http://www.palet-online.nl
Liefde Palet ckv voor de tweede fase Docentenwijzer
Derde druk
Auteurs Marjolein Bakker Rieks Veenker Astrid Westerbeek
Methodeoverzicht Palet Basisboek Palet Themakatern De Stad Palet Themakatern Feesten Palet Themakatern Liefde Palet Themakatern Helden cd-rom Hotel Palet Palet Mono: Film Palet Mono: Dans Palet Mono: Muziek Palet Mono: Theater
Palet ckv Methodewijzer downloadbaar via Palet-online Docentenwijzer bij De Stad Audio-cd bij De Stad Docentenwijzer bij Feesten Audio-cd bij Feesten Docentenwijzer bij Liefde Audio-cd bij Liefde Docentenwijzer bij Helden Audio-cd bij Helden Docentenhandleiding bij Film Docentenhandleiding bij Dans Docentenhandleiding bij Muziek Docentenhandleiding bij Theater www.palet-online.nl
Video/dvd bij Film Video/dvd bij Dans Video/dvd bij Muziek Video/dvd bij Theater
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor: Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Voor meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl
Derde druk, eerste oplage © ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatieen Reprorechten (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Inhoudsopgave 1
Inleiding 1.1 Het didactisch concept 1.2 Studielast
1 1 1
2
Uitwerkingen van de opdrachten bij het themakatern Liefde 2.1 Subthema 1: De kunst van het liefhebben Opdrachtblok 1: Liefde is ... Opdrachtblok 2: Jezelf in beeld Opdrachtblok 3: Ouderliefde
3 3 3 8 10
2.2
Subthema 2: Met alle liefde! Opdrachtblok 1: Opdrachtblok 2: Het aanzoek Opdrachtblok 3: Betaalde liefde
12 12 14 16
2.3
Subthema 3: Lief en leed Opdrachtblok 1: Liefdesverdriet Opdrachtblok 2: Liefdesbrieven Opdrachtblok 3: Kunst en kitsch
21 21 25 27
2.4
Subthema 4: Passie Opdrachtblok 1: Verleiding Opdrachtblok 2: Lust of liefde? Opdrachtblok 3: Liefde voor de natuur
28 28 33 35
2.5
Jij en liefde
37
1 Inleiding Deze docentenwijzer hoort bij het themakatern Liefde en bevat naast praktische ondersteuning de antwoorden bij de verschillende opdrachten. Daar waar er gevraagd wordt naar het geven van een mening of het beschrijven van een ervaring zijn geen (mogelijke) antwoorden opgenomen. Bij de staartopdrachten staat alleen iets vermeld als er specifieke kennis voor nodig is. Deze antwoorden kunt u eventueel kopiëren voor de leerlingen. In de Methodewijzer Palet (te downloaden via www.palet-online.nl) vindt u meer algemene informatie over de methode Palet.
1.1 Het didactisch concept Het themakatern Liefde behandelt één thema, dat in vier subthema’s wordt uitgewerkt. Daarbinnen komen de zeven verschillende kunstdisciplines aan de orde: theater, film, muziek, beeldende kunst, architectuur, design, literatuur. Het themakatern besteedt ook aandacht aan cultureel erfgoed. Elk subthema is inwisselbaar qua volgorde. Binnen een subthema is wel sprake van opklimming in moeilijkheidsgraad: van leerling-nabij tot ‘verder weg’, van ‘eenvoudig’ kunstwerk naar ‘moeilijkere’ kunst en van eigen bekend referentiekader naar onbekendere ervaring. Een subthema bestaat uit drie opdrachtblokken, die didactisch de lijn volgen van oriëntatie → verdieping → afsluiting (afgeleide van het OVUR-model: Oriëntatie – Voorbereiding – Uitwerking – Reflectie). Een opdrachtblok bestaat uit kleinere reeksen samenhangende opdrachten. Daarnaast zijn er keuzeopties mogelijk. Een opdrachtblok is een afgesloten eenheid en is opgebouwd uit kop-, romp- en staartopdrachten. In de kopopdracht maken de leerlingen kennis met een kunstobject in een bepaalde omgeving. Ze kunnen het relateren aan hun eigen ervaringswereld (subjectief). In de rompopdrachten leren de leerlingen het kunstobject kennen qua vorm, inhoud en (sociaal)culturele context (objectief). In de staartopdrachten verwerken de leerlingen de informatie die ze tijdens het maken van de kop- en rompopdrachten hebben verworven in een praktische keuzeopdracht (creatief). De verschillende werkvormen komen verspreid voor in de subthema’s en staan garant voor een goede afwisseling tussen kennisvragen, beschouwende vragen, meningsvormende vragen, waarnemingsopdrachten, onderzoeksopdrachten en creatieve/praktische opdrachten. Het themakatern wordt afgesloten met een keuze uit drie praktische eindopdrachten die teruggrijpen op de vier subthema’s en de relatie tussen de leerling en het thema omvatten.
1.2 Studielast In de volgende tabel is de opgegeven studielast steeds een indicatie. Vanwege de aard van de opdrachten is het niet mogelijk om een exacte opgave te doen. Het zoeken naar informatie of voorbeelden zal per keer meer of minder tijd in beslag nemen. De tijd die hiervoor nodig is, kan aanmerkelijk verkort worden als de school over een computerlokaal of mediatheek beschikt. Veel onderdelen zijn dan ook niet in een vaste studielast uit te drukken. In de tijdsaanduiding is uitgegaan van het volledig uitvoeren van het opdrachtblok, echter zonder de laatste (staart)opdracht waarin leerlingen een keuze kunnen maken uit diverse praktische opdrachten. Subvragen zullen niet altijd uitgevoerd (kunnen) worden. Daarnaast zijn er ook keuzeopties. Door samenwerking kan een opdracht versneld uitgevoerd worden. In het schema vindt u ook per opdrachtblok de kunstdisciplines die aan de orde komen. U kunt ook een andere tijdsaanduiding of zelf een limiet aan de leerling opgeven. U kunt een opdracht uitbreiden door er een culturele activiteit aan te verbinden.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
1
Titel Opdrachtblok Studielast (in minuten) Subthema 1: De kunst van het liefhebben Liefde is ... 1 140-160 (zonder/met keuzeopdracht) Jezelf in beeld 2 100
Kunstdisciplines
100-140 (zonder/met keuzeopdracht)
Beeldende kunst, muziek, dans (theater), design Cabaret (theater), fotografie, beeldende kunst Beeldende kunst, muziek, architectuur, film
Subthema 2: Met alle liefde! 1
145
Design, beeldende kunst, muziek
Het aanzoek
2
105
Betaalde liefde
3
100-140 (zonder/met keuzeopdracht)
Beeldende kunst, design, muziek, architectuur, erfgoed Beeldende kunst, musical (theater), muziek, architectuur
Ouderliefde
3
Subthema 3: Lief en leed Liefdesverdriet 1 Liefdesbrieven 2
135 125
Kunst en kitsch
3
100
Subthema 4: Passie Verleiding
1
120
Lust of liefde?
2
125
Liefde voor de natuur 3 Jij en liefde 1, 2 of 3
135
Muziek, beeldende kunst, film Musical (theater), muziek, film, beeldende kunst Film (soaps), beeldende kunst, literatuur (versus lectuur), muziek Beeldende kunst, literatuur, muziek, musical (theater), design Literatuur, muziek, beeldende kunst, fotografie Beeldende kunst, architectuur, muziek
Deze opdracht is in één lesuur (50 minuten) te doen, mits thuis de nodige voorbereidingen zijn getroffen (ook 50 minuten).
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
2
2 Uitwerkingen van de opdrachten bij het themakatern Liefde 2.1 Subthema 1: De kunst van het liefhebben Opdrachtblok 1 – Liefde is ...
1 a Op de site http://nl.wikiquote.org/wiki/Liefde zijn veel citaten over de liefde te vinden. b/c Het is belangrijk dat de leerlingen begrijpen dat ze geen citaat mogen gebruiken dat al bestaat. 2 a De sfeer van het gedicht is ingetogenheid/verstilling. Woorden als ‘niet zeggen’ en ‘krimpende stilte’ versterken dat. b In deze meningsvraag moet in ieder geval een verband worden gelegd tussen beeld en tekst. c Hier staat de tekst van het gedicht Ga nu maar liggen liefste uit de bundel Een lege plek om te blijven (1975) van Rutger Kopland. Ga nu maar liggen liefste in de tuin, de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven. Bron: Rutger Kopland, Een lege plek om te blijven, 1975. Door de sfeerbeelden (‘tuin’, ‘hoge gras’) die Rutger Kopland in bovenstaand gedicht oproept, sluit het evengoed aan bij de aquarel van Anke Roder als bij het gedicht van Guilaume van der Graft. Op haar aquarel zijn ook veel plekken open gelaten. d Beide gedichten verhalen over het ongezegde (de onuitgesproken ruimte) tussen mensen die elkaar liefhebben. 3 a Hier volgen de songteksten van de vijf songs. Twenty tambourines I lie in the gras and dream The valley is filled with light I feel like another person today And suddenly you are here by my side We are garlands quivering in the air We make up a song and we dance And never grow tired In my dream. I’m living a dream by day And dreaming a life at night A wonderful life, a star spangled affair With just you and me and there’s nobody else Who’s able to touch or see you No one hears any sound as Twenty tambourines Deafeningly declare my love for you I beat them, juggle them Balance one on the tip of my nose Twenty tambourines Try to make you share my love.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
3
Is anybody ever sure Of even a simple thing When there isn’t a thing that goes without saying And whenever you’re near me My lips don’t say what they wanted to say All the while in my head there’s a mist And my tongue’s in a twist But twenty tambourines Deafeningly declare my love for you I beat them, juggle them Balance one on the tip of my nose Twenty tambourines Try to make you share my love. Oh I wish that I knew Of a way to get through to you ‘Cause twenty tambourines would crashingly declare my love for you I’d kick, beat, juggle them And balance one on the tip of my nose Twenty tambourines Definitely declare my love. An orchestra of bells is ringing in my head Twenty tambourines Crashingly declaring my love Tangled up in ribbons It’s hard to tell below from above And my lips don’t say what they wanted to say But twenty tambourines ... Bron: Mathilde Santing, 1987.
Fiets Zij rijdt met de brommer En ik rijd met de fiets Wat een zorg en kommer Zij heeft alles en ik niets Had ik maar een brommer En had zij een fiets Dan zou ik haar kunnen duwen Maar nu duw ik niets Duw ik in ’t niets Had ik maar een brommer En had zij een fiets Dan zou ik haar kunnen duwen Maar nu duw ik niets Duw ik in ’t niets Bron: Clouseau, 1989.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
4
Leather 1 Look I’m standing naked before you Don’t you want more than my sex I can scream as loud as your last one but I can’t claim innocence. Refrein: Oh god could it be the weather Oh god why am I here If love isn’t forever and it’s not the weather Hand me my leather. 2 I could just pretend that you love me The night would lose all sense of fear but why do I need you to love me when you can’t hold what I hold dear. Refrein: ...
3 I almost ran over an angel He had a nice big fat cigar ‘In a sense’ he said ‘you’re alone here So if you jump you best jump far.’ Refrein: ...
Oh god could it be the weather
Refrein: Oh god could it be the weather Oh god it’s all very clear ... Bron: Tori Amos, 1992.
Oh god could it be the weather
Anne Er waren mooie baby’s bij, maar niet zo lief als jij, Anne. Van al dat wit en zo veel licht gingen van schrik je ogen dicht, Anne.
Je hebt net je bromtol uitgepakt of je bent alweer een jaar ouder. Voor ik goeiemorgen zeg, ben jij op je brommer weg, Anne.
Even kreeg ik kriebels in mijn keel maar je had geen pink te veel, Anne. Ik stond te blozen was zo blij, jij moest er haast van lachen, Anne.
Refrein: Anne, de wereld is niet mooi, ...
Refrein: Anne, de wereld is niet mooi, maar jij kan haar een beetje mooier kleuren Anne, je hebt nog heel wat voor de boeg, maak je geen zorgen, daarvoor is het nog te vroeg, veel te vroeg.
Er waren mooie baby’s bij, Maar niet zo lief als jij, Anne. Alleen de ogen van je moeder waren net zo mooi als jij, Anne. Bron: Herman van Veen, 1986.
De wijzers van de klok gaan snel, dat merk je later wel, Anne. Van de pot naar de wc gaat een, twee, huppekee, Anne.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
5
Je veux de l’amour Da’s al dertig jaar da’k in ’t vak zit ’k Heb gezongen in Aalst, Peutie, Zwevezele en Genoelselderen ’k Heb zalen doen vollopen, ’k heb ook zalen doen leeglopen ’k Heb succes gekend, ’k heb ellende gekend ’k Heb toejuichingen gehad, bloemekes, verzoeknummers AC/DC, Cherie, Een bakske vol met stro Ik weet niet waarom, ik weet niet hoe ’t komt Maar artiesten hebben meestal maar één verzoeknummer Je veux de l’amour, je veux de l’amour Waar ik ga, waar ik sta Voor ik sterf, voor ik verga, je veux de l’amour ’k Heb een syndicaat, ’k heb een agent d’een werkt per tarief, de ander op percent Degenen die, zoals ik, werken op ’t sentiment Worden door ’t leven niet lang verwend Ze worden zot Je veux de l’amour In een kano, op het strand, in de lift, op de tram, op de vloer Ik babbel met de gast die mij een glas aanbiedt Tot ik genoeg op heb voor een volgende stap Ik babbel met het meisje dat er tof uitziet Ik sloof me uit, compliment en een grap Maar ik wil geen grap meneer, ik wil geen grap Je veux de l’amour Ik wil geen geld terug van de telefoniste Ik wil dat ze van me houdt, pour toujours b
Wanneer een artiest succesvol is Dan heeft ie talent, fans, wordt geëerd als een vorst Wanneer het minder goed gaat, wat heeft ie dan nog Paranoia en twijfels en vooral veel dorst Je veux de l’amour, je veux de l’amour, in die hel Als ik kots in de goot, onder ’t kwijl, hallef dood Je veux de l’amour Liefde voor mij en voor mijn hond Die heel de nacht in de auto op me wacht Ik wil er zelfs voor de premier Al heeft ie zijn smoeltje niet mee Je veux de l’amour, je veux de l’amour Voor mijn slapeloze vrouw, van tranen nat Als ik thuiskom, strontzat, om vier uur ’s ochtends Je veux de l’amour Voor m’n vrienden, die ook vanavond weer de weg Naar mijn optreden niet vinden Je-je-je-je veux de l’amour Voor mijn verstrooide madam Die haar pil vergat, voor abortus, op weg naar Amsterdam Je veux de l’amour Nu, niet seffes, niet direkt, niet sebiet, niet weldra, maar nu Maintenant, tout de suite, heute, gvd Je veux de l’amour, en ook geld, geld Om kadootjes te kopen en aan iedereen te geven Opdat ze van me houden Bron: Raymond van het Groenewoud, 1980.
