AGENDA
voor de raadsvergadering
locatie datum tijd voorzitter raadsgriffier
• • •
: : : : :
raadzaal 24 november 2011 20.00 – 21.30 uur mw. E.M. Timmers-van Klink dhr. F. Kromhout
Voorstellen die na commissiebehandeling ongewijzigd zijn, zijn terug te vinden in de commissiebundel en integraal in het RaadsInformatieSysteem (RIS). De begintijden van de onderwerpen zijn onder voorbehoud. Voor actuele agenda: kijk op de website.
Tijdschema
Agenda nr.
Voorstel nr.
20.00-20.25
1
--
Opening en mededelingen omtrent de vergadering.
2
--
Inspraak en Uitspraak.
Onderwerp
A. Spreekgelegenheid voor het publiek. (zie NB 2) (voor wat deze agenda betreft komt agendapunt 9 voor het spreekrecht in aanmerking)
3
--
Vaststellen agenda.
4
--
Notulen van de openbare raadsvergadering van 27 oktober 2011, na schorsing voortgezet op 1 november 2011. Conform artikel 17 3e lid Reglement van Orde hebben de leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is.
4.1
--
Lijst van besluiten genomen in de raadsvergadering 27 oktober 2011, na schorsing voortgezet op 1 november 2011.
4.2
--
Lijst van collegetoezeggingen gedaan in de raadsvergadering van 27 oktober 2011, na schorsing voortgezet op 1 november 2011.
4.3
--
Bekrachtigen oplegging geheimhouding stukken ex artikel 25 lid 3 Gemeentewet.
5
--
Rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen. Mondelinge rapportage door AB- en DB-leden van de verschillende gemeenschappelijke regelingen die in de afgelopen periode vergaderingen hebben bijgewoond.
6
122/11 Lijst van ingekomen stukken. Voor raadsleden zijn de stukken te raadplegen via het Besloten InformatieSysteem (BIS).
7
--
Inhoudelijke mededelingen.
Tijdschema
Agenda nr.
Voorstel nr.
20.25-20.30
8
--
8.1
Onderwerp
HAMERSTUKKENLIJST
116/11 Aanpassen Afvalstoffenverordening 2010 gemeente Oegstgeest. Portefeuille : Financiën Portefeuillehouder: E. Mackay Als een vergunningstelsel onder de Dienstenrichtlijn valt, wordt van rechtswege een positieve fictieve beschikking verleend als niet tijdig wordt besloten op een aanvraag. Dit is de zogenaamde Lex Silencio Positivo. Dit voorstel regelt dat vanwege dwingende redenen van algemeen belang (zoals milieu en volksgezondheid) op de Afvalstoffenverordening 2010 gemeente Oegstgeest een uitzondering wordt gemaakt
8.2
107/11 Actualisatie Treasurystatuut. Portefeuille : Financiën Portefeuillehouder: E. Mackay Naar aanleiding van de implementatie van het Servicepunt71 en overhevelen van functies is actualisatie van het Treasurystatuut noodzakelijk.
8.3
108/11 Vaststellen Nota verbonden partijen. Portefeuille : Project Bestuurlijke Vernieuwing Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte Oegstgeest werkt op vele fronten samen. Het gaat hierbij om taken waarvoor de gemeente uiteindelijk wel verantwoordelijk blijft. De gemeente wil dus kunnen sturen op kwaliteit en kosten. In de Nota verbonden partijen staat beschreven wat verbonden partijen zijn en hoe de gemeente hiermee omgaat.
8.4
115/11 Taakstelling Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM). Portefeuille : Welzijn en Zorg Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte Het bestuur van de RDOG HM wil in december zijn standpunt bepalen ten aanzien van de bezuinigingen in de periode 2013-2017 voor de Openbare Gezondheidszorg. De gemeente wordt gevraagd om haar mening te geven over de bezuinigingen vanaf 2013. BESPREEKSTUKKENLIJST
20.30-21.00
9
106/11 Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015. Portefeuille : Welzijn en Zorg Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen – Schutte De Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid wordt eens in de vier jaren opgesteld. Deze nota geeft de beleidsvoornemens voor de komende vier jaren weer en vormt de basis van het te voeren jeugdbeleid binnen de gemeente Oegstgeest.
21.00-21.15
10
125/11 Instellen werkgroep efficiency raad en griffie.
spreekrecht
(initiatiefvoorstel van de fracties van PrO, LO, VVD, CDA, Lokaal en Transparant Oegstgeest) Onlangs is een zelfbenoemd werkgroepje bijeengekomen om te brainstormen over hoe efficiency van raad en griffie te verhogen, dit (mede) in het licht van de bezuinigingsdoelstelling zoals opgenomen in de begroting 2012. De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat er op diverse vlakken mogelijkheden liggen. Een formalisering van de werkgroep is wenselijk, omdat op die wijze aanbevelingen aan de raad kunnen worden gedaan.
Tijdschema
Agenda nr.
Voorstel nr.
21.15-21.30
11
--
Onderwerp
Inspraak en Uitspraak. (zie NB 3) B. Vragen van raadsleden.
21.30
12
124/11 Vaststellen comptabiliteitsbesluiten. Portefeuille : Financiën Portefeuillehouder: E. Mackay Via de comptabiliteitsbesluiten worden de financiele consequenties van voorstellen ten laste c.q. ten bate van de gemeentebegroting gebracht.
21.30
13
--
Sluiting.
Informeel Politiek Café
NB 1: Voor marginaal inhoudelijk gewijzigde voorstellen waarvan het besluit niet gewijzigd behoeft te worden, wordt verwezen naar het desbetreffende commissieverslag. NB 2: Spreekgelegenheid voor het publiek Inspraak is slechts mogelijk op onderwerpen die ofwel niet geagendeerd zijn geweest, ofwel waarbij het presidium heeft aangegeven dat inspraak mogelijk is.
Degenen die gebruik willen maken van het spreekrecht dienen dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag dat de raadsvergadering zal plaatsvinden mede te delen aan de griffier, de heer F. Kromhout, tel. 071 - 51 91 793. Dit onder opgave van het onderwerp of de onderwerpen waarover hij/zij het woord wenst te voeren. Er kan alleen worden ingesproken over op de agenda vermelde onderwerpen. De spreektijd bedraagt maximaal 5 minuten per persoon bij een totale spreektijd van ten hoogste 30 minuten. Insprekers wordt verzocht hun tekst op papier dan wel digitaal ter beschikking te stellen. NB 3: Vragen van raadsleden Het raadslid dat vragen wil stellen, meldt dit – onder vermelding van het onderwerp - uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffier.
Samenvattend verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oegstgeest gehouden op 27 oktober 2011 om 20.00 uur, na schorsing voortgezet op 1 november 2011 om 20.00 uur, in het gemeentehuis Aanwezig Voorzitter: Griffier:
E.M. Timmers-van Klink, burgemeester H.M. Klaver (op 1 november) F. Kromhout
Leden:
E.J. van Blitterswijk M.A. den Boer R. Braun (niet aanwezig bij de agendapunten 10.2, 13 en 14) E.S. Dekker I.M.A. van Dijk R. Hessing V.C. Janssen H.M. Klaver C.A.M. Kroon G. Kruidhof E.G. van den Ouweelen H.C. Pasterkamp E. Reiding K. Rosdorff-Molevelt (vanaf agendapunt 4) M.G. de Ruijter (niet aanwezig bij agendapunt 17) M.S.C.M. Teeuwen P.M. van Teylingen-Roest T.I.M. van Tongeren S.C. Vogel
Wethouders:
E. Mackay E. van Oortmerssen-Schutte A.J.M. de Ridder W.E. Tönjann-Levert
Afwezig:
E.M. Timmers-van Klink, burgemeester (op 1 november afwezig)
Verslag:
T. Drüggen
1. Opening en mededelingen omtrent de vergadering. De Voorzitter opent om 20.08 uur de vergadering met excuses voor de vertraging vanwege de foto's die genomen zijn van de raad en de fracties. De omvang van de agenda brengt haar tot het voorstel de vergadering om 23.00 uur te schorsen tot dinsdag 1 november, 20.00 uur. De raad stemt hiermee in. 2. Inspraak en Uitspraak. A. Spreekgelegenheid voor het publiek. Van de spreekgelegenheid voor het publiek wordt geen gebruik gemaakt. 1
3.
Onderzoek geloofsbrieven nieuw raadslid mevrouw K. RosdorffMolevelt. De Voorzitter stelt een commissie onderzoek geloofsbrieven in. De raadsleden Van Blitterswijk, Dekker en Kruidhof worden benoemd tot leden van deze commissie. Na een korte schorsing deelt de heer Van Blitterswijk mee dat de commissie in de geloofsbrieven geen beletsel heeft gevonden om mevrouw Rosdorff te benoemen tot lid van de raad. De Voorzitter ontbindt de commissie en dankt de leden. Ten overstaan van de Voorzitter legt mevrouw Rosdorff de verklaring en belofte af. Daarna wordt de vergadering kort geschorst om de aanwezigen gelegenheid te geven mevrouw Rosdorff te feliciteren. 4. Vaststellen agenda. De Voorzitter deelt mee dat er een interpellatieverzoek is binnengekomen dat voldoet aan de normen gesteld in artikel 36B van het Reglement van orde. Ze stelt voor de interpellatie plaats te doen vinden vóór de in- en uitspraak, dus als agendapunt 22. De heer Reiding stelt voor de agendapunten 13 en 14 gecombineerd te behandelen gelet op de onderlinge samenhang. De PrO-fractie wil dan ook agendapunt 10.2 - het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs - heel kort aan de orde hebben. De heer Van den Ouweelen stelt voor de behandeling van de agendapunten 13 en 14 vanwege ontwikkelingen binnen de afspraken van Nieuw-Rhijngeest te verplaatsen naar een later tijdstip dit jaar. PrO, VVD, CDA en LO gaan niet mee met dit voorstel. De heer Braun heeft eerder al meegedeeld dat hij zich onthoudt van mee discussiëren en stemmen over Het Dok. De Voorzitter stelt vast dat de agendapunten 10.2, 13 en 14 gecombineerd zullen worden behandeld. De aangepaste agenda wordt vastgesteld. 5.
Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 september 2011, na schorsing voortgezet op 22 september 2011. Het verslag wordt conform goedgekeurd en vastgesteld. N.a.v. pagina 34 vraagt de heer Van Blitterswijk onder verwijzing naar recente uitspraken van staatssecretaris Atsma over de asbestinventarisatie door scholen naar de stand van zaken in Oegstgeest. Ook verwijst hij naar de berichtgeving over een landelijk asbest volgsysteem dat in 2012 zal worden ingevoerd en vraagt hij of de gemeentelijke organisatie zich hierop al voorbereidt.
2
Wethouder Tönjann heeft eerder toegezegd nog vóór het einde van dit jaar te komen met een voorstel om de verordening aan te passen. Inmiddels is ze echter op verzoek van de scholen in gesprek met de scholen om onder de vleugels van de gemeente te komen tot een gezamenlijke aanbesteding voor een asbestinventarisatie waarbij ook de gymzalen worden meegenomen. De gemeente betaalt alleen voor het onderzoek in de gymzalen. Het heeft nu haar voorkeur te komen met een voorstel voor aanpassing van de verordening nadat de uitslag van de inventarisatie bekend is. Ze wijst erop dat ze nog in gesprek is met de scholen. Ze benadrukt dat het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft aangegeven dat de scholen het voortouw moeten nemen. Zodra ze meer weet, zal ze de raad berichten. Begin volgende week komt ze met een memo over het Rijnlands Lyceum, omdat daarover in verband met de begroting nog dit jaar een besluit moet worden genomen. 5.1. Lijst van besluiten genomen in de raadsvergadering van 15 september 2011, na schorsing voortgezet op 22 september 2011. De lijst van besluiten wordt ongewijzigd vastgesteld. 5.2. Lijst van collegetoezeggingen gedaan in de raadsvergadering van 15 september 2011, na schorsing voortgezet op 22 september 2011. De nummers 5 (tijdelijke studentenhuisvesting in Nieuw-Rhijngeest) en 6 (bewoners informeren over wijze van compensatie precario/OZB) blijven staan. De overige toezeggingen zijn afgehandeld. 5.3. Bekrachtigen oplegging geheimhouding stukken ex artikel 25 lid 3 Gemeentewet. De geheimhouding wordt bekrachtigd. 6.
Notulen van het besloten gedeelte van de vergadering van 22 september 2011. Het verslag wordt conform goedgekeurd en vastgesteld. 7. Rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen. Wethouder Van Oortmerssen doet verslag van het AB RDOG/GGD. Aan de orde was o.a. de begroting 2012. Het standpunt van Oegstgeest was schriftelijk ingebracht. De discussie loopt nog. De definitieve begroting komt in december naar de raad. De directeur van de RDOG is bereid tot het geven van een toelichting, bijvoorbeeld voorafgaand aan de commissievergadering. Ze verzoekt de eventuele wens daartoe kenbaar te maken aan de griffie. Burgemeester Timmers merkt op dat de directeur van de RDOG vandaag aan het DB van de Veiligheidsregio uitleg heeft gegeven over de ontwikkelingen wat betreft de RDOG's in Nederland. De brandweer heeft gemeld dat het jaarplan 2012 waarschijnlijk pas begin januari naar de raden zal komen. Vanwege de regionalisering lukt het niet eerder. Tot die tijd wordt gebruik gemaakt van het meerjarenbeleidsplan. Zoals het er nu uitziet, gaat de Politiewet in per 1 januari 2012. In de loop van december zal duidelijk worden wat de invoering van een nationale politie betekent voor de distric-
3
ten en de teams. Zodra ze daarover informatie heeft, zal ze de raad via de mail berichten. Wethouder Mackay deelt mee dat er afgelopen dinsdag een bijeenkomst is geweest bij de BSGR voor de raadsleden van de aangesloten gemeenten. Van de raad van Oegstgeest waren de heren Dekker en Vogel aanwezig. De wethouder vond de bijeenkomst interessant en zinvol. De heer Braun vraagt of de cijfers van de BSGR voor de begrotingsbehandeling beschikbaar zijn. Wethouder Mackay antwoordt dat de belastingtarieven voor de decembervergadering van de raad worden geagendeerd. De heer Braun stelt dat hiermee wordt afgeweken van wat gebruikelijk is. Wethouder Mackay bestrijdt dit. Hij heeft al vaker meegemaakt dat de belastingverordeningen pas in december aan de orde werden gesteld. Dat heeft ook het voordeel dat met de laatste waardeontwikkeling van de huizen kan worden gerekend. Wethouder De Ridder deelt mee dat het DB van de Milieudienst nog steeds zeer intensief in gesprek is over de mogelijkheden om te bezuinigen. Die mogelijkheden zijn heel beperkt. De beslissende vergadering daarover moet nog komen. Zodra die is geweest, komt ze met informatie naar de raad. 8. Lijst van ingekomen stukken. De Voorzitter merkt op dat de lijst van ingekomen stukken uitgebreid is met het interpellatieverzoek. De raadsleden hebben dit verzoek inmiddels in hun bezit. De heer Braun brengt n.a.v. brief B1 bij de wethouder onder de aandacht dat de weerstand tegen het voorgenomen wandelpad langs de noordoever van het Oegstgeesterkanaal groeit. Van omwonenden die hij heeft gesproken, heeft hij begrepen dat ze geen gehoor vinden bij de gemeente. Hij ziet stukken die deze omwonenden schijnen te hebben gestuurd, ook niet vermeld op de lijst van ingekomen stukken. Wethouder De Ridder meldt dat zij de suggestie van een niet ontvankelijke gemeente in deze verre van zich wil werpen, aangezien dat niet waar is. Zij merkt op dat de gemeente tweemaal een informatieavond heeft georganiseerd. Op beide avonden zijn omwonenden gekomen en hebben zij opmerkingen gemaakt. Er is ook schriftelijke inbreng geleverd. De reactie op alle mondelinge en schriftelijke inbreng is in voorbereiding. 9. Inhoudelijke mededelingen. Er zijn geen inhoudelijke mededelingen. 10. Hamerstukkenlijst. 10.1. Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2011.
4
10.3. 10.4. 10.5. 10.6.
Opnieuw plaatsen algemeen bijzondere school op plan van nieuwe scholen basisonderwijs. Jaarrekening en Bestuursverslag OPOO 2010. Motie 11: 'Vrije creatieve ruimte voor jongeren' Vaststellen geactualiseerde Financiële verordening 2011.
Zonder beraadslaging en zonder stemming gaat de raad akkoord met de in 10.1 en in 10.3 t/m 10.6 voorgestelde besluiten. 10.2. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2012-2015. Dit agendapunt wordt behandeld in combinatie met de agendapunten 13 en 14. 11.
Vaststellen Kadernota Integrale Veiligheid gemeente Oegstgeest 2011 2014. De heer Braun stelt voor dat voor de duur van de behandeling van dit agendapunt een ander dan de burgemeester als voorzitter optreedt. De overige fracties zien daartoe geen noodzaak.
Mevrouw Van Teylingen stelt dat er behoorlijke voortgang is gemaakt om de veiligheid van de bewoners in al zijn facetten te waarborgen, maar het kan nog beter. Ze pleit voor een systematische aanpak die doordringt tot alle afdelingen die met veiligheid te maken hebben, waarbij ze stelt dat veiligheid een element is in alle taken van de gemeente. Een systematische aanpak start met een probleem- en risicoanalyse en gestructureerd verzamelen van gegevens door de gemeente zelf. Er wordt nu vooral geleund op informatie van partners. Ze noemt enkele voorbeelden van zaken waarin inzicht zou moeten zijn: calamiteitenbereikbaarheid Poelgeest, opslag en verkoop van vuurwerk, veiligheid bouwwerken. Uit antwoorden op vragen van de VVD maakt ze op dat de middelen die bijv. de afdeling BOR en de GOA's hebben om zaken te registreren niet optimaal zijn. Daar is een efficiencyslag te maken. De heer Van Blitterswijk memoreert dat er in de commissievergadering onduidelijkheid was over de prioriteiten van de gemeente. In de nota werden inbraken en jeugdoverlast genoemd; de ketenpartners zouden andere prioriteiten hebben zoals bijvoorbeeld overvallen en huiselijk geweld. Ook ontbrak een goede onderbouwing van de gemeentelijke prioriteiten. Het CDA gaf aan het verstandig te vinden om de prioritering aan te laten sluiten bij de activiteiten van partners. Mede gelet op de personele krapte is de fractie van het CDA er niet van overtuigd dat de aanpak van jeugdoverlast een prioriteit voor de gemeente zou moeten zijn. Evenmin is ze ervan overtuigd dat het voornemen om de Voetbalwet hiervoor in te zetten proportioneel of gerechtvaardigd kan worden genoemd. In het addendum wordt toegezegd dat verkeersveiligheid en burgerparticipatie op het terrein van veiligheid in de uitwerkingsplannen zullen worden uitgewerkt. Hij hoopt dat het college bij het uitwerken van burgerparticipatie verder kijkt dan het vrij eenzijdige instrument van informatieavonden. Het verzoek om 0,5 FTE extra vindt het CDA redelijk gezien de formatie in andere gemeenten van vergelijkbare grootte en de extra lasten die het districtsvoorzitterschap kennelijk oplevert. 5
Het addendum biedt een aangevulde onderbouwing van de prioriteiten, maar geeft op dat punt nog altijd onvoldoende helderheid. Is aanpak van jeugdoverlast alsnog een prioriteit van het OM, terwijl dat in de nota niet stond? Zijn de prioriteiten van de gemeente nu uitgebreid met overvallen en huiselijk geweld? Hoe kan de gemeente met de krappe bezetting serieus werken aan al deze prioriteiten? De heer Van den Ouweelen heeft daar niets op aan te vullen. De heer Van Tongeren stelt dat de behoefte vanuit burgers aan veiligheid oneindig is, evenals de behoefte aan gezondheidszorg. Dat dwingt het openbaar bestuur heel zorgvuldig af te wegen welke middelen men hiervoor in wil zetten. Hij wijst erop dat bij het opstellen van de ranglijst van aantrekkelijke woongemeenten ook het thema veiligheid is meegewogen. Oegstgeest is terechtgekomen op plek 9 van de 418 gemeenten van Nederland. De conclusie kan dan zijn dat het in Oegstgeest wel meevalt met een veiligheidsprobleem. Dat neemt niet weg dat ook PrO onderschrijft dat als het gaat om veiligheid de vinger aan de pols moet worden gehouden en een zorgvuldige risicoanalyse nodig is. Uit de Kadernota noch uit het addendum wordt het PrO helder wat het probleem van Oegstgeest is op basis waarvan een inhoudelijke en zorgvuldige afweging kan worden gemaakt over de beschikbaar te stellen capaciteit. Het dorp is enige tijd geleden verrijkt met de komst van een aantal GOA's; de capaciteit daarvan is tussentijds een keer uitgebreid om de specifieke problemen van het fietsverkeer rond de Lange Voort en de parkeerproblemen bij de De Kempenaerstraat aan te kunnen pakken. Die inzet kan PrO billijken, maar daar moet het bij blijven. Het steekt PrO dat in het addendum opnieuw om uitbreiding van de formatie voor de veiligheidsportefeuille wordt gevraagd, terwijl de raad bij een eerder verzoek daartoe forse kanttekeningen heeft geplaatst. PrO is van mening dat de afweging om extra formatie toe te kennen bij de begrotingsbehandeling thuishoort. PrO vindt dat huiselijk geweld en alcohol gerelateerd geweld/vandalisme prioriteiten zouden moeten zijn. Inzetten van de Voetbalwet ziet PrO als een onacceptabel zwaar instrument voor een probleem dat volgens PrO nog echt hanteerbaar is. De oudste wijkagent steunt zijn opvatting dat de politie goed staat is de jeugdoverlast, voorzover die er is, aan te pakken met de instrumenten die haar op dit moment ter beschikking staan. De heer Van Tongeren stelt dat burgers van Oegstgeest met name last hebben van dronken gevoerde hockeyjeugd die na een feest op weg naar huis autospiegels aan flarden schopt. De heer Teeuwen protesteert bij interruptie tegen de koppeling van het hockeyspel aan drankgebruik en het aftrappen van spiegels. Dat is niet conform de werkelijkheid. De heer Van Tongeren heeft informatie waaruit blijkt dat er een oorzakelijk verband is tussen hockeyfeesten en vandalisme van bezoekers van deze feesten langs de weg naar huis. Tot slot geeft hij aan dat PrO prijs zou stellen op een raadsbrede discussie over hoe op een verstandige manier kan worden omgegaan met het gegeven dat er in de functie van de burgemeester vanuit de veiligheidswetgeving een politiek element wordt ingebracht, terwijl de burgemeester primair haar gezag ontleent aan het feit dat zij boven de partijen staat. 6
De heer Teeuwen vraagt een toelichting op de opmerking dat de rampenplannen niet op orde zouden zijn. De gemeentelijke crisisorganisatie zou niet op orde zijn. Het is een wettelijke plicht om een crisisorganisatie te hebben. Kan deze taak worden uitbesteed aan andere gemeenten of in samenwerking met andere gemeenten worden gedaan? Bepaalde sportverenigingen wijzen nadrukkelijk op het goed omgaan met alcohol. Ook dat is een vorm van burgerparticipatie. Helaas komen raddraaiers van andere verenigingen de boel soms op stelten zetten. Burgemeester Timmers antwoordt dat de risico-objecten binnen de gemeente zijn gedefinieerd en deze een goede plaats hebben gekregen binnen de regionale risicoagenda. De Veiligheidsregio stelt risicoanalyses op. Aan zicht op de calamiteitenbereikbaarheid Poelgeest wordt gewerkt. De Kadernota is een paraplunota. Daaronder komen uitwerkingsnota's. De punten die LO noemt, komen dan aan bod. De opzet van de Kadernota spoort met wat andere gemeenten tot nu toe hebben aangeleverd. De gemeente Oegstgeest moet als laatste nog met een nota komen. Conform suggestie van de raad is het VNG model als voorbeeld genomen. De prioriteiten zijn gebaseerd op gesprekken met en informatie van de mensen in de lijst achter de nota. Het punt jeugdoverlast is door hen genoemd. Jeugdoverlast is meer dan de overlast van de categorie jeugd die de heer Van Tongeren noemt. In het DB van de Veiligheidsregio is vandaag uitvoerig over jeugdoverlast gesproken, mede naar aanleiding van een memo van minister Opstelten die oproept jeugdoverlast meteen aan te pakken omdat baldadigheid kan uitgroeien tot jeugdgroepen. De heer Van Tongeren stelt dat er geen flinter wetenschappelijk bewijs is dat lastige of vervelende jongeren per definitie tot criminelen uitgroeien. Hij wijst ook op het debat dat in onderwijsland gaande is waar geconstateerd wordt dat jongens steeds minder ruimte krijgen om datgene te doen wat jongens geacht worden te doen: stoeien en ravotten, en dat als ze dat doen ze als halve criminelen worden gezien. Eerder het onderdrukken van gedrag dat voor jongeren van een bepaalde leeftijd normaal is, zorgt voor de rare situatie die in Nederland dreigt te ontstaan. Burgemeester Timmers vindt dit een interessant thema voor een discussieavond. Ze wijst erop dat het OM naar aanleiding van het memo van minister Opstelten met een veiligheidsbeeld kwam dat anders is dan het veiligheidsbeeld van de heer Van Tongeren. Het wordt zo een welles nietes spel en dat vindt ze lastig. De heer Van Tongeren blijft erbij dat alle onderzoeken, van bijv. WODC en CVV, op iets anders wijzen. Mevrouw Van Dijk maakt een punt van orde. Er is een eerste termijn geweest. Het woord is nu aan de burgemeester voor de beantwoording. De heer Van Tongeren kan zich daarin vinden. De heer Braun herhaalt zijn voorstel om het voorzitterschap over te dragen. Burgemeester Timmers vraagt haar eerst de beantwoording in de eerste termijn af te laten maken. 7
De heer Den Boer steunt het voorstel van de heer Braun. De interventie van mevrouw Van Dijk was terecht. Het lijkt hem wijs dat de heer Klaver de vergadering even voorzit. Burgemeester Timmers vraagt of de heer Klaver dat doet. De heer Klaver ziet geen reden om dat te doen. Burgemeester Timmers vervolgt de beantwoording. Wat betreft burgerparticipatie komt ze met een aparte uitwerkingsnotitie. De uitvoeringsplannen van de rampenplannen lopen achter omdat er niet voldoende personele capaciteit is. Het kan niet gezamenlijk met andere gemeenten omdat het draaiboeken op maat moeten zijn. Ze heeft in het addendum de wens van een formatie-uitbreiding weer opgevoerd, omdat die bij de behandeling van de Kadernota is afgewezen en ze vóór de begrotingsbehandeling geen gelegenheid meer heeft om hiermee terug te komen. Komt de formatieuitbreiding er niet, dan zullen er keuzes gemaakt moeten worden wat wel en niet meer wordt gedaan wat betreft het veiligheidsbeleid. Ze heeft al toegezegd dat ze bereid is tot een raadsbrede discussie over de rol van de burgemeester in het politieke veld van het veiligheidsbeleid. Er is contact met sportverenigingen over het alcoholgebruik. De regio komt hierover met een richtlijn. Tweede termijn De heer Teeuwen begrijpt dat het niet mogelijk is een rampenplan voor een object in Oegstgeest te kopiëren van een andere gemeente. De VVD gaat akkoord met het voorgestelde besluit. De heer Van Tongeren geeft aan dat PrO zoveel moeite heeft met het punt van de uitbreiding van de formatie dat de fractie niet akkoord wenst te gaan met het voorgestelde besluit. De heer Van den Ouweelen gaat niet akkoord. De heer Van Blitterswijk is blij dat de burgerparticipatie uitgewerkt gaat worden, evenals het thema verkeersveiligheid. Hij blijft vragen houden bij de prioriteitenstelling. Hij hoort nog geen consensus en heeft ook nog geen antwoord op zijn vraag of de gemeente twee of vier prioriteiten heeft. Dat maakt verschil voor wat de organisatie gaat doen en in hoeverre middelen kunnen worden ingezet voor welk doel. Hij herhaalt zijn bezwaar tegen het bezien of de Voetbalwet kan worden ingezet. Voor een gemeente als Oegstgeest komt hem dat grotesk voor en bovendien kan de beperkte personele capaciteit nuttiger worden ingezet dan om te kijken hoe de Voetbalwet kan worden toegepast. Op deze gronden gaat het CDA niet akkoord met het voorgestelde besluit. De heer Braun is niet akkoord. Mevrouw Van Teylingen geeft aan dat ook LO zijn bedenkingen heeft bij de manier van prioriteiten stellen. Ze hoort het verhaal van de burgemeester en vertrouwt daar op, 8
maar ze heeft toch het gevoel dat het beter moet en kan. Ze beveelt aan een volgende keer uit te gaan van een probleem- en risicoanalyse: wat is het probleem, is er een probleem, hoe groot is dit, wat moet eraan gebeuren. Dat zijn vragen die de raad aangaan. Het kan zijn dat er dan menskracht of middelen bij moeten, maar dat is dan terug te voeren op een probleem- en risicoanalyse. Ze volstaat ditmaal met uitspreken van het gevoel dat het beter moet. LO gaat akkoord met het voorgestelde besluit. De Voorzitter stelt vast dat het voorstel met 10 stemmen voor (VVD, LO) en 9 stemmen tegen (PrO, Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest) is aangenomen. 12. Concept-toekomstvisie. De heer Teeuwen merkt op dat in het coalitieakkoord staat dat Oegstgeest een kwaliteitsgemeente is met een lokale overheid die zich opstelt als partner zowel binnen als buiten de gemeentegrenzen. In de periode van 'groen dorp met een bruisend randje' was Oegstgeest erg naar binnen gericht, in de ogen van de VVD was het een soort compound in het westen van Nederland. De gemeente zal veel meer naar buiten moeten treden en daarbij moeten samenwerken met andere publieke en zeker ook private partijen. Nationale en internationale ontwikkelingen nopen de gemeente eveneens om een andere houding aan te nemen: zich niet gedragen als een eenling binnen een groot speelveld, maar als een actieve speler binnen een regio en ook daarbuiten. Dat vraagt om een nieuwe organisatie die een spilfunctie heeft en haar verantwoordelijkheden niet uit de weg gaat, maar adequaat oppakt. Dat houdt niet in dat alles zelf wordt uitgevoerd. Het gaat om nemen van verantwoordelijkheden in combinatie met delegeren van de uitvoering. Het transitieproces van een gemeente die alles zelf doet naar een gemeente die veel meer een regisserende functie heeft, kost een behoorlijke cent. Er zal moeten worden geïnvesteerd in processen, procedures en samenwerkingsverbanden. Wel beschouwd is Oegstgeest af, getuige ook de hoge plaats op de lijst van beste woongemeenten. Maar af is het nooit, het dorp zal goed moet worden onderhouden en Oegstgeest zal een actieve samenwerkingspartner moeten zijn. De toekomstvisie legt hiervoor een goede basis. De VVD verwacht als volgende stap een uitgewerkte tijdslijn met data van belangrijke momenten in de transitie zodat de voortgang goed kan worden gevolgd. De heer Van Tongeren ziet in de visienota terug dat er een diepgaand proces aan vooraf is gegaan. PrO onderschrijft de uitgangspunten die in de nota zijn verwoord. Het spreekt PrO met name aan dat de gemeente een beeld heeft waar zij in de komende jaren naar toe wenst te gaan. De gekozen richting is realistisch. Beschouwing van de algemene politieke ontwikkelingen, zowel op nationaal als mondiaal niveau, leidt onontkoombaar tot de conclusie dat de middelen voor het openbaar bestuur in de toekomst zwaar onder druk zullen staan. Dat dwingt een gemeente goed na te denken over de uitgangspunten en de opdracht waar zij zich voor ziet staan. PrO juicht toe dat er nadrukkelijk voor gekozen is de gemeente als meewerkkracht te zien wat betekent dat het potentieel onder de bewoners daadwerkelijk wordt ingezet als het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid voor de omgeving waarin men woont en in een aantal gevallen ook werkt. Het kantelen van de verwachtingen zal nog een groot aantal stappen vragen. De gemeente zal niet meer als waarborg kunnen optreden voor tal van beleidsterreinen,
9
bijvoorbeeld veiligheid, maar zal nog nadrukkelijker aanspraak maken op de verantwoordelijkheid en de betrokkenheid van de burger bij de realisatie van doelstellingen. Dat zal consequenties moeten hebben voor de inrichting van het ambtelijk apparaat. Er wordt al hard aan gewerkt om dat vorm te geven. Dan gaat het zowel om wegzetten van taken en bevoegdheden naar samenwerkingsverbanden, als om komen tot hoogwaardige ambtelijke ondersteuning die in staat is vragen en behoeften van bewoners te vertalen en hen actief betrokken te krijgen. Het ambtelijk apparaat zal wortels in de lokale samenleving moeten hebben en daar toegangen en ingangen moeten weten te vinden. Aan een aantal elementen hecht PrO meer speciaal. Dat betreft dan de opvattingen die in de visienota naar voren worden gebracht ten aanzien van het groen, de verbindende rol van cultuur, een betrokken gemeenschap en het veilig, maar vooral ook prettig wonen voor jong en oud. Die uitdaging spreekt PrO zeer aan. PrO staat positief tegenover de visienota. De heer Van den Ouweelen kreeg bij lezing de indruk dat het traject om tot deze visienota te komen behalve stevig, vooral moeizaam is geweest. Het heeft ook liefst anderhalf jaar geduurd. Het eerste hoofdstuk heet 'zonder koers geen richting'. Koers is een synoniem voor richting. Misschien heeft men bedoeld: zonder kompas geen koers of zonder kompas geen richting. Hem wordt wel duidelijk dat het college een koers zoekt; op meerdere terreinen is dat te merken. Ruim een jaar geleden heeft de raad zich druk gemaakt over het visiepotje van € 1,7 mln., waar geen concrete onderbouwing voor was. Er wordt nu een besteding van € 725.000 voorgesteld ter dekking van de kosten voor kwaliteitsverbetering van de organisatie. Geld voor de interne organisatie lijkt hem geen goed beeld geven richting de Oegstgeester bevolking als het gaat om de visie. In de commissie heeft hij het een weinig visionair stuk genoemd. De prachtige vormgeving wekt verwachtingen over de inhoud, maar die niet worden waargemaakt. Hij maakt zich zorgen over de financiële positie en daarmee over de zelfstandigheid van Oegstgeest op de middellange termijn. Het jaar 2020 is dan nog ver weg. De visienota is een stuk van het college. Afgaand op wat hij in de commissie heeft beluisterd, is zelfs de vraag of de coalitie het stuk draagt. Na de commissievergadering is er weinig aan veranderd. Hij stelt voor te volstaan met de visienota voor kennisgeving aan te nemen. De heer Den Boer is het eens met de constatering in de visienota dat Oegstgeest bijna is uitgegroeid, maar nog lang niet uitontwikkeld. Oegstgeest is en blijft ook wat het CDA betreft in de toekomst een levendig dorp. Een dorp dat de regio weet te gebruiken om zijn kracht, namelijk dat het een kleine gemeenschap is, sterker te maken. Zo levendig als Oegstgeest is, zo comateus is de visie lange tijd voor de raad geweest. Ondanks dat de raad maanden aandrong op deze visie, bleef het stil: het college was bezig met zíjn visie. Er staat veel goeds in het document: het dorp moet groen blijven, zorg voor jongeren en ouderen, ondernemen moet gestimuleerd worden, en ook de expats moeten zich hier thuis voelen. Prima doelen, die zo uit het verkiezingsprogramma van het CDA gewandeld lijken te zijn. Vooral dat het college zich eindelijk realiseert dat de gemeente meer gebruik moet maken van de kennis, expertise en inzet van betrokken burgers, spreekt het CDA zeer aan. De burgers vormen namelijk samen met alle organisaties de samenleving en zij moeten in staat gesteld worden verantwoordelijkheid te nemen voor hun 10
eigen omgeving. Dat betekent wat het CDA betreft dat de overheid geen dingen moet doen die burgers zelf minstens zo goed kunnen organiseren. De overheid moet faciliteren, ondersteunen en samenwerken. Een aantal vitale functies die zeker in deze tijd belangrijk zijn, komt niet aan bod. Hij leest in de visie niets over Oegstgeest als veilig dorp en dan vooral op het gebied van criminaliteit, de basistaak van de overheid. Waarom heeft de burgemeester het niet voor elkaar gekregen om hierover iets duidelijks in de visie te krijgen? Waarom hebben de andere collegeleden haar hiervoor geen ruimte gegeven? Ook over de financiën, hoe tegen de inkomenssituatie wordt aangekeken en hoe de gemeente inkomsten wil gaan genereren, wordt niets aangetroffen. Vindt het college dat niet meer belangrijk richting 2020? De economische crisis raakt de gemeente, dus ook de burgers. Hoe moet dat in 2020? Of kon het college daar ook niet uit komen? De CDA-fractie ziet ook weinig terug over de trend dat er steeds meer van de gemeente verwacht wordt als gevolg van overheveling van taken van het Rijk en de provincies naar de gemeenten. Dat deze essentiële onderwerpen niet benoemd worden, doet het ergste vermoeden. Deze visie is een visie tot het einde van deze collegeperiode. Om te proberen eenheid te smeden, die er niet is. Een visie op de toekomst moet enthousiasmeren en kracht geven. Hoewel het college al meer dan een jaar aan het opereren is aan deze visie, gaat de patient langzaam achteruit terwijl de eerste hoofdlijnen pas klaar zijn. Om de operatie echt af te ronden, moet een aantal vitale functies, zoals net genoemd, toegevoegd worden. De conceptvisie bevat duidelijk goede punten, maar het moet en kan beter. Het is vooral de visie van het college. De CDA-fractie is benieuwd wanneer de visie van de raad komt. De heer Braun merkt op dat de wens was de visienota te gebruiken bij de behandeling van de kadernota en de begroting. Wat betreft het jaar 2012 komt de visienota een beetje als mosterd na de maaltijd. Hij is benieuwd naar een uitvoeringsnota. Voor de uitvoering is € 1,7 mln. beschikbaar, maar kennelijk moet er eerst ruim € 700.000 gebruikt worden voor achterstallig onderhoud van het personeel, dat in de afgelopen collegeperiodes is ontstaan. De heer Vogel gaat in op keuzes die gemaakt kunnen worden als het gaat om de strategie van een organisatie. Een keuze kan zijn in te zetten op excellent uitvoeren van taken. De visienota kiest daarvoor. Een andere keuze kan zijn een goed contact te hebben met de klanten. De visienota zet in op goed contact hebben met de inwoners, goed naar hen luisteren en hen inzetten voor het beleid van de gemeente. LO onderschrijft deze keuzes. LO mist in de nota een aantal zaken. De heer Vogel heeft weinig teruggevonden van de constructieve kritiek die de LO fractie heeft gegeven. Een goede missie ontbreekt. Als dat 'het levende dorp' zou moeten zijn, wil hij opmerken dat een dorp niet kan leven. Beter is de term een leefbaar dorp, en nog beter, want preciezer: leefbaar Oegstgeest. De term het levende dorp duidt op een illusie. Zelfs in het boek Utopia van Thomas More staat een hoofdstuk dat over de realiteit gaat. Een visie zou een navigatiesysteem zijn, maar een navigatiesysteem begint op de plaats waar iemand is. In het stuk is daar weinig van terug te vinden. Het stuk legt accent op de leuke dingen. Dat is begrijpelijk, maar realisme ontbreekt. Hoe gaat het met de financiën, de veiligheid, het bestuurlijke? Er worden nu verwachtingen gewekt bij de inwoners. De visie van het college is als een soort fata morgana waar geen realisme aan ten grondslag 11
ligt. Het is meer een visioen dan iets dat werkelijk gebruikt kan worden als startpunt om naar een mooie toekomst te gaan. Wethouder Van Oortmerssen beaamt dat er stevig aan de visienota is gewerkt. Ze doelt daarmee op de grote hoeveelheid reacties die de inwoners hebben geleverd tijdens de bijeenkomsten in de raadzaal, de input die de raad zelf heeft geleverd, de besprekingen die hebben plaatsgevonden binnen het ambtelijk apparaat en binnen het college. De trechtering en ordening van alle suggesties en ideeën en vervolgens de vertaling naar de schaal van Oegstgeest betekenden heel veel werk. Ze werpt verre van zich dat de visienota een visioen is, een utopia of een fata morgana. Er is juist zorgvuldig gekeken of en hoe de suggesties van toepassing konden zijn voor het dorp Oegstgeest. Ze betreurt dat een paar partijen niet herkennen wat ze hebben ingebracht naar aanleiding van de commissievergadering. Ze kan verzekeren dat alle opmerkingen zorgvuldig afgewogen zijn. Zaken die al gebeuren, zijn weggelaten, want die zijn weinig visionair te noemen. De kern van de gedachten die de fracties hebben verwoord, is beslist teruggekomen in het visiedocument. Weggelaten zijn zaken die niet werden herkend in de ontwikkelingslijn van de visie. Ook suggesties die zo praktisch waren dat ze niet meer konden passen onder het kopje visie, zijn niet opgenomen. Op de opmerkingen over levend en leefbaar, gaat ze nu even niet in. Over de financiën wordt wel degelijk wat gezegd. Ze verwijst naar hoofdstuk 3 en hoofdstuk 13.2 onder c. Basisvoorwaarde en uitgangspunt is: het moet passen binnen de budgetten die de komende jaren beschikbaar zijn. Dat spreekt zo voor zich dat het niet eens meer benoemd hoeft te worden. Het is beslist niet aan de orde geweest dat de burgemeester weerhouden is om enige inbreng te leveren op veiligheid. In hoofdstuk 8 wordt iets gezegd over veiligheid, weliswaar niet gekoppeld aan criminaliteit, maar zorg voor veiligheid is een wettelijke taak. Daar iets over opschrijven, is niet echt visionair. Daarnaast speelt dat de gemeente daarin sterk afhankelijk is van de veranderingen in de regio en in de insteek vanuit Binnenlandse Zaken. Het is te vroeg om daarover met een visie als gemeente te komen. Er is volstaan met in zijn algemeenheid op te merken dat nieuwe ontwikkelingen met de regio en in samenwerkingsverbanden zullen worden opgepakt. De opmerkingen over koers, richting en dergelijke, laat ze ook voor wat ze zijn. Ze hoopt dat er in de tweede termijn wat meer op de inhoud wordt gereageerd. Herkennen de fracties zich in de visie die er ligt, in het streven naar een sociale gemeenschap die zichzelf drijvende weet te houden binnen de context van een behoorlijk bestuur, wat ook inhoudt een fatsoenlijk bestuur? Herkennen ze zich in de keuze voor een nieuwe kernorganisatie die een spilfunctie heeft en die de burgers als meewerkkracht vraagt, maar daarnaast de verantwoordelijkheid voor de uitvoering op zich neemt, want dat hoort bij bestuur zijn? Kunnen de fracties zich vinden in het stappenplan? Ze werpt verre van zich dat werken aan kwaliteitsverbetering van het personeel met het oog op iets nieuws zou duiden op achterstallig onderhoud. Er gaat anders worden gewerkt, met een andere insteek. Dat vraagt om training en inhoudsverbetering. Ze dankt de fracties die blijk hebben gegeven te herkennen wat het college geprobeerd heeft in het visiedocument vast te leggen.
