MONITOR Jaargang 37 • nr. 5 • okt/nov 2008 www.erasmusmc.nl
‘Warmtekraag’ tegen kanker
De man met drie harten
Schizofrenie: bang voor bloot
Lezing: Lof der Geneeskunst
VIRUSSEN VOGELVRIJ
inhoud
focus
Beeld: Levien Willemse
INHOUD
5
Warmtekraag tegen kanker
Voor bestraling hals en hoofd
6 8
12 24
Kijken mensen met schizofrenie anders?
Sandra’s Crohnjuweel
Leven met opstandige darmen
Botbalans in Blijdorp
Over bejaarden, leguanen, olifanten
De man met drie harten
Wat instructeurlasser Jan Sauvé meemaakte
Broze senior, moslima in boerka en olifant in Blijdorp moeten op hun botten letten
26 28
10 2
Schizofrenie: bang voor bloot
okt/nov 2008
‘Pijnmeter’ gelanceerd
Voor mensen die zich niet kunnen uiten Monitor
Gen ontdekt. En dan?
Wetenschappers over hun vondst
‘Professioneel gedrag’-ceremonie Hoe echte dokters zich moeten gedragen
virussen vogelvrij Jaargang 37 • nr. 5 • okt/nov 2008
Geen half werk De heer André du Pon (95 jaar) liet zich vorig jaar door Monitor op de foto zetten in sportschool Hoogendam in Vlaardingen, waar hij geregeld met andere senioren traint. Dat ter ere van het nummer ‘Den Ouden Mensch’. Vertellend over vroeger, merkte hij op dat hij als kleine jongen in Rotterdam de Spaanse griep had meegemaakt. Deze griep is een van de ergste pandemieën die de wereld heeft getroffen. Het virus kostte twintig miljoen mensen het leven, al bestaan er ook veel hogere schattingen, tot honderd miljoen aan toe. Eric Mecking stelt in zijn boek Het drama van 1918 (uitgeverij Mets & Schilt) dat niet zozeer Nederland, maar vooral het toenmalige Nederlands-Indië enorm werd getroffen. Daar overleden binnen één maand, in november 1918, ongeveer 486.000 mensen. Het Volk meldde op 20 december 1918 dat er alleen op Java al één miljoen mensen aan het griepvirus waren gestorven. Een twintigtal Amerikaanse wetenschappers is in de VS op zoek gegaan naar bejaarde overlevers van de Spaanse griep, zo berichtte het vakblad Nature afgelopen augustus. En vond ze. De hoogbejaarden waren bereid mee te werken aan een virologisch onderzoek. De groep bestond uit 32 heren en dames van 91 tot 101 jaar. Zij waren ten tijde van de Spaanse griep 2 tot 12 jaar. Velen konden zich nog een ziek familielid uit die periode herinneren.
neeskunst Lezing Lof der Ge oktober ij’ ‘Virussen vogelvr 3 m rda tte De Doelen, Ro ail: e-m r pe g Aanmelden kan no .nl mc us sm era lofdergeneeskunst@ 15 40 03 Of bel 010-7
Hij heeft z’n naam mee: professor Thijs Kuiken onderzoekt een kokmeeuw. Wat doet deze dierenarts/patholoog in een mensenziekenhuis? Virussen onderzoeken, want die komen bijna altijd uit het dierenrijk.
INHOUD LOF DER GENEESKUNST
15 16 18 21
ook boeiend...
Ab’s lab ‘extreem goed’
4 Rubriek ‘Stethoscoop’ Ruis en wijsheid uit de zorg
Fotoportret virologie
30 Rubriek ‘Reageerbuis’ Dr. Casper Hoogenraad, hersenexpert
Met wiskunde virussen te lijf
31 Agenda Erasmus MC Congressen, symposia, promoties
Topscore Virologie Erasmus MC
Beeldverslag afdeling Virologie
Interview prof. sir Roy Anderson
Viraal tegengas
De visie van prof. Ab Osterhaus
De senioren, in vreselijk medisch jargon ‘subjects’ (voorwerpen) genoemd, stonden 50 ml. bloed af. En wat bleek? Iedereen bezat nog antistoffen tegen het Spaanse H1N1-virus, bijna negentig jaar na de pandemie… Zou hun bescherming nog werken? Om dat te achterhalen hebben de wetenschappers muizen besmet met het Spaanse griepvirus. Dit virus was eerder, in 2005, door onderzoekers gereconstrueerd uit de longen van een overledene die in Alaska lag begraven. Na de besmetting kregen de proefdieren de antistoffen van de hoogbejaarden ingespoten. En jawel, een kleine eeuw na de pandemie bleken de antistoffen nog bescherming te bieden. Besmette muizen zonder deze bescherming stierven snel. De natuur levert geen half werk. Meer weten over virussen? Op pagina 15 begint een special hierover. Joop van de Leemput
[email protected]
Bron: ‘Neutralizing antibodies derived from the B cells of 1918 influenza pandemic survivors’, Nature, 17 aug 2008
De volgende Monitor verschijnt begin december Monitor
okt/nov 2008
3
stethoscoop ruis en wijsheid
Verzameld door: Joop van de Leemput
Beeld: Levien Willemse
De zorg een ‘zeursector’? De collega rechts zeurt nooit, de linker evenmin
Wijsheid en ruis uit de maatschappij, zorg en medische wetenschappen. Ditmaal berichten van instanties als RIVM, CBS en Inspectie voor de Gezondheidszorg. n TRAAGHEID TEN TOP “Specialisten schrijven de huisarts een brief als zij een patiënt uit het ziekenhuis ontslaan. Uit onderzoek blijkt dat de helft van die brieven pas na een maand in bezit van de huisarts is.”
Uit een artikel over de kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg. Uit: RIVM Magazine, juni 2008 n Ab pakt door “Ik moest in een verpleeghuis onder meer toiletten schoonmaken en vuile was ophalen. Die was zat in grote plastic zakken, die wel eens scheurden. En de was die er dan uitviel, was ook écht vuil. U snapt wel wat ik bedoel.”
Minister Ab Klink (Volksgezondheid) haalde eerder dit jaar bij een toespraak voor verpleegkundigen en verzorgenden zijn herinneringen als vakantiewerker in de gezondheidszorg op. Uit: toespraak minister Klink, 7 februari 2008 n Schaadt de gezondheid “Niet-rokers sterven ook.”
Wijsheid van dichter/artiest Jules Deelder, ‘nachtburgemeester’ van Rotterdam. Hij heeft ook ontdekt: ‘Hoe langer je leeft, hoe korter het duurt.’ Uit: AD/Rotterdams Dagblad, 11 augustus 2008 4
okt/nov 2008
Monitor
n Magische stofjes
n Sjoemelen met cijfers
“Vele onrijpe conclusies uit voedingsonderzoek worden in de pers als waarheden gepresenteerd.”
“Zeven ziekenhuizen bleken na controle van hun operatieverslagen de minimumnorm van tien slokdarmkankeroperaties per jaar niet te halen, terwijl zij dit volgens hun eigen cijfers wel deden.”
Prof. Daan Kromhout, vice-voorzitter van de Gezondheidsraad en hoogleraar Volksgezondheidsonderzoek aan Wageningen Universiteit, laakt de magie die aan individuele voedingsstofjes wordt toegeschreven, zoals laatst aan de granaatappel, de ‘powervrucht’. Er bestaan maar weinig stofjes met een direct effect op de gezondheid, zegt hij. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld foliumzuur (voor ongeboren kinderen) en vitamine C (tegen scheurbuik). De richtlijnen van de Gezondheidsraad lijken moeilijk op te volgen: slechts één op de vijftig Nederlanders eet en leeft volgens deze richtlijnen. Uit: Gezondgids, uitgave Consumentenbond, juni/juli 2008 n Groter soms beter “Er is geen bewijs dat fusies in de gezondheidszorg een negatief effect hebben op de publieke belangen, zoals kwaliteit en bereikbaarheid. De kwaliteit van de zorg is soms juist gediend met schaalvergroting.” Conclusie van de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, naar aanleiding van het rapport ‘Schaal en zorg’. Wel moet er volgens de raad ‘nog strenger’ op worden toegezien dat een fusie niet louter een financiële reden heeft, maar ‘zeker ook’ de kwaliteit van de zorg ten goede komt. Uit: persbericht RvZ, mei 2008
Constatering in artikel ‘Ziekenhuizen sjoemelen met operatiecijfers’. Eerder bepaalde de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat een ziekenhuis minstens tien operaties per jaar aan de slokdarm wegens kanker moet uitvoeren om deze ingreep uit te mogen blijven voeren. De inspectie noemt het verstrekken van onjuiste gegevens ‘opvallend’. Uit: Zorgvisie, 16 mei 2008 n Beste polis, tja… “Je compleet verzekeren bij Agis luistert nauw: de Compleetpolis biedt comfort, maar de Comfortpolis is compleet.”
Stelling in proefschrift van Pieter Stam, die promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op zorgverzekeringen en risicovereffening. Zelfs na jarenlange studie blijft het kiezen van de meest passende ziektekostenpolis blijkbaar ingewikkeld. Uit: proefschrift, 17 oktober 2007 n Opvoednormen “Elke opvoeder zou het ‘lijstje van Geluk’ moeiteloos moeten kunnen opdreunen en onderschrijven.”
Onder het motto ‘Opvoeden doen we samen’ heeft de gemeente Rotterdam tien ‘vanzelfsprekendheden’ benoemd voor moeders en vaders.
Het ‘lijstje van Geluk’, vernoemd naar CDA-wethouder Leonard Geluk, blijkt in de praktijk hard nodig. Soms spelen kinderen van acht jaar tot laat in de avond buiten. De volgende dag komen ze moe en met lege maag naar school. Aardig detail: ouderconsulent Nesrin Tumer spreekt expliciet vaders (van alle nationaliteiten) aan op hun opvoedkundige rol, want: “Die gaan ervan uit dat kinderen vooral bij mama horen, die dan de schuld krijgt als het misgaat.” Zij wil dat vaders, voor zover aanwezig in een gezin, delen in de opvoeding. Samenvatting van het ‘lijstje van Geluk’ (ingekort): 1. I k bied mijn kind een warm, veilig, welkom thuis 2. I k kleed mijn kind naar de weersomstandigheden, zorg voor gezond ontbijt 3. I k bereid het voor op risico’s op straat, op internet 4. I k bereid mijn kind voor op school, leer het Nederlands 5. I k bespreek regelmatig met school hoe het gaat 6. I k geef het goede voorbeeld, behandel anderen respectvol 7. I k zorg voor seksuele voorlichting voor z’n 12e jaar. 8. I k kan uitleggen welke opvoedkeuzes ik maak 9. I k bespreek met anderen wat ik van hen verwacht 10. I k vraag hulp als ik moeite heb met de opvoeding van mijn kind Zie internet: www.rotterdam.nl/opvoeddebat Uit: Rotterdams Tij, nr.3, juli/aug 2008
hulpmiddel hitte Tekst: Joop van de Leemput
HYPERTHERMIE
Beeld: Levien Willemse
‘Warmtekraag’ tegen kanker Dr. Maarten Paulides ontwierp een ‘warmtekraag’ waarmee bestraling en chemokuren van tumoren in de hals en het hoofd een groter effect krijgen.
Dr. Paulides demonstreert bij zichzelf hoe de warmtekraag zit
E
lektrotechnisch ingenieur Maarten Paulides zag bij twee tantes die allebei slokdarmkanker hadden hoe ernstig de bijwerkingen van de behandeling kunnen zijn. De hele dag geen speeksel hebben, niet goed kunnen slikken, amper verstaanbaar kunnen praten. Dat sterkte hem in het idee: de behandeling moet zo krachtig mogelijk zijn, maar tegelijk dienen deze heel hinderlijke effecten te worden vermeden. Rondom hals - De kraag die hij ontwierp, genaamd HYPERcollar, is een apparaat rondom de hals van de patiënt dat het effect van bestraling moet vergroten. De truc zit hem in microgolfstraling, die via antennes wordt aangevoerd. De straling is dezelfde als die van een magnetron. Met de twaalf antennes wordt de plaats van de tumor in de hals of het hoofd opgewarmd tot 43 graden. Tumorcellen die daar zitten, raken door de hitte beschadigd en verzwakt. De bestraling die vlak daarvoor heeft plaatsgevonden, werkt dan beter. Het water in de kraag dient als comfortabele steun en ook om andere plekken rondom de hals af te koelen. Sinds 1914 - De kraag is eind vorig jaar na de gebruikelijke tests in gebruik genomen bij Erasmus MCDaniel den Hoed. Daar worden sinds 1914 mensen met kanker behandeld (de voorganger van dit instituut, het Rotterdamsch Radio-Therapeutisch Instituut, meegerekend). Deze kliniek heeft sinds eind jaren zeventig expertise opgebouwd met ‘hitte als hulpmiddel’, op de afdeling Hyperthermie.
Eerste patiënt - De eerste patiënt die de kraag om kreeg, was een 82-jarige heer met kanker in het strottenhoofd. Bij hem kon de tumor op alle plekken worden verwarmd tot de juiste temperatuur. Het comfort was voor hem goed genoeg om de behandeling vol te houden. Na hem volgden tien andere mannen en vrouwen met kanker achter de neusholte, in of bij de tong en in het strottenhoofd (larynx). De oudste patiënt was een dame van begin tachtig, de jongste een tiener van achttien. Eén ‘verwarming’ moest worden afgebroken wegens een paniekaanval van een patiënt. Flinke aanloop - Het ontwerpen van de kraag startte in 2002 en heeft vijf jaar in beslag genomen. Dat lijkt lang, maar zo’n hulpstuk moet goed om de hals en het hoofd passen, comfortabel zitten, mag geen brandblaren veroorzaken, dient precies de juiste plek te verwarmen en moet gezonde plekken ongemoeid laten, vooral het kwetsbare ruggenmerg. Belangrijk is ook dat de temperatuur in nauwgezette stappen kan worden verhoogd.
Bestond nog niet - Dr. Paulides: “Studies hebben aangetoond dat hyperthermie toegevoegd aan radiotherapie of chemotherapie leidt tot een beter resultaat en minder bijwerkingen. Voor de hals en het hoofd bestond nog geen apparaat dat tumoren in die gebieden kon verwarmen, zowel oppervlakkig als dieper gelegen tumoren. Daarom heb ik dat ontworpen, met veel hulp van collega’s van Hyperthermie.” Niet ‘weggekookt’ - Het is niet zo dat de tumorcellen worden ‘weggekookt’, merkt hij op. De warmte doodt een
deel van de tumorcellen en verbetert verder de doorbloeding van de tumor. Hierdoor worden de effecten van een chemokuur versterkt en wordt ook de bestraling effectiever. De bestraling werkt krachtiger, dankzij de extra zuurstof die het bloed aanvoert. Bewijzen - De komende jaren zal de warmtekraag zijn waarde moeten bewijzen in onafhankelijke onderzoeken. Daarna kunnen ziekenhuizen dit hulpmiddel aanschaffen. Een Zwitserse firma heeft belangstelling getoond om de HYPERcollar te produceren. n
Liefde & kankerkunde
• KWF Kankerbestrijding vond de warmtekraag HYPERcollar zo belangrijk dat ze de ontwikkelkosten heeft betaald
• Dr. Maarten Paulides is cum laude (met lof) gepromoveerd op zijn innovatie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, eind 2007
• Grap in zijn proefschrift: “Liefde en oncologie komen overeen: een gedeeltelijke respons is gelijk aan een volledige mislukking.”
• Is hij nu klaar? “Nee, ik wil het meten van de temperatuur in de tumor verbeteren. Nu gebruiken ze daarvoor glasvezelthermometers, in katheters. Die worden in de tumor geprikt, wat vervelend is voor patiënten. Ik ga uitzoeken of de temperatuur van buiten kan worden gemeten. Dat zou veel prettiger zijn.”
Monitor
okt/nov 2008
5
Tekst: Joop van de Leemput
Beeld: Levien Willemse
Botbalans in Blijdorp
Onderzoek naar gezonde botten betreft niet alleen bejaarden, maar ook olifanten, schildpadden en ‘Jurrasic Park’-leguanen. Botexpert prof. Hans van Leeuwen van Erasmus MC werkt daarbij samen met Diergaarde Blijdorp.
W
ie op een kwade ochtend wakker zou worden zonder skelet, moet de rest van z’n leven onder de dekens doorbrengen als een vormeloze pudding, want ons geraamte geeft het lichaam steun, structuur en vorm.
