Geestelijke vorming, vernieuwing & missionaire gemeenteopbouw
Jaargang 13 | Nummer 1 | Prijs e 2,25
1
Voorjaar 2009
Materiaal voor 13 weken geloofsopbouw
Leven met hoop en verwachting
Van de redactie
Suggesties voor gespreksgroepen op basis van vier ontmoetingen Realistische hoop Hoop vasthouden te midden van moeite en depressie vraagt volharding en vertrouwen in de opstandingskracht en troostende nabijheid van Jezus. Hij is trouw en laat niet alleen. Zie pag. 40 t/m 55.
Zonder hoop geen verwachting
Wachten en verwachten
Leven met hoop en zingeving heeft alles met het kennen van Jezus Christus te maken. Hij wil richting en verandering geven met zicht op onze betekenis nu en de belofte van Gods koninkrijk. Zie pag. 4 t/m 24.
Een spanningsveld tussen wachten en verwachten is niet te voorkomen. Welke betekenis hebben dan Gods beloften en hoe kan dit ons inspireren en vertrouwen blijven geven? Zie pag. 26 t/m 39.
Bouwstenen van hoop Hoopvol leven omvat veel: volhardend gebed voor anderen, Gods Woord en beloften vasthouden, en zorgzaam en betrokken met anderen omgaan. Zie pag. 56 t/m 72.
Leven met hoop en verwachting Leven met hoop en verwachting is van invloed op ons dagelijks leven. Het zal ons doen en laten motiveren en richting geven. Ook bepaalt het onze keuzes, prioriteiten en bijvoorbeeld onze geldbesteding. Juist in onze tijd, met zijn morele en maatschappelijke vragen, is perspectief op hoop en verwachting van het grootste belang.
nadenken, maar ook tot doordenking van eigen verantwoordelijkheid en mogelijkheden. De vraag is of we dragers van hoop willen zijn, of we door Gods Geest gebruikt willen worden in onze eigen omgeving, relaties, gemeente en werkkring.
De artikelen en het 90-dagen-dagboek in dit themanummer prikkelen niet alleen tot
“Erken Christus als Heer en eer hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid u te verantwoorden” (1 Petrus 3:15).
Inhoudsopgave 4 Hoop putten bij Jezus Ds. Roger Dragstra
10 Zin in vandaag?
Drs. Nico van der Voet
16 Dragers van hoop Marleen Ramaker
22 God blijft trouw aan zijn schepping
Ds. L.M. Vreugdenhil
26 Kunnen wachten op God Ds. Dick Langhenkel
30 De invloed van onze gebeden Jerry Sittser
2
34 Omdat de hemel echt bestaat, hebben wij hoop Dr. Billy Graham
40 Van wanhoop naar hoop
62 Leven uit Gods beloften Ds. Harmen van Wijnen
68 Zorg voor elkaar
Tim Stafford / dr. Hans Borst
Marij van den Heuvel
Verder in dit nummer:
46 De geboorte van hoop
74 Bouwen met Bestek
52 Pijn en lijden hebben niet het
82 Voor elke dag
Paul E. Miller
laatste woord
Drs. Aad Kamsteeg
56 Bidden voor mensen die een andere weg zijn opgegaan Drs. Yme Horjus
Ds. Marius Noorloos
90-dagen-dagboek
Leven met hoop en verwachting
Groei verschijnt viermaal per jaar en wordt uitgegeven door Stichting The Media Alliance in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum. Abonnementsbijdrage naar draagkracht. Richtbedrag d 13,75 per jaar. Doelstelling Christenen dienen in de groei van het persoonlijk geestelijk leven, gericht op een actieve betrokkenheid bij de eigen plaatselijke kerkelijke gemeente en een getuigende levensstijl.
3
Geloof en emoties Ds. Roger Dragstra Als ik onze kinderen ophaal van school, dan staan er vaak al een aantal ouders te wachten op het plein. Sommigen staan bij elkaar. Ze kletsen en lachen in hun vaste groepje. Anderen staan alleen en wachten rustig op wat komen gaat. Soms merk ik dat iemand het contact wat mijdt. Het is opvallend hoe je dat aanvoelt. Zo iemand is niet uit op een praatje.
D
at is meteen een treffende omschrijving van de Samaritaanse vrouw in Johannes 4. Ze is niet uit op een praatje. Ze put midden op de dag, in de volle zon, water. Zo kan ze het contact met haar dorpsgenoten mijden. Voor haar even geen gezellig geklets bij de put om de laatste nieuwtjes uit te wisselen. Sterker nog, in al die jaren is ze waarschijnlijk zelf het onderwerp geworden van de roddelpraatjes. Zij is het nieuwtje bij de put. Ze bedankt ervoor om daartussen te staan. Ze trekt zich terug en gaat haar eigen weg.
Hoop putten bij Jezus
4
Deze middag loopt het allemaal anders. De stilte bij put wordt doorbroken. Natuurlijk had ze de man al zien zitten, maar dat deze Joodse man háár om water vraagt, dat had ze niet verwacht. Jezus’ vraag om water beantwoordt ze met een tegenvraag: “Waarom vraagt u dat aan mij?” De vraag lijkt logisch als je je verplaatst in de situatie bij die put. Het hoorde in die tijd niet zo dat een Joodse man op straat een vrouw aansprak. En dan ook nog een Jood die een Samaritaanse aanspreekt, dat kan niet. Vanuit oude wortels liggen die twee volken elkaar helemaal niet. Daardoor kijken de Joden neer op de Samaritanen. Tegen deze achtergrond van het alleen en stil water willen putten en de gebruiken en regels van die tijd, vraagt
Jezus deze vrouw om hulp. Iemand heeft háár nodig. Jezus maakt zich afhankelijk van haar hulp. Er ligt nu al een uitdagende spanning in de ontmoeting. Wat gaat er gebeuren?
Oppervlakte van het leven Als het gesprek verdergaat, krijgt de ontmoeting nog een extra lading. Jezus laat het niet bij zijn eigen dorst, maar brengt het gesprek op de dorst van de Samaritaanse. Als je eens wist wie Ik ben en hoe dorstlessend mijn water is! De reactie van de vrouw is veelzeggend. Als ze antwoordt met de woorden ‘u hebt geen emmer en de put is diep’, hoor ik daar
Tegen deze achtergrond van het alleen en stil water willen putten en de gebruiken en regels van die tijd, vraagt Jezus deze vrouw om hulp
haar leven in doorklinken. Ze heeft wel oog voor de diepte van put, maar mist de diepte van de woorden van Jezus. Het levende water roept niets van herkenning bij haar op1. Er borrelt door die woorden
1 Het beeld van ‘Levend water’ wordt in Jeremia 2:13 en 17:13 toegepast op God. In het judaïsme werd het toegepast op de wet: Zoals water het leven voor de wereld is, zo zijn de woorden van de Thora leven voor de wereld. Het beeld van levend water is in Jesaja 44:3 een beeld van de heilige Geest. Johannes schrijft in Johannes 6:35: “Ik ben het brood dat leven geeft”, zei Jezus. “Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.” Jezus biedt de vrouw niet iets van buiten zichzelf aan, maar Hij geeft zichzelf aan deze vrouw.
5
Geloof en emoties
van Jezus geen verwachting van hoop en herstel bij haar op. Voor haar zijn het geen woorden van de Messias, maar van een man die zijn woorden toch niet kan waarmaken.
De dorst die Jezus in het leven van de Samaritaanse ziet, is een dorst die Hij kan lessen.
Het wordt langzaamaan duidelijk hoe deze Samaritaanse vrouw in het leven staat. Zowel in het dagelijkse contact als in haar geloof is ze terechtgekomen aan de oppervlakte van haar leven. Liever geen praatjes, geen vragen. Ze wil ervan af zijn om elke dag weer geconfronteerd te worden met zichzelf en hoe anderen over haar denken. Geef dat water maar. Ook al weet ik niet hoe het er komt, geef me dat water maar! Is dat herkenbaar? Het leven van deze Samaritaanse is een leven dat gebroken is. Besproken en afgekeurd door de mensen om haar heen. Het is ook een leven waarin Jezus een grote dorst ziet. Het is voor Jezus geen reden om haar aan de kant te schuiven als een hopeloos leven. De dorst die Jezus in dit leven ziet, is een dorst die Hij, Christus, kan lessen. Daarom gaat Jezus nog een stap verder in de ontmoeting: Hij nodigt de vrouw uit om samen met Hem terug te gaan naar de diepte van haar leven. Hij vraagt de vrouw haar man te halen. Met die vraag, keert het gesprek. Er lijkt iets in deze vrouw te breken. Samen met Jezus is ze bij het grote geheim van haar leven aangekomen: ik heb geen man.
