surinaamse vader die in de gevangenis zit. Ze vertelt in haar boek dat ze, toen ze voor het eerst naar school ging, samen met haar vriendin “hartstikke onzekere” meisjes waren. Maria heeft vaak ruzie met haar moeder en zusje en vindt het thuis saai. De spanning waar ze zo naar verlangt in haar leven vindt ze bij Manou en zijn vrienden. Ze is manipuleerbaar en gaat drugs gebruiken. Dat Maria het zich allemaal laat gebeuren wijst erop hoe weerloos en naïef ze is. Ze zet zichzelf als een onschuldig slachtoffer neer door te stellen dat Manou haar dusdanig in zijn greep en emotioneel afhankelijk had gemaakt, dat zij geen eigen wil meer had.
De relatie Hoewel Maria al vrij snel ontmaagd wordt door Manou onderhoudt ze geen liefdesrelatie met hem. Tegenover Maria‟s moeder houden ze echter wel een tijd lang de schijn op dat ze een relatie met elkaar hebben, totdat Manou ineens besluit dat het uit moet gaan. Ze blijven dan wel nog een zogenaamde vriendschappelijke relatie hebben. Na de ontmaagding moet Maria al snel met vrienden van Manou naar bed. Vervolgens laat hij haar werken als prostituee in het illegale circuit en achter de ramen in Rotterdam. De relatie die Maria met Manou heeft is ingewikkeld. Aan de ene kant stelt hij zich op als haar beschermer maar tegelijkertijd maakt hij van haar ook zijn bezit. Hij beslist wat zij allemaal wel en niet mag doen en commandeert haar zich te prostitueren en pakketjes te bezorgen. Maria is dusdanig van hem afhankelijk dat zij doet wat hij zegt.
Plaats van rekrutering Maria ontmoet Manou bij het schoolplein van haar middelbare school. Daar staat hij met zijn vrienden bij de auto‟s de hele dag te hangen en muziek te luisteren. Dit is een plek in de stad waar veel scholieren komen.
Prostitutie De plekken waar Maria zich prostitueert, zijn voornamelijk woningen en flats in haar eigen woonplaats waar ze naartoe wordt gebracht. Daarnaast neemt hij haar ook regelmatig in zijn 34
auto mee naar Rotterdam om daar ook bij mensen thuis seks te hebben of achter het raam te staan. Deze plaatsen wijzen, behalve de ramen in Rotterdam, op illegaliteit van het prostitutiewerk. Echter, een verklaring voor de mogelijkheid om in Rotterdam achter ramen te werken, ligt in het gegeven dat Manou valse paspoorten laat maken. Vlak na de eerste ontmoeting met Manou begint het stelselmatig werken als prostituee. Wanneer Maria seks met anderen heeft, is ze bijna altijd onder invloed van drugs. Hierdoor weet ze niet goed meer wat er gebeurt en kan ze haar gevoel beter uitschakelen. Daarbij is er regelmatig sprake van geweld, agressie en dreigementen wanneer Manou iets niet zint. Verder moet Maria op een gegeven moment ook andere meisje ronselen voor Manou en zijn jongens. Ze legt dan contact met andere meisjes op straat en zelfs haar beste vriendin belt ze op voor een werknemer van Manou.
3.3 Documentaire Deze laatste paragraaf van hoofdstuk 3 zal twee onderzoeksobjecten bevatten welke onder het genre documentaire vallen. Dit zijn de 4-delige serie Loverboys, en de documentairefilm Mijn loverboy. Beide zijn geproduceerd voor de televisie waardoor de visuele en auditieve elementen interessant zijn voor de analyse.
3.3.1 Loverboys Loverboys is een serie documentaires van vier afleveringen die tussen 8 en 29 november 2008 zijn uitgezonden door de NPS. De reeks is geregisseerd door Roy Dames en geproduceerd voor de televisie. In de serie wordt Anita de Wit gevolgd, zij is moeder van een slachtoffer van loverboys en heeft de Stichting Stop Loverboys Nu opgericht. Daarnaast staan de afzonderlijke verhalen van verschillende slachtoffers per aflevering centraal.53 Voor deze analyse is ervoor gekozen om één van de afleveringen gedetailleerder te bekijken, namelijk: aflevering 3, uitgezonden op 22 november. Hierin staat het verhaal van Kelly centraal. Zij is door haar loverboy ingezet als drugskoerier en is vervolgens in Madrid opgepakt en veroordeeld tot tien jaar cel.
Representatie van de dader De daders worden niet alleen gerepresenteerd door geënsceneerde beelden en verhalen van de slachtoffers en hun belangenbehartigers, maar ze komen ook zelf aan het woord. Deze drie elementen samen schetsen een beeld van de loverboy. 53
Zie ook Beeld en Geluid. Versie 23 juni 2010.
35
De geënsceneerde beelden zijn shots van licht getinte jongens met petjes en jassen met bontkragen. Ze hangen rond op een afgelegen industrieterrein en er zijn close-ups van getinte handen die een joint vasthouden. Hier wordt een verband gelegd met drugs en illegaliteit. De afgelegen industrieterreinen staan voor de praktijken die buiten zicht gebeuren. Uit de verhalen van de slachtoffers en omstanders blijkt dat loverboys geraffineerde criminelen zijn die een onzeker meisje voor zich winnen door eerst leuke en gezellige dingen met haar te doen. Dan weken ze haar los van haar familie en als dat is gelukt begint de prostitutie en komen de mishandelingen en bedreigingen. Ze gebruiken zowel fysiek als seksueel geweld. Bovendien hebben ze overal contacten om slachtoffers in de gaten te houden. Tevens zijn andere criminele praktijken als het handelen in drugs niet ongewoon. De loverboy die zelf aan het woord komt vertelt eveneens over de manier waarop hij “het vak” beoefent. Hij is onherkenbaar in beeld gebracht. Zijn uitspraken geven zijn gewetensloze en respectloze houding tegenover de meisjes aan; hij noemt ze denigrerend “hoertje” en zegt dat het allemaal gaat om “dames overhalen” die “makkelijk beïnvloedbaar” zijn. Volgens hem is het “simpel zat” en hij betwijfelt of de meisjes gedwongen worden. Als ze achttien zijn, zijn ze volwassen en kunnen ze volgens hem doen wat ze willen. “Op papier”. Bovendien zegt hij dat het ook wel eens voorkomt dat meisjes verliefd op hem worden en dat hij daar handig “misbruik” of “gebruik” van kan maken. Hij belooft ze geld als ze met hem mee “overseas”, “op vakantie” gaan. Dit betekent dat ze bolletjes cocaïne moeten slikken en smokkelen.
Representatie van het slachtoffer De slachtoffers die in deze serie voorkomen zijn autochtone, blanke meisjes en minderjarig wanneer ze hun loverboy ontmoeten. Slachtoffer Kelly vertelt hoe zij als onschuldig en weerloos meisje door haar loverboy werd ingepalmd en misleid. Zelf zegt Kelly dat ze altijd al een groot minderwaardigheidscomplex heeft gehad. Hier heeft haar loverboy handig op ingespeeld. Omdat ze naar eigen zeggen een “goed mens” is en graag wil helpen is ze eenvoudig manipuleerbaar. Ze vond de verschijning van haar loverboy wel spannend en was in het begin dan ook “stapelverliefd”. Daarnaast vertelt ze dat ze cocaïne is gaan gebruiken om het prostitutiewerk aan te kunnen. Uit verschillende handelingen blijkt naïviteit. Ze vertrouwt haar loverboy volkomen en gelooft alles wat hij zegt. Als hij haar naar een bordeel brengt om geld voor hem terug te verdienen doet ze dat. Bovendien blijkt haar naïviteit uit het feit dat ze opgepakt is voor drugssmokkel. Haar loverboy stuurt haar met een vriend op “vakantie” naar Colombia om de blauwe plekken weg te laten trekken, maar in werkelijkheid blijkt er, zonder dat zij daar weet van heeft, drugs te zitten in de koffer die ze meekrijgt.
36
Slachtoffers vertellen dat ze niet of veel te laat thuis komen en dat ze uiteindelijk weglopen van huis. Het zijn allen kwetsbare meisjes met minderwaardigheidscomplexen en problemen. Ze hebben bijvoorbeeld een seksuele traumatische ervaring gehad of zitten op een school voor moeilijk opvoedbare kinderen. Ze snijden de banden af met hun radeloze familieleden en worden compleet ingepalmd door hun loverboys.
De relatie De relatie die Kelly met haar loverboy heeft begint met een vriendschap en wordt later een liefdesrelatie. In het begin lijkt alles “gewoon leuk” en “gezellig”. Pas wanneer de sociale banden zijn verzwakt en ze uit huis gaat komt het fysieke en seksuele geweld aan de orde. Op dat moment is ze al emotioneel afhankelijk en zo manipuleerbaar dat ze met gemak tot prostitutie kan worden gedwongen.
Plaats van rekrutering Kelly ontmoet haar loverboy in een pool café waar ze met vriendinnen wat is gaan drinken. De plaatsnaam waar dit afspeelt wordt niet expliciet genoemd, maar vermoedelijk is dat Almere aangezien ze daar met haar ouders woont en nog op school zit.
Prostitutie De loverboy dwingt zijn slachtoffer met fysiek geweld tot prostitutie. In eerste instantie werkt ze in een seksclub maar ze staat ook achter de ramen. Het lijkt alsof Kelly uit eigen beweging prostituee wordt omdat zij haar „vriend‟ graag wilde helpen om zijn schulden af te betalen. Zij weet echter niet dat het een vooraf uitgedacht plan van hem is haar uit te buiten en dat de relatie een hulpmiddel was om geld te verdienen. Achteraf zegt ze dat ze het eigenlijk vreselijk vond.
3.3.2 Mijn loverboy Mijn loverboy: het echte verhaal is een uitzending van 3Doc; een serie documentaires voor een jong publiek, uitgezonden op Nederland 3. Deze documentaire werd geproduceerd door de Evangelische Omroep op 19 mei 2010 en is geregisseerd door Tamme de Leur. De film vertelt de vier verhalen van slachtoffers van loverboys. Deze Nederlandse meiden zijn allemaal op minderjarige leeftijd in contact gekomen met hun loverboy en hebben voor hem structureel onder dwang in de prostitutie gewerkt. De verhalen worden ieder door twee actrices verteld en één van de daadwerkelijke slachtoffers heeft het aangedurfd om gefilmd te worden. De focus in de documentaire ligt op de slachtoffers en het onderzoek naar de daders. KLPDagent Henk Werson wordt gevolgd en geïnterviewd tijdens zijn werk waarbij hij jonge prostituees regelmatig verhoort en uit het circuit probeert te halen. De manier waarop hij zijn 37
verhoren aanpakt, wordt getoond door middel van realistische reconstructies. Werson verhoort de actrices die de verhalen van de slachtoffers vertellen en gaat hierbij te werk alsof het de echte slachtoffers zijn. Daarnaast wordt de rechtszaak van één van de slachtoffers anderhalf jaar lang gevolgd waarbij de handelswijze van de dader wordt verduidelijkt. Verder komt Toos Heemskerk, hulpverleenster van Het Scharlaken Koord, aan het woord over de meiden die zij bijna dagelijks achter de ramen op de Wallen aantreft.
Representatie van de dader Binnen deze documentaire worden de daders enkel suggestief weergegeven en vanuit de verhalen van de slachtoffers beschreven. De figuren worden onherkenbaar en rondhangend afgebeeld in de roodverlichte steegjes van de hoerenbuurten. Ze dragen vaak petjes en lijken een licht getinte huidskleur te hebben. Uit de verhalen van de slachtoffers en belangenbehartigers blijkt de gewiekstheid van de jongens waarmee zij hun slachtoffers in weten te palmen. Zij hebben een uitgedacht stappenplan om haar via verleidingstechnieken verliefd en emotioneel afhankelijk te maken zodat zij vervolgens gemakkelijk de prostitutie in te werken is. Als ze dat niet wil, bedreigen, chanteren, en slaan ze haar. Bovendien zijn alle slachtoffers één of enkele keren zwanger geraakt en werd dit als troef ingezet om haar te manipuleren. Dit sluit aan op wat een loverboy volgens Henk is: “een psycholoog in de dop zonder opleiding maar die wel exact het neusje heeft om eruit te filteren wie heeft er effe op dit moment een probleem die ik dan heb waar ik dan even sociaal emotioneel op in kan gaan.” Bovendien worden ze neergezet als crimineel en is, waarvan bekend, de etniciteit Marokkaans. Daarnaast dienen de scènes van de rechtszaak om een legitiem beeld te schetsen van hoe daders te werk gaan. Dat de betreffende verdachte tot twee keer toe veroordeeld wordt voor meerdere strafbare feiten waaraan loverboys zich schuldig maken, geeft aan dat ook juridisch gezien de onschuld van het slachtoffer en de schuld van de dader wordt erkend. De dader wordt hier als een gewetenloos crimineel monster neergezet die zijn slachtoffer heeft uitgebuit om er zelf van te kunnen profiteren.
Representatie van het slachtoffer De verhalen in de documentaire worden verteld vanuit het perspectief van de slachtoffers en hulpverleners. De gedupeerden zijn allen blanke, autochtone meiden die nog minderjarig zijn wanneer zij hun loverboy voor het eerst ontmoeten. Het zijn kwetsbare, naïeve meiden die voor de charmes van de gewiekste loverboy vallen. Ze hunkeren naar een bepaald soort aandacht en naar gekend te worden. Hierdoor vallen ze eenvoudig ten prooi aan loverboys die hen dit in eerste instantie geven. 38
De meiden zijn naïef doordat ze in de praatjes en beloftes van de loverboys trappen. Ze gaan het werk uiteindelijk doen om hem niet te verliezen. Eén van de slachtoffers, Jasmina, zegt zelfs dat ze in eerste instantie afstand nam van haar loverboy omdat ze had gehoord dat hij een pooier en crimineel was. Daarnaast worden de slachtoffers in de beelden van de Wallen gerepresenteerd als weerloze meisjes die in ondergoed achter roodverlichte ramen staan. De loverboys maken haar verdiensten afhandig en gebruiken geweld als hen iets niet zint. Hierdoor kunnen de meiden niets beginnen en moeten ze hem gehoorzamen. Daarbij kunnen ze maar moeilijk van hun loverboy loskomen. Ze worden constant gecontroleerd via de telefoon wat het lastig maakt om uit het circuit te kunnen stappen.
De relatie De relaties van de meisjes beginnen eerst allemaal als gewone vriendschappen en later liefdesrelaties. De jongens zijn lief en ze doen leuke dingen met elkaar. Wanneer het meisje verliefd is, komt de emotionele dwang in het spel. De jongen manipuleert het meisje zodanig dat zij voor hem met anderen naar bed gaat en uiteindelijk in de prostitutie gaat werken. Om het meisje vervolgens onder de duim te kunnen blijven houden gebruikt de loverboy fysiek geweld en dreigementen. Het meisje dat al emotioneel afhankelijk was geworden van de jongen krijgt nu ook nog angst voor hem en durft daarom niet tegen hem in te gaan. De relaties worden door de loverboy gebruikt als hulpmiddel om er financiële winst uit te halen.
Plaats van rekrutering Wat opvalt, is dat loverboys hun slachtoffers op recreatieve plekken waar veel mensen zijn maken. Zo leert slachtoffer Sara haar loverboy, eveneens als Jasmina, in de kroeg kennen en Lina haar loverboy in een coffeeshop. Anna leert haar loverboy kennen in de Albert Heijn waarna ze veel contact met hem heeft via sociale netwerksites en chatrooms op het internet.
Prostitutie Alle slachtoffers die in deze documentaire aan bod komen hebben in de prostitutie gewerkt. Het begint met subtiele dwang door middel van woorden en handelingen. Ze hebben eerst seks met kennissen en vrienden voor geld. Vervolgens moeten ze meer klanten op een dag aannemen en gaan ze zelfs achter de ramen staan. Al het geld dat ze verdienen als prostituee verdwijnt in de zakken van de loverboy. Tevens wordt bedreiging en mishandeling door de loverboy gebruikt om haar te dwingen het werk te blijven doen. Niet in alle gevallen wordt meteen fysiek geweld gebruikt. Zo lijkt
39
Jasmina zelf de stap te hebben genomen om in de prostitutie te gaan werken omdat ze haar „vriend‟ niet kwijt wil en ze geld nodig hebben.
3.4 Mythe-elementen Uit de bovenstaande analyse zijn een aantal overeenkomsten en nuances op te merken tussen de verschillende mediaverhalen. Aan de hand van de vijf besproken thema‟s zullen hieronder de verbanden worden toegelicht.
De duidelijkste overeenkomsten in de representatie van de daders is dat zij allemaal het doel hebben om door middel van uitbuiting van het slachtoffer zich financieel te verrijken. Dit kan ofwel met prostitutie gebeuren of met drugssmokkel. Alleen in de serie Fok Jou! is het niet duidelijk of de loverboys het doel hebben om meisjes via de prostitutie uit te buiten. Er wordt echter wel een toespeling gemaakt op het “geld maken” door middel van drugssmokkel. Echter, het gegeven dat de prostituees (de slachtoffers van loverboys in dit geval) hun opbrengsten delen met hun vriendjes, is geen nieuw verschijnsel. Zoals eerder aangegeven in paragraaf 2.2.2, blijkt uit gegevens van de politie dat het moeilijk is om dit als apart kenmerk van loverboys te zien.54 Daarnaast valt het op dat ze, wanneer ze in de visuele media in beeld worden gebracht, vaak een lichtgetinte huidskleur hebben en petjes dragen. Dit wijst op een allochtone (Marokkaanse) etniciteit en ondersteunt het stereotype loverboy. De boeken gebruiken echter ook andere nationaliteiten; in zowel fictie als non-fictie is het hoofdpersonage loverboy niet Marokkaans. Wel worden er verwijzingen gemaakt naar andere nationaliteiten dan de Nederlandse: loverboy Manou en zijn vrienden zijn Antilliaan en de loverboys in Loverboy & girl hebben allen een buitenlandse naam. Een volgend in het oog springend element is het gegeven dat de gerepresenteerde daders allen gebruik maken van een uitgedacht stappenplan. Door middel van aandacht en cadeautjes maken zij hun slachtoffer verliefd. Vervolgens weken zij haar langzaam los van haar sociale en familiaire contacten waarna zij kwetsbaar en manipuleerbaar wordt. Zij bespelen haar met subtiele maar ook fysieke dwang zodat zij ontvankelijk wordt voor het werk in de prostitutie. Dit patroon ligt in het verlengde van het clichébeeld zoals beschreven in paragraaf 2.1 en kan derhalve als een mythe-element beschouwd worden. Eerder werd namelijk duidelijk dat deze manier van handelen niet zoveel verschilt van ordinaire mensenhandel of specifiek vrouwenhandel. Aan de hand van de definitie van CoMensha is naar voren gekomen dat mensenhandelaren gebruik maken van dwang, chantage, mishandeling en misleiding om hun 54
Zie ook paragraaf 4.2 verderop in deze scriptie, waarin dit nader wordt besproken. 40
slachtoffer te laten doen wat zij willen. Zij profiteren financieel van de vrouwen die zij uitbuiten door hen vrijwillig of onvrijwillig voor hen te laten werken.55 Het emotioneel bespelen van een meisje door haar aandacht en cadeaus te geven is in deze zin dus niet veel meer dan een manier van misleiding, waar de daders van mensenhandel al om bekend staan.
Bij de representatie van de slachtoffers is de grootste overeenkomst de leeftijd van de meisjes: ze zijn allen minderjarig wanneer ze voor het eerst in contact komen met hun loverboy en seksueel actief zijn. Daarnaast hebben ze allen een Nederlandse nationaliteit en zijn ze, op een enkeling na, allemaal blank. Dit is opmerkelijk aangezien de feiten laten zien dat er ook een grote groep meerderjarige en allochtone meisjes het slachtoffer worden van seksuele uitbuiting.56 Bovendien is het opvallend dat, wanneer genoemd of verbeeld, het meisje uitdagend gekleed gaat. Ze draagt korte rokjes met laarzen, blote topjes en grote oorbellen. Binnen het genre documentaire is dit overigens minder duidelijk. Een volgend verband is de focus die de verhalen leggen op de emotionele afhankelijkheid die het slachtoffer heeft ten opzichte van de dader. Door haar naïeve karakter is het voor de gewiekste loverboy eenvoudig om haar in te palmen en zal zij veel voor hem over hebben, hetgeen haar manipuleerbaar maakt. Daarbij maken haar persoonlijke problemen, leeftijd en geslacht haar kwetsbaar.
De meerderheid van de onderzoeksobjecten geven verwijzingen naar de plaats waar slachtoffers worden gemaakt. Hoewel in de serie Fok Jou! en preventieproject Beware of loverboys minder duidelijk, zijn er wel verschillende signalen die wijzen op de gevarenzones voor slachtoffers. Het trekt de aandacht dat de meeste slachtoffers „gewoon‟ op publiekelijke plaatsen worden gemaakt zoals in cafés en op straat.
Een ander opvallende overeenkomst is het perspectief van waaruit de verhalen worden verteld. Burger en Koetsenruijter hadden in hun onderzoek al opgemerkt dat de aangehaalde bronnen in televisieprogramma‟s en krantenberichten worden gedomineerd door de kant van de slachtoffers. Uit bovenstaande analyse blijkt dat ook de fictieve media en documentaires de focus leggen op de onschuldige slachtoffers en hun belangenbehartigers. Wanneer een enkele keer de daders zelf aan het woord komen, wordt de representatie van het weerloze, naïeve slachtoffer en de gewetensloze loverboy versterkt. Dit gekozen perspectief benadrukt bovendien dat in principe ieder meisje ten prooi kan vallen aan de jagende, geraffineerde loverboys en is op die manier een waarschuwing voor jonge tienermeisjes en hun interesses. 55 56
CoMensha, 2006. Zie paragraaf 2.2.3.
41
Bovendien geeft het feit dat alle onderzoeksobjecten spreken van „loverboys‟ en niet van pooiers of mensenhandelaren, de mythevorming van het verhaal aan. Zoals eerder aangekaart, is de term ambigu en de connotatie ervan aan tijd en plaats gebonden. Hoewel minister Hirsch Ballin heeft gepleit om de term „pooierboy‟ te gebruiken is het begrip loverboy ingebed geraakt in de Nederlandse mediacultuur en wordt de vervormde betekenis als vanzelfsprekend aangenomen.
De gelijkenissen met het clichématige beeld van het fenomeen zijn vooral opmerkelijk voor non-fictie en documentaire aangezien zij de werkelijkheid pretenderen weer te geven. Het zijn met name deze genres die culturele uitingen als natuurlijk laten beschouwen bij het publiek. De parallellen duiden hiermee op mythevorming van het verschijnsel. Het feit dat de fictieve genres putten uit basisstructuren die zij delen met non-fictieve media naast dat zij grote overeenkomsten hebben met het clichébeeld, is daarbij evenzo opmerkelijk. Hoewel deze verhalen voor het grootste deel verzonnen zijn, blijken zij de keuze te maken de genoemde elementen in het verhaal te verwerken en als vanzelfsprekende karakteristieken voor de loverboy te beschouwen. Een alternatief loverboy-verhaal waarin de optionele aspecten van het verschijnsel aan bod komen is tot op heden nog niet gevonden.57
Vanuit de constateringen hierboven kan worden gesteld dat de mythe van de loverboy bestaat uit de volgende elementen: slachtoffers zijn naïef en weerloos tegenover hun loverboy; zij zijn minderjarige, Nederlandse meisjes die vaak uitdagend gekleed gaan; daders zijn criminele, gewelddadige en agressieve allochtone jongemannen; zij zijn geraffineerd en werken volgens een uitgedacht stappenplan zodat meisjes emotioneel afhankelijk van hen worden; de loverboys profiteren financieel door het slachtoffer in de prostitutie uit te buiten; „gevarenzones‟ voor meisjes zijn openbare plekken waar veel mensen komen. Deze elementen kunnen beschouwd worden als signalen die cultureel te verklaren zijn. De hypothese die in deze scriptie is aangenomen, gaat er vanuit dat mythevorming ontstaat wanneer gecommuniceerde „nieuwe‟ fenomenen in feite moderne uitvoeringen zijn van bestaande verhalen in de samenleving. In het volgende hoofdstuk zullen daarom de culturele betekenissen van de elementen uit de loverboymythe worden toegelicht.
57
Tijdens het schrijven van deze scriptie kwam er wel een meer kritische documentaire uit over vermeend loverboyslachtoffer Mowitha (Meisje vermist. Zembla, 27 juni 2010). De moeder scheen de clichébeelden van loverboys en slachtoffers dusdanig eigen gemaakt te hebben en na te praten dat zij ervan overtuigd was dat haar dochter ten prooi was gevallen aan een loverboy. Dit was echter wel na de opschudding over het boek van Mosterd en de kritiek die journalisten daaropvolgend kregen. Zie ook www.zembla.nl
42
4. ANALYSE DEEL 2: CULTURELE BETEKENIS In dit laatste deel van de scriptie staat de culturele betekenis van de mythevorming van het loverboy-verhaal centraal. Al eerder is aan de hand van Barthes naar voren gekomen dat ons dagelijks leven vol zit met moderne mythes. Deze moeten worden gezien als iets dat door het publiek als natuurlijk wordt beschouwd en aan een sociaal-historische context is gebonden. Het is daarmee een geconstrueerd beeld en borduurt verder op bestaande culturele patronen.58 In het eerste deel van de analyse is geconstateerd wat de overeenkomstige basiselementen zijn van de loverboymythe in de media. Hieruit blijkt dat er een gedeelde verhaalstructuur is die door het publiek als natuurlijk en voor waar wordt aangenomen. De verhaalstructuur is opgebouwd uit bepaalde elementen die het verhaal een mythe maken en waarbij bovendien bepaalde aspecten en karakteristieken buiten beeld zijn gelaten. Deze verschillende signalen kunnen historisch en cultureel worden verklaard aan de hand van theorieën over onder andere de representatie van vrouwen in de media, de angst in de maatschappij voor allochtonen en de paniek over hedendaagse jeugdcultuur. In deze scriptie wordt de focus gelegd op wat het mythe-element betekent en op welke onderliggende mythes het is gebaseerd. Hierbij komt tevens de keuze naar voren die is gemaakt om bepaalde elementen te laten zien en andere niet. Een voorbeeld hiervan is het dominante perspectief dat vanuit de omgeving van het slachtoffer komt en dat haar mogelijk negatieve eigenschappen en eigen verantwoordelijkheid onderbelicht laat. Hieronder zullen de volgende elementen opeenvolgend worden toegelicht: in paragraaf 4.1 de representatie van de criminele mannelijke dader en het onschuldige vrouwelijke slachtoffer; paragraaf 4.2 bespreekt de angst voor immigranten en de weerspiegeling daarvan in de media; paragraaf 4.3 zal over de angst voor gevaren voor de jeugd en het onschuldige kind gaan; paragraaf 4.4 behelst de trend van sensationele berichtgeving en witte slavinnenhandel waarbinnen het loverboy-verhaal past; tot slot wordt in paragraaf 4.5 de publieke plaats als gevarenzone besproken.
4.1 Dader- en slachtofferarchetypen Criminaliteit en (seksueel) geweld zijn sinds lange tijd populaire onderwerpen in de media. Vanuit de literatuur wordt duidelijk dat hierin archetypes en gedeelde verhaalstructuren worden gevormd die moeiteloos van elkaar worden overgenomen en die als voornaamste doel het waarschuwen van de samenleving lijken te hebben.59 Het loverboy-fenomeen toont zich een 58 59
Barthes, 1957: p. 11. Vanderveen, 2006: p. 139.
43
mediaverhaal die stereotiepen van geweld en criminaliteit deelt en overneemt. In deze paragraaf staan de archetypen van deze onderwerpen centraal. In het verhaal van de loverboy is een opvallende tweedeling te bemerken tussen het immer onschuldige slachtoffer en de haast monsterlijke dader die haar van alle kanten in de gaten houdt en belaagt. Deze binaire tegenstelling tussen „goed‟ en „kwaad‟ kan worden verklaard aan de hand van de volgende drie tradities: ten eerste volgt het een trend van stereotypering van masculiniteit en vrouwelijkheid; daarnaast past het in een traditie van stereotypering van daders en gedupeerden van (seksuele) misdrijven in de media; ten derde zijn de representaties goede voorbeelden van de voortdurende archetypering van vrouwen als zwak en weerloos tegenover mannen als sterk en machtig. Tot slot kan uit de analyse van deze paragraaf worden geconcludeerd dat het loverboy-fenomeen een clichématige weergave is van daders en slachtoffers van criminaliteit.
Een belangrijk punt bij onderwerpen van geweld en criminaliteit in de media is de mate van mannelijkheid en vrouwelijkheid bij dader en slachtoffer. Het blijkt dat de dader vaak wordt neergezet als een dominant masculien persoon. Het heersende beeld van masculiniteit wordt volgens Cavender gekarakteriseerd door „heterosexuality, the subordination of women, authority, aggression, and technical knowledge.‟60 Het beeld van de ondergeschikte vrouw en de dominante mannelijke man is cultureel en historisch geconstrueerd en wordt als natuurlijk beschouwd.61 Het slachtoffer wordt of als extreem hoog of als extreem laag feminien gerepresenteerd. Het slachtofferschap van de feminiene en „goede‟ vrouw laat hiermee de kwetsbaarheid van vrouwen zien, terwijl de „slechte‟ vrouw voor het overschrijden van gender conventies wordt gestraft.62 Het verband tussen criminaliteit en masculiniteit is een belangrijk onderdeel van onze populaire cultuur in zowel feit als fictie.63 Escholz en Bufkin vinden bijvoorbeeld een hoge correlatie tussen de mate van masculiniteit en gewelddadig gedrag in hun onderzoek naar criminaliteit in films. Geweld blijkt een handig middel voor de masculiene dader om zijn autoriteit kenbaar te maken.64 De traditionele archetypering en tegenstelling tussen masculien en feminien is terug te vinden bij de mediaverhalen omtrent loverboys. Uit het eerste deel van de analyse is gebleken dat de dader een heteroseksuele en autoritair figuur is die vrouwen ondergeschikt aan hem maakt doordat zij verliefd op hem zijn. Tevens blijkt hij in de meeste gevallen agressief gedrag
60
Cavender, 1996, p. 159. Connell, 1995: p. 77. 62 Escholz en Bufkin, 2001: p. 670. 63 Cavender, 1996: p. 159. 64 Escholz en Bufkin, 2001, p. 164. 61
44
te vertonen om zijn autoriteit kenbaar te maken. Hij uit verbale of fysieke dreigingen jegens zijn slachtoffers om hen angst aan te jagen. Bovendien beschikt hij over bepaalde vaardigheden en intelligentie om meisjes subtiel voor zich te winnen. Daarnaast wordt het slachtoffer overwegend gerepresenteerd als afhankelijk en duidelijk ondergeschikt aan de loverboy. Zij is seksueel ontvankelijk doordat zij op jonge leeftijd al seksueel contact heeft. Haar archetypering als “goede” feminiene vrouw benadrukt haar kwetsbaarheid. In de ondergeschikte representatie vindt zij een gelijkenis met wat Cavender als emphasized femininity karakteriseert: „Dependence, sexual receptivity and fragility, motherhood and sociability.‟65 Het uniforme beeld dat vanuit de verschillende mediavormen naar voren komt, toont een stereotypische karakterisering van de wrede criminele loverboy tegenover zijn naïeve en weerloze slachtoffer welke als specifiek voor het verschijnsel kan worden gezien. De aanwezigheid van een binaire oppositie in de representatie van daders en slachtoffers van criminaliteit wordt door verschillende wetenschappers aangetoond. Vanderveen beschrijft het als populaire voorstellingen van de ideal victim en typical criminal die zij als volgt omschrijft: […] the „ideal victim‟ as innocent, helpless, respectable, i.e. not violating social norms, and average, or the „typical criminal‟ as a stranger, non-White and/or immigrant, monstrous, cruel and evil.66 De typische crimineel wordt dus gezien als een kwaad dat van buitenaf komt en haast onmenselijke karakteristieken heeft, terwijl het ideale slachtoffer als het weerloze goede wordt gezien dat door het kwaad wordt aangevallen. Er zijn verschillende signalen op te maken uit de loverboymythe die duiden op de loverboy als typische crimineel en het meisje als het ideale slachtoffer.67 Uit het eerste deel van de analyse is gebleken dat de dader overwegend als niet-blank, geraffineerd en wreed wordt gerepresenteerd. In de meeste gevallen heeft hij door zijn lichtgetinte of donkere huid een nietNederlands uiterlijk en is gewelddadig en agressief gedrag van toepassing om het meisje te controleren. Zijn kwaadwillendheid uit zich in de manier waarop hij subtiele en fysieke dwang gebruikt om zijn slachtoffer uit te buiten en zijn eigen financiële status te verbeteren. Een punt waarop hij echter niet volledig aan het beeld van de typische crimineel voldoet is het gegeven dat hij in de meeste gevallen geen vreemdeling is voor zijn slachtoffer. Het blijkt een specifiek gegeven voor de loverboy dat hij allereerst een zogenaamde vriendschap of liefdesrelatie met haar aangaat voordat zijn monsterlijkheid naar buiten komt. Niettemin geldt 65
Cavender, 1996, p. 159. Vanderveen, 2006, p. 127. 67 Zie Analyse deel 1 en Tabel 1. 66
45
dit niet voor alle gevallen uit dit onderzoek. Een uitzondering zien we terug in het boek van Maria Mosterd, waarin zij nadrukkelijk vertelt dat zij niet verliefd is op haar loverboy en hij haar meerdere malen erop wijst dat zij geen liefdesrelatie met elkaar onderhouden. Een volgend signaal wijst uit dat er tevens is gebleken dat het ideale slachtoffer inderdaad als onschuldig en weerloos tegenover het kwaad van de loverboy wordt neergezet. De meiden die als slachtoffer worden neergezet, worden allen dusdanig ingepalmd door de kwaadwillende jongen dat zij doen wat hij wil. Zij zijn manipuleerbaar, kwetsbaar en hebben vaak een drang naar een bepaald soort aandacht. Een voorbeeld hiervan is het slachtoffer Kelly uit de documentaire Loverboys (Roy Dames, 2008). Naar eigen zeggen heeft Kelly altijd al een minderwaardigheidscomplex gehad en heeft haar loverboy dat aangevoeld. Omdat zij een “goed mens” is en altijd graag wil helpen, trapt zij in zijn praatjes en gaat ze werken in de prostitutie. Haar naïviteit blijkt uit het feit dat zij op het vliegveld van Madrid wordt aangehouden met een koffer vol drugs terwijl zij in de veronderstelling verkeert op vakantie te zijn. De mate waarin slachtoffers voldoen aan de typering van the ideal victim geeft bovendien aan in hoeverre het slachtofferschap is verdiend. Deze omvang van wat Vanderveen ook wel de mate van deservedness noemt, komt met name bij seksueel geweld naar voren.68 Net als bij journaliste Helen Benedict blijken bepaalde karakters ontvankelijker voor een „verdiend slachtofferschap‟ dan anderen door bijvoorbeeld hun gedrag en de kleding die zij dragen. Zij stelt dat slachtoffers van seksuele misdaden in de media op twee manieren stereotypisch worden weergegeven: […] she is either pure and innocent, a true victim attacked by monsters – the “virgin” […] – or she is a wanton female who provoked the assailant with her sexuality – the “vamp”.69 Hiermee is zij ofwel een representatie van de Madonna die totaal overdonderd is ofwel van de uitdagende femme fatale die haar slachtofferschap aan zichzelf te danken heeft. Hoewel de meiden vaak uitdagend en schaars gekleed worden verbeeld, en daarmee een representatie van de vamp zijn, wordt de schuld vaak op de daders geprojecteerd. Het gegeven dat de slachtoffers uitdagende kleding dragen, wordt eerder als een roep om aandacht van een onzeker meisje gezien dan als oorzaak van slachtofferschap. Zelfs dit maakt haar niet schuldig maar juist kwetsbaar. Daarnaast wordt het vaak weergegeven als gevolg van de loverboymethodes die het meisje weerloos maken. Dit geeft haar onschuldigheid aan en daarmee haar verbeelding als virgin. Zo zegt Toos Heemskerk in het praatprogramma Man/Vrouw (EO) bijvoorbeeld dat een signalement van slachtoffers het “ineens heel sexy gaan 68 69
Vanderveen, 2006: p. 139. Benedict, 1993: p. 18.
