Driemaandelijkse nieuwsbrief over Duurzaam en Verantwoord Investeren (DVI) en de duurzaamheidsanalyse van bedrijven
06 09
Looking Ahead 3
DVI en de financiële crisis
9 Sectorstudie
Voor een grotere transparantie en verantwoordelijkheid
4
Thematisch artikel
Gezondheid en welzijn in de Food and Beverage-sector: geen bevlieging, maar een langetermijntrend
13 Interview met Paul Dickinson, CEO van Carbon Disclosure Project
De financiële en de duurzame uitdagingen in de transportsector
14 News 15 Onze DVI-fondsen en hun performances
Het laatste nieuws over het Carbon Disclosure Project
Money does not perform. People do.
NL
Inhoud Welkom bij deze tweede editie van 2009! Ons eerste artikel werpt een licht op de duurzaamheidsanalyses van de transportsector. Deze sector wordt momenteel geconfronteerd met uitdagingen uit verschillende hoeken, niet alleen vanuit een economisch standpunt. We kijken naar de manier waarop financiële en duurzaamheidsvisies complementair kunnen zijn voor deze bedrijven. Vervolgens kijken we naar de manier waarop ondernemingen in de Food and Beverage-sector de trend naar gezondheid en welzijn in hun productielijn integreren, welke strategieën ze gebruiken en hoe beleggers hiervan kunnen profiteren. Tot slot richt ons driemaandelijks interview zich op het Carbon Disclosure Project: we bespreken wat het is, hun recente evoluties en hun toekomstplannen.
We hopen dat u evenveel plezier zult beleven aan het lezen van deze elfde editie als we hadden bij het opstellen ervan! Alle feedback is welkom.
>
[email protected]
2 LOOKING AHEAD JunI 2009
DVI en de financiële crisis
Voor een grotere transparantie en verantwoordelijkheid
De financiële crisis plaatste een uitgebreid gamma ESG-kwesties (Environmental, Social en Governance) centraal. Beloning van leidinggevenden, verantwoorde leenpraktijken, opleiding en carrièreplanning zijn slechts enkele van de onderwerpen waarop beleggers en de media zich richtten. We menen dat deze moeilijke tijden het juiste moment zijn om door te gaan met enkele strategische initiatieven, gericht op de toepassing van een beleid dat de langetermijnbeschouwing van de financiële markten aanmoedigt, zoals uitgedrukt in het recente “Public Policy Position Paper to Sustainable and Responsible Investment” van Eurosif: “Handelsvennootschappen en kortetermijnbeleggers hebben van nature de neiging zich te richten op kortetermijnwinsten en -aandelenprijzen, ten nadele van een ruimer concept van duurzame langetermijngroei, dat zowel de langetermijnbelangen van de aandeelhouder, als de verantwoorde bedrijfspraktijken en de verplichting tot een lange levensduur van het bedrijf omvat. De moeilijke actuele toestand biedt een mogelijkheid om een transformationeel beleid toe te passen, dat zich richt op wereldwijde systeemgebonden langeretermijnkwesties die de Europese kapitaalmarkten rechtstreeks treffen.” We geloven sterk dat de financiële crisis en de hieruit voortvloeiende problemen die we ondervonden op de wereldwijde kapitaalmarkten, het beleggersbewustzijn op drie belangrijke niveaus verhoogde. Om te beginnen hebben beleggers hogere transparantienormen van bedrijven nodig, zowel op het vlak van financiële als van ESGrapportering. Zo zal het voor bedrijven bijvoorbeeld van het grootste belang worden Key Performance Indicators (KPI) bekend te maken, zoals hun score met betrekking tot ESG-criteria, zoals CO2-uitstoot, waterverbruik, opleiding en carrièreplanning, om er maar enkele te noemen. Dexia Asset Management besteedt veel aandacht aan de manier waarop bedrijven hun activiteiten bekendmaken. Onze benadering wenst bedrijven niet op te leggen wat ze moeten doen, maar we dringen wel aan op transparantie en een gepaste bekendmaking en rapportering, om andere marktdeelnemers en onszelf in staat te stellen hun initiatieven te beheersen en deze te kunnen analyseren. Dit zal de bedrijfsverantwoordelijkheid verhogen. Daarnaast zal de crisis een beter ondernemingsbestuur aanmoedigen, bijvoorbeeld door het verbeteren van het stimuleringsbeleid. We geloven dat de beloning en de bonussen van leidinggevenden duidelijk gekoppeld moeten zijn aan langetermijnwaardecreatie, en niet aan kortetermijn performances. Zoals we in het verleden zagen, veroorzaken kortetermijnmaatregelen, zoals verkeerde vergoedings- of premiesystemen, een scheiding tussen de belangen van het management en die van het bedrijf en zijn belanghebbenden. Bijgevolg is de uitdaging het definiëren van te implementeren relevante criteria en belangrijke performance-indicatoren (zowel
financieel, operationeel als ESG). Langetermijn-KPI zullen voor leidinggevenden een stimulans zijn om de belangen van management, aandeelhouders en andere belanghebbenden in het bedrijf aan te passen en zo succes op lange termijn te creëren. Tot slot zal de nadruk opvallend meer op duurzame bedrijfsmodellen liggen. Voor ons sluit dit perfect aan op het basisprincipe van duurzame ontwikkeling: voldoen aan de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om aan hun behoeften te voldoen, in gevaar te brengen. We menen dat er twee dimensies zijn om dit doel te bereiken: om te beginnen moeten bedrijven zich positioneren voor langetermijnuitdagingen, zoals klimaatverandering, bevolkingsvergrijzing en grondstoffenschaarste. Ten tweede moeten ze ervoor zorgen dat de belangen van hun belanghebbenden (werknemers, beleggers, leveranciers, de gemeenschap enz.) worden gerespecteerd. Voorbeelden van duurzame bedrijfsmodellen zijn: groene chemie of windenergie. Dit zijn de bedrijfsmodellen die op lange termijn de hoogste meerwaarde zullen genereren. Vermogenden moeten eveneens hun rol opnemen en beleggen op een langetermijnhorizon om bedrijfsmodellen te bevorderen die op lange termijn een meerwaarde creëren voor de aandeelhouders en het bedrijf. Als pan-Europese marktleider en pionier in DVI legt Dexia Asset Management zich er volledig op toe te helpen bij het verhogen van de transparantie en verantwoordelijkheid van bedrijven. We werken nu reeds mee aan een hele reeks initiatieven, zoals het Carbon Disclosure Project en de Investor’s Statement on Transparency in the Extractives Sector en we ondertekenden lang geleden al de Principles for Responsible Investment (PRI). We geloven ook dat deze kwesties moeten worden behandeld op Europees niveau. Daarom namen we deel aan een recente “Sustainability Disclosure”rondetafel, gezamenlijk georganiseerd door Eurosif (European Sustainable Investment Forum) en FEE (Federation of European Accountants). DVI-fondsen pakken de bovengenoemde uitdagingen perfect aan, omdat ze rekening houden met de vereisten van duurzame ontwikkeling. Ze voldoen aan de behoeften van de huidige generatie zonder het vermogen van toekomstige generaties om aan hun behoeften te voldoen, in gevaar te brengen. We menen dat DVI een opwindende toekomst heeft en steeds zinvoller zal worden. De populariteit van DVI heeft niet geleden onder de crisis, integendeel. We verheugen ons erop hoogwaardige DVI-producten te kunnen blijven aanbieden.
Gaëtan Herinckx, directeur Duurzaam en Verantwoord Investeren
LOOKING AHEAD JunI 2009
3
Thematisch artikel
Gezondheid en welzijn in de Food and Beverage-sector: geen bevlieging, maar een langetermijntrend! De feiten zijn onweerlegbaar: tegen 2015 schat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) dat er wereldwijd 2,3 miljard volwassen te zwaar zullen zijn, van wie er meer dan 700 miljoen worden geclassificeerd als zwaarlijvig. Momenteel is 28 % van de bevolking te zwaar, met zwaarlijvigheidspercentages rond 7 %, en verwacht wordt dat deze cijfers tegen 2020 respectievelijk met 40 % en 12 % zullen stijgen. Hoewel ontwikkelde naties, in het bijzonder de VS, traditioneel het brandpunt van de zwaarlijvigheidsepidemie waren, tonen gegevens steeds vaker aan dat ook andere regio’s worden getroffen. Verwacht wordt dat de zwaarlijvige bevolking in China tussen 2005 en 2015 met 347 % zal toenemen. De budgetten van volksgezondheid staan steeds meer onder druk, met zwaarlijvigheidsgerelateerde kosten die 2-7 % van de totale gezondheidskosten in rijkere naties uitmaken. Hoewel een aantal oorzaken voor deze trend werden vernoemd, zoals de stijging van het gemotoriseerde transport en de toename in zittend werk, wordt meestal de Food and Beverage-sector geïdentificeerd als een van de belangrijkste vijanden. Die sector levert energierijk voedsel met veel vetten en suikers, maar weinig vitaminen, mineralen en andere micronutriënten. Tegen de achtergrond van een grotere vrees over het zwaarlijvigheidsfenomeen, gekoppeld aan de opkomst van een nieuwe soort gezondheidsbewuste consumenten, kan de gezondheids- en welzijnstrend in de Food and Beveragesector niet worden genegeerd.