Gaat geleidelijk
Zo drastisch als hierboven gaat het niet. Veel mensen krijgen geleidelijk, in de loop van hun leven, ‘slechte botten’, of beter gezegd: een lage botmineraaldichtheid. Met als risico breuken. ‘Botontkalking’ vindt bij mannen en vrouwen stukje bij beetje plaats. Na het 55e levensjaar worden de verschillen tussen mannen en vrouwen groter - ten nadele van vrouwen. 6
okt/nov 2008
Monitor
Wetenschappers wijten dit aan de menopauze. In die levensfase vermindert de aanmaak van het hormoon oestradiol. Je merkt er niets van
Van botmassaverlies zelf merkt men niets. Het doet geen pijn, het geeft geen vreemd gevoel. Pas bij een wervelinzakking of botbreuk stelt een arts de diagnose: osteoporose. Botbreuken bij bejaarden zijn een onderschat probleem. Bij menig kwetsbare senior gaat het vanaf het moment van de fractuur mis. Na de breuk volgen ziekenhuisopname, operatie, revalidatie. Sommige ouderen kunnen daarna niet meer terugkeren naar hun woning. Ze zijn door de gebeurtenissen hard achteruitgegaan en in de war geraakt. Voor een hoogbejaarde
kan alle verandering en onthechting in het ergste geval fataal zijn. Bejaarden, moslima’s
Bejaarden worden hier niet voor niets met nadruk genoemd. Als senioren in verpleeghuizen wonen en heel hulpbehoevend zijn, komen ze niet meer buiten. Er schijnt geen zon meer op hun huid, waardoor hun lichaam niet voldoende vitamine D kan aanmaken. Dit is een belangrijk hormoon dat calcium- en botstofwisseling regelt. Een tweede groep die risico loopt op gebrek aan vitamine D zijn van top tot teen geklede moslima’s en andere mensen die zich bedekken met textiel, om religieuze of niet-religieuze redenen.
Leuk, naar Blijdorp!
Je zou zeggen dat prof. Hans van Leeuwen, een van de botexperts van Erasmus MC, wel wat beters te doen heeft dan rondhangen in de befaamde Diergaarde Blijdorp te Rotterdam en daar exotische dieren bestuderen. Kan hij z’n tijd niet beter in verpleeghuizen doorbrengen? Nee, want via dieren verzamelt hij ‘botkundige’ kennis over mensen. En Diergaarde Blijdorp profiteert van zijn vitamine D-expertise. Hier volgen enkele voorbeelden. Grote komodovaranen
Komodovaranen behoren met een lengte van wel drie meter tot de grootste hagedissen ter wereld. Ze leven in
Spreekt u ‘Osteoporaans’? Bloedspiegel Calcium of Ca Homeostase Hypercalciëmie Hypocalciëmie Osteoporose uv-B
hoeveelheid van stofje in bloed ‘kalk’ in balans houden, herstelvermogen te hoge calciumbloedspiegel te lage calciumbloedspiegel poreus bot, botmassaverlies ultraviolet B (bestanddeel zonlicht)
sterke botten ENDOCRINOLOGIE
900.000 gebroken heupen • Onderzoekers hebben alarm geslagen over de volksziekte botontkalking, de gigantische hoeveelheid botbreuken en de enorme kosten daarvan.
• Ongeveer één op de drie vrouwen en één op de acht mannen boven de 55 jaar krijgen op latere leeftijd osteoporose.
• In 2000 braken 3,8 miljoen Europeanen een bot door osteoporose, inclusief • • •
900.000 heupenfracturen. Dit kostte 32 miljard euro. Deze kosten zullen tot 2050 stijgen tot bijna 80 miljard euro. Duidelijk is dat botontkalking ontstaat door allerlei invloeden, zowel interne (invloed hormonen en meerdere genen) als externe (voedsel en zonlicht). Genetische tests naar botontkalking hebben op dit moment nog geen zin. Variaties in genen hebben maar een klein aandeel in het ontstaan van osteoporose. Botkundige kennis van Erasmus MC komt grotendeels uit de laboratoria, dankzij onderzoek met proefdieren, en uit patiëntenonderzoek, zoals de befaamde ERGOen Generations R-studies. Onderzoeken in de Diergaarde Blijdorp (zie artikel) zijn aanvullend van aard.
een zonnig klimaat op de eilanden Komodo en Flores (Indonesië). Komodovaranen eten op jonge leeftijd insecten en kleine vogels en later karkassen van grote, dode dieren. Prof. Van Leeuwen is in de komodovaranen geïnteresseerd omdat deze dieren in Blijdorp buiten hun zonnige land van oorsprong leven, in ‘donker’ Nederland. Het gebrek aan zonlicht leidt inderdaad tot zwakke botten en botbreuken, bij jonge komodovaranen. Dat is onder meer vastgesteld in de dierentuin van Washington DC. Uit metingen bleek dat hun gehalte vitamine D acht keer lager is dan dat van wilde soortgenoten (20-30 nmol/liter in plaats van 200 nmol/liter). Komt dat door de omgeving? Ja, want toen een van de komodovaranen in het kader van een fokprogromma tijdelijk ‘op vakantie’ werd gestuurd naar de Canarische Eilanden, was zijn gehalte vitamine D na afloop flink gestegen. Bij een ander onderzoek in Diergaarde Blijdorp kregen de komodovaranen uv-B-lampen in hun hokken. De straling zorgt ervoor dat er reacties in de huid ontstaan waardoor vitamine D wordt aangemaakt door het lichaam. Ook hier was na vier maanden het gehalte vitamine D gestegen.
Blijdorp. Hij kaartte het calciumprobleem aan, dankzij hem gaat het nu beter met de jonge komodovaranen in de Rotterdamse diergaarde. Leguanen zijn ook prehistorieachtige hagedissen, maar dan een slag kleiner dan komodovaranen. Ze zijn uitgerust met een kenmerkende halskwab en kunnen met hun staart een krachtige mep uitdelen. Leguanen leven onder meer op de Antillen, in Costa Rica en in Mexico. Omdat het koudbloedige dieren zijn, liggen ze graag in de zon te luieren, om op te warmen. Toen de film Jurrasic Park draaide, nam hun populariteit als huisdier toe. Ze werden door hun eigenaren vaak gevoerd met vooral sla. Dat is voeding zonder vitamine D. Ook misten ze de uv-B-straling in het zonlicht van hun natuurlijke omgeving. Uit onderzoek bleek dat ze onvoldoende vitamine D uit de voeding opnamen om aan hun behoefte te kunnen voldoen. Daarom wordt hobbyisten die leguanen als huisdier houden geadviseerd lampen boven hun terrarium te hangen die voldoende uv-B uitstralen. Dit moet dramatische botontkalking en fracturen bij de dieren voorkomen. Er bestaan foto’s van reptielen die compleet zijn ingezakt, als een mislukte pudding.
Leguanen en sla
Olifantenstaarten
Gunstige effecten van uv-B en van met vitamine D verrijkt voedsel zijn gerapporteerd door Joeke Nijboer, deskundige exotische diervoeding van
Diergaarde Blijdorp heeft de stofwisseling van calcium bij olifanten onderzocht in 2006. Bij de dieren zijn de waarden vitamine D bepaald. Olifan-
Komodovaraan
Landkaartschildpad
ten in gevangenschap hebben vaak een lage botmineraaldichtheid en problemen bij de bevalling. Op röntgenfoto’s is bijna geen bot te zien in de staartwervels. Het ideale calciumgehalte voor deze dieren is onbekend. Er zijn maar sporadisch gegevens verzameld van in het wild levende olifanten. De botmineraaldichtheid van levende olifanten meten is een enorme toer. Hiervoor is zeer grote apparatuur nodig. Vermoed wordt dat olifanten in gevangenschap een te lage bloedcalciumwaarde hebben, net als fragiele bejaarden die de hele dag in een verzorgingshuis binnen blijven. Mogelijk dat het dieet van de olifanten in Diergaarde Blijdorp zal worden aangepast om dit aspect te verbeteren. Eerdere proeven worden nu herhaald op grotere schaal, om meer gegevens te verzamelen. Ontwikkeling hersenen
De voorbeelden hierboven (komodovaranen, leguanen, olifanten) illustreren volgens prof. Van Leeuwen dat de gezondheid van de botten direct wordt beïnvloed door ‘het externe milieu’: voeding en zonlicht. Vitamine D blijkt heel belangrijk voor een optimale calciumstofwisseling en botgezondheid. Opmerkelijk is dat een langdurige verstoring van het vitamine D-gehalte ook kan leiden tot psychiatrische problemen. Denk daarbij aan angsten, depressie en schizofrenie. Dat is onder
Zonlicht is wel goed Botdeskundige prof. Hans van Leeuwen van Erasmus MC uitte in z’n oratie vorig jaar zijn zorgen over campagnes tegen zonnebaden. Er is zoveel publiciteit geweest over de risico’s van huidkanker dat mensen zouden kunnen denken dat zonlicht slecht is. De huid heeft zonlicht (uv-B-straling) juist nodig om vitamine D aan te maken, voor het behoud van sterke botten. De balans moet wel goed zijn: voldoende zonlicht vangen (dat kan al in ruim een kwartier), maar niet zoveel dat de huid verbrandt, stelt hij.
meer gebleken uit onderzoek met ratten. Deze geestelijke verstoring heeft te maken met de functie van Vitamine D bij de ontwikkeling van de hersenen. Er komt steeds meer bewijs dat deze vitamine is betrokken bij de ontwikkeling van de hersenen, stellen onderzoekers. Draagt de kennis die is vergaard in Diergaarde Blijdorp bij aan een goede gezondheid van broze senioren, orthodoxe moslima’s en andere mensen met (dreigende) botontkalking? “Dat is te kort door de bocht. Maar er bestaan bij dieren en mensen wel interessante parallellen tussen het leven in een andere omgeving, gebrek aan vitamine D en niet optimale voeding”, besluit prof. Van Leeuwen. n
Broze ouderen & broze olifanten Voor bejaarden geldt hetzelfde als voor olifanten en schildpadden: wie te weinig zonlicht vangt, moet extra aandacht aan z’n voeding besteden. Voldoende vitamine D, calcium en fosfor zijn voor gezonde botten en stevige tanden een must. Vitamine D zit in boter, margarine, halvarine, bak- en braadproducten, volle kaas, vette vis (paling, haring, zalm, makreel, bokking) en levertraan, hetzij van nature, hetzij toegevoegd door fabrikanten. Calcium zit in melk(producten), inclusief bijvoorbeeld kaas, en verder in groenten, peulvruchten en noten. Nederlanders halen bijna 70% van wat ze aan calcium nodig hebben uit zuivel en kaas. Fosfor zit in melk(producten), vis, vlees, peulvruchten en volkorenproducten. Het lichaam heeft hier niet snel een tekort aan. Alleen overmatig gebruik van geneesmiddelen, waaronder maagzuurremmers, kan een tekort veroorzaken, waarschuwt het Voedingscentrum.
• • •
Meer weten? Zie internet: www.voedingscentrum.nl
Bonte varaan
Stralenschildpad
Monitor
okt/nov 2008
7
Tekst: Jan en Ria Sauvé
Beeld: Levien Willemse
De man met drie harten Instructeurlasser Jan Sauvé (52) uit Dongen had een falend hart en onderging binnen negen dagen twéé harttransplantaties in Erasmus MC.
“
I
k ben Jan Sauvé, 52 jaar, getrouwd met Ria en wij hebben een zoon, Gert Jan. Ik ben herstellend van twee harttransplantaties, in een periode van negen dagen, ondergaan in het Erasmus MC te Rotterdam. We mogen dus zeggen dat ik heel erg veel geluk heb gehad.” Zo begint het informatieve en ontroerende dagboek dat Jan en Ria Sauvé uit Dongen (Noord-Brabant) hebben bijgehouden op internet. Hier volgen enkele fragmenten.
Handje pinda’s
“Alles begon met een hartaanval op 5 april 1998, gedurende de verbouwing van ons huis. Ik nam tijdens een pauze een handje pinda’s en werd niet goed. Ria ging de dokter bellen, en ik - eigenwijs - was het daar niet mee eens. De huisarts kwam en ik meende dat ik zelf naar de ambulance kon lopen, omdat ik niet zo kapot was van die ‘show’ voor mijn deur. Dit schoot de arts in het verkeerde keelgat. Hij maakte in niet mis te verstane woorden duidelijk hoe ernstig de situatie was.” Geen onzin
“De huisarts dacht eerst aan een allergische reactie, vanwege die pinda’s, maar in het TweeSteden ziekenhuis in Tilburg vonden ze een vernauwing in de kransslagader, die werd gedotterd in Breda. In Tilburg dacht ik nog dat ik snel naar huis kon. Het praktijkexamen van de opleidingen Lassen stond voor de deur. Ik meende dat ik daar als coördinator en instructeur koste wat kost bij moest zijn. De verpleegster die mij verzorgde, dacht daar anders
Zoon Gert Jan hield vol: “Het komt wel goed met ons pa.” Hij kreeg gelijk 8
okt/nov 2008
Monitor
over. Al protesterend werd ik naar de hartbewaking gereden. Toen ik op de apparatuur aangesloten was, besefte ik dat het allemaal geen onzin was.” Moeder gebeld
“Ik belde m’n moeder en zei tegen haar dat ik in de ‘witte bouw’ lag. Zo noemden wij het ziekenhuis. Ik vertelde haar voorzichtig dat ik een hartinfarct had doorgemaakt. Ze barstte in huilen uit, en raakte in totale paniek met de bekende kreten van ‘waarom?’, ‘hoe moet het nou verder?’, ‘je bent net aan het verbouwen’ en ‘zie je wel dat je te gek hebt gedaan’. Daarna werd ze rustig, en vertelde ik wat er was gebeurd.” “Precies in de periode kreeg mijn moeder een hersenbloeding, waardoor ze ook moest worden opgenomen.” Net als vader
“Ik heb altijd gezegd: als ik mijn 42e levensjaar doorkom zonder problemen, word ik 100 jaar. En nu, spookte het door mijn hoofd, lig ik hier, 42 jaar met een hartinfarct. Net als mijn vader, die was ook 42 jaar. Hij heeft zijn hartinfarct overleefd en is 61 geworden. Als de medische techniek toen verder was geweest, hadden ze hem misschien nog beter kunnen helpen.” Goede uitleg
“In het daaropvolgende jaar werd bij mij een verminderde pompfunctie en boezemfibrilleren vastgesteld. De pompkracht van mijn hart (ejectiefractie) was toen nog maar zo’n 22 procent. Gelijktijdig werd ik ook nog diabetespatiënt. Er volgden allerlei behandelingen. Ik had een arts, dokter Baars in Tilburg, die continu zei wat hij deed. Dat heb ik als heel prettig ervaren, omdat ik dan wist wat ik op dat moment kon verwachten. Na al die jaren is mijn ervaring dat veel artsen dat niet doen, waardoor de
Drie hoofdrolspelers: zoon Gert Jan, Jan Sauvé, echtgenote Ria
PATIËNTENERVARING
dubbele HARTTRANSPLANTATIE
patiënt gespannen onder een operatiedoek ligt.” Stroomstoten
“In 2000 kwam ik voor een tweede opinie in ziekenhuis Dijkzigt in Rotterdam, dat nu Erasmus MC heet. Na een paar onderzoeken bij cardioloog dr. Balk, die gespecialiseerd is in hartfalen, ben ik terugverwezen naar het TweeSteden ziekenhuis. Hier ben ik behandeld met stroomstoten (cardioversie) en werd mijn medicatie aangepast. Ik was daar de eerste patiënt op de nieuwe poli Hartfalen. Dankzij een hartfalenverpleegkundige die de medicatie nauwkeurig stuurde, kon ik drie dagen per week blijven werken.” Ritmestoornissen
“Een paar jaar later, in 2004, werd mijn hart weer onregelmatig van ritme. Toegediende schokken hielpen niet meer. Ik moest het boezemfibrilleren accepteren. Omdat ik ook lichamelijk achteruitging, ben ik toen volledig in de WAO beland.” “In november 2006 kreeg ik zulke gevaarlijke kamerritmestoornissen dat ik direct moest worden opgenomen in het TweeSteden ziekenhuis. Op de verpleegafdeling werd ik aangesloten op een 24-uursbewaking. Mijn verblijf daar heeft ongeveer twee weken geduurd. Op 16 november ben ik overgebracht naar Erasmus MC. Daar begonnen de artsen meteen met de screening voor een harttransplantatie en werd een defibrillator geïmplanteerd. Dit is een kastje dat met schokken het hart in het juiste ritme houdt of bij stilstand weer op gang brengt. Zo kwam ik op de wachtlijst voor een nieuw hart.” Hét telefoontje…
“In de zomer van 2007 ging op een dag om 6.45 uur in de ochtend de telefoon. Dokter Caliskan van het Thoraxcentrum van Erasmus MC vroeg of ik zo snel mogelijk naar Rotterdam kon komen. Er is een hart beschikbaar, zei hij. Het grote moment was daar. Ik wist dat het kwam, maar had gerekend op een jaar wachten, dus dit was een gigantische meevaller. Ik kon toen gelukkig niet vermoeden dat ik in negen dagen twéé transplantaties zou ondergaan.” Helemaal mis
“Op 14 juni, om 8.10 uur zijn we in Erasmus MC. Bij Medium Care op de harttransplantatieunit van het Thoraxcentrum vangen ze ons op. Ze nemen veertien buisjes bloed, urine, neus- en keelslijm af. Ik weet vanaf dan niets meer. De operatie is daar: ik ontvang
een nieuw hart. Meteen blijkt dat het niet reageert zoals het hoort. Mijn vrouw Ria houdt het dagboek bij en krijgt te horen dat het helemaal mis is. Beide zijden van het hart functioneren niet goed. De artsen leggen twee steunpompen aan. Die houden de bloedvoorziening naar de organen op gang. Ik houd twintig liter vocht vast.”
