Liturgie bij de uitvaart van
Jan van Well Kruisheer
Uden, 18 januari 2012
om de kracht, die wijkt, om de avond die valt,
Welkom en begroeting
Aansteken van de kaarsen
A.
om de stilte, die te groot wordt, om het licht dat te fel wordt, om de handen, die doelloos rusten,
Lied Licht dat ons aanstoot in de morgen Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan. Koud, één voor één en ongeborgen, licht, overdek mij, vuur mij aan. Dat ik niet uitval, dat wij allen, zo zwaar en droevig als wij zijn, niet uit elkaars genade vallen, en doelloos en onvindbaar zijn. Licht van mijn stad, de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen, of ergens al de wereld daagt. Waar mensen waardig leven mogen, en elk zijn naam in vrede draagt. Alles zal zwichten en verwaaien, wat op het licht niet is geijkt. Taal zal alleen verwoesting zaaien, en van ons doen geen daad beklijft. Veelstemmig licht om aan te horen, zolang ons hart nog slagen geeft. Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Heer, ontferm U
A.
Heer, ontferm U om de dagen, die voorbijgingen, om de dromen, die verloren raakten, om de vrienden, die zijn heengegaan,
A.
Heer, ontferm U
Gebed Goede God, U gunt ons het licht van onze ogen, U hebt onze geboorte gewild. Niet voor het duister hebt U ons gemaakt, niet voor de dood, maar om te leven naar U toe, van ganser harte. Wij bidden U, geef uw heerlijkheid en uw licht aan Jan van Well die van ons is heengegaan. Laat hem vreugde en geluk vinden bij U, onze God, omwille van Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Eerste lezing van Johannes van het Kruis. Om ontferming Om het oog, dat verdonkert,
Wat gaat er gebeuren aan de andere kant wanneer alles voor mij zal tuimelen in de eeuwigheid……..
Ik weet het niet! Ik geloof, ik geloof alleen dat een grote liefde mij wacht. Ik weet echter wel dat ik dan, arm en berooid, het gewicht van mijn leven door God zal laten dragen. Nee, ik geloof, ik geloof stellig dat een grote liefde mij wacht
Lied Een lied op dood en leven
Als mijn uur nabij is dat de stem van de eeuwigheid mij uitnodigt door de poort te gaan, zal ik, wanneer ik die stap van de dood zet, nog sterker geloven, wat ik altijd geloofd heb. Gaandeweg loop ik naar een liefde, ik strek mijn armen uit naar die liefde, zachtjes daal ik af in het leven. Als ik sterf, huil dan niet, liefde neemt mij vredig op. Als ik bang ben… en waarom niet? herinner er mij dan telkens aan, eenvoudigweg, dat een grote liefde op mij wacht. Mijn Verlosser zal voor mij de poort openen naar de vreugde, naar zijn licht.
Allen (A): 2.
Gods woord roept door de tijden zijn volk en grijpt het aan. Hij doet het uitgeleide het moet de zee ingaan.
Ja, Vader, zie ik kom naar U toe. Als een kind stort ik mij in Uw liefde, Uw liefde, die mij wacht.
Allen (A): 4.
Wij werden nieuw geboren toen de mens Jezus kwam,
die als een slaaf de zonde der wereld op zich nam. Koor (B): 5.
Met Hem in geest en water tot zoon van God gewijd, zijn wij met hem begraven, verrezen voor altijd.
Allen (A): 6.
Gestorven voor de zonde, in Jezus' bloed vereend en met elkaar verbonden, levend voor God alleen.
Koor (B): 7.
Wie Jezus' kelk wil drinken, zijn doop wil ondergaan, zal in de dood verzinken en uit die dood opstaan.
Allen (A): 8.
Hij zal zijn leven geven, hij maakt zichzelf tot brood hij sterft en and'ren leven, hij overleeft de dood.
Koor (B): 9.
Wie weerloos in de aarde als graan gestorven is, wordt tot het brood verzameld dat aller leeftocht is.
Allen (A): 10. O Heer, Gij zult ons breken en geven aan elkaar. Uw tafel is het teken, uw vrijmacht maakt het waar.
Evangelie (Joh. 17, 20-23)
Ik bid voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in mij bent en ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en U in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U mij liefhad.
