Nummer 15 | 17 april 2008 | Uitgave Directie Voorlichting en Communicatie Ministerie van Defensie
Pagina 3 ‘Achter elke vallei zit een verrassing’
Pagina 4 SAR als onderdeel van opleiding tot boordvlieger
Middenkatern Het militaire boegbeeld van Defensie
Pagina 5 Mariniersbijdrage: ‘Bescheiden maar relevant’
Pagina 6 ‘Je leert hier anders en ruimer te denken’
WISSELING VAN DE WACHT DEN HAAG - Generaal Peter van Uhm is vanaf vandaag, donderdag 17 april, de nieuwe Commandant der Strijdkrachten. Hij neemt de taken over van generaal Dick Berlijn, die in 2004 aantrad als laatste Chef Defensiestaf en in september 2005 werd benoemd in de nieuwe functie van Commandant der Strijdkrachten. Ter gelegenheid van de commando-overdracht telt de Defensiekrant deze week vier extra pagina’s. Hierin spreken de beide
generaals, politici en een buitenstaander zich uit over hoe de functie van CDS nu wordt ingevuld. Daarin ook veel compli-
menten voor Berlijn. In de komende krant een verslag over de commando-overdracht.
Archieffoto 2006
De uitzending van VPRO Tegenlicht, maandag 21 april, ca. 21.00 uur op Nederland 2, is helemaal gewijd aan CDS Dick Berlijn.
INSTELLING GEVECHTSINSIGNE DEN HAAG - Er komt een speciaal gevechtsinsigne voor militairen die in bepaalde risicovolle omstandigheden hebben moeten functioneren. Dat heeft CDS generaal Dick Berlijn in een dagorder bekendgemaakt. Andere landen kennen al een dergelijk blijk van erkenning, zoals de Combat In-
fantry Badge en de Combat Action Badge in de Verenigde Staten. Het ‘insigne voor optreden onder gevechtsomstandigheden’ is niet onderscheidend naar operationeel commando, dienst, wapen/ dienstvak of vakgebied en kan op alle tenues worden gedragen.●
Mariniers zo goed als paraat voor Tsjaad BUDEL - Het beschermen van naar schatting meer dan 250.000 vluchtelingen, ongeveer 70.000 ontheemden en, indien nodig, personeel van de Verenigde Naties in Tsjaad. Dat is de opdracht van de European Union Force (EUFOR) in het Centraal-Afrikaanse land. Mochten de rebellen zich tegen bevolking en hulpverleners keren, dan kunnen ze worden aangepakt. Zestig Nederlandse militairen: 58 van het Korps Mariniers en twee van de Koninklijke Marechaussee bereiden zich momenteel voor op hun missie. In juni moet de verkenningseenheid operationeel zijn in het missiegebied om onder meer de omgeving in kaart te brengen. Afgelopen week trainde ze op het terrein van de Nassau-Dietzkazerne in Budel.
Maquette van de toekomstige Kromhoutkazerne.
Nieuwe Kromhoutkazerne in zicht DEN HAAG - “Kijk”, zegt projectdirecteur Publiek Private Samenwerking Kromhoutkazerne Ed Visser, terwijl hij op een enorme maquette van de Kromhoutkazerne in Utrecht wijst. “Dit gaat ‘m worden.” Na ruim twee noeste jaren arbeid staan de gemaakte afspraken voor de inrichting van het negentien hectare tellende kazernecom-
plex zwart op wit. Komfort, een samenwerkingsverband van Ballast Nedam, Strukton, John Laing, ISS, Meyer & Van Schooten Architecten en Karres & Brands Landschapsarchitecten haalde de opdracht binnen, zo werd maandag 14 april officieel bekend. Vier andere kandidaten vielen in de Europese aanbestedingsprocedure af. Door de concurrentiegerichte dialoog bleef het te besteden bedrag fors binnen de perken. En dat volgens Visser voor schitterende en kwalitatief zeer goede bouwwerken. Het contract is goed voor een netto contante waarde van ruim
driehonderd miljoen euro, daarop werd meer dan vijftien procent bespaard. En over 25 jaar is het complex eigendom van Defensie. Lees verder op pagina 7
Marinier 1 Leo Stokkel demonstreert wat de BVS10 Viking allemaal kan. Foto: Monique van Rijen-Bos
Lees verder op pagina 5
SPELEN: NU VIJF DEFENSIE TOPSPORTERS GEKWALIFICEERD LISSABON - In de herfst van zijn sportieve loopbaan heeft judoka kapitein Mark Huizinga van de Defensie Topsportselectie een huzarenstukje geleverd. Door winst in de finale op de reus Mammadov uit Azerbeidzjan, mocht hij zich afgelopen weekeinde tot Europees kampioen in de categorie tot negentig kilogram laten kronen. Voor de vijfde keer welteverstaan. Deze zomer wacht de 34-jarige luchtmachtofficier op de Olympische Spelen in Beijing de laatste krachttoer en misschien
wel een record voordat hij sportief met ‘pensioen’ gaat. “Ik kan als judoka op vier opeenvolgende Spelen een medaille halen. Daar ga ik voor. Dan is het mooi geweest.” Naast de titel voor Huizinga, noteerde de Defensie Topsportselectie meer successen, met Olympische kwalificaties voor de judoka’s Deborah Gravenstijn en Guillaume Elmont. Lees verder op pagina 5
17 april | Pagina 2
SOESTERBERG - Met een symposium, waarbij zo’n tweehonderd gasten aanwezig waren, is voor het Korps Nationale Reserve het zestigjarig jubileum begonnen. Dagvoorzitter Roland Kortenhorst, Tweede Kamerlid en soldaat-2 bij de Natres, leidde op 10 april in het officierscasino in Soesterberg een discussie over civiel-militaire samenwerking. De bijdragen van de sprekers zijn na te lezen op www.natres.nl. Het zestigjarig jubileum van het Korps Nationale Reserve wordt het hele jaar gevierd met regionale activiteiten en oefeningen van de vijf Natresbataljons, bij elkaar ruim 3.000 militairen. De kern van het korps vormen de vrijwilligers die, naast hun dagelijkse werkzaamheden, zich in hun regio ten dienste stellen van
Foto: Gerard van Oosbree
KORPS NATIONALE RESERVE 60 JAAR de samenleving als militair reservist. De bataljons worden ingezet om het functioneren van de Nederlandse samenleving bij crises of calamiteiten te kunnen waarborgen of herstellen. Dit kan zijn
het bewaken en beveiligen van strategische objecten bij crises, het handhaven van de openbare orde bij calamiteiten en het verlenen van humanitaire hulp bij rampen.
De eenheden van de Nationale Reserve zijn daarnaast aanwezig bij militair ceremoniële activiteiten, zoals Prinsjesdag en de nationale en regionale herdenkingen op 4 en 5 mei.●
VERBETERD OPERATIONEEL SOLDAAT SYSTEEM DEN HAAG - De wereldwijde inzet van de krijgsmacht in verschillende scenario’s heeft grote gevolgen voor de individuele militair en dus voor zijn uitrusting. De eenheden zijn nu goed toegerust. Maar nieuwe technieken maken het mogelijk om in de toekomst nog meer flexibiliteit en effectiviteit te bereiken. Hierdoor kan de gevechtssoldaat meer bescherming worden geboden en neemt tegelijkertijd zijn prestatievermogen toe. De innovatieve technieken komen concreet tot uitdrukking in het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Staatssecretaris De Vries heeft hierover een
Prijs voor Mariniersmuseum ROTTERDAM - Het Mariniersmuseum heeft ‘De Nieuwe Maan’ gewonnen. Dit is de vakjuryprijs voor de meest originele en creatieve programmering en de wijze waarop de instelling nieuw publiek wist aan te spreken tijdens de Museumnacht. De live verbinding met Tarin Kowt verraste de bezoekers, die aan militairen rechtstreeks vragen konden stellen, enorm. “Indrukwekkend”, vond de jury daarvan. “Het Mariniersmuseum heeft de jury buitengewoon verrast. De manier waarop hij het thema Set a Light heeft gebruikt om bezoekers inzicht te geven in wat het Korps Mariniers doet en hoe de mariniers werken, verdient een groot compliment. (…) Er was een goede sfeer, het was onverwacht druk en het Mariniersmuseum heeft zich met veel creativiteit en enthousiasme van een hele andere kant laten zien.”●
brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Bij gevechtsfuncties draait het om overlevingsvermogen, commandovoering, mobiliteit, slagkracht en voortzettingsvermogen. Door nieuwe technieken kan de huidige uitrusting op al deze terreinen in de toekomst worden verbeterd. De communicatieapparatuur van de VOSS-militair gaat vanaf 2011 aansluiten op het totale commandovoeringnetwerk. “Dit leidt ertoe dat straks binnen een bataljon of brigade iedereen hetzelfde beeld heeft van wat er zich afspeelt. De verbeterde situational awareness
binnen bijvoorbeeld een groep infanteristen of mariniers kan zodoende worden gedeeld met het hogere bevelsniveau”, aldus Luc de Beer, projectleider VOSS. De uitrusting van de militair dient niet langer een verzameling van componenten te zijn, maar een licht, draagbaar en modulair systeem, waarin de benodigde functies waar mogelijk zijn geïntegreerd. Deze moeten gemakkelijk bruikbaar zijn en weinig plek innemen zonder elkaar te hinderen, met een minimum energieverbruik en gewicht. De Beer: “Het goed verdelen van alle kastjes op het vest van de soldaat vormt, samen met de integratie
Nieuw ontwerp bekroond
Van Oers en De Bruyn ontvangen hun prijs.
HAMBURG - Wendy de Bruijn en Bart van Oers van de Defensie Materieel Organisatie zijn vorige week in Hamburg gelauwerd met de prestigieuze ‘Sir Donald Gosling Award’. Dat gebeurde tijdens de negende editie van de International Naval Engineering Conference and Exhibition (INEC 2008). Het motto was dit jaar Embracing the Future. Beide Defensiecollega’s werken bij de sectie Toekomstvisie, Concept & Haalbaarheidsanalyse van de Afdeling Ondersteuning Behoeftestelling & Integratie. Op de INEC 2008, georganiseerd door The Institute of Marine Engineering, Science and Technology, pre-
senteerden zij een voordracht onder de noemer Submarines for the future, a new design model. Het onderzoek van Wendy de Bruijn vond plaats bij Nevesbu als bijdrage aan een promotieonderzoek door Bart van Oers op het gebied van scheepsontwerpen, wat een onderdeel vormt van de onderzoekportfolio van de Nederlandse Defensie Academie, cluster Technische Wetenschappen, sectie Platform Systemen. Hieraan levert de Defensie Materieel Organisatie, Ressort Zeesystemen een belangrijke bedrage in de vorm van specialistische ontwerpkennis op het vlak van marineschepen.●
Plaatsvervangend Directeur MIVD benoemd DEN HAAG - Met ingang van 13 mei treedt brigadegeneraal mr. Rogé In het Veld aan als plaatsvervangend directeur Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD). Hij volgt drs. Jeroen Sikkel op, die deze functie per 1 maart verruilde voor die van plaatsvervangend secretaris-generaal. In het Veld is sinds september 2005 werkzaam
als Hoofd Militair Juridische Dienst Krijgsmacht tevens plaatsvervangend directeur van de Directie Juridische Zaken van de Bestuursstaf. Hij vervulde functies in zowel het juridische als het operationele en internationale domein. Hij is zojuist teruggekeerd van zijn uitzending naar Afghanistan, waar hij contingentscommandant was.●
op commandovoeringgebied, de belangrijkste succesfactor voor dit project. Bij de realisatie krijgt de soldaat een centrale rol.” Het VOSS zal bestaan uit een basisconfiguratie die afhankelijk van de taak kan worden uitgebreid. Het moet hoofd, gezicht en kritische delen van het lichaam beschermen tegen bijvoorbeeld kleinkaliber munitie en zich laten combineren met andere beschermende uitrusting. Het biedt een draadloos communicatie- en informatiesysteem en een eigen energievoorziening die tot 48 uur stroom levert. Het vormt een ergonomisch geheel en beschermt tegen extreme klimatologische omstandigheden. Krijgsmachtbreed zijn ongeveer 5500 VOSSen nodig. Dit aantal behelst de militairen bij eenheden die in groepsverband te voet kunnen worden ingezet en die naar verwachting als eerste het gevecht aangaan. Naast een aantal systemen voor opleidingen is ook rekening gehouden met de aanstaande uitbreiding van de mariniersbataljons. De realisatiefase van het project beslaat de periode 2010-2015.●
Contract dual-mode geleide wapens voor F-16 DEN HAAG - De Defensie Materieel Organisatie heeft dinsdag 1 april het contract getekend met het Amerikaanse bedrijf Raytheon voor de levering van dualmode geleide wapens. Het gaat in eerste instantie om 200 stuks. De aanschaf en invoering van het wapen is het laatste deelproject van het project ‘Luchtgrond bewapening F-16 fase 1’. De luchtmacht beschikt al geruime tijd over lasergeleide wapens voor de F-16. Voordeel daarvan is de grote nauwkeurigheid, waardoor nevenschade kan worden voorkomen. Nadeel is dat ze moeilijker inzetbaar zijn bij slecht weer. Daarom werden vanaf 2004 ook GPS-geleide wapens aangeschaft. Die hebben echter weer als nadeel dat het GPS coördinaat van het doel niet altijd beschikbaar is. Om de
BELASTINGTIP AWBZ-PREMIE IS ONJUIST DEN HAAG - In de afgelopen periode is per e-mail het onjuiste verhaal verspreid dat militairen geen premie voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) verschuldigd zijn. En dat zij daarom op het aangifteformulier inkomstenbelasting 2007 kunnen invullen dat ze heel 2007 vrijstelling hadden van premie AWBZ en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw).