Na de operatie rare dromen: afdeling 3 is plots ingestort Spoedoperatie
“Terwijl Ria en mijn zoon Gert Jan die nacht slapen in de zustersflat, gaat het mis. Er ontstaat een inwendige bloeding door een gaatje ergens en ik word ’s nachts opnieuw geopereerd. De volgende dag krijgen we te horen dat het donorhart ‘bijna niets meer’ doet. Ik moet aan de hemodialyse, omdat mijn nieren falen en kom op de spoeddonorlijst, eerst in Nederland, daarna in Europa. We proberen positief te blijven, misschien tegen beter weten in… maar toch.” ‘Het komt goed’
“Artsen houden er rekening mee dat er ernstige problemen zullen ontstaan met de nieren, longen en lever door het vasthouden van vocht. Nu wordt pijnlijk duidelijk dat ik balanceer op de rand van leven en dood. Gert Jan wordt opstandig als Ria hierover praat. Hij reageert: ‘Het komt wel goed met ons pa.’ Ria raakt helemaal over haar toeren als haar broer zegt dat het wel eens mis kan gaan met mij en dat ze daar rekening mee moet houden. Er is ook een gesprek met een specialist (intensivist) en een IC-verpleegkundige. Zij bereiden ons erop voor dat het verkeerd zou kunnen gaan. Ria is bang dat ik door mijn slechte conditie niet opnieuw mag worden getransplanteerd.” Het tweede hart
“23 juni 2007: er is opnieuw een donorhart beschikbaar en dat is goed bevonden. De operatie staat gepland om 16.30 uur. Vijf uur later zijn ze klaar, de operatie is gelukt, zegt dokter Maat. Het nieuwe hart klopt perfect. Ria heeft bijna geen stem meer over van emotie. Gert Jan heeft, zoals hij beloofd had, zijn best gedaan op school. Hij mag over naar de theoretische leerweg 4, zo heeft zijn mentor laten weten. Ik kom langzaam bij van de operatie, mijn ogen gaan een beetje open, maar ik ben nog aan de beade-
ming. Ria merkt op dat ik vaak naar boven kijk. Zag je daar iets, was daar iets, vraagt zij zich af. Het doet Ria goed dat dr. Baars opbelt en zo meeleeft. Maar ja, we kennen elkaar ook bijna tien jaar.” Twaalf medicijnen
“Moe, slaperig, een klaplong, jeuk, sondevoeding, grote pillen leren slikken, een tintelend been; dit alles in de periode die volgt. Vla eten. Fysiotherapie. Revalidatie. De verpleging heeft me een halfuur in een stoel gezet, dat viel vies tegen. Mijn nekspieren hadden moeite mijn hoofd overeind te houden.” “Verpleegkundige Dinant legt de telefoon aan mijn oor, zodat ik met Ria kan praten. Dinant maakt veel grappen. Jolanda heeft veel voor Ria betekend, zij was veel meer dan alleen een IC-verpleegkundige.” “Ik heb allerlei rare dromen, bijvoorbeeld dat afdeling 3 is ingestort. Ria noteert dat ik kwade buien heb en de sonde eruit trok omdat ik ook wel zo kon eten. De sonde gaat terug.” “Dr. Balk is direct en draait er niet omheen: pas naar huis als je zelf uit bed kunt komen en op je benen kunt staan. Mijn evenwicht is nog niet goed. Ik ga met een rollator door de gang en krijg acht verschillende medicijnen. Later worden dat er twaalf.” Hele mooie echo
“Ik vind de echo van het hart heel mooi, wetende dat dit het hart van een donor is. Ik besef dat er een drama aan vooraf is gegaan om mij die tweede kans te geven. Mensen zien mij in de tuin werken en zijn stomverbaasd dat ik daar sta. Heerlijk, om weer mens onder de mensen te zijn.” “4 augustus 2008: Ria is 50 jaar geworden, toch een mijlpaal in je leven. Vorig jaar konden we haar verjaardag niet vieren, omdat ik toen net uit Erasmus MC was ontslagen. Alles bij elkaar weer een ‘dat pakken ze me niet meer af’-moment.” “Eind augustus 2008: het gaat hartstikke goed. De kwaliteit van mijn leven is 300% verbeterd. Waarschijnlijk ga ik weer aan de slag, drie dagen per week.” n
Internetdagboek Jan en Ria Sauvé hebben op internet een dagboek bijgehouden. De tekst in dit artikel is hieraan ontleend. Zie http://jansauve.nl/Dagboek.html Zie ook www.worddonor.nl
Monitor
okt/nov 2008
9
Tekst: Joop van de Leemput
Beeld: Levien Willemse
Doelgroepen: demente ouderen en patiënten met hersenletsel
‘Pijnmeter’ gelanceerd Tot voor kort was pijn moeilijk te meten bij demente senioren en andere mensen die zich slecht kunnen uiten. Erasmus MC ontwierp de ‘pijnmeter’ REPOS.
Onderzoeker: dr. Rhodee van Herk Erasmus MC, Rotterdam
“Pijn komt vaak voor onder senioren, zo is gebleken uit ons onderzoek in vier Nederlandse verpleeghuizen. Er is behoefte aan een betrouwbare vorm van meting, die wetenschappelijk onderbouwd is. Hierbij hoort een goede pijnbestrijding, bijvoorbeeld welke pijnstillende middelen een bewoner het beste kan krijgen. Zeker voor demente ouderen is zo’n ‘pijnmeter’ belangrijk. Zij kunnen hun gevoelens moeilijk verwoorden, ze zijn ‘uitingsonbekwaam’. Dit geldt ook voor pasgeborenen, ernstig verstandelijk gehandicapten en mensen met hersenletsel (afasie).” “Als demente ouderen ernstig pijn lijden, bestaat de kans dat de omgeving dit niet herkent. Met omgeving bedoel ik de familieleden en mensen die werken in verzorgingshuizen. Zelfs als zij de oudere goed kennen, kunnen ze de pijn toch verkeerd inschatten. Dat is gebleken uit een ander onderzoek van ons, ook in Rotterdam.” 10
okt/nov 2008
Monitor
“Het is niet zo dat er helemaal geen ‘pijnmeters’, of liever gezegd ‘pijnobservatieschalen’, bestaan. Begin dit jaar hebben wij verschillende exemplaren onderzocht. We denken dat onze REPOS met de bijbehorende training een waardevolle toevoeging is.” “Met acht pijnexperts uit de gezondheidszorg hebben we gedragingen van senioren onderzocht die duiden op pijn. Ouderen zijn geobserveerd en gefilmd, met toestemming van de familie. We hebben een reeks gedragingen vastgesteld die mogelijk pijn aantonen, onder meer gespannen gezicht, kreunen/jammeren, optrekken van bovenlip en niet meewerken. Hiermee is een pijnobservatieschaal ontwikkeld, REPOS. Dat staat voor: Rotterdam Elderly Pain Observation Scale.”
‘Grootste kwaad van alle kwaden is fysieke pijn’ “We hebben de REPOS getest met 124 bewoners, tijdens een pijnlijke situatie en tijdens rust. Met de bevindingen is de schaal verbeterd. Belangrijk is dat de REPOS makkelijk moet zijn te gebruiken, anders verdwijnt zo’n instrument in de lade of wordt het verkeerd toegepast. De REPOS is kort en bondig en maakt het nemen van beslissingen over pijnstillende medicatie makkelijker en betrouwbaarder. We raden aan dit hulpmiddel regelmatig te gebruiken, zodat het verloop van de pijn goed wordt gevolgd.” “Pijnbestrijding bij demente senioren verdient echt meer aandacht. De filosoof, monnik en bisschop Sint Augustinus zei het al 1700 jaar geleden: ‘Het grootste kwaad van alle kwaden is fysieke pijn’.”
“Elke cursist voert minstens tien observaties aan bed uit. Twee minuten lang kijken, dat vinden nogal wat verzorgenden moeilijk. Zij zijn gericht op werken, op hun handen laten wapperen. Wanneer een collega bewoners uit bed haalt en wast, vindt de verzorgende het moeilijk te observeren. Dat is geen wérken, zeiden ze.”
‘Fronsen of trillen duidt niet altijd op pijn lijden’
Trainer: Anneke Boerlage Erasmus MC-Sophia, Rotterdam
“Om pijn bij demente ouderen en uitingsonbekwame jongeren juist te beoordelen, is het belangrijk dat de verzorgende ‘puur’ leert kijken. Dat betekent: niet interpreteren, geen label eraan hangen. Bij pijn niet meteen denken: zo doet iemand altijd. Of: hij is verdrietig, z’n partner die op bezoek was, is net naar huis.” “Puur kijken betekent enkel en alleen gedrag gadeslaan. We hebben dit eerst in een klaslokaal geoefend. De tien gedragingen waarop de REPOS is gebaseerd, zijn uitgelegd. Daarna werden videobeelden van bewoners vertoond en moesten de cursisten die een score geven. In een nabespreking kwamen vragen aan bod als: ‘Wat heb je gezien bij die mevrouw?’ en ‘Waarom heb je die kreten van pijn wel of juist niet gescoord?’ Daarna is het scoren in de praktijk geoefend. Demente bewoners zijn geobserveerd in de ochtend, bij de verzorging, die voor hen vaak pijnlijk is omdat ze dan stijf zijn en worden gewassen en aangekleed. Het moeilijke is dat veel gedragingen niet per se duiden op pijn. Fronsen en de bovenlip optrekken doe je ook om andere redenen, of onwillekeurig je voet bewegen. Bepaald gedrag kan net zo goed wijzen op angst, eenzaamheid, onwennigheid of verdriet.”
“Als een demente oudere of uitingsonbekwame jongere een REPOS-score van drie heeft, in combinatie met een pijncijfer van vier of hoger, dan moet actie worden ondernomen. Dat hoeft niet direct te betekenen dat iemand pijnstillende middelen krijgt. Er bestaan ook andere interventies, zoals warmte, koude, massage, muziek. Afleiding kan sterk werken: vóórdat iemand het door heeft, is het pijnlijke moment voorbij. Humor ook. Ik herinner me een jong meisje met een verstandelijke handicap. Ze had ernstige diabetes, beide benen waren afgezet. Dat gaf grote wonden, die geregeld verzorgd moesten worden. Bij haar deed die verzorging veel pijn, ondanks pijnmedicatie. Tijdens de wondverzorging was er continu interactie tussen de verzorgende en haar, er gingen voortdurend opmerkingen en grapjes over en weer. Zo werd zij door de pijnlijke verzorging heen getrokken.”
Pijnlijke momenten in verpleeghuis… • Uit bed gehaald worden • Pyjama aan-, uittrekken • Van bed naar rolstoel • Worden gewassen • Verzorging van wonden • Steunkous aan of uit • Fysiotherapie
hersenletsel PIJNBESTRIJDING
Ozenda Schmahl: “Als er te langzaam op pijn wordt gereageerd, kan ik fel worden”
“Niet alle bewoners hebben mondige kinderen, die er bovenop zitten” Een ‘pijnmeter’ ontwerpen voor bewoners van verzorgingshuizen is één ding, ermee werken in de praktijk blijkt een heel ander verhaal.
Uitvoerder: Ozenda Schmahl, verpleeghuis Antonius IJsselmonde, R’dam
Ozenda Schmahl werkt in verpleeg huis Laurens Antonius IJsselmonde met mensen die hersenletsel heb ben opgelopen en niet meer in staat zijn aan te geven of ze pijn lijden. Sommige patiënten hebben een au to-ongeluk gehad, anderen zijn van de trap gevallen of ondergingen een hersenoperatie vanwege een tumor. Haar jongste patiënt was een jongen van 22 jaar die een ongeluk met de scooter had gehad. “In het begin vond ik ‘pijn scoren’ moeilijk,” vertelt ze. “Ik heb zeker tien observaties gedaan voordat ik
op mezelf vertrouwde. En nu nog ben ik blij dat ik onze trainer An neke kan bellen als ik een vraag heb. Sommige patiënten hebben een strak gelaat, met weinig mimiek. Bij hen is het moeilijk te zien of ze pijn hebben.” Bijna een jaar na de training, heeft Ozenda zeker vijftig observaties uitgevoerd. “Veel punten zijn nu makkelijk te scoren, zoals de adem inhouden, een grimas trekken, een paniekaanval. Jammeren en kreunen blijven moeilijk te beoordelen. Pijn lijden en angstig zijn liggen soms dicht bij elkaar. Iemand kan kreunen vanwege de pijn, maar ook proberen iets te zeggen. We hebben nu een mevrouw die net uit coma is geko
men. Bij haar denk ik: heeft ze nou pijn of wil ze praten?” Ozenda heeft veertien jaar werker varing in de zorg. Toen ze 17 jaar was, kwam ze vanuit de Kaapver dische Eilanden naar Nederland. Eerst leerde ze twee jaar Nederlands, daarna volgde ze een opleiding voor de zorg, aangevuld met allerlei cur sussen. “De medische kant heeft mij altijd geïnteresseerd. Ik lees veel boeken over psychologie en anato mie, terwijl aardrijkskunde mij bij voorbeeld nooit interesseerde.” Sommige patiënten zijn er na hun ongeluk of operatie zo slecht aan toe, dat ze wel eens denkt: dat kan nooit meer wat worden. Maar vaak gaan deze mensen voorzichtig be wegen, lopen, praten en uiteinde lijk naar huis. Dit geldt niet voor iedereen, maar veel mensen worden toch weer zelfstandig, soms met permanente begeleiding of begeleid wonen.
“Ik ben sinds de training alerter op pijn. Niet dat ik er vroeger niet op lette, maar nu heb ik meer inzicht en heeft de beoordeling meer diepgang. Het lukt helaas niet elke week de pijn te scoren. Als je met z’n tweeën werkt, kan er niet zomaar iemand weg. ‘Pijn scoren’ moet nog z’n vaste plaats krij gen binnen de organisatie.” “Het belangrijkste vind ik de pijn op tijd herkennen en er snel wat aan doen. Als het te langzaam gaat, kan ik fel worden. Bij patiënten met een mondige familie zie je dat er veel ge beurt, maar sommige mensen hebben niemand. Niet iedereen heeft mondige kinderen, die er bovenop zitten. We hebben nu een meneer die het uitgilde van de pijn. Bij hem was het noodza kelijk dat ook een arts en fysiothera peut naar zijn gedrag kwamen kijken, maar hun rapportages vergen tijd. Dan zit ik er flink achteraan. Ik controleer ’s morgens bij binnenkomst meteen of er vooruitgang is geboekt. Dat heeft resultaat en dan denk ik: yes!” n Monitor
okt/nov 2008
11
Tekst: Suzanne Odijk
12
okt/nov 2008
Beeld: Helen van Vliet
Monitor
SCHIZOFRENIE PSYCHIATRIE
Bang voor bloot Zoenende stelletjes, blote piemels, harde tepels. Schizofrene patiënten vinden zulke plaatjes minder opwindend dan gezonde mensen. Erotische scènes als graadmeter in de psychiatrie.