12
Tweede termijn De heer Van den Ouweelen is tegen het voorgestelde besluit. Hij zou de visienota hooguit voor kennisgeving willen aannemen. De heer Den Boer meent dat de raad moet worden gevraagd een toekomstvisie vast te stellen en niet een concept. Hij blijft erbij dat het aspect veiligheid onderbelicht is. Er is op veiligheidsgebied een aantal trends, bijvoorbeeld de komst van een nationale politie en een groter wordende rol van de GOA's, die betekenis hebben voor bijvoorbeeld het handhavingsbeleid. Ook ontbreekt in het kader van de financiële positie nog steeds de visie van de gemeente op het genereren van inkomsten. Het stuk ademt de visie van het college. De CDA-fractie herkent zich voor een groot gedeelte in deze visie, maar het gaat haar te ver deze visie vast te stellen als zijnde een raadsvisie. Het CDA neemt de visie graag voor kennisgeving aan, maar stemt tegen het voorgestelde besluit. De heer Braun heeft dezelfde mening. De heer Vogel vraagt of de wethouder op een prominente plek de kanttekening zou willen toevoegen dat het zetten van stappen in de richting van de toekomst afhankelijk is van een aantal factoren waaronder de financiële ruimte van de gemeente Oegstgeest. Wethouder Van Oortmerssen zegt toe op te nemen dat de stappen gezet worden binnen de kaders van de actuele financiële situatie van Oegstgeest. De heer Vogel gaat ervan uit dat die passage er op een goede manier in komt. De LOfractie kan dan instemmen met het voorgestelde besluit. De heer Teeuwen merkt op dat betrokkenheid zeer belangrijk is. Dat vraagt om een gemeenschap die ook echt mee wil doen. Daarom heeft hij in de eerste termijn publieke en private partijen genoemd. De kleinste private partij is het individu. Gezamenlijk zal vorm moeten worden gegeven aan Oegstgeest, als levend dorp, leefbaar dorp, levendige gemeenschap of iets van die strekking. Hij ziet dat in de visienota terug. Als het gaat om het realiteitsgehalte, is het meenemen van een pot van € 1,7 mln. een prima eerste stap. Niemand in deze zaal weet precies hoeveel middelen nodig zijn. Wellicht blijft er iets over, wellicht blijkt dat er wat bij moet. Processen en systemen moeten worden aangepast, ambtenaren zullen getraind moeten worden. Hij deelt de visie van de wethouder dat het doorvoeren van een kwaliteitsstap niet betekent dat er nu een kwaliteitsachterstand is. Er gaan van het ambtelijk apparaat andere kwaliteiten gevraagd worden. De toevoeging die de LO-fractie wenst, vindt hij niet nodig, maar hij verzet zich er ook niet tegen. Hij vindt het belangrijk dat de visienota breed gedragen wordt. Waar in de visienota verwezen wordt naar het college, wordt niet alleen dit college bedoeld, maar de colleges tot het jaar 2020. Het is zijn overtuiging dat als de visie wordt uitgevoerd Oegstgeest er uit ziet als een prachtig dorp, een actieve partner van kleine en grote partijen, publieke en private partijen op ieder gebied. Op die manier wordt de huidige kwaliteit van het dorp het beste gewaarborgd, niet slechts tot het jaar 2020, maar tot in lengte der dagen. 13
De heer Den Boer vraagt of de VVD nog zou willen ingaan op het onderwerp veiligheid waarvoor de CDA-fractie aandacht heeft gevraagd. De heer Teeuwen is van mening dat als in de visienota al concreet ingegaan zou worden op de grote bewegingen die gaande zijn wat betreft het herschikken van bevoegdheden van landelijke, provinciale en lokale overheden op het gebied van veiligheid, er wellicht een richting wordt ingeslagen die op gespannen voet staat met wat uiteindelijk de juiste richting blijkt te zijn. In de visie staat dat Oegstgeest een prettige en veilige woonomgeving moet zijn en moet blijven. Dat volstaat vooralsnog. De VVD stemt in met het voorgestelde besluit. De heer Van Tongeren heeft in de eerste termijn al aangegeven dat PrO de visienota positief beoordeelt. Daar speelt bij mee dat PrO de visienota zowel ambitieus als realistisch vindt. Het realisme stoelt op het feit dat aangesloten wordt op een groot aantal positieve elementen in het dorp. Hij vindt het goed dat de nota deze benadrukt en memoreert in dit verband ook het gezegde: de vis kent het water niet totdat hij op het droge ligt. Door zijn historie begrijpt hij als geen ander dat het in Oegstgeest geweldig wonen is. Natuurlijk kan en mag het allemaal een tandje meer en beter, maar het uitgangspunt is dat Oegstgeest een mooie gemeente is, een veilige gemeente, een gemeente waar het prettig wonen is. Dat moet vooral worden vastgehouden. Het is volstrekt helder dat de gemeente dat niet alleen kan, al is het maar omdat het percentage zaken waarin de gemeente mee kan sturen van 30% dankzij het CDA/VVD kabinet wordt teruggebracht tot maximaal 10%. De rest ligt vast. Hij kan zich vinden in de opmerking van de LO-fractie dat de gemeente dan vooral in moet zetten op excelleren in de taakuitvoering. Dat daar middelen voor worden vrijgemaakt, juicht PrO van harte toe. Ook PrO is van mening dat de visienota het verdient raadsbreed gesteund te worden. Niet in het minst omdat de nota aangeeft dat aandacht voor de zwaksten in het dorp expliciet een punt is waar de gemeente zich ook in de verre toekomst op zou willen blijven onderscheiden. PrO vindt de visienota dan ook een ambitieus, uitdagend, inspirerend verhaal, dat aansluit op het mooie dat er in Oegstgeest is en wat ook waard is om behouden te blijven en uitgebouwd te worden. De Voorzitter maakt de balans van de tweede termijn op. De heer Van Tongeren vraagt zich af of de toelichting die de heer Teeuwen gaf over het thema veiligheid voor het CDA niet voldoende reden is om alsnog in te stemmen met de toekomstvisie. De heer Den Boer mist het thema veiligheid expliciet in de visie en kan daarom niet akkoord gaan. Wethouder Van Oortmerssen doet de suggestie dat de CDA-fractie met een motie komt.
14
De heer Den Boer blijft van mening dat er iets toegevoegd moet worden over veiligheid. Hij vraagt ook nogmaals aandacht voor zijn opmerking dat de raad gevraagd wordt een concept-toekomstvisie vast te stellen. De Voorzitter geeft aan dat het woord concept na vaststelling door de raad eraf gaat. Wethouder Van Oortmerssen verduidelijkt dat het woord concept erbij staat, omdat het college het niet een collegestuk vindt, maar een raadsstuk. Ze nodigt de CDA-fractie uit met een suggestie te komen voor een korte toevoeging over veiligheid net zoals de LO-fractie dat heeft gedaan wat betreft financiën. Als het CDA daarmee komt, is er binnen het college beslist ruimte om dat mee te nemen. Het college vindt het belangrijk dat alle fracties zich verbonden voelen aan de toekomstvisie. De heer Den Boer heeft in zijn beide termijnen aangegeven dat het CDA zich wel herkent in het stuk, maar een aantal zaken expliciet mist. Veiligheid is er daar een van; financiën is een ander. Daarover is een zinsnede opgenomen van de LO-fractie, maar de visienota is een stuk dat over de collegeperiode heen gaat en dus ook effect heeft op hoe de gemeente om wil gaan bijvoorbeeld met belastingen. Wethouder Van Oortmerssen merkt op dat dat soort zaken in de gebruikelijke cyclus van financiële stukken in de raad terugkomen. Dat is geen visie, maar beleid dat voor twee of drie jaar wordt vastgesteld. De heer Den Boer vraagt om een schorsing voor fractieberaad. De Voorzitter schorst de vergadering. (Schorsing 21.55 - 22.10 uur) De heer Den Boer deelt mee dat de CDA-fractie in de schorsing nogmaals doorgenomen heeft wat zij van de toekomstvisie had verwacht en of die daaraan voldoet. Is deze visie de integrale visie die de raad is beloofd en hoe is het traject daarbij geweest? Het is een heel lang traject geweest, langer dan iedereen had gewild. Meerdere partijen in de raad hebben dat herhaaldelijk aangegeven. In de commissie heeft een aantal partijen heel kritische opmerkingen gemaakt. Blijkbaar zijn die opeens voldoende meegenomen, terwijl de CDA-fractie het idee heeft dat haar opmerkingen onvoldoende zijn meegenomen, en ook de andere opmerkingen onvoldoende zijn meegenomen. Dat vindt hij frappant. Het voorstel van de wethouder om achteraf nog een aantal passages op te nemen, vindt de CDA-fractie geen goed idee. Over deze toevoegingen heeft geen openbaar debat kunnen plaatsvinden. De CDA-fractie mist essentiële onderdelen in deze visie. Hij heeft die net genoemd. Hij herhaalt dat de visie goede zaken bevat. Maar het is ook nogmaals een visie vooral van het college op dit moment. De uitvoeringsplannen zal het CDA op hun merites beoordelen, om te beginnen de Woonvisie die a.s. dinsdag behandeld gaat worden. Concluderend kan het CDA nog steeds niet instemmen met het voorstel zoals dat er nu ligt. De Voorzitter vraagt of Lokaal Oegstgeest en Transparant Oegstgeest in de schorsing tot een ander standpunt zijn gekomen. 15
De heer Van den Ouweelen geeft aan dat dat niet het geval is. Dat geldt ook voor de heer Braun. Wethouder Van Oortmerssen betreurt dat het geen unaniem raadsbesluit kan zijn. Ze is namens het college dankbaar dat de raad in grote meerderheid zich in de toekomstvisie herkent. Ze hoopt dat het gaandeweg steeds meer het raadsdocument kan zijn dat leidend is voor de toekomst. De Voorzitter stelt vast dat het voorstel met 15 stemmen voor (VVD, PrO, LO) en 4 stemmen tegen (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest) is aangenomen. 10.2. 13. 14.
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2012-2015. Start bouw brede school Het Dok in Nieuw-Rhijngeest. Uitbreiding multifunctionele ruimte en verhogen investering brede school Het Dok in Nieuw-Rhijngeest. Deze drie agendapunten worden in gezamenlijkheid behandeld. De Voorzitter wijst erop dat de heer Braun niet deelneemt aan de beraadslagingen en de besluitvorming. De heer Reiding memoreert dat de raad zich in het verleden diverse malen positief uitgelaten heeft over een brede school in Nieuw-Rhijngeest. De PrO-fractie is daar ook voorstander van, maar is in het verleden kritisch geweest over een extra financiële bijdrage voor een judoschool binnen het brede schoolconcept. De fractie vond dat er te weinig zekerheden waren dat het daaraan gekoppelde risico voor de gemeente kon worden weggenomen. In het nieuwe besluit zijn die gewenste zekerheden helaas nog niet aanwezig, in ieder geval niet in voldoende mate. De financiële situatie van de gemeente vraagt om heel kritisch te zijn op nieuwe investeringen. Op die grond wijst PrO op dit moment een positief besluit over de judoschool af. Op dat punt kan PrO niet meegaan met het voorstel van het college. Dat geeft een nieuwe situatie, omdat er nu een bouwplan ligt waarin een dojo is opgenomen. Overigens heeft hij begrepen dat er ook zonder de dojo wijzigingen aan het bouwplan zouden moeten worden doorgevoerd. Hij refereert aan de ontwikkelingen in Nieuw-Rhijngeest wat betreft het aantal woningen. In ieder geval maakt het niet realiseren van de dojo een nieuw ontwerp van de school noodzakelijk. PrO wil dat nieuwe ontwerp aangrijpen om een meer flexibel en gefaseerd plan te ontwikkelen waarbij wordt aangesloten bij het bouwtempo en de ontwikkelingen in de wijk in de toekomst. In het begin zal de wijk veel gezinnen met jonge kinderen huisvesten, maar op de langere termijn zal de leeftijdsopbouw er weer anders uit zien. Na een piek in het aantal leerlingen over een aantal jaren zal het aantal leerlingen afnemen. PrO ziet meerwaarde in een meer levensloopbestendig en veranderbaar gebouw. Hij komt daarover met een motie. Met nadruk wil PrO daarbij alle opties die in beeld zijn voor de brede school boven tafel houden zolang maar de risico's die daar voor de gemeente aan verbonden zijn, geminimaliseerd kunnen worden. Een negatief besluit over de dojo wil dan ook niet zeggen dat een dergelijke voorziening in een nieuw plan ook onmogelijk is. Een nieuw plan moet niet tot meer kosten leiden. De raad heeft een budget vastgesteld. PrO ziet dat als een taakstellend budget. 16
Wat betreft agendapunt 10.2 wil hij erop wijzen dat het IHP wellicht nog tekstueel moet worden aangepast op deze nieuwe ontwikkelingen. Als dat nodig is, wil PrO het college daar de mogelijkheid voor geven. PrO laat het wijzigen dan graag over aan het college. Hij dient de motie in. Motie nr. 1, van PrO, VVD en CDA Realisatie Brede school Het Dok De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 27 oktober 2011; Constaterende dat: - De raad zich al op verschillende momenten heeft uitgesproken over de wenselijkheid van een brede school in Nieuw-Rhijngeest; - Er onvoldoende zekerheden bestaan om thans over te gaan tot realisatie van een dojo; - De snelheid van realisatie van het aantal woningen in Nieuw-Rhijngeest helaas achterblijft bij eerdere verwachtingen; - De financiële situatie van de gemeente noopt tot extra kritische beschouwing van alle (grote) investeringen die de gemeente doet; Overwegende dat: - Aan de wenselijkheid tot vestiging van een school niets dient te worden afgedaan: voor de ontwikkeling van Nieuw-Rhijngeest is dat zeer belangrijk; - Voor de vitaliteit van de wijk en de functie van het schoolgebouw de opzet als brede school niet ter discussie behoort te staan; - Gegeven het bouwtempo van Nieuw-Rhijngeest nu en ontwikkelingen in de toekomst (bijvoorbeeld in de leeftijdsopbouw van de wijk) een flexibel, levensloopbestendig gebouw meerwaarde heeft; Verzoekt het college: - In goed overleg met betrokkenen een nieuw ontwerp voor het brede schoolgebouw te laten maken, waarbij goed naar fasering in de realisatie wordt gekeken; - Daarbij te komen tot een flexibel, veranderbaar gebouw dat kan meebewegen met de ontwikkelingen in de wijk en de samenleving, zowel in de nabije als verre toekomst, waarbij alle opties voor de invulling van het brede schoolconcept vooralsnog boven tafel blijven; - Het eerder vastgestelde budget voor deze programmabegroting als taakstellend te zien en de risico’s voor de gemeente te minimaliseren. En gaat over tot de orde van de dag. De heer Janssen geeft aan dat de VVD de school zoals die gepresenteerd is in de commissie, namelijk een gebouw met de judoschool, het stottercentrum, BplusC, de SKO een geweldig concept vond en vindt voor Nieuw-Rhijngeest. In de commissie van twee weken geleden is het college gevraagd, gegeven ook de financiële situatie en gegeven ook het gebrek aan tempo in de ontwikkelingen in Nieuw-Rhijngeest, extra zekerheden te geven. Ook een concept waarover je enthousiast bent, moet financieel verantwoord zijn. Helaas moet hij constateren dat het college die zekerheden nog niet heeft gepre17
senteerd. Evenals PrO vindt de VVD het nu tijd om alternatieven in overweging te gaan nemen. De motie is dan ook niet alleen van PrO, maar ook van de VVD. De motie roept het college op met betrokken partners in gesprek te gaan om te kijken of de zekerheden die nu nog ontbreken toch verkregen kunnen worden. Mogelijk kan er in het gebouw een oplossing worden gevonden, of financieel, en/of zit de oplossing in een compleet ander ontwerp. Het is de VVD een lief ding waard als dat ontwerp zo flexibel mogelijk is, zodat de school kan mee ademen met veranderingen in de leeftijdsopbouw van de wijk, maar ook al dan niet na aanpassingen dienst kan doen als over bijvoorbeeld twintig jaar een heel ander onderwijsconcept opgeld doet. De heer Vogel is evenals de vorige sprekers enthousiast over het brede schoolconcept. Begin oktober heeft LO de tijdelijke school bezocht; het positieve beeld van de invulling werd bevestigd. LO heeft minder moeite met de dojo dan de vorige sprekers. Huisvesting van de school is de wettelijke plicht van de gemeente. Het Dok kent naast de school andere gebruikers; LO maakt weinig verschil tussen de muziekschool en een sportschool. Het probleem dat LO heeft zit bij de grote onzekerheden wat betreft de ontwikkeling van de wijk en de lastige financiële positie van de gemeente. In mei heeft LO een voorstel gedaan om investeringen te prioriteren. Ook in de voorgestelde programbegroting is daar nog geen sprake van. LO heeft een motie voorbereid die daarover gaat en die wat de school betreft vraagt breed naar alternatieven te kijken. De schorsing die er zo dadelijk waarschijnlijk zal zijn, wil LO gebruiken om te zien of deze motie wordt ingediend. De heer Van Blitterswijk memoreert dat de redenen waarom de raad destijds heeft besloten te komen tot een go/no go moment voor de start van Het Dok nog overeind staan. Het verwachte aantal leerlingen van de school is gelet op de ontwikkelingen in de woningbouw, nog altijd zeer onzeker. De gemeente kan zich niet permitteren om in deze tijd miljoenen uit te geven aan het ideale gebouw, terwijl de beoogde grootte in het gunstigste geval pas over tien, elf jaar nodig is. De uitgestoken hand van het CDA in de commissie om wel snel te beginnen met de bouw van een permanent gebouw zodat een duurzaam gebouw kan worden gerealiseerd, maar dat gefaseerd te doen, werd door de wethouders helaas resoluut van de hand gewezen. Om die reden heeft het CDA samen met PrO een motie opgesteld waarachter zich inmiddels ook de VVD heeft geschaard. In de motie wordt opgeroepen om te komen tot een nieuwe schets, die uitgaat van gefaseerd bouwen, met het oorspronkelijke budgettaire kader als randvoorwaarde. Vaak is in een keer bouwen goedkoper, maar het geld daarvoor is er niet. Het standpunt van het CDA is dat als het niet kan zoals het fijn zou zijn, het moet zoals het kan. Aanpassen van de schets hoeft ook niet ten koste te gaan van het concept voor de brede school. De wethouder heeft eerder zelf de schets aangepast en toen de door de raad gestelde kaders overschreden, wat op zichzelf opmerkelijk is. Er kan dus creatief naar de schets worden gekeken. Het kan als een uitdaging worden gezien om gefaseerd bouwen in te passen binnen het brede schoolconcept. Jarenlange leegstand of helemaal niet bouwen doet nog veel minder recht aan dat concept. Het argument dat op de valreep kwam, dat het college minimaal ter grootte van de stichtingsnorm wil bouwen, voelt een beetje als een poppenkast. De stichtingsnorm werd nu niet gehaald en zal waarschijnlijk ook in de komende periode erg lastig te halen zijn. Met de problemen in de woningbouw is dat een feit. Het kan toch niet de bedoeling van de gemeente zijn miljoenen uit te gaan geven om niet alleen zichzelf, maar ook het 18
Rijk een beetje in de maling te nemen? De Russische minister Potemkin bouwde ooit kartonnen dorpen om Keizerin Catharina de Grote te doen geloven dat iets het geval was wat niet het geval was. Hij neemt aan dat de gemeente zo diep toch niet is gezonken. Met de motie hoopt het CDA dat een belangrijke voorziening voor de wijk, de kinderen en de jonge gezinnen in Nieuw-Rhijngeest duurzaam veilig kan worden gesteld. De heer Van den Ouweelen geeft aan dat ook wat hem betreft het concept van de brede school niet ter discussie staat; dat wordt dus breed gedragen. Er zijn wel bijzonder veel zorgen over de financiële positie van Oegstgeest, over de voortgang van de woningbouw in Nieuw-Rhijngeest en over de voortgang van de onderhandelingen met de ontwikkelaars. Dat zijn randvoorwaarden waarbinnen deze school ontwikkeld wordt en over die randvoorwaarden bestaat onzekerheid. Dan ontstaat een zekere mist en bij mist is het beter om niet in te halen. Het go/no go besluit is verschillende malen uitgesteld in afwachting van een prioriteitenstelling. Die zou moeten komen vanuit de Kadernota of de visienota; de visienota en de Kadernota zouden aanvankelijk ook samen worden behandeld. Redelijkerwijze had dan ook verwacht kunnen worden dat de visienota aangrijpingspunten voor te maken keuzes zou bieden. Gelet op de nijpende financiële situatie van de gemeente kan niet alles worden gedaan. Hij kan zich vinden in wat de andere fracties naar voren hebben gebracht. Wethouder Van Oortmerssen verzoekt om een schorsing voor collegeberaad. De Voorzitter schorst de vergadering. (Schorsing 22.30 - 22.50 uur) Wethouder Van Oortmerssen vraagt waarom een motie is ingediend in plaats van een amendement op het besluit. Betekent de motie dat de indieners helemaal niet meer over het voorliggende besluit willen spreken? Ook verzoekt ze toe te lichten hoe het verzoek om te komen tot een flexibel, veranderbaar gebouw gezien moet worden in het licht van de budgetten. Het budget voor de school is op 1 juli 2010 vastgesteld. Daarnaast ligt er nu een voorstel voor budget voor een uitbreiding voor de dojo. De heer Reiding licht toe dat het de indieners gaat om flexibiliteit. Zij denken dat maximale flexibiliteit het beste kan worden gevonden door het huidige besluit nu niet te amenderen of in stemming te brengen. Met de motie geven zij te kennen dat ze het college het voorstel doen om met een nieuw ontwerp en daarmee ook een nieuw besluit naar de raad te komen. Fasering hoeft niet duurder te zijn. Het budget dat voor de school is vastgesteld, is kaderstellend. Het budget dat nodig is voor de uitbreiding voor de dojo valt daar buiten. De heer Janssen werd in de schorsing erop gewezen dat het niet zozeer gaat om een judoschool als wel om een sportschool. Een sportschool vraagt een bepaald volume en een bepaalde uitstraling om aantrekkingskracht te hebben. Fasering is geen doel op zichzelf, maar moet leiden tot een goedkopere realisatie met behoud van de kwaliteit. Daarbij is het zo dat de raad het wat bepaalt, het college het hoe. De raad wil dat er een school in Nieuw-Rhijngeest komt; het college bepaalt hoe
19
die wordt gebouwd, op een zo goedkoop mogelijke manier en in overleg met de gebruikers. Hij sluit zich aan bij de uitleg van de heer Reiding over waarom voor een motie is gekozen en wat dit betekent voor het voorliggende besluit. Ook de VVD stelt het college voor dit besluit terug te nemen en te kijken of er een flexibeler variant te bedenken is. De heer Van Blitterswijk sluit zich aan bij de woorden van de heer Reiding. Het voorstel is geschreven op zo snel mogelijk te starten met de bouw van de school op basis van de schets die voorligt. De motie vraagt juist om te kijken naar fasering. Dat vraagt om een ander besluit. De motie geeft aan in welke richting dat besluit zou moeten gaan. Wethouder Van Oortmerssen geeft aan dat het college behoefte heeft zich nog op een aantal elementen te beraden. Ze stelt daarom voor de onderhanden zijnde agendapunten toe te voegen aan de vergadering van 1 november. Fasering heeft zij begrepen als fasering in het in gebruik nemen, en niet als fasering in de bouw. Het gebouw moet er zo snel mogelijk komen. De heer Van Blitterswijk zou niet in een keer het gehele gebouw willen neerzetten als het gehele gebouw niet meteen helemaal nodig is. Het CDA ziet graag dat slim wordt nagedacht over hoe er een gebouw kan komen dat flexibel inspeelt op de ruimtebehoefte. De heer Janssen merkt ter interruptie op dat het standpunt van de VVD is dat als een half gebouw net zo duur is als een geheel gebouw, er meteen een geheel gebouw moet komen. Hij wijst nogmaals op de taakverdeling tussen raad en college. Het is aan het college om te zoeken naar de variant die het beste voldoet aan de behoeftes die leven in de raad, maar ook in het dorp, namelijk dat er een brede school komt, maar wel tegen aanvaardbare kosten en met aanvaardbare risico's. Dat moet voorop staan. Fasering mag nooit een doel in zich worden. In het betoog van het CDA klinkt dit toch wat door. De heer Van Blitterswijk stelt dat natuurlijk niemand ervoor is om een half gebouw te maken als voor die prijs ook een geheel gebouw kan worden gemaakt. Het gaat erom een keuze te maken die verantwoord is voor het huidige financieel klimaat en waarmee men ook vooruit kan in de wijk zoals die zich in de toekomst ontwikkelt. De heer Reiding merkt op dat er in het verleden met de Montessorischool goede ervaringen zijn opgedaan met fasering. Bewust is in de motie open gelaten op welke manier gefaseerd zou kunnen worden. Het gaat om het meebewegen met de ontwikkelingen in de wijk en de samenleving, zo staat het ook in de motie. De indieners van de motie doen een beroep op de intelligentie en de creativiteit bij het college en bij de betrokken partners om met een goed voorstel te komen. Wethouder Van Oortmerssen geeft aan dat zij ook pas dinsdag verder zou willen gaan met de behandeling omdat ze de motie nog zou willen bespreken met betrokken partners. De Voorzitter vraagt of het gaat lukken dat overleg in de komende drie dagen te hebben. 20
Wethouder Van Oortmerssen wil als dat niet lukt de behandeling doorschuiven naar november. De heer Reiding wil wel de motie nu in stemming brengen. De Voorzitter wijst erop dat conform het Reglement van orde over de motie pas kan worden gestemd nadat over het oorspronkelijke besluit gestemd is. De heer Reiding stelt vast dat dit betekent dat nu ook gestemd gaat worden over het voorstel. De heer Vogel deelt mee dat LO ook nog een motie heeft. De Voorzitter vraagt of als het zo ligt dat er nu over het voorstel en de motie gestemd gaat worden, de wethouder wellicht toch a.s. dinsdag al iets meer kan weten. Wethouder Van Oortmerssen vraagt dan uitstel tot dinsdag. Ze wil beslist even met de betrokken partners praten. De heer Reiding gaat desgevraagd door de Voorzitter akkoord met uitstel tot dinsdag. De heer Vogel meent dat de motie van LO en motie nr. 1 naast elkaar kunnen lopen. De motie van LO vraagt om meer scenario's uit te werken. LO staat positief tegenover motie nr. 1. Wel wil hij nog de vraag beantwoord zien wat de rol van de raad nog is wat betreft de realisatie van Het Dok nadat deze motie is aangenomen. Als hij de heer Janssen goed begrijpt, heeft de raad dan geen rol meer. De heer Van den Ouweelen maakt een punt van orde. Hij stelt dat het niet mogelijk is tijdens de behandeling van een onderwerp te schorsen. In het Reglement van orde staat dat het onder handen zijnde punt moet worden afgerond. Als er wordt geschorst, moet dat zijn tot de volgende vergadering. De Voorzitter bestrijdt dat in het Reglement van orde staat dat er tijdens de behandeling van een onderwerp niet mag worden geschorst. Het afmaken van een onderwerp heeft te maken met de eindtijd. Motie nr. 2, van LO Start bouw brede school Het Dok De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 27 oktober 2011; Constaterende dat: - De onzekerheden over de ontwikkeling van de wijk Nieuw-Rhijngeest groot zijn; - Er daardoor behoefte is aan een kritische check van de in de adviesnota 93/11 opgenomen prognoses van het aantal leerlingen; Overwegende dat: - De voor nieuwe investeringen van de gemeente beschikbare middelen beperkt zijn; 21
- Er nog geen duidelijke prioritering van de beoogde investeringen is; - Het nog niet duidelijk is of het voor de gemeente verantwoord is schulden aan te gaan voor investeringen ten behoeve van derden; Verzoekt het college: In goed overleg met de belanghebbenden, zoals de bewoners van de wijk, het schoolbestuur en de beoogde medegebruikers van de school, naast het in de genoemde adviesnota vermelde voorstel alternatieve scenario’s uit te werken op basis van de volgende uitgangspunten: a. uitbreiding van het tijdelijke schoolgebouw; b. tijdelijk schoolgebouw in combinatie met de locatie aan de Frans Halslaan; c. tijdelijk schoolgebouw in combinatie met tijdelijke huisvesting in woningen; d. minimumvariant nieuw schoolgebouw op basis van de wettelijke taken van de gemeente; e. minimumvariant ad d. met gefaseerde bouw; f. brede schoolvariant met gefaseerde bouw van school en voorzieningen voor derden. En gaat over tot de orde van de dag. De Voorzitter stelt de raad voor nu te schorsen. De heer Reiding verzoekt de vraag van de heer Vogel te kunnen beantwoorden. De raad staat bij fasering geenszins buiten spel, omdat de fasering onderdeel moet zijn van het voorstel dat de raad voor goedkeuring wordt voorgelegd. Wat betreft het overleg van het college met betrokken partners benadrukt hij dat ook de indieners dit van groot belang vinden. In de motie wordt ook opgeroepen om samen met de betrokkenen tot een goed nieuw voorstel te komen. Hij kan zich niet voorstellen dat dit in anderhalve werkdag gaat lukken. Hij vindt het dan ook verstandiger als het college het voorstel nu van de agenda zou halen en in goed overleg met de betrokkenen tot een mooi nieuw plan zou komen. De andere fracties steunen deze suggestie. Wethouder Van Oortmerssen heeft morgenmiddag een bijeenkomst met de betrokkenen. Ze kan dan van hen een eerste reactie krijgen. Ze heeft niet de illusie dat ze dinsdag met een nieuwe tekening of een aangepast plan kan komen. Daar kan geen sprake van zijn. Het college zal na de heropening van de vergadering dinsdagavond meteen meedelen of het agendapunt zal worden teruggetrokken. De Voorzitter denkt dat het op deze manier ook zorgvuldiger is naar de belanghebbenden. Ze vraagt of de raad ermee akkoord gaat dat er dinsdag verder gegaan wordt met dit onderwerp. De heer Reiding merkt op dat de standpunten van de raadsfracties in de tussentijd niet zullen veranderen. Door pas dinsdag verder te gaan duurt de onzekerheid voor betrokkenen langer dan strikt noodzakelijk. 22
Wethouder Van Oortmerssen merkt op dat het college gevraagd is een inhoudelijke reactie te geven. Ze heeft na de schorsing een aantal vragen gesteld waarop antwoord is gegeven. Ze hecht eraan een en ander ook met het college goed door te spreken. De heer Reiding legt zich neer bij verdagen van de verdere behandeling tot dinsdag. De Voorzitter schorst om 23.12 uur de vergadering tot 1 november, 20.00 uur. Ze deelt mee dat de vergadering op 1 november zal worden voorgezeten door de heer Klaver, omdat zij zelf - voor het eerst in dertien jaar - verhinderd is. De Voorzitter heropent de vergadering op 1 november om 20.00 uur. Wethouder Van Oortmerssen deelt mee dat zij vrijdagmiddag betrokken partners heeft gesproken over mogelijkheden die zij zagen voor fasering en flexibilisering waar de motie om vroeg. Daarna is het college, na uitvoerige bestudering ook van het voorstel dat is ingediend, tot de conclusie gekomen dat het gevraagde besluit van voorstel 93/11, de start van de brede school Het Dok, zonder meer genomen kan worden, met volledige inachtneming van de zaken waar motie nr. 1 om verzoekt. Alle bij Het Dok betrokken partijen hebben de intentie uitgesproken met de in motie nr. 1 gevraagde zaken aan het werk te gaan. Dat betekent dat een traject ingezet kan worden voortbordurend op het besluit van de raad van 1 juli 2010. Fasering en flexibilisering zoals gevraagd, op diverse fronten, zowel financieel, als qua aantallen etc. worden daarbij meegenomen, met dien verstande dat er een gebouw komt op in ieder geval het aantal leerlingen dat in het plan van aanpak van de scholen wordt genoemd, om daar naar het departement toe ook geen licht tussen te laten zijn. De groei van de 150 zou dan flexibel in de toekomst meegenomen kunnen worden. Dus multifunctionele inzet, duidelijk binnen het budget, en de tekening kan natuurlijk nog een keer in de commissie terugkomen. De heer Reiding geeft aan dat PrO de tijd sinds de vergadering van donderdag ook heeft gebruikt om nog eens goed na te denken over welk signaal PrO met de motie heeft willen afgeven. Niet alleen in de raad, maar ook naar de mensen in de wijk, de mensen van de school en de mensen in het dorp. Met de motie is beoogd uit te spreken dat er een school komt. Dat is het centrale punt. Met de motie is ook beoogd aan te geven dat er een nieuw ontwerp komt. Hij vindt het niet opportuun nu in deze vergadering te gaan steggelen over wat precies bedoeld wordt met fasering en met aanpasbaarheid. In de kring van de mensen die er nu mee bezig zijn en ook breder in het dorp is veel deskundigheid aanwezig om daar invulling aan te geven. Overeenkomstig de visienota gaat hij ervan uit dat van deze deskundigheid gebruik zal worden gemaakt. De motie roept op om met een slim, nieuw ontwerp te komen. Een aantal van de kaders die er liggen, kunnen daarbij heel goed worden gebruikt. Ook PrO heeft nog eens gekeken naar het besluit dat het college heeft voorgesteld en is tot de conclusie gekomen dat dit zich prima verdraagt met de inhoud van de motie. Er rest nog wel een aantal vragen. Deelt de wethouder de interpretatie dat het besluit, en dan met name de kaders die op 1 juli 2010 zijn vastgesteld, zich prima verdragen met motie nr. 1? Daarbij is het wel zo dat de kaders wat betreft aantallen leerlingen en aantallen m2-ers aangepast moeten worden aan de actualiteit. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat de cijfers actueel worden gemaakt. 23
Hij heeft de wethouder al horen zeggen dat het college voorstelt het nieuwe ontwerp weer opnieuw aan de raad voor te leggen. Dat lijkt PrO zeer verstandig. Die vraag kan hij dus wegstrepen van zijn lijstje. Daarop staat nog wel het verzoek aan het college om de tijdelijke huisvesting heel goed te regelen. Daar ligt een probleem dat niet pas door de motie veroorzaakt wordt, maar dat al besloten zit in het besluit dat het college voorstelt. Daarin staat namelijk dat er aan de tijdelijke huisvesting niets kan gebeuren. Die opstelling geeft een probleem, want het aantal van 100 leerlingen zal al fors overschreden worden in de periode voordat de school af is. PrO vindt dat daarvoor een goede oplossing moet komen en roept daar het college toe op. De heer Janssen heeft al eerder aangegeven dat de VVD warm voorstander is van een brede school in Nieuw-Rhijngeest. Dat past binnen het beleidskader zoals de raad dat heeft bepaald en het is bovendien voor de ontwikkeling van Nieuw-Rhijngeest een zeer cruciale zaak. Uit de woorden van de wethouder maakt hij op dat het college alles wat in motie nr. 1 is gesteld ter harte neemt. Daarmee kan de VVD van harte instemmen met het voorgestelde besluit. Wat de VVD betreft moet de eerste paal voor Het Dok nu zo snel mogelijk de grond in, gevolgd door nog heel veel palen daarna, ook in de rest van NieuwRhijngeest overigens. Hij sluit zich aan bij de aanvullende vragen en opmerkingen van PrO. Wel wil hij nog benadrukken dat het feit dat het besluit rondom de dojo nu van de agenda is afgevoerd, wat in lijn is met de vraag om een aantal zekerheden.. De heer Van den Ouweelen plaatst een interruptie. Hij heeft niet begrepen dat de dojo van de agenda is afgevoerd. De heer Janssen reageert dat de heer Van den Ouweelen in formele zin gelijk heeft. Doordat in het besluit staat dat de kaders die op 1 juli 2010 zijn vastgesteld leidend zijn, is dat de facto wel het geval. Ook gegeven het feit dat de eerder gevraagde zekerheden er nog niet zijn, ligt het niet voor de hand dat nu het besluit wordt genomen om de sportschool te realiseren. Wat de VVD betreft betekent dit niet dat dit in de toekomst ook niet het geval zou kunnen zijn. De VVD vindt dat ook in de zeer nabije toekomst gezocht moet worden naar mogelijkheden om de brede school nog breder te maken dan die nu is. De heer Vogel deelt mee dat LO, alles gehoord hebbende, motie nr. 2 intrekt. Hij sluit zich bij de vorige sprekers aan, met name bij de woorden van de heer Janssen over de sportschool. Ook LO roept op te kijken of de sportschool op een goede manier kan worden meegenomen. Hij vindt het nog wel steeds jammer dat het beslissen over een uitbreiding voor de dojo niet gedaan kan worden op basis van een prioriteitsstelling voor investeringen, omdat die helaas nog steeds ontbreekt. LO steunt motie nr. 1 en het besluit dat nu voorligt. De heer Van Blitterswijk heeft met verbazing geluisterd naar de woorden van de mede-indieners en de wethouder. In het debat van afgelopen donderdag lagen de meningen sterk uit elkaar en leken het voorstel en de motie elkaar te bijten. Nu is er de wending genomen dat het besluit en motie nr. 1 kennelijk prima op elkaar aansluiten. 24