Precisiemunitie voor pantserhouwitser DEN HAAG - Defensie gaat precisiemunitie kopen voor de PzH 2000. Dat heeft staatssecretaris Jack de Vries aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat om twee soorten: de ‘Laser Guided Projectiles’ (LGP) en de ‘Course Correcting Fuses” (CCF). Een LGP is een granaat die met een laser op het doel kan worden geleid. Dat moet door een waarnemer worden aangestraald met een Laser Target Designator. De verwerving daarvan is al gaande. Bepaalde omstandigheden kunnen de inzet
voordelen van beide systemen te combineren, ontwikkelden verschillende fabrikanten dualmode wapens. Na een uitgebreid onderzoek is eind 2007 gekozen voor de Enhanced Paveway II (ook wel de GBU-49 genaamd) van Raytheon. Met de aanschaf hiervan beschikt de luchtmacht straks over een wapen dat met grote nauwkeurigheid en onder alle weersomstandigheden inzetbaar is. Vóór, maar ook tijdens de vlucht kan de vlieger de GBU-49 voorzien van de doelcoördinaten. Daarnaast kan hij besluiten het wapen af te werpen met alleen lasergeleiding, alleen GPS geleiding of een combinatie van beide. Tot slot heeft de Enhanced Paveway II de mogelijkheid op een vooraf ingestelde hoogte boven de grond te exploderen. Foto: Raytheon●
van een LGP echter beperken. In dergelijke gevallen is het gebruik van een granaat uitgerust met een CCF noodzakelijk. Het betreft een ontstekingsbuis die op de reeds aangeschafte, verbeterde conventionele 155 mm granaat wordt geschroefd. Hij is goedkoper dan de LGP, maar minder nauwkeurig. De Course Correcting Fuse maakt van de beschikbare 155 mm projectielen precisiegranaten, zodat geen sprake is van kapitaalvernietiging. De combinatie van LGP en CCF stelt de Pantserhouwitser in staat doelen onder diverse operationele omstandigheden effectief en efficiënt te bestrijden. Het lukt waarschijnlijk niet beide soorten munitie gelijktijdig aan te schaffen. Voor de CCF is de verwerving voor 2011 voorzien. Voor LGP in 2012. De kosten bedragen tussen 25 en 50 miljoen euro.●
Deze belastingtip berust op twee veronderstellingen: De militair is niet verplicht verzekerd ingevolge de Zvw en daarom geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw verschuldigd. 2. De militair is niet verplicht verzekerd ingevolge de Awbz en daarom geen AWBZ-premie verschuldigd. 1.
De eerste veronderstelling klopt. Dat heeft te maken met het feit dat de militair verplicht verzekerd is tegen ziektekosten bij de Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK), zoals uitgevoerd door Univé. De tweede veronderstelling is niet juist. Het antwoord op de vraag op het aangifteformulier inkomstenbelasting: Had u heel 2007 vrijstelling van premie AWBZ en inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet? luidt dus NEE. Men wordt met klem ontraden om gebruik te maken van deze zogenaamde belastingtip. Wie dit al wel heeft gedaan, moet er rekening mee houden dat dit bij de definitieve aanslag over 2007 zal worden gecorrigeerd en dat de AWBZ-premie over 2007 alsnog zal worden geheven. In dat geval zal men ook heffingsrente moeten betalen.●
Correctie DEN HAAG - In de vorige Defensiekrant vermeldde een fotobijschrift bij het artikel over de NAVO-top abusievelijk dat Viktor Joesjtjenko president van Georgië was. Dat had natuurlijk moeten zijn Oekraïne.●
17 april | Pagina 3
Tweede luitenant Joyce verwacht volgend jaar naar Uruzgan te vertrekken.
Met de basis Frosinone als ‘springplank’, vlogen de Apaches van 301 Squadron elke morgen de bergen zuidelijk van Rome in.
De Apennijnen vormen ook qua natuurschoon een el dorado voor het bergvliegen.
BERGVLIEGOEFENING VITALE SCHAKEL IN OPLEIDING VOOR APACHEHELIKOPTER
‘ACHTER ELKE VALLEI ZIT EEN VERRASSING’ FROSINONE - Leren vliegen in het hooggebergte is het summum voor helikoptervliegers van de luchtmacht. Althans, te oordelen naar de reacties van piloten van 301 Squadron van de vliegbasis Gilze-Rijen. Ze zijn de Alpen overgestoken en ontdekken in de Italiaanse Apennijnen de geheimen van het vliegen over hoge pieken en door diepe dalen. “Achter elke vallei zit een verrassing”, aldus detachementcommandant majoor Gilliam Bresser. “Ik heb zelfs skiërs op de pisten gezien”, lacht tweede luitenant Joyce. Dit keer was de bergvliegtraining, ‘Redskin High’ geheten, bedoeld voor beginnende vliegers op de Apache gevechtshelikopter. Met als ‘springplank’ de basis Frosinone, zuidelijk van Rome. TEKST: JACK OOSTHOEK - FOTO’S: JAN-KEES DE MEESTER - FOTODIENST GILZE RIJEN
“Engine one clear?” “Engine one clear.” “Starting engine.” “Doors closed.” “Good, start engine one.” Trillend staat een Apache gevechtshelikopter op het platform, klaar om op te stijgen. Terwijl de wieken vervaarlijk beginnen te draaien, werpt vliegtuigonderhoudspecialist sergeant 1 Chris Unk een laatste controlerende blik op de robuuste machine. In de cockpit verricht kapitein-vlieger Guusje nog wat checks. Een brullende start en de kist koerst naar de fraai met sneeuw bedekte uitlopers van de Apennijnen. Dat de luchtmacht Apachevliegers in spé daar naartoe stuurt, komt doordat ze in vredesmissies in soortgelijke gebieden verzeild kunnen raken. Daarom vormt Redskin High, waaraan zes vliegers, vijf instructeurs en 45 man ondersteunend personeel deelnemen, een vitale schakel in de totale opleiding. “Je leert vliegen met limieten en moet daarom constant scherp blijven”, aldus Bresser.
gen uit te wijken met een haperende of uitvallende motor, en bij rotweer. En: wat doe ik als er op een bergkam waar ik overheen wil plotseling vijand zit? Kapitein Guusje (om veiligheidsredenen geen achternaam), in Redskin High hoofd Operaties van 301 Squadron: “In een bergvliegoefening moet je met een totaal andere aircraft handling leren omgaan. Het is net als in autorijlessen. Daarin leer je de techniek; daarna pas doe je ervaring op. Omdat het daar in Afghanistan te laat voor is, beoefenen we de aspecten van het bergvliegen in Italië.” Maar de situatie in Uruzgan kan in de Apennijnen toch slechts voor een deel worden nagebootst? “Ja”, beaamt ‘detco’ Bresser. Om eraan toe te voegen dat het daar ook niet zozeer om draait. “Het aankweken van basisvaardigheden staat centraal en daar leent dit gebied zich prima voor. Bergen zijn bergen, lucht is lucht.”
ONTSNAPPINGSPLAN
Die grenzen bestaan uit de ijle berglucht waardoor de machine minder motorvermogen levert dan gebruikelijk. En dat terwijl met namaakwapens en dus beladen heli’s wordt gevlogen. Daarbij komt de daarboven meestal uitbundig waaiende wind die bovendien geregeld (drastisch) van richting verandert, met alle effecten van dien. Verder leren de cursisten voor alle denkbare omstandigheden een ontsnappingsplan maken. Waarbij ze zichzelf de vraag stellen hoe in de ber-
SYMBOLOGIE
Dat de uitlopers van de Apennijnen kennelijk een el dorado vormen voor het bergvliegen, bevestigen de piloten zonder uitzondering. “Je vliegt midden in de fraaie natuur. En je voelt je zo nietig tussen die bergreuzen, hè”, aldus Bresser. Tweede luitenant Joyce, in mei 2007 aan de opleiding begonnen, noemt het een ‘superervaring’. “Je wordt je bewust van de moeilijke omstandigheden in weer en wind en leert daarop snel en alert te
De opleiding voor helikoptervlieger bij de luchtmacht duurt circa twee jaar. Het gedeelte specifiek voor de Apache neemt acht tot negen maanden in beslag en vindt onder meer in Nederland en de Verenigde Staten plaats. Naast manoeuvres in de bergen, bestaat ze uit een kwalificatietraining in Nederland, schieten (gunnery) in Duitsland en een missiegedeelte op het squadron. Aan het slot van de training mag de nieuwbakken Apachevlieger zich combat ready noemen. Dat betekent dat hij gereed is voor belangrijke klussen als in Uruzgan.●
reageren. Bijvoorbeeld in een kom tussen bergen kan de wind snel draaien. Verder leer je te vertrouwen op de ‘symbologie’ in de Apache’, ofwel de informatie die je via de instrumenten krijgt.” Vult tweede luitenant Gert Jan aan: “Prachtig hoor, vliegen boven besneeuwde vlakten.” Zowel voor Joyce als Gert Jan voldoet de cursus voor de Apache tot nu toe aan de verwachtingen. Dat wil zeggen: voor zover ze daar een voorstelling van hadden. “Het is fantastisch om op een gegeven moment met een kist weg te kunnen. Dan heb je wat bereikt.” Of ze er op termijn oren naar hebben om over te stappen naar een grotere luchtmachtmachine, zoals de transporthelikopters van het type Chinook- of Cougar? “Nee”, antwoorden ze resoluut. Joyce: “De Apache heeft heel andere taken en juist die spreken me aan.” Zoals het er nu uitziet, mogen beiden in de loop van volgend jaar aan de bak in het roerige Afghanistan. “Daar doen we het voor.”●
Detachementcommandant majoor Gilliam Bresser. “We zoeken constant naar locaties met vergelijkbare omstandigheden.”
Vliegtuigonderhoudspecialist sergeant 1 Chris Unk, met zijn collega’s de ‘ogen’ van de Apachepiloten op het platform. Links: Opzichter Vliegtuigonderhoudtechnicus sergeant-majoor Marco de Haan: “Frosinone een prima lokatie.”
Onder: Kapitein Guusje verricht voor de start een laatste ‘check’.
Frosinone, door de luchtmacht tevens gebruikt voor bergvliegoefeningen met de Cougar- en Chinook, lijkt in de toekomst voor de KLu niet heilig, laat detachementcommandant Bresser doorschemeren. “We zoeken constant naar locaties met vergelijkbare omstandigheden. Vinden we die dichter bij huis, dan zou onze voorkeur daar naar kunnen uitgaan. Het kost ongeveer acht uur om van Gilze-Rijen naar Frosinone te vliegen, toch een lange ruk. Daar tegenover staat dat jonge vliegers onderweg ervaring in navigeren opdoen en dat de Italianen zich prima gastheren tonen. Ze spreken naar verhouding ook goed Engels en bovendien beschikken we over een tolk.” Sergeant-majoor Marco de Haan, van 301 Squadron, noemt Frosinone een prima locatie. Dat de Apaches in april door het soms regenachtige en vochtige weer af en toe met klachten kampen, neemt hij op de koop toe. “We proberen het vocht met afdekhoezen zoveel mogelijk weg te houden.” Unk, met zijn collega’s de ‘ogen’ van de Apachevliegers op het platform, beschouwt de ‘uitzending’ naar Frosinone en werken bij de luchtmacht als aantrekkelijk. “Ik vind dit interessanter dan mijn vorige baan, machinebankwerker bij Philips.”●
Onder: De jongste bergvliegtraining werd af en toe geplaagd door regen.
17 april | Pagina 4
Links: Dokter LTZ-1 Maurice Hagenbeek en matroos 1 Alberts controleren de mee te nemen spullen.
Rechts: Met de intrede van de NH-90 (l) krijgt VGSQ7 letterlijk meer ruimte.
De piepers zijn gegaan, de SAR-bemanning komt meteen in actie.
Vliegers LTZ2OC Janneke Mebius en LTZ2 Martijn Wesselman zijn gereed om het luchtruim te kiezen.
Arts en redder werken nauw samen in soms moeilijke omstandigheden. De ruimte aan boord van de Lynx is zeer beperkt.
SAR ALS ONDERDEEL VAN OPLEIDING TOT BOORDVLIEGER
VGSQ7: ALTIJD ACTIE DEN HELDER - Het is een keertje windstil in de kop van Noord-Holland. Luitenant-ter-zee 1 Niels Kleingeld, eerste officier Vliegtuig Squadron 7 (VGSQ-7), loopt niettemin met de pieper op zak. “De SAR bemanning komt heus niet alleen in actie bij storm, onze hulp kan elk moment worden ingeroepen”, zegt de ‘Tactical Coordinator’ en tweede vlieger SAR op de Lynxhelikopter. TEKST: EVERT BROUWER FOTO’S JOHN VAN LENT-AVDD
Zeven complete ‘crews’ met vijf bemanningsleden, waar nodig ondersteund door Squadron 860, zijn 24 uur per dag, zeven dagen in de week paraat op Marine Vliegkamp De Kooy. De onderhoudsdienst van de Groep Maritieme Helikopters (MARHELI) garandeert de voortdurende beschikbaarheid van ten minste één Search and Rescue (SAR) helikopter voor reddingstaken. Het ‘koperen jubileum’ van 1250 geredde mensen is net achter de rug, volgend jaar viert het squadron het 60-jarig bestaan, vrijwel gelijk met het aantreden van de NH-90. “Gelukkig zien wij onze nieuwe helikopter steeds vaker hier landen. Dat betekent een enorme opkikker
voor alle medewerkers op De Kooy”, vertelt de commandant VSQ-7, tevens Hoofd Opleidingen, kapitein-luitenant-ter-zee Gerrit Nijenhuis. De vliegers in opleiding tot boordvlieger krijgen door het uitvoeren van SAR-vluchten een zeer waardevolle training. “Deze taak is volledig geïntegreerd in de training”, stelt Nijenhuis. Ook aan boord van de schepen komt het geregeld voor dat een Lynx-bemanning voor een SAR vlucht wordt ingezet. Luitenant-ter-zee 2OC (oudste categorie) Janneke Mebius is bijna zover. Ze heeft het ‘uiltje’ inmiddels op de mouw geplakt gekregen als bewijs dat ze is gekwalificeerd en minstens 450 uur op de Lynx heeft gevlogen. Dat lijkt veel, maar dit cijfer wordt opgebouwd tijdens de hele opleiding en hierin zijn ook een groot aantal echte SAR-uren opgenomen. Het getal 450 is tevens een ervaringseis voor het goed kunnen uitvoeren van het single pilot, multi crew concept. De Lynx aan boord van schepen vliegt in principe met één vlieger, een tactisch coördinator, die tevens optreedt als tweede vlieger, en een sensoroperator. De tacco fungeert als tactisch specialist, maar ondersteunt ook de vlieger bij de start en landing en tijdens het uitvoeren van eventuele noodprocedures. “We zijn bij de marine gewend meer taken door één persoon uit te laten voeren. Een schip heeft slechts een beperkt aantal mensen aan boord en daar zul je de klus mee moeten klaren. De andere krijgsmachtdelen staan daar wel eens van te kijken. Ons single pilot multi crew concept, waarmee we ook met de NH-90 gaan vliegen, moet ook nog landen in bijvoorbeeld het Defensie Helikopter Commando”, zegt overste Nijenhuis. Naast een eerste vlieger, in dit geval Mebius, bestaat de SAR-be-
manning dus uit een tweede vlieger en tacco (luitenant-ter-zee 2 Martijn Wesselman), een boordwerktuigkundige tevens hoist operator (sergeant-majoor Frank Woortman), redder (matroos 1 Arjan Alberts) en arts (luitenant-terzee 1 Maurice Hagenbeek). Dat laatste is apart, omdat de meeste SAR-eenheden in de wereld met een verpleegkundige werken. “Wij vinden echter dat deze constructie meer voordelen heeft. De patiënt kan zo goed mogelijk gestabiliseerd worden vervoerd en voor een ziekenhuis is het prettig als er al een arts bij is geweest.” HECHT TEAM
Hagenbeek maakt duidelijk dat de vijf mannen of vrouwen aan boord een heel hecht team moeten vormen. “De omstandigheden waaronder we moeten werken, zijn vaak verre van ideaal. Bij zware zeegang in het donker en in een kleine ruimte opereren, ik geef het je te doen.” Het is dan de taak van redder Alberts om alles in de gaten te houden. “We vragen veel van deze mannen”, bekent de arts. “Ik heb tijdens de actie eigenlijk alleen maar oog voor de patiënt en dokters willen dan nogal eens in medische termen vervallen. Dat moet Arjan allemaal maar begrijpen. Daarnaast dient hij de veiligheid van de helikopter in de gaten te houden. Hij moet ook assertief zijn. De dokter kan heel veel willen, maar de redder moet mij durven storen als dat nodig is.” Zegt Alberts: “De dokter wil in de haast nog wel eens wat vergeten. Dus controleren we altijd eerst of hij alle beschermende kleding, voor als we te water raken, aanheeft en of we de juiste spullen bij ons hebben. Voor een bevalling op zee neem je bijvoorbeeld geen defibrillator mee.” De dokter op een schommelend
schip afzetten in een donkere nacht met een flinke golfslag, vormt een hele uitdaging, weet Mebius “Dan krijg je het flink voor de kiezen, moet je heel goed op elkaar zijn ingespeeld en beslissingen durven nemen.” Arts en redder moeten volledig kunnen vertrouwen op de vliegkunsten van Mebius. “Wij bungelen daar onder aan die lijn, dat is best pittig kan ik je vertellen.” NACHT EN ONTIJ
De Lynx kent een beperkte actieradius. Na maximaal tweeënhalf uur moet er brandstof worden ingenomen. Gezien de oppervlakte van het gebied dat VSQ-7 vanaf De Kooy bestrijkt geen sinecure. Als de NH-90 zijn intrede doet, zijn deze problemen goeddeels voorbij. Die kan vierenhalf uur in de lucht blijven. “Bijtanken kan op bijna alle booreilanden in de Noordzee”, vertelt Wesselman. “Soms ligt er een fregat van ons in de buurt en kunnen we daar landen.” Overdag dient de Lynx binnen 20 minuten in de lucht te hangen, na werktijd wordt dat 45 en
in de avonduren 60. “Dat zijn maximale tijden, voegt Nijenhuis toe. “Liefst houden we het zo kort mogelijk.” Met gemiddeld dertig reddingen per jaar, is het niet nodig een ploeg constant op De Kooy te houden. “Het aantal uitgevoerde SAR vluchten bedraagt meer, maar dan betreft het zoekacties waarbij niemand werd aangetroffen of de trieste gevallen waarbij iemand is overleden.” Dat dertig reddingen een gemiddelde is, bewijst het ‘topjaar’ 1990 waarin liefst 123 mensen werden gered. Op 15 en 27 februari bijvoorbeeld gingen vier Lynxen de lucht in om de platforms Gilbert Rowe en Kotter met respectievelijk 28 en 27 man te evacueren. “Meestal draait het echter om valpartijen, verwondingen, hartklachten en blinde darmontstekingen van opvarenden”, weet Nijenhuis. “Al hebben we ook eens een zieke kraanmachinist uit z’n cabine bevrijd en een parachutiste uit een boom.” Juist vanwege die afwisseling kozen alle vijf de bemanningsleden van de SAR-heli voor dit werk.
