Lokaal Alle Lichten Op Groen: coalities onderweg naar energieneutrale huizen –een inkijkje In 2012 zetten alle zes de coalities in Amersfoort, Apeldoorn, Amsterdam, Hoorn, Den Bosch en Wageningen hun handtekening onder de overeenkomst met Energie-‐ sprong | Platform 31 voor het project Lokaal Alle Lichten Op Groen. Minstens 20 woningeigenaren per coalitie gaan op weg naar energieneutrale huizen. Eind 2014 loopt het project af. Hoe brengt de coalitie het er vanaf? Samenwerken, hoe doen ze dat? Waar lopen ze tegenaan? Welke lichten gaan op groen? Wat gaat goed en wat is niet voor herhaling vatbaar? We namen een kijkje in de coalitiekeuken van Apeldoorn. De Energie Expeditie in Apeldoorn “Als je dit voor elkaar krijgt, kun je in Nederland iedere woning energieneutraal maken” Tekst: Astrid ter Borgh
In Apeldoorn gaan bedrijven, organisaties en bewoners samen proberen om dertig verschillende bestaande woningen energieneutraal te maken. Dat vereist voor elk huis maatwerk. De samenwerkingsovereenkomst is in december getekend, nu komt de echte opstart. “20 of 40 procent energie besparen is geen uitdaging. Daarna be-‐ gint het pas”, zegt bewoner Jaap de Hoog. Het voordeel van het Apeldoorns project is dat er met de bewoners die meedoen inmiddels al een heel traject is doorlopen. Gemeentelijk projectleider Theo van Es vertelt dat van alle deelnemende huizen een quickscan is gemaakt. “Die hebben we met de bewoners besproken, meestal letterlijk aan de keukentafel. De bewoners weten in grote lijnen al wat er voor hun woning nodig is en wat dat gaat kosten. En ook al weten ze dat dat een hele investering is en de terugverdientijd vaak lang, ze zijn toch bereid de volgende stap te zetten om veel uitgezocht te krijgen. De bewo-‐ ners van de dertig huizen die we nu aan tafel hebben, willen het echt graag.” “Dat gesprek maakte het bij ons thuis concreet”, zegt bewoner Jaap de Hoog. Deze aanpak vindt hij echt een aanrader voor anderen die hetzelfde zouden willen. “We hebben elkaar door die gesprekken goed leren kennen. Een instantie krijgt een gezicht.” Theo van Es voerde zelf de helft van de quickscangesprekken. “Met het rapport onder de arm. Het was meteen een goede gelegenheid om met mensen te bespreken wat hun wensen waren en hun gezinssituatie. Hoe lang ze er wilden blijven wonen, of ze wil-‐ den verbouwen.” Betere marktcondities Behalve om minstens twintig mooie voorbeelden te maken, verbeteren de zes pro-‐ jecten de marktcondities voor energieneutraal renoveren, hopen ze in Apeldoorn. “De bewoners worden ambassadeurs”, zegt bewoner Jaap de Hoog. Zo komt er meer
vraag. Tegelijk verbetert ook het aanbod: bedrijven die samen weten wat ze moeten onderzoeken, welke stappen ze moeten zetten en wat ze moeten maken. Projectleider Theo van Es: “Eigenlijk willen we leren hoe we een goed stappenplan kunnen maken om tot een energieneutrale woning te komen. Bewoners kunnen wel zelf het tempo bepalen van het zetten van die stappen. Maar om de juiste dingen (no-‐regretmaatregelen) te kunnen doen, moet je het hele traject in beeld hebben.” Ook monumentenwoningen doen mee Bewoner Jaap de Hoog heeft een oud huis, zo van eind jaren twintig uit de vorige eeuw. “In de twintig jaar dat we er wonen hebben we al veel in energiebesparing geïnvesteerd. Dat hebben we al twee keer terugverdiend. We hebben inmiddels energielabel C. De vorige bewoner verstookte 7200 m3 gas in een jaar, wij zitten op 1800. Ik vind het spannend om te kijken hoever je kunt komen zonder al te veel in te boeten op de karakteristieke kenmerken van zo’n huis. Waarschijnlijk moet ik een aantal investeringen opnieuw doen om dit doel te bereiken.” Hij is niet de enige met een oud huis. “Bij de huizen die nu meedoen, zitten