Louis La Rooy
45 years in love with glass
Inhoud | Content Louis La Rooy
7
Louis La Rooy: glas is na 45 jaar nog steeds fascinerend
9
Louis La Rooy: still fascinated by glass after 45 years
15
Monumental
19
Streamers
26
Plates
34
Workshops
42
Richard Price, speech may 17, 2005
45
Roll-up Technique
46
Roll-up Attachments
51
Roll-up Flags
58
Roll-up Cocktails
60
Roll-up Strangled
66
© august 2011
Roll-up Serpentines
70
Text Piet Augustijn - met dank aan Van Tetterode Glasobjekten
Roll-up Cables
78
English translation Anne Paris
Roll-up Horns
84
Fotography Richard Willebrands
Roll-up Animals
95
Graphic Design Karin Verputten
Roll-up Images
104
Print Epos Press
Epiloog | Epilogue
119
2
3
4
5
Louis La Rooy
Louis La Rooy
Er zijn ontwerpers / kunstenaars die hun creatieve gaven geheel in hun bedrijf stoppen. Die alles wat uit hun handen komt in dienst stellen van het bedrijf en die tot spraakmakende daden in staat blijken. Maar die lang niet altijd bekend zijn bij het publiek. Niemand wil echter zijn of haar talent in de anonimiteit laten verdwijnen, zodat ook vaak ontwerpen onder eigen naam worden uitgevoerd en op de markt gebracht. Zo’n ontwerper is Louis La Rooy. Vele jaren werkte hij bij Van Tetterode Glasobjekten in Amsterdam aan architectonische opdrachten waarbij met regelmaat tientallen tot honderden vierkante meters glas werden ingezet. In die projecten – in technieken als appliquéren, fusen en slumpen, glas in lood, glas in beton en andere – zocht hij steeds de grenzen van het onmogelijke op en probeerde die te verschuiven en op te rekken. Deskundigheid, werklust, teamgeest en een flinke dosis Amsterdamse humor stonden er steeds garant voor dat de projecten van Louis, in nauwe samenwerking met zijn team, succesvol werden uitgevoerd. Niet alleen voor architecten en soortgelijke opdrachtgevers maar ook voor tientallen beeldend kunstenaars. Van zijn leermeester Joop van den Broek nam hij het uitgangspunt over dat glasontwerpen een vrolijk en kleurrijk feest is.
There are designers and artists who put all their creative talent into their company, who use that creativity to serve the interests of their business, and who have the ability to achieve remarkable results. These artists are often unknown to the public. No-one, however, wants their talent to fade into anonymity, and it is for this reason that they often design, produce and market work in their own name.
Naast het werken voor anderen, werkte Louis altijd aan zijn eigen werk, de laatste tien jaar meer dan ooit. In dat vrije werk zoekt hij steeds naar nieuwe technische mogelijkheden in de verwerking van het glas. Dat eigen werk is schilderachtig in felle kleuren met scherpe, bijna agressieve accenten. Geruime tijd ontstonden panelen van twee lagen helder, gefused floatglas in combinatie met keramische verf en allerlei insluitingen. Abstracte reliëfs, waaraan uitsluitend de fascinatie voor het materiaal en de mogelijkheden daarvan ten grondslag lagen. De panelen en reliëfs die gelijktijdig en vooral daarna ontstonden zijn wimpels, schalen en wandobjecten van fors formaat en uiteenlopend van karakter.
In addition to working for others, Louis has always worked on his own projects, particularly over the last ten years. In his freestyle work, which is vibrantly colourful and painterly with sharp, almost aggressive accents, he is always looking for new technical possibilities in glass processing technique. For some time, he had been making panels comprising two layers of clear, fused float glass combined with ceramic paint and various objects that were sealed in between the layers. These were abstract reliefs inspired purely by his fascination with methods and materials. The panels and reliefs that resulted at the time, but in particular later on, were streamers, plates and wall pieces that were large in dimension and diverse in character.
Een kleine tien jaar geleden heeft Louis La Rooy de weg gevonden naar het driedimensionaal werken met vlakglas. Hij maakte kennis met de roll-up techniek en raakte ervan in de ban. Sinds die tijd ontstaan uiteenlopende, vrolijke en kleurrijke objecten waarin transparante glaskleuren worden gecombineerd met opaalkleuren, zodat verrassende inkijkjes ontstaan naar de verschillende zijden van een object. Dat deze stukken in de eerste plaats een decoratief karakter hebben, erkent La Rooy volmondig. Maar dat ze vervolgens ook nog iets van verbazing, vreugde of ontroering teweeg brengen bij de kijker, beschouwt hij als een cadeautje. Zijn reliëfs, panelen en ruimtelijke objecten belichamen bij uitstek de vrolijke, optimistische kanten van het leven en geven kleur aan iedere plek waar ze worden geplaatst. Maar geven vooral bekendheid aan de naam Louis La Rooy.
It was just under ten years ago that Louis La Rooy became interested in three-dimensional work using flat glass. He started learning about the roll-up technique and became fascinated with it. Since then, he has created a wide range of cheerful, richly-coloured objects in which transparent coloured glass is combined with opal shades to form surprising peep holes along the various aspects of the object. La Rooy wholeheartedly acknowledges that these pieces are primarily decorative in character, but he also regards the fact that his pieces subsequently serve to astonish, thrill and move as a welcome bonus. His reliefs, panels and spatial objects epitomise the cheerful, optimistic side of life and bring colour to wherever they are placed. Most importantly, however, they create recognition for the name Louis La Rooy.
Piet Augustijn Conservator hedendaagse kunst Gorcums Museum, Gorinchem
One such designer is Louis La Rooy. For many years he worked at Van Tetterode Glasobjekten in Amsterdam on architectural assignments that regularly featured tens to hundreds of square metres of glass. During these projects, using techniques such as appliqué, fusing and slumping, lead stained glass and concrete stained glass, he would constantly explore the limits of the impossible and then try to push and stretch them yet further. Expertise, passion for the work, team spirit and a healthy dose of Amsterdam humour were the standard ingredients which ensured that the projects, which Louis executed in close collaboration with his team, were completed successfully, not only for clients such as architects, but also for dozens of visual artists. Louis assumed a similar approach to that of his tutor Joop van den Broek, which is that glass design is a lively and colourful feast.