Hoist operator sergeant-majoor Frank Woortman controleert de apparatuur.
Al werd Mebius min of meer gedwongen. “Ik was in september 2001 bezig met de opleiding tot piloot. Door de aanslagen in de Verenigde Staten was er toen minder werk in de luchtvaart en heb ik me bij de marine gemeld. Aanvankelijk zou ik op de P-3C Orion komen. Vliegen op de Lynx is echter fantastisch. Met een Boeing scheer je niet bij nacht en ontij op 500 voet over het water.” Toch krijgen redders en artsen ook met minder plezierige zaken te maken. Zoals de slachtoffers van een bomexplosie op een Nederlands visserschip. “Na zo’n vlucht wordt er altijd ruimte gemaakt voor een de-briefing”, zegt overste Nijenhuis. “Gelukkig gebeurt het weinig dat we te laat komen. Met 1254 geredde personen is de slogan “Your trip to heaven was canceled, squadron 7 (Vliegtuig Squadron 7 houdt mensen in leven) volkomen terecht.”● Redder matroos 1 Arjan Alberts hangt met een slachtoffer onder de Lynx. Hij moet volledig op de ‘hoist operator’ en vliegers kunnen vertrouwen.
UI TG AV E
Nummer 15 | 17 april 2008 | Uitgave Directie Voorlichting en Communicatie Ministerie van Defensie
SP EC IA LE
Militaire boegbeeld Defensie
VERTREKKEND COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN GENERAAL DICK BERLIJN
‘Eenhoofdige leiding biedt duidelijkheid’ “Het was mijn taak er voor te zorgen dat er een geloofwaardige krijgsmacht staat en blijft staan, met goed opgeleide militairen en het beste materieel. Daarin zijn we met z’n allen geslaagd. Wat me bovendien een goed gevoel geeft, is dat in Nederland een groter draagvlak lijkt te bestaan voor het werk dat we doen. De mensen in het land steunen onze militairen en dat is van wezenlijk belang om de taken goed te kunnen uitvoeren.” Dat zegt de scheidende Commandant der Strijdkrachten, generaal Dick Berlijn aan de vooravond van zijn vertrek. Dirk Lodewijk Berlijn, op 18 maart werd hij 58 jaar, voelt zich bevoorrecht dat hij als eerste de functie van Commandant der Strijdkrachten heeft mogen vervullen. “Tevreden is niet het goede woord om, terugkijkend, te gebruiken. Op sommige zaken hadden we sneller kunnen reageren. En er zijn de afgelopen periode grote offers gebracht bij de missies die we uitvoeren. In de afgelopen 4 jaar
‘Ik ben blij dat men begrijpt dat militairen op missie risico’s lopen en moeten worden gesteund’ hebben we 15 collega’s verloren. Dat is zwaar. Jonge militairen die omkomen of - met een heel leven voor zich - zwaargewond terugkeren. Dat grijpt je altijd aan.” Als jachtvlieger heeft Berlijn in drie typen toestellen gevlogen: NF5, F-104 en F-16. De overgang van de NF-5 naar de Starfighter en vervolgens de Fighting Falcon was groot, die van Chef Defensiestaf naar Commandant der Strijdkrachten kende ook zijn aanpassingsproblemen. “De beslissing om de processen onder eenhoofdige leiding te brengen, is echter absoluut juist geweest. De operationele commandanten hebben meer tijd gekregen voor gereedstelling en voortzet-
tingsvermogen van de expeditionaire krijgsmacht. De staf hier, gevuld met uitstekende mensen, is bezig met de toekomst en de lopende operaties. Daarbij merk ik niets meer van competentiestrijd tussen de verschillende uniformen. Een aantal jaren geleden bestond er nog veel weerstand tegen de zogenoemde ontschotting. Daarvan is nu geen sprake meer. Kijk maar eens in De Peel en bij het Defensie Helikopter Commando. Daar werken krijgsmachtdelen prima samen.” Het instituut CDS is dus danig veranderd. In het verleden hadden de bevelhebbers van de krijgsmachtdelen een andere rol dan de operationele commandanten van nu. “De CDS komt nu wat vaker in beeld dan de bevelhebber vroeger”, zegt Berlijn. De Commandant der Strijdkrachten beweegt zich in het krachtenveld van Defensie, de politiek en niet te vergeten de media. “Het aanwezig zijn in de Kamer of voor televisie en radio hoort erbij. Vaak vraag ik me af hoe we onnodige imagoschade voor Defensie kunnen voorkomen. We hebben er bewust voor gekozen om journalisten mee te nemen naar Afghanistan. Hun bijdragen worden alleen gecontroleerd op zaken die de operatie kunnen schaden. Over het algemeen is de berichtgeving positief. Maar we moeten ons wel realiseren dat alles wat we zeggen nieuws kan zijn. Zo was er een militair die op een bepaald moment riep dat alle opbouwprojecten in Uruzgan een dag later door de Taliban met de grond gelijk worden gemaakt. Zo’n verwoesting heeft bij ons in Uruzgan in werkelijkheid nog nooit plaatsgevonden, maar je bent vervolgens wel een maand bezig met damage control.” ERKENNING
De CDS meent dat de Nederlander over het algemeen positief staat ten opzichte van Defensie. “De manier waarop over onze militairen wordt gesproken, ook door journalisten die ons kritisch benaderen, is positief. We leveren een wezenlijke
service aan de samenleving, verdedigen cruciale belangen voor onze maatschappij, ook elders in deze wereld. Ik ben blij dat men begrijpt dat militairen op missie risico’s lopen en moeten worden gesteund. Dat geldt overigens ook voor brandweer en politie.” De lovende woorden vanuit de Tweede Kamer weet Berlijn eveneens te appreciëren. “De politici hebben goed zicht op wat we doen. Die waardering moet blijven, maar steun voor de missie is net zo belangrijk. We hebben goede spullen, de militairen gaan goed geoefend naar gevaarlijke gebieden, maar onvoorwaardelijke steun is onontbeerlijk.” De CDS denkt dat de bevolking nog nadrukkelijker bij Defensie kan worden betrokken. Met name het thuisfront en de directe omgeving. “Om de organisatie in deze tijd goed gevuld te houden, moet een tandje worden bijgezet. Kijk naar wat de Amerikanen en de Britten voor de achterban doen. Het heet niet voor niets family support (familieondersteuning). In Canada betrekt men bijvoorbeeld de partner van een militair bij de carrièrekeuze. Je maakt dan met je hele gezin deel uit van de grote Defensiefamilie. Werken bij Defensie is zeker in deze periode met uitzendingen extra spannend. Dat kan de opties “blijven of weggaan” beïnvloeden en daar moeten wij op inspringen, zodat we die militair voor ons kunnen behouden.” Volgens Berlijn dient Defensie, als het ministerie in de toekomst wil blijven meedraaien op het huidige niveau, nog flink te investeren. “Daarvoor heb je geld nodig, zo is het nu eenmaal.” Het grootste knelpunt betreft volgens hem het (gebrek aan) strategische transportcapaciteit. “Een hoop logistieke problemen hadden voorkomen kunnen worden, voor de hele krijgsmacht. Verlofgangers die
niet naar huis kunnen, de narigheid met het aanleveren van (reserve) materieel, de logistiek. Berlijn zou het erg vinden als hij de geschiedenis ingaat als de Commandant der Strijdkrachten die alleen oog zou hebben gehad voor de luchtmacht. Dat hij in zijn functie het vliegende krijgsmachtdeel zou hebben voorgetrokken. “Bij de staf CDS wordt een voor Nederland relevante Defensieorganisatie gerealiseerd. Dat gebeurt voor alle defensieonderdelen. We moeten de krachten bundelen en dat doen we. We leren gezamenlijk, denk maar aan het NLDA. We oefenen samen, zoals vorig jaar tijdens de Joint Caribbean Lion. We delen onze kennis, waarvan het joint kenniscentrum NBC een goed voorbeeld is. En natuurlijk treden we samen op.” SNELLERE AANSCHAF
Essentieel voor de operaties acht Berlijn ook de instroom van nieuwe waarnemingsmiddelen. Onbemande toestellen, UAV’s Unmanned Aerial Vehicle dus. “Wat we nu hebben, is niet robuust genoeg”, oordeelt hij, doelend op de Sperwer en de Aladin. “Verder is alles dat met bescherming te maken heeft belangrijk, vindt de CDS. “Er zijn al veel stappen gezet, zeker als je kijkt naar de fast procurement, het sneller aanschaffen van materieel. De Bushmaster vormt daarvan een heel goed voorbeeld. We lopen dus zeker niet altijd achter de feiten aan. Je zult echter wel de vinger aan de pols moeten houden. Kijk naar de dreiging in Irak en Afghanistan. Aanvankelijk werd rekening gehouden met mortieraanvallen, waarvoor de DAMA (Defence Against Mortar Attacks) initiatief is opgepakt. Daarom zijn er ook gepantserde containers naar Uruzgan getransporteerd. Daarna leken de RPG’s (raketgranaten) het te bestrijden wapen, maar nu is er een miniwapenwedloop gaande met geïmproviseerde explosieven (IED’s). Het is zaak daar snel op in te spelen.