6
Dit moment siddert van spanning. Voel je het? Als de vrouw het gezegd heeft, hoe zal dan Jezus reageren? Net als de dorpsgenoten? Afwijzend? Zal Hij haar te kijk zetten? Uitschelden? Weglopen? Nee, Jezus reageert, zoals we zo vaak bij Hem zien, zo heel anders dan mensen reageren. Hij blijft staan! Wie was de laatste die hoorde van het grote geheim van deze vrouw? Bleef diegene staan? Ik kan me voorstellen dat deze vrouw gewend was dat mensen wegliepen. Wat moet het een verademing geweest zijn dat Jezus bleef staan. In het ‘bij haar blijven’ maakt Jezus een geweldig statement. Hier zie je de diepte van Christus. Hij zoekt wie afgedwaald is. Hij heelt de gebrokene van hart. Of zoals Jezus het zelf tegen de discipelen zegt: “Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die mij gezonden heeft” (Johannes 4:34). Als we zien wat Jezus hier doet, staan we oog in oog met wat God wil.
tus openbaart die liefde. Dit is Immanuël: God met ons2.
Komende Messias
Opnieuw maakt het gesprek een wending. De Samaritaanse laat haar kruik staan. Ze loopt weg bij wat haar net nog zo bezighield: ‘Hoe gaat die man water putten?’. Ze loopt naar Sichar, naar haar dorpsgenoten die ze eerst wilde mijden. Ze loopt Sichar in. Zij heeft een nieuwtje. Geen roddel of kletspraat, maar Goed Nieuws: “Er is iemand die alles van me weet, zou dat niet de Messias zijn?” En uit deze vrouw stroomt leven water. Mensen uit haar dorp komen door haar tot geloof in Jezus de Christus.
De vrouw herkent in Jezus een profeet. Een man die ziet hoe de zaken er in Gods ogen voor staan. Een man die woorden van God spreekt. Ze stelt nog even de vraag over de juiste plaats van aanbidding. Ze durft als Samaritaanse aan deze Joodse man de oude twist voor te leggen. Maar als Jezus antwoordt, spreekt Hij haar hart en haar relatie met de Schepper en Herschepper aan. Dan breekt de Messias verwachting bij deze Samaritaanse vrouw door: “Ik weet wel dat de Messias zal komen, Hij zal ons alles vertellen”. En dan die eenvoudige maar o zo rake woorden van Jezus: Ik ben het! Mijn hart gaat sneller kloppen als ik Jezus zo zie. Hij kent het leven van jou en van mij. Hij blijft. Bij Hem is je leven niet hopeloos. Jezus gaat met jou verder. Hierin wordt de liefde van God zichtbaar. Chris-
Zo gaat dat als je Jezus ontmoet. Je kunt het nog oppervlakkig houden. Je kunt ingaan op de praktische kant van wat Hij zegt. Maar uiteindelijk zijn het uitvluchten. Pogingen om weg te blijven uit de diepte. Misschien heb je er goede redenen voor omdat je zelf pijnplekken hebt opgelopen. Omdat je onderwerp geworden bent van alle nieuwtjes en kletspraatjes. Dan is de kijk van Jezus op jou verfrissend. Jij bent iemand met dorst. Hoewel je dagelijks water put, blijf je dorstig. In deze ontmoeting put de Samaritaanse vrouw niet alleen water (als dat er door het gesprek nog van gekomen is) maar deze vrouw put ook het levende water in Jezus. Ze ontdekt dat je hoop kunt putten bij Jezus.
En ik dan? Jij dan?Als mensen je afgewezen hebben, als je de hoop misschien al opgegeven hebt, komt Jezus bij je staan. Hij opent het gesprek met jou. Hoe Hij dat doet? Hij doet het door de woorden van het Evangelie heen. Ga jij erop in? Uiteindelijk voert de ontmoeting die Jezus met jou wil hebben naar de diepte van jouw
leven. Bedenk dan dat de zachtmoedige, de nederige van hart, de wonderbare Raadsman, de Vredevorst bij jou komt. Dat kan nu gebeuren als je dit leest. Misschien is Hij nog onderweg en zul je merken dat Hij je later aanspreekt. En als Hij dat doet, dan wil Hij zichzelf geven aan jou. Hij is het levende water. Het gaat om Jezus. We zijn even samen opgelopen. Jij lezend en ik schrijvend. Zo meteen gaan de alledaagse dingen weer verder. Maar voordat je verdergaat wil ik je vragen om dit boekje even weg te leggen. Als je de Bijbel nog niet gepakt heb, doe dat dan nu. Gebruik de vertaling die je altijd leest en zoek Johannes 4 op. Ik wil je uitnodigen om in de komende minuten de volgende stappen te zetten.
Uiteindelijk voert de ontmoeting die Jezus met jou wil hebben naar de diepte van jouw leven.
Bid dat het Woord in je door mag dringen en dat de heilige Geest het Woord van de Heer zal toepassen in je leven. Lees de tekst twee keer (waarvan een keer hardop, als dat kan). Laat het verloop van de ontmoeting even op je inwerken. Stel je voor dat Jezus jou nu aanspreekt. Dat Hij jou meeneemt naar de diepte van jouw leven. Jouw grote geheim komt bij Jezus ter sprake. Hoe zou je het vinden dat Hij je vraagt het te vertellen? Hoe vind je zijn reactie dat Hij bij jou blijft staan? Wat betekenen de woorden ‘Ik ben het’ voor jou? Zijn er andere ge-
2 Immanuël is een van de namen van Jezus. Je kunt erover lezen in Matteüs 1:23. Je leest nog meer over de namen van Jezus in Jesaja 9:5-6. Dat zijn ook meteen karakterbeschrijvingen en taakbeschrijvingen, zodat je meer ziet van hoe Jezus is.
7
Boeksignalement dachten, los van de vragen, die God je duidelijk maakt? Als je dat een paar minuten op je in hebt laten werken, noteer dan wat deze woorden jou duidelijk maken en dank de Here dat je bij Hem hoop mag putten en dat Hij zichzelf aan jou geeft. Het is mijn gebed dat jij een bron van levend water mag zijn voor anderen. Dat mensen door jouw getuigenis, net als bij de Samaritaanse, tot geloof in Jezus mogen komen. GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Citaten
Verdriet dat je in je eentje moet verwerken voelt heel anders aan dan verdriet waarbij iemand in de buurt is. Ook al gaat het verdriet niet weg, het maakt groot verschil als een ander het met ons deelt. Dat is een soort troost die op indrukwekkende manier gestalte krijgt in de menswording. God komt in ons menselijk bestaan en zegt: “Ik ben met jullie, altijd en overal.” In Christus deelt God in al ons lijden – het verdriet van kinderen en jongeren, de kwetsuren van jongvolwassenen en oude mensen, het ongeluk van mensen die zonder werk zijn of plotseling alleen komen te staan. Er is geen menselijk lijden dat niet op een of andere manier Gods deel is geworden. Dat is het grote geheim van Gods menswording. God leeft mee in ons verdriet en leert ons opstaan – niet wij alleen, maar wij samen met anderen, meebewegend met elkaar in mededogen. Henri Nouwen Uit: Bevrijd je verdriet, Ten Have/Lannoo – Warnsveld
8
Wat zou het mooi zijn als Jezus nog bij ons op aarde zou rondlopen. Als Hij naast je zou staan in lastige situaties. Als Hij bij je zou zijn als die ene zonde weer eens op de loer ligt. Als je het moeilijk hebt of juist als je erg blij bent. Ja, als Jezus nog eens bij ons zou zijn… Het goede nieuws is: Jezus is bij je! Jezus zei het al tegen zijn discipelen: ik ga weg, maar ik kom terug als heilige Geest. Hij zal jullie bijstaan, laten zien hoe ik je kan helpen, hoe je tegen je zonden kunt vechten, hoe je kunt leven uit liefde. Hij is dichterbij dan ooit: in je mond en in je hart. Mooier kan het haast niet. Rolf Robbe Uit: Bijna-elke-dagboek voor twintigers, Boekencentrum – Zoetermeer.
