Living together in a multicultural school
Eindverslag van Internationaal seminar 10 – 12 februari 2011 Driebergen, georganiseerd door CNV Onderwijs
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 1
De sociale dialoog m.b.t. de consequenties van de interculturele dialoog in het onderwijs voor de professionele ontwikkeling en de arbeidsvoorwaarden van onderwijspersoneel. EZA project nummer 04-0301-SE, georganiseerd door CNV Onderwijs ( Nederland ) 10 - 12 februari 2011 - Hotel Bergse Bossen, Driebergen
Inleiding. Het onderwijs in Europa wordt geconfronteerd met de uitdaging jonge mensen op te voeden tot interculturele dialoog, ondanks de spanning, die plaats vindt in de multiculturele omgeving. Het bestaan van sociale dialoog kan en zal er toe bijdragen dat scholen plaatsen worden van dialoog en begrip. In deze dialoog is de professionele ontwikkeling van onderwijspersoneel cruciaal. De onderwijsbonden spelen een rol bij de implementatie van de interculturele dialoog in het onderwijs en in scholen, als onderwerp op de agenda van de sociale dialoog met werkgevers en overheid. De deelnemers aan het seminar worden uitgenodigd om hun nationale en persoonlijke ervaringen te delen met collega’s uit andere landen. Het doel van het seminar is te bouwen aan de bewustwording van de implicaties van interculturele en interreligieuze dialoog in het onderwijssysteem. Het seminar is georganiseerd door CNV Onderwijs met steun van EZA en de Europese Unie. Evert W. de Jong, oud vice‐voorzitter van CNV Onderwijs was voorzitter van het seminar. 55 deelnemers uit 10 verschillende landen ( Frankrijk, België, Nederland, Polen, Cyprus, Griekenland, Litouwen, Hongarije, Portugal en Duitsland ) namen deel aan het seminar. Daarbij waren drie gasten, twee secretariaatsmedewerkers en vier tolken. Diverse Europese organisaties waren vertegenwoordigd: De Europese Unie, de Raad van Europa, Education International, ETUCE en EZA. De key‐note speaker was Professor Vermeulen van de Universiteit van Tilburg. Tijdens het bezoek aan de Marnix Academie, een lerarenopleiding in Utrecht, namen 25 studenten en 7 docenten actief deel aan de debatten. Francis Huisman, secretaris van de Commissie Internationale Zaken van CNV Onderwijs introduceerde het programma. De doelstelling van het seminar was een verkenning van de rol van de sociale dialoog m.b.t. de consequenties van de interculturele dialoog op de arbeidsvoorwaarden en professionele ontwikkeling van onderwijspersoneel. Het seminar was gericht op drie hoofdthema’s: de sociale dialoog op nationaal en Europees niveau, de school als ruimte voor dialoog, interculturele competenties en professionele ontwikkeling van leraren.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 2
Bijdragen van international experts ( Laura Cassio, Europese Unie, Josef Huber, Raad van Europa ) uit de wetenschap ( Prof. Marc Vermeulen ) en velddeskundigen ( Myrjam Lieskamp , CNV Onderwijs, Rudy van Rentergem en Gaston De la Haye ) hebben bijgedragen aan het vinden van een goede balans tussen theorie en praktijk. De deelnemers werden actief betrokken bij de discussies en het werkbezoek aan de Marnix Academie. Daarmee werd de relatie versterkt tussen het seminar enerzijds en de zeer diverse realiteit van deelnemers en de schoolpraktijk anderzijds.