Piet Augustijn Curator of Contemporary Art, Gorcums Museum, Gorinchem
Louis La Rooy 1965
7
Monumental projects, designed and executed by Louis La Rooy in the seventies. Glass appliqué, office Amsterdam, 1970, 100 x 250 cm
Louis La Rooy: glas is na 45 jaar nog steeds fascinerend Louis La Rooy (Amsterdam, 1947) studeerde aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (de huidige Gerrit Rietveld Academie) en de Rijksacademie in Amsterdam. Na een start als decorateur voor een bedrijf dat etalagematerialen vervaardigde, werkte hij vanaf 1965 bij Glasindustrie Van Tetterode in Amsterdam. Daar bekwaamde hij zich onder leiding van zijn leermeester Joop van den Broek (1928-1979) in de vlakglastechnieken appliquéren en fusen. Van Tetterode was in die tijd een glasindustrie die meerdere disciplines in huis had, zoals een snijderij, een slijperij, een verzilverafdeling, een isolatieglasafdeling, een buigerij en zelfs een plexiglasafdeling; maar het paradepaardje van eigenaar Floris van Tetterode Sr. (1899-1985), die het bedrijf in 1919 had opgericht, was toch wel de glaskunstafdeling die gerund werd door Joop van den Broek. Eind jaren vijftig werd bij Van Tetterode al stevig geëxperimenteerd met de glasappliqué-techniek. Begin 1960 ontwikkelde Van Tetterode de succesvolle silaanprimer waardoor glasverlijmingen met een uitstekende hechting konden worden gemaakt. Dit opende voor veel kunstenaars de mogelijkheid om kleurramen te maken in een schilderachtige techniek die voorheen niet mogelijk was. Veel architecten gebruikten deze nieuwe vorm van glaskunst in die jaren dan ook in hun gebouwen en trokken daar bekende kunstenaars als Karel Appel (1921-2006), Corneille (1922-2010), Jef Diederen (1920-2009), Marte Röling (1939), Antonio Saura (1930-1998), Jan Wolkers (1925-2007) en vele anderen voor aan. Toen Louis dus op het atelier aantrad, was het een van zijn taken de ontwerpen van deze kunstenaars uit te voeren. Hierbij werd steeds vaker een combinatie van technieken toegepast, zoals snijden, smelten, kappen, etsen en zandstralen, waarbij de uiteindelijk verkregen delen op een heldere basisruit werden verlijmd.
Opdrachten
Hoewel er inmiddels veel mooie glas-in-lood- en glas-in-betonramen zijn gemaakt, bleef de doorsnijding van loodprofielen of betonsponningen een belemmering die met de nieuwe techniek van het appliquéren werd weggenomen en de kunstenaars meer vrijheid gaf. Gedurende de periode dat La Rooy bij Van Tetterode werkte, werden talloze opdrachten uitgevoerd voor Rijk, gemeenten, kerken, prestigieuze gebouwen zoals banken en hotels en vele particulieren. In die tijd werkte Louis met maar liefst 14 collega’s in het atelier om alle opdrachten op tijd klaar te krijgen. Het fenomeen kunstcommissie bestond nog niet en opdrachten kwamen meestal binnen via architectenbureaus. In 1969 kocht de Willet Stained Glass Studio in Philadelphia (USA) het patent van de lijmtechniek en werd Louis uitgenodigd om in een jaar tijd de medewerkers van dit bedrijf bekend te maken met de techniek. Veel opdrachten voor dit glasatelier kwamen uit de religieuze hoek en opdrachtgevers kozen meestal voor de wat meer traditionele glas-in-loodtechniek, zodat de appliquétechniek in Amerika geen succes werd.
Glaskunst
Toen Louis in 1970 terugkeerde was Joop van den Broek inmiddels een eigen atelier (Glasatelier ’70) gestart en werd Louis als zijn opvolger het esthetisch geweten van het Van Tetterode-atelier. Dit atelier was inmiddels losgekoppeld van de basisglasindustrie met de meer commerciële werkzaamheden en opereerde uitsluitend voor de uitvoering van glaskunstobjecten. In die periode slaagde Louis er ook in om het metaalconstructiebedrijf van Ab Hylkema (1940), die hij al sinds zijn start bij Van Tetterode kende, bij het atelier in te lijven. Een eigen metaalafdeling gaf enorme nieuwe mogelijkheden, zeker omdat de goed bevriende Louis en Ab elkaar feilloos aanvoelden wat betreft de aanpak van gecombineerde staal-/glas-projecten. Hoewel Louis La Rooy zich bezig bleef houden met de begeleiding en uitvoering van ontwerpen van kunstenaars, ging hij steeds meer eigen werk maken. Via tentoonstellingen en uitgevoerde projecten werd zijn werk steeds bekender, wat resulteerde in diverse opdrachten voor onder andere het Rijk en verschillende gemeenten. In de jaren zeventig en tachtig maakte Louis ook diverse appliquéramen voor bankgebouwen, kerken en particulieren en bekwaamde hij zich verder in deze nieuwe glastechniek.
8
9
2 1 Glass appliqué, entrance swimmingpool Amsterdam, 1973, 300 x 550 cm 2 Louis explaining technique to buyer 3 Glass appliqué, for a church in the city of Vlaardingen, 1972, 300 x 260 cm 4 Glass appliqué, private collection Amsterdam, 1973, 175 x 220 cm
1
10
3
4
11
Monumental projects, executed by Louis, designed by various artists
Mexico
Rufino Tamayo, glass appliqué for a cultural centre in Monterrey Mexico, 1980, 600 x 880 cm
Begin 1980 werd La Rooy door het Amerikaanse architectenbureau SOM verzocht een groot raam naar ontwerp van Rufino Tamayo (1899-1991) uit te voeren in Mexico. Deze Mexicaanse ontwerper, die een grote naam als kunstenaar genoot, stelde wel als eis dat het raam werd uitgevoerd in Mexico-City, waardoor Louis daar een speciaal voor dit project ontworpen atelier moest opzetten. In dat jaar vloog hij dan ook regelmatig op en neer naar Amsterdam om daar de lopende projecten bij Van Tetterode te begeleiden en verbleef hij in totaal acht maanden in Mexico om het raam van Tamayo met het Van Tetterodeteam uit te voeren. Hij ontmoette daar ook zijn Mexicaanse vrouw waarmee hij inmiddels vele jaren is getrouwd. Na terugkeer pakte Louis in Nederland de draad weer op en werkte hij regelmatig met Jan Wolkers, die veel van zijn ontwerpen voor buitenbeelden in glas liet uitvoeren en ook graag de combinatie van glas en staal toepaste. Begin jaren negentig moest het Van Tetterode-atelier, dat gevestigd was aan de Kostverlorenkade in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, wijken voor op die plek geplande woningbouw. Er werd naarstig gezocht naar een locatie die vergelijkbaar was met het oorspronkelijke atelier, maar in verband met de aangescherpte milieueisen was het niet mogelijk om in de binnenstad de vereiste vergunningen te krijgen. Er is toen voor gekozen het atelier op een industrieterrein in Sloterdijk voort te zetten. Niet direct een sfeervolle locatie voor een atelier, maar er waren wel meer ruimte en mogelijkheden dan op de oude werkplek. Louis heeft er met zijn medewerkers een aantrekkelijk atelier van weten te maken dat qua sfeer en functionaliteit niet onderdoet voor de oude studio.