Tot dit go/no go moment is besloten omdat er onzekerheid was over de leerlingenprognoses. Er zou bekeken worden wat op dat moment de stand van de wijk was en wat dat betekent voor de school. In de motie staat dat op basis daarvan het verstandig wordt geoordeeld om te gaan faseren. Dat betekent dat niet nu gestart kan worden met de bouw zoals die volgens de schetsen die voorliggen, gepland is. Start bouw is voor het CDA en de mede-indieners van motie nr. 1 nu niet aan de orde. Nu hoort hij dat dat geluid kan bestaan naast het aannemen van het voorstel om de bouw te starten. Hij vindt het een apart signaal. Alleen als op een welwillende manier puur naar de beslispunten wordt gekeken, kan dat de conclusie zijn. Het CDA wil dat het college de punten die in de motie genoemd worden onverkort uitvoert en zal dat ook toetsen. Hij hoopt dat de mede-indieners eveneens hun eigen motie zullen blijven verdedigen op het moment dat blijkt dat het college toch een iets andere lezing heeft dan het nu aangeeft. De heer Van den Ouweelen deelt de verbazing die het CDA uitspreekt. Hij had wel verwacht dat er in het weekend onderhandeld zou worden, maar het is hem een raadsel hoe motie nr. 1 in lijn kan worden gebracht met het oorspronkelijke bespreekstuk. Flexibel is het sleutelwoord. Hij constateert dat de fractie van PrO buitengewoon flexibel is geweest met de eigen motie. Hij memoreert dat er is gesproken over de zorg ten aanzien van de leerlingenprognoses en over de zorg over de financiële situatie in de gemeente Oegstgeest. Ook is aangegeven dat het fijn zou zijn als er prioriteiten gesteld konden worden omdat wellicht niet én een school én een zwembad kunnen worden gerealiseerd en ook nog het MEOB-terrein ontwikkeld; dus er moeten keuzes worden gemaakt. Daarnaast baart de situatie in Nieuw-Rhijngeest zorgen, en last but not least baart de voortgang in de onderhandelingen met de partners waarmee in NieuwRhijngeest wordt ontwikkeld, zorgen. Als hij horen spreken van fasering, aanpasbaarheid, slim nieuw ontwerp, gaat hij ervan uit dat er een andere school wordt ontworpen, waar dan ook een ander kostenplaatje aan hangt. De efficiency vraagt dat er dan niet een bedrag wordt goedgekeurd dat hort bij het oude ontwerp. Hij wijst erop dat het risico bestaat dat gefaseerd bouwen duurder uit valt. Wethouder Van Oortmerssen is blij met de signalen zoals die de raad nu afgeeft. Ze gaat nog in op een aantal vragen die nog open staan. Het signaal is afgegeven dat er een school komt, op basis van een nieuw, slimmer ontwerp waarbij in ieder geval gekeken wordt naar flexibel, fasering en aanpasbaar. Dat biedt ruimte om mee aan het werk te gaan. Wellicht wordt deskundigheid in het dorp daarbij nog weer meegenomen. Er zal worden uitgegaan van actuele cijfers. Ze stelt zich voor dat de tekening die daaruit resulteert in de commissie nog een keer terugkomt. Het denken over een goede tijdelijke huisvesting ook vanaf 2012 is gestart. Hierover zal goed overleg worden gevoerd met de school en met SKO. M.b.t. agendapunt 94/11 stelt ze vast dat de raad niet bereid is op dit moment de dojo mee te nemen in de brede school en daar een extra krediet voor te geven. Er wordt nadrukkelijk gesproken over het krediet zoals vastgesteld voor de school conform het besluit van 1 juli 2010. Ze beluistert daarnaast wel dat het college en de ontwerpers gevraagd wordt een ontwerp te maken dat de dojo in de toekomst niet uitsluit. Dat past geheel bij hoe zij flexibilisering en fasering opvat. M.b.t. agendapunt 10.2 vraagt ze de raad het college de ruimte te geven het IHP aan te passen aan het besluit van agendapunt 93/11. 25
Tweede termijn De heer Reiding geeft wat betreft het IHP het college de gevraagde ruimte. De reactie van de wethouder is adequaat en in lijn met wat PrO wenst. Ter toelichting op hoe de motie en het besluit zich tot elkaar verhouden, wijst hij erop dat het besluit vraagt 'in te stemmen met de start van de bouw van de brede school, conform de uitgangspunten van het besluit van de raad van 1 juli 2010'. Motie nr. 1 is daar niet mee in strijd. Besluit en motie verhouden zich dan ook prima tot elkaar. Het tweede punt van het besluit luidt: 'kennis te nemen van het besluit van het college om de gemeente eigenaar te laten worden van het hele gebouw van de brede school Het Dok'. In de raad is daarover geen discussie gevoerd. Daar liggen dus geen problemen. De heer Van Blitterswijk merkt op dat er wel discussie over is geweest. De optie van een Vereniging van Eigenaren is af en toe ter sprake geweest, zeker in relatie tot een eventuele uitbreiding en ook in het algemeen. De heer Reiding stelt dat daar in de commissie over is gesproken; in de raad is het daar niet over gegaan. Ook voor de heer Janssen was de beantwoording van het college in lijn met wat hij hoopte en verwachtte. Over fasering wil hij nog opmerken dat fasering op verschillende manieren kan worden ingevuld. Er kan worden gefaseerd in bouw, of in gebruik, al dan niet door tijdelijke gebruikers van lege ruimten. De VVD vindt het aan het college om daar invulling aan te geven. Hij voelt niet de behoefte het begrip fasering strak in te kaderen. Het is meer een opdracht aan het college om te kijken naar flexibele inzetbaarheid van het gebouw. Als gefaseerd bouwen duurder uitvalt, gaat de VVD ervan uit dat het college zo verstandig is die fasering niet te gebruiken, maar te kijken naar een andere vorm om het slim en efficiënt te doen. De heer Vogel heeft niets toe te voegen. De heer Van Blitterswijk vraagt wat instemmen met het eerste beslispunt precies betekent. Wanneer start de bouw als hiermee wordt ingestemd? De heer Reiding ziet het zo dat de raad zegt dat er een school moet komen, maar dat er ook een nieuw ontwerp moet komen. De eerste paal kan nu dus nog niet worden geslagen. De heer Van den Ouweelen vraagt wat de school van PrO mag gaan kosten. De heer Reiding antwoordt dat de school maximaal het bedrag mag kosten dat de raad met zijn besluit van 1 juli 2010 beschikbaar heeft gesteld. De heer Van Blitterswijk vraagt of hij het goed begrepen heeft dat nieuwe schetsen ter goedkeuring zullen worden voorgelegd aan de commissie. De heer Van den Ouweelen is erg verbaasd over hoe de voortzetting van de beraadslagingen over dit onderwerp verloopt. Hij memoreert dat hij aan het begin van de vori26
ge vergadering ervoor gepleit heeft het onderwerp Het Dok van de agenda af te voeren. Hij vreesde voor een zeer rommelig verloop van de beraadslagingen. Die vrees werd in de afgelopen vergadering bewaarheid. De voortzetting van de vergadering is eigenlijk geen voortzetting. In het afgelopen weekend is er kennelijk druk onderhandeld. Hij maakt zich ernstig zorgen over de financiën. De heer Hessing merkt bij interruptie op dat aan de motie niets is veranderd, welk overleg er ook heeft plaatsgevonden. De motie ligt er, wordt aangenomen, en uitgevoerd door het college. De heer Van den Ouweelen merkt op dat PrO afgelopen donderdag wel een ander standpunt had. De heer Hessing zegt dat ook aan het standpunt van PrO niets is veranderd. De heer Van den Ouweelen stelt vast dat de PrO-fractie buitengewoon flexibel is. Verder heeft hij voor de tweede termijn niets toe te voegen. De heer Reiding beschouwt de vaststelling van de heer Van den Ouweelen als een compliment. Wethouder Van Oortmerssen reageert op een opmerking van de heer Van Blitterswijk. Vanavond was het 'go'-moment. Vanaf nu is het dan ook 'gaan', en komt de fase van de uitwerking. De uitwerking is aan het college. Het wat is aan de raad, het hoe is aan het college. Ze heeft gezegd dat de intentie van de motie zich prima verhoudt met het besluit. Dat betekent dat het college het ontwerp dat er straks komt zal toetsen op flexibiliteit en fasering. De raad kan het college daaraan houden. Het college zal het nieuwe ontwerp aan de raad presenteren en uitleggen hoe flexibiliteit en fasering zijn meegenomen. Het goedkeuren van het ontwerp is niet aan de raad, maar aan het schoolbestuur. De heer Van Blitterswijk verzoekt om een schorsing voor fractieberaad. De Voorzitter schorst de vergadering. (Schorsing 20.25 - 20.35 uur) De Voorzitter gaat over tot de stemming over het besluit van voorstel 93/11. VVD, PrO en LO stemmen in met het besluit. De heer Van den Ouweelen is tegen dit besluit. De heer Van Blitterswijk legt een stemverklaring af. De motie is ingediend omdat de gemeente momenteel in zwaar weer verkeert. Daarom achten de indieners van de motie fasering nodig, ook in het licht van de leerlingenprognoses. De fractie van het CDA gaat niet akkoord met het feit dat het go/no go moment nu weg is en het budget kennelijk ongefaseerd vrij wordt gegeven. Dat lijkt het CDA niet verstandig. De fractie van het
27
CDA staat achter de inhoud van de motie en gaat niet akkoord met het voorgestelde besluit. De Voorzitter stelt vast dat het voorgestelde besluit met 15 stemmen voor (VVD, PrO, LO) en 3 stemmen tegen (Lokaal, CDA) is aangenomen. Stemming over motie nr. 1 VVD, PrO, CDA en LO stemmen voor de motie. Lokaal stemt tegen de motie. Motie nr. 1 is met 17 stemmen voor en 1 stem tegen (Lokaal) aangenomen. De Voorzitter stelt de raad voor voorstel 94/11 in te trekken. Dit onderwerp komt in een latere fase aan de orde. Hij stelt vast dat de raad daarmee akkoord gaat. De Voorzitter stelt het besluit van voorstel 91/11 Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2012-2020 aan de orde. De wethouder heeft al een reactie gegeven. De heer Reiding is voor het voorgestelde besluit, met de aanpassing die het college dan kan doorvoeren. De andere fracties zijn overeenkomstig akkoord. De Voorzitter stelt vast dat het voorgestelde besluit met 18 stemmen voor, dus unaniem, is aangenomen. 15. Begroting 2012 Servicepunt71. Mevrouw Kroon stelt dat de VVD samenwerking essentieel vindt voor het voortbestaan van Oegstgeest. Om die reden is ingestemd met de start van Servicepunt71, maar wel onder enkele voorwaarden: 1) er moeten afspraken komen om de geraamde inkoopvoordelen te waarborgen; 2) de aangesloten gemeenten dragen gezamenlijk de frictiekosten als gevolg van leegstand in het gemeentehuis van Oegstgeest en gaan daarvoor een resultaatverplichting aan; 3) hoogwaardig HRM advies zit niet in het standaardpakket dat Oegstgeest afneemt. Oegstgeest betaalt alleen voor hoogwaardig HRM advies als het deze dienst ook afneemt. De wethouder heeft deze drie punten toegezegd en heeft ook toegezegd om hierover schriftelijk te rapporteren. De rapportage heeft lang op zich laten wachten, reden waarom de VVD naast nog een aantal andere vragen deze punten herhaald heeft in de technische vragen naar aanleiding van de begroting van Servicepunt 71. De antwoorden zijn niet geheel bevredigend en geven aanleiding tot de volgende vervolgvragen. In welke mate liggen er afspraken onder de geraamde inkoopvoordelen? Waarom spreekt de wethouder in de beantwoording niet meer over een resultaatverplichting ten aanzien van de frictiekosten van leegstand in Oegstgeest? Waarom staat in de begroting van het servicepunt niet dat hoogwaardig HRM advies niet standaard zal worden afgenomen en betaald door Oegstgeest? Ze stelt nog een paar andere vragen. Wanneer komt er een concreet investeringsprogramma zodat te zien is waar de raming van kapitaallasten op gebaseerd is en welke activa Servicepunt71 gaat overnemen van Oegstgeest? Komt het bij nader inzien toch BTW plichtig zijn wellicht doordat Servicepunt71 ook andere partijen dan gemeenten als klant wil gaan werven? Waarom bevat de begroting, itt wat is toegezegd bij de vorige 28
begroting, geen prestatie-indicatoren? De risicoparagraaf is zeer beperkt. Waarom wordt niet vermeld wat er wordt gedaan om de risico's tegen te gaan? Komen de met deze risico's mogelijk gepaard gaande kosten op deze manier rechtstreeks bij de aangesloten gemeenten terecht? Wat betreft het proces vraagt zij hoe de wethouder de kans inschat dat de mensen inderdaad per 1 januari 2012 geplaatst zijn en Servicepunt71 per die datum operationeel wordt. Wat betekent een eventueel niet halen van deze datum voor de dienstverlening aan Oegstgeest en zou dit ook kunnen leiden tot weer meer externe inhuur voor Oegstgeest? De heer Vogel deelt mee dat LO zich grotendeels aansluit bij de VVD. Ook LO vindt de samenwerking een goede zaak. Hij beveelt aan om, in navolging van het recente bezoek aan de BSGR, in de loop van volgend jaar een bezoek te brengen aan Servicepunt71. Hij vraagt zorgvuldig na te gaan of er geen zaken tussen wal en schip raken. De heer Braun complimenteert mevrouw Kroon voor haar vasthoudendheid in dit dossier. Servicepunt71 is opgericht om door middel van samenwerking inkoopvoordelen te halen. Nu blijkt dat er waarschijnlijk onvoldoende personeel in Servicepunt71 zit. Bij de gemeente blijft onvoldoende personeel achter en moet er weer externe inhuur komen. De discussie richt zich steeds meer op het instituut; uit het oog wordt verloren waarvoor Servicepunt71 is opgericht. De heer Den Boer sluit zich aan bij de waardering voor de vragen van de VVD. Aanvullend uit hij kritiek op de risicoparagraaf in de begroting van Servicepunt71. Het bedrag voor risico's staat op nul; alle risico's worden één op één doorgeschoven naar de gemeenten. Hij verwacht van een professionele organisatie goed risicomanagement wat inhoudt dat ook gekeken wordt op welke manier de organisatie risico's zelf kan oplossen en die niet zonder meer doorschuift naar de gemeenten. De heer Van den Ouweelen vindt de samenwerking binnen Servicepunt71 een goede zaak. De berichtgeving omtrent de vorming van Servicepunt71 zowel vanuit de media als vanuit de organisatie zelf, is zeer veranderlijk. Er zijn zowel positieve als negatieve geluiden. Het verheugt hem in de begeleidende brief te lezen dat de hoofdconclusie is dat Oegstgeest niet méér gaat betalen en dat dit niet ten koste gaat van de dienstverlening door het servicepunt. Tussen de regels door valt niettemin veel onzekerheid te lezen. Een zin als: "Alle inspanningen zijn er op gericht om het Servicepunt71 per 1 januari 2012 operationeel te laten zijn", klinkt nog niet heel overtuigend en op zijn minst heel spannend. Een 100% voorspelbaarheid van de activiteiten en het uitgavenpatroon is er uiteraard nooit, maar het is voor de gemeente wel van belang te weten hoe onvoorspelbaar de kosten zijn vanuit de transitie, de activiteiten en het uitgavenpatroon. Hij sluit zich wat dat aangaat aan bij de opmerking van het CDA over de risico's. Hij vraagt de wethouder toe te lichten hoe het kan dat € 2 mln. structureel minder budget geen gevolgen heeft voor het serviceniveau en de hoeveelheid taken. Hij dringt er op aan dat er zo spoedig mogelijk effect- en prestatie-indicatoren met daaraan gekoppeld doelstellingen voor productie en kwaliteit worden geleverd, zodat Oegstgeest ziet waarvoor het betaalt. Met het huidige gemis aan kengetallen zou de gemeente niet moeten kunnen leven.
29
De heer Hessing ziet als winst dat de begroting sluitend is en het eerdere nadeel van € 7 ton voor de gemeente Oegstgeest bij het voorstel uit april is verdwenen. Ook is goed nieuws dat per 1 januari 2012 deze samenwerking, waarbij Oegstgeest als zelfstandige gemeente nadrukkelijk baat zal hebben, van start gaat. Minder positief is hij over de begroting als zodanig. De teksten zijn algemeen geformuleerd; effect- en prestatie-indicatoren ontbreken; het is lastig grip te krijgen op deze begroting en om te beoordelen of de budgetten op het juiste niveau liggen. De sturingskracht van de begroting is beperkt en dat vindt PrO teleurstellend. Er is natuurlijk begrip voor dat alles nog in ontwikkeling is. De nulmetingen zijn gedaan, dus hij hoopt dat de prestatie-indicatoren en effectindicatoren er in 2012 ook echt komen. Hij spreekt van een moeizame start, met name wat betreft het onderdeel inkoop. PrO had graag gezien dat dat wat meer vlees op de botten had gekregen: welke concrete activiteiten staan er gepland, wat zijn de kosten daarvan? Juist op het onderdeel inkoop moet het voordeel worden behaald. Hij beveelt aan in volgende begrotingen ook de inkoopvoordelen voor de onderscheiden gemeenten op te nemen en niet alleen het inkoopvoordeel voor Servicepunt71 zelf zoals nu is gebeurd. Hij heeft er begrip voor dat in de begroting niet ingegaan is op de frictiekosten en het hoogwaardig HRM advies. Hij beschouwt het als een gemiste kans dat het college daar in de Adviesnota eveneens geen aandacht aan heeft besteed. De wethouder kan veel zorg van de raad wegnemen, met name wat betreft de frictiekosten, als ze zich ter harte neemt om met enige regelmaat schriftelijk verslag te doen van de stand van zaken. Het besluit rept van 'instemmen met de ontwerpbegroting'. Was het niet beter geweest de raad in de gelegenheid te stellen wensen en bedenkingen kenbaar te maken? De vaststelling van de begroting is aan het AB van Servicepunt71. De Voorzitter bevestigt dat de bedoeling van het agendapunt is dat de raad wensen en bedenkingen uit. Wethouder Van Oortmerssen vindt een aantal van de reacties herkenbaar. Ze wijst erop dat het bij Servicepunt71 om een nieuw en vrij uniek concept gaat. Op een aantal punten wordt afgeweken van de samenwerking van de Drechtsteden, ook om niet dezelfde fouten te maken als daar zijn gemaakt. Servicepunt71 is nadrukkelijk ook nog in opbouw en gaat eerst per 1 januari a.s. draaien. Het gaat om een gecompliceerd proces. Ze brengt in herinnering de grote aanvangsstrubbelingen die de belastingsamenwerking kende. Daar gaat het dan nog maar om één onderdeel van de gemeentelijke taken, terwijl het bij Servicepunt71 om voor de gemeente Oegstgeest vijf en voor de andere gemeenten zes bedrijfsvoeringsonderdelen gaat. Feit is ook dat er pas sinds deze zomer een directeur voor het servicepunt is en het managementteam vanaf eind september wordt ingevuld. De laatste manager wordt half november aangesteld. Het werk tot nu toe is grotendeels ambtelijk voorwerk geweest van het secretarissenoverleg en het bedrijfsvoeringsoverleg door de directeuren bedrijfsvoering. Voor dat werk heeft ze overigens groot respect, maar het kan uiteraard niet aan alle kanten compleet zijn. Gezien het stadium waarin Servicepunt71 is, zou bijna gesproken kunnen worden van een tentatieve begroting. Ook daarom vindt ze het een goede zaak dat de raad vanavond opmerkingen kan maken en gedachten meegeven voor verbetering, waarnaar natuurlijk wordt gestreefd.
30
Over de risicoparagraaf en de kwestie van de kapitaallasten zullen met de controller en de accountant van Servicepunt71 afspraken worden gemaakt. De selectie van de accountant is in de eindfase. Recent is de achtmaandsrapportage van de vier gemeenten in het DB geaccordeerd evenals de evaluatie die door de vier gemeenten is opgesteld. Na bespreking a.s. dinsdag in het college komt de evaluatie naar de raad. Voor het antwoord op een aantal van de technische vragen wil ze verwijzen naar deze evaluatie. O.a. zaken als hoe het proces is gegaan, of de geraamde inkoopvoordelen nog binnen bereik zijn en wat de verbeterpunten in de komende maanden zijn, komen in de evaluatie nadrukkelijk aan de orde. In reactie op de vragen van mevrouw Kroon stelt de wethouder dat als het om de frictiekosten gaat het woord resultaatverplichting niet helemaal juist is, omdat is afgesproken dat als de vrijkomende werkplekken niet direct per 1 januari a.s. met mensen ingevuld kunnen worden de gemeente Oegstgeest een financiële compensatie krijgt. Die afspraak staat nog steeds overeind. Er wordt overigens wel aan alle kanten aan geknabbeld, want Leiden krijgt leegstand in het gemeentehuis door een wegbezuiniging van 200 mensen. Binnen Servicepunt71 is afgesproken dat Oegstgeest nog steeds prioriteit is wat betreft de invulling met tien tot vijftien mensen, zeker zo lang de voorzitter van de Veiligheidsregio de bemensing van de veiligheidsregio binnen zijn Tweelinghuis heeft gehouden. Ze wijst erop dat in de begroting staat dat Oegstgeest al vanaf 1 januari a.s. € 50.000 per jaar tegemoetkoming in de frictiekosten kan verwachten. Ze zegt toe een aparte notitie te maken over de afspraken over de geraamde inkoopvoordelen, als de raad oordeelt dat de evaluatie daar onvoldoende informatie over geeft. Oegstgeest neemt alleen het HRM basispakket af. Hoogwaardig HRM advies valt daar buiten. Dat betekent dat Oegstgeest alleen voor hoogwaardig HRM advies betaalt als dit wordt afgenomen. Als dat gebeurt, moet daar een apart besluit aan ten grondslag liggen en ziet de raad daar een aparte verslaglegging met uitleg van terug. Dat de rapportage op zich liet wachten, heeft te maken met de bemensing van het servicepunt. Drechtsteden heeft tevergeefs geprobeerd BTW-vrijstelling te krijgen. Het zal Servicepunt71 ook niet lukken dat bij de Belastingdienst voor elkaar te krijgen. Het plaatsingsproces is een spannend proces. Ze is blij dat het overleg met de BOR weer hervat is. Het sociaal plan is aangenomen. Op dit moment gaan de plaatsingsbrieven de deur uit. Ze verwacht dat 80% van de medewerkers per 1 januari op zijn plek zit, omdat zij zich zonder meer kunnen vinden in de plaatsing. Driekwart van de overblijvende 20% zal tegemoet gekomen kunnen worden in de vragen die zij hebben en zij zullen dan ook per 1 januari hun plaats gaan innemen. Met de resterende tien tot twaalf medewerkers zullen individuele detacheringafspraken worden gemaakt. Ze verwacht dat de dienstverlening in Oegstgeest na de start een week of twee lastig zal liggen, omdat mensen nog zullen moeten wennen aan de nieuwe plek en de nieuwe omstandigheden. Tot meer externe inhuur hoeft dat in haar ogen niet te leiden, behalve voor de mensen die op een functie zitten die verdwijnt als iedereen weg is. Dat zou dan voor een korte periode zijn. Bij het laatste punt van de agenda komt ze daar nog op terug. Ze begrijpt niet waar de opmerking vandaan komt dat er onvoldoende personeel in het servicepunt zit en er in de gemeentelijke organisatie onvoldoende personeel overblijft. Die discussie kent ze niet en dat is ook beslist niet aan de orde. Met minder budget toch een hoger serviceniveau realiseren is een taakstelling die neergelegd is. Creativiteit is dan geboden. Aan de andere kant wil ze erop wijzen dat er een 31
sluitende begroting ligt en Oegstgeest er niet slecht vanaf komt. Dat laatste is ook mede te danken aan de controller van de gemeente die steeds alles heeft nagerekend en menige fout heeft opgespoord. Ze complimenteert hem daarvoor. Ook complimenteert ze alle medewerkers die keihard hebben gewerkt om het voor Oegstgeest zo goed mogelijk te regelen. Wat betreft de informatievoorziening stelt ze voor af te spreken dat de viermaandelijkse rapportage naar de raad wordt doorgestuurd en desgewenst ter behandeling in de commissie komt. Als er grote zaken gebeuren, of forse afwijkingen zijn, kan natuurlijk altijd tussentijds worden gerapporteerd. Wat betreft het uiten van wensen en bedenkingen wijst ze erop dat er enige tijdsdruk is, omdat het DB de begroting volgende week wil doorsturen naar de provincie. De provincie heeft eerder uitstel gegeven, omdat Oegstgeest niet akkoord kon gaan met de inschatting van de bedragen voor Oegstgeest en daarom niet instemde met de begroting, maar de provincie geeft niet lang respijt meer. Ze stelt voor dat de griffie de wensen en bedenkingen die de raadsleden hebben aan de hand van het verslag omvormt tot een zienswijze en deze doorstuurt aan het DB/AB van Servicepunt71. Ze vraagt of de raad zich kan vinden in deze aanpak. Tweede termijn Mevrouw Kroon stelt vast dat de begroting gebaseerd is op aannames die zeer zwak onderbouwd zijn. Zij betreurt dat. De aanpak die wordt voorgesteld voor het doorsluizen van wensen en bedenkingen heeft haar instemming. Misschien dat de griffier de zienswijze voor verzending nog wel even kan rondzenden. Ze begrijpt niet waarom de wethouder het woord resultaatverplichting niet van toepassing vindt. Ze herinnert eraan dat de wethouder dat ook expliciet heeft toegezegd. De VVD houdt vast aan de resultaatverplichting. Ze stelt verder vast dat er toch sprake zal zijn van wat extra externe inhuur ten gevolge van een latere start van Servicepunt71. Ze ziet graag een betere actieve informatievoorziening aan de raad vanuit Servicepunt71, al dan niet via de wethouder. Ze heeft het dan niet over nieuwsbrieven, want die hebben toch vaak een hoog hoera-gehalte. Ze bedoelt de feitelijke informatie, de goede boodschappen, maar ook de tegenvallers. De raad moet die laatste niet uit de krant hoeven lezen. De heer Vogel sluit zich aan bij de VVD. Hij doet de wethouder de suggestie te kijken of er lering getrokken kan worden uit de ervaringen met de belastingsamenwerking. Ook beveelt hij aan te checken of de accountant die de voorkeur heeft daadwerkelijk beschikbaar is met de mensen die hij presenteert. De heer Braun heeft niets toe te voegen. De heer Den Boer merkt op dat de organisatie van Servicepunt71 weliswaar nieuw is, maar de bestuurders en aangestelde managers zijn ervaren. Van hen mag dan ook iets worden verwacht. Hij sluit zich dan ook aan bij de woorden van mevrouw Kroon dat de begroting niet voldoende onderbouwd is. Hij is daar iets minder begripvol voor dan de PrO-fractie. Hij heeft nog onvoldoende reactie gehoord op zijn opmerking over de risico's. In de programbegroting van de gemeente ziet hij daar niets over terug, terwijl in
32
de begroting van Servicepunt71 diverse risico's doorgeschoven worden naar de gemeenten. Dit is een aandachtpunt dat hij graag meegenomen ziet naar het DB/AB. De heer Van den Ouweelen heeft de wethouder horen spreken van een tentatieve begroting. Het is goed dat er een sluitende begroting ligt, maar als deze vrij algemeen geformuleerd is, gebaseerd is op zwakke aannames en er niet zoveel grip op te krijgen is, is de vraag wat de waarde van deze begroting precies gaat zijn. De jaarrekening zal het uitwijzen. De opmerking die hij en de VVD hebben gemaakt over het gemis aan kengetallen ziet hij graag opgenomen in de zienswijze. De heer Hessing heeft in de eerste termijn begrip uitgesproken voor het proces van de totstandkoming van deze begroting en de kwaliteit ervan, ook al is die teleurstellend. Hij heeft geen begrip als het gaat om de resultaten. PrO blijft onverkort vasthouden aan de resultaten die geboekt moeten worden op de onderscheiden punten, met name op het terrein van inkoop. De afspraak die over de frictiekosten is gemaakt, is een resultaatverplichting en ook daar houdt PrO onverkort aan vast. De vorm waarin die wordt ingevuld, laat PrO over aan het college. Dat de wethouder ook even de opstartproblemen bij de belastingsamenwerking memoreerde, is terecht. Met die samenwerking is goede vooruitgang geboekt. Hij gaat ervan uit dat ook met de samenwerking in Servicepunt71 grote stappen vooruit gezet kunnen worden. Hij kan zich erin vinden dat er via de griffie een zienswijze van de raad naar het DB/AB gaat. Hij gaat ervan uit dat de wethouder bij gelegenheid ook zelf de diverse punten aankaart bij het DB. Wethouder Van Oortmerssen herhaalt dat ze diverse opmerkingen herkenbaar vindt: zwakke aannames, niet volledig onderbouwd, de jaarrekening moet het bewijs leveren of de begroting goed is. Dat de resultaten natuurlijk wel moeten worden geboekt, is een gezond uitgangspunt. Het DB en het AB staan daar ook helemaal achter. Daar wordt ook onverkort naar toe gewerkt. De resultaatverplichting om mensen te plaatsen in het gemeentehuis van Oegstgeest blijft overeind, maar ze heeft zelf in het DB aangekaart dat zo lang dat nog niet lukt ze daar geld voor wil zien. Het is natuurlijk steviger als er een club mensen gehuisvest kan worden. Daar wordt naar toe gewerkt. Er worden allerlei suggesties gedaan en die worden afgestreept dan wel serieus meegenomen voor verdere gesprekken. Toen ze sprak over informeren van de raad had ze het niet over de nieuwsbrief die maandelijks wordt verspreid, maar over de viermaandelijkse rapportage naar het DB en het AB. Dat is een inhoudelijk stuk. Desgewenst kan die rapportage ter bespreking komen in de commissie. Ze heeft ook toegezegd de raad te informeren als er tussentijds iets bijzonders gebeurt. Leren van de ervaringen van de belastingsamenwerking is een goed punt. Zij meent dat de directeur van Servicepunt71 al een gesprek heeft gehad met de leiding van de BSGR. Checken of de accountant die de voorkeur heeft, beschikbaar is, is een goede tip. De offrerende accountantsbureaus zullen ook worden beoordeeld op hun vermogen om een goede communicatie te onderhouden met de accountants van de vier deelnemende gemeenten. 33
Wat betreft externe inhuurkosten. Er wordt intern gekeken of de jaarrekening gemaakt zou kunnen worden door de mensen die nu de begroting hebben gemaakt. Dat zou betekenen dat gedurende een aantal weken nog wat inhuur door loopt. Wethouder Mackay wijst erop dat steeds meer geld van de gemeente wordt omgezet via verbonden partijen. In de Financiële verordening is een passage opgenomen over de rapportage over en controle op verbonden partijen. In de tertiaalrapportages zal daar aandacht aan worden besteed. De concerncontroller heeft expliciet als taak te letten op de verbonden partijen. Er wordt gezocht naar een methode om de verbonden partijen op enigerlei manier aan te kunnen sturen. In de begroting van Servicepunt71 is wel degelijk een weerstandscapaciteit opgenomen. In het document staat ook dat als er wat overblijft, dit toegevoegd wordt aan de weerstandscapaciteit. Er is dus aandacht voor de risico's. De heer Den Boer blijft erbij dat wel erg gemakkelijk ervan uitgegaan wordt dat de deelnemende gemeenten optredende risico's zullen dragen. Ook merkt hij nogmaals op dat de programbegroting van de gemeente daar niet in voorziet. Wethouder Van Oortmerssen bestrijdt dat in de begroting van Servicepunt71 staat dat de risico's gedragen moeten worden door de deelnemende gemeenten. In het DB is nadrukkelijk aan de orde geweest dat als er een probleem ontstaat de oplossing in de eerste plaats binnen Servicepunt71 gezocht moet worden. De heer Den Boer leest het toch anders. Als voorbeeld wijst hij op de passage over het BTW-effect waar staat: "Dit effect treedt niet op bij Servicepunt71 maar bij de deelnemers". Hij ziet graag dat in de zienswijze naar het DB/AB verwoord wordt dat risico's in eerste instantie moeten worden gedragen en afgedekt door Servicepunt71 zelf. De Voorzitter sluit de beraadslagingen over het onderwerp af. De griffier zal een ontwerp-zienswijze opstellen en die na accordering door de raad toesturen aan het DB/AB van Servicepunt71. 16. 2e Voortgangsrapportage 2011. De heer Den Boer complimenteert de wethouder van Financiën met de overzichtelijkheid en helderheid van de voortgangsrapportage. Ze bevat geen overbodige ballast. Alhoewel over bepaalde kwalificaties te discussiëren valt, hoopt hij dat de voortgangsrapportages er vanaf nu zo uit blijven zien. Vervelend is dat de gemeente in de afgelopen vier maanden meer dan € 250.000 meer uitgegeven heeft dan ze ontvangen heeft. Zoals ook uit de commissievergadering blijkt, lijkt dit grote verlies het college niet te deren. Het college rept er niet over en beschouwt het kennelijk als een soort 'fact of life'. Er is € 15.000 extra nodig voor feestjes, € 16.000 extra voor ICT-ontwikkelingen, geld voor de uitvoering van moties en zo kan hij nog wel even door gaan. Om over de wederom achterlopende investeringen nog maar te zwijgen. Terecht merkte de heer Hessing tijdens de commissievergadering op dat het af en toe lijkt alsof de raad een hele nieuwe begroting vaststelt. Dat is wat het CDA betreft niet het doel van de voortgangsrapportage. Het college doet op deze wijze weer een diepe graai van bijna € 2 ton in de financiële spaarpot. Deze financiële spaarpot is in 2010 ook al geplunderd en wordt, afgaand op 34
de conceptbegroting, in 2012 en volgende jaren opnieuw aangesproken. En dat terwijl er een post onvoorziene uitgaven is die volgens de voortgangsrapportage nog op ruim € 34.000 staat. Waarom komen de onvoorziene uitgaven niet ten laste van dit potje? Het CDA komt hierover met een amendement. Ook het structureel verhogen van de representatiekosten en de catering van het gemeentehuis vindt CDA niet kunnen. Het is nota bene het college zelf geweest dat vorig jaar heeft gezegd dat ambtenaren beter hun eigen boterham weer mee kunnen gaan nemen. Kortom, de uitvoering van de begroting 2011 loopt wat het CDA betreft niet volgens plan, financieel noch beleidsmatig. Vooral de houding van het college tijdens de commissievergadering en hoe die zichtbaar doorklinkt in de voortgangsrapportage, heeft de CDA-fractie verbaasd: er zijn geen zorgen, alles komt wel goed. De CDA-fractie denkt daar anders over. Niet alles komt goed, wanneer nu al zoveel wijzigingen nodig zijn en er een greep wordt gedaan in de spaarpot. Die houding is voor het CDA eigenlijk al voldoende voor een motie van afkeuring. Het amendement kan als zodanig worden gezien. Wat het CDA betreft, moet het college op zoek naar alternatieven om het tekort weg te werken. Het college heeft de schone taak echt te gaan sturen en de uitgaven echt in de hand te gaan houden. De mantra van het degelijk budgetbeheer werkt wat het CDA betreft niet meer. Amendement nr. 1, van CDA 2e Voortgangsrapportage De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen voorstel 97/11 omtrent de 2e voortgangsrapportage 2011; Constaterende dat het college een bedrag van € 197.410 uit de algemene reserve haalt om een tekort op de begroting nu al aan te vullen; Overwegende dat: - Door geld uit de reserve te halen de financiële positie van de gemeente verder verslechtert; - De gemeente op verschillende terreinen grote risico’s loopt; - Een aantal posten onnodig verhoogd wordt; - De post onvoorziene uitgaven niet gebruikt wordt waarvoor deze is ingesteld. Besluit: - Bij beslispunt 1 alle bolletjes waarin posten ten laste van het begrotingssaldo gebracht worden te schrappen; - Het laatste bolletje van beslispunt 1: Het bedrag van € 197.410 (begrotingssaldo) te onttrekken aan de algemene reserve, te schrappen; En verzoekt het college voorts: In de raad van november te komen met alternatieve dekkingsvoorstellen voor de posten die ten laste van het begrotingssaldo gebracht worden. Hierbij kan gedacht worden aan de post onvoorziene uitgaven. En gaat over tot de orde van de dag. 35
De heer Hessing bevestigt dat hij in de commissievergadering heeft gezegd dat het leek alsof er een begrotingsbehandeling gaande was, gelet op het grote aantal mutaties en het bedrag dat daarmee gemoeid is. Er is voor ruim € 6 mln. verschoven. Dat was echter een kanttekening. De meer structurele opmerking was dat PrO de voortgangsrapportage hooguit de plaats vindt voor het bij- en aframen van begrotingsposten, en niet voor het doorvoeren van structurele verhogingen van de begroting. Hij wil van het college de toezegging dat er niet meer bij voortgangsrapportages tot structurele verhoging van posten wordt overgegaan. PrO maakt zich zorgen over het wederom achterlopen van het investeringsniveau bij wat hiervoor is begroot. Vijf van de negen oranje lichten betreffen de investeringen. PrO roept het college op daar verbetering in aan te brengen. De heer Janssen sluit zich aan bij de opmerking van de heer Den Boer dat de voortgangsrapportage een behoorlijk aantal tegenvallers laat zien en bij diens gevoel over de budgetdiscipline. Net als in de commissie haalt hij er één post uit, de representatiekosten. Niet de grootste tegenvaller, maar wel het bedrag met de grootste symbolische waarde. De overschrijding verbaast hem, omdat hij er vorig jaar ook al opmerkingen heeft gemaakt, maar vooral verbaast hem de verantwoording. Kort gezegd komt die erop neer dat het budget is overschreden omdat het budget te laag was. De mentaliteit moet worden dat het budget taakstellend is; als het budget op is, is het op. Dat is de omslag die gevraagd wordt van een gemeente die te maken heeft met krappere financiële kaders dan er in het verleden waren. Een ander punt is het tekort op de WWB en op de WBZ. Bij elkaar gaat het om een bedrag van ongeveer € 260.000. Voor een groot deel is dit door de gemeente niet te beïnvloeden, want het hangt ook af van de economische situatie of mensen zich genoodzaakt zien zich te melden bij het loket voor de voorzieningen waar ze recht op hebben en die ze ook nodig hebben. Met het oog op de komende decentralisatieopgave en op het grote beroep dat op de gemeente gedaan zal worden, vraagt hij toch aan het college om vroegtijdig na te denken over hoe dit vraagstuk beheersbaar kan worden gemaakt. Bij de bespreking van de speerpunten Sociale Zaken in december zal de VVD nader op deze materie in gaan. Mevrouw Rosdorff sluit zich in grote lijnen aan bij wat vorige sprekers hebben gezegd. LO heeft wat gemengde gevoelens over de kwaliteit van de voortgangsrapportages en heeft ook enkele technische vragen gesteld. Die hebben geleid tot een erratum op deze voortgangsrapportage. Ze verzoekt, zoals LO al eerder heeft gedaan, in de komende voortgangsrapportages aan te geven wat het effect op de voorzieningen voor de inwoners is als investeringen worden doorgeschoven. Ze vraagt of en waarom beslispunt 4 nog nodig is, nu de raad besloten heeft Het Dok te faseren. Ze heeft vastgesteld dat een groot gedeelte van het eigen risico dat de gemeente draagt als het gaat om de uitkeringen krachtens de WWB niet is opgenomen in de programbegroting 2011-2014. Het gaat om een bedrag van € 140.000. Dit bedrag is op dit moment voorzienbaar en onontkoombaar, vooral ook omdat het cliëntenbestand is uitgebreid en kosten zijn verhoogd. LO komt hierover met een amendement.