Donderdag, 10 februari 2011. Opening en welkom. Michel Rog, voorzitter van CNV Onderwijs opent het seminar met een warm welkom voor alle deelnemers uit de 10 verschillende Europese landen. Hoewel er veel verschillen bestaan tussen de vertegenwoordigde landen, constateert hij, dat er ook veel overeenkomsten bestaan. Hij wijst daarbij op wereldwijde ontwikkelingen, zoals de economische crisis en migrantenstromen. Sinds 11 september 2001 kan worden geconstateerd, dat moslims in westerse landen in een moeilijke situatie verkeren. De acties van extremistische individuen en groepen geven aanleiding tot enerzijds een kritische houding en anderzijds vooroordelen. In Nederland wordt na twee politieke moorden een fel debat gevoerd over de multiculturele samenleving. In de Wet Primair Onderwijs staat dat scholen de verplichting hebben onderwijs te geven over ‘geestelijke stromingen’ in de multiculturele samenleving om daarmee te bereiken, dat er met respect wordt omgegaan met elkaars standpunten. De spreker verwijst ook naar het grote probleem, dat politici over het algemeen veel wensen formuleren, maar weinig ruimte en middelen bieden voor de implementatie van deze wensen. De heer Rog wenst het seminar inspiratie en succes bij het werk.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 3
De Heer Bartho Pronk, de nieuw verkozen voorzitter van EZA, verwelkomt de deelnemers en geeft informatie over de activiteiten van EZA in Europa. Hij wijst erop, dat het thema van dit seminar in de komende jaren belangrijker zal worden. Hij constateert, dat Europa op een kruispunt staat met betrekking tot multicultutaliteit, niet alleen vanuit de sociaal‐economische optiek, maar ook van sociaal‐cultureel perspectief. De steeds toenemende diversiteit in stemgedrag wijkt sterk af van oude patronen. We zien dat er een accent wordt gelegd op nationale en nationalistische politieke thema’s. Het is daarom belangrijk een nieuwe balans te vinden in de verschillende multiculturele opvattingen. Mevrouw Laura Cassio van het directoraat generaal voor Onderwijs en Cultuur geeft een overzicht van de politiek van de Europese Unie op het terrein van interculturele dialoog in het onderwijs. Zij wijst op twee tegenstrijdige benaderingen bij onderwijs aan migranten. Enerzijds is er sprake van structurele aspecten, zoals segregatie, vreemde talen onderwijs en gelijke kansen, anderzijds is er het relationele aspect van intercultureel onderwijs. We moeten deze beide zaken in samenhang aanpakken. Zoals in het EU Green Paper 2008 staat aangegeven, wordt vooral aandacht besteed aan de eerste en tweede generatie migranten uit zowel landen in Europa, als uit landen in de derde wereld en aan de combinatie van taal en cultuur. Het grote onderlinge verschil in het bereiken van resultaten is een probleem voor de toekomst van migranten en een uitdaging voor de samenleving en het onderwijs. Het ondermijnt de sociale cohesie en bestendigt de uitsluiting Het is een uitdaging voor het onderwijs om te leren omgaan met de diversiteit in talen en culturen en in ambitieniveaus en met de segregatie in het onderwijs. Het probleem is, dat de term interculturele dialoog niet eenduidig wordt gehanteerd. Er zijn verschillende invullingen: 1. Concrete persoonlijke samenwerking tussen leerlingen, onderwijsmethodes gericht op samen‐leren en samenwerking in de schoolomgeving. 2. Weer aandacht besteden aan ethiek en respect in scholen. Leren om zich weer veilig te voelen is een goed initiatief. 3. Kennis als een cultureel bewustzijn om stereotypen over culturen te voorkomen. Het samen bestuderen van ‘world art’ en culturen kan gebruikt worden als goede voorbeelden en als lesmateriaal. De speerpunten van de Europese Unie zijn weergegeven in het Education en Training program 2020: een studie over maatregelen voor nieuwe migranten kinderen, de start van een netwerk van experts, het inzetten van de ‘Open Method of Coordination ‘ op het terrein van cultuur en het gericht gebruiken van programma’s.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 4