46
kleden” en het dragen van “strakke truitjes” met de bedoeling om “de aandacht van mannen naar zich toe te trekken”, is. Het gegeven waarbij de loverboy als typical criminal en het slachtoffer als ideal victim in vrijwel alle onderzoeksobjecten grote overeenkomsten hebben, indiceert gedeelde verhaalstructuren binnen het loverboy-fenomeen. Benedict ziet dit als een kenmerk van stereotypering van seksuele misdaden in de media. Doordat het narratief van beide verhalen (vaak onbewust) moeiteloos wordt overgenomen, worden misdaden in bepaalde vormen geduwd. Er ontstaan mentale en verbale clichés door de keuze om bepaalde elementen wel en andere niet in het verhaal te laten.70 Zo cijfert het aspect van het onschuldige slachtoffer de mogelijkheden van criminele slachtoffers en eigen verantwoordelijkheid van het meisje weg.
Het voorbeeld van Kelly is bovendien stereotiep voor de manier waarop slachtoffers over het algemeen in de verschillende media worden neergezet. In de media worden vrouwen vaak in relatie tot mannen weergegeven in plaats van als individuen. Bovendien verschilt de manier waarop mannen in beeld worden gebracht van die van vrouwen. Mannen stralen meer dan eens macht, assertiviteit en moed uit, terwijl vrouwen vaak in ondergeschikte rollen worden gedrukt.71 Dit wijst op de kwetsbaarheid en onschuldigheid van (jonge) vrouwen en hun afhankelijkheid van mannen. Zij heeft geen eigen mening en kan niet meer voor zichzelf nadenken wanneer zij verliefd is. Hierdoor kan de man veel macht over haar uitoefenen.
Uit bovenstaande valt te concluderen dat op de manier waarop het loverboy-verhaal binnen verschillende mediavormen wordt gerepresenteerd een traditie volgt van stereotypering van mannelijkheid en vrouwelijkheid en vooral de lijn van het ideale slachtoffer en typische crimineel voortzet. Volgens Vanderveen is het niet verassend dat deze clichébeelden worden gevormd en door het publiek als natuurlijk worden beschouwd, juist omdat er een over representatie in de verschillende mediagenres bestaat.72 Tot slot zien we dat de representatie van de allochtone en/of immigrante dader en het weerloze slachtoffer van seksuele misdaden historisch geen nieuwigheid is. Het blijkt dat tijdens mediahypes over dergelijke zaken rondom 1900 al gebruik werd gemaakt van stereotiepen van het ideale slachtoffer en de typische crimineel. In paragraaf 4.4 zal dit nader worden toegelicht.
70
Benedict, 1993, p. 24. Benedict, 1993: p. 21-23; Van Zoonen, 2004: p. 92-103. 72 Vanderveen, 2006: p. 128. 71
47
4.2 ‘Wij versus zij’- cultuur De beeldvormingen die bestaan over criminaliteit zijn voor een groot deel gebaseerd op de beelden die door de media worden uitgedragen. Hierdoor dragen zij bij aan stereotypering van de typische crimineel en het ideale slachtoffer maar ook van etnische minderheden in de Westerse samenleving. In deze paragraaf zal dieper ingegaan worden op de aspecten van de allochtone dader en de blanke en Nederlandse slachtoffers. Eerder is gebleken dat de etniciteit van dader en slachtoffer een basiselement vormt in de mythe van de loverboy. Hierboven werd duidelijk dat een niet-blanke etniciteit van loverboys kenmerkend is voor het stereotype beeld van de crimineel. Deze verbeelding van de dader als niet-Nederlands heeft echter dieperliggende wortels in de samenleving. Het gegeven dat „de slechterik‟ een buitenlander is die een „goed‟ slachtoffer overvalt, wijst op een onderliggend gevoel van bedreiging voor de nationale cultuur door een etnische minderheid. Daarnaast wordt hierdoor het dominante blanke perspectief weerspiegeld die zich met positieve kenmerken onderscheidt van „de ander‟ met negatieve karakteristieken (de etnische minderheid). Het loverboy-verhaal zoals deze naar voren komt vanuit de media volgt hierin een tendens van dichotomie waarbij de Westerse cultuur tegenover de etnische minderheid staat. Volgens Kees Brants valt niet te ontkennen dat „veel kennis over onderwerpen waar mensen niet of weinig rechtstreeks geconfronteerd worden in het dagelijks leven vaak uit de media afkomstig zijn.‟ Dit blijkt met name zo te zijn bij de publieke opinie die wordt gevormd over migranten en asielzoekers. De opvatting over deze groepen staat in verband met hoe ze in de media worden gerepresenteerd.73 Uit de analyse van het eerste deel is gebleken dat alle gerepresenteerde slachtoffers autochtoon en blank zijn op twee uitzonderingen na; slachtoffer Maria Mosterd heeft een half Surinaamse en half Nederlandse nationaliteit en slachtoffer Theresa uit Beware of loverboys is Nederlands met een Moluks uiterlijk. De daders bleken overwegend een allochtone etniciteit te hebben. Dit is opmerkelijk aangezien het in de prostitutie lokken van vrouwen niet enkel een aangelegenheid is en is geweest van allochtone daders en blanke slachtoffers. Voorheen werden vrouwen eveneens op allerlei manieren verleid en tot prostitutie gedwongen, ook toen het alleen nog autochtonen waren. Bovenkerk en anderen citeren het werk Ervaringen en onthullingen van een middernachtzendeling te Amsterdam uit 1903 die dit argument van het aloude fenomeen kracht bijzetten. Hierin staat geschreven over „“individuën die jonge meisjes opzettelijk in die huizen brengen om ze te verleiden en daarna verder tot ontucht aan te zetten.” […] “Menig meisje heeft ons dikwijls met tranen in de oogen verteld, dat zij aan zoo‟n gewetenlooze haar val te danken 73
Brants, 1998: p. 225.
48
had. En toch, hoe vreemd het ook moge schijnen, doet zelden een aldus verleid meisje afstand van den man, die haar leven voorgoed heeft verwoest.”‟ 74 Net als slachtoffers van loverboys bleken meisjes in deze tijd eveneens moeilijk van hun souteneurs los te kunnen komen. Dat de mediarepresentaties van het probleem van loverboys voor een groot deel gebaseerd zijn op de buitenlandse etniciteit van de jongens die blanke tienermeisjes verleiden, ligt in het verlengde van de manier waarop allochtonen over het algemeen in berichten naar voren worden gebracht. Wanneer allochtonen in het nieuws komen, worden ze volgens Brants vrijwel altijd in verband gebracht met problemen: In de meerderheid van de berichten vormen zij een probleem voor de Nederlandse samenleving, omdat zij in het nieuws komen in relatie tot criminaliteit, drugs, illegaliteit of ongeregeldheden.75 De weergave van het loverboy-fenomeen als een bericht waarin niet-blanke daders het probleem vormen is in dit opzicht dus niet toevallig. Door de criminele jongemannen als immigrant te representeren, wordt de publieke opinie dat ze een gevaar voor de samenleving vormen en de cultuur van de autochtonen, voortgezet en in stand gehouden.
Een volgend punt gaat over de weergave van de meiden als positief tegenover de daders als zeer negatief. Doordat het slachtoffer in de mediaproducten als naïef en onschuldig wordt gerepresenteerd tegenover de wrede dader, verbeeldt zij het onkwaadwillende en kan zij zodoende op sympathie bij het publiek rekenen. Dit wordt versterkt door de gewelddadige en/of kwaadwillende dader. Door deze kenmerken worden de aspecten van de loverboy als nietpositief ervaren. Het toekennen van negatieve eigenschappen aan allochtonen tegenover positieve eigenschappen aan autochtonen, volgt een traditie van archetypering in de media waarin een tweedeling tussen het Westerse “wij” en de buitenlandse “zij” opvalt. Voorgaand werd duidelijk dat het mediaverhaal rondom loverboys gebruik maakt van gedeelde verhaalelementen. Dit zorgt ervoor dat de media bijdragen aan categorisering en stereotypering van bepaalde groepen in de samenleving op basis van onder andere ras en etniciteit. Het gegeven dat etnische minderheden vaak negatief in beeld worden gebracht, wordt gevoed door een onderliggend gevoel van bedreiging van de nationale cultuur:
Cultural racism is predicated not on the fixed typological distinctions of nineteenth century „scientific‟ racism but on the notion of the incompatibility of different cultures
74 75
Bovenkerk e.a., 2004: p. 15. Brants, 1998: p. 225.
49
and the need to defend „our‟ national heritage against its adulteration by „their‟ foreign ways.76 De kaping van „onze‟ tienermeisjes door allochtone jongens brengt een gevoel van bedreiging van de nationale cultuur met zich mee. De vorm die het verhaal heeft aangenomen ligt daarmee in het verlengde van de manier waarop wij ons identificeren en beelden vormen over onszelf evenals over de allochtone ander. Ook Mark Deuze merkt de culturele identificatie van autochtoon tegenover allochtoon op en stelt dat deze terugkomt in de manier waarop er in het nieuws over de verschillende groepen wordt bericht. Naast de negatieve context waarbinnen etnische minderheden in de Nederlandse media worden gebracht, blijken zij volgens Deuze veelal „gedepersonaliseerd‟ te worden vanuit een dominant blank perspectief doordat zij als groep worden neergezet in plaats van individuen: […] het nieuws over autochtone en allochtone Nederlanders wordt verwoord in termen van „wij‟ (als individu: de buurtbewoner) versus „zij‟ (als groep: de Marokkaanse jongeren).77 Dit kenmerkt de manier waarop allochtonen in het nieuws gebracht worden, in een opdeling van de samenleving van autochtonen tegenover groepen van de allochtone „ander‟. Wanneer wordt gekeken naar de representatie van het slachtoffer in de verschillende onderzoeksobjecten, is het opvallend hoe zij altijd als individu worden weergegeven. De focus ligt vaak op haar specifieke verhaal, hoe zij als een rat in de val van de loverboy is gelopen. Dit staat tegenover de groep waarvan de loverboy deel uitmaakt, die zich in grotendeels van de gevallen tevens bezighoudt met georganiseerde misdaad. Het slachtoffer belichaamt hier zodoende het autochtone “wij” en de loverboys de groep van de allochtone “zij”. Daarnaast is de gedepersonaliseerde dader voornamelijk terug te zien in de onderzochte documentaires en tvprogramma‟s, waarin de loverboys onherkenbaar worden gemaakt wanneer zij in beeld komen. Tot slot is opmerkelijk hoe aspecten van de Nederlandse daders en allochtone slachtoffers binnen de loverboy verhalen buiten beschouwing zijn gelaten. Zoals geconstateerd in paragraaf 2.2.3 hebben een aanzienlijk deel van de slachtoffers uit de bekende cijfers een andere etniciteit dan de Nederlandse. Daarnaast zijn er ook gevallen bekend van Nederlandse daders, hoewel zij tegenwoordig aanzienlijk in de minderheid verkeren. Het feit dat deze eigenschappen niet in beeld zijn gebracht, draagt bij aan de mythevorming van het loverboy-fenomeen waarbij hoofdelementen de allochtone dader en het autochtone slachtoffer zijn.
76 77
Pickering, 2004, p. 93. Deuze, 2002: p. 456.
50
4.3 De mythe van het onschuldige kind In deze paragraaf zal stil worden gestaan bij de betekenis en onderliggende culturele patronen van het mythe-element van de minderjarige leeftijd van de slachtoffers. De beelden die door de media worden uitgedragen, dragen namelijk niet alleen bij aan stereotypering van mannen en vrouwen, criminelen en slachtoffers, allochtonen en autochtonen, maar zij dragen ook bij aan de constructie van het beeld dat er in de Westerse samenleving heerst over kinderen en jeugd. Daarnaast spelen zij in op bestaande angsten die heersen in de maatschappij. In het slot van het eerste deel van de analyse werd al even aangegeven dat de representatie van de daders en slachtoffers gezien kan worden als een waarschuwing aan het adres van de jeugd en een reflectie van de ouderlijke angst voor de moderne jeugdcultuur. Het gegeven dat het slachtoffer als onschuldig en naïef wordt neergezet, is geen toevalligheid en toont opvallende overeenkomsten met het beeld dat er in de Westerse samenleving heerst over kinderen. Academici vanuit verschillende disciplines zijn het erover eens dat het onschuldige kind en zelfs de jeugd op zich een historisch en sociaal geconstrueerd concept is wat als natuurlijk wordt ervaren. Wanneer gekeken wordt naar het fenomeen van de loverboys in de media, zien we dat het verhaal wezenlijk meer over de slachtoffers zelf gaat dan over de criminele daders. Zoals gesteld komt het dominante perspectief duidelijk vanuit de hoek van gedupeerden en hun belangenbehartigers. Daarnaast is geconstateerd dat dit uitgedragen verhaal in feite over onschuldige jonge tienermeisjes gaat die gevaar lopen ten prooi te vallen aan kwaadwillende jongemannen. Het blijkt dat alle meiden nog minderjarig zijn wanneer zij hun loverboy voor het eerst ontmoeten en dus zijn zij in Westerse begrippen kinderen die beschermd moeten worden. Het gegeven dat alle slachtoffers als onschuldige tienermeisjes worden neergezet, volgt een culturele traditie in de constructie van het begrip van de jeugd in de maatschappij. Historisch onderzoek wijst uit dat het concept van het kind iets van de laatste honderd vijftig jaar is. Brown stelt vast dat ons ideaal beeld van het pure, onschuldige en afhankelijke kind sinds de late negentiende eeuw is ingebed in onze Westerse samenleving.78 Daarbij is het volgens haar typerend voor de Westerse cultuur dat er discomfort heerst wanneer een slachtoffer niet aan het perfecte beeld voldoet, met name wanneer het om kinderen gaat.79 Ook sociologe Karen Sternheimer ziet het beeld van het onschuldige kind als een cultureel geconstrueerd concept dat als natuurlijk wordt beschouwd: Childhood is a construction based on adult hopes and needs; it‟s something we create rather than a fixed reality. Childhood is not just a biological phase which people pass
78 79
Brown, 2004: p. 344. Brown, 2004: p. 346.
51
through but is an idea collectively constructed to serve adult needs and historical conditions.80 Hierdoor vervult het ideale beeld van het onschuldige kind een sociaal doel in plaats van dat het een vast gegeven is. Dit geconstrueerde beeld in de Westerse samenleving van naïeve, onschuldige kinderen die ten alle tijden beschermd moeten worden tegen gevaren van buitenaf, is volgens Sternheimer een misvatting. In haar werk Kids These Days: Facts and Fictions gaat zij in tegen wetenschappelijke onderzoeken die stellen dat de media jongeren negatief beïnvloeden. Volgens haar is de paniek in de Westerse samenleving omtrent de jeugd overdreven en buiten proportie. Hierdoor wordt de schijn gewekt dat kinderen het tegenwoordig lastiger hebben met keuzes maken en dat zij aan grotere gevaren worden blootgesteld dan ooit tevoren.81 Sternheimer stelt dat de blaam van het verlies van onschuld ten onrechte aan de media wordt toegeschreven: It is often through the media that adults must face the reality that children do not necessarily embody innocence as adults expect them to. Innocence is a pawn, used in attempt to control popular culture and regulate children‟s knowledge.82 Het is volgens haar niet de media die de jeugd negatief beïnvloeden maar de manier waarop zij inspelen op reeds bestaande angsten in de samenleving. Hierbij wordt het ideale beeld van onschuld als een metafoor gebruikt om angsten vorm te geven. Ouders hebben nog maar weinig controle over de kennis van hun kinderen en de disproportionele sensationele berichtgevingen versterken en rechtvaardigen de bestaande angsten over jonge mensen. Daarbij blijken kinderen niet zo onschuldig te zijn als zij lijken en worden zij niet blootgesteld aan grotere gevaren. Het weergeven van kinderen als onschuldige en weerloze slachtoffers is dan ook wat zij the myth of childhood innocence noemt.
Het idealiseren van kinderlijke onschuld wakkert paniek aan in de samenleving wanneer er veranderingen in plaatsvinden. Dit is iets waar de media handig op in weten te spelen. Sternheimer schrijft hier het volgende over: Fear is a powerful emotion. To deal with our fears, we often seek more information to both justify that our concern is real and to figure out what we can do to minimize our personal risk. […]We want reassurance that our fears are legitimate, that they are heard, shared, and respected, and we want to gain competency to deal with them.83
80
Sternheimer, 2003: p. 25-26. Sternheimer, 2003: p.140. 82 Sternheimer, 2003: p. 25. 83 Sternheimer, 2003: p. 207. 81
52
Het is daarom niet de reële dreiging die gegrond is maar de angst die reeds bestaat en staande wordt gehouden door de media. Wanneer we steeds vaker zien dat „onze‟ onschuldige dochters hun onschuld verliezen aan loverboys, geeft dit niet aan dat de bedreiging reëel is maar bevestigt het onze bestaande angsten.
Tot slot nog enkele opmerkingen over welke karakteristieken bij dit mythe-element buiten beschouwing zijn gelaten. Er kan worden gesteld dat het gegeven van minderjarigheid bij alle slachtoffers een eigenschap is die niet geheel conform de werkelijkheid is. In paragraaf 2.2.3 werd al opgemerkt dat uit de cijfers van bekende zaken omtrent loverboys een derde van de slachtoffers minderjarig bleek te zijn. Nu is ook opgemerkt dat dit percentage hoger uit zou kunnen vallen, maar dit geeft tevens aan dat er een aanzienlijk deel meerderjarig moet zijn. De jonge leeftijd van de slachtoffers wordt zodoende als natuurlijk beschouwd terwijl oudere gedupeerden buiten beeld worden gelaten. Bovendien wordt de focus in alle mediaverhalen gelegd op de jeugdcultuur en de slachtoffers zelf, maar komt de verantwoordelijkheid van de ouders nauwelijks aan bod. Zoals Sternheimer al stelde, voedt het verhaal de angsten in de maatschappij van volwassenen over de invloeden van buitenaf waarmee hun kinderen te maken krijgen. Uitwerkingen van opvoeding en ouderlijk gezag worden echter achterwege gelaten en dienen, wanneer er naar oorzaken gekeken wordt, nader onderzocht te worden.
4.4 Sensatie en de mythe van witte slavinnen Deze paragraaf legt zich toe op de historische en culturele verklaring van het element van prostitutie in het loverboy-verhaal. Het wijst uit dat de beelden en verhalen rondom seks gerelateerde criminaliteit verankerd liggen in de Westerse cultuur waardoor de fascinatie van het publiek voor deze onderwerpen groot is. Het stelt ten eerste dat mediaverhalen over loverboys binnen de historische context van sensationele berichtgeving over waargebeurde misdaden, ofwel true crime, past. Er wordt beargumenteerd dat dit met name terug te vinden is wanneer het wordt vergeleken met eerdere verhalen uit het begin van de 20e eeuw over seksuele uitbuiting van vrouwen, ook wel de white slave myth genoemd. Hierbij komen een aantal aspecten aan het licht die overeenkomen met het moderne verschijnsel van loverboys. Daarnaast wordt beargumenteerd dat het verschijnsel van jeugdprostitutie een cultureel geconstrueerd concept is.
De verhalen over loverboys die in de media verschijnen, met name uit de genres non-fictie en documentaire, tonen op een aantal punten gelijkenissen met wat Joy Wiltenburg verstaat onder sensationele berichtgeving: 53
[…] the purveyance of emotionally charged content, mainly focused on violent crime, to a broad public.84 Dit begrip van sensatie heeft zijn oorsprong in de 19e eeuw en doelde op literaire en journalistieke stukken die een sterke emotionele reactie bij het publiek uitlokten.85 Echter, Wiltenburg bewijst in haar artikel dat dit soort berichtgeving al terug te vinden is in de 16e eeuw. Voornamelijk aan de hand van weerzinwekkende verhalen die gebaseerd waren op real life, brachten pamfletten een boodschap van morele werkelijkheid over op het publiek. Hoewel deze berichten grotendeels een onderliggende nadruk op religieuze waarden en normen hadden, zijn er een aantal sleutelelementen die toepasbaar zijn op hedendaagse sensatie. Zo is een essentieel element in de claim of truth integraal aan de verhalen en het element van een direct dialogue. De claim of truth die de meeste verhalen in zich hadden, bestond uit de bevestiging dat de content direct afstamde van de het werkelijke leven.86 Dit zien we met name duidelijk terug bij de genres non-fictie en documentaire, waar claims over de realiteit van de loverboyproblematiek worden gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het programma Man/Vrouw waar de presentatrice in het begin al stelt dat het “ongelofelijk maar waar is dat een heleboel meisjes op deze manier in de prostitutie belanden.” Bovendien wordt in beide documentaires het fenomeen als een feitelijke waarheid beschouwd. Daarnaast zien we het element van direct dialogue terug in alle verschillende onderzoeksobjecten, waar het eerder genoemde dominante perspectief vanuit de slachtoffers en hun belangenbehartigers komt. Volgens Wiltenburg was dit sleutelelement in sensatie: […] especially likely to be placed in the mouths of victims, fostering a vivid reimagining of the scene and encouraging audience sympathy.87 De slachtoffers van loverboys vertellen levendig hun verhaal waarbij de kijker zich in kan leven. Zo nu en dan worden deze verhalen zelfs letterlijk aan de hand van reconstructies geïllustreerd. Hierdoor wordt eveneens sympathie bij het publiek opgewekt. In paragraaf 2.2.1 werd aan de hand van Burger en Koetsenruijter al duidelijk dat dit gegeven van het dominante perspectief claimmakers ertoe kan zetten het belang van hun zaak te vergroten.88 Hoewel de berichten over het algemeen geen evenredige weergave van de werkelijkheid zijn, hebben sensationele berichten over criminaliteit dus impact op de opinie van het publiek. 84
Wiltenburg, 2004: p. 1377. Wiltenburg, 2004: p. 1377-1379. 86 Wiltenburg, 2004: p. 1384. 87 Wiltenburg, 2004: p. 1388-1389. 88 Burger en Koetsenruijter, 2008: p. 51-52. 85
54
De wijze waarop de representaties worden weergegeven beïnvloeden de perceptie op het leven en de samenleving en spelen in op emoties van sympathie. De sensationele berichtgeving uit de 16e eeuw heeft echter niet de opvallendste gelijkenissen met het loverboy-fenomeen. Hoewel er enkele gelijkenissen te vinden zijn in de aard van de verhalen uit die tijd, zijn de grootste overeenkomsten terug te voeren naar mythes uit het einde van de 19e en begin 20e eeuw. Volgens Stijn Reinders begonnen de verschillende media waarmee de verhalen naar het publiek werden gecommuniceerd rond die tijd langzamerhand steeds meer dezelfde misdaden te laten zien waarbij stereotiepe beelden en clichés van daders en slachtoffers in beeld kwamen en van elkaar werden overgenomen. Dit resulteerde in een aantal gedeelde codes, thema‟s en stereotiepen in de uitgedragen verhalen.89 Het feit dat het loverboys een gewild thema zijn in zowel non-fictieve als meer recreërende vormen van entertainment en dat zij hierbij een verhaalstructuur delen met een aantal basiselementen, is dus geen nieuw verschijnsel. Daarbij hebben de invullingen van deze begrippen historisch gezien nog altijd belangrijke overeenkomsten. Deze centreren zich vooral rondom het eerder beschreven stereotiepe van dader en slachtoffer. Wanneer historisch gekeken wordt naar verhalen en mythes rondom seksuele misdaad, stammen de opvallendste gelijkenissen dan ook met name uit deze tijd, toen verhalen over “witte slavinnenhandel” zich de ronde deden in de media. De wijze waarop jonge vrouwen en meisjes ten prooi vielen aan loerende (vaak allochtone) mannen om vervolgens ontvoerd en verkocht te worden voor het werk in de prostitutie, is in deze periode reeds een maatschappelijk probleem wat uitdraaide op een seksuele en morele paniek in de samenleving.90 De aanleiding voor de mediahype rondom witte slavinnen is terug te vinden in 1907. In dit jaar publiceerde een zekere George Kibbe Turner een op sensatie gericht stuk in de media waarin het bestaan van “vice trusts” in de Verenigde Staten naar buiten werd gebracht. Deze zogenaamde “vice trusts” zouden winst maken op de ontvoering en verkoping van autochtone en allochtone blanke vrouwen voor de seksindustrie en slavenhandel. Niet lang na de publicatie van het stuk verschenen er steeds meer dergelijke verhalen over “witte slavinnenhandel” in de commerciëlere media, waarin beelden van onschuldige vrouwen werden geschetst die door gewiekste pooiers werden ontvoerd. Dit resulteerde in een grootschalige seksuele en morele paniek over de handel in vrouwen.91 Shelley Stamp laat in haar boek Movie-struck Girls: Women and Motion Picture Culture After the Nickelodeon zien dat deze golf van verontrusting zich niet alleen in de journalistiek 89
Reijnders, 2005: p. 635-651. Deze morele paniek wordt door verschillende auteurs aangekaard, onder andere door: Brown, 2004; Doezema, 1999; Soderlund, 2002; en Stamp, 2000. 91 Zie o.a. Soderlund, 2002: p. 438-460 en Brown, 2004: p. 344-354. 90
55
profileerde maar dat het ook een gewild onderwerp was binnen de commerciële entertainment. Begin jaren ‟10 was het juist deze industrie die het middelpunt vormde waar de morele paniek over het schandaal van de witte slavinnen werd gerepresenteerd. De filmindustrie nam een prominente rol op zich om vrouwen te waarschuwen dat ze gewiekste en zondige pooiers tegen het lijf konden lopen. Dit resulteerde in een stroom van films met als onderwerp de witte slavinnenhandel. Deze films promootten een beeld van vrouwen waarbij zij als kwetsbaar voor seksuele aanranding, mishandeling en ontvoering op recreatieve plekken zoals bij de bioscoop, werden neergezet. Bovendien gaven zij uiting aan algemenere bezorgdheden over vrouwen als sociale en economische onafhankelijke individuen in de moderne stadscultuur.92 Volgens Stamp was deze onderwerpkeuze een zeer lucratieve business voor de filmindustrie, die verdiende aan de vele verhalen die er in de maatschappij de ronde deden over vooral onschuldige slachtoffers die door louche slavenhandelaren werden gedwongen, ontvoerd en verkocht voor de prostitutie. Deze sluwe zedeloze figuren lagen overal in de Amerikaanse steden op de loer en vrouwen werden dan ook geadviseerd om altijd op hun hoede te zijn. Ze werden gewaarschuwd dat ze plotseling gedrogeerd en naar een bordeel gebracht konden worden om daar tegen hun zin in te worden gehouden voor prostitutiewerk.93 Hoewel historici de waarheidsgetrouwheid van dergelijke verhalen rondom witte slavinnen in twijfel trekken en het bestaan zelfs als een culturele mythe beschouwen, zijn er volgens Doezema een aantal hoofdelementen die onder het fenomeen worden geschaard. Het verschijnsel white slave wordt over het algemeen gedefinieerd als: […] the procurement by force, deceit, or drugs, of a white woman or girl against her will, for prostitution.94 De archetypische aspecten van de witte slavin vinden volgens haar bovendien overeenstemming met tegenwoordige verhalen over handel in vrouwen en kan tot op zekere hoogte gezien worden als hernieuwde versies van deze culturele mythe. De gelijkenissen die Doezema ziet in de twee verschijnsels gaan onder andere over jeugdigheid en onschuldigheid van het slachtoffer en het voorkomen van geweld. Deze aspecten zijn ook terug te vinden in het moderne verschijnsel van (seksuele) uitbuiting van vrouwen waarnaar de Nederlandse media refereren als het loverboy-fenomeen. In de vorige paragrafen is al geconstateerd dat het verschijnsel elementen bevat van blanke, minderjarige en onschuldige slachtoffers. Tevens is uit het voorgaande hoofdstuk gebleken dat de loverboys zelf vaak in combinatie met agressiviteit en geweld in beeld worden gebracht. De
92
Stamp, 2000: p. 40-41 Stamp, 2000: p. 41 94 Doezema, 1999: p. 25. 93
56
mediaverhalen waarin loverboys het onderwerp vormen, zijn in dit opzicht uitvoeringen van hedendaagse verhalen over vrouwenhandel die te vergelijken zijn met de witte slavinnenmythe. Doezema stelt dat het onschuldige slachtoffer in de white slave verhalen door haar jeugd en onschuld kon rekenen op sympathie bij het publiek. In de verhalen blijkt haar onschuld uit verschillende aspecten: […] through stressing her lack of knowledge of or unwillingness to accede to her fate; her youth-equated with sexual unawareness and thus purity; and/or her poverty.95 In de verhalen over loverboys die in deze scriptie nader onderzocht zijn, zien we dat de slachtoffers over het algemeen eveneens op sympathie kunnen rekenen bij het publiek door hun leeftijd en onschuld. Zij worden overwegend neergezet als meisjes die door hun gebrek aan kennis en hun naïeve verliefdheid aan de eisen van de loverboy tegemoet komen en hun lot niet willen toegeven. Het doel om het meisje in de prostitutie voor hem te laten werken bereikt de dader door middel van emotionele en fysieke dwang. Daarnaast is het gebruik van geweld jegens het meisje een signaal voor haar onrechtvaardige slachtofferschap. In de vergelijking met de witte slavinnenmythe parafraseert Doezema terecht Grittner: […] violence serves to underscore the complete victimisation of the woman: the more violence, the more helpless and truly victim she is.96 Net als in het narratief van de witte slavinnenhandel wordt het slachtoffer van loverboys als daadwerkelijk hulpeloos slachtoffer neergezet en kan zij zodoende op begrip van de bevolking rekenen.
4.5 Publieke plaats als gevarenzone Een opvallende overeenkomst tussen de verschillende mediaverhalen rondom loverboys is de plaats waar de slachtoffers worden gerekruteerd. Alle onderzoeksobjecten wezen uit dat de meiden hun loverboy ontmoetten op publieke plaatsen als cafés en in de stad. Dit geeft niet alleen aan dat in principe overal slachtoffers kunnen worden gemaakt en dat elk meisje daarvoor op haar hoede moet zijn, maar het weerspiegelt ook het traditionele perspectief van de distinctie tussen publiek en privé. Binnen dit traditionele perspectief wordt er vanuit gegaan dat bepaalde tijden en plekken meer risico met zich meebrengen voor het maken van slachtoffers. Het geeft daarmee een 95 96
Doezema, 1999: p. 34 Doezema, 1999: p. 35.
57
waarschuwing af dat voorzorgsmaatregelen nodig zijn om de minder veilige plekken en tijdstippen te mijden. Traditioneel gezien ligt de distinctie tussen publiek en privé in de huiselijke sfeer: […] the private sphere refers to the home, domesticity, care and safety, whereas the public sphere is traditionally more related to violence and crime.97 Het gegeven dat alle loverboys hun slachtoffers buiten de huiselijke kringen in openbare plaatsen maken, weerspiegeld de traditionele angsten voor oncontroleerbare gevaren van buitenaf. Deze nadruk op de gevaren van publieke plekken blijkt een aspect te zijn dat historisch is terug te voeren. Zoals in de vorige paragraaf al werd geconstateerd, werden met name jonge vrouwen begin 20e eeuw al gewaarschuwd voor louche figuren die overal in de stad op de loer konden liggen. In bepaalde groepen films die in de jaren ‟10 in Amerika aan populariteit wonnen, werd volgens Stamp de opvatting gepromoot dat vrouwen kwetsbaar waren voor seksuele aanrandingen en mishandelingen op recreatieve plekken zoals bij de bioscoop en in de stad. Dat deze films juist ook bij jonge vrouwen geliefd werden, zorgde voor een uitgesproken bezorgdheid. De geruchten gingen namelijk dat vrouwenhandelaren die het onderwerp vormden voor de films, juist hun slachtoffers maakten op die plekken waar veel meisjes bij elkaar waren.98
Feitelijk is het echter wel frappant dat gedomesticeerde plaatsen niet of nauwelijks gerepresenteerd worden in het loverboy-verhaal. In paragraaf 2.2 is namelijk geconstateerd dat recente onderzoeken uitwijzen dat steeds meer slachtoffers via internet in contact komen met hun loverboys. Kanters en Zanetti noemen de cijfers die bekend zijn over het ronselen van meisjes via internet zelfs het topje van de ijsberg en stellen vast dat de meerderheid van de slachtoffers via internet zijn geëxploiteerd.99 Dit geeft aan dat de private sfeer van het ouderlijk huis niet vanzelfsprekend veilig is zoals het traditionele perspectief wel doet vermoeden. Niet alleen worden slachtoffers gevonden door actief te zoeken op recreatieve plekken zoals aan het begin van de 20e eeuw vermoedelijk in de stad gebeurde, maar ook op moderne vormen van publieke plaatsen binnen de huiselijke sfeer zoals het internet. Deze constatering ligt in het verlengde van wat Bovenkerk e.a. eerder al stelden, dat het hier niet gaat om een nieuw fenomeen maar eerder om een moderne uitvoering van een aloude mythe.