36
Amendement nr. 2, van LO Eigen risico gemeente inkomensdeel uitkeringen 2011 De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen hebbende: - De tekst op blz. 9 horende bij de tabel inkomsten en uitgaven van het beleidsverslag sociale zaken 2010, behandeld in de raad van mei 2011; - De paragraaf financiële risico’s naar aanleiding van andere overheden van de programbegroting 2011-2014; Gehoord de beraadslagingen; Overwegende dat: - Oegstgeest sinds een aantal opeenvolgende jaren het eigen risico van 10% van het bedrag aan uitkeringen voor 100% heeft moeten dragen; - Het eigen risico in de programbegroting 2011-2014 geschat is op € 52.500; - Het eigen risico op basis van het voorlopig budget uitkeringen 2011 ca. € 191.000 is; - Er voor het jaar 2011 een gat zit tussen het geschatte eigen risico en een realistisch geschat eigen risico van ca. € 140.000; - Het tekort op dit moment voorzienbaar en onontkoombaar is; Besluit: - Het bedrag voor de uitvoering van de WWB 2011 te verhogen met € 140.000; - Het college te vragen om in de raad van november met dekking te komen voor dit bedrag. En gaat over tot de orde van de dag. De heer Braun kan zich vinden in de kritiekpunten die door de andere fracties zijn geuit. Hij vraagt of hij de heer Janssen volgend jaar weer een opmerking zal horen maken over de budgetdiscipline van het college. De heer Janssen verwacht dat niet. Hij is ervan overtuigd dat de budgetdiscipline nu wel tussen de oren zit bij het college. De heer Braun vraagt of de heer Janssen nu een beetje teleurgesteld was. De heer Janssen was niet zozeer teleurgesteld, maar hij constateert het wel en maakt zich daar zorgen over. De heer Van den Ouweelen heeft van alle partijen veel wijze woorden gehoord. Hij heeft er alleen aan toe te voegen dat budgetdiscipline niet betrekking heeft op tegenvallers, zoals hij de heer Janssen hoort stellen, maar op overschrijdingen. Tegenvallers doen zich voor, al dan niet door externe omstandigheden, en zijn niet te beïnvloeden. Het gaat hier echter om overschrijdingen. Die zijn de verantwoordelijkheid van het college. 37
De heer Janssen merkt bij interruptie op dat de post representatiekosten te beïnvloeden is, maar op de post premie pensioenen kan de gemeente Oegstgeest geen invloed uitoefenen. De heer Van den Ouweelen beaamt laatste. Budgetdiscipline is daar dan ook nauwelijks op toe te passen. De ophoging van het representatiebudget is een overschrijding waar budgetdiscipline wel op toe te passen is. De heer Janssen merkt op dat de grote posten (WWB, BBZ, premie pensioen) bij elkaar toch echt het merendeel vormen en niet te beïnvloeden zijn. De heer Van den Ouweelen stelt dat budgetdiscipline ook inhoudt dat er niet automatisch geld moet worden gevoteerd door de raad, maar dat er in eerste instantie een verantwoordelijkheid ligt bij het college om om te buigen. Wethouder Mackay stelt vast dat er na drie á vier jaar gesteggel een methode en aanpak is gevonden voor de voortgangsrapportages die tot complimenten leidt. Gerapporteerd wordt op hoofdlijnen en op afwijkingen, negatief en positief. Het begrotingssaldo van een kleine € 2 ton negatief, is de stand tot en met augustus. Inmiddels zijn er ook weer meevallers. Hij verwacht een positief saldo eind dit jaar. Een negatieve stand gedurende het jaar is wel vaker voorgekomen. Er moet wel op worden gelet dat het niet zo doorzet. In de vorige collegeperiode heeft hij als wethouder Financiën vooral gestuurd op het weerstandsvermogen. Dat is succesvol geweest. Had hij dat niet gedaan, dan was de gemeente nu failliet geweest. In deze collegeperiode stuurt hij op budgetdiscipline en op risicomanagement. De interne verordening voor budgetdiscipline is recent aangepast. De budgetten zijn de budgetten en er moeten echt heel goede argumenten zijn wil men boven het budget uit komen. De overschrijdingen zijn bijna allemaal incidenteel. Er zitten geen structurele tegenvallers bij. Hij erkent dat het niet handig is dat in de voortgangsrapportage op twee posten al een voorschot wordt genomen op de begroting voor het komend jaar. Dat zal voor komende voortgangsrapportages zijn aandacht hebben. A.s. donderdag in de begrotingsraad kan de raad een formeel besluit nemen over de twee posten waar het nu om gaat. Veel van de investeringen die voor 2011 staan gepland maar niet in dat jaar worden gehaald, worden wel uitgevoerd in het eerste kwartaal van het volgend jaar. Hij noemt als voorbeeld de brug. In de begroting voor komend jaar staat maar een heel beperkt aantal nieuwe investeringen. Daarmee is er ook beter op te koersen. De vraag over Het Dok is voor wethouder Van Oortmerssen. Hij verzoekt om een schorsing voor collegeberaad over de twee amendementen. De Voorzitter schorst de vergadering. (Schorsing 21.45 - 22.00 uur) Wethouder Mackay ontraadt amendement nr. 1 omdat dit strijdig is met de afspraak die op 2 december 2010 is gemaakt, dat de financiële gevolgen van een raadsbesluit in principe ten laste van het begrotingssaldo worden gebracht. Wanneer deze post een onvoldoende saldo heeft, worden de financiële consequenties incidenteel ten laste van
38
de algemene reserve gebracht. Het saldo van de post onvoorziene uitgaven is overigens ook onvoldoende. Het voorstel is conform de afgesproken systematiek. Ook amendement nr. 2 past niet in de afgesproken systematiek. Op pagina 31 staat behalve een tekort dat er binnen hetzelfde programma een overschot van € 3 ton te verwachten is. Wat in amendement nr. 2 wordt gevraagd, hoeft dan niet meer apart beslist te worden. Tweede termijn De heer Den Boer vindt dat het geen automatisme mag zijn dat kosten direct, zonder afweging, ten laste van de algemene reserve worden gebracht. Het gaat om een groot bedrag, bijna € 2 ton. Wethouder Mackay merkt bij interruptie op dat het tekort de stand was op het moment dat de rapportage werd opgemaakt. Straks is er een overschot en is het tekort van € 2 ton weer weggepoetst. De heer Den Boer ziet dit tekort met dit raadsbesluit al weggepoetst. Voordat hij zijn standpunt over het voorstel opmaakt, hoort hij graag nog een reactie op de vraag van LO over de € 8 ton die naar voren gehaald zou moeten worden voor Het Dok. De heer Van den Ouweelen veronderstelt dat het naar voren halen van dit bedrag niet nodig is, nu het besluit is genomen aan de slag te gaan met de bouw. Het gevoteerde bedrag staat nu open. Wethouder Mackay merkt op dat in de programbegroting 2012-2015 het bedrag voor Het Dok staat vanaf 2012, maar er moet nu worden begonnen. De heer Hessing complimenteert mevrouw Rosdorff met haar maidenspeech. Hij doet de suggestie een benchmark te houden over het onderwerp realisatie voorgenomen investeringen. Het amendement van het CDA leest als één grote aansporing om de begrotingsdiscipline ook echt inhoud te geven. Dat spreekt PrO zeer aan, maar er zijn twijfels over de weg die gekozen wordt. PrO wil niet tijdens de wedstrijd de regels wijzigen. PrO staat sympathiek tegenover de gedachte die in het amendement wordt uitgesproken en wil kijken hoe dit kan worden opgepakt, maar niet op dit moment bij deze voortgangsrapportage. Het besluit van amendement nr. 2 heeft niet zodanige toegevoegde waarde dat PrO dit amendement kan steunen. De heer Janssen hecht eraan om de afspraken over de systematiek van de voortgangsrapportage en de financiële zaken overeind te houden. De gedachte van het CDA om als zich gaandeweg het jaar tegenvallers voordoen dan ook bij te sturen in de financiën spreekt hem wel aan. In dit verband zou het een goede zaak zijn als er prognoses over het eindejaarresultaat zouden komen. De gedachte achter de beide amendementen is sympathiek. Omwille van het technische argument dat het niet wenselijk is om tijdens het lopende jaar de regels te veranderen, stemt de VVD toch tegen de amendementen.
39
Mevrouw Rosdorff begrijpt het technische argument van de wethouder. Er is € 3 ton over omdat er een meevaller is in de WMO budgettering. Sinds jaar en dag wordt voor de Wet werk en bijstand een risico van 25% opgenomen, terwijl dat al zeker drie jaar 100% is. Voor de komende programmabegroting zal LO met een vergelijkbaar amendement komen, om dat goed in kaart te brengen. Er moet realistisch begroot worden. Ze heeft nog geen antwoord gekregen op de vraag over het naar voren halen van € 8 ton voor Het Dok. In het eerste halfjaar is voor de brede school al € 941.730 uitgegeven (zie pagina 32). Daarbij opgeteld de € 8 ton die naar voren moet worden getrokken, wordt 40% van het investeringskrediet nu al uitgegeven. Wethouder Van Oortmerssen reageert dat een groot deel van de € 8 ton die naar voren wordt gehaald voor de voorbereiding is. O.a. zit daarin de planning van de werkzaamheden die straks verricht zullen moeten worden op de grond van Van Iterson. De heer Van den Ouweelen vraagt bij interruptie of dit betekent dat in de maanden november en december nog € 8 ton uitgegeven gaat worden voor de brede school. Wethouder Van Oortmerssen verduidelijkt dat het bedrag naar voren wordt gehaald om er gedeeltelijk geld van af te kunnen nemen. Wethouder Mackay vindt nogmaals dat budgetdiscipline belangrijk is. En tekorten moeten binnen de programma's worden opgevangen. Daar gaat hij op koersen. Hij zal de raad een overzicht geven welke investeringen in het komende kwartaal worden gehaald. Dan is het beeld een stuk gunstiger. Er zijn ook omstandigheden waar de gemeente niets aan kan doen. De heer Den Boer heeft al vaker gehoord dat er op budgetdiscipline gestuurd gaat worden. Wethouder Mackay merkt op dat de verordening is aangepast. De heer Den Boer merkt op dat dat nu eindelijk is gebeurd. Hij hoopt toch dat het niet nodig is een verordening vast te stellen om op een goede manier te kunnen werken. Begrijpt hij het goed dat er voor Het Dok nu al € 1,7 mln. uitgegeven gaat worden? Wethouder Van Oortmerssen zegt dat dat niet zo is. Ze zegt toe met een schriftelijke toelichting te komen. De Voorzitter brengt amendement nr. 1 in stemming. Hij stelt vast dat amendement nr. 1 is met 9 stemmen voor (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest, LO) en 10 stemmen tegen (VVD, PrO) wordt verworpen. Mevrouw Rosdorff deelt mee dat LO amendement nr. 2 intrekt. De Voorzitter brengt het besluit in stemming. 40
Hij stelt vast dat de raad met 10 stemmen voor (VVD, PrO) en 9 stemmen tegen (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest, LO) akkoord gaat met het besluit. 17. Water Actie Plan en overdracht polders Oudenhof. De Voorzitter deelt mee dat de heer De Ruijter heeft aangegeven niet deel te nemen aan de beraadslagingen en de besluitvorming. De heer Kruidhof complimenteert het college met de voortvarende realisering van een deel van het Water Actie Plan, o.a. door het aanleggen van de vijver. Het draagvlak voor de drainage in slechts drie straten is een beetje verwaterd, aangezien de effecten ervan beperkt zullen zijn. Drainage in het openbaar gebied zal de wateroverlast niet wegnemen. Beter is wellicht om het geld te besteden aan ondersteuning van particuliere initiatieven door middel van het waterloket. De fractie van PrO gaat in principe akkoord met de beslispunten 2 t/m 5. Gezamenlijk met VVD en CDA dient PrO een amendement in om beslispunt 1 te laten vervallen. Het vrijgekomen budget kan dan wellicht deels aangewend worden bij het initiëren en faciliteren van particuliere initiatieven, al dan niet in combinatie met gespecialiseerde marktpartijen. Hij vraagt welke situatie ontstaat en wat er moet gebeuren als de Verenigde Vergadering van Hoogheemraadschap Rijnland niet akkoord gaat met de 50/50 financiering van het wegwerken van het achterstallig onderhoud aan de polders Oudenhof. Amendement nr. 3, van PrO, VVD en CDA Alternatieve aanpak voor drainage in Water Actie Plan De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Constaterende dat het college in de adviesnota over het Water Actie Plan voorstelt om in slechts drie straten drainage aan te brengen; Overwegende dat: - Het bestaande Water Actie Plan uitgevoerd dient te worden; - De effectiviteit van de voorgestelde maatregel in deze straten beperkt is; - De effectiviteit van drainage op termijn afneemt; - De effectiviteit en de doelmatigheid van de voorgestelde maatregelen en daarmee van de middelen onvoldoende is; Besluit: Punt 1 uit het besluit te vervangen door: Vooralsnog geen drainage aan te leggen zoals wordt voorgesteld in het Water Actie Plan. Daarentegen eigenaren te ondersteunen om zelf adequate maatregelen te treffen door het instellen van een speciaal loket op basis van de volgende uitgangspunten: a. technisch/inhoudelijk ondersteunen van de eigenaren bij de effectieve aanpak op privaat terrein; b. het initiëren van voorbeelden van effectieve aanpak (o.a. vergroten buffercapaciteit) en hierbij actief gespecialiseerde marktpartijen te betrekken;
41
c. in te zetten op het grootst mogelijk effect (nastreven van zoveel mogelijk collectieve aanpak); d. het faciliteren van marktpartijen vermits dit het doel bevordert (middels brieven, website, e.d.); e. hiervoor een deel van de met de drainage gemoeide middelen aan te wenden (max. € 25.000); f de resterende gelden te labelen voor knelpunten in de uitvoering van de overige maatregelen van het Water Actie Plan. En gaat over tot de orde van de dag. De heer Teeuwen deelt mee dat de VVD in de commissie wat betreft het Water Actie Plan vragen had over de effecten van drainage en over de breedte van de sloten rondom het ASC-terrein. Ten aanzien van de drainage werd door het onderzoek, maar in de commissie ook door het Hoogheemraadschap bevestigd dat de effecten nihil zijn. Daarbij genomen dat een van de insprekers aangaf 'gelijke monniken, gelijke kappen' bracht de VVD tot het idee om de maatregel drainage te parkeren. Ten aanzien van de breedte van de sloten gaf het Hoogheemraadschap aan dat er een vergunning is voor de komende drie jaar voor deze breedte en dat het voldoende breed is. Binnen nu en drie jaar gaat het ASC terrein bebouwd worden. De sloten komen dan net wat anders te liggen. De VVD vindt het dan ook zonde om nu geld te stoppen in bredere sloten. De heer Vogel geeft aan dat LO over drainage een andere mening heeft dan de heer Teeuwen net verkondigde. Het is wel vaker zo dat bij ingewikkelde problemen deskundigen verschillende meningen hebben. LO heeft een amendement waarin gevraagd wordt in besluitpunt 1 te besluiten tot een pilot drainage op openbaar terrein waarbij ook particulieren, hoofdzakelijk voor eigen kosten, zich kunnen aansluiten op de gemeentelijke lozingspunten. Amendement nr. 4, van LO Pilot drainage De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen voorstel nr. 98/11; Gehoord de beraadslagingen op 1 november 2011; Overwegende dat: - Drainage een noodzakelijke maatregel is om de grondwateroverlast Prinsessenwijk/Oranjebuurt op te lossen; - Het huidige gemeentelijke drainagesysteem niet meer functioneert; - Door de werking van ongeveer 10 meter (bij een peil van -0.8) er een gunstig effect van drainage in openbaar terrein op de grondwateroverlast verwacht mag worden;
42
- Er naast gemeentelijke drainage ook particuliere drainage nodig is om de grondwateroverlast op te lossen; - Er nog onduidelijkheid is over de precieze effecten van gemeentelijke drainage; - Particulieren soms al forse investeringen hebben gedaan om wateroverlast te voorkomen; - Er bij de behandeling van het Water Actie Plan in 2009 door de gemeente toezeggingen zijn gedaan ten aanzien van gemeentelijke coördinatie van particuliere drainage en de financiering van de aansluitkosten van particulieren op gemeentelijke lozingspunten; - Er nog altijd geen invulling is gegeven aan spoor 3 van het Water Actie Plan ‘Stimuleringskader aanleg drainage door particuliere eigenaren'; Besluit: - Besluitpunt 1 in het voorstel te vervangen door: 1. € 80.000 uit het GRP 2010-2014 te reserveren voor een “Pilot drainage” en hiervoor in 2012 de volgende maatregelen uit te voeren: a. Ontwerp drainage Terweeweg, Julianalaan en het Emmaplein in combinatie met particuliere drainage; b. Bepalen aansluitkosten voor particulieren op gemeentelijke lozingspunten; c. Inventariseren particuliere belangstelling voor het ontwerp indien de gemeente zorgt voor een gezamenlijke aanbesteding, de helft van de aansluitkosten op gemeentelijke lozingspunten voor haar rekening neemt en de werkzaamheden coördineert; d. Aanleg drainage Terweeweg, Julianalaan en het Emmaplein en aansluiting particuliere drainage op de gemeentelijke lozingspunten; e. Bepalen effecten particuliere en gemeentelijke drainage en evalueren samenwerkingsproces; f. Voorstel aan de raad voor spoor 3 'Stimuleringskader aanleg drainage door particuliere eigenaren'; -
Besluitpunt 5 te vervangen door: “Alleen aansluitkosten van particuliere drainage op gemeentelijke lozingspunten in aanmerking te laten komen voor een gedeeltelijke subsidie door de gemeente”.
En gaat over tot de orde van de dag. Mevrouw Van Dijk heeft uit de toelichting in de commissie van mevrouw Elema van het Hoogheemraadschap opgemaakt dat de sloot belangrijk beter zijn werk zou doen als hij op volle breedte was. Dat is ook de reden dat het Hoogheemraadschap voor drie jaar gedoogt dat de sloot smal is; daarna moet hij breed worden. LO is van mening dat het beter is meteen een bredere sloot te maken. Dat geeft een optimale waterpassage en bespaart kosten. De uitspraak van de heer Teeuwen dat het ASC-terrein binnen nu en drie jaar bebouwd zal worden, vindt ze knap. Als dat toch het geval is, moet de sloot ook breder worden. Dan kan de sloot maar beter meteen op de volle breedte worden aangelegd. Samen met het CDA dient LO daarvoor een motie in.
43
Motie nr. 3, van LO en CDA Slootbreedte ASC terrein De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen hebbende: voorstel 98/11 Water Actie Plan en overdracht polders Oudenhof; Gehoord de beraadslagingen in de commissie Ruimte van 13 oktober 2011 waarin mevrouw Elema van het Hoogheemraadschap aangeeft dat een bredere sloot rond het ASC terrein een beter effect zal geven; Overwegende dat: - Een brede sloot rond het ASC terrein een gunstiger effect zal hebben op de waterhuishouding in het oude dorp; - Het Hoogheemraadschap een gedoog watervergunning zal afgeven, maar dat het de bedoeling is binnen drie jaar de sloot te verbreden; - Het in één keer aanleggen van een bredere sloot goedkoper zal zijn, dan nu een smalle sloot aan te leggen en deze later alsnog te verbreden; Verzoekt het college: - De sloot in één keer op volledige breedte aan te leggen om zo de effecten van de maatregelen in de polders Oudenhof ten volle tot hun recht te laten komen; - Er voor te zorgen dat hierbij geen vertraging in de voorbereidingen optreedt. En gaat over tot de orde van de dag De heer Braun dient een amendement in waarin hij behalve op de drainage en de watergang rondom het ASC-terrein ook ingaat op de rekening van € 6,5 ton waar de wethouder mee komt. De wethouder is de onderhandelingen in gegaan zonder dat hij dekking had voor de uitkomst. Er wordt nu geschoven met allerlei posten; posten worden naar voren gehaald; en met nog wat kaasschaven komt de wethouder aan het benodigde bedrag. De heer Braun vindt het vreemd dat de wethouder de raad vooraf niet heeft geinformeerd dat hij onderhandelingen in ging en daarvoor geld nodig had. Amendement nr. 5, van Transparant Oegstgeest Water Actie Plan en overdracht polders Oudenhof De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen hebbende: het Water Actie Plan en de overdracht polders Oudenhof; Gehoord de beraadslagingen; Overwegende dat: - De gedeeltelijk voorgestelde drainage weinig toevoegt aan de oplossing van het probleem; - Er geen financiële dekking is voor de 50/50 verdeling van kosten;
44
- Er teveel grijswater wordt geloosd om en nabij het Landje van Bremmer en wellicht ook op andere nog niet benoemde locaties; - Er onduidelijkheden zijn ten aanzien van de watergang rondom het ASC-terrein; Verzoekt het college ten aanzien van het besluit: 1. Punt 1 te schrappen; 2. Punt 2 te handhaven en te benoemen als 1; 3. Punt 3 te handhaven en te benoemen als 2; 4. Punt 4 te benoemen als 3 met de aangepaste tekst: - dat het programma van het afkoppelen onverminderd door gaat conform de aangenomen motie; - dat het tekort van de 50/50 deal (onder aftrek van besparingen) wordt bekostigd uit en een - extra - tariefverhoging ingaande 1 januari 2012 (wettelijk toegestaan om kostendekkend te zijn) en evenredig wordt verdeeld over de restant termijn van het huidige GRP; 5. Punt 5 te benoemen als 4; 6. Punt 5 toe te voegen met de tekst: Dat het college voor 1 juli 2012 een plan van actie maakt en aan de raad presenteert ter besluitvorming (incl. een dekkingspost) waaruit blijkt dat Oegstgeest geen grijs en/of ongezuiverd vuilwater loost, hoe ook genaamd, op oppervlaktewater. 7. Punt 6 toe te voegen als punt 5 met de tekst: Dat het college voor 1 maart 2012 uitleg geeft hoe de overeengekomen watercompensatie van het bebouwen van het ASC-terrein zich verhoudt in kosten en uitvoering tot de nog te ontwikkelen/te graven watergang rondom het ASC-terrein. En gaat over tot de orde van de dag. De heer Den Boer vindt van belang duidelijk te maken dat niet alle maatregelen in één keer genomen kunnen worden. Vooropgesteld dat het Water Actie Plan zoveel mogelijk uitgevoerd gaat worden, moeten eerst die maatregelen worden genomen die het meeste effect hebben op de korte en langere termijn. Drainage wordt daarvoor naar achteren geschoven, wat niet betekent dat er ook op termijn geen ruimte voor is. Dat het geld voor de drainage nu aangewend wordt ter dekking van de overdracht van de polders betekent wel dat nagedacht moet worden over hoe drainage zal worden bekostigd als die toch nodig blijkt te zijn als alle maatregelen die nu worden genomen onvoldoende effect hebben. Hij sluit zich aan bij de motivering die mevrouw Van Dijk gaf voor de motie die LO samen met het CDA heeft ingediend over de slootbreedte rondom het ASC-terrein. De overeenkomst voor de overdracht van de polders Oudenhof vindt het CDA een goede overeenkomst. Hij wil wel graag van de wethouder horen of de € 670.000 het absolute maximum is. Als de kosten toch hoger worden, heeft de wethouder zijn werk niet goed gedaan. Hij vraagt welke concrete acties de wethouder heeft ondernomen om te zorgen dat het voorstel door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap aangenomen wordt en wat hij daarvan verwacht. Hij sluit af met nogmaals op te merken dat het belangrijk is dat de gemeente zich realiseert dat ze er nog niet is. De gemeente moet zorgen voor een goede infrastructuur en dan gaat het over de riolering, afkoppelen en eventueel op termijn drainage. Het besluit 45
dat de raad vanavond gaat nemen, geeft dan ook niet de definitieve oplossing, maar is wel een stap vooruit. De heer Van den Ouweelen heeft in de commissie aangegeven dat hij het geen goed idee vindt om de aanleg van drainage te beperken tot juist de straten waar het relatief goedkoop kan, en dat met de vrijgevallen gelden dan de polder wordt overgedragen. Temeer daar er in het amendement staat dat er vooralsnog geen drainage wordt aangelegd, lijkt het hem verstandig de gelden te reserveren voor eventuele toekomstige drainage. Voor de overdracht van de polders zal dan een andere dekking gevonden moeten worden. Wethouder Mackay memoreert de uitgebreide commissiebehandeling van het Water Actie Plan en de overdracht van de polders. Hij heeft kunnen constateren dat de hoofdstructuur van de keten vanaf Bos van Wijckerslooth naar het ASC-terrein algemeen op waardering kan rekenen. Bij de hoofdstructuur gaat het o.a. om de overdracht van de polders, de vijzelgemalen, vergroting van de duikercapaciteit, verdubbeling van de rioolcapaciteit in de Spaargarenstraat, de vijver in het Hendrik Kraemerpark. Daar komt straks de verbreding van de duiker naar het Landje van Bremmer bij. De raad heeft twee jaar geleden aangegeven dat er overal drainage zou moeten komen, ook in de straten waar het college gelet op o.a. de kosten-batenanalyse hiermee nog even wilde wachten, zoals in de straten waar kabels en leidingen liggen. De rapporten van Oranjewoud geven aan dat drainage vergeleken met de hoofdstructuur het minst helpt. De praktijk zal nog wel moeten uitwijzen of de maatregelen van de hoofdstructuur het gewenste effect sorteren, zoals het college nu verwacht. Mede daarom blijft in het collegevoorstel de drainage vooralsnog beperkt tot de drie lanen waar het qua kosten-batenanalyse wellicht nog een beetje zou helpen. Hij constateert dat drie partijen vooralsnog helemaal willen afzien van drainage. LO wil een pilot. Hij laat het aan de raad over hoe wordt omgegaan met drainage. Hij wijst erop dat in het besluit over de te graven sloot staat dat het gaat om een nog te graven watergang rondom het ASC-terrein. Volgens die opdracht van de raad is hij aan het werk gegaan. De omgevingsvergunning is vanochtend verleend; de keurvergunning komt er aan. Als de sloten breder moeten, moet de hele procedure opnieuw. Hij moet dan ook opnieuw onderhandelingen starten met ASC. Er is geen noodzaak voor een heroverweging. Oranjewoud heeft geconcludeerd dat door de geplande werkzaamheden de grondwaterstand in het gebied rondom het ASC-terrein enkele decimeters zal dalen. De sloten zoals die nu zijn gepland, helpen dus. Als straks de koop- en ontwikkelingsovereenkomst tot uitvoering komt, ontvangt de gemeente een flinke bijdrage voor de kosten van het graven van de sloten. Ook financieel is er dus geen noodzaak. Zijn voornaamste bezwaar is dat een verandering twee jaar vertraging betekent. Als de raad bredere sloten had gewild, had dat eerder aangegeven moeten worden. Hij ontraadt het amendement ten stelligste. In het amendement van de heer Braun wordt de wereld toch een beetje op zijn kop gezet. Alles zal dan opnieuw moeten worden gedaan. De wethouder ontraadt het amendement. Het voorstel van het college blijft binnen de budgetten. Er wordt wat geschoven, maar in zijn totaliteit is het een financieel gezond voorstel. Gelet op wat vanochtend in de commissie van het Hoogheemraadschap is ingebracht verwacht hij dat de Verenigde Vergadering akkoord zal gaan.
46
De heer Den Boer heeft begrepen dat de commissie buitengewoon kritisch was. Waarschijnlijk gaat het niet zo gemakkelijk als de wethouder nu doet voorkomen. Wethouder Mackay wijst erop dat verschillende politieke partijen in de Verenigde Vergadering vertegenwoordigd zijn. Langs die weg kan ook invloed worden uitgeoefend. Hij is van mening dat ook het Hoogheemraadschap baat heeft bij dit plan. Hij heeft heel goed overleg gehad met hoogheemraad de heer Straathof. Aanvankelijk wilde het Hoogheemraadschap maar 25% bijdragen. Nu worden de polders schoon opgeleverd. Het is een goede deal. Hij vraagt geen extra budget. Het enige wat hij doet, is wat schuiven en het is allemaal financieel gezond. De Voorzitter schorst de vergadering voor beraad over de amendementen. (Schorsing 22.40 - 22.50 uur) Tweede termijn De heer Teeuwen memoreert dat mevrouw Elema tijdens de afgelopen commissievergadering aangaf dat het Hoogheemraadschap de conclusies in het rapport van Oranjewoud over drainage ondersteunt. Meerdere deskundigen zijn het dus eens over de effecten; de VVD volgt dan de deskundigen. Wat betreft de watergang gaf mevrouw Elema inderdaad aan dat die uiteindelijk breder zou moeten zijn. In dezelfde commissievergadering kwam de wethouder met het prima argument dat de sloten bij de bebouwing van het ASC-terrein waarschijnlijk weer verlegd gaan worden. Nu meerkosten maken om de sloten breder te maken, betekent dan ook geen besparing. De heer Den Boer deelt bij interruptie mee dat de motie over het verbreden van de sloten wordt ingetrokken. De heer Van den Ouweelen blijft erbij dat het verstandig is de gelden die er voor drainage liggen daarvoor gereserveerd te houden omdat het amendement spreekt over vooralsnog geen drainage aanleggen. Hij neemt ook aan dat dat de strekking is van het amendement. De heer Den Boer stelt inderdaad voor vooralsnog geen drainage aan te leggen. Per 2015 komt er weer een nieuw GRP. Wellicht dat het daarin terugkomt, en misschien daarvoor al. Hij houdt de wethouder aan het maximum van € 670.000 voor het op orde brengen van de polders. De Voorzitter gaat over tot stemming over de amendementen. Amendement nr. 3 wordt met 17 stemmen voor en 1 stem tegen (Transparant Oegstgeest) aangenomen. De heer Braun ziet in dit amendement wel een aantal aardige zaken staan, maar in meerderheid niet, dus stemt hij tegen.
47
Amendement nr. 4. De heer Kruidhof geeft aan dat PrO tegen dit amendement stemt omdat het nu te laat is om nog een pilot te gaan doen voor drainage. Daarbij gaf de wethouder aan dat de overige maatregelen zoveel effect zullen hebben dat drainage waarschijnlijk niet meer nodig is. Ook is PrO tegen deze bijzondere vorm van subsidie aan bepaalde particulieren. Dezen kunnen eventueel een beroep doen op bijzondere bijstand, mochten zij die nodig hebben om deze maatregelen uit te voeren. De fracties van VVD, Lokaal en het CDA zijn tegen het amendement. De heer Braun is ook tegen het amendement. Hij zou wel van de wethouder willen horen of voor deze kosten bijstand kan worden verleend. De fractie van LO is voor het amendement. Amendement nr. 4 is met 4 stemmen voor (LO) en 14 stemmen tegen verworpen. Amendement nr. 5. De heer Kruidhof vraagt of het Hoogheemraadschap vanaf vandaag ook verantwoordelijk wordt voor het grijze water rond het Landje van Bremmer. Wethouder Mackay antwoordt dat het Hoogheemraadschap daarvoor nu al verantwoordelijk is. De heer Kruidhof ziet daarin een extra reden om tegen het amendement te zijn. PrO staat wel positief tegenover punt 7. Wellicht kan het college de gevraagde uitleg geven bij de behandeling van eventuele bouwplannen op het ASC terrein. De fracties van VVD, Lokaal, CDA en LO zijn tegen het amendement. Transparant Oegstgeest is voor het amendement. Amendement nr. 5 is met 1 stem voor (Transparant Oegstgeest) en 17 stemmen tegen verworpen. De Voorzitter brengt het besluit in stemming. Het besluit wordt met unanieme stemmen aangenomen. De Voorzitter stelt voor nu eerst agendapunt 22 te behandelen, het interpellatieverzoek. Hij vraagt de raad ook ermee akkoord te gaan dat de vergadering na 23.00 uur nog doorgaat, maar uiterlijk tot 24.00 uur. Hij gaat ervan uit dat in dat tijdsbestek de resterende agendapunten kunnen worden behandeld. De raad gaat met beide voorstellen akkoord. 22. Interpellatieverzoek van raadslid de heer Van den Ouweelen De heer Van den Ouweelen geeft een toelichting op zijn interpellatievragen. In de commissievergadering van 13 oktober is indringend gesproken over de grote overschrijdingen op de post inhuur van derden. Het is een hardnekkig probleem; de raad wordt al jaren geconfronteerd met forse budgetoverschrijdingen en ook nu ligt er voor 48
de maand december een kredietaanvraag om de overschrijdingen teniet te doen, maar zonder het eerder toegezegde beleid om grip op de situatie te krijgen. Niet alleen binnen de raad leeft het gevoel onvoldoende grip op de situatie te hebben, ook ontstaat het beeld dat het college zelf niet in staat is paal en perk te stellen aan de externe inhuur. De vraag is wie binnen het college hiervoor verantwoordelijk is. De heer Van den Ouweelen beschouwt het als een verantwoordelijkheid van de wethouder van Financiën. Die had vroegtijdig, waarschijnlijk al in februari, moeten constateren dat dit budget uitgeput is en daar de wethouder van Personeel en Organisatie op moeten aanspreken. Het financieel beheer moet op orde zijn. De wethouder van Personeel en Organisatie is eveneens verantwoordelijk, want zij is verantwoordelijk voor dit budget. Deze budgetoverschrijdingen zijn deze wethouder dan ook sterk aan te rekenen. Zij moet dit budget in de gaten houden en scherp toezien op de inhuur. Dat er wettelijke taken zijn, dat er zoveel op de gemeente af komt, dat de gemeente in veel gevallen juridisch gehouden is om tot actie over te gaan, of financieel aansprakelijk kan worden gesteld, dat het gaat om handhaving of toezicht, of dat wordt betoogd dat het onvermijdelijke kosten zijn, het zijn krassen op de plaat, zeker als het college achteraf bij de raad om geld komt aankloppen. Is het een gebrek aan sturing, een gebrek aan een gevoel van urgentie, of is het zo eigenlijk wel makkelijk zo lang de raad niet protesteert en gelden bij past? Het probleem blijkt in ieder geval binnen het college niet de urgentie te hebben gekregen die het binnen de raad wel degelijk heeft. Daarnaast is op dit moment niet duidelijk hoe ernstig de situatie eigenlijk is. Is deze overschrijding van het budget met € 1 mln. misschien slechts het topje van de ijsberg? Zit er nog externe inhuur binnen projectbudgetten en wordt die ten laste van de exploitatie gebracht zoals bij Hofwijck, Poelgeest, Nieuw-Rhijngeest of het project Toekomstvisie? Hij hoort van de wethouder dan ook graag hoeveel inhuur er is voor de eigen organisatie, voor lopende projecten en welke projecten het dan betreft. Er wordt tot nu toe geen volledige openheid gegeven aan de raad zodat de raad zijn kaderstellende en controlerende functies op dit moment onvoldoende gestalte kan geven. Er verschijnt een vertrouwelijk en later toch openbaar lijstje met de inhuur in de staande organisatie, maar niet duidelijk wordt welke sleutelfuncties door externen worden vervuld. Als sleutelfuncties binnen de organisatie kan gedacht worden aan de onlangs vervulde vacature van gemeentesecretaris, de concerncontroller, een hoofd beleids- en bestuursondersteuning, een medewerker administratieve organisatie en interne controle, en een afdelingshoofd financieel-economische zaken. Van groter financieel belang is de externe inhuur binnen projecten. De sleutelfuncties die daar vervuld worden door externen, zijn doorgaans zeer kostbaar. Voor het gemiddelde raadslid is niet goed na te gaan hoe het met de externe inhuur binnen projecten is gesteld. De afzonderlijke project- en exploitatieplannen moeten daarvoor worden onderzocht. Het kan dan gaan om projectleiders, planeconomen, projectmedewerkers, onderhandelaars, inhoudelijk specialisten. Hij heeft de wethouder verzocht om een overzicht van deze inhuur in de lopende projecten incl. uurtarief. Het onderwerp 'inhuur derden' heeft inmiddels een lange voorgeschiedenis. Onder meer mevrouw Kroon heeft er vragen over gesteld en op 31 maart 2011 is er raadsbreed een motie aangenomen als gevolg van de overschrijdingen in het jaar 2010. De programbegroting van 2012 laat zien dat er nog niets is veranderd. De wethouder heeft aangegeven dat de zaak op zijn Rotterdams gezegd een beetje uit de klauwen is gelopen 49
en dat het een beetje wildwest taferelen zijn geweest. Bij de begrotingsbehandeling van 2012 wordt het budget dat in 2010 en 2011 op een bedrag van € 80.000 stond zonder blikken of blozen verviervoudigd naar € 320.000, zonder dat er raming onder ligt. De wethouder heeft toegezegd bij de eerste voortgangsrapportage 2011 een plan te presenteren. In die voortgangsrapportage werd beloofd dat het plan in het tweede trimester zou komen. Nu wordt gesproken over hopelijk voor 1 februari. De toezeggingen zijn steeds boterzacht en er is sprake van elastieken deadlines. De kosten zijn intussen onverminderd hoog. Doel van het plan is het terugdringen van de inhuur van derden. De eigen organisatie moet in staat zijn belangrijke taken zelf efficiënt uit te voeren. Dat lijkt op dit moment niet het geval. De motie die in maart j.l. is aangenomen verwoordt onder meer het vermijden van externen op sleutelposities en terugdringen van ziekteverzuim. Het beeld dat nu ontstaat, is dat er met de kraan open wordt gedweild; het water wordt al jaren naar voren weg gebezemd. De Adviesnota lezend moet hij constateren dat er vooralsnog niets gebeurt; er is een procedure geschréven. De Voorzitter licht toe dat volgens het Reglement van orde de gang van zaken is dat het college nu gaat reageren. Daarna krijgt de heer Van den Ouweelen wederom het woord en indien gewenst kunnen de overige raadsleden ook reageren. Wethouder Van Oortmerssen memoreert dat zij in de commissievergadering van afgelopen maand toegezegd heeft dat zij vóór 1 februari 2012 zal komen met een nota die meer expliciet zal zijn dan de nota die er in de commissie lag. De termijn van 1 februari heeft ze genomen omdat het college in de komende periode zeer strikt wil omgaan met inhuur derden en zij het plan van aanpak ook met de nieuwe gemeentesecretaris wil bespreken. Bijzondere omstandigheden daargelaten hoopt zij voor 1 februari op de materie terug te komen. Ze zegt toe de uiterste inspanning te leveren om dat te realiseren. De eerste zorg die ze met de gemeentesecretaris heeft gedeeld, betrof inhuur derden en hoe daarmee om te gaan. Ten aanzien van de motie. In de eerste voortgangsrapportage is aangegeven dat de raad in het tweede trimester van 2011 zou worden geïnformeerd over de kosten inhuur derden. Voorts werd aangegeven dat bij het opstellen van de begroting rekening zou worden gehouden met de kosten inhuur derden. Het voorstel dat in juni naar de raad kwam, vond de raad niet voldoende. In het sociaal jaarverslag dat ter kennisgeving naar de raad gaat, staan cijfers over het ziekteverzuim in de afgelopen jaren. Ze heeft niettemin toegezegd ook dat punt in de uitgebreidere notitie mee te nemen. De transitiekosten Servicepunt71 zijn nog steeds conform het bedrijfsplan en lopen op schema. Daar zitten geen afwijkingen in. De discussie over het budget inhuur derden heeft inderdaad een langere historie. Nu en dan heeft ze ook het gevoel dat ze toen ze portefeuillehouder werd te maken kreeg met lijken uit de kast. In de voorgaande jaren is er een beperkt budget voor inhuur geraamd, van rond de € 80.000. Dat budget werd inderdaad ook in voorgaande perioden overschreden. Dat kan het gevoel geven van dweilen met de kraan open. Zij ziet het meer als een niet realistisch durven erkennen dat de toenemende druk op de organisatie meer menskracht vraagt. Dat met veranderen. In de eerste voortgangsrapportage heeft het college gezegd voor de begroting 2012 met een meer realistische raming voor inhuur derden te komen. Die realistische raming moet ervoor zorgen dat er niet achteraf weer grote overschrijdingen komen. De raming 50
die nu onder de post externe inhuur van de begroting 2012 zit, is zeer realistisch. Niet alleen in de zin van dat dit het maximumbedrag moet zijn, maar ook realistisch gelet op de werkzaamheden die verricht moeten worden. Ze wijst erop dat het jaar 2011 een zware druk legde op de organisatie. In het raadsvoorstel staat een aantal maatregelen die doorgevoerd zijn om de inhuur te beperken. Ze noemt het invoeren van zogenaamde nuluren contracten en het aangaan van tijdelijke arbeidscontracten. Daardoor vindt op dit moment al een aanzienlijke kostenreductie plaats. Door vacaturegelden, vermindering van exploitatiebudgetten en de bijdrage van het Servicepunt71, met een totaal van € 7.000, resteerde een bedrag van € 4.000 extra voor inhuur derden waarvoor zij naar de raad moest. Een belangrijk deel van de overschrijding is veroorzaakt door de tijdelijke inhuur van het Hoofd Beleids- en Bestuursondersteuning. In het kader van de vermindering van het aantal diensthoofden gekoppeld aan de overgang van de administratie naar Servicepunt71 is gemeend deze positie die voor de duur van een half jaar open stond, op tijdelijke basis in te vullen en daarvoor extern in te huren. De portefeuillehouder Financiën gaf ook duidelijk aan dat hij er grote behoefte aan had dat deze functie bezet bleef. Als de financiële cyclus niet goed loopt en de financiële stukken niet op orde zijn, heeft de gemeente een probleem. In het college is daarover gesproken. Daarnaast is de afdeling VROM een grote afnemer geweest van inhuur derden. Deze afdeling bleek te kampen met een grote achterstand op het gebied van een aantal wettelijke taken, en met name de handhaving en het toezicht. Daarnaast vielen er grote hiaten door langdurig zieken. In het licht van het verbeterplan dat voor de afdeling opgesteld is, is daar langdurig over gesproken. Het college heeft de verantwoordelijkheid genomen om ook daarvoor in te huren om achterstanden niet verder te laten oplopen. Het personeel heeft ook veel tijd moeten steken in de WABO. Daarnaast gaven de aanvullende eisen vanuit de raad als gevolg van de coalitiebesprekingen extra werk. Ze noemt als voorbeeld de wens om tot een nota gemeentelijke huisvesting te komen. De gang van zaken die tot een zekere berg van achterstanden heeft geleid, is in de personele sfeer niet onopgemerkt voorbij gegaan. Op dit moment wordt gesproken over het vertrek van een diensthoofd dat bij de afdeling VROM werkzaam was. Wat betreft inhuur derden binnen projecten noemt ze de inhuur voor het project Nieuw-Rhijngeest en voor het project Toekomstvisie. De kosten inhuur derden bij Nieuw-Rhijngeest komen ten laste van de grondexploitatie. Voor het traject Toekomstvisie heeft de raad een extra budget beschikbaar gesteld. Vanuit 2010 is daarvoor een bedrag van € 20.000 doorgeschoven naar 2011. Dat zit dus niet in de € 1,1 mln. De inhuur derden voor projecten betreft specifieke terreinen. De precieze bedragen die daarmee gemoeid zijn, kunnen de komende dagen opgehoest worden. In de begroting 2011 is voor vacaturegelden een bedrag geraamd van € 67.000. De zogenaamde vacatureruimte bedraagt tot nu toe ongeveer € 2 ton. Uit deze ruimte wordt ook geput als er extern ingehuurd moet worden. Een deel van de vacaturegelden wordt ingezet om een aanvulling te doen op de € 1,1 mln. In de bijlage bij het stuk van de commissie staat een specificatie per afdeling. Die specificatie geeft inzicht in de functies, de duur van het contract, het tarief, et cetera. Ingaand op de interpellatievragen die de heer Van den Ouweelen schriftelijk heeft gesteld, geeft zij aan dat de inkomsten voor medewerkers die aan Servicepunt71 zijn uitgeleend en UWV gelden voor zwangerschapsverlof geoormerkt zijn en worden aangewend voor vervanging op de betrokken functies. 51
De overschrijding wordt o.a. gedekt met resturen. Van resturen is bijvoorbeeld sprake als een functie die vastgesteld is op 36 uur per week in de praktijk wordt vervuld door een medewerker die 34 uur per week werkt. De resturen worden opgeteld. Binnen een afdeling kan met deze resturen creatief worden omgegaan. Bijvoorbeeld wordt een inhuur bij BBO afgeschreven op de bijdrage regionale brandweer en wordt bij VROM ingehuurd op het budget ontwikkeling ruimtelijk beleid. Er is op dit moment een nieuwe denkwijze ingezet in het DMT. Naar aanleiding van de krantenberichten waar zij geciteerd werd dat het wel een beetje wildwest lijkt, zijn er binnen het DMT grote discussies gevoerd. Ze heeft met het DMT gedeeld dat zij altijd voor het personeel zal staan, maar dat zij het in deze kwestie inderdaad wel een beetje wildwest vond geworden. Ze heeft sterk de behoefte hier buitengewoon streng bovenop te zitten. Ze is ervan overtuigd dat ze de gemeentesecretaris daarin de komende periode aan haar zijde vindt. Ze recapituleert dat de inhuur derden voor een groot gedeelte (44%) is opgegaan aan de afdeling VROM (€ 494.000), de afdeling bedrijfsvoering en de financiële administratie (45%, € 512.000); € 20.000 aan onderwijsprojecten; en overige € 109.000. Als de grote clusters financiën en VROM weggewerkt kunnen worden, resteert een veel realistischer plaatje. De heer Van den Ouweelen hoort de wethouder zeggen dat er in het verleden niet volledig realistisch geraamd is, met name omdat onderschat is hoeveel menskracht er binnen de interne organisatie nodig was. Het budget wordt nu verruimd; dan is belangrijk dat er een concrete raming onder ligt. Hij vraagt zich af hoe realistisch het is dat volgend jaar wordt uitgegaan van een budget van € 320.000, waar een budget van € 80.000, dat wellicht te laag was, met € 1 mln. werd overschreden. Hij heeft gevraagd om een overzicht van de projecten waarop extern wordt ingehuurd. De wethouder geeft aan dat deze informatie in de komende dagen opgehoest kan worden. Hij wijst erop dat een art. 37B procedure een termijn van 48 uur geeft om de gestelde vragen te beantwoorden. In dit geval is er nog een weekend bij gekomen. Dat hij nu moet horen dat er komende dagen iets opgehoest gaat worden, vindt hij dan ook volstrekt onvoldoende. Vooralsnog is niet duidelijk voor welke functies in die projecten wordt ingehuurd. Wethouder Van Oortmerssen kan als voorbeeld noemen de inhuur van de heer Martens voor twee uur per week voor de begeleiding van het project Hofwijck. Het is een beperkt lijstje. De heer Van den Ouweelen heeft gevraagd om een uitputtend overzicht van de projecten waarop ingehuurd wordt. Een voorbeeld volstaat dan niet. Wat betreft de opmerking dat men niet realistisch heeft durven erkennen hoeveel menskracht er nodig is, is zijn opvatting dat vacatures vervuld moeten worden en dat de eigen organisatie sterk en vitaal moet worden gehouden. Er is iets aan de hand als de vacaturegelden ingezet kunnen worden voor de inhuur van derden. De eigen organisatie verliest dan aan kracht. Dat komt de vitaliteit van de organisatie niet ten goede. De Voorzitter geeft de overige raadsleden de gelegenheid te reageren. Voor de goede orde wijst hij erop dat de wethouder conform het Reglement van orde geen reactie meer zal geven op de opmerkingen. 52
Mevrouw Kroon zegt dat de VVD de zorg van de heer Van den Ouweelen en ook van de wethouder zelf over externe inhuur deelt. Die zorg was ook de reden om de motie in te dienen. In de motie wordt gevraagd om een plan van aanpak. Ze zit dus niet te wachten op zo maar een notitie, maar op een plan van aanpak met een analyse van hoe het zo ver heeft kunnen komen - en dan niet alleen per afdeling, er valt veel meer over te zeggen en met oplossingen over de volle breedte hoe dit in de toekomst wordt voorkomen en hoe er sprake zal zijn van beheersing van de kosten, zowel de kosten van de externe inhuur in de afdelingen, maar ook de programmakosten. Ook de heer Hessing dringt aan op een solide plan van aanpak om de inhuur derden structureel en substantieel terug te dringen. Hij is in afwachting hiervan, maar heeft wel liever een goede notitie in april dan een onvoldragen notitie in februari. Op basis van het plan van aanpak kan de discussie verder gaan. De discussie van vandaag vindt hij wat prematuur, hoewel hij de zorgen van de heer Van den Ouweelen absoluut deelt. De heer Van Blitterswijk merkt op dat het CDA in de commissie heeft aangegeven dat een analyse en een plan van aanpak van het probleem externe inhuur ontbrak in het stuk van de wethouder. De wethouder heeft nu toegezegd dat het plan van aanpak er op 1 februari is. Hij hoopt dat ze niet al te veel terugkrabbelt. Het is belangrijk dat het plan van aanpak zo spoedig mogelijk komt; de raad wacht er al een tijdje op. Het is uit de klauwen gelopen, en het is 'eens, maar nooit weer', zoals de wethouder zegt. De raad heeft het plan van aanpak nodig om te kunnen beoordelen of die belofte realistisch is en nagekomen kan worden. Het CDA heeft zorgen over het personeelsbeleid. Er is sprake van veel verloop en hij heeft gehoord dat nieuwe medewerkers zich grotendeels zelf moeten inwerken. Gecombineerd met de forse externe inhuur, en met name het betrekken van de vacaturegelden daarbij, ligt hier echt een probleem dat vraagt om daadkracht, sturing en analyse. Hij hoopt dat de wethouder daar zo spoedig mogelijk mee kan komen. In reactie op haar opmerking over 'lijken uit de kast' vraagt hij of de wethouder daarmee de vorige portefeuillehouder, de burgemeester, verwijt dat ze op dit terrein heeft gefaald. Hoe is dat te rijmen met collegiaal bestuur op dit gebied? De Voorzitter wijst op zijn opmerking voordat hij de raadsleden het woord gaf. Die betekende ook dat de wethouder geen vragen kunnen worden gesteld. De heer Braun sluit aan bij de opmerking over 'lijken uit de kast'. Er kan dus worden geconstateerd dat de burgemeester in de periode hiervoor qua personeelsbeleid een wanbeleid heeft gevoerd. Wethouder Van Oortmerssen merkt bij interruptie op dat deze conclusie niet aan haar woorden kan worden verbonden. Zij verwees duidelijk naar de situatie bij de afdeling VROM. De heer Braun meent dat er qua personeelsbeleid een totaal lijk uit de kast gevallen is en niet een lijk in stukjes. In die zin is er ook wanbeleid gevoerd. In de vorige vergadering mocht hij niet spreken van achterstallig onderhoud. Qua personeelsbeleid bevindt de gemeente zich nu op slopershoogte. De wethouder legt iedere keer de schuld bij de ambtenaren en neemt in het geheel geen eigen verantwoordelijkheid. 53
De heer Vogel deelt de zorgen van de collega-raadsleden. Hij ziet graag dat de tien aanbevelingen die voortgekomen zijn uit het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek uit 2009 over het onderwerp externe inhuur meegenomen worden in het plan van aanpak. Al eerder heeft hij gezegd dat analyseren van de post inhuur derden de beste manier is om een organisatie te leren kennen. Hij beveelt dit de gemeentesecretaris aan en wenst hem daar veel succes bij. De heer Van den Ouweelen wil een motie indienen. De beantwoording van de vragen over de externe inhuur op projecten schiet tekort. Ook vindt hij de ramingen en de onderbouwingen tekortschieten. Motie nr. 4, van Lokaal Informatieverstrekking omtrent inhuur derden De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Overwegende dat: - De inhuur van derden structureel wordt gekenmerkt door overschrijdingen; - Voor de beoogde beheersbaarheid en gefaseerde afbouw van de inhuur van derden adequate informatieverstrekking door de verantwoordelijk wethouder van groot belang is; - Deze informatievoorziening tot op heden zeer te wensen overlaat; Spreekt zijn teleurstelling uit over het uitblijven van een adequate informatievoorziening rondom het onderwerp inhuur van derden. En gaat over tot de orde van de dag. De Voorzitter stelt voor dat de motie aan het einde van de vergadering in stemming wordt gebracht. Daarvoor zal nog worden geschorst. 18. Vaststellen Milieubeleidsplan 2011-2014, Duurzaamheidsagenda en Meerjarenuitvoeringsprogramma Milieu "Samenwerken en verbinden". De heer Kruidhof spreekt van een duidelijke nota waarin naast de uitvoering van reguliere en milieutaken ook heldere ambities worden verwoord op het gebied van energiebesparing, beperking van CO2-uitstoot, levensloopbestendig bouwen, millenniumdoelen, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het versterken van biodiversiteit. PrO wil het college van harte ondersteunen bij het uitvoeren van dit beleidsplan en de verdere concretisering van de doelen in het aangekondigde meerjarenprogramma duurzaamheid. Het bevreemdt wel dat er in de programmabegroting 2012 geen middelen beschikbaar worden gesteld voor specifieke activiteiten op het gebied van duurzaamheid. PrO zal in de begrotingsraad een motie indienen om te waarborgen dat de duurzaamheidsambities in Oegstgeest in de komende tijd niet in gevaar komen. PrO stemt in met het milieubeleidsplan annex duurzaamheidsagenda.