Presentatie van de Key‐ note speaker. Prof. Marc Vermeulen, van de Universiteit van Tilburg vraagt aandacht voor het idee van ‘ Inclusief denken ( Feitse Boerwinkel,1967 ), het boek ‘Bowling Alone‘ van Putnam en ‘Liberty, Equality and Loneliness‘ van Geert Hofstede. We hebben veel geleerd over vrijheid en gelijkheid, maar niets over broederschap, dat veroorzaakt ‘loneliness’. In januari 2011 is een nieuw boek van Putman verschenen; ‘Still bowling alone’ De spreker geeft aan dat we een spanningsveld ervaren tussen individualisme en socialisatie. Scholen zijn bezig met het vormgeven van publieke waarden, maar de vraag is: wat is de inhoud van de publieke waarden? Wie domineert in de publieke discussie in samenleving en de school en wat is het denkkader: inclusief of exclusief ? De toepassing hiervan in onderwijs en de keuzes in scholen kunnen worden weergegeven in de volgende matrix: Inclusief denken Exclusief denken Socialisatie / enculturatie intercultureel Nationale aspecten in curriculum Kwalificaties Open, veranderbaar, dynamisch klein, stabiel en beschermend Selectie / toewijzing Kansen bieden aan allen Gericht op de beste, de slimste Leraren zijn ‘frontline professionals’ werkzaam in algemeen toegankelijke publieke organisaties. Dit houdt in, dat zij elke dag moeten omgaan met het publieke debat, leerlingen/ouders en collega’s / schoolleiding. Zij moeten leren omgaan met een geheel van inclusief en/of exclusief denken. Prof. Vermeulen presenteert vier keuze mogelijkheden. Elke keuze leidt tot veranderingen in andere gebieden. P o s it iv e in p u t o f u n io n s in b rid g in g t he Als één deel verandert, heeft dat gevolgen c o nf lic tin g lo g ic s ? voor het hele systeem. Kleine misstappen kunnen leiden tot grote gevolgen en I ns t it ut io n a l log ic In s t ru m e n ta l log ic s problemen. Tea c hin g in th e Het beroep van leraar vereist een balans f r on tli ne tussen ‘commitment en competentie’, zeker C ultu ra l lo gic s S it ua tio na l lo g ic s op het terrein van interculturele dialoog. De key‐note speaker toont ons het beeld van de ijsberg, een klein deel is zichtbaar en het grootste deel is onzichtbaar onder het wateroppervlak. In de top van de ijsberg bevinden zich basisvaardigheden, kennis en bekwaamheden om samen te werken. Onder de waterlijn vinden we houdingen, morele standaarden en ethiek, op de bodem treffen we aan het zelfbeeld, motieven, overtuigingen en betrokkenheid. Hij concludeert, dat de top van de ijsberg kan veranderen, maar de meest belangrijke verandering vindt plaats in de mens, in het lager deel van de ijsberg; dit is niet eenvoudig te veranderen, inclusief denken is niet eenvoudig. Hij presenteert een aantal lastige vragen: Zijn leraren ‘super mensen; is het een roeping of een baan? - Kan een leraar lid zijn van een politieke partij met racistische ideeën, gericht op uitsluiting? - Beschermen onderwijsbonden de eigen leden of zijn zij gericht op het werven van nieuwe leden? - Hebben onderwijsbonden opvattingen over zwarte en witte scholen? - Kunnen vakbonden bruggen slaan tussen de ‘conflicting logics’ uit het schema?
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 5
Aan het eind van zijn inleiding verwijst Prof. Vermeulen naar het boek ‘The Open Society and its Immigrants (2010) van de Nederlandse socioloog Paul Scheffer. De inhoud is van belang voor het onderwerp van dit seminar. In vijf werkgroepen wordt vervolgens gesproken over de ‘lastige’ vragen van Prof. Vermeulen. Respect, tolerantie, acceptatie en inclusief denken is de basis voor de interculturele dialoog, met name op schoolniveau. Elke groep wordt gevraagd na te denken over een aantal vragen, die betrekking hebben op scholen als ruimte voor dialoog, inclusief de sociale dialoog en op democratisch bestuur. Er wordt een voorbeeld gegeven over de praktijk in Cyprus. Men is daar begonnen de twee delen van het eiland samen te voegen en vervolgens heeft men gezamenlijk de verantwoordelijkheid genomen de geschiedenis te herschrijven. In de groepen wordt een groot aantal voorbeelden genoemd van praktijken in de verschillende landen. De groepen vinden het niet eenvoudig om de vragen te beantwoorden. De basisgedachte is goed, maar het is moeilijk te realiseren. In sommige landen is multiculturaliteit geen issue in onderwijs. In andere landen zijn er wettelijke regelingen en speciale faciliteiten om discriminatie tegen te gaan. Zelfs daar is interculturele dialoog niet altijd succesvol. Er is behoefte aan inspirerende politici en inspirerende schoolleiders en leerkrachten. In verschillende landen vindt segregatie plaats in scholen. De sociaal‐ economische, etnische en sociaal‐ culturele achtergrond van leerlingen en ouders is de belangrijkste factor, die een rol speelt bij integratie. Enkele deelnemers zijn van mening, dat de rol van onderwijsbonden bescheiden is en het onderwerp geen prioriteit heeft in het dagelijks werk van de bond. De interculturele dialoog moet een belangrijk onderdeel zijn in de lerarenopleiding. Om effectief te zijn bij intercultureel onderwijs, moet het in de ‘harten’ van de leraren een plek hebben.