4 LOOKING AHEAD JunI 2009
Vooruitzichten zwaarlijvigheid in de wereld (miljard) 2.5 Overgewicht Zwaarlijvigheid 2.0
1.5
1.0
0.5
0 2005 Global Obesity Forecast (WHO, 2005)
2015
Gezond eten = gezonde groei? Het wordt duidelijker dat gezond eten van een nichemarkt overgaat naar de klassieke markt. Producten gericht op gezondheid en welzijn worden steeds populairder, waarbij acht van de tien snelst groeiende voedsel- en drankcategorieën zeer nauw verbonden zijn met de gezondheidsconcepten van de consument. In 2006 werd de markt voor gezonde voeding1 aan kleinhandelsprijzen geschat op 460 miljard USD met een samengestelde jaarlijkse groei (CAGR: compound annual growth rate) van 4,4 %. Dit was goed voor 24 % van de totale voedingsmarkt met een gemiddelde CAGR van 2,8 %. Bovendien wordt voor de markt voor functionele voeding2 gedurende 2007-2012 een CAGR van 5,7 % verwacht. Euromonitor (2009) schat dat tegen 2012 de wereldwijde gezondheids- en welzijnsmarkt naar verwachting wordt getaxeerd op meer dan 550 miljard EUR, met als grootste segmenten functionele voeding (175 miljard EUR), natuurlijk gezonde voeding (155 miljard EUR), “better for you”-producten (140 miljard EUR), vitaminen en voedingssupplementen (60 miljard EUR) en organische producten (24 miljard EUR). Vanuit financieel perspectief kan de activiteit van gezond eten voedsel- en drankenfabrikanten de mogelijkheid bieden om de brutomarges op verschillende manieren te verbeteren, met inbegrip van gezonde producten tegen een relevante prijs, kostenverlaging van verkochte goederen via nieuwe productsamenstelling, en het verminderen van de verpakkingsgrootte terwijl een gelijkaardige kleinhandelsprijs wordt behouden. Zo stijgt de prijs per volumeeenheid. Hoewel consumenten echter bereid lijken te zijn een prijs te betalen voor producten die als gezond worden gezien, en zo de industrie de mogelijkheid bieden de marge uit te breiden, zijn niet alle segmenten binnen de activiteit “gezond” eten aantrekkelijk, en kan de uitbreiding van de marge enigszins worden gecompenseerd door een grote productontwikkeling en lanceringskosten.
Het wordt duidelijker dat gezond eten van een nichemarkt overgaat naar de klassieke markt.
1
Hoe kunnen voedsel- en drankenbedrijven van deze trend profiteren? Product
Jaarverkoop USD miljoen
Campbell’s Reduced Sodium Soup
101
Bird’s Eye Steam fresh Frozen Vegetables
87
Vault/Vault Zero Regular and Diet Drinks
70
Gatorade A.M. Sports Drink
70
General Mills Fiber One Snack Bars
64
Heineken Premium Light
63
Danone DanActive Yoghurt
63
Sara Lee Hearty & Delicious Bread
63
Danone Activia Light Yoghurt
62
Diet Pepsi Jazz Soft Drink
56
De top tien van nieuwe voedsel- en drankproducten gelanceerd in de VS in 20062007 waren producten die consumenten hielpen hun dieet-, ziektebestrijdende en gewichtsdoelen te bereiken, zonder qua smaak in te boeten (IRI, 2008)
Voedsel- en drankenbedrijven gebruikten een aantal hieronder geïdentificeerde onderling verbonden benaderingen in verschillende graden om zich te positioneren ten opzichte van de gezondheidsen welzijnstrend. **
Gezonde producten: Er is steeds meer bewijs van de voordelen van bepaald voedsel – van fruit, groenten en granen tot vis en zelfs chocolade, als het met mate wordt gegeten. Sommige productcategorieën worden van nature beschouwd als “gezond”, zoals fruit en groenten. Hier is Bonduelle goed gepositioneerd door zijn activiteit in de verwerking en de distributie van groenten, die werd gestimuleerd door gegevens die aantonen dat het groenteverbruik per inwoner stijgt. Daarnaast worden ook functionele en “weight-management” voedsel-/drankproducten als gezond beschouwd. Danone profiteert van een aantal topmerken die zich specifiek richten op specifieke gezondheidsproblemen, zoals Activia (spijsvertering), Actimel (immuniteit) en Vitalinea (afslanken). Er kunnen ook een aantal opvallende gezonde productaanwinsten worden belicht, met name Gerber door Nestlé (medische voeding), Numico door Danone (babyvoeding), beide in 2007, en Quaker Oats (volle granen- en haverproducten) door PepsiCo in 2001.
Gedefinieerd als: welzijnsbevorderend, functioneel voedsel, allergievrije, kruiden-, natuurlijke, organische, afslankende en dieetsupplementen.
Gedefinieerd als: elk vers of verwerkt voedsel waarvan wordt beweerd dat het een gezondheidsbevorderende en/of ziektevoorkomende eigenschap bevat naast de basisfunctie van voedsel: voedingsstoffen leveren.
2
LOOKING AHEAD JunI 2009
5
Thematisch artikel
**
**
Nieuwe productsamenstelling: Het aanbieden van gezondere versies van bestaande producten is een courante praktijk. Bijvoorbeeld, in het VK werd voor 11 miljard GBP aan producten opnieuw samengesteld om het zout-, vet- of suikerniveau te verlagen. Nieuwe productsamenstellingen variëren van zeer eenvoudig tot zeer ingewikkeld. Aan het ene uiteinde van het spectrum verlagen bedrijven gewoon de hoeveelheid ongezonde ingrediënten in hun voedsel, zoals verzadigde vetten. Walker’s Crisps (in bezit van PepsiCo) werd bijvoorbeeld geprezen voor de overgang naar zonnepitolie in plaats van standaard bakvet. Aan het andere uiteinde geven onderzoekers producten een nieuwe samenstelling waarbij de lichaamsprocessen, op verschillende manieren, langer doen over de vertering, en ze dus consumenten langer een verzadigd gevoel geven. Algemeen hebben nieuwe productsamenstellingen de neiging kunstmatige kleurstoffen, additieven, verzadigde vetten, transvetten, vrije suikers en zout in bestaande producten te beperken. Consumentenopleiding en –bewustzijn: Consumenten informatie geven over waaruit een gezond en evenwichtig dieet bestaat en een verantwoord verbruik van alle voedsel- en drankproducten aanmoedigen. Er was een stijgende trend in vrijwillige voedingsetiketteringssystemen, met het dwingende doel consumenten een grotere bevoegdheid te geven. In Europa is het opgekomen voorkeursformaat het Guideline Daily Amount-voedingslabel (GDA) geïntroduceerd door de CIAA3. Meer dan 70 % van de consumenten (Millward Brown, april 2008) wijzigden hun aankoopbeslissing ten gunste van producten met minder calorieën of zout na de GDA-waarden te hebben gecontroleerd. Voedingsinformatie en -opleiding, gekoppeld aan verantwoorde publiciteit, helpt geïnformeerde consumentenkeuzes te ondersteunen voor een evenwichtig dieet en een gezonde levensstijl.