N
“
ee, het gaat niet om cum-shots en spuitende dames. De foto’s die wij schizofrene en gezonde personen hebben voorgelegd zijn afkomstig uit een Amerikaanse database. De ‘porno’ is dus wat preuts. Daarom noemen we het erotische of opwindende plaatjes,” reageert dr. Roelie Hempel, psycholoog en wetenschappelijk onderzoeker op de afdeling Psychiatrie van Erasmus MC. Zij promoveerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op de afwijkende reactie van mensen met wanen en hallucinaties op deze scènes. Mes op de keel
Wetenschappers hebben tot nu toe vooral onderzoek verricht naar de emotionele informatieverwerking bij schizofrene patiënten aan de hand van gelaatsuitdrukkingen. Een vurige blik, opkrullende mondhoeken, fronzende wenkbrauwen: allemaal indicaties van hoe iemand zich voelt. Schizofrenen blijken meer moeite te hebben zulke emoties te herkennen. Zo kunnen ze anderen bedoelingen toeschrijven die er helemaal niet zijn. Dat werkt beperkend in de sociale omgang. Dr. Hempel: “Met dit onderzoek wilden we achterhalen hoe deze patiënten en controlepersonen reageren op diverse situaties. Daarom hebben we ze neutrale plaatjes voorgelegd van de natuur, zoals een glooiend landschap of een groepje herfstpaddestoelen. Negatieve beelden bestonden bijvoorbeeld uit
bloederige verminkingen of een man die een vrouw het mes op de keel zet.” Erotische scènes
Voor de positieve plaatjes koos dr. Hempel met opzet erotische scènes. “Het is evolutionair bepaald dat je die als plezierig ervaart. Ze refereren aan het dierlijke instinct, de voortplantingsdrift. Ten tijde van de studie bestond het grootste deel van de patiënten op de afdeling Psychotische Stoornissen van Erasmus MC uit mannen tussen de 18 en 30 jaar. We gingen ervan uit dat seksueel getinte foto’s vooral hun - meer dan vrouwen - aanspreken.” Alle ‘vieze’ plaatjes vertoonden liefkozingen tussen dames en heren. Geen homoseks, fetisj of sm. “Dat zijn te veel voorkeuren om rekening mee te houden. Evenmin hebben we gewerkt met filmpjes, hoewel die realistischer zijn. Anders wordt het onduidelijk wat je meet.” Wat trouwens direct in het oog springt bij de foto’s uit de ‘internationale standaardset van affectieve plaatjes’ (VS, 1999), is het hoge jaren zeventiggehalte: royale afrokapsels, puntkragen en geslachtsdelen verscholen in bossen haar. Selectie deelnemers
Dr. Hempel: “Het gaat te ver om te zeggen dat ik stiekem uitkeek naar de opname van nieuwe patiënten bij de Eerste Pychose Kliniek. Wel was het streven om iedereen zoveel mogelijk medicatievrij te onderzoeken. >>> Monitor
okt/nov 2008
13
SCHIZOFRENIE PSYCHIATRIE
Schizofrenie • Schizofrenie is een psychische stoornis, die zich meestal openbaart in de late puberteit of bij jonge volwassenen (15-30 jaar). Waarom is onduidelijk; erfelijkheid speelt een rol. • Deze aandoening treft één op de honderd mensen. Meest kenmerkend zijn de episodes waarin iemand lijdt aan wanen en hallucinaties. Bijvoorbeeld: denken dat je een afgezant van God bent, stemmen in je hoofd horen die je commanderen. • Iemand kan schizofreen zijn in lichte of zware mate. Drukte, stress en het gebruik van drugs kunnen de symptomen verergeren of aanvallen uitlokken. • Met medicijnen en intensieve begeleiding is het vaak mogelijk het leven weer op te pakken. Anti-psychotica hebben wel zware bijwerkingen, zoals sufheid en stijfheid.
Bekend is dat anti-psychotica tot libidoverlies en gevoelsvervlakking kunnen leiden. Tijdens de teambespreking stelden de artsen vast of iemand het onderzoek aankon. Degenen die niet schizofreen maar wel psychotisch waren, bijvoorbeeld door drugsgebruik of een manie, kwamen niet in aanmerking; ook niet de patiënten die te angstig, agressief of vluchtgevaarlijk waren. En deelnemers konden uiteraard op elk moment stoppen tijdens het onderzoek.” Hallucinaties
“Sommigen zaten actief te hallucineren tijdens de diashow. Eén patiënt vroeg of hij gehoor moest geven aan de slechte stemmen in zijn hoofd of moest zeggen wat hij zelf van de afbeeldingen vond. Dat laatste, zeiden we, en dat ging prima. Over het algemeen bleken de schizofrene deelnemers goed in staat de opdracht en hun psychose los van elkaar te zien,” zegt dr. Hempel. Een andere jongen had helaas de pech dat de computer in het begin een aantal gruwelijkheden achter elkaar selecteerde. In zijn waan dacht hij dat de beelden zijn toekomst voorspelden. Acute nazorg en – opvallend genoeg - geruststelling door andere patiënten op de afdeling, brachten hem van dit idee af.” Borsten en bloed
Voor dit onderzoek naar de emotionele informatieverwerking van situaties door schizofrenen werden veertig negatieve, positieve en neutrale foto’s getoond. In willekeurige volgorde, zes seconden lang. Zestig schizofrene en zestig gezonde proefpersonen gaven telkens aan of zij de beelden als plezierig/onplezierig ervaren, of als opwindend/kalmerend. Hun eigen beoordeling is vergeleken met de meting van de hartslag en de oogknipperreflex bij een lukrake harde knal tijdens het kijken. Dan blijkt: • Bloederige foto’s ervaren schizofrene en
Ook deze erotische scènes kregen de proefpersonen, meestal mannen, voorgelegd
gezonde mensen als ‘onplezierig’. ervaren blootplaatjes als minder plezierig; natuurtaferelen juist als meer opwindend. • Bij seksplaatjes zijn schizofrenen minder goed in staat hun aandacht te richten (verminderde oriëntatierespons) en schiet hun hartslag bijna onmiddellijk omhoog (verhoogde defensieve respons). • De oogknipreflex laat zien dat schizofrenen opwindende plaatjes uiteindelijk wel op dezelfde manier verwerken als gezonde personen.
• Schizofrenen
Té emotioneel
Dat schizofrenen minder plezier beleven aan blootplaatjes kan komen door verlies van seksuele interesse en erectiestoornissen door medicijngebruik. Maar ook is het mogelijk dat ze dichtklappen: ze ervaren de softporno als té emotioneel en onderdrukken de informatieverwerking. Dr. Hempel: “Misschien liggen de scores in werkelijkheid zelfs nog lager, gesteld dat de zieke personen geneigd zijn sociaal wenselijke antwoorden te geven: ‘Als jonge vent hoor ik al dat bloot opwindend te vinden…’ Een van de deelnemende patiënten merkte op: ‘Waarom zou ik er lol aan beleven? Ik krijg toch nooit meer een relatie’.’’
Deze plaatjes zijn in willekeurige volgorde vertoond aan personen met en zonder schizofrenie. Steeds is hun beoordeling vergeleken met hun hartslag en oogknipperreflex. Bij bloederige scènes reageren schizofrene en gezonde mensen hetzelfde. Bij plaatjes van seks en onschuldige natuurtaferelen blijken de reacties verschillend 14
okt/nov 2008
Monitor
Andere studies bevestigen inderdaad dat bij schizofrenen de behoefte aan intiem contact en relaties groot is, terwijl ze die niet tot stand kunnen brengen. Tijdens de opname worden ze ook al geacht geen seks te hebben. Frustrerend. Sociale training
Dr. Hempel: “Hun zwakke oriëntatie- en verhoogde defensieve hartslagrespons tijdens het bekijken van erotische plaatjes, wijzen erop dat schizofrenen minder informatie vergaren bij ‘situationele stimuli’. Net als bij gezichtsuitdrukkingen, kunnen ze gebeurtenissen om zich heen verkeerd of anders opvatten, wat paranoïde gedachten versterkt. Dit onderzoek betreft een klein onderdeel van problemen waar mensen met schizofenie mee te maken hebben. De afdeling Psychiatrie van Erasmus MC richt zich op training in sociaal geaccepteerd gedrag. Veel patiënten worden raar gevonden, familie en vrienden haken uiteindelijk vaak af – het is erg zwaar om met zo’n ziek iemand te leven. Daarom is de training nuttig. Als je weet hoe je normaal een gesprek voert of hoe je omgaat met ruzies, kun je je beter staande houden. En zulke vaardigheden zijn goed aan te leren. Zo gek zijn schizofrenen nou ook weer niet.” n
virussen vogelvrij
lof der geneeskunst 2008
Tekst: Joop van de Leemput
Wetenschappelijk onderzoek van de afdeling Virologie van Erasmus MC is ‘extreem goed’. De studies daar worden internationaal bijna vier keer vaker aangehaald dan gemiddeld. Dat zegt dr. Clemens Festen, die bij Erasmus MC over het wetenschappelijk onderzoek gaat. De media bevestigen de toppositie met gevatte koppen: ‘Nieuw op één: het lab van Ab’, schreef Medisch Contact, verwijzend naar prof. Ab Osterhaus. Dr. Festen baseert zijn gunstige beoordeling op de ‘hitlijsten’ van wetenschappelijke studies. Het Leidse Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies (CWTS) stelt deze samen. Dit centrum heeft de afgelopen jaren meer dan dertig miljoen medische publicaties verzameld. Sommige artikelen zijn nooit geciteerd, andere honderden keren. Hoe vaker aangehaald, des te hoger de score.
Ab’s lab
‘extreem goed’
Media hechten belang aan de hitlijsten. Ze hadden het de afgelopen jaren over ‘scoren voor professoren’, ‘superieure studies’ en ‘de publicatienorm: halen of falen?’. Opvallend is hoe macho de toon is: ‘Wie er moeite mee heeft, kan beter een camping in Zuid-Frankrijk beginnen’, schreef het Leidse universitair weekblad Mare. Docenten wijzen erop dat onderwijs óók behoort tot de kerntaken van universiteiten. Hier valt letterlijk niet mee te ‘scoren’; niemand kent er punten aan toe. Al zijn er kanttekeningen te plaatsen, iedereen erkent dat een universiteit moet publiceren om internationaal mee te tellen. Een wetenschappelijk artikel is het eindresultaat van jarenlang onderzoek. En het bewijs van vergaarde kennis. Dr. Festen wijst erop dat in de periode 1998-2006 ook andere afdelingen van Erasmus MC vaak door internationale wetenschappers worden aangehaald, namelijk 1,59 keer boven het wereldgemiddelde. Dat is de hoogste score van alle medische universiteiten in Nederland. De grote motor achter de citatietelling van het CWTS is Henk Moed, die zo’n 25 jaar actief is op dit vakgebied. Hij stelde in het verleden dat, ondanks de verschillen, ‘alle universiteiten in Nederland grosso modo even goed zijn’. Kan best waar zijn, maar op nummer één staan, blijft leuk. Binnen en buiten Erasmus MC wordt erkend dat het Rotterdams wetenschappelijk onderzoek tot de top behoort. De Raad van Bestuur heeft begin dit jaar besloten dat dit óók voor de zorg aan patiënten moet gaan gelden. Daartoe is een grote verbeteringsactie in gang gezet, Koers ‘013. Het eerste uitgangspunt is klip en klaar: ‘De patiënt staat centraal: het Erasmus MC is er voor de patiënt en niet andersom.’ De patiëntenzorg moet voor 2013 de toppositie hebben bereikt die Ab’s lab nu al bekleedt. Monitor
okt/nov 2008
15
Beeld: Levien Willemse
t
t
Stoof: cellen op kweek in een stoof (incubator)
16
okt/nov 2008
Monitor
Eierdoos: met spuit eiwit oogsten waarin virus is gekweekt
virussen vogelvrij Sterilisator: instrumenten reinigen in een stoomsterilisator (autoclaaf)
t
lof der geneeskunst 2008
t Vriezer: opslag van virussen in een vriezer, temperatuur -70 ºC
Lafkast: in een lafkast (flowkast) wordt vastgesteld tot welke verdunning een virus kan groeien Monitor
okt/nov 2008
17
t
Met wiskunde virus te lijf Dat wiskunde alleen handig is voor techneuten is een misvatting. Integreren, differentiëren, optellen en aftrekken blijken ook waardevol om het verloop van epidemieën te voorspellen. Ziekteverwekkers al rekenend een stap voorblijven, dáár draait het om.
P
rof. Roy Anderson, hoofd van de afdeling Epidemiologie van Infectieziekten aan het prestigieuze Imperial College in Londen, is naast prof. Ab Osterhaus, spreker tijdens Lof der Geneeskunst. Sir Anderson - in 2006 werd hij door koningin Elisabeth in de adelstand verheven - is expert op het gebied van wiskundige modellen om virusepidemieën te bestuderen. Zijn modellen leidden in 2001 tot drastische maatregelen: tijdens een uitbraak van mond-en-klauwzeer in Groot-Brittannië werden bijna zes miljoen koeien, varkens en schapen afgemaakt om de epidemie te stoppen. Prof. Anderson zet zijn modellen nu vooral in bij het voorkomen van epidemieën van infectieziekten waar de mens zelf direct risico loopt, zoals SARS, aids en influenza. Roddel verspreiden
China: hier brak SARS uit, eind 2002 18
okt/nov 2008
Monitor
Met wiskunde een epidemie bestuderen, hoe doe je dat? Prof. Anderson: “In het algemeen is wiskunde een taal die door wetenschappers wordt gebruikt. Waar een onderzoeker ook vandaan komt, uit China, Nederland of Groot-Brittannië, iedereen ‘verstaat’ de taal van de wiskunde. Met wiskunde kun je een idee analyseren. Een idee bestaat uit een aantal opeenvolgende denkprocessen en met wiskundige modellen probeer je die denkprocessen in logische brokstukken op te delen.”
virussen vogelvrij Tekst: Gert-Jan van den Bemd
Beeld: Vincent Mentzel, Levien Willemse
Wat is SARS?
• Deze vorm van ‘atypische pneu-
monie’ staat nu bekend als Severe Acute Respiratory Syndrome of SARS (ernstige acute ademhalingsziekte).
• De ziekte gaat gepaard met koorts,
zware hoofdpijn, diarree, gewrichtspijnen en koude rillingen. Omdat de longen zich met vocht vullen, wordt ademhalen ernstig bemoeilijkt.
• Bij sommige patiënten gaan de nieren en de lever slecht functioneren en is de bloedstolling ontregeld.
• Vaak raken de zieken dagenlang
buiten bewustzijn en moeten ze beademd worden.
• Tien procent van de besmette personen sterft aan de ziekte. Ter vergelijking: in Nederland sterft ongeveer 1 procent van de mensen die door de griep worden getroffen.
• Patiënten die SARS overleven, zijn
sterk vermagerd en verzwakt, sommigen zijn gedeeltelijk verlamd.
• Bij de SARS-uitbraak in 2003 stierven 774 mensen en werden meer dan 8000 mensen ziek.
“De verspreiding van een virus is in wezen niet anders dan de verspreiding van een gerucht binnen een groep mensen”, zegt prof. Anderson. “Iemand heeft een roddel en vertelt die door aan iemand die het nieuwtje nog niet wist. En zo gaat het van de een naar de ander. Uiteindelijk weet vrijwel iedereen de roddel en moet je moeite doen om iemand te vinden die het nieuwtje nog niet heeft gehoord. Als je dat proces in een wiskundige tekening zou vastleggen, krijg je een klokvormige curve, net als een heuvel. Zo verloopt ook een virusepidemie. In het begin stijgt het aantal besmette personen snel, maar dan komt er een moment dat heel veel mensen zijn besmet en dat de kans op het infecteren van een nog gezonde persoon heel klein wordt. De curve zakt dan langzaam in: de epidemie loopt ten einde.” Achterstand inlopen
Wiskunde is volgens prof. Anderson voor de gezondheidszorg van essentieel belang. Maar wiskunde en geneeskunde zijn toch niet bepaald een twee-eenheid? Hij bevestigt dat
lachend. “Jij of ik zullen niet zomaar in een vliegtuig gaan zitten, tenzij we weten dat iemand het een en ander heel goed van tevoren heeft berekend. Bijvoorbeeld: kan het vliegtuig met deze belading eigenlijk wel opstijgen? Het merkwaardige is: in de geneeskunde doen we allerlei ingrepen in het menselijk lichaam zonder dat we ooit hebben berekend of dat eigenlijk wel verstandig is. We geven medicijnen, we beïnvloeden de weerstand tegen infecties, we opereren, zonder ook maar iets te berekenen. Waarom niet? Omdat we het niet kunnen!” Hoewel steeds meer biologen en artsen overtuigd zijn van het belang van de wiskunde, loopt het vakgebied volgens prof. Anderson nog behoorlijk achter op vakken als elektronica, natuurkunde en scheikunde. “Waarschijnlijk ligt dat aan de complexiteit van biologische processen. Het menselijk lichaam is een enorm ingewikkeld geheel. Het is een hele klus om de processen die zich daarin afspelen met behulp van wiskundige formules te beschrijven. Van biologen en artsen kun je niet verwachten dat ze op het gebied van de wiskunde een belangrijke bijdrage zullen leveren. Maar recentelijk zijn wiskundigen en natuurkundigen zich gaan interesseren voor biologische vraagstukken. En dát heeft het vakgebied in een stroomversnelling gebracht.” Epidemie simuleren
Op het gebied van epidemieën, het op grote schaal verspreiden van infectieziekten, is er al een flinke slag gemaakt, stelt prof. Anderson. “We kunnen nu, voordat een wereldwijde epidemie met bijvoorbeeld een influenzavirus uitbreekt met behulp van de computer berekenen hoe we de epidemie het beste kunnen beheersen. We simuleren een epidemie voordat deze is uitgebroken en bepalen zo de beste aanpak van het probleem.”