Vrijdag 11 februari 2011.
Sociale dialoog op nationaal niveau. De deelnemers aan het seminar hebben een vragenlijst ontvangen om een beschrijving en een beoordeling te geven van de sociale dialoog en de relatie met interculturele dialoog in hun land. Uit de antwoorden is duidelijk, dat hoewel er een wettelijke basis is voor sociale dialoog in de verschillende landen, de praktijk over het algemeen zeer onbevredigend is. In alle landen is de interculturele dialoog geen apart thema, maar in de meeste gevallen is het onderdeel van algemeen beleid. Na de presentatie van de resultaten van de vragenlijsten door Myriam Lieskamp en Gaston De la Haye wordt aan de hand van de volgende vragen in groepen gesproken: Wat is de belangrijkste taak voor vakbonden om bruggen te bouwen tussen de ‘logics’ zoals ze zijn gepresenteerd door Prof. Vermeulen? Kan de interculturele dialoog een nieuw onderwerp zijn in de onderhandelingen met werkgevers en regeringen? Er wordt voorgesteld om in de lerarenopleiding aandacht te besteden aan professionele ethiek, waarden en mensenrechten.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 6
De persoonlijkheid van de leraar is belangrijker dan zijn/haar vaardigheden. In het curriculum moet aandacht zijn voor het leren besluiten te nemen op schoolniveau en in de schoolomgeving. Vakbonden kunnen hiervoor aandacht vragen bij de lerarenopleidingen. Wat nodig is, is een mentaliteitsverandering bij ouders, leraren en studenten ten aanzien van respect, tolerantie, acceptatie en inclusief denken. Onderwijsbonden moeten blijven aandringen om ruimte en tijd gefaciliteerd te krijgen voor de interculturele dialoog in de scholen. Er moet op drie niveaus worden geïnvesteerd: schoolleiders, leraren en leerlingen/ouders.
Het Pestalozzi Programma. De heer Josef Huber, directeur van het Pestalozzi‐programma van de Raad van Europa geeft informatie over activiteiten gericht op professionele ontwikkeling, die worden aangeboden aan professionals in het onderwijs. Hij geeft aan, dat onderwijsbonden al vele jaren een natuurlijke partner zijn van de Raad van Europa. Sinds 1949 is de Raad van Europa nauw betrokken bij de ontwikkelingen op het terrein van democratie, mensenrechten en wetgeving. Hij presenteert het Pestalozzi programma en de kansen voor deskundigheidsbevordering voor leraren in 50 landen. Onderwijs moet een belangrijke rol spelen om duurzame democratische samenlevingen te ontwikkelen. Het huidige onderwijs is meer gericht op kennis en vaardigheden dan op gedrag; het accent zou juist omgekeerd moeten liggen. Leraren zijn niet meer de enige bron van kennis en leren voor de leerlingen. Ze moeten nu ook leren hoe je moet samenleven in een multiculturele samenleving. Intercultureel is leren samen leven in verscheidenheid, dat betekent: - Bekwaamheidsvorming voor wederzijds begrip is het hart van onderwijs. - Intercultureel onderwijs is niet een rookgordijn voor sociale ongelijkheid. - Leren om te gaan met meervoudige identiteit en wat daar bij hoort. - Benader cultuur als een dynamische veranderingsproces. - Benader het individu als iemand die verantwoordelijk is voor deze verandering. Intercultureel onderwijs gaat niet over de ander, maar hoofdzakelijk over onszelf. Aan het eind van zijn betoog introduceert de heer Huber een nieuw ‘Open social network’ speciaal voor professionals op het gebied van onderwijs: het Pestalozzi programma. http://www.coe.int/pestalozzi.