Twenty tambourines: De ik-persoon droomt van haar ware liefde. Ze kan haar liefde niet in woorden uitspreken (And my lips don’t say what they wanted to say), maar hoopt dat het geluid van twintig tamboerijnen haar geliefde ervan overtuigt dat ze van hem houdt (An orchestra of bells is ringing in my head, twenty tambourines crashingly declaring my love). z Fiets: het verschil in snelheid van de brommer en de fiets als metafoor voor de onbereikbaarheid van de liefde van de zanger voor een meisje. z Leather (leren broek): de ik-persoon van de song verlaat degene van wie ze ooit heeft gehouden. De leegte in hun verloren gegane liefde wordt in deze song verbeeld doordat de zangeres zingt dat ze naakt (en koud) voor hem staat. Dit is zowel letterlijk als figuurlijk bedoeld. z Anne: de liefde van een vader voor zijn dochtertje, dat hij voor de boze buitenwereld wil beschermen (Anne, de wereld is niet mooi). Voor hij het weet, is zijn dochter volwassen geworden. z Je veux de l’amour: De zanger bezingt de eenzaamheid van een artiest (hijzelf) die altijd op weg is van en naar voorstellingen. In de zaal is hij de gevierde held, maar daarbuiten is hij alleen. ‘L’amour’ is in dit lied synoniem voor aandacht, warmte van mensen, vriendschap. c Omschrijvingen als ‘leuk’, ‘mooi’ of ‘wel aardig’ zijn onvoldoende. Het gaat erom dat de leerlingen het waarom van hun mening kunnen onderbouwen. De muzikale middelen kunnen daarbij helpen. Soms is in een song bewust een tegenstelling gecreëerd tussen tekstinhoud en sfeer. z
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
6
4 a Deux femmes qui s’embrassent. Twee rijk geklede vrouwen omarmen en zoenen elkaar. De ene vrouw, die op de rug is geschilderd, heeft lichtroze kleding aan, en is wat dat betreft het tegenovergestelde van de andere vrouw, die op de onderkant van haar rok na in het zwart is gekleed. De achtergrond van het schilderij is donker. b Thema: Het thema van Deux femmes qui s’embrassent, twee zoenende vrouwen, was toen en is nu nog steeds, een omstreden onderwerp. Het onderwerp van De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw is aan het Oude Testament ontleend en verbeeldt de liefde van een moeder voor haar kind. Het kennen van je klassieken, in dit geval de Bijbel, gold in die tijd als verheven en erudiet. Daarbij is de liefde van moeder en kind door alle eeuwen heen een geliefd onderwerp geweest. Techniek: z Vorm: Beide schilderijen zijn figuratief, hoewel De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw realistischer is geschilderd dan Deux femmes qui s’embrassent. Met name de grove penseelstreek en het loslaten van een zo realistisch mogelijke werkelijkheid was voor de jury onacceptabel. z Lijn: Doordat De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw realistischer is geschilderd zijn de contouren van de personen ook scherper. z Kleur: Beide schilderijen zijn kleurrijk, maar door het opvallende roze en oranje van Deux femmes qui s’embrassent is dit schilderij vrolijker. De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw is, op de rode kleding van de moeder na, donkerder en minder kleurrijk. z Licht: In De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw maakt Sluijters gebruik van clair-obscur, een techniek waarbij de licht-donkercontrasten zo sterk worden aangezet (met schaduwwerking) dat er een dramatisch effect ontstaat. De vrouw en haar zoon zitten in het licht en de man en de hand van Elisa staan in de schaduw. De lichtbron komt schuin van linksboven. In Deux femmes qui s’embrassent is nauwelijks sprake van schaduwwerking of een duidelijke lichtbron. z Ritme: Herhalingen komen in geen van beide schilderijen voor. z Perspectief: In De profeet Elisa en de zoon van de Sunamitische vrouw maakt Sluijters heel duidelijk gebruik van perspectief, in Femmes qui s’embrassent nauwelijks. z Textuur: Beide schilderijen zijn olieverf op linnen. c/d z De Kus van Rodin (1886), manshoogte, brons. Rodin maakte De Kus in 1886. Het kunstwerk werd voor het eerst op de Salon tentoongesteld in 1898. Twee geliefden omhelzen elkaar innig. De vloeiende vormen contrasteren sterk met het blok ruw gebeitelde marmer waarop ze zitten. Rodins idee om de menselijke figuur uit steen te bevrijden, gaat terug op zijn bewondering voor Michelangelo (Slaven). Deze lijken zich los te rukken van de steen waaruit ze zijn gehakt. z De Kus van Toulouse-Lautrec (1892), olieverf op doek. Twee vrouwen omhelzen elkaar, liggend op bed, vurig. Het bed en de achtergrond zijn overwegend rood gekleurd. Beiden zijn gekleed. z De Kus van Salome van Beardsley (1894), 19,5 x 15,5 cm, tekening zwart-wit. In 1894 schreef Oscar Wilde de eenakter Salomé, de stiefdochter van Herodes Antipas. In ruil voor een dans voor Herodes vraagt zij als beloning het hoofd van Johannes de Doper. Beardsley heeft bij deze uitgave illustraties gemaakt, waaronder het moment dat Salomé het afgehakte hoofd van Johannes kust. De stijl waarin Beardsley zijn tekeningen maakte, wordt gerekend tot de Jugendstil. z Deux femmes qui s’embrassent van Jan Sluijters (1906). z De Kus van Gustav Klimt (1907-1908), 180 x 180 cm, olieverf op doek. Een man omarmt het hoofd van een geknielde vrouw en kust haar op de rechterwang. De kamerjas van de man vertoont rechthoekige motieven, terwijl op de kleren van de vrouw ronde figuren te zien zijn. De twee mensen staan op de rand van een afgrond, in een bloemenveld. z De Kus van Brancusi (1908), 1,25 meter, steen. Een man en een vrouw staan met hun voorkant tegen elkaar aan en zoenen elkaar. De vorm van beide mensen is nagenoeg rechthoekig. De steen is grijs van kleur. z Les Amants van Magritte (1928), 54 x 73 cm, olieverf op doek. Twee hoofden van een man en een vrouw (te zien aan de kleding over hun schouders). Ze kussen elkaar. Beide hoofden zijn met een doek omwikkeld zodat hun gezichten niet te zien zijn. De achtergrond is niet helemaal duidelijk, maar zou een lege kamer kunnen zijn. Tip: op teuly.multiply.com/photos/album/16 is van de meeste van deze kunstwerken een afbeelding te vinden. 5 a Freddy Mercury (Queen) en Mozart zijn volgens Béjard te vroeg gestorven en beiden zijn grote componisten. De muziek van beide kunstenaars was uiterst geschikt om dansen op te maken. b Aids is een geslachtsziekte. Juist de liefde tussen mensen zorgt voor overdracht van deze ziekte en vernietigt daarmee hun (gezonde) bestaan.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
7
c Foto’s van het ballet zijn te vinden op de officiële website van Maurice Béjart. Klik onder ‘Photos’ door naar ‘Le Presbytère’. In de kleding van de dansers is opvallend veel wit verwerkt: de kleur van de onschuld. Het bovenlijf en de armen van de dansers is bloot. Zo probeert Versace de puurheid van mensen te accentueren. Het thema liefde sluit hierbij aan. Songs van Queen als I was born to love you, Made in heaven, It’s a beautiful day en Let me live spreken voor zich. d De houding van de danser – armen en benen wijd gespreid, het hoofd achterover gooiend – samen met het rode leren jack doen aan Freddy Mercury denken. e Niet alleen de tekst en de foto maar ook de vormgeving van een dancefact verdient aandacht. 6 a Voor een indrukwekkende dans met twee bedden heeft Béjart het langzame deel uit het Pianoconcert nummer 21 van Mozart gebruikt. Hierin zijn veel elementen van de academische dans (klassiek ballet) terug te vinden, zoals op de tenen dansen, bewegingen naar boven en buiten gericht, vrij stijf gehouden bovenlijf. De andere dans, I was born to love you, is veel meer een moderne dans met natuurlijke bewegingen als rollen, vallen, kruipen en springen. De dansers zijn ook op blote voeten. b De muziek van Mozart is een wals: de twee belangrijkste dansers – de danseres danst in felle (levens)kleuren) – dansen regelmatig delen van een wals. De twee personen op de bedden staan voor de dodelijke ziekte. Als beide hoofdpersonen met deze zieke mensen hebben gedanst, eindigt hun dans uiteindelijk op de bedden. b/c In het dansstuk I was born to love you staat een versperring van prikkeldraad tussen beide witte dansers in. Andere dansers houden de twee tegen in hun pogingen naar elkaar toe te gaan. Op het eind loopt de danseres in het zwart op haar tenen weg: weer een element uit de klassieke dans. De opzwepende ritmische muziek en de tekst passen goed bij de wanhoop van de twee witte dansers die overigens in het begin (I was born) nog stilstaan. De solodanseres in het zwart wordt in het begin ‘tot leven gewekt’ door de ‘dood’ (trekt een sluier van haar af). Zij stuwt als het ware de dans naar een hoogtepunt waarna beide witte dansers uitgeput de dansvloer verlaten. De ‘dood’ legt de sluier weer om de vrouw in het zwart. Opdrachtblok 2 – Jezelf in beeld
1 b Uit Van Dale: egoïsme = de levenshouding van iemand die voortdurend het eigen belang en eigen welzijn op het oog heeft. Egocentrisme = het betrokken-zijn van alles op het eigen ik. Verschil: Bij egocentrisme staat niet zozeer het eigen belang als wel het eigen perspectief op de wereld centraal (de wereld draait om mij). 2 a Van de website (persbericht): ‘Honger is boos en lief verlangen; honger in de boven- of onderbuik, naar rust of hysterie, anders of vaster, liefde of seks, naar meer of naar minder. Honger, die een leven lang blijft knagen in het hart van de vrouw.’ Uit de recensies: ‘Honger naar liefde en geborgenheid, ze brandt van verlangen, heeft honger naar wat komen moet.’ Sara heeft dus niet alleen zin in eten, zoals uit dit nummer blijkt, maar eveneens in liefde en avontuur. b De voorstelling Lam gaat over het seksueel misbruik dat Sara meemaakte tussen haar achtste en tiende jaar. In de voorstelling komt ook naar voren dat ze als gevolg daarvan lijdt/heeft geleden aan zware depressies en op een gegeven moment niet verder wilde leven. De recensies over de voorstelling waren over het algemeen jubelend, maar er waren ook minder positieve geluiden: het onderwerp was kennelijk voor haarzelf te pijnlijk, waardoor ze er in de voorstelling steeds overheen schreeuwde (aldus recensenten). Cabaretiers putten veelal uit eigen ervaringen, hun voorstellingen zijn vaak autobiografisch en juist die persoonlijkheid maakt het vaak zo sterk. Maar je kunt je afvragen of het podium/het publiek wel als therapie moet/mag dienen. c De VSCD-prijs Neerlands Hoop is genoemd naar het cabaretduo Freek de Jonge en Bram Vermeulen, die de naam ‘Neerlands Hoop in bange dagen’ voerden. De groep bestond van 1968 tot 1979. d Neerlands Hoop maakte betrokken en maatschappijkritisch cabaret. Een bekende voorstelling is Bloed aan de Paal, waarmee Freek en Bram aangaven fel tegen de deelname van het Nederlands voetbalelftal aan het wereldkampioenschap voetbal in Argentinië in 1978 te zijn. Ze zetten met deze voorstelling een stevige maatschappelijke discussie in gang. e De fotoreportages – inmiddels, op de vernieuwde site, te vinden onder Galerij, Foto’s Media I en II – benadrukken heel verschillende kanten: Sara als heel gewoon meisje, Sara als ‘vamp’, Sara als ouderwetse filmster (glamour), Sara als uitdaagster, Sara in zak en as, Sara blij en vrolijk.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
8
3 a Titels van Naumans performances voor de camera zijn: Playing a Note on the Violin While I Walk around the Studio en Walking in an Exaggerated Manner Around the Perimeter of a Square. c De foto is grappig, maar duidelijk gestileerd (Nauman staat bijvoorbeeld mooi uitgelicht tegen een donkere achtergrond). d Nauman maakt sculpturen, neonwerken, tekeningen, hologrammen, geluidsinstallaties en videowerken, maar ook beeldhouwkunst in ijzer, hout en glasvezel. Met al zijn werk wil hij de waarneming van toeschouwers manipuleren (de kijker op het verkeerde been zetten) en gevoelens losmaken. e Nauman begint met zijn werk in de jaren zestig. Als je hem ziet als pionier van de bodyart, moet hij daar worden geplaatst. Nauman kan ook worden genoemd bij de videokunst (staat al in de tijdbalk, bij 1963). 4 a De mythe van Narcissus staat prima beschreven op www.wikipedia.nl. Hieronder een samenvatting daaruit: Narcissus is een figuur uit de Griekse mythologie. Zoon van de riviergod Kephisos en de nimf Liriope (naar Ovidius). Narcissus was een hartenbreker en ging ruw om met de gevoelens van nimfen die hem aanbaden. Op een dag was er een maagd die hem tevergeefs probeerde te verleiden. In een gebed aan de goden vroeg ze om Narcissus ook eens te laten voelen hoe het was om iemand lief te hebben die je liefde niet beantwoordt. Volgens sommige bronnen was het een wraakgodin, volgens andere was het Aphrodite zelf die haar gebed beantwoordde en haar wens in vervulling deed gaan. Zo kwam Narcissus aan bij een heilige vijver, waarvan het water kristalhelder was. Moe van het jagen besloot Narcissus om daar even tot rust te komen en zijn dorst te lessen met het water. Toen hij zich voorover boog zag hij zijn weerspiegeling in het wateroppervlak, maar hij dacht dat het een mooie geest was die in de vijver leefde. Zo bleef hij daar zitten, in bewondering starend. Hij werd verliefd op zichzelf. Hij bracht zijn lippen naar het water in een poging om de verschijning te kussen, hij stak zijn armen uit om het beeld te omhelzen. Zijn geliefde vluchtte weg maar kwam terug toen het water weer kalm was en trok opnieuw zijn aandacht. Hij kon zichzelf er niet meer toe brengen om van het water weg te kijken, hij dacht niet meer aan eten en drinken, of aan rust, enkel aan de verschijning in het water. Hij probeerde ermee te spreken, maar kreeg geen antwoord. Hij begon te huilen maar zijn tranen verstoorden het beeld, waarop hij begon te schreeuwen en vroeg of de verschijning wou stoppen met hem steeds te verlaten. Zo ging het een hele tijd verder, en Narcissus takelde af. Uiteindelijk kwijnde Narcissus helemaal weg en stierf. Het enige wat van hem overbleef was een bloem (volgens sommigen was dit door toedoen van Aphrodite, die hem uit medelijden toch nog liet voortleven, zij het als bloem), paars van binnen, en omringd met witte blaadjes, die nu nog steeds herinnert aan Narcissus. Tot op de dag van vandaag vinden we restanten van dit verhaal in de bloem narcis, en ook in het woord narcisme, dat wordt gebruikt om iemand te benoemen die vervuld is van eigenliefde of een ziekelijke interesse voor zichzelf vertoont, een narcist. b Narcissus is twee keer op de afbeelding te zien: vooraan bij het water, kijkend naar zijn eigen spiegelbeeld waarop hij verliefd werd en rechts achter, op een sokkel, temidden van het dambordplateau, onbereikbaar voor alle anderen die hem liefhebben. c Uit het ei groeit de narcis, de bloem die achterbleef toen Narcissus stierf. d Hij is ook rechts achter te zien, op een sokkel, temidden van het dambordplateau, onbereikbaar voor alle anderen die hem liefhebben. e De sfeer van het schilderij is somber, kil (het blauwe water en de lucht). Het is fragmentarisch: het roept een beeld op van gescheiden werelden: Narcissus is onbereikbaar. De aftakeling van Narcissus is zichtbaar gemaakt in de hand met mieren (staat bij Dalí voor verval, sterfelijkheid) en het uitgemergelde dier rechts ervan. 5 a Philip Maria Akkerman, geboren in 1957 in Vaassen (Epe), is beeldhouwer, schilder en tekenaar (non-figuratief, stadsgezichten en zelfportretten). Hij werkt in Den Haag, de plaats waar hij ook zijn opleiding volgde (Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten). Philip Akkerman wijdt zich sinds 1981 uitsluitend aan zelfportretten op klein formaat. Hij onderzoekt verschillende schildertechnieken: in 1981-1986 alla prima met olieverf, daarna in de trage tempera-olie-techniek. Het geconcentreerd schilderen betekent een confrontatie met zichzelf en een ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. De portretten van Akkerman laten een veelheid aan typen zien die hij in zichzelf herkent; van eenvoudige studies op waarheid gebaseerd tot bijna karikaturale verbeeldingen van zijn eigen gelaatstrekken. Ook maakt hij graag gebruik van theatrale ensceneringen met verschillende hoeden, petten en andere hoofddeksels. De kunst van Akkerman geeft de toeschouwer het recht zich te spiegelen. Hij schildert zichzelf, maar iedereen kan er iets in herkennen: en daarmee schildert hij de hele mensheid.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
9
d Door de vervormingen ontstaan er interessante vormen, plooien en licht-donkercontrasten in het gezicht. Akkerman is niet bezig met het maken van een goed gelijkend portret, maar gebruikt zijn hoofd als studie voor vorm en kleur. Tevens wordt de expressie verhoogd (in combinatie met het kleurgebruik). f De vervormingen in het werk van Dalí en Akkerman lijken op elkaar: realistische onderwerpen op een surrealistische manier afgebeeld. Als stroming zou je ze allebei onder het magisch realisme kunnen plaatsen. Opdrachtblok 3 – Ouderliefde
1 b Eenzaamheid of verlatenheid. 2 a Op beide afbeeldingen vlijt het kind zich tegen de moeder aan: het kind weet zich geborgen, letterlijk en figuurlijk omarmd. b Het kind kijkt naar de moeder en leunt tegen de moeder aan, de moeder houdt het kind vast, is met het hoofd hoger dan het kind afgebeeld en staat (zit) achter het kind. Er spreekt uit beide afbeeldingen tederheid. c Een icoon is een afbeelding van heiligen of hoogfeesten, meestal geschilderd op een paneel. Een icoon wordt geschilderd volgens door de kerk vastgestelde regels. De kerk heeft deze regels vastgesteld om voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen. Het schilderen is voor de orthodoxe kerk een werk waarvoor Gods zegen wordt gevraagd en dat gepaard gaat met gebed en vasten. Een icoon wordt niet gesigneerd, want het is Gods hand die de icoon heeft geschilderd. Iconen behoren tot de oosters-orthodoxe kerk en de oriëntaals-orthodoxe kerk en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van deze kerken en hun gelovigen. Een icoon roept op tot devotie (aanbidding). Vaak hield men een icoon in de hand of knielde voor een icoon tijdens het bidden. Een icoon maakt een spirituele, mystieke, hogere wereld (van het geloof) zichtbaar en tastbaar. Om een icoon te maken, moest de maker eerst zich goed verdiepen in de betekenis en techniek en vervolgens in ‘meditatie’. Een icoon wordt uit vele lagen dunne verf (glacis) opgebouwd op hout, een proces volgens vaste regels. e De Madonna van Dalí is ook toegewijd aan haar kind, maar hier is ze veel meer een persoonlijkheid (een individu) dan op de icoon (daar heeft ze meer een ‘algemeen’ gezicht, zoals toen alle gezichten werden geschilderd: rechte neus, amandelvormige ogen, kleine mond). De Madonna van Dalí heeft haar ogen neergeslagen en heeft niet direct contact met haar kind, bij de icoon is dat wel het geval. 3 a De Vierschaar is de plaats in het stadhuis waar door de schout en zijn negen schepenen ten overstaan van de burgers van Amsterdam de doodstraf werd uitgesproken. Op de Dam konden mensen door de open ramen naar binnen kijken en het vonnis volgen. De naam Vierschaar komt oorspronkelijk van de buitenplaats waar vier banken in een vierkant waren geplaatst met daarop de aanklagers. In het midden stond de beklaagde. b Zaleucus (zevende eeuw voor Christus) had een wet uitgevaardigd dat mensen die overspel pleegden met het uitsteken van beide ogen werden bestraft. Toen zijn eigen zoon op overspel werd betrapt, liet de barmhartige Zaleucus een oog bij zichzelf en een bij zijn zoon uitsteken. Salomo was een oudtestamentische koning. Op een dag kwamen twee vrouwen bij hem met een klein kind, van wie beiden beweerden de echte moeder te zijn. Toen Salomo opdracht gaf het kind dan maar in tweeën te delen, smeekte een van de vrouwen het kind te sparen en aan de andere vrouw te geven. Zo kwam de wijze Salomo erachter dat zij de echte moeder moest zijn. c In beide gevallen offert de ouder (vader Zaleucus en de moeder van het kindje) zich op om zijn, respectievelijk, haar kind te redden. d Omdat veel mensen in die tijd niet konden lezen en schrijven, waren de beeldhouwwerken herkenbare tekens: zoals naamplaatjes en wegwijzers. Boven de wapenkamer bijvoorbeeld staat de god Ares of Mars (god van de oorlog) afgebeeld. Daarnaast waren de beelden ook geplaatst met een boodschap: waarschuwing of aanmoediging. Zo staat tussen twee bogen in de Vierschaar een beeld van Justitia: symbool voor gerechtigheid. Tot slot waren de beelden natuurlijk prachtige versieringen in het stadhuis. e De beste plek om informatie te vinden over het Stadhuis op de Dam, nu Paleis op de Dam, is op de site van het Paleis zelf. Daar is het Paleis ook virtueel te bezichtigen. Site: www.qint.nl/amsterdamlog/2002/06/27/174000.html. f Klassieke elementen: uitspringend middengedeelte met het driehoekige fronton bovenop, de pilastergalerijen, de strakke symmetrie van de voorgevel, beelden van Griekse en Romeinse mythologische figuren (Atlas) op het gebouw geplaatst.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
10
4 a Hier staat de songtekst van Isn’t she lovely van Stevie Wonder. De liefde van Stevie Wonder voor zijn dochter Aisha spreekt onder andere uit de onderstreepte zinnen. Isn’t she lovely Isn’t she lovely Isn’t she wonderfull Isn’t she precious Less than one minute old I never thought through love we’d be Making one as lovely as she But isn’t she lovely made from love.