Heet glas
Jan Wolkers, glass and steel sculpture for the city of Almere, 1998, height 500 cm
12
In 1998 is aan het atelier – dat zich uitsluitend op vlakglas oriënteerde – een glasblazerij toegevoegd. Met name Annelien van Kempen (1955), die indertijd haar sporen had verdiend bij Royal Leerdam Crystal, heeft Louis enorm geholpen om deze afdeling van de grond te krijgen en gestalte te geven. Hoewel de nieuwe heetglasafdeling met volledige instemming van Louis was opgezet, had hij zelf geen directe voeling met deze ontstaanstechnieken. Mede vanwege zijn grote ervaring op het gebied van monumentale projecten, waarbij doorgaans op grote schaal werd gewerkt, had hij weinig met de kleinere geblazen vazen en schalen en bleef hij zich toch voornamelijk met vlakglas bezighouden. Eind 1998 kreeg Louis de opdracht voor de Spaanse stad La Coruña een glazen obelisk uit te voeren naar ontwerp van Gerardo Porto (19252010), voor wie hij al eerder had gewerkt. Het betrof een meer dan 50 meter hoge glazen toren van in totaal 350 m2 gefused en verlijmd glas. Deze moest als millenniumobject eind 1999 klaar zijn. Een hoogstandje dat hij met het professionele team van Van Tetterode klaarde. Inmiddels had glaskunstenaar en meester-glasblazer Richard Price (1960) zich als freelancer aan het atelier verbonden en werd Louis een stuk enthousiaster voor het glasblazen, omdat Richard openstond voor experimenten. Via een speciale blaassessie met het hele Van Tetterodeteam onder leiding van de Duitse glasspecialist Hans Ittig jr. (1967) is er geëxperimenteerd met de roll-up techniek, een van oudsher bekende techniek uit Italië die in een nieuw jasje werd gestoken. Roll-up is een combinatie van fusen en blazen die glaskunstenaars eindeloos nieuwe mogelijkheden biedt in vorm en decoratie. Hierbij moet wel worden vermeld dat ook verschillende Australische glaskunstenaars met deze techniek al spectaculaire resultaten hadden bereikt. De Amerikaanse glasfabriek Bullseye heeft mede door de ontwikkeling van compatibel kleurglas, hierin ook een grote rol gespeeld.
Roll-up
Er wordt eerst een ‘tegel’ van vlakglas gemaakt die vervolgens wordt opgerold en uitgeblazen. Voor Louis La Rooy betekende het dat hij – na jaren werken met het fusen en slumpen van vlakglas waarmee uitsluitend tweedimensionale objecten gemaakt kunnen worden – de eerste stappen zette in het driedimensionaal werken met gefused glas. Hij is verantwoordelijk voor het vlakglasgedeelte waardoor het kleurconcept en de diverse applicaties al vastliggen, maar het oprollen en het uitblazen wordt uitgevoerd door een team van glasblazers. Het is een internationaal gezelschap met Mia Lerssi (1972) uit Denemarken, Frédéric Van Overschelde (1964) uit België, Peter Huntelaar (1958) en Gert Bullée (1970) uit Nederland onder aanvoering van Richard Price uit Engeland. Tijdens deze roll-up sessies geeft Louis via schetsen en aanwijzingen aan wat de bedoeling is en drijft daarbij de groep regelmatig tot wanhoop. De glasmakers blijven de uitdaging echter interessant vinden, omdat de grenzen van het haalbare worden opgezocht. Afhankelijk van de grootte en de complexiteit van het stuk duurt de blaassessie ongeveer één tot twee uur, waarna het werk de koeloven in gaat. De afkoeltijd varieert tussen de vijf en tien dagen, afhankelijk van de kleur en de dikteverschillen in het glas. Eenmaal uit de koeloven moet het stuk koud worden afgewerkt: er wordt aan gezaagd, geslepen, geboord, gezandstraald en gelijmd. Dat gebeurt onder de bezielende leiding van meester-glasslijper Paul Groot (1960). Het grote verschil met de gangbare blaastechniek is dat (met uitzondering van de graaltechniek) de kleuren nauwelijks in elkaar overvloeien, maar strak naast elkaar blijven staan. Bovendien zijn de meeste vlakglaskleuren briljanter dan de gangbare potmetaalkleuren. Het is als het ware een kleurraam dat uitgeblazen en gedeformeerd wordt en zodoende dicht bij de vlakglastechniek blijft. Hoewel Louis graag deze vrijage met het hete glas aangaat, blijft hij ook voordurend bezig met het fusen en slumpen, een techniek die hij zelf zonder hulp van derden uitvoert. Het fusen van glas houdt in dat er diverse gekleurde glaslagen (compatibel) op en aan elkaar worden gesmolten bij een temperatuur van ca. 800º C. Nadat het stuk is afgekoeld, kan het over of in een mal worden geslumpt (vervormd) bij ca. 700º C. De temperatuur bij dit proces ligt beduidend lager dan bij het glasblazen, waar doorgaans wordt gewerkt met temperaturen van 1100º of 1200º C.