Vrouwen in de tijd van de Bijbel Miriam Feinberg Vamosh schreef een interessant boek over de achtergronden en de leefwijze van vrouwen uit de Bijbel. We wandelen bij wijze van spreken door hun levensomstandigheden en geschiedenis heen, waarbij naar veel bronnenmateriaal verwezen wordt. Ook de illustraties zijn boeiend en verhelderend. Enkele voorbeelden van aspecten die aandacht krijgen: het huishouden; verliefdheid en romantiek; ondertrouw en huwelijk; echtscheiding en weduwschap; het moederschap; kleding; muziek en dans; onderwijs en leidinggevende posities van de vrouw. De Banier – Bunnik | 100 pag. € 24,90 | ISBN 9789033607462
Elke dag op weg De God die ons verlost in Christus is dezelfde God die de wereld schiep, Israël riep, Israël bevrijdde van de slavernij in Egypte en opnieuw bevrijdde uit de ballingschap in Babel. Gods verlossingswerk in Christus is een verdere uitbreiding van zijn geweldige bevrijdingswerk uit het verleden. Alistair McGrath Uit: Scheur de wolken, kom bevrijden, Kok – Kampen
Info Roger Dragstra is sinds 2003 voorganger van de Baptisten Gemeente in Appingedam. Daarvoor was hij werkzaam als stafmedewerker bij Youth for Christ en de Navigators. Hij is getrouwd met Willeke en vader van drie
Onder redactie van Denise Delozier verscheen een boek over de navolging van Jezus (jaarthema). De opzet is spontaan ontstaan. Naast de zondagse prediking ontdekte ds. Wigle Tamboer (Meerkerk – Hoofddorp) samen met enkele gemeenteleden dat er belangstelling was voor aansluitende korte overdenkingen voor de gehele week (van maandag tot en met zaterdag): Preek door de Week. De geloofsopbouwende handreikingen werden geschreven door gemeenteleden die door de week midden in het leven staan en weten wat het inhoudt om Jezus te leren volgen in de dagelijkse praktijk. Deze Preek door de Weeknotities zijn ook digitaal beschikbaar via de website www. meerkerk.nl Ark Media – Amsterdam | 248 pag. € 13,95 | ISBN 9789033818691
Ik zie een leger Er zijn al veel boeken verschenen met aandacht voor gemeenteopbouw en missionaire
betrokkenheid. Floyd McClung gaat in zijn boek ook in op de noodzaak van vorming en discipelschap maar benadrukt vooral de missionaire opdracht. Hij gebruikt het beeld van een leger waarbij ieder gemeentelid geroepen is Jezus bekend te maken en te vertegenwoordigen. Zijn stelling is dat de kerk geen instituut is maar een leger dat zich bewust is dat Jezus door haar heen wil werken waarbij ook spontaan kleine kerkelijke gemeenschappen kunnen ontstaan. Het boek prikkelt om te groeien in een heldere visie op kerk-zijn in onze tijd, waarbij we ons willen spiegelen aan bijbelse patronen. Citaat: “De kerk in Handelingen was een levendige gemeenschap, niet een wekelijkse samenkomst. Het was een kerk van kleine kerkjes; beter gezegd: een beweging van kerken” (pag. 30). Highway Media – Harderwijk | 286 pag. € 16,95 | ISBN 9789058110725
Dit is de dag De bekende auteur en predikant Max Lucado schreef een op de praktijk afgestemd boek. In zijn voorwoord benadrukt hij dat elke dag een kans verdient en dat God ernaar verlangt dat we onze dagen leren plaatsen in het licht van zijn genade en openstaan voor zijn leiding en voorziening omdat Hij een bedoeling heeft met ons leven. Het houdt onder andere in dat we dankbaar blijven, ook als dingen ons tegenzitten en dat een houding van vergeving en vertrouwen voorkomt dat we verbitterd raken en voorbijgaan aan dat wat God dwars door alles heen kan en wil uitwerken. Het voorbeeld van Jezus krijgt hierbij veel aandacht. Plateau – Barneveld | 151 pag. € 13,75 | ISBN 9789058040381
9
Zingeving Drs. Nico van der Voet
Zin in vandaag?
de boodschap dat we er dan maar zo veel mogelijk iets zinnigs van moeten maken. Jongeren, volwassenen, filosofen: velen van hen zoeken naar de zin van het leven. Weet u wie zich daarmee nooit bezighouden? Kinderen! Ga naar het schoolplein en onderbreek de kinderen in hun spel. Vraag het maar: ‘Wat is de zin van jullie leven?’ Ze kijken u verbaasd, nietbegrijpend aan. Ze weten niet hoe snel ze weer verder moeten gaan met voetballen. ‘Wat heb je toch een rare mensen met rare vragen’, zouden ze zomaar kunnen denken. De kinderen zijn hier wijzer dan vele geleerden.
De zin van het leven is de betekenis die het leven heeft, het doel ervan.
De zin van het leven
Een spelend kind vraagt zich niet af wat de zin van zijn leven is. Het spéélt. En zijn toekijkende ouders staan er genietend naar te kijken. Nadenken over de zin van het leven is iets voor jongeren die hun identiteit zoeken en voor volwassenen van wie de identiteit bedreigd wordt. Een jongere die niet weet welk beroep hij moet kiezen en al in een studie is vastgelopen, kan zich vertwijfeld afvragen wat het leven voor zin heeft.
10
E
en vrouw die jaren gelukkig geweest is, maar nu weduwe is geworden, kan tegen haar pastor zeggen: “Wat heeft het leven nu nog voor zin?” Filosofen zijn er ook mee bezig. Ze zijn misschien zelf voorspoedig in hun persoonlijk leven. Toch komen ze met allerlei redeneringen van achter hun bureau vrijwel allemaal tot de conclusie dat het leven geen zin heeft. Als ze nog een beetje optimistisch schrijven, brengen ze
De zin van het leven is de betekenis die het leven heeft, het doel ervan. Waarom zijn er mensen op aarde? Waarom ben ik (nog) op aarde? Dit is een vraag (een zinvraag!) die te maken heeft met onze levensovertuiging. De wetenschap kan er geen antwoord op geven. Filosofen analyseren alle mogelijke ontwerpen van zingeving. Let op dat laatste woord, dat vaak gebruikt wordt. Het leven hééft geen zin volgens de meeste mensen, we géven er hoogstens zin aan. Dat kan dan bijvoorbeeld door te proberen iets te betekenen voor mens en samenleving. Als ik voorheen op school tijdens de godsdienstles aan leerlingen vroeg: “Wat is de zin van het leven?”, kreeg ik altijd wel een antwoord. Dikwijls was dat: “Dat wij tot eer van God leven”. Ik hoorde de catechisatieles erin terug. Of zo’n leerling de vraag begreep en zijn eigen antwoord begreep, weet ik niet. Ik ben het wel eens met het antwoord: God geeft ons
11
Zingeving
het leven met de bedoeling dat ons léven lóven wordt. Psalm 33:8 zegt: “Laat de ganse aarde voor de HEERE vrezen!” (SV). In de berijming van 1773 is dat: “Alles moet Hem eren!”.
Blijf dicht bij huis Het antwoord van de leerlingen is goed: tot eer van God leven. De vraag is echter verkeerd. Die is veel te abstract, filosofisch. Waar komt u haar in de Bijbel tegen? Ik wil die vraag graag wijzigen. Laten we om te beginnen niet nadenken over de zin van hét leven. Hét leven be-
Als ik werkelijk lééf, is God blij. Wij leven ook niet om te geloven, maar geloven om te leven
staat alleen in filosofieboeken. We denken na over de zin van óns leven. We blijven daarmee dicht bij huis. Het gaat over ons eigen bestaan. Direct erop volgt mijn volgende stap. De uitdrukking ‘zin van’ is eigenlijk Grieks denken. Daarmee belanden we in de filosofie van de Grieken van de oudheid. Zij vroegen altijd naar het doel, de zin van de dingen en gebeurtenissen om uiteindelijk bij een hoogste doel uit te komen. Bijbelser is echter om niet te spreken over ‘zin van’, maar ‘zin in’. Dat heb ik ooit gelezen in de boeken van dr. A.A.van Ruler (1908-1970) – een van de invloedrijkste protestantse Nederlandse theologen van de twintigste eeuw – en ik ben het nooit meer vergeten. Het gaat om zin in ons leven hebben. Zo kom ik terug bij het catechisatieantwoord. Wanneer komt God tot zijn eer? Als ik zin in het leven heb dat Hij mij geschonken heeft. Dat is het mooiste loflied over mijn bestaan dat ik van God ontvangen heb. Een spelend kind vraagt zich niet af wat de zin
12
van zijn leven is. Het spéélt. En zijn toekijkende ouders staan er genietend naar te kijken. Als ik werkelijk lééf, is God blij. Wij leven ook niet om te geloven, maar geloven om te leven (Johannes 20:31). God heeft in Christus ons leven gered en mogelijk gemaakt. Het eeuwige genieten daarvan begint in het heden. Laten we elkaar dan maar de vraag stellen: hebben wij zin – niet in ‘het’ maar – in ons leven? In ons eigen leven dus. Zijn we blij dat we er zijn? Zeggen we ‘Amen!’ op onze geboortedag? Wat een geweldig wonder van God is het dat ik leef! Het gaat nog verder. Ben ik niet alleen blij dat ik er ben, maar ook dat ik ik ben? Zodra ik als mijn buurman wil zijn, vergaat me de echte levensvreugde. Nee, ben ik blij met mezelf, zoveel jaar oud, met deze lichaamskenmerken, met eigen kwaliteiten, met eigen gebreken, met een eigen verleden, met eigen relaties? Misschien zijn we jong en gelukkig. Ik hoop dat het geluk blijft. Het kan anders. Misschien zijn we 20 jaar en gehandicapt. Misschien 45 en maken we een midlifecrisis door. Misschien zijn we 60 en net ontslagen op ons werk. Misschien zijn we 80 en kijken we terug op sombere jaren. Hebben we dan zin in ons leven? Die vraag is moeilijk te beantwoorden voor sommigen van ons. Zin in mijn leven? Hoe ver moeten we kijken? Slaat dat op de promotie die ik volgend jaar hoop te maken? Slaat dat op de last die ik vanuit het verleden met me meedraag? Slaat dat ook op de medische behandeling die ik moet ondergaan? Het leven is niet altijd spelen, zoals de kinderen doen en er dan toch zin in hebben, hoe kan dat?