Isn’t she lovely Life and love are the same Life is Aisha The meaning of her name Londie, it could have not been done Without you who conceived the one That’s so very lovely made from love
Isn’t she pretty Truly the angel’s best Boy, I’m so happy We have been heaven blessed I can’t believe what God has done through us he’s given life to one But isn’t she lovely made from love.
Bron: Stevie Wonder, 1976.
b/c In het begin en in het tweede instrumentale deel van de song zijn kreetjes en geluiden van Aisha (en Stevie Wonder) door de muziek gemixt. De melodie (in majeur) heeft een opgewekt en vrolijk karakter. Ook het tempo, ondersteund door het stevige spel van de drums, is snel en opgewekt. De drums ondersteunen duidelijk het ritme van de song. De solo van de mondharmonica (op synthesizer) doet qua klankkleur, toonhoogte en sfeer denken aan de kreetjes van Aisha. d Beide songs verhalen over de liefde van een vader voor zijn dochter. Ook beginnen ze allebei met babygeluidjes. Stevie Wonder gaat niet verder dan pure bewondering, terwijl Herman van Veen zich ook afvraagt wat er later van zijn dochter zal worden. Daarom is Anne misschien ook wel rustiger van tempo (beschouwender) en zijn de drums veel minder stevig. Herman van Veen verbindt in zijn zang de zinnen veel meer aan elkaar dan Stevie Wonder. Daardoor klinkt Anne iets melancholieker. Het gebruik van de verleden tijd in sommige coupletten versterkt bij Anne die melancholie: alsof het allemaal voorbij is. 5 a Een vader fietst regelmatig met zijn dochter over de dijk. Op een dag neemt hij afscheid van haar, stapt in een bootje, roeit weg over het water en komt niet meer terug. Het meisje fietst regelmatig terug naar de plek waar haar vader is weggevaren: als klein meisje, met haar schoolvriendinnen, met haar vriend, met haar kinderen en ten slotte als oud vrouwtje. Tegen die tijd is het water drooggevallen. Op een dag stapt ze van haar fiets en loopt het wad op tot ze het bootje van vroeger ontdekt. Daar gaat ze in liggen slapen. Als ze wakker wordt, loopt ze verder: steeds harder tot ze haar vader weer ontmoet. Tijdens het lopen is ze steeds jonger geworden, tot ze weer het meisje van vroeger is. Vader en dochter zijn herenigd (symbool voor de dood). b De vrouw staat in haar eentje over het water te turen. Ze heeft de hoop dat haar vader misschien toch nog een keer terugkomt nog steeds niet opgegeven. De jonge boom van vroeger is een stevige boom geworden. Door de donkere wolken op de achtergrond straalt de scènefoto een ietwat melancholieke, eenzame sfeer uit. Deze still staat symbool voor het filmpje, omdat het meisje/de vrouw haar hele leven (gedurende het hele filmpje) naar de dijk fietst, afstapt en wacht en naar de zee staart in de hoop haar vader terug te zien. c De accordeonmuziek in het begin is een beetje droevig. Dat de muziek in mineur staat versterkt dat gevoel: het jonge meisje verliest haar vader en kan dit niet geloven/aanvaarden. Fietst het meisje tegen de wind in, dan speelt de piano (die de melodie heeft overgenomen) veel snelle versieringsnoten. Als het meisje met haar vriendinnen, en later met haar kinderen, over de dijk fietst, is de muziek veel vrolijker, met meerdere instrumenten (piano, fagot, gitaar), hoewel de melodie dan ook (in het hele filmpje trouwens) in mineur staat. Ze denkt nog wel aan haar vader maar de levendigheid van de kinderen maakt haar ook vrolijk. Aan het eind gaat het oude vrouwtje in de boot slapen en is er geen muziek. Als ze naar haar vader rent, speelt er nog maar één instrument (net als in het begin); in dit geval de piano. d Op internet zijn onder Father and daughter diverse scènefoto’s uit de film te vinden. Ook is er een prentenboek van gemaakt. Afbeelding 4 op pagina 16 komt uit dat prentenboek: Michael Dudok de Wit, Vader en Dochter. Uitgeverij Leopold 2003 (ISBN: 90-258-3494-9).
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
11
2.2 Subthema 2: Met alle liefde! Opdrachtblok 1 –
1 a/b Het gaat bij deze introductieopdracht (nog) niet direct om liefdessymbolen of -logo’s. Voorbeelden van logo’s: merkkleding, winkel(keten)s, stadslogo’s, letter- en cijferlogo’s, logo’s van scholen. c Het bed met kussens, de twee neonharten en de rode verlichting in de auto. d De auto op ijzeren palen is én een kunstwerk én entertainment én een reclamestunt van het Lloyd Hotel. De Full Llove Inn is voor een nacht te huren als hotelkamer, zie ook www.skor.nl/artefact-2646-nl.html. 2 a Willendorf is een plaatsje in Oostenrijk waar in 1908 de archeoloog Josef Szombathy het beroemde beeldje heeft gevonden. Het uit kalksteen gesneden beeldje dateert uit 24.000-22.000 voor Christus en is 11,1 centimeter hoog. Venus of Aphrodite is de godin van de liefde. Venus zou zijn ontstaan uit het schuim van de zee vermengd met bloed van de afgesneden testikels van Uranus die door zijn zoon Kronus in zee zouden zijn gegooid. b Het water en de zee zijn een bron voor het leven. Omdat de schelp een product van de zee is, is dat van oudsher een vruchtbaarheidssymbool. Niet voor niets worden tot de dag van vandaag in diverse culturen kettingen en andere sieraden van schelpen gemaakt. c Venus en Aphrodite zijn mythologische figuren uit de Griekse en Romeinse cultuur. In de tijd dat het beeldje de Venus van Willendorf is gemaakt, bestond Venus als godin van de liefde nog niet. d Nana was een godin die werd vereerd in Mesopotamië. Men noemde haar ook wel Nanna of Anna-Nin. In het Engels bestaat nog steeds het woord ‘nan’ voor een vrouw die bij rijkere mensen in huis woont en de permanente verzorging van de kinderen voor haar rekening neemt. Nana en Venus staan in bovengenoemde culturen voor moeder van alle moeders. Met haar beelden van stevige welgevormde vrouwenfiguren wil Niki de Saint Phalle dit beeld van de oer-moeder bewust oproepen. als een soort eerbetoon. Daarom heeft ze ook voor de benaming ‘Nana’ gekozen. e Zowel de beelden van Niki de Saint Phalle als de Venus van Willendorf zijn weelderig en rond van vorm: grote borsten, stevige armen en benen en dikke billen. In diverse culturen staat dit beeld van een omvangrijke vrouw voor aantrekkelijk, vruchtbaar en daardoor ideaal. 3 a Het surrealisme is een stroming in de kunstgeschiedenis (zowel literatuur als beeldende kunst) in de eerste helft van de twintigste eeuw, waarbij men ervan uitging dat er meer bestaat dan alleen het waarneembare. De inspirator van het surrealisme is Siegmund Freud geweest. Hij ging uit van het idee dat het gedrag van de mens sterker wordt beïnvloed door het onderbewuste dan door het direct waarneembare. In dromen en nachtmerries komt dat onderbewuste naar boven. De bakermat van het surrealisme ligt in Frankrijk. Belangrijke surrealistische schilders waren Marc Chagall, René Magritte, Salvador Dalí en Paul Delvaux. b Madonna is de benaming voor de moeder van Jezus. Zij staat voor de ‘moeder van alle moeders’, net als Venus en Nana. Centraal in het schilderij is een vrouw afgebeeld met op haar schoot een kind. Zij heeft haar handen boven het hoofd van het kind gevouwen. Een beschermend en tegelijk religieus gebaar. Port Lligat is een klein vissersplaatsje gelegen aan de Costa Brava. Hier bevindt zich het woonhuis van Salvador Dalí. Met Port Lligat verwijst Dalí naar zijn woonplaats en met de Madonna naar zijn vrouw. De titel geeft duidelijk aan hoezeer hij zijn vrouw bewonderde. c De zee op de achtergrond wordt plotseling door een verticaal vlak doorsneden. De vrouw zweeft boven de tafel. De twee helften van de poort hangen zomaar in de lucht. Het zijn allemaal zeer realistische elementen, gevat in een droombeeld. Door de symboliek van de Madonna en het kind op haar schoot krijgt het schilderij ook een religieuze lading. d Het ei staat symbool voor het begin van alle leven. Omdat de haas (vroeger ook het konijn) heel gemakkelijk jongen kan krijgen, staat de haas symbool voor vruchtbaarheid. Dat de muis en de rat dat niet zijn geworden, ligt waarschijnlijk aan het feit dat de aaibaarheidsfactor van de haas en het konijn veel groter is dan die van de muis en de rat. Daarbij staat de rat (en in mindere mate ook de muis) bekend als overbrenger van allerlei enge ziekten, waaronder de pest. e Zie opdracht 2b en opdracht 3d. 4 a Een jonge vrouw zit op de rand van haar bed en trekt een rode kous uit. Dat ze de kousen niet aantrekt, kun je opmaken uit de afdrukken van de kousen die nog in haar benen zitten. Op de grond staat een pispot, een hondje ligt te slapen op het kussen.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
12
b Betekenis van de voorwerpen op het schilderij: z De rode kleur van de kous: een kous had in de zeventiende eeuw de bijbetekenis van het vrouwelijke geslachtsorgaan of een dame van lichte zede. Men kende de uitdrukking ‘haer kousen doen lappen’ wat met elkaar naar bed gaan betekende. Rood was, en is nog steeds, de kleur van de prostitutie. z De muiltjes op de grond, de pispot op de grond, de kandelaar op de stoel: symbolen van wellust uit die tijd. z Het hondje op bed: de hond stond in de zeventiende eeuw voor trouw. Als het hondje sliep, sliep ook de trouw en zegevierde de ontrouw. c Lange tijd is deze scène veel minder ‘onzedelijk’ geweest dan Jan Steen hem bedoelde: een deel van het werk was overgeschilderd. De rok van de vrouw was iets langer, zodat je er niet zo ver onder kon kijken en de po was veranderd in een kan. Bij een grondige restauratie in de jaren zestig van de vorige eeuw ontdekte men tot ieders grote verbazing de oorspronkelijke voorstelling. Op dezelfde site van het Rijksmuseum is een afbeelding van dit gekuiste schilderij te zien. Erratum: na het verschijnen van de eerste oplage van het themakatern Liefde heeft het Rijksmuseum zijn site enigszins aangepast. In plaats van Ontdek de collectie staat er nu Ontdek 1000 topstukken! d De afbeelding van Het ochtendtoilet is ook op de website van het Rijksmuseum te vinden. Muziek maken op zich had de bijbetekenis van lichtzinnigheid. De luit was in die tijd een volksinstrument bij uitstek: vergelijkbaar met de gitaar van nu. Zelfs de armere mensen konden zich een luit veroorloven. Lichtzinnigheid en de ‘lichte zede’ liggen niet ver van elkaar. e
voorstelling
Voorwerpen
Betekenis
Het toilet
Zie 4a. Het licht valt van (een onzichtbare lichtbron) links naar binnen.
Zie 4b.
Doordat de kijker in de kamer zelf staat, wordt hij deelgenoot gemaakt van het gebeuren. De kijker is niet enkel toeschouwer meer.
Het morgentoilet
De kijker beziet het tafereel door een poort. De vrouw is iets zediger gekleed (haar rok is minder omhoog getrokken). Het lijkt erop alsof er links een raam is waar het (ochtend?)licht doorheen valt. In dat geval kleedt de vrouw zich aan.
De kandelaar is verdwenen. De luit en het muziekboekje op de voorgrond verwijzen naar lichtzinnigheid
Door via een poort/raam naar binnen te kijken, geeft dat een gevoel van voyeurisme.
Misschien dat voor leerlingen niet direct duidelijk is wat met betekenis wordt bedoeld. Het gaat er in feite om hoe de schilder wil dat de blik van de toeschouwer wordt geleid. 5 a De man met de witte baard wordt beschreven als een groot Indiaas genie die uit India is weggevlucht. Uit couplet 2 zou je kunnen opmaken dat de man een schrijver of dichter is (geweest). De bewondering van de zanger voor deze man lees je in de woorden ‘zachte dromer’, ‘leed ... in die vlucht’, ‘wat wij missen ...’, ‘Grote stem van Balaka’ en ‘Een boodschapper zal ik ook zijn’. De man met de witte baard had dus een boodschap die de zanger nu ook wil uitdragen. b Vrede, liefde voor elkaar, strijd tegen onrecht en oorlog. c De zwanenzang van iemand is het laatste wat die persoon nog zegt (te zeggen heeft) voor hij sterft. De boodschap van de Indiër is kennelijk een belangrijke boodschap die hij zijn hele leven tot aan zijn dood heeft uitgedragen. d Hier staat de songtekst van Will you be there?
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
13
Will you be there? Hold me, like the river Jordan And I will then say to thee You are my friend Carry me, like you are my brother Love me like a mother Will you be there? Weary, tell me will you hold me When wrong, will you scold me When lost will you find me? But they told me A man should be faithful And walk when not able And fight till the end But I’m only human Everyone’s taking control of me Seems that the world’s Got a role for me I’m so confused Will you show to me You’ll be there for me And care enough to bear me
In our darkest hour In my deepest despair Will you still care? Will you be there? In my trials And my tribulations Through our doubts And frustrations In my violence In my turbulence Through my fear And my confessions In my anguish and my pain Through my joy and my sorrow In the promise of another tomorrow I’ll never let you part For you’re always in my heart. Bron: Michael Jackson, 1993.
e De melodie en de toonsoort van beide songs zijn hetzelfde (Michael Jackson laat alleen één regel van het couplet weg). Ook ritmisch zijn beide melodieën identiek. In de begeleiding gebruikt Michael Jackson andere instrumenten. Ritmisch is de muziek van Michael Jackson iets puntiger. Maar de beschuldiging van plagiaat heeft voornamelijk betrekking op de melodie en het ritme daarvan. Opdrachtblok 2 – Het aanzoek
1 a Drie van bijvoorbeeld de volgende sprookjes: z Assepoester, Gebroeders Grimm. z Doornroosje, Gebroeders Grimm. z De prinses op de erwt, Hans Christian Andersen. z Sneeuwwitje, Gebroeders Grimm. z De kleine zeemeermin, Hans Christian Andersen. b Clichés: happy end, het overwinnen van het kwaad, de mooie prinses, de moedige prins, de dankbare ouder(s). Dit kun je clichés noemen omdat er vaak dezelfde beelden worden gebruikt voor een veel voorkomend thema. 2 a Zijn blik op haar gericht, zijn glimlach, de parels in zijn handen. b Zij lijkt lichtelijk verbaasd door de opgetrokken wenkbrauwen en haar glimlach, haar hand op haar hart, gecombineerd met het wijzen naar de man. c De ogen kijken elkaar min of meer aan, enigszins timide, een kleine glimlach erbij. De personen zijn verbonden door de stroken: onder en boven lopen die door. d Het bijzondere wordt benadrukt door de intimiteit van de band die hun hoofden verbindt en door de omgeving met bollen (hemellichamen?); die geven een onaards effect aan de afbeelding. e Overeenkomst: het oogcontact, de glimlach en een sfeer van vertrouwen, het lijkt een ‘onderonsje’.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
14
3 a De ring is symbool van het oneindige en van de verbinding (verbintenis). De ring is een oneindige cirkel, hij maakt de eeuwigdurende liefde zichtbaar. Goud symboliseert door zijn onvergankelijkheid de band tussen twee geliefden. b De ringen op afbeelding 3 lijken op een kroontje door de zigzagvorm van de bovenrand. Afbeelding 5 roept associaties op met natuurlijke texturen als boomschors en aarde door de bewerking van het materiaal (de ontstane structuren). c Het principe is dat de twee helften precies op elkaar passen: de ringen zijn samen een vorm die door midden wordt gedeeld door de zigzaglijn. Op deze zigzaglijn kan de ontwerper steeds variëren: meer of minder golfjes tekenen. d Alle ringen hebben een structuur die lijkt op natuurlijke texturen: organische vormen en lijnen, grillig als in de natuur. 4 Hier staat de complete songtekst van Aanzoek zonder ringen van Bløf. Aanzoek zonder ringen Het ging anders dan we dachten Wie verwacht er ook dat alles blijft, zoals het is? Maar nooit hetzelfde aanvoelt? Het is een kwestie van het zonlicht En een kwestie van gewicht van de dingen die we doen En ook de dingen die we zien In alle landen waar we wonen En de dochters en de zonen Elke ochtend naast het bed Ik wacht hier op jou Ook als je naast me ligt En je gezicht opnieuw het mooiste blijkt te zijn Dit is een aanzoek zonder ringen En ik vraag niet om je hand Maar om je vingers die me wijzen op mezelf. Het ging sneller dan we dachten Wie verwacht er ook dat alles Ooit zo groot kan zijn? Dat het hoger gaat dan bergen en harder dan orkanen Dat de oceaan ondiep lijkt Bij het gat dat het kan slaan?