Louis working in the Van Tetterode studio
Ramen
Bij het maken van ramen gebruikt Louis La Rooy meestal een combinatie van fusewerk, appliqué- en zandstraaltechniek en kan hij bij omvangrijke projecten rekenen op de medewerkers van Van Tetterode. In je eentje kun je niet veel in glas realiseren. Ten eerste is het vrijwel ondoenlijk om alle disciplines onder de knie te krijgen en ten tweede zijn de stukken vaak te groot en te onhandelbaar, waardoor assistentie een absolute noodzaak is. Behoudens het ontwerpgedeelte is de uitvoering dan ook een sociaal proces. Ondanks het feit dat Louis eigenzinnig is in zijn vorm- en kleurgebruik, kan hij goed overweg met zijn collega’s en accepteert hij hun adviezen, wordt er serieus gewerkt maar ook veel gelachen tijdens het uitvoeringsproces en kan de expertise van het team het eindresultaat enigszins beïnvloeden. Hoewel Louis uiteindelijk zijn handtekening op het stuk zet, is hij zich er terdege van bewust dat meerdere collega’s eraan hebben meegewerkt. Zonder een goed geoutilleerd atelier met veel soorten en kleuren glas, diverse ovens, een slijperij, een zandstraalafdeling en een eigen metaalafdeling plus een uitgebreid assortiment aan gereedschappen, is het professioneel werken met glas bijna niet mogelijk. Evenmin moet vergeten worden dat achter zo’n atelier een
Gerardo Porto, glass obelisk for La Coruña, Spain, 2000, height 54 meters
13
Corneille, fused plate, private collection, 2004, 60 cm
administratieafdeling staat die zorgt voor de nodige bestellingen, betalingen en communicatie waardoor alles op tijd beschikbaar is voor de kunstenaar. In verband met het grote aantal door Louis uitgevoerde projecten naar ontwerp van andere kunstenaars, komt weleens de vraag naar voren of het niet frustrerend is om andermans kunstwerk(en) te realiseren. Het simpele antwoord is: ”Als het ontwerp in orde is en je enige feeling hebt met de kunstenaar, is het een eer om een ontwerp voor een collega uit te voeren.“ Uiteindelijk maakt Louis zelf ook veel gebruik van specialisaties van anderen, zoals de glasblazers en de slijpers, en daar is niets mis mee. Vaak is het samenwerken met collega’s inspirerend, zijn adviezen over en weer verhelderend en maken deze zaken het Van Tetterode-atelier tot een bijzondere ontmoetingsplaats.
Louis La Rooy: still fascinated by glass after 45 years
Kunstenaars
By the late 1950s, Van Tetterode was experimenting widely with the glass appliqué technique. In early 1960, Van Tetterode developed the successful silane glass primer, which allowed for improved glass adhesion thanks to its excellent bonding properties. This gave many artists the opportunity to make coloured windows using a painterly technique that had previously not been possible. Numerous architects were using this new form of glass art in their buildings at the time, and in doing so attracted renowned artists such as Karel Appel (1921-2006), Corneille (1922-2010), Jef Diederen (1920-2009), Marte Röling (1939), Antonio Saura (1930-1998), Jan Wolkers (1925-2007) and many others. So when Louis started working at the atelier, one of his tasks was to realise these artists’ designs. He increasingly used a combination of techniques such as cutting, melting, etching and sandblasting, the resulting pieces then being bonded to a clear, standard window.
Dan is er ook nog een groep kunstenaars zoals Ton Mensenkamp (1946), Bert Grotjohann (1939) en Daan Lemaire (1942) die zelf een groot deel van hun projecten uitvoeren en alleen hulp nodig hebben bij speciale handelingen zoals smelten, lijmen of montage. Sinds 2007 bemoeit Louis zich minder met het management van het atelier, omdat hij vaak in tijdnood kwam met zijn eigen werk, maar helemaal los van het bedrijf is bijna onmogelijk. Van Tetterode blijft na 45 jaar nog steeds een speciaal plekje in zijn hart houden en samen met Ab Hylkema geeft hij regelmatig en geïnspireerd leiding aan het team. Louis La Rooy laat zich inhoudelijk niet zo uit over zijn werk. Vanwege zijn verleden als decorateur bevat zijn werk nog steeds decoratieve elementen en is dat werk geen loodzware kost. Zijn werk is vaak uitbundig, feestelijk, soms een beetje overdone, wordt veelal gekenmerkt door humor en heeft zelfs iets cartoonesks. Toch zou hij het jammer vinden als zijn werk als oppervlakkig gekenmerkt zou worden maar, zoals hij zelf zegt ”dat bepaalt de toeschouwer”. Na meer dan 45 jaar werken met dit wonderlijke product van zand, kalk en soda, blijft glas een fascinerend materiaal waarmee je hopeloze kitsch kunt maken, maar ook echte juweeltjes. “Soms heb je als kunstenaar geluk en heb je even de hand van Onze Lieve Heer vastgehouden”, is zijn stelling. Die uitspraak werd vlak voor de uitgave van dit boek zomaar werkelijkheid. Louis La Rooy kreeg de definitieve opdracht voor het maken van een glaswand voor het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Het betreft een wand van acht meter lang en drie meter hoog waarin het uitknijpen van een reusachtige tube tandpasta in gefused glas is vastgelegd. Een opdracht die het vakmanschap van Louis La Rooy en zijn team tot het uiterste op de proef zal stellen.
Corneille, fused bird, private collection, 2008, 35 cm
14
Louis La Rooy (Amsterdam, 1947) studied at the Dutch Institute of Art and Design (Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, now the Gerrit Rietveld Academy) and the Rijksacademie (National Academy) in Amsterdam. In 1965, having started his career as a decorator for a company that produced materials for window displays, La Rooy went on to work for Glasindustrie Van Tetterode in Amsterdam where he mastered the flat glass techniques of appliqué and fusing under the supervision of his tutor Joop van den Broek (1928-1979). In those days, Van Tetterode was a glass studio with a range of facilities for techniques such as cutting, silvering and bending. It also had a separate department for insulation glass and even one for plexiglass, yet the real pride and joy of its owner Floris van Tetterode Sr. (1899-1985), who founded the company in 1919, was the glass art department run by Joop van den Broek.
Projects
Although many lead and concrete stained glass windows had already been made, the problem of cutting lead strips and concrete rabbets continued to present an obstacle. The introduction of the new technique of appliqué, however, removed that obstacle and provided artists with greater freedom. While La Rooy was working at Van Tetterode, countless projects were realised for the Dutch government, municipalities, churches, prestigious buildings such as banks and hotels, and many private clients. Louis worked at the studio with no less than 14 colleagues in order to ensure that projects were completed in good time. The concept of art committees had not yet come into being and most projects were commissioned from architectural agencies. In 1969, the Willet Stained Glass Studio in Philadelphia (USA) bought the patent for the bonding technique and Louis was invited to spend a year familiarising the studio’s staff with the technique. Many commissions for this studio, however, came from religious sources. Clients therefore usually opted for the more traditional stained glass techniques and, as a result, the appliqué technique failed to become a success in America.