HRM in het onderwijs in relatie tot de interculturele dialoog in het onderwijs. Mevrouw Myriam Lieskamp, senior beleidsmedewerker van CNV Onderwijs start met twee vragen: Wat voor scholen hebben we nodig in de 21e eeuw en wat voor leraren?
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 7
Verwijzend naar EU‐ documenten en enkele andere studies zijn er naar haar mening drie basisprincipes voor interculturele bekwaamheden in de samenleving: ze zijn er voor alle burgers, het heeft betrekking op culturele en economische verschillen en ze vereisen speciaal gedrag, motivatie en specifieke vaardigheden. Zij wijst op de noodzaak van het ontwikkelen van de volgende bekwaamheidseisen voor leraren: interpersoonlijke competentie, pedagogische competentie, bekwaamheid op het terrein van kennis en methodes, bekwaamheid om samen te werken met collega’s, om samen te werken met de schoolomgeving, competentie om te reflecteren en te ontwikkelen en de interculturele competentie. In Nederland zijn de onderwijsbonden betrokken bij de ontwikkeling van deze competenties en de registratie van leraren eens in de vijf jaar. De leraar krijgt 160 uur per jaar voor activiteiten gericht op professionele ontwikkeling, dit wordt betaald door de werkgevers en de overhead en is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de implementatie van de interculturele dialoog in scholen is gemotiveerde en deskundige schoolleiding, goede schoolorganisatie en goede toepassing van ‘human resource management’ noodzakelijk. De verantwoordelijkheid van de schoolleiding is onmiskenbaar bij het ontwikkelen van kwaliteit, bij relaties met partners, voor HRM‐strategieën, die zijn gebaseerd op coaching en het motiveren en op het faciliteren van verscheidenheid.
Bezoek aan de Marnix Academie in Utrecht. De deelnemers aan het seminar hebben een bezoek gebracht aan de Marnix Academie, lerarenopleiding in Utrecht voor een aantal interessante bijeenkomsten met het management, de onderwijsstaf en de studenten. Gerben de Vries, docent aan de Marnix, bij het nagesprek en de evaluatie van het bezoek. De Marnix Academie heeft een sterk ideologische gefundeerde identiteit. De basisgedachte van Levinas is door de Marnix Academie vertaald naar een visie op het beroep van de leraar. Sleutelbegrip voor het denken van Levinas is de fundamentele oriëntatie op de ander, de Ander. Dit begrip is zeer relevant voor de interculturele dialoog in scholen en in de samenleving. Het schoolbezoek en de discussie met studenten en onderwijsstaf heeft diepe indruk gemaakt op de deelnemers aan het seminar. De resultaten van de groepsdiscussies worden in het seminar teruggekoppeld met de volgende uitspraken: Behandel mensen als mensen, niet als man/vrouw, lid van een bepaalde culturele groep, lid van een minderheid. Richt je aandacht op het individu; leraren moeten uiteraard voldoende tijd en faciliteiten hebben om dit te realiseren. Het recht om verschillend te zijn is het belangrijkste. Wees verschillend in wie je bent. Binnen één cultuur zijn verschillen. Je kunt geen culturen ontmoeten, je ontmoet mensen met verschillende culturele achtergronden In de scholen tellen niet alleen de leerlingen, maar ook hun ouders. De school moet er voor zorgen dat ouders weten en begrijpen wat in de school gebeurt.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 8
Diversiteit wordt meestal omschreven als probleem in plaats van als kans. Als de leraar belangstelling heeft voor culturele verschillen, zullen de kinderen dat van hem leren. De leraar moet zich bewust zijn van zijn eigen cultuur en identiteit. Hij/ zij moet intuïtie, flexibiliteit en improviseren ontwikkelen. Studenten vragen om meer tijd in de lerarenopleiding voor hun persoonlijke vaardigheden voor het ontwikkelen van hun eigen persoonlijkheid Ouders en leerlingen moeten leren om te gaan met veranderingen en kansen om staande te blijven in de samenleving. In de Marnix Academie kunnen de studenten zichzelf zijn, iedereen kent elkaar. Dit wordt als positief gezien bij de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, die nodig zijn in een multiculturele school. Zij willen meer tijd voor het opdoen van ervaringen in een multiculturele school om een betere balans te krijgen tussen theorie en praktijk. De Marnix Academie heeft aan de bestaande bekwaamheidseisen een extra competentie toegevoegd: de bekwaamheid tot inspiratie en normatieve actie.