Vertrekkend CDS generaal Dick Berlijn. Foto: Sjoerd Hilckmann-AVDD
Ook daar bestaat ruimte voor verbetering. Je ziet nog steeds dat er dingen misgaan bij de interactie tussen de staf CDS en de defensieonderdelen. Dat ligt aan ons, de Operationele Commando’s en soms de commandanten ter plekke. We evalueren nu het bestuursmodel. Ik ben echter optimistisch over de uitkomsten. We beschikken bij Defensie over zeer goede commandanten en directeuren.” Generaal Berlijn ziet ook veel in de oprichting van één hoofdkwar-
‘Alles wat we zeggen, kan nieuws zijn’
tier voor alle zaken die de operaties betreffen. “Je kunt niet alles hier in Den Haag concentreren, maar het kan ook niet zo zijn, dat als er iets fout loopt in de logistiek bij een uitzending, ik moet doorverwijzen naar een ander.” Dat zijn taken voor zijn opvolger, generaal Peter van Uhm, in wie Berlijn ‘het volste vertrouwen’ koestert. “Hij heeft een geweldige reputatie opgebouwd en geniet draagvlak bij het personeel én de politieke leiding. Hij zal het professionele niveau van onze organisatie bestendigen en daar waar nodig versterken. Ik kan me geen betere opvolger voorstellen.”●
17 april | Pagina 2
Van Chef Defensiestaf naar Commandant der Strijdkrachten De Commandant der Strijdkrachten (CDS) bepaalt sinds 5 september 2005 het operationele beleid en wordt verantwoordelijk voor de operationele planning, aansturing en inzet van de krijgsmacht. Hij voert de eenhoofdige militaire leiding over de operationele commandanten van de zee-, land-, en luchtstrijdkrachten. Tevens treedt hij op als de hoogste adviseur van de minister van Defensie. De Koninklijke Marechaussee valt onder de verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal. Een belangrijke aanleiding voor veranderingen in de topstructuur van de krijgsmacht was de toenemende samenwerking tussen de
krijgsmachtdelen bij vredesoperaties. Die werden eind jaren ’90 en begin deze eeuw ingezet met de Nederlandse bijdragen aan de ope-
September 2005. De eerste CDS treedt aan. Foto: Peter Wiezoreck
raties Provide Care (Rwanda), Allied Harbour (Albanië) tijdens de Kosovo-crisis en de United Nations Mission in Ethiopië en Eritrea (UNMEE). De kostenoverschrijdingen bij UNMEE waren voor de toenmalige minister De Grave van Defensie aanleiding voor het instellen van een adviescommissie die een structuur van opperbevelhebberschap zou onderzoeken. Dat gebeurde onder leiding van de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, Jan Franssen. Het rapport kwam op een uitermate ongunstig moment ter tafel; net na de val van het kabinet KokII. “Hierdoor heeft het rapportFranssen over het opperbevelhebberschap minder aandacht gekregen dan het verdient”, schreef generaal-majoor der mariniers b.d. Kees Homan (Instituut Clingendael)
in april 2002 in NRC Handelsblad. “Nederland loopt achter bij de structurele wijzigingen die andere landen hebben doorgevoerd. Dat komt doordat de besluitvorming tussen de krijgsmachtdelen, maar ook tussen de politieke en militaire top, veelal de kenmerken van het poldermodel vertoont. Iedere deelnemer beschikt over een vetorecht. Tussen de politieke en ambtelijke top is bovendien sprake van een situatie van wederzijdse afhankelijkheid.” Hij pleitte ook voor de oprichting van een permanent hoofdkwartier. “Een logische consequentie van het toenemend gezamenlijk optreden bij vredesoperaties van de krijgsmachtdelen.” DEFINITIEVE KEUZES
Inmiddels demissionair minister De Grave zei “in hoofdlijnen positief’” te zijn over de voorstellen van de commissie Franssen voor verbetering van de defensieorganisatie. De Grave toonde zich echter niet op voorhand overtuigd van het voordeel van een permanent operationeel hoofdkwartier. De demissionaire status van het kabinet en de korte duur tot aan de verkiezingen (in mei van dat jaar) verhinderden dat op 21 april 2002 definitieve keuzes over de aanbevelingen van de Commissie Opper-
bevelhebberschap konden worden gemaakt. De volgende minister, in het kabinet-Balkenende I (met de LPF), Benk Korthals (VVD) waagde wel een poging. “De organisatorische aspecten van dit veranderingsproces bij Defensie behelzen dan ook niet alleen de positie van de Chef Defensiestaf ten opzichte van de bevelhebbers van de krijgsmachtdelen, maar ook de inrichting van het kerndepartementt”, zo meldde hij na zijn aantreden. ‘Ontbureaucratisering’ en ‘ontstaffing’ waren de kernwoorden. De commissie Franssen zag kansen de centrale regiefunctie te verbeteren. Die betroffen vooral een versterking van de positie van de Chef Defensiestaf en, dus, de concentratie van de taken op het gebied van het operationeel beleid, de planning en (vredes)operaties. OPPERGEZAG
De term ‘opperbevelhebber’ die eerst opgeld had gedaan, was inmiddels geschrapt. “Ze is verwarrend omdat het oppergezag over de krijgsmacht te allen tijde bij de regering berust”, schreef Korthals. Hij spreekt dan over een commandant die zowel wat de operationele inzet als het planproces betreft hiërarchisch boven de bevelhebbers van de krijgsmachtdelen is geplaatst en is op beide terreinen het eerste aanspreekpunt van de bewindslieden. “Hij krijgt de eenhoofdige leiding over alle operationele inzet. In het planproces betekent de versterkte positie van de Chef Defensiestaf ten opzichte van de bevelhebbers dat hij prioriteiten kan stellen en richtlijnen kan geven.” Korthals zou echter de Kerst niet halen, zoals dat heet. Het kabinet was al in oktober van 2002
gevallen, maar hij trad in december toch af in verband met de bouwfraude. Daarmee was hij in het vorige kabinet als minister van Justitie geconfronteerd. IDENTITEIT
Demissionair minister Henk Kamp van VROM nam zijn taken ‘voorlopig’ over en trok samen met staatssecretaris Van der Knaap en de militaire en ambtelijke leiding zijn eigen plan. De Commandant der Strijdkrachten werd verantwoordelijk voor de optimale voorbereiding op operationele inzet. “Het is mijn taak ervoor te zorgen dat de randvoorwaarden worden ingevuld voor het goed kunnen functioneren van de operationele commando’s”, zei generaal Berlijn bij zijn aantreden. In de nieuwe organisatiestructuur staan de strijdkrachten onder éénhoofdige leiding. Dat wordt cruciaal geacht voor effectieve bevelvoering tijdens operaties, maar ook de dagelijkse aansturing van de krijgsmacht ging nu zo werken. “Wij doen dat zonder de unieke identiteit van de krijgsmachtdelen en eenheden te veronachtzamen. Integendeel, het unieke van de verschillende krijgsmachten en hun identiteiten blijven we koesteren. De bijzondere betrokkenheid bij de eigen eenheid en de daarmee gepaard gaande trots op het eigen krijgsmachtdeel zijn cruciaal voor het goed functioneren van onze krijgsmacht. Die trots motiveert militairen en draagt in belangrijke mate bij aan ons gezamenlijke eindproduct. Als Commandant der Strijdkrachten wil ik de verscheidenheid niet wegnemen, maar juist bundelen tot een krachtiger en meer samenhangend geheel”, aldus de eerste CDS bij zijn inauguratie in september 2005.●
Oud-minister Henk Kamp over eenhoofdige militaire leiding
‘Nooit getwijfeld dat dit de beste weg was’ Voor oud-minister Henk Kamp bestond er geen twijfel toen hij nog
beslissing en stáát daar vervolgens voor. Hij is koersvast en dat is belangrijk voor een CDS. Een prettige bijkomstigheid was dat wij elkaar goed aanvoelden. Dat was ook van belang voor generaal Berlijn, die de minister natuurlijk niet voor het uitkiezen heeft.”
maar net was aangetreden als bewindsman bij Defensie. “Vanaf het begin was duidelijk dat een expeditionaire krijgsmacht onder eenhoofdige militaire leiding de beste weg zou zijn. Als we het plan nu opnieuw op de tekentafel hadden liggen, met alle kennis die we op dit moment hebben van de uitzendingen, dan was denk ik een gezamenlijk
MENSENWERK
hoofdkwartier nog wat indringender in beeld gekomen.” Toen de omvorming van Chef Defensiestaf naar Commandant der Strijdkrachten net begon te spelen, trad de toenmalige minister van Defensie Benk Korthals na een korte periode op het departement af. Hij werd in december 2002 opgevolgd door Kamp, die gedurende een half jaar ook nog eens het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu onder zijn hoede had. “Het plan was vrij uniek. Ik meen dat in die tijd alleen de krijgsmacht van Canada een vergelijkbare structuur met eenhoofdige leiding kende.” Na een half jaar voorbereiding ging in de eerste week van het kabinet-Balkenende II, Kamp was inmiddels ‘exclusief’ minister van Defensie, de kogel door de kerk. “In de periode december 2002 tot juli 2003 was in samenwerking tussen de militaire, ambtelijke en politieke leiding een plan uitgewerkt om de inkomsten en uitgaven van Defensie
in evenwicht te brengen, de slagkracht van de krijgsmacht te behouden en het expeditionaire karakter te versterken. Het rapport van de Adviescommissie Franssen over het Opperbevel lag ook in deze lijn, maar we hebben ons besluit gebaseerd op onze eigen analyse. Het ministerie en de krijgsmacht hadden en hebben alle deskundigheid in huis die nodig is voor een goed besluit. De eenhoofdige leiding van de krijgsmacht heeft daarna ook nooit meer ter discussie gestaan.” PROFIELSCHETS
De profielschets voor de toekomstige Commandant der Strijdkrachten stond ook snel op papier. “Een deskundige militair met veel praktijkervaring die ook goed uit de voeten kan in een ambtelijke, diplomatieke en politieke omgeving. Hij heeft met de bewindslieden van Defensie te maken, maar ook met die van Buitenlandse Zaken en Ont-
wikkelingssamenwerking. En met de minister-president natuurlijk. Hoe beter dat allemaal klikt, hoe beter dat is voor de krijgsmacht.” Het VVD-Kamerlid Kamp weet dat het gesprek gaat over een terugblik op het ontstaan van het ‘instituut Commandant der Strijdkrachten’, maar wil toch generaal Dick Berlijn roemen. “In het half jaar voorafgaand aan het besluit heb ik prima met admiraal Kroon samengewerkt. Die had het zeker ook gekund, maar zijn verlengde diensttijd zat er op. Generaal Berlijn was toen al in beeld als zijn mogelijke opvolger. De Koninklijke Luchtmacht was ook aan de beurt. Ik ben echter eigenwijs genoeg om daar mijn eigen mening over te hebben. Het roulatiesysteem vond ik interessant, maar niet doorslaggevend. Ik heb met overtuiging voor generaal Berlijn als eerste Commandant van de Strijdkrachten gekozen vanwege zijn
Oud-minister Henk Kamp. Foto: Hennie Keeris
kwaliteiten. Zijn militaire ervaring en diplomatieke vaardigheden staan buiten kijf. Generaal Berlijn is een vriendelijke man, maar kan hard zijn als het nodig is. Dan maakt hij zijn eigen afweging, neemt zijn eigen
Kamp gebruikt het woord ‘troepenman’ niet, maar de oud-minister maakt duidelijk dat de commandant dat wel moet zijn. “De krijgsmacht bestaat niet uit tanks, vliegtuigen en schepen, maar uit mensen. Het draait om de militairen die in de crisisgebieden opereren of anderen in staat stellen dat te doen. De militaire top moet weten wat onze militairen op uitzending allemaal meemaken.” Hij zegt oprecht: “Ik ben nu 55 en werk al 37 jaar, maar die ruim vier jaar bij Defensie waren de mooiste van mijn leven. Dat komt door de mensen met wie ik mocht werken. Defensie is een toporganisatie die een topproduct levert: een belangrijke bijdrage aan vrede en veiligheid in de wereld.” CULTUURVERSCHIL
Kamp meent wel dat de staf van de Commandant der Strijdkrachten zich moet dóórontwikkelen. “De
organisatie met beperkte staven bij de krijgsmachtdelen en het Defensie Operatie Centrum functioneert goed. Van het DOC heb ik altijd een positieve indruk gehad. Als het met de kennis van nu opnieuw op de tekentafel zou komen, denk ik dat we nog wat meer zouden kijken naar een gezamenlijk hoofdkwartier. Hoewel ik zeker niet alles bij de landmacht, luchtmacht of marine zou weghalen. Die hebben hun eigen waardevolle cultuur waaraan ze inhoud moeten kunnen blijven geven. Toch kan er - denk ik - nog wat meer gezamenlijk dan nu het geval is.” De oud-minister stelt dat het goed is dat er nu een landmachtman aan het roer komt. “Wat de luchtmacht doet is cruciaal, de Koninklijke Marechaussee is er altijd bij en de marine doet eigen operaties, levert de mariniers en ondersteunt operaties op het land. Toch is duidelijk dat de harde kern van ons militaire optreden op dit moment wordt gevormd door de KL. Met een zware uitzending in Afghanistan komt het dan goed uit dat met generaal Van Uhm een ervaren en capabele landmachtman op de hoogste militaire post terechtkomt.”●
‘Er kan nog iets meer gezamelijk dan nu het geval is’
‘
17 april | Pagina 3
A a n t r e d e n d C D S g e n e r a a l Va n U h m
‘Elke militair is een deeltijd werver voor Defensie’ “Generaal Dick Berlijn heeft ‘smoel’ gegeven aan het begrip Commandant der Strijdkrachten. De krijgsmacht heeft in alle opzichten een enorme stap vooruit gezet. Het zou dan vreemd zijn als ik een trendbreuk zou inleiden. Nee, het commando moet vloeiend overgaan”, aldus generaal Peter van Uhm, oud-Commandant der Landstrijdkrachten en vanaf 17 april 2008 de nieuwe De vooruitgang waarvan Van Uhm gewag maakt, speelt zich af op alle fronten, zegt hij. “Mede door de ervaringen die met de missies in het buitenland zijn opgedaan. Maar ook nationaal, in de civiel-militaire samenwerking. Het is een voorrecht leiding te mogen geven aan zo’n organisatie.” Van Uhm ziet de functie van CDS als een stuurman, een boegbeeld. “Voor een commandant gelden twee belangrijke zaken: eerlijkheid en duidelijkheid. Dat begint bij de jonge luitenant. Als hij niet aan die twee voorwaarden voldoet, is hij al verloren. Voor mij als CDS geldt dat ook. Alleen door eerlijk en duidelijk te zijn, kunnen onze medewerkers goed functioneren en hou je draagvlak bij de buitenwacht.” Ook het woord ‘beslissing nemen’ valt. “Met het besluit naar Afghanistan te gaan, was er honderd procent kans op nare zaken. We hadden ook niets kunnen doen; dat is ook een beslissing. Onze organisatie staat echter voor alle missies en we mogen niet weglopen voor de mogelijke consequenties. Je weet dat er risico’s zijn.” Generaal Van Uhm (52) constateert dat in de samenleving meer draagvlak en waardering voor de Nederlandse militair bestaat. “Het is toch uniek dat-ie begin vorig jaar werd uitgeroepen tot Nederlander én nieuwspersoon van het jaar 2006. In deze roerige wereld moeten wij wel oog blijven houden voor het draagvlak en de relevantie van
De relatie met het thuisfront van uitgezonden militairen is van groot belang de krijgsmacht voor de maatschappij.” Dat gebeurt trouwens niet alleen in den vreemde, onderstreept Van Uhm. “Er speelt zoveel op nationaal gebied. Dagelijks. Denk maar aan de paspoortcontrole door de Koninklijke Marechaussee, ruimingen van het Explosieven Opruimingscommando, acties van de Kustwacht, het militair hospitaal dat in Enschede is gebouwd, F-16’s die paraat staan, helikopters die bij het blussen van branden worden ingezet of de SAR. We zijn geen vangnet meer bij calamiteiten, maar een structurele partner bij allerlei nationale operaties en in de veiligheidsregio’s. We werken allemaal voor de BV Nederland. Het zou niet zijn uit te leggen dat als zich iets voordoet, Defensie niet kan helpen doordat wij bezig zijn op de oefenterreinen of druk zijn in de kazernes en niet in actie komt.” Van Uhm ziet de samenwerking
CDS. tussen ministeries zich verder uitbreiden tijdens zijn commando. “Dat kan ook niet anders. We hebben veel met Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking te maken, maar in Afghanistan kun je ook denken aan Economische Zaken als een belangrijke partner. Daarbij zien we ook steeds meer samenwerking met de non-gouvernementele organisaties.” PERSONEELSTEKORT
Dat laatste geldt tevens voor de werkgeversorganisatie VNO-NCW. Het valt immers niet mee voldoende gekwalificeerd personeel te vinden. “De ondervulling van de krijgsmacht krijgt extra aandacht. Niet alleen de werving, ook het terugdringen van het verloop in de organisatie en specifiek tijdens de opleidingen is belangrijk. Dat verdient blijvende aandacht.” Van Uhm vindt ook dat er breder kan worden gekeken naar wie er geschikt zijn voor Defensie. Militairen van allochtone afkomst en vrouwen vormen daarbij doelgroepen. “En de spijtoptanten. Deze herintreders zijn in feite verhoudingsgewijs goedkope nieuwe krachten. Je hebt immers minder te investeren in opleidingen. Ik ken het verhaal van een onderofficier die eens een kijkje in het bedrijfsleven wilde nemen. Een paar jaar later, opleidingen verder en kennis rijker kon hij terugkomen als officier. Ik vind dat prachtig. Natuurlijk moet je het wel kunnen uitleggen
aan zijn jaargenoten van de KMS die in dienst zijn gebleven.” Het vormt nog een uitzondering, maar wat Van Uhm betreft blijft het daar niet bij. “We moeten als militairen meer uitdragen wat voor een apart en mooi beroep dit is. In feite is iedereen bij Defensie een parttime werver.” Geld kan een middel zijn om nieuwe krachten aan te trekken, maar je houdt ze er niet alleen mee, weet de generaal. “Daarvoor is meer vereist. Militairen zijn professionals die weten wat ze nodig hebben om te functioneren. Een premie is leuk, maar als ze niet goed kunnen oefenen voor een uitzending ben je ze uiteindelijk toch kwijt.” Net als generaal Berlijn acht zijn opvolger de relatie met het thuisfront van uitgezonden militairen van eminent belang. “Niet alleen voor en tijdens de uitzending, maar ook erna. Aan de poppetjes in de ogen van het thuisfront zie je vaak beter hoe het met de militair gaat. Er moeten momenten van recuperatie en integratie bij een net uitgezonden eenheid komen. Een oefening, zeg maar, waar wel skills en drills aan bod komen, maar ook wat ik een kampvuurmoment noem. Laat die ervaren mannen en vrouwen maar praten over wat ze hebben meegemaakt en de nieuwelingen luisteren. Dat zijn goede lessen.” Iedereen met een goed verhaal kan ook bij de CDS terecht. “Als ze echt wat te melden hebben, leen ik
OVERZICHT FUNCTIES IN MISSIEGEBIEDEN APRIL 2008 De CDS is verantwoordelijk voor alle uitzendingen in de wereld, groot en klein.