Glass Art
By the time Louis returned in 1970, Joop van den Broek had set up his own studio (Glasatelier ’70) and Louis, as his successor, became the ‘aesthetic conscience’ of the Van Tetterode studio. The studio had by this time detached itself from the more commercially oriented mainstream glass industry and now concentrated entirely on realising glass art objects. It was during this period that Louis succeeded in managing to get the metal construction company run by Ab Hylkema (1940), who he had known since he started at Van Tetterode, to join the studio. Having its own metalwork department provided Van Tetterode with enormous potential, not least since Louis and Ab were good friends and had a natural synergy when it came to combined glass and steel projects. Although Louis La Rooy continued to supervise and realise designs by artists, he was becoming more involved with his own projects. His work became increasingly well-known through exhibitions and projects, which resulted in a range of commissions for clients including the Dutch government and various municipalities. In the 1970s and 1980s, Louis made a number of appliqué windows for bank buildings, churches and private clients, and he continued to hone his skills in this new glass technique.
15
Mexico
Saura, glass appliqué, Church in Amsterdam, 1966, 300 x 450 cm
In early 1980, the American architectural agency SOM asked La Rooy to go to Mexico to realize a large window that had been designed by Rufino Tamayo (1899-1991). One of the conditions made by this Mexican designer, who enjoyed a considerable degree of artistic fame, was that the window be realised in Mexico City itself, which meant that Louis had to set up a studio specially designed for this project. Although Louis flew back to Amsterdam on a regular basis that year in order to supervise projects already underway at the Van Tetterode studio, he spent a total of eight months in Mexico with the Van Tetterode team realizing Tamayo’s window. It was here that he met the Mexican woman to whom he has now been married for many years. On his return to the Netherlands, Louis resumed his artistic activities. He often worked with Jan Wolkers, who had many of his outdoor sculptures realised in glass, and who was particularly fond of using a combination of glass and steel. In the early 1990s, the Van Tetterode studio, which was located on the Kostverlorenkade in Amsterdam’s Staatsliedenbuurt district, had to make way for a new housing project. Every effort was made to find a new location that was comparable to the original studio, but new, more stringent environmental requirements made it impossible for Van Tetterode to obtain the licenses required to remain in the city centre. They therefore decided to set up the studio on an industrial estate in Sloterdijk, just outside Amsterdam. It was not the most charismatic location for a studio, but there was certainly more space and potential available than before. Together with his colleagues, Louis managed to make it into an attractive atelier that was just as practical and congenial as the previous location had been.
Hot Glass
In 1998, the studio was expanded to include a glassblowing workshop that focused entirely on flat glass techniques. Annelien van Kempen (1955), who had already proved her worth at Royal Leerdam Crystal, was an enormous help to Louis in setting up and establishing this aspect of the studio. Although the new hot glass department was set up with Louis’ full backing, he had no particular feeling with this creative technique. Partly due to the significant experience he had gained in the field of monumental projects, which were usually realized on a large scale, he had little interest in the smaller-scale projects of blown glasses and plates, and therefore continued to work primarily with flat glass. In late 1998, Louis was commissioned by the Spanish city of La Coruña to realise a glass obelisk designed by Gerardo Porto (1925-2010), for whom Louis had worked previously. The obelisk was a glass tower measuring over fifty metres in height and comprising a total of 350 m2 of fused and bonded glass. It was to serve as a millennium object and had to be completed by the end of 1999; the result was a tour de force that Louis successfully completed together with his professional team from Van Tetterode.
Corneille, fused glass, private collection, 2003, 120 x 160 cm
16
By this time, the artist and master glassblower Richard Price (1960) had joined the studio as a freelancer and Louis’ enthusiasm for glassblowing was increasing due to the fact that Richard was open to experimentation. In a special glassblowing session supervised by German glass specialist Hans Ittig jr. (1967) and which included the entire Van Tetterode team, they experimented with the roll-up technique, bringing a new look and feel to this old Italian technique. Roll-up is a combination of fusing and blowing techniques that
offers glass artists endless new possibilities with regard to shape and decoration. It is perhaps also important to mention that a number of Australian glass artists had already achieved spectacular results using this technique. The American glass company Bullseye also played a major role in this technique, partly by developing compatible coloured glass.
Roll-Up
Firstly, a ‘tile’ of flat glass is made which is subsequently rolled up and blown out. Louis La Rooy had spent many years fusing and slumping flat glass, with which only two-dimensional objects could be made, but now he was able to take the first steps towards his three-dimensional work with fused glass. He was responsible for the flat glass sections, in which the colour concept and the various applications had already been determined, whilst the rolling and blowing out processes were carried out by a team of glassblowers. This was an international team under the supervision of Richard Price from England and comprising Mia Lerssi (1972) from Denmark, Frédéric Van Overschelde (1964) from Belgium, Peter Huntelaar (1958) and Gert Bullée (1970) from the Netherlands. During these roll-up sessions, Louis would attempt to explain his ideas using sketches and instructions, regularly driving the group to distraction in doing so! The glassmakers nevertheless remained inspired by these challenges because it offered them the opportunity to explore and stretch the realms of possibility.
Albert and Louis discussing a glass appliqué by Marte Röling for the University of Amsterdam, 1972, 700 x 300 cm
The glassblowing sessions for this technique last for one to two hours depending on the scale and complexity of the piece, after which it is placed in the cooling oven. Cooling times can vary from five to ten days depending on the colour and differences in thickness of the glass. Once the piece has been removed from the cooling oven, it must be cold before it can be finished, which includes sawing, cutting, drilling, sandblasting and bonding. These techniques were carried out under the inspiring supervision of master glass cutter Paul Groot (1960). The big difference with standard glassblowing techniques is that the colours do not tend to weep into each other but remain strictly adjacent to one other. Moreover, flat glass colours are usually much brighter than standard pot-metal colours. It is as if a coloured window is blown and deformed and in doing so remains almost true to the flat glass technique. Although Louis dearly loved the hot glass technique, he always continued to use the fusing and slumping techniques that required no assistance from other people. Fusing glass involves stacking together multiple layers of coloured glass and firing them at temperatures of around 800º C. Once the piece has cooled to approximately 700º C, it can be slumped (shaped) either in or over a mould. The temperature used in this process is significantly lower than that used for glassblowing, which ranges from 1100º to 1200º C.