54
De heer Dekker houdt ook na het antwoord van de wethouder in de commissie de vraag of er een milieubeleidsplan wordt vastgesteld of een duurzaamheidsbeleidsplan. Na nadere bestudering denkt hij toch dat het een duurzaamheidsbeleidsplan is. Wethouder De Ridder verheldert dat het gaat om het meerjarenmilieubeleidsplan dat duurzaamheid als streven in zich heeft. De raad krijgt binnenkort een startnotitie voor het duurzaamheidsbeleid. De Voorzitter brengt het voorgestelde besluit in stemming. Hij stelt vast dat de raad met unanieme stemmen akkoord gaat met het voorgestelde besluit. 19. Woonbeleid gemeente Oegstgeest 2012-2020. De heer Den Boer heeft om raadsbespreking gevraagd omdat de nota woonbeleid naast het milieubeleidsplan een van de eerste nota's is die na de vaststelling van de toekomstvisie besproken wordt. In de toekomstvisie komt tot uitdrukking wat voor dorp Oegstgeest straks wil zijn. Hij vraagt met name aandacht voor de realisatie van woningen in de goedkope sector, tot € 240.000. In deze tijd van economische crisis en vanwege de scherpere regels voor hypotheekverstrekking is zelfs die categorie woningen al heel lastig te bereiken voor starters en jonge gezinnen. Hij wijst erop dat er in NieuwRhijngeest nog veel huizen gebouwd gaan worden. Aan de andere kant beseft hij dat daar bouwen in een goedkoop segment wellicht betekent dat de gemeente nog verder op de opbrengsten moet inleveren. Het CDA verwacht dat de wethouder haar best doet om waar te maken wat zij als ambitie uitspreekt, namelijk de beschikbaarheid van deze categorie woningen (huur en koop) zo groot mogelijk te houden, door de verschillende mogelijkheden aan te wenden en samen te werken met woningstichting Buitenlust en andere woningcorporaties. De heer Braun dient een motie in. In deze motie geeft hij de wethouder een kompas mee voor de verdere uitwerking van het woonbeleid. Motie nr. 5, van Transparant Oegstgeest Woonbeleid/visie 2012-2020 Oegstgeest De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Gelezen hebbende Woonbeleid gemeente Oegstgeest 2012-2020; Gehoord de beraadslagingen; Overwegende dat: - Er in Oegstgeest veel behoefte is aan woonruimte voor jongeren en starters in koop als huur; - Er veel potentie in Oegstgeest aanwezig is; - Oegstgeest in navolging van de vastgestelde nota met spoed een uitvoerend masterplan moet maken van potentiële locaties met kansen (gemeentelijk en privaat bezit): PTT/Tromplaan, Politiebureau, Brandweerkazerne + naastgelegen woningen, MEOB-terrein, Frans Halslaan, De Kempenaerstraat, Zoutkeetlaan, Almon55
deweg, en ook een combinatie van wonen in relatie tot de functie van Hofwijck, scholen en Van den Ameelelocatie; 1. Daaruit als pilot drie sterlocaties worden benoemd voor nader onderzoek tot ontwikkeling: Frans Halslaan, incl. de voormalige en naastgelegen/tijdelijk verhuurde dienstwoning; 2. extra aan te kopen MEOB grond in een uitvoering van een geluidsschild gelijk als in Nieuw-Rhijngeest nu wordt gebouwd (zie ook het 3 gatenbrugproject in Leider-dorp); 3. De Kempenaerstraat: stimuleren van wonen boven winkels waarvan de bovenverdiepingen leeg staan; Verzoekt het college: - In overleg te treden met partijen en belanghebbenden om het voorgestelde masterplan vorm te geven in beleid en in uitvoering (o.a. planologisch, exploitatie, subsidies, grondbeleid en voorlichting); - De drie sterlocaties (door hun verscheidenheid) als pilot te benoemen en te starten; - Eveneens ontwikkelaars te interesseren om reeds gebouwde maar nog niet verkochte woningen - tijdelijk- te verhuren aan de voornoemde doelgroepen; - Eventuele andere opties te onderzoeken en voor te stellen; - De kosten te bekostigen uit de reserve sociale woningbouw; - Uiterlijk 1 september 2012 het - afgewogen - masterplan te presenteren voor besluitvorming en uitvoering; - Voorafgaand aan 1 september 2012 medio april 2012 een voortgangsrapportage op te stellen en aan te bieden aan de raad. En gaat over tot de orde van de dag. De heer De Ruijter geeft aan dat LO van belang vindt dat aan de vraag van 800 tot 1000 woningen voor autonome groei wordt voldaan, er voldoende woningen zijn voor kwetsbare groepen, de afspraken van 30% sociale woningbouw dan ook worden nagekomen, en het beleid ten aanzien van startersleningen wordt voortgezet. Er moet ook zo snel mogelijk een oplossing voor Hofwijck komen. Deze doelstellingen staan echter onder druk, met name door de trage voortgang en de financiële tegenvallers in NieuwRhijngeest. De visie kiest voor een focus op beheer en herstructurering. Voor LO is die focus nog niet aan de orde. De focus moet zijn dat de nieuwbouw in Nieuw-Rhijngeest zo snel mogelijk en zonder extra tegenvallers wordt afgerond. Op die manier kunnen de belangrijkste ambities van het woonbeleid in stand worden gehouden. Focussen op beheer en herstructurering kan mogelijk zelfs belemmerend werken voor Nieuw-Rhijngeest. Daarnaast moet de focus gericht zijn op het ambtelijk en bestuurlijk goed onderhouden van de relaties met de sleutelpartijen, die de markt kennen en mogelijkheden hebben om de ambities van de gemeente mede te realiseren. In die zin was het voor LO een verontrustend signaal dat de heer Banga van woningstichting Buitenlust zich genoodzaakt voelde om in te spreken om zaken in de Woonvisie aangepast te krijgen. Terecht staat in de Adviesnota dat de Woonvisie realistisch moet zijn. LO ziet een Woonvisie die zeer ambitieus is. Dit wekt verwachtingen, terwijl de gemeente maar een beperkt aantal instrumenten heeft om de ambities waar te maken. Bedrijfsleven en wo56
ningstichtingen moeten uiteindelijk de ambities in de praktijk brengen, zeker in deze economisch zware tijden. De vraag is ook hoe realistisch het is zich maar liefst 24 soorten activiteiten voor te nemen. Hoeveel ambtelijke capaciteit is globaal met de uitvoering van de visie gemoeid? Voor welke activiteiten wordt aan externe inhuur gedacht? Het financiële kader ontbreekt volledig en de wethouder toonde zich in de commissie niet bereid hierover nadere informatie te geven. LO is voor een realistische visie gekoppeld aan een concreet uitvoeringsprogramma gericht op het instandhouden van de huidige doelstellingen van het woonbeleid. Door de focus op onderhoud en beheer, het ontbreken van een financieel kader en de vele ambities en activiteiten twijfelt LO sterk of de Woonvisie realistisch is. LO kan daarom niet akkoord gaan met het gevraagde besluit om de Woonvisie 20122020 vast te stellen. Hij hoopt dat het uitvoeringsprogramma duidelijk maakt dat de gemeente Oegstgeest wel een realistische woonvisie heeft. De heer Reiding vindt het juist heel goed dat de Woonvisie focust op beheer. NieuwRhijngeest is heel belangrijk, maar de visie gaat verder dan alleen Nieuw-Rhijngeest. En als Nieuw-Rhijngeest af is, is Oegstgeest ook af. Daar moet nu op worden voorgesorteerd, ook al omdat het dan nog lastiger wordt om de dingen te realiseren die het CDA aan haalt. Daarom ook hebben CDA en PrO het voortouw genomen om te komen tot een stimuleringsregeling om jongeren op de woningmarkt meer mogelijkheden te geven. Zij vragen de andere partijen om daarin mee te doen. Wethouder Tönjann memoreert dat de Woonvisie in de commissievergadering over het algemeen heel positief werd ontvangen. Flexibiliteit is een van de kernwoorden. De Woonvisie geeft een kader. De volgende stap is trechteren naar een uitvoeringsparagraaf. De uitvoeringsparagraaf moet dynamisch zijn. De heer Banga heeft weliswaar ingesproken, maar hij heeft ook aangegeven dat hij zeer tevreden was over de nota. De gemeente heeft uitvoerig overleg gehad met de stakeholders. Het feit dat er weinig reactie was, betekent in haar ogen dat dezen zeer content waren met deze Woonvisie. Ze betreurt dat LO de Woonvisie niet wil ondersteunen. Ze heeft het liefst dat de raad een plan dat uit haar portefeuille komt, unaniem aanneemt. Ze vindt vervelend dat LO suggereert dat ze niet weet hoe ze met geld moet omgaan als het gaat om de uitvoering van de Woonvisie. Er werd haar gevraagd of ze geld had voor de uitvoering. Ze heeft de reserve sociale woningbouw. Als LO vindt dat er goede ideeën in dit plan zitten, is de aangewezen weg dat er in de komende begrotingsraad een amendement wordt ingediend dat ertoe strekt dat zij in de gelege nheid wordt gesteld de ambities ook te kunnen uitvoeren. Ze probeert alle beschikbare inventiviteit aan te wenden om de ambities binnen haar budgetten waar te maken. Tot nu toe is er voor de uitvoering van de Woonvisie nog nooit een apart budget geweest. In reactie op de motie van de heer Braun merkt ze op dat de gemeente wat betreft de gronden die niet in haar eigendom zijn vrijwel alleen kan sturen op het nakomen van de afspraak dat 30% sociaal wordt gebouwd. In december krijgt de raad daarover cijfers. Vanaf 2005 tot op heden is er in de gemeente Oegstgeest 34% sociaal gebouwd. Ze ziet het grote probleem voor starters en jonge mensen. Ze heeft goede gesprekken gehad met een PrO-fractielid en de heer Van Blitterswijk over de verordening. Die komt in december. Ze betreurt dat bijna geen raadslid aanwezig was bij de presentatie van de
57
cijfers van het woningbehoefteonderzoek. Er is in Oegstgeest ook veel behoefte aan grondgebonden woningen voor ouderen. Nieuw-Rhijngeest zal worden afgebouwd; dat staat als een paal boven water; de Woonvisie gaat daarvan uit. Dan komt de gemeente in de situatie dat het meer aan komt op beheer en herstructurering: minimaal behouden en versterken wat goed is, tekorten of niet wenselijke situaties aanvullen of verbeteren. De Woonvisie ademt dat ook uit. De uitvoeringsparagraaf zal daarin flexibiliteit moeten tonen. Tweede termijn De heer Reiding kan zich voorstellen dat er geld nodig is voor locatieontwikkeling. PrO heeft er wel moeite mee als nu al geld geclaimd wordt voor het maken van beleid. Wethouder Tönjann heeft niet gevraagd om geld voor het maken van beleid. Ze heeft net beleid gemaakt, zonder inhuur van derden. Er komt nu een uitvoeringsparagraaf. Voor het opstellen daarvan vraagt ze evenmin extra budget. De LO-fractie vroeg hoe ze de ambitieuze plannen gaat uitvoeren. Daarop heeft ze geantwoord dat ze alleen beschikt over de reserve sociale woningbouw en dat het aan de raad is om keuzes te maken als blijkt dat het haar ondanks alle inventiviteit vanwege het beschikbare geld niet lukt alle plannen van de uitvoeringsparagraaf uit te voeren. De heer Van Tongeren geeft de wethouder mee dat de PrO-fractie moeite heeft met enig mogelijk voorsorteren. De Voorzitter brengt het voorgestelde besluit in stemming. Hij stelt vast dat het besluit met 13 stemmen voor (VVD, PrO, CDA, Lokaal) en 6 stemmen tegen (Transparant Oegstgeest, LO) is aangenomen. De Voorzitter schorst de vergadering kort voor beraad over de motie. (Schorsing 23.47 - 23.49 uur) Wethouder Tönjann dankt de heer Braun voor de energie die hij in de motie heeft gestoken. Ze vindt de motie prematuur. Ze komt eerst met de uitvoeringsparagraaf. Ze wijst erop dat niet alle voorstellen in de motie opportuun zijn. Het MEOB-terrein bijvoorbeeld heeft de bestemming bedrijventerrein en valt ook binnen de bedrijvenstrategie. In heel veel punten wordt gesproken over gronden die niet in eigendom van de gemeente zijn. Ze heeft in een eerste reactie al opgemerkt dat de gemeente daar bijna tot niet kan sturen behalve op het punt van sociaal bouwen of niet. Het college ontraadt de motie. De heer Braun betreurt dat het college de motie niet ziet als een kans. De markt zal dit soort zaken niet oppakken. Als de gemeente daarvan uitgaat, laat zij een bepaalde groep mensen in de kou staan. De heer Den Boer staat positief tegenover de motie waar die aandacht vraagt voor de doelgroep waar het CDA ook aandacht voor heeft gevraagd. Wellicht kan de wethouder toezeggen dat ze in de uitvoeringsparagraaf afweegt of bepaalde aspecten meegenomen kunnen worden. 58
Wethouder Tönjann zal zeker kijken of bepaalde aspecten kunnen worden meegenomen, maar er zitten zaken bij die absoluut niet uitvoerbaar zijn. Dat kan ze dan ook niet beloven. Ze houdt een en ander wel in gedachte bij de gesprekken die ze met ontwikkelaars heeft. Maar die hebben ook hun grenzen, net zoals de gemeente die heeft als het gaat om Nieuw-Rhijngeest. Ze kan bijvoorbeeld niet zeggen dat er op de Van den Ameelelocatie alleen sociale woningen mogen komen. Ze weet dan zeker dat het over tien jaar nog niet is afgebouwd. Ze houdt wel vast aan 30% sociaal. De Voorzitter gaat over tot de stemming over de motie. Hij stelt vast dat motie nr. 5 met 1 stem voor (Transparant Oegstgeest) en 18 stemmen tegen wordt verworpen. 20. Benoemen nieuw plv. lid Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en Bollenstreek. (GR KDB). en 21. Benoemen nieuw plv. lid Algemeen Bestuur van het samenwerkingsverband Holland Rijnland. Op voorstel van de Voorzitter vormen de heren Hessing en Janssen de stemcommissie. Na een korte schorsing voor het tellen van de uitgebrachte stemmen deelt de heer Hessing mee dat mevrouw Rosdorff met unanieme stemmen is benoemd als plv. lid van het AB van de GR KDB en de heer De Ruijter eveneens met unanieme stemmen als plv. lid van het AB van Holland Rijnland. Motie nr. 4, van Lokaal, Informatieverstrekking over inhuur derden De heer Teeuwen verzoekt om een korte schorsing. De Voorzitter schorst de vergadering voor één minuut. De Voorzitter heropent de vergadering en gaat over tot de stemming. De heer Vogel deelt mee dat de fractie van LO voor de motie stemt, met de kanttekening dat zij wel positief is over wat de wethouder vanavond gezegd heeft. De overige fracties brengen hun stem uit. De Voorzitter stelt vast daarna vast dat motie nr. 4 met 9 stemmen voor (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest, LO) en 10 stemmen tegen (VVD, PrO) is verworpen. 23. Inspraak en Uitspraak. B. Vragen van raadsleden De Voorzitter stelt gelet op de tijd voor dat de drie vragen (twee van de VVD, een van Lokaal) die zijn aangemeld als art. 37 vragen of als technische vragen worden gesteld. De fracties van VVD en Lokaal gaan daarmee akkoord.
59
24. Sluiting. De Voorzitter sluit om 24.00h. de vergadering en wenst iedereen wel thuis.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2011.
, voorzitter
, griffier
60
LIJST VAN BESLUITEN GEMEENTERAAD OEGSTGEEST genomen in de vergadering van de raad van 27 oktober 2011 na schorsing voortgezet op 1 november 2011 Agenda nr. 4
Voorstel nr. --
6
--
8
110/11
ONDERWERP
BESLUIT
Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 september 2011, na schorsing voortgezet op 22 september 2011.
Ø de notulen van de openbare raadsvergadering van 15 september 2011, na schorsing
Notulen van het besloten gedeelte van de raadsvergadering van 22 september 2011.
Ø de notulen van het besloten gedeelte van de raadsvergadering van 22 september 2011 conform goed te keuren en vast te stellen.
Lijst van ingekomen stukken.
Categorie A
voortgezet op 22 september 2011, conform goed te keuren en vast te stellen.
A1
Ontwerpbegroting 2012-2015 van Servicepunt71. Afhandelingsvoorstel: Ø Zie het ter vaststelling aan de raad van 27 oktober 2011 aangeboden voorstel d.d. 4 oktober 2011, nr. 103/11.
A2
Brief d.d. 2 september 2011 van de Rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest, waarin informatie over de opzet van het onderzoek naar de doorwerking van de uitgebrachte rapporten van de Rekenkamercommissie. Afhandelingsvoorstel: Ø Brief voor kennisgeving aannemen.
A3
Brief d.d. 12 oktober 2011 van gedeputeerde staten van Zuid-Holland, waarin de mededeling dat de jaarrekening 2010 en het jaarverslag 2010 gemeente Oegstgeest is ontvangen. Afhandelingsvoorstel: Ø Brief voor kennisgeving aannemen.
A4
Ledenbrief d.d. 14 oktober 2011 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarbij gevoegd het pakket aan afspraken “de bestuursafspraken 2011-2015”. Afhandelingsvoorstel: Ø Ledenbrief en pakket aan afspraken voor kennisgeving aannemen.
A5
Opdrachtbevestiging jaarrekeningcontrole d.d. 14 oktober 2011 van Baker Tilly Berk, accountants. Afhandelingsvoorstel: Opdrachtbevestiging ter afdoening in handen van de griffier stellen. 1
Agenda nr.
Voorstel nr.
ONDERWERP
BESLUIT
A6
Interpellatieverzoek “Inhuur derden” van de heer E.G. van den Ouweelen, fractievoorzitter Lokaal. Afhandelingsvoorstel: Ø Interpellatieverzoek ter afdoening in handen van de griffier stellen.
Categorie B B1
Brief d.d. 28 september 2011 van de gebroeders J. en K. Star, waarbij als bijlage gevoegd een kopie van hun brief gericht aan en bestemd voor de voorzitters van de raadsfracties van de politieke partijen in de gemeente Oegstgeest, met betrekking tot het wandelpad langs de Noordoever Oegstgeesterkanaal (deelgebied 3). Afhandelingsvoorstel: Ø Brief ter afdoening in handen van het college gesteld.
Categorie C C1
Beantwoording van door mevrouw K. Rosdorff-Molevelt gestelde vragen met betrekking tot het toekomstig gebruik Oudenhof/Bokkesprongschool.
C2
Beantwoording van door de heer E.G. van den Ouweelen, namens de Lokaal-fractie, gestelde vragen met betrekking tot de aanbesteding en plaatsing van tijdelijke reclameborden.
C3
Beantwoording van door de heer V.C. Janssen, namens de VVD-fractie, gestelde vragen met betrekking tot het ontslaan van een homoseksuele leraar van de Dr. K. Schilderschool.
10.1
88/11
Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2011. 1.
met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2010 de Brandbeveiligingsverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 27 mei 1993, in te trekken; 2. met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2010 de Brandbeveiligingsverordening 2011 vast te stellen.
10.2
91/11
Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) 2012-2015.
het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 20212-2015 vast te stellen en daarmee in te stemmen met de volgende beslispunten: 1. in te stemmen met de uitgangspunten en het beleid zoals die zijn beschreven in de Samenvatting en de Inleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders; 2. een, in overleg met de schoolbesturen, actief beleid te voeren ten aanzien van de brede school-mogelijkheden op die locaties waar mogelijk capaciteit vrijkomt; 3. vast te stellen dat het op grond van de ruimtebehoefte vanuit onderwijs noodzakelijk is het gebouw aan de Frans Halslaan de eerstkomende jaren nog voor het onderwijs te bestemmen. 2
Agenda nr.
Voorstel nr.
10.3
92/11
Opnieuw plaatsen algemeen bijzondere school op plan van nieuwe scholen basisonderwijs.
Ø het plan van nieuwe scholen basisonderwijs 2013-2015 vast te stellen zoals opgenomen in de bijlage bij dit raadsbesluit.
10.4
90/11
Jaarrekening en Bestuursverslag OPOO 2010.
Ø met de Jaarrekening 2010 van de openbare rechtspersoon ‘Openbaar Primair Onderwijs Oegstgeest’ in te stemmen.
10.5
100/11
Motie 11: ‘Vrije creatieve ruimte voor jongeren’.
Ø in te stemmen met het antwoord van het college op motie 11: ‘Vrije creatieve ruimte voor jongeren’, waaruit blijkt dat er geen nieuwe vrije creatieve ruimte voor jongeren gerealiseerd kan worden gezien de kosten en het gebrek aan beschikbare ruimten. Mogelijkheden moeten gezocht worden binnen de huidige voorzieningen.
10.6
96/11
Vaststellen Financiële Verordening 2011.
Ø de geactualiseerde Financiële Verordening 2011 vast te stellen.
11
87/11
Vaststellen Kadernota Integrale Veiligheid Gemeente Oegstgeest 2011-2014.
Ø de Kadernota Integrale Veiligheid Gemeente Oegstgeest 2011-2014 vast te stellen, inclusief de in de kadernota opgenomen aanbevelingen.
ONDERWERP
BESLUIT
• 12
73/11
Concept-toekomstvisie.
Ø de concept-toekomstvisie vast te stellen.
• 13
93/11
Start bouw brede school Het Dok in NieuwRhijngeest.
Voorstel met 10 stemmen voor (VVD, LO) en 9 stemmen tegen (PrO, Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest) aangenomen.
Voorstel met 15 stemmen voor (VVD, PrO, LO) en 4 stemmen tegen (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest) aangenomen.
1.
in te stemmen met de start van de bouw van de brede school Het Dok conform de uitgangspunten van het besluit van de raad van 1 juli 2010; 2. kennis te nemen van het besluit van het college om de gemeente eigenaar te laten worden van het hele gebouw van de brede school Het Dok.
•
Voorstel met 15 stemmen voor (VVD, PrO, LO ) en 3 stemmen (Lokaal, CDA) tegen aangenomen. Motie nr. 1 van PrO, VVD en CDA Realisatie Brede school Het Dok
De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 27 oktober 2011; Constaterende dat: - De raad zich al op verschillende momenten heeft uitgesproken over de wenselijkheid van een brede school in Nieuw-Rhijngeest; 3
Agenda nr.
Voorstel nr.
ONDERWERP
BESLUIT
-
Er onvoldoende zekerheden bestaan om thans over te gaan tot realisatie van een dojo; De snelheid van realisatie van het aantal woningen in Nieuw-Rhijngeest helaas achterblijft bij eerdere verwachtingen; De financiële situatie van de gemeente noopt tot extra kritische beschouwing van alle (grote) investeringen die de gemeente doet;
Overwegende dat: - Aan de wenselijkheid tot vestiging van een school niets dient te worden afgedaan: voor de ontwikkeling van Nieuw-Rhijngeest is dat zeer belangrijk; - Voor de vitaliteit van de wijk en de functie van het schoolgebouw de opzet als brede school niet ter discussie behoort te staan; - Gegeven het bouwtempo van Nieuw-Rhijngeest nu en ontwikkelingen in de toekomst (bijvoorbeeld in de leeftijdsopbouw van de wij) een flexibel, levensloopbestendig gebouw meerwaarde heeft; Verzoekt het college: - In goed overleg met betrokkenen een nieuw ontwerp voor het brede schoolgebouw te laten maken, waarbij goed naar fasering in de realisatie wordt gekeken; - Daarbij te komen tot een flexibel, veranderbaar gebouw dat kan meebewegen met de ontwikkelingen in de wijk en de samenleving, zowel in de nabije als verre toekomst, waarbij alle opties voor de invulling van het brede schoolconcept vooralsnog boven tafel blijven; - Het eerder vastgestelde budget voor deze programmabegroting als taakstellend te zien en de risico’s voor de gemeente te minimaliseren. En gaat over tot de orde van de dag.
•
Motie nr. 1 van PrO, VVD, CDA met 17 stemmen voor en 1 stem tegen (Lokaal) aangenomen.
14
94/11
Uitbreiding multifunctionele ruimte en verhogen investering brede school Het Dok in Nieuw-Rhijngeest.
Voorstel ingetrokken; dit onderwerp komt in een latere fase aan de orde.
15
103/11
Begroting 2012 Servicepunt71.
Niet over besloten; naar aanleiding van het verslag maakt de griffie een stuk.
16
97/11
2e Voortgangsrapportage 2011.
1.
kennis te nemen van de 2e voortgangsrapportage 2011 en akkoord te gaan met de voorgestelde wijzigingen van de begroting 2011; 2. akkoord te gaan met het afsluiten/vervallen en doorschuiven van de investeringen zoals vermeld in de 2e voortgangsrapportage 2011. 4
Agenda nr.
17
Voorstel nr.
98/11
ONDERWERP
Water Actie Plan en overdracht polder Oudenhof.
BESLUIT
•
Voorstel met 10 stemmen voor (VVD, PrO) en 9 stemmen tegen (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest, LO) aangenomen.
•
Amendement nr. 1 van CDA met 9 stemmen voor (Lokaal, CDA, Transparant Oegstgeest, LO) en 10 stemmen tegen (VVD, PrO) verworpen.
1.
vooralsnog geen drainage aan te leggen zoals wordt voorgesteld in het Water Actie Plan. Daarentegen eigenaren te ondersteunen om zelf adequate maatregelen te treffen door het instellen van een speciaal loket op basis van de volgende uitgangspunten: a. technisch/inhoudelijk ondersteunen van de eigenaren bij de effectieve aanpak op privaat terrein; b. het initiëren van voorbeelden van effectieve aanpak (o.a. vergroten buffercapaciteit) en hierbij actief gespecialiseerde marktpartijen te betrekken; c. in te zetten op het grootst mogelijk effect (nastreven van zoveel mogelijk collectieve aanpak); d. het faciliteren van marktpartijen vermits dit het doel bevordert (middels brieven, website, e.d.) e. hiervoor een deel van de met de drainage gemoeide middelen aan te wenden (max. 25.000); f. de resterende gelden te labellen voor knelpunten in de uitvoering van de overige maatregelen van het Water Actie Plan; akkoord te gaan met de overdracht van de polders Oudenhof-Noord en -Zuid naar het Hoogheemraadschap van Rijnland; de benodigde maatregelen voor het op orde brengen van de polders op basis van 50/50 verdeling met het Hoogheemraadschap van Rijnland uit te voeren; het benodigde geld voor de overdracht polders beschikbaar te stellen vanuit de bestaande financiële middelen uit het GRP 2010-2014; in te stemmen met het collegebesluit geen subsidie te verlenen aan particulieren voor werkzaamheden aan de wateroverlast op eigen terrein.
2. 3. 4. 5.
Geamendeerd voorstel met unanieme stemmen aangenomen. Amendement nr. 3 van PrO, VVD en CDA Alternatieve aanpak voor drainage in Water Actie Plan De raad van de gemeente Oegstgeest, in vergadering bijeen op 1 november 2011; Constaterende dat het college in de adviesnota over het Water Actie Plan voorstelt om in slechts drie straten drainage aan te brengen; 5
Agenda nr.
Voorstel nr.
ONDERWERP
BESLUIT
Overwegende dat: - Het bestaande Water Actie Plan uitgevoerd dient te worden; - De effectiviteit van de voorgestelde maatregel in deze straten beperkt is; - De effectiviteit van drainage op termijn afneemt; - De effectiviteit en de doelmatigheid van de voorgestelde maatregelen en daarmee van de middelen voldoende is; Besluit: Punt 1 uit het besluit te vervangen door: Vooralsnog geen drainage aan te leggen zoals wordt voorgesteld in het Water Actie Plan. Daarentegen eigenaren te ondersteunen om zelf adequate maatregelen te treffen door het instellen van een speciaal loket op basis van de volgende uitgangspunten: a. technisch/inhoudelijk ondersteunen van de eigenaren bij de effectieve aanpak op privaat terrein; b. het initiëren van voorbeelden van effectieve aanpak (o.a. vergroten buffercapaciteit) en hierbij actief gespecialiseerde marktpartijen te betrekken; c. in te zetten op het grootst mogelijk effect (nastreven van zoveel mogelijk collectieve aanpak); d. het faciliteren van marktpartijen vermits dit het doel bevordert (middels brieven, website, e.d.) e. hiervoor een deel van de met de drainage gemoeide middelen aan te wenden (max. 25.000); f. de resterende gelden te labellen voor knelpunten in de uitvoering van de overige maatregelen van het Water Actie Plan;
• • •
Amendement nr. 3 van PrO, VVD en CDA met 17 stemmen voor en 1 stem tegen (Transparant Oegstgeest)) aangenomen. Amendement nr. 4 van LO met 4 stemmen voor (LO) en 14 stemmen tegen verworpen. Amendement nr. 5 van Transparant Oegstgeest met 1 stem voor (Transparant Oegstgeest)) en 17 stemmen tegen verworpen.
18
99/11
Vaststellen Milieubeleidsplan 2011-2014, Duurzaamheidsagenda en Meerjarenuitvoeringsprogramma Milieu “Samenwerken en verbinden”.
Ø het Milieubeleidsplan 2011-2014 vast te stellen.
19
102/11
Woonbeleid gemeente Oegstgeest 2012-2020.
Ø de Woonvisie 2012-2020 Gemeente Oegstgeest vast te stellen als het nieuwe woonbeleid van Gemeente Oegstgeest.
•
Voorstel met 13 stemmen voor (VVD, PrO, CDA, Lokaal) en 6 stemmen tegen (Transparant Oegstgeest, LO) aangenomen. 6
Agenda nr.
Voorstel nr.
ONDERWERP
BESLUIT
•
Motie nr. 5 van Transparant Oegstgeest met 1 stem voor (Transparant Oegstgeest) en 18 stemmen tegen verworpen.
20
113/11
Benoemen nieuw plv. lid Algemeen Bestuur van Ø mevrouw K. Rosdorff-Molevelt te benoemen tot plv. lid Algemeen Bestuur van de de Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR Werkvoorzieningschap Kust-, Duin- en KDB). Bollenstreek (GR KDB). (initiatiefvoorstel van de fractie van LO)
21
114/11
Benoemen nieuw plv. lid Algemeen Bestuur van Ø de heer M.G. de Ruijter te benoemen tot nieuw plv. lid Algemeen Bestuur van het het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. (initiatiefvoorstel van de fractie van LO)
22
--
Interpellatieverzoek van raadslid de heer Van den Ouweelen.
•
Motie nr. 4 van Lokaal met 9 stemmen voor (Lokaal. CDA, Transparant Oegstgeest, LO) en 10 stemmen tegen (VVD, PrO) verworpen.
7
LIJST VAN COLLEGETOEZEGGINGEN GEMEENTERAAD OEGSTGEEST vergadering van 27 oktober 2011 na schorsing voortgezet op 1 november 2011
Actie
Toezeggingen
college/ commissie/ Planning raad
Wethouder Van Oortmerssen DIR
1.
Aparte notitie over inkoopvoordelen als de raad oordeelt dat de evaluatie van Servicepunt71 hierover onvoldoende informatie geeft
WSO/ WO
2. Schriftelijke toelichting m.b.t. gedane uitgaven (€ 9,4 ton) en uitgaven die binnenkort worden gedaan (mbv deel van vooruit getrokken € 8 ton) voor Het Dok
p.m.
oommisie
januari
commissie
januari
Wethouder Mackay BBO/ PenC
3. Overzicht van voor 2011 geplande investeringen die in het eerste kwartaal van 2012 worden gedaan
OPENBAAR
1
Adviseur: T. van Westbroek, tel.715
11.09924
ADVIESNOTA Raadsvergadering d.d. 24 november 2011 Voorstel nr. 122/11 Programma en product n.v.t. Oegstgeest, 15 november 2011 Aan de raad
Onderwerp Lijst van ingekomen stukken Beslispunten de lijst van ingekomen stukken vast te stellen. N.B. • Brieven gericht aan de raad die een raadsaangelegenheid betreffen zijn gecategoriseerd in categorie A. • Brieven gericht aan de raad die een collegebevoegdheid betreffen zijn gecategoriseerd in categorie B en ter afdoening in handen van het college gesteld. • Vragen ex artikel 37 Reglement van Orde zijn gecategoriseerd in categorie C. In de periode van 27 oktober 2011 tot en met 15 november 2011 ontvingen wij de volgende aan uw raad gerichte stukken: categorie C C1
Beantwoording van door mevrouw C.A.M. Kroon, namens de VVD-fractie, gestelde vragen met betrekking tot een bericht in het Leidsch Dagblad van 17 september 2011 omtrent Servicepunt71.