Werkgroepsessie in de Marnix Academie
Zaterdag 12 februari 2011. De Europese Sectorale Sociale dialoog op het terrein van onderwijs. Dhr. Rudy van Renterghem, plaatsvervangend secretaris generaal van COC in België en lid van Europese sectorale sociale dialoog, geeft een overzicht van de ontwikkelingen en perspectieven voor Hij wijst erop, dat de sociale dialoog van vitaal belang om het doel ‘kwaliteit voor allen’ te bereiken. De spreker refereert aan vier ILO Conventies: De vrijheid om samen te komen en de bescherming van het recht om zich te organiseren (Conventie 87, 1948 ) Het recht om collectieve onderhandelingen te voeren (Conventie 98, 1949 ) Conventie 151, 1978 rechten van arbeidsvoorwaarden voor personeel in publieke dienst. De conventie m.b.t. c.a.o.’s 1981, 154, De spreker geeft een beeld van het klimaat voor sociale dialoog in verschillende landen.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 9
In Europa is de sociale dialoog deel van het Europese sociale model en een van vier pijlers van de algemene Europese sociale politiek, naast wetgeving op dit terrein, de “Open Method of Coordination en het Europees Sociaal Fonds ( ESF ) In artikel 152 van het verdrag van Lissabon staat duidelijk: De Europese Unie erkent en bevordert de rol van de sociale partners binnen hun werkgebied, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van de nationale systemen. Het zal met respect voor hun autonomie de dialoog tussen sociale partners faciliteren. In het besluit van de Commissie van 20 mei 1998 zijn de regels vastgesteld voor de totstandkoming, representativiteit en werkwijzen van sectorale comité’s bedoeld als eenheden voor consultatieve, gemeenschappelijke initiatieven en onderhandelingen. De Europese sociale dialoog heeft twee verschijningsvormen: een tripartite dialoog, waaraan ook overheden deelnemen en een bipartite dialoog tussen Europese werkgevers en organisaties van vakbonden. De commissie heeft in juni 2010 het voorstel gedaan te komen tot de ESSDE, de Europese Sectorale Sociale Dialoog voor Educatie met de bedoeling om kansen in Europese Onderwijssector samen met de leraren, trainers, docenten, en werkgevers uit Europa op te pakken. Dit nieuwe comité brengt Het Europese Vakbondscomité voor Onderwijs ( EVO / ETUCE ) en de Europese Federatie van onderwijswerkgevers ( EFEE ) samen aan tafel. Het ESSDE werkprogramma voor 2010‐2011 is gericht op de volgende thema’s voor werkgroepen: Kwaliteit van onderwijs en Demografische uitdagingen. ESSDE werkt ook aan twee verklaringen over de EU ‘Teaching and Training 2020 goals’ Er is een gezamenlijke verklaring over investeringen in de toekomst en een tweede over gezamenlijke richtlijnen van Life Long Learning. Naar verwachting zal de ESSDE meer gezamenlijke verklaringen en standpunten opstellen en zal worden gewerkt aan mogelijkheden om de Europese benadering van onderwijs te versterken.