Linke combinatie: mensenmassa’s en levende vogelmarkten Dat was vroeger wel anders. Prof. Anderson: “Vroeger zou de Wereldgezondheidsorganisatie bij het uitbreken van een epidemie een aantal experts bij elkaar in een afgelegen hotel hebben gezet. Na een uitgebreide discussie zouden de deskundigen dan naar buiten komen met een algemeen oordeel over hoe de epidemie zou
lof der geneeskunst 2008
Doker Liu: ‘Raak me niet aan!’ Half november 2002: een zakenman met een mysterieuze luchtweginfectie wordt opgenomen in een ziekenhuis in de Chinese stad Foshan, niet ver van Hong Kong. Eind november 2002: tweehonderd kilometer verderop wordt personeel van een ziekenhuis plotseling ernstig ziek en sterft. Begin januari 2003: in de pers wordt ontkend dat er sprake is van een virus dat een epidemie zou kunnen veroorzaken. Er is geen reden tot paniek. Begin februari 2003: in een ziekenhuis in de Zuid-Chinese stad Guangzhou wordt een visverkoper binnengebracht. Hij heeft hoge koorts en kan nauwelijks ademhalen. Binnen twee weken krijgen 45 andere mensen in het ziekenhuis dezelfde klachten. De visverkoper wordt door het ziekenhuispersoneel aangeduid met ‘Du Wang’, ‘Gifkoning’, want zijn hoestbuien zijn als biologische bommen die verschillende mensen ziek maken of zelfs het leven kosten. De Chinese autoriteiten kondigen een mediastilte af. Ze vrezen dat de berichten buitenlandse investeerders en toeristen afschrikken. 11 februari 2003: in de lokale Chinese kranten verschijnt een verklaring waarin de 305 zieken en 5 doden worden toegeschreven aan ‘atypische pneumonie’, een longontsteking die wordt veroorzaakt door bepaalde bacteriën of virussen. Er is, volgens de verklaring, geen reden tot paniek, want de situatie was onder controle. Half februari 2003: dokter Liu uit het ziekenhuis in Guangzhou reist voor een trouwfeest naar Hong Kong. Hij voelt zich niet goed, maar hij wil het feest niet missen. Hij boekt een kamer in een hotel in Hong Kong. De volgende ochtend is hij te ziek om naar het feest te gaan. Hij loopt naar het nabijgelegen ziekenhuis en meldt zich daar met de waarschuwende woorden: “Sluit me op. Raak me niet aan! Ik heb een zeer besmettelijke ziekte.” Maar het was al te laat: in het ziekenhuis in Guangzhou had de ziekte zich al kunnen verspreiden en ook in het hotel waar dokter Liu de nacht doorbracht, werden zeven mensen besmet. Ze kwamen uit Singapore, Canada, Vietnam en uit Hong Kong. Via deze mensen kon de ziekte zich naar andere landen verspreiden. Dokter Liu werd pas geïsoleerd toen zijn conditie levensbedreigend werd. Een maand na zijn opname in het ziekenhuis waren zeventig personeelsleden en zeventien studenten in het ziekenhuis ook ziek. Dokter Liu stierf op 4 maart.
moeten worden aangepakt. Tegenwoordig gaan we niet meer uit van de meningen van experts, maar van de wiskundige berekeningen. Verschillende onderzoeksgroepen zijn betrokken bij die berekeningen. Dus er moet nog steeds overeenstemming zijn over die berekeningen, maar we gaan niet meer uit van meningen van mensen.”
Mobieltjes volgen
De berekeningen zijn soms bijzonder ingewikkeld en vereisen de inzet van vele krachtige computers. Prof. Anderson: “Hoe een epidemie verloopt, wordt in belangrijke mate beïnvloed door menselijk gedrag. Dus inzicht in dat gedrag en in menselijke interacties vergroot de betrouwbaarheid van het >>> Monitor
okt/nov 2008
19
virussen vogelvrij lof der geneeskunst 2008
‘Dader’: civetkat SARS werd voor het eerst herkend als een nieuwe ziekte door de Italiaanse arts Carlo Urbani. Hij was in de Vietnamese hoofdstad Hanoi werkzaam voor de Wereldgezondheidsorganisatie. Urbani raakte zelf besmet en overleed in 2003 aan SARS. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus, behorend tot de familie van coronavirussen. Waarschijnlijk is het virus afkomstig van de civetkat, een klein roofdier. In China wordt de civetkat beschouwd als een delicatesse en verhandeld op markten waar veel mensen en dieren bij elkaar komen. Is een mens eenmaal drager van het virus, dan kan het via de luchtwegen, maar ook via huidcontact, urine en ontlasting worden verspreid en overgebracht op andere mensen.
Handel in levende kippen, China
wiskundig model. Vroeger werden vaak enquêtes afgenomen. Hoe gaat u naar uw werk? Hoeveel ontmoetingen heeft u op een dag? Dat soort vragen. Tegenwoordig zijn er modernere manieren om die informatie te verkrijgen. De verplaatsing van mensen kan bijvoorbeeld worden bestudeerd door de beweging van mobiele telefoons te volgen. En door satellieten gemaakte warmtebeelden geven inzicht in de
verplaatsing van grote mensenmassa’s over het aardoppervlak.” Hij benadrukt dat dit soort informatie alleen geanonimiseerd mag worden verwerkt. Gevaarlijke landen
Het delen van informatie met onderzoekers uit andere landen vindt prof. Anderson cruciaal in de strijd tegen epidemieën. Een land als China, waar
eind 2002 een SARS-epidemie uitbrak, staat niet bekend om openheid van zaken (zie kader: ‘Raak me niet aan’). Maar prof. Anderson ziet China niet als een groot gevaar. Anderson: “Ten tijde van die SARS-epidemie had elke provincie zijn eigen Center for Disease Control (gezondheidscentrum, red.). Onderling was er geen uitwisseling van informatie. Die situatie is gelukkig drastisch veranderd. Ik maak me dus niet meer zo druk over China. Ik ben ongeruster over landen als India en Indonesië.” Overbevolking
Vogels: leveranciers van ziekteverwekkers 20
okt/nov 2008
Monitor
Hij vervolgt: “Wanneer je op een wereldkaart zou aangeven waar de afgelopen honderd jaar nieuwe verwekkers van infectieziekten de kop opstaken, dan kom je uit bij WestEuropa en Noord-Amerika. Maar dat geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid! Het feit dat die virussen juist daar worden ontdekt, komt omdat daar de kennis aanwezig is óm ze te ontdekken!” Het echte gevaar schuilt volgens prof. Anderson in landen die kampen met overbevolking en plaatsen waar mens en dier opeengepakt zitten. “Dat zijn de risicogebieden. In feite heeft de mens gedurende de evolutie al zijn ziekteverwekkers ‘te danken’ aan vee en wilde dieren. De meeste nieuwe
Bronnen voor kaders in dit artikel: China: SARS and the Politics of Silence, World press review, Chris Taylor, 2003. The SARS epidemic in Hong Kong, S.H. Lee, Journal of Epidemiology Community Health, 2003
ziekteverwekkers zullen dus ook voortkomen uit het dierenrijk.” Kanarie in mijn
Hong Kong en Singapore, toch beruchte gebieden als het om virusinfecties gaat, hebben volgens Anderson meer de functie van een kanarie in een steenkoolmijn. “In de negentiende eeuw hadden mijnwerkers een kanarie bij zich om giftige stoffen in de lucht te detecteren. Singapore en Hong Kong zullen als eerste het ontstaan van nieuwe epidemieën aan de dag leggen. En vanaf daar kan het snel gaan. Het zijn gebieden die een centrale positie innemen in het vliegverkeer naar de rest van de wereld.” Het adviseren van regeringen en overheidsinstellingen over het gevaar van virusinfecties ziet prof. Anderson als één van zijn belangrijke taken. “Ik zit in een fase van mijn carrière dat ik de ontwikkeling van nieuwe methoden kan overlaten aan jonge onderzoekers. Bijna vanzelf beland je na verloop van tijd in een meer politieke rol, maar dat bevalt me prima.” n
‘Alle ziekteverwekkers van de mens komen van vogels, vee, wild’
VIRUSSEN VOGELVRIJ
LOF DER GENEESKUNST 2008
Viraal tegengas
Met prof. Ab Osterhaus heeft Erasmus MC een wereldautoriteit in huis op het gebied van virusoverdracht van dier naar mens. Over dit thema spreekt hij op de lezing Lof der Geneeskunst, in Rotterdam. Monitor verzamelde tegengeluiden uit de maatschappij.
Als prof. Ab Osterhaus...
...niet onderweg is...
...naar een brandhaard...
...geeft hij geregeld college
Monitor
okt/nov 2008
21
Spreekt u ‘virologisch’? Aviaire Epidemie Influenza Pandemie Transmissie Vector Veterinair Zoönotisch
Van vogels afstammend Grote uitbraak besmettelijke ziekte Griep Wereldwijde uitbraak Overdracht, besmetting Overbrenger (b.v. insect, vogel) Diergeneeskundig Uit dierenrijk komend en ziekteverwekkend
Paniekzaaierij Klopt dat doemscenario wel?
Beroepsblindheid Hoe betrouwbaar zijn experts? Ook, of liever gezegd juist, deskundigen kunnen maatschappelijke ontwikkelingen verkeerd inschatten. Topwetenschappers zijn diepgaand in hun eigen vakgebied gespecialiseerd en leiden daardoor soms aan een verkokerde blik. Onder controle - Prachtig voorbeeld: toen prof. Osterhaus zich midden jaren zeventig bij de vakgroep Diergeneeskunde in Utrecht wilde specialiseren in virussen, zat daar volgens vakgenoten geen toekomst in. Het mensenpokkenvirus was uitgeroeid, en polio en mazelen waren op hun retour. Infectieziekten bij mensen waren onder controle, dachten veel deskundigen. Niets bleek minder waar. Vanaf de jaren tachtig braken wereldwijd onder andere hiv*, SARS*, Ebola*, H5N1* (vogelgriep/vogelpest) uit. * Hiv: Humaan Immunodeficiëntie Virus * SARS: Severe Acute Respiratory Syndrome * Ebola: genoemd naar riviertje in Zaïre * H5N1: soort vogelgriep 22
okt/nov 2008
Monitor
‘Biblebelt’ - Ook in Nederland was het herhaaldelijk raak. In 1999 brak mazelen uit in de ‘Biblebelt’. Zo’n vijfduizend kinderen raakten besmet, vijfhonderd moesten naar het ziekenhuis, enkele kinderen stierven. In 2004 bak de bof uit, op de Hogere Hotelschool in Den Haag, waarschijnlijk kwam dit virus uit Azië. Rond die tijd brak ook de rode hond uit, onder een aantal gereformeerde Nederlanders. Begin dit jaar was er een epidemie van bof, weer in de Biblebelt. (On)waarheden - En vakliteratuur? Jarenlang stond in studieboeken dat influenza B-virussen uitsluitend bij de mens voorkomen. Logisch, ze waren nooit bij dieren gediagnosticeerd. De vakgroep van prof. Osterhaus identificeerde ze als eerste ter wereld bij zeehonden. Expect the unexpected, zeggen virologen.
Prof. Ab Osterhaus is de afgelopen jaren meer dan eens afgeschilderd als een onheilsprofeet, door zijn alarmerende boodschappen over virusuitbraken. Bij herhaling stelde hij: “De voortdurende dreiging van een nieuwe pandemische uitbraak van influenza hangt als een donkere wolk boven de mensheid.” En: “We zijn onvoldoende voorbereid op wereldwijde uitbraken, waarbij tientallen miljoenen doden kunnen vallen.” Met dit doemscenario zou hij doelbewust grote geldbedragen voor zijn vakgebied Virologie binnenhalen.
dicijnen op de plank die tegen SARS bleken te werken. Door dit snelle handelen is een pandemie vermeden. ‘Slechts’ achtduizend mensen op de wereld werden ziek. Achthonderd patiënten zijn aan SARS overleden.
Chimpansees - Dat gezondheidsrisico’s waarop hij attendeert reëel en niet overdreven zijn, bewijst de praktijk. Bekendste voorbeeld is hiv, dat aids veroorzaakt. Zo goed als zeker afkomstig uit de binnenlanden van Afrika, van chimpansees die waarschijnlijk zijn opgegeten, verspreidde dit virus zich vanaf de jaren tachtig over alle continenten. Inmiddels zijn er meer dan twintig miljoen mensen aan aids overleden en minstens dertig miljoen mensen met hiv geïnfecteerd. De meesten krijgen geen behandeling, omdat die te duur is.
Vliegend circus - Zelf relativeert prof. Osterhaus z’n optreden: “Ik hoor bij het flying circus van wetenschappers dat de hele wereld afreist om beleidsmakers ervan te doordringen de juiste maatregelen te nemen.”
Op nippertje - Tweede voorbeeld is SARS. Deze uitbraak is begin 2003 op het nippertje tot stilstand gebracht. Virologische vakgroepen die elkaar normaal beconcurreren, sloegen bij de eerste ziektegevallen, in China en Hong Kong, de handen ineen. Zij slaagden erin dit virus binnen één maand te ontmaskeren; een record. Soms kost het ‘kraken’ van een virus veertig jaar research (pokken). Er konden snel bestrijdingsmaatregelen worden ontwikkeld en er lagen al me-
Pandemieën - Dat er meer pandemieën komen, zoals prof. Osterhaus stellig verwacht, is onbewijsbaar. Maar mede gezien de bevolkingsexplosie op aarde en alle gevolgen van globalisering, is het inderdaad waarschijnlijk dat er vroeger of later weer een wereldwijde virusuitbraak zal zijn.
Hij klinkt tegenwoordig wat optimistischer dan vroeger: “We hebben veel van de uitbraken van vogelgriep en SARS geleerd.” Grensoverschrijdend - Nederland heeft volgens hem pasgeleden een flinke stap vooruit gezet met de oprichting van het Centrum voor Infectiebestrijding, bij het RIVM in Bilthoven. Daar is al veel kennis aanwezig en wordt bovendien de kennis van vooral academische instellingen gebundeld. Zo’n centrum moet Europa ook krijgen, vindt hij. Virussen steken immers grenzen over. Pasgeleden stelde de Europese Unie twaalf miljoen euro beschikbaar aan prof. Osterhaus en z’n collega’s voor het ontdekken en karakteriseren van ‘nieuwe’ virussen van mens en dier.
VIRUSSEN VOGELVRIJ
LOF DER GENEESKUNST 2008
Overdosis ontzag Te veel eerbied werkt verlammend Topwetenschappers kunnen politici bewust of onbewust met hun expertise overdonderen. Hun kennis is macht. Het advies dat ze geven, is niet vrijblijvend. Als een minister hun raad niet tijdig ‘vertaalt’ naar de juiste maatregelen, en er ontstaat een uitbraak, kan die minister in grote problemen raken.
Zwartepieterij Al wat vleugels heeft, is schuldig Vogelliefhebbers, mensen met hobbykippen en pluimveeboeren zijn niet onverdeeld enthousiast over de aanbevelingen van prof. Osterhaus. Begrijpelijk, want de overbrengers van influenza A-virussen hebben vleugels: kippen, ganzen, meeuwen. Kampioen ‘virus dragen’ is de wilde eend. Een Russische politicus bepleitte ooit om maar alle trekvogels af te schieten... Veevervoer - Dat trekvogels een hoofdrol in de verspreiding van virussen spelen, betwijfelt de Vogelbescherming Nederland. Die kent grotere betekenis toe aan onder meer handel in wilde vogels, veevervoer en handel in pluimvee. Vogels krijgen niet alleen de schuld, maar zijn ook het grootste slachtoffer. Alleen al de uitbraak van de vogelpest in de Gelderse Vallei kostte in 2003 dertig miljoen kippen het leven. Zij werden uit voorzorg gedood (in vaktaal: ‘geruimd’). Trekvogels - Uit wereldwijd onderzoek van dode vogels en vogelpoep, onder meer door prof. Ron Fouchier van Erasmus MC, is onomstotelijk gebleken dat wilde vogels allerlei virussen bij zich dragen. Ze hebben daar meestal weinig last van. Trekvogels vliegen echter de hele wereld over en laten overal hun besmette poep achter: in zee, op weilanden, bij boerderijen. Het virus kan zo terechtkomen in vissen en ‘vrije uitloop’-kippen. Die blijken veel kwetsbaarder voor deze virussen dan trekvogels. Varkens en katten zijn ook bevattelijk voor virussen van vogels.