97
Vanderveen, 2006: p. 114. Stamp, 2000: p. 8. 99 Kanters en Zanetti, 2009: p. 11. 98
58
5. CONCLUSIES Sinds eind jaren ‟90 verschijnen er steeds vaker berichten in de media over het fenomeen „loverboys‟. De verhalen over deze criminele jonge pooiers zijn niet alleen populaire onderwerpen in het nieuws, maar worden steeds vaker gebruikt voor meer fictieve mediavormen. Zo duikt het verschijnsel ook op in televisiedrama‟s, films en literatuur. Op academisch niveau is er over dit recente verschijnsel in de Nederlandse maatschappij nog niet veel bekend en de verbanden/overeenkomsten tussen de mediaverhalen uit verschillende genres zijn tot dusver nog niet eerder onderzocht. De onderzoeken beperken zich tot het bestaan en de omvang van het probleem en de journalistieke beschouwingen in kranten en televisieactualiteiten. Het commentaar gaat echter niet verder dan te stellen dat er in de journalistiek eenzijdige bronnen worden geraadpleegd in de vertelling van loverboy verhalen en de vraag of het loverboy-fenomeen een apart verschijnsel is te noemen. Terwijl hiermee de beeldvorming over loverboys als vanzelfsprekend wordt aangenomen, laat het de culturele en historische wortels buiten beschouwing. In deze scriptie is ervoor gekozen het onderwerp vanuit een cultureel-historisch perspectief te verklaren. Aan de hand van theorieën over mythevorming uit de semiologie van Barthes is geconstateerd dat er basiselementen binnen de verschillende mediaverhalen bestaan, die gezien kunnen worden als een culturele mythe in het dagelijks leven. Barthes ziet culturele uitingen in het leven van alledag als mythes doordat zij betekenissen uitdragen die als natuurlijk worden beschouwd maar die in feite cultureel en historisch aan hun context gebonden zijn. Het woord „natuurlijk‟ betekent in dit perspectief de natuurlijke orde der dingen: de mythe wordt als een vanzelfsprekend gevolg van het verloop van het verhaal voorgesteld. Zij reconstrueert daarmee een selectief, niet bepaald realistisch beeld van de werkelijkheid. Door de hypothese aan te nemen dat mythevorming ontstaat wanneer gecommuniceerde „nieuwe‟ fenomenen in feite moderne uitvoeringen zijn van bestaande verhalen in de samenleving, is er in dit onderzoek verder geborduurd op de conceptualisering van Barthes. De hoofdvraag die hierbij centraal stond, was in hoeverre er sprake is van mythevorming rondom het fenomeen van de loverboy in de Nederlandse mediavormen fictie, non-fictie en documentaire en welke culturele betekenis hieraan ten grondslag ligt. De analyse van de acht onderzoeksobjecten viel uiteen in een praktisch en een theoretisch deel. Het praktische deel heeft aangetoond dat er een aantal aspecten in de mediaverhalen over
59
loverboys bestaan die dominant zijn binnen en tussen de verschillende genres en dat deze derhalve als basiselementen kunnen worden gezien van het loverboy-verhaal. Deze zogenaamde shared narratives manifesteren zich voornamelijk rondom de volgende eigenschappen: Slachtoffers zijn naïef en weerloos tegenover hun loverboy; zij zijn minderjarige, Nederlandse meisjes die uitdagend gekleed gaan; daders zijn criminele, gewelddadige en agressieve allochtone jongemannen; zij zijn geraffineerd en werken volgens een uitgedacht stappenplan zodat meisjes emotioneel afhankelijk van hen worden; de loverboys profiteren financieel door het slachtoffer in de prostitutie uit te buiten; „gevarenzones‟ voor meisjes zijn openbare plekken waar veel mensen komen; De geanalyseerde mediavormen schetsen een beeld van de loverboy, het slachtoffer en de methodes van rekrutering. De daders worden als echte slechteriken gerepresenteerd; zij zijn criminelen die handelen in drugs en agressief en gewelddadig gedrag vertonen. Daarnaast verleiden zij het slachtoffer met materiële zaken als auto‟s en met aandacht. Wanneer het meisje is ingepalmd begint de uitbuiting en prostitutie. Hoewel Bovenkerk e.a. stellen dat deze loverboypraktijken nauwelijks in zuivere vorm voorkomen, worden ze in de analyseobjecten van deze genres wel als standaarden weergeven. De gelijkenissen met het clichématige beeld van het fenomeen zijn vooral opmerkelijk voor non-fictie en documentaire aangezien zij de werkelijkheid pretenderen weer te geven. Het zijn vooral deze genres die culturele uitingen als natuurlijk laten beschouwen bij het publiek. De parallellen duiden hiermee op mythevorming van het verschijnsel. Het feit dat de fictieve genres putten uit basisstructuren die zij delen met non-fictieve media en die grote overeenkomsten hebben met het clichébeeld, is daarbij evenzo opmerkelijk. Hoewel deze verhalen voor het grootste deel verzonnen zijn, blijken zij de keuze te maken de genoemde elementen in het verhaal te verwerken en als vanzelfsprekende karakteristieken voor de loverboy te beschouwen. Een alternatief loverboy-verhaal waarin de optionele aspecten van het verschijnsel aan bod komen is tot op heden nog niet gevonden. Het theoretische deel van de analyse toont dieperliggende wortels van het loverboyfenomeen. Op grond van de cultureel-historische patronen kan worden geconcludeerd dat er een uniform clichématig beeld is gecreëerd van een „nieuw‟ verschijnsel dat al eeuwen oud is. Zoals hierboven is beargumenteerd is de representatie van de loverboy als een niet-blanke, wrede en criminele man en de verbeelding van het slachtoffer als een minderjarig, naïef en onschuldig geen toevalligheid. Ten eerste zijn de loverboy-verhalen mythes te noemen doordat zij uitvoeringen zijn van bestaande stereotypische verbeeldingen in de media van crimineel en slachtoffer, mannelijkheid versus vrouwelijkheid. Het feit dat de loverboys en slachtoffers binnen deze tradities passen, veralgemeniseren het uitgedragen beeld en laten het als natuurlijk overkomen. De romantische 60
weergave van deze binaire oppositie cijfert andere mogelijkheden van verhaallijnen zoals de eigen inbreng, verantwoordelijkheid en criminaliteit van het slachtoffer, weg. Hiermee houdt de loverboymythe stereotypische beelden van de typical criminal en ideal victim in stand. Ten tweede borduren de verhalen verder op onderliggende gevoelens van bedreiging van de nationale cultuur door de etnische minderheden. Het feit dat alle onderzoeksobjecten de loverboy als allochtoon representeren is selectief en als natuurlijk beschouwd, waardoor het bijdraagt aan de mythevorming van het fenomeen. Daarnaast is geconstateerd dat het loverboy-verhaal een moderne versie is van de aloude culturele mythe van witte slavinnen. Net als de witte slavinnenmythe gaat de loverboymythe over jonge, blanke meisjes die op openbare plaatsen door geraffineerde, immigrante jongemannen worden misleid en meegenomen om als prostituee voor hen te gaan werken. Tegenwoordig bestaan deze publieke plaatsen echter niet alleen uit bioscopen en de binnenstad, maar zijn internet, cafés en discotheken plaatsen die worden genoemd. Overigens ligt het gegeven dat alle onderzoeksobjecten de publieke plaats als gevarenzone voor loverboys representeren, in het verlengde van de traditionele distinctie tussen publiek en privé waarbij de publieke plaatsen als gevarenzones worden bestempeld. Tevens versterkt het gebruik van geweld door de dader het onrechtvaardige slachtofferschap van het meisje. Net als bij de witte slavinnenmythe kan zij door haar weerloze en onschuldige representatie rekenen op sympathie bij het publiek. Bovendien suggereert het woord „loverboy‟ dat het hier om een nieuw verschijnsel gaat in de Nederlandse maatschappij. Het blijkt echter dat vrouwenhandelaren en pooiers altijd al misleidingtechnieken en dwang hanteerden om hun vrouwen in de prostitutie te dwingen. Daarbij komt dat de vriendjes van prostituees eveneens altijd al de verdiensten van de vrouwen verkregen. Een ander opvallend punt is de minderjarige leeftijd van het slachtoffer. Dit is niet alleen een mythe te noemen wegens het feit dat er ook vele meerjarige slachtoffers worden gemaakt en dat deze optie door de mediaverhalen buiten beschouwing is gelaten. Het is namelijk ook een mythe te noemen omdat het de Westerse traditie van de constructie van het onschuldige kind reflecteert. Door het slachtoffer als minderjarig en onschuldig te verbeelden speelt de loverboymythe in op bestaande angsten van volwassenen in de maatschappij. Wanneer de kinderen hun onschuld verliezen door de seksuele kennis en ervaringen met criminele praktijken zoals drugs, ontstaat er een discomfort in de samenleving. Loverboy-verhalen waarschuwen zodoende voor het verval van het onschuldige kind. Verder moet er nog een opmerking worden gemaakt over het opgevallen dominante perspectief van waaruit de verhalen over loverboys worden verteld. Ieder onderzoeksobject bleek zich namelijk vooral te richten op het slachtoffer en haar belangenbehartigers, iets wat 61
Burger en Koetsenruijter in hun analyse van krantenartikelen en tv-programma‟s al hadden opgemerkt. Vermeende loverboys komen zelf niet of nauwelijks aan het woord en wanneer zij dit wel komen, onderstreept het de manier waarop het slachtofferschap van het meisje wordt neergezet. De onderzochte verhalen over loverboys geven aldus een uniform beeld weer. Echter, dit is eerder gebaseerd op clichés dan dat het de realiteit daadwerkelijk weergeeft. Representaties van pooiers die hun vrouwen verleiden voor het werk in de prostitutie hebben altijd al deel uitgemaakt van de Westerse culturele berichtgeving. Hoewel de (meeste) elementen van het fenomeen door het publiek als vanzelfsprekend worden beschouwd, blijken ze cultureel en historisch geworteld te zijn in de Westerse samenleving. De mate waarin het verhaal voldoet aan Barthes‟ conceptualisering van een mythe, geeft de fascinatie voor het verhaal binnen de verschillende genres aan en niet zozeer de ernst van het probleem. De herhaling van dezelfde kenmerken in alle verhalen over loverboys geven zodoende een argument voor de loverboymythe. Vermoedelijk is dat een verklaring voor de populariteit van het onderwerp in fictie, non-fictie en documentaire.
62
BIJLAGE 1 AD/Algemeen Dagblad 30 april 2010 vrijdag Bron: LexisNexis.com Murat O. hangt het feestvarken uit SAMENVATTING DEN HAAGMurat O. de veroordeelde pooier wiens vrijlating een storm van kritiek heeft veroorzaakt, is alweer volop actief op netwerkwebsites op internet. De man, veroordeeld voor de uitbuiting van prostituees, is volgens het gerechtshof vrijgelaten om voor zijn zieke moeder te zorgen. Maar op internet is daar weinig van te merken. COEN VAN KRANENBURG VOLLEDIGE TEKST: Met geen woord rept hij er over zijn ernstig zieke moeder. Op http://partyflock.nl is hij zelfs te zien op een schattige foto waarop hij met konijnenoortjes het feestvarken uithangt. En dat terwijl hij toch vanwege zijn moeder met verlof mocht van het gerechtshof. In het huis van die moeder in de Haagse wijk Laakkwartier was hij gisteren niet, aldus zijn moeder of zus, die via de intercom reageert. De commotie over Murat is volgens haar 'niet mooi'. ,,Laat maar een briefje achter in de brievenbus als je hem wilt spreken,'' zegt zij tegen de verslaggever. Of Murats zus, die tegenover haar woont, op dat moment wel voor haar zorgt, is niet te achterhalen. In kringen rond de slachtoffers van Murat wordt in elk geval ernstig getwijfeld aan de ziekte van de moeder. Murat O. (Den haag, 18 oktober 1986) woonde ten tijde van zijn aanhouding, halverwege oktober 2008, samen. Niet met één meisje, maar met twee. In Nootdorp en in Zoetermeer. Het past bij zijn reputatie van womanizer. Alleen al op netwerkwebsites als netlog.com en http://partyflock.nl viel op dat hij vele honderden contacten had. Vrijwel allemaal met jonge meiden. Die leerde hij kennen via internet, of tijdens feesten in strakke 'vip-clubs', soms door hem en zijn broer georganiseerd. Het begon allemaal rond 2002. Murat was van twee Haagse scholen afgegooid toen hij op het Segbroek College terecht kwam. Daar legde hij het aan met een meisje van 15, dat hij op haar achttiende de prostitutie in duwde. Waar hij buiten de deur met zijn afgetrainde lichaam, zijn strakgeschoren hoofd, zijn dure kleding en dito Volkswagen Touareg (zwart) een vrolijke charmante, verschijning was die kwistig met geld strooide, zou dat bij zijn vele 'vriendinnen' wel anders zijn gegaan. Geld inleveren en werken, was volgens een ingewijde het motto. Op internet zijn de sporen van zijn luxe leventje terug te vinden. Op foto's is hij vaak te zien in de sportschool, of hij hangt met zijn broer en andere sportschooltypes op een feestje. Op een foto is zijn broer Mehmet op kantoor achter een bureau te zien. Het gaat om het kantoor van zijn begin 2009 failliet verklaarde autobedrijf Autostad Amsterdam, dat de twee samen runden. Daarbij kwamen ook zijn ouders in beeld bij de politie. Het gescheiden echtpaar werd aangehouden op verdenking van witwassen van crimineel geld. Een van de redenen daarvoor was de jaaromzet van het bedrijfje: Een luttele 8000 euro. En toch reden beide broers in verschillende peperdure auto's, zoals een S-type Mercedes cabrio en een Volkswagen Touareg. 63
Murat maakte zijn middelbare school op het Segbroek College niet af. Na ongeveer twee jaar verdween hij van het toneel en kwam hij naar verluidt onder de hoede van zijn oudere broer Mehmet (eveneens veroordeeld tot een jarenlange celstraf), die hem volgens de overlevering de kneepjes van het mensenhandelvak zou hebben bijgebracht. In 2008 liep het mis voor de broers. Samen met vier anderen, onder wie de uiterst gewelddadige Youssef uit Amsterdam, werden ze opgepakt. Murat was niet gewelddadig, hoewel hij zijn slachtoffers wel agressief zou hebben benaderd en er niet voor zou hebben teruggedeinsd hen onder druk te zetten toch vooral centjes te verdienen achter de prostitutieramen in Nederland en België.
64
BIJLAGE 2 Tabel 1 – Overzicht uitkomst Analyse Deel 1: Onderzoeksobjecten Loverboy
Kenmerken dader(s)
Kenmerken slachtoffer(s)
De relatie
Plaats van rekrutering
Prostitutie
Fok Jou!
Loverboy & girl
Beware of loverboys
Goed georganiseerd hiërarchisch bedrijf met Nederlandse directeur en allochtone werknemers, Gewiekste versierders, Veel aandacht, Mooie praatjes, Dure spullen, Geeft cadeaus, Goed verzorgd uiterlijk, Geven drugs, Hebben meisjes in de prostitutie werken, Illegaliteit, Gewelddadig, Agressief, Dreigementen
Allochtoon: Marokkaans of Antilliaan, Namen worden niet bekend gemaakt, Onherkenbaar in beeld, Geraffineerd, Zijn agressief, Gebruiken geweld, Maken gebruik van een uitgedacht stappenplan, Geven cadeaus, Zijn in het bezit van mooie spullen en auto's, Mishandeling, Bedreiging, Controle
Marokkaans, Maakt deel uit van een netwerk, Heeft meerdere meisjes in de prostitutie gebracht, Werkt volgens een stappenplan, Geeft dure cadeaus, Maakt slachtoffer verliefd, Heeft een dure auto en kleding, Ziet er goed verzorgd uit, Werpt zich op als beschermer, Palmt slachtoffer in met als doel uitbuiting in prostitutie
Marokkaans, Gebruikt drugs, geeft cadeaus, Heeft altijd een groepje vrienden om zich heen, Bezit auto, Handelt drugs, Hiphop, Straattaal, Goed verzorgd uiterlijk
Blank, Blond haar, Minderjarig, Emotioneel afhankelijk, Naïef, Onschuldig, Moeilijke thuissituatie, Draagt uitdagende kleding, heeft een grote mond, Is opstandig, Kijkt veel muziekzenders, Wordt verliefd, Seks met derden tegen betaling, Denkt dat ze vrijwillig de prostitutie ingaat
Autochtoon, Gaat met oudere jongens om,Heeft een grote mond, Is agressief, Steelt, Kleed zich sexy, Kijkt veel muziekzenders, hangt veel op straat, is soms nachtenlang weg, gebruikt (soft)drugs, Conflicten met moeder, Onschuldig minderjarig, Geen vader, Zit nog op middelbare school, hiphop, straattaal
Autochtoon, Kwetsbaar, Naïef, Onschuldig, Problemen thuis, Minderjarig, Emotioneel afhankelijk
Autochtoon (behalve Theresa, zij heeft een Moluks uiterlijk maar is Nederlands), Onzeker, Emotioneel afhankelijk, Onschuldig, Manipuleerbaar, Naïef, Minderjarig, Kwetsbaar.
Vrienden/liefdesrelatie, Subtiele dwang door middel van woorden en handelingen, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen
Vrienden/liefdesrelatie
Vrienden/liefdesrelatie, Subtiele dwang door middel van woorden en handelingen, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen
Vrienden/liefdesrelatie, Subtiele dwang door middel van woorden en handelingen, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen, Geweld, Agressie, Dreigementen
Kledingzaak in stad
Niet duidelijk aangegeven wel suggestie dat loverboys veel op straat hangen
Cafés, Restaurants, Openbare plekken in de stad
Niet expliciet genoemd maar vermoedelijk in de stad en bij school
Lijkt uit eigen beweging, Illegaliteit, Tippelzone, Hotelkamers, Lucratieve business, Verdiensten voor een ander
Niet expliciet in beeld, Wel suggestie vriendinnen 'uitlenen' aan vrienden
Niet expliciet maar wel genoemd als doel om geld aan te verdienen voor organisatie, Lucratieve business, Geweld, Dreigementen, Agressie
Raamprostitutie, Clubs of Tippelzone, Lucratieve business, Verdiensten voor een ander, Geweld, Agressie, Dreigementen
65
Voortzetting Tabel 1 Man/Vrouw
Echte mannen eten geen kaas
Loverboys
Mijn loverboy
Mooie snelle types, Zijn geraffineerd, Illegaal, Crimineel, Gaan in bepaalde etappes te werk, Zijn agressief, Gebruiken (seksueel) geweld, Handelen in drugs, Geven cadeaus, Zijn in het bezit van een auto, Werpt zich op als beschermer, Manipulatief, Maakt deel uit van een netwerk
Antilliaan, bezit een auto, Gebruikt drugs, Handelt in drugs en wapens, Hoofd van een heel crimineel netwerk, Heeft meisjes als prostituee werken, Gewelddadig, Agressief, Manipulatief, Dreigend, Straattaal, Hiphop
Allochtoon, Dure kleding, Brengt slachtoffer in de prostitutie, Is fysiek en seksueel gewelddadig, Bedreigt, Handelt in drugs, Geeft in het begin veel aandacht en is lief,
waarvan bekend: Marokkaans, Crimineel, Geeft veel aandacht, Prostitutie als oplossing financiële problemen, Gewelddadig, Agressief, Leugenachtig, Heeft meisjes als prostituee werken
Autochtoon, Onschuldig, Emotioneel afhankelijk, Kwetsbaar, Onzeker, Minderjarig, Hebben problemen thuis of zijn (seksueel) getraumatiseerd, kleed zich sexy en uitdagend, komt vaak niet of 's nachts thuis, ouders weten niet waar ze is, Soms tatoeage
Nederlands-Surinaams, Geïnteresseerd in oudere jongens, Gebruikt drugs, Prostitueert, Slecht contact met moeder, Onzeker, Onschuldig, Minderjarig, Emotioneel afhankelijk, Manipuleerbaar, Geen vader, Zit nog op middelbare school
Autochtoon, Minderjarig bij eerste contact, Onzeker, Kwetsbaar, Onschuldig, Manipuleerbaar, Werkt als prostituee, Gebruikt drugs, Emotioneel afhankelijk
Autochtoon, Minderjarig bij eerste contact, Prostitueren, Seks met derden tegen betaling, Tatoeage, Emotioneel afhankelijk
Vrienden/Liefdesrelatie, Subtiele dwang, Geweld, Dreigementen, Agressie, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen
Vrienden, Geweld, Dreigementen, Agressie
Vrienden/Liefdesrelatie, Subtiele dwang, Geweld, Dreigementen, Agressie, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen
Vrienden/Liefdesrelatie, Subtiele dwang, Geweld, Dreigementen, Agressie, Relatie als hulpmiddel om geld te verdienen
Over het hele land, Stad
Middelbare school
Café, Openbare plaatsen
Café, Openbare plaatsen
Publieke plaatsen
Lucratieve business, Geweld, Dreigementen, Agressie, Illegaliteit en raamprostitutie, Verdiensten voor een ander
Lucratieve business, Illegaliteit; bij mensen thuis, Drugs, Geweld, Dreigementen, Verdiensten voor een ander
Lucratieve business, Seksclubs en raamprostitutie, Verdiensten voor een ander, Geweld, Dreigementen, Drugs
Lucratieve business, Illegaliteit en raamprostitutie, Geweld, Dreigementen, Verdiensten voor een ander
Prostitueren van meiden voor financieel gewin loverboy, Raamprostitutie, Geweld en dreigementen
66
Basiselementen
Allochtoon, Geraffineerd, Crimineel, Inpalmen van jonge meisjes met als doel uitbuiting in prostitutie, Gewelddadig en agressief gedrag
Autochtoon, Kwetsbaar, Naïef, Onschuldig, Minderjarig, Emotioneel afhankelijk, Prostitutie
Subtiele en Fysieke dwang, Liefdesrelatie als methode om geld te verdienen
BIJLAGE 3 - BESCHRIJVING ONDERZOEKSOBJECTEN Beschrijving Beelden Loverboy – 2003 Regie Lodewijk Crijns, VPRO De film begint met scènes in split screen van meisjes met korte rokjes, sexy topjes, hoge hakken, en grote oorbellen die met donkere jongens met wijde kleren en sieraden praten en handen vasthouden. Eén van de meisjes is Denise; een blank meisje met lang blond haar en sexy kleren. We zien haar op school met drie vriendinnen. De meiden hebben in de klas en naar elkaar een grote mond. Ze zijn agressief en tijdens een bepaalde scène zien we ze met elkaar vechten. In de volgende scène horen we rapmuziek en zien we een flatgebouw. Hier woont Denise kennelijk want we zien haar naar binnengaan terwijl ze van de jongen van de supermarkt nog een tas eten krijgt. Binnen blijkt ze met haar moeder en tante die verschijnselen van dementie heeft, te wonen. Volgens Denise zijn de etenswaren over datum, wat erop duidt dat ze hulp krijgen van de voedselbank en dus niet veel geld hebben. In de film komen regelmatig videoclips voor van populaire rap en r&b muziek waarin schaars geklede vrouwen sexy staan te dansen. Wanneer Denise met haar vriendinnen veel kleding staat te passen in een winkel ontmoet ze Michael. De verkoopster haalt de bedrijfsleidster erbij omdat de meiden alles overhoop halen maar waarschijnlijk niks willen kopen. De vriendinnen van Denise snellen de winkel uit en Denise blijft achter. De bedrijfsleider zegt tegen haar dat ze ook maar snel weg kan gaan en dat hij anders de politie gaat bellen. Dan komt er Marokkaans uitziende jongen aan en schiet haar „te hulp‟. Hij doet net of hij haar vriendje is en betaalt een jurk voor haar. De jongen rijdt in een Mercedes cabrio. We horen weer populaire popmuziek en zien Denise weglopen van school en de jongen bellen die haar zijn nummer heeft gegeven. Thuis zegt ze dat ze naar een schoolfeest gaat en bij een vriendin blijft slapen, maar eigenlijk gaat ze met Michael mee uit. Hij neemt haar in zijn cabrio mee naar de stad. Hij kent iedereen en laat hun voor in de rij naar binnen lopen in een discotheek. Hij regelt van alles voor haar. Snelle, flitsende montage. (split screens, muziek, licht) Na de discotheek waar ze hebben staan dansen en zoenen, neemt Michael haar mee naar zijn jacht in de haven. Denise is duidelijk onder de indruk. Michael haalt breezers uit de koelkast en geeft haar een cadeautje; een nieuwe mobiele telefoon. Denise vraagt of hij soms wat bij zich heeft want zij heeft geen condooms bij zich. Hierop reageert hij: “zo‟n mooi cadeautje, dat moet je nog even ingepakt laten”. “Ik wil de hele avond naar je kijken”. Denise verklaart hem voor gek. Michael zegt dat hij het meent: “ik meen alles wat ik zeg. Wat ik niet meen dat zeg ik niet.” Vervolgens zien we hoe Denise wakker wordt in de boot. Michael wordt ook wakker en ze hebben toch nog seks. De muziek stopt tijdens de seksscene. Split screen.
67
Vervolgens zien we Denise aan haar zwangere zus vertellen wat ze heeft meegemaakt. Deze vindt dat ze wel erg snel met hem naar bed is gegaan, al op de eerste date. Denise vraagt of ze het niet aan hun moeder wil vertellen. Op de achtergrond staat een muziekzender aan en is een videoclip te zien waarin “nasty girl” wordt gezongen. In het volgende shot zien we in split screen Denise bij Michael in de cabrio zitten, ze lacht. Op de achtergrond horen we een nummer “Dreams can come true”. Michael neemt haar mee naar hippe plekken in de stad en we zien hem met veel geld smijten. Hij koopt allemaal kleding voor haar en ze gaan naar de kapper. Hij laat Denise daar heel lang wachten, in de zaak zijn ze al aan het opruimen als hij komt. Denise vraagt waarom hij zijn telefoon niet opnam, ze heeft hem verschillende keren proberen te bellen. Michael antwoord dat hij dat niet kan maken als hij in een bespreking zit en vraagt of ze mee uit gaat vanavond: “Ik wil je aan iedereen laten zien.” Het is avond en we zien Denise seks hebben met Michael achterin de auto op een lege parkeerplaats in split screen. Tussendoor zien we beelden van hen waarin Michael haar meeneemt naar een hippe tent en haar voorstelt aan al zijn vrienden: allemaal goed uiziende jongens met mooie kleding en mooie vriendinnen. De seksscene eindigt met de hak van Denise die door het plafond van de cabrio gaat. Michael verklaart haar de liefde: “Dit kan niet normaal zijn. Dat er mensen zijn die net zoveel van iemand houden als ik van jou.” Denise: “En ik dan, ik toch ook van jou!” Michael: “Nee, ik hou meer van jou.” Denise: “Hoe weet jij dat nou?” Michael zegt dat hij van plan was haar die avond wat te vragen maar dat hij het niet doet. Hij kijkt ernstig. Ondertussen zien we een wat slonzig meisje de tent binnenlopen waar de vrienden van Michael zitten. Ze vraagt waar Michael is maar zijn vrienden zeggen dat ze het niet weten. Ze wordt boos en spuugt één van de jongens in zijn gezicht. We gaan weer terug naar Michael en Denise in de auto. Michael vertelt dat hij “goed in de shit” zit. Hij zegt dat hij sinds hij Denise kent veel geld heeft uitgegeven wat hij eigenlijk van een vriend had geleend (5.000 euro). Nu wil die vriend zijn geld terug maar heeft hij het niet en is hij ook nog eens ontslagen. Er is echter nog één oplossing: zijn vriend wil hem matsen. Als Denise een keer met hem naar bed gaat dan hoeft hij de eerste drie weken geen geld terug te betalen. Denise zegt dat die vriend niet goed bij zijn hoofd is. Michael reageert boos: “Ik wist het wel, ik had je ook nooit iets moeten vragen!” Denise: “Ja sorry, maar het is toch ook gestoord?” Michael: “Ik vind het wel een goede deal.” Hij herhaalt twee keer hoe erg hij het op prijs zou stellen als ze het deed: “Ik zou het echt heel erg tof vinden als je dat voor mij zou willen doen.” Denise roept “Bekijk het maar!” en loopt de auto uit. In het ochtendlicht zien we haar over de portiek van haar flatgebouw lopen. Als ze thuiskomt staat de voordeur open en is er niemand thuis. Ze loopt naar het raam en ziet haar tante door de politie thuisgebracht worden. Eerder is al duidelijk geworden dat haar tante niet helemaal goed is en dat Denise vaak op haar moet passen als haar moeder aan het werk is. Deze keer is ze het blijkbaar vergeten en is ze uitgegaan. Haar moeder wordt boos. Denise zit op haar kamer naar een videoclip te kijken waarin schaars geklede vrouwen een sexy dansen en we horen ze zingen “You‟ll get this lapdance here for free”. Haar moeder merkt haar nieuwe kapsel op en haar 68
nagels. Denise geeft smoesjes voor hoe ze eraan komt en haar moeder reageert met “Kind… ik hoop dat je weet wat je doet.” In het volgende shot zien we Denise uit school komen. Michael staat met zijn cabrio voor het hek te wachten. Denise twijfelt maar gaat toch naar hem toe. Hij doet een ketting bij haar om maar ze wil hem niet aannemen. Michael zegt dat het een laatste afscheidscadeau is voor haar, hij moet naar het buitenland. Hij zegt vanwege zijn schulden bedreigd te worden en dat hij zich schaamt voor wat hij haar heeft gevraagd. Om de schulden te kunnen afbetalen gaat hij daarom werken in het buitenland en hij weet niet wanneer hij terugkomt. Denise huilt, omhelst en zoent hem. Michael stapt in de auto, rijdt weg en laat Denise huilend achter. Wanneer Denise op de bus zit te wachten bij het busstation, besluit ze hem te bellen. Ze is blij dat hij nog niet weg is en zegt dat ze hem moet zien. In het volgende shot zien we hoe Denise en Michael zitten te zoenen. Michael heeft nu een mutsje op en een leren jas aan. “Dit heeft niets met ons te maken he, denk daaraan,” zegt hij. Ze stappen de auto uit en bellen ergens aan. Ze komen in een huis terecht met een Arabische inrichting. Een Marokkaanse jongen komt een kamer uit, het is een vriend van Michael die Denise al eerder heeft ontmoet, Aziz. Hij zet Arabische muziek op en zegt dat hij “strontjaloers” is op Michael en dat ze mooi is. Denise kleed zich uit en stapt in bed. De jongen doet de gordijnen dicht. Buiten zien we Michael voor zijn auto staan wachten. In het volgende shot zien we Denise onder de douche staan. Michael komt eraan met een handdoek en zegt dat hij die dag nog meer van haar houdt dan de dag daarvoor en dat als ze weer geld hebben samen naar een vijfsterren hotel gaan. Wanneer Denise thuiskomt zitten haar moeder, tante en zus boos op de bank. De school heeft gebeld dat ze spijbelt en haar moeder vraagt zich af hoe “die jongen” aan “die auto” komt en waarom hij zoveel geld aan haar uitgeeft. Ze krijgen ruzie. Volgens Denise willen zij niet dat ze lol heeft omdat ze zelf niets hebben. De ruzie escaleert en Denise geeft haar zwangere zus een duw. Deze valt vervolgens op de grond en haar moeder roept dat ze op moet donderen. Huilend belt Denise Michael op en vraagt of hij haar komt halen. Stiekem loopt ze weg van huis en gaat met Michael mee naar zijn huis. Hij blijkt in een armoedig uitziende wijk in Amsterdam te wonen. Het huis is ook niet erg flitsend, de douche hangt boven de wc. Michael zet een videoclip op en Denise komt bij hem op de bank zitten. Ze zegt dat ze bij hem wil blijven maar Michael zegt dat ze, als het weer goed is met haar moeder, terug moet gaan en haar school moet afmaken. “Anders krijg ik alles op mijn dak weet je.” Opeens horen ze geschreeuw buiten. Hetzelfde meisje dat eerder om Michael vroeg staat voor de deur en roept dat Michael open moet doen “Klootzak!”. Michael zegt dat het de ex is van zijn broer en dat zij vanzelf wel weggaat. In een volgend shot zien we hoe Michael zijn auto stilzet voor een terras waar twee vrienden van hem zitten. Eén ervan is de jongen waarmee Denise naar bed moest. Ze fluiten vrouwen na. Michael vraagt op de kaartjes. Ze geven hem een envelop en Michael rijdt weg. De jongens praten nog even na. Aziz vraagt aan de ander of Michael niet verliefd aan het worden is en zegt dat er druk achter gezet moet worden. Michael neemt Denise mee naar een première. Ze drinken champagne en praten met bekende Nederlanders. Dan gaat het mobieltje van Denise die ze van Michael heeft gekregen. Het is haar moeder die haar huilend vraagt of ze terug naar huis komt. Ze zegt dat ze de politie 69
al heeft gebeld maar die hebben gezegd dat ze niks kunnen doen en dat een zeventienjarige het zelf maar uit moet zoeken. Denise zegt dat ze gewoon een gratis oppas mist en haar moeder hangt huilend de telefoon op. Wanneer Denise de wc‟s uitkomt vliegt ze Michael om de hals. Ze zegt dat ze wil dat het altijd zo blijft. Michael reageert dat alles geld kost. Denise grapt dat ze misschien nog wel een keer met die vriend van hem naar bed kan gaan. Hierop antwoord Michael dat zo‟n mooie meid als zij heel veel geld kan verdienen en dat hij wel iemand kent in die business. In het volgende shot zien we Denise in een kamertje op bed zitten. Michael zit op een stoel voor de deur. Een Arabisch uitziende man in pak komt aangelopen en zegt dat hij haar eerst wil zien. Michael vraagt honderd euro en de man gaat naar binnen. Denise moet van hem zich eerst uitkleden en dan hem. Het shot daarop zien we Denise en Michael hun geld tellen, de man heeft honderd extra gegeven omdat ze het zo goed deed. Ze zijn door het dolle heen en gaan naar een hotel aan zee. Er is een jacuzzi en ze drinken de minibar leeg. Ze zetten videoclips op, gaan in bad zitten, drinken champagne en hebben lol. Wanneer Michael en Denise weer in de armoedige buurt voor het huis van Michaels broer aankomen zegt Denise dat ze niet mee naar binnen wil. Michael vraagt of ze liever naar huis wil maar dat wil ze “natuurlijk” ook niet. Hij vraagt of ze dan meer geld voor hun wil maken. “Dat zou wel moeten he”, reageert ze. In het volgende shot zien we een tippelzone. De vrienden van Michael blijken daar aan het „werk‟ te zijn. Denise begint ook met het werk. Tussendoor vraagt Michael of ze wil stoppen en zegt hij dat ze het niet hoeft te doen maar Denise zegt dat ze het geld “wel lekker “ vindt en door wil gaan. Wanneer Michael haar verdiensten aan Aziz geeft, stapt Denise in bij een stel dronken mannen. Eén van de pooiers zegt nog dat ze het niet moet doen maar ze doet het toch. Michael ziet het te laat en begint in paniek te bellen. De dronken mannen nemen Denise mee en willen met haar naar bed. Eén van de mannen voelt zich niet goed en kotst over haar heen. Ondertussen zijn Michael en een vriend de buurt door aan het rijden op zoek naar Denise. Ze treffen haar verward aan op een verlaten industrieterrein. Michael troost haar en neemt haar mee naar huis. Daar krijgen ze ruzie en Michael rijdt boos weg maar komt later toch weer terug. Wanneer Denise nog ligt te slapen haalt hij een lekker ontbijtje voor haar en een reisgids voor naar Ibiza. Hij geeft de indruk dat hij wil stoppen met de business en met Denise naar Ibiza wil gaan. In het volgende shot zien we Michael bij zijn vrienden in een hippe tent in Amsterdam zitten. Er is blijkbaar een nieuwe jongen en voordat Michael de groep gaat verlaten moet hij eerst nog alles vertellen over hoe je een meisje inpalmt en voor je laat werken. Ondertussen komt Denise eraan en hoort ze alles wat Michael vertelt; de stappen die je moet nemen om een meisje te winnen. Ze realiseert zich dat alles een vooropgesteld plan van Michael is geweest en voelt zich belazerd. Ze gooit de mobiel de ze van hem gekregen heeft naar zijn hoofd en loopt weg. Michael rent haar in paniek achterna en zegt dat hij echt van haar houdt, dat hij dit nog nooit eerder heeft gevoeld. Denise zegt dat hij op moet rotten en loopt weg. In het volgende shot zien we hoe Denise ‟s nachts weer thuis aankomt en door haar slaapkamerraam klimt. Haar pasgeboren nichtje ligt op haar bed en ze gaat ernaast liggen. De 70
volgende ochtend komt ze de woonkamer binnen en zegt ze “sorry”. Haar moeder zegt dat ze eerst moet eten en dat het praten later wel komt. Vervolgens zien we hoe Denise met haar zus en haar nichtje over straat loopt. Een dure auto komt aangereden en stopt voor Denise. Het is een vriend van Michael die zegt dat ze moet komen omdat hij een cadeautje van hem voor haar heeft. Michael zit achterin de auto en kijkt verdrietig. We zien hun gezichten in split screen en in slow motion kijken ze elkaar aan. Dan versnelt het beeld weer en de jongen voor in de auto pakt Denise snel bij haar gezicht en snijdt haar in haar wang. De auto rijdt weg en haar zus komt op haar af gesneld. In slow motion zien we hoe Denise de auto nakijkt terwijl de aftiteling komt.