De volgende stappen. Dhr Gaston De la Haye, senior adviseur van de Algemeen secretaris van Education International, formuleert de belangrijkste uitkomsten van het seminar en maakt enkele opmerkingen over de volgende stappen. Hij heeft grote waardering voor de presentaties van Marc Vermeulen, Josef Huber, Myriam Lieskamp en Rudy van Renterghem en voor de resultaten van de werkgroepen. Hij geeft een samenvatting van de volgende conclusies van de werkgroepen. Het recht om verschillend te zijn is de basis voor de interculturele dialoog. Verschillend zijn is wat je bent. Je moet je bewust zijn, dat in elke cultuur ook persoonlijke en culturele verschillen voorkomen. Bij contact tussen mensen ontmoet je altijd personen met een eigen identiteit. Om te slagen zijn nodig: respect, elkaar accepteren en een inclusieve wijze van denken. Het debat over de culturele dialoog tussen leden van bonden moet in alle activiteiten van de bond starten en geconsolideerd worden. Dit stimuleert een noodzakelijke manier van inclusief denken, die nodig is voor de interculturele dialoog als bijdrage aan in het proces op weg naar duurzame democratische samenlevingen voor oude en nieuwe inwoners. Er is overeenstemming om de interculturele dialoog op de onderhandelingstafel over sociale dialoog met werkgevers en overhead te leggen
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 10
De bonden hebben een belangrijke taak om te vragen om meer tijd en faciliteiten om samen leren leven in een multiculturele school te realiseren. Dit betekent ook, dat de bonden het onderwerp interculturele en sociale diversiteit bevorderen als belangrijk thema in het opleidingsprogramma van leraren en bij de nascholing. Leraren moeten bekwaamheid verkrijgen voor het realiseren van de interculturele dialoog in de scholen. De deelnemers stemmen in met de verklaring van de EVO, dat het voor het slagen van de culturele dialoog in de school drie partners nodig zijn: schoolleiding, leraren en leerlingen ( en hun ouders )
Deze resultaten maken duidelijk, dat het gaat om lange termijn politiek en om verdere bespreking van de conclusies. In enkele landen moet de discussie nog beginnen, in de meeste landen hebben de bonden nog veel te doen rond de implementatie van de culturele dialoog in onderwijs en in de school, maar ook om het aan de orde te stellen en te houden in de sociale dialoog op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het zou goed zijn om een nieuw seminar over dit onderwerp te houden, zodat we onze ervaringen in de verschillende landen van Europa kunnen delen. Misschien kunnen een of meerdere organisaties, die hier aanwezig zijn de taak, die CNV Onderwijs heeft uitgevoerd in de afgelopen dagen met steun van EZA en de Europese Unie van hen overnemen.
Slotopmerkingen Mevrouw Roswitha Gottbehut, algemeen secretaris van EZA ( Europäisch Zentrum für Arbeitsnehmerfragen) , is het eens met de opmerkingen, die Gaston De la Haye zojuist heeft gemaakt. Zij verwijst daarbij naar de politieke situatie in de verschillende landen, waar de culturele dialoog terzijde is geschoven vanwege de economische crisis en waar gezegd wordt, dat de interculturele samenleving is mislukt. Het zwakke punt in de politiek is de termijn van vier jaar voor verkiezingen van politici; daardoor is er een gebrek aan continuïteit in de discussie over onderwerpen die te maken hebben met onderwijs en hetzelfde geldt voor multiculturele onderwerpen in de samenleving. EZA is elk jaar bij haar activiteiten afhankelijk van de steun van de Europese Unie. Maar EZA wil trachten steun te geven aan onderwijsbonden bij het organiseren van seminars, zoals we vandaag afsluiten. De kwaliteit van het seminar was hoog, niet alleen de presentaties, maar ook de werkgroepen en dat is ook een groot compliment aan de organisatoren. Zij spreekt haar grote waardering voor het feit, dat enkele bonden de taak van CNV Onderwijs in dit seminar willen overnemen. Dhr. Cees Kuiper, algemeen secretaris van CNV Onderwijs, sluit het seminar en noemt enkele leerervaringen van de afgelopen dagen.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 11
Hij benadrukt, dat voor CNV Onderwijs het besluit om het seminar te organiseren niet eenvoudig was. Niet alleen de keuze van het thema: multiculturaliteit in de samenleving en het onderwijs, maar ook de mogelijk financiële problemen werden als obstakel gezien. In de afgelopen vijf jaar heeft CNV Onderwijs beleid ontwikkeld rond het onderwerp diversiteit. CNV Onderwijs had verschillende werkgroepen voor etnische minderheden, voor vrouwen, voor jongeren, voor homo’s en lesbiennes en voor vervroegd gepensioneerden. Afzonderlijk trachten zij hun specifieke problemen op te lossen. Nu werken al deze groepen samen in een Commissie Diversiteit van de bond, die actief bezig is het onderwerp op de agenda te zetten op alle niveaus binnen de bond; de Algemene Vergadering, maar ook in seminars en andere activiteiten van de verschillende onderwijssectoren. Op deze manier is de betekenis en het belang van Diversiteit overal in de bond aanwezig. Deze ontwikkeling maakte het voor ons eenvoudiger om de kans het seminar te organiseren op te pakken. Binnen CNV Onderwijs hebben we geleerd ons bewust te zijn van de diversiteit aan culturen waarin we leven en zijn we ons meer bewust van de problemen die onze leden in de school ondervinden. Cees Kuiper bedankt de organisatoren van het seminar; zij hebben goed werk verricht door kwalitatief goede sprekers te vinden en goede vragen te formuleren voor de werkgroepen. Hij rekent er aan het einde van het seminar op, dat de deelnemers hun ervaringen in hun eigen bonden zullen integreren. Als partners zullen we allemaal in een positie zijn om interculturele dialoog in het onderwijs en de samenleving een belangrijke impuls te geven Hij sluit het seminar en wenst de deelnemers een veilige thuisreis.