(Matteüs 6:34). Ik weet wel dat de zorgen voor morgen de kracht voor vandaag wegnemen, zonder daarbij te verdwijnen. Ik weet ook dat het net zo weinig helpt om te piekeren over de dag van gisteren. Laten we ons richten op vandaag. Heb ik vandaag zin in mijn leven? Geluk begint vandaag. Veel foute beslissingen komen voort uit het feit dat mensen op jacht zijn naar het geluk van morgen. Intussen vergeten ze vandaag te genieten. Dat maakt depressief. Hoe concentreer je je op vandaag? Dat begint ’s morgens. David heeft in Psalm 143 woorden te weinig om zijn ellendige omstandigheden te beschrijven. ‘Zin in het leven’ kunnen we daar nauwelijks mee verbinden. Hoe staat het met ‘vandaag’? Dat geeft hij zelf aan. In mijn eigen woorden luidt zijn gebed (vers 8-10): “Laat mij in de morgen van uw liefde horen, op U vertrouw ik. Wijs mij de weg die ik moet gaan. Ik verlang naar U. Red mij. Ik schuil bij U. Laat mij doen wat U wilt dat ik doe. Leid mij op een begaanbare weg.” De morgen is in de Bijbel vaker het moment om contact te hebben met God (Psalm 5:4, 59:17, 88:14, 90:14, 92:3, 143:8, Jesaja 50:4). Hoe wij de dag beginnen is voor een belangrijk deel bepalend voor hoe wij de dag beleven. Als wij ’s morgens al doordrongen zijn van Gods geduldige goedheid voor ons en daarom ons vertrouwen op Hem stellen, krijgen we toch zin in de dag? Hij gaat mee de dag in. Hij is erbij in de vreugde en in de zorg die op ons afkomt. In afhankelijkheid van Hem willen wij de weg gaan die Hij wijst. Zijn goede Geest is onze gids voor de komende vierentwintig uur.
Denk klein
Vader, Zoon en heilige Geest
Ik ga nog één correctie aanbrengen. ‘Zin van het leven’ werd in een paar stappen ‘zin in mijn leven’. Het eerste is abstract en het tweede is, zeg ik nu, toch wel heel groot. Laten we het dan beperken. Laten we het hebben over ‘zin in vandaag’. Wat de dag van morgen brengt, weten we niet
Ik weet niet of wij onze dag met een half uur stille tijd moeten beginnen om in dit vertrouwen te leven. Er zijn overigens gelovigen die dat doen en dat tijdstip voor concentratie op God heeft zijn voordelen. Het gaat mij nu om de gerichtheid van onze gedachten en het gebed dat we
uitspreken. Dat mag ook het gebed bij het ontbijt zijn. Als we wakker worden, bepaalt dan het nieuws van de dag onze stemming? Is van doorslaggevend belang of wij goed geslapen hebben? Is de spiegel, waarin we ons verlepte gezicht zien, de bron van onze verwachting voor de dag? Nee, het draait om ons contact met God. ’s Morgens mag ik denken en danken: ‘Lieve Vader, U bent mijn Schepper en geeft mij in uw goedheid een nieuwe dag! U leidt mijn gangen. U kent mij door en door. U bent erbij als ik kom te vallen en richt mij ook weer op. Here Jezus Christus, ook vandaag mag ik weten dat U mijn Heer en Heiland bent. Ik wil U vol-
Geluk begint vandaag. Veel foute beslissingen komen voort uit het feit dat mensen op jacht zijn naar het geluk van morgen.
gen. Ik vrees niet voor zonden en oordeel, ik leef uit uw genade. U bevrijdt mij uit banden waarmee ik ooit gebonden ben. U behoedt mij ervoor dat ik krampachtig mijn stand wil ophouden. Heilige Geest, U woont in mij. U weet raad met mij. U schakelt mij niet uit maar in bij de komst van het Koninkrijk. Ook vandaag wilt U mij gebruiken als instrument in dienst van andere mensen! Drie-enige God, U bent alle eer waard vandaag!’ Dan is mijn dag al goed, vanaf het ontwaken. Dan heb ik zin in vandaag, terwijl die dag waarschijnlijk even gewoon is als de meeste andere dagen.
Ook als je depressief bent? Als u filosofeert over de zin van het leven, of van uw leven, stop daar dan maar mee. Lééf! Word als de kinderen en leg de last van uw ernst af, spéél het leven! Ik weet
13
Boeksignalement echter dat dat niet kan als je al depressief bent. Dan zit je zo gevangen in somberheid dat zelfs de boodschap van God je op dat moment niet kan bereiken. Je gebed verstomt, ’s avonds en ’s morgens. Probeer u te concentreren op vandaag en als dat zelfs te veel is, op een deel van de dag. ‘Ik heb geen zin in vandaag, maar het is goed dat mijn zoon vanavond langskomt!’ Laat voor u en met u bidden, al voelt u er zelf weinig bij. Geloof het Woord van God, al dringt het nauwelijks tot u door. Filosofen hebben het over zingeving. Dat kunnen wij proberen, maar lukt ons niet. Wij krijgen ons bestaan niet opgekrikt uit het gevoel van zinloosheid. God kan het wel. Hij geeft ons leven zin door ons vroeg of laat nieuwe vreugde te schenken. Gebeden, medicijnen, therapie, de trouw van mensen en in dat alles de trouw van God, kunnen daaraan allemaal bijdragen. Ook sombere mensen zijn uiteindelijk voor de vreugde geschapen. En die begint… vandaag.
Bijbelleessuggesties:
Prediker 9:7-10, Matteüs 6:19-34
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. W at is het: als u niet vandaag durft te leven, wordt u depressief. Of: als u depressief bent, durft u vandaag niet echt te leven? Is het een cirkel? Of kunt u beide gedachtes verdedigen? 2. V olgens mij was het ook Van Ruler die zei: ‘Je verjaardag vieren, is amen zeggen op je geboortedag’. Bent u het daarmee eens? Wat zegt dat dan van mensen die niet graag hun verjaardag vieren? 3. H oe kunt u anderen helpen die geen zin in hun leven hebben?
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
14
Info Drs. Nico van der Voet is werkzaam als docent ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en studentenpastor. Daarnaast schreef hij verschillende boeken. Onlangs verscheen een herziene vierde druk van Altijd vergeven? over schuld en vergeving tussen mensen, 112 pag. € 10,50. Tevens verscheen een herziene tiende druk van Waarom moet ik altijd helpen, over zelfhandhaving en zelfverloochening, 161 pag. € 12,50. Boekencentrum – Zoetermeer.
Citaten
“Als we willen genieten van het heden, moeten we eerst overtuigd zijn van het belang ervan. We zijn vaak te veel bezig met het verleden of met de toekomst. We vinden het moeilijk onverdeeld in het heden te leven. Als een pingpongballetje dat de hele tijd van de ene kant naar de andere kant van de tafel gaat, gaan onze gedachten de hele tijd heen en weer tussen gisteren en morgen.” Trevor Hudson Uit: Gebed om rust, Boekencentrum – Zoetermeer
“Genieten voor een christen heeft een extra dimensie. Je bent niet alleen of met een ander, God geniet ook mee. Hij geniet als Hij ziet hoe jij luistert, sport, je krachten voor een ander inzet. Dat is de derde dimensie. Dat geeft meer ruimte aan je leven. Dat is pas echt genieten.” Rolf Robbe Uit: Bijna-elke-dagboek voor twintigers, Boekencentrum – Zoetermeer
Verspil je leven niet… maar laat het waardevol zijn De theoloog, predikant en auteur John Piper start zijn boek met Paulus’ uitspraak in 1 Korintiërs 6:19,20 (NBG). “Of weet gij niet (…) dat gij niet van uzelf bent? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.” Het is Gods verlangen dat we Hem verheerlijken, een begrip dat door de auteur wordt uitgelegd. Citaat: “Hij heeft ons geschapen en geroepen om Hem te weerspiegelen zoals Hij werkelijk is” (pag. 31). Zijn ontvangen liefde, blijdschap en vrede delen met anderen, zodat mensen zicht krijgen hoe groot die genadige God is. Zijn oproep tot geloof en toewijding brengt het goede voort en voorkomt dat ons leven tevergeefs of verspild zou zijn. Wij gaan pas voluit leven wanneer Hij het Middelpunt is. Een boek voor iedereen die verlangt naar zinvol leven vanuit het oogput van onze Schepper, die zich in zijn Zoon volledig heeft willen schenken. Gideon – Hoornaar | 190 pag. € 14,95 | ISBN 9789060678343
Discipelschap met impact In de serie Christus kennen en bekendmaken verscheen dit boek over discipelschap van de predikant, schrijver, trainer en coach Greg Ogden. In Discipelschap met impact benadrukt hij vooral het belang van een team van drie mensen die met elkaar op weg gaan (een triade) waarbij ze aan de hand van Jezus’
voorbeeld en onderricht en andere nieuwtestamentische voorbeelden nadenken over discipelschap, ook in het verband van onderlinge relaties waarbij ze willen leren van elkaars ervaring en inzichten. Waarbij ze als triade willen ontdekken hoe zij op hun beurt weer anderen kunnen helpen. Het houdt volgens de schrijver ook in dat een solide, langzame groei voorrang verdient boven een ‘te snelle oplossing’ voor de vorming van nieuw kader. Citaat: “We zijn te zeer gericht op kortetermijnresultaten en proberen daarom een kortere route, die niet de gewenste groei oplevert.” Navigator Boeken | Driebergen | 214 pag. € 17,95 | ISBN 9789076596440
Eyeopeners Ds. Dick Langhenkel schreef een prikkelend en bemoedigend boek aan de hand van korte uitspraken die bij hem bleven ‘haken’. Citaat: “Woorden en zinnen, die diep in mij doordrongen en iets met me deden. Van die zonnestraaltjes die me over een depressie heen tilden, maar ook woorden die me als een pijl raakten en me innerlijk pijn deden, soms een heilzame pijn die ik op dat moment nodig had om een andere weg in te slaan (…) ze hebben mijn ogen geopend en mij bewaard voor ontsporingen en scheefgroei in mijn leven.” De titel Eyeopeners is dus heel toepasselijk. Hij geeft daarbij het advies over iedere eyeopener na te denken. Wordt het begrepen en geeft het herkenning? Hij heeft in zijn boek gebruikgemaakt van de NBGvertaling. De eerste eyeopener is: Een hamer verbrijzelt glas, maar smeedt staal! Ga er als lezer mee aan de slag. Boekencentrum – Zoetermeer | 157 pag. € 13,50 | ISBN 9789023922933
15
Getuigende levensstijl Marleen Ramaker op relationeel, sociaal en economisch gebied? En hoe overleeft de natuur de bedreigende vervuiling?