woningen uit de twee monumen-‐ tenwijken. Dat wordt balanceren op wat haalbaar is.” Wat is een voorwaarde om dit project te doen slagen? Projectleider Theo van Es vindt dat bedrijven en instellingen bereid moeten zijn veel tijd en energie in zo’n pro-‐ ject te steken. “Terwijl ze die niet meteen in euro’s betaald zien.” En het lukt slechts als je het samen doet, stelt hij. “Het is een hele complexe opgave waar heel veel ver-‐ schillende aspecten aan zitten. Niet alleen heb je een bureau nodig dat onderzoek doet, maar ook een innovatieve installateur en dito bouwer die het laatste lucht-‐ stroompje kunnen voorkomen waarmee warmte verloren gaat. Samenwerken bete-‐ kent bij dit project dat we elkaar nodig hebben.” Waarom gaat dit project lukken? “Ik denk dat we nu de goede partijen aan tafel hebben”, zegt Theo van Es. “Je moet hier tijd insteken: in werkgroepen zitten en bij bijeenkomsten komen. De minst enthousiaste partijen zijn afgevallen. En we hebben een hele groep enthousiaste bewoners aan tafel die er echt voor gaan. Die zijn soms al jaren hiermee bezig, heel veel kennis op dit vlak. Dit zijn gewoon echte koplopers in Apeldoorn, heb er zoveel vertrouwen in qua power en kennis en ontwikkelings-‐ kracht.“ Achteraf zouden ze in Apeldoorn misschien liever van te voren goed nadenken over welke partijen er nodig zijn en die dan op naam benaderen. Dát er verloop is ge-‐ weest, is niet negatief. Mede-‐projectleider Barbera van der Hoek vult aan: “Dan zoch-‐ ten we een nieuw bedrijf waardoor we toch elke discipline aan boord hielden. Soms kregen we dan een partij die beter was dan die we hadden.“ Iedereen erbij betrekken en betrokken houden Bewoner Jaap de Hoog denkt dat het misschien beter is om bewoners er eerder bij betrekken. “Bedrijven en gemeente zijn nu al meer een team en wij komen daar nu
bij. Maar dat is een duivels dilemma. Want je kweekt ook meer onzekerheid als je dat doet. “ Staan alle neuzen dezelfde kant uit? “Als je het vanuit de gemeente bekijkt is dat best moeilijk, merkte Theo van Es. “De bedoeling is dat dit een project is van de markt, waar de gemeente nog wat faciliteert. Maar wat je ziet, is dat er heel vaak naar de gemeente wordt gekeken om het initiatief te nemen. Het is heel moeilijk om de stap te zetten naar een situatie waar er gewoon een markt is. Een markt, waar geld verdiend kan worden en bedrijven zich goed organiseren om dat te gaan doen.” Barbera van der Hoek denkt dat het perspectief voor een bouwbedrijf of makelaar ook niet altijd helemaal duidelijk is. “Op lange termijn gaat dit zijn vruchten afwer-‐ pen, maar je moet als bedrijf wel in staat zijn om dat te zien en erin te blijven gelo-‐ ven.” Theo vult haar aan: “De mensen van de bouwbedrijven waar wij mee te maken hebben worden afgerekend op de opdrachten die ze binnenhalen. Als ze daar al vier avonden in de week druk mee zijn, dan zegt een echtgenoot: ‘Nou dan blijf je nu maar eens thuis en ga je niet naar die Energie Expeditie’.” Het was volgens de ge-‐ meentelijke projectleiders wel eens moeilijk om bedrijven enthousiast te houden en ook bij de les te laten blijven. Actief mee te doen. Barbera: “Daar zijn wel pittige ge-‐ sprekken over gevoerd.” Het kost veel tijd maar het is zo leuk Een planning maken en je eraan houden was ook bij dit project lastig. Het is toch een beetje een zaak van lange adem. Het zou mooi zijn als het wat sneller gekund had, is de algemene mening. Maar dingen vergen tijd, neem alleen maar het opstel-‐ len van de quickscanrapporten. “Het kost veel tijd om de kwaliteit te krijgen die je hebt afgesproken en die ook echt nodig is”, vertelt Theo van Es. “En er gaat best veel tijd overheen voordat je echt de conclusie trekt dat het toch niet gaat