Onderdelen van een succesvolle gezondheidsen welzijnsstrategie Hoewel er duidelijke financiële winsten moeten worden gemaakt door gebruik te maken van de groeiende gezondheids- en welzijnstrend, dienen er enkele valkuilen te worden vermeden. **
De markt en uw klant begrijpen: Het vermogen om “gezonde” en/of “gezondere” producten te identificeren met kenmerken zoals hoge winstverwachtingen, snelgroeiende categorieën met beschikbare marktopportuniteiten, is cruciaal. Deze beoordeling kan worden toegepast op organische babyvoeding. Wat de marktgrootte betreft, schat Euromonitor (2009) dat tegen 2012 de organische producten 24 miljard EUR zullen bijdragen aan de geschatte 550 miljard EUR van de wereldwijde gezondheids- en welzijnsmarkt. Hoewel wordt verwacht dat de groeiverwachtingen van de algemene babyvoedingsmarkt in 2011 laag zullen zijn aangezien er geen dramatische stijging van de geboortecijfers te verwachten is, zal de babyvoedingsmarkt zich naar verwachting blijven ontwikkelen, zoals aangetoond door de stijging van 60 % in
de verkoop van organisch babyvoedsel tussen 2000 en 2005. De prijstoeslagen zijn ook relevant in een Mintel-onderzoek uit 2006 waaruit bleek dat organische babyvoeding gemiddeld 69 % duurder is dan de conventionele variëteiten. Dit kan worden vertaald in hogere marges. Voor bedrijven is het ook belangrijk de lokale en de regionale voedingsbehoeften van hun consumenten te begrijpen, waardoor voedsel- en drankproducten marktspecifiek kunnen worden versterkt als belangrijke onderscheidende factor met concurrenten. Bijvoorbeeld, Nutripacks van Danone vat de voedings- en de gezondheidsvoorwaarden samen in de landen waar het actief is. Hierdoor kan Danone zijn bestaande producten aanpassen en dit identificeert de mogelijkheid voor de ontwikkeling van nieuwe producten om te voldoen aan lokale gezondheids- en voedingsprioriteiten. Hierdoor zijn producten van het merk Danonino aangepast aan de voedingsvereisten in 14 verschillende landen. **
**
Zorgen voor productkwaliteit blijft prioritair: Naast de handhaving van de hoge productkwaliteitsnormen, is een ander fundamenteel element ernaar te streven dat marketingmateriaal geen misleidende indruk geeft van de gezondheidsvoordelen van een product. Dit zorgt ervoor dat het consumentenvertrouwen en het vertrouwen in de efficiëntie van producten behouden blijft, en beschermt tegen nadelige gevolgen. Investeren in productinnovatie: Een van de uitdagingen van R&D binnen de voedings- en drankenindustrie is de voedingsprofielen van producten te verbeteren (bijv. kleinere porties, minder vet, energie, calorieën, suiker en zout), terwijl de smaak en het aroma van het product behouden blijven, en deze producten aan klanten leveren tegen een redelijke prijs. Unilever bijvoorbeeld, beweert dat het meer dan twee derde van de producten in zijn R&D-pijpleiding “vitaliteitsvoordelen” heeft; d.w.z. producten met specifieke voedings- en gezondheidsvoordelen.
Hoe presteren bedrijven? Hoewel eerder een aantal strategieën werden besproken van hoe bedrijven zich kunnen aanpassen aan de gezondheids- en welzijnstrend, is een logisch vertrekpunt hun productmix af te wegen afhankelijk van welk deel van de inkomsten wordt afgeleid van de productcategorieën Good-for-you, Better-for-you, Unhealthy en Other4. Hieruit kan men besluiten dat Danone het “gezondste” productaanbod heeft, doordat het yoghurt, op water gebaseerde dranken, babyvoeding en klinische voeding aanbiedt. Net zoals Yakult, een bedrijf in Japan met belangen in probiotische melkdranken en farmaceutica, kunnen beide bedrijven worden beschouwd als bedrijven die louter gericht zijn op gezondheid en welzijn. Hun algemene bedrijfsstrategie en positionering weerspiegelen dit. Voor Danone blijven, op basis van hun beproefde gezondheidsvoordelen, topmerken zoals Activia en
De CIAA (Confederation of the Food and Drink Industries in de EU) ontwikkelde het GDA-voedingslabel. Dit is een richtlijn voor hoeveel energie en belangrijke nutriënten er vereist zijn voor een gezond dieet, http://gda.ciaa.eu/asp2/index.asp.
3
”Good-for-you”: producten die onder deze categorie vallen, hebben de neiging te worden gekenmerkt als ”natuurlijk”, zoals zuivel, fruit, groenten, en volle granen. Het zijn voedzame voedingsmiddelen, met weinig verzadigd vet, zout en suiker. Ze helpen een overmatige energieopname (kilojoule) te vermijden; ”Better-for-you”: deze producten hebben enige voedingswaarde, maar bevatten matige hoeveelheden verzadigd vet, zout en/of suiker. Ze kunnen bijdragen tot een overmatige energieopname; ”Unhealthy”: voedsel uit deze groep bevat veel ongezonde elementen, zoals verzadigd vet, transvet, suiker en zout, die allemaal worden gekoppeld aan een verhoogd risico op de ontwikkeling van sommige ziekten; ”Other”: voedings- en drankproducten die niet konden worden geclassificeerd, naast de niet-voedsel- en drankproducten geproduceerd en/of verkocht door het bedrijf.
4
6 LOOKING AHEAD JunI 2009
Gezondheids- en welzijnseigenschappen van de productportefeuilles van uitgelezen bedrijven 100% Good-for-you Better-for-you Unhealthy Other
80%
60%
40%
20%
0% CADBURY
CAMPBELL SOUP
COCA-COLA
DANONE
GENERAL MILLS
HEINZ
KELLOGG
KRAFT
NESTLE
PEPSICO
SARA LEE
UNILEVER
Bron: Dexia AM-schattingen, 2009.
Actimel de groei aansturen met gunstige marges en een gezonde positieve volumegroei in 2008, die aanzienlijk hoger ligt dan het deelgemiddelde. Deze twee producten en andere met gelijkaardige vereisten genereerden 4,5 miljard EUR in de verkoop in 2007, 35 % van het totaal van Danone. Verwacht wordt dat Activia alleen in 2009 meer dan 2,5 miljard EUR aan omzet zal genereren. Naast een 100 % “gezonde portefeuillebenadering”, zijn er echter een aantal andere strategieën die met succes werden gebruikt en die men niet te haastig de rug zou moeten afzweren. Sommige bedrijven opteerden voor productportefeuilles met een combinatie van gezonde en ongezonde producten, hoewel de mogelijkheden om ongezondere producten gezonder te maken voor het grijpen liggen. Bedrijven die traditioneel gericht zijn op het voorzien van gemaksvoedsel en snacks accepteren ook de gezondheids- en welzijnstrend door hun portefeuilles te diversifiëren via het verwerven van gezonde merken (bijv. Coca-Cola dat in 2007 waterbedrijf Glacéau verwierf) en afstand te doen van ongezonde merken (bijv. Cadbury dat in 2008 via verkoop afstand deed van zijn Amerikaanse frisdrankenafdeling), of door bestaande producten opnieuw samen te stellen om ze gezonder te maken. Tegelijkertijd benadrukken ze dat ze de consument de keuze bieden en pleiten ze voor evenwichtige en gezonde diëten en een actieve levensstijl, hoewel ze toegeven dat sommige aangeboden producten niet als gezond kunnen worden beschouwd. De strategie van Campbellsoep was de bestaande portefeuille gezonder te maken via initiatieven zoals een verlaging van het natriumgehalte (zout) in de soep. Producten met een lager natriumgehalte maken nu in totaal bijna 600 miljoen USD uit in de kleinhandel. In 2008 bedroeg de totale geconsolideerde verkoop van Nestlé CHF 109,9 miljard, een stijging van 2,2 % vergeleken met 2007. De belangrijkste aangehaalde motor van Nestlés groei is de continue innovatie van zijn producten en merken. Nestlé verwijderde
34 200 ton transvet (dec. 2003 – feb. 2007) en 204 000 ton suiker (jan. 2003 – dec. 2006) uit zijn producten, terwijl het in Europa 1,6 miljard extra porties leverde (2004 – 2007). In 2008 werden nog eens 15 % Nestlé-producten succesvol getest op superieure voedingsvoordelen en smaakkenmerken over de producten van concurrenten. Nestlé deed ook een aantal strategische aankopen, zoals het medische voedingsbedrijf Gerber in 2007, en afslankbedrijf Jenny Craig in 2006. Hoewel het consumentengedrag steeds meer neigt naar gezonde voedselkeuzes, blijven de groeimogelijkheden in de overlappende gemaks-/snack- en luxeproductcategorieën. Bijvoorbeeld, hoewel de globale suikergoedmarkt in het algemeen wordt gezien als ongezond en haar groeicijfers niet bijzonder sterk zijn, creëert de opkomende ontwikkeling van gezond suikergoed enige vraag naar nieuwe producten. Mintel rapporteerde dat de verkoop van pure chocolade in het VK, door consumenten beschouwd wordt als een gezondere optie omdat het hoge pure cacaogehalte, tussen 2005 en 2007 met 96 % steeg naar 85 miljoen GBP. Cadbury’s is gepositioneerd om via zijn engagement te investeren in het aanbod van alternatieve productkeuzes, met inbegrip van minder vet, energie, calorieën, suiker en zout voor hoofdmerken. Zijn welzijnsproducten, geïdentificeerd als suikervrije kauwgom, pure chocolade en medicijnen in snoepvorm nemen 30 % van zijn inkomsten voor hun rekening. Zowel Coca-Cola als zijn rivaal PepsiCo leden onder een wereldwijde industriële vertraging in de Noord-Amerikaanse markten, aangezien gezondheidsbewuste consumenten koolzuurhoudende frisdranken vermijden ten gunste van flessenwater, thee en energiedranken. De resultaten voor Coca-Cola in 2007 werden gestuurd door de sterkte van zijn nietkoolzuurhoudende drankenportefeuille zoals Dasani-flessenwater, Powerade-sportdranken en Minute Maid-fruitsappen. Zijn frisdrankenverkoop werd ook versterkt door de lancering van CocaCola Zero, een calorievrije cola.