Aantredend CDS generaal Peter van Uhm. Foto: Gerben van Es-AVDD
mijn oor. Maar kom niet aan met slecht onderbouwde verhalen. Ik verwacht van iedereen dat ze wat minder goed is, eerst zelf aanpakken.” LEREN VAN FOUTEN
Feilloos werken, realiseert Van Uhm zich, kan niet. “Defensie is een vreemde organisatie, want alle functies die we vervullen als militair doen we voor de eerste keer. Dan ontkom je er niet aan dat er fouten worden gemaakt en dat mag ook tot op zekere hoogte. Erg is het pas als je er niets van leert. We brengen het geleerde in in de oefeningen, maar dat biedt nog geen garanties. In Nederland trainen we op vrijwel alle mogelijke situaties voor Afghanistan. Maar straks rijdt die militair in Tarin Kowt of Deh Rawod de poort uit. Dat is en blijft anders.” Generaal Van Uhm is dan ook blij dat de pers de kans krijgt mee te kijken over de schouder van Task Force Uruzgan. “Die openheid toont aan dat wij als Defensie midden in de maatschappij staan en verantwoording willen afleggen over wat daar gebeurt. Ik verwacht dan wel van alle kanten begrip en respect voor de jonge militairen die wij in een complex uitzendgebied neerzetten. Kerels en meiden van even twintig die zestig man aanvoeren of die in een hinderlaag een besluit moeten nemen als voorste verkenner. Kom daar in het bedrijfsleven eens om.” Van Uhm is vast van plan elke rotatie in ieder geval een keer te bezoeken tijdens zijn commando.
‘We moeten meer uitdragen wat een apart en mooi beroep dit is’ Hij beseft echter dat hij veel tijd in Den Haag zal doorbrengen. “Ik ben de hoogste militair adviseur en zal de bewindslieden zoveel mogelijk met gezond verstand ondersteunen.” En dat voor iemand die nadrukkelijk het stempel ‘troepenman’ met zich meedraagt. “Best als anderen dat van mij vinden, ik kan er niets mee. Ik voel me prima in de politieke arena. Als luitenant-kolonel heb ik bij Buitenlandse Zaken gewerkt en in Bosnië zat ik ook in het internationale politieke veld. De voeling met wat er leeft binnen de krijgsmacht moet wel behouden blijven. Ik moet de bewindslieden toch met gezond verstand van de juiste informatie voorzien. Dat gaat juist prima samen. Niettemin kan het gevechtspak deels in de mottenballen als je deze functie bekleedt. De tijd dat ik eelt op mijn handen en voeten had, is voorbij.”●
17 april | Pagina 4
P i e t e r d e G o o i j e r, d i r e c t e u r - g e n e r a a l p o l i t i e k e z a k e n o p B u i t e n l a n d s e Z a k e n
’Diplomatie, Defensie en opbouw succesvolle combinatie’ Zo op het eerste oog is er niet veel dat Pieter de Gooijer, directeur-generaal politieke zaken op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), generaal Dick Berlijn en generaal Peter van Uhm gemeen hebben. Het drietal komt echter prominent voor in de lijst van honderd belangrijkste informanten van ministerpresident Jan-Peter Balkenende, die Elsevier vorig jaar publiceerde bij het aantreden van dit kabinet. Ze spreken elkaar dus regelmatig “Ik denk dat de rol van de Commandant der Strijdkrachten naar de minister-president minstens zo groot is als de mijne, als zij al niet groter is”, zegt De Gooijer. De CDS werkt weliswaar direct voor de minister van Defensie, maar als hoogste militair is hij ook het aanspreekpunt van de hele regering
Directeur-generaal politieke zaken Pieter de Gooijer.
voor de hele krijgsmacht, betoogt de DG. “Dus als de minister-president advies behoeft over militaire zaken, krijgt hij dat van generaal Berlijn - niet van mij.” De eerste verantwoordelijkheid van De Gooijer vormt de beleidsmatige ondersteuning van de bewindslieden van Buitenlandse Zaken. ”De ministers Verhagen (BZ) en Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) dragen elk een eerste verantwoordelijkheid voor delen van het geïntegreerde 3 D-beleid (defensie, diplomatie en ontwikkeling - Development). De minister van Defensie bewaakt natuurlijk het defensiedeel.” De minister-president dient voortdurend op de hoogte zijn van de ontwikkelingen op de grond in Afghanistan en op het internationale toneel, en ook moet hij betrokken zijn bij de Haagse en internationale beleidsvorming. “Op dat vlak speel ik vanuit BZ een rol, vooral met en via het kabinet van de ministerpresident. De CDS en de directeurgeneraal politieke zaken zitten dus
in de advisering niet in elkaars vaarwater; zij vullen elkaar aan vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. De CDS en ik werken nauw samen en daarbij komt veel uitwisseling van informatie aan de orde. Daarbij betrekken wij natuurlijk ook de Defensiestaf en, hier op BZ, de Directie Veiligheidsbeleid. Normaal gesproken zien de CDS en ik elkaar tenminste eens per week in de Stuurgroep Militaire Operaties, die om de beurt op Defensie en BZ bijeenkomt en waarvan de CDS en ik de covoorzitters zijn.” INFORMATIEBRONNEN
Over Afghanistan komt informatie uit veel verschillende bronnen en kanalen. “De commandant van de Task Force Uruzgan en zijn politiek adviseur (Polad, een ambtenaar van BuZa, red.) vormen cruciale bronnen”, zegt De Gooijer. “De hoofd-
kwartieren van NAVO en ISAF, de ambassade in Kabul, de ambassades van bondgenoten en partners hier in Den Haag, onze eigen ambassades en open bronnen zijn ook belangrijk. De kunst van het omgaan met al die informatie is het wezenlijke te onderscheiden van het minder belangrijke of minder betrouwbare als je beleidsmatige keuzes moet maken of aan je bewindslieden moet voorleggen. En dan moet je die wezenlijke informatie vervolgens scherp analyseren, zodat je verantwoorde keuzes of voorstellen doet. Dat is moeilijk, want er is internationaal enorm veel en daartussen zit veel ruis. De commandant TFU en Polad zijn zich daarvan bewust, net als de andere militairen en burgers die bij Afghanistan betrokken zijn. Ieder probeert bewust bij te dragen aan een proces van informatie delen, checken en doorgeven. Daar zit tussen Defensie en BZ net zo min licht als tussen de commandant TFU en de burgers die bij hem werken.” Volgens de DGPZ bij BZ is de samenwerking tussen Defensie en Buitenlandse Zaken niet meer weg te denken.”Iedereen die even kijkt naar de resultaten die nu in Uruzgan worden geboekt, of die eerder al in het noorden van Afghanistan zijn behaald, die ziet hoe positief het is dat krijgsmacht en BZ samen te werk gaan. Militairen zijn niet gespecialiseerd in het helpen van boeren bij het verbeteren van hun opbrengst
of het opleiden van bestuursambtenaren. Omgekeerd zijn wij bij Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking niet het juiste instrument voor het creëren van een veilige omgeving. Iedereen begrijpt dat die nodig is voor het opbouwwerk. Maar als er vervolgens niets gebeurt aan de ontwikkeling van de Afghaanse samenleving, bestaat er geen uitzicht op een Afghanistan dat ooit weer op eigen benen kan staan. Dus de drie D’s moeten constant en consequent hand in hand gaan. Dat geldt overigens niet alleen voor Afghanistan, maar ook voor veel andere plaatsen waar de krijgsmacht en wij samen aan het werk zijn.” EERLIJK EN AARDIG
De goede samenwerking tussen Buitenlandse Zaken en Defensie, is de overtuiging van De Gooijer, heeft ook te maken met de persoon Dick Berlijn. “De generaal heeft een stempel gedrukt op de functie van CDS. Hij was echt commandant van alle militairen. Zijn stempel is er een van professionaliteit: goed luisteren naar de politiek, die de krijgsmacht stuurt, maar tegelijk ook oor hebben voor de krijgsmacht en die leiden zonder dat onverantwoorde beslissingen worden genomen. Echt met moed, beleid en trouw, gedurende een aantal jaren die misschien wel de moeilijkste voor de krijgsmacht zijn geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Vanuit BZ geldt
Het Directoraat-generaal Politieke Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontwikkelt het beleid voor vrede en veiligheid en adviseert de ministers en de staatssecretaris op het gebied van buitenlandspolitieke aangelegenheden. Dat betekent onder meer dat DGPZ advies geeft over de Nederlandse inbreng en opstelling in internationale organisaties en in politieke kwesties tussen landen onderling. Voorbeelden van beleidsonderwerpen zijn het gemeenschappelijk buitenland-, veiligheids- en defensiebeleid (GBVB) van de Europese Unie en het politieke beleid van de NAVO en de VN. Belangrijke thema’s voor DGPZ zijn conflictpreventie, crisisbeheersing en mensenrechten.
bovendien dat we met ongelooflijk veel plezier met hem hebben samengewerkt, doordat hij niet alleen een goed oog had voor de belangen en prioriteiten van Defensie als geheel, maar ook voor die van anderen. Als ik een regisseur van een film was en een moderne generaal zocht die even goed kon omgaan met politieke als met militaire realiteiten, dan nam ik Dick Berlijn voor die rol. Dan had ik niet alleen een professional bij mijn team, maar een eerlijke en aardige collega bovendien.”●
CDS heeft niet alleen oog voor het belang van Defensie
Kamerleden positief over nieuwe commandostructuur
’Generaal Berlijn verpersoonlijking 3D-benadering’ Met de instelling van een Commandant der Strijdkrachten, in plaats van een Chef Defensiestaf, is de traditionele interne competentiestrijd binnen Defensie verminderd, vindt PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink. Uit gesprekken met politici komt duidelijk naar voren dat de huidige structuur, met een Commandant der Strijdkrachten aan het militaire roer, de juiste keuze is geweest. “Er valt echter nog wel meer winst te halen door een betere samenwerking tussen de krijgsmachtdelen”, denkt ook Raymond Knops (CDA). Beide Kamerleden hebben zitting in de Vaste Commissie voor Defensie in de Tweede Kamer. “De huidige CDS is de herkenbare verpersoonlijking geworden van een geslaagd verpaarsingsproces bij Defensie, voor zover dat tot nu toe in gang gezet en uitgevoerd is”, schetst Eijsink. “Naar buiten - de media en de politiek - is de CDS een aanspreekbare functionaris geworden. In zijn optredens is de ‘3D-benadering’ (diplomatie, defensie en ontwikkeling - development) herkenbaar, alhoewel de ‘D’ van Diplomatiek misschien wel het dichtst bij de persoon Dick Berlijn komt.” Eijsink constateert dat sinds de
Commandant der Strijdkrachten zijn intrede heeft gedaan, het Defensiebelang centraal staat. “Er is minder competentiestrijd tussen de marine, luchtmacht, landmacht en marechaussee. Dat kostte in het verleden echt te veel energie. Die strijd is een stuk minder geworden, maar nog niet helemaal verdwenen. Er valt nog veel te halen met een verdere ‘verpaarsing’, zowel aan de top als aan de basis. Hiervoor heb ik vorig jaar namens mijn fractie meerdere concrete voorstellen gedaan. Overigens ben ik van mening
dat er wel een gezónde rivaliteit mag zijn tussen onderdelen.” Ze pleit onder meer voor een snelle oprichting van het permanente gezamenlijk hoofdkwartier (PJHQ, Permanent Joint Headquarters). “Dit kan de aansturing van operaties efficiënter en effectiever maken. Ik zie dat militairen in Afghanistan gewend zijn om samen te werken met alle defensieonderdelen. Het is dan ook vreemd dat de samenwerking in Nederland nog maar beperkt plaatsvindt. Bij operationele onderdelen, in de opleiding, de ondersteuning kan er zeker nog verder geïntegreerd en samengewerkt worden. Het kan, en om veel redenen moet het ook, snel.” WRANGE VRUCHTEN
Raymond Knops, Kamerlid voor het CDA, vindt net als Eijsink dat de vertrekkende CDS “een indrukwekkende prestatie” heeft neergezet. “Je moet het maar doen, als militair opereren in deze politieke arena”, zegt de oud-luchtmachtmilitair. “Het instituut CDS heeft zich ook bewezen”, meent hij. “Bij de benoeming van een CDS zou de
afkomst van een krijgsmachtdeel er niet toe moeten doen, de kwaliteit dient voorop staan. Generaal Van Uhm heeft overigens in alle opzichten bewezen dat hij geschikt is voor deze functie.” Knops vindt dat het Defensie Operatie Centrum goed functioneert als joint bedrijf. “Niemand wil toch terug naar die tijd van zware staven en concurrentiestrijd. Van die periode plukken we nu soms nóg de wrange vruchten, al was dat eigenlijk niet te voorkomen. Je mag niet verwachten dat zo’n grote verandering in de commandostructuur in een keer honderd procent succes heeft.” Knops ziet nog wel ruimte voor verbetering. “Met name in de logistieke keten, zoals het bijhouden van voorraden en in de bedrijfsvoering op het materieelvlak zie ik kansen. Maar al met al is de balans positief en heeft de omvorming van Chef Defensiestaf naar Commandant der Strijdkrachten goed gewerkt. Als je kijkt naar de omvang van de huidige krijgsmacht in relatie tot de output die wordt geleverd, kunnen we ons meten met de besten in de wereld.”●
‘Je moet het maar doen, als militair opereren in deze politieke arena’ PvdA-Kamerlid Angelien Eijsink.