lukken en je een alternatieve oplossing hebt uitgewerkt.” Dat was een tegenvaller, vindt Theo. “Maar het leverde weer een hoop energie toen het conceptplan klaar was en daar reacties opkwamen. En toen kregen we de toezeg-‐ ging van de subsidie van Platform31. Daar werd iedereen vrolijk van. Dan zet je weer een duidelijke stap.” Leuke dingen organiseren houden de energie er ook in. Barbera van der Hoek: “We hebben bijeenkomsten gehad met bewoners die met professionals werkgroepsessies hielden. Dat was erg leuk om mee te maken, dat zou ik anderen ook gunnen. Bewo-‐ ners brachten hun eigen competenties mee en namen het heft in handen. Die kennis moet je benutten. Zo zet je mensen in hun kracht. Dat klinkt beetje soft, maar het is wel zo.” Waarom is het project zo leuk? “Er gebeuren tenminste dingen. Er zit dynamiek in”, zegt Barbera van der Hoek. En Theo van Es is gewoon een expeditiemens. “Ik vind het leuk om ergens aan te beginnen en ongeveer te weten waar ik naartoe wil, maar niet wat ik onderweg tegenkom.” Bewoner Jaap de Hoog vindt het “reuzeleuk om met
een gemêleerde groep kijken of we er samen een succes van kunnen maken”. Barbe-‐ ra van der Hoek: “Hoe kun je nu echt zoveel energie besparen? Dat is ontzettend interessant om te achterhalen. Een huis energieneutraal maken is niet zomaar iets. Geen spaarlampje of zo. 20 of 40 procent besparen is geen uitdaging. Daarna begint het pas.” Theo van Es: “Als je dit hier voor elkaar krijgt, dan kan het in Nederland overal.” “Dit project stimuleert me enorm als mens” Karin Scholten van Ballast Nedam: “Ik leer waanzinnig veel van dit project en kan mijn organisatie van een hoop kennis voorzien. Wij wisten niet veel van dit soort trajecten. Waar bewoners waarde aan hechten bij een project als dit bijvoorbeeld. Dat wil ik dus graag komen halen. En ik kan onze deskundigheid op het gebied van processen en bouwkunde brengen. Dit project stimuleert me als mens enorm; de processen die spelen en het gezamenlijk gaan voor één doel.” “Ik merkte”, zegt Karin, “dat er heel erg vanuit de techniek wordt gedacht. Ook dat algemeen gedacht wordt dat wij bewoners kunnen helpen, terwijl ze zelf al veel we-‐ ten. En ik had niet verwacht hoe diep de wens is om energieneutraal te gaan wonen.“ Hoe verloopt de samenwerking? “Het is voor ons ook een expeditie. Andere bouwbedrijven zijn bij dit project nu geen concurrenten, maar partners. Dat is een mooi proces. We denken niet overal hetzelf-‐ de over, maar kunnen van elkaar leren. Er was ook wel eens frictie. Maar dat werd door bijna iedereen niet als persoonlijke aanval gezien, maar gevoeld als op weg moeten naar beter.” Wat vind jij een voorwaarde bij dit project? “Eerlijkheid, geen verborgen agenda’s, uitspreken wat je hoopt te bereiken. We moesten wennen aan elkaar en elkaar leren vertrouwen. Toen ik voorgedragen werd als voorzitter van het bestuur, vonden sommigen dat maar niks. Maar dat hebben ze ook gezegd. Ik heb uitgelegd wat de toegevoegde waarde kon zijn. En juist met die mensen kon ik later heel goed samenwerken. Ik moet er nu helaas mee stoppen om-‐ dat ik word overgeplaatst vanwege een andere regio-‐indeling van ons bedrijf.” Wat zou je anders doen? “Ik zou de verplichte leergang laten zitten. Als ik persoonlijk evalueer heb ik die als de minste toegevoegde waarde ervaren. Die dreef de groep meer uit elkaar dan dat we onderweg waren naar iets toe.” Wat was makkelijk? “Eigenlijk niks. Alles was nieuw. Maar daar stel je je op in. Ik houd van structuren en die konden niet. Iedereen moest zijn standaard manier loslaten en daarna ging het lopen.” Wat kun je ervan leren? “Dat nieuw niet erg is en anders leuk kan zijn. Traditioneel denken is de dood in de pot in dit soort processen.”