LOOKING AHEAD JunI 2009
7
Thematisch artikel
Dus vanuit een gezondheids- en welzijnsstandpunt is er geen duidelijke strategie die financieel succes kan garanderen, hoewel het vermogen om een welbekend en vertrouwd merk op te bouwen, ongeacht de productcategorie, uiteindelijk zal leiden tot trouwere klanten. Het is essentieel dat een dergelijke strategie gebouwd is op transparantie.
Is gezondheid & welzijn een hype of een duurzame trend? In het licht van de huidige economische baisse zijn er een aantal trends in de sector opgekomen die de kortetermijngroei en de rentabiliteit van gezond en gezonder voedsel en dranken zouden kunnen hinderen. De meest opmerkelijke trend is “downtrading” binnen productkanalen; consumenten stappen van top- en luxemerken over naar premium- en valuemerken. Voor bedrijven die hun “gezonde” voedsel- en drankproducten tegen een meerprijs binnen hun productcategorie positioneren, zijn er tekenen dat consumenten zich in bepaalde markten afkeren van duur gezond voedsel en voor eenvoudigere producten kiezen. Huismerken profiteren in grote mate, met duidelijke aanhoudende winsten op het marktaandeel. “Downtrading” tussen kanalen ziet men ook in de overgang van restaurants naar afhaalzaken, of van afhaalzaken naar supermarkten, in het bijzonder in de VS.
5
Daarom hebben fabrikanten volop mogelijkheden om waardevolle producten te leveren met gezondheidsvoordelen als een belangrijke onderscheidende factor. Andere studies toonden aan dat consumenten in het spoor van de dreigende recessie gezonder eten opgeven ten nadele van de prijs. Het is duidelijk dat producten die echt gezondheidsvoordelen bieden tegen een redelijke prijs, de beste kans hebben op succes. Producten die worden versterkt met calcium, vitamine D, plantensterolen5, omega-3 en probiotica worden waarschijnlijk beschouwd als essentiële noodzakelijkheden, eerder dan onnodige luxeproducten. Ongeacht het huidige economische klimaat, zal de zwaarlijvigheidskwestie niet verdwijnen, aangezien de zwaarlijvigheidscijfers en het aantal aan diëten gerelateerde ziektes blijft stijgen, gekoppeld aan het feit dat zwaarlijvigheid en gezond eten hoger op de agenda van vele ministeries van Volksgezondheid komt. Hoewel er op korte termijn een kleine hapering kan zijn in de gezondheids- en welzijnsmarkt, omdat de prijs de belangrijkste onderscheidende factor zou kunnen worden, is een toekomst met gezondheid en welzijn verzekerd.
Sterolen helpen om de cholesterol te verlagen.
Twee voedsel- & drankenbedrijven die zeer goed scoren ten opzichte van gezondheid & ziekte Op basis van hun uitstekende bedrijfsmodel dat gepositioneerd is ten opzichte van gezondheid en ziekte en de stakeholdersanalyse nam Dexia Asset Management Danone en Nestlé op in zijn duurzaam universum. Het kan worden aangetoond dat de productportefeuille van Danone het meest is afgestemd op gezondheid en ziekte vergeleken met zijn sectorgenoten, met 100 % van de verkoop gegenereerd door voedselproducten, gericht op gezondheid, vanaf 39 % in 1996. Dit is verdeeld tussen verse zuivelproducten (57 % van de inkomsten in 2007), water (21 %), babyvoeding (17 %) en medische voeding (5 %). De CEO van Danone Franck Riboud zei op de jaarpresentatie in februari dat Activia (gericht op het spijsverteringssegment) alleen naar verwachting meer dan 2,5 miljard EUR zou genereren in de verkoop in 2009. Danone vertoont ook verantwoord gedrag: het voert regionaal gezondheids- en voedingsonderzoek uit om zijn strategie en productontwikkeling te leiden. Dit omvat de identificatie van voedseltekorten in regio’s waar het zijn producten verkoopt en het versterkt dienovereenkomstig producten. Nestlé blijft zich positioneren als een “gerespecteerd, betrouwbaar voedings-, drank-, gezondheids- en wellnessbedrijf”. Terwijl in 2006 meer dan 20 % van de inkomsten werden afgeleid van gezonde /good-for-youproducten, is het aandeel door de jaren heen toegenomen en ligt het nu op 30 %. De Nestlé-voedingsafdeling (7,8 % van de inkomsten in 2007), die vier verschillende voedingscategorieën van Babyvoeding, Gezonde voeding, Prestatievoeding en Afslanken omvat, is van bijzonder belang. Het bedrijf investeert ook in de aanhoudende ontwikkeling en vernieuwing van zijn producten om hun kwaliteit en voedingswaarde te verbeteren. Het 60/40+-programma heeft een dubbel doel: de goedkeuring verwerven van tenminste 60 % van de consumenten in een smaaktest, en tegelijkertijd zorgen voor een “voedingsmeerwaarde”. Beide aandelen zijn kernholdings in het fonds Dexia Sustainable Europe, het sterfonds van Dexia AM dat belegt in Europese aandelen die goed gepositioneerd zijn ten opzichte van langetermijnuitdagingen qua duurzame ontwikkeling.
8 LOOKING AHEAD JunI 2009
Sectorstudie
Europese transportbedrijven: duurzaamheid en Darwins uitdaging
De grotere personen- en goederenmobiliteit als gevolg van de globalisering van de economie komt ten goede aan de transportondernemingen. Transportbedrijven behoren tot de vitale economiecomponenten, zowel lokaal als wereldwijd. De transportsector bestrijkt een brede waaier van transportmiddelen en -beroepen: luchtvaartmaatschappijen zijn actief naast spoor-, weg- en scheepvaartmaatschappijen, terwijl expresskoerierdiensten en logistieke ondernemingen hun gediversifieerd profiel behouden dankzij de combinatie van diverse transportmiddelen.
De volledige sector staat nu op een kantelpunt, waarbij een hele reeks nieuwe vereisten de businessfundamentals op losse schroeven zetten. Dat is natuurlijk het gevolg van de aanhoudende financiële crisis die bepaalde grote industrietakken trof, en waarop de Europese transportsector geen uitzondering vormt.
Na vijf vette jaren beleeft de transportsector momenteel een van de magerste jaren in zijn bestaan:
Strijden om te overleven
**
**
**
De vraag naar luchtvracht viel terug met 22,6 % in december 2008 en verloor nog eens 22,3 % in januari 2009 ten opzichte van vorig jaar. Het internationale passagiersverkeer daalde met 5,6 % in januari 2009 in vergelijking met dezelfde maand in 2008 (jaarstatistieken van IATA). De in Azië gevestigde scheepvaartmaatschappijen meldden al in februari 2009 een terugval met 35-40 % (in vergelijking met dezelfde periode in 2008) van het cargovolume, waarbij historische dieptepunten werden bereikt. Volgens het ”UK Office of Rail Regulation” daalde het aantal treinreizen tijdens de drie maanden voorafgaand aan december 2008 voor de hele sector met 0,3 % op jaarbasis.
In dit erg moeilijke klimaat van financiële en economische neergang, waarbij investeerders erg afkerig staan t.o.v. risico’s, is de vraag veeleer welke ondernemingen sterker uit deze crisis zullen komen. Aangezien de evolutietheorie van Darwin dit jaar haar 150e verjaardag viert, is het gepast om een van de grondwetten van de natuur nog eens in herinnering te brengen: het is niet de sterkste van de soort die overleeft, en ook niet de intelligentste, maar wel diegene die het best inspeelt op verandering. Verandering wordt gestuurd door tal van factoren en niet alleen door louter economische.
LOOKING AHEAD JunI 2009
9
Sectorstudie
Macro Duurzaamheidsanalyse De relevantste en even zwaar doorwegende “Key Sustainability Challenges” (KSC) voor de transportsector zijn: klimaatverandering uitputting grondstoffenvoorraden gezondheid en wellness
In deze onderzoeksbijdrage willen we aantonen hoe deze wet van toepassing is op een sector die zwaar wordt getroffen door de huidige economische crisis, nl. de transportsector. We spitsen onze aandacht vooral toe op de complementariteit van de financiële en duurzaamheidsstandpunten wanneer we het hebben over de strategische positionering en de performance van de ondernemingen.