C2
Beantwoording van door mevrouw H.C. Pasterkamp, namens de PrO-fractie, gestelde vragen met betrekking tot de kosten gemaakt in de onderhandelingen met Valent/WMV met het oog op de vernieuwing van Hofwijck.
C3
Beantwoording van door mevrouw I.M.A. van Dijk, namens de LO-fractie, met betrekking tot het standpunt WMV/Portaal: Portaal bouwt liefst zelfstandige woningen voor ouderen.
Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
J.W. van Tuijl secretaris
E.M. Timmers – van Klink burgemeester
2
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2011, nr. besluit: Ø de lijst van ingekomen stukken vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2011.
, voorzitter
, griffier
OPENBAAR
1
Adviseur: N.C. Kager (WSO, tst. 439) Portefeuillehouder: E. van Oortmerssen - Schutte
11.08046
ADVIESNOTA POLITIEKE RONDE d.d. 10 november 2011 Raadsvergadering d.d. 24 november 2011 Voorstel nr. 106/11 Programma en product 4.9 Sociale Infrastructuur - Welzijn en Zorg aangepast raadsvoorstel en beleidsnota
Oegstgeest, 11 oktober 2011 Aan de raad
Onderwerp Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015 Beslispunten de Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015 vast stellen en daarmee de volgende uitgangspunten: - nota gebaseerd op de Wmo speerpunten, de Visie 2020 en het Collegeprogramma - handhaven huidige voorzieningenniveau - uitbreiding ambulant jongerenwerk - aandacht voor de problemen rondom de digiwereld.
Inleiding In december 2009 is de nota “Goed op weg Jeugdbeleid in Oegstgeest: een overzicht op hoofdlijnen” vastgesteld. Hierin zijn na input van vele maatschappelijke organisaties aanbevelingen opgenomen. Deze aanbevelingen worden in de Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid omgezet in beleidsvoornemens voor de periode 2011-2015. Het doel van het jeugdbeleid is de mogelijkheid voor de jeugd in Oegstgeest te bieden om gezond en veilig op te groeien, een steentje bij te dragen aan de maatschappij, talenten te ontwikkelen, plezier te hebben en goed voorbereid te zijn op de toekomst. Om deze doelstelling te realiseren zorgt de gemeente voor uiteenlopende voorzieningen: van kindergemeenteraad tot skatebaan, van jongerenruimte tot consultatiebureau en van peuterspeelzaal tot Centrum voor Jeugd en Gezin. Al deze voorzieningen staan in de jeugdnota beschreven.
Samenvatting Doel van deze nota is een overzicht te geven van de ontwikkelingen en beleidsvoornemens van de afgelopen jaren en voor de komende jaren in het jeugdbeleid van de gemeente Oegstgeest. De nota bestrijkt alle terreinen van het jeugdbeleid, o.a. het sociaal culturele aspect, zorg, onderwijs, Wmo en het Centrum voor Jeugd en Gezin. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen. In hoofdstuk 2 komen de volgende thema’s aan de orde: jeugd en vrije tijd, jeugd en veiligheid, jeugd en participatie, jeugd en gezin, jeugd en opvang, jeugd en onderwijs en jeugd en werk. In dit hoofdstuk ligt het zwaartepunt. In hoofdstuk 3 zullen de financiën besproken worden. De beleidsvoornemens komen voor een deel in andere nota’s terug, waar regelmatig naar wordt verwezen: - beleid rondom Jeugdgezondheidszorg zal uitvoerig beschreven worden in de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2012; - beleid over het Centrum Jeugd en Gezin wordt vastgelegd in het Handboek CJG Oegstgeest, dat in het najaar 2011 wordt afgerond; - beleid rondom Jeugd en Werk zal uitvoerig behandeld worden in het jaarlijkse beleidsplan van Sociale Zaken; - beleid rondom sport zal in de Sportnota besproken worden; - beleid omtrent speelvoorzieningen zal in het toekomstige plan van aanpak Speelvoorzieningen behandeld worden. In 2012 wordt er een nieuwe beleidsnota Speelvoorzieningen opgesteld; - beleid rondom veiligheid wordt in de integrale nota Veiligheid beschreven; - beleid rondom vrijwilligerswerk zal in de nota over het vrijwilligerswerk beschreven worden; - beleid rondom wonen voor jongeren tot 23 jaar is niet specifiek geformuleerd. De reden hiervoor is dat het merendeel van de jongeren of wegtrekt uit Oegstgeest vanwege studie/opleiding of tijdens hun studie/opleiding bij hun ouders blijft wonen. In de beleidsontwikkeling rondom wonen blijft hiervoor aandacht. Alle bovenstaande nota’s worden op integrale wijze voorbereid, zodat er een eenduidig beleid wordt gerealiseerd. De beleidsvoornemens die in deze nota vastgesteld worden, zullen voornamelijk beleidsvoornemens zijn die over het sociaal culturele aspect van het jeugdbeleid gaan. Doordat deze nota is geschreven in het licht van de verslechterde economische situatie en de discussies over benodigde bezuinigingen zijn de beleidsvoornemens grotendeels staand beleid. Voorgesteld nieuw beleid is: - uitbreiding van het ambulant jongerenwerk. Met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zal meer gevraagd worden van het jongerenwerk. Het ambulant jongerenwerk signaleert op preventieve wijze de problemen bij jongeren, waarbij de (onderliggende) problematiek nog tijdig kan worden aangepakt. Hierdoor zal het contact met overlastgevende jongeren verbeteren, waardoor grotere problemen voorkomen kunnen worden. Het beleidsvoornemen “uitbreiding van het ambulant jongerenwerk” zal worden gefinancierd vanuit de WMOgelden voor een periode van 4 jaar (2012, 2013, 2014 en 2015, de duur van de beleidsnota jeugdbeleid). Het jongerenwerk zal uitgebreid worden met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar. De kosten hiervan zijn € 8.800,- per jaar. 2
meer aandacht voor het multimediagebruik door jongeren (digiwereld). Digipesten is een groot probleem. Door goede informatievoorziening op scholen aan de ouders en de jongeren over het multimediagebruik door jongeren (digiwereld) zal het probleem meer uit de onbekendheid worden gehaald. Dit beleidsvoornemen zal, zo mogelijk, binnen de huidige budgetten gerealiseerd worden. -
De conclusie die men uit deze nota kan trekken is dat de gemeente Oegstgeest op koers is met het jeugdbeleid. Van belang is dat het huidige voorzieningenniveau gehandhaafd blijft. Het jeugdbeleid beslaat verschillende beleidsterreinen. Belangrijk voor een goed jeugdbeleid is een integrale samenwerking binnen de diverse beleidsterreinen. Verder is het van belang dat het jeugdbeleid over alle jeugd moet gaan. Niet alleen over probleemjeugd en kwetsbare kinderen/jongeren. Iedereen van 0 tot 23 jaar verdient aandacht; jeugd met problemen natuurlijk meer. Preventie blijft zeer belangrijk. Beoogd effect Doel van deze nota is een overzicht te geven van de ontwikkelingen en beleidsvoornemens van de afgelopen jaren en voor de komende jaren in het jeugdbeleid van Oegstgeest. Door het vaststellen van de Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015 wordt een basis gelegd voor jeugdbeleid voor de periode 2011-2015. Argumenten 1.1. De Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid heeft draagvlak Veel partijen, zowel intern als extern, hebben zich gebogen over de inhoud van deze beleidsnota. De externe partijen zijn de partijen die deelnemen aan de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid, zoals GGD, Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland, SKO, PIKO, middelbare scholen, afvaardiging van basisscholen, Regionaal Bureau Leerplicht, HomeStart, Halt, Politie en Wmo adviesraad. De interne partijen zijn de diverse afdelingen binnen de gemeente Oegstgeest. 1.2.
De Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid sluit aan bij de speerpunten van de Wmo, de Visie 2020 en het Collegeprogramma De speerpunten uit de Wmo-paraplunota zijn: signaleren, zelfredzaamheid, versterken eigen kracht, mantelzorgers en vrijwilligers, sociale netwerken en toegankelijkheid. Alle beleidsvoornemens uit deze nota sluiten aan bij één of meer van deze speerpunten. In hoofdstuk 8 van de Visie 2020 gaat over prettig en veilig opgroeien. Hier sluit de nota volledig op aan. Hoofdstuk 12 van de Visie 2020 gaat over de gemeente als meewerkkracht. De gemeente Oegstgeest zal bijvoorbeeld bij de decentralisatie van de jeugdzorg bijdragen aan een sterkere regio met een actieve deelname aan de totstandkoming van het regionale beleid. Deze nota sluit aan bij het collegeprogramma op de punten veiligheid, voorzieningen en burgerparticipatie.
1.3.
De gemeente Oegstgeest is op koers met het jeugdbeleid. Daarom is het van belang dat het huidige voorzieningenniveau gehandhaafd blijft, zodat het mogelijk is voor de jeugd om op te groeien in een veilige woonplaats waar een prettig leef- en leerklimaat heerst.
1.4.
Uitbreiding van het ambulant jongerenwerk is gewenst 3
1.5.
Met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zal meer gevraagd worden van het jongerenwerk en dan met name het ambulant jongerenwerk. Het ambulant jongerenwerk signaleert op preventieve wijze de problemen bij jongeren, waarbij de (onderliggende) problematiek nog tijdig kan worden aangepakt. Hierdoor zal het contact met overlastgevende jongeren verbeteren, waardoor grotere problemen voorkomen kunnen worden. Aandacht voor het multimediagebruik door jongeren is gewenst Vanuit de achterban (voornamelijk scholen en Buro Halt) komen steeds meer signalen dat het multimediagebruik door jongeren (digiwereld) problemen geeft, zoals digipesten. Hiervoor moet extra aandacht komen d.m.v. informatievoorziening door bv. de GGD en Buro Halt.
Kanttekeningen 1.1. Deze nota is een budgettair zuinige nota Deze nota is geschreven in het licht van de verslechterde economische situatie en de discussies over benodigde bezuinigingen. Hierdoor is de nota een budgettair zuinige nota geworden en zijn de ambities bijgesteld naar de financiële realiteit. 1.2. Visie 2020 nog niet officieel vastgesteld door de raad Bij het opstellen van deze nota is de Visie 2020 nog niet officieel vastgesteld. Uitgegaan is van de conceptversie van de Visie 2020 1.3 Begroting 2012 nog niet officieel vastgesteld door de raad Bij het opstellen van deze nota is de begroting 2012 nog niet officieel vastgesteld. Uitgegaan is van de conceptversie van de begroting 2012. Financiën De budgetten (behalve het beleidsvoornemen “uitbreiding van het ambulant jongerenwerk”) genoemd in deze nota staan in de (concept) begroting 2012. Het beleidsvoornemen “uitbreiding van het ambulant jongerenwerk” zal worden gefinancierd vanuit de WMO-gelden voor een periode van 4 jaar (2012, 2013, 2014 en 2015, de duur van de beleidsnota jeugdbeleid). Het jongerenwerk zal uitgebreid worden met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar. De kosten hiervan zijn € 8.800,- per jaar. Communicatie Bij de opstelling van de toekomstige nota’s zoals o.a. de nota lokaal gezondheidsbeleid, sportnota, vrijwilligersnota, jaarlijks beleidsplan Sociale zaken, nota speelvoorzieningen, integrale nota veiligheid zal deze nota ter hand worden genomen, zodat integrale beleidsvorming gewaarborgd blijft. Na vaststelling van deze nota zal deze nota verspreid worden over de diverse afdelingen en zal deze nota op de website gepubliceerd worden. Gevolgen inspraak / interactieve beleidsontwikkeling Veel partijen, zowel intern als extern, hebben zich gebogen over de inhoud van deze beleidsnota (zie argument 1.1.). Uitvoering De Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid zal een basis vormen voor het uit te voeren jeugdbeleid voor de komende vier jaren. Bijlage (in bundel): 4
Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015. Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
mr. C.M.M. Zwinkels waarnemend secretaris
E.M. Timmers – van Klink burgemeester
5
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober 2011, nr. 106/11; besluit: de Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011-2015 vast stellen en daarmee de volgende uitgangspunten: - nota gebaseerd op de Wmo speerpunten, de Visie 2020 en het Collegeprogramma - handhaven huidige voorzieningenniveau - uitbreiding ambulant jongerenwerk - aandacht voor de problemen rondom de digiwereld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2011.
, voorzitter
, griffier
JEUGD IN OEGSTGEEST Beleidsnota Integraal Jeugdbeleid 2011- 2015 Gemeente Oegstgeest afdeling WSO DMS nr: 11.05522
2
2 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
INHOUDSOPGAVE
Inleiding Samenvatting van deze nota Samenvatting van de prioriteiten voor de komende vier jaar in schema Hoofdstuk 1 1.1 Landelijke ontwikkelingen 1.2 Regionale ontwikkelingen 1.3 Lokale ontwikkelingen Hoofdstuk 2 Thema’s 2.1 Jeugd en vrije tijd 2.2 Jeugd en veiligheid 2.3 Jeugd en participatie 2.4 Jeugd en gezin 2.5 Jeugd en opvang 2.6 Jeugd en onderwijs 2.7 Jeugd en werk Hoofdstuk 3 Financiën Bijlagen Bijlage 1: Bevolkingsgegevens Bijlage 2: Wet- en regelgeving
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
INLEIDING Goed op weg In december 2009 is de nota “Goed op weg Jeugdbeleid in Oegstgeest: een overzicht op hoofdlijnen” vastgesteld. Hierin zijn, na input van vele maatschappelijke organisaties jeugdbeleid, aanbevelingen opgenomen. Deze aanbevelingen worden nu omgezet in beleidsvoornemens voor de periode 2011-2015. Doel jeugdbeleid Kinderen groeien gezond en veilig op, dragen hun steentje bij aan de maatschappij, ontwikkelen hun talenten, hebben plezier en zijn goed voorbereid op de toekomst. Om die doelstelling te realiseren, zorgt de gemeente voor uiteenlopende voorzieningen; van kindergemeenteraad tot skate-baan, van jongerenruimte tot consultatiebureau en van peuterspeelzaal tot Centrum voor Jeugd en Gezin. Doelgroep Het jeugdbeleid richt zich op de doelgroep min 9 maanden (zwangere vrouwen zijn ook doelgroep) tot en met 23 jaar, met de nadruk op de leeftijd van 0 tot en met 18. Doel van deze nota Het doel van deze nota is een overzicht te geven van de ontwikkelingen en beleidsvoornemens van de afgelopen jaren en voor de komende jaren in het jeugdbeleid van Oegstgeest. Dit komt aan de orde in hoofdstuk 2 aan de hand van onderstaande zes thema’s: * Jeugd en vrije tijd * Jeugd en veiligheid * Jeugd en participatie * Jeugd en gezin * Jeugd en opvang * Jeugd en onderwijs * Jeugd en werk Relatie met Wmo paraplu-nota Met de invoering van de Wmo (1 januari 2007) is een nieuw wettelijk kader ontstaan voor de maatschappelijke ondersteuning en participatie van burgers. Hierbinnen vallen verschillende gemeentelijke zorg- en welzijnsactiviteiten, inclusief de jeugdvoorzieningen. Voor de maatschappelijke ondersteuning van ouders en jeugdigen is een apart prestatieveld in de Wmo opgenomen (prestatieveld 2). In prestatieveld 2 van de Wmo zijn vijf functies op het gebied van preventief jeugdbeleid op lokaal niveau opgenomen. Deze vijf functies zijn: 1. informatie en advies 2. het signaleren van problemen 3. toegang tot het hulpaanbod 4. licht pedagogische hulp 5. coördinatie van zorg In het algemeen worden deze functies al uitgevoerd door lokale voorzieningen, zoals de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk, die samenwerken binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. De functie coördinatie van zorg zal nader worden vormgegeven in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Verder raken de andere prestatievelden natuurlijk ook de diverse gebieden het jeugdbeleid. Prestatieveld 1. De leefbaarheid van de gemeente vergroten Denk aan bijv. sportfaciliteiten. Prestatieveld 3.: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning Denk aan bijv. informatievoorzieningen voor de jeugd, bijvoorbeeld over pesten. Prestatieveld 4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers Denk aan de jonge mantelzorgers. Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
4
Prestatieveld 5: Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Denk aan jongeren met een dergelijk probleem. Prestatieveld 6: Voorzieningen voor mensen met een beperking Denk aan jongeren met een beperking. Prestatieveld 7: Opvang voor mensen met problemen Denk aan jongeren die door problemen tijdelijk niet meer thuis kunnen wonen. De speerpunten uit de Wmo paraplu-nota zijn: 1. signaleren 2. zelfredzaamheid, versterken eigen kracht 3. mantelzorgers en vrijwilligers 4. sociale netwerken 5. toegankelijkheid De beleidsvoornemens uit deze nota zullen in het licht van deze speerpunten staan. Niet uit het oog moet worden verloren dat de ouders nog altijd de verantwoordelijkheid hebben voor de kinderen. Zodra de sociale netwerken versterkt zijn zal de signalering en zelfredzaamheid ook vergroot worden. Relatie Visie 2020 Deze jeugdnota sluit aan bij de aandachtspunten van de Visie 2020. Hoofdstuk 8 van de Visie 2020, dat gaat over prettig en veilig opgroeien, correspondeert met de meeste beleidsvoornemens uit deze nota. Bijvoorbeeld het beleidsvoornemen “jongerenoverlast blijven aanpakken”. Dit beleidsvoornemen is een investering in een prettig leef– en leerklimaat, beschreven in hoofstuk 8 van de Visie 2020. Hiervoor is uitbreiding van de uren van het jongerenwerk gewenst. Met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zal meer gevraagd worden van het jongerenwerk en dan met name het ambulante jongerenwerk. Het ambulante jongerenwerk signaleert op preventieve wijze de problemen bij jongeren, waarbij de (onderliggende) problematiek nog tijdig kan worden aangepakt. Het beleidsvoornemen “uitbreiding van het ambulant jongerenwerk” wordt aangedragen als mogelijk project, dat zal passen binnen de Visie 2020. Er zal beoordeeld worden of dit project in aanmerking komt voor het budget, dat vrijkomt voor de Visie 2020. Hoofdstuk 12 van de Visie 2020 gaat over de gemeente als meewerkkracht. Uit de jeugdnota blijkt dat door de landelijke ontwikkelingen zoals bijv. de decentralisatie van de jeugdzorg de regionale samenwerking steeds sterker wordt. De gemeente Oegstgeest zal bij de decentralisatie van de Jeugdzorg bijdragen aan een sterkere regio met een actieve deelname aan de totstandkoming van het regionale beleid. Relatie Collegeprogramma Deze jeugdnota sluit aan bij het Collegeprogramma o.a. op de punten veiligheid, voorzieningen en burgerparticipatie. Looptijd De jeugdnota loopt van 2011 tot en met 2015. Deze nota is geschreven in het licht van de verslechterde economische situatie en de discussies over bezuinigingen.
5 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Dankwoord Bij het tot stand komen van deze jeugdnota hebben verschillende organisaties en personen, zowel binnen de gemeente als buiten de gemeente, meegedacht (zie bijlage 3). De nota is uitgebreid besproken in de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid. In deze stuurgroep zitten afvaardigingen van diverse organisaties (zoals Teylingen College, Wellant College, Rijnlands Lyceum, basisscholen, GGD, Kwadraad, Politie, Kinderopvangorganisaties zoals SKO en PIKO, RBL, HomeStart, Halt en Wmo adviesraad). De gemeente dankt al deze mensen die meegedacht hebben over de inhoud van deze jeugdnota voor hun inbreng en inzet. Verder is er binnen de gemeente met diverse beleidsmedewerkers (verantwoordelijk voor diverse portefeuilles, zoals o.a. Wmo, Veiligheid, Lokaal Gezondheidsbeleid, Sport, Onderwijs, Sociale Zaken en Vrijwilligerbeleid) gesproken over de inhoud van deze jeugdnota.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
6
Korte samenvatting Doel van deze nota is een overzicht te geven van de ontwikkelingen en beleidsvoornemens van de afgelopen jaren en voor de komende jaren in het jeugdbeleid van de gemeente Oegstgeest. De nota bestrijkt alle terreinen van het jeugdbeleid o.a. het sociaal culturele aspect, zorg, onderwijs, Wmo en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het jeugdbeleid is naast de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen voor een groot deel gebaseerd op waarnemingen uit het veld. Eens in de 2 maanden vindt er een overleg plaats met de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid. In deze stuurgroep is een breed scala van organisaties vertegenwoordigd (zie bijlage 3). Deze stuurgroep signaleert ontwikkelingen voor wat betreft de jeugd in Oegstgeest. Verder is er een Netwerk Jeugdoverlast. Dit netwerk vergadert eens in de maand. Politie, gemeente en jongerenwerk zijn in dit netwerk vertegenwoordigd. De gemeente luistert lokaal goed naar de ontwikkelingen in het veld. Verder vindt er regionaal eens in de maand een ambtelijk overleg plaats. Hierin worden de regionale ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden uitgebreid besproken. Aangezien het jeugdbeleid in beweging is, zal de raad eens in de 2 jaar worden geïnformeerd over de voortgang van deze nota. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen. In hoofdstuk 2 komen de volgende thema’s aan de orde: jeugd en vrije tijd, jeugd en veiligheid, jeugd en participatie, jeugd en gezin, jeugd en opvang, jeugd en onderwijs en jeugd en werk. In dit hoofstuk ligt het zwaartepunt. In hoofdstuk 3 zullen de financiën besproken worden. De beleidsvoornemens komen voor een deel in andere nota’s terug, waar regelmatig naar wordt verwezen. - beleid rondom Jeugdgezondheidszorg zal uitvoerig beschreven worden in de nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2012; - beleid over het Centrum Jeugd en Gezin wordt vastgelegd in het Handboek CJG Oegstgeest, dat in het najaar 2011 wordt afgerond; - beleid rondom Jeugd en Werk zal uitvoerig behandeld worden in het jaarlijkse beleidsplan van Sociale Zaken;. - beleid rondom sport zal in de Sportnota besproken worden; - beleid omtrent speelvoorzieningen zal in het toekomstige plan van aanpak Speelvoorzieningen behandeld worden. In 2012 wordt er een nieuwe beleidsnota Speelvoorzieningen opgesteld; - beleid rondom veiligheid wordt in integrale nota Veiligheid beschreven;. - beleid rondom vrijwilligerswerk zal in de nota over het vrijwilligerswerk beschreven worden. - Beleid rondom wonen voor jongeren tot 23 jaar is niet specifiek geformuleerd. De reden hiervoor is dat het merendeel van de jongeren of wegtrekt uit Oegstgeest vanwege studie/opleiding of tijdens hun studie/opleiding bij hun ouders blijft wonen. In de beleidsontwikkeling rondom wonen blijft hiervoor aandacht. Alle bovenstaande nota’s worden op integrale wijze voorbereid, zodat er een eenduidig beleid wordt gerealiseerd. De beleidsvoornemens die in deze nota vastgesteld worden, zullen voornamelijk beleidsvoornemens zijn die over het sociaal culturele aspect van het jeugdbeleid gaan. Doordat deze nota is geschreven in het licht van de verslechterde economische situatie en de discussies over benodigde bezuinigingen zijn de beleidsvoornemens grotendeels staand beleid. Voorgesteld nieuw beleid is: - uitbreiding van het ambulant jongerenwerk met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar voor een periode van 4 jaren (2012, 2013, 2014 en 2015). 7 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zal meer gevraagd worden van het jongerenwerk. Het ambulant jongerenwerk signaleert op preventieve wijze de problemen bij jongeren, waarbij de (onderliggende) problematiek nog tijdig kan worden aangepakt. Hierdoor zal het contact met overlastgevende jongeren verbeteren, waardoor grotere problemen voorkomen kunnen worden. - meer aandacht voor het multimediagebruik door jongeren (digiwereld). Digipesten is een groot probleem. Door goede informatievoorziening op scholen aan de ouders en de jongeren voor het multimediagebruik door jongeren (digiwereld) zal het probleem meer uit de onbekendheid worden gehaald. Dit beleidsvoornemen zal, zo mogelijk, binnen de huidige budgetten gerealiseerd worden. De conclusie die men uit deze nota kan trekken is dat de gemeente Oegstgeest op koers is met het jeugdbeleid. Van belang is dat het huidige voorzieningenniveau gehandhaafd blijft. Het jeugdbeleid beslaat verschillende beleidsterreinen. Belangrijk voor een goed jeugdbeleid is een integrale samenwerking binnen de diverse beleidsterreinen. Verder is het van belang dat het jeugdbeleid over alle jeugd moet gaan. Niet alleen over probleemjeugd en kwetsbare kinderen/jongeren. Iedereen van 0 tot 23 jaar verdient aandacht; jeugd met problemen natuurlijk meer. Preventie blijft zeer belangrijk.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
8
Samenvatting van de prioriteiten voor de komende vier jaar Thema
Actiepunt
Gewenst resultaat
Jeugd en vrije tijd
Herhuisvesting van jongerenruimte Friendz meenemen bij de ontwikkelingen rondom het zwembad. Friendz aantrekkelijker maken voor meer jongeren uit diverse kringen d.m.v. PR en activiteiten.
Mogelijkheid voor Friendz om een betere ruimte te realiseren op een meer centrale plek in het dorp.
Jeugd en vrije tijd
Jeugd en vrije tijd
Mogelijkheid onderzoeken naar het realiseren van een extra trapveldje.
Jeugd en vrije tijd
Continueren van het stimuleren van buitensport door het jeugdwerk en verbeteren van de relatie met de sportverenigingen.
Doelgroep Friendz verbreden.
Meer speelgelegenheid en ontmoetingsplek voor jongeren creëren. Stimuleren sportactiviteiten.
Financiën
Wordt gefinancierd vanuit de subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland € 133.123 en budget activiteiten jeugdbeleid (structureel) Verwijzing naar plan van aanpak speelvoorzieningen en beleidsnota speelvoorzieningen 2012 €4.000,Valt onder het budget jeugdactiviteiten (totale budget jeugdactiviteiten € 31.000,- structureel).
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie Wmo
WSO Sport, VROM
Prestatieveld: 1 en 2 Speerpunten: signaleren, sociale netwerken, toegankelijkheid
WSO Subsidiebeleid
Prestatieveld : 1en 2 Speerpunten: Signaleren, sociale netwerken, toegankelijkheid
Ja: Hfd. 8
Voorzieningen
WSO Speeltuinenbeleid
Prestatieveld 1 en 2 Speerpunten: sociale netwerken, toegankelijkheid Prestatieveld 1 en 2 Speerpunten: sociale netwerken, toegankelijkheid
Ja: Hfd. 8
Voorzieningen
Ja: Hfd. 8
Voorzieningen
WSO Sportbeleid
Relatie Visie 2020 Ja: Hfd. 8
Relatie collegeprogramma Voorzieningen
9 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Thema
Actiepunt
Gewenst resultaat
Financiën
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie Wmo
Jeugd en Veiligheid
Jongerenoverlast blijven aanpakken. Dit beleidsvoornemen is een investering in een prettig leef – en leerklimaat, beschreven in hoofstuk 8 van de Visie 2020.
Overlast van jongeren beperken.
Jongerenwerk valt onder de subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland (€ 133.123). zie verder kadernota Integrale Veiligheid.
BBO Veiligheid, BOR
Prestatievelden 1, 2 en 7 Speerpunten: signaleren, toegankelijkheid
Jeugd en Veiligheid
Kortere lijnen tussen jongerenwerk en politie realiseren.
Signaalfunctie verbeteren.
BBO Veiligheid
Jeugd en Veiligheid
Ontwikkeling van het Veiligheidshuis volgen en afstemming met de ontwikkeling van een CJG waarborgen.
Op de hoogte blijven van meest recente ontwikkeling om het jeugdbeleid erop aan te passen.
Jongerenwerk valt onder de subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland (€ 133.123), Zie verder kadernota veiligheid. Zie kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015.
BBO Veiligheid
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Relatie Visie 2020 Ja: Hfd. 8
Relatie collegeprogramma Veiligheid
Prestatievelden 1,2 en 7 Speerpunten: signaleren en toegankelijkheid
Ja: Hfd. 8
Veiligheid
Prestatievelden 1,2 en 7 Speerpunten: signaleren en toegankelijkheid
Ja: Hfd. 8 en 12
Veiligheid
10
Actiepunt
Gewenst resultaat
Financiën
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie WMO
Jeugd en Veiligheid
Terugdringen alcoholgebruik bij jongeren.
Minder alcoholgebruik bij jongeren.
WSO Lokaal gezondheidsbeleid
Prestatievelden 1, 2 en 7 Speerpunten: signaleren en toegankelijkheid
Jeugd en Veiligheid
Extra aandacht besteden aan het probleem digipesten.
Digipesten onder de aandacht brengen.
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012 en regionale ontwikkelingen in het kader van het bestuurlijk overleg alcoholmatiging. Pm
BBO Veiligheid
Jeugd en Veiligheid
Structurele uitbreiding voor het ambulant jongerenwerk met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar.
€8.800,- per jaar financiering vanuit de WMO-gelden. Voor een periode van 4 jaren (2012, 2013, 2014 en 2015))
BBO Veiligheid
Jeugd en participatie
Huidige jeugdparticipatiebeleid handhaven
Meer contact met de jongeren op straat en meer contact met de politie, waardoor jeugdoverlast beter kan worden aangepakt. Betere signalering zorgt dat op preventieve wijze de problemen bij jongeren. Jeugdparticipatieactiviteiten, blijven uitvoeren.
€ 18.500 (structureel)
Relatie Visie 2020 Ja: Hfd. 8
Relatie collegeprogramma Veiligheid
Prestatievelden 1,2 en 7 Speerpunten: signaleren en toegankelijkheid Prestatievelden 1,2, en 7 Speerpunten: signaleren en toegankelijkheid
Ja: Hfd. 8
Veiligheid
Ja: Hfd 8
Veiligheid
Prestatieveld 1, Speerpunten: zelfredzaamheid, verantwoordelijk heid nemen
Ja: Hfd. 7 en 8
Burgerparticipatie
11 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Actiepunt
Gewenst resultaat
Jeugd en participatie
Activiteitenplan Jeugdparticipatie aanpassen.
Jeugd en participatie
Jeugpenningen blijven promoten
Jeugd en gezin
Organiseren van informatiemarkt voor ouders “Het is hier geen hotel’ (eens in de 2 jaar).
Jeugdparticipatieplan regelmatig aanpassen, zodat dit plan up- to- date blijft en aansluit aan de behoeften van de jeugd. Mogelijkheid om jeugdigen die iets speciaals hebben gedaan op een bijzondere wijze in het zonnetje te zetten te behouden Meer informatie verschaffen aan ouders met opvoedvragen.
Jeugd en gezin
Jeugdzorg vormgeven.
Decentralisatie van de jeugdzorg realiseren.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Financiën
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie Wmo Prestatieveld 1 Speerpunten: zelfredzaamheid, verantwoordelijk heid nemen
Relatie Visie 2020 Ja, Hfd. 7 en 8
Relatie collegeprogramma Burger-participatie
Valt onder het jeugdparticipatiebudget
BBO Bestuurszaken
Prestatieveld 1, Speerpunten: zelfredzaamheid, verantwoordelijk heid nemen
Ja, Hfd. 7 en 8
Burger-participatie
€ 2.000,Valt onder het CJGbudget
WSO, lokaal gezondheidsbeleid, Handboek CJG Oegstgeest
Ja, Hfd. 8
Dienstverlening in de vorm van informatieverstrekking
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012
WSO Lokaal gezondheidsbeleid 2012
Prestatieveld 2, Speerpunten : signaleren, zelfredzaamheid, versterken eigen kracht Prestatieveld 2, 3, 5,6 en 7 Speerpunten: Signaleren, Zelfredzaamheid Verantwoordelijk heid nemen
Ja, Hfd. 8
Regionale samenwerking
12
Jeugd en gezin
Jeugd- en gezin
Jeugd en opvang
Jeugd en Onderwijs
Actiepunt
Gewenst resultaat
Financiën
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie Wmo
Streven naar een integrale benadering van de opvoedondersteuning tussen alle aanbieders onderling, maar ook uitvoerders en beleidsmakers. Overeenstemming bereiken over schoolgebonden ZAT’s en streven naar een evaluatie van het functioneren van het ZAT 0-4 jarigen. Effectief toepassen van de wet OKE.
Efficiënte werkwijze, verbeteren van signaalfunctie.
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012
WSO Lokaal gezondheidsbeleid, Handboek CJG Oegstgeest
Prestatieveld 2 Speerpunt 2: signaleren
ZAT’s slagvaardiger te laten werken.
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012
WSO Onderwijs
Prestatieveld 2 Speerpunt : Signaleren
Ja, Hfd 8
Voorzieningen
Realiseren van VVE, harmonisatie peuterspeelzale n en kinderopvang. Meer de subsidieregeling voor bredeschoolactiviteiten benutten.
Decentralisatieuitkering Peuterspeelzaalwerk ad € 41.000,(structureel)
WSO Onderwijs
Prestatieveld 2 Speerpunten: zelfredzaamheid, signaleren
Ja, Hfd. 8
Voorzieningen
Valt onder budget Brede School activiteiten ad € 20.910,- (structureel)
WSO Onderwijs
Prestatievelden 1 en 3 Speerpunt: sociale netwerken
Ja, Hfd. 8
Voorzieningen
Actief stimuleren van de subsidieregeling voor bredeschoolactiviteiten.
Relatie Visie 2020 Ja. Hfd. 8
Relatie collegeprogramma Verbeteren Dienstverlening
13 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Jeugd en Onderwijs
Jeugd en onderwijs
Jeugd en werk
Jeugd en werk
Actiepunt
Gewenst resultaat
Financiën
Raakvlakken met andere afdelingen/beleidsvelden
Relatie WMO
Nieuw beleid voor maatschappelijk e stages zal in de vrijwilligersnota 2012 worden bepaald. Streven naar meer structureel overleg tussen gemeente en uitvoerende leerplichtambtenaren. Huidige niveau van re-integratie activiteiten handhaven.
Nieuw beleid voor maatschappelijke stages creëren.
Zie nota vrijwilligersbeleid 2012
WSO Vrijwilligersbeleid
Prestatievelden 1 en 4 speerpunten: Zelfredzaamheid en mantelzorgers en vrijwilligers
WSO Onderwijs
Prestatieveld 2 Speerpunt 1: Signaleren
Ja, Hfd. 8
Regionale samenwerking
Zie jaarlijks beleidsplan Sociale zaken
WSO Sociale Zaken
Ja, Hfd. 8
Voorzieningen
Zie jaarlijks Beleidsplan Sociale Zaken
WSO Sociale Zaken
Prestatieveld 2 Speerpunten : Zelfredzaamheid, Verantwoordelijkheid nemen Prestatieveld 2 Speerpunten: Sociale netwerken, signaleren
Ja, Hfd. 8 en 12
Regionale samenwerking
Verder afstemming bereiken in het huidige lokale en regionale voorzieningenniveau.
Verkrijgen van meer inzicht in het verhaal achter de leerplichtcijfers. Het huidige niveau van reintegratie activiteiten voortzetten. Meer afstemming in het huidige lokale en regionale voorzieningenniveau.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Relatie Visie 2020 Ja, Hfd. 8
Relatie collegeprogramma Voorzieningen
14
HOOFDSTUK 1 1.1 Landelijke ontwikkelingen In het regeerakkoord van het kabinet Rutte staat een aantal voornemens, dat van invloed is op het gemeentelijk beleid t.a.v. jeugd: •Wet Investeren Jongeren wordt aangescherpt. Wie nog recht heeft op studiefinanciering moet dat aanvragen. School gaat voor bijstand. •Kinderen met grote taalachterstand gaan met drang en dwang deelnemen aan vroeg- en voorschoolse educatie. •Ouders worden financieel aanspreekbaar op de taalontwikkeling van kinderen. •Het aantal schoolverlaters wordt teruggebracht tot 25 duizend, er komt 3 miljoen extra voor meer begeleiding en plusvoorzieningen. •Er komt een actieplan tegen laaggeletterdheid. •De jeugdzorg gaat helemaal naar gemeenten, inclusief de jeugd-ggz. Er komt één financieringsstelsel. •Centra voor Jeugd en gezin gaan dienen als frontoffice voor alle jeugdzorg. •Het Budget jeugdzorg gaat structureel met 300 miljoen omlaag. Gemeenten moeten jeugdzorg doelmatiger en efficiënter kunnen doen dan nu. •Er komt een eigen bijdrage in de jeugdzorg. Uit het ontwerp Uitvoeringsprogramma Jeugd 2012 (juni 2011) van Provincie Zuid-Holland het volgende: Het kabinet VVD-CDA wil de effectiviteit van de jeugdzorg in Nederland verbeteren door het jeugdzorgstelsel te herzien. In het Regeerakkoord stelt zij voor om: 1. de verschillende financieringsstromen te bundelen (preventie, jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdgeestelijke gezondheidszorg en lichtverstandelijke gehandicaptenzorg). 2. alle jeugdzorgtaken naar (samenwerkende) gemeenten over te hevelen. 3. bezuinigen (efficiencykorting) van 300 miljoen euro vanaf 2016 en invoering eigen bijdrage van Euro 3.400,- per kind per jaar (bij uithuisplaatsing). Met deze maatregelen worden gemeenten financieel en uitvoertechnisch verantwoordelijk voor alle jeugdzorgtaken die nu vallen onder het Rijk, de provincies, de gemeenten, de zorgkantoren en zorgverzekeraars. De overheveling van bestuurlijke verantwoordelijkheden zal op zijn vroegst aan de orde zijn in de periode 2014-2016. In het belang van kinderen en gezinnen kiest de provincie voor een zorgvuldige overdracht in overleg met instellingen en gemeenten. De provincie voert tot de overdracht haar wettelijke verantwoordelijkheden en taken op het huidige niveau uit, gericht op kwalitatief goede en tijdig geboden zorg. 1.2 Regionale ontwikkelingen Door de bovenstaande beschreven landelijke ontwikkelingen zal de regionale samenwerking steeds sterker worden met als doel eenduidig beleid en een efficiënte toepassing van de beschikbare middelen. Het lokale belang zal natuurlijk niet uit het oog worden verloren. 1.3 Lokale ontwikkelingen Gezien de verslechterde economische situatie en de daardoor eventueel benodigde bezuinigingen is er geen financiële ruimte voor nieuw beleid. De financiële middelen die de afgelopen jaren voor het jeugdbeleid zijn aangewend worden in geen geval hoger. In sommige gevallen worden deze lager, zoals de subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland. Door herschikking van de beschikbare financiële middelen zal er gestreefd worden naar (volledige of gedeeltelijke) handhaving van de huidige voorzieningen. Ruimte voor nieuw beleid zal gezocht moeten worden binnen de huidige budgetten. 15 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
HOOFDSTUK 2 2.1
Jeugd en vrije tijd
Jeugd- en jongerenwerk Huidige situatie Het jeugd- en jongerenwerk van de Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland is uitgebreid met de opening van jongerenruimte Friendz in 2007. Friendz is gevestigd in het voormalige Vivax clubhuis naast het zwembad Poelmeer. De jongerenruimte is bedoeld voor jongeren tot en met 18 jaar. De ruimte heeft vooral een 'huiskamerfunctie.' De jongeren kunnen er bijvoorbeeld film kijken, spelletjes doen en internetten. Daarnaast zijn er allerlei activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van sport. In de vakanties worden er onder meer uitstapjes georganiseerd. Bij de organisatie en uitvoering van deze activiteiten worden de jongeren actief betrokken. Er is ook een JongerenInformatiePunt (JIP) gevestigd. Het jongerenwerk gaat in Friendz mogelijkheden voor maatschappelijke stages creëren (zie ook jeugd en onderwijs). Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom het zwembad zal een besluit moeten worden genomen over de toekomstige locatie van Friendz. Friendz leeft nog niet onder veel jongeren uit Oegstgeest. Dit zal beter moeten worden. In het najaar van 2011 zal Friendz beginnen met het organiseren van klassenfeesten voor 11-12 jarigen om zo de drempel voor meerdere jongeren te verlagen. Het kinderwerk van genoemde stichting heeft een vaste plek veroverd in het aanbod in het dorp, evenals de KIVA. Scouting en VakantiePas voorzien in een belangrijke behoefte. Door middel van incidentele subsidies worden straatspeeldagen gestimuleerd. In 2009 is het aantal subsidieaanvragen voor straat- en buurtfeesten flink gegroeid. Diverse buurtverenigingen krijgen subsidie voor het organiseren van (onder andere) activiteiten voor de jeugd. Gewenste situatie Afhankelijk van de ontwikkelingen rondom het zwembad zal Friendz mogelijkerwijs een andere behuizing krijgen. Indien dit het geval mocht zijn, zal er, indien mogelijk, rekening worden gehouden met de wensen van jongeren en eventuele uitbreiding van activiteiten, zodat Friendz aantrekkelijker wordt voor meer jongeren uit diverse kringen, zoals organiseren van klassenfeesten. Het is belangrijk om de PR van Friendz onder jongeren te vergroten. Friendz leeft nu onder een bepaald soort jongeren,het streven is naar meer diversiteit in aanbod, leeftijdsgroepen en culturen. Buitenspelen Huidige situatie In Oegstgeest zijn veel verschillende speelvoorzieningen te vinden. Het beheer en onderhoud daarvan gebeurt aan de hand van geschreven beleid en het Attractiebesluit. De gekozen speeltoestellen zijn kwalitatief hoogwaardig en kennen relatief weinig onderhoud. Omdat de toestellen voldoen aan het Attractiebesluit en ook de veiligheidsaspecten, het onderhoud en het beheer door de gemeente wordt vastgelegd, kan worden uitgegaan van schone, veilige speelvoorzieningen voor kinderen. In 2004 is de nota Speelvoorzieningen vastgesteld. Hierin staat een overzicht van alle formele en informele speelplekken in het dorp, hun speelwaarde en kwaliteit en veiligheid. In 2004 is begonnen met het vernieuwen van speelvoorzieningen. Jaarlijks wordt een plan van aanpak gemaakt. In de plannen voor jeugdparticipatie is één van de uit te voeren activiteiten gericht op de participatie van jeugd bij de (her)inrichting van speelplekken (zie jeugd en participatie). Dit blijkt een belangrijk onderdeel bij de (her)inrichting van speelplekken. Bij de ontwikkeling van de natuurspeelplaats in Nieuw-Rhijngeest is dit uitgebreid toegepast en blijkt enorme toegevoegde waarde te hebben. Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
16
In de motie “Vrije buitenruimte ruimte jongeren aangenomen door de raad op 26 mei 2011 bleek dat er op dit moment geen jongeren geïnteresseerd zijn om mee te denken over een vrije buitenruimte voor jongeren en dat er twijfels zijn over de toegevoegde waarde van een dergelijke buitenruimte. Wel zal er in de toekomst onderzoek moeten worden gedaan naar de mogelijkheid voor een extra trapveldje. In het jaarlijkse plan van aanpak Speelvoorzieningen zal hier verder aandacht aan worden besteed. In de gemeente Oegstgeest is het niet mogelijk om een Cruijff Court te realiseren, daar een Cruijff Court bedoeld is voor achterstandswijken en daar is in de gemeente Oegstgeest geen sprake van. In 2012 wordt nieuw beleid ontwikkeld op het gebied van buitenspelen. Hierbij krijgen duurzaamheid, natuurlijk spelen en opvoeding een grotere rol. Gewenste situatie Huidige voorzieningen in stand houden. Onderzoek naar mogelijkheid van een extra trapveldje en verwerken in het plan van aanpak Speelvoorzieningen. Cultuur Huidige situatie Jeugd en cultuur heeft bijzondere aandacht binnen het jeugdbeleid. Jaarlijks is een bedrag beschikbaar voor de uitvoering van cultuurproject, de inhoud daarvan wordt door jongeren zelf bepaald. (zie jeugd en participatie). In de nota Kunst en Cultuur, die in 2009 wordt vastgesteld, is bijzondere aandacht voor jeugd, zowel kunst- en cultuur in de vrije tijd als cultuur- en erfgoededucatie in het onderwijs. Zo nemen 6 van de 8 basisscholen deel aan het project Kunstmenu, zodat jaarlijks ruim 1200 leerlingen kennismaken met 1 van de 6 vormen van kunst. Het subsidieplan gebruiken we onder meer als middel om muziekonderwijs op basisscholen te stimuleren. Gewenste situatie De huidige voorzieningen in stand houden. Sport Huidige situatie Het project breedtesport, waarvoor de gemeente subsidie kreeg van het rijk, is in 2008 afgerond. Terugkijkend op de projectperiode kunnen we concluderen dat dit project succesvol was en blijvende resultaten heeft opgeleverd. Er is veel en vaak samengewerkt met tal van (maatschappelijke) organisaties. Sport en sportstimulering hebben een vaste plek veroverd in het gemeentelijke beleid. Het jongerenwerk zal een deel van de activiteiten in en rond Friendz als (buiten)sportactiviteit gaan inzetten (SportFriendz). Het jongerenwerk zal samenwerking zoeken met de sportverenigingen. Hierdoor zal het bereik van Friendz onder jongeren groter worden. Breedtesport is een goed middel gebleken bij vraagstukken op het terrein van jeugd(overlast) (zie ook jeugd en veiligheid). Jongeren in een gezin met een minimum kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage van €200, - per kind voor de deelname aan sportieve, recreatieve, educatieve of culturele activiteiten. Dit is terug te vinden in het Beleidsplan van Sociale Zaken. Gewenste situatie Handhaven van het huidige voorzieningenniveau en het continueren van het stimuleren van buitensport door het jongerenwerk door samen te gaan werken met de sportverenigingen.