71
Beschrijving beelden Fok Jou! – 2006 Regie Hanro Smitsman; Script Franky Ribbens Aflevering 1 uitgezonden op 28 maart 2006 Iedere aflevering begint hetzelfde: we zien beelden van een Hollands landschap, een molen en weilanden. Een wit busje rijdt over een weg door het landschap terwijl we voortiteling zien. Er wordt overgegaan naar beelden van slapende meisjes in kleine, hetzelfde uitziende kamers met blauwe gordijnen. Een blank meisje met donker blond haar en grote oorbellen zit rechtop op bed terwijl we een stem horen zeggen: “Ik ben Anna. Ja, hallo, ik ben misschien geen lieverdje, maar ik ben zeker geen crimineel. Ik zit al acht maanden voor niks in een jeugdgevangenis. Maar vandaag wordt alles anders. Straks komt dat kut busje, hop dan doe ik mijn verhaal en dan ben ik loesoe.” Twee mannen lopen door een gang met deuren die naar de slaapkamers van meisjes leiden. Ze kloppen aan en maken de meisjes wakker. Terwijl een van de mannen Anna‟s kamer binnenkomt aan wie Anna vraagt of ze het eerst mag douchen is er gegil te horen. Meiden komen vanuit alle kanten en kijken naar iets wat in een van de kamers is. Een van de mannen komt aangesneld en roept tegen de ander dat hij de meiden uit de gang moet halen. Het blijkt dat in de kamer een meisje dood ligt. Anna ziet hoe de man haar probeert te reanimeren. Vervolgens zien we hoe Anna het water van de douche over haar gezicht laat glijden. Later leren we dat deze beelden flash forwards zijn en dat de vervolg beelden laten zien hoe Anna terecht is gekomen in een jeugdgevangenis. De flas forwards hebben een andere kleur namelijk blauwig. We zien de bumper van Fok Jou. In de volgende scene zien we hoe Anna met twee Marokkaanse jongens en een Nederlandse vriendin sexy staan te dansen op een muziekzender op tv. Het blijkt dat ze bij het oppasadresje van Anna zijn, er wordt gedronken, geblowd en geflirt. Ze spreken met populaire jongeren taal tegen elkaar (“Je weet toch!”)Het oppaskindje komt uit bed en Anna brengt haar snel weer naar boven, ruimt de rommel op en stuurt haar vrienden via de achterdeur naar buiten. De ouders komen thuis en Anna zegt met een bescheiden stem dat ze met de bus naar huis gaat. De vader geeft haar nog extra geld en zegt dat hij haar moeder wel zal bellen om te zeggen dat ze er aan komt, maar dat is volgens Anna niet nodig omdat ze dat zelf al heeft gedaan. Zodra ze buiten staat pakt ze haar mobieltje uit haar zak en belt haar moeder om deze mede te delen dat ze bij het oppasadres blijft slapen omdat ze geen zin heeft om de nachtbus te pakken. Wanneer ze ophangt zien we dat ze in de auto stapt bij dezelfde vrienden die ze even daarvoor het huis uit had gestuurd. Vervolgens zien we hoe Anna staat te blowen met een stel jongeren op straat. De Marokkaanse jongens hebben scooters en Anna gaat met een van hen in de nacht mee achterop rijden. De moeder van Anna staat overdag ongerust te bellen. Anna is blijkbaar nog niet thuis. Terwijl ze belt met een vriendin komt Anna binnen. Ze ziet slonzig uit en heeft nog steeds dezelfde kleren aan. Haar moeder roept waar ze al die tijd heeft gezeten. Ze is twee nachten weg geweest. Volgens Anna moet ze niet zo zeiken. Wanneer Anna in bad zit ontdekt haar moeder pakjes condooms in haar broekzak. Tijdens de scene daarna zien we hoe Anna op een blijkbaar nieuwe school terecht komt, ze staat te zoeken naar waar ze moet zijn. Ze draagt een kort rokje, een topje en laarzen. Een donker 72
meisje maakt op de gang en in de klas steeds ruzie met haar en Anna geeft een grote mond terug. Wanneer ze uit school komt loopt het donkere meisje, Dulcie, haar met twee vriendinnen achterna. De auto met de Marokkaanse jongens stopt voor Anna en er klinkt harde r&b muziek uit de speakers. Anna stapt in en geeft Dulcie nog een sneer. Terwijl de moeder van Anna gordijnen op staat te hangen, ziet ze Anna uit de auto stappen en de jongen achter het stuur zoenen. Anna wil haar niet vertellen wie dat waren “het was gewoon een vriend oke?” en gaat op de bank naar een muziekzender zitten kijken. Blijkbaar is ze vergeten dat ze zou koken voor haar oom en tante die avond maar ze probeert het goed te maken door haar moeder te bespringen. Tijdens het eten vraagt haar tante hoe haar eerste schooldag was. Anna begint te vertellen dat er alleen maar “aso‟s” zijn en dat ze allemaal ”kanker agressief” zijn. Haar oom zegt dat ze rustiger moet doen, haar kleine nichtje zit ook aan tafel. “Wat? Het is toch zeker zo? Wat moet ik zeggen dan?” reageert ze. Op school komt ze in een gevecht met Dulcie. Hun moeders worden op school op het matje geroepen voor een laatste waarschuwing. Terwijl de moeders in gesprek met de leraar zijn staan Dulcie en Anna buiten te wachten. Ze vinden het eigenlijk allemaal wel grappig en moeten lachen om hun blauwe plekken. We zien weer de beelden van Anna van het begin waarbij ze onder de douche staat in de jeugdgevangenis. Een van de andere meiden vraagt of het gaat. Anna snauwt haar af. Wanneer ze de douche uitkomt zegt ze tegen het andere meisje dat ze er “helemaal leip wordt”. Dat ze met het “kut busje”‟ naar haar rechtszaak gaat en vrijgesproken zal worden. Ze wil weg uit de gevangenis en als ze niet wordt vrijgesproken loopt ze weg tijdens haar eerst volgende verlof. “Optieven man.” Het andere meisje zegt dat ze Eva bedoelde, het meisje dat dood in haar kamer lag. Anna moet huilen en drie meiden slaan de armen om elkaar heen. Vervolgens zien we hoe Anna door haar groepsbegeleider en een andere man ondervraagt wordt over een ruzie met Eva de avond daarvoor. Eva was haar beste vriendin in de detentie. Ze wordt boos en begint met spullen naar haar begeleider te gooien. Er moeten drie mannen aan te pas komen om haar tot bedaren te krijgen. Ze stoppen haar in een gesloten kamer waarop Anna begint te schelden. “Klootzakken! Jullie weten dat ik naar mijn rechtszaak moet, dit doen jullie gewoon expres!” We horen de medley en zien de aftiteling. Aflevering 2uitgezonden op 4 april 2006 De aflevering begint weer met de beelden zoals de eerste aflevering begon en een korte samenvatting van aflevering 1. Gefilmd vanachter een aantal schappen zien we dat Anna in een parfumerie staat luchtjes te proberen aan de toonbank. Ze vraagt aan de mevrouw of ze er een aantal mag proberen. “Ja, na een tijdje dan ruik je het niet meer he?” zegt ze lachend. “Het is voor mijn moeder.” Ze doet net alsof ze een doosje aan wil wijzen en stoot zogenaamd per ongeluk een aantal van de toonbank af. De vrouw moet bukken om de gevallen doosjes op te rapen. De camera glijdt van Anna naar de ruimte achter haar, waar Dulcie een aantal items bekijkt. Ze ziet dat de vrouw gebukt staat achter de toonbank en grijpt haar kans om haar tas vol met artikelen te stoppen. In de scene daarop zien we hoe Anna en Dulcie in een fastfood restaurant hun buit bekijken. “Echt, we kunnen wel onze eigen toko beginnen man!” merkt Anna op. Dan ziet ze dat Dulcie een blauw oog heeft en als ze vraagt wat er met haar oog is, betrekt Dulcies gezicht. “Wat nou 73
m‟n oog? Hebben we al deze spullen ga je lopen zeiken over m‟n oog?” Anna verontschuldigt zich “Sorry hoor, ik dacht dat ik het had gedaan.” Dulcie: “pff, alsof jij ooit iets raak slaat” Ze moeten lachen en bekogelen elkaar met eten. Terwijl we de moeder van Anna in de keuken thee zien pakken zitten Anna en Dulcie aan de keukentafel bij Anna thuis. Anna: “Dan blijf je toch slapen?” Dulcie: “ Is het niet beter als ik naar huis ga?” Anna: “Het is toch gezellig? Wil je weer een baks van je moeder?” Terwijl de moeder van Anna aan tafel komt zitten en thee inschenkt vraagt Anna: “Mam, mag Dulcie blijven slapen?” Moeder (tegen Dulcie): “Vindt je moeder dat wel goed?” Anna: “Tuurlijk, haar moeder vindt alles goed.” Anna schuift een doosje naar haar moeder toe. “Hier, kado‟tje.” Haar moeder kijkt de twee wantrouwig aan en pakt het uit. Er zit een nieuwe lippenstift in. Weer kijkt ze wantrouwig naar Anna waarop deze met haar ogen rolt en een bonnetje tevoorschijn haalt. Moeder: “Beetje prijzig voor een lippenstift….” Dulcie: “Uh… het is van ons samen…” Moeder (kijkt nog steeds wantrouwig): “Zal ik toch niet even jouw moeder bellen?” (tegen Dulcie) Dulcie kijkt geschrokken waardoor Anna geïrriteerd “Maham” zegt. Moeder: “Is goed, blijf lekker slapen.” Anna (blij): “Nou, hierbij verklaar ik Dulcie officieel tot mijn zusje”. Dulcie: “Zusje?” Anna: “Ja m‟n sissa, toch?” Moeder: ”Je wat?” Anna (terwijl ze Dulcie omhelst): “m‟n sissa” In de volgende scene zien we Anna en Dulcie op bed liggen met hun telefoons. Op de achtergrond klinkt populaire Nederlandstalige r&b muziek. Dulcie: “pff hoor wat Leftie stuurt dan: Hee dushi kom je buiten spelen?” De meiden giechelen. Dulcie: “Wat zal ik terug sturen?” Anna: “of ie leuk speelgoed heeft?” Dulcie: “Echt wel…” “Wat stuurt Mo dan?” Anna: “Dat ie me mist” Dulcie wil het smsje lezen maar Anna wil het niet. De meiden lachen. In de volgende scene horen we een geluid alsof er een deur hard dichtslaat. We zien van bovenaf Anna in een kleine ruimte met vijf rechthoekige ramen op een bed zitten, het enige meubelstuk in de kamer. Het beeld is weer blauwachtig gekleurd. We zijn weer in het heden in de jeugdgevangenis. Anna staat op en kijkt door een van de ramen. Een zelfde wit busje als van de begin scene rijdt een bocht om. “Het busje… Kankerleiers!” vloekt Anna (we zien haar weer vanaf ooghoogte). Ze loopt heen en weer en geeft een trap tegen het bed. Er wordt geklopt. De begeleider van Anna staat in de deuropening. “Zo Anna. Denk je dat wij weer normaal kunnen praten?”. Anna knikt “Ja.” We zien Anna met haar begeleider door gangen lopen en beveiligde deuren doorgaan. Begeleider: “Je ziet er goed uit.” Anna heeft nette kleding aan. 74
Anna: “Pfft.. Jij ook.” Ze rolt met haar ogen. Ze lopen verder. Begeleider: “Als jij je in de rechtszaal nou net zo gedraagt als hoe je eruit ziet dan moet het helemaal goed komen lijkt me.” Anna: “Wat denkt iedereen nou? Ik gedraag me toch altijd?” ze rolt met haar ogen. Ze komen buiten en twee agenten staan voor een wit busje te wachten. Begeleideer: “Goedemorgen, dit is Anna Rood” Agent 1: “Goedemorgen, dan mag je met ons mee. Je mag achterin plaatsnemen.” Vanachter een hek zien we hoe Anna met de agenten meeloopt. Het hek houdt op en Anna stapt achterin het busje. De begeleider komt nog even in het busje kijken om Anna succes te wensen. De agenten doen de deur dicht en stappen in. Terwijl we een autodeur horen dichtslaan zien we Anna vertwijfelt naar buiten kijken achterin het busje. Het busje rijdt het terrein af (zien we van bovenaf). We horen dezelfde spannende muziek als aan de begin fragmenten terwijl Anna vanuit het rijdende busje naar buiten kijkt. Het volgende shot is in zonnige kleuren. Anna gaat lachend naast haar vriendin Eva uit de jeugdgevangenis zitten. “Ik heb wat voor je.” Eva: “Ah wat lief!” Anna: “Polsbandjes.” Eva kijkt vertwijfeld. Anna: “Ben je niet blij?” Eva antwoordt “Jawel…” en glimlacht. We switchen weer naar het blauwige shot van Anna achterin het busje. Ze glimlacht en ruikt aan een polsbandje om haar pols. Ze kijkt weer naar buiten, op de achtergrond verdwijnt de gevangenis. We horen een rauw geluid. We zien in realistische kleuren hoe Anna en Dulcie (van voren gefilmd) giechelend achter een bureau zitten. Een agente laat bewakingsbeelden zien en de leraar die eerder met hun moeders praatte zit naast haar. Dulcie en Anna barsten in lachen uit. De agente spoelt terug: “Nou dat lijkt me duidelijk he?” Een close-up van de terugspoelende beelden. Anna: “Zie je, ze legt het toch terug? Haha!” Anna kijkt langs een gordijn naar buiten. Het geluid van een stofzuiger is te horen en we horen de moeder van Anna erbovenuit schreeuwen: “Zes scholen.” We zien haar nijdig stofzuigen. “Zes scholen in vijf jaar Anna. Dit was jouw laatste school, jouw laatste kans, en nog weet je het te verkloten!” Wanneer Anna ongeïnteresseerd uit het raam blijft kijken gooit moeder de stofzuiger woedend neer. Met haar handen in haar zij zegt ze: “Weet je wat? Ga jij maar even naar je kamer. Ik heb het even helemaal gehad met jou.” Geïrriteerd loopt Anna langs haar moeder en slaat de deur van haar kamer dicht. Haar moeder loopt boos achter haar aan en bonst nog een keer moedeloos op haar deur. Er hangt een poster van een ontbloot donkere mannen lichaam op haar deur. In de volgende scene zien we hoe Anna en haar moeder in een wachtkamer zitten. Een man komt hun ophalen en brengt hun naar een kamertje. Er staan twee stoelen waar Anna en haar moeder op zitten. De man vertelt waarom ze daar zijn. Haar moeder heeft weer gebeld en vindt dat het helemaal niet goed gaat thuis. Anna heeft geen mening en kijkt ongeïnteresseerd met haar mobiel in haar hand vooruit. Wanneer de man nogmaals zegt dat haar moeder het niet goed vindt gaan loopt Anna boos de deur uit. “Ma, fok!” Voor de man is het duidelijk. Hij maakt zich zo veel zorgen dat hij de raad van kinderbescherming in wil gaan schakelen om een 75
onderzoek in te stellen. Uit het gesprek blijkt dat dit namelijk niet de eerste keer is dat er zoiets gebeurd. Moeder: “De raad van de kinderbescherming…” In de volgende scene zien we Anna vanuit haar slaapkamer de deur hard dichtslaan. De stem van haar moeder achter de deur klinkt boos. “Anna, doe onmiddellijk die deur open!” Anna: “Neehee!” ze laat zich op bed vallen Haar moeder zit met Anna‟s tante in de woonkamer. Nerveus steekt ze een sigaret op. Haar tante geeft commentaar op de buurt terwijl ze met een glas wijn in haar hand naar buiten kijkt. We zien van bovenaf een Marokkaanse jongen op straat staat dralen. “Deze buurt gaat ook steeds meer achteruit he. Shoarma tenten… belhuizen…” “Toen ik hier woonde lag er ook niet zo veel vuil op straat volgens mij.” Volgens haar moet moeder Joyce gewoon de stad uit. We switchen naar het beeld van Anna op bed. Er is van ver gefluit te horen en Anna gaat rechtop zitten. We komen weer terug bij het beeld van de rokende Joyce: “Weet je Nel, die man van de jeugdzorg zei dat ik nu maar de raad van kinderbescherming in moest gaan schakelen.” Nel draait zich om en kijkt haar aan. Joyce gaat verder: “Onderzoek. Kijken wat nu nodig is voor Anna. Onder toezichtstelling ofzoiets, gezinsvoogd…” Nel lijkt het niet eens zo‟n slecht idee. Joyce: “Nou? Dan wordt ze misschien uit huis geplaatst! Zou jij dat willen voor je kind?” Nel: “Ja wat is het alternatief dan? Dat ze straks achter een raam zit?” We zien hoe Anna stiekem haar kamer uit sluipt terwijl we dezelfde populaire r&b muziek horen. Ze pakt een portemonnee uit een tas die aan de kapstok hangt maar daar zit niks in. Ze pakt uit een duur uitziende tas en portemonnee wat briefgeld. We zien de moeder van Anna zeggen: “nee, nee ik laat dat kind niet uit huis plaatsen!” Nel kijkt naar buiten en Joyce komt naast haar staan. Vanachter het gordijn zien we dezelfde auto wegrijden als waar Anna eerder mee naar huis werd gebracht. “godverdomme!” vloekt Joyce en ze snelt naar Anna‟s kamer. Anna is nergens te bekennen. Haar moeder loopt terug naar Nel die met een glas wijn in haar hand, zonnebril op haar hoofd kauwgom kauwend haar aankijkt. Ze begint te huilen. Uiteindelijk slaat Nel een arm om haar heen. Het is donker en Anna zit met Mo te zoenen op een muurtje. We horen weer populaire r&b muziek. Bij de auto staan meer jongens en een Dulcie staat met een van hen te zoenen. Mo geeft Anna een kado‟tje. Anna lacht “Dank je”. Mo: “Je weet toch? Voor jou alles.” Hij neemt een slok van zijn breezer. Anna: “Relaxt! Sissa!” ze wil Dulcie haar kado laten zien maar die is te druk bezig met de jongens. Een van heen roept “Next!” De jongen met wie ze stond te zoenen trekt haar mee. De Marokkaanse jongen lacht. Een Nederlandse jongen roept: “Hij gaat haar ankeren! Hee laat je wel wat voor mij over?” Anna: “Sissa vergeet niet je cosu!” ze kijkt bezorgd. In de auto zien we hoe Anna op de achterbank seksueel contact heeft met de Marokkaanse jongen. Ze stopt omdat ze bezorgt is waar iedereen heen is. Ze stapt de auto uit en loopt in de richting van waar ze Dulcie met de jongen weg zag lopen. Ze hoort gejoel van de jongens en ziet de dronken Dulcie op de grond liggen. De jongens willen allemaal een beurt met haar. “kijk hoe dronken ze is!” roept er een. Anna tilt haar op en neemt haar mee. We horen hetzelfde spannende muziekje weer. We zien de moeder van Anna ongerust door het donker op de scooter rijden en Anna‟s naam schreeuwen. Het volgende shot zien we Anna op de 76
achterbank van een auto zitten, ze kijkt naar buiten waar het donker is terwijl Dulcie met haar hoofd op haar schoot ligt. Vervolgens zien we de auto op een verlaten plaats op de hei staan. De zon komt op en de mensen in de auto slapen nog als Anna de auto uitstapt. Ze kijkt oom zich heen en vanuit het hoge gras zien we haar naar een plek lopen terwijl we insectengeluiden horen. Dulcie‟s stem klinkt vanuit het hoge gras. Ze is in tranen en het blijkt dat ze Anna‟s moeder aan de telefoon heeft met Anna‟s “pocket”. Anna: “Wat zit je te snitchen met mijn pocket bitch?” Dulcie: “Shit man, ik schrik me dood!” Anna: “Zit je tegen dat mens te zeggen waar wij zijn?” Dulcie: “Ik heb helemaal niks gezegd! Alleen…” Anna: “Alleen wat?” Dulcie: “Alleen een beetje gekletst… Anna: “Hoezo zit jij te kletsen met mijn moeder achter mijn rug?” “Ze doet alleen maar tof om erachter te komen waar ik ben om mij te controleren. Ze belt heus niet voor jou.” Anna loopt in haar eentje over een verlaten autoweg die door uitgestrekte weilanden loopt. Vervolgens zien we haar in haar eentje op een bankje zitten in de stad. In de volgende scene zien we de Joyce en Nel in een rechtszaal binnenkomen bij de kinderrechter die hen sommeert te gaan zitten. Vervolgens zien we Anna buiten een station staan, ze loopt naar binnen kijkt of ze genoeg geld heeft voor iets te eten uit de muur. We wisselen weer naar de rechtszaal waar de kinderrechter aan de moeder van Anna vraagt: “U bent mevrouw Rood he?” ze antwoord bevestigend. “Ja. En u bent de zus van mevrouw Rood?” vraagt ze aan Nel die op de publiekstribune zit. Anna staat inmiddels op de metro te wachten. We wisselen weer naar de rechtszaal. De rechter: “Ik heb een spoedverzoek gekregen van de kinderbescherming en als je dat zo leest dan zie je dat Anna in een heel hoog tempo aan het afglijden is. De meest recente ontwikkelingen zijn dat ze nu ook nachten niet meer thuis komt? Taal nog teken van haar gehoord?” Moeder: “Ze is onbereikbaar.” De rechter: “Ja…Ik denk alles zo lezende… dat ik in ieder geval de voorlopige onder toezichtstelling zoals die al was uitgesproken, zal bevestigen. En een machtiging uithuisplaatsing.” Moeder: “Een machtiging uithuisplaatsing? Maar wordt ze daar ook mee geholpen?” De rechter: “Jaha, en in die periode komt er ook nog een persoonlijkheidsonderzoek om te kijken wat er nou precies met haar aan de hand is.” Ondertussen zien we Anna nog steeds op het metrostation staan. De rechter: “Dus zullen we het zo maar doen dan?” Waarop de moeder bevestigend antwoord. “Heel veel sterkte.” Moeder: “Dat was het?” De rechter: (verbaasd) “Jaa.” We schakelen weer naar Anna die nu op het metrostation op een blok is gaan zitten. Een metro en trein razen voorbij. We horen dramatische vioolmuziek terwijl de aftiteling rolt. Aflevering 3 uitgezonden op 11 april De aflevering begint weer met de beelden zoals de eerste aflevering begon en een korte samenvatting van aflevering 1 en 2. 77
Joyce en Nel staan in de keuken van Joyce tussen de dozen met taarten. Joyce haalt een brief tevoorschijn en zegt tegen Nel: “Machtiging sociale bewaring. Als ze nu wordt opgepakt, en er is geen plek in een jeugdinrichting, dan wordt ze in de gevangenis gestopt.” Nel: “Heb je het haar al verteld?” Moeder: ”Nee. Ik kon het niet. Hoe moet je nou zoiets zeggen?” Nel: “Ja, je moet het wel zeggen. Ziet ze dat vriendinnetje nog wel eens, dat donkere meisje, hoe heet ze… Juicy?” Moeder: ”Dulcie. Nee. Out of the picture.” In de volgende scene zien we hoe Anna met Dulcie in het gras ligt. Anna smeert de tattoo van Dulcie in met vet. Dulcie vraagt Anna of ze meegaat ergens naartoe maar Anna zegt dat ze nog moet opruimen en schoonmaken. Dulcie haalt haar over om toch te gaan. We zien de moeder van Anna thuis komen. De afwas is nog niet gedaan en Anna is nergens te bekennen. Dan gaat de bel. Joyce doet open en denkt dat het Anna is. Terwijl ze in de deuropening staat roept ze de trap af of ze soms haar sleutels is vergeten. Dan komt er een agent de trap oplopen. Van schrik gooit ze de deur met een klap dicht. We zien dat Anna op de bank zitten bij een blanke jongen. Hij geeft haar een joint. Jongen: “Kom trek je broek even uit. Heel effe maar.” Hij wil haar zoenen in haar nek. Anna: “Rot op man.” ze begint ongemakkelijk te lachen. Jongen: “Hoezo, je kent me toch langer dan vandaag?” Anna: ” Help jezelf maar!” Jongen: “Ben je soms bang voor me ofzo?” Anna: “Wacht gewoon tot Mo komt ja.” Jongen: “Mo. Dat is een vriend van een vriend he. Je weet toch?” hij probeert haar weer te zoenen en trekt zijn broek uit. “Kom. Doe jij de rest maar.” Anna staat op en wil weg lopen maar de jongen houdt haar tegen. Jongen: “Blijf nou. Je moet meekomen vanavond om die sossa mee naar binnen te nemen. Geld maken. Je weet toch?” Anna: “Neem het zelf maar mee. Stop het in je reet ofzo.” Ze loopt de kamer uit. Ze opent een deur van een slaapkamer en ziet Dulcie op bed liggen. Ze heeft sex met een van de jongens. Anna vraagt haar of ze meegaat, ze zegt dat ze naar huis moet maar Dulcie wil niet, ze “is bezig”. In de volgende scene zien we Anna thuis komen. Haar moeder, oom en tante zitten aan de keukentafel met een brief voor hun neus. Anna roept nog vrolijk “Hai mam!” maar ze ziet dat er iets aan de hand is.“Wat is er?” Ze kijken haar alle drie aan maar weten even niet wat ze moeten zeggen. Haar oom begint voorzichtig te vertellen dat de kinderrechter heeft besloten haar uit huis te plaatsen. Anna zegt nog dat ze niet gaat en dat ze bij haar moeder blijft. Anna: “Bekijk het maar! Echt niet! Mam ik blijf gewoon bij jou!” Moeder: “Lieverd, de politie was net al aan de deur, ze wilden je meenemen.” Anna: “Wat? Hoezo dan? Ik heb toch niks gedaan!” Ze begint met dingen te gooien en wordt kwaad. “Optieven man, ik ben er nou toch?!” ze loopt de kamer uit. In het volgende shot zien we weer in blauwig licht hoe Anna achterin het busje zit op weg naar haar rechtszaak. Ze ruikt aan haar polsbandje. Het volgende beeld is in zonnige kleuren en we zien Anna zeggen: “Eef, we zijn toch vrienden?” Eva is boos en laat haar polsen aan Anna zien: “Je wou het toch zien? Kijk dan. Kijk dan!” We gaan weer over naar Anna in het busje. Er staan tranen in haar ogen. Dan weer naar kleurrijk beeld van Anna en een ander meisje die zien hoe 78
Eva op de grond wordt gehouden door de begeleiding om te kalmeren. Ze schreeuwt: “Blijf van me af godverdomme!” Dan weer terug naar Anna, haar gezicht is nat van de tranen. Ruwe, snelle montage. Eva wordt meegenomen door de begeleiding. De polsbandjes liggen op de grond. Anna pakt ze op. Iemand roept “Gestoord wijf!”. In het busje veegt Anna haar tranen weg me het polsbandje. Het busje is gestopt en de twee agenten begeleiden een andere geboeide man in het busje. Het busje rijdt weer en in de weerspiegeling van de ruiten op straat zien we het witte busje met het logo van justitie erop. Ze stoppen. De agenten doen de deur open van het busje en laten Anna uitstappen. Ze komen in een gebouw met een detectiepoortje welke afgaat wanneer Anna er onderdoor loopt. Een agente met blauwe plastic handschoenen vraagt Anna om zich om te draaien tegen de muur zodat ze haar kan fouilleren. De twee andere agenten staan erbij te kijken. Ze vindt niks en vraagt Anna om mee te lopen. De agente wijst een collega aan waar Anna naar moet doorlopen. Deze doet een celdeur open voor Anna: “Dan mag je hier even plaatsnemen.” Anna: “Moet ik hier in?” Agent: “Ja.” Anna: “Hoelang?” Agent: “Dan moet ik even op de zittingslijst kijken hoe laat je erop staat. Ja?” hij doet de deur op slot. We zien Anna van bovenaf in de cel zitten. Met een rauw geluid gaan we over naar de volgende scene welke weer in realistische kleuren is. Een auto stopt voor de gevangenis. Het regent. Anna, haar moeder en haar oom stappen uit. Ze kijken ernstig naar het gebouw. Bewakingsbeelden van de drie die het gebouw naderen. Een man kijkt en drukt op een knopje. Anna, haar moeder en haar oom komen een deur in. Een man zegt goedemorgen. Hij vraagt Anna haar spullen op een lopende band te zetten en piepvrij door een detectiepoortje te lopen. Ze moet afscheid nemen van haar moeder die het er duidelijk moeilijk mee heeft. Anna houdt zich groot en doet wat de man zegt. Het poortje piept en hij vraagt of ze nog een mobiele telefoon of sleutels bij zich heeft. Ze moet haar telefoon afgeven en krijgt hem pas weer terug op het moment dat ze weer weggaat. Het poortje gaat nu niet meer af en ze kan doorlopen. Vanachter het poortje kijkt haar moeder toe hoe Anna plaatsneemt in de volgende kamer. Terwijl Anna zit te wachten komt er een vrouw aangelopen die vraagt of ze meegaat. Ze stelt zich voor als Dorien de badmeester en ze wil een intakegesprekje met haar houden. We zien de twee van bovenaf een kamer inlopen met een blauwe tafel en een blauwe bank. Een vrouw staat in de hoek. Dorien legt haar uit dat ze in een gemengde gesloten inrichting terecht komt en dat ze haar spullen even gaan controleren om te kijken wat wel en niet mee naar binnen mag. Ze vraagt Anna om zich te douchen. Waarop Anna antwoordt: “Ja doei. Ik heb toch net al gedoucht?” Dorien: “Nou kom op Anna, anders komt er niks meer van terecht van dat douchen.” Anna: “Ik heb net gedoucht, een uur geleden!” Dorien: “Zie je, gewoon even meewerken, dan krijg je geen problemen.” En ze opent de deur van de douche. “Hier kun je je kleding ophangen. Tijdens het douchen controleer ik je kleding om te kijken of er iets inzit wat niet mee naar boven zou kunnen en na het douchen ga ik je even visiteren. Ja?” Anna: “Pardon?” Dorien: “Gewoon even wat oefeningetjes, even drie keer door de knietjes, en dan kan je daarna naar boven toe. Oke?” Anna begint zich uit te kleden en Dorien doet de deur dicht. 79
In het volgende shot zien we Anna met natte haren samen met Dorien een deur uitkomen en een gang inlopen. Ze draagt een doos met haar spullen voor zich. Een donkere man komt aangelopen en zegt: “Jij bent vast Anna. Ik ben Jacob, je mentor hier. Geef me je doos maar even.” Anna: “Nee gaat wel hoor.” Jacob: “Oke, ik neem het hier wel van jullie over.” (tegen Dorien en de andere vrouw) Anna en Jacob lopen door de gang. Jacob: “Maak je geen zorgen oke?” Anna kijkt naar beneden. Jacob doet een deur open en er is geroezemoes van jongeren te horen. Een stel meiden zitten op een aantal banken. Een van hen staat op en zegt: “Jo, nieuw vlees!” Een ander vraagt: “Waar kom jij ineens vandaan?” Waarop het eerste meisje antwoord: “Van straat geplukt. Je weet toch?” Ze gaat met de andere voor Anna staan. Een van hen pakt een onderbroek uit haar doos en gooit deze in de lucht. Achterin blijft een meisje (Eva) in haar eentje staan. Jacob: “Meiden even rustig. Dit hier is Anna, zij is jullie nieuwe groepsgenoot. En wat zeggen we altijd tegen nieuwkomers?” Meiden: “Welkom in groep vrouw.” Het eerste meisje voor Anna: “Morgen ben je bont en blauw.” Jacob: “Dat is heel indrukwekkend Cleo. Wil jij een klein beetje nadenken over je privileges?” Cleo: “Wat heb ik gezegd dan?” Jacob: “Cleo, even nadenken over je privileges alsjeblieft.” Cleo: “Hoezo? Ik zeg toch niks?” Jacob: “Cleo, wil jij Anna even wegwijs maken hier?” Cleo: “Nee.” Jacob: “Cleo, alsjeblieft?” Cleo: “Nee. Doe het zelf man. Daar heb ik echt geen zin in!” ze loopt weg. Eva die een stuk achter de andere meisjes staat zegt verlegen dat zij het wel wil doen. Cleo komt terug gelopen en duwt haar weg: “Nee dat ook weer niet he, niet met die loser.” Ze slaat een arm om Anna heen en loopt met haar weg. Jacob roept nog “Cleo!” Maar deze antwoord: “Wat? Dan gebeurt het een keer goed! Ja toch?” In het volgende shot zien we Anna van boven af op haar bed zitten. Een trommelslag en de dramatische muziek met violen wordt ingezet. Anna loopt wat rond in haar kamer, kijkt uit het raam, gaat liggen op bed en vervolgens zit ze weer op bed. Vanaf ooghoogte nu weer zien we haar opkijken. Eva komt binnen lopen met wat te drinken. Ze staat daar een beetje ongemakkelijk en begint Anna wat dingen uit te leggen. Anna zegt niks. Eva gaat naast haar zitten. Anna kijkt opzij en ziet op haar pols allemaal littekens van snij wonden. Eva doet snel haar mauw erover. “Hoe heet jij?” vraagt Anna. Eva: “Eva. En ik slaap in de kamer hiernaast. Ja, eigenlijk staan onze bedden naast elkaar. Mijn bed staat ook tegen deze muur.” Anna: “Wat heb je gedaan?” Eva: “Ik zit hier al veertien maanden.” In het volgende shot zien we Anna in haar bed liggen. Ze staart naar het plafond. In de verte zijn er allemaal geluiden te horen van schreeuwende meiden. Anna ligt te woelen en kan niet slapen. In het volgende shot zien we meiden met hun pyjama‟s over de gang lopen en schreeuwen. Anna staat vertwijfeld in haar deuropening. Eva komt eraan en zegt dat ze mee moet komen. Ze wachten voor een deur en horen Cleo roddelen. Volgens Eva is dat normaal en doet Cleo altijd net of ze je vriendin is maar ondertussen… 80
In het volgende shot zien we een gang voor jongens en meiden. Cleo staat bij een Marokkaans uitziende jongen met vlechten in wanneer Anna en Eva voorbij lopen. De jongen kijkt naar Anna en lacht. Eva kijkt terug. Eva: “Kom, dat is Khalid, die is echt niet te vertrouwen.” In het volgende shot zien we Anna en Eva in de klas zitten. Anna: “Zitten de meeste hier strafrechtelijk?” Eva: “Ja, sowieso de jongens. Zie je Cleo daar? Ze zat eerst achter een raam in Deventer. Ze mag ook bijna niet meer op verlof omdat ze bang zijn dat ze niet meer terugkomt.” Ze lachen. Anna: “Verlof, hoe vaak?” Eva: “Ja, dat hangt ervan af. Heb je veel strafpunten, dan verlies je privileges. En dan mag je ook niet meer bellen. Ik denk dat jij ook nog niet weg mag, pas na een maand ofzo.” Anna: “Een maand? Jezus man!” Eva: “Als je je gedraagt natuurlijk.” Anna kijkt naar Cleo die haar arrogant aankijkt. Ze doet haar na tegenover Eva die begint te lachen. Cleo staat op en gaat naar Eva toe. “Ga lekker met haar om man, die bitch.” Anna staat op. “Wat?” Cleo: “Wat moet je met dat wijf?” en tegen Eva: “Moet je weer komen roddelen, kutwijf? Kun je je bek niet houden?” Leraar: “Cleo, even dimmen!” Cleo: “Wat? Ik zeg toch niks?” Khalid begint zich er ook mee te bemoeien: “Ja, heehee, Cleo. Laat dat kind. Doe even rustig.” Cleo: “Wat nou? Zij zit toch altijd te zeiken? Ze is gewoon een schijnheilig kutwijf!” Anna: “Vindt je jezelf zo belangrijk ofzo?” Cleo: “Hou je bek man, je komt net binnen!‟ Khalid: “Heehee, Cleo, ze heeft gelijk, doe even relaxt.” Cleo wordt boos en begint Anna te duwen. De leraar komt tussen beiden en zegt tegen Cleo dat ze weer op haar plaats moet gaan zitten. Cleo wordt boos op Khalid dat hij het niet voor haar opneemt. In het volgende shot zien we Anna buiten op het plein zitten. Het dramatische muziekje wordt weer ingezet. Van bovenaf zien we op jongeren op de binnenplaats van de gevangenis hangen, Anna zit in haar eentje op een bankje. In de volgende scene zien we de moeder van Anna aan een balie staan. Ze vraagt of ze haar gezinsvoogd kan spreken. De mevrouw die boven haar achter de balie staat zegt dat dit pas kan wanneer deze terug is van vakantie. Joyce wordt boos omdat ze elke keer weer iemand anders te spreken krijgt en niet haar gezinsvoogd. Ze wil dat hij de uithuisplaatsing terugdraait maar de mevrouw achter de balie zegt dat dit niet zomaar kan. Moeder: “Hoe lang gaat zoiets duren dan?” Baliemedewerkster: “Het kan een half jaar duren. Soms langer.” Moeder: “Half jaar?” In de volgende scene zien we de meiden op de banken zitten in de inrichting. Anna komt met Jacob binnen. Cleo zegt venijnig “Daar heb je haar weer.” Anna loopt door en pakt de telefoon die voor haar klaar ligt. Het is haar moeder. Anna: “Mamski! Weet je al wanneer ik hier weg mag?” 81
Haar moeder begint te hakkelen dat ze het niet weet maar dat ze er wel mee bezig is. Anna houdt zich stoer tegenover haar moeder. Anna: “Nou weet je? Het is hier best wel oke hoor. Ik heb al vrienden, en ik ben vandaag naar school geweest. Je kan je hier zelfs je diploma halen! Goed he? Alleen ik mag hier niet zo veel roken. Maarja, dat is eigenlijk ook wel weer goed. Rook ik minder.” Moeder: “Ja, we moeten ook minder roken lieverd.” Ze grinnikt. Anna: “Mam, ik ga hangen oke?” Moeder: “Lieverd, ik wou nog even zeggen dat het allemaal goed komt oke?” Anna: “Nou mam ik ga hangen, doeeg!” ze hangt op en loopt weer de gezamenlijke ruimte in. Tegen Cleo snauwt ze: “rot op met die poten!” Cleo haalt haar benen van de bank en Anna gaat zitten die haar arrogant aankijkt. We horen de hiphop muziek en zien van bovenaf het binnenplein van de gevangenis met jongeren terwijl de aftiteling komt.