CDA-Kamerlid Raymond Knops. Foto: Dirk Hol
COLOFON Teksten: Evert Brouwer Eindredactie: Ellen Eggink Layout: Theo Olsthoorn Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met Patricia Sonneveld, Staf CDS
BIJDRAGE VAN MARINIERS IS:
Vervolg van pagina 1
BIJDRAGE VAN MARINIERS IS: BUDEL - Luitenant-kolonel Frank van
Een deel van de verkenners die in juni operationeel zijn in Tsjaad.
mariniers vallen, wordt langs de grens met Darfur, in Goz Beida, gelegerd. Ten
LUCHTSTEUN
bataljon in Doorn, dat de verkenningseenheid naar Tsjaad afvaardigt, omschrijft de Nederlandse bijdrage als bescheiden, “maar wel relevant voor de Ieren.” Het Ierse bataljon waaronder de
noorden hiervan, in Queredo, zit een Pools bataljon en in het zuidelijk gelegen Birao een Frans. In totaal telt EUFOR 3700 militairen, van wie de helft uit Frankrijk. TEKST EN FOTO’S: MONIQUE VAN RIJEN-BOS
De crisis in Darfur heeft enorme vluchtelingenstromen in de richting van Tsjaad teweeggebracht. In het grensgebied lijden deze mensen nog steeds onder het geweld, maar nu ook van de rebellen in Tsjaad. De Verenigde Naties kon niet afzijdig blijven bij deze humanitaire ramp en dat leidde vervolgens tot de EUFOR/Tsjaad missie. Commandant antitankploeg, korporaal Wouter Nijenhuis, zegt zin te hebben in de missie. “Het is eens een ander inzetgebied. Verder lijkt het me leuk met een kleine club te gaan.” Zijn laatste uitzending was in Irak. De daar opgedane ervaring komt volgens hem ook in Afrika weer van pas. “Dat geldt natuurlijk voor alle training. Bovendien zijn we voorbereid op de meest afschuwelijke kruipertjes, van spinnen en slangen tot wat je via je eten kunt binnenkrijgen.”
De Viking BVS10 bestaat uit twee rupsvoertuigen, gekoppeld door een stuurmechanisme. De mariniers gebruiken het voertuig sinds 2007 en zetten het in bij temperaturen tussen de -45º C tot 50º C.
‘BESCHEIDEN, MAAR RELEVANT’ Nijenhuis behoort met nog zeven collega’s tot de anti-tankschutters die met hun 2,5 kilometer ver reikende Gill de verkenners ondersteunen. Die verzamelen in het grensgebied langs Darfur inlichtingen voor de Ierse bataljonscommandant. Daarnaast nemen ze eventueel een patrouille voor hun rekening op plaatsen waar de reguliere infanterie niet kan komen. De verwachting is dat de mariniers, straks geleid door detachementcommandant majoor Tjarko Leungen, al snel na aankomst te kampen krijgen met de regentijd. Volgens pelotonscommandant eerste luitenant William Diepeveen levert dat geen problemen op. “We hebben de Viking. Die is net als een marinier inzetbaar onder alle omstandigheden.”
Sprang, commandant van 1 Mariniers-
17 april | Pagina 5
Het Korps bezit 74 van dergelijke amfibische rupsvoertuigen en tien gaan er mee naar Tsjaad. De Viking kan de grootste blubberpoelen nemen. Hij beschermt tegen 7.62 mm pantserdoorborende munitie plus granaatscherven en anti-personeelsmijnen met een halve kilo springstof. Als bewapening beschikt hij over tweemaal vier rookgranaatwerpers en - in dit geval - een 7.62 mm MAG mitrailleur. In principe hebben de rebellen het echter niet gemunt op EUFOR, maar op de regering Déby. Qua arsenaal beschikken ze over klein kaliberwapens, soms mitrailleurs en misschien een enkele raketwerper. Mocht het onverhoopt toch een keer uit de hand lopen, dan valt er altijd een beroep te doen op een Quick Reaction Force van de Fransen, in Abeché.●
Korporaal Wouter Nijenhuis en de mariniers 1 Kevin de Meijer (midden) en Roy de Ritter met een Gill antitankwapen.
SPORTSUCCESSEN Vervolg van pagina 1 Dat Huizinga ernaar uitziet te stoppen, bleek uit zijn reactie na afloop van het EK. “Het is voor mij steeds moeilijker om dit op te brengen. Eerlijk gezegd kijk ik uit naar de dag dat het voorbij is. Ik leef in een klein wereld. Eigenlijk wil ik wat anders. Een sociaal leven bijvoorbeeld. En wat vaker vissen. Ik sta te trappelen om full time bij de luchtmacht te gaan werken. Maar eerst nog een paar mensen in Beijing omgooien.” Toch zegt de zo langzamerhand legendarische judoka in Peking ‘helemaal te willen meedoen’. Hij besloot zelfs speciaal door te gaan met judo om aan de Spelen te kunnen deelnemen. “Nog een medaille erbij; het zou fantastisch zijn.” In het kielzog van Huizinga reizen de judoka’s Deborah Gravenstijn (-57 kg) en oud-wereldkampioen Guillaume Elmont (-81 kg) eveneens naar de Chinese hoofdstad. Dankzij hun resultaten op het EK, waar Gravenstijns directe concurrente voor de Spelen, de Poolse Kolodzej, gevloerd werd en Elmont een zilveren plak pakte. En dan te bedenken dat het felbegeerde ticket door arbitrale dwalingen in eerste instantie aan de
neus van het duo voorbij dreigde te gaan. Gravenstijn, wiens tegenstander ten onrecht een yuko kreeg toegekend: “Het zou echt een drama zijn geweest als ik op zo’n manier mijn kwalificatie had moeten missen.” Elmont: “De tegenpartij kreeg
Mark Huizinga.
Deborah Gravenstijn. Foto: Ronald Hoogendoorn
Guillaume Elmont.
om volkomen onduidelijke redenen een koka toegediend. Dit klopte gewoon niet.” Voorspoedig verging het afgelopen weekeinde eveneens de al voor de Spelen gekwalificeerde taekwondoka Dennis Bekkers. Hij pakte in de categorie tot 67 kg een bronzen medaille op het Europees kampioenschap in Rome. Dezelfde dag zegevierde ringenturner Yuri van Gelder, die onlangs de laatste wild card voor ‘China’ misliep, met grote overmacht en
voor de vijfde achtereenvolgende keer in een wereldbekerwedstrijd in het Duitse Cottbus. De teller voor wat betreft het aantal leden van de Defensie Topsportselectie dat de koffers voor de Spelen mag pakken, staat intussen op vijf. Degenschermster Sonja Tol, schutter Rolf van der Velde en de atleten Bram Som, Gregory Sedoc, Caimin Douglas en Marjolein de Jong, hopen die in de komende weken verder te laten oplopen.●
17 april | Pagina 6
Rechts: Het NATO Defense College in Rome.
Links: De kolonels Ron Hagemeijer en Adri Ruysendaal volgen als zogenoemde course members de 112de editie van de Senior Course aan het NATO Defense College. TEKST EN FOTO’S: MONIQUE VAN RIJEN-BOS
Links: Kolonel Theo Damen: “De opzet van het NDC zit zeer goed in elkaar.”
BIJ NATO DEFENSE COLLEGE DRAAIT ALLES OM CONSENSUS
‘JE LEERT HIER ANDERS EN RUIMER TE DENKEN’ ROME - De NAVO, de Europese Unie, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Afrikaanse Unie, de VN, wereldhandelsorganisaties en de effecten van klimaatverandering of watermanagement op bijvoorbeeld militaire operaties. Zomaar een greep uit de meest uiteenlopende onderwerpen en politiekmilitaire strategische vraagstukken die op het NATO Defense College (NDC) tijdens de 23 weken durende ‘Senior Course’ uitvoerig aan de orde komen. Nederland is één van de ruim dertig naties die elke cursus, tweemaal per jaar, twee kandidaten inbrengt. Maar levert het ook wat op? “Je krijgt hier het complete, actuele wereldgebeuren voorgeschoteld”, licht luchtmachtkolonel Ron Hagemeijer toe. Hij en zijn ranggenoot van de landmacht, Adri Ruysendaal, vormen het duo militairen dat deelneemt aan de in februari begonnen 112de editie van de Senior Course. “Normaal denk je over de onderwerpen die hier de revue passeren niet al te diep na”, vervolgt Hagemeijer. “Niet omdat ze niet interessant zijn, maar met een drukke baan heb je daar geen tijd voor. Dat is híér wel het geval.” Dat betekent geenszins dat de cursisten, luitenant-kolonels, kolonels of civiele ambtenaren met een vergelijkbare status van ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie of nationale instellingen, het cadeau krijgen. “Zeker niet”, beklemtoont Hagemeijer. “Met achterover hangen kom je er niet. Elke avond ligt er een opdracht, moet je je verdiepen en voorbereiden op een thema voor de volgende dag. Dat levert altijd een paar uur huiswerk
op. Maar je moet het wel doen, wil je binnen je comité, onder begeleiding van een faculteitsadviseur, beslagen ten ijs komen. Het niveau is hoog en voldoet aan de verwachtingen. Dat merk je ook bij de medecursisten. Hier komen geen domme jongens.” Dat kan kolonel Theo Damen beamen na ruim vier jaar bij het NAVO-college. Hij volgde zelf de Senior Course, maar is nu faculteitsadviseur en in die hoedanigheid als Chief Field Studies Branch belast met de studiereizen, als onderdeel van het lespakket. Zes weken daarvan worden besteed aan trips naar naties met een bepaalde relatie met de NAVO. Damen: “Het gaat elke keer om zo’n 140 mensen, want echtgenotes mogen op eigen kosten mee, naar soms wel acht landen.” Er komt heel wat bij kijken. Naast een gedetailleerd en intensief rooster op interessante locaties, met boeiende sprekers voor de cursisten, is er vaak ook een programma voor de eega’s. Ver-
der vraagt zo’n reis om de nodige transportmiddelen, hotels en maaltijden, dus daar zijn wereldwijd heel wat contacten voor nodig. “Mijn omvangrijke bij het college opgebouwde netwerk helpt daar natuurlijk bij”, zegt Damen CONSENSUS
Net na de eeuwwisseling kwam het bestaansrecht van de NDC, en daarmee de Senior Course, onder druk te staan. Die zou te veel zijn uitgegroeid tot een herencursus. Dat leidde tot een nieuwe visie en de huidige opzet. “En die zit zeer goed in elkaar”, betoogt Damen. Voor alle cursisten start de dag met een taaltraining, Engels, Frans of Italiaans. Daarna begint het comitéwerk met de acht á tien course members. Een van hen wordt binnen de internationale groep gebombardeerd tot deskundige van de dag en dient een uiteenzetting te geven over het te behandelen onderwerp waar iedereen zich de avond van tevoren in heeft verdiept. Ook is er tijd voor discussie, zoals begin deze maand over de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Dit Pan-Europese veiligheidslichaam met mediterrane en Aziatische partners, op 3 juli 1973 in Helsinki opgericht, telt 56 deelnemers over een gebied dat zich uitstrekt van Vancouver tot Wladiwostok. Volgens een OVSE-deskundige betreft het een uniek verbond dat puur op basis van consensus besluiten neemt. “Zie het als een gereedschapskist om conflicten te voorkomen.” Voor 2008 bedraagt het budget van de OVSE 164,2 miljoen euro. Door een groot aantal redenen
vond de laatste top in 1999 in Istanbul plaats. De vraag is hoe het verder moet met de organisatie, die zich onder meer richt op mensenrechten, democratisering, contraterrorisme, vrije verkiezingen en tolerantie in ZuidOost- en Oost-Europa, de Caucasus en Centraal-Azië. Na van gedachten te hebben gewisseld binnen de acht comités van cursus 112, komen alle 84 studenten samen in het auditorium voor een lezing. Aansluitend volgt een informele discussie en is er ruimte voor vragen en antwoorden. Aan het eind van de dag, soms pas in de vroege avonduren, moet er overeenstemming zijn over het wel en wee van de OVSE. Niet alleen deze organisatie vergt veel aandacht. De Afrikaanse Unie (AU) doet dat net zo goed. Deze in 2002 opgerichte organisatie omvat 53 staten. Haar speerpunten liggen op het gebied van gezondheid (malaria en AIDS), politiek (burgeroorlogen en ondemocratische regimes), economie, ecologie en dekolonisatie. Een van de cursusleden vindt dat de westerse landen moeten zorgen dat de Afrikaanse Unie een goedlopende organisatie wordt. Een ander werpt tegen dat de problemen niet westers zijn en dat die naties zich daarom beter niet kunnen bemoeien met de doelstellingen van de AU. Tijdens een van de sessies stelt een Afrika-deskundige echter dat het Westen de AU een helpende hand toe moet steken om haar missie te volbrengen. “Gesteund door de bevolking zouden de Afrikaanse landen moeten uitgroeien tot de United States of Africa, met dezelfde wetten voor allemaal”,
zegt hij. “De samenwerking met organisaties als de NAVO en de EU moet verder worden bevorderd. Darfur toont aan waar het bij de AU om draait. Zonder AU zou de EU-missie in Afrika er niet zijn.” Aan de comités de taak op één dag niet alleen over de OVSE, maar ook over de AU consensus te bereiken. Veranderen cursisten van mening? Zou best kunnen. Hagemeijer geeft toe dat ook hij al enkele malen standpunten heeft bijgesteld. “Hier leer je dingen te bekijken vanuit verschillende situaties. Je gaat anders en ruimer denken. Dat is een zeer positief effect.” MIDDEN-OOSTEN FACULTEIT
Het NDC, onder leiding van luitenant-generaal Wolf-Dieter Loeser, is qua niveau vergelijkbaar met de Leergang Topmanagement Defensie. Het college startte de eerste cursus op 19 november 1951 in Parijs en verhuisde in 1966 naar Rome. Inmiddels leverde het opleidingsinstituut alleen al met de Senior Course 6.800 cursisten af, zo weet het Amerikaanse hoofd opleidingen, decaan dr. Grant Tedrick Hammond. Het NDC kent tevens enkele korte trainingen. Zo is er de één week durende ‘generaals, vlagofficieren en ambassadeurscursus’, ook voor militairen uit niet-NAVO landen, gevolgd door nóg een week bij het NAVO-hoofdkwartier in Brussel voor uitsluitend bondgenoten. Verder maakt de Integrated Partner Orientation Course (IPOC) niet alleen deel uit van de Senior Course, maar is hij ook apart te volgen, evenals enkele korte modules van één week. De IPOC be-
handelt NAVO gerelateerde onderwerpen. Cursisten komen uit NAVO-gebied, Partnership for Peace-naties en van Mediterrane partners, gevormd door zeven landen in het Middellandse Zeegebied en daarbuiten zoals Algerije, Cyprus, Israël en Syrië. Tijdens de top van Istanbul in 2004 besloot de NAVO bovendien tot het Istanbul Cooperation Initiative. Daardoor kregen ook cursisten uit de Golfregio toegang tot de Senior Course. Zelfs tref je er soms Japanners aan. Volgende maand neemt de Midden-Oosten Faculteit officieel zijn intrek in het NDC. Deze cursus, officieel de NATO Regional Cooperation Course is ontstaan in opdracht van de NAVO tijdens de top van Riga in 2006 en richt zich specifiek op Midden-Oosten problematiek. “Zestig procent van de cursisten komt uit het betreffende gebied, plus Noord-Afrika”, verduidelijkt Damen. “De overigen zijn uit andere landen. Het verbreedt echter voor iedereen het blikveld. Mensen uit het MiddenOosten en wij zien dezelfde feiten, maar interpreteren ze soms volslagen anders.”●
Het NDC mag worden gezien als de kennisvijver van de NAVO. Voor de cursisten levert het een meerwaarde op waar ze na Rome nog veel profijt van hebben. Voor Hagemeijer is dat in het Duitse Ramstein bij het Air Component Command, voor jurist Ruysendaal bij het Joint Force Command in Brunssum als Chief Legal Adviser. En ook Damen verlaat Rome. In september gaat hij met functioneel leeftijdsontslag.●
17 april | Pagina 7
Vervolg van pagina 1 Het toekomstige landmachthoofdkwartier waar de ‘brug met de twaalf gaten’ uit 1850 over het water ligt. Tussen de gebouwen komt een 2500 m2 tellende appelplaats, met aangrenzend een tribune die ruimte biedt aan 150 mensen.