Ik wacht hier op jou Ook als je naast me ligt je gezicht opnieuw het mooiste blijkt te zijn Dit is een aanzoek zonder ringen En ik vraag niet om je hand Maar om je vingers die me wijzen op mezelf. We verwachten niets maar toch ... Wist je waar het uit zou komen Dat je niets voor lief kan nemen Dat het vreemder is dan dromen Ook al gaat het zo vanzelf? Ik wacht hier op jou Ook als je naast me ligt je gezicht opnieuw het mooiste blijkt te zijn Dit is een aanzoek zonder ringen En ik vraag niet om je hand Maar om je vingers die me wijzen op mezelf Bron: Bløf, Umoja, 2006.
a Tijdens een optreden in de Amsterdam Arena in 2002 nodigde een medewerker van Plan Nederland Bløf uit enkele waterprojecten te bezoeken in Kenia. Hieruit is het idee ontstaan samen te werken met buitenlandse artiesten. Maar Umoja is meer dan alleen een muziekalbum. Door de filmopnamen die erbij horen, is het ook een manier om iets te laten zien en horen van andere culturen. Door deze samenwerking vraagt Bløf aandacht voor internationale problemen als (water)hygiëne, oorlog en verspreiding van aids. In maart 2006 verscheen de cd met dvd. Zie ook www.umoja.nl. b In Japan kent men verschillende soorten trommels waarvan de taiko en de daiko (tsuri-daiko, o-daiko en da-daiko) de bekendste zijn. De taiko, de kleinste van alle, wordt vooral in de volksmuziek gebruikt en heeft een boven- en ondervel die met touwen aan elkaar zijn geregen. De daiko’s worden allemaal in het gagaku-orkest gebruikt (een Japans orkest dat muziek aan en voor het hof speelde). De daiko’s worden op een houten standaard gezet of in een raamwerk opgehangen. Er wordt met twee stokken op geslagen. Een ander gagaku-instrument is de kakko, een trommel met twee vellen van rendierhuid dat aan beide kanten wordt bespeeld. Dit in tegenstelling tot de daiko’s waarop maar aan één kant wordt geslagen. c De slagritmes van de daiko’s maken de song erg dynamisch en opzwepend. Behalve dat de muziek daardoor een buitenlands tintje krijgt, verrijkt de drumgroep Kodo de ‘gewone’ herkenbare Bløf-sound met trommelgeluid.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
15
d Het regelmatige, zich steeds herhalende ritme van de daiko’s heeft iets weg van een hartslag: de hartslag van de song. Het bespelen van de daiko is een Japanse traditie die van vader op zoon wordt doorgegeven. De daiko bestaat als instrument al eeuwen en telkens weer zijn het de kinderen van daikospelers die de traditie van hun ouders overnemen; op vaak dezelfde daiko’s. De spelers zelf zijn de kinderen van de ouders die de daiko weer laten klinken. e Niet in de letterlijke zin van het woord: ‘ik vraag niet om je hand’. Maar wel een aanzoek in de zin van een verzoek: ik vraag ‘om je vingers die me wijzen op mezelf’. Wat hier precies mee wordt bedoeld, blijft een beetje raden. Is het misschien de vinger van de ander die wijst: ‘jij bent de ware voor mij’? Of is het een corrigerende vinger? Door de vaagheid van de laatste zinnen schijnt het dat er een diepere betekenis achter de woorden moet steken. De interpretatie daarvan is aan de luisteraar. f Het spreekt voor zich dat het antwoord verder moet gaan dan alleen maar ‘mooi’ of ‘lelijk’. De vraag die daar direct op volgt, is dan ook: waarom? Dit kan/kunnen de sfeer zijn (beschrijven!), de instrumenten, de tekst (welke woorden/zinnen) of het ritme en de melodie van de song. 5 a/b z Engelse landschapstuin: ontwikkeld in de late achttiende eeuw, een parkachtige tuin die heel natuurlijk aandoet (niet strak aangelegd), met allerlei doorkijkjes, hoogteverschillen en groepen met mooie, grote bomen. z Prieel: een open overkapping in sierlijke stijl (ijzer of hout) in een tuin, met de bedoeling er een prettig zitplekje (achteraf gelegen) te creëren om te genieten van de tuin. z Folly: een bouwwerk zonder nuttige functie, vaak met een verwijzing naar de oudheid of (bekende) bouwwerken uit andere perioden. Soms lijkt het een vervallen restant van een bouwwerk dat er in werkelijkheid nooit in complete vorm heeft gestaan. Een folly kan een grappig, bizar effect hebben maar dat hoeft niet. In de negentiende eeuw was het eerder chic om een folly te laten plaatsen en liet de verwijzing naar oudere architectuur zien dat de bezitter cultureel onderlegd was. c Een prieel heeft een praktische functie, maar het hoeft niet in een stedelijk landschap te passen. Het kan wel onder architectuur zijn gebouwd: in een bepaalde architectonische stijl, bijvoorbeeld victoriaans of jugendstil. Een folly heeft geen gebruiksfunctie en valt dus niet onder architectuur. Wanneer een folly kwalitatief goed en bijzonder is en door een kunstenaar is gemaakt, kan het wel vrije, autonome kunst zijn. e Bijzondere folly’s kunnen zeker onder het cultureel erfgoed vallen: een bijzonder bouwwerk van een bijzondere maker op een bijzondere plek kan zeker de moeite waard zijn om voor het nageslacht (en verder) bewaard te worden. Het kan dan worden gerekend tot kunst of monument. Opdrachtblok 3 – Betaalde liefde
1 a
Concubine: vrouw met wie een man samenleeft, terwijl hij daarnaast een vrouw heeft met wie hij is getrouwd. Vooral in culturen waarin het gebruikelijk was dat het huwelijk meer een middel was om je rijkdom veilig te stellen of te vergroten, trouwden mensen lang niet altijd met elkaar omdat ze van elkaar hielden. De concubine werd meestal algemeen geaccepteerd en werd ook met respect behandeld. z Maîtraisse: minnares van een getrouwde man. Meestal woont de man niet met zijn maîtresse samen. Zie concubine. z Escortgirl: een vrouw die bij een escortbureau werkt. Zo’n bureau bemiddelt tussen mannen die het gezelschap en meestal ook de seksuele diensten van een vrouw voor korte tijd verlangen en de vrouwen die dat gezelschap willen verlenen. Vaak gaat het bij escortgirls om ontwikkelde intelligente vrouwen. Er bestaan ook escortboys. Alhoewel de escortgirl, vanwege haar ontwikkelingsniveau met meer respect wordt behandeld dan een prostituee, is haar status niet al te hoog. Er wordt heimelijk toch wel op ze neergekeken. z Geisha (letterlijk artistiek persoon): Japanse zangeres en danseres die met haar kunst en bevalligheid de gasten moet vermaken. In zekere zin is de geisha vergelijkbaar met een escortgirl. De geisha’s staan in Japan in redelijk hoog aanzien, omdat het hoog ontwikkelde vrouwen zijn. b De positie van een concubine en een maîtresse was fel begeerd, omdat deze positie een vrouw aanzien, rijkdom en vaak ook macht verschafte. Maatschappelijk werd ook niet op ze neergekeken, zoals wel het geval is bij prostituees. Concubines en maîtresses waren over het algemeen ontwikkelde vrouwen uit de hogere kringen van de maatschappij. c Prostitutie bestaat al sinds mensenheugenis. In culturen waar veelwijverij is toegestaan, bestaat prostitutie veel minder. Voor monogame relaties is prostitutie een directe bedreiging voor de, toch al zwakkere, positie van vrouwen. Vandaar dat in onze westerse cultuur mannen die prostituees opzoeken, worden bestempeld als ontrouw. Mannen die het alleen om de seks gaat, nemen hun verantwoordelijkheid en verzorgingsplicht voor hun eigen vrouw en kinderen niet serieus. Dat brengt op zijn beurt de prostitutie zelf weer in het grijze schimmige gebied van betaalde liefde. Ten slotte vergroot iemand de kans dat hij bij een prostituee een geslachtsziekte oploopt. Dat is een bedreiging voor zowel de man als zijn echtgenote. z
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
16
2 a Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) was een Franse kunstschilder en ontwerper van affiches (lithografieën) voor onder andere de nachtclub Moulin Rouge. Door een aangeboren botaandoening brak hij als jongen beide benen en herstelde daar zo slecht van, dat hij niet groter is geworden dan één meter tweeënvijftig. De oorzaak van zijn ziekte verklaarde men uit het feit dat zijn ouders neef en nicht waren. Zijn bijnaam was meneer Hinkepoot. Door de onderwerpkeuze van veel van zijn werken, het nachtleven van Montmartre in Parijs, was hij voor velen niet meer dan ‘de schilder van het bordeel’. Los van zijn onderwerpen was Toulouse-Lautrec een begaafd kunstenaar en afficheontwerper. b/d Een danseres maakt zich in haar kleedkamer klaar om te gaan optreden: dansen. Ze zit gedeeltelijk nog in haar ondergoed. Een rijke man kijkt toe hoe ze de veters van haar korset vast rijgt. Gezien de titel van het schilderij Verovering op doortocht gaat het hier waarschijnlijk om een rijke zakenman die ervoor betaalt om een intiem privémoment met de danseres te hebben. Omdat deze twee mensen samen zijn in een hoogstwaarschijnlijk afgesloten kamer, wordt een intieme sfeer gecreëerd. De warme oranjerode kleur van de achtergrond versterkt dit nog meer. c Het krijt maakt de rok van de vrouw licht en doorschijnend (vitrageachtig): de rok licht iets op. Het geeft het schilderij een sprookjesachtige luchtige sfeer. e De vraagstelling hier is eigenlijk: doet het onderwerp prostitutie af aan de kwaliteit/de sfeer van het schilderij en/of het talent van de schilder? Zou een talentvolle schilder als Toulouse-Lautrec zich niet beter hebben kunnen bezighouden met meer verheven onderwerpen? Zou hij in dat geval onder collega’s ook meer gevierd zijn geweest? 3 a Heb je geld, dan doe je mee. Dan kun je, als je je eenzaam voelt, met je geld voor gezelschap zorgen. Heb je honger en kun je de kou niet buiten je deur houden, dan heb je niets aan het advies van een doorvoede pastoor die je vertelt dat je vooral van iedereen moet blijven houden. De liefde vliegt de deur uit (‘love flies out the door’). b Uit de volgende regels: z ‘You can pay for a gay escape.’ z ‘You can ring ting-a-ling for the maid.’ c De muziek is vrolijk, luchtig en grappig (effectgeluiden, belletjes, ‘glij’klanken van de trombone). Daardoor doet de sfeer van de muziek denken aan de shownummers van grote showmusicals. d Het laatste couplet, vanaf ‘When you haven’t any coal in the stove’. De laatste drie regels (‘But when hunger comes to rap’) zijn geen canon meer. 4 a De Seksuele Revolutie was een beweging in de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw in de westerse wereld waarbij seksualiteit werd losgekoppeld van voortplanting. Het was de tijd van de opkomst van de NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) als pleitbezorger van de ‘vrije’ seks. De pil als anticonceptiemiddel heeft veel bijgedragen aan de gelijkwaardige rol van man en vrouw in de maatschappij. Voor de vrouwenemancipatie was dit een belangrijk doel. Een belangrijke feministische beweging in de jaren zeventig was Dolle Mina. Haar belangrijkste doel was het verwerven van gelijke rechten en plichten voor mannen en vrouwen. b Het blijf-van-mijn-lijfhuis was een instelling waar vrouwen die mishandeld en uit huis waren weggevlucht met of zonder kinderen werden opgevangen. De NVSH heeft zich in de jaren zeventig bijzonder sterk gemaakt voor de opvang van mishandelde vrouwen. In het verlengde daarvan stonden ook vrouwen die tegen hun wil tot prostitutie werden gedwongen in de belangstelling. Door prostitutie uit de schimmige wereld van drugs en criminaliteit te halen, hoopten vrouwenorganisaties dat daarmee gedwongen prostitutie zou afnemen. In de jaren zeventig kwam de echt vrouwenbeweging goed op gang: mede door de NVSH, de Blijf-van-lijf huizen, de Baas-in-eigen-buik acties en het opzetten van klinieken waar vrouwen die ongewild zwanger waren geworden een abortus konden ondergaan. c Hierna volgt de songtekst van In het huis van Madam.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
17
In het huis van Madam In het huis van Madam in die luxueuze sfeer Wie daar eenmaal kwam komt er telkens weer nog ’n keer, meer en meer Zoveel raffinement paradijs van de seks De cliënt wordt verwend relax, relax met een lieve jonge lady eerst een drankje aan de bar en daarna de champagne en de wip met kaviaar. ’t Is het oudste handwerk ’t oudste vak op aard vanaf het stenen tijdperk tot de ruimtevaart ’t Is hier zo intiem en zó discreet, wat héét, wat héét en anoniem niemand die het weet. Mannen komen veel te kort kijken thuis naar het behang Macaroni op hun bord Mien is in de overgang Dus geen wonder dat ie kwam dram dram dram dram in ’t huis van Madam in vuur en vlam.
Fractielid van ’t CDA hij vergadert door de week Brave echtgenoot en Pa luistert zondags naar de preek Zo onschuldig als een lam tot-ie heel toevallig kwam in het huis van Madam. En een vrome islamiet oelema en hoge piet arriveerde hier voor een ogenblik vertier en hij wist niet wat ’m overkwam hij vergat de islàm njam njam njam. Menig hoog personage wil weleens een massage vogels van diverse pluimage heel de fauna in de sauna. Katholiek of protestant, makelaar of fabrikant boeren van het platteland, burgers uit de middenstand Heel ons dierbaar vaderland iedereen is klant iedereen belandt in het huis van Madam (2×). Bron: Tekst: Annie M.G. Schmidt / Muziek: Harry Bannink, 1983.
Zelfs een autoriteit van de oorlogsvloot zoekt vergetelheid in de moederschoot Zo menig heer van hoog niveau kwam keer op keer incognito. De song schetst een beeld van gezelligheid, luxe en amusement. Keurige mannen (‘Fractielid van ’t CDA ... brave echtgenoot en Pa) die een avondje uitgaan in ‘het paradijs van de seks’. De animeermeisjes doen hun werk met plezier (‘De cliënt wordt verwend ... met een lieve jonge lady’). d Een vergelijking van beide songs: z Sfeer: De sfeer is in beide songs vergelijkbaar: opgewekt, uitnodigend, gezellig. z Muziekstijl: De song Money, money is een beetje slapstickachtig, terwijl In het huis van Madam meer jazzy is. Toch behoren beide songs duidelijk tot het genre showmusical. z Instrumentatie: Money, money: piano, tuba, drums, percussie (koebel, tamboerijn, belletjes). In het huis van Madam: piano, bas, drums, percussie (kleppers), meerstemmig achtergrondkoor. z Woordgebruik: In Money, money wordt meer de arme sloeber die geen warmte om zich heen heeft aangesproken, terwijl het In het huis van Madam vooral de bemiddelde zakenman is die een avondje luxe verwennerij zoekt. e Door de sfeer en de tekstinhoud zijn de songs vergelijkbaar en daarmee ook inwisselbaar. Alleen hangt het in de musical Madam af van de dialogen voor en na de song of er in de songtekst kleine aanpassingen moeten worden aangebracht. Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
18
f
Een musical is geen documentaire: een musical is bedoeld als vermaak. De schrijver is dan ook vrij om een geromantiseerd beeld van de werkelijkheid te geven. Zolang de toeschouwer zich daarvan bewust is, is er niets aan de hand.
5 a/b De discussie in de klas kan op verschillende manieren worden gevoerd: z u kunt de voor- en tegenstanders binnen een groepje aanwijzen; z de ene groep kan voorstander en de andere groep tegenstander zijn; z u kunt één stelling uitkiezen in plaats van drie stellingen; z een klassengesprek over de stellingen met alle leerlingen tegelijk. Hier staat de complete songtekst van Vieze meid uit de musical Wat zien ik?! Vieze meid Greet: Vieze meid, ben ik het die dat zegt? ik hoor de woorden, klank van d’r stem, vieze meid. Het was mijn moeder die dat zei, en nu zeg ik het op mijn beurt weer tegen hem, vieze meid ... Koor: Alle mannen benne kneuzen, alle mannen benne zwak. of het dwergen zijn of reuzen elke kerel is een zak. Legt zo’n kerel weer te hijgen, in me nek, dan denk ik vaak, en in stilte bij me eigen, luister Greet, je hebt een taak. Greet: ’s Avonds laat bij een borrel in de kroeg, (gatverdarrie) dan denk ik aan me ma, en me vader die haar sloeg, waarop me moeder zei: toch hou ik van die man. Dus, waar bleef ik? Waar bleef ik? ik liep weg, heel ver weg.
Koor: Gatverdarrie, gatverdarrie, gatverdarrie ik kon het niet meer an. dacht ik: ik geen Harrie, Bert of Barrie, gatverdarrie Greet, neem later nooit geen man. Koor: Alle mannen benne kneuzen, alle mannen benne slecht, daarom maakte ik de keuze ik wil nooi geen man, nee echt! alle mannen benne dweilen, alle mannen benne sof, wat ze willen dat is geilen, dus zeg ik wat zien ik,wat zien ik, wat zien ik ... STOF!!! Bron: Tekst: Frans Mulder, Allard Blom, muziek: Dick Bakker, Tom Bakker, 2006.