Toch gevaarlijk - Tot 1997 heerste de overtuiging dat het H5N1-influenzavirus niet op de mens kon overgaan. In dat jaar stierven voor het eerst enkele mensen in Hong Kong aantoonbaar aan dit subtype vogelgriep. Hetzelfde jaar toonde de vakgroep van prof. Osterhaus aan dat het vogelgriepvirus H5N1 de mens wel degelijk kon infecteren. Zes jaar later liet in Nederland een dierenarts het leven door een infectie met een ander subtype virus: H7N7. Zo’n negentig pluimveehouders en mensen die kippen hadden ‘geruimd’ en enkele van hun familieleden werden ziek. De vogelgriep was in Nederland niet alleen overgegaan van trekvogel op kip, en van kip op mens, maar ook (op kleine schaal) van mens op mens… ViroClinics, een bedrijf van prof. Osterhaus en collega’s, presenteerde begin dit jaar een vaccin voor mensen tegen vogelgriep subtype H5N1. Vleermuisgrot - Soms voltrekt de besmetting zich rechtstreeks: van ‘wild’ op mens, zonder kip ertussen. Zoals bij het Marburgvirus*, dat een Nederlandse toeriste deze zomer vermoedelijk opliep in een grot in Oeganda. Zij raakte waarschijnlijk geïnfecteerd door indirect contact met een vleermuis. Deze mevrouw is aan de infectie overleden. Enkele maanden eerder overleed een vrouw in Amsterdam aan hondsdolheid. Zij was op vakantie, ook in Afrika, in het gezicht gekrabd door een vleermuis. *Marburgvirus: genoemd naar de Duitse stad waar deze ziekte in 1967 uitbrak
Invloedrijk - Prof. Osterhaus is een van de invloedrijkste wetenschappers van Nederland. Hij is tweevoudig hoogleraar (Rotterdam, Utrecht), zit in de Gezondheidsraad, in Europese wetenschappelijke comités en is daarnaast directeur van twee referentiecentra van de WHO (Wereldgezondheidsraad). De vraag is: wie controleert of bekritiseert hem, en gaat daarbij niet gebukt onder heilig ontzag of een kennisachterstand? Antwoord: andere wetenschappers. Virus ontdekt - Kinderarts prof. Ronald de Groot (destijds van Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis, nu UMC St Radboud) liet prof. Osterhaus, op vrijdagmiddag met een biertje in z’n hand weten ‘dat het lab van Virologie niet veel voorstelt.’ ‘Want’, zei hij, ‘jullie kunnen bij de helft van onze kinderen met een RSV*-infectie dit virus niet eens aantonen.’ Na die opmerking startten prof. Osterhaus en z’n team een zoektocht in het lichaamsmateriaal van 28 kinderen uit Erasmus MC-Sophia. Die leidde tot
de ontdekking van hMPV*. Dit luchtwegvirus bestaat al tenminste tientallen jaren op de hele wereld, zo blijkt uit ingevroren bloedmonsters, alleen had geen enkele viroloog het kunnen identificeren. Bijna alle kinderen op de wereld zijn ermee besmet als ze vijf jaar zijn. Voor kwetsbare pasgeborenen kan dit virus levensgevaarlijk zijn. In Erasmus MC wordt nu gewerkt aan een vaccin. Was dit virus ook ontdekt zonder zo’n uitdagende opmerking? *RSV: Respiratoir Syncytieel Virus *HMPV: Humaan Metapneuno Virus
3x keihard raak De afgelopen eeuw kampte de mensheid met drie enorme uitbraken van influenzavirussen, alle afkomstig van vogels: Spaanse griep (1918, over veertig miljoen doden) Aziatische griep (1957, een tot vier miljoen doden) Hong Konggriep (1968, een tot vier miljoen doden)
‘Lekker belangrijk’
Budget verkwist aan triviaal gedoe Geregeld ontvangt de vakgroep van prof. Osterhaus delen van overleden dieren, voor nader onderzoek. Naar Rotterdam gingen onder meer karkassen van aangespoelde zeehonden en dolfijnen, plotseling overleden luipaarden en tijgers uit Thailand en een vink met ‘pokken’ aan z’n pootjes. Pokkenpootjes - De dierenarts die dit vogeltje naar prof. Osterhaus stuurde, vond de bobbels aan de pootjes verdacht: de afwijkingen leken niet echt op pokken. Virologisch onderzoek
wees uit dat het een papillomavirus* was. Uitermate bijzonder, want deze virussen werden geacht alleen bij zoogdieren (inclusief mensen) voor te komen, waar ze wratten en tumoren kunnen veroorzaken. Het vinkje met pokkenpoten is het eerste niet-zoogdier ter wereld waarbij een papillomavirus is vastgesteld. Deze ogenschijnlijk triviale ontdekking onderstreept dat wetenschappers en artsen alert moeten blijven op het onverwachte. *Papilloom: wratachtig gezwel op huid of slijmvlies n
Monitor
okt/nov 2008
23
Tekst: Suzanne Odijk
Beeld: Levien Willemse
Sandra’s Crohnjuweel Negen jongeren laten met zelfgemaakte videodagboeken op internet zien hoe ze worstelen met de ziekte van Crohn. Sandra Vis (37) uit Rotterdam is een van hen: “Het hoofd kan van alles willen, het lichaam is de baas.”
“
W
at zie jij er bescheten uit’, zei de oncoloog van het streekziekenhuis toen ik negentien was en op controle kwam voor een verwijderde melanoom. Bleek, wallen. De internist had mijn buikklachten tot dan afgedaan als spanningen, door eindexamenstress en problemen thuis. Op aansporen van de oncoloog onderging ik een colonscopie, die aan het licht bracht dat mijn dunne darm behoorlijk ontstoken was. Diagnose: de ziekte van Crohn. Mijn moeder zei dat ik er eigenlijk al als baby’tje last van had, met afwisselend obstipatie en diarree. Op zevenjarige leeftijd ben ik in quarantaine geplaatst, op verdenking van paratyfus. Achteraf gezien was het waarschijnlijk ook toen al de ziekte van Crohn die opspeelde.” Gekrompen
“Na de diagnose volgden infuusvoeding en de eerste operatie - één van vele. Inmiddels is meer dan de tweederde van mijn dunne darm wegNegen ‘vlogs’ In maandelijks nieuwe vlogs (videodagboeken) op www.crohnjuwelen.nl laten negen jonge mensen zien hoe zij worstelen met de ziekte van Crohn. Op het eerste gezicht lijkt er niks aan de hand - en voor buitenstaanders doen ze er ook alles aan dit beeld in stand te houden. Toch voeren zij voortdurend een gevecht. Hoe, dat tonen de inkijkjes in de behandelkamer, buiten de deur en tussen de lakens. Een van de deelnemers van de site is Sandra Vis (37) uit Rotterdam. Op deze pagina’s vertelt zij erover.
24
okt/nov 2008
Monitor
gehaald. En ik ben vijf centimeter gekrompen. Prednison, de ontstekingsremmer die ik al jaren in wisselende doseringen slik omdat ik slecht reageer op andere anti-Crohnmiddelen, heeft namelijk botontkalking tot gevolg.” Bij de Aldi
“Afkloppen: ik ben al 2,5 jaar niet meer onder het mes geweest of genoodzaakt met een slangetje in de neus en een zak sondevoeding op mijn rug over de markt te lopen. Bij de laatste operatie aan mijn dikke darm en de skintags (uitgerekte anale huidplooien) is op mijn verzoek gelijk een stoma aangelegd. Nu sta ik een stuk onbevangener in het leven. Het is niet meer zo dat álles om de wc draait. Of de bosjes. Bij een opvlamming van de darmontstekingen heb je voortdurend diarreeaanvallen. Niet tegen te houden. Als ik bij de Aldi langs het koelvak liep, was de kou al een trigger. ‘Nee mevrouw, het is ons beleid geen klanten op het toilet toe te laten’. Nagels in mijn handpalmen, de boodschappen laten staan, en dan bij de buitendeur: pletsj.” In de kroeg
“Of in de disco of kroeg, waar vaak toch al geen overschot aan toiletten is. De dames in de rij vinden dat ze er ook niet voor hun lol staan. Voorlaten is er bij hen - meer dan bij heren, is me opgevallen - niet bij. In het theater nam ik steevast een zitplaats aan de zijkant. Het idéé alleen al dat de hele rij moest opstaan als ik plotseling diarree kreeg, gaf zoveel stress, dat het dan natuurlijk ook gebeurde. Mijn partners hebben geen bezwaar tegen de stoma. Er hangt echt niet voortdurend een strontlucht om me heen. Ze zijn er voorstander van dat ik een groot zakje gebruik. Want: liever een lekkere lange vrijpartij dan kans op lekkage.”
Hier waait Sandra uit en komt ze tot rust: de Maas, Noordereiland, R’dam
Fondsenwerver
“Al tijdens mijn studie Bestuurskunde ben ik aan de slag gegaan als beleidsmedewerker. Liever had ik mezelf gezien als ontwikkelingswerker in Afrika, maar dat is niet mogelijk in mijn situatie. Wel heb ik me altijd met belangenbeharting beziggehouden, bijvoorbeeld van jongeren, ouderen en herintreders. Nu wil ik graag zelfstandig fondsenwerver worden, dan kan ik mijn eigen werkdagen indelen. Dat is praktisch als het even niet gaat.” Geen heilige
“De stoma betekent niet dat de Crohn uit mijn leven is gebannen. Op typische trek-me-door-de-plee-dagen voel ik mij bijzonder rot. Steken in m’n buik, pijn in m’n onderrug. In een warm bad met een blowtje erbij,
ZIEKTE VAN CROHN
MAAG-, DARM-, LEVERZIEKTEN leen de bloeduitslagen in acht. Alsof je het mandaat over je lijf hebt afgegeven. Met mijn huidige internist, dr. Dees van Erasmus MC, prijs ik me gelukkig. Hij vraagt hoe het met mijn darmen gaat én kijkt naar het totaalplaatje. Hij weet hoe de omstandigheden kunnen doorwerken op de Crohn. Psychomotorische therapie en aandachtstraining hebben me ook geholpen. Herkennen én erkennen wat je voelt om daar vervolgens naar te handelen. Maar ja, tegen een telefoongesprek met het UWV over WW of WAO blijft weinig opgewassen. Daar helpt geen enkele meditatie-cd tegen, haha!” n
Crohn: dertig keer per dag naar de wc • De ziekte van Crohn is een chroni-
sche ontsteking van de darmwand die elk deel van het spijsverteringskanaal kan aantasten, zo definieert het medisch handboek Merck deze aandoening.
• De ontstekingen kunnen van ‘mond tot kont’ voorkomen, maar meestal zitten ze in het laatste deel van de dunne darm en/of het eerste stuk van de dikke darm.
• Mogelijke klachten: buikkrampen,
koorts, constant diarree. Daarnaast ook: ontstekingen in gewrichten, ogen en huid.
• Complicaties: fistels (kanaalvor-
mige zweren), abcessen (met pus gevulde infectiehaarden) en darmafsluiting.
da’s mijn ‘combinatietherapie’. Het werkt verlichtend. In mijn tas zit ook altijd een joint, voor als de pijn me te veel wordt. Ik blow ook wel als ik geen pijn heb hoor, haha. Een chronische ziekte betekent nog niet dat je als een heilige moet leven. Zo zit het niet in mijn systeem om ‘voor te slapen’. Dat ik het moet bezuren als ik naar een festival ga of met een vriendin tot zes uur ’s ochtends met een wijntje zit te kletsen, probeer ik op te vangen door de dagen erna rustig aan te doen.”
schillende smaakjes. Ik maak ze van tevoren klaar, zodat de etensgeur niet alsnog mijn trek wegneemt als de visite er is. En dan prik ik een vorkje mee. Soms neem ik maar een paar hapjes, dan heb ik toch wat binnen.” “Bij een darmvernauwing door littekenweefsel dat ontstaat nadat een ontsteking is genezen, volg ik een vezel- en vetbeperkt plus energie- en eiwitverrijkt dieet. De enige groenten die ik dan mag eten, zijn boontjes, witlof, bloemkool, worteltjes en bietjes. Niks rauw. Gelukkig dat ik van koken hou:
Aan de tapa’s
“Slechte tijden kondigen zich meestal aan met een verminderde eetlust. Daar heb ik een praktische oplossing voor: vrienden te eten uitnodigen. Tapa’s zijn mijn favoriet. Spaans, Marokkaans, Libanees: veel en ver-
“Chronisch ziek betekent niet dat je als heilige moet leven”
ik ken inmiddels wel twintig manieren om ze klaar te maken.” Wie is de baas?
“Stress is een risicofactor voor het opvlammen van ontstekingen in mijn dunne darm. Dat moet ik vermijden. Steeds beter besef ik hoe belangrijk het is goed naar mijn lijf te luisteren. Het hoofd kan dan wel van alles willen - sporten, uitgaan, (vrijwilligers-) werk, studie - het lichaam is de baas. Als ik daar geen gehoor aan geef, eindig ik weer ondervoed in het ziekenhuis. Eén keer is het zelfs zover gekomen dat ik in een halfjaar tijd ben afgevallen van 78 naar 37 kilo.” Allerlei artsen
“Ik heb wisselende ervaringen met artsen in ziekenhuizen. Sommigen kijken je niet eens aan en nemen al-
• Een ontsteking kan tijdenlang slui-
meren, om dan plotseling weer op te vlammen.
• Mensen met Crohn zijn vaker moe. Waarom, is onduidelijk, maar niet door voedingsstoffen die niet worden opgenomen door het lichaam.
• De aandoening steekt doorgaans
voor het eerst de kop op bij jongeren tussen de veertien en dertig jaar. In Nederland lijden ongeveer 80.000 mensen aan een inflammatoire darmziekte.
• De onberekenbaarheid van de
ziekte van Crohn maakt het lastig het dagelijks leven te organiseren. Alleen al het veelvuldig wc-bezoek, soms zo’n dertig keer per etmaal, heeft enorme impact.
Monitor
okt/nov 2008
25
genetica erfelijke aanleg
Geregeld in ‘t nieuws: ‘Gen ontdekt.’ Wat kopen we daarvoor? Monitor vroeg twee wetenschappers van Erasmus MC het belang van hun vondst uit te leggen.
T
ientallen wetenschappers van Erasmus MC hebben de afgelopen jaren in medische vakbladen artikelen over hun genetische ontdekkingen gepubliceerd. De vakgroep van prof. Pieters sloeg alles. Die identificeerde een paar jaar geleden in één klap 124 genen met invloed op leukemie (publicatie in New England Journal of Medicine). Dr. Rogier Hintzen en zijn collega’s kregen veel publiciteit over hun ontdekking van een gen in relatie tot MS, de zenuwaandoening multiple sclerose waartegen nog geen afdoend medicijn bestaat (publicatie in Genes and Immunity). Aan beide wetenschappers de vraag: wat is het belang van uw vondst?
Kinderleukemie Prof. Rob Pieters is hoofd Kinderoncologie in Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Hij legt uit: “In ons laboratorium ontwikkelen wij nieuwe behandelingen voor kinderen met kanker. Om dit te kunnen doen, is veel kennis over de genen nodig. Er bestaan allerlei genen die de celdeling controleren en bepalen wanneer een cel moet delen. Genen maken ook uit wanneer een cel zijn tijd gehad heeft en dood moet gaan.” Woekering - “Kankercellen hebben afwijkingen in deze regel-genen. Die afwijkingen leiden tot woekering. Bij kinderen met kanker geneest een groot deel dankzij antikankermedicijnen in combinatie met chemokuren. Zo’n één op de drie kinderen geneest niet omdat hun kankercellen ongevoelig zijn voor de therapie, dus resistent. Of omdat er voor hen nog geen effectieve medicijnen bestaan.” Drie vragen - Onderzoekers van kinderoncologie stellen drie vragen centraal, zegt prof. Pieters: • Welke afwijkingen in welke genen zijn belangrijk voor het ontstaan van verschillende vormen van kanker bij 26
okt/nov 2008
Monitor
Gen ontdekt. En kinderen? • Welke genen zijn verantwoordelijk voor het falen van de chemokuren? • Tegen welke genafwijkingen kunnen gericht nieuwe medicijnen worden ontwikkeld (‘targeted therapy’ of doelgerichte therapie)? Focus leukemie - Prof. Pieters: “Veel van ons onderzoek richt zich op leukemie, de meest voorkomende vorm van kinderkanker. Dankzij het beschikbaar komen van technieken waarmee de activiteit van alle 30.000 genen in één klap kan worden gemeten, heeft ons onderzoek een grote vlucht genomen. Een paar jaar geleden heeft dr. Monique den Boer de genprofielen vergeleken van leukemiecellen van kinderen die óf resistent óf juist gevoelig waren
voor de vier belangrijkste medicijnen van chemokuren. En wat bleek? Er zijn 124 genen waarvan de activiteit samenhing met ongevoeligheid voor die medicijnen. Van 121 van deze genen was nog nooit een verband gelegd met niet-reageren op de behandeling. Deze genen waren dus helemaal nieuw in dit opzicht.” Slaat niet aan - “Onze ontdekking is hoogst belangrijk voor de vraag waarom een voorgeschreven chemokuur bij sommige kinderen niet aanslaat, met als gevolg dat ze overlijden. We werken nu, op basis van de verworven kennis, aan methoden om resistente leukemiecellen gevoelig te maken voor chemotherapie. We proberen de hiervoor verantwoordelijke genen te ‘temmen’.”