UTRECHT - Ongeveer tien hectare oude glorie ligt op de Kromhoutkazerne inmiddels tegen de vlakte en het resterende deel zal spoedig volgen. Uit de grond verreist een complex dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Op 1 oktober 2010 neemt het hoofdkwartier van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) met ongeveer duizend man personeel er als eerste zijn intrek.
Modern complex met snufje cultureel erfgoed Daarmee krijgt een plan van de voormalige minister van Defensie Henk Kamp zijn beslag. Hij was degene die wilde dat de hoofdkwartieren zouden vertrekken uit Den
Haag. Dus ging de marine naar Den Helder, de luchtmacht naar Breda en de landmacht, bij gebrek aan ruimte, naar zowel Apeldoorn als de Knoopkazerne in Utrecht. Behalve het CLAS verhuist straks een deel van de Defensie Materieel Organisatie
Sjiek sporten in nieuwbouw op Kasteel van Breda √ BREDA - Voor het eerst sinds de jaren ’60 is er nieuwbouw gepleegd op het Kasteel van Breda, zetel van
onder meer de Koninklijke Militaire Academie. Het betreft een sportgebouw, waarvan niet alleen de moderne architectuur, maar ook de opvallende raampartijen en zinken bekleding in het oog springen. Op 11 april verrichtte generaal-majoor mr. Siem van Groningen, commandant van de Nederlandse Defensie Academie, de officiële opening. De nieuwbouw heeft ruim twee miljoen euro gekost. Het pand herbergt onder meer de fitnessruimte met twee complete fitness-straten, een vertrek voor de cardiotraining en een dojo, voornamelijk bestemd voor lessen militaire zelfverdediging. Ook biedt het onderdak aan twee kleedlokalen en talloze opslagruimten voor sportmaterialen. Plasmaschermen en audioapparatuur zorgen voor het nodige amusement tijdens het trainen.●
naar de ‘Kromhout’, verder zijn er de nodige werkplekken voor het Commando DienstenCentra gepland. In de lente van 2009 begint de bouw, berekend op tweeduizend defensiemedewerkers met een optie om uit te breiden, zodat er nóg eens duizend bij kunnen. “Hier komt het bedrijfsrestaurant”, zegt projectdirecteur Publiek Private Samenwerking Visser, wijzend naar een miniatuurpand met dakterras en bar vlak achter de ingang met portiersloge. Ernaast staat vergaderruimte gepland, bereikbaar vanuit een parkeergarage met 670 plaatsen. Het terrein moet autoluw worden en krijgt een groene long. Het landmachthoofdkwartier, voorzien van veel glas ligt aan het water. Bijzonder aardig is dat de ‘brug met de twaalf gaten’, een restant uit 1850 van de Nieuw Hollandse Waterlinie, behouden blijft. Dat geldt eveneens voor de bomvrije wachtruimte en de tamboershut. Deze rijksmonumenten worden volledig gerestaureerd en krijgen een nieuwe bestemming. Voor de binnenslapers verrijzen er rond de honderd kamers met douche en toilet, verdeeld over drie legeringsgebouwen, plus één kleiner slaappand voor generaals. Natuurlijk ontbreekt een sportcomplex niet. Het oogt allemaal even fraai. Visser: “Er is gekozen voor laagbouw met een maximumhoogte van zeventien
tot twintig meter. Dat gebeurde in overleg met secretaris-generaal Ton Annink, zijn toenmalige plaatsvervanger Marion Gout-van Sinderen, de vorige Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Peter van Uhm en de eveneens vorige plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, luitenant-generaal Hans Sonneveld. Verder wilde ik een gezond complex waar je makkelijk de trap neemt. Natuurlijk zijn er ook liften, net als invalidentoiletten. Er is overal aan gedacht.”●
MAXIMAAL UITBESTEDEN De opdracht waaraan de projectdirecteur Publiek Private Samenwerking moest voldoen, bevatte drie elementen: behoud van de delen uit de Nieuw Hollandse Waterlinie, aandacht voor de beveiliging en, vanuit milieuoogpunt, prioriteit voor waterbeheer. Wat dat laatste aangaat wordt bijvoorbeeld gezorgd voor opvang van regenwater voor hergebruik. Het contract is een DBFMO-variant: Design, Build, Finance, Maintain en Operate. Dat betekent dat alles wordt overgelaten aan anderen. Naast het ontwerpen en de bouw van het volledige kazernecomplex, betreft dit financiering, onderhoud en instandhouding. Dat reikt van de volledige inrichting tot de dienstverlening. Daarmee voldoet Visser optimaal aan zijn opdracht. Die luidde: maximaal uitbesteden, voor een zo gunstig mogelijke prijs. “Dat is gelukt”, zegt hij.●
DEN HAAG - Elk jaar wordt in het eerste weekend na Pinksteren een tweedaagse mars gehouden in Diekirch, Luxemburg. De Marche de l´Armée is een internationaal wandelevenement voor zowel burgers als militairen. Ook vele detachementen en individuele lopers van de verschillende Natres bataljons en andere eenheden van de krijgsmacht doen weer mee op 17 en 18 mei. Meer informatie op: intranet.mindef. nl/kl/staf_clas/organisatie/eenheden_directies/chef_staf_groep/afdeling_reservisten_a angelegenheden/korpsbureau_nationale_re serve/diekirch_2008.aspx●
CWI VERKAST BREDA - De Centrale Werkplaats Instructiemiddelen (CWI), nu nog gevestigd op de Trip van Zoudtlandtkazerne, gaat verhuizen. Op de plek van de oude werk-
plaats staat een legeringfaciliteit ten behoeve van de NLDA gepland. In mei wordt het kazernecomplex aan de Kanaalstaat 119 te Dongen de nieuwe locatie van de CWI. Vaste klanten moeten er rekening mee houden dat er tijdens en geruime tijd na de verhuizing niet of minder wordt geproduceerd en dus zullen vertragingen in de leveringen onontkoombaar zijn. Meer informatie via het intranet portaal > selecteer onderdeel > (landmacht) u bent nu op de Clas-site, in de kolom ‘CLAS, snel naar’ treft u > het Materieel logistiek peloton CWI.●
WILLEM VAN DER ZAAN IN BELGISCHE DIENST ANTWERPEN - De Belgische koningin Paola heeft vorige week in Antwerpen het tweede Nederlandse M-fregat in ontvangst genomen en gedoopt. De Willem van der Zaan (F829) heet voortaan Louise-Marie (F931). In maart 2007 ontving de Belgische
Marine het eerste Nederlandse M-fregat, Hr.Ms. Karel Doorman. Dit schip werd omgedoopt tot Leopold I (F930).●
HERINNERINGSBOEK DOORN - Het herinneringsboek 1NLD 2005 en NLD MNH PAK 2005 is inmiddels uit. Personeel dat deelnam aan deze missies heeft het op huisadres ontvangen of weet dat het een exemplaar kan krijgen bij Sectie 1 van het 2de Mariniersbataljon. Wie er door omstandigheden nog geen mocht ontvangen, kan het persoonlijk ophalen (indien geplaatst in Doorn) of een mail sturen aan de KPLMARNALG Roose, D. (D.Roose@ mindef.nl) met daarin zijn huidig adres. Het boek wordt dan alsnog opgestuurd.● SRF BN
‘PROEF DE PASSIE’ DEN HAAG - Klanten willen graag weten welke cateringactiviteiten ze bij Paresto
Te koop wegens emigratie: Alphen NB, Hofstade 5. Ruime vrijst. woning met woonkmr van 51m2. In centrum, nabij winkels, school en bossen. Kindvr. dorp op ± 10 km van vlb GilzeRijen. Woning moet u van binnen hebben gezien! Vr.pr. N 349.000,- k.k. Zie: www.funda.nl Te koop: Best, tussenwoning v.v. kunststof kozijnen en vrijst. garage. Blijvend vrij uitzicht. Loopafst. station en centrum. Nabij kaz. Oirschot. Bjr 1965. Inh. 350m3 (exl.garage). Vr.pr. N 244.500.- k.k. Een bezichtiging geeft juiste indruk. Inf.:
[email protected], tel: 06 - 108 412 36. Te koop: Delfgauw (wijk Emerald), eengezinswoning. Bjr 2001, 126 m2 eigen grond, woonopp. 125 m2, inh. 355 m3. 13 m diepe aangelegde tuin op Z. Ind.: toilet, woonkmr, open haard, open keuken. 1e verd.: 3 slpkmrs, badkmr. Zolder. Vr.pr. N 299.500,- k.k. Inf.: 015 - 257 57 77. Te koop: ’s-Gravenhage, Klaproosveld 43. In luxe nieuwbouwcomplex gelegen ruim (ca 95 m2) 3-kamerappartement met zonnig balkon. Eigen garage. Winkelcentra en NS op loopafs. In nabije toekomst waterpartij aan voorzijde. Vr.pr. N 235.000,k.k. Zie. www.funda.nl Te koop: Rijssen, Banisweg 12, in 2005 gerenov. stadsboerderij. Perc. 695 m2, woonopp. 120 m2. Keuken met inb. app., aparte woonkeuken, woonkamer, badkamer, toilet, kelder, 1 slpkmr (mogh voor 2e ). Vrijst. garage en tuin op Z. Waterput met pomp. Vr.pr. N 280.000,- k.k. Inf.: 06 - 129 685 20. Te koop: Tilburg, Midslandstraat 58, goed onderhouden eengezinswoning. Gunstig gelegen. Bjr 1998, V.v. 2 badkmrs en 3 slpkmrs. Vr.pr. N 202.500,- k.k. Inf. makelaar: 013 - 592 00 80 of 06 - 539 495 66. Te koop: Uden, Rentmeestershoef 628, tussenwoning met vrijst. garage en fraai aangelegde tuin gelegen in rustige woonwijk met veel groen. Nabij winkelcentrum ‘Drossaard’ en div. voorz. Vr.pr. N 247.500,- k.k. Inf.: 0413 - 25 02 58 of 06 408 858 47 of zie www.funda.nl Te koop: Steenwijk, De Wiende 31, vrijstaande woning aan rand van woonwijk de Nieuwe Gagels. Bjr 1998. Woonkamer 40m2 , 3 slpkmrs. Opp. 150 m2, perceelsopp. 810 m2, inh. 390 m3. Vr.pr. N 389.000,- k.k. Inf. makelaar: www.prinsenzandbergen.nl of tel.: 0521 - 57 11 11. Te koop: Kampen, Zilverschoon 96. Ruime, goed onderhouden 2/1 kapwoning met 5 slpkmrs. Gunstig gelegen t.o.v. uitvalswegen naar kaz. ‘t Harde, Wezep en Havelte. Vr.pr.: N 324.500,- k.k. Let op: 19 april a.s. Open Huis! Info: 038 331 67 94 of zie www.funda.nl
DIVERSEN Gezocht: het boekwerk ‘Palmam qui meruit ferat’ (Ere wie ere toekomt) handelend over het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in Roermond. Vijf delen in een luxe cassette, uitgegeven in 2004. H.J. Huisman, 0416 - 28 25 99 of dtl26@ orange.nl
RECREATIE
INHET KORT TWEEDAAGSE WANDELMARS TE DIEKIRCH
heten de gratis advertenties in de Defensiekrant. De tekst van een Dekaatje mag niet langer zijn dan veertig woorden en kan alleen schriftelijk of per e-mail worden ingediend. Plaatsing geschiedt zo spoedig mogelijk. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud, noch voor de gevolgen van de plaatsing. Op de envelop of in de e-mail graag ‘Dekaatje’ vermelden. Dekaatjes kunnen worden ingestuurd naar de Defensiekrant, postbus 20701, 2500 ES Den Haag of
[email protected], onder vermelding van naam, adres, woonplaats eventueel telefoonnummer, onderdeel en registratienummer. Let op: de Defensiekrant wordt iedere week ook op internet gepubliceerd. Uw gegevens, zoals telefoonnummer en adres, kunnen door zoekmachines worden gevonden.