Evaluatie Als evaluatie kunnen we zeggen, dat in het seminar, zowel wat betreft het programma als wat betreft de inhoud goed heeft aangesloten bij de drie beoogde doelstellingen.
Programma:
Sociale dialoog op nationaal en international niveau is aan de orde gekomen, de relatie met de interculturele dialoog is in twee sessies verkend. Scholen als ruimten voor dialoog en de rol van de sociale dialoog op schoolniveau, de rol van de school in de samenleving, het belang van participatief en democratisch leiderschap en schoolleiding kwamen in drie sessies aan de orde. Intercultureel Onderwijs en professionele ontwikkeling kwam breed aan de orde kreeg veel aandacht door de presentatie van het EU Groenboek over migratie, de bijdrage van Prof. Vermeulen, het Pestalozzi programma van de Raad van Europa en speciaal in de gesprekken met studenten en docenten gedurende het bezoek aan de Marnix Academie.
Inhoud: 1.
De rol van vakbonden en de sociale dialoog a. Sociale dialoog op schoolniveau is van groot belang, maar in de praktijk is deze nog onvoldoende. Omdat Intercultureel onderwijs geen expliciet onderdeel is van de sociale dialoog moet het op de agenda blijven van onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden en professionele ontwikkeling. b. De Europese Unie dient de sociale dialoog te koesteren als waarde, die verankerd is in de EU verdragen en de constitutie, maar de praktijk van de sociale dialoog is onvoldoende. Onderwijsbonden moeten model staan bij het omgaan met diversiteit.
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 12
2.
Rol van leraren en scholen. a. Scholen moeten ruimten zijn voor dialoog / voor de ander. In deze van de school hebben schoolleiders en management en hun relatie met partners en de samenleving een sleutelpositie. b. Leraren zijn ‘frontline actors’ en bruggenbouwers, professionals, die moeten kunnen deelnemen aan nascholing. Lerarenopleidingen spelen hierbij een centrale rol. 3. Interculturele dialoog. a. Leren om te gaan met diversiteit en verschillende identiteiten is de enige manier vooruit op weg naar een multiculturele samenleving. Maar diversiteit komt overall voor en is niet alleen het resultaat van migratie. b. Vandaag de dag is behoefte aan minder statements en meer gedragsverandering, waarbij de rol van onderwijs en de leraar belangrijker is dan ooit. Ter gelegenheid van het seminar is een persbericht uitgegeven door CNV Onderwijs. En Schooljournaal, het magazine van CNV Onderwijs heeft een artikel gepubliceerd. Documenten, portfolio en verslagen zijn beschikbar op de website van CNV Onderwijs: www.cnvo.nl/livingtogether Seminar Secretariaat Projectgroep Rapporteurs Irène Bekkers Evert W. de Jong Jan Telleman Gusta Bakker Francis Huisman Herman Brinkhoff Gaston De la Haye
Georganiseerd met steun van EZA en de Europese Unie
Pagina 13