Windows
When creating windows, Louis La Rooy generally uses a combination of fusing, appliqué and sandblasting techniques, and can always rely on the Van Tetterode team when it comes to large-scale projects. After all, it is not possible to realise very much in glass on your own. Firstly, it is practically impossible for one person to master all the skills required, and secondly, the pieces are often large and unmanageable, making assistance essential. With the exception of the design procedure, the realisation is therefore also very much a social process.
Louis restoring window designed by Karel Appel, 1963
17
Karel Appel, glass appliqué for a hospital in Den Haag, 1981, 10 x 1.5 meter
Despite the fact that Louis is strong-minded in his use of shape and colour, he gets on well with his colleagues and accepts their advice. Although they take their work seriously, they also have plenty of fun during the realisation process and the team’s expertise can sometimes influence the end result to a certain extent. Although it is Louis’ signature that ultimately goes on the pieces, he is acutely aware of the fact that his colleagues also make a significant contribution. Professional work with glass would be almost impossible without a well-equipped studio offering a comprehensive range of types and colours of glass, various ovens, cutting and sandblasting departments, and its own metalwork department together with a wide selection of tools. It is also important to remember that behind every such studio is an administrative department that arranges the orders, payments and communication necessary to ensure the artist has everything he requires, when and where he needs it. Given the large number of projects that Louis realises using other artists’ designs, the question of whether it is frustrating to realise other people’s art work can sometimes arise. His simple answer is, ‘if it is a good design and you have a certain feeling with the artist, then it is an honour to realise a design for a colleague.’ Louis himself uses the expertise of other people such as glassblowers and cutters, and there is nothing wrong with that. Working with colleagues is often inspiring and their advice can be enlightening; these are the things that make the Van Tetterode studio such a special place to work.
Artists
There is also a group of artists such as Ton Mensenkamp (1946), Bert Grotjohann (1939) and Daan Lemaire (1942) who realise most of their work themselves and only require assistance for specialised techniques such as melting, bonding or assembling the final project.
Corneille, fused bird, private collection, 2008, 30 cm
18
Since 2007, Louis has become less involved with managing the studio since he often lacked sufficient time for his own work, but it is almost impossible for him to distance himself from the company entirely. Even after 45 years, Van Tetterode still holds a special place in his heart and, together with Ab Hylkema, he often supervises and inspires the team. Louis La Rooy says little about the content of his work. As a result of his past work as a decorator, his projects still feature decorative elements that are reasonably effortless for him to realise. His work is often exuberant, festive, can be a little ‘overdone’, is often humorous and sometimes even a little cartoonesque. Having said this, he would be disappointed if his work was regarded as superficial, although he admits that this is something ‘only the observer can judge.’ After more than 45 years working with this wonderful product that combines sand, chalk and soda, he still finds glass a fascinating material with which you can produce the most awful kitsch, but also absolute treasures. Louis’ theory is that, ‘as an artist, you’re sometimes lucky, as if you’ve held the hand of Our Dear Lord for a moment’. Just before this book was published, that theory was proved correct when Louis La Rooy received an official commission to realise a glass wall for the ACTA, the Academic Centre for Dentistry in Amsterdam. The commission is for an eight metre long and three metre high fused glass wall featuring a giant tube of toothpaste that is being squeezed. It is an assignment that promises to test the professional expertise of Louis La Rooy and his team to the limit. Gerardo Porto’s obelisk by night
19
Louis cutting Gerardo Porto’s obelisk in the flat glass department
20
21
Monumental projects, designed and executed by Louis, from the eighties untill now
1
4
1 Glass appliqué, main entrance Gouda Central Station, 1984, 7 x 4 meters 2 Glass appliqué, staircase in a private house in Bardolino, Italy, 2002, 2 x 65 x 600 cm 3 Glass appliqué, sliding door (living room side), private collection, 2007, 5 x 3 meters 4 Sliding door, bedroom side 2
22
3
23
1-4 Health care centre of the city of Maasmechelen, Belgium, 2010 1
Design
2 Louis cutting glass 3 Projection on floor 4 Glass appliqué on hanging porch, 550 x 300 cm
2
1
5
5 Glass appliqué, sliding door, entrance shipyard Aalsmeer, 1989, 360 x 220 cm 6 Fused glass flags, entrance office, 2003, 500 x120 cm
3
4
24
6
25
Streamers
Left: Visiting Auntie, height 45cm; right: Road Map, height 50cm
Smoke Signals | Chewing Red | Orange Came By | Gone with the Wind, 30 x 190 cm
26
27
1-2 Louis exhibits at gallery Bloemhof, Curaçao 2010 1
Explaining one of his Myriapods to Frits Goedgedrag, governor of the Dutch Antilles
3 Myrapod, height 100 cm Electric Chair, height 120 cm 4 Myrapod, height 85 cm Myrapod, height 125 cm 5 Myrapods, height 150 cm
1
2
3
4
28
5
29
1 Signature, height 90 cm 2 Mean Green, height 90 cm 3 Evita’s Dance, height 90 cm 4 A walk in the Park, height 90 cm 5 Impatience, height 40 cm 6 Bird Attack, height 70 cm 7 Lemonade Wave, height 40 cm
1
30
2
5
3
6
7
4
31
1
4
32
2
3
5
1 Spring Mill, height 80 cm
4 Directions, height 50 cm
7 Swimming in the Red Sea, height 40 cm
2 Both Feet on the Ground, height 80 cm
5 Sun Flower, height 90 cm
8 Hammer Head, height 50 cm
3 Happy Flasher (small), height 50 cm
6 Water Harp, height 70 cm
9 Castle Vegetable, height 90 cm
6
7
8
9
33
Plates
Fused plate, 50 x 50 cm
34
35
Fused plate, 50 x 30 cm
Fused plate, 50 x 30 cm
Fused plate on steel frame, 50 x 50 cm
Fused plate on steel frame, 50 x 30 cm
36
37
Series, 20 round plates on steel frame, Ø 60 cm
38
39
40
41
Workshops Enkele zondagen per jaar geeft Louis vlakglascursussen bij Van Tette rode Glasobjekten. Dit zijn praktische, eendaagse workshops met maximaal 12 deelnemers. Na 2 uur theorie gaan de slachtoffers direct aan het werk met fusen, slumpen, glasappliqué en zandstralen. In één dag leren de deelnemers de basis van deze vlakglastechnieken. Deelnemers die zich na de cursus verder willen bekwamen, kunnen het Van Tetterode atelier huren. Van Tetterode Glasobjekten
42
A few times a year, Louis teaches classes at the Van Tetterode studio. These are very practical oriented, one-day workshops with a maximum of 12 participants. After two hours of theory, these ‘victims’ start practicing several flat glass techniques right away, such as fusing, slumping, applique and sandblasting. In one day, participants learn the basics of these techniques. Those who like to continue after the workshop, can rent a part of the studio to improve their skills. Van Tetterode Glasobjekten
43
Richard Price, speech may 17, 2005 Tekst geschreven en voorgelezen ter gelegenheid van de expositie van het werk van Louis La Rooy in Kunstlijn 13, Leerdam. I have been knowing Louis La Rooy for 7 years now. I was introduced to him by Annelien van Kempen, to help produce work for artists such as Gerard Thomassen, Saniye Bildircin and Melvin Anderson at Van Tetterode Glasobjekten BV. In those early years, Louis was not interested in the blowing technique for his own work. He felt very comfortable with the techniques of Bullseye fusing and slumping, something which he is excellent at. It wasn’t until 5 years ago that Annelien organised a workshop from Hans Ittig on the Bullseye roll-up technique that Louis became interested in the technique of blowing glass. Roll-up implicates a technique where fused sheetglass is reheated and formed into a cylinder and after that is blown out in the desired form. So its really a combination of fused and blown glass.