Aflevering 4 uitgezonden op 18 april 2006 De aflevering begint weer met de beelden zoals de eerste aflevering begon en een korte samenvatting van aflevering 1, 2 en 3. Bumper Fok Jou! Anna‟s moeder staat bij het detectiepoortje van de jeugdinrichting. Ze wordt telkens teruggeroepen omdat het begint te piepen. Een van de medewerkers fouilleert haar. In de volgende scene zien we dat Anna staat te zoenen met Khalid, welke nu geen vlechtjes maar een staartje draagt en weer een tank top die zijn gespierde armen laat zien. Een jongetje komt naar hen toe om te waarschuwen dat Jacob eraan komt. Khalid gaat snel zijn kamer in en Anna geeft de jongen een telefoonkaart. Jacob zegt tegen Anna dat haar bezoek er is. Anna draagt een kort rokje, een topje en laarzen. Haar moeder zit aan tafel en Anna vliegt haar om de hals. Moeder: “Jezus Anna, wat heb je nou aan?” Anna: “Mam, doe normahaal.” Haar moeder vraagt hoe het gaat en Anna vertelt dat het eigenlijk wel goed gaat met haar dat ze een vriendje heeft waarvan de leiding het niet mag weten en dat ze haar kappersdiploma gaat halen. Ook vertelt ze over Eva die zichzelf snijdt en eigenlijk nooit bezoek krijgt. Joyce vertelt dat ze een nieuwe gezinsvoogd heeft gevonden, volgens haar een hele goede. Anna zegt niets en doet een beetje ongeïnteresseerd. Joyce zegt dat ze maar weer eens gaat omdat ze nog heel veel moet bakken. Ze geven elkaar een knuffel. In de scene hierop zien we Anna en Eva skeeleren op het binnenplein en lachen. Terug in de klas zegt de leraar aan het einde van de les dat ze even iets voor zichzelf moeten gaan doen. Anna vraagt waar Khalid is maar de leraar zegt dat hij het niet weet. Hetzelfde jongetje van eerder zegt dat hij in de “iso” zit. Cleo geeft een sneer naar Anna: “oh, mist ze haar lover weer?” waarop Anna zegt dat ze haar bek moet houden. Cleo: “Wees blij die jongen is niet te vertrouwen.”
82
Opeens gooit Anna een schrift naar Cleo en begint ruzie te zoeken. Ze gebaart dat het een list is. De leraar schakelt hulp in en Anna wordt meegenomen door een stel mannen en Dorien. Anna wordt in een cel gezet om even af te koelen. Wanneer Dorien en de mannen uit de cel weg zijn, glimlacht Anna en gaat tegen de muur staan. Ze roept om Khalid. Hij roept terug en vraagt of ze hem mist waarop ze bevestigend antwoord. Anna lacht. “Had je weer gesmoked vanochtend?” Khalid: “Nee, schatje je kent me toch?” Anna komt terug in de gezamenlijke kamer. De meiden zijn blij haar te zien en bewonderen haar om haar actie. Cleo is de enige die nog chagrijnig kijkt. Anna: “hee sorry oke.” Cleo: “ik schrok me dood man, echt niet tof.” Anna: “Ik maak het goed met je oke?” Eva: “Het was toch ook niet persoonlijk?” De andere meiden joelen Eva uit en Anna komt voor haar op. Ze pakt haar arm en steekt deze in de lucht terwijl ze “Eva bedankt” roept. Haar polsen zijn zichtbaar en de andere meiden roepen “Gatver!” waarop Eva boos van tafel loopt. Anna probeert iedereen rustig te krijgen en neemt het voor Eva op. In het volgende shot zien we de meiden allemaal mee zingen met een Nederlandstalig hiphop nummer op tv. Anna kijkt achterom naar de slaapkamers waarop Cleo zegt dat ze Eva moet laten omdat deze toch altijd alleen wil zijn. Daarna zegt ze dat ze vet jaloers is op Anna met haar verlof en dat zij voorlopig nog niet weg mag. Ze heeft een brief voor ene Angelo die niet terug heeft geschreven en ze mag ook niet bellen dus ze vraagt of Anna het nog steeds goed wil maken en hem voor haar wil bellen. Anna stemt in. Anna ligt in bed en klopt op de muur. Ze roept Eva maar die geeft geen antwoord. Ruwe overgang naar blauwig beeld van bovenaf zien we Anna in de cel heen en weer lopen, wachtend tot ze naar haar rechtszitting mag. Door de intercom roept ze of er nog eens wat gebeurd. “Ik zit hier al een uur te wachten man!” Een vrouwenstem zegt dat het allemaal heel erg uitloopt maar dat ze verwacht dat ze met een half uur naar boven gaan. Anna gaat zuchtend zitten. Een agent doet haar celdeur open en zegt dat ze mee naar boven mag. Ze wordt door twee agenten geëscorteerd naar de rechtszaal. Op een verhoging zit dezelfde kinderrechter die haar sommeert te gaan zitten. Anna‟s moeder is er ook en geeft haar een knuffel. De rechter: “We zijn een beetje uitgelopen. Hoe gaat het met je?” Anna: “Ja goed hoor. Behalve dan dat we door heel Nederland zijn gereden met een stel criminelen.” De rechter: “Ja ik begrijp dat dit geen pretje voor je is, maar we moeten nu even kijken hoe het nu met je verder moet.” De kinderrechter stelt zichzelf en haar collega‟s voor en vraagt of Anna bekent is met haar gezinsvoogd. Ze schud van nee. Een man zegt dat hij in de plaats is van de voogd omdat deze ziek is. De rechter vertelt dat ze nu gaan kijken of ze nog langer in de inrichting moet blijven en dat ze van de gezinsvoogd heeft begrepen dat hij vindt dat ze nog langer moet blijven. De man die voor de voogd in de plaats in de rechtszaal zit antwoord bevestigend. Anna: “Wat?!” Anna‟s advocate zegt dat ze van mening zijn dat Anna ook in een minder strikte vorm behandeld kan worden en dat ze daarvoor niet in een inrichting hoeft te zitten. De plaatsvervangende voogd reageert : “Wij zijn van mening dat Anna beter in een gesloten inrichting kan zitten omdat we bang zijn dat ze bij een minder strikte setting weg zal lopen en in 83
het loverboycircuit zal belanden.” Anna kijkt verongelijkt. Haar advocate zegt dat Anna bereid is mee te werken en dat dat niet vergeten moet worden. De rechter vertelt Anna dat ze niet het idee heeft dat ze veel geleerd heeft van het verleden. Anna: “Ja hoor, wat moet ik leren dan, hoe ik crimineel moet worden?” Er wordt ruw gesneden naar de realistisch gekleurde beelden. Anna is aan de telefoon met Dulcie en loopt het hek van de gesloten inrichting uit. Ze vertelt dat ze verlof heeft en Dulcie reageert “kom dan, gaan we vet chillen”. Haar moeder, oom en nichtje staan haar op te wachten. Anna‟s telefoon valt uit en ze begint te vloeken. “Mam, mag ik jouw telefoon even mijn batterij is uitgevallen.” Moeder: “Hallo mama, zoen zoen zoen?!” Anna geeft haar moeder een knuffel en haar oom en nichtje een kus. Haar moeder vraagt wantrouwend wie ze moet bellen en zegt dat ze eerst de auto ingaan. Joyce pakt een kan thee in de keuken en kijkt naar Anna. Anna staat voor het raam te lachen en zwaait naar iemand buiten. We zien van bovenaf Mo op straat staan die gebaart dat Anna naar beneden moet komen. Anna lacht en gebaart terug. Anna: “Mam, ik kan toch wel even vijf minuutjes naar buiten? Dan haal ik even brood ofzo.” Moeder: “Anna, dat gaat niet gebeuren. We kunnen vanmiddag samen naar de markt ofzo maar je gaat niet alleen naar buiten. Als er tijdens je verlof iets gebeurt het lieverd, dan krijg ik op m‟n flikker.” Anna zucht: “Jezus mam!” ze loopt naar de keuken en pakt iets te drinken. Haar moeder komt achter haar aan. Anna: “Wat ga je me nou de hele tijd achterna zitten lopen? Ik loop heus niet weg hoor, de deur zit op slot.” Ze gaat naar haar kamer en gooit de deur met een klap dicht. Haar moeder roept haar nog een keer maar Anna geeft geen antwoord. Wanneer ze met een schaal koekjes op de bank wil gaan zitten hoort ze gefluit. Ze loopt naar het raam en ziet Mo op de stoep staan welke meteen gauw weggaat. Anna en haar moeder zijn aan het shoppen op de markt. Het is gezellig en ze lachen. Anna wil nog een kado‟tje voor Eva kopen en ziet polsbandjes hangen. Ze vraagt aan haar moeder of ze die mag kopen. Wanneer ze van de markt weglopen over straat gaat Anna‟s telefoon. Het heeft een hiphop ringtone en Anna neemt op: “Hee dushi! Ey ik zit je honderd keer te bellen he ik denk neem op biatch!” Het is Dulcie die zegt dat er iets “fokt op” is gebeurt en dat ze Anna “nodig heeft”. Anna loopt een paar meter bij haar moeder vandaan “Privacy, halloo!” Tegen Dulcie: “Je weet dat ik niet weg kan.” Dulcie: “Je bent toch m‟n sissa?” Anna: “Ja?” Dulcie: “Nou dan!” Anna: “Oke. later.” Ze hangt op. Haar moeder vraagt wat er is maar Anna antwoord: “Alsof jij dat wil weten. Ik mag toch nergens heen van jou.” Joyce zegt dat ze het niet eerlijk vindt, dat ze zich ook aan de verlofregels moet houden, dat als Anna de volgende dag niet op tijd binnen is ze weer een maand langer kan blijven. Anna zegt tegen haar moeder “doe lekker wat zij zeggen, je bent zo braaf mam!” ze loopt weg en laat haar moeder met de tassen achter. Een pianomuziekje wordt ingezet. 84
In het volgende shot horen we nog steeds het pianomuziekje en zien we dat Anna Dulcie omhelst ergens onder een brug. Vervolgens zien we dat Anna eten heeft gehaald in een fastfood restaurant. Dulcie neemt in elkaar gekrompen een hap van haar hamburger. Ze heeft tranen in haar ogen en haar haar zit door de war. Ze vertelt dat haar vriendje alwéér een ander heeft dat hij de hele tijd “met van die meisjes” zit en dat ze Anna ook niet kan bereiken en haar mist. Anna zegt dat ze haar niet kan bellen in “de jilla”. Dulcie: “Hoe is het dan in de Jilla, wat doe je daar de hele dag, wasknijpers maken?” ze veegt haar tranen weg. Anna lacht en vertelt dat ze gewoon naar school gaat waarop Dulcie verbaast reageert. “Daar heb je haar weer” zegt Anna wanneer haar telefoon gaat. Het is haar moeder die wil weten waar ze zit. Anna zegt dat ze niet kan praten omdat “haar zusje” haar nodig heeft. Joyce wil dat ze, als Dulcie haar nodig heeft, haar maar mee naar huis neemt. Ondertussen gaat Dulcie‟s telefoon en deze laat geschrokken aan Anna zien wie het is. Anna hangt op. Dulcie drukt de beller weg. “Ik ben klaar met die gast. Fok hem. Wie is hij?” Anna: “Gewoon een player.” Dulcie vraagt of Anna “doekoe” heeft maar dat heeft ze niet. Ze pakt de brief van Cleo uit haar tas en vraagt of Dulcie soms Angelo kent, lange neger die vaak in “de crib” komt. Dulcie schudt van nee maar Anna zegt: “Ketching!” In de volgende scene zien we Anna dansen in een discotheek. We horen hiphop muziek. Dulcie danst sexy met een donkere jongen. Anna ziet hoe Dulcie wegloopt en iets onder de tafel toegeschoven krijgt van twee jongens. Anna kijkt om zich heen en loopt Dulcie achterna. Deze staat aan de bar met een Surinaamse jongen. Anna wil “loesoe” maar Dulcie wil niet mee. De jongen zegt dat ze wel bij haar kan “crashen” maar Anna wil het niet. Ze zegt dat Dulcie moet gaan “pissen” en dat ze bij haar thuis kunnen slapen, waarop Dulcie wegloopt om naar de wc te gaan. De Surinamer zegt nog tegen Anna dat Dulcie wel bij hem kan slapen, “gewoon op de bank”. Anna antwoord dat hij hun mag afzetten en dat ze Dulcie gaat halen. Ze loopt naar de wc maar daar is haar vriendin niet. Terug in de discotheek ziet ze haar ook niet. Anna loopt buiten onder een gesloten metrostation in haar eentje heen en weer. Het volgende shot is het al ligt en zit Anna op de trap tegen de muur te slapen. We horen het geluid van een rijdende metro. In de volgende scene zien we Anna weer in de inrichting binnenkomen met de conciërge. Hij vraagt haar hoe haar weekend was waarop zij “goed” antwoord. Het volgende shot is van bovenaf van de binnenplaats waar alle jongeren rondhangen. Anna zit met Eva op een bankje en ze geeft haar het kado‟tje. Eva reageert een beetje afwezig. Anna vraagt haar waar Khalid is maar ze wil geen antwoord geven. We horen weer het dramatische muziekje. Anna kijkt op en ze kijkt ernstig. Eva aait haar schouder. De muziek gaat harder en de aftiteling komt.
Aflevering 5 uitgezonden op 25 april 2006 De aflevering begint weer met de beelden zoals de eerste aflevering begon en een korte samenvatting van aflevering 1 t/m 4. We zien dezelfde scene als waarmee de vorige aflevering is geëindigd alleen nu van verder af gefilmd. Anna vraagt aan Eva waar Khalid is. Ze kijkt op en we zien het beeld van Khalid die 85
door Cleo op het plein tussen zijn vrienden oraal wordt bevredigd. Hij steekt zijn hoofd in de lucht van genot en Cleo loopt weg met een tevreden glimlach. Anna kijkt naar de grond en Eva troost haar. Van bovenaf zien we hoe iedereen weer het gebouw binnengaat. Wanneer Anna binnenkomst staat Khalid tegen de muur met zijn vrienden om zich heen. Hij ziet haar en zegt haar gedag alsof er niets aan de hand is: “hee schatje”. Anna slaat hem in zijn gezicht en noemt hem een klootzak. Khalid: ”Wat doe je, ben je gek ofzo?” hij begint te lachen. Anna: “Ik zag je heus wel hoor!” Khalid: “Wat, ik mag niet met andere wijven praten, bedoel je dat soms? Helaas. Fack jou. Zie je dat bedoel ik dus, die bitches zijn allemaal jaloers jongen weet je. Anna: “En jij gaat stoppen met lachen als ik het aan de leiding ga zeggen.” Khalid: “Luister bitch,” hij pakt haar bij haar gezicht, “volgende week ben ik hier weg. Jij gaat problemen voor me maken, ik maak je af.” Hij duwt haar tegen de muur. De leraar komt aangelopen en haalt ze uit elkaar. Khalid doet net alsof er niets aan de hand is en slaat amicaal een arm om de leraar heen. Er wordt ruw gesneden naar het blauwige beeld van Anna in de rechtszaal. De kinderrechter zegt dat ze bij „gezinsvoogd‟ steeds een andere naam ziet staan. “Drie andere namen zelfs. Ik vind dat een beetje vreemd.” De vervangende gezinsvoogd rommelt wat in zijn papieren en schud zijn hoofd. Anna‟s moeder steekt haar hand op en legt uit dat ze in korte tijd alweer een derde gezinsvoogd toegewezen heeft gekregen en dat ze “door de bomen het bos niet meer ziet”. Ze vindt dat haar dochter niet in een gevangenis thuis hoort. Volgens de rechter staan er wel strafbare feiten in het dossier van Anna. Er staat winkeldiefstal in en ze is als vermist opgegeven geweest. De rechter: “Ik vraag me wel af of ze niet weer wegloopt.” Anna: “Mag ik wat zeggen?” De rechter: “Ja, heel graag zelfs.” Anna: “Nou iedereen denkt echt dat ik een crimineel ben ofzo. Ik weet heus wel dat ik geen lieverdje ben, maar dat ik gevaar loop voor loverboys, dat klopt gewoon echt niet! Ik doe geen drugs, ik speel niet de hoer en ik ben toch op komen dagen de vorige keer na m‟n verlof?” De kinderrechter kijkt Anna indringend aan en Anna kijkt onzeker opzij. Er wordt weer ruw gesneden naar de realistisch gekleurde setting. Anna zit achter een tafel en Jacob leunt tegen een tafel tegenover haar. Jacob: “Ik zie het niet gebeuren Anna. Je hebt precies nul punten verdient. Je krijgt de ene strafcorvee na de ander.” Anna: “Je snapt het ook gewoon niet he. Weet je wat, laat maar!” Jacob: “Zeg nou maar.” Anna: “Nee, laat maar.” Jacob: “Anna we zijn in gesprek nu. Je wilden wat zeggen en ik luister naar jou ja?” Anna: “Je kan me toch wel gewoon laten gaan? Ik bedoel het is hier gewoon kut! Ik wil gewoon naar huis. Ik weet wel dat ik de vorige keer te laat was van m‟n verlof maar..” Jacob: “Verloven, Anna, meerderen” Anna: “Ik heb de vorige keer toch gebeld.” 86
Jacob: “Dat klopt ja. Dat vinden we ook heel goed. En omdat we weten dat het contact met je moeder belangrijk voor je is, zullen we ervoor zorgen dat zij jou gaat bellen.” Anna: “Laat me gewoon gaan oke.” Jacob: “Meer kan ik niet voor je doen.” Anna: “Je begrijpt het gewoon echt niet zie je daarom zei ik ook laat ook maar.” In de volgende scene zit Anna met de andere meiden tv te kijken wanneer een man binnen komt om tegen Anna te zeggen dat er telefoon voor haar is. Anna loopt naar de gang en pakt de hoorn van de haak. Het is haar moeder. Anna moet haar tranen bedwingen. Haar moeder vraagt wat er is en Anna zegt dat ze gewoon naar huis wil. Haar moeder zegt dat ze dat niets liever wil maar dat ze het nog even vol moet houden, dat binnenkort haar rechtszaak is. Anna zegt met gebroken stem dat ze er al maanden zit en dat criminelen eerder vrij komen dan haar. Met gebroken stem hangt ze op en loopt weer naar binnen. In het volgende shot zien we Anna op haar bed liggen met haar armen om haar hoofd geslagen. Er wordt op de deur geklopt maar Anna roept dat ze alleen wil zijn. Eva komt naast haar zitten. Ze vertelt dat ze niemand en zelfs geen huisdier heeft. Anna zegt dat ze dat wel lekker makkelijk vindt “heb je ook niemand om van weg te lopen.” Eva zegt met een lach dat ze wel Anna heeft maar dat ze nogal veel aandacht nodig heeft. Ze geven elkaar een knuffel. In het volgende shot zien we de meiden tijdens een kappersles. Eva doet Anna‟s haar en vraagt haar wat ze eigenlijk gaat doen als ze vrijkomt. Anna: “Nou, of ik vrij kom of niet, ik ben hier echt weg hoor! Ik kom hier echt nooit meer terug. Ja behalve dan om jou op te halen natuurlijk.” Eva lacht en geeft Anna een knuffel. “En dan gaan we kamperen!” ze kijken elkaar aan via de spiegel. Cleo en haar vriendin roepen tegelijk “Lesbo‟s!” en maken een seksueel gebaar. Anna staat boos op en loopt naar Cleo: “Zeg het dan in m‟n gezicht!” Cleo: “Wat nou? Ik zeg toch niks? Ik had het trouwens over je loser vriendinnetje, niet over jou.” Eva: “Wat nou vriendinnetje, wat lul je nou?” Ze krijgen ruzie. Eva heeft haar kappersmes in haar hand. Anna neemt het op voor Eva, ze zegt dat ze nog liever bij haar “lesbo loser vriendinnetje” zit dan dat ze bij Cleo moet horen. Eva glimlacht blij. De lerares komt en roept dat de twee moeten dimmen maar Cleo vliegt Anna aan. De lerares haalt er versterking bij en de twee worden uit elkaar gehaald. Dorien en een andere begeleider houden Anna vast en nemen haar mee. Ze moet op haar knieën gaan zitten en ze zeggen dat ze haar gaan strippen. Dorien en de begeleider willen haar pas los laten als ze rustig is en Anna zegt dat ze zelf wel haar kleren uittrekt. Ze kijken toe hoe Anna dit doet. In de volgende scene zien we Anna de gang inlopen en zich bij de andere meiden voegen. Iedereen staat op de gang en Anna vraagt wat er aan de hand is. Een van de meiden zegt dat ze “de teringcellen overhoop aan het halen” zijn. Anna loopt haar kamer in waar twee begeleiders alles overhoop halen op zoek naar iets. Anna: “Hallo wie gaat dat opruimen dan? (…) Halloo! Wie gaat dat opruimen dan?” Jacob: “Luister Anna, iedereen komt aan de beurt net zo lang totdat we het mes gevonden hebben.” Anna kijkt verbaast. De begeleiders kunnen niks vinden en lopen de kamer uit. Cleo staat tegen de muur en roept naar Eva: “Nou Eva zeg nou maar gewoon dan kunnen wij weer gaan eten.” 87
Eva: “Hoezo?” Cleo: “Hoezo zou dat nou zijn?” Eva: “Denk je dat ik het leuk vind dat ze m‟n cel aan het overhoop halen zijn. Ja toch?” Cleo: “Ja aangezien jij je altijd in je polsen zit te snijden..” Eva: “Niet waar ik heb dat mes gewoon terug gelegd godverdomme, misschien heb jij het wel!” Anna: “Eef, we zijn toch vrienden?” Cleo loopt op Eva af en pakt haar handen. Eva rukt zich los en houdt haar polsen voor Cleo‟s gezicht. “Nee! Hier, wou je het zien? Kijk dan, kijk dan! Je wou het toch zien?” Anna: “Eva doe even normaal!” Eva: “Nee! Kijk dan, wat nou vrienden! Schijnheilig kutwijf! Denk je dat ik dit wil he? Denk je dat ik dit leuk vind ofzo? Ik heb jou helemaal niet nodig! Ik heb jullie allemaal niet nodig, rot toch op man!” Anna: “Weet je wat Eva? Bekijk het maar! Denk je dat wij het leuk vinden dat onze kamers overhoop worden gehaald?” Cleo loopt arrogant op Eva af: “Ja, denk je dat?” Eva reageert hierop door Cleo aan te vliegen. Er wordt geschreeuwd en de twee begeleiders komen aangesneld om de twee meiden uit elkaar te halen. Een van hen houdt Eva op de grond die helemaal door het lint gaat. Jacob houdt de andere meiden uit de buurt. Als Eva wat rustiger is geworden staan ze op. Ze huilt en hij neemt haar mee. Cleo roept nog even “gestoord wijf!” en Anna raapt de polsbandjes van de grond. Anna ligt in bed en staart naar het plafond. Ze gaat rechtop zitten, klopt op de muur en roept Eva maar deze antwoord niet. Anna roept dat het allemaal wel goed komt maar krijgt nog steeds geen reactie. Ze gaat weer liggen. Het dramatische vioolmuziekje wordt ingezet. In het daaropvolgende shot zien we een lege witte gang en horen we het muziekje nog steeds. We zien een lege woonkamer waarna we slapende meiden in de inrichting zien. Anna zit rechtop op bed en staart voor zich uit. De muziek is nog steeds te horen en wordt steeds harder en dramatischer. Het zijn dezelfde beelden die we in het begin van de serie ook al gezien hebben. De begeleiding loopt door de gang en klopt bij iedereen op de deur om ze wakker te maken. Jacob komt binnen bij Anna die roept dat ze al wakker is. “Ook goedemorgen Anna”, zegt deze. Anna vraagt of ze het eerste mag douchen maar ze moet haar kamer van Jacob eerst nog een beetje fatsoeneren. Ze praten nog wat terwijl de muziek doorloopt en opeens horen ze gegil. Jacob kijkt om, laat de handdoeken vallen en rent de gang op. De andere meiden komen ook de gang op, kijken naar iets in een kamer en slaan de handen voor hun mond. Dan zien we waarom er gegild wordt en zien we het dode lichaam van Eva die zichzelf heeft opgehangen aan een paar veters. De andere begeleider pakt haar vast, haalt de veters van haar hals en begint haar te reanimeren. Jacob staat geschrokken in de deuropening. De andere begeleider schreeuwt naar hem dat hij de gillende meiden weg moet halen. Anna doet haar deur open en komt op het gegil af. Ze loopt naar de deur van Eva en ziet het levenloze lichaam van haar vriendin. Jacob pakt haar bij haar schouders en neemt haar mee. De muziek wordt steeds dramatischer. In het volgende shot zien we Anna onder de douche staan, het water glijdt langs haar gezicht en ze staart voor zich uit. Cleo vraagt of ze al klaar is maar Anna reageert niet. Dan draait ze zich om en we zien haar via de spiegel naar de grond kijken en een traan weg vegen. Anna komt onder de douche vandaan en Cleo vraagt of het gaat. Anna veegt haar tranen weg. Cleo: “Ey verrot man, ik weet het.” “Ja man, echt verrot.” Zegt een ander meisje wat is aangekomen. De drie omhelzen elkaar.
88
We switchen weer naar de blauwige scene in de rechtszaal. De kinderrechter vertelt Anna dat er die dag heel veel over haar is gesproken maar dat ze wil weten hoe het nu met haar gaat. Anna: “Ja wel goed hoor. Behalve dan dat vandaag een meisje in de cel naast mij zelfmoord heeft gepleegd. Eva.” Anna heeft tranen in haar ogen. De kinderrechter vraagt of iemand een glaasje water voor haar kan halen en aan Anna of ze daarover al met haar moeder heeft gesproken. Anna schud van nee en ook haar moeder zegt van niets te weten. De rechter zegt dat daar waarschijnlijk heel weinig tijd voor is geweest. Anna kijkt naar haar moeder en glimlacht. De rechter zegt dat ze ook nog een rapport van Jacob in handen heeft en meent dat Anna het goed met hem kan vinden. Anna zegt dat dit inderdaad zo is “hij is wel tof” en heeft haar “veel geholpen.” De kinderrechter leest voor: “Anna zoekt steeds de grenzen op, ze schopt tegen de regels, ze heeft moeite met gezag, gedragsproblemen, vechten…Driftbuien waarbij stoelen door de ruimte gaan..” Anna kijkt verslagen: “Waarom heeft ie dat nou verteld?” De rechter vervolgd: “Maar hier staat ook: Anna komt sociaal over en ze neemt het op voor de meisjes die het moeilijk hebben en daarbij neemt zij een leidersrol aan. Gold dat ook voor Eva?” Anna vertelt over hoe Eva nooit over haar problemen sprak waardoor iedereen haar “aso” vond en dat ze nooit iemand om te bellen had maar dat ze altijd zo graag wilde kamperen en dat het haar vriendin was. Ze huilt. De rechter knikt en kijkt nog eens naar de papieren. Ze zegt dat haar advocaat een gedegen plan heeft voorgelegd. Anna kijkt hoopvol naar haar moeder. Ze kan weer naar school toe en een agressie behandeling staat in de planning, terwijl de vervangende gezinsvoogd niet eens een datum kan noemen dat ze in de inrichting behandeld kan worden. Uiteindelijk zegt de rechter dat ze bereid is Anna “het voordeel van de twijfel te geven.” Haar moeder springt op en zij en Anna omhelzen elkaar van blijdschap. In de volgende scene zien we Anna met Jacob door de gang lopen. Vervolgens zien we hoe ze haar spullen inpakt en haar posters van de muur haalt. Ze heeft nog altijd de polsbandjes van Eva om. Cleo staat in de deuropening en komt op haar afgelopen en geeft haar een knuffel. Het andere meisje komt de kamer binnen gelopen. “Hebben jullie heet al gehoord? Ze hebben dat fokking mes gewoon gevonden man.” Anna: “Wat? Wie had hem dan?” Het meisje: “Niemand. Hij lag onder die kappersstoel, precies onder die poten.” Anna: “Godverdomme man.” Cleo: “Verrot man, ik dacht echt dat zij hem had!” Anna kijkt om zich heen en klopt op de muur. “Eva?” Jacob komt binnen gelopen en vraagt of ze meegaat. Anna en Jacob lopen door de gang. Anna heeft een lange broek aan en draagt haar tas, Jacob draagt haar doos met spullen. Hij brengt haar naar een kamer waar Eva opgebaard ligt. Cleo en het andere meisje staan gearmd te huilen naast de kist. Anna voegt zich bij hen en Cleo omhelst haar. “Ik vind het echt heel erg. Echt heel erg.” Anna doet een van de polsbandjes af en weer bij Eva om haar pols en geeft haar een kus. In het volgende shot zien we Anna met haar tas achter het hek van de gevangenis staan. Het hek gaat open en Anna loopt er doorheen. Ze staat stil en kijkt voor zich uit. Achter haar gaat het hek dicht. Het pianomuziekje zet weer in en de aftiteling komt.