Op de volgende pagina staat de recensie uit de Volkskrant van 16 oktober 2006.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
19
Wat zien ik?! met diepgang Musical Wat zien ik?! door De Graaf & Cornelissen Producties. Tekst: Frans Mulder en Allard Blom, muziek: Dick Bakker en Tom Bakker, choreografie: Perry Dossett, regie: Paul van Ewijk. 11 oktober Het Park in Hoorn. Aldaar t/m 15 oktober. Tournee t/m half mei 2007. www.watzienikdemusical.nl. Stof. Dat is het antwoord op vraag Wat zien ik? De klant verkleedt zich het liefst als dienstmeisje. Met de plumeau in de hand kruipt hij door het huis, terwijl zijn meesteres hem zonder genade met de mattenklopper op zijn achterwerk mept en hem erop wijst dat het huis nog niet schoon is. Na de reinigings- en rospartij wordt er tevreden afgerekend. De man pakt zijn tas en gaat weer naar kantoor of naar zijn vrouw thuis, de ander wacht op de volgende klant met meer nieuwe wensen. In 1967 verscheen Wat zien ik?, het geestigste en (toen) tamelijk schokkende boek van Albert Mol, waarin hij het Amsterdamse hoerenmilieu beschreef aan de hand van de ervaringen van Blonde Greet en Nel (Haar van boven). In 1971 maakte Paul Verhoeven er een film van. Een musical leek daarna een logisch vervolg. We hebben er meer dan dertig jaar op moeten wachten, maar dan heb je ook wat. Hulde voor producenten Ruud de Graaf en Hans Cornelissen die het aandurven om nieuwe musicals te maken gebaseerd op bestaand Nederlands materiaal. Ze deden dat al met Kruimeltje en Pietje Bell, en daar komen binnenkort nog De Fabeltjeskrant en Op Hoop van Zegen bij. De financiële middelen rijken bij De Graaf en Cornelissen niet tot aan de hemel. Bij wat meer armslag zou Johnny Kraaijkamp waarschijnlijk geen dubbelrol hebben gekregen als brute pooier en enigszins stoffige vertegenwoordiger uit Eindhoven, en zouden de bordkartonnen decorstukken niet handmatig van het podium worden geduwd. Maar het niveau van de twee hoofdrolspeelsters Ellen Pieters (Blonde Greet) en Mariska van Kolck (Nel) en de manier waarop Kraaijkamp zijn comedytalenten inzet maken van Wat zien ik?! toch een heel rijke en warme musical. Allard Blom en Frans Mulder hebben het verhaal van Albert Mol wat meer diepgang gegeven door de Amsterdamse straten te vullen met ME’ers en rellende studenten, die in 1969 het Maagdenhuis, het administratieve centrum van de universiteit, bezetten. Dat gebeurt wat karikaturaal. Het is beter gelukt om de twee hoeren meer echt liefdesgevoel te geven dan Albert Mol heeft gedaan. Soms lijkt de avond op de quiz Herkent u deze melodie?, waarbij antwoorden boven komen als Alfie (Bacharach), Memory (Andrew Lloyd Webber) of America (Bernstein). Maar ondanks het uitvoerig bewust of onbewust lenen bij de buren, hebben Dick Bakker en Tom Bakker aantrekkelijke composities geleverd bij de teksten van Frans Mulder. Mulder wil zich bij cabaretgroep Purper nog wel eens verliezen in irritante ondeugendheid, maar in Wat zien ik?! kan hij voluit gaan. Nu hoeft het niet meer stout te zijn, maar kan het gewoon lekker grof en onbeschoft. Mulder bouwt voort op de basis die Albert Mol heeft gelegd en vult dat aan met zijn eigen gevoel voor humor. Dat levert een aantal gedenkwaardige nummers op, die ook buiten Amsterdam hun waarde behouden. Patrick van den Hanenberg
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
20
6 a
Buurtbewoners: In principe betekent prostitutie ’s nachts veel activiteit en overdag weinig. Het dagelijks leven van de buurtbewoners is tegenovergesteld. Dit leidt vaak tot conflicten. Omdat het RedLightPlatform een omsloten geheel is, met een aparte in- en uitgang voor auto’s hoopt de gemeente hiermee conflicten met de buurtbewoners te vermijden. Of dit ook lukt, is de vraag. In ieder geval hoeven de buurtbewoners zich niet meer te ergeren aan de zichtbare buitenkant van alles wat met de seksindustrie te maken heeft. z Horeca: Voor de horecagelegenheden biedt het RedLightPlatform veel mogelijkheden. De kans op conflicten met buurtbewoners is sterk verminderd. z Prostituees en klanten: Voor hen is het RedLightPlatform een soort stad in de stad. Aan de ene kant veilig en beschermd, maar aan de andere kant bestaat de kans dat in dit gebied nog meer eigen leef- en gedragsregels ontstaan dan nu al het geval is in een rosse buurt. Of het centrum daar veiliger door wordt, is maar de vraag. z Criminaliteit: Door de prostitutie te concentreren op één plek, is controle op criminele activiteiten door de politie veel gemakkelijker. Ook kunnen daardoor andere plaatsen in de stad, waar vroeger veel prostitutie was, weer gewone buurten worden waar je ’s avonds kunt vertoeven zonder bang te hoeven zijn lastig gevallen te worden. b z Doel gebouw: De seksindustrie in Rotterdam op een plek concentreren zonder dat de buurt er last van heeft. z Architecten: Jasper Jägers & Ronald Hoogeveen. Doordat het plan alleen nog maar op papier bestaat, zijn alleen de twee prijswinnaars Jägers & Hoogeveen bij het idee van het project betrokken; naast natuurlijk de gemeente Rotterdam en columniste Carrie die de prijsvraag uitschreven. Carrie richtte in 2001 de stichting Koninginnen van de Nacht op met als doel op allerlei manieren iets te doen voor de straatprostituees van de tippelzone aan de Keileweg in Rotterdam. In maart 2003 is van de beste ontwerpen een tentoonstelling gemaakt. z Gebruikers: Er zijn nog geen gebruikers. Maar het feit dat het ontwerp van Jägers & Hoogeveen is uitgekozen als beste ontwerp, geeft aan dat de gemeente in ieder geval positief denkt over het gebruik van het centrum. c Bij deze meningsvraag gaat het vooral om de onderbouwing van de mening. Het gebouw oogt modern, strak, clean, ruim en functioneel. Of dat ook de intimiteit bevordert, is de vraag. Wat materiaal betreft: aan de afbeeldingen te zien is er veel gebruikgemaakt van beton en staal. Het plafond binnen is uitermate kleurrijk verlicht. d De Willemsbrug over de Nieuwe Maas verbindt het noorden en zuiden van Rotterdam met elkaar en staat vlakbij het centrum van Rotterdam. Het RedLightPlatform zou op de noordelijke kant moeten komen te liggen, links van het Witte Huis (van de brug af gezien), niet ver van (metro)station Rotterdam Blaak. Meer situatieschetsen zijn te vinden op www.redlightplatform.itgo.com/main_nl.htm. z
2.3 Subthema 3: Lief en leed Opdrachtblok 1 – Liefdesverdriet
1 a Oorspronkelijk is de smartlap een groot doek dat in de vastentijd in de kerk voor het altaar werd opgehangen. Op dit doek, dat ook wel vastendoek wordt genoemd, wordt het lijden (of de kruisiging) van Jezus afgebeeld. Op http://nl.wikipedia.org/wiki/Smartlap is een goed voorbeeld van een vastendoek te zien. b Op een lap stof werd met plaatjes en korte teksten de inhoud van een (levens)lied verbeeld. Omdat deze lap stof uitgerold kon worden, werd hij rollap (later rollied) genoemd. Door de lange teksten van het levenslied waren de rollappen een welkome toelichting (illustratie) op de inhoud ervan. Het levenslied had meestal een overmatig sentimentele ondertoon, waardoor de lap stof al snel smartlap ging heten. Nog wat later werd zelfs het hele genre ‘levenslied’ badinerend met smartlap aangeduid. De reden dat rolliederen populair waren in de negentiende eeuw ligt voor de hand: een ‘plaatje bij een praatje’. Waar het in het lied over gaat werd in één oogopslag duidelijk. c Zie ook afbeelding 1. Andere voorbeelden zijn te vinden via http://nl.wikipedia.org/wiki/Smartlap of door te googelen op de termen ‘smartlap’ en ‘levenslied’. 2 a Vals sentiment betekent dat er sprake is van onechte, theatrale emoties; emoties met effectbejag. b Het levenslied schetst in schrille tinten een treurig lot. Impliciet komt het daartegen in het geweer, maar nooit met zo veel woorden, aldus recensent Henk van Gelder in zijn beschouwing over het levenslied. Volgens tekstschrijver Peter Blanker, die jarenlang cursussen heeft gegeven over het levenslied, gaan deze liederen ‘over de grote thema’s die iedereen bezighouden, zonder rekening te houden met rang of stand van een persoon’. De opbouw is veelal eenvoudig: drie coupletten, drie refreinen en de tekst heeft bijna altijd een moraal. Het grote verschil tussen levenslied en smartlap is volgens Blanker dat de laatste meestal in derde persoon wordt omschreven, gaat over leed van een ander, terwijl het levenslied meestal over (het leven van) de zanger zelf gaat. c Het volgende artikel verscheen in 2002 in weekkrant 12 van NRC.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
21
De smartlap als poëzie Donderdag 31 januari was het Gedichtendag 2002, die dit jaar in het teken stond van het ‘levenslied’. Ter gelegenheid van deze dag heeft NRC Handelsblad samen met Poetry International aan negen Nederlandse dichters gevraagd een hedendaags levenslied te schrijven. De teksten zijn inmiddels van muziek voorzien en ingezongen door componisten en artiesten als Henny Vrienten (bekend van Doe Maar), Jacques Herb (bekend van de hit Manuela), Rick de Leeuw (de zanger van de Tröckener Kecks) en De Dijk-zanger Huub van der Lubbe. De cd die ervan gemaakt is, bewijst dat levensliederen en poëzie heel dicht bij elkaar kunnen staan. Een eenzame scheepsjongen sterft op zijn eerste zeereis. Een gepassioneerde liefde eindigt in een gruwelijk auto-ongeluk. Een vrouw smeekt de dokter om nieuws over haar zieke geliefde en verneemt per telefoon dat hij is gestorven. Een jongetje vraagt voor zijn achtste verjaardag een vlieger en gebruikt het ding om een brief naar zijn dode moeder in de hemel te sturen. Vier tragedies, uit het leven gegrepen en op muziek gezet onder de titels Ketelbinkie, Manuela, Dokter Bernhard en De vlieger. Levensliederen worden ze genoemd, en ook wel smartlappen. Smart verwijst naar het leed dat werd bezongen. Bij het zingen gebruikten de zangers flap-overs van textiel waarop het droevige verhaal ook nog eens als een soort stripverhaal stond uitgebeeld, daar komt het ‘lap’ vandaan. Het levenslied is een heel oud genre in Nederland. Er zijn geleerden die de droevige middeleeuwse ballade Het waren twee koningskinderen (zij hadden malkander zo lief) als een voorloper van het levenslied beschouwen. Maar vooral in het tijdperk van de vinylsingle (1950-1990) waren ze ongekend populair. Artiesten als de Zangeres Zonder Naam, Jacques Herb, Corry Konings en André Hazes bezongen het treurige lot van hun personages en alter ego’s met groot succes en in schrille bewoordingen. Tot de poëzie worden de levensliederen slechts zelden gerekend – voornamelijk vanwege het voorspelbare stramien (vorm/structuur coupletten/refrein red.), het simpele metrum en het onvermijdelijke kreupelrijm. Al zijn er voorbeelden die wel tot de poëzie-bloemlezingen doordringen, zoals De tuinman en de dood van P.N. van Eyck (een simpele ziel vlucht vergeefs voor Magere Hein) en Het huwelijk van Willem Elsschot (een man haat zijn vrouw en brengt haar bijna om het leven) een ereplaatsje bezetten. De levensliederen die ter gelegenheid van de Gedichtendag 2002 gemaakt zijn, laten zien dat ook het simpele stramien van dit soort liederen niet hoeft te betekenen dat ze voorspelbaar zijn of dat er geen mooie gedachten en woorden in kunnen staan. Maar wat is dan het geheim van een goed levenslied? Dichter en zanger Peter Blanker, bekend van zijn hit Het is moeilijk bescheiden te blijven, gaf jarenlang cursussen in het schrijven van levensliederen. Een levenslied, zegt hij, gaat over de grote thema’s die iedereen bezighouden, zonder rekening te houden met rang of stand van een persoon. Liefde en Weemoed, Hebzucht en Dood: ‘Als iemands hondje doodgaat, is dat voor de koningin net zo erg als voor een oud vrouwtje uit de Tarwewijk.’ Door het maken en zingen van levensliederen wisselen mensen emoties met elkaar uit. Een levenslied moraliseert, opinieert en brengt discussies op gang. Als je een levenslied wilt schrijven, moet je volgens Blanker clichés en afgesleten beeldspraak vermijden. Slechte smartlappen zitten daar vol mee. Zoals deze: ‘Ze rijden eenzaam door de nacht, uur na uur De stoere knuisten, hard als staal, aan het stuur Ze doen hun plicht voor vrouw en kind, ver van huis ’n Kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis!’
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
22
Een levenslied moet toewerken naar een moraal, het liefst een die niet meteen aan de oppervlakte zit, waar mensen over na moeten denken. Een mooi lied blijft je een dag lang bij, vindt Blanker. Een van zijn favorieten is daarom Kleine Anita van Jules de Corte: het meisje hoeft nooit meer bang en stout en moe te zijn en aan het eind komt de klap: ze is aan flarden gereden, ‘wat weer eens oponthoud gaf in het verkeer’. ‘Dat lied is ritmisch zo mooi, dat raakt aan Schumann. Prachtige volzinnen zijn het, terwijl het merkwaardig genoeg nergens rijmt.’ Volgens Vic van de Reijt, verzamelaar van levensliederen en samensteller van verzamelbundels en cd’s met ‘het Nederlandse lied’, ligt de kracht van het betere levenslied in de grote gevoelens en de simpele woorden, maar zonder rijmdwang en zonder gesjoemel met het metrum. Als voorbeeld van een lied dat ‘niet klopt’ noemt hij Ik verscheurde je foto van Koos Alberts. ‘Eerst van die korte zinnetjes en dan zo’n lange zin om bij een rammelend rijmwoord uit te komen’: Ik verscheurde je foto Maar ik zie je nog steeds Want ik weet dat ik je nooit meer vergeet. Het levenslied leent zich volgens Van de Reijt bij uitstek voor Spielerei, niet alleen in tekst, ook in muziek. ‘Een nummer als Oerend hard van Normaal sluit tekstueel volledig aan bij het levenslied, maar het wordt gezongen door een rockband, waardoor het weer een nieuw en jong publiek heeft weten te bereiken. Hetzelfde zie je in repertoire van De Dijk. Huub van der Lubbe heeft teksten geschreven die zich keurig houden aan de wetten van het levenslied, maar die er net met één woordje weer uitspringen’: Ik doe niks en ik doe niks Ik hang alleen maar rond Ik kijk eens door de ramen En ik krab wat aan m’n kont Bron: scholieren.nrc.nl.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
23
Kenmerken van levensliederen zijn volgens Peter Blanker: z een levenslied, gaat over de grote thema’s als liefde, weemoed, hebzucht en dood; z een levenslied moraliseert, opinieert en brengt discussies op gang; z clichés en afgesleten beeldspraak moet je in een levenslied vermijden; z een levenslied moet toewerken naar een moraal. d Laat de leerlingen hun gevonden voorbeelden toetsen aan de criteria (kenmerken) die ze hebben gevonden bij vraag 2c. 3 a Couplet 1: Vroeger hing bij heel veel mensen thuis aan de muur het schilderij van de zigeunerjongen met de traan. Dat was een supersentimenteel, kitscherig schilderij. Couplet 2: Tegenwoordig staat bij iedereen thuis een televisietoestel dat dagelijks supersentimentele kitscherige beelden laat zien van menselijk leed. b Net als de clichématige smartlappen roept het schilderij van het zigeunermeisje met de traan vals sentiment op, vinden sommige mensen. De vraag is of zowel smartlappen als de schilderijen van Bragolin clichés zijn die met veelgebruikte (woord)beelden opzettelijk sentiment oproepen: sentiment om het sentiment. c Laat ook hier de leerlingen hun mening toetsen aan de criteria (kenmerken) die ze hebben gevonden bij vraag 2c. d Passend bij de smartlap: z Begeleiding: rustig tempo, vierkwartsmaat, weinig pieken en dalen in hard/zacht: de begeleiding ‘kabbelt voort’. Daardoor blijft de begeleiding op de achtergrond en is alle aandacht gericht op de zang. z Instrumenten: drums met brushes (geen stokken dus), hier en daar een korte melodie van de gitaar, een elektrisch orgeltje voor de achtergrondakkoorden. De viool komt erbij als de tekst spreekt van ‘het zigeunerkind, een kind van de Balkan’; ook instrumentale stukjes van de viool. Dit geeft duidelijk een ‘zigeunertintje’ aan de muziek. Niet passend bij de smartlap: z Zang: de melodie (met glijtonen) gaat van hoog naar laag en weer terug: veel verschil in toonhoogte. Soms zelfs half gesproken, half gezongen. De ‘lacherige’ manier van zingen bij ‘lokte de lachlust uit’ valt uit de toon. Dit is misschien humoristisch, maar in ieder geval tekstondersteunend, bedoeld. Een smartlap is allesbehalve humoristisch. e Deze vraag is niet gemakkelijk. Misschien dat voorafgaand aan het beantwoorden van de vraag een gesprek in de klas op gang gebracht kan worden. Wat verstaan de leerlingen onder een smartlap? Welke voorbeelden kennen ze? Nodig de leerlingen daarna uit muzikale eigenschappen van een smartlap te omschrijven. Laat ze aan de hand daarvan hun eigen voorbeelden vergelijken met Smartlap van Jan Rot. h Laat ook hier, net als bij vraag 3c, de leerlingen hun mening toetsen aan de criteria (kenmerken) die ze hebben gevonden bij vraag 2c. Het vinden van een winnaar kan heel goed klassikaal worden gedaan. 4 a Een tramp is een zwerver, een underdog. Door voor een dergelijk personage te kiezen heeft Chaplin altijd de sympathie van het publiek gehad. Vaste attributen van de tramp zijn een versleten bolhoedje, een bamboe wandelstok en te grote ‘flap’schoenen. De manier van lopen van Chaplin is karakteristiek voor zijn personage: de voeten naar buiten gekeerd, iets door de knieën staan en een beetje waggelend lopen. Het snorretje en de zwart geschminkte oogranden en wenkbrauwen maken het personage van de tramp compleet. b z Voorstelling: De leeftijd van beide kinderen is ongeveer hetzelfde. De achtergrond van beide voorstellingen is de straat: dat geeft een associatie met straatkinderen. Beiden dragen armoedige, (gescheurde) kleren. z Uitstraling/sfeer: Beide kinderen kijken vragend, droevig. Deze droevige uitstraling op de gezichten van beide kinderen werkt vertederend en roept medelijden op. c z The Kid: ‘The Tramp’ vindt een baby die door een arme vrouw is achtergelaten. Hij neemt het kindje mee naar huis en voedt het op zijn eigen manier op. Na vijf jaar blijkt de arme vrouw opgeklommen te zijn op de maatschappelijke ladder en gaat op zoek naar haar kind. Door een samenloop van omstandigheden ontdekt ze dat ‘The Tramp’ zich over het jongetje heeft ontfermd. Een onherroepelijk afscheid van de zwerver en zijn ‘zoontje’ dreigt. z The Circus: De politie ziet ‘The Tramp’ voor een zakkenroller aan. Met de politie op de hielen belandt hij in een circustent. Het publiek denkt dat de achtervolging van de politie een act van ‘The Tramp’ is en hij wordt plotseling een ster. Met alle hilarische gevolgen van dien, want ‘The Tramp’ heeft bijvoorbeeld nog nooit op het slappe koord gedanst.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
