Lied 1: Dat moet iets wonderlijks zijn Ik keek de hemel langs precies als elke nacht, de sterren op een rij, de maan die aldoor lacht. Toen, plotseling een licht van ongekende pracht, een ster van grote klasse, en weet je wat ik dacht? Refrein: Dat moet iets wonderlijks zijn, dat moet een wonderlijk wonder zijn, dat moet een wonder boven wonder wezen, dat moet uitzonderlijk zijn. (2x) Ik keek mijn ogen uit, een schitterend gezicht, zo anders dan normaal, zo helder en zo licht. Ik zocht en zocht en zocht, Wie had dit ooit gezien? Is er een kind geboren, een koning heel misschien? Refrein (3x): Dat moet iets wonderlijks zijn, dat moet een wonderlijk wonder zijn, dat moet een wonder boven wonder wezen, dat moet uitzonderlijk zijn. (2x)
Lied 2: Ga je mee op zoek? Ga je mee op zoek naar het koningskind? Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt. Ga je mee op zoek naar het koningskind? Want wie zoekt, die vindt! Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver. Ga je mee op reis? Kijk, daar is de ster! Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver, kijk daar is de ster! We hebben die ster, daar in het westen gezien. De mooiste van de mooiste, de lichtste bovendien. Er is een kind geboren, een kind als nooit tevoren. Een heel bijzonder koningskind misschien+ Lalalala... Ga je mee op zoek naar het koningskind? Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt. Ga je mee op zoek naar het koningskind? Want wie zoekt, die vindt! (2x) Want wie zoekt+++.die vindt!
Lied 3: Dag Koning Herodes Wijzen: Dag, koning Herodes we maakten een reis. We zoeken een kindje hier in uw paleis. We zoeken een koning, we zagen z’n ster. We willen hem eren, daarom komen we van ver. Herodes: Een kindje, een koning? Er is er maar één, en dát is Herodes, dat weet iedereen! Bediende en paleiswacht: Een kindje, een koning? Er is er maar één, en dát is Herodes, dat weet iedereen! Wijzen: Nee, koning Herodes, dat kind is nog klein. Maar straks zal het zeker de machtigste zijn. We hebben z’n ster aan de hemel gezien. Die ster was zo anders en zo helder bovendien. Herodes: Wat hoor ik? Een koning, nog groter dan ik? M’n hart bonst van binnen, ik schrik en ik schrik! Ik weet van geen kindje, dit is een abuis! De enige koning ben ík hier in huis! Bediende en paleiswacht: Hij weet van geen kindje, dit is een abuis! De enige koning is híj hier in huis! Wijzen: Maar koning Herodes, wie weet er dan raad? Is hier dan geen wijze, die weet hoe het staat? Die ster aan de hemel is meer dan een ster. Waar is nu het kindje, daarom komen we van ver, ver, ver.
Lied 4: Voor u een vraag Voor u een vraag, voor ons een weet het staat in Micha de profeet van a tot z beschreven de plek zelfs aangegeven Bethlehem! voor u een vraag, voor ons een weet, ja, Micha noemde heel concreet al tijden van te voren waar Hij moet zijn geboren Bethlehem! Bethlehem, die kleine stad Bethlehem in Juda Bethlehem, weet u dat! het is de stad waar de Koning komt stad waar de Koning komt voor ons geen vraag, het is een weet het woord van God is up-to-date wie oren heeft, die hore de Heiland is geboren, Halleluja! Neuriën of noe-noe zingen++
Lied 5: Zijn naam is Jezus Zijn naam is Jezus Jezus is zijn naam. Hij is de Redder die God aan de wereld geeft dat wie in Hem gelooft voor eeuwig leeft. Zijn naam is Jezus. Zijn naam is Jezus Jezus is zijn naam. Hij is de Redder die God aan de wereld geeft dat wie in Hem gelooft voor eeuwig leeft. Zijn naam is Jezus. Voor dit kleine kindje Buigen wij ons neer. Hij is de Messias, Hij is onze Heer, Hij is de Messias, Hij is onze Heer. Zijn naam is Jezus Jezus is zijn naam. Hij is de Redder die God aan de wereld geeft dat wie in Hem gelooft voor eeuwig leeft. Zijn naam is Jezus.
Lied 6: God zal met u/ons zijn Refrein 1 God zal met u zijn, God is Immanuël, God zal met ons zijn, de god van Israel. Refrein 2 God zal met ons zijn, God is Immanuël, God zal met ons zijn, de god van Israel. Ver weg van het Kindje, ver weg overal. Weet je dat die Koning bij ons blijven zal? Ver weg in het oosten, Waar wij gaan of staan, Hij zal bij ons blijven, Jezus is Zijn naam. Refrein 2 God zal met ons zijn, God is Immanuël, God zal met ons zijn, de God van Israel. Jezus is de Koning, Hij is nu nog klein. Straks zal Hij de Redder van de wereld zijn. Ver weg in het oosten, Waar wij gaan of staan, Hij is onze Koning, Hij kent onze naam. Refrein 2 zingen we 3x.