Overweging Voorbeden Laat het stil worden in onszelf en keren wij ons hart tot God, Schepper van alle leven. God wij hangen aan het leven, tot op hoge leeftijd toe. Om te leven zijn wij geboren. Door Uw belofte weten wij, dat de dood het einde niet is, Maar het begin van het Nieuwe Leven. Heer hoor mijn gebed, Heer hoor mijn gebed. Als ik roep, antwoord mij. Heer hoor mijn gebed, Heer hoor mijn gebed. Kom en luister naar mij. God wij bidden u voor mensen die in het zicht van de dood de hoop weten te bewaren. Voor hen die eenzaam sterven; voor allen die onschuldig sterven door oorlog, honger en geweld, voor hen die niet durven te sterven. Laat hen zonder angst en met vreugde Het Nieuwe Leven tegemoet treden Heer hoor mijn gebed…
En Jezus sprak: God wij bidden U
Voor onszelf en allen die met ons toeleven naar het Nieuwe Leven; dat het ons zal raken, ons geloof verdiept, onze liefde echter maakt en licht brengt in het donker. Laat ons zonder angst en met vreugde geraakt worden door het Nieuwe Leven. Heer hoor mijn gebed… Laat ons bidden voor hen die ons bijzonder gebed hebben gevraagd:……… Laat onze dierbaren zonder angst en met vreugde deelnemen aan het Nieuwe Leven. Heer hoor mijn gebed… God van leven en levenden, U weet dat wij moeten sterven om te Leven. In U durven wij uit te spreken: geef aan allen. die verwachtingsvol uitzien naar het Nieuwe Leven en alle dierbare overledenen, de vrede waarnaar wij zoeken, bij U, in alle eeuwigheid. Amen.
Pauze en klaarmaken van de tafel Lied Een lied van het brood ten leven
2. Waar velen zijn gestorven hebt Gij ons honderdvoud een nieuw bestaan verworven
Gij zijt ons lijfsbehoud. V.
Ja, God, het is goed dat wij U samen danken, dat al wat adem heeft U looft, Want U bent de Vader van de mensen U hebt ons voor elkaar gemaakt: de liefde tussen man en vrouw is uw geheim: van U komt de zorg van ouders, de aanhankelijkheid van kinderen, het verlangen van elk mensenhart om goed te zijn.
A.
God, wij danken U voor allen, die ons helpen en troosten, die bij ons blijven in uren van nood en eenzaamheid, die ons de weg wijzen door het leven en die ons vergeven als wij verkeerd doen. Wij danken U ook voor het goede dat wij mogen doen, voor ons werk. en voor het geluk dat wij aan anderen mogen geven.
V.
God van de mensen wij prijzen U om de edelste mens, die deze wereld ooit heeft voortgebracht; Jezus Christus, uw Zoon. Hij heeft ons voorgedaan, hoe wij moeten leven en sterven. Hij heeft ons geleerd, wat goedheid is en trouw, gehoorzaamheid en liefde. Samen met Hem en met zijn Kerk van heel de wereld, willen wij U danken, loven en prijzen en wij zeggen:
A.
Heilig, heilig, heilig, de God der hemelse machten. Vol zijn hemel en aarde van uw heerlijkheid. Hosanna in den hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren. Hosanna in den Hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
3. Gij roept ons uit de zonde, Gij maakt ons brood en wijn, om met elkaar verbonden opnieuw uw volk te zijn. Refrein: Neemt Gods woord… 4. O lichaam ons gegeven o Heer van ons bestaan, geef dat wij van U leven en niet verloren gaan . 5. Heer God, hier in ons midden, maak uw belofte waar. Nu laat uw woord geschieden en schenk ons aan elkaar. Refrein: Neemt Gods woord…
Gebed over de gaven Heer God, Vader, midden in de dood staan wij in het leven. Wij danken U voor die Ene, die het Brood breekt en de Wijn schenkt, opdat wij zouden delen en geven voor elkaar. Aanvaard onze gaven om Zijnentwil en neem ons op, ooit, in uw hemelse vreugde, eindeloos, voor altijd. Amen.
Eucharistisch gebed V. A. V. A. V.
De Heer zal bij u zijn. De Heer zal u bewaren. Verheft uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Hosanna in den hoge. V.
Goede God, wij geloven, dat U woont in het ontoegankelijk licht; groot en heilig. Niemand heeft U ooit gezien. En toch geloven wij, dat U een God van mensen bent; zo gewoon en eenvoudig en midden onder ons. U bent ons zo nabij als het hart van de ander, als liefde van mensen onder elkaar.
A.
Zó bent U ons verschenen in Jezus, Uw Zoon, Hij heeft ons geleerd dat U onze Vader bent; goed en mild, vol menselijke liefde. Rondom deze tafel heeft Hij ons verzameld als kinderen van één gezin.
V.
In die laatste nacht waarin Hij verraden werd, toen Hij wist dat zijn uur was gekomen, gaf Hij zijn vrienden het teken van liefde tot het uiterste. Hij nam het brood van de tafel in zijn handen Hij dankte U en bracht U lof. En met zijn vrienden heeft Hij toen het brood gebroken met de woorden: NEEMT DIT BROOD EN EET ERVAN WANT DIT IS MIJN LICHAAM, DAT VOOR U GEGEVEN WORDT. Zo nam Hij ook de beker in zijn handen. En weer dankte Hij U en gaf de beker aan zijn vrienden met de woorden: DRINKT HIERVAN ALLEN. WANT DIT IS HET NIEUWE VERBOND IN MIJN BLOED, DAT VERGOTEN WORDT VOOR U EN ALLE MENSEN TOT VERGEVING VAN ZONDEN.