24
Modern Times: ‘The Tramp’ werkt in een fabriek aan de lopende band. Daar draait hij letterlijk en figuurlijk door. Door toedoen van de zwerver loopt het in de fabriek zo uit de hand dat hij op straat belandt. Samen met een straatmeisje gaat ‘The Tramp’ op zoek naar een betere toekomst. Tevergeefs beproeft hij zijn geluk als rolschaatsende nachtwaker, zingende ober en bajesklant. Als ‘The Tramp’ en het meisje ten slotte samen een onzekere toekomst tegemoet gaan, hebben ze geen werk gevonden. Wel hebben ze elkaar. z Limelight: In deze film speelt Chaplin niet ‘The Tramp’ maar Calvero, ooit een gevierd cabaretier, die een wanhopige ballerina van haar zelfmoordplannen doet afzien en haar klaarstoomt voor het grote succes. Het levenslied is een ballade: een verhaal over het leven met een (soms over)sentimentele ondertoon. In die zin zijn eigenlijk alle films van Chaplin te vergelijken met het levenslied. De kracht van Chaplin zijn films ligt in het feit dat ze nooit overdreven sentimenteel zijn (naar huidige maatstaven). Hoe men daar over vijftig jaar over denkt, is nu nog niet te zeggen. De lach en de traan komen heel reëel over. d Chaplin roept in de film The Kid bewust het sentiment van de kijker op. In zoverre is de film dus te vergelijken met een smartlap. Dat geldt overigens ook voor zijn andere films. Ook het thema van de film The Kid (de arme sloeber, beetje crimineel, met een gouden hart) is een geliefd thema van de smartlap. Laat de leerlingen de film verder toetsen aan de kenmerken van levensliederen volgens Peter Blanker uit vraag 2c. e/f City Lights: ‘The Tramp’ ontmoet een blind meisje op straat. Hij wil geld inzamelen voor een oogoperatie van het meisje. Hij wordt heimelijk verliefd op haar. Achtereenvolgens speelt Chaplin een straatveger, een bokser, een rijke heer en redder van een miljonair die zelfmoord wil plegen. Als het meisje uiteindelijk weer kan zien, herkent zij ‘The Tramp’ in eerste instantie niet, omdat zij zich de man die haar in het begin een roos heeft gegeven, heeft voorgesteld als een rijke miljonair. Afbeelding 4 is een scènefoto uit het begin van de film City Lights, waarin ‘The Tramp’ het blinde meisje voor de eerste keer ontmoet. De roos die hij haar geeft kan zij niet zien, maar zijn stem hoort ze wel. Dat is voor haar reden genoeg om de man die haar een roos geeft aardig te vinden. z
Opdrachtblok 2 – Liefdesbrieven
1 a Volgens de legende was Valentijn een Italiaanse bisschop uit de derde eeuw na Christus, die van een heidense soldaat en een christelijke vrouw het verzoek kreeg hen te trouwen. Volgens de wetten van de kerk in die tijd was dat verboden. Valentijn vond de liefde zwaarder wegen dan de wetten van de keizer en huwde het stel. Toen meerdere paren met hetzelfde verzoek kwamen werd bisschop Valentijn gearresteerd, gemarteld en ten slotte onthoofd. Dat gebeurde op 14 februari, maar het jaar is onduidelijk. b In opdrachtblok 2 staan diverse voorbeelden van een liefdesbrief als inspiratiebron voor een kunstwerk. 2 a Een van de hoofdpersonen in Aïda is de Egyptische veldheer Radames die verloofd is met Amneris, de dochter van de farao van Egypte. Radames, zoon van premier Zoser van Egypte, wordt verliefd op de slavin Aïda die, blijkt later, de dochter is van de koning van Nubië, de aartsvijand van Egypte. Aïda speelt zich af in het Egypte van de farao’s, dat in strijd is met het buurland Nubië. Tijdens een expeditie op vijandelijk gebied neemt de Egyptische legerkapitein Radames een groep vrouwen gevangen onder wie de beeldschone Aïda. Radames weet dan nog niet dat Aïda de dochter van de koning van Nubië is, maar is wel op slag onder de indruk van haar. Hij schenkt haar als slavin aan zijn verloofde, prinses Amneris. Wat niet mag, gebeurt toch: Aïda en Radames worden hopeloos verliefd op elkaar. Zonder het te beseffen roept Radames daarmee het noodlot over hun drieën af. Want het huwelijk van Radames met de dochter van de farao is aangekondigd, terwijl hij eigenlijk verliefd is op Aïda. Amneris merkt dat haar aanstaande echtgenoot van een ander houdt. Op haar beurt raakt Aïda in een innerlijke tweestrijd, omdat zij de dochter van de koning van Nubië is en een verhouding met Radames gezien zal worden als verraad van haar volk. b In de brief van Amneris aan Radames beschrijft ze de moeilijke en ingewikkelde situatie waarin zij beiden zijn beland. Een moment om hem persoonlijk te zeggen hoeveel ze van hem houdt zal er niet meer zijn, dus moet ze volstaan met een brief. c De begeleiding van enkel een piano houdt de muziek ingetogen en intiem. Het tempo is langzaam, waardoor het is alsof de brief wordt voorgelezen. De melodie gaat soms heel hoog: Amneris wil haar liefde voor Radames eruit schreeuwen. d De leerlingen kunnen in hun toelichting heel goed hun antwoord op vraag 2c betrekken.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
25
3 a/b Cyrano de Bergerac, een Franse legerofficier halverwege de zeventiende eeuw, is een begaafd en zeer kritisch schrijver die verliefd is geworden op zijn nichtje Roxane. Zij op haar beurt is verliefd op de knappe baron Christian de Neuvilette. Cyrano durft zijn liefde voor Roxane niet kenbaar te maken, omdat hij zich te veel schaamt voor zijn uiterlijk: hij heeft een mismaakte neus. Omdat Christian niets liever wil dan Roxane voor zich winnen, maar allerminst een begenadigd schrijver is, besluit Cyrano Christian te helpen. Cyrano schrijft liefdesbrieven aan Roxane en Christian ondertekent ze. Op die manier kan Cyrano toch zijn gevoelens voor zijn nichtje aan haar kwijt. Dan moeten beide mannen naar het front om te vechten tegen de Spanjaarden. In het geheim blijft Cyrano, zonder Christians medeweten, liefdesbrieven aan Roxane schrijven. Christian sterft aan het front. Pas na jaren komt Roxane, die na de dood van Christian haar intrek heeft genomen in een nonnenklooster, erachter dat het Cyrano is geweest die al die brieven aan haar heeft geschreven. Nadat er een aanslag op Cyrano is gepleegd, zegt hij de laatste brief van hem aan Roxane helemaal uit zijn hoofd op. Daardoor begrijpt Roxane van wie ze al die jaren werkelijk heeft gehouden. Te laat. Cyrano sterft in de armen van Roxane. c In zijn rechterhand houdt Cyrano een rol papier vast, waarschijnlijk een van de brieven van Christian aan Roxane. d Het affiche toont een gehaaste man, Cyrano, die door de velden loopt met een brief in de hand. Een brief die kennelijk zo spoedig mogelijk bezorgd moet worden. Het gezicht van de man is ietwat vaag onder de grote hoed, maar toch herken je er Cyrano in. Alsof hij anoniem wil blijven, maar toch ook weer niet. Hij is hier een postillon d’amour. (Postiljon: postrijder. Postillon d’amour: koerier die, vaak in het geheim, liefdesbrieven van geliefden aan elkaar overbrengt.) e/f Door het sterke ritme van de melodie, en even later door de roffels van de snaredrum, komt de muziek krachtig en overweldigend over. Het grote orkest onderstreept dat alleen maar. In het middengedeelte hoor je violen en fluiten met heel snelle loopjes naar boven en naar beneden: het haastig bezorgen van weer een nieuwe brief, zie hiervoor ook het affiche. Doordat de muziek in mineur is geschreven, krijgt het een dramatisch karakter. Dat voorspelt niet veel goeds voor de afloop. 4 a Erratum: na het verschijnen van de eerste oplage van het themakatern Liefde heeft het Rijksmuseum zijn site enigszins aangepast. In plaats van Ontdek de collectie staat er nu Ontdek 1000 topstukken. z Brieflezende vrouw: Een jonge vrouw (in verwachting?) leest aandachtig een brief. Ze staat tussen de meubels, in het licht van een venster links, dat niet zichtbaar is. Achter haar hangt een landkaart, wat verwijst naar de afzender die ver weg op zee is. Het tafereel heeft een ingetogen karakter door het gebruik van gedekte kleuren, blauw en bruin. Vermeer speelde een spelletje met licht en schaduw. Terwijl de landkaart en de stoel een slagschaduw werpen op de muur, ontbreekt de schaduw bij de vrouw. Zij komt daardoor los van de achtergrond. z Liefdesbrief: De toeschouwer kijkt langs een opzijgeschoven gordijn de kamer in. Hierdoor krijgt het schilderij een intieme huiselijke sfeer. De voorname, in het geel geklede dame ontvangt een brief. Ze kijkt vragend op naar haar dienstmaagd en laat de luit waarop ze speelt rusten. De kamer met de twee vrouwen is helder verlicht; in de ruimte ervóór is het donker. Luit en muziek verwijzen naar vergankelijkheid en lichtzinnigheid. Zou de dame de briefschrijver ontrouw worden? Zie hiervoor ook Subthema 2: Met alle liefde!, opdrachtblok 1, opdracht 4c/d. Op de donkere muur links van de deuropening hangt een landkaart. Weer een verwijzing naar de briefschrijver die ver weg is. b Overeenkomsten: Een jonge vrouw bij het raam: kijkend, wachtend, mijmerend? Beide schilderijen roepen vragen op over de gedachten van de vrouw. Bij beide schilderijen komt de lichtbron door het raam van buiten. Verschillen: Op het schilderij van De Braekeleer zie je waar de vrouw naar kijkt: de buitenwereld door het raam is zichtbaar. Het gezicht van de vrouw is juist niet te zien. De vrouw heeft ook geen brief in haar handen. De gedachten van de vrouw worden niet gestuurd door een brief of een landkaart aan de wand. c ‘Deze grijze hemel, dit lege plein, tussen de vervallen huizen, dit stadje waarin jij leefde ...’ Deze woorden roepen een sfeer van eenzaamheid en verlatenheid op. Ze spreken ook van een verleden (leefde), alsof de vrouw er niet meer is, althans niet met haar gedachten. d Uit de tekst: ‘Je hand in de vensterbank ... alsof ze een brief hebben gekregen.’ e Zo op het eerste gezicht lijkt afbeelding 3 veel meer op een foto dan op een schilderij. Zelfs als je weet dat het geen foto is, twijfel je nog. Het schilderij is super realistisch. f/g Het onderwerp van beide schilderijen is identiek: een jonge vrouw die aandachtig leest. Je vraagt je als toeschouwer bij beiden vanzelf af wat ze lezen. Opvallend is dat bij Richter het licht van achter de vrouw komt. Daardoor krijg je een beetje zicht op wat de vrouw leest. Een tipje van de sluier wordt opgelicht. Dat maakt je nieuwsgierig naar wát de vrouw leest. Je ziet in ieder geval een tekstregel en een afbeelding. Een brochure, het programmaboekje van een voorstelling?
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
26
Opdrachtblok 3 – Kunst en kitsch
2 a De naam ‘soap’ komt uit Amerika. Daar werden deze series in de jaren twintig voor het eerst gemaakt. In het begin waren het radioprogramma’s (hoorspelen), die werden uitgezonden in de namiddag, met als doelgroep de huisvrouw. Om die reden werd tijdens uitzendingen vooral veel reclame gemaakt voor zeep (‘soap’). Vandaar de benaming ‘soapseries’ of ‘soaps’. Nu maakt men voor veel meer dingen reclame tijdens een soap, maar de naam is blijven bestaan. In de jaren veertig begonnen de eerste soaps op televisie. Bekende soapseries zijn Dallas, Dynasty, Days of our lives en As the world turns. b Een cliffhanger verwijst naar de letterlijke situatie waarin iemand met één hand aan een grote bergklif hangt. Het is spannend: zal de persoon zich omhoog kunnen werken of uiteindelijk neerstorten? In soaps wordt veel gebruikgemaakt van cliffhangers. De laatste scène voor het einde wordt heel spannend gemaakt. De makers hopen dat de kijkers daardoor de volgende dag willen kijken hoe het afloopt. d De term stereotype betekent onder andere ‘vaststaand beeld, met name van een groep of bevolking’. Van Dale geeft het volgende voorbeeld: ‘een stereotype is bijvoorbeeld de voorstelling van een Fransman als een man met snorretje die losbandig leeft’. f Soaps spelen zich vooral binnen af. Mensen zitten in de woonkamer of op kantoor, en staan haast nooit buiten op straat. Dit komt omdat buiten filmen duur is en veel tijd kost. Het slechte acteerwerk waar soaps om bekend staan, is ook (deels) een gevolg van de goedkope productiewijze: er moeten op een dag verschillende afleveringen worden opgenomen en acteurs moeten vooral hun tekst goed kennen (op spel wordt minder gelet). Een derde punt is dat er in soaps eindeloos wordt gepraat: de soap vertelt niet filmisch (in beeld) maar door taal (daarin herinnert het nog sterk aan het hoorspel). En ook dat is veel goedkoper. Een ander aspect (moeilijker te benoemen) betreft het goedkope geluid: je hoort dat al het geluid studiogeluid is en dat het een licht studiodeurtje is dat dichtklapt. g Volgens de definitie van vraag 1c kan de soap niet onder kunst worden geschaard: het straalt geen vakmanschap uit en er wordt geen boodschap overgebracht. Onder cultuur zou het wel passen: het is ‘door mensen gemaakt’ (zie inleiding Basisboek) en het geeft een beeld van de manier van leven in een bepaalde tijd. Juist omdat de soap probeert zo dagelijks, herkenbaar en gewoon te zijn, levert het een mooi beeldverslag van de manier van leven en denken in een bepaald land in een bepaalde periode. 3 a Kenmerken van de Amerikaanse popart: z Er wordt in de afbeeldingen gebruikgemaakt van massaproducten en massacommunicatie. z Vaak worden onpersoonlijke technieken zoals zeefdruk toegepast. z Blow-ups (uitvergrotingen) komen vaak voor. z Er kan worden gebruikgemaakt van herhalingen. z Je ziet vaak harde kleuren (zoals in strips en reclames). z Popart laat allerlei zaken uit de actuele maatschappij op een heel directe manier (groot, fel, stripstijl) zien. z Soms wordt er gebruikgemaakt van collage of gemengde techniek. z In popart kan een indirecte manier van kritiek op de maatschappij verscholen zitten. b Onpersoonlijke techniek (de zeefdruk laat geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar zien in de vorm van tekenlijnen of een schilderstoets), uitvergroting, stripstijl en verborgen kritiek (vergroot hij zo’n banale emotie uit met een bepaalde bedoeling?). c Een cliché is een inhoud of betekenis die in een vorm is gegoten die zo vaak is gebruikt, dat deze zijn kracht verliest, niet oorspronkelijk of persoonlijk meer is. De vrouw in de afbeelding van Lichtenstein is ook clichématig afgebeeld: kleine neus, volle lippen, enorme tranen. Echt een ‘standaard vrouw’ uit een strip, geen persoonlijkheid. d De emotie van de vrouw: haar overdreven radeloosheid. Ze verdrinkt liever dan dat ze Brad om hulp vraagt. e Ook in soaps worden emoties vergroot weergegeven, ongenuanceerd. Kleine emoties worden groots uitgespeeld, niet altijd op een realistische manier. Emoties worden gedramatiseerd. f De grootte, de directheid en de herkenbaarheid van de afbeelding spreekt veel mensen aan. 4 a Een literaire roman is een verhaal van een redelijk grote omvang waarin de verschillende karakters van de personages uitvoerig beschreven worden. Meestal bestaan er verschillende verhaallijnen naast elkaar. Vaak behandelt een literaire tekst maatschappijkritische thema’s en is er sprake van diepgang. Het verhaal heeft vrijwel altijd een open einde: er blijven zaken onduidelijk en onopgelost. In vergelijking met een literaire roman ontbreken bij liefdesromannetjes veelduidigheid en diepgang. Eenvoudig taalgebruik, een doorzichtige opbouw, voorspelbare stereotype personages en een happy end zijn onder andere kenmerken van dit genre. Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
27
b
c d
e
Het onderscheid tussen literatuur (romans) en lectuur (liefdesromannetjes) wordt bepaald door waardeoordelen en opvattingen over literatuur. Het woord literatuur heeft verschillende betekenissen. De ruimste is dat literatuur de verzameling van alle teksten is, geschreven en in mondelinge vorm. Literatuur wordt ook wel in een enge betekenis gebruikt, waarbij literatuur tegenover lectuur wordt gesteld. In die zin zou literatuur de hoge, elitaire vorm en lectuur de lage, populairdere vorm van teksten aanduiden. Van literatuur wordt verwacht dat deze je aan het denken zet en enige diepgang bevat. De extreme close-up benadrukt de benauwdheid van het milieu. Ook de keuze voor zwart-wit-grijs benadrukt de grauwheid van het bestaan van de hoofdpersoon. De Avonden van Gerard Reve behoort tot een van de grote klassiekers uit de Nederlandse literatuur. Hoewel er een Franse en een Duitse vertaling van is verschenen, lijkt De Avonden toch vooral in ons land gewaardeerd te worden. Er is geen sprake van een wereldwijde erkenning en om die reden zou De Avonden niet tot de wereldliteratuur gerekend kunnen worden. Een Franse, Duitse, Hongaarse en een Noorse vertaling, een verfilming en een verstripping kunnen echter ook voldoende redenen zijn om aannemelijk te maken dat het wél tot de wereldliteratuur gerekend kan worden. Voor het stripalbum heeft Dick Matena grondig historisch onderzoek verricht waardoor de afgebeelde scènes geloofwaardig overkomen. De gebruikte monochrome techniek geeft de beklemmende sfeer uitstekend weer. De teksten in de strip zijn letterlijke citaten uit de roman in de herkenbare Reviaanse stijl, die ook in deze stripversie hun kracht niet hebben verloren. Het album is een letterlijke en integrale weergave van de tekst van Reve’s meesterwerk, de tekeningen zijn niet vervangend maar ondersteunen de tekst. De literaire verstripping kan daarom evenzeer tot de literatuur gerekend worden als het origineel.