Zicht krijgen op hoop
Dragers van hoop Geloof in de levende, opgestane Heer gaat ons leven doortrekken en geeft ons zicht op de toekomst. 16
We weten allemaal uit ervaring dat zorgen, spanning en onzekerheid gauw de plaats innemen van hoop en vertrouwen. Door teleurstelling in mensen en in omstandigheden van het leven, kunnen we ontmoedigd raken. Ook komen gevoelens van verwarring en zelfs cynisme of apathie om de hoek kijken.
G
ebrek aan hoop heeft met ons persoonlijk leven te maken, maar ook met het hier en nu, met de toekomst. Zo kunnen ervaringen uit het verleden ons leven nú bestempeld hebben maar ook onze toekomstverwachting. Want wat heeft die toekomst voor ons in petto? Hoe kunnen mensen met elkaar (over)leven? Welke oplossingen kunnen worden gezocht voor allerlei problemen
Christenen geloven in de hoop van het Evangelie. Maar hoe kunnen mensen hierop zicht krijgen als ze met onzekerheden en moedeloosheid worstelen en hoop dreigen op te geven? Hoe kan de hoop van het Evangelie worden vertolkt door mensen die in Jezus, de brenger van hoop, geloven? Durven wij, christenen, ook eerlijk te zijn als we zelf met vragen worstelen? Vragen die ontstaan wanneer we in aanraking komen met allerlei visies op God, geloven, de betekenis van de Bijbel en vragen uit de samenleving? Wie is God eigenlijk voor ons persoonlijk en wie is Jezus die ons zicht wil geven op onze hemelse Vader, en verzoening en nieuw leven mogelijk maakt? Veel vragen hebben te maken met een beperkt zicht op de God van Abraham, Izaäk en Jakob, de God die door de geslachten heen met de mens op weg is en een belofte heeft gegeven voor de toekomst. Een God die verleden, heden en toekomst overspant.
Levende hoop De boodschap van hoop en verwachting moet vertolkt worden door mensen die deze hoop aan den lijve ondervonden hebben en willen blijven ondervinden. Die eerlijk willen nagaan hoe ze op een authentieke manier hiermee anderen kunnen helpen. Persoonlijk en in onderlinge verhoudingen. Uiteindelijk bereik je met eerlijkheid en echtheid meer, schone schijn en camouflage bedriegt. Dwars door vragen heen mogen christenen weten dat God de Eeuwige is en daarom ook onze toekomst in handen heeft. Een voorbeeld uit Jeremia 29:11: “Want Ik weet, welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des HEREN, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.” Geloof in de levende, opgestane Heer gaat
17
Getuigende levensstijl
ons leven doortrekken en geeft zicht op de toekomst. Petrus, een van Jezus’ volgelingen, schrijft in zijn eerste brief over het gevolg: we zijn ‘een levende hoop’ geworden. We hebben niet alleen hoop ontvangen maar deze hoop kan levend en zichtbaar voor anderen worden. De hoop van het Evangelie voorleven is iets wat bij onszelf begint. Een goede vraag is dan: leef ik uit Jezus’ belofte van vernieuwing en toekomstverwachting? Geloof ik dat Hij mij tot ‘een levende hoop’ voor anderen maakt? Petrus schrijft in zijn eerste brief ook “Vestigt uw hoop volkomen op de genade…”.
De hoop van het Evangelie voorleven is iets wat bij onszelf begint.
Hieruit blijkt dat God ons in Jezus hoop als een geschenk geeft. Een gave die ons tot een nieuw mens kan maken. Wij zijn niet langer mensen die geen hoop hebben (Efeziërs 2:12) maar een ‘levende hoop’. Een kostbaar mens die deze hoop met anderen mag delen. Van ontvangers worden we zo ook gevers. In het GROEI-gespreksmateriaal over het thema hoop is een indrukwekkend voorbeeld opgenomen uit het leven van de Russische schrijver Alexander Solzjenitsyn (1918-2008). “In 1945 werd Alexander Solzjenitsyn gearresteerd omdat hij zonder respect over Stalin gesproken zou hebben. Toen hij na een operatie aan een kankergezwel aan het herstellen was, kwam hij tot geloof in Jezus Christus. Terugziend op zijn gevangenisperiode vertelt hij over een moment dat hij bijna alle hoop opgaf. Hij werkte twaalf uur per dag met nauwelijks genoeg voedsel om te overleven. De winters waren vreselijk streng en de zo-
18
mers onverdraaglijk heet. Om hem heen schuifelden medegevangenen uitgeput en wanhopig. Op een dag voelde hij zich weer intens ziek. Terwijl hij onder de brandende zon op het land aan het werk was, overviel de uitputting hem. Hij kon niet meer verder werken en verwachtte een afranseling van een bewaker. Het kon hem niet schelen. Terwijl hij daar zo werkeloos stond, zag hij een gevangene die christen was, voorzichtig naar hem toe komen. Hij tekende snel een kruis in het zand, wiste het weer uit en ging terug naar zijn werk. Op dat moment ervoer Solzjenitsyn de hoop van het Evangelie. Het was voldoende om hem zo te inspireren dat hij die dag en de resterende tijd in de gevangenis kon verdragen. Hij begon het verhaal van het morele en geestelijke verval van het communisme op te schrijven. Elke nacht schreef hij verhalen op, gebaseerd op zijn Goelag Archipel-periode. Omdat het gevaarlijk werk was, vernietigde hij het meeste materiaal later weer en memoriseerde het. Hij sloeg het op in zijn geheugen. Toen hij uit de gevangenis kwam en naar Kazachstan verbannen werd, onderwees hij op een plattelandsschool de vakken geneeskunde en wiskunde. Hij leefde alleen in een hut. Toen herschreef hij zijn uit het hoofd geleerde verhalen. Zijn eerste boek werd Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj en kreeg als literair meesterstuk erkenning. In 1970 ontving hij de Nobelprijs.”
Kruis: symbool van hoop Omdat een medegevangene van Solzjenitsyn vanuit de Bijbel wist dat God zijn liefde getoond had in het kruis van Jezus, tekende hij een kruis in het zand. En dat symbool gaf Solzjenitsyn een gevoel van hoop omdat hij ook van de God van de Bijbel wist. Wanneer we God beter leren kennen in wie Hij is, kunnen we een beroep doen op zijn wezen, op zijn trouw en beloften. Ook te midden van moeite. Paulus verwoordde het in Romeinen 5:3-6 zo: “... wij roemen ook in de verdrukkingen,
daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is, zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven”.
zijn weg met ons. Dat we willen handelen op inzicht, op datgene waarbij we bepaald worden. Vooral in het contact met de ander. Dit vraagt de erkenning dat we kwetsbaar en beperkt zijn en dat we verhulling afleggen. Dat we zicht houden op Gods liefde en vergeving – en ondanks struikelen en falen Hem blijven volgen.
Vertrouwen is te vergelijken met een spier die groeit door de oefening ervan. Geloof groeit wanneer we dagelijks Gods Woord lezen, het in gebed overdenken en door Gods Geest laten uitwerken in en door ons leven. Dit is niet iets vaags of theoretisch maar gaat ons dagelijks leven aan. Het betekent groei en verandering van binnenuit. Een geestelijk proces waarbij Gods Geest ons van binnenuit vernieuwt, waarbij wij openstaan voor zijn werk en met Hem willen samenwerken. Hij wil verandering mogelijk maken, als wij ons in vertrouwen overgeven aan zijn hart en wil. Aan zijn nabijheid en vorming. Ons verlangen naar vernieuwing zal sterker worden wanneer wij groeien in de kennis van Gods liefde, trouw en heiligheid. Van nature willen we onze eigen weg gaan, zonder Gods leiding of invloed toe te laten, maar God kan ons veranderen wanneer we bereid zijn door Hem veranderd te worden, ook al neemt dit proces veel tijd.