Duurzaamheidsuitdagingen in overvloed Het zou totaal verkeerd zijn te denken dat de huidige economische crisis de voornaamste ecologische en maatschappelijke uitdagingen die de transportsector de voorbije tien jaar hebben beïnvloed, naar de achtergrond zou duwen. Ze zijn immers onlosmakelijk verbonden met de sectorfundamentals, en het overleven van de crisis zonder de businessmodellen daarop af te stemmen, zou een strategische fout zijn. Schulden kunnen momenteel erg moeilijk worden gefinancierd, vandaar dat verkeerde keuzes ongelukkige en verreikende gevolgen zouden kunnen hebben. Het einde van het tijdperk van goedkope olie en de wereldwijde demografische evolutie zijn de voornaamste sturende krachten achter deze veranderingen en zullen invloed uitoefenen op de ondernemingen zowel wat de vraag als het operationele aspect aangaat. Op basis van onze sectorspecifieke duurzaamheidsanalyse identificeerden we vijf belangrijke duurzaamheidsuitdagingen die nog verscheidene decennia een langetermijnimpact zullen hebben op de sector. In verband met elke duurzaamheidsuitdaging selecteerden we specifieke concrete aspecten die worden aangepakt door de ondernemingen. 1. De zoektocht naar optimale energie-efficiëntie Aangezien brandstofkosten 20 tot 30 % van de operationele kosten uitmaken, afhankelijk van de aard van het transport en van de huidige en toekomstige reguleringen voor een betere verinwendiging van externe milieuaspecten (bijv. het systeem van handel in CO2-uitstoot, belastingincentives), is energie-efficiëntie een belangrijk thema. Het zou verkeerd zijn te denken dat de huidige lagere olieprijs enig soelaas biedt: zoals het Internationaal
Energie-Agentschap onlangs stelde, zal het huidige gebrek aan investeringen in productie-eenheden zorgen voor een ernstig aanbodprobleem zodra de economie weer aantrekt. Gelukkig hebben de vooruitgang in de luchtvaarttechnologie en de regelmatige vlootvernieuwing bijgedragen tot de wereldwijde verbetering op het vlak van hun groen profiel en tot een beter bewustzijn van de uitdagingen van de klimaatverandering en de uitputting van de natuurlijk hulpbronnen. Een voorbeeld: in 2007 had Air France-KLM een gemiddelde vlootleeftijd van 10,13 jaar en een gemiddeld verbruik van 3,9 liter brandstof/100 pkm, tegen 4,2 liter/100 pkm in 2002. 2. Het moeilijke evenwicht tussen loonkosten onder druk, het te kort aan vaardigheden en flexibiliteit Loonkosten zijn momenteel verantwoordelijk voor een groot en steeds toenemend aandeel van de operationele kosten (30 % gemiddeld voor ons universum van Europese transportbedrijven). Dat is waarschijnlijk ook de component die het meeste onder druk staat, omdat de ondernemingen er het gemakkelijkst invloed op kunnen uitoefenen (onmiddellijk effect). Om historische redenen, zowel wat de transportinfrastructuur als de maatschappijen betreft, is het percentage vakbondsleden (gemiddeld 30-40 % van het personeelsbestand) die gemakkelijk gemobiliseerd kunnen worden groot. Een van de voornaamste gevolgen daarvan is dat collectieve onderhandelingen gedurende lange tijd het leven in deze sector domineerden. Ironisch genoeg zal de huidige economische neergang leiden tot veel banenverlies in deze sector, hoewel er heel vaak sprake was van een tekort aan geschoolde werkkrachten tijdens de voorbije tien jaar6. Met andere woorden, als we geen rekening houden met het inherente risico en de kosten van stakingen alsook met de gevolgen daarvan (dominoeffect vertragingen en kosten zoals het verkopen van bederfbare goederen, de extra logistieke kosten voor het uitwijken naar andere havens/luchthavens en het intensiever gebruik van voorraadorders), zouden de inspanningen met het oog op een betere opleiding en loopbaanbeheer van de voorbije tien jaar in het gedrang kunnen komen. Als we dat combineren met de frustratie van de werknemers die betere lonen verwachtten na tien jaar van inspanningen in de vorm van hogere productiviteit
Voorbeeld: de arbeidsenquête van BIMCO/ISF in 2005 wees op het wereldwijde tekort aan zeeofficieren van 2 % van de totale arbeidsbevolking, waarbij evenwel nog altijd geen rekening werd gehouden met de nationaliteitsbeperkingen voor bepaalde vlaggen waaronder de schepen varen.
6
10 LOOKING AHEAD JunI 2009
Micro Duurzaamheids analyse Weging van elke stakeholder en hoofdthema’s in de transportsector:
Samenleving Veiligheid/zekerheid
9% Klanten Verzekeren van kwaliteit en veiligheid
Leveranciers Duurzame relaties
en meer flexibiliteit, zouden de ondernemingen wel eens met een explosieve situatie te maken kunnen krijgen. Bij de Europese luchtvaartmaatschappijen is Lufthansa duidelijk in het voordeel dankzij zijn beter dan gemiddelde voorgeschiedenis op stakingsvlak en een minder complexe vakbondsstructuur (slechts één vakbond met personeelscategorie). Grote groepen zoals TNT en Deutsche Post kunnen ook bogen op historisch goede betrekkingen met hun vakbonden en werknemers. Hoewel dat zeker het gevolg is van de erfenis van hun “openbaar statuut”, werd dat ook in de hand gewerkt door competitieve verloningen, degelijke opleidingsmogelijkheden en grote inspanningen qua loopbaanbeheer. Toch zullen beide bedrijven al hun opgebouwde ervaring op dat gebied nodig hebben om de huidige crisis door te komen, omdat de liberalisering van de postmarkt leidde tot meer spanningen tijdens het onderhandelingsproces. 3. Vervoerkosten: tijd om opnieuw na te denken over de werkwijze en de afstand Sinds het jaar 2000 is er een duidelijke trend geweest naar hogere passagiers- en vrachtkosten. Niet al deze kosten werden volledig doorgerekend aan de klanten en de marges zijn afgenomen. De trend werd in grote mate beïnvloed, niet alleen door de hogere kosten voor brandstof en infrastructuur7, maar ook door andere elementen zoals veiligheidsinvesteringen of personeelstekorten. Vanuit het oogpunt van de businessklant, werden dan ook vragen gesteld bij de “geografisch verder gelegen” outsourcingpraktijken. In geografisch opzicht is outsourcing (d.w.z. onderaanneming) winstgevend voor de onderneming als de goederenkostprijs op zijn minst 15 % lager ligt dan de kostprijs ervan in het thuisland. De transportkosten namen toe als gevolg van de piekende olieprijzen, verkeersopstoppingen en productievertragingen. De ondernemingen moeten ook het hoofd bieden aan andere verborgen kosten (bijv. de identificatie en het toezicht op onderaannemers, een te grote voorraad, de kosten voor het implementeren van een systeem voor traceerbaarheid/informatie/communicatie en een strikt kwaliteitsbeheer). Volgens Cap Gemini zijn dergelijke verborgen kosten de voorbije 6 jaar gestegen van 6 % van de productkosten tot 9 % of zelfs 15-30 %, afhankelijk van het gewicht, het volume, de waarde en het productieland (gemakkelijk bereikbare
20%
20% 9%
Investeerders Bedrijfsethiek Duurzaamheid
19%
Werknemers Opleiding Communicatie met werknemers
23% Milieu Energie- en klimaatwijzigingen
transportinfrastructuur). Daardoor zullen goedkope productielanden in de buurt van grote markten (zoals Mexico voor Noord-Amerika) ten volle profiteren van elke outsourcingtrend in een nabijgelegen gebied. Meer in het algemeen zullen transportbedrijven zich moeten aanpassen aan sterker veranderende en flexibele productiecycli (bijv. Build to Order8 in de automobielsector). Transporteurs zullen hun eigen aanwezigheid en activa moeten aanpassen. Bovendien zullen alle verwachte regelingen voor een betere internalisering van externe elementen (inclusief verkeersopstoppingen, lawaai, gezondheidsimpact en luchtverontreiniging) nog meer kosten teweegbrengen en een impact hebben op de keuze van de klant op het vlak van de transportmiddelen. In de sector Post, Koerier, Express en Mail, zoals dat het geval is voor de luchtvaartmaatschappijen, maken TNT en Deutsche Post nog altijd in grote mate gebruik van vervuilende transportmiddelen (vooral over de weg en door de lucht). Alle belastingen op of nieuwe beperkingen voor deze transportmiddelen zullen een impact hebben op hun inkomsten, hoewel ze steeds meer gebruik maken van onderaannemers (in 2007 namen leveranciers, agenten en onderaannemers 42 % van de kostenstructuur van TNT voor hun rekening). 4. Dienstverlening op maat en de invasie van nieuwe technologie De “waarde” lijkt nu te liggen in de toegevoegde waarde van het transport meer dan in het transport zelf, omdat de concurrentie scherp blijft. Er wordt dus actief gezocht naar nichemarkten (bijv. farmaceutica/gezondheidssector voor de zgn. Third Party Logistics (3PL-sector) omdat de klanten nu bereid lijken te zijn te betalen voor een hogere kwaliteit van de dienstverlening. Bovendien en ondanks de kosten, neemt de nieuwe technologie deel aan deze trend, omdat ze zorgen voor een betere traceerbaarheid en een betere veiligheid doorheen het proces. In de sector Openbaar Vervoer & Bussen hebben de operatoren het vanuit het klantenstandpunt nog altijd moeilijk te zorgen voor klanttevredenheid, vooral als het aankomt op waar voor je geld te krijgen. In sommige gevallen was er zelfs een lichte achteruitgang bij de veiligheidsindicatoren zoals het gemiddelde percentage
Volgens het model van de Canadian Investment Bank zorgde elke dollar stijging van de olieprijs voor een toename van de transportkosten met 1 % tijdens de periode 2005-2008.