5 a De kunstenaar kan maatschappijkritische kunst maken, waarbij hij mensen wil wakker schudden: choqueren kan dan een middel zijn om zijn doel (mensen bewust maken) te bereiken. Kunstenaars zoeken vaak naar nieuwe wegen om thema’s te verbeelden. Deze noviteiten kunnen choquerend lijken, omdat mensen er nog niet aan gewend zijn. c Het gaat hier om een zeer oppervlakkige liefde: liefde voor een knuffelbeest dat zeer bekend is (een cliché te noemen?). Het knuffelbeest zelf houdt wat vertwijfeld het mooie meisje (ook een cliché te noemen) vast: is het een liefdevolle omarming? Heeft het knuffelbeest haar wel wat te geven? Het lijkt ook om surrogaatliefde te gaan. Ze zal waarschijnlijke liever de liefde van een werkelijk persoon ontvangen dan van een kunststof beest. d Beide werken zijn gedetailleerd vormgegeven met pastelkleuren. De combinatie van de verfijnde vormen met de lichte kleuren maakt het Meissenporselein elegant (niet lomp en grof). Het gaat bij beide om een oppervlakkige uitdrukking van liefde (niet gepassioneerd, diep betrokken). Maar bij Jeff Koons is het spottend bedoeld en bij het Meissenporselein is dit niet het geval. e Bij de afbeeldingen van Lichtenstein en Koons zijn geen individuele, diep menselijke emoties te zien: het gaat om oppervlakkige, vluchtige, vrij onpersoonlijke emoties. Daarbij lijkt de emotie in het werk van Lichtenstein wanhopiger en bedroefder. Bij Koons is er sprake van enige intimiteit. De vrouw in de afbeelding van Lichtenstein lijkt eenzamer dan die in de afbeelding van Koons. Ondanks deze verschillen zal de kijker niet echt geraakt worden door de emoties zoals die hier zichtbaar zijn. Lichtenstein speelt wat meer in op de gevoelens (of juist het ontbreken daarvan) van de kijker. 6 a De cameravoering van een soap wordt voor het merendeel gevormd door close-ups van de personages. Een duidelijke soaptechniek is die van het tweegesprek: in plaats van dat de acteurs elkaar aankijken, staat de ene acteur dicht bij de camera en de andere iets verder van de camera af. Beide acteurs kijken in de camera. De voorste acteur staat dus met zijn rug naar de achterste acteur, iets wat in de praktijk natuurlijk zelden gebeurt, maar op de televisie wordt zo de emotie van beide spelers weergegeven. Een ander opmerkelijk aspect van cameravoering is het gebruik van establishing shots: deze geven heel snel aan ‘we zijn nu hier’: bij het huis van Daniël, of het bescheiden arbeiderswoninkje van Harmsen of we gaan zo naar de bar van hotel Dendermonde.
2.4 Subthema 4: Passie Opdrachtblok 1 – Verleiding
2 a Eros is in de Griekse mythologie de god van de liefde en het schoonheidsverlangen, en de drijvende kracht achter voortplanting in de natuur. In de Romeinse mythologie wordt hij Cupido (ook Amor) genoemd. Eros was de zoon van Aphrodite en Ares. Eros maakte gebruik van pijl en boog om op mensen te schieten. Als hij dan iemand had geraakt, was deze persoon op slag verliefd. Zelfs de goden waren niet veilig voor hem. Zijn moeder vond het vervelend dat hij niet groter groeide. Volgens Themis (de godin van de wijsheid) zou hij groeien wanneer hij een broertje zou krijgen, dat werd Anteros. Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
28
Eros had ervoor gezorgd dat Aphrodite verliefd werd op Adonis. Samen met hem kreeg ze drie kinderen. Een van deze kinderen was Psyche (de ziel). Het meisje was beeldschoon, waardoor niemand meer haar hand durfde te vragen. Zo kwam het dat Psyche geen man had. Aphrodite beval het orakel te zeggen dat Psyche alleen naar de hoge bergen moest gaan, en dat ze daar een man zou ontmoeten. Haar ouders waren zeer verdrietig, maar volgden haar raad op. Toen Psyche alleen werd achtergelaten in de bergen, kwam Eros om ervoor te zorgen dat er een man kwam. Maar in plaats van iemand anders te raken, raakte hij zichzelf met zijn pijlen en werd op slag verliefd op haar. Elke avond kwam hij naar haar toe en verleidde hij haar. Psyche wist dat ze met een god te maken had, maar Eros wilde niet zeggen wie hij was. Na een aantal nachten wilde Psyche terug naar huis. Uiteindelijk kon ze Eros overhalen. Thuis aangekomen vertelde ze haar zussen wat er was gebeurd. Die haalden haar over om een olielampje bij haar bed te zetten, zodat ze zou kunnen zien wie het was. Zo kwam het dat op een nacht Eros gloeiend hete olie over zijn schouder kreeg. Na hun avontuurtje was hij in slaap gevallen en Psyche deed de lamp aan, maar ze schrok zo erg door Eros’ schoonheid dat ze olie knoeide. Eros werd met een gil wakker en vluchtte weg. Psyche zocht hem overal, maar kon hem niet vinden. Uiteindelijk vroeg ze Aphrodite om hulp, die haar drie opdrachten liet uitvoeren. De dieren hielpen haar, want een gewone sterveling zou deze opdracht anders nooit uitgevoerd kunnen hebben. Eros had Psyche ondertussen al lang vergeven. Hij ging bij Zeus smeken om Aphrodite gunstig te stemmen tegenover Psyche. Zeus had medelijden en gaf Psyche de godennectar, zodat ze onsterflijk zou worden. Voor Aphrodite was het zinloos geworden om Psyche nog te kwellen met onmogelijke opdrachten. Psyche werd daarna in de godenwereld opgenomen. c Verleidelijke fragmenten uit het verhaal: Eros verleidt Psyche en hun ‘nachtelijke avontuurtjes’. d Eros verleidt psyche. e Het wederzijdse verlangen wordt uitgedrukt door hun tedere omarming, hun intense blik naar elkaar en hun lippen die elkaar bijna raken. 3 a Veel items/thema’s uit de Metamorphosen komen terug in vele kunstwerken: de onmogelijke liefde, de ouderkindrelatie en gedaanteverwisselingen. Vanaf de middeleeuwen is het werk de Metamorphosen van Ovidius een onuitputtelijke bron geweest voor kunstenaars en literatoren en in de zeventiende eeuw diende het zelfs als schildersbijbel. b Publius Ovidius Naso (20 maart 43 v.Chr.-17 na Chr.) behoort samen met Vergilius, Horatius, Propertius en Tibullus tot de grote dichters uit het Augusteïsche tijdvak. Met deze laatste twee vormde hij ook de elegiaci. In een politieke of juridische carrière had Ovidius helemaal geen interesse, maar des te meer belangstelling had hij voor literatuur, tot ongenoegen van zijn vader, die het niet eens was met zijn literaire aspiraties. Niettemin debuteerde Ovidius op achttienjarige leeftijd met zijn Amores, en maakte al vroeg naam als minnedichter, een van de vele groten tijdens de ‘gouden eeuw’ van keizer Augustus. Hij was goed bevriend met Tibullus en Propertius. Ook Horatius behoorde tot zijn kennissen, deze droeg soms voor uit eigen werk. Met Vergilius, die de oudere generatie vertegenwoordigde, heeft hij een enkele keer kennisgemaakt. Ovidius was welgesteld genoeg om zich volledig aan de dichtkunst te wijden. Algauw volgden de Ars Amatoria (De kunst van het liefhebben) en de Remedia Amoris (Remedies tegen de liefde), zijn bekendste dichtbundels. Hij kon zich een luxueus en losbandig leven in de mondaine grootstad Rome veroorloven, hij was een echte societyfiguur. Als gevierd dichter hield hij regelmatig voordrachten uit eigen werk, wat zijn roem alleen maar vergrootte. Het belangrijkste werk dat in deze tijd (de tijd waarin hij zijn hoofdwerk schrijft) ontstaat, is de Metamorphosen (Gedaanteverwisselingen): een bundel verhalen uit de Griekse mythologie. (Door onder andere Vondel is dit werk later in het Nederlands vertaald.) De Metamorphosen begint met de schepping van de wereld en eindigt met de vergoddelijking van Caesar. Het werk bestaat uit vijftien boeken, die 246 verhalen in 11.995 verzen vertellen. Zie ook de site http://satura-lanx.telenet.be, de website van een school die de moed heeft gehad zelf de Metamorphosen te vertalen en waar ook een powerpointpresentatie beschikbaar is over dit werk. c Adonis werd in het huidige Libanon geboren uit de incestueuze liefde van de prinses Myrrha en haar vader Cinyras. Toen Cinyras ontdekte dat hij met zijn dochter had geslapen wilde hij haar doden, maar de goden veranderden haar in een mirreboom. Na negen maanden baarde de boom een beeldschoon jongetje, Adonis. De godinnen Persephone en Aphrodite (zij was verliefd op hem) voedden hem op. Adonis was een onverschrokken jager, die vaak roekeloos te werk ging als hij op gevaarlijk wild jaagde. Dit veroorzaakte veel onrust bij Aphrodite, die bang was dat hem iets zou overkomen. Tevergeefs smeekte ze hem het jagen voortaan te laten en bij haar te blijven, waar hem niets kon gebeuren. Maar Adonis wist haar lachend te ontvluchten en bleef het gezelschap opzoeken van de andere mannen die gingen jagen, zodat hij zich kon blijven wijden aan zijn favoriete tijdverdrijf. Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
29
Op een dag achtervolgde Adonis een wild zwijn, een achtervolging die hem veel plezier verschafte. Toen hij het dier uiteindelijk aanviel, draaide het zich echter plotseling woedend om en doorboorde het met zijn vervaarlijke slagtand de onbeschermde dij van Adonis. Hij probeerde nog weg te komen, maar zijn been weigerde mee te werken en op die manier kreeg het zwijn de kans hem dood te trappen. Onmiddellijk kwam Aphrodite naar de plaats waar haar lieveling zo tragisch aan zijn einde was gekomen. Ze haastte zich door kreupelhout en doornstruiken, waarbij ze haar huid openhaalde aan de scherpe takken en doorns. Haar bloed kleurde de witte rozen waar ze langs kwam met een matrode tint. Toen ze aankwam op de plek des onheils, was Adonis al dood en verstijfd en haar hartstochtelijke liefkozingen werden niet langer door hem beantwoord. Aphrodite barstte toen in zo’n onstuitbare tranenvloed uit, dat bos- en waternimfen, goden en mensen en zelfs de natuur zich bij haar aansloten en samen met haar om de geliefde jongeman rouwden. Als laatste kwam schoorvoetend Hermes aan bij de droevige menigte, om de ziel van de overledene naar de onderwereld te brengen, waar hij verwelkomd zou worden door Persephone, de godin van de onderwereld. Zij zou hem naar de plaats brengen waar goede, deugdzame stervelingen voor eeuwig in gelukzaligheid verblijven, het Elysium genaamd. Aphrodite was nog altijd ontroostbaar en huilde vele, vele tranen. Zodra de tranen de grond raakten, veranderden ze in anemonen en de bloeddruppels die uit de dij van Adonis waren gevloeid en op de grond waren gevallen, groeiden uit tot prachtige rode rozen. Aphrodite bleef echter nog altijd zo intens verdrietig, dat ze het op een gegeven moment niet meer kon verdragen. Ze ging naar de Olympus, waar ze aan de voeten van Zeus neerviel en hem smeekte Adonis los te maken uit de omhelzing van de dood, of haar toe te staan zijn lot in de onderwereld te delen. Het was onmogelijk de godin van de schoonheid toe te staan de aarde te verlaten en naar de onderwereld te gaan, maar Zeus kon er ook niet tegen haar zo te horen smeken. Hij besloot daarom dat Adonis uit de onderwereld zou worden teruggeroepen, zodat Aphrodite hem weer bij zich kon hebben. Maar Hades had de zeggenschap over Adonis, want de onderwereld was zijn rijk en hij weigerde hem te laten gaan. Na een langdurige discussie tussen Zeus en Hades werd een regeling getroffen. Adonis mocht de ene helft van het jaar op aarde doorbrengen en moest voor de andere helft terugkeren naar het Elysium. Aan het begin van de lente verliet Adonis de onderwereld en zo snel hij kon, ging hij naar zijn geliefde Aphrodite. Overal waar hij zijn voetstappen zette, ontloken de bloemen en begonnen de vogels te fluiten om te laten zien hoe blij ze waren met zijn komst. Zo werd Adonis het symbool van de plantengroei, die elke lente uit de bodem omhoog komt en de aarde bedekt met prachtige bladeren en bloemen en die de vogels doet fluiten. In de herfst keerde Adonis met tegenzin terug naar de onderwereld, want dan kwam het wrede wilde zwijn van de winter weer om hem met zijn slagtand te doorboren en de natuur te doen verdorren. En elk jaar in de herfst huilde de natuur om zijn vertrek. 4 a Don José: legerofficier, betrouwbaar en trouw, is verloofd met het dorpsmeisje Micaëla en zal met haar op verzoek van zijn moeder trouwen. Escamillo: stierenvechter, stoer, macho, een man van de wereld. b/c De ouverture van de Nederlandse musicalbewerking van Carmen begint met een slagwerkintroductie. Het ritme van de trommels doet denken aan dat van een begrafenisstoet (dodenmars). Woodbloc en andere percussie-instrumenten maken er een geheimzinnig geheel van. Na de slagwerkinleiding wordt door de elektrische gitaar de melodie van de habanera gespeeld. De habanera is naast een dans ook een lied waarin Carmen de passie bezingt en Don José probeert te verleiden. Door de rauwe manier van spelen van de elektrische gitaar (met veel uithalen in de hoogte) krijg je behalve de hoofdmelodie van de habanera ook een voorproefje van de sfeer van het stuk: dreigend en mysterieus. Daarmee suggereert de muziek een dramatisch einde. c-g Aan het eind van de ouverture wordt de spanning opgevoerd doordat de hoofdmelodie steeds een trapje hoger wordt gespeeld. Een tweede spanningsverhogend effect is dat hier de muziek ook steeds harder wordt. d Hierna volgt de songtekst van The Last Great Seduction uit de Hip hopera Carmen.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
30
The Last Great Seduction
5
Carmen: You know you really, really really, really, want to be with me So why don’t you stop beating around the bush (ontkennen) and come and give it to me Derrick we can make beautiful music together if you only stop resisting the only woman that you really want and it’s not wifey. (vrouwtje thuis) Derrick:
10
Hey! You’re real social I don’t like the way you’re looking Don’t get too close I’m about to take you down to booking.
(erg brutaal)
(bekeuren)
Carmen: C’mon and touch me D I know you want to Derrick:
15
20
Look, I only need your prints, don’t really care about your frontal.
Carmen: I don’t see me living another day without your tender kisses Why don’t we retire to the room, put on some Luther, light some incense Get to know one another just a little better than we do now Derrick:
(‘voorgevel’)
(wierook)
You trying to act like I’m not a cop
Carmen: You can bring the cuffs, if you would like to, if that’s your style
(boeien)
Derrick:
(ophouden) (handboeien) (drukken, knellen)
25
Look let’s get it straight, you cease and desist I got some platinum bracelets I’m about to squeeze on ya wrists
Carmen: But you don’t understand the way that I feel, the pain I could heal Derrick: 30
35
I could lose my job for this, there is no way we could chill.
Carmen: So why you bring me this far, now let’s try to be real ‘cause only time will reveal if you still playing the field Every second that you stay is like an hour we will I got a couple days to kill, either you down or you peel.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
(afkoelen)
(aan het licht brengen) (standhouden, ‘trouw blijven’) (vrije dagen) (‘afhaken’, uitkleden)
31
I don’t want anything without you in my life, you are my baby Why don’t you forget about your girl and say you want me as your lady Get to know one another just a little better than we do now Give in to everything you’re feeling that’s surprising Let’s make love now.
40
45
Derrick:
50
Carmen: It ain’t about getting locked cause it’s your steeze I need My heart don’t lie, come over D and feel my beat. Derrick:
55
Oh no! Cause I can see your skin is soft You know, but I don’t wanna pay the cost to be with you.
Carmen: You can’t deny your feelings for us, you know it’s true Derrick:
60
Nah, I don’t think so, your body is like weed smoke though Light-headed, feel ya eyes saying please don’t go.