89
Beschrijving Loverboy & girl Joost Heyink, Van Holkema & Warendorf, 2004 Deze jeugdroman vertelt het verhaal van de zeventienjarige Fanny uit Groningen. Fanny is een blank meisje met kort rood haar die in haar vrije tijd na school in een fast food restaurant werkt. Haar ouders zijn gescheiden en haar moeder is druk bezig met het trainen voor een grote hardloopwedstrijd. Na haar werk heeft Fanny regelmatig afspraakjes met Jeff, een knappe jongen met dure kleding, scooter en goed verzorgd uiterlijk. Jeff is een loverboy en dat weet Fanny maar al te goed. Ze spreekt met hem af omdat ze nieuwsgierig is naar de werk- en levenswijze van loverboys. Enkele jaren geleden is ze namelijk haar beste vriendin verloren aan loverboys, Toos. Ze kreeg een vriendje met dure kleding en die haar veel aandacht gaf en op een gegeven moment ging ze zich heel anders gedragen. Ze verfde haar haar, had overal piercings en leek Fanny niet meer te begrijpen. Op een dag was ze weggelopen van huis en de politie heeft nooit iets kunnen doen. Daarom wil Fanny wat meer inzicht krijgen in de werkwijze van loverboys, zodat ze een rapport kan schrijven en deze naar de krant sturen. Ze hoopt zo meer aandacht voor het probleem te krijgen en andere mogelijke slachtoffers te kunnen waarschuwen. De loverboys blijken deel uit te maken van een hele goed georganiseerde, hiërarchische organisatie. De directeur van het bedrijf is een kalende grijze man met een buikje en grijs pak. Onder zich heeft hij een aantal werknemers werken die voor hem jongens opleiden in het loverboywerk en die uiteindelijk contacten met jonge meisjes moeten leggen om die vervolgens voor hun in de prostitutie te laten werken. Daarnaast heeft hij ook nog een grote gewelddadige man voor zich werken, Güntha. Deze man wordt ingezet wanneer de meiden dwarsliggen en even een “duwtje” nodig hebben of wanneer de jongens hun werk niet goed genoeg doen. De loverboys worden door de baas “cursisten” van de “opleiding” genoemd en ze werken volgens een vastgelegd stappenplan. In de eerste fase leren de jongens de locatie kiezen, een nieuw contact herkennen, kennismaken, kleding. Na deze fase wordt het moeilijker en zullen er zeker een aantal afvallen omdat ze niet geschikt zijn. In de tweede fase krijgen ze psychologie: „Ze moeten leren aardig te zijn zonder iets terug te vragen. Ze moeten leren dingen te geven zonder te overdrijven. Het moet natuurlijk lijken. En de zwakke kanten van het contact herkennen en gebruiken, dat is het moeilijkst. Zwakke kanten hebben ze allemaal, iedereen van die leeftijd heeft die. Daar moet je op inspelen, die moet je dus nog zwakker maken. Je moet het erger maken, om het bot te zeggen. En dan daartegenover aandacht geven, heel veel interesse en aandacht. Dat evenwicht is belangrijk. Je moet voorzichtig zijn , als de balans niet goed is, zijn ze zo vertrokken, dan vertrouwen ze je niet meer. En geduld hebben. Niks overhaasten.‟ Mario, een vrij kleine jongen met zwarte glimmende krulletjes legt het aan de baas uit. In de laatste fase is “de omslag”, dan komen de jongens met het verhaal dat ze het meisje zelf nodig hebben en dat ze alles verliest als ze niets terugdoet. „Dat ze geen andere keus heeft dan betalen voor alles wat ze eerder gekregen heeft. Zonder dwang of druk, want anders heb je er maar kort plezier van. Heel moeilijk.‟ In een later stadium mag “gepaste dwang” gebruikt worden. Als ze eenmaal “geklutst, gebakken en opgediend zijn”. Als deze “druk” niet werkt dan hebben ze ook altijd nog allerlei gekleurde “pilletjes”.100 Het valt op dat de jongens die werken voor de grote baas van het prostitutie bedrijf, Frank Damien, allemaal buitenlandse namen hebben: Mario, Güntha, Igor, Ramsi, Jeff, Abdel. 100
P. 22, 23 90
Igor is een Russische naam. In het boek wordt hij omschreven als een zonnebank bruine man met kleding aan waardoor hij twintig jaar jonger lijkt. Igor is de rechterhand van Damien en houdt erg van whisky. Mario is een herbreeuwse naam welke voornamelijk voorkomt in Italië, Spanje en Portugal. Mario draagt schoenen met een hak om iets groter te lijken, hij is namelijk klein van postuur en heeft zwarte glimmende krulletjes. Hij is degene die de loverboys opleidt. Dan heb je Güntha die in het boek ook wel „De Slager‟ wordt genoemd. De herkomst van zijn naam is moeilijk te achterhalen, Gunta is een Scandinavische naam maar de manier waarop het hier geschreven is doet eerder Turks aan. Güntha houdt zich bezig met de regels en controle, wat erop neerkomt dat hij degene is die „druk‟ uitoefent. Hij houdt van geweld: wanneer hij een meisje in haar buik schopt krijgt hij een twinkeling in zijn ogen en hij „veert op‟ wanneer hij hoort dat hij weer werk te doen heeft. Het is een kolossale man met grote handen en borstelig haar als een militair. Abdel is een Arabische naam en Ramsi is een islamitische naam. 101 In het verhaal wordt vermeld dat Damien negen actieve loverboys en zestien meisjes voor zich heeft werken en dat er nog een aantal in opleiding en voorfases zitten. Sommige jongens hebben meer dan één contact en Ramsi heeft er zelfs vier. De „werknemers‟ zitten verspreid over vier plaatsen en er moet regelmatig van plaats verwisselt worden om de politie te kunnen ontduiken. Over de locatie wordt door de rechterhand van de baas, Igor, verder het volgende gemeld: „Belangrijk is dat er op zo‟n locatie veel mensen op de been zijn. Dan valt onze jongen niet op. Verder mag het gebouw waar het omgaat niet een te duidelijk doelwit zijn. Wat ik bedoel, is dat er meer te beleven moet zijn in de omgeving. Dus geen school in een rustige buitenwijk.‟102 Daarnaast komt naar voren dat ze veel in discotheken ronselen, een nieuwe plek tussen een populaire coffeeshop en hamburgertent hebben waar veel meisjes komen en een nieuwe doelgroep op het oog hebben bij een asielzoekerscentrum. Om zijn geld kwijt te kunnen investeert Damien in onroerend goed in het buitenland. Aan de belastingdienst kon hij namelijk niet uitleggen hoe hij aan zijn miljoenen kwam. Zo heeft hij bijvoorbeeld zijn oog laten vallen op een “hotelletje in Spanje”. Fanny omschrijft loverboys aan een collega van haar als volgend: „Een loverboy is een jongen die ervoor opgeleid is om meisjes te versieren.(…) Als hij het meisje heeft versierd, zorgt hij ervoor dat ze afhankelijk van hem wordt. (…) Hij is lief, hij geeft aandacht, hij is er altijd voor je, hij vraagt niets terug, hij heeft geduld hij geeft cadeautjes, hij heeft geld, hij neemt je mee naar dure plekken. En hij trekt je weg van mensen die misschien tegen deze grote liefde zijn. Je mag zelfs van huis weglopen en bij hem wonen.‟103 Loverboys zijn volgens haar jagers die in de meisjes een kwetsbare prooi zien: „Ze moest zich voortdurend ervan bewust blijven dat die jongens, en de mannen erachter, op jacht waren naar kwetsbare meiden. Schoften waren het.‟104 Gaandeweg is het voor Fanny toch moeilijker dan ze dacht om de controle over zichzelf te houden en niet te licht over Jeff te denken. Ze merkt dat het vaak niet zo eenvoudig is om haar verstand en gevoel van elkaar te scheiden en meer dan eens betrapt ze zichzelf erop dat ze Jeff „er goed uit vindt zien‟, „aardig‟ en „soft‟ vindt. Op een gegeven moment besluit ze mee te gaan naar Jeff‟s zolderkamer maar twijfelt ze of dit niet gevaarlijk is, hij is immers een loverboy. Maar ze vindt dat Jeff niet echt in dat plaatje past: „dat gold voor loverboys van een
101
Herkomst van de namen staan beschreven op internet: www.babybytes.nl versie 14 juni 2010. P. 24 103 P. 46 104 P. 111 91 102
ander kaliber dan Jeff. Dat gold voor schoften, voor geraffineerde versierders. En zij was geen kwetsbare prooi, zij was geen slachtoffer.‟105 Hoewel Fanny denkt dat ze slim is en niet in het profiel van kwetsbare slachtoffer past, blijkt dat ze zicht toch door Jeff heeft in laten pakken. Wanneer Jeff zich kwetsbaar opstelt en een moeilijk verhaal over zijn zogenaamde verleden vertelt waarin zijn moeder dement is, raakt ze in de war. Ze ziet Jeff niet als een standaard gewiekste loverboy maar meer als een „klein loverboytje‟ eentje die zelf slachtoffer is geworden van zijn moeilijke verleden en een criminele organisatie is ingezogen. Voordat ze het doorheeft gaat ze met kleine stapjes over haar van tevoren opgestelde grenzen heen en beland ze in het web van de organisatie. Ze heeft niet door dat ze doelwit is welke van bovenaf al wordt gecontroleerd en in de gaten gehouden. Wanneer Jeff uiteindelijk doorheeft wat Fanny‟s plannen zijn laat hij gelijk zijn act van lieve, luisterende, kwetsbare jongen vallen en blijkt hij niet terug te deinzen voor geweld en agressiviteit. Hij slaat haar en bindt haar vast aan de verwarming. Hij gaat Güntha en Mario halen om haar hardhandig over te dragen. Jeff is kennelijk toch niet zo „soft‟ als Fanny dacht. Uiteindelijk wordt Fanny door haar lieve en grappige collega Martin bevrijdt van de verwarming. Deze jongen luistert naar haar en is lief, in het boek merken we dat er een liefde tussen de twee aan het ontstaan is. Fanny heeft na haar afspraak met Jeff met hem in een cafe afgesproken maar ze komt niet opdagen terwijl ze altijd op tijd is. Ze heeft Martin eer via de telefoon laten weten waar ze is en omdat hij bezorgt om haar is gaat hij haar zoeken. Hij vindt haar vastgebonden op de luxe ingerichte zolderkamer van Jeff (er staat een groot bad, mooie banken en kussens, een groot bed met spiegels erboven en veel mooi apparatuur). Ze kunnen echter niet op tijd wegkomen van de zolderkamer en Jeff komt terug met Güntha en Mario. Na een spannende achtervolging over daken en een vervallen huis weten Martin en Fanny te ontkomen. Fanny kan alsnog met haar verhaal naar de krant en krijgt tv-ploegen over de vloer. Het boek eindigt met Fanny en Martin die samen vrijen en een relatie hebben. Martin zegt dat hij een nieuw idee heeft om van werk te veranderen, hij gaat een boek schrijven: Loverboy & girl gaat het heten.
105
P. 124 92
Beschrijving beelden Beware of loverboys. “Ik werd gedwongen tot prostitutie”. - 2006 Beware of loverboys maakt onderdeel uit van het preventiepakket dat opgezet is door de hulpverleners organisatie Het Scharlaken Koord en kan online besteld worden door docenten zodat zij op scholen hun les er aan kunnen wijden. De dvd is uitgegeven door de Evangelische Omroep in 2006 en bestaat uit drie onderdelen: twee afleveringen van het programma Jong, waarin ieder twee slachtoffers van loverboys voorkomen die vertellen hoe zij door hun loverboy tot prostitutie werden gedwongen; en ouders over hun ervaringen met loverboys praten. Jong – aflevering 1 (EO, 2001) In de studio vertelt de presentator waar de aflevering over gaat. Jong is een programma met daarin opmerkelijke verhalen van bijzondere jongen. Deze avond praat hij met twee meisjes die beiden als minderjarig meisje gedwongen in de prostitutie terecht zijn gekomen. Volgens de presentator is het schokkend maar staan zij niet alleen. Hij vertelt dat er in Nederland per jaar zo‟n 2000 minderjarige meisjes aan het werk zijn als prostituee, en de meeste daarvan werken onder dwang. De eerste gast is Theresa, zij werd door een kennis tegen haar zin in meegenomen naar de rosse buurt in Den Haag. We zien een korte introductie van Theresa die vertelt dat ze op een gegeven moment rode lampen met meisjes achter het raam zag staan. Zij is een Nederlands meisje met een Moluks uiterlijk. Daarna vertelt de presentator dat hij ook praat met Fiona, zij werd gedwongen door haar vriend die een loverboy was. In eerste instantie werd zij overladen door cadeaus en later moest zij voor hem gaan werken. En eigenlijk zit hij nog steeds letterlijk op haar huid. We zien een korte introductie van Fiona, een blank Nederlands meisje met donker haar. Ze staat voor de spiegel haar haar te kammen. We zien een tattoo in haar nek en de presentator vraagt waarom zij dat heeft gedaan. Ze zegt dat ze nog steeds hield van hem en dat ze dat daarom deed. Terug in de studio zien we Fiona en Theresa in de studio zitten. De presentator vraagt aan Theresa hoeveel klanten zij ongeveer op een dag had. Ze antwoord tussen de twintig en de dertig. Ze vertelt dat ze al het geld dat ze daarmee verdiende moest afstaan en dat zij er maar een heel klein deel van terug zag. Fiona vertelt dat klanten vijftig gulden voor haar moesten betalen. Deze prijs werd door haarzelf en haar “pooier” bepaalt. De presentator gaat hierop in door te zeggen dat ze eigenlijk een “loverboy” bedoelt. “Want het begint als een sprookje, het begon eigenlijk allemaal heel erg mooi.” We zien een reportage van Fiona waarin zij vertelt hoe het allemaal is begonnen. Zij is achttien jaar wanneer zij al twee kinderen heeft. Op haar veertiende raakt ze zwanger van de eerste. Haar vriend steunde haar financieel voor haar kinderen, nam haar mee uit eten in restaurants en gaf haar rozen. Op een gegeven moment zegt hij dat ze al het geld maar terug moet betalen en duwt hij haar de tippelzone op. Tussen de beelden door van de interviewsetting en Fiona met haar kinderen zien we wazige beelden van een donkere weg met koplampen van auto‟s en meiden met hoge laarzen.
93
Terug in de studio vraagt de presentator aan Fiona hoe het toen verder ging. Zij vertelt dat ze niet kon stoppen omdat ze helemaal in de greep van haar vriend stond en het haar beslissing niet meer was. Ze was bang voor hem en durfde geen dingen meer zelfstandig te ondernemen. Presentator: “En jij wist dat hij het hier niet bij zou laten.” Fiona: “Ja. Dat heeft hij ook niet gedaan.” Presentator: “Nee want het werd uiteindelijk alleen maar erger.” Fiona: “Ja.” De presentator wendt zicht tot Theresa: “Jij bent ook gedwongen in de prostitutie terecht gekomen. Dat begon eigenlijk allemaal in Den Haag.” We zien een korte reportage waarin Theresa vertelt hoe ze op haar zeventiende is begonnen. Ze woonde in een huis met allemaal jongeren en op een gegeven moment wordt ze door een kennis van haar huisbaas meegenomen in een auto naar de rosse buurt. Ze vertelt dat hij heeft gezegd dat als ze niet mee zou komen hij haar wat aan zou doen. Hij duwt haar vervolgens een peeskamertje in en gooit een tas met ondergoed erin op het bed. Ze moet het van hem aantrekken en doen wat hij zegt. Ondertussen zien we af en toe vage beelden van rode lampen en meisjes in ondergoed achter de ramen. Snelle rauwe montage maken het flitsend. Theresa loopt over straat. Terug in de studio vertelt Theresa hoe het verder is gegaan. De jongen dreigt haar iets aan te doen als ze niet meewerkt. De presentator zegt tegen haar dat ze eigenlijk al in een verkeerde vriendengroep verkeerde toen dit gebeurde en Theresa reageert hier bevestigend op. Ze vertelt dat ze haar eerste klanten heel moeilijk vond maar dat ze het gewoon deed omdat ze anders klappen zou krijgen. Fiona begint te huilen. De presentator vraagt haar wat datgene is wat het zo moeilijk maakt. Ze zegt dat ze het moeilijk vindt dat iemand anders het ook heeft meegemaakt en ze moest huilen toen ze haar kindjes zag omdat haar oudste dochter er ook van alles van heeft meegemaakt. De presentator gaat hierop in: “Ja want hij heeft op een gegeven moment zelfs ook je kindjes bedreigt he.” Theresa vertelt dat ze zich heel vies voelde de eerste keer dat ze met een klant naar bed ging. Voor haar voelde het alsof ze op de toonbank van een slager lag dat iemand je ging kopen. Ze zegt dat het nooit heeft gewend maar dat ze op een gegeven moment haar gevoel gewoon heeft uitgezet. Ze dacht nergens aan als het gebeurde. Ze was “helemaal leeg, had geen gedachten of gevoelens.” Fiona knikt af en toe omdat ze het herkent dat je je vies voelt en goedkoop en je gevoel uitschakelt. Ze zegt dat ze ermee doorging omdat ze bang voor hem was en dat ze de gevoelens die ze voor hem kreeg in het begin ook niet zomaar weggingen. Dat maakte het heel dubbel want eigenlijk wilde ze niet bij hem weg maar wilde ze dat ook niet doen. Ze was nog steeds verliefd op hem. Presentator: “Ja want dat is echt kenmerkend van wat ze noemen een loverboy he. Want hij pakt je helemaal in, en dan moet je voor hem gaan werken.” Fiona vertelt dat ze door hem bedreigt werd dat als ze ermee zou stoppen zij in elkaar geslagen zou worden of ontvoerd of vermoord of dat ze haar kinderen nooit meer zou zien. Omdat ze dat geloofde bleef ze voor hem werken maar ook omdat ze nog steeds van hem hield. De presentator vraagt hoe dat nou kan en ze reageert daarop door te zeggen dat hij met haar gevoelens speelde. Hij speelde met haar zwakke plek dat ze nooit een vader figuur had gehad en 94
dat ze dat heel erg miste, vooral nadat zij zelf haar dochter had gekregen. Ze vertelt dat zij zich heel erg moeilijk van hem los kon maken omdat hij haar op de een of andere manier emotioneel afhankelijk van hem had gemaakt. Dat deed hij door erop in te hameren dat haar moeder toch niet van haar hield en dat ze vies was omdat ze dat had gedaan. Omdat ze van hem hield geloofde ze dat. We zien een korte reportage waarin Fiona zich op staat te maken voor de spiegel. Haar tattoo komt in beeld met de naam „Waldo‟ geschreven. Ze vertelt dat ze dat moest doen om aan andere boys te laten zien dat zij van hem was. Ze deed dat omdat ze nog steeds van hem hield. Fiona vertelt dat ze voelt alsof zij nog steeds zijn bezit is omdat hij nog letterlijk op haar huid zit. Zij kan hem alleen niet weglaten halen omdat ze dat niet kan betalen. De presentator vertelt dat zij dat voor haar weg kunnen laten halen en ze gaan naar iemand toe die dat kan. Terug in de studio vraagt de presentator aan Fiona of dat gevoel zijn bezit te zijn door die tattoo of dat ook de reden was dat zij van haar loverboy het moest laten zetten. “Ik denk het wel.” Reageert Fiona hierop. Ze vertelt dat als je in dat wereldje zit andere boys je ook benaderen en als je veel klanten hebt, willen zij dat ook. “Het zijn allemaal aasgieren die op je afkomen.” Op deze manier liet hij zien dat zij zijn eigendom was. Fiona vertelt dat het moment dat ze wilde stoppen kwam toen ze zwanger werd van haar tweede dochter. Ze dacht dat het van hem was maar hij wilde het niet. Daarom sloeg hij haar helemaal in elkaar om de baby eruit te krijgen. In een korte reportage zien we hoe Theresa teruggaat naar de rosse buurt in Den Haag. Het regent en Theresa vertelt hoe het is om terug te zijn op haar oude werkplek. Ze vertelt dat ze nu van plan is om een website te maken om meisjes via het internet te kunnen helpen. De presentator vertelt dat zij de site voor haar kunnen laten maken en ze gaan naar een websitebouwer. In de studio vertelt Theresa hoe ze eruit is gekomen. De eerste pogingen is het niet gelukt om eruit te komen omdat hij of iemand anders de hele tijd ergens haar in de gaten stond te houden. Op een gegeven moment is het toch gelukt om weg te komen. Ze vertelt dat ze zich nog altijd vies voelt en dat ze het moeilijk vindt om ermee te leven. Fiona en Theresa vertellen allebei dat ze zich schamen en dat er veel onbegrip in de maatschappij heerst. Fiona vertelt dat ze nog steeds wel eens benaderd wordt om weer dit werk te gaan doen maar dat ze hen nu meteen doorheeft. Ze merkt het vooral hoe ze met haar en andere omgaan en aan hoe ze eruit zien. Als ze bijvoorbeeld veel goud hebben en mooie jassen vraagt ze zich af waar ze die vandaan hebben. Vervolgens zien we in een korte reportage hoe de lezerbehandeling verder gaat om haar tattoo te laten weghalen. Daarbij zien we hoe Theresa‟s website wordt gemaakt. In de studio vertelt Fiona dat ze hieraan meedoet om het een beetje af te kunnen sluiten en andere meisjes te kunnen helpen. Theresa zegt dat ze egoïstisch moeten zijn omdat het grote impact heeft op haar toekomst. We zien beelden van de website van Theresa en de presentator sluit het progamma af.
Jong – aflevering 2 (EO, 2003) 95
De presentator begint gelijk te vertellen: “Het gebeurt nog steeds. Een meisje krijgt verkering met een jongen. Hij overlaadt haar met aandacht en cadeautjes en ze raakt smoorverliefd op hem. Tot zover niks aan de hand. Maar aan het einde van de rit zit zij als prostituee gedwongen achter het raam en verdiend zij het geld voor hem, haar loverboy.” We zien een korte reconstructie van een blank meisje in haar ondergoed achter een rood verlicht raam. Voor de deur staat een lichtgetinte jongen met een petje te wachten. Hij neemt het geld van haar aan. Een meisje vertelt in de voice-over dat ze het nu echt gedaan had en echt prostituee was en geen weg meer terug had. In de studio vertelt de presentator dat hij vanavond met Muriël en praat. Muriël vertelt dat het eerst allemaal echt als een sprookje ging. Ze was zeventien toen ze op school zat en een Marokkaanse jongen ontmoette. Ze kregen verkering en deden allemaal leuke dingen samen en kwamen bij elkaar thuis. Pas vlak na haar achttiende verjaardag werd haar duidelijk wat zijn bedoelingen waren. Hij laat een vriend overkomen met een vriendin die in korte tijd heel veel geld verdiend als prostituee. Hij zegt dat ze die avond gaan werken achter het raam. Zij doet er eerst lacherig over omdat ze dacht dat het een grapje was maar hij ging er serieus op in. Maar omdat ze toen na anderhalf jaar al zo gek op hem was en hem niet kwijt wilde ging ze het toch doen. Hij zegt haar dat het hem ook pijn deed dat zij moest gaan werken maar dat het maar voor een avond zou zijn en ze dan een doos vol geld hadden om leuke dingen te gaan doen en dat ze er samen in stonden. Muriël hoopt dat hij nog meer van haar gaat houden als ze ermee instemt. Uit liefde voor hem heeft zij voor één keer “ja” gezegd. In een korte reportage zien we in een reconstructie hoe Muriël mee wordt genomen door een vrouw die al langer in het vak zit om lingerie te gaan kopen. Ze vertelt dat ze zich heel bloot voelde. Ze vertelt dat ze het erg eng vond toen ze mee genomen werd naar de rosse buurt in Den Haag. De vrouw legt haar uit hoe ze het moet doen. Een voice-over vertelt dat haar loverboy bij haar in de buurt blijft en haar in de gaten houdt. In de reconstructie zien we hoe een blank meisje een oudere man haar roodverlichte kamer binnenlaat. Muriël vertelt over haar ervaring met haar eerste klant en dat ze zich erg vies voelde. Daniëlle is een blank meisje met kort rood haar. Ze vertelt dat het bij haar heel anders is gelopen en dat zij niet uit liefde achter het raam is gaan staan. Ze vertelt dat haar vriend haar een pistool in haar rug hield en zei dat ze al geld dat hij aan haar uit had gegeven maar terug moest gaan betalen en dat ze voor hem moest gaan werken. Hij zegt haar dat als ze van hem hield ze het zou doen en hij dreigt dat als ze niet meewerkt hij haar ouders, broertje en huisdieren iets aan zou doen. Daniëlle vertelt dat ze voordat dit gebeurde vier maanden een relatie met elkaar hadden en dat ze echt dacht dat ze de ware had gevonden. Hij troostte haar, gaf haar aandacht en was er voor haar. Die nacht gaat ze voor hem werken en ze voelt zich verschrikkelijk, bang en vies. Ze vertelt dat ze niet weg kon omdat haar vriend gezegd heeft dat op iedere hoek van de straat iemand met een wapen haar stond op te wachten. Muriël vertelt dat ze na haar eerste nacht als prostituee stelselmatig zeven maanden lang iedere dag door haar loverboy werd mishandeld en bedreigd om het werk te blijven doen. Hij hield haar altijd in de gaten en ranselde haar met fysiek geweld af. Omdat ze zo bang was durfde ze niet tegen hem in te gaan en naar de politie te gaan. 96
In een korte reconstructie van blauwig licht zien we hoe Muriël mishandeld wordt door haar loverboy en dat hij haar op een gegeven moment probeert te wurgen. Haar ouders zijn ondertussen in een ultieme wanhoopspoging de rosse buurt ingegaan om haar te gaan zoeken. Na haar mishandelingen heeft haar loverboy haar aan een verwarming vastgebonden. Muriël ziet haar ouders lopen en voelt zich gesterkt omdat ze naar haar op zoek zijn. Normaal gesproken wordt ze altijd heel goed in de gaten gehouden behalve die middag. Haar loverboy zit te lezen en zegt dat ze naar haar werk moet gaan en dat hij er later wel aankomt omdat hij dat hoofdstuk nog even uit wil lezen. Ze doet net of ze inderdaad gaat werken en zodra ze buiten is begint ze te rennen naar huis. In de studio vertelt Muriël dat ze daarna nog steeds door hem lastig werd gevallen en ze in een opvanghuis terecht komt. Ook zegt ze dat haar dit kon overkomen doordat ze heel onzeker en naïef was en dat hij dat zag en er misbruik van maakte. De presentator vraagt haar of dat ook een van de redenen is waarom ze hier zit, om meisjes te waarschuwen. Ze beantwoord bevestigend. Hij vraagt Daniëlle waar meisjes dan op moeten letten dat ze er niet in trappen. Ze vertelt dat ze afstand moeten bewaren en op moeten letten of ze heel veel dure cadeautjes, goud en sieraden krijgen die je in een normale relatie niet meteen krijgt. Daarbij moeten ze ook nooit met hem mee gaan in de auto en nooit alleen met hem weggaan. Daniëlle vertelt dat ze door haar loverboy ernstig werd mishandeld als ze niet goed genoeg naar hem luisterde. Wanneer de politie haar loverboy oppakken voor een bepaald vergrijp kan ze uiteindelijk van hem loskomen. De presentator sluit het programma af.
Knevel op zaterdag – ouders over loverboys De presentator leidt het programma in met de volgende woorden: “Je dochter wordt ontvoerd door haar vriend, een loverboy. Hij neemt haar mee naar een bordeel om voor hem geld te verdienen als prostituee. Een horror scenario voor vader, moeder en kind.” We zien een blank blond meisje vertellen dat haar vriend haar bedreigde haar in elkaar te slaan en haar familie iets aan te doen. De presentator: “Steeds meer jonge meisjes belanden gedwongen in de Nederlandse seksindustrie. Jaarlijks zou het gaan om maar liefst 1500 meisjes. Een groot gedeelte wordt geronseld door loverboys die de meisjes volgens een sluwe en meedogenloos traject de meisjes geestelijk en lichamelijk toegankelijk maken voor het beroep van prostituee.” In een reportage zien we hoe Melanie en Mariska smoorverliefd worden om twee mooie Antilliaanse jongens. Ze zijn ondergedoken voor de jongens die willen dat zij voor hen in de prostitutie gaan werken. De ouders vertellen dat ze heel beleefd tegen hen deden maar dat de manier van doen hen niet aanstond. We horen populaire rapmuziek en zien in een reconstructie hoe Melanie en Mariska achterin een auto meegenomen worden. De voice-over vertelt hoe ze op een avond in september meegenomen worden naar „een feestje bij vrienden‟ in Almelo. Zij weten dan nog niet wat die jongens met hen van plan zijn omdat ze verliefd zijn. De ouders vertellen dat ze met hun dochters erover proberen te praten maar dat je ze niet tot hen door kunnen dringen. Ze vertellen dat ze heel erg veranderden, dat ze geïrriteerd, agressief en boos werden. Ze zagen hen niet meer omdat ze pas thuis kwamen wanneer de ouders al op bed lagen zodat zij geen vragen konden stellen. 97
We horen weer de populaire rapmuziek en een van de meisjes vertellen dat ze er heel snel waren. Een voice-over vertelt hoe de meiden tot hun verbijstering naar een bordeel worden gebracht waar de jongens als bekenden worden begroet. Een man zegt tegen hun: “zo, dus jullie gaan hier werken?” De meiden vertellen dat ze niet wisten wat hen overkwam en dat de man vertelde wat er allemaal ging gebeuren. We zien beelden van donkere gangen en roodverlichte peeskamertjes. Ze vertellen dat de jongens eerst lief doen en dan weer “dom” en hun bedreigen en dat ze daarom niet weg konden. De ouders vertellen dat de loverboys proberen de weg tussen hen en hun dochters zo groot mogelijk te maken en dat ze dat ook hebben gemerkt. In de reportage vertelt de voice-over dat de jongens eenmaal binnen niet meer zo aardig zijn en worden de totaal overrompelde meisjes vertelt dat ze in het bordeel moeten gaan werken. We zien beelden van schaars geklede vrouwen in een donkere bar. Een van de meiden vertelt dat de man en de andere vrouwen in de bar zo op hun inpraten dat ze bijna dacht dat ze het maar moest gaan doen om er vanaf te zijn. De voice-over vertelt dat ondertussen in Groningen de paniek uitbreekt omdat de meiden al 24 uur weg zijn. We zien beelden van donkere straten in een stad. Op een gegeven moment krijgt een van de agenten een van de meiden te pakken op haar mobieltje. Wanneer de jongens merken dat er intensief naar hen gezocht wordt, willen ze zo snel mogelijk van hen af en dumpen ze hen op het treinstation. Het programma eindigt met de meiden die door een bos lopen en zeggen dat ze altijd wel bang zullen blijven.
98
Beschrijving Beelden Man/Vrouw: jonge meisjes in de prostitutie – 2001 Man/Vrouw is een serie wekelijkse praatprogramma‟s waarin betrokkenen en deskundigen in de studio praten over diverse onderwerpen en de rol van hun geloof daarbij. Deze uitzending heeft de afleveringstitel “Jonge meisjes in de prostitutie” en is uitgezonden op 26 april 2001 door de EO. De aflevering begint met een voice-over die vertelt over meisjes van 15/16 jaar die door mooie jongens worden ingepalmd en met geweld worden gedwongen tot prostitutie. Als dat met je kind gebeurt, wat kun je dan doen? Onder in beeld zien we de tekst: „M/V “Jonge meisjes in de prostitutie”. We zien beelden van een groepje meisjes bij school die staan te kletsen. Een jongen komt in een auto voorbij gereden en toetert. Vervolgens zien we de groep meisjes in een café zitten. Een jongen komt aangelopen en vraagt aan één van de meisjes hoe het gaat en hoe ze heet. We horen een trommelslag. Vervolgens zien we de jongen op een brug het meisje omhelzen en terwijl ze wegloopt een vriend van hem bellen. Tegen die vriend zegt hij dat hij een leuk meisje heeft gevonden, precies wat hij wil: mooie rondingen en haar. Ze ligt helemaal niet in de groep dus hij hoeft maar twee woorden te zeggen en ze ligt aan zijn voeten. In het volgende shot zien we de jongen en het meisje een huis binnengaan met koffers. Terwijl het meisje voor de spiegel haar haar staat te doen duwt hij haar aan de kant om zelf in de spiegel te kijken. Hij pakt een klein roze jurkje en duwt het in haar handen. We gaan naar de studio waar aan tafel een aantal mensen zitten en twee presentatoren. De vrouwelijke presentatrice zegt dat het ongelofelijk maar waar is dat er op deze manier een heleboel meisjes in de prostitutie belanden. Ze praten met Hermien de Vries, vertrouwenspersoon van de twintigjarige Petra die door een zogenaamde loverboy in de prostitutie werd gedwongen. Hermien vertelt dat het vaak in de thuissituatie al niet goed gaat en dat meisjes daardoor heel labiel zijn. Dan ontmoet zo‟n jongen zo‟n meisje, in dit geval Petra. Zij ontmoetten elkaar in Groningen in de stad. Ze miste de liefde en geborgenheid van thuis en die kreeg ze toen bij die jongen. De jongen dwingt haar tot prostitutie en na zeven maanden ook tot het vervoeren van drugs naar Frankrijk waar ze een jaar en vijf maanden heeft vastgezeten. Petra was zo gek op die jongen dat ze dat allemaal voor hem deed. Hermien vertelt dat de fysieke dwang in eerste instantie niet wordt gebruikt maar dat de meisjes een knop omzetten, hun hersenen uitschakelen en uit de werkelijkheid stappen. Het geweld komt in een later stadium. De jongens hebben namelijk zo veel macht dat ze de meisjes gewoon in de prostitutie kunnen brengen. Het lijkt hierdoor een vrijwillige stap maar de jongens stralen zoveel macht uit dat de meisjes bang voor hem zijn. Hermien vertelt dat Petra zelfs in de gevangenis nog schreef dat ze van deze jongen hield en dat ze pas na twee maanden gevangenschap besefte wie hij werkelijk was. Vervolgens vertelt Hiermien dat Petra ook nog heeft meegemaakt dat ze door een aantal jongens waaronder illegalen, vijf dagen is vastgehouden, mishandeld, vastgebonden, verkracht, geslagen en dat allemaal zonder eten en met maar 1 kopje water op een dag. Toen hebben ze gezegd dat ze de drugs naar Frankrijk moest brengen maar dat wilde ze niet. Vervolgens zeiden de jongens dat ze haar dan dood zouden schieten en zetten ze letterlijk een pistool op haar hoofd. Als Petra dan nog steeds zegt dat ze het niet wil doen, zeggen de jongens dat ze haar familie dood zullen schieten. 99
De presentator gaat over naar Toos Heemskerk, hulpverleenster van Het Scharlaken Koord. Hij vraagt haar wie die loverboy eigenlijk is. Ze vertelt dat het mooie, snelle jongens zijn en dat de meisjes kwetsbaar zijn en op zoek naar dominante figuren. Volgens hebben de jongens een hele speciale werkwijze, zijn ze heel geraffineerd en crimineel. De presentatrice vraagt wat hun werkwijze is. Volgens Toos gaat het in etappes. Eerst zorgen ze ervoor dat ze het meisje voor zichzelf winnen door ze geestelijk aan hen te binden. Ze zorgen ervoor dat ze alle sociale contacten afsnijdt en de familiebanden losmaakt. Hij weet heel goed waar hij mee bezig is. De kwetsbare meisjes worden slachtoffer van de geraffineerde werkwijze. Volgens haar hebben de jongens een bepaald oog voor de kwetsbare meisjes die in de pubertijd onzekerheid uitstralen, inderdaad net niet in de groep vallen, iets dikker zijn of in het verleden seksueel getraumatiseerd zijn of weinig aandacht hebben gehad. Deze meisjes zijn heel gevoelig voor een bepaald soort aandacht. Toos zegt dat ze overal actief zijn. Zij werkt in Amsterdam maar ziet dat heel veel van de meisjes niet uit deze stad komt maar uit andere steden en kleinere plaatsen. Volgens haar komen de Nederlandse meisjes op deze manier in de prostitutie terecht, door een loverboy of fout vriendje. De loverboy werpt zich op als beschermer; hij heeft vaak een afspraak met een andere jongen dat deze haar verkracht zodat hij zich voor kan doen als haar beschermer en kan zeggen dat hij voor haar zal zorgen en dat ze zeker geen aangifte moet doen. Dit is een vooropgezet plan, heel geraffineerd en crimineel. De interviewer vraagt waarom de meisjes niet gewoon hun spullen kunnen pakken en weggaan als ze eruit willen. Volgens Toos is dit niet zo eenvoudig omdat ze letterlijk hun leven te vrezen hebben. Het zijn eigenlijk slaven geworden, ze noemen het volgens Toos ook wel “moderne slavernij”. Als het meisje weg wil heeft die jongen overal contacten zitten en weten ze haar precies weer te vinden. Peter Huybrechts van de politie Utrecht is het voor een groot deel eens met Toos. Volgens hem zijn de slachtoffers vaak meisjes uit gebroken gezinnen, met achterstand, met een incestervaring dus voor hen is de weg naar huis niet zo makkelijk. Bovendien weten ze ook dat die jongens hun niet los zullen laten. Er zijn zelfs meisjes die hebben een tatoeage van die jongen op hun borst of iets dergelijks met een naam van die jongen, een “soort brandmerk”. Dus als ze weglopen zijn ze weer heel gauw op te sporen als ze binnen een ander prostitutiegebied weer opduiken. De interviewer zegt dat het als hij eerlijk is het een beetje onmogelijk klinkt. Volgens Peter is dat ook vaak zo. Volgens hem is het meestal de enige mogelijkheid om een minderjarig meisje van zo‟n jongen weg te houden door haar in een gesloten inrichting te plaatsen. We gaan over naar een reportage waarin een verhaal van een slachtoffer wordt verteld. Er zijn beelden van de wallen te zien, een licht getitnte jongen met een petje loopt gearmd met een meisje door de straten. We zien roodverlichte ramen en meisjes in ondergoed erachter. We horen een vrouwenstem vertellen dat het enige wat hij van haar wilde was geld, dat ze onder de blauwen plekken zat en dat hij daarop reageerde dat je blauwe plekken weg kon werken met make-up. We zien een licht getinte jongen geld afnemen van een meisje en het tellen. Het meisje is blank. We zien een meisje geslagen worden. De vrouw vertelt dat ze altijd in de gaten werd gehouden en dat ze niet weg kon. Ze wil geen aangifte doen omdat ze bang is om een kogel in haar buik te krijgen. 100
Verder praten ze in de studio met Mariska Eekhof, een leerkracht die bij haar op school een preventieproject leidt om scholieren te waarschuwen. Ze vertelt dat ze schrikt van wat leerlingen allemaal herkennen, dat de jongens bijvoorbeeld inderdaad in van die dure auto‟s rijden en dat meisjes inderdaad allerlei cadeautjes krijgen. Ze spreekt over de ervaringen van leerlingen. Ze heeft wel eens zo‟n jongen op het schoolplein zien staan en meisjes ineens hele mooie en dure kleding zien dragen en dure geurtjes cadeau krijgen. Peter vertelt dat ze zo‟n vijf jaar geleden daarvoor hebben ontdekt dat er veel minderjarige meisjes in de prostitutie werken. De gemiddelde leeftijd is volgens hem 15,16,17 en dat er excessen zijn van 12,13. Hij vertelt dat vaak de enige weg is om ze achter slot en grendel in een gesloten inrichting te zetten. Hermien vertelt dat Petra nadat ze thuiskwam uit Frankrijk ook weer terug is gevallen maar dat ze nu weer uit de prostitutie is. Ze is ervan overtuigt dat de meisjes het echt zelf moeten doen en dat ze het soms zelf echt niets meer kan betekenen. Het is een hele lange weg. Volgens Toos is er het een hele duistere macht die ze steeds weer terugbrengt in de prostitutie. Vaak hebben de meisjes ook abortussen moeten plegen. Zij is ervan overtuigt dat Jezus Christus het antwoord is omdat ze liefde en geborgenheid zoeken en hun gedachtes over mannen moeten leren bijstellen. Toos vertelt wat de signalementen zijn van slachtoffers. Het zijn vaak meisjes die buiten de groep vallen, ineens heel sexy gaan kleden. Strakke truitjes dragen echt met als doel om uit te dagen en de bedoeling om de aandacht van mannen naar zich toe te trekken. Het zijn onzekere meisjes met seksuele trauma‟s of een minderwaardigheidscomplex. Ze komt laat thuis en je weet eigenlijk niet precies waar ze uithangt. Ook Mariska zegt dat de ouders van de meisjes vaak niet weten waar de kinderen uithangen. De presentatoren sluiten af.