Jezus onze Voleinder
Kracht van kwetsbaarheid Wanneer we verlangen naar groei en verandering, dan wijst Jezus op een aantal ‘sleutels’. Zo spreekt Hij in Openbaring 2 over het behouden van ‘de eerste liefde’, waarbij Hij de eerste plaats heeft in ons hart, denken en handelen. Ook benadrukt Hij de bereidheid tot luisteren: “Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt” (Openbaring 3:21). Luisteren naar Jezus’ woord: persoonlijk en als geloofsgemeenschap is cruciaal om meer en meer op Jezus te gaan lijken. Het houdt in dat we door Hem gecorrigeerd willen worden en vertrouwen hebben in
Michael Yaconelli schrijft hierover in Struikelend achter Jezus aan (Gideon – Hoornaar). Hij benadrukt dat mislukkingen niet het laatste woord hebben maar Gods trouw en geduld die dwars door alles heen ons door zijn Geest veranderen naar het beeld van Jezus. Twee citaten van Yaconelli: “De weg van het geestelijk leven begint daar waar we op dit moment zijn, in de chaos van ons leven. Geestelijk leven begint zodra we de realiteit van ons gebroken, gebrekkige leven aanvaarden, niet omdat het geestelijk leven
Jezus heeft geen afkeer van ons, hoe rommelig of onvolmaakt we ook zijn.
onze tekortkomingen wegneemt, maar omdat we dan niet langer streven naar volmaaktheid, maar in plaats daarvan God zoeken, die juist daar is, in de chaos van ons leven. Geestelijk leven is geen kwestie van standvastigheid, maar van Gods aanwezigheid in de chaos van onze standvastigheid.” (pag. 12) En: “Jezus heeft geen afkeer van ons, hoe rommelig of onvolmaakt we ook zijn. Als we inzien dat Jezus zich niet laat ontmoedigen door onze menselijkheid, dat Hij niet afknapt op onze rommel en dat Hij ons, ondanks alles, gewoon hardnekkig op de hielen blijft zitten, wat kunnen we anders doen dan ingaan op zijn buitensporige, onvoorwaardelijke liefde?” (pag. 17).
19
Boeksignalement Jezus is een goed werk in ons begonnen, een proces van verandering dat ons hele leven in beslag zal nemen maar waarbij Jezus als Voltooier nooit afwezig zal zijn. Hij wil dat we in dat proces Hem blijven liefhebben en volgen. In Hebreeën 12 staat dat ons oog gericht moet zijn op Jezus ‘de leidsman en voleinder’ van het geloof. Wanneer we Hem steeds beter leren kennen als onze Verlosser, dan zal dit ons ook milder maken ten opzichte van anderen. Dan kunnen we elkaar als kwetsbare, onvolmaakte mensen aansporen in de navolging van Jezus, die het goede werk dat Hij begon niet zal loslaten. Dan zullen mensen iets gaan ervaren van de vrucht van de Geest: in onderlinge zorg, betrokkenheid en bemoediging.
Om over te denken / gespreksvragen:
1. W aarom heb ik vaak twijfels over Gods werk in mij? 2. Ik verlang het meest naar vernieuwing op het gebied van... (Wees zo concreet mogelijk en ga na wat dit van u kan vragen). 3. Ga na hoe we ‘dragers van hoop’ kunnen zijn. Noem praktische voorbeelden.
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
20
Marleen Ramaker coördineert de redactie van GROEI en ontwikkelde diverse toerustingsmaterialen. In het kader van dit artikel verwijzen we naar het gespreksmateriaal Hoop voor nu en de toekomst op basis van vijf ontmoetingen rondom de thema’s: realistische hoop; hoop op vernieuwing; hoop in lijden; levende hoop ondanks de dood; eeuwige hoop. In de ontwikkeling van dit materiaal werd gebruikgemaakt van delen uit Experiencing Hope door Christine Wood. De selecties werden bewerkt door Marleen Ramaker. De bijbelgedeeltes komen uit de NBGvertaling 1951. Verder schreef Marleen Ramaker Tekenen van Hoop, op basis van de tien tekenwonderen van Jezus in het Evangelie volgens Johannes. Voor informatie redactie@ groei.org
Bijbelleessuggestie:
Lees 2 Korintiërs 3:17-18 en 4:7-11. Wat lezen we hierin over een proces van vernieuwing? In Efeziërs 2:10 staat: “Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” Wat is de kerngedachte?
Info
Citaat
“Voor de meesten van ons is het heel moeilijk om een ‘nutteloos’ uur met God door te brengen. Vooral omdat we in dat contact met God ook onze eigen innerlijke chaos tegenkomen. We worden rechtstreeks geconfronteerd met onze rusteloosheid, angsten, rancunes, onopgeloste spanningen, verborgen verbittering en al lang bestaande frustraties. Onze spontane reactie op dit alles is zo snel mogelijk wegrennen en ons tot de nek in het werk steken. Zo kunnen we onszelf in ieder geval wijsmaken dat de dingen niet zo slecht zijn als ze in onze eenzaamheid lijken.” Henri Nouwen Uit: Nederigheid en dienstbaarheid, Lannoo –Tielt
Op zoek naar antwoord
Overstag
In de catechesemethode Reflector verschenen inmiddels tien deeltjes. Daarbij wordt rekening gehouden met verschillende leeftijdsgroepen tussen 12 en 20 jaar. Zo verscheen voor jongeren de vijfde, herziene druk van Spreken met God over het gebed van Jezus: het Onze Vader. En Geloof je dat nog? Over de Twaalf Artikelen (5e herziene druk) en Stenen of diamanten, over de Tien Geboden (8e herziene druk). Ook wordt ingespeeld op vaakgestelde vragen van jongeren zoals zelfbeeld en aanvaarding; liefde en seksualiteit; homofilie; omgaan met de schepping; racisme en occultisme (4e herziene druk). Op zoek naar antwoord en andere bovengenoemde titels zijn geschreven door dr. M. van Campen. De prijs per deeltje € 7,50. Voor totaaloverzicht: www.uitgeverijboekencentrum.nl Op deze site krijgt u ook informatie over hulpmiddelen met werkvormen. Boekencentrum – Zoetermeer | 78 pag. € 7,50 | ISBN 9789023930129
De theoloog en predikant Tim Vreugdenhil (1975) schreef een boeiend boek over het leven van Simon Petrus. Aan de hand van de bijbelse verslagen rondom zijn persoon: zijn zoeken van de Messias, het gevonden en geroepen worden door Jezus Christus, zijn lessen in de navolging van zijn Heer, zijn strijd en moeite, maar ook zijn hervonden vertrouwen en passie, maken het tot een prikkelend boek. Het kwetsbare maar krachtdadige leven van Petrus houdt ons een spiegel voor. Maar bovenal de manier waarop Jezus met hem omging. In liefde en waarheid, in een verlangen hem tot een ‘rots’ te maken, tot een man uit één stuk, die voor velen een zegen kon zijn. De titel van het boek geeft weer dat ieder mens voor het eerst of bij vernieuwing ‘overstag gaat’, als hij ontdekt wie Jezus is en zich gewonnen geeft. Van Wijnen – Franeker | 176 pag. € 14,95 | ISBN 9789051943351
De Bijbel, het boek van Jezus Deze handzame en kleurrijke kinderbijbel, geschreven door Sally Lloyd-Jones is meer dan het navertellen van de bekende geschiedenissen uit de Bijbel. Vanaf het begin tot aan het eind wordt de rode draad van Gods reddingsplan voor de mens en de wereld doorgetrokken. De verhalen zullen kinderen helpen om beter te begrijpen wat de betekenis is van Jezus’ leven, woorden en werk. De illustraties zijn bijzonder geslaagd, eenvoudig en toch expressief. Ze werden verzorgd door de Britse illustrator Jago. Buijten & Schipperheijn – Amsterdam | 352 pag. € 18,90 | ISBN 9789058813725
Terwijl mijn kracht vergaat In dit boek gaat dr. W.H. Velema in op het levenseinde en benadrukt hij dat God in elke fase van ons leven werkelijkheid wil zijn. Ook in het ouder worden met allerlei concrete vragen die daarmee verband houden zoals het inleveren van spankracht en gezondheid. Want hoe kunnen we ons erop voorbereiden? Hij noemt twee houdingen: het denken erover uit de weg gaan, een vorm van verstoppertje spelen, én de realistische instelling dat het ouder worden om acceptatie en voorbereiding vraagt. Het betekent dat je het verleden een goede plek geeft, dat je in de vrijheid van Gods vergeving staat, en dat je gelooft dat Hij je nabij is in de levensfase van dit moment en van “de overgang uit dit leven naar het definitieve leven met God”. Groen – Heerenveen | 123 pag. € 12,50 | ISBN 9789058298638
21
Overdenking Ds. L.M. Vreugdenhil
De afloop van de geschiedenis is geen vraagteken maar uitroepteken.