I gotta go, but really now I’m feeling you I wanna do it, but I don’t You know, I’d feel your thigh, but I’m so full of decency (fatsoen)
Carmen: Go with your instincts and I’m sure it leads to me There’s only moments to see if it is to be ... Bron: Hip hopera Carmen, 2001.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
32
The Last Great Seduction is een goed voorbeeld van een song waarin het verhaal tijdens de muziek doorgang vindt. Aan het eind van de song is de situatie in vergelijking met het begin, met name voor Derrick, ingrijpend veranderd. In plaats van als plichtsgetrouwe politieman de relschopster Carmen op te pakken (‘Hey! You’re real social, I don’t like the way you’re looking, don’t get too close’, regel 8-10) en naar het politiebureau te brengen, is Derrick gezwicht voor de charmes van Carmen en heeft hij zich laten overhalen met haar naar bed te gaan (‘I gotta go, but really now I’m feeling you, I wanna do it’, regel 56-57). e Enkele teksten: z ‘Look, I only need your prints, don’t really care about your frontal’ (regel 13-14) z ‘Oh no! Cause I can see your skin is soft you know’ (regel 52-53) f De passie bij Derrick spreekt uit teksten als: z ‘there is no way we could chill’ (regel 30) z ‘your body is like weed smoke though’ (regel 47) z ‘Cause I can see your skin is soft you know’ (regel 52-53) z ‘but really now I’m feeling you’ (regel 56) z ‘I’d feel your thigh’ (regel 58) g Zie het antwoord bij c-g. 5 a Couturiers zijn vooruitstrevende en vooraanstaande modeontwerpers die (gelegenheids)kleding ontwerpen voor een select publiek (geen prêt-à-porter). Ze hebben een eigen atelier en laten hun nieuwe collecties zien op de catwalks van grote modesteden zoals Parijs en Milaan. d De reclame richt zich steeds meer op een jong publiek. Jongeren hebben weinig of geen taboes wat erotiek betreft. In muziekclips, soaps en andere typische jongerenprogramma’s speelt erotiek een belangrijke rol. Jongeren voelen zich erdoor aangetrokken: het is zinnenprikkelend, oogstrelend en trekt de aandacht. e De erotische aantrekkingskracht ontstaat door de ontblote lichaamsdelen, de omhelzing van het achterste meisje door de jongen, het achterover buigen van haar hoofd daarbij en de glanzende stoffen. Opdrachtblok 2 – Lust of liefde?
2 b ‘Natuurlijk’ slaat zowel op het vanzelfsprekende (natuurlijk) van de liefde, als op het biologische aspect ervan (natuurlijk). c De handen vormen billen. Eventueel extra: De erotische gedichten van De Andrade inspireerden ook de Nederlandse filmmaakster Hedy Honigmann. Zij maakte opnames in Brazilië, waar ze oude mensen vroeg om de gedichten voor te lezen (O Amor natural). Bij veel mensen riep dat ook eigen (seksuele) herinneringen op en daarover vertelden ze voor de camera. Denk je dat zo’n film in Nederland ook mogelijk zou zijn? Zou je zelf voor een camera zo’n gedicht willen voorlezen? Zou je over je eigen herinneringen willen vertellen?) 3 a De leerlingen kunnen zowel de tekst als de muziek, als de relatie tussen tekst en muziek in hun antwoord betrekken. b z Muziek: De song bestaat alleen uit zang begeleid door piano. De pianomuziek is lieflijk en vriendelijk. De zang is gevoelig. Als je de taal niet verstaat, zou je denken dat het een heel aardig (liefdes)liedje is. z Liedtekst: Deze is macaber, rauw en schokkend (choquerend). c Tekst en muziek zijn met elkaar in tegenspraak (zie ook vraag 3b). Dat heeft Van Roozendaal opzettelijk gedaan om de luisteraar op het verkeerde been te zetten. Misschien wordt daardoor de song nog wel wranger: onderkoeld een ander ‘fileren’, in letterlijke of figuurlijke zin. d Hierna vindt u de volledige tekst van het gedicht Het kontje, ach hoe aardig van De Andrade.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
33
Het kontje, ach hoe aardig Lacht altijd, nooit tragisch. Kan niet schelen wat van voren zit. Het kontje is zichzelf genoeg Is er nog meer? Misschien de borsten. Nou – moppert het kontje – die jongens hebben nog heel wat voor de boeg. Het kontje is twee tweelingmanen. In een bolrond wiegen. Loopt vanzelf in zijn lieftallige cadans, zijn wonder twee in een te zijn, volledig. Het kontje vermaakt zich in zijn eentje. En bemint. In bed beweegt het. Bergen rijzen, dalen. Golven slaan op grenzeloze kust. Daar gaat het kontje, lachend. Blij met de streling er te zijn, te schommelen. Harmonieuze sferen hoog boven de chaos. Het kontje is het kontje een rondje. Bron: De liefde, natuurlijk. Gedichten. Carlos Drummond de Andrade, 1992. Liefde is voor de een anders dan voor de ander. Daarom is het van belang dat de leerlingen onder woorden proberen te brengen wanneer zij van liefde spreken. De vraag is dan of ze hun omschrijving herkennen in de tekst en/of de muziek. Met vorm wordt hier bedoeld: een boodschap in de vorm van een gedicht of in de vorm van een song. Vooral bij een song kan de muziek een heel andere emotie oproepen dan de tekst. Zo kan een boodschap met muziek wel en zonder muziek niet overkomen. Dat geldt ook, zij het vaak in mindere mate, voor een gedicht. 4 a Erotiek wordt uitgebeeld door de wellustige blik van de vrouwen, de ontblote lichaamsdelen en de sensuele lichaamshoudingen. c Sommige kunstcritici waren zeer lovend over het werk van Egon Schiele. Ook kunstenaars uit zijn tijd waardeerden zijn werk. Maar er waren ook mensen die aanstoot namen aan zijn erotische werk. Schiele werd zelfs drie weken in de gevangenis opgesloten vanwege het afbeelden van masturberende jonge meisjes. d Volgens de politie uit de tijd van Amedeo Modigliani was zijn kunst porno, omdat er veel naakte dames op waren afgebeeld. Zijn modellen zeiden dat hij niet alleen hun lichaam bloot legde, maar vooral ook zijn ziel. Bevriende kunstenaars waardeerden zijn werk. Pas na zijn dood werd Modigliani internationaal erkend als groot kunstenaar. Dit is dus vergelijkbaar met de reacties op het werk van Schiele. Tegenwoordig is er over bloot geen taboe meer, dus nu zou hun werk niet meer zo choquerend overkomen en niet worden afgewezen. Nu wordt er meer gelet op de manier waarop er is geschilderd, het kleurgebruik, de stijl en dergelijke, en niet meer op het bloot zelf. 5 a De foto’s zijn op de, inmiddels vernieuwde, site direct op de hoofdpagina te vinden (www.erwinolaf.com). Daar worden de titels van de series genoemd. Het verbindende thema is: foto’s van mensen die niet helemaal voldoen aan het schoonheidsideaal. b Hoewel de modellen niet ‘standaard’ en/of ‘op hun mooist’ zijn gefotografeerd, spreekt er wel veel liefde en aandacht uit de foto’s. De foto’s zijn met veel aandacht opgebouwd, gestileerd en gemaakt. c Foto’s uit de serie Mature komen hier goed voor in aanmerking. De foto’s tonen weliswaar naakt en vrouwen in erotische kleding, maar ze zijn desondanks vooral grappig. De gekozen settings zijn te absurd om opwindend te zijn en de vrouwen zijn duidelijk erg oud.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
34
d De foto werd obsceen gevonden en zou getuigen van slechte smaak, Critici (lees: monarchisten) bekommerden zich om de gevoelens van de zonen van Diana bij het kijken naar de foto van Olaf. e Royal Blood is een van de series waarbij geportretteerde figuren historische personen zijn die allemaal (op Jackie Kennedy na) op romantische doch brute wijze aan hun eind zijn gekomen. Julius Ceasar, Poppaea, Marie Antoinette, Ludwig II, Sissi, Tsarina Alexandra, Jackie Kennedy en Lady Di, stuk voor stuk in beeld gebracht als ontzagwekkende, machtige personen, maar met wraak in hun ogen om het leed dat hen is aangedaan. Demonische engelen worden zij in recensies genoemd. 6 a De fotoseries zijn inmiddels te vinden onder ‘Commissioned’ en niet onder ‘Assignments’. Voorbeelden van bekende merken zijn: Bavaria, Cointreau, Diesel, Heineken en Snickers. b Opvallend aan de afbeelding is het verschil tussen de linker- en de rechterkant (dood en leven). Het linkerhart is nog gebroken, het rechterhart wordt genaaid. Links zijn de bomen kaal en is alles dor, rechts staat alles in bloei. Opmerkelijk is ook dat de harten armen en benen hebben: ook hieraan zie je dat het genaaide hart leven vertoont (armen en benen hangen niet slap), in tegenstelling tot het gebroken (dode) hart. d Een voordeel zou kunnen zijn dat reclames er mooier en beter van worden, of meer diepgang krijgen. Een nadeel zou kunnen zijn dat de commercie te veel vat krijgt op het kunstzinnige aspect of dat kunstenaars vallen voor het grote geld en zich minder met kunst bezighouden. Opdrachtblok 3 – Liefde voor de natuur
2 a Landart is een stroming in de beeldende kunst die is ontstaan in de jaren zestig van de twintigste eeuw, waarbij kunstenaars ingrijpende, kunstzinnig bedoelde, ingrepen aanbrengen in een landschap door het graven van grachten en kuilen, het aanleggen van ophopingen op akkers en weiden en het geordend storten van keien op een wateroppervlak. Men wil daarbij de menselijke aanwezigheid duidelijk uitdrukken en stellen dat de mens door de omgevingsverandering de natuur in bezit neemt. Een minder gebruikelijke benaming voor deze kunstrichting is earth art. Landart kan worden gezien als een bijzondere vorm van ecological art of environmental art, waarbij de hele natuur in de kunst wordt opgenomen. De benaming landart is afkomstig van een Duitse tv-film uit 1969 waarvoor de opnamen in Californië en Nederland plaatsvonden. b Landartkunstenaars werken in de vrije natuur of met materialen uit de natuur. Ze doen een ingreep in het landschap: ze vervormen, veranderen, voegen toe. Wat ze hebben gemaakt, is vaak van tijdelijke aard. Vaak wordt het project vastgelegd op beeld en later vertoond in een museum. Zo kunnen de kunstenaars hun activiteiten en producten vastleggen, omdat die meestal plaatsvinden en zichtbaar zijn op plaatsen waar vrijwel niemand komt. Soms bouwen de kunstenaars met natuurlijke materialen objecten in het landschap en bouwen ze het later opnieuw op in een museum. c Ja, want de kunstenaar heeft met ter plaatse gevonden materialen een object gebouwd waarmee hij de omgeving/locatie direct beïnvloedt. Dit object is van tijdelijke aard en aan het grote publiek bekendgemaakt door middel van fotografie. d Zijn liefde of fascinatie voor de natuur blijkt uit de manier waarop hij de schoonheid van de natuur laat zien in dit object (door de vormen en structuren die hij ermee heeft gecreëerd). Bovendien heeft hij onder koude omstandigheden aan het kunstwerk gewerkt (bij dertien graden onder nul). 3 a Overeenkomsten: de hoekige vormen die samen een driehoekscompositie vormen en de koele/ijzige sfeer. Ja, je ziet bij beiden een gedetailleerde belangstelling voor vormen en structuren uit de natuur. Het bijzondere in de natuur: wat er ontstaat of gemaakt kan worden. c De ruïne van de kerk is op dezelfde manier geschilderd als de bomen: de kleuren, detaillering, de wat massievere vormen naast de lineaire. De natuur heeft in dit schilderij haast een mystieke sfeer: door de kruisen, de ruïne en de mistige achtergrond. Daarmee lijkt Friedrich in de natuur het mystieke te herkennen. d Eikenbomen kunnen heel oud worden en zien er dan zeer doorleefd en karakteristiek uit. Net zo oud en standvastig als het geloof zelf. En de grillige vormen roepen een mystieke sfeer op. e De mensen zijn vaak heel kleine figuren in het overweldigende landschap. Ze zijn nietige schepsels in de goddelijke natuur. Een mens is nederig en klein tegenover het geloof en het sublieme van de natuur. De figuren in de schilderijen zijn steeds op de rug afgebeeld en verzonken in de aanschouwing van de natuur. Daarin speelt ook de symboliek van de levensreis: de figuren van Friedrich blikken terug op de afgelegde weg, of kijken uit over de weg die nog voor hen ligt. f Friedrich beeldt het landschap op een bijzondere manier af: symbolisch en vol van mystiek, emotie en geloof. Het lijkt of de onderdelen in het landschap haast menselijke kenmerken krijgen: karakteristiek, beladen. Daarmee drukken ze de gevoelens uit van de mensen die er (mogelijk) aanwezig zijn.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
35
4 b Organische architectuur is gebaseerd op de natuur: de organische en expressieve vormen. Men probeert een eenheid te scheppen tussen het welbevinden van de mensen, de natuur en de cultuur (gebouwde omgeving). Men gaat ervan uit dat zo de gebouwde omgeving een positieve invloed kan hebben op de mensen. Ook wordt er goed rekening gehouden met milieuaspecten. c Kenmerken van de organische architectuur: z Vorm: Organisch, vloeiend, expressief. z Grootte: Er wordt gelet op de menselijk schaal; men moet zich er prettig voelen en niet overdonderd worden. z Materiaalgebruik, de huid: Natuurlijke materialen als baksteen, hout en glazuur, buigzame materialen die goed in geronde vormen te vormen zijn, warm aandoende materialen. d Art Nouveau en de Amsterdamse School. 5 b Rädecker heeft met veel aandacht het hert zo mooi mogelijk afgebeeld: de vormen en de houding van het hert zijn mooi, het hout is mooi bewerkt. c
Afbeelding 4: Radecker
Afbeelding 5: Barye
Materiaalbewerking
Het hout is heel glad geschaafd en gepolijst, de nerven zijn mooi zichtbaar.
Het brons is gegoten, in de mal zaten verschillende texturen die de suggestie geven van de vacht van de leeuw.
Sokkel
De sokkel is uit hetzelfde materiaal gemaakt, alleen minder gepolijst dan het dier.
Ook hier hetzelfde materiaal als het dier, maar met andere natuurlijke structuren dan het dier
Expressie
Een ingehouden expressie: het dier brult maar zeer bescheiden.
Het hele gelaat van de leeuw (ogen, bek, neus) is expressief en ook zijn lichaamshouding: krachtige klauwen en gespierde poten.
Detaillering
Er zijn niet veel details te zien, het meeste in de kop.
Er zijn in het hele beeld veel details te zien.
Mate van stilering
Het hert is gestileerd: de vormen zijn overal gelijkmatig vereenvoudigd. Het is een gestroomlijnde vorm.
Er is niet gestileerd: er zijn geen gelijkvormige vormsoorten en er is niet (overal in dezelfde mate) vereenvoudigd.
d Een sokkel is het voetstuk waarop een beeld staat. Bij afbeelding 4 geeft de sokkel stevigheid aan het beeld: het beeld is in balans en stevig genoeg om zelf te staan (ook een constructieve functie dus). De sokkel van afbeelding 5 lijkt een stukje van de omgeving van de leeuw te zijn: de grond waarop hij staat (ook een figuratieve functie dus). 6 b De cursieve zinnen vormen samen de tekst op bladzijde 49 van het themakatern. z Fragment 1: Hoog in de bergen ontspringt de Moldau uit twee kleine bronnen in het Bohemerwoud. Snelle noten van één enkele fluit, de ene stroom. Even later voegt zich een tweede fluit bij de eerste fluit en samen, als een soort vraag-en-antwoordspel, spelen ze verder. z Fragment 2: Het woud, waar de beek doorheen stroomt, is het terrein van de jagers. In de hoorns is een melodie te horen die de jachthoorns van de jagers verbeeldt. z Fragment 3: Via een dorp, waar een boerenbruiloft wordt gevierd, door de strijkers wordt een vrolijke dansmelodie gespeeld. z Fragment 5: en de Johannwatervallen, de hoofdmelodie van het begin (de twee fluiten) wordt nu veel steviger gespeeld. Op een gegeven moment beginnen pauken, lage strijkers (cello’s en contrabassen) en ander slagwerk mee te spelen: het donderend geraas van de watervallen.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
36
z
z
Fragment 6: stroomt de Moldau langs de hoofdstad Praag. Uiteindelijk mondt de Moldau, die dan een brede rivier is geworden, uit in de Elbe. Het orkest speelt op volle sterkte het slotgedeelte. Dan sterft de muziek langzaam uit (met gebroken akkoorden van de violen). De Moldau is opgegaan in de Elbe. Twee slotakkoorden van het hele orkest bevestigen het eind. Fragment 4: Op zijn tocht door Tsjechië verschijnen soms ’s nachts in de Moldau elfen en nimfen. Zij proberen wanhopig verliefde jonge mannen in de snelle stroom te lokken zodat deze verdrinken. De fluiten spelen weer snelle loopjes die refereren aan het begin van de eerste twee stroompjes. De arpeggio’s van de harp en de zachte melodie van de strijkers verbeelden de elfen en nimfen. De violen hebben een demper (sordino) op hun snaren gezet. Daardoor wordt hun toon ijler.
2.5 Jij en liefde 1
LoveMemory
De instructie spreekt voor zich. Door de kaarten te plastificeren blijven ze langer mooi. Het even (!) aantal kaarten moet zodanig zijn dat ze in een vierkant kunnen worden gelegd, met horizontaal en verticaal evenveel kaarten. Voorbeeld: z 4 × 4 = 16 kaarten (8 paren) z 6 × 6 = 36 kaarten (18 paren) z 8 × 8 = 64 kaarten (32 paren) z 10 × 10 = 100 kaarten (50 paren) 2
LiefdeTijdbalk
Uiteraard is het mogelijk de tijdbalk als een powerpointpresentatie te presenteren of op A2-papier uit te werken en in de klas op te hangen. In dat geval oogt het verzorgder als de tekst vooraf wordt getypt. De geprinte tekstblokken kunnen dan worden uitgeknipt en op verschillende vellen A2-papier worden geplakt. 3
Een liefdevolle brief, met behulp van origami
Door op het allerlaatst de punt van het uitstekende stukje in de sleuf van het bovenste deel te schuiven, blijft de gevouwen brief vanzelf dichtzitten. Maar als de brief werkelijk wordt verstuurd, is het raadzaam hem alsnog in een envelop te stoppen.
Palet ckv voor de tweede fase – Docentenwijzer Liefde
37