Louis with roll-up team
With the roll-up technique Louis is able to turn his 2 dimensional flat sheets of Bullseye into 3 dimensional objects. He attacked the possibilities of this new technique with the same energy, enthusiasm and passion as someone seeing glass for the first time. He became more enthusiastic with each roll-up session. With each session, the blowing studio grew. Bigger glory holes so we can make longer pieces. More glass in the furnace so we can make bigger pieces. More annealers, bigger burners and more space to work in… By now Van Tetterode has one of the best equipped hot glass studios I’ve ever worked in. With each roll-up session, Louis’ understanding of the fluid possibilities of glass blowing has grown. Now, with each session he challenges our craft and knowledge of the roll-up technique, adding to and extending our capabilities. Each session involves 5 glassblowers, myself, Gareth Williams, Peter Huntelaar, Frederick Vanoverschelde and Mia Lerssi. 5 people working on 1 piece is not a common sight in glass blowing studios. Everyone is always happy and excited to be involved in these sessions. It is something completely different to what we normally do. The atmosphere is always one of enthusiasm. When the work is nearing completion and all the attachments are in place, Louis will physically grab and push the pieces in the right direction. When he is happy that all the pieces are flowing in the right way, we put the pieces in the annealer. There, they will gradually cool over 8 to 10 days. When the cooling is done, Louis finishes the pieces with the help of Paul Groot, who is the master polisher at Van Tetterode Glasobjekten BV. He will work the piece either with cutting and polishing or by adding more glass attachments and picking out details through sandblasting. He will work the piece until he is happy with the result, regardless of how long it takes. Louis’ pieces are always both physically as well as aesthetically challenging. Louis always insists on staying away from the obviously beautiful and elegant qualities of glassblowing. Instead he prefers bold and dramatic forms, forms which are at the limits of our control. Always pushing the boundaries of what is possible. Forms which are at times spontaneous but always within the ideas of his drawing. His colours are as striking as the forms, with electric yellows and reds, vibrant and neon-like in quality. They are like plants from an electric jungle. His attachments are never overly pretty but always bold and shocking. Last year we produced pieces which we physically had to strangle and wrap in coils of glass. Last years pieces looked as if they were born to struggle and fight. This year Louis’ work seems more at peace, less violent than the previous years. Now the pieces are looking much more like exotic greenhouse flowers. What the new designs will be, I don’t know but I do know they will be unlike any other glass you can see here in Holland or abroad and I look forward to being part of the team which helps producing them. What’s for sure is that you’ll always know a Louis La Rooy design when you see one. Richard Price
44
45
Roll-up Technique
1 Cutting colored glass
2 Fusing roll-up tile
3 Re-heating roll-up tile
4 Work discussion
5 Picking up hot tile
6 Shaping tile
7 Closing the top
8 Cutting off scrap piece
9 Taking clear glass on cylinder
10 Adjusting layer of clear glass
11 Jagging
12 Forming on the marver
13 Adjusting final shape
14 Preparing the attachments
15 Applying clear glass for attachment
16 Pushing attachments on main part
17 Chopping off the blowing pipi
18 Placing roll-up in the annaeler
46
47
48
49
Roll-up Attachments
Detail ‘Yellow One From Next Door’ during process, result on page 103
50
51
1 My Blue Plaits, height 65 cm 2 One Two Many, height 80 cm 3 Three Wisches, height 80 cm 4 Yellow at the End, height 110 cm 5 My Blue Heaven, height 88 cm 6 Dutch Conquests, height 82 cm 7 Dutch Conquests, height 82 cm 8 Flex-Erects, height 82 cm
6
7
8
3
1
52
2
4
5
53
1
2
1 Drapery, height 70 cm 2 Green flowers, height 60 cm 3 Twins, height 60 cm 4 Snared, height 80 cm 5 Jellyfish, height 80 cm 6 The X-files, height 90 cm
3
54
4
5
6
55
56
57
Roll-up Flags
1
2
3
4
1 Blue Toppings, 30 x 100 cm 2 Yellow Flag, height 75 cm 3 A Tulip thing, height 75 cm 4 Can Can II, height 91 cm 5 Red Ray, height 60 cm 6 Can Can I, height 87 cm
5
58
6
59
Roll-up Cocktails
Tropical Cocktail, height 75 cm
60
Bubble Drink, height 108 cm
61
1
2
1 Caribbean Cocktail, height 100 cm 2 Cheers, height 115 cm 3 A Mind Somewhere Else, height 72 cm 4 Fruit Juice, height 90 cm 3
62
4
63
64
65
Roll-up Strangled 66
Beret, height 73 cm
67
1 Red Necklace, height 60 cm 2 Tight Eruption, height 60 cm 3 Private Games, height 60 cm
3
1
68
2
69
Roll-up Serpentines 70
71
Carried Away, height 47 cm
72
Rodeo Love, height 96 cm
Colorfull Body - Grey Serpentine, height 100 cm
73
4
5 1 Dreams of a Wallflower, height 105 cm 2 A Delicate Touch, height 85 cm 3 Yellow Flower, height 105 cm 4 Blue Ivy, height 90 cm 1
74
2
3
5 Red Sax, height 95 cm
75
76
77
Groovy, height 80 cm
Bottle with a Message, height 80 cm
Out of the Blue, height 80 cm
Red Amphora, height 80 cm
Roll-up Cables
78
79
On Line, height 70 cm
80
Packman Returns, height 95 cm
81
82
Blue Escape
Going Through
I Want Out, height 95 cm
Do I have Your Attention, height 105 cm