101
Beschrijving Beelden Loverboys – 2008 Regie Roy Dames, NPS Deze vierdelige documentairereeks is uitgezonden tussen 8 en 29 november 2008. Uitzending 22-11-2008 In deze derde aflevering van de serie staat het slachtoffer Kelly centraal. Zij is een blank meisje dat door haar loverboy ertoe is aangezet om drugs te gaan smokkelen waarna ze in Madrid is opgepakt en haar straf in een penitentiaire inrichting uitzit. De aflevering begint met een loverboy welke onherkenbaar in beeld is gebracht door hem van achteren te filmen terwijl hij op een stoel zit met een doek om zijn hoofd geknoopt en door zijn stem te vervormen. Hij vertelt dat het woord loverboys voor hem niet bestaat maar door de media en de regering is verzonnen. In beeld verschijnt de tekst: „“D.” Pooier en drugshandelaar.‟ Voor hem gaat het om “dames overhalen” en “ze op een makkelijke manier te bespelen”. Daardoor “doen ze alles voor je” , “simpel zat”. Daarnaast zegt hij dat ze niet met een pistool op hun hoofd worden gedwongen. Volgens hem zijn het “de dames die makkelijk beïnvloedbaar zijn”. In een klein kamertje zien we een dun blank meisje met lang haar van ver af achter een tafel zitten. Vervolgens zien we een vrouw bellen. Een man kijkt op de achtergrond toe. Het blijkt de moeder van het meisje, Kelly, te zijn. Ze zit in de woonkamer met alleen maar witte (leren) meubelen en ze heeft een plat Amsterdams accent. Ze belt met haar dochter die in Madrid in de cel zit. Kelly vertelt dat het niet zo goed gaat. Ze heeft nachtmerries gehad waarbij ze haar celgenoot heeft geslagen en ze hebben haar uit de cel moeten halen en willen haar naar een psychiater brengen. Kelly wil dit helemaal niet omdat haar antidepressiva en valium dan omhoog zal gaan en dan wordt ze een “zombie”. In het kleine kamertje vertelt Kelly hoe ze haar loverboy heeft ontmoet. Met een stel vriendinnen was ze in een pool café wat drinken waar hij haar aansprak. Vanaf dat moment begint het allemaal. Volgens haar was het toen nog heel gezellig en gingen ze leuke dingen doen. Ze zegt dat ze vanaf het moment dat ze met hem ging zij zelf ook “raar ging doen”. Ze kwam niet meer thuis of ‟s ochtends vroeg terwijl ze nog op school zat en zeventien jaar was. Kelly begint zich af te zetten tegen haar ouders en later verbiedt haar loverboy nog contact met haar familie te hebben. We zien Kelly‟s moeder, Yvonne, vertellen dat Kelly inderdaad later thuis kwam dan ze mocht en dat ze constant ruzie met haar had en haar niet meer vertrouwde. Aan de andere kant hemelt haar loverboy haar volgens Yvonne op en speelt hij het “zo ontzettend goed”. We schakelen weer over naar Kelly die vertelt dat hij zei dat ze hem zwartmaakten en dat ze racistisch waren. Met “zij” bedoelt ze waarschijnlijk haar ouders en met “hem” haar loverboy. Kelly zegt dat ze hem in het begin geloofde en dat hij, toen ze uiteindelijk uit huis was, begon met slaan omdat niemand haar toch kon zien. Overigens sloeg hij haar ook wel eens toen ze nog thuis woonde maar dan verzon ze een smoesje. Kelly‟s moeder vertelt dat ze in het begin niet doorhad dat haar dochter spijbelde en in een seksclub werkte terwijl zij aan het werk was. 102
We gaan over naar Anita de Wit, oprichtster van Stichting Stop Loverboys Nu. Zij vertelt dat het niet alleen om minderjarige meisjes gaat maar ook meisjes van achttien. Volgens haar weten de jongens heel goed dat de leeftijd van achttien jaar heel belangrijk is omdat de ouders dan niets meer kunnen beginnen en ze dan makkelijk achter het raam kunnen staan. We zien close-up beelden van een licht getinte jongen die aan het blowen is. We horen de vervormde stem van de loverboy vertellen dat hij alleen maar meerderjarige meisjes “pakt”. “Ze moeten achttien plus zijn”. Hij wil liever geen meisjes die minderjarig zijn maar meisjes van achttien jaar of ouder en meisjes die achttien worden. Anders “geeft het hoofdpijn” want dan kunnen de ouders bellen. Hij betwijfelt het of de meisjes gedwongen worden. Volgens hem kunnen de ouders van een minderjarig meisje meteen de politie bellen en dan ben je als man meteen fout. Als ze meerderjarig is dan is ze volwassen en kan ze doen wat ze wil. “Op papier”. We zien beelden van een afgelegen industrieterrein. Licht getinte jongens met petjes lopen heen en weer voor een auto en er komt een meisje met hoge hakken aangelopen. In het volgende shot zien we beelden van steegjes en roodverlichte ramen. Ondertussen horen we Kelly‟s stem die vertelt hoe haar loverboy haar voor het eerst meenam naar een bordeel toen ze het huis uit was. Hij zegt haar dat ze daar alleen wat gaan drinken omdat hij daar eigenaar zou worden maar opeens gaat een vrouw de regels uitleggen. Kelly schrikt en neemt hem apart. Dan zegt hij dat het maar voor een paar dagen is en dat ze geld nodig hebben. We zien Kelly in beeld en vervolgens een close van haar handen die een servetje vasthouden. Ze vertelt dat ze begon te huilen omdat ze het niet wilde. Haar loverboy reageert daarop door haar een klap in haar gezicht te geven en te zeggen dat het maar voor een paar uur is en dat hij haar dan komt ophalen. Vijf dagen later is hij er echter nog steeds niet en vanaf toen heeft hij haar elke week teruggestuurd. Tussendoor zien we beelden van een meisje die geslagen is en met haar handen in haar haar zit. We horen rauwe cello muziek. Kelly vertelt dat ze niet weg kon omdat er altijd een beveiliger voor de deur werd gezet en iemand achter haar aan werd gestuurd als ze ging winkelen. Haar loverboy komt elke avond of aan het einde van de week bij haar langs om het geld op te halen. Ze vertelt dat ze cocaïne begint te gebruiken om dingen te kunnen vergeten en om het allemaal aan te kunnen. Sommige klanten zijn bijna “je opa” en anderen slaan. Ze vertelt dat hij haar zegt dat ze niemand zal vinden als ze bij hem weggaat en dat hij dan iedereen zal vertellen dat ze een hoer is. We zien een foto van een getinte jongen met een petje op, een bondkraag een sigaret tussen zijn vingers. Zijn ogen zijn onherkenbaar gemaakt. We zien een foto van Kelly toen ze jonger was en we zien weer eenzelfde soort foto van de jongen. We horen weer de cello muziek. De jongen heeft een diamanten oorbel en een gouden tand. We komen weer terug bij Kelly die vertelt dat hij haar altijd zomaar mishandelde met zijn eigen fysieke kracht en met attributen. Ook verkrachte hij haar en sloeg hij haar als ze geen seks wou. Volgens hem vroeg ze er zelf om en wilde hij het eigenlijk helemaal niet. Hij mishandelde haar altijd zo dat ze nog wel kon werken, want met blauwe plekken in je gezicht kun je niet werken. Daarom bewerkte hij haar armen, benen, rug, drukte sigaretten uit op haar buik en sloeg met een hamer op haar voet. Yvonne vertelt hoe ze te horen kregen dat Kelly vermist was en in het buitenland in de gevangenis zat. Kelly krijgt 9,5jaar cel waarvan ze op dat moment al 16 maanden uitzit. 103
We schakelen weer terug naar Kelly die vertelt over de drugssmokkel. Ze zou met een vriend van hem gaan die ook een vriend van haar was. Hij zou naar Colombia en dan naar Madrid. De jongens houden haar voor dat ze mee kan om er even tussenuit te gaan en dat de blauwe plekken dan even konden verdwijnen. In Colombia geeft die vriend haar een andere koffer mee. Ze zegt dat ze er nog in heeft gekeken maar dat hij leeg was. Op het vliegveld in Colombia is er steeds een jongen die haar helpt met dragen en wanneer ze in Madrid op het vliegveld aankomt wordt pas duidelijk dat er drugs in haar koffer zit. Kelly voelt zich bedrogen en begrijpt niet dat hij haar dat kon aandoen. We zien weer de beelden van licht getinte jongens met petjes op het verlaten industrieterrein. We zien een close-up van een getinte hand met een joint erin. Ondertussen horen we de stem van Anita die vertelt hoe de jongens te werk gaan. Volgens haar hebben ze zo‟n meisje bijvoorbeeld een jaar in de prostitutie werken en vragen ze haar dan om een ander klusje voor ze te doen. Ze hoeven dan even niet de hoer te spelen maar mogen lekker op vakantie gaan en moeten alleen een koffertje meenemen of ophalen. In werkelijkheid zijn zij het lokaas voor anderen die ook koffers met drugs bij zich hebben maar die lekker door kunnen lopen als zij wordt gepakt. We zien weer de onherkenbare loverboy op een stoel zitten en hij vertelt hoe hij de meisjes gebruikte om “overseas” te gaan. Hij haalde ze dan weg uit een seksclub waar sommigen geen “hoertje” meer wilden zijn. Hij zegt dat ze wel eens verliefd op hem worden en dat hij daar dan misbruik of gebruik van kan maken. Hij neemt zo‟n meisje dan mee op “vakantie” en beloofd haar nog veel meer geld als ze terug komen dan ze verdient met prostitutie. “Op vakantie” betekent voor hem bolletjes slikken, cocaïne slikken. Sommigen zijn “de haas” zodat anderen door kunnen lopen. Maar dat is volgens hem een “risicofactor van het vak”. We zien beelden van de ouders van Kelly die in de auto naar Spanje gaan. We horen Yvonne vertellen hoe het gebeuren haar leven beheerst en dat ze elke 8 weken naar haar toe proberen te gaan om haar even te zien. Yvonne reageert wanneer ze terugkomt van zo‟n bezoekje en roept dat Kelly wel erg mager geworden is. We zien beelden van de advocaat van Kelly. Hij vertelt dat ze nu definitief veroordeeld en dat ze nu een aanvraag kan doen en ook heeft gedaan voor een terugkeer naar Nederland. Als ze in Nederland is komt ze niet in één keer vrij maar gaat daar enige tijd overheen. Bij haar speelt het ook nog meer dat ze te maken had met een loverboy. Volgens hem kun je loverboys moeilijk vervolgen omdat zo‟n relatie begint met een vriendschap, dan een relatie en dan vraagt hij haar om de prostitutie in te gaan of is het gedwongen. Deze scheidslijn is echter heel moeilijk aan te tonen om dat het heel moeilijk is te zien of zo‟n meisje nou vrijwillig in de prostitutie is gegaan of niet. Hij zegt dat de meisjes het vaak ook zo zien dat ze zelf vrijwillig de prostitutie in zijn gegaan of zien ze het als een relationeel aspect. Dit maakt het moeilijk om te weten te komen of dat de volgende contacten vrijwillig zijn geweest of dat het moest van de loverboy. We schakelen weer naar Kelly. Ze vertelt dat ze liever daar nog twee jaar zit en dat ze hem dan oppakken dan dat ze morgen weggaan en hem niet oppakken. We zien beelden van de ouders van Kelly die naar de tv kijken. Er blijkt een programma met misdaadverslaggever John de Heuvel op tv te zijn die gaat over Kelly en haar loverboy. John zoekt haar loverboy, Earl, op. Hij draagt een petje, een jas met een grote bondkraag en staat te 104
bellen. Hij wil niks loslaten over Kelly dan alleen dat hij het “lullig” vindt en dat niemand hem geld schuldig is. In het filmpje zien we verder ook nog hoe Kelly in haar cel vertelt dat ze haar ouders mist en dat ze niet alleen over straat zou durven als ze weer terug is omdat hij haar allemaal dreigementen maakt. We zien weer beelden van de buitenkant van de inrichting waarin Kelly vastzit en de close-ups van Kelly‟s handen. Ze vertelt dat zij iemand is waarbij je dat kan doen, dat ze een goed persoon is en dat ze graag wil helpen. Ze zegt dat als ze om iemand geeft, van iemand houdt, door het vuur zal gaan en dat ze makkelijk manipuleerbaar was. Volgens haar heeft hij aan moeten voelen dat ze naar een bepaalde liefde verlangde en dat ze een minderwaardigheidscomplex had. Ze noemt hem een “grote jongen”, “crimineel” en “gevaarlijk” en dat vond ze wel spannend. In het begin, voordat er dingen met haar gebeurde, was ze dan ook “stapel verliefd”. Ze dacht dat het niet kon: “zo‟n jongen met mij?” Kelly herhaalt nog eens dat het gaat om een “minderwaardigheidscomplex” en dat de meeste meisjes die zoiets als dit overkomt zich niet lekker in hun vel voelen. Volgens haar wist haar loverboy dat allemaal en heeft hij dat “gewoon aangevoeld”. We zien weer beelden van de buitenkant van de inrichting in Madrid. Onderaan in beeld komt de tekst waarin staat dat Kelly inmiddels weer in Nederland is en wacht op de omzetting van haar straf. We zien vanuit de voorruit van een auto een lege weg in Spanje.
105
Beschrijving Beelden Mijn Loverboy – 2010 Regie Tamme de Leur, EO De documentaire begint met ruwe, donkere beelden van een stad bij nacht. We zien neonverlichte uithangborden, uitgaansgelegenheden, contouren van mensen en rode tl-buizen. De bewegelijke beelden zijn ruw gemonteerd en ze volgen elkaar in een hoog tempo op. Snelle, spannende muziek en geluiden begeleiden de beelden. Wanneer de beelden verlangzamen zien we donkere steegjes en de silhouetten van mensen die daar lopen. Achter de roodverlichte ramen staan de onscherpe figuren van meisjes in ondergoed. Het beeld lijkt vervormd en is dynamisch opgenomen. Een voice-over begeleidt de beelden met feiten over prostitutie en kaart gelijk het probleem van loverboys aan: “In Nederland werken 25.000 mensen in de seksindustrie. Elke dag bezoeken honderdduizenden mannen in Nederland een prostituee. Zij beseffen niet dat veel vrouwen hiertoe gedwongen worden door een loverboy.” We horen de stem van een andere man die een definitie geeft van een loverboy: “Een loverboy is een mensenhandelaar, dat is iemand die op slinkse wijze geld afhandig maakt van iemand die in de prostitutie werkt of door hem te werkgesteld wordt.” Wanneer een rode lichtbalk door het beeld gaat zien we inmiddels van wie de stem afkomstig is, het is een blanke man die in een auto achter het stuur zit. Tussendoor worden nog snel beelden van prostituees achter ramen gemonteerd. “Je moet dat gedwongen dus ook in een breder perspectief zien. Dat is niet alleen slaan, schoppen, verkrachten en ik weet niet net wat.” We zien weer snelle beelden van steegjes met roodverlichte ramen. Een roodverlichte balk gaat door het beeld en we zien een blonde vrouw in een interviewsetting in een huis zitten. Ze vertelt dat ze duizenden verschillende meiden achter een raam heeft gezien. “Op jaarbasis hebben we zo‟n 1400 contacten. Nou hoeveel slachtoffers daar loverboys van zijn… ik weet het niet meer. Maar heel veel.” We zien weer de roodverlichte balk en gaan over naar versnelde beelden van donkere steegjes met roodverlichte ramen. Het beeld houdt vast bij een raam waar de onscherpe contouren van meisjes in ondergoed te zien zijn. We horen weer de stem van de man in de auto en vervolgens komt de roodverlichte balk weer en zien we hem achter het stuur. Hij gaat door op de uitbuiting van slachtoffers door loverboys: “Maar dat kan ook zijn door een subtiele foto te maken en door te zeggen als jij mij niet betaalt, dan laat ik die foto aan iedereen zien. Dat valt dus ook onder het artikel mensenhandel. Snelle beelden van donkere steegjes, mensen en verlichte ramen. De stem van de blonde vrouw is weer te horen, vervolgens de roodverlichte balk en we zien haar in dezelfde setting zitten: “ Uit mijn ervaring kan ik eigenlijk wel vertellen dat de meeste Nederlandse meisjes door een fout vriendje, of dat nu een loverboy of wat dan ook is, in de prostitutie terecht komen.” Beelden van een meisje in een roodverlichte kamer die de deur voor iemand openhoudt. De titel komt over dit beeld heen, rechts zijn fotostrips uit een fotohokje te zien van blanke meisjes met een donkere jongen. Over de ogen van de jongen staat een zwarte balk. 106
We horen een dramatisch pianomuziekje en zien een meisje voor de spiegel staan en zich opmaken. De voice-over begint weer te vertellen: “Dit is het verhaal van vier meisjes die slachtoffer werden van loverboys. Alle vier hebben ze aangifte gedaan en hun verhalen zijn bekend bij politie en justitie.” Ondertussen zien we het meisje van onderaf haar handen in een kom water vullen en haar gezicht wassen. De voice-over vervolgd: “Ze willen een nieuw leven beginnen maar hun loverboys zijn bijzonder gewelddadig en bedreigen de meisjes tot op de dag van vandaag. Daarom worden de verhalen vertelt door actrices maar één van de meisjes durfde het wel aan om zich te laten filmen.” We zien weer dezelfde beelden en horen dezelfde geluiden als helemaal aan het begin; versnelde beelden van donkere straten, lichten en mensen. Op zwart beeld verschijnen onder elkaar witte letters als in een daderprofiel van een misdaadzaak: „De zaak Sara‟; „geboortedatum: 18 maart 1988‟; „eerste contact loverboy: 16 jaar‟; „Naam loverboy: Mo‟; „Status zaak: afgerond (2006)‟. Links naast de letters is een vage polaroid foto van een meisje te zien met daaronder in geschreven letters „Sara‟. Weer de roodverlichte balk die door het beeld gaat. We horen een meisje vertellen: “Ik ben Sara en ik hoop dat je mijn verhaal gelooft.” Van een detail beeld van een bloem gaan we naar een blond meisje. De camera beweegt in close-up over haar gezicht tussen haar ogen en haar mond heen en weer. Ze vertelt wanneer en hoe haar verhaal begon. Ze zat op de havo en op een gegeven moment leerde ze Mo kennen in de kroeg. We zien dezelfde soort beelden van een ander meisje die het verhaal verder vertelt. Het verhaal van Sara wordt zodoende door twee meisjes vertelt en op dezelfde manier in beeld gebracht. „Sara‟ vertelt dat ze Mo in eerste instantie wel grappig vindt en dat ze de aandacht wel leuk vond. Op zich ging het op school ook wel goed, ze deed een HBO studie en had wel vrienden. De eerste tijd was het allemaal leuk en kon ze haar verhaal aan hem kwijt, maar ze zagen elkaar niet zo heel veel zodat ze niet precies wist wat hij allemaal deed. We zien weer de balk door het beeld gaan en beelden van een gerechtsgebouw. De voice-over vertelt dat ze anderhalf jaar lang één van de meisjes volgen in het strafproces van haar loverboy en dat ze in de verschillende rechtszittingen steeds duidelijker merkten hoe hij te werk ging. We zien beelden van de rechtszaal en advocaten en rechters. Boven in beeld staat met witte letters „Rechtszaak 1‟. De rechter leest voor: “Hij is een relatie aangegaan met een jonge vrouw, die hij nadat ze verliefd op hem geworden was, in een isolement heeft gebracht en los heeft geweekt uit haar sociale omgeving. Na enige tijd is zij, zoals gezegd, op zijn aandringen en na diverse beloftes over een zorgeloze gezamenlijke toekomst, de prostitutie ingegaan. Weer de rode balk en snelle beelden van donkere straten en lichten. Op zwart beeld verschijnen nu witte letters met de tekst: „De zaak Anna‟; „geboortedatum: 27 november 1991‟; „eerste contact loverboy: 15 jaar‟; „naam loverboy: Michael‟; „status strafzaak: in behandeling OM (2010)‟. Links daarnaast verschijnt ondertussen een vage polaroid foto van een meisje met daaronder handgeschreven „Sara‟. Weer de roodverlichte balk. We zien een blank meisje met blond haar in een interviewsetting met licht geïsoleerd van haar achtergrond. “Mijn naam is Anna. Ik hoop dat je mijn verhaal gelooft.” Ze vertelt dat ze Michael leerde kennen toen ze veertien was. Vervolgens zien we in dezelfde setting een 107
ander meisje met rood geverfd haar. Deze vertelt dat ze hem eigenlijk gelijk heel leuk vond en dat hij een eigen winkel, gave kleren en leuke vrienden had en dat hij haar gelijk zag staan. Deze twee meiden vertellen zodoende het verhaal van slachtoffer Anna, waarbij de beelden telkens met elkaar worden versneden. „Anna‟ vertelt dat ze heel veel contact met haar loverboy had via internet; skype, msn, hyves en dat ze dat eigenlijk meteen uit school al gelijk deed. Ondertussen zien we beelden van hyves en chatberichten. We gaan over naar beelden van „Anna‟ (hier steeds afwisselend door één van de actrices gerepresenteerd) waarbij ze op haar kamer achter haar computer met haar loverboy spreekt. We zien weer de roodverlichte balk, de snelle beelden en muziek van de donkere straten en lichten en op zwart beeld verschijnen nu de witte letters: „De zaak Lina‟; „geboortedatum: 3 augustus 1991‟; „eerste contact loverboy: 14 jaar‟; „naam loverboy: Raymond‟; „status strafzaak: afgerond (2007)‟. Links daarnaast verschijnt ondertussen een vage polaroid foto van een meisje met daaronder handgeschreven „Lina‟. Weer de roodverlichte balk. We zien een blank meisje met donker haar en profil gefilmd. Zij vertelt hoe ze Raymond heeft ontmoet. De beelden worden versneden met beelden van een ander blank meisje met donkerblond haar in dezelfde setting. Samen representeren de meiden het slachtoffer Lina. „Lina‟ vertelt hoe ze tot haar veertiende op verschillende internaten zat totdat ze ervan wegliep. In een coffeeshop ontmoet ze Ray die heel lief voor haar is en allemaal leuke dingen met haar doet. Ze gaan naar pretparken en picknicken samen, hij is lief voor haar en brengt een roos voor haar mee. Wanneer haar moeder uiteindelijk de voogddij over haar weer terugkrijgt, gaat ze samen met Ray bij haar moeder wonen. We horen weer de snelle muziek zien snelle beelden van een donkere tunnel en de roodverlichte balk. Op zwart beeld verschijnen de witte letters: „De zaak Jasmina‟; „geboortedatum: 17 maart 1989‟; „eerste contact loverboy: 17 jaar‟; „naam loverboy: Romeo‟; „status strafzaak: cassatie Hoge Raad (2010)‟. Links daarnaast verschijnt ondertussen een vage polaroid foto van een meisje met daaronder handgeschreven „Jasmina‟. Weer roodverlichte balk. We zien van bovenaf een auto de parkeerplaats bij een flatgebouw oprijden. In het volgende shot zien we van onder links voor hoe de Audi stopt. Door deze hoek lijkt de auto heel groot en duur. We horen hiphopachtige muziek. Van bovenaf nu zien we iemand instappen die onherkenbaar is gemaakt. In de volgende beelden zien we de vage vormen van geparkeerde auto‟s voorbij gaan met daarachter rijdend de Audi. We horen een meisjesstem vertellen over de eerste keer dat ze Romeo ontmoette in haar stamcafé. Ondertussen zien we beelden van bovenaf van de auto, soms wordt snel ingezoomd en moet het beeld nog even scherpgesteld worden, alsof de auto gevolgd wordt door een helikopter. Een andere meisjesstem vertelt verder dat ze eigenlijk in het begin een beetje afstand wilde houden van Romeo omdat ze allerlei verhalen had gehoord over hem dat hij een crimineel en een pooier was. De verhalen van de twee meisjes vullen elkaar aan en worden met elkaar versneden zodat zij samen het verhaal van „Jasmina‟ vertellen. Inmiddels zien we de onduidelijke contouren van een meisje in achterin een rijdende auto. „Jasmina‟ (gerepresenteerd door de twee verschillende meisjes) vertelt dat Romeo haar gerust stelt dat alle verhalen over hem niet waar waren. We zien beelden vanaf het rechter achterwiel van de buitenkant van de rijdende auto. Ze vertelt verder dat ze na een paar weken al verliefd op hem was en dat ze al vrij snel dacht dat hij de ware voor haar was, dat ze met hem een gezin wilde en trouwen. Beelden van vrouwen laarzen die uit een auto stappen. Een van de meisjes zegt dat hier het stamcafé is waar ze Romeo heeft ontmoet. We zien beelden van een 108
café, een blank meisje met lang donker haar loopt er voorbij en kijkt naar binnen. Haar silhouet weerspiegelt in de ruiten. De roodverlichte balk komt weer door het beeld heen en we zien weer de snelle beelden van de verlichte stad en horen de snelle muziek. We schakelen weer over naar de rechter in rechtszaak 1. “De verdachte heeft zich slechts door geldelijk gewin laten leiden en heeft het slachtoffer ruim twee jaar lang gewetenloos uitgebuit. Dit vraagt, meneer de officier, om een krachtige terechtwijzing die de verdachte duidelijk moet maken dat zijn immorele en verwerpelijke handelswijze door de samenleving niet wordt aanvaard.” De rechter vervolgd met zijn uitspraak van drie jaar en zes maanden cel en een geldboete van 50.000 euro. We horen de voice-over commentaar geven: “De rechter legde een hogere straf op dan de aanklager eiste, tot grote verontwaardiging van de loverboy. Hij ontkende alles en ging in hoger beroep.” We zien weer de rode balk en de snelle beelden van de verlichte stad. Henk Werson komt een kamer binnen samen met een vrouw. Onderin verschijnt zijn naam in een zwarte balk. Links daarnaast is een foto van een blank meisje met een donkere jongen met een zwarte balk over zijn ogen. Onder Wersons naam staat zijn beroep: expert mensenhandel – KLPD. Hij laat de “sociale kamer” zien waar ze de meiden verhoren die de prostitutie uit willen. Hij legt uit dat ze bij de KLPD daar zelf geen kamer voor hebben en dat ze die dan lenen van andere korpsen. De kamer is gezellig gemaakt met kleurige gordijnen en planten en er staan naast een bureau ook relaxte stoelen en banken. Op het moment dat ze in de kamer staan wordt Henk gebeld. We horen hem aan de telefoon een recent geval bespreken. Hij wil een achttienjarig meisje helpen die zelf niet de prostitutie uit durft omdat ze bang is voor “die vent” en zijn bedreigingen. Ze denken dat ze misschien een psychische stoornis heeft. Henk bespreekt het nog even kort met de vrouw waar ze het meisje kunnen onderbrengen. De vrouw staat op vanuit de stoel en ze verlaten samen de kamer. We zien weer de rode balk en de snelle beelden van de stad. We zien weer de politiedossierachtige beelden van „De zaak Anna‟ en we gaan over op een van de twee meisjes die „Anna‟ representeert. Ze vertelt dat ze 15 was toen ze hem voor het eerst leerde kennen en dat hij eigenlijk al vrij snel seks met haar wilde. We gaan over op het andere meisje die „Anna‟ representeert, ze zit in dezelfde setting achter een laptop. De twee meiden vertellen samen verder het verhaal van Anna. „Anna‟ vertelt dat ze na een maand al zwanger van hem was en dat ze daarom naar bed moest gaan met andere mannen om geld te verdienen voor het kindje. Na nog een maand sloeg hij haar in elkaar. Hij bleef maar trappen in haar buik totdat ze uiteindelijk een miskraam kreeg. Hierna moest ze gewoon door blijven werken en kreeg ze veel klanten op een dag. De beelden van de twee „Anna‟s‟ versnijden elkaar. Er wordt een reconstructie gemaakt van hoe Anna gecontroleerd werd door haar loverboy na een werkdag. We horen een mannenstem en zien „Anna‟ tegen de computer praten en we zien haar beeld op een laptop. Hij vraagt of ze lekker gewerkt heeft, of het goed ging en dat ze er moe uitziet. Hij vraagt haar of ze alle klanten die dag heeft gehad en of ze allemaal betaald hebben. Hij zegt dat ze moet gaan douchen en lachen, dan zeggen ze gedag. We zien weer de rode balk door het beeld komen en de snelle beelden van de stad met de snelle muziek. We zien Henk een lift uitkomen. Hij wordt gebeld en we horen hem vragen of dat meisje dus diezelfde avond nog naar de crisisopvang kan. Er wordt blijkbaar bevestigend 109
geantwoord want hij zegt “Super, bedankt.” We horen spannende muziek en zien een auto van voor door een tunnel rijden. We horen Henks stem die vertelt dat als hij op pad moet gaan om iets voor slachtoffers te doen dat Carolien dan altijd meegaat. Zij is een gecertificeerde rechercheur van de KLPD. Hij vertelt verder dat hij denkt dat hij zo tussen de 1200 en 1400 slachtoffers gehoord heeft vanaf 1995. Dit komt ook doordat hij bij een aantal zaken betrokken is geweest waar je 80 tot 120 slachtoffers had. Ondertussen zien we een auto Rotterdam binnenrijden. Henk zit achter het stuur. We zien de Erasmusbrug. We horen Henk weer vertellen wat een loverboy is: “Een loverboy is een mensenhandelaar, dat is iemand die op slinkse wijze geld afhandig maakt van iemand die in de prostitutie werkt of door hem te werkgesteld wordt. En een loverboy ik vind dat een psycholoog in de dop zonder opleiding maar die wel exact het neusje heeft om eruit te filteren wie heeft er effe op dit moment een probleem die ik dan heb waar ik dan even sociaal emotioneel op in kan gaan. En dan begint het.” We zien weer de rode balk en horen de snelle muziek en zien de beelden van de donkere steegjes in de stad. Silhouetten van mensen die rondhangen voor de ramen en een blonde vrouw zien we van achteren door de steeg lopen. Het geheel is dynamisch en van onder gefilmd, alsof het in het geheim is gefilmd. We zien roodverlichte ramen en horen een vrouwenstem zeggen: “We zitten nu midden op de wallen zoals ze dat noemen. Ja dit is toch wel een uh echt een gebied waar veel loverboys actief zijn.” We zien haar van achteren over de wallen lopen, het beeld is grauw met alleen de kleuren van de verlichte ramen fel. We horen de voice-over vertellen wie de vrouw is: “Toos Heemskerk is als hulpverlener enorm begaan met het lot van de prostituees op de wallen. Ze kent de vrouwen erg goed en bezoekt ze bijna dagelijks.” We zien haar bij een vrouw naar binnen gaan en we zien haar door de steegjes lopen. We horen haar zeggen: “Ik heb duizenden meiden gezien. Ik kan niet.. ik weet niet… Op jaarbasis hebben we zo‟n 1400 contacten. Nou hoeveel slachtoffers daar loverboys van zijn… ik weet het niet meer. Maar heel veel.” We schakelen over van de beelden van de wallen naar Toos Heemskerk in een interviewsetting. Haar naam en beroep staat in een zwarte balk onderin weergegeven met links daarvan een foto van een blank meisje met een Marokkaanse jongen met een zwarte balk voor zijn ogen. Ze vertelt verder: “We weten dat sommige loverboys meerdere vrouwen voor zich hebben werken dus het is een hele lucratieve business om daar je geld mee te verdienen.” We horen weer de snelle muziek en zien een steegje met alleen maar roodverlichte ramen. Een meisje staat in haar ondergoed voor het raam. We gaan weer over naar Toos (rode balk door het beeld). “Ik heb meisjes gesproken die hebben tonnen verdient voor die jongens. Tonnen. En er uiteindelijk zelf niks aan over gehouden. Want van het grote geld zien zij niet veel oftewel niks.” We gaan over naar een schuin beeld van Toos op die op de wallen staat. We horen haar commentaar geven wat ze ziet; een jongen die bij een meisje gaat controleren en naar binnengaat en zo even geld op gaat halen. We zien onherkenbaar een jongen van achteren bij een meisje naar binnen gaan. Het hele beeld is wazig behalve daar waar de jongen in de deuropening staat, daar is het scherp. We horen Toos: 110
“Het is eigenlijk heel bizar. Want soms zie je het voor je ogen gebeuren en dat brengt natuurlijk ook een gevoel van machteloosheid.” We zien weer beelden van meisjes achter ramen in steegjes. De rode balk komt weer in beeld en we zien Toos weer in de interviewsetting. Ze vertelt dat ze op jaarbasis zo‟n 80 a 90 vrouwen helpen om uit de prostitutie te komen. Van deze 80 a 90 vrouwen is volgens haar zo‟n 70% door een loverboy in de prostitutie gekomen. En dat zijn de Nederlandse meiden die in de hulpverlening komen. “Maar uit mijn ervaring kan ik zeggen dat eigenlijk de meeste Nederlandse meisjes door een fout vriendje, of het een loverboy of wat dan ook is, in de prostitutie komen.” We zien weer de rode balk en de snelle beelden van de stad. We zien weer de politiedossierachtige beelden van „De zaak Sara‟ en we gaan over op een van de twee meisjes die „Sara‟ representeert. Het is het meisje die haar gezicht wast en in de spiegel kijkt. We horen de voice-over: “De droom van Sara was om danseres te worden. Ze had 5000 euro gespaard voor een dansopleiding. Haar loverboy bood haar aan haar geld te vervijfvoudigen door een lucratieve drugsdeal. Maar de deal mislukte.” De twee meiden vertellen het verhaal van Sara verder. Ze worden close-up gefilmd, de ogen en de monden. „Sara‟ vertelt dat ze wanhopig was, dat haar hele droom naar de knoppen was. Ze vertelt dat ze met Mo wel eens over de wallen was gaan lopen en dat hij dan wel eens grapjes maakte van “hier kun je veel geld verdienen.” Na een tijdje heeft ze zelf voorgesteld of ze niet een tijdje in de prostitutie kon gaan werken. We zien weer de rode balk en snelle beelden van de stad. In de volgende beelden zijn we weer in een rechtszaal. Bovenin staat met witte letters „rechtszaak 2 geschreven. We horen de voiceover: “Ook in het eerste veroordeel van het hoger beroep blijft de veroordeelde loverboy ontkennen. Hij zou niets te maken hebben met mensenhandel. Maar de aanklager denkt daar heel anders over. De advocaat begint zijn pleidooi: ”Hij zette haar ertoe aan om in de prostitutie te gaan werken en vervolgens heeft hij zijn slachtoffer zijn naam op haar lichaam laten tatoeëren, gezegd dat hij naar zijn exvriendin terug zou gaan als zij niet voor hem bleef werken en haar laten controleren tijdens haar werk, haar verdiensten afgenomen, haar geslagen en op deze manier heeft hij haar onder controle en in een dwang uitbuitingspositie gehouden.” De rode balk komt weer over het beeld met de snelle beelden van de stad. We zien handen aan een stuur. Van voren zien we een lichtblauwe auto door een stad rijden. We zien Henk en de andere vrouw in de auto zitten. Henk is aan het bellen en zegt dat hij een plekje gaat zoeken. We horen de voice-over samenvatten: “Henk en Carolien hebben gisteren een achttienjarig meisje uit de prostitutie gehaald. Na een onrustige nacht in een opvanghuis belt ze in paniek op.” We zien Henk naast de auto met het meisje bellen. Ze is bang dat ze weer door haar loverboy wordt opgezocht en zegt dat ze terug wil. Henk probeert haar te kalmeren. We zien weer de rode balk in beeld en over de snelle beelden van de stad heen zien we de vier polaroid foto‟s naast elkaar. We horen de voice-over: 111