Wie Theo van Es, senior adviseur energieneutraliteit b ij Gemeente Apeldoorn; binnen de gemeente projectleider van de Energie Expeditie Apeldoorn en tevens lid van het bestuur van de Energie Expeditie Apeldoorn. Barbera van der Hoek, ingehuurd d oor de gemeente Apeldoorn als interim-‐ projectleider voor de Energie Expeditie. Jaap de Hoog, bewoner en lid van het bestuur van de Energie Expeditie. Karin Scholten, commercieel manager bij bouwbedrijf Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling en tot voor kort voorzitter van het bestuur van de Energie Expeditie. Wat en hoe? In 2011 organiseerde de gemeente Apeldoorn een aantal sessies ‘proeflokalen’ als gemeente, over de kansen en ontwikkelingen van de bestaande bouw. Een paar hon-‐ derd mensen van veel verschillende partijen kwamen daar: de gemeente, onderwijs-‐ instellingen, bedrijven en instellingen. Voor het onderdeel subsidiemogelijkheden had Theo van Es een A4tje van de website gehaald over Lokaal alle lichten op groen. Een aantal partijen werd enthousiast en wilde meedoen. Samen maakten zij een plan van aanpak. In de loop van de tijd haakten sommige partijen af en andere aan. In november vorig jaar kwam er groen licht van Platform 31. Met een ‘expeditie’ als metafoor begon daarna de jacht op geïnteresseerde bewo-‐ ners onder het motto: ‘het doel is helder, maar we weten niet precies wat het pad is en wat je onderweg tegenkomt’. Er waren veel belangstellenden. Dertig bewoners, met allemaal verschillende huizen, tekenden uiteindelijk de intentieverklaring. Het oudste huis is een boerderij uit de zeventiende eeuw.
Do’s en Don’ts Do’s • Vraag in een vroeg stadium een commitment van alle p artijen zodat dui-‐ delijk is welke capaciteit zij gaan inzetten voor het project. • Blijf voortdurend in contact met alle partijen en durf ze ook aan te spre-‐ ken. • Quickscans zijn een aanrader. Je krijgt inzicht in wat er moet gebeuren. De bijbehorende keukentafelgesprekken smeden een band met bewoners. Don’ts • Alles zelf gaan doen als gemeente. Waak ervoor niet alle aapjes op je schouder te nemen, ook al heb je de expertise wel in huis. • Geef bewoners niet de illusie d at ze een panklaar plan krijgen. • Leg geen dingen op. • Denk niet dat je het allemaal beter weet (als gemeente). De voorgeschiedenis en nieuws Lees er meer over op: energiesprong.nl/lokaal-‐alle-‐lichten-‐op-‐ groen/deelnemers/apeldoorn/ En op de eigen site van het project: www.energieexpeditieapeldoorn.nl. Daar delen de deelnemers hun ervaringen. Ook kun je daar de stappen zien die ze de komende tijd gaan zetten. Op het gesloten gedeelte kunnen bewoners straks zien hoe ver het is met hun huis.