Zuigelingen - “Een andere, recente vondst deed dr. Ronald Stam. Hij heeft een overactief gen ontdekt bij zuigelingen met een heel agressieve vorm van leukemie. Remming van dit gen met een nieuw medicijn blijkt in het laboratorium een goede antileukemiewerking te hebben. Binnenkort onderzoeken we hoe dit potentiële medicijn bij zuigelingen met leukemie werkt. Wat goed werkt in het lab, hoeft immers niet aan te slaan in het kinderlichaam. Maar we zijn optimistisch.” Nieuwe soorten - “Hoe kunnen we genprofielen gebruiken bij de behandeling van kinderen met leukemie? Dat zoeken we nu uit. De eerste resultaten van de onderzoeksgroepen van dr. Jules Meijerink en dr. Monique
Tekst: Suzanne Odijk Beeld: Levien Willemse
dat zowel de genen als de omgeving een rol spelen bij MS. Onder ‘de omgeving’ vallen bijvoorbeeld zonlicht, vitamine D, het Epstein-Barrvirus en andere infecties met het herpesvirus. Al dertig jaar is bekend dat het HLAgen-locus de belangrijkste genetische risicofactor vormt.” Kleine bijdrage - “De afdelingen Neurologie, Klinische Genetica en Genetische Epidemiologie van Erasmus MC hebben samen een aantal nieuwe risicogenen geïdentificeerd die elk een kleine bijdrage leveren aan de kans op MS, stuk voor stuk niet meer dan een paar procent. Ik verwacht dat er nog zo’n dertig tot vijftig risicogenen geïdentificeerd zullen worden. Het gaat niet om foutjes in het DNA, maar om variaties in een gen. Die variaties komen voor bij wel dertig tot zeventig procent van de gezonde bevolking.” Opgeteld risico - “Hoewel de kleine bijdrage van één gen weinig betekent voor een individuele patiënt, is het goed mogelijk dat in sommige bevolkingsgroepen een genvariant ineens een sterk effect laat zien. Dat zien we nu al in een genetisch geïsoleerde bevolking. Ook kan blijken dat de verschillende genvarianten met elkaar samenwerken. Samen laten ze de kans op MS sterk stijgen.”
dan? den Boer zijn hoopgevend. Die wijzen op nieuw ontdekte soorten leukemie bij kinderen, gekenmerkt door tot op heden onbekende genafwijkingen. Die afwijkingen voorspellen de kans op genezing. Deze ontdekking kan leiden tot een betere diagnose en het verder aanpassen van de zwaarte van de therapie.”
Multiple sclerose Neuroloog dr. Rogier Hintzen, van centrum ErasMS, licht toe: “Multiple sclerose is een ontstekingsziekte die leidt tot blijvende aantasting van het centraal zenuwstelsel. De oorzaak van MS is complex en bleef lange tijd onbegrepen. Pasgeleden is grote vooruitgang geboekt. Het is nu duidelijk
Invloed omgeving - “Ik verwacht veel van toekomstig onderzoek naar genen en omgeving. Zo kan bijvoorbeeld de ziekte van Pfeiffer de kans op MS met factor twee tot drie verhogen, en misschien in aanwezigheid van een bepaald gen, wel met factor acht. Tot slot zou het aantal beschikbare kopieën van een bepaald gen in de cel wel eens een belangrijke rol kunnen spelen.” Aanval eigen lichaam - “Bij MS is een belangrijke rol weggelegd voor T-cellen die niet meer immunologisch tolerant zijn en daardoor het eigen lichaam aanvallen. Deze zogenaamde ‘doorbraak van tolerantie’ zien we ook bij auto-immuunziekten, zoals reuma. Dat ondersteunt sterk de vaak bekritiseerde gedachte dat MS een auto-immuunziekte is, waarbij het lichaam zich tegen zichzelf keert. Spectaculair genoeg blijken allerlei risicogenen voor MS nu ook te worden aangewezen als risicogenen bij andere auto-immuunziekten.” Tegen hersenweefsel - “De hamvraag blijft voorlopig: waarom wordt bij MS het hersenweefsel aangevallen en bij andere auto-immuunziekten
Rotterdamse genenfabriek Profiel dader: DNA voorspelt regio van afkomst Bepaalde DNA-kenmerken kunnen voorspellen uit welke regio in Europa een onbekende man of vrouw komt, zo hebben onderzoekers van de afdeling Forensische Biologie van Erasmus MC ontdekt. Het gaat om kenmerken die niet met het geslacht hebben te maken. Het was al mogelijk om op basis van DNA mensen te onderscheiden naar het werelddeel waar ze vandaan komen. Een woordvoerder van het Nederlands Forensisch Instituut vindt de ontdekking belangrijk omdat daarmee informatie kan worden vergaard over daders van delicten. Vooral als een zaak vastloopt, kan bepaling van de geografische herkomst van de verdachte van groot belang zijn. Uit: persbericht Erasmus MC, 7 augustus 2008. Tevens publicatie in Current Biology.
Botarmoede: eerste genen osteoporose ontdekt Onderzoekers van Erasmus MC hebben voor het eerst genen gevonden die bepalend zijn voor het ontstaan voor botarmoede (osteoporose). Varianten in de beide genen lieten hele significante verschillen zien tussen mensen in hun botmineraaldichtheid. Deze dichtheid is een van de sterkste risicofactoren voor osteoporotische botbreuken. De zoektocht naar genen die verantwoordelijk zijn voor complexe ziekten als botarmoede verliep tot voor kort stroef. Deze genen zijn moeilijk te vinden omdat het er veel zijn, ze heel verspreid liggen in het genoom (het totale menselijke DNA) en omdat het effect ervan subtiel is. Uit: persbericht Erasmus MC, 29 april 2008. Tevens publicatie in The Lancet.
Kans plotse hartdood tweemaal hoger bij genafwijking Patiënten met een bepaalde genvariant hebben twee keer zoveel kans op plotse hartdood bij het gebruik van het medicijn digoxine als mensen zonder die variant. Dit concluderen onderzoekers van Erasmus MC. Zij pleiten ervoor in de toekomst meer patiënten te controleren op genetische risicofactoren vóórdat bepaalde geneesmiddelen worden voorgeschreven, om levensbedreigende bijwerkingen te voorkomen. De onderzoekers vonden dat dezelfde genetische risicofactor zorgt voor een driemaal grotere kans op psychische bijwerkingen bij het gebruik van het antimalariamiddel mefloquine. Uit: persbericht Erasmus MC, 8 april 2008.
Forensisch onderzoek stap verder met vondst gen oogkleur Onderzoekers van Erasmus MC hebben een gen gevonden dat grote invloed heeft op de oogkleur. Het NFI, Nederlands Forensisch Instituut, dat het onderzoek van de afdeling Forensische Moleculaire Biologie mede mogelijk maakt, is content met het Rotterdamse onderzoek. Hiermee is een belangrijke stap gezet om straks aan de hand van een achtergelaten DNA-spoor een uitspraak te doen over de oogkleur van degene die het spoor heeft achtergelaten, zo stelt het instituut. Uit: persbericht Erasmus MC, 24 januari 2008. Tevens publicatie in American Journal of Human Genetics.
Wereldwijd consortium vindt vijf nieuwe borstkankergenen Een wereldwijde groep van onderzoekers, onder wie wetenschappers van Erasmus MC en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), heeft vijf genen ontdekt die een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker. Varianten in deze genen werden voorheen nog door vrijwel niemand beschouwd als een serieuze kandidaat voor een rol bij het ontstaan van borstkanker. De risico’s zijn per afzonderlijke genvariant laag. Maar een samenspel van meerdere genvarianten bij één individu kan de risico’s verhogen. Uit: persbericht Erasmus MC, 28 mei 2007. Tevens publicatie in Nature.
bijvoorbeeld de alvleesklier (diabetes mellitus) of de gewrichten (reumatoïde artritis)? Ik verwacht dat het antwoord op deze vraag nabij is. Er zijn inmiddels sterke aanwijzingen dat hersenspecifieke genen een rol spelen bij het ontstaan van MS. Deze infor-
matie levert een schat aan informatie om gerichter therapie te ontwikkelen, om te kijken naar factoren die de vooruitzichten van de patiënt beïnvloeden.” n
Monitor
okt/nov 2008
27
Tekst: Suzanne Odijk
Beeld: Levien Willemse
‘Professioneel gedrag’-missie Studenten hoeven niet, zoals in de VS, tijdens de ceremonie spontaan en met tranen in de ogen in het volkslied uit te barsten. Toch zijn de bachelorverklaring en white coat ceremony van Erasmus MC niet zomaar afspraken.
E
rasmus MC gaat in november 2008 voor het eerst een bachelorverklaring afnemen bij de nieuwe lichting van ruim vierhonderd eerstejaars Geneeskunde. ‘Hot news!’, dacht een redacteur van het AD/Rotterdams Dagblad toen ze rector magnificus prof. Steven Lamberts van de Erasmus Universiteit Rotterdam tijdens een officiële bijeenkomst in oktober 2007 hoorde reppen over het op handen zijnde contract. Het gerucht was geboren dat Erasmus MC een middel in handen had om studenten te weren.
drukken. Onze studenten verschillen vaak enorm van elkaar. Dat is maar goed ook: niemand is gebaat bij een nieuwe generatie artsen die in hetzelfde keurslijf past. We willen de diversiteit van de samenleving weerspiegeld zien in de studenten die rondlopen bij Erasmus MC.” De maatschappelijke discussie over werken met gezichtsbedekking heeft daar niets mee van doen, zegt dr. Themmen. Die zet hij weg als het ‘opkloppen van de tijdgeest’. Hoeveel boerka’s zie je nou in het straatbeeld?
Geschikt/ongeschikt
Dr. Themmen: “Als onze studenten in hun vierde jaar beginnen met hun coschappen, vieren we dat vanaf 20092010 met een plechtige white coat ceremony. Amerikaanse medische universiteiten luiden de ‘clerkships’ met veel drama in. Wanneer de studenten daar de Eed van Hippocrates uitspreken, kan de zaal het opwellen van tranen en gezang nauwelijks in bedwang houden. Zo emotioneel zal het hier niet verlopen - we blijven tenslotte Hollanders. Toch heeft ook onze white coat ceremony zeker een symbolische waarde.” De witte jas die de studenten dan officieel aantrekken, compleet met stethoscoop in het borstzakje, laat zien dat ze klaar zijn voor het ‘echie’: het contact met patiënten. Vanaf dan voelen ze zich ‘dokter’.
Dr. Axel Themmen, directeur bachelorfase van Erasmus MC, reageert: “Heel vervelend, zo is de bachelorverklaring nooit bedoeld. Het gaat überhaupt niet om een selectie, zoals de indeling in geschikt/ongeschikt in het wervingsspotje van de Koninklijke Landmacht. Rotterdam is een stad met vele gezichten en culturen, en dat willen we in de opleiding juist bena-
Klaar voor het ‘echie’ De introductie van de bachelorverklaring valt samen met de start van een nieuwe opleidingsstructuur. Erasmus MC ruilt in 2008-2009 het propedeuse-doctoraal-artsexamen in voor bachelor (jaar 1 tot en met 3) en master (jaar 4 tot en met 6). Deze zogeheten ‘BaMa-structuur’ vergemakkelijkt uitwisseling tussen universiteiten in binnen- en buitenland.
28
okt/nov 2008
Monitor
Symbolische waarde
Integer mp3’tje
“Natuurlijk,” zegt dr. Themmen, “geldt een gepaste opstelling niet pas vanaf de white coat ceremony. Een pro-
fessionele houding moet groeien, die komt niet uit de lucht vallen. Daarom is er voorafgaand aan het ‘huwelijk’ sinds het nieuwe studiejaar een ‘verloving’ in het leven geroepen: de bachelorverklaring.” Geen eed, gelofte of ondertekening, wel een deal. Tussen student en onderwijsinstelling. Met opzet gesloten in een statige setting buiten de universiteit - de Arminiuskerk, bij het Museumpark in Rotterdam -, in aanwezigheid van decaan prof. Huibert Pols.
Erasmus MC gaat goede houding arts bevestigen met plechtige verklaring
In de twaalf studieweken voorafgaand aan de ceremonie zijn de eerstejaars ‘opgewarmd’ met colleges over integriteit door hoogleraar gezondheidsethiek prof. Inez de Beaufort. Plus de opdracht vorm te geven hoe zij zichzelf als dokter zien. In woord, kunst of een mp3’tje. Op het hart gedrukt
Een van de verse bachelors leest in de Arminiuskerk de verklaring voor, om zijn of haar studiegenoten op het hart te drukken dat ‘Erasmus MC een professionele artsopleiding biedt, overeenkomstig de eisen die de maatschappij aan de artsopleiding stelt’. En dat de studenten zich van hun kant ‘open en behulpzaam opstellen, gericht zijn op samenwerking en eerlijk, respectvol en zorgvuldig zijn.’ Tot slot houden ze ‘rekening met de achtergronden en gevoelens van iedereen met wie ze binnen de opleiding een professionele relatie onderhouden’. Een afspraak waarop ‘studenten en
BACHELORVERKLARING
OPLEIDING GENEESKUNDE
docenten elkaar moeten kunnen aanspreken’, zo heet het. Voor wat hoort wat
Klinkt wel erg logisch, een ‘open, behulpzame houding’. Vanzelfsprekend toch, als je ervoor kiest arts te worden? Dr. Themmen: “Tja, een onvoldoende voor biochemie is duidelijk, maar hoe maak je een onvoldoende voor ‘professionaliteit’ in het curriculum zichtbaar? Daar worstelen alle UMC’s mee. Het is Rotterdams om te kiezen voor een praktische aanpak. Door de gewenste houding letterlijk te benoemen tijdens een plechtige ceremonie, willen we haar minder vrijblijvend maken. Want: als je je vanaf het begin
van je studie Geneeskunde bewust bent van wat het inhoudt een goede arts te zijn, kost het minder moeite. Het gaat om een maatschappelijke verantwoordelijkheid, die de artsenin-wording en het opleidingsinstituut van Erasmus MC samen dragen.” Duurste opleiding
Dr. Themmen vat de bachelorsverklaring enthousiast samen. “Erasmus MC biedt het programma en de middelen om een goede arts worden. Pak die kans. Doe mee. Wees de beste student die je kunt zijn. Geneeskunde is de duurste opleiding van allemaal, laten we er met z’n allen het beste uit halen.” n
Red Bull in de tas, graag Kennis en kunde zijn een must voor een goede dokter. Een professionele arts onderscheidt zich daarnaast door integriteit en goede communicatie, zowel met patiënten als met collega’s. In de lessen Communicatie en Attitude, die verplicht zijn, leren studenten in kleine groepen een anamnese af te nemen, inclusief gespreks- en luistervaardigheid. Door samen medische onderwerpen te bespreken trainen ze zich erin tot een mening en visie te komen. Zo passeren ook slechtnieuwsgesprekken en medische dilemma’s als euthanasie de revue. Nuttige beroepstips Studenten krijgen nuttige tips voor de medische beroepspraktijk; adviezen die niet voor iedereen vanzelfsprekend zijn. Bijvoorbeeld: iemand ter kennismaking een hand geven, elkaar in de ogen kijken, niet constant in het patiëntendossier of naar het beeldscherm turen, niet met een zwaar accent spreken, met de patiënt overleggen, de patiënt geen orders geven, niet voor de patiënt uit een sprintje trekken naar de onderzoekskamer. Kinderartsen leren onder meer het kind zélf aan te spreken als het oud genoeg is, en niet over diens hoofd met de ouders te communiceren. Houding bepalen Artsen kunnen als medisch professional zelf hun houding invullen. Zo kunnen ze er bijvoorbeeld voor kiezen te gaan zitten als ze praten met een patiënt in bed. Om duidelijk aan te geven geen haast te hebben en tijd nemen voor het gesprek. Bovendien schept het oogcontact op gelijke hoogte intimiteit en vertrouwen. Goed en fout Voorbeelden van de regels en richtlijnen voor de bachelors en masters Geneeskunde: Beseffen dat je al vanaf het begin van de studie geheimhouding moet betrachten; voor hetzelfde geld betreft een sappig verhaal of scherpe grap over een demonstratiepatiënt in de collegezaal een bekende van iemand in de kroeg. Het gaat erom dat aankomend artsen uit zichzelf begrijpen dat een respectvolle omgang met de patiënt vanzelfsprekend is. Als je meeloopt in een ziekenhuis of andere zorginstelling: geen zichtbare piercings in het gelaat of overdadige make-up, geen kater, geen naveltruitje of shorts. Kortom, gepaste professionele artsenkleding en -gedrag. Niet met een blikje Red Bull in de hand of verhullende gezichtsbedekking een vraag stellen bij een patiënt voorin de zaal. Toegestaan: baarden en snorren; net als keppeltjes en hoofddoeken (wel volledig schone exemplaren in de operatiekamer). Lichamelijk onderzoek oefen je op je medestudenten. Niemand uitgezonderd, óók op de andere sekse.
•
• • • • September 2008: het allereerste college voor eerstejaars Geneeskunde. Docenten lichten toe wat professioneel gedrag voor een arts inhoudt
Meer informatie op internet: www.erasmusmc.nl/onderwijs
Monitor
okt/nov 2008
29
REAGEERBUIS Tekst: Joop van de Leemput
Dr. Casper Hoogenraad (35, geboren in Delft) is drie jaar geleden door de European Science Foundation aangemerkt als ‘toekomstig wereldleider’ op het gebied van de hersenwetenschap. Hij wil tot in detail achterhalen hoe de mens in staat is dingen te leren en onthouden. In 2004 won dr. Hoogenraad de NWO-beurs Vidi, voor onderzoek naar defecten in motoreiwitten die leer- en geheugen problemen kunnen veroorzaken.