7
Eenmaal een bevestigd order voor producten binnen is, worden die producten vervaardigd. Dat is de meest geschikte benadering wanneer we te maken hebben met items/producten of die heel specifiek zijn of een klein volume vertegenwoordigen. Daardoor kunnen de opslagkosten ook een flink stuk lager worden gehouden.
8
LOOKING AHEAD JunI 2009
11
Sectorstudie
SPAD (Signal Passed at Danger = Signaal bij gevaar) per bestuurder. Dergelijke indicatoren zijn belangrijk: ook al blijft de prijs de hoofdcomponent van het veroveren van marktaandeel, toch moeten de ervaring en de leverbaarheid in de praktijk ook worden bewezen. Zoals we zagen in 2008 kon het Britse ministerie voor transport een contract annuleren als de betrokken operator de drempel van het aantal annuleringen overschreed en er niet in slaagde daar iets aan te doen.
Oost-Afrika (dat een Keniaanse haven aandeed) gekaapt door piraten. Na de kaping breidde de maatschappij de zone voor de kust van Somalië uit waarin enkel schepen mochten komen met een voldoende vrijboord of die een bepaalde snelheid konden halen. De regio vermijden en varen tegen maximumsnelheid zijn momenteel de oplossingen. Een bemanningslid van het schip onder VS-vlag dat werd gekaapt door Afrikaanse piraten, spande een rechtszaak aan tegen AP Moeller, en beschuldigde de maatschappij ervan niet te zijn ingegaan op verzoeken ter verbetering van de veiligheidsmaatregelen voor schepen die varen langs de kust van Somalië. De bemanning bewapenen of gewapende bewakers op de schepen plaatsen is een keuze die ’s werelds grootste containertransporteur nog altijd niet wil maken, omdat wapens aan boord voor meer gevaar zouden kunnen zorgen, maar dit ook wettelijke bezwaren zou kunnen oproepen. De groep bekijkt defensieve maatregelen om te zorgen voor meer veiligheid aan boord zoals de toegang tot het schip bemoeilijken.
5. Nieuwe risico’s ten gevolge van de globalisering Alle ondernemingen die wereldwijd actief zijn, mogen terecht bevreesd zijn voor terrorisme en pandemieën. Toch moeten we opmerken dat ondernemingen weinig invloed hebben op deze externe elementen en dat voorkomen nagenoeg onmogelijk is. **
Terrorisme: de aard van het terrorisme is tijdens het voorbije decennium fundamenteel veranderd, dankzij het grotere wereldwijd publiek waarvoor wordt gezorgd door de mediaen televisienetwerken. Voor de transportsector zijn piraterij en kapingen van lijnvliegtuigen waarschijnlijk de meest tastbare uitingen van terrorisme. De daaraan verbonden kosten – ook die voor gestolen goederen en voor veiligheidsmaatregelen (gewapende bewakers aan boord) – hebben de verzekeringspremies meer dan verdriedubbeld. Dan zijn er ook nog de hogere brandstofrekeningen als gevolg van gewijzigde reisroutes … In april laatstleden bijv. werd een vrachtschip van Maersk Line Ltd (AP Moeller Company) met voedselhulp voor
**
Pandemieën: in 2003 zorgde SARS voor een terugval met één derde van de reizen in de rechtstreeks getroffen landen zoals China, Vietnam en Singapore. De huidige epidemie van H1N1 zal in combinatie met de zwakke economische context een grote invloed hebben op bepaalde transportmiddelen zoals luchtvaartmaatschappijen.
De transportsector bevindt zich nu op een kantelmoment met een pak nieuwe uitdagingen die zijn fundamentals in vraag stelt.
Onze duurzaamheidstopselectie Op basis van onze methodologie hebben we in de MSCI Europe de best gepositioneerde Europese transportbedrijven vanuit een duurzaamheidsstandpunt geselecteerd. Het gaat om: ** ** **
Deutsche Lufthansa FirstGroup TNT
Deze ondernemingen beroepen zich op verwezenlijkingen en een staat van dienst in verband met sleutelthema’s (energie-efficiëntie, uitstoot in de lucht, dialoog met de werknemers/bereidheid tot verandering, gewaarborgde kwaliteit en veiligheid).
12 LOOKING AHEAD JunI 2009
Interview
Drie vragen aan Paul Dickinson,
CEO van Carbon Disclosure Project
1. Wat is het Carbon Disclosure Project (CDP)? Het CDP wil hoogkwalitatieve informatie verzamelen en verdelen die beleggers, bedrijven en regeringen motiveert actie te ondernemen om een gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Door jaarlijks 5 000 ondernemingen wereldwijd namens institutionele beleggers, aankooporganisaties en overheidsinstanties te bevragen omtrent klimaatverandering, speelt het CDP een essentiële rol in het aanmoedigen van organisaties om de uitstoot en de invloeden van de klimaatverandering te meten, te beheren en te verminderen. De door het CDP verzamelde gegevens bieden een waardevol inzicht in de strategieën omtrent klimaatverandering uitgewerkt door vele van deze grootste bedrijven wereldwijd. Ze bieden ook een beter begrip van de positionering van bedrijven met betrekking tot de risico’s en de commerciële mogelijkheden met betrekking tot de overgang naar een koolstofarme economie. Met het CDP beschikken de private en de openbare sectoren over een duidelijk kader en een neutraal forum waarbinnen ze rapporteren en de ontwikkeling van klimaatveranderingstrategieën bespreken. De gegevens worden beschikbaar gesteld aan een ruim publiek, met de bedoeling het bewustzijn te verhogen en de expertise te bevorderen. Bovendien stelde het CDP ‘s werelds grootste bedrijfsdatabase omtrent het uitstoten van broeikasgassen samen en biedt het jaarlijks analistenrapporten die op een gedetailleerde wijze analyseren hoe de grootste bedrijven in de wereld inspelen op de klimaatverandering.
2. Wat is de kwaliteit en de kwantiteit van de beschikbare gegevens? In het onderzoek dat het CDP eind vorig jaar uitvoerde over de wijze waarop zijn informatie door wereldwijde institutionele beleggers wordt gebruikt, werden het risico van koolstofgebruik en de mogelijke wetgeving of reglementering daaromtrent genoemd als belangrijkste motiverende factoren voor het gebruik van de klimaatveranderingsgegevens. Niet alleen de reglementering is een drijvende factor om te komen tot investeringen in koolstofarme oplossingen, ook een verhoogd bewustzijn rond koolstof als investeringskwestie is dat. Extreme weersomstandigheden kunnen olieactiviteiten beïnvloeden, veranderende weerspatronen kunnen een invloed hebben op vaarroutes, videoconferentiebedrijven zien een toenemende activiteit als vervanging van zakenreizen, en de consument uit de 21e eeuw is steeds meer geneigd om koolstofarme producten aan te kopen, zoals hybride auto’s en spaarlampen. Deze verschuivingen in bedrijfsactiviteiten, beïnvloed door de klimaatveranderingen, kunnen natuurlijk een invloed hebben op de waarde en de rentabiliteit van een bedrijf. Volgens het CDP-onderzoek zei driekwart van de ondervraagden dat ze al kwesties met betrekking tot de klimaatverandering opnemen in hun investeringsbeslissingen en activa-allocaties. Hiervan beschouwt 80 % de klimaatverandering als belangrijk in relatie met andere kwesties die hun portefeuille beïnvloeden.