WONINGEN
KROMHOUTKAZERNE IN UTRECHT:
TEKST: MONIQUE VAN RIJEN-BOS
DEKAATJES
kunnen aanvragen. Daarvoor heeft de restaurantorganisatie de zogenoemde banquetingmap ontwikkeld waarin alle activiteiten en services plus de bijbehorende prijs beschreven staan. Onlangs is deze kritisch tegen het licht gehouden. Het resultaat? Een moderne, aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke map met een verrassende keuze in cateringactiviteiten en gerechten. De banquetingmap ‘Proef de passie’ is op 14 april ingegaan. Te zien bij de cateringmanager of het facilitair management op uw locatie en op CDC-Direct.●
Te huur: Vakantiewoning voor 2-6 pers. in het zuiden van Hongarije. Laat u verrassen door het mooie land, natuur, vriendelijke mensen, heerlijke eten, wijnen en thermaalbaden. Nog enkele weken vrij in hoogseizoen. Te huur v.a. N 299,p.w. Zie www.kakashaz.come2 me.nl of
[email protected] Te koop: Zeiljacht Neptun 27. Snelle, veilige familieboot in goede staat. 8,45 x 2,50 m. Volvo Penta 14 Pk Diesel met saildrive. Goede zeileigenschappen en comfort, 5 slppln, toilet en dinette. Vr.pr. N 13.250,-. Info 06 - 558 062 28.
REÜNIE De Vereniging (Oud-) Militairen houdt op zaterdag 26 april wederom een bijeenkomst in café De Bond waarbij alle actief dienende militairen uit de gemeente Cuijk van harte welkom zijn. Info bij Maj Hoefs: 055 - 357 32 37 of
[email protected] De Charlie ‘Tijger’compagnie 11 Infanteriebataljon Air Assault Garderegiment Grenadiers en Jagers houdt op donderdag 12 juni een reünie voor alle dienende en oud ‘Tijgers’. Opgave via
[email protected] o.v.v. naam, adres, postcode, woonpl. of tel.: 026 - 353 28 20. Zie www.charlietijger.nl Op 3 september wordt er een reünie gehouden op de KMS Weert voor oud leerlingen 73-03 en hun toenmalige kader van de C-Cie. Opgekomen 3 sept ’73 en na 12 mndn naar de WTO/VTO gegaan. Afsluiting met borrel en BBQ. Opgave t/m 20 juni bij Kap M.P. Nijs
[email protected] o.v.v. peloton, wapen/dienstvak. Of tel.: 033 - 421 93 07.●
17 april | Pagina 8
Sperwer oefent boven Veluwe
VIJF VRAGEN AAN... Luitenant-kolonel Jan Brouwer, hoofd personeelsvoorziening luchtmacht Volgens het hoofd personeelsvoorziening luchtmacht, luitenant-kolonel Jan Brouwer, haken jongeren af voor een baan bij de krijgsmacht sinds er slachtoffers vallen in Zuid-Afghanistan. Hij noemt dat het ‘Uruzgan-effect’. Als mensen niet voelen voor een baan bij de krijgsmacht, wie zegt dan dat dit door de missie in Uruzgan komt? “Het Uruzgan-effect bestaat uit twee elementen: positief en negatief. Positief houdt in dat eventuele gegadigden, door de grote belangstelling van de media voor het werk van Defensie, beter worden geïnformeerd en meer gemotiveerd zijn. Hierdoor verbetert de ratio tussen belangstellenden en aanstelbaren. Negatief houdt in dat de operatie in Uruzgan, bijvoorbeeld door de risico’s, mensen afschrikt om te solliciteren. Beide effecten zijn niet nieuw, maar het is lastig hieraan sollicitatiegedrag toe te schrijven en met kwantitatieve gegevens te komen. Onduidelijk is welk effect de overhand heeft. De belangrijkste factor blijft uiteindelijk toch de arbeidsmarkt. Wel zie je na calamiteiten in het uitzendgebied een dip in het aantal sollicitanten. Die herstelt zich weer snel.” Worden belangstellenden wel goed voorgelicht over mogelijke uitzendingen en heeft dat effect op de instroom? “Geïnteresseerden krijgen, vóór zij solliciteren naar een baan bij Defensie, een voorlichting. Hierin komen alle facetten van het militair zijn aan de orde, dus ook de uitzendingen. Onder meer op grond van deze informatie bepaalt iemand of hij/zij solliciteert bij één van de krijgsmachtdelen. Ook andere aanbiedingen spelen mee bij die afweging. Door de grote hoeveelheid banen op de arbeidsmarkt zijn er voor jongeren tegenwoordig gewoon meer mogelijkheden.” Komt dat Uruzgan-effect vanuit de militair zelf, of van op hem/haar inpratende ouders of partners? “Wij weten dat niet alleen de sollicitant de afweging maakt om bij Defensie te gaan werken. Hij of zij wordt zeker beïnvloed door ouders en vaak ook de schooldecaan. Met name risico’s worden samen besproken, omdat ouders zich vaak zorgen maken. Zij hebben zeker effect op de keuze van de jongeren. Gelukkig voor Defensie ook wel in positieve zin.” Best een raar verschijnsel, dat ‘Uruzgan-effect’. Mensen weten toch dat ze bij de krijgsmacht niet meegaan met een uitje van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, maar naar gebieden waar je een risico loopt. Is het niet juist dát wat een baan als militair aantrekkelijk maakt? “Dat Uruzgan effect heeft op jongeren en degenen die hen beïnvloeden, is duidelijk. Door berichten in de media worden mensen breed geïnformeerd
De oefenvlucht vond plaats in het kader van de samenwerking met andere overheidsinstanties in Nederland. Defensie ondersteunt, waar nodig, civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde en bij calamiteiten. Het surveilleren met kleine onbemande vliegtuigen met camera’s maakt hier onderdeel van uit. Met de Sperwer is het mogelijk om verdachte personen ongezien te volgen of bij rampen ontruimde stadsdelen vanuit de lucht onder observatie te houden. Het UAV beschikt over een speciale camera die zowel overdag als ’s nachts te gebruiken valt, en wordt bediend vanaf de grond. Sperwers zijn ook gebruikt in Afghanistan ter ondersteuning van operaties van de Task Force Uruzgan.●
WEZEP - Een Sperwer, een onbemand verkenningsvliegtuig (UAV) van de Koninklijke Landmacht, heeft woensdag 9 april voor het eerst buiten de militaire oefenterreinen boven Nederland gevlogen. Dit speelde zich af boven de Veluwe. De Sperwer werd die middag begeleid door een Alouette III helikopter van de Koninklijke Luchtmacht.
LEZEN & GAMEN
over ons werk in de uitzendgebieden. Dat een gedeelte op grond hiervan afhaakt, lijkt aannemelijk. Maar velen spreekt het aan dat het werk bij Defensie relevant is en door de samenleving wordt gewaardeerd. Deze mensen willen daar een bijdrage aan leveren.” Militairen die gewond raken, hoor je vaak zeggen dat ze zo snel mogelijk terug willen naar het operatiegebied om met de maten de missie te volbrengen. Heeft zoiets dan geen wervend effect? “Het groepsgevoel dat ontstaat als meerdere militairen met elkaar werken om een klus te klaren, vooral onder moeilijke omstandigheden in een uitzendgebied, is nagenoeg nergens anders in onze maatschappij terug te vinden. Het “Eén team - één taak”gevoel dat de luchtmacht in haar wervingcampagnes gebruikt, valt defensiebreed terug te vinden. Dit gevoel maakt ook dat gewonde militairen zo snel mogelijk weer terug willen naar hun maten om gezamenlijk de taak in het uitzendgebied af te maken. Voor mensen die zich hierin kunnen vinden, heeft dit fenomeen natuurlijk bij uitstek een wervend karakter.”●
Rainbow Six, Vegas 2
Rainbow Six, Vegas2 is er zowel voor de XBox-360, de Playstation-3 en de PC Adviesprijs respectievelijk 69,99 (XBox-360 en PS3) en 49,99 euro (PC). Tekst:
DEN HAAG - Successchrijver Tom Clancy (Hunt for the Red October, Past and Present Danger) zag zijn titels al verfilmd worden. Maar ook de fantasierijke gamewereld heeft zijn scenario’s omarmd. De Rainbow Six-serie is al enige tijd op de markt, toch weet uitgever Ubisoft elke keer wat nieuws te brengen. Maar goed ook, want Rainbow Six, Lockdown was toch een beetje een tegenvaller. Sinds de antiterreurbrigade zich heeft verplaatst naar Las Vegas zijn er extra dimensies toegevoegd. De eerste editie die speelde in deze ‘poel des verderfs’ stond in 2006 wekenlang in de top-3 van de XBox-games. Ook deze keer leid je weer een goed getraind team van twee man en heb je vele verschillende wapens en technisch gereedschap tot je beschikking om de strijd met het terrorisme aan te gaan, zoals snake cams en nachtkijkers. Een extra prettige bijkomstigheid vormt het tactische element dat het simpele schieten ver naar de achtergrond verdrijft. Het wapenarsenaal is indrukwekkend, met onder meer de AUG, L85A2 en de nieuwe M468. Die zien er niet alleen gaaf uit, ze vuren ook prettig en klinken bovendien heel realistisch. Het mooie is dat het zowel online als offline punten zijn te vergaren voor je status. Met als nieuwe toevoeging dat Bishop, het figuurtje waarmee we de game spelen, kan sprinten. Het komt de snelheid van het spel volledig ten goede. Wel had de soms wat al te grove taal achterwege mogen blijven. Het haalt de hoge kwaliteit van het gebodene toch wat naar beneden.
Evert Brouwer●
‘Eindelijk erkenning’, einde van een tijdperk? DEN HAAG - De oudIndiëstrijders werden begin dit jaar opgeschrikt door het overlijden van ‘hun’ scribent Ant. P. de Graaff. De auteur leverde niet lang voor zijn dood het manuscript in voor het negentiende boek over de strijd in Nederlands-Indie, eind jaren ’40 van de vorige eeuw. Het resultaat ligt nu in de winkel. Net als in zijn debuut ‘De Heren worden Bedankt’ - inmiddels toe aan de zevende druk - lopen gewone jongens uit die tijd over de pagina’s. Daardoor is er nauwelijks afstand tussen de lezer en de personages in het boek. Ook ‘Eindelijk Erkenning’, zoals nummer 19 heet, bevat weer de inmiddels gemeengoed geworden ingezonden stukken van sobats, en de ‘notities van een aalmoezenier’. Een must voor de vele Ant. P. de Graaff-fanaten en voor hen die nog niet weten hoe het er in Indië aan toeging. Of dit de laatste publicatie betreft van De Graaff valt nog te bezien. In een persbericht laat Uitgeverij Van Wijnen (Franeker) weten dat de schrijver al bezig was met zijn twintigste boek. “Met familie en andere betrokkenen wordt bekeken of een afsluitend twintigste deel in de serie haalbaar is.” Voor wie daarop niet wil wachten: deel 19 (144 bladzijden) is te koop voor de prijs van 12,95 euro, ISBN 978 90 5194 330 6. Tekst: Evert Brouwer●
TWEEDE WERELDOORLOG IN LEGERMUSEUM DELFT - Na vijf zware oorlogsjaren werd Nederland op 5 mei 1945 bevrijd. Wie waren onze bevrijders en hoe versloegen zij de vijand? Het Legermuseum geeft antwoord op die en vele andere vragen in de meivakantie (1 t/m 12 mei). Doe mee met de ‘missie WOII’ of ontmoet een historische soldaat uit deze tijd. In het Legermuseum is veel te zien over de Tweede Wereldoorlog. Ontdek hoe een loopgraaf in deze periode eruit zag, bekijk de verschillende uniformen, of loop langs een imposant luisterapparaat dat het gebrom van vliegtuigmotoren opvangt uit de lucht. Schrik
niet als je ineens oog in oog komt te staan met een heuse soldaat… hij vertelt de hele dag door alles wat je weten wilt over de Tweede Wereldoorlog. Een speciale missie voert langs verschillende thema’s uit de periode ’40-‘45. Welke stad werd door Duitsland gebombardeerd om Nederland tot overgave te dwingen? Welke geheim agent gebruikte een afluisterapparaat? Volbreng de missie en ontvang een leuke verrassing als aandenken. De tocht eindigt bij een bijzondere jeep van de speciale eenheden, in de tentoonstelling Special Forces. Hier valt ook te zien hoe Nederlandse
commando’s al tijdens de Tweede Wereldoorlog hun missies uitvoerden. Op 5 mei viert het Legermuseum feest; bezoekers hebben gratis toegang. Kinderen kunnen tijdens een workshop een bouwplaat van een tank of jeep in elkaar knutselen. Deze activiteiten worden muzikaal omlijst door Russische oorlogsliederen, live gezongen met akoestische muziek. Op het buitenterrein vinden demonstraties plaats van miniatuurtanks. In het museumcafé zijn speciale ‘bevrijdingsbroodjes’ verkrijgbaar, gebakken volgens origineel recept. Meer informatie op www.legermuseum.nl●
DEFENSIE EVENEMENTENKALENDER De verkorte versie van de Defensie Evenementenkalender vermeldt voor de komende tijd de volgende evenementen:
2 april: Avontuurlijke expeditie met workshop op Bronbeek, Arhnem 18 april: ‘Hollywood in Concert’ met Lee Towers en het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Naaldwijk 19 april: ‘Hollywood in Concert’ met Lee Towers en
het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Venray 20 april: Japanse krijgskunst (met workshop) in het Legermuseum, Delft 20 april: Traditionele krijgskunst uit de Indonesische archipel in museum Bronbeek, Arnhem 24 april: Hollywood in Concert’ met Anita Meyer en het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Arnhem
25 april: Hollywood in Concert’ met Anita Meyer en het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht, Dronten 27 april: Japanse krijgskunst (met workshop) in het Legermuseum, Delft Voor meer informatie surf naar www.defensie.nl en klik via ‘Actueel’ op de link Evenementen. Voor veel medewerkers van Defensie ook bereikbaar via intranet.●
Colofon De Defensiekrant is een wekelijkse uitgave van de directie Voorlichting & Communicatie van het Ministerie van Defensie bestemd voor het gehele Defensiepersoneel. Hoofd Defensiemedia Ellen Eggink (070 - 318 83 35) Eindredactie: Wiebren Tabak (070 - 318 66 77) Redactie: Evert Brouwer (070 - 318 83 30) Jack Oosthoek (070 - 318 83 41) Monique van Rijen-Bos (070 - 318 83 74) André Twigt (070 - 318 83 36) Redactiesecretariaat en administratie: Marianne Beck Telefoon: (070) 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326 Fax (070) 318 74 32 Defensiesite: www.mindef.nl E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Spui 32, 2511 BS Den Haag Postadres: Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58B De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken. Abonnementen: Per jaar N 13,61. Voor het buitenland N 15,88. Opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant (zie boven), in het geval van een dienstabonnement. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, postbus 20, 1910 AA Uitgeest, tel. 0900 - 226 52 63 of www.aboland.nl, waarna een acceptgirokaart wordt toegezonden. Adreswijziging: Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het kost enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. Layout: Theo Olsthoorn (UnitedGraphics, postbus 659, 2700 AR Zoetermeer) Druk: DeltaHage, Den Haag ISSN: 0167-0808