17 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Vrijwilligers Huidige situatie De gemeente Oegstgeest heeft de makelaarsfunctie voor wat betreft de maatschappelijke stage. In paragraaf 2.6 onder jeugd en onderwijs staat een toelichting over maatschappelijke stages. Daarnaast is het jeugdwerk van oudsher een werksoort waarin zeer veel vrijwilligers actief zijn. In de nota over vrijwilligerswerk, die in 2012 zal worden opgesteld zal aandacht worden besteed aan de werving, scholing en begeleiding van vrijwilligers. De jonge mantelzorger zal in deze nota ook worden belicht en er zullen manieren gezocht worden om deze zoveel mogelijk te ondersteunen. Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komen de jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015 Handhaven huidige voorzieningenniveau. Herhuisvesting van jongerenruimte Friendz meenemen bij de ontwikkelingen rondom het zwembad. Friendz aantrekkelijker maken voor meer jongeren uit diverse kringen d.m.v. PR en activiteiten. Mogelijkheid onderzoeken naar een extra trapveldje. Continueren van het stimuleren van buitensport door het jeugdwerk en een samenwerking opbouwen tussen het jongerenwerk en de sportverenigingen.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Financiën
Pm Wordt gefinancierd vanuit subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk MiddenHolland en het budget activiteiten jeugdbeleid Structureel Zie plan van aanpak Speelvoorzieningen € 4.000,Zie verder Sportnota Structureel
18
2.2 Jeugd en veiligheid Integrale veiligheid Huidige situatie De kadernota Integrale Veiligheid 2007-2010 is voor 4 jaar vastgesteld. Eén van de hierin behandelde beleidsvelden is jeugd en veiligheid, waarin het gaat over veiligheidsproblemen die specifiek met jeugd te maken hebben. Het gaat daarbij zowel om 12-minners als om oudere jeugd. Thema’s zijn onder meer overlast, criminele jeugdgroepen en veiligheid in en om de school. Op basis van deze kadernota wordt ieder jaar een jaarplan gemaakt, waarin de uitvoering van de prioriteiten van dat jaar staan. Hierin dus ook bijzondere aandacht voor jeugd(overlast) en afspraken die met HALT zijn gemaakt. In het najaar 2011 wordt de kadernota Integrale Veiligheid 2011-2015 vastgesteld. Hierin worden dezelfde thema’s belicht als in de vorige kadernota Integrale Veiligheid. Gewenste situatie Huidige voorzieningenniveau handhaven. In de regio wordt momenteel gewerkt aan allerlei voorstellen om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Deze voorstellen zullen eind 2011 in alle gemeenten aan de colleges en raden worden voorgelegd. Ook in de nota lokaal Gezondheidsbeleid, die in 2012 zal worden opgesteld, zal het alcoholprobleem onder jongeren verder worden belicht. Ambulant jongerenwerk Huidige situatie Binnen het jeugd- en jongerenwerk is een aantal uren (5) per week gereserveerd voor ambulant jongerenwerk: de jongerenwerker zoekt de jongeren op straat op, brengt in kaart welke locaties en groepen problemen leveren en begeleidt jongeren naar beter gedrag en activiteiten. Met de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten zal meer gevraagd worden van het jongerenwerk en dan met name het ambulante jongerenwerk. Het (ambulante) jongerenwerk signaleert op preventieve wijze de problemen bij jongeren, waarbij de (onderliggende) problematiek nog tijdig kan worden aangepakt. Het jongerenwerk stelt de knelpunten vast en adviseert aanpak met de diverse partijen. In de tweede helft van 2011 zal het jongerenwerk gebruikmaken van het registratiesysteem Jongeren in Beeld. Dit is een registratie- en monitorprogramma voor het jongerenwerk. Het programma bestaat uit verschillende onderdelen waar het jongerenwerk individuele jongeren, groepen en vindplaatsen kan registreren. Daarnaast kunnen de werkzaamheden binnen de verschillende werksoorten, zoals ambulant jongerenwerk, het accommodatie gebonden jongerenwerk en het jongeren informatiewerk vastlegd worden. Het voordeel van Jongeren in Beeld is, dat al deze gegevens optimaal aan elkaar zijn gekoppeld, waardoor jongeren en groepen kunnen worden gemonitord. De 5 uren die gereserveerd staan voor het ambulant jongerenwerk blijkt minimaal te zijn om optimale resultaten te bereiken. Gewenste situatie Het verhogen van het aantal uren voor het (ambulant) jongerenwerk met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar. De kosten hiervoor zijn € 8.800,- per jaar. Financiering vanuit de Wmo-gelden gedurende 4 jaren (2012, 2013, 2014 en 2015).
19 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Jeugdoverlast Huidige situatie De gemeente Oegstgeest streeft er naar de overlast door jongeren te minimaliseren door een drie-sporenbeleid: begeleiden, eventueel fysieke aanpassingen en handhaven. Het netwerk jeugdoverlast is het centrale punt binnen de gemeente waar klachten over overlast van jongeren verzameld worden. In dit netwerk bespreken de jongerenwerker, een wijkagent en vertegenwoordigers van de gemeentelijke afdelingen Beheer Openbare Ruimte, Integrale Veiligheid en Welzijn en Onderwijs wat er speelt met betrekking tot jongeren in de openbare ruimte. Per overlastlocatie zoeken zij naar oplossingen steeds vanuit die combinatie van invalshoeken: contact leggen en afspraken maken met de betreffende jongeren, waarbij het organiseren van een sportactiviteit op betreffende locatie als mogelijkheid altijd wordt overwogen (ambulant jongerenwerk), waar nodig fysieke aanpassingen (bv snoeiwerk in een park of het aanpassen van de verlichting) aan betreffende overlastlocatie (gemeente) en handhaven bij overtredingen en overlast (politie). Het netwerk Jeugdoverlast blijkt een belangrijk moment in de maand voor alle deelnemers om alle overlastplekken te bespreken. Door het nieuwe systeem van het jongerenwerk “Jongeren in Beeld” zal dit netwerk inhoudelijk concreter worden en daardoor effectiever. Het jongerenwerk zal nog meer contact en overleg hebben met de politie, zodat snel naar oplossingen kan worden gezocht. Gewenste situatie Het netwerk Jeugdoverlast concreter en effectiever laten werken d.m.v. verbeterde input jongerenwerk door hun nieuwe registratiesysteem en de communicatie tussen het jongerenwerk en de politie nog meer te verbeteren. Veilige school Huidige Situatie Veiligheid is en blijft een noodzakelijke voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. Van leerlingen en docenten die zich niet veilig voelen op school kan niet verwacht worden dat zij volwaardig deelnemen aan het onderwijsproces. De gemeente Oegstgeest, de politie, en de scholen in de regio hebben afspraken over hoe dit te stimuleren. Jaarlijks worden de afspraken geëvalueerd. Een voorbeeld van de bijdrage van de gemeente aan veiligheid van schoolkinderen is het jaarlijks controleren van de veiligheid van hun fietsen door de GOA’s. In mei 2011 is de gemeente gestart met een verkeersveiligheidsonderzoek met speciale aandacht voor de veiligheid in schoolomgevingen en op school-thuisroutes. Dit onderzoek zal in december 2011 in de raad worden besproken.Voor dit onderzoek wordt het project Opwegnaarschool.nl ingezet Dit is een web-based programma waarbij de mening van scholieren van de bovenbouwklassen van het basisonderwijs en onderbouwklassen van het voortgezet onderwijs centraal staat. Een veilige school heeft een goed onderhouden schoolgebouw waarin iedereen zich veilig voelt. De gemeente is verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting. Verder zijn er op dit moment signalen dat het digipesten op de middelbare scholen ernstige vormen aanneemt. Binnen de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid wordt hier aandacht aan besteed. De informatievoorziening hierover moet beter, en dan gericht op de ouders. Ouders weten vaak helemaal niet waar hun kinderen op de computer mee bezig zijn. Het gebruik van multimedia door jongeren wordt over het algemeen een probleem (de digiwereld). Informatievoorziening over de digiwereld kan het meest via de scholen lopen, maar kan ook via Buro Halt d.m.v. lessen hierover op school of via de GGD. Gewenste Situatie Huidige voorzieningen in stand houden en daar waar nodig verbeteren. Extra aandacht besteden aan het probleem over het multimediagebruik door jongeren (de digiwereld), waaronder digipesten en de informatievoorziening hierover.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
20
Veiligheidshuis Huidige situatie Het ‘Veiligheidshuis’ is een samenwerkingsverband van organisaties dat zich richt op het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. Een veiligheidshuis richt zich op de volgende dadergroepen: meerderjarige veelplegers, jeugd(ige veelplegers), daders van huiselijk geweld, ex-gedetineerden (nazorg) en overlastgevende personen. In een veiligheidshuis werken instanties op één locatie samen aan opsporing, vervolging, berechting en hulpverlening. Ketenpartners zijn niet alleen gemeenten, politie, openbaar ministerie, raad voor de kinderbescherming en reclasseringsorganisaties, maar ook jeugd- en zorginstellingen. De gemeente Oegstgeest is zich op dit moment aan het beraden om zich aan te sluiten bij het Veiligheidshuis. Gewenste situatie De ontwikkeling van het Veiligheidshuis volgen en afstemming met de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin waarborgen Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komen de jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015
Financiën
Handhaven huidige voorzieningenniveau Jongerenoverlast blijven aanpakken d.m.v. het genoemde drie-sporenbeleid. Hierbij meer aandacht van het ambulant jongerenwerk voor de mogelijkheden van contact tussen overlastgevende jongeren en klagers. Kortere lijnen tussen jongerenwerk en politie realiseren.
Zie o.a. subsidiebeleid, subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk MiddenHolland en zie kadernota Integrale Veiligheid. Structureel
De ontwikkeling van het Veiligheidshuis volgen en afstemming met de ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin waarborgen. Terugdringen van alcoholgebruik bij jongeren. Dit wordt in de nieuwe nota Lokaal Gezondheids beleid belicht. Extra aandacht besteden aan het multimediagebruik door jongeren (de digiwereld), waaronder het probleem digipesten. Uitbreiding uren (ambulant) jongeren werk met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar
Zie o.a. subsidiebeleid, subsidie aan Stichting Jeugd en Jongerenwerk MiddenHolland en zie kadernota Integrale Veiligheid. Structureel
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012 en regionale ontwikkelingen in het kader van het bestuurlijk overleg alcoholmatiging Pm
€ 8.800,- per jaar, financiering vanuit de Wmogelden gedurende 4 jaren (2012, 2013, 2014 en 2015).
21 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
2.3. Jeugd en participatie ‘Leren meedoen, durven luisteren’ Huidige situatie Jeugdparticipatie wordt gedefinieerd als de mogelijkheden tot actieve betrokkenheid van jeugdigen, bij (besluitvorming ten aanzien van) hun leefomgeving. Dit wordt gedaan door te luisteren naar de jeugd, de jeugd te informeren, mee te laten denken, mee te laten beslissen en hen te stimuleren tot actief burgerschap. In het plan 'Leren Meedoen, Durven Luisteren' wordt beschreven hoe jeugdparticipatie in de gemeente Oegstgeest structureel wordt vormgegeven. Het plan bevat projecten en activiteiten voor verschillende leeftijdsgroepen. Jeugdparticipatie wordt vooral ook als leerproces voor de jeugd gezien, de activiteiten richten zich dan ook niet alleen op jongeren maar ook op kinderen. Jeugdparticipatie was ook één van de beleidsvoornemens in de Wmo-beleidsnota van 2007. Jaarlijks wordt een samenhangend pakket aan activiteiten uitgevoerd: - Gemeente on tour - Participatie bij (her)inrichting van speelplekken - Kindergemeenteraad (i.s.m. basisscholen) - Project jongeren en cultuur (i.s.m. VOscholen) - Jongeren organiseren voor jongeren - Speeddaten met de raadsleden De terugkoppeling van de resultaten van jeugdparticipatie zijn verschillend per activiteit. Bij sommige van die activiteiten is het resultaat voor de jeugd direct zichtbaar: bijvoorbeeld kinderen in de kindergemeenteraad kiezen voor een project dat vervolgens wordt uitgevoerd. Of jongeren geven hun input bij de herinrichting van een skate-plek. Bij andere activiteiten worden de signalen meegenomen bij het ontwikkelen van beleid. Zoals Gemeente on Tour: wethouder bezoekt een school, vereniging, scouting om met jongeren van gedachten te wisselen over een specifiek onderwerp. Jeugdparticipatie blijkt een effectief middel te zijn om de jeugd te betrekken bij diverse onderwerpen. In de toekomst is het wenselijk de jeugdparticipatie via social media op te zetten. Jongerenparticpatie in het CJG In Oegstgeest is in 2010-2011 de methodiek 'Jongerenparticipatie binnen het CJG' ontwikkeld en getest. Dit vond plaats in het kader van een landelijke pilot in samenwerking met het CNV Jongeren, Kennis netwerk Centra Jeugd en Gezin (KCJG) en het jongerenwerk Oegstgeest. Met de methodiek kunnen CJG's jongeren inzetten om voorlichting te geven aan andere jongeren over het CJG en CJG-thema's. Binnen Oegstgeest hebben het jongerenwerk, scholen, CJG-medewerkers intensief samengewerkt en zijn er 9 jongeren getraind tot peer to peer voorlichter. Zij hebben op hun beurt 160 jongeren op het VMBO, HAVO en VWO voorgelicht over zelfgekozen thema's. Na deze pilot is de methodiek structureel ingebed binnen het jon-gerenwerk door afspraken met het onderwijs in het kader van maatschappelijke stages. De gemeente Oegstgeest heeft vervolgens het voortouw genomen de methodiek uit te rollen binnen de regio Holland Rijnland: ca 25 mensen uit 10 verschillende gemeenten hebben een workshop gevolgd over de toepassing van de methodiek. Gewenste situatie Huidige activiteiten omtrent jeugdparticipatie moeten in stand worden gehouden. In de toekomst moet gekeken worden hoe we de social media kunnen inzetten om de jeugd te laten participeren.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
22
Jeugdpenningen Huidige situatie Kinderen en jongeren die een bijzondere prestatie hebben geleverd of zich maatschappelijk inzetten kunnen worden voorgedragen voor een jeugdpenning. In Oegstgeest worden jaarlijks Erepenningen en Koninklijke Onderscheidingen uitgereikt. Deze erkenning was aanvankelijk alleen weggelegd voor volwassenen. In 2008 besloot het College dat jeugd en jongeren in Oegstgeest ook een onderscheiding verdienen, de eerste penningen zijn in april 2008 uitgereikt. In 2009 , 2010 en 2011 zijn ondanks een uitgebreide PR campagne geen kandidaten voorgedragen. Gewenste situatie Streven naar het verkrijgen van kandidaten voor de jeugdpenningen d.m.v. PR.
Beleidsvoornemens 2011-2015
Financiën
Handhaven huidige voorzieningenniveau. Activiteitenplan Jeugdparticipatie aanpassen n.a.v. de up-date van najaar 2010, betrekken van social media als middel voor jeugdparticipatie. Jaarlijks uitvoeren van het Jeugdparticipatieplan. Jeugdpenningen blijven promoten
€ 18.500 Structureel Valt binnen budget jeugdparticipatieplan
23 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
2.4. Jeugd en gezin Huidige situatie Ketenaanpak in de regio In maart 2007 hebben 15 gemeenten in Zuid-Holland Noord samen met de regionale zorginstellingen en de provincie Zuid-Holland het Convenant ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning ondertekend in het gemeentehuis van Oegstgeest. Het convenant beslaat de periode 2007-2010 en bevat afspraken over: 1. de totstandkoming van Centra voor Jeugd en Gezin in elke gemeente; 2. het invoeren van een regionale verwijsindex risicojongeren; 3. de coördinatie van zorg door middel van de methodiek 1Gezin1Plan. Op 27 oktober 2009 werden de ontwikkelingen en samenwerkingsafspraken in nieuwe regioconvenanten vastgelegd. Centrum voor Jeugd en Gezin Huidige situatie In maart 2009 ging het project ontwikkeling CJG Oegstgeest van start. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is straks dé plek voor informatie, advies en ondersteuning over opvoeden en opgroeien. (Aanstaande) ouders, kinderen, jongeren en beroepskrachten kunnen er terecht met al hun vragen. Het CJG kent vier onderdelen: A. de integrale jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus en schoolartsen); B. lokaal preventief jeugdbeleid (informatie & advies, signalering, toeleiden naar hulp, licht pedagogische hulp, coördinatie van zorg); C. schakel met Bureau Jeugdzorg; D. schakel met de Zorg- en adviesteams en, via deze, met het onderwijs. In de praktijk van Oegstgeest betekent dit dat consultatiebureau, schoolartsen (beiden onderdeel van de GGD), OpvoedAdviesPunt, en (jeugd) maatschappelijk werk (beiden onderdeel van Kwadraad) nog beter gaan samenwerken en in één gebouw gehuisvest zullen zijn. De ontwikkeling van een CJG in Oegstgeest is in volle gang. Een fysiek inlooppunt is nog niet gerealiseerd, maar ouders en jongeren kunnen al wel gebruik maken van twee websites, beide met e-consultfunctie. De website voor ouders is: www.cjgoegstgeest.nl. En speciaal voor jongeren: www.hoezitdat.info. Ook is er regionaal een centraal telefoonnummer in werking gesteld. Via de klantcontactcentra van de kernpartners van het CJG zijn alle CJG’s, en dus ook die van Oegstgeest, 5 dagen per week tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar. Per 1 oktober 2011 is een coördinator aangesteld voor 8 uur per week. Tijdens de projectperiode wordt om de 2 à 3 maanden een digitale nieuwsbrief verspreid. De Verwijsindex Risicojeugd: JeugdMATCH JeugdMATCH is de regionale variant van de landelijke Verwijsindex Risico’s Jeugdigen (VIR), waarop alle gemeenten in 2011 aangesloten moeten zijn. Via JeugdMATCH kunnen zorgverleners met elkaar in contact komen over jeugdigen waarover zij zich vanuit hun professie zorgen maken. Zodra er twee meldingen over een jeugdige zijn, ontstaat er een match. De betrokken professionals krijgen hierover bericht en moeten contact met elkaar opnemen, waarna zij onderling afspreken wie de matchregie in handen neemt. Vervolgens wordt ook gekeken of er zorgcoördinatie gewenst is. In JeugdMATCH worden alleen persoonsgegevens van de betrokken jeugdige vastgelegd, er wordt niet in vermeld waar
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
24
zorgen over zijn. Dat wisselen de betrokken professionals uit zodra ze contact met elkaar opnemen. Op 8 juni 2010 ging het digitale meldpunt JeugdMATCH ZHN de lucht in en vanaf dat moment konden kinderen en jongeren aan het systeem gemeld worden. In eerste instantie zijn de GGD Hollands Midden, Valent, ActiVite, Bureau Jeugdzorg en Kwadraad met JeugdMATCH gaan werken. Bedoeling is dat ook andere instellingen snel gaan aanhaken. 1 Gezin 1 Plan Bij 1 Gezin, 1 Plan wordt uitgegaan van het principe dat professionals, dienstverleners en vrijwilligers die bij het gezin betrokken zijn, één team vormen. Dit team werkt samen met de gezinsleden aan het “herstel van het gewone leven”, waarbij de belangrijkste doelstelling is dat kinderen in het gezin zich (weer) zonder belemmering of bedreiging kunnen ontwikkelen. Medewerkers van betrokken instellingen worden getraind in deze methodiek en er wordt al mee gewerkt. Onderzocht wordt of ook bijvoorbeeld de hulpverleningsambtenaar en/of bijstandsambtenaren van de gemeente Oegstgeest kunnen worden getraind. Regionale Agenda samenleving (RAS) De gemeenten in Holland Rijnland en de Provincie Zuid-Holland hebben afspraken gemaakt om de instroom in de jeugdzorg te verminderen en uitstroom te versnellen. Deze Bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving 2009 -2012 is in april 2009 getekend. Gemeenten zullen een Centrum voor Jeugd en Gezin ontwikkelen en nazorg aan kinderen die de jeugdzorg uitstromen verbeteren. De provincie gaat de wachttijden in de jeugdzorg verkorten en stelt geld beschikbaar aan gemeenten om licht pedagogische hulp in te kopen om zo geïndiceerde jeugdzorg te voorkomen. Opvoedingsondersteuning In regioverband is een basisaanbod opvoedingsondersteuning ontwikkeld, dat vanuit de CJG’s in de regio aangeboden gaat worden. Vooruitlopend op deze ontwikkeling is er in 2009 besloten in de regio het project HomeStart uit te breiden, ook Oegstgeest heeft hiermee ingestemd vanaf 2009 t/m 2013 zal Home-Start subsidie ontvangen. Nadien zal bekeken worden of Home-Start toegevoegde waarde heeft in Oegstgeest. Het Opvoedadviespunt en het Servicepunt oudercursussen van de GGD ontvangen al subsidie van de gemeente. In het voorjaar van 2012 zal een tweede informatiemarkt voor ouders worden georganiseerd. De ontwikkeling van een Centrum voor Jeugd en Gezin zal hier ook aan de orde komen. Deze informatiemarkt heet “Het is hier geen hotel”. De gemeente wil een integrale benadering van de opvoedingsondersteuning in Oegstgeest tussen alle aanbieders onderling, maar ook tussen de uitvoerders en beleidsmakers. De signaalfunctie van de medewerkers van het OpvoedAdviespunt, de consultatiebureaus en andere professionals op het gebied van opvoedingsondersteuning moet beter worden benut. Zo willen wij dat er een goede terugkoppeling is vanuit deze professionals naar de gemeente als het gaat om algemene ontwikkelingen in Oegstgeest, waar de gemeente op kan inspelen met haar beleid. Een voorbeeld: Als door het consultatiebureau bij 10 gezinnen taalachterstanden wordt geconstateerd, dan moet niet alleen de individuele ouder worden geholpen daar verandering in te brengen. Je kunt daarnaast ook de taal daar stimuleren door jongeren via maatschappelijke stages gericht in die gezinnen voor te laten lezen. Of de bibliotheek erbij betrekken. Momenteel subsidieert de gemeente, soms in regioverband, diverse instellingen voor allerlei vormen van opvoedingsondersteuning. Wij hopen dat de samenwerking in het CJG onder een coördinator straks leidt tot nog meer afstemming tussen vraag en aanbod van opvoedondersteuning in Oegstgeest. Gemeenten zijn sinds 2009 ook verantwoordelijk voor prenatale zorg en voorlichting. Via cursussen en voorlichtingsmateriaal wordt de doelgroep van aanstaande ouders bereikt. In de nota gezondheidsbeleid 2012 wordt hier verder op ingegaan.
25 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Zorg- en Adviesteams In een Zorg- en AdviesTeam (ZAT) werken beroepskrachten nauw samen om te voorkomen dat jeugdigen in de problemen raken en maatschappelijk uitvallen. Dit sluit aan bij het overheidsbeleid met betrekking tot 'zorg in en om school' en 'passend onderwijs'. In de voorschoolse periode vervullen ZAT's een centrale rol bij vroegsignalering en tijdige interventie. Het doel van de ZAT's en haar deelnemers is om problemen van en met jeugdigen in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren zodat een snelle, adequate aanpak van de problemen, liefst zo dicht mogelijk bij huis, gerealiseerd kan worden. In de regio is een dekkend netwerk van ZAT’s: voor de leeftijden 0-4, 4-12 (op basisscholen) en 12+ (op VOscholen). Op MBO’s en ROC’s zijn de ZAT’s in ontwikkeling. Bij de ontwikkeling van een CJG in Oegstgeest zal de afstemming met de ZAT’s een belangrijk item zijn. Na een aantal jaren functioneren van de ZAT’s op lokaal niveau hebben scholen aangegeven over te willen gaan op schoolgebonden zorgteams, om slagvaardiger te kunnen werken. Indien met alle betrokken partijen (GGD, Jeugd Maatschappelijk Werk) overeenstemming wordt verkregen, zal een jaar met de nieuwe opzet worden proefgedraaid. Tevens is evaluatie van het functioneren van het ZAT 0-4 jarigen met het oog op ontwikkelingen in de VVE gewenst. Gewenste situatie In de bestuursopdracht staan de volgende gewenste resultaten van het project Ontwikkeling CJG benoemd: De opening, in 2011, van een Centrum voor Jeugd en Gezin in Oegstgeest waar: kind en ouders centraal staan; een samenhangend, transparant en herkenbaar aanbod is (o.a. digitaal beschikbaar); voldoende laagdrempelige ondersteuning op het gebied van opvoed- en opgroeimogelijkheden zijn; risicogroepen tijdig worden bereikt; de toegang tot begeleiding en zorg laagdrempelig is; samenwerking verplichtend is; het netwerk rond een gezin wordt ingezet bij hulpverlening; waar de zorg gecoördineerd wordt volgens het principe 'één gezin één plan’. Een belangrijk deel van deze doelstellingen is al behaald. Met het realiseren van een fysiek inlooppunt, het aanstellen van een coördinator en gastvrouw/heer en het uitvoeren van een PR campagne zullen ook de andere doelstellingen de komende jaren gerealiseerd worden. De koppeling met de landelijke Verwijsindex is gerealiseerd, daarmee voldoet Oegstgeest aan haar verplichtingen. Het uiteindelijke doel van 1gezin1plan is dat bij complexe hulpverleningssituaties de methodiek 1gezin1plan standaard wordt ingezet. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) De gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg (0 – 19 jaar). De uitvoering hiervan is in handen van de GGD. De gemeente verleent de GGD subsidie voor de levering van basistaken (bijvoorbeeld het consultatiebureau en de schoolarts) en voor lokaal maatwerk, zoals zwangerschapsgymnastiek of extra zorg voor risicogezinnen. Het hele pakket jeugdgezondheidszorg zal onderdeel uitmaken van het aanbod van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Een andere ontwikkeling is de invoering van het Elektronisch Kind Dossier (EKD) in de jeugdgezondheidszorg. In de nota lokaal gezondheidsbeleid 2007-2011 is er bijzondere aandacht voor overgewicht en alcoholgebruik bij jeugd.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
26
De vijf functies van gemeentelijk preventief jeugdbeleid Er is landelijk een vijftal taken voor de gemeente op het gebied van preventief jeugdbeleid gedefinieerd. Ze staan beschreven in prestatieveld 2 van de WMO. Deze taken zijn (1) informatie en advies, (2) signalering, (3) toeleiding naar het hulpaanbod, (4) licht pedagogische hulp en (5) zorgcoördinatie. In de nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid die in 2012 zal worden opgesteld zal hier nader op in worden gegaan. Deze vijf functies zullen integraal onderdeel gaan uitmaken van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Toekomst jeugdzorg De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg en jeugdhulpverlening zal in de toekomst volledig bij de gemeenten komen liggen. De provincies zullen in dat geval hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden over moeten dragen aan de gemeenten, evenals het Rijk (gesloten jeugdzorg). De minister verwacht dat als gemeenten de regie krijgen er een meer samenhangend aanbod van zorg ontstaat en er meer aandacht komt voor preventie. Gemeenten moeten in zijn visie wel in regionaal verband met elkaar gaan samenwerken, op de schaal van de huidige GGD-regio’s. De jeugdzorg moet volgens het huidige kabinet wezenlijk anders georganiseerd worden. Er komt een nieuw financieel kader waarin alle huidige regelingen opgaan en er is nieuwe wetgeving aangekondigd. De stelselherziening maakt het mogelijk om ondersteuning en hulpverlening aan kinderen, jongeren en/of hun opvoeders inhoudelijk anders te organiseren. Gemeenten worden de verantwoordelijke bestuurslaag. Het gaat daarbij om de volgende onderwerpen: Het ontwikkelen van Centra jeugd en gezin, begeleiding van jeugd (nu Awbz), ambulante jeugdhulp (nu provincie), verblijf, dagopvang en crisisopvang (nu provincie), jeugd-ggz (nu Awbz en Zvw), jeugd-licht verstandelijk gehandicapt (nu Awbz), gesloten jeugdzorg (nu VWS) en jeugdbescherming en jeugdreclassering (nu VWS). Ook het zogenaamde passend onderwijs maakt onderdeel uit van de jeugdzorg. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2012 dienen er 80 regionaal dekkende samenwerkingsverbanden (voor regulier én speciaal onderwijs) gevormd te zijn. De besturen van deze te vormen samenwerkingsverbanden verdelen de middelen voor zorgleerlingen, op basis van de zorgprofielen van de schoolbesturen die onder het samenwerkingsverband resulteren. Het geld volgt dan niet meer de leerling (op basis van een indicatie) maar kan ruimer ingezet worden. Het samenwerkingsverband zelf dient ook een zorgplan op te stellen en dit af te stemmen met de gemeenten. Op dit moment zijn er 235 samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs en 80 in het voortgezet onderwijs. Het speciaal onderwijs valt daar nu nog niet onder. In het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG is onder anderen opgenomen dat er ten aanzien van de jeugdzorg veel regionaal moet worden samengewerkt. In de regio Holland Rijnland wordt al enkele jaren samengewerkt als het gaat om jeugdzorg. In het convenant ketenaanpak is geregeld dat instellingen met elkaar samenwerken als het gaat om de zorg om kinderen en jongeren. Maar ook de gemeenten werken steeds meer samen. Zo zijn er regionale afspraken over de jeugdgezondheidzorg, worden diverse opvoedingsondersteuningsactiviteiten gezamenlijk ingekocht en wordt het beleid van de diverse centra voor jeugd en gezin op elkaar afgestemd. Ook de overheveling van de taken, en verantwoordelijkheden op het gebied van de jeugdzorg wordt waar dat kan regionaal opgepakt.
27 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komende de jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015 Handhaven huidige voorzieningenniveau. Zie ook jeugd en veiligheid: afstemming CJG/Veiligheidshuis. Organiseren van informatiemarkt voor ouders “Het is hier geen hotel”( eens in de 2 jaar). Jeugdzorg vormgeven. Streven naar een integrale benadering van de opvoedondersteuning in Oegstgeest tussen alle aanbieders onderling, maar ook uitvoerders en beleidsmakers. Signaalfunctie moet beter worden benut. Overeenstemming bereiken over schoolgebonden ZAT’s en streven naar een evaluatie van het functioneren van het ZAT 0-4 jarigen.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Financiën
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012, Handboek CJG Oegstgeest € 2.000,- (eens in de 2 jaar) Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012 Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012, Handboek CJG Oegstgeest
Zie nota lokaal gezondheidsbeleid 2012, Handboek CJG Oegstgeest
28
2.5. Jeugd en opvang Kwaliteit van de kinderopvang Huidige situatie Op grond van de Wet kinderopvang is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Onder de kinderopvang vallen de kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen en gastouderopvang. Regels en beleid zijn vastgelegd in de beleidsnotitie Handhavingsbeleid kinderopvang uit 2011. In opdracht van de gemeente voert de GGD jaarlijks inspecties uit. Bij deze inspecties wordt onder meer gelet op hygiëne en veiligheid. De rapporten die op grond van deze inspecties worden geschreven, zijn openbaar. Jaarlijks ontvangt de raad een verslag over de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit van de kinderopvang in Oegstgeest. Alle kinderopvang worden geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang. Gewenste situatie De kwaliteit van de kinderopvang blijven waarborgen conform de Wet kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk Kinderopvang in Oegstgeest Huidige situatie Het aanbod van kinderopvang in de gemeente Oegstgeest ligt in 2011 boven het landelijk gemiddelde. Uitgaande van de gegevens uit het Landelijk Register volgen de volgende gegevens : Kinderdagopvang (0-4 jaar) Buitenschoolse opvang (4-12 jaar) Aantal plaatsen 468 661 Kinderen in Oegstgeest 974 2397 Peildatum mei 2011
Hieruit blijkt dat de capaciteit voor de dagopvang voldoende moet zijn 468 plaatsen voor 974 kinderen (2 kinderen bezetten gemiddeld een plaats). Voor de buitenschoolse opvang blijkt dat er 661 plaatsen zijn voor 2397 kinderen. Dit betekent dat de helft van de kinderen tussen 4-12 jaar naar de BSO kan (2 kinderen bezetten een plaats). De verwachting is dat de vraag naar kinderopvang vanaf 2012 zal teruglopen, daar de vergoeding van de belastingdienst lager wordt en daardoor de kosten voor de ouders hoger. Naar alle waarschijnlijkheid zullen ouders daardoor andere mogelijkheden zoeken om hun kinderen op te vangen. In juli 2011 staan 43 gastouders geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang en er zijn 4 peuterspeelzalen in Oegstgeest. Gewenste situatie Het huidige voorzieningen niveau in stand houden. Wet OKE Huidige situatie Met ingang van 1 augustus 2010 is de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie in werking getreden. De wet kent twee hoofddoelstellingen. Het eerste doel is om de twee verschillende voorschoolse voorzieningen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, kwalitatief op één lijn te brengen. Het tweede doel is om het bereik en de kwaliteit van vooren vroegschoolse educatie te verhogen. Door voor peuterspeelzalen landelijke basiskwaliteitseisen in de wetgeving op te nemen, vergelijkbaar met de kinderopvang, wordt de kwaliteit in het gehele land op gelijk niveau gebracht. Het gaat onder andere om de leidster-kindratio (één leidster op maximaal 8 kinderen), een groepsgrootte van maximaal 16 29 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
kinderen en het opleidingsniveau van ten minste één beroepskracht (PW-3). Gemeenten moeten alle instellingen registreren en deze gegevens aanleveren voor het Landelijk Register Kinderopvang. Alle gastouders, gastouderbureaus, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvangcentra staan geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang. Voor de peuterspeelzalen in het op dit moment nog niet verplicht om geregistreerd te staan in het Landelijk Register Kinderopvang . Met betrekking tot de VVE moet de gemeente met de kinderopvangorganisaties afspraken maken over een kwalitatief goed aanbod van voorschools educatie en het bereik en toeleiding van doelgroepkinderen naar dit aanbod. Gemeenten dienen ook afspraken te maken met scholen over de resultaten van het vroegschoolse aanbod en van gemeenten wordt verwacht dat zij zorgen voor een doorlopende leerlijn van het voorschoolse naar het vroegschoolse. Een eerste stap daarin is het maken van afspraken tussen betrokken organisaties over de overdracht van informatie over de ontwikkeling van het kind. Tot slot is de gemeente verplicht jaarlijks verslag over het toezicht en de resultaten uit te brengen aan de Minister en de inspectie van het Onderwijs. Kleine gemeenten hebben m.b.t. invoering van de VVE een jaar uitstel gekregen. De gemeente Oegstgeest kent -behalve het lokale beleid m.b.t. taalondersteuning aan anderstalige leerlingen in het basisonderwijs- geen achterstandenbeleid of voorschoolse educatie. Op grond van de Wet OKE wordt ook van onze gemeente verwacht dat voor risico-kinderen een VVE-aanbod wordt gerealiseerd. Medio 2011 zijn de voorbereidingen gaande om te starten met voorschoolse educatie in de wijk Haaswijk/Morsebel. Verder zal de GGD beginnen met de inspecties op de peuterspeelzalen op grond van de landelijke eisen die in het huidige handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zijn vastgelegd. Gewenste situatie Realisatie van een compleet voorschools-educatieaanbod op één peuterspeelzaal met een erkend VVE-programma, signalering en toeleiding van jonge doelgroepkinderen naar dit aanbod en monitoring van resultaten in de vroegschoolse periode via een kindvolgsysteem. Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komen de jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015
Financiën
Handhaven huidige voorzieningenniveau. Effectief toepassen van de wet OKE door realisatie van een compleet voorschoolseducatieaanbod.
Gefinancierd vanuit decentralisatie-uitkering Peuterspeelzaalwerk € 41.000,- (structureel)
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
30
2.6.