Het CDP-onderzoek belichtte de stappen die enkele geëngageerde beleggers ondernamen: sommigen gebruiken een klimaatveranderingsbeleid als indicator voor de algemene bedrijfsaanpak van risicobeheer, anderen voeren aan de klimaatverandering gerelateerde gegevens, zoals strategische initiatieven, energieverbruik of uitstoot van broeikasgassen in om een beheerkwaliteitscore toe te kennen met betrekking tot milieu, sociale factoren en deugdelijk bestuur (ESG). Het gaat echter niet alleen om risico’s. Er zijn immers ook aanzienlijke mogelijkheden waar belangrijke beleggers in dit domein rekening mee houden. De vaakst genoemde mogelijkheid is die met betrekking tot alternatieve of hernieuwbare energiebronnen; andere mogelijkheden zijn echter koolstofhandel, energie-efficiënte besparingen en beleggen in koolstofarme producten. We merkten op dat de CDP-gegevens werden gebruikt door beleggers om zich te informeren over klimaatveranderingskwesties tijdens gesprekken met het bedrijfsmanagement. Dit kan de vorm aannemen van vergelijkingen tussen bedrijven om te beoordelen hoe ver ze staan, of als waardemeter om bedrijven, die al over de klimaatverandering rapporteren, aan te moedigen meer gegevens bekend te maken. Verder nemen sommige beleggers al klimaatveranderingsgegevens op als onderdeel van hun waarderingsmodellen en werken de meeste onderzochte beleggers aan het systematisch integreren van klimaatveranderingsgegevens in hun financiële analyse. Om het langetermijnrisico en de return te kunnen beoordelen, is het voor langetermijnbeleggers, zoals pensioenfondsen, essentieel te begrijpen hoe een veranderende reglementering, de verstoring van de natuurlijke klimaatveranderingsinvloeden, veranderende technologieën en mogelijke koolstofkosten een bedrijf kunnen beïnvloeden.
3. Hoe ziet de toekomst van het CDP eruit? Het CDP zal de wereldwijde database bij uitstek blijven qua klimaatverandering. Door samenwerking met beleggers, bedrijven en de regering, meten en beheren duizenden bedrijven nu hun impact op de klimaatverandering en erkennen ze de commerciële mogelijkheden gekoppeld aan het aanbod van koolstofarme oplossingen en producten. Het CDP maakt ook sectorrapporten voor institutionele beleggers die lid zijn van haar organisatie. Gebaseerd op de verkregen antwoorden geven deze rapporten aan in welke mate bedrijven al materiële invloeden van de klimaatverandering op hun bezigheden rapporteren. Ze geven indicaties van de bedrijven die het beste voorbereid zijn om eventuele risico’s op te vangen en te profiteren van de relevante mogelijkheden.
Het CDP werkt ook intens samen met de overheid. Het biedt advies en expertise over de vorming van verplichte rapporteringssystemen. Dit zal op termijn wezenlijk deel uitmaken van de toekomstige uitbreiding van het CDP.
LOOKING AHEAD JunI 2009
13
News Ommezwaai richting milieu in politiek klimaat met president Obama Het engagement van president Barack Obama qua milieu bleek al in zijn inaugurele rede, waarin hij refereerde aan het “terugschroeven” van de opwarming van de aarde. Dit door het Amerikaanse energieverbruik te wijzigen door gebruik te maken van “de zon, de wind en de aarde”. Kort na zijn ambtsaanvaarding bracht het stimuleringspakket fondsen ertoe de CO2-uitstoot te verlagen. Ongeveer 80 miljard USD, of 10 %, van de stimulans is bestemd voor groene maatregelen, waaronder bijna 10 miljard USD om regeringsgebouwen en woningen voor personen met een laag inkomen energie-efficiënter te maken, 6 miljard USD voor onderzoek naar schone energie en ontwikkeling, 2 miljard USD voor de productie van autoaccu’s, en belastingkredieten voor mensen die hybride voertuigen en energiebesparende huishoudtoestellen kopen. Later schoten de Democratische leiders in het Congres snel in actie betreffende de groene agenda. Dexia AM-duurzaamheidsanalisten volgen alle aspecten van de koolstofgerelateerde wetgeving van nabij en identificeren bedrijven die ervan zullen kunnen profiteren. http://www.guardian.co.uk/environment/blog/2009/jan/20/obamainauguration-climatechange http://www.ft.com/cms/s/0/88807496-0926-11de-b8b0-0000779fd2ac. html http://www.guardian.co.uk/environment/2009/feb/03/us-emissionscap-and-trade
Dexia Asset Management neemt deel aan het Electric Utilities Sector Supplement Het Global Reporting Initiative (GRI) – leverancier van ‘s werelds meest gebruikte richtlijnen voor duurzame rapportering – lanceerde onlangs nieuwe richtlijnen over transparantie en duurzaamheid voor de elektrische nutsbedrijven op de Ceres-conferentie 2009 in San Francisco. Die nieuwe richtlijnen zullen elektrische nutsbedrijven in staat stellen hun performance publiek bekend te maken en af te stemmen op een reeks economische, milieu- en sociale indicatoren. De eindversie van het GRI Electric Utility Sector Supplement is sinds juni 2006 in ontwikkeling. Laurent Milliat, duurzaamheidsanalist bij Dexia Asset Management, nam deel aan de werkgroepen. De kwesties besproken in de werkgroepen zijn belangrijke elementen in de duurzaamheidsanalyse van de sector die Dexia Asset Management doet. http://www.globalreporting.org/ReportingFramework/ SectorSupplements/ElectricUtilities/
Club Washington: De auto’s van morgen – de duurzaamheids uitdagingen worden steeds groter Na een korte inleiding door Gaëtan Herinckx, directeur Duurzaam en Verantwoord Investeren bij Dexia AM, gaf Philippe Pinchon, directeur van IFP, een openbaar onderzoeks- en opleidingscentrum voor de toekomstige technologieën en materialen in energie, transport en milieu, enkele verhelderende opmerkingen over hoe de “auto van de toekomst” er zou kunnen uitzien. In de transportsector zijn er immers talrijke uitdagingen: een auto op 100 % fossiele brandstof veranderen in een auto op alternatieve energiebronnen, de uitstoot van broeikasgassen en kooldioxide, evenals het lawaai en de fijne deeltjes verminderen, vereist grote investeringen en onderzoek. M. Pinchon wierp o.a. ook enig licht op de sterktes en zwaktes van verschillende motoriseringstechnologieën, de reglementaire omgeving in Europa met betrekking tot verschillende uitstoottypes en de principes van een herlaadbaar hybride voertuig. Daarna lichtte Florent Griffon, duurzaamheidsanalist bij Dexia AM van de automobielsector, schone technologieën en de interessantste en de economisch meest rendabele oplossingen toe. M. Griffon eindigde zijn presentatie met een overzicht van de autofabrikanten die het beste gepositioneerd zijn om de behoefte aan duurzame en verantwoorde technologieën aan te pakken, terwijl hij stelde dat er geen mirakeloplossingen zijn voor de uitdagingen waarmee de sector wordt geconfronteerd. Hoewel de klassieke verbrandingsmotor het meest gangbaar blijft, moeten constructeurs geleidelijk aan hun aandacht verplaatsen naar hybride en elektrische voertuigen. Dit vierde seminarie was opnieuw een succes en bood uiterst kostbare inzichten in een kwestie die ons allemaal aanbelangt.
Dexia Asset Management neemt deel aan de ronde tafeldiscussie over “sustainability disclosure” Dexia Asset Management gelooft dat transparantie essentieel is in DVI-fondsen. We hebben immers verschillende industriële initiatieven ondertekend die dit ondersteunen. Onlangs nam Gaëtan Herinckx deel aan een “Sustainability Disclosure”-rondetafeldiscussie in het Europees Parlement, gezamenlijk georganiseerd door Eurosif (European Sustainable Investment Forum) en FEE (Federation of European Accountants). De doelstelling van de rondetafel is vaststellen hoe duurzaamheidsinformatie in jaarverslagen verder kan worden verbeterd, niet alleen voor verantwoordelijkheidsdoeleinden, maar in het bijzonder om een verandering in het bedrijfsgedrag te sturen. http://www.eurosif.org/press_events/eurosif_press_releases
14 LOOKING AHEAD JunI 2009
LOOKING AHEAD JunI 2009
15
LU0113400591
LU0113400328 LU0344046742
Dexia Equities L Sustainable World
Dexia Equities L Sustainable Emerging Markets
BE0945490317 BE0945478197 FR0000934978
Dexia Sustainable Euro Short Term Bonds
Dexia Sustainable World Bonds
Dexia Ethique Gestion Obligataire
BE0159412411
Dexia Sustainable European Balanced Low
Dexia Micro-Credit Fund
LU0091117944
BE0159411405
Dexia Sustainable European Balanced Medium
MICROKREDIET
BE0169199313
Dexia Sustainable European Balanced High
GEDIVERSIFIEERD
LU0012089420 BE0945484252
Dexia Bonds Sustainable Euro Government
Dexia Sustainable Euro Long Term Bonds
BE0945314491
BE0945316512
BE0945312479
FR0000935025
BE0945477181
BE0945489301
BE0945483247
LU0012089693
BE0945480219
BE0943335100
BE0943336116 BE0945481225
Dexia Sustainable Euro Bonds
BE0945492339
LU0344046825
BE0945493345
Dexia Sustainable Euro Government Bonds
Dexia Sustainable Euro Corporate bonds
OBLIGATIES
LU0304861296
LU0304860991
Dexia Equities L Sustainable Green Planet
BE0945054808 BE0946892750
BE0174191768 BE0946893766
Dexia Sustainable Pacific
Dexia Sustainable World
BE0945318534
BE0945310457
BE0173540072 BE0173901779
Dexia Sustainable Europe
BE0945307420
ISIN code distrib.