God blijft trouw aan zijn schepping
H
et woord voorzienigheid is ontleend aan Genesis 22:8, waar Abraham zijn vertrouwen in God uitspreekt, als Isaak hem vraagt waar toch het dier is dat zij ten offer zullen brengen: ‘God zal zichzelf voorzien van een lam ten brandoffer, mijn zoon.’ ‘En Abraham noemde die plaats: De Here zal er in voorzien’ (vers 14). Het geloof in Gods voorzienigheid is het vertrouwen dat die God, die wij in Jezus Christus hebben leren kennen, trouw blijft aan zijn schepping en dat zijn genadige heerschappij het laatste woord zal hebben in de hemel en op de aarde.
Onderhouden Bij veel mensen leeft het idee dat er wel een of ander Opperwezen zal bestaan dat ‘daarboven’ aan de knoppen draait om de zaken op aarde te regelen. Deze gedachte is echter iets heel anders dan het christelijk geloof in de voorzienigheid van God.
In de traditie van de kerk wordt over de leer van de voorzienigheid gesproken aan de hand van de woorden ‘onderhouden, ‘begeleiden’ en ‘regeren’. God onderhoudt en bewaart zijn schepping met het oog op zijn komende rijk. Als God één ogenblik zijn handen van het heelal af zou trekken, dan zou alles tot de chaos terugkeren en in de meest letterlijke zin van het woord ‘nergens meer zijn’ (Kolossenzen 1:17 en Hebreeën 1:3). Gods bewarende trouw en liefdevolle zorg komen onder andere uit in de ‘natuurwetten’ waardoor de werkelijkheid geordend is. Daardoor is de werkelijkheid voor ons tot op zekere hoogte berekenbaar en betrouwbaar. De wet van de zwaartekracht bijvoorbeeld zorgt ervoor dat de dingen altijd naar beneden vallen en niet af en toe naar boven. Als die wetmatigheid van de schepping niet bestond, zou er geen menselijk leven op aarde mogelijk zijn. God houdt zijn belofte die Hij eens aan Noach deed: “Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden” (Genesis 8:22).
Begeleiding In de tweede plaats blijft God de geschiedenis van mensen begeleiden met het oog op zijn komende rijk. God staat niet op verre afstand onbewogen toe te kijken
22
naar wat zich afspeelt op de aarde. Hij gaf ons zijn geboden en beloften. Hij kwam tot ons in zijn Zoon Jezus Christus. Hij heeft zijn Geest over ons uitgestort. Die Geest werkt als een stuwende kracht in de geschiedenis op het einde aan. Daarom zijn we niet overgeleverd aan het toeval of aan het noodlot. Sommige christenen denken dat God alles wat er gebeurt al in zijn eeuwige besluiten heeft vastgelegd, zodat de geschiedenis afloopt als een grammofoonplaat. Die gedachte is echter meer heidens dan christelijk. Het bestaan is geen voorgeprogrammeerd noodlot waar je maar het beste in kunt berusten. Bovendien zijn wij geen willoze marionetten. God schiep niet alleen de tijd en ruimte voor de mensen, Hij schonk ons ook een bepaalde vrijheid en verantwoordelijkheid. Daarom bestaat het leven uit een aaneenschakeling van keuzes, met alle risico’s en gevolgen die daarbij horen. In deze riskante geschiede-
Gods bewarende trouw en liefdevolle zorg komen onder andere uit in de ‘natuurwetten’ waardoor de werkelijkheid geordend is.
nis laat God ons niet alleen. Hij omringt ons met zijn liefde en begeleidt ons met zijn Woord en Geest.
Bewaring God bewaart de schepping, Hij begeleidt de geschiedenis en Hij regeert de wereld met het oog op zijn komende rijk. Dat laatste betekent echter niet dat alles wat er gebeurt ook metterdaad de wil van God zou zijn. Integendeel, het onheil dat wordt aangericht door de goddelozen en de boze machten, gaat dwars tegen Gods
23
Accent wil in. Maar Hij kan dat kwaad wel ter hand nemen en ten goede keren (Genesis 50:20 en Romeinen 8:28). Zo machtig is God. Midden in het noodweer van de geschiedenis plaatst Hij zijn voetstappen. We kunnen dit alleen in het geloof zeg-
Het bestaan is geen voorgeprogrammeerd noodlot waar je maar het beste in kunt berusten.
gen. Maar dit geloof wordt aangevochten, ook in ons eigen hart. (…) We moeten bedenken dat al ons kennen slechts ten dele is (1 Korintiërs 13:9). Alle geloofskennis is fragmentarisch van karakter. We kunnen er geen sluitend systeem van maken. Dit geldt wel heel in het bijzonder voor ons spreken over Gods voorzienigheid. Vervolgens zouden we ons kunnen afvragen of onze opstandige verwijten wel altijd goed geadresseerd zijn. Bij veel vragen in de trant van: Waarom laat God het toe? Zou het meer voor de hand liggen om te zeggen: waarom laten wij het toe? Verder is het goed te bedenken dat God niet alleen zelf de strijd heeft aangebonden tegen het kwaad, maar dat Hij ook ons roept om daarin met Hem mee te werken door te ‘strijden tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk’. Zo mogen we Hem helpen om zijn koninkrijk voor te bereiden.
God leed in Jezus Als ooit een goed mens door het kwaad werd getroffen, dan was dat wel op Golgota. Door Jezus Christus kwam God zelf ons bestaan delen, onze zonden dragen, ons leed lijden en onze dood sterven. Op zijn lippen zijn al onze bittere waaromvragen tot een kruiswoord geworden. Had God ons een overtuigender teken van zijn liefde en trouw kunnen geven? Daarnaast moeten we niet vergeten dat
24
we onderweg zijn naar het nieuwe rijk, we zijn er dus nog niet. Als God onmiddellijk alle kwaad zou straffen, alle onrecht zou rechtzetten, alle leed van de aarde zou wegdoen, dan was het eindgericht gekomen. Dan waren we al in de voltooide tijd.
Verwachting Jezus vertelde daarover de gelijkenis van de tarwe en het onkruid. Het kan nog niet van elkaar gescheiden worden, maar moet samen opgroeien tot de dag van de oogst “want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken” (Matteüs 13:29). Ten slotte: wij hoeven er niet aan te twijfelen of God het wel zal winnen van het kwaad, want Hij is de Almachtige. Onder Gods almacht verstaan wij zijn overmacht over alle boze machten en krachten. Die overmacht is ons gebleken in de opwekking van Jezus Christus uit de dood. Daarom is de afloop van de geschiedenis geen vraagteken maar een uitroepteken.
Bijbelleessuggestie:
Psalm 74 en 93.
Om over na te denken / gespreksvraag:
Hoe ervaren wij de belofte van God dat Hij alles kan laten meewerken ten goede? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info
Dit fragment is met toestemming van de uitgever overgenomen uit Discipelschap, geschreven door ds. L.M. Vreugdenhil, Kok – Kampen, 220 pag., € 15,50, ISBN 9789043513555. De bijbelgedeeltes die gebruikt worden, zijn uit de NBG-vertaling 1951. Van het boek verschenen inmiddels al negen drukken. L.M. Vreugdenhil (1950-2001) was hervormd predikant te Aagtekerke, Gouda, Vriezenveen en Amersfoort. Naast Discipelschap schreef hij onder andere: Lees je bijbel, bid elke dag, Ontmoetingen met Jezus en Ik beloof je trouw.