“Jasmina, Sara, Anna en Lina deden alle vier aangifte. Om ze te beschermen wordt hun verhaal vertelt door actrices en één echt slachtoffer.” We zien de politiedossierachtige beelden van „De zaak Lina‟. Rode balk. De twee meisjes die Lina representeren lopen door een bos (over elkaar heen gemonteerd) en we horen de voiceover: “Lina‟s moeder heeft psychische klachten en verkeert daardoor in grote financiële problemen. Lina voelt zich verplicht om haar moeder te helpen en Ray heeft een bijzonder plan.” We zien nog enkele beelden van de meiden die Lina representeren in het bos om vervolgens over te gaan naar de interviewsettings waarbij ze en profil te zien zijn. „Lina‟ vertelt hoe ze begon met het prostitutiewerk. Het broertje van Ray had aangeboden om haar te betalen voor seks maar daar werd Ray heel kwaad om. Toch wilde Lina graag helpen en hield ze echt van Ray. Toen zijn ze begonnen met 3-4 klanten op een dag, gewoon goede kennissen. Op een gegeven moment gingen ze films maken en kwamen er steeds meer klanten. Dan wordt ze zwanger van hem waarop hij heel boos wordt en haar in elkaar schopt. Ze krijgt een miskraam. Daarna moest ze gewoon verder werken, seks hebben en pornofilms maken. We zien weer de rode balk in beeld waarna we beelden van een gebouw met een fontein ervoor zien. Van onderaf wordt de gevel in beeld genomen „Paleis van justitie‟ staat erop. We horen de voice-over terwijl we weer een rechtszaal van binnen zien. „Rechtszaak 3‟ staat in witte letters boven in beeld. “In de derde rechtszaak is de loverboy zelf aanwezig. En hij blijft ontkennen. Maar zijn verklaringen zijn tegenstrijdig, onsamenhangend en ongeloofwaardig.” We zien het hof plaatsnemen en een Marokkaans uitziende jongen staat in de zaal en is onherkenbaar gemaakt. De advocaat begint zijn aanklacht. Hij vertelt hierin onder andere dat de verdachte al eerder in aanraking is geweest met de politie en dat hij door drie verschillende vrouwen ervan is beschuldigd dat hij hen in de prostitutie heeft gebracht. Daarnaast vat hij nog eens samen waarom het slachtoffer aangifte heeft gedaan: ze vindt het allemaal heel erg wat er gebeurd is, verliest veel vrienden, heeft een zwakke band met de familie, totale isolement en krijgt depressieve en paniekaanvallen. We zien weer de rode balk en de snelle beelden van de stad en Henk komt in beeld in een interviewsetting. Hij stelt zichzelf voor: “Ik ben Henk. We zijn hier in Rotterdam. Ik werk voor de nationale recherche, ik ben gecertificeerd verhoorder in zaken wanneer het gaat over mensenhandel. Dat ik hier zit heeft ermee te maken dat je onderaan de balie aangegeven hebt dat je in een bepaalde dwangsituatie werkzaamheden hebt moeten verrichten en dan gaan er bij ons meteen een belletje en dan worden wij erbij gehaald om met jou in gesprek te gaan.” Ondertussen zien we Henk en Carolien van verder af achter een bureau zitten, hij praat tegen iemand tegenover hem. We zien vrouwenhanden een plastic bekertje vasthouden. We horen Carolien vertellen dat ze het gaan opnemen met video en geluid omdat dat wettelijk verplicht is. Henk begint zijn verhoor, we zien hem over de schouder van een meisje achter zijn bureau zitten: “Sara, je bent hier bij de politie binnen komen lopen. Kun je mij vertellen waarom?” Sara: “Ja…” Henk: “En ik zie gelijk aan jou dat dit een hele pijnlijke vraag is.” Sara: “Ik wil gewoon niet meer.” 112
Henk: “Je wilt gewoon niet meer.” Sara: “Ik wil gewoon niet meer.” Henk: “Je wilt gewoon niet meer, en je begint direct te huilen dus er zit iets heel erg diep. Je wilt gewoon niet meer. Wat wil je gewoon niet meer?” Sara: “Prostitutie.” Henk: “Prostitutie. Mag ik weten hoe oud je bent, Sara?” Sara: “Ik ben twintig.” Henk: “Je bent twintig, oke. Mag ik weten hoe lang je dat werk gedaan hebt?” Sara: “Ik doe dat werk nou twee jaar.” Henk: “Twee jaar. Jij bent 18 maart jarig. Weet je nog de dag dat je begon in de prostitutie?” Sara zegt niks. Henk schrijft het voor haar op en vraagt haar het te zeggen. “19 maart” is het antwoord. In het volgende shot zien we „Anna‟ vanachter Henk. Hij ondervraagt haar: Henk: “Oke Anna. Bij de Albert Heijn heb jij Michael leren kennen, uiteindelijk kreeg je met Michael een seksuele relatie, de eerste seksuele ervaringen die je überhaupt gehad hebt. Michael in ieder geval boven de twintig jij vijftien. Kun je mij vertellen wanneer je voor het eerst seks moest hebben met andere mannen omdat Michael dat wilde, kun je me dat uitleggen?” Ondertussen zien we Carolien op een tv de opgenomen beelden bekijken. We zien in kleur van bovenaf hoe Henk en Anna aan tafel zitten. We gaan weer over op Anna. Anna vertelt dat het na een maand, anderhalve maand was dat ze met een van zijn vrienden verplicht naar bed moest. Henk vraagt of ze vertelt heeft dat ze dat niet wilde. Ze zegt dat ze dat inderdaad heeft gezegd maar dat hij toen meteen met zijn pistool ging wapperen. Henk reageert verbaast: “Michael komt aangelopen en begint met een pistool te wapperen? Hij heeft een pistool in huis, hij had een pistool in huis?” Anna: “Oh ja hoor!” Henk vraagt haar hoe de eerste seksuele handeling met een ander ging en hoe ze dat had ervaren. Ze zegt dat ze probeerde daar niet te veel bij na te denken. We gaan over naar Sara. Henk: “Maar je zei daarstraks tijdens een intake gesprek ik heb er zelf voor gekozen. Als je nu kijkt naar wat je allemaal verklaart over uhm… ik ben met hem in contact gekomen we hebben telefonisch contact dan gaat hij met mij naar bed, ik ga met hem naar de wallen dan vertelt hij daar wat over, hij laat een vriend komen om de schuld af te betalen, hij legt je in detail uit hoe of wat. Als je dat allemaal zo op een rij zet, ben je er dan nog, zoals je aan het begin tijdens een intakegesprek zei, ervan overtuigt dat je er zelf voor gekozen hebt?” De cameratechnieken tijdens de verhoren zijn dynamisch, er wordt veel gebruik gemaakt van pans en close-ups van de ogen en gezichten. Ondertussen zien we ook de beelden op de monitor in kleur van bovenaf hoe de setting wordt opgenomen. Sara zegt niets. Henk: “Als je gewoon je eigen verhaal op een rijtje zet.” Sara: “Ik heb misschien die stap zelf wel gezet, maar hij, het was gewoon zijn plan.” Henk: “Het was gewoon zijn plan. Je komt er nu achter…” Sara: “Ja maar het voelt niet zo want ik zelf die stap genomen om daarheen te gaan.” We gaan weer over naar Anna. Ze vertelt dat ze toen zwanger was en dat ze “gewoon geld nodig” hadden. Henk reageert met “wacht even”, “er komt nu opeens iets nieuws bij” en hij vraagt haar waar het kindje is. Anna vertelt dat die is weggetrapt. 113
We gaan weer over naar Sara. Henk vraagt hoe vaak het haar is vertelt dat ze zelf die stap heeft gezet. Sara: “Vaak. Hij was er zelfs ook boos om dat ik dat deed. Dan zei hij dat ik vreemd ging met hun ofzo. Maar dat is ook het dubbele. Aan de ene kant zegt hij dat ik vreemd ging met hun en is hij boos dat ik het met andere mannen doe en aan de andere kant wil hij dat ik door blijf gaan en moet ik doorgaan en wordt hij anders boos.” We gaan weer over naar Anna. Henk laat haar beseffen wat de omvang is van de misdaad. Henk: “Na Richard komen er andere klanten. Gemiddeld zo‟n zes per dag zeg jij, gemiddeld dus dat kan de ene keer acht zijn de andere keer twee, gemiddeld zeg jij zes, wat betekent dat jij meer als duizend klanten hebt gehad die minimaal vijftig euro betalen.” Anna kijkt naar de grond. Henk: “Heftig he?” Anna: “Ja dat is wel een beetje bizar ja.” De rode balk en het snelle geluid komt weer in beeld we zien in het donker een rijdende auto vanaf het rechter achterwiel gefilmd. We zien de politiedossierachtige beelden van „De zaak Jasmina‟. De rode balk. Een weg vanuit een vooruit van een auto overdag gefilmd. Hiphopachtige muziek. We zien de auto van ver van voren in beeld over een weg rijden. De auto wordt gefilmd vanachter het rechter achterwiel. We horen „Jasmina‟. Jasmina: “Hij heeft gevraagd of ik hem wilde helpen met het vinden van een appartement in het zuiden van het land omdat hij daar wilde wonen dat was dichter bij zijn werk.” We zien de contouren van een meisje op de achterbank van een rijdende auto gefilmd. Jasmina vertelt dat ze daar toen een keer samen zijn gaan kijken en dat hij haar toen ook vroeg wat ze ervan zou vinden om er samen met hem in te gaan wonen. Jasmina: “Nou dat vond ik helemaal geweldig.” Ze vertelt verder dat ze na ongeveer twee weken tot een maand daar wonen dat het erop neer kwam dat ze de huur moesten betalen en dat zij geen geld meer had en ook geen werk. We zien ondertussen een beeld van het voorwiel van de auto. De auto staat stil op een parkeerplek en de deuren gaan open. Vanachter autoruiten zien we een meisje met lang donker haar lopen. Jasmina vertelt verder: “Toen ik nog maar kort met Romeo samenwoonde toen kwam hij op een avond met het voorstel om gewoon een keer gek te doen. Gewoon een halfjaartje gek. We hadden in het stamcafé, toen we elkaar ontmoette, het er al eens een keer gehad over Spanje, dat we daar alle twee graag een keer naar toe wilden en een toekomst opbouwen.” We zien in onscherp beeld het meisje over straat lopen. “Toen kwam hij met het idee om in een half jaar snel geld te verdienen. Hij zou iets in de drugs gaan doen en ik zou wat anders kunnen gaan doen. Toen zei hij nog niet zo heel erg wat maar iets waardoor ik ook veel geld zou verdienen.” We zien haar onscherp in beeld achter een boom. “Op een gegeven moment begon hij ook het woord wallen en prostitutie te noemen. Hij liet me ook in aanraking komen met een vriend. Een vriend die ook een relatie had met een meisje die in de prostitutie werkte om het voor mij ook gewoon wat normaler te laten lijken. Op een gegeven moment vertelde hij mij dat zijn ex contact met hem had opgenomen die dus ook in de prostitutie had gewerkt, dat ze graag weer bij hem terug wilde komen en weer voor hem wilde werken. Ik was zo bang dat hij weer weg, dat hij bij haar weer terug zou gaan en ik wilde hem gewoon laten zien dat ik echt van hem hield.” 114
We zien haar onscherp over straat lopen, nu eens vanachter auto‟s dan weer niet. Close-ups van voeten, scherp vanachter gefilmd over straat lopend. “En toen heb ik de keuze gemaakt om voor hem te gaan werken.” We zien weer de rode balk, horen het geluid en zien de snelle beelden van de stad. De beelden verlangzamen en we zien vanachter een blonde vrouw door de steegjes op de wallen lopen. We horen de stem van Toos: “Zoals wij hier op een doordeweekse avond door de straten lopen, ja, dan zie je eigenlijk die loverboys werken. Ja vooral als je hier elke week wel rondloopt dan pik je ze er eigenlijk wel zo uit.” We zien beelden van roodverlichte ramen in steegjes met meisjes in ondergoed erachter. “Maar je kan het ook, bepaalde dingen kun je ook makkelijk herkennen bij de meisjes zelf. Heel veel slachtoffers van loverboys hebben grote tattoo‟s met de namen van hun vriendje, van de loverboy op hun lichaam. Vaak op de borsten, op de rug of in de nek. Ja dat is al een beetje een signaal, kun je niet alles aan ophangen natuurlijk. Veel van deze meiden worden volledig gecontroleerd door de telefoon. Dus als ik soms in gesprek ben met een meisje dan wordt zij ter plekke gebeld, moet ze even uitleggen wie ik ben dus dan weet je al dat ze in de gaten wordt gehouden.” De dynamische donkere beelden van de roodverlichte ramen met vage figuren ervoor hangend gaan door. We horen Toos verder praten, zien de rode balk weer en zien haar in de interviewsetting praten. “Nou ik denk dat als we kijken van hoe komt het nou dat zo veel meiden eigenlijk voor de charmes van de loverboys vallen, dan moeten we gewoon naar een dieper liggend probleem: elk mens heeft als basisbehoefte gekend te worden, erkend te worden. En ik denk dat het daaraan schort tegenwoordig vooral bij jonge meiden. We zoeken allemaal naar degene die ons dat idee geeft dat we gezien zijn, dat we gekend zijn, dat we geliefd zijn. Nou en die behoefte is zo sterk, dat uh loverboys gevonden hebben van hee dat is makkelijk, ik hoef er eigenlijk niet eens zo veel voor te doen. Want dat is het verhaal, vroeger was het met heel veel cadeautjes, heel veel ja attenties overladen, maar dat hoeft niet eens meer.” We horen een langzaam pianomuziekje. Het beeld verschuift langzaam van rode gordijnen naar Anna achter haar laptop. We horen Toos vervolgen: “Tegenwoordig via internet, ja je gaat met elkaar mee, je komt met elkaar in contact, en binnen de kortste keren geven die meiden hun hele verhaal bloot.” We zien chatberichten op een computerscherm „He schatje!! I miss YOU!!‟ “Dus wanneer die jongen haar uiteindelijk vraagt maar hoe zie je er nou eigenlijk uit, zegt zij joh ik ben, bij wijze van, dik, ik weeg zoveel kilo. En hij zegt dan, hij hoeft maar 1 ding te zeggen, maar schatje, het maakt niet hoe je er van de buitenkant uitziet, maar hoe je van binnen bent. Dat is genoeg voor een meisje. Dat is genoeg voor haar om te zeggen nou, met die jongen wil ik verder.” Ondertussen gaan we over naar beelden van de andere Anna die haar oorbellen laat zien voor de laptop, dan naar Sara die voor de spiegel lipgloss op staat te doen. Toos vervolgt: “Hij ziet me, hij kent me, hij wil me. Nou als je dat gaat ervaren, je hebt het nooit eerder ervaren, ja dan dat is natuurlijk geweldig.” We zien beelden van een van de meiden die Lina representeert en die door de duinen loopt. Rode balk en we gaan weer over naar Toos in de interviewsetting: 115
“ En dit is geen theorie, dit hoor ik gewoon van de meiden en dit begrijp ik heel erg goed. Daar hoef je helemaal geen wetenschapper voor te zijn, daar hoef je geen psycholoog voor te zijn, dit is een basisbehoefte van elk mens.” We zien de rode balk weer door het beeld gaan, de snelle beelden van de verlichte stad. De beelden verlangzamen naar een normaal tempo en we zien een donker steegje, dynamisch en schuin gefilmd, van achter zien we de donkere figuren van jongens en een meisje met donker haar door het steegje lopen. We horen de voetstappen van vrouwen hakken op de stenen. We horen Jasmina: “Hier ben ik veel geweest. Dagelijks dus.” We zien de beelden van roodverlichte ramen met meisjes in ondergoed erachter. Een jongen in een wit shirt staat bij een van de meiden binnen. We zien weer het meisje van achteren door het steegje lopen. De beelden zijn donker en wazig, de rode lichten vallen erg op. “Het is wel raar om hier te zijn. Komt wel alles zo in één keer weer naar boven. Als we nu verder lopen, dan gaan we de straat in waar ik heb gewerkt. Nou dit is dus voor mij, dit vind ik echt niet leuk. Dit is echt niks om hier te zijn. Alles komt weer boven, ja hier heb ik gewoon gestaan. En hier stond ik dus, uhm, vanaf dinsdagavond tot en met zondagavond zo‟n uh 10,11,12 uur per nacht te werken. Nee het is klaar nu. Nu wil ik ook echt weg.” Het meisje loopt door een donkere steeg met graffiti een zwart beeld in. We zien weer de snelle beelden van de verlichte stad, de rode balk gaat door het beeld en we zien Henk en Carolien weer van de zijkant achter een bureau zitten. We horen een meisje praten: “Ik heb aangifte gedaan omdat ik gedwongen werd om in de prostitutie te werken, en ik heb een relatie gehad van drie en een half jaar met een Marokkaanse jongen en uhm ja voor hem heb ik twee jaar in Amsterdam op de wallen gewerkt. Ja en dat ik het niet snapte, ik vroeg ook elke keer ja je houdt toch van me dan vraag je zoiets toch niet?” We zien in close-up de mond van het meisje die praat. Ze is blank en heeft blond haar. “Want ik was heel erg bang dat ik er psychische gevolgen van zou onderhouden omdat ik daar verhalen van over had gehoord. Uhm maar hij zei nee dat is niet zo, en ik ken mensen die dat ook hebben gedaan, het is gewoon weet je het is gewoon alleen je lichaam het is niet zo dat je daar iets aan overhoudt en je moet alleen aan het geld denken en verder niet.” Henk: “Een café-eigenaar die ook psychologie gestudeerd heeft.” Het meisje lacht een beetje. “Want hij was zelf natuurlijk ook een tijdje prostituee geweest of niet?” Het meisje klinkt verbaast “Hij?”. Henk vervolgt: “Ja, nee dat hij deze kennis heeft opgedaan?” Meisje: “Oh, nee maar hij kende een vriend van hem die had een vriendin of de vriendin van zijn van een van zijn vrienden die werkte ook, die heb ik ook wel eens ontmoet trouwens.” We zien de handen van Henk in close-up. Hij vraagt: “Wanneer ben je gestopt?” We horen de stem van een van de meisjes die Lina representeert: “Ik ben een paar weken geleden ben ik ermee gestopt.” Henk: “Een paar weken, is dat twee is dat drie is dat vier?” Lina: “drie weken.” Henk: “drie weken geleden ben je ermee gestopt. Wanneer is het begonnen?” We zien nu ook het gezicht van het meisje dat Lina representeert: 116
“Toen ik veertien was, heb ik hem ontmoet. En toen ik vijftien was heb ik voor het eerst seks met iemand gehad. Mijn moeder die zat niet heel goed in haar vel, die kon de huur niet betalen dus eigenlijk zaten wij een beetje met een situatie dat er geld moest komen en toen heeft eigenlijk Jeff het broertje van Ray voorgesteld een om een keer met mij naar bed te gaan.” Henk: “Na Jeff, heb jij toen tot een paar weken geleden, tot drie weken geleden, toen structureel met andere mannen tegen betaling seks moeten hebben?” Lina: “Ja.” Henk: “Was je dan alleen met die persoon of was Ray erbij?” Lina: “Alleen met die persoon. Maar soms met Ray was Ray er ook wel bij.” Henk: “Zijn er opnames gemaakt?” Lina: “Toen niet.” Henk: “Toen niet? Dus er zijn ook nog wel eens opnames gemaakt? Waar zijn die opnames gebleven?” Lina: “Die zijn verspreid denk ik, ik weet het eigenlijk niet ik heb ze zelf nooit terug gezien.” Henk vraagt hoe zij daarbij is opgenomen, of ze een pruik op had en of er iets in haar was veranderd. Ze zegt dat er in haar niets was veranderd. Henk: “Hoeveel klanten had je minimaal op een dag? Weet je dat? Gemiddeld.” We zien weer de mond van het blonde meisje: “Ik denk minimaal 10,15 klanten.” Henk: “Minimaal 10 tot 15 klanten.” Het meisje knikt. “Ik kom bij een minimale bezetting van twee jaar dan heb je 500 dagen werken, dan kom ik sowieso op 5000 klanten wanneer je 10 klanten op een dag hebt.” Meisje: “Ja.” Henk: “Wat staat er op je bankrekening?” Meisje: “Uh ongeveer, ik denk nu nog ongeveer 10.000 euro schuld.” Henk: “10.000 euro, in de plus of in de min?” Meisje: “schuld, schuld.” Henk: “Oke, schuld. En waar zijn die 250.000 euro gebleven dan?” Meisje: “Ja, weg, in zijn zak.” Henk: “En hoe heeft hij het voor elkaar kunnen krijgen dat hij dat in zijn zak heeft?” Meisje: “Omdat hij zei dat hij dat zou sparen. In een kluis en dat het veilig zou zijn.” Henk: “Is er sprake geweest tussendoor dat je wilde stoppen?” Meisje: “hmmhmm” Henk: “Waarom ben je niet gestopt dan?” Meisje: “omdat hij dreigde bij mij weg te gaan of hij mishandelde me.” Henk: “Hij heeft jou mishandeld. Wat voor vormen van mishandeling hebben daar plaatsgevonden?” Meisje: “Slaan.” Henk: “Slaan. Ben je wel eens zwanger geraakt?” Lina: “Ja.” Henk: “Oke. Van Ray of weet je niet van wie?” Lina: “Van Ray.” Henk: “Van Ray.” Lina: “Ik ben drie keer zwanger geweest.” Henk: “Drie keer zwanger geweest. Drie kinderen gekregen?” Lina: “Ik heb 1 kindje gekregen.” Lina:
117
Henk: “En die andere twee?” Lina: “Die zijn er niet meer.” Henk: “En waarom zijn die er niet meer?” Lina: “Omdat Ray het niet zag zitten om een kind te krijgen met mij.” Henk: “En wat heb je toen moeten doen?” Lina: “Hij heeft me in elkaar geslagen.” Henk: “En daardoor miskramen gekregen?” Lina “Ja.” Henk: “19, drie keer zwanger, twee keer in elkaar geslagen, 1 kindje. Waar is dat kindje nu?” Lina: “Hij is overleden.” Henk: “Het derde kindje dat je gekregen hebt is overleden? Wanneer” Lina: “Een paar weken terug.” Henk: “Hoe oud was dat kindje?” Lina: “Drie maanden.” Henk: “Waar is hij aan overleden?” Lina: “Ray heeft hem doodgemaakt.” Stilte. Henk: “Hoe heet dat kindje?” Lina: “Sem.” Stilte. Henk: “Mis je Sem?” Lina knikt. Henk: “Bij jou was Sem wel welkom he?” Lina knikt “ja”. Henk wil even stoppen met verhoren, hij staat op en we horen een deur dichtslaan. Carolien kijkt met medeleven naar Lina. Lina kijkt naar de grond. We horen een deur weer open en dichtgaan en we horen Henks stem weer. Hij telt op zijn vingers terwijl Lina instemmend knikt: “Ik hoor moord, ik heb nou net ontvoering gehoord, ik hoor mensenhandel, seksuele verhandelingen met een derde voor of tegen betaling, ik hoor klanten die met iemand naar bed zijn geweest die redelijkerwijs konden vermoeden dat je onder de achttien was, ik hoor er is iemand aanwezig terwijl hij weet dat je nog geen achttien bent en ze hebben seks met je gehad, ik hoor dat er iemand voordeel getrokken heeft uit jouw seksuele verhandelingen terwijl je nog geen achttien jaar was, ik hoor seksuele activiteiten onder de zestien wat een tienjaars feit is. Als ik alles bij elkaar tel… Poging doodslag, er is op je geschoten… Nouuu Als met de onderbouwing, dan komt onze Ray daar niet goed mee weg. En die heeft jou wel getekend.” We horen weer het geluidje, zien de rode balk en de snelle beelden van de stad. De rode balk en we zien een rijdende auto van de zijkant. We horen „Jasmina‟ praten en zien de auto over de weg vanaf het rechter achterwiel rijden. “Het moment dat ik niet meer van hem hield dat heeft heel lang geduurd. Ik denk zelfs dat dat wel vier jaar ongeveer heeft geduurd.” We zien de wazige contouren van een meisje achterin een rijdende auto. “Ik geloofde echt dat als ik bij hem weg zou gaan dat ik dan dood zou gaan enne ja dat ik gewoon niet verder kon leven zonder hem. Zo zag ik… ik kon de gedachte alleen al niet aan dus dat maakte het wel heel duidelijk voor mij dat ik zo afhankelijk was van hem. En uhm.. ja dat is eigenlijk dat hele verslavende, net als een drugs. Zonder hem voelde ik me echt dood van binnen, en als hij er was begon ik weer te leven.” 118
We zien weer de rode balk en gaan over naar beelden in de rechtszaal. Bovenin staat met witte letters: „Rechtszaak 4‟. De rechter leest voor dat het hof even als de rechtbank van oordeel is dat de verklaringen van aangeefster als geheel als consistent zijn aan te merken. “Haar verklaringen zijn, ondanks dat deze een relatief lange periode bestrijken, gedetailleerd en concreet als het gaat om plaatsing van de gebeurtenissen naar tijd en plaats.” We zien weer de rode balk en gaan over naar de beelden van de contouren van Jasmina achterin de auto. Ze vertelt over de aangifte: “Ik vond het best wel spannend dat het voor de rechter kwam en in eerste instantie wilde ik niet naar de rechtszaak gaan. Ik was ook niet opgeroepen als getuige maar uh uiteindelijk heb ik de dag daarvoor uiteindelijk besloten om toch wel te gaan omdat ik het belangrijk vond voor mijn eigen verwerkingsproces. En om ook aan hem te laten zien dat het mij niks meer deed wat hij uh.. ja wat hij van mij vond.” We zien vanaf het rechter achterwiel de auto een tunnel inrijden. De rode balk verschijnt weer en we gaan terug naar de uitspraak van het hof: ”Hier tegenover staan verdachtes veelal wisselende verklaringen die in de kern wel dezelfde ontkenningen inhouden, namelijk dat hij haar absoluut niet in de prostitutie heeft gebracht en geen voordeel heeft getrokken uit het geld dat zij met de prostitutie heeft verdiend.” Het is inmiddels donker en we zien de auto nog steeds vanuit het rechter achterwiel over de weg rijden. Jasmina vertelt verder: “Nou ik vond het vooral erg dom van hem dat hij het ontkende, want het was zo duidelijk dat ie het gedaan had en het kwam gewoon echt heel ongeloofwaardig over en ik dacht ja als je echt een man bent dan geef je het toe en zit je je straf uit. Maar uhm ja het blijkt daaruit juist hoe leugena… wat voor een leugenaar hij is.” We horen de rechter verder gaan en vervolgens zien we haar ook. “Hij heeft haar dus geëxploiteerd voor zijn eigen financieel gewin. Door deze schandelijke vorm van uitbuiting, heeft verdachte er blijk van gegeven geen enkele respect te hebben voor de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer alsmede voor haar persoonlijke vrijheid en dit rekent het hof de verdachte in ernstige mate aan.” We schakelen weer over naar beelden vanuit de vooruit van een auto. Het regent, we zien rode lichtjes langs de weg en we horen Jasmina praten: “Het heeft me ook heel erg geholpen sowieso ook hoe de rechter ermee om is gegaan, dat uh heeft me heel erg gesterkt. Kreeg ik het gevoel dat ik serieus genomen werd, dat ik werd geloofd, en uh dat die achter me stond zeg maar. Ja, dat was wel heel belangrijk voor mij.” We horen de rechter de beslissing uitspreken en vervolgens zien we haar ook in beeld: “Samenvattend luidt de beslissing van het hof dat de vonnis van de rechtbank in hoger beroep wordt vernietigd, feiten zijn bewezen, strafbaar, verdachte is strafbaar en hij wordt veroordeelt tot de gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en zes maanden. De civiele vordering van aangeefster, daarover is het hof beslist dat deze wordt toegewezen zoals verzocht namelijk als voorschot ten bedrage van 50.000 euro bestaande uit een materieel en immaterieel deel.” 119
We zien de rode balk weer over het beeld glijden. Langzame beelden nu van de roodverlichte ramen in steegjes. De voice-over vat samen: “Jasmina‟s loverboy krijgt drie en een half jaar celstraf en moet 50.000 euro schadevergoeding betalen.” Ondertussen zien we de tekst „Mijn loverboy: 3,5 jaar celstraf + € 50.000 schadevergoeding‟ in beeld verschijnen en de polaroid foto van Jasmina links over het beeld van de roodverlichte ramen heen. De foto van Sara verschijnt ernaast met eenzelfde tekst eronder en de voice-over vervolgt: “Sara‟s loverboy krijgt na jaren van rechtszaken 5 jaar celstraf.” De foto van Anna verschijnt met de tekst onder in beeld: „Mijn loverboy: zaak in behandeling bij het OM‟. De voice-over: “De loverboy van Anna loopt nog steeds vrij rond. De zaak is in behandeling bij het openbaar ministerie.” Als laatste verschijnt de foto van Lina rechts naast de anderen met de tekst onder in beeld: „mijn loverboy: 18 jaar celstraf + TBS.‟ De voice-over: “Lina‟s loverboy werd veroordeeld voor verboden wapenbezit, mensenhandel, verkrachting en moord. Hij kreeg achttien jaar celstraf en TBS.” We horen weer de muziek en zien dynamische wazige beelden van de meisjes achter ramen. We horen geroezemoes en horen een meisje zeggen “Hai, wil je binnenkomen?” een meisje in ondergoed houdt een deur open. Over beelden van een verlichte stad heen zien we de tekst „Meld Misdaad Anoniem‟ en een telefoonnummer. Daaronder staat „Reageren?‟ met een telefoonnummer. De voice-over eindigt: “Als je naar aanleiding van dit programma melding wilt maken van loverboypraktijken, bel dan direct met Misdaad Anoniem. Voor overige reacties kunt u contact op nemen met EO nazorg. Meer informatie vindt u op www.eo.nl/mijnloverboy.”
120
BRONNEN
Literatuur Atteveldt, Wouter en Fred Wester. Inhoudsanalyse: theorie en praktijk. Kluwer, 2006. Barthes, Roland. Mythologieën. Vertaald [uit het Frans] door C. Jongenburger Amsterdam: Uitgeverij de Arbeiderspers, 1957. Benedict, Helen. Virgin or vamp: how the press covers sex crimes. Oxford: Oxford UP, 1993. Bignell, Jonathan. Media semiotics: an introduction. Manchester: Manchester University Press, 2002. Bovenkerk, Frank e.a. „Loverboys‟ of modern pooierschap in Amsterdam. Utrecht: Willem Pompe Instituut voor Strafwetenschappen, 2004. Brants, Kees. „Beeldvorming en burgerschap: media, immigranten en de multiculturele samenleving.‟ Tijdschrift voor communicatiewetenschap, Vol. 26, No. 3 (1998): p. 225-234. Brown, Alyson. „Mythologies and panics: twentieth century constructions of child prostitution. In Children & Society, Vol. 18, 2004: p. 344-354. Burger, Peter, Willem Koetsenruijter. „Nieuws over loverboys komt uit een klein kaartenbakje. Inhoudsanalyse van berichtgeving in Nederlandse nieuwsmedia (1995-2005).‟ In Peter Burger en Willem Koetsenruijter red. Misdaad in het Nieuws: Cijfers en verhalen. Leiden: Stichting Neerlandistiek Leiden, 2008: p. 37-59. Cavender, Gray. „Detecting masculinity.‟ In Jeff Ferrel en Neil Websdale red. Making Trouble: Cultural Constructions of Crime, Deviance and Control. New Brunswick: Transaction Publishers, 1996: p. 157-175. Connell, R.W. Masculinities. Berkeley: University of California Press, 1995. CoMensha, Coördinatiecentrum Mensenhandel. Vragen en antwoorden mensenhandel. 26 juni 2008. , versie 02-08-2010. Deuze, Mark. „Gekleurd nieuws. Journalistiek voor een multiculturele samenleving.‟ In Jo Bardoel e.a. red. Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: Amsterdam UP, 2002. 121
Doezema, Jo. „Loose women or lost women? The re-emergence of the myth of white slavery in contemporary discourses of trafficking in women‟. In Gender Issues, Vol. 18, No. 1 (December 1999): p. 23-50. Escholz, S. & Bufkin, J. Crime in the Movies: Investigating the efficacy of measures of both sex and gender for predicting victimization and offending in film. Sociolgical Forum, Vol. 16, No. 4 (2001): p. 655-676. Groot, Suzanne de. Documentaire in(ter)actie. Afstudeerscriptie Universiteit van Utrecht, 2004. Kanters, K. en V. Zanetti. Managementsamenvatting: analyse loverboys op internet. Rotterdam: Politie Rotterdam-Rijnmond, 12 oktober 2009. MOVISIE, Expertisepunt Jeugdprostitutie. Factsheet. meisjesprostitutie: feiten en cijfers. December 2009. 26-05-2010 <www.jeugdprostitutie.nu/doc/Factsheet-meisjesprostitutie.pdf\> Pickering, Michael. „Racial stereotypes‟. In Gary Taylor en Steve Spencer red. Social identities: multidisciplinary approaches. Oxon: Routledge, 2004. Repteur, Lou e.a. Jeugdprostitutie, loverboys: van probleem naar aanpak. Expertisepunt Jeugdprostitutie, MOVISIE, 2007. 04-05-2010 <www.jeugdprostitutie.nu/doc/folder%20gemeenten.pdf> Reijnders, Stijn. „The peoples detective: true crime in Dutch folklore and popular television.‟ Media, Culture & Society. Vol. 27, No. 5, Londen: SAGE Publications, 2005: p. 635-651. Sanders, Ewoud. „Van loverboy tot pooierboy; woordhoek.‟ NRC Handelsblad, 25 januari 2010 (LexisNexis). Soderlund, Gretchen. „Covering urban vice: the New York Times, “white slavery,” and the construction of journalistic knowledge‟. Critical Studies in Media Communication, Vol. 19, No. 4, December 2002, p. 438-460. Stamp, Shelley. Movie-struck girls. Women and motion picture culture after the nickelodeon. Princeton (NJ): Princeton UP, 2000. Sternheimer, Karen. It‟s not the media: the truth about pop culture‟s influence on children. Boulder, Co: Westview, 2003. Terpstra, Linda, AnkeVan Dijke. Loverboys: feiten en cijfers. Een quick scan. Amsterdam: SWP, 2005.
122
Vanderveen, Gabry. Interpreting fear, crime, risk and unsafety; conceptualisation and measurement. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2006. Wiltenburg, Joy. „True crime: the origins of modern sensationalism.‟ American Historical Review, Vol. 109, No. 5 (December 2004): p. 1377-1404. Van Zoonen, Liesbet. Media, cultuur & burgerschap: een inleiding. Amsterdam: Het Spinhuis, 2004.
Overige media Beware of loverboys (EO, 2006). DVD Beware of loverboys. VTC Media, 2006. Echte mannen eten geen kaas. Maria Mosterd. Van Gennep, 2008. Fok Jou! NPS. 28 maart 2006 – 25 april 2006. Streaming: 18-05-2010. „Jonge meisjes in de prostitutie‟. Man/Vrouw. EO. 26 april 2001. Archief Beeld en Geluid Museum: 18-06-2010. Loverboy & Girl. Joost Heyink. Van Holkema & Warendorf, 2004. Loverboy. Reg. Lodewijk Crijns. VPRO, 2003. Loverboys. Reg. Roy Dames. NPS, 2008. Mijn Loverboy: Het echte verhaal Regie Tamme de Leur. EO, 201
123