BE0174192774
ISIN code kap.
Dexia Sustainable North America
Dexia Sustainable EMU
AANDELEN
Fondsennamen/duurzame compartimenten
microkrediet
Hoofdzakelijk obligaties uitgegeven in Europese munten, daarnaast in Europese aandelen
Vrijwel gelijke verdeling tussen Europese aandelen en obligaties uitgegeven in Europese munten
Hoofdzakelijk in Europese aandelen, daarnaast in obligaties uitgegeven in Europese munten
Obligaties uitgedrukt in euro
Overheids- en bedrijfsobligaties uitgedrukt in diverse deviezen
Overheids- en bedrijfsobligaties uitgedrukt in euro; portefeuille die een korte duration beoogt.
Overheids- en bedrijfsobligaties uitgedrukt in euro; portefeuille die een gemiddelde duration beoogt.
Overheidsobligaties uitgedrukt euro
Overheidsobligaties uitgedrukt in euro
Overheids- en bedrijfsobligaties uitgedrukt in euro
Bedrijfsobligaties uitgedrukt in euro
Groeimarktenaandelen
Internationale aandelen
Internationale aandelen
Internationale aandelen
Vooral aandelen uit Japan en Australië
0,99 %
0,96 %
0,72 %
1,07 %
1,13 %
0,75 %
1,22 %
-0,66 %
-
1,55 %
-0,44 %
-2,71 %
22,12 %
2,00 %
0,46 %
4,04 %
4,07 %
1,02 % -0,63 %
Aandelen genoteerd in de Verenigde Staten en Canada
-1,50 %
YTD
4,82 %
-7,78 %
-18,12 %
-27,17 %
5,34 %
4,66 %
2,79 %
2,42 %
-
8,31 %
0,87 %
-8,35 %
-35,15 %
-31,86 %
-33,96 %
-32,17 %
-43,89 %
-40,17 %
-40,22 %
-42,02 %
1 jaar
19,10 %
-6,26 %
-19,07 %
-29,23 %
9,82 %
3,23 %
8,45 %
4,14 %
-
13,30 %
3,79 %
-6,63 %
-
-41,91 %
-
-41,47 %
-48,72 %
-35,90 %
-43,90 %
-42,02 %
3 jaar
Performance
30,25 %
10,33 %
0,98 %
-6,01 %
15,55 %
-
-
-
-
-
-
-
-
-26,45 %
-
-26,42 %
-29,48 %
-22,95 %
-19,49 %
-17,15 %
5 jaar
Retail fondsenreportings beschikbaar op www.dexia-am.com
Europese aandelen
Aandelen genoteerd in de eurozone
Beschrijving
Onze duurzame fondsen en hun performances eind april 2009
Australia Ausbil Dexia Ltd Veritas House – Level 23 207 Kent Street Sydney NSW 2000 Tel.: + 61 2 925 90 200
Belgium Dexia Asset Management Belgium rue Royale, 180 1000 Bruxelles Tel.: + 32 2 222 52 42
Italy Dexia Asset Management Luxembourg SA, Succursale italiana Corso Italia 1 20122 Milano Tel.: + 39 02 31 82 83 62
France Dexia Asset Management SA 40, rue Washington 75408 Paris Cedex 08 Tel.: + 33 1 53 93 40 00
Spain Dexia Asset Management Luxembourg SA, Sucursal en España Calle Ortega y Gasset, 26 28006 Madrid Tel.: + 34 91 360 94 75
Switzerland Dexia Asset Management Luxembourg SA, succursale de Genève 2, rue de Jargonnant 1207 Genève Tel.: + 41 22 707 90 00 The Netherlands Dexia Asset Management Nederlands bijkantoor Lichtenauerlaan 102-120 3062 ME Rotterdam Tel.: + 31 10 204 56 53 Germany Dexia Asset Management Luxembourg SA Zweigniederlassung Deutschland An der Welle 4 60422 Frankfurt Tel.: + 49 69 7593 8823
Bahrain Dexia Asset Management Luxembourg SA, Middle East Representative Office Bahrain Financial Harbour, Financial Center, West Harbour Tower, Level 23 King Faisal Highway PO Box 75766 Manama Tel.: + 973 1750 99 00 Canada Dexia Asset Management Luxembourg SA, Canadian Representative Office 77, King Street West Royal Trust Tower (32nd floor) Toronto, Ontario Tel.: + 1 416 974 9055
Voor meer informatie over het productengamma van Dexia Asset Management kunt u ons steeds contacteren via mail op
[email protected]. U vindt ook meer informatie op onze internetsite www.dexia-am.com.
Disclaimer Dit document heeft een louter informatief karakter. Het bevat geen aanbod tot aan- of verkoop van financiële instrumenten en houdt geen beleggingsadvies in. Het vormt evenmin de bevestiging van enige transactie tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen. De informatie in dit document is afkomstig van verschillende bronnen. Dexia Asset Management legt de grootst mogelijke zorg aan de dag bij het kiezen van zijn informatiebronnen en het doorgeven van de informatie. Fouten of weglatingen in deze bronnen of processen kunnen echter niet van tevoren worden uitgesloten. Dexia Asset Management kan niet aansprakelijk worden gesteld voor rechtstreekse of onrechtstreekse schade die voortvloeit uit het gebruik van dit document. De inhoud van dit document mag niet worden overgenomen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Dexia Asset Management. De intellectuele eigendomsrechten van Dexia Asset Management moeten te allen tijde worden gerespecteerd. OPGELET : Als dit document melding maakt van resultaten behaald in het verleden van een financieel instrument, een financiële index of een beleggingsdienst, verwijst naar simulaties van zulke resultaten of gegevens bevat met
betrekking tot toekomstige resultaten, is de cliënt zich ervan bewust dat de in het verleden behaalde resultaten en/of prognoses geen betrouwbare indicator vormen voor toekomstige resultaten. Meer nog, Dexia Asset Management preciseert dat: • indien het gaat om brutoresultaten, het resultaat kan worden beïnvloed door provisies, bijdragen en andere lasten. • indien het resultaat in een andere valuta luidt dan die van het land waar de cliënt verblijft, de vermelde winsten kunnen stijgen of dalen, afhankelijk van de valutaschommelingen. Indien dit document verwijst naar een bepaalde fiscale behandeling, is de belegger zich ervan bewust dat zulke informatie afhangt van de individuele omstandigheden van elke belegger en in de toekomst aan wijzigingen onderhevig kan zijn. Dit document bevat geen onderzoek op beleggingsgebied zoals gedefinieerd in artikel 24 §1 van de richtlijn 2006/73/EG van 10 augustus 2006 tot uitvoering van de richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad. Indien deze informatie een publicitaire mededeling is, wenst Dexia AM te verduidelijken dat deze niet werd opgesteld overeenkomstig de wettelijke voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van het onderzoek op beleggingsgebied en niet onderworpen is aan een verbod om te handelen reeds vóór de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied. BELANGRIJKE INFORMATIE MET BETREKKING TOT DUURZAAMHEIDSANALYSE:
Dexia AM’s duurzaamheidsanalyse baseert zich op verschillende bronnen ontwikkeld binnen het SRI-team van Dexia AM, onder andere: sectorale en bedrijfsanalyses door de SRI-analisten van Dexia AM, “Dexia AM’s Sustainability Analysis Research Methodology 2006”, “Methodology Guidelines November 2005” door Franca Morroni, “Dexia AM SRI Business Case 2004”, de leidende SRI-principes van Dexia AM en continue research sinds 1996 evenals data van geselecteerde externe SRI-dataproviders.
Verantwoordelijke uitgever: Jean-Yves Maldague, Dexia Asset Management, Koningsstraat 180, 1000 Brussel, RPR Brussel BTW BE 0462.569.739 Cover image : Getty images. SDAM00194-2
Luxembourg Dexia Asset Management Luxembourg SA 136, route d’Arlon 1150 Luxembourg Tel.: + 352 2797-1