To Catch a Cactus, height 95 cm
83
Roll-up Horns Moscow Shopping, height 83 cm
84
85
Ledenobject 2009, edition 45, height 60cm
86
Scandinavian Shopping, height 80 cm
87
88
89
Paris Shopping, height 86 cm
90
Happy Flasher, height 115 cm
Long Hot Summer, height 115 cm
Mumbay Shopping, height 80 cm
91
Electric Jungle 1 Comic, height 50 cm
92
Electric Jungle 3 Bloody Attack Brain, height 50 cm
Electric Jungle 4 Colored Brain, height 50 cm
Electric Jungle 5 Blue Gnoe, height 50 cm
Electric Jungle 2 Frightened, height 55 cm
93
Roll-up Animals
Aladdin, edition 6, height 35cm
94
95
Dutch Cat, height 95 cm
Gert Bullee and Richard Price working on Dutch Cat
96
97
My Dog Has Eyes Everywhere, height 85 cm
98
A Statue for Kermit, height 85 cm
99
100
101
Studio Cat, height 85 cm
Ice Cat, height 90 cm
102
The Yellow One From Next Door, height 85 cm
Cat From Rio, height 90 cm
Fat Cat, height 90 cm
Calico Cat, height 85 cm
103
Roll-up Images
104
105
Out of Africa, height 94 cm
106
Splash, height 77 cm
There is Always Color in Life, height 70 cm
To Mary a Yet, height 80 cm
Naked and Famous, height 76 cm
107
Paul Groot finishing roll-ups: polishing, gluing and sandblasting
108
Screwed, height 95 cm
109
Big Smile, height 83 cm
110
On Top of My Head, height 90 cm
Thorns & Sunglasses, height 90 cm
111
Birdman, height 85 cm
112
To Do Voodoo, height 85 cm
113
Jazz, height 87 cm
114
X Meets Zig-Zag, height 78 cm
115
Sculpture Garden Westeramstel, Summer 2011
116
117
Epiloog Het heeft mij altijd verwonderd dat wanneer ik op de tv de uitreiking van de Amerikaanse Grammy Awards volgde, de winnaar steeds losbarstte in een dankode aan partner, kinderen, ooms en tantes, neven, nichten, collegae, medespelers, regisseurs, vrienden en anderen die dit alles mogelijk hebben gemaakt. Wat al deze dierbaren met het verkrijgen van de nominatie te maken hebben, is mij onduidelijk, omdat het naar mijn idee een prestatie van de persoon in kwestie is. Toch, als ik terugkijk op inmiddels 45 jaar werken met glas, verval ik in dezelfde clichés en wil ik: * Het thuisfront mijn verontschuldigingen aanbieden voor mijn voordurende te grote belangstelling voor glas in plaats van… * Mijn vrienden en collegae bedanken die soms zuchtend maar altijd met mijn grillen en grollen zijn meegegaan. Dat zijn: * Ab Hylkema, mijn beste vriend, compagnon en collega die, sinds ik hem in 1965 heb leren kennen, altijd mijn persoonlijke Willie Wortel is gebleven. * Rob de Jong, de netste metaalbewerker die er bestaat. * Fred Stikvoort, de man van de vierkante millimeter.
* * * * *
Hildo Piers, die zelden zegt “het gaat niet”. Paul Groot, die altijd meedenkt en nog meer “als het over seks gaat”. Elly Jaspers die alle problemen mee naar huis neemt. Annemiek van Driel die altijd eerst even nadenkt. Het heetglasteam onder leiding van Richard Price dat op glasgebied overal voor in was. * De diverse galeries en musea die het met mij aandurfden. * Richard Willebrands die mijn werk op de foto altijd mooier doet lijken dan het in werkelijkheid is. * De Tetterode-tuinkatten die altijd keurig aangaven wanneer het lunchtijd was. Kortom, een nog langer verhaal dan bij de Amerikaanse awards, omdat ik moet toegeven dat het succes van mijn glaswerk wel degelijk te maken heeft met de support van de achterban. Daarvoor mijn dank. Louis La Rooy
Epilogue It always used to amaze me when I watched the American Grammy Awards that the winners invariably poured forth an ode of thanks to partners, children, aunts and uncles, nieces, nephews, cousins, colleagues, fellow actors, directors, friends and others who had all helped make everything possible. What all these loved ones had to do with being awarded the nomination was a mystery to me, since I had always considered it to be the sole achievement of the person in question. Nevertheless, looking back on 45 years’ worth of working with glass, I too am apt to revert to those same clichés, and so I would like to: * offer my apologies to those at home for my always placing too great a focus on glass rather than… * thank my friends and colleagues who, albeit it sometimes with a sigh, always went along with my various fads and foibles. I am referring to: * Ab Hylkema, my best friend, business associate and colleague who, since I met him in 1965, has always been my own personal Gyro Gearloose (of Scrooge McDuck enterprises). * Rob de Jong, the neatest metalworker in the world. * Fred Stikvoort, the square millimetre man.
118
* Hildo Piers, who hardly knows the meaning of the word ‘can’t’. * Paul Groot, who is always willing to contribute his own ideas, particularly ‘if the subject is sex’. * Elly Jaspers, who takes all her problems home with her. * Annemiek van Driel, who always thinks twice. * The entire glass team, which, under the supervision of Richard Price, was always game for anything to do with glass. * The various galleries and museums that were willing to take a chance on me. * Richard Willebrands, whose photographs always make my work look better than it does in reality. * The Tetterode garden cats that always so promptly let us know when it was lunchtime. In short, this is an even longer story than those I heard at the America awards, and that is because I have to admit that the success of my glass work really does rely on the support of those around me. And for this I thank you all. Louis La Rooy
119
120