A.
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.
V.
Hij stierf, omdat Hij trouw was aan Uw opdracht en goed was voor de mensen bovenmate. En daarom zal Hij tot het einde van de tijden blijven leven als de Heer van allen die geloven.
A.
Goede God, Wij vouwen onze handen en vragen U, dat de Geest van Jezus Christus onder ons mag wonen. Open onze ogen voor de nood in de wereld, breng alle volken en rassen, alle rangen en standen tezamen in Uw Rijk, dan wordt deze aarde opnieuw bewoonbaar door onze goedheid en menselijkheid. En dan wordt door Hem en met Hem alle eer gebracht aan U, God onze Vader, samen met de heilige Geest in de eeuwen der eeuwen. Amen
V.
Laten wij bidden tot God onze Vader, met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
A.
Onze Vader, die in de hemel zijt; uw naam worde geheiligd; uw rijk kome; uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven; en leid ons niet in bekoring; maar verlos ons van het kwade. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen.
Vredesgebed Geen toeval leidt ons leven, geen blinde macht heerst over ons, geen kille natuurwet bepaalt ons begin en einde; geen noodlot is ons beschoren, niet de onvermijdelijke loop der dingen; niet: het moet zo zijn en kan niet ander, ook niet: wat hangt ons boven het hoofd….? Geen God, door mensen ontworpen, geen dreigende, op afstand, onberekenbaar; geen oog dat alles ziet, geen macht, geen vuist die ijzer regeert. Maar een God die met ons meetrekt op onze levensweg, door water en woestijn, door lief en leed, tot over de grenzen van dood; zijn naam is: “Ik zal er zijn voor jou” Waar mensen met elkaar verbonden zijn, niet alleen hun “geloof” met elkaar delen, maar ook hun twijfels en hun vragen, hun gevecht om God en om toekomst, daar is Hij in ons midden als een bron van vrede…… En de vrede des Heren zij altijd met u. Geef elkaar dan een teken van vrede.
Communie Lied Psalm 25 III
Slotgebed Goede God, het brood is gebroken, de wijn vergoten, de tafel is leeg. Er blijft een lege plaats over. Wij bidden U, vul deze leegte met uw aanwezigheid, met uw bemoediging en uw troost. Ons hart staat er open voor, want in dit samenzijn hebben wij uw bedoelingen met ons opnieuw gehoord. Mogen wij onderweg bij elkaar vrede en geluk vinden. Gezegend is Uw naam en de naam van ons familielid, onze medebroeder en vriend Jan van Well tot in eeuwigheid. Amen.
Absoute Om de laatste eer te brengen aan Jan van Well broer, zwager, medebroeder en vriend, om recht te doen aan zijn leven en sterven, staan wij hier rondom het dode lichaam dat ons van hem is overgebleven. Wij houden onze ogen gericht op het kruis van Jezus Christus en wij spreken uit in tastend geloof, dat dit het einde niet is; dat onze God een God van levenden is. Meer dan zijn lichaam zal ons zijn naam bij blijven; de naam die wij hier uitspreken met eerbied en genegenheid: Jan van Well En wij bidden: Heer God, herinner U zijn naam, die hij van mensen heeft ontvangen
en waarin hij gekend wordt en bemind, ook al is hij gestorven; die naam die Gij geschreven hebt in de palm van uw hand. Ten teken van onze hoop dat God aan deze mens en aan ons allen een nieuw en onsterfelijk lichaam zal geven, en om te getuigen van ons geloof in de verrijzenis, gaan wij dit lichaam zegenen in de naam van de Vader, de Zoon en heilige Geest. Amen. Laat ons dan nu gaan in vrede, om hem, die wij in dit uur voor het laatst in ons midden mochten hebben, weg te dragen naar zijn graf. Wij geven hem uit handen, wij leggen hem neer in de handen van de levende God, in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Slotlied
Lied van de opstanding
2. De ballingen keren. Zij keren met blinkende schoven. Die gingen in rouw tot aan de einden der aarde, één voor één, en voorgoed, die keren in stoeten. Als beken vol water, als beken vol toesnellend water, schietend omlaag van de bergen, als lachen en juichen. Die zaaiden in tranen, die keren met lachen en juichen. 3 . De dode zal leven. De dode zal horen: nu leven. Ten einde gegaan en onder stenen bedolven: dode, dode, sta op, het licht van de morgen. Een hand zal ons wenken, een stem zal ons roepen: Ik open hemel en aarde en afgrond en wij zullen horen en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven.
A DIEU Ze zijn ons maar geleend de vele mooie dingen die lief, vertrouwd en veilig ons dagelijks omringen. Het is ons m aar geleend gezondheid, welvaart, leven en wij pakken het aan als was het ons maar gegeven. Het is ons maar geleend alles waarvoor wij sparen alles wat wij beminnen alles wat wij bewaren. Ze zijn ons maar geleend de vele aardse dingen ons onbetwistbaar eigendom zijn de herinneringen.