Jeugd en onderwijs
Brede School Huidige situatie De gemeente Oegstgeest stimuleert lokale initiatieven op het gebied van brede school en bredeschoolactiviteiten. In de wijk Poelgeest profileert o.b.s. De Vogels zich als brede school, in de wijk Nieuw-Rhijngeest zal de nieuwe basisschool “Het Dok” eveneens vanuit een bredeschoolvisie gaan werken. Om brede schoolactiviteiten ook in bestaande delen van Oegstgeest te stimuleren, heeft de gemeente in 2008 met vertegenwoordigers uit het basisonderwijs en de kinderopvang een beleidskader en een subsidieregeling opgesteld. Basisscholen en kinderopvangorganisaties kunnen op basis van deze regeling jaarlijks een aanvraag indienen voor financiële ondersteuning van bredeschoolactiviteiten. Tot op heden worden twee initiatiefnemers voor bredeschoolactiviteiten ondersteund: Kinderopvangorganisatie PIKO, en basisschool De Vogels. Groei van het aantal deelnemers en het aantal locaties waar bredeschoolactiviteiten worden geboden blijft achter bij de verwachting. Hier moet verbetering in komen. Het kinderwerk (zie jeugd en vrije tijd) heeft de opdracht zich actief als mogelijke partner in dergelijke vormen van samenwerking te profileren. Gewenste situatie Voortzetting van de subsidieregeling om bredeschoolactiviteiten te ondersteunen. Uitbreiding van aantal schoollocaties van 2 naar 3. De subsidieregeling meer onder de aandacht brengen van potentiële aanbieders (scholen, kinderopvang). Monitoring deelname aan activiteiten en evaluatie of in Oegstgeest voldoende draagvlak/vraag is naar uitbreiding van naschoolse (cursus)activiteiten. Passend Onderwijs Huidige situatie De kern van Passend Onderwijs is dat alle leerlingen de kans moeten krijgen om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Dat geldt voor ‘gewone’ leerlingen, maar ook voor talentvolle of zwakke leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben. Nog voor de daadwerkelijke invoering heeft het kabinet in 2009 een koerswijziging gemaakt. Centraal staat nu de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat schoolbesturen verplicht zijn te zorgen voor een passend onderwijsaanbod. Als zij dat zelf niet kunnen bieden, moet met andere scholen en/of zorgpartners afspraken worden gemaakt wie (en hoe) dat wel binnen de regio gaat verzorgen. Het nieuwe kabinet heeft onlangs aangekondigd het nieuwe beleid te willen doorzetten, maar tegelijkertijd € 300 mln. hierop te gaan bezuinigen. De gevolgen zijn op dit moment nog niet duidelijk. Gewenste situatie Voor de gemeente ligt de uitdaging om met name op bovenschools, lokaal niveau initiatieven vanuit scholen voor extra ondersteuning aan leerlingen (bijv. taalondersteuning, aanbod voor hoogbegaafden) te stimuleren en een goed zorgnetwerk in en rond de scholen te faciliteren. Belangrijke rollen zijn hierbij weggelegd voor de schoolbegeleidingsdiensten, het ZAT en het CJG. Maatschappelijke stages Huidige situatie De gemeente Oegstgeest heeft de regie rol bij de maatschappelijke stage, waar alle VOscholen mee aan de slag moeten en waarbij de gemeente een regierol is toebedeeld. De maatschappelijke stage is geen 'gewone' stage waarmee praktijkervaring in een beroep wordt opgedaan. Het gaat erom dat scholieren anderen helpen door het doen van 31 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
vrijwilligerswerk. Doel hiervan is dat jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met de samenleving door een onbetaalde bijdrage te leveren aan deze samenleving. Gemeentes hebben de afgelopen 4 jaar een rijksbijdrage ontvangen om voor de maatschappelijke stages de makelaarsfunctie in te vullen. De rijksbijdrage is ingezet onder andere als subsidie voor vrijwilligersorganisaties om hen te stimuleren plekken te creëren voor maatschappelijke stages. Daarnaast wordt aangesloten bij de vacaturebank voor maatschappelijke stages van I-doe. Er is nauw overleg met de betrokken scholen in Oegstgeest. Gewenste situatie In de vrijwilligersnota die in 2012 zal worden opgesteld zal het nieuwe beleid omtrent maatschappelijke stages worden bepaald. Leerplicht Huidige situatie De gemeente Oegstgeest is aangesloten bij het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL). Het RBL ziet er, namens de deelnemende gemeenten, op toe dat scholen, ouders en kinderen de regels van de wet op de Leerplicht naleven. Hier hebben zij leerplichtambtenaren voor aangesteld. De leerplichtambtenaar onderzoekt alle gevallen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Hij of zij zoekt samen met leerlingen, ouders en scholen oplossingen voor problemen rond schoolverzuim en dreigende schooluitval en maakt zonodig proces-verbaal op wegens overtreding van de wet op de Leerplicht. Leerplichtambtenaren participeren ook in de ZAT’s op de scholen en krijgen toegang tot de VerwijsIndex (zie jeugd en gezin). Jaarlijks ontvangt de raad van de gemeente Oegstgeest een informatienota met daarin de belangrijkste gegevens over Oegstgeest in dit verband. Het gemeentelijk beleid is in eerste instantie gericht op regulier onderwijs of regulier werk. Een jongere die nog niet in bezit is van een startkwalificatie wordt gestimuleerd deze alsnog via de reguliere weg te behalen. Indien dit niet mogelijk is volgt een werk-leeraanbod vanuit de gemeente. Concreet kan dit betekenen dat een jongere niet direct op een vacature geplaatst wordt, maar dat we zoeken naar bij voorkeur een baan of werkervaringsplaats waarbij de jongere in staat is het werk te combineren met een opleiding. Meer informatie over het startkwalificatie kunt u vinden in hoofdstuk 9 Jeugd en werk. De regionale rekenkamer heeft onderzoek verricht naar ontwikkeling van de kosten van het Regionaal Bureau Leerplicht, afgezet tegen de taken en de realisering van doelstellingen, zoals deze bij de oprichting zijn geformuleerd. De resultaten zullen in het aan het einde van 2011 of begin 2012 worden gepresenteerd. Gewenste situatie Meer structureel overleg tussen uitvoerende leerplichtambtenaren voor onze gemeente is gewenst voor interpretatie van de verzuimcijfers (het verhaal achter de cijfers) met het oog op lokaal jeugd-, arbeidsmarkt en onderwijsbeleid.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
32
Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komende jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015 Handhaven huidige voorzieningenniveau. Actief stimuleren van de subsidieregeling voor bredeschool-activiteiten. Nieuw beleid voor maatschappelijke stages zal in de vrijwilligersnota 2012 worden bepaald. Streven naar meer structureel overleg tussen gemeente en uitvoerende leerplichtambtenaren.
Financiën
Gefinancierd vanuit Brede school activiteiten budget € 20.910 (structureel) Pm Pm
33 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
2.7
Jeugd en werk
Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet werk en bijstand (WWB) Huidige situatie Op dit moment is de Wet investeren in jongeren (WIJ) van kracht. Met de introductie van deze wet op 1 januari 2009. werd het accent voor jongeren verlegd naar werken of leren. Pas in tweede instantie kwam eventueel een uitkering aan de orde. Op dit moment ligt er echter een wetsvoorstel waarin de WIJ wordt ondergebracht bij de Wet werk en bijstand (WWB). Het is de bedoeling dat dit wetsvoorstel op 1 januari 2012 in werking treedt. De regering is van mening dat de huidige systematiek van de WIJ nog te veel ruimte laat voor een afwachtende en vrijblijvende houding van jongeren. Het uitgangspunt van de WIJ ‘dat iedere jongere onder de 27 jaar een eigen verantwoordelijkheid heeft om zelf werk te zoeken’ wordt nog altijd onderschreven, maar wordt in de nieuwe wet verder aangescherpt. Anders dan in de huidige wet, wordt het voor de gemeente mogelijk de jongere te verwijzen naar reguliere scholing en de mogelijkheden van studiefinanciering. Het huidige recht op een werk-leeraanbod van de gemeente wordt vervangen door een aanspraak op ondersteuning door de gemeente. Ondersteuning en een uitkering zijn pas mogelijk wanneer er voor de betreffende jongere geen enkele mogelijkheid is binnen het regulier onderwijs. Gewenste situatie Nog meer dan in het verleden wordt lokale en regionale samenwerking tussen gemeente en onderwijs, hulpverlening en werkgevers, ieder op basis van hun eigen verantwoordelijkheid, van belang, zodat een integrale benadering van de jongere en zijn of haar (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt mogelijk wordt. Ook de door het rijk gewenste verbetering van de efficiëntie bij de besteding van middelen wijst maar in één richting: samenwerking en afstemming lokaal of in de regio tussen gemeenten (inclusief zorg) en onderwijsinstellingen. Als individuele gemeente moeten we, naast samenwerking, ervoor zorgen dat de jongere die is aangewezen op een uitkering en die over onvoldoende kwalificaties beschikt, zo spoedig mogelijk een scholings- of stagetraject ontvangt met het oog op verbetering van het kwalificatieniveau en op termijn duurzame uitstroom. Werkloosheid onder jongeren Huidige situatie Binnen Europa is de jeugdwerkloosheid in Nederland uitzonderlijk laag. Hieraan kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Zo studeren jongeren langer door en combineren zij vaker dan in andere landen leren met een kleine flexibele baan, waardoor de bekendheid met de arbeidsmarkt na het afstuderen al veel groter is en de kleine flexibele baan vaak wordt aangehouden/uitgebreid tot de baan gevonden is die aansluit op hun opleiding. De belangrijkste oorzaak lijkt echter toch de relatief gunstige ontwikkeling van de arbeidsmarkt in Nederland1. Er zijn diverse organisaties die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat jongeren (goed geschoold) hun intrede op de arbeidsmarkt doen. Hun activiteiten variëren van het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten tot het verbeteren van de instroommogelijkheden op de arbeidsmarkt. Van belang is dat al deze organisaties met elkaar samenwerken, elkaar weten te vinden en gezamenlijk op een efficiënte manier zorgen voor een sluitende aanpak van de jongere op weg naar werk. Voorkomen moet worden dat jongeren tussen de wal en het schip belanden. De gemeente, en de gemeentelijke samenwerkingsverbanden zoals Holland Rijnland, spelen hierbij een belangrijke rol. 1
Uit: samenvatting arbeidsmarktanalyse 2011, raad voor werk en inkomen
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
34
De gemeente voert de WIJ uit in samenwerking met het UWV-Werkbedrijf en het jongerenloket. Het UWV-Werkbedrijf werkt samen met het bedrijfsleven om de jeugdwerkloosheid zo laag mogelijk te houden. Met ontslag bedreigde jongeren worden door het UWV begeleid van werk naar werk, of een werkervaringplaats. Middels het Actieplan Jeugdwerkloosheid2 hebben de regionale gemeenten samen met het UWV-Werkbedrijf, ROC, praktijkscholen, GGZ en werkgevers, diverse projecten ontwikkeld om de arbeidsmarktpositie van kwetsbare jongeren te bevorderen. Voor schoolgaande leerlingen is de belangrijkste taak neergelegd bij de scholen. De gemeente ondersteunt de scholen met het Regionaal Bureau Leerplicht. Dit bureau voert onder andere de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht uit voor leerlingen tot 18 jaar. Onderdeel van het Regionaal Bureau Leerplicht is het RMC. De missie van het RMC is te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk jongeren tot 23 jaar minimaal een startkwalificatie halen, een minimale voorwaarde voor duurzame instroom op de arbeidsmarkt. Het jongerenloket is door de gemeenten, in samenwerking met het UWV-Werkbedrijf en de regionale ROC’s, opgezet om jongeren die dreigen uit te vallen of uitgevallen zijn, te begeleiden naar scholing of werk. Inmiddels hebben het UWV-Werkbedrijf en de ROC’s zich uit deze samenwerking teruggetrokken. Daarbij hebben de gemeenten medio 2012 besloten de doelgroep van het jongerenloket uit te breiden van jongeren tot 23 jaar naar jongeren tot 27 jaar. Met de uitbreiding van de doelgroep werd het aantal taken van het jongerenloket ingeperkt. In het verleden bood het jongerenloket ook zelf langdurige begeleiding, in de nieuwe opzet beperkt het jongerenloket zich tot kortdurende trajecten en zal meer gebruik worden gemaakt van andere aanbieders in de keten. In de huidige opzet van het jongerenloket staan de poortwachterrol en het behalen van een startkwalificatie centraal. Als poortwachter probeert het jongerenloket uitkeringsafhankelijkheid te voorkomen door de jongere terug te leiden naar werk of een reguliere opleiding. Indien dit nog niet mogelijk is kan het jongerenloket een zorgtraject of maatwerk adviseren. In dergelijke situaties zal de jongere veelal worden overgedragen naar de gemeente die samen met de jongere een traject uitstippelt met als uiteindelijk doel ‘uitstroom naar werk’. Jongeren die nog niet in het bezit zijn van een startkwalificatie, zullen door het jongerenloket gestimuleerd worden deze alsnog te behalen. Het jongerenloket heeft hiervoor korte motiveringstrajecten in huis. In de huidige situatie is de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt nog verre van perfect, maar de problemen komen pas echt aan de orde zodra de economie weer gaat groeien. Wanneer binnen een sector één sleutelfunctie niet kan worden vervuld, kan dit gevolgen hebben voor de totale werkgelegenheidsontwikkeling binnen de betreffende sector. Om dergelijke problemen te voorkomen is krachtig arbeidsmarktbeleid nodig, beleid dat helpt om kansen op de arbeidsmarkt optimaal te benutten en problemen zo klein mogelijk te houden. Binnen de economische agenda van Holland Rijnland neemt arbeidsmarktbeleid sinds 2011 een prominente plaats is. Daarbij zet Holland Rijnland zich in om een ketenaanpak met betrekking tot invoering van de toekomstige wet Werken naar Vermogen, te realiseren met onder andere aandacht voor kwetsbare jongeren. gewaarborgd wordt. Gewenste situatie Het verder terugdringen van de jeugdwerkloosheid en het verder verbeteren van de arbeidsmarktpositie van jongeren. Het verder stimuleren en faciliteren van de samenwerking tussen de verschillende organisaties, daarbij kan meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om te sturen op doelen en prestaties van organisaties die (voor een deel) gefinancierd worden door de gemeente. 2
Een in 2009 afgesloten convenant van de Holland Rijnland en Rijnstreek gemeenten met het ministerie van Szw met als doel de regionale jeugdwerkloosheid te voorkomen en te bestrijden.
35 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Beleidsvoornemens en gewenste acties Naast het uitvoeren van de wettelijke taken op dit terrein zal de komende jaren extra aandacht worden gegeven aan:
Beleidsvoornemens 2011-2015
Financiën
Ondanks bezuinigingen, trachten huidige niveau van re-integratieactiviteiten te handhaven. Met het oog op efficiëntiebevordering: verdere afstemming bereiken in het huidige lokale en regionale voorzieningenniveau.
Zie jaarlijkse beleidsplan sociale zaken
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Zie jaarlijkse beleidsplan sociale zaken
36
HOOFDSTUK 3 Financiën Hierbij de structurele bedragen voor de sociaal-cultureel aspecten van het jeugdbeleid zoals begroot voor 2012. Jeugdparticipatie (o.a. kindergemeenteraad, gemeente on tour, participatie herinrichting speelplekken, jeugdparticipatie in het centrum Jeugd en gezin, gadgets, social media, speeddaten).
Euro 18.500
Staand beleid
Activiteiten Jeugdbeleid/ Jeugd en Cultuur o.a. Vakantiepas, Cultuurproject, Breedtesport, huisvesting kinderwerk, extra activiteiten jeugdwerk. Kosten Huisvesting Friendz. Subsidie Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland. Extra aandacht besteden aan het multimediagebruik door jongeren (de digiwereld), waaronder het probleem digipesten. Uitbreiding uren (ambulant) jongerenwerk.met 4 uur per week gedurende 40 weken per jaar
Euro 30.782,-
Staand beleid
Euro 10.000 Euro 133.123
Staand beleid Staand beleid
Pm
Nieuw beleid
€ 8.800,- per jaar financiering vanuit de WMO-gelden voor een periode van 4 jaren (2012, 2013, 2014 en 2015)
Nieuw beleid
37 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Bijlage 1 Bevolkingsgegevens Prognoses en -ontwikkeling van aantal inwoners in Oegstgeest, uitgesplitst naar leeftijdscategorie Leeftijd totaal in totaal in totaal in totaal in Total in 2011 2015 2020 2025 2030 0-3 jaar
975
1006
1134
1227
1305
4-12 jaar
2602
2544
2478
2986
2931
13-17 jaar
1595
1518
1469
1383
18-24 jaar
1877
2003
1902
1841
totaal 7049 7071 6983 7437 Bron: Provincie Zuid-Holland 2010 (www.ris-zh.nl)
1436 1737 7409
Prognose samenstelling gemeentelijke bevolking in Oegstgeest naar herkomst Herkomst totaal totaal totaal in in in 2008 2015 2020 autochtoon
17226
16504 16209
Westers allochtoon
3038
3315
3468
Niet-westers allochtoon
1475
1713
1953
Suriname
240
266
288
Ned.Antillen en Aruba
146
169
203
Turkije
94
201
254
Marokko
98
206
270
Overig nietwesters
897
871
938
23214
23245 23583
Totaal Bron: CBS
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
38
Activiteiten van jongeren in hun vrije tijd per gemeente
Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk
Leiden
Leiderdorp Lisse Nieuwkoop
vaker lezen, emailen/chatten, computerspellen, kerk/moskee discotheek, houseparty lezen, discotheek, sportkantine, houseparty hangen op straat, met vrienden thuis, discotheek, sportkantine, café/snackbar, kerk/moskee, buurthuis, gokhal/speelhal hangen op straat, muziek maken, film, theater, museum, bibliotheek museum, muziek maken Buurthuis discotheek
Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest
lezen, muziek maken, sportkantine, film, theater, museum, bibliotheek Rijnwoude lezen, festival/popconcert Teylingen met vrienden thuis, sportkantine, museum Voorschoten lezen, muziek luisteren, theater, museum, bibliotheek Zoeterwoude Theater Bron: GGD Leiden oktober 2009
Minder vaak muziek maken, discotheek, sportkantine, café/snackbar, museum, muziek maken, kerk/moskee, film, theater computerspellen, hangen op straat, kerk/moskee, film, bibliotheek tv/DVD/video kijken, lezen, muziek maken, theater, museum, bibliotheek, houseparty
discotheek, sportkantine, kerk/moskee, gokhal/speelhal
hangen op straat, met vrienden thuis, kerk/moskee hangen op straat, film Museum, muziek maken, coffeeshop, buurthuis, bibliotheek computerspellen, kerk/moskee, buurthuis internetten, e-mailen/chatten, kerk/moskee, film e-mailen/chatten, hangen op straat, discotheek, gokhal/speelhal hangen op straat, met vrienden thuis, gokhal/speelhal Lezen, discotheek, kerk/moskee kerk/moskee
kerk/moskee
39 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Raming van het aantal jeugdigen met jeugdigen met behoefte aan specialistische hulp in Zuid-Holland absoluut Regio Oegstgeest Zuid-Holland Noord
2005
2006
2007
2008
2009
2010
264
263
260
262
262
260
5.861
5.760
5.700
5.656
5.607
5.566
Bron: CBS: bewerkt door Tympaan Instituut
Raming van het aantal jeugdigen met behoefte aan opgroeiondersteuning in Zuid-Holland absoluut Regio
2005
2006
2007
2008
2009
2010
11.722
11.520
11.400
11.313
11.214
11.133
Oegstgeest 529 525 Bron: CBS: bewerkt door Tympaan Instituut
521
524
524
519
Zuid-Holland Noord
Raming van het aantal jeugdigen met opvoedings- en opgroeiproblemen in ZuidHolland absoluut Regio 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Zuid-Holland Noord
17.582
17.280
17.100
16.969
16.821
16.699
Oegstgeest 793 788 Bron: CBS: bewerkt door Tympaan Instituut
781
785
786
779
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
40
Bijlage 2 Wet- en regelgeving Landelijke context jeugdbeleid Het vorige kabinet had de jeugd hoog op de agenda staan. Het aanstellen van een programmaminister voor Jeugd en Gezin, het opzetten van de Centra voor Jeugd en Gezin, het elektronisch kinddossier, de Verwijs Index Risicojongeren en de landelijke Jeugdmonitor waren enkele speerpunten. Voor de jeugd bestaan tal van wetten en regelingen die tot doel hebben het kind begeleiding, ondersteuning en bescherming te bieden, aanvullend op de taken en plichten van ouders en kinderen zelf. De wetten met de meeste invloed op gemeentelijk jeugdbeleid komen hieronder aan de orde. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Met de invoering van de Wmo (1 januari 2007) is een nieuw wettelijk kader ontstaan voor de maatschappelijke ondersteuning en participatie van burgers. Hierbinnen vallen verschillende gemeentelijke zorg- en welzijnsactiviteiten, inclusief de jeugdvoorzieningen. Voor de maatschappelijke ondersteuning van ouders en jeugdigen is zelfs een apart prestatieveld in de Wmo opgenomen (prestatieveld 2). In prestatieveld 2 van de Wmo zijn vijf functies op het gebied van preventief jeugdbeleid op lokaal niveau opgenomen. Deze vijf functies zijn: 1. informatie en advies 2. het signaleren van problemen 3. toegang tot het hulpaanbod 4. licht pedagogische hulp 5. coördinatie van zorg In het algemeen worden deze functies al uitgevoerd door lokale voorzieningen zoals de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk. De functie coördinatie van zorg zal nader worden vormgegeven in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wet op de Jeugdzorg De Wet op de Jeugdzorg is in 2005 in werking getreden. Deze wet richt zich vooral op de organisatie van de (geïndiceerde) jeugdzorg. De (geïndiceerde) jeugdzorg betreft de zorg aan ouders en kinderen met ernstige opgroei- en opvoedproblemen, die niet opgelost kunnen worden door lokale voorzieningen zoals onderwijs, jeugdgezondheidszorg of maatschappelijk werk. Hoewel de provincies verantwoordelijk zijn voor de geïndiceerde jeugdzorg, heeft de Wet op de Jeugdzorg ook invloed op het gemeentelijk beleid en wel om drie redenen: 1. In de wet zijn aanwijzingen opgenomen ten aanzien van de aansluiting van (gemeentelijk) jeugdbeleid op de geïndiceerde jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de Provincie en, omgekeerd, de aansluitingstaken van het Bureau Jeugdzorg op het gemeentelijk jeugdbeleid. Deze aansluiting is van wezenlijk belang voor de kracht van de gehele jeugdzorgketen; 2. In de wet zijn aanwijzingen opgenomen ten aanzien van het takenpakket dat voor rekening van de gemeente komt. Dit zijn de vijf genoemde functies die ook onderdeel uitmaken van de Wmo (informatie en advies, het signaleren van problemen, toegang tot het hulpaanbod, licht pedagogische hulp en de coördinatie van zorg). Een gemeente moet ten aanzien van deze vijf functies voorzieningen creëren of in stand houden. Deze dienen een nauwe koppeling te hebben met de Centra voor Jeugd en Gezin. 3. Vanwege de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin wordt de Wet op de Jeugdzorg ook herzien. Het wetsvoorstel CJG wordt opgenomen in de wet op de jeugdzorg. Opgenomen wordt dat gemeenten worden verplicht minmaal een Centrum voor Jeugd en Gezin tot stand te brengen. De tweede herziening betreft de wettelijke toedeling van de regierol (regie =vooral zorgen dat partijen in staat worden gesteld om goed met elkaar samen te werken en partijen zo nodig aan te spreken op hun verantwoordelijkheid) aan gemeenten. Dit ten behoeve van een niet vrijblijvende samenwerking binnen de totale jeugdketen wanneer er 41 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
signalen zijn dat een kind of gezin in de problemen verkeert. Wet op de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Twee taken voor gemeenten zijn in deze wet genoemd: 1 Het uitbetalen van een tegemoetkoming voor in de wet gedefinieerde doelgroepen. Het gaat hier om enkele specifieke doelgroepen die geen werkgever hebben maar wel (toeleiding naar) arbeid en zorg combineren. Gemeenten betalen het zogenaamde werkgeversdeel uit aan deze doelgroepen. 2 Handhaving van de wettelijke kwaliteitseisen. Wet Publieke Gezondheid (Wet PG) paragraaf 2 Gemeentelijke taken Gemeenten hebben als taak zorg te dragen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg. Het gaat hier om het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren. Het ramen van de behoeften aan zorg en het vroegtijdige opsporen en trachten te voorkomen van specifieke stoornissen. Ook dienen gemeenten voorlichting, advies, instructie en begeleiding te verzorgen en maatregelen te formuleren ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorgheeft een centrale functie in het CJG. De Wet Publieke Gezondheid regelt verder de digitaliseringplicht van de jeugdgezondheidszorg waaronder het elektronische kinddossier (EKD) en de Verwijsindex Risicojongeren (VIR). Leerplichtwet Toezicht op de Leerplicht en RMC functie (Leerplichtwet) Het voorkomen van voortijdig school verlaten en het toeleiden naar werk, is een vraagstuk waarbij gemeenten, samen met het onderwijs, de arbeidsmarkt en de zorginstellingen, nauw samenwerken. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van het jongerenloket. Leerplichtambtenaren maken nu al vaak onderdeel uit van een zorg- en adviesteam. Wet Onderwijskansen Educatie (OKE) in. Vanaf 1 augustus 2010 gaat deze wet in. Hierdoor wordt in het aantal verplichte onderwerpen in de onderwijswetten uitgebreid. Het college wordt opgedragen ten minste jaarlijks overleg te voeren met schoolbesturen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen en verplichte afspraken te maken over: a. Een zo groot mogelijke deelname van kinderen aan voorschoolse educatie, met als beleidsvoornemens het vaststellen welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor voorschoolse educatie, de wijze waarop kinderen worden toegeleid naar voor- en vroegschoolse educatie en de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie. b. De resultaten van vroegschoolse educatie. Wet WIJ WIJ staat voor Wet investeren in jongeren (WIJ) (vanaf 1 januari 2009). Deze nieuwe wet moet ervoor zorgen dat alle jongeren tot 27 jaar een opleiding volgen of werken. Ook jongeren die nu niet naar school gaan en geen werk hebben. Jongeren die vanaf 1 oktober 2009 naar het jongerenloket van het UWV WERKbedrijf gaan voor werk, kunnen geen uitkering aanvragen maar krijgen een werkleeraanbod. Dat is een opleiding of werk, of een combinatie daarvan. Op basis van het werkleeraanbod, beoordeelt de gemeente of iemand recht heeft op een (aanvullende) inkomensvoorziening op grond van de WIJ. Deze wet voorkomt dat jongeren zonder diploma of werkervaring thuis zitten. Een goede opleiding en een goede baan helpt jongeren een financieel zelfstandige toekomst op te bouwen.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
42
Bijlage 3 Lijst van organisaties die betrokken zijn geweest bij de opstelling van de beleidsnota Integraal Jeugdbeleid. Bij de opstelling van deze beleidsnota zijn op diverse momenten deze organisaties, die ook de Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid vormen, geraadpleegd. Het verslag van de laatste vergadering waarin het laatste concept besproken is, is bij deze bijlage gevoegd. De Wmo-adviesraad heeft een advies gegeven, die voor het grootste deel de jeugdzorg betrof. Dit advies zal bij de opstelling van de nota Lokaal Gezondheidsbeleid zeker worden meegenomen. • • • • • • • • • • • • • • • • •
GGD, jeugdarts 4-12 jaar GGD, clustermanager 0-12 jaar Kwadraad Politie Hollands Midden Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland Stichting Kinderopvang Oegstgeest Stichting Piko Regionaal Bureau Leerplicht Home Start Halt Hollands Midden Haaglanden Teylingen college Rijnlands lyceum Wellantcollege Dr. Leo Kannerschool Openbare basisschool de Springplank (namens alle basisscholen in Oegstgeest) WMO adviesraad CJG
43 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
Stuurgroep Integraal Jeugdbeleid Oegstgeest Verslag d.d. 13 september 2011 Aanwezig
Jan van de Meerendonk, Teylingen College Menno Zijlstra, Politie Hollands Midden Theo Caspers, De Springplank Hanneke Verhoog, Rijnlands Lyceum Jolanda Lambers, RBL Douwe Splinter, Dr. Leo Kannerschool (i.p.v. Bart Bruyns) Bert van Geel, Wellant College Arjan Korevaar, Piko Örpen Duregger, Home Start Carola Mooijman, HALT Adry Lodder, WMO adviesraad Herman van der Brug, St. Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland Jolanda van der Linden, SKO Nicolette Kager, gemeente Oegstgeest (voorzitter) Dijana Vuletic, gemeente Oegstgeest (notulen)
Afwezig:
Frida van ’t Veer, GGD Moniek Steenland, SKO Loes den Hollander, RBL Pieter Brussee, Politie Hollands Midden Mark van Scheppingen, Politie Hollands Midden
1. Opening en vaststelling van de agenda De voorzitter opent de vergadering en stelt de agenda ongewijzigd vast. 2. Verslag d.d. 24 mei 2011 Aanwezigen hebben geen op- of aanmerkingen. Het verslag wordt hierbij ongewijzigd vastgesteld. 3. Presentatie Jeugdmaatschappelijk werk door Lydia Imthorn van Kwadraad Mevrouw Imthorn stelt zich voor en licht het Jeugdmaatschappelijk werk (afgekort JMW) middels een presentatie toe (als bijlage gevoegd). In Oegstgeest heerst over het algemeen geen zware problematiek onder de jeugd. 4. Concept beleidsnota Jeugd De conceptnota is gebaseerd op de nota ‘Goed op weg Jeugdbeleid in Oegstgeest’ opgesteld door Mirjana Pannekoek. In de jeugdnota wordt veel verwezen naar andere beleidsnota’s o.a. de lokale gezondheidsnota, die in 2012 wordt geschreven. Barbara van de Slikke zal deze nota opstellen in nauw overleg met alle partijen en afdelingen. Vervolgens geeft iedereen zijn commentaar en/of aanvullingen: - De heer Korevaar geeft als tip om meer techniek, natuurwetenschappelijke naar het dorp halen. Deze thema’s kunnen jongeren trekken. Als voorbeeld geeft de heer Korevaar Technolab. Dit is educatief en interessant. Jongeren tussen 11 en 13 jaar leren zich bezighouden. Jeugd- en jongerenwerk heeft al zoiets in andere omliggende gemeenten lopen. - Mevrouw Lodder informeert dat Wmo-adviesraad advies uitbrengt. In de nota ontbreken de ontwikkelingen bij kwetsbare kinderen en jongeren. Dit advies zal in de nota lokaal gezondheidsbeleid verwerkt worden. - Jolanda van der Linden van de SKO vertelt dat de bso Toptieners bijna vol zit. Ze hebben verschillende activiteiten en nu denkt men over toekomstige activiteiten na. - Carola Mooijman van Buro Halt vertelt dat de alcohol en verslavingsaanpak voor Buro Halt zeer belangrijk is. Het spijbelgedrag van jongeren vormt steeds een groter risico, dat steeds vaker voorkomt.
Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
44
-
-
-
-
Theo Caspers mist het project Opwegnaarschool.nl onder thema Jeugd en Veiligheid. Dit project gaat over de verkeersknelpunten in de schoolomgeving en op school en thuisroutes. Dit punt wordt in de nota meegenomen. Herman van der Brug signaleert dat het jongerenwerk steeds meer naar veiligheid trekt. STJJMH krijgt een meer signalerende functie. STJJMH organiseert steeds meer activiteiten over o.a. onderwerpen zoals schulden 13/14 jarigen, gokken, weerbaarheid Gevraagd wordt of de kennismakingscursussen (voor sport) blijven bestaan. Op dit moment wordt deelname aan deze cursussen onderzocht. Middels kennismakingscursussen kunnen kinderen aangemoedigd worden om aan sport deel te nemen. Scholen krijgen het steeds moeilijker om ouderhulp te krijgen voor evenementen. Ouders hebben er geen tijd meer voor vanwege werk.
Mevrouw Kager dankt de aanwezigen voor hun input op de jeugdnota. 5. Signalen, Ik merk de laatste tijd dat veel kinderen/jongeren. 1. Digipesten is een thema dat steeds terugkomt. In plaats van digipesten wordt geadviseerd het woord digiwereld te gebruiken. In voorjaar 2012 zal de informatie-avond voor ouders “het is hier geen hotel” georganiseerd worden. Onderzocht zal worden om digiwereld hier ook een plaats te geven. 2. We gaan weer naar de goede oude tijd terug: op scholen wordt weer les gegeven. De laatste jaren was er sprake van een corebusiness van het onderwijs. Zorg was dat alle leerlingen goed de taal en rekenen leren. Dit is niet goed. Er moet juist verhouding gezocht worden: klassikaal lesgeven, welke zaken voor welke leerlingen goed zijn, aan kinderen/leerlingen feedback geven. 3. Het begin van een schooljaar is toch altijd leuk: de praatjes met brugklassers zijn leuk. 4. De laatste tijd is er sprake van een toename van tienerzwangerschappen. 5. Er worden steeds meer cluster-4 indicaties gegeven. Er zit in de regio een (klein) aantal leerlingen thuis, al of niet met cluster 4. Voor een aantal leerlingen heeft de Leo Kanner fysiek geen plek meer, b.v. HAVO 4, omdat door tussentijdse instroom de klassen inmiddels overvol zitten. Bart Bruyns wordt van alle gevallen op de hoogte gesteld. Hierna wordt samen met het samenwerkingsverband VO, Erik Beers en Annelies van de Vlist, naar oplossingen gezocht. 6. We hebben nog steeds leuke jeugd in Oegstgeest. Laatst ook in het nieuws geweest.
6. Rondvraag Op 22 en 29 september wordt een informatieavond georganiseerd door de SKO met als thema “jongen is geen meisje”. Er is nog een mededeling van PIKO: binnenkort wordt de nieuwe locatie van de Poelkids geopend in Poelgeest. Mevrouw Kager bedankt iedereen en vindt de bijeenkomsten erg nuttig. Haar verzoek als er ideeën en/of wensen voor thema´s zijn, deze graag door te mailen naar
[email protected]. De volgende vergadering zal zijn op dinsdag 22 november 2011.
45 Gemeente Oegstgeest Afdeling WSO JEUGD IN OEGSTGEEST
OPENBAAR
1
Adviseur: F. Kromhout (GRIFFIE, tst. 872)
11.09747
INITIATIEFVOORSTEL van de fracties van PrO, LO, VVD, CDA, Lokaal en Transparant Oegstgeest Raadsvergadering d.d. 24 november 2011 Voorstel nr. 125/11 Programma en product 5.4 Bestuur - Griffie Oegstgeest, 9 november 2011 Aan de raad
Onderwerp Instellen werkgroep efficiency raad en griffie Beslispunten Ø een werkgroep efficiency raad en griffie in te stellen, bestaande uit mevrouw Rosdorff, de heren Hessing en Janssen en de griffier en de werkgroep opdracht te geven uiterlijk in maart 2012 aanbevelingen aan de raad te doen. Samenvatting Onlangs is een zelfbenoemd werkgroepje bijeengekomen om te brainstormen over hoe de efficiency van raad en griffie te verhogen, dit (mede) in het licht van de bezuinigingsdoelstelling zoals opgenomen in de begroting 2012. De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat er op diverse vlakken mogelijkheden liggen. Een formalisering van de werkgroep is wenselijk, omdat op die wijze aanbevelingen aan uw raad kunnen worden gedaan. In de werkgroep hebben zitting mevrouw Rosdorff, de heren Hessing en Janssen en de griffier. De werkgroep wil kijken naar het raadsproces in zo breed mogelijke zin (bijv. nota's, technische en andere vragen, kosten griffie en raad, planningen enz.). De opdracht voor de werkgroep luidt als volgt: - verken mogelijkheden om het raadsproces efficienter en effectiever te laten verlopen; - formuleer voorstellen waarmee de doelstelling van € 50.000,= bezuinigen t.o.v. Programmabegroting 2011 gerealiseerd kunnen worden (NB: de bezuingingen kunnen op de productbegroting van de griffie gerealiseerd worden, maar ook op andere producten). Het streven is om in februari het eindrapport aan uw raad aan te bieden.
Inleiding n.v.t. Beoogd effect Bijdragen aan een efficiënt werkende gemeente. Argumenten n.v.t. Kanttekeningen n.v.t. Alternatieven n.v.t. Financiën n.v.t. Communicatie n.v.t. Gevolgen inspraak / interactieve beleidsontwikkeling n.v.t. Uitvoering n.v.t. Bijlagen Geen financiële consequenties. De fracties van PrO, LO, VVD, CDA, Lokaal en Transparant Oegstgeest,
Fractie PrO
F. Kromhout griffier
T.I.M. van Tongeren voorzitter
Fractie LO,
F. Kromhout griffier
S.C. Vogel voorzitter
Fractie VVD,
F. Kromhout griffier
M.S.C.M. Teeuwen voorzitter
Fractie CDA,
F. Kromhout griffier
M.A. den Boer voorzitter
Fractie Lokaal,
F. Kromhout griffier
E.G. van den Ouweelen voorzitter
Fractie Transparant Oegstgeest,
F. Kromhout griffier
R. Braun voorzitter
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het initiatiefvoorstel van de fracties van PrO, LO, VVD, CDA, Lokaal en Transparant Oegstgeest d.d. 9 november 2011, nr. 125/11; besluit: Ø
een werkgroep efficiency raad en griffie in te stellen, bestaande uit mevrouw Rosdorff, de heren Hessing en Janssen en de griffier en de werkgroep opdracht te geven uiterlijk in maart 2012 aanbevelingen aan de raad te doen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 november 2011.
, voorzitter
, griffier
OPENBAAR
1
Adviseur: M. Oufkir (BBO, tst. 796) Portefeuillehouder: E. Mackay
11.07452
ADVIESNOTA Raadsvergadering d.d. 15 september 2011 Voorstel nr. 84/11 Programma en product 5.10 Bestuur - Financiële aangelegenheden
Oegstgeest, 6 september 2011 Aan de raad
Onderwerp Vaststelling comptabiliteitsbesluiten Beslispunten de volgende comptabiliteitsbesluiten vast te stellen: - B09/2011 1e voortgangsrapportage 2011. - B08/2011 Jaarstukken 2010. Bijgaand treft u het ontwerpraadsbesluit ter vaststelling aan, waarin zijn opgenomen de comptabiliteitsbesluiten die betrekking hebben op de door u genomen besluiten in de raadsvergaderingen van 23 en 30 juni 2011, alsmede comptabiliteitsbesluiten waarvoor geen afzonderlijk raadsvoorstel benodigd is omdat het krediet minder dan € 11.345,00 bedraagt. Na vaststelling van het ontwerpraadsbesluit is het saldo van de: Ø post onvoorziene uitgaven 2011
€ 34.785 positief
Het weerstandsvermogen bedraagt op basis van de Jaarstukken 2010 en na vaststelling van bijgevoegd besluit € 5.5 mln. positief. Een gespecificeerd overzicht gaat hierbij. Wij stellen u voor de comptabiliteitsbesluiten vast te stellen overeenkomstig bijgaand ontwerpbesluit. Bijlagen (in bundel): 1. Prognose meerjarenraming 2011 – 2014. 2. Berekening weerstandsvermogen 2011.
Burgemeester en wethouders van Oegstgeest,
mr. C.M.M. Zwinkels waarnemend secretaris
E.M. Timmers – van Klink burgemeester
2
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 september 2011, nr. 84/11; gelet op de genomen besluiten in de raadsvergaderingen van 23 en 30 juni 2011; gelet op de artikelen 189 en 192 van de Gemeentewet; besluit: de volgende comptabiliteitsbesluiten vast te stellen: B09/2011 1e voortgangsrapportage 2011 Het saldo van de mutaties van baten en lasten bedraagt € 66.800 positief. Dit bedrag wordt ten gunste gebracht van het begrotingssaldo; het begrotingssaldo bedraagt hierdoor € 81.500 positief. B10/2010 Jaarstukken 2010 In de jaarrekening 2010 is een aantal bedragen geoormerkt. Het gaat om een totaalbedrag van € 553.100. Dit bedrag wordt voor € 503.100 ten laste van de algemene reserve gebracht. € 50.000 wordt ten laste gebracht van de egalisatiereserve riolering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingen van 15 september 2011.
, voorzitter
, griffier
BIJLAGE I
PROGNOSE MEERJARENRAMING 2011 – 2014
Overzicht Begrotingswijzigingen 2011 2011 14.800
Meerjarenraming na comptabiliteit 15 december 2010
2012 -81.000
2013 43.100
2014 35.300
Investering
B02/2011 Heroverweging € nieuwbouw zwembad Poelmeer B03/2011 Actualisatie grondexploitatie Poelgeest B04/2011 Ontwikkeling € bedrijvenpark MEOB B05/2011 Inkoopvoordeel Servicepunt71 B06/2011 Herziening grondexploitatie Nieuw-Rhijngeest 2011 B07/2011 Herziening begroting GR-KDB 2011 B08/2011 Overheveling € 1,4 mln. van algemene reserve naar reserve visienota B09/2011 1e voortgangsrapportage 2011 B10/2011 Jaarstukken 2010 Begrotingssaldo 2011, prognose meerjarenraming 2012-2014 na de raadsvergadering van 3 maart 2011
18.100
80.000
€
66.800
€
81.600 € 81.000- €
43.100 €
35.300
BIJLAGE II
WEERSTANDSVERMOGEN 2011
Weerstandscapaciteit exploitatie Onbenutte belastingcapaciteit: Leges en overige heffingen (stel) Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit exploitatie Weerstandscapaciteit vermogen Algemene reserve Correctie wegens storting reserve visienota Opbrengst Hofwijck Saldo Overveerpolder Geblokkeerd deel algemene reserve Vervallen van risicoreservering Nieuw-Rhijngeest 2) Verlaging bodembedrag 3) Herziening begroting GR-KDB 2011 Maatregelen verkeersveiligheid (amend. D)
Vrij aanwendbaar deel algemene reserve jaarrekeningssaldo 2010 Oormerken 2010
527.700 50.000 34.785 612.485
25.175.174 -1.400.000 1.250.000 342.000 -14.150.000 4.000.000 5.000.000 -29.180 -25.000 20.162.994 -11.915.053 -503.100
Totale weerstandscapaciteit vermogen
7.744.841
Total weerstandscapaciteit
8.357.326
Totaal weerstandscapaciteit Risico’s Weerstandsvermogen 30 juni 2011
8.357.326 2.929.750 5.427.576