“Hersencellen rat lijken verbazingwekkend veel op die van de mens”
Beeld: Levien Willemse
Dr. Casper Hoogenraad lijk, want deze cellen sterven snel buiten het lichaam, zeker onder een microscoop als er licht op schijnt. Met die gekweekte neuronen doen we nu allerlei proeven. Fantastisch: we zien hersencellen op een schaaltje in werking!” Welke recente kwestie trof u zeer? “Mij treft veel, ik ben eigenlijk elke dag verbaasd... Een van de belangrijkste eiwitten die betrokken zijn bij het leren, zijn glutamaatreceptoren. Sommige wetenschappers menen zelfs dat alles in de hersenen draait om deze receptoren. Mensen denken: we weten toch al alles van de hersenen? De centra voor spraak, geur, motoriek, herinnering zijn toch bekend? In werkelijkheid weten we niet wat er op celniveau gebeurt. En evenmin waarom processen daar misgaan, zoals bij dementie. Er is volop onderzoek naar ziekten die de hersenen aantasten, bijvoorbeeld Alzheimer, ALS en Huntington, maar er zijn geen medicijnen omdat het onderliggende proces onbekend is. Met ons onderzoek proberen we dat fundament te leggen.”
Hoe bent u in uw vakgebied beland? “Als kind al vond ik het fantastisch om proefjes te doen met zo’n doos laboratoriumspulletjes. Ik heb chemie gestudeerd, op de Hogere Laboratorium Opleidingen en daarna biologie aan de universiteit. Mijn fascinatie ligt bij neuronen, dat zijn hersencellen. Ik wil weten wat zich allemaal in zo’n cel afspeelt, en begrijpen hoe wij als mensen in staat zijn te leren.” U bent uitgeroepen tot ‘toekomstig wereldleider’ op uw vakgebied. Gaat u dit waarmaken? (Lacht): “De benaming zegt me niet zo veel, maar met de 1,2 miljoen euro die
30
okt/nov 2008
Monitor
ik kreeg, was ik enorm blij. Dat is voor een wetenschapper echt veel geld, evenveel als een Nobelprijswinnaar ontvangt. Ik mocht het budget overal aan besteden. Ruim 400.000 euro heb ik uitgegeven aan losse componenten waarmee mijn collega’s Ilja Grigoriev en Lukas Kapitein een hele snelle TIRF Widefieldmicroscoop hebben gebouwd. Daarmee kun je zien wat zich afspeelt in levende hersencellen.” “Met alle respect: een levercel is een levercel. Die zien er allemaal hetzelfde uit. Neuronen niet. Wij onderzoeken waarom ze zo verschillend zijn en hoe ze werken. We zijn erin geslaagd hersencellen te kweken, van een rat. Dat is echt moei-
Van welke beslissing heeft u spijt? “Nergens van. Moeilijk was mijn besluit te verhuizen van het MIT (Massachusetts Institute of Technology) in de VS naar Nederland. De afdeling van prof. Morgan Sheng waar ik werkte, behoort tot de wereldtop op het gebied van geheugenonderzoek, ook dankzij de vele fondsen. Maar inmiddels is de financiering van de wetenschap daar erg verslechterd. Amerikaanse onderzoekers wijten dat mede aan de oorlog in Irak. Er is geen geld meer voor wetenschap.” “Mensen hebben werkelijk geen idee hoe wetenschappers aan hun budget komen. Dat merk ik wel eens uit gesprekken met ouders, als ik zaterdag langs de zijlijn sta, bij het voetbal van mijn zoontje. Wetenschappers zijn een soort ondernemers geworden. Overal heerst competitie bij het binnenhalen van budget en het publiceren van onderzoeksresultaten.” Welke eigenschap die u mist, bewondert u in collega’s? “Het vermogen om te focussen, om je te concentreren op één aspect. Er bestaan wetenschappers die zich jarenlang volledig richten op een specifiek eiwit of proces in de hersenen. Ik ben breed geïnteresseerd en geneigd aan verschillende onderzoeken tegelijk te werken.” n
agenda
congressen • oraties • promoties
Door: Gea Verbaan,
[email protected]
colofon Monitor is het tijdschrijft voor externe relaties van Erasmus MC. Oplage: 11.000 exemplaren. Abonnementen: kosteloos voor externe relaties
[email protected] Adres: Erasmus MC, Afd. Communicatie, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam, Telefoonnummer: 010-7035090,
[email protected] Redactie: Pieter van Dam (hoofdredactie a.i.), Joop van de Leemput (eindredactie), Gert-Jan van den Bemd, Souad Zgaoui Aan dit nummer werkten mee: Cindy Juinen, Suzanne Odijk, Erwin Sijtsma, Hélène Slinkert, Gea Verbaan, Helen van Vliet, Fotografie: Levien Willemse Art-direction: Ditems Media BV. Bert van der Ryd, Kim Brinkkemper Drukwerkcoördinatie: Baillien & Maris, Hasselt (België)
Lof der Geneeskunst
Erasmus MC-lezing over medische wetenschap en mensen
Vrijdag 3 oktober 2008, 14.30 uur, de Doelen Rotterdam
Virussen Vogelvrij is de dreiging te beteugelen?
Twee inspirerende lezingen over het voorspellen, vaststellen én beheersen van uitbraken van
infectieziekten. Door Sir Roy Anderson, hoogleraar Infectieziekten Epidemiologie aan het Imperial College London en Ab Osterhaus, hoogleraar Virologie Erasmus MC. De lezingen worden
afgewisseld met een cultureel programma.
il: n nog per e-ma Aanmelden ka c.nl sm mu as er unst@ lofdergeneesk Aanmelden en informatie: 0-703 40 15 bel 01 Ofmeer
www.erasmusmc.nl/lofdergeneeskunst of mail naar
[email protected]
Voor actuele gegevens: zie de website van Erasmus MC, www.erasmusmc.nl. Klik op ‘actueel’ en ‘agenda’. Tenzij anders vermeld, vinden promoties plaats in collegezaal 7 van Erasmus MC, het faculteitsgebouw. De ingang ligt aan het Dr. Molewaterplein, Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. 2 OKTOBER n Oratie prof. dr. Charles Boucher. Titel: “Antivirale therapie: einde van het begin of begin van het einde”. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, Forumzaal. n Afdeling Genetica organiseert lezing: “Genetic and epigenetic cues triggering cell differentiation in the nervous system”. Spreker: Angela Giangrande. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, ruimte Ee 626. Informatie: Jasperina Erades, telefoon 010-7043199 of
[email protected] 2–3 OKTOBER n Molecular Medicine Postgraduate School organiseert: “3rd Symposium and Master Classes on Mucosal Immunology”. Doelgroep: medische promovendi, postdocs en senior scientists, maar ook andere geïnteresseerden. Locatie: WTC, Beurs (Rotterdam), en Erasmus MC. Informatie: www.molmed.nl 3 OKTOBER n Erasmus MC-lezing over medische wetenschap en mensen. Derde editie van Lof der Geneeskunst. Thema: “Virussen vogelvrij; is de dreiging te beteugelen?” Sprekers: prof. sir Roy Anderson, hoogleraar Infectieziekten Epidemiologie aan het Imperial College Londen en prof. Ab Osterhaus, hoogleraar Virologie, Erasmus MC. Zij zullen vanuit hun eigen invalshoek ingaan over het voorspellen, vaststellen én beheersten van uitbraken van infectieziekten, zoals aids, Gekke Koeienziekte, SARS, mond- en klauwzeer, influenza en chikungunya. Codarts, Hogeschool voor de Kunsten verzorgt drie optredens in het programma. Ontvangst 13.00 uur. Aanvang programma 14.30 uur. Borrel vanaf 16.15 uur. Locatie: De Doelen, grote zaal. Uitgenodigd zijn relaties uit de Nederlandse en Rotterdamse politiek, academie, gezondheidszorg en bedrijfsleven, alumni, emeriti, oud-promovendi, medewerkers en studenten van het Erasmus MC. Voor last minute-aanmelding:
[email protected] of bel 010-703 40 15. n Congres Zorgpodium: “Lef en liefde in de zorg: inspireren en presteren in de praktijk”. Doelgroep: zorgverleners, leidinggevenden en staffunctionarissen in alle sectoren van de gezondheidszorg, overheden, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties, kennisinstituten en adviesbureaus. Locatie: De Doelen, Rotterdam. Informatie en aanmeldingen: Marie Louise Bot, telefoon: 010-704 3881. Of mail
[email protected]
n Afdeling Epidemiologie & Biostatistiek organiseert Engelstalige lunchmeeting: “To be announced”. Spreker: Arfan Ikram, Department of Epidemiology, Erasmus MC. Tijdstip: 12.00-13.00. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, ruimte Ee 21-69. Doelgroep: onderzoekers en studenten. Informatie:
[email protected] 6 OKTOBER n Department of Neuroscience organiseert seminar: “Cerebellar versus cerebral contributions to locomoter adaptation”. Spreker: Amy Bastian. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, colloquiumzaal. Informatie: www.neuro.nl n Afdeling Epidemiologie & Biostatistiek organiseert seminar: “Recent developments in AMD research: A revolution in Ophthalmology”. Spreker: Dr. Hans Vingerling, department of Epidemiology and department of Opthalmology, Erasmus MC. Tijdstip: 12.00 -13.00. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, ruimte Ee 21-69. Doelgroep: onderzoekers en studenten. Spreektaal: Engels. Informatie:
[email protected]
7 OKTOBER Laurenslezing: “Sleutelen aan de bouwstenen van het leven.” Locatie Laurenskerk, Grote Kerkplein 15, Rotterdam. Aanvang 19.30 uur. Toegang gratis. Medewerking van onder meer prof. Piet Borst, prof. Oscar Kuipers, Ir. Rinie van Est. Toelichting: als leven wordt gezien als een onbezielde kettingreactie van chemische processen, dan zou er ook leven gemaakt kunnen worden. Tenminste, dat is het revolutionaire oogmerk van de synthetische biologie: knutsel zodanig met DNA, artificiële bacteriën en schimmels, dat er betere en zelfs nieuwe vormen van kunstmatig leven ontstaan. Discussie over de mogelijkheden en risico’s, met muziek van het Doelenensemble. Predikant Taco Noorman, van de Laurenskerk, sluit de avond af met een fraai citaat. Zie ook: www.science4you.nl en ww.eur.nl/studium 8 OKTOBER n Promotie: C. Kamphuis. Titel proefschrift: “Explaining socioeconomic inequalities in health behaviours - the role of environmental factors”. Tijdstip: 9.45 uur. n Promotie: O.C. Manintveld. Titel proefschrift: “Protection against myocardial ischemia and reperfusion: “Preconditioning, postconditioning and hibernation”. Tijdstip: 11.45 uur. n Promotie: M. Emonts. Titel proefschrift: “Polymorphisms in immune response genes in infectious diseases and autoimmune diseases”. Tijdstip: 13.45 uur. n Promotie: J.G.M. Hofhuis. Titel proefschrift: “Health related quality of life in critically ill patients”. Tijdstip: 15.45 uur. 10 OKTOBER n Oratie van prof. E. C. Zwarthoff. Titel: “DNA: stabiel en veranderlijk”. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, Forumzaal. 13–17 OKTOBER n Molecular Medicine Postgraduate School organiseert: “Biomedische Onderzoekstechnieken VII”. Doelgroep: medische promovendi, maar ook andere geïnteresseerden. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, 3e etage Ae 3.27. Informatie: www.molmed.nl 15 OKTOBER n Promotie: R.F.J. Schop. Titel proefschrift: “Studies on the genetic characterization of Waldenström macroglobulinemia”. Tijdstip: 13.45 uur. n Promotie: J.C.M. Vulto. Titel proefschrift: “Variation in the Use of Radiotherapy for cancer patients. Population-based studies in the South of the Netherlands”. Tijdstip: 15.45 uur. n Promotie: H. Pirnejad. Titel proefschrift: “Communication in Healtcare: Opportunities for information technology and concerns for patient safety”. Tijdstip: 9.45 uur. 16 OKTOBER n Promotie: J.A. de Pooter. Titel proefschrift: “Plan optimization for stereotactic radiotherapy”. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, Forumzaal. n Promotie: A. Wierdsma. Titel proefschrift: “Follow-up after involuntary mental healthcare, who cares? Emergency compulsory admission and continuity of care in Rotterdam, the Netherlands”. Tijdstip: 11.00 uur. Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, Forumzaal. 17 OKTOBER n Promotie: F. Wesseldijk. Titel proefschrift: “Inflammatory soup: mediators of inflammation in CRPS”. Tijdstip: 13.30 uur. Locatie: Erasmus Universiteit Rotterdam, Forumzaal. n Nederlandse Obesitas Vereniging organiseert congres: “Kwaliteit van leven: toekomstverkenning”. Tijdstip: 9.00-18.00 uur. Plaats: CongresHotel De Werelt, Westhofflaan 2, Lunteren. Informatie en aanmelding: 09009988998 of mail
[email protected]. Zie internet: www.obesitasvereniging.nl/kvl
20 OKTOBER n Afdeling Hematologie organiseert seminar: “Linking defective ribosomes to cancer”. Spreker: Alan Warren, MRC Laboratory of Molecular Biology, Cambridge, United Kingdom. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, afdeling Hematologie, Kamer Ee 1318. Informatie: Dr. Ruud Delwel, telefoon: 010-7043843/
[email protected], Ans Mannens, telefoon: 010-7043756 of mail
[email protected], www.erasmusmc.nl/hematology 22 OKTOBER n Promotie: W.G.M. Janssen. Titel proefschrift: “The Sit-to-Stand Movement, recovery after stroke and objective assessment”. Tijdstip: 9.45 uur. n Promotie: M.L. Maxey Self. Titel proefschrift: “Karakterisering van de functionele rol van Six2 tijdens de ontwikkeling van de nier en de maag”. Tijdstip: 13.45 uur. n Promotie: C. Dinant. Titel proefschrift: “A microscopic study of the DNA damage response”. Tijdstip: 15.45 uur. 24 OKTOBER n Oratie van prof. G.T.J. van der Horst. Titel: ”Alles heeft zijn tijd”. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Oxfordzaal, Erasmus Universiteit Rotterdam. 27–31 OKTOBER n Molecular Medicine Postgraduate School organiseert cursus: “In Vivo Imaging: From molecule to organism”. Doelgroep: medische promovendi, maar ook andere geïnteresseerden. Locatie: Erasmus MC faculteitsgebouw, 4e etage Ae 4.06. Informatie: www.molmed.nl 27 OKTOBER Wetenschapscafé: “Kraak de code: De genetica van aangeboren afwijking en gebrek”. Spreker: Alice S. Brooks, Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Tijdstip: 19.30 uur. Toegang gratis. Locatie: DikT (bij de bibliotheek), Hoogstraat 110, Rotterdam. Informatie: www.science4you.nl. Dr. Alice S. Brooks is consulent klinische genetica in Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis en onderzoekt de genetische achtergronden van aangeboren afwijkingen en de gevolgen van die kennis voor kind en ouders.
29 OKTOBER n Promotie: F. Pugliese. Titel proefschrift: “Multislice Computed Tomography of the Coronary Arteries”. Tijdstip: 9.45 uur. n Promotie: S.H. Ramcharitas. Titel proefschrift: “Magnetic Navigation in Percutaneous Coronary and Non-Coronary Interventions”. Tijdstip: 11.45 uur. n Promotie: E.W.P. Bakker. Titel proefschrift: “Spinal Mechanical Load. A risk factor for nonspecific low back pain?” Tijdstip: 13.45 uur. n Promotie: T. Cohen-Overbeek. “Detection of Congenital Anomalies Before or After Birth; Does it Make a Difference”? Tijdstip: 15.45 uur. 30 OKTOBER n Afdeling Genetica organiseert lezing: “Molecular and genetic approaches to improve the drug development process and to understand gene/environment interactions”. Spreker: Roland Wolf. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Erasmus MC, faculteitsgebouw, ruimte Ee 626. Informatie: Jasperina Erades, tel. 010-7043199 of mail
[email protected] 30–31 OKTOBER n Congresbureau organiseert: huisartsencursus: “Ontwikkelingen in de Geneeskunde”. Doelgroep: huisartsen (in opleiding) en andere belangstellenden. Locatie: De Doelen, Rotterdam. Informatie: Marie Louise Bot, 010-7043881 of mail
[email protected]. Zie ook www.hetcongresbureau.nl 31 OKTOBER n Oratie van prof. M.C.J.M. Sturkenboom. Titel: “The challenges of recycled health care data”. Tijdstip: 16.00 uur. Locatie: Oxfordzaal, Erasmus Universiteit Rotterdam.
Monitor
okt/nov 2008
31
'EVENßVOORßLEVEN
'IROß 6ANßJEßVRIENDENß MOETßJEßHETßHEBBENß
WWWERASMUSMCVRIENDENNL