Seizoenen van het leven In mijn kleine achtertuin staan twee prachtige oude bomen. Helaas is de paarse seringenboom door de katten van mijn buren uitverkoren tot favoriete nagelvijl. Ondanks het feit dat ik heb gedaan wat ik kon om de boom te vrijwaren van het dagelijkse wrede krabritueel, is de bast inmiddels ernstig beschadigd. Mijn andere boom is een appelboom met een knokige stam en takken. Hij doet denken aan een oude, gekromde vrouw met pijnlijke gezwollen gewrichten. Wanneer in de herfst of in de winter regen en hagel tegen mijn oude bomen beuken, vraag ik me altijd weer af of ze het zullen overleven en betwijfel ik of ze ooit weer bloesem zullen dragen. Maar als de lente aanbreekt, springen de knoppen open en is de sering in fris groen getooid terwijl de appelboom een zee van schitterende, zachtroze bloesem draagt. Ik weet dan dat het een kwestie van tijd is totdat de takken zullen buigen onder een vracht donkerpaarse bloemen en sappige appels. Ieder jaar opnieuw is dat een feest – een wonder van leven en overvloed. Mijn oude bomen zijn ware levenskunstenaars. Zelfs hun beschadigde bast en knokige takken zijn fascinerend mooi. Ze verbergen een rijk innerlijk leven waar wij nauwelijks weet van hebben. Wanneer in huis de centrale verwarming vol aanstaat en de natuur geen teken van leven geeft, wordt binnen in deze bomen de bloei al voorbereid. (…) Ook mensen kennen verschillende seizoenen in hun leven. Het verlies van een geliefd mens, een periode van moeite op het werk of van werkloosheid, een vastgelopen huwelijk, kunnen je het gevoel geven dat de duisternis is ingevallen. Het is als de winter, we rillen van de kou, we snakken naar licht en warmte. Naar herstel, naar leven. De lente dient zich in ons leven aan wanneer we verrast worden door nieuwe hoop en blijdschap. Lente is een tere knop aan de appelboom die de potentie van bloesem en vrucht in zich draagt. Lente is ver-
wondering, en een voorzichtig durven uitzien naar wat gaat komen. Een deur op een kier waardoor de eerste lichtstralen binnenvallen. We kennen soms ook periodes waarin het leven alleen maar vreugde lijkt te brengen. We genieten van een kostbare vriendschap, thuis heersen vrede en harmonie, het gaat goed. Het is de ervaring van een zomer met groene weiden vol bloemen. De ervaring van de zon die je gezicht verwarmt. De herfst dient zich in ons leven aan waneer de lucht betrekt en er wolken verschijnen. Misschien laat onze gezondheid te wensen over, is er sprake van een pijnlijk conflict of zijn we onrechtvaardig behandeld of beschaamd door mensen. Zoals de bomen kaal geworden in de regen staan, staan ook wij voor ons gevoel ongekleed en onbeschut buiten. Hoe kunnen we leren om – net als die twee oude bomen – in de verschillende seizoenen staande te blijven? Hoe kunnen we voorkómen dat we overrompeld en ingepakt worden door herfst en winter? Hoe kunnen we in alle situaties vasthouden aan de hoop op de lente en de vreugde en overvloed van de zomer? We kunnen het waneer we de moed hebben om ons geluk niet te laten afhangen van gunstige omstandigheden en onmiddellijk succes. Wanneer we diep genoeg graven en de stroom van levend water ontdekken. Waneer we daaruit drinken, zullen we ontdekken dat we de kracht ontvangen om in elk seizoen te bloeien. Noor van Haaften Uit: Opnieuw, Novapres – Apeldoorn
25
Geestelijke groei Ds. Dick Langhenkel
Kunnen wachten op God De profeet Habakuk roept ons op te wachten op God! Om dat te kunnen en te blijven doen, in een wereld vol haat, geweld en onrecht, moeten we een rotsvast geloof in de Eeuwige hebben. Niet omdat alles zijn macht ontdekt, maar ondanks alles wat twijfel wekt!
Voor wachten is geen tijd! Onze generatie ervaart wachten als tijdverspilling. Ga maar eens in de rij staan voor de kassa, het ongeduld straalt van de wachtenden af. Kijk maar in het verkeer, een paar seconden wachten voor een stoplicht is voor sommigen al te veel gevraagd. Het niet meer kunnen wachten is niet alleen het gevolg van onze jachtige tijd, het heeft ook alles te maken met onze innerlijke beschaving!
E
gocentrische, zelfzuchtige mensen kunnen niet wachten! Zij hebben immers geen oog voor de noden van anderen. Alles en iedereen moet voor hen opzij, zij hebben haast, zij moeten op tijd zijn, zij hebben aandacht nodig, zij moeten dit of dat product hebben, kortom, ze zijn geheel met zichzelf bezig. Ten diepste lijden ze aan het alleen-opde-wereld-syndroom, waardoor de noden en behoeften van anderen geen enkele rol spelen in hun denken. Rustig kunnen wachten is dan ook een zeldzame eigenschap aan het worden! Vergeet echter niet dat we allemaal deel uitmaken van deze maatschappij. Zelfzucht, ongeduld, jachtige haast, het bedreigt ons allemaal. De geest van deze tijd heeft ons allemaal min of meer besmet en in meerdere of mindere mate te pakken, ook al is de ene mens daar gevoeliger voor dan de andere, niemand ontkomt eraan. Voor we het weten zien we de splinter van de haast in het leven van anderen, terwijl we blind zijn voor de balk van de haast in ons eigen leven. In de Bijbel wordt veel gesproken over de noodzaak van het wachten op God. Het is een thema dat bijvoorbeeld steeds weer terugkomt in de Psalmen. Gemeenschap met God, de ervaring van Gods aanwezig-
26
heid, heeft alles te maken met wachten op God. Wie de kunst van het wachten op God niet verstaat, zal weinig of niets van Gods tegenwoordigheid in zijn of haar leven bespeuren. De huidige godsverduistering, waar zo veel over gesproken en geschreven wordt, heeft alles te maken met ons huidige jachtige leven en ons
Egocentrische, zelfzuchtige mensen kunnen niet wachten!
gebrek aan innerlijke beschaving. Zolang we nog van mening zijn dat wachten hetzelfde is als tijdverspilling, zullen we nooit echt wachten op God. De oproep van de profeet Habakuk is dan tot dovemansoren gericht.
Wachten op God Dat wachten op God niet populair is, blijkt onder andere uit het feit dat er weinig over geschreven en gesproken wordt. Heeft u wel eens een preek over ‘wachten op God’ gehoord? Hoeveel titels van boeken kent u over dit onderwerp? Ik ken slechts één boekje over dit thema: Wach-
27
Geestelijke groei
ten op God, honderd jaar geleden geschreven door ds. Andrew Murray. Dit boekje opende mij de ogen voor de noodzaak van het wachten op God! Het waren de bijbelstudies van ds. A. Murray, waar ik voor het eerst leerde, wat dit wachten precies inhoudt, want ook in mijn denken stond wachten, dus ook wachten op God, gelijk aan tijdverspilling.
Wie de kunst van het wachten op God niet verstaat, zal weinig of niets van Gods tegenwoordigheid in zijn of haar leven bespeuren. Pas toen ik legerpredikant werd, is de noodzaak van het wachten op God dieper tot mij doorgedrongen. Door de vele bezoeken aan wachtlopende soldaten, ben ik de noodzaak van het wachten op God steeds beter gaan begrijpen. Wachten heeft alles te maken met verwachten! Een soldaat die niets verwacht, valt tijdens de wacht in slaap. Wanneer u niets van God verwacht, zult u nooit kunnen wachten op God! Wachten op God is niet passief, maar actief! Het is een innerlijke, actieve houding van uitzien naar God. Daarom heeft Habakuk het ook over een wachttoren. Wachten op God is eigenlijk niets anders dan een woordeloos bidden. Het is een verschijnen voor Gods aangezicht om dan eens even niet eenzijdig aan het woord zijn. Uiterlijk mag het dan lijken alsof je niets doet, van binnen is de wachtende mens zeer actief, hij ziet immers uit naar Gods tegenwoordigheid. Wachten op God komt je niet aanwaaien, dat moet je leren en oefenen. Ook dat heb ik in het leger van dichtbij meegemaakt. Wachten en wachtlopen moet je leren. Dat vraagt training en oefening. Toen mijn ogen hiervoor opengingen, ben ik
28
daadwerkelijk het wachten op God in praktijk gaan brengen. Ik ben heel bescheiden begonnen met vijf minuten, dat is geleidelijk uitgegroeid tot uren en later tot dagen en nachten. Nu kan ik rustig een uur op God wachten en ook wel een paar dagen en nachten. Ik ga er dan ook elk jaar een paar dagen op uit om te wachten op God. Maar juist dan ontdek ik, hoe zeer ook ik een kind van deze tijd ben, want regelmatig mislukt het, soms kan ik het zelfs niet volhouden of houd ik het uiterlijk wel vol, maar ben ik vanbinnen te onrustig! Maar dat is voor mij geen reden om het op te geven, het bevestigt alleen maar de waarheid, dat wachten op God een oefening is in geduld! Voor mij zal het altijd een opgave blijven, want ik ben van nature een ongeduldig mens.
Gods aanwezigheid Als ik mijn leven overdenk, dan zie ik een relatie tussen mijn wachten op God en mijn godservaring. Al wachtend leerde ik Gods aanwezigheid, maar evenzeer zijn afwezigheid kennen. Immers, de afwezigheid van God kan alleen ervaren worden als we eerst geweten hebben van Gods aanwezigheid. Zo heb ik geleerd dat Gods aanwezigheid en zijn afwezigheid onlosmakelijk bij elkaar horen, immers, het ene kan niet verstaan worden zonder het andere. De pijnlijke ervaring van Gods afwezigheid kan alleen verstaan worden als eerst zijn aanwezigheid tot ons doorgedrongen is. Immers door de kou leren we de warmte waarderen, door de winter de zomer, door de eenzaamheid de vriendschap, door die tegenstellingen leren we de diepte en de rijkdom van het leven verstaan. Zonder die tegenstellingen zou het leven grijs, vlak en kleurloos zijn! Wie dan ook deze tegenstellingen niet aanvaardt, die verwerpt het leven, ook het leven met God, want ook dat berust op diezelfde tegenstellingen. Wie wacht op God, moet erop voorbereid zijn, dat dit kan leiden tot
ontmoeting met God, maar evenzeer kan leiden tot een pijnlijke ervaring van leegte en afwezigheid van God. Wie het wachten op God wil volhouden, moet zich daar dan ook van tevoren geen voorstelling van maken. Wie iets wil afdwingen, of God wil oproepen, is met magie bezig, dat is niets anders dan de zonde van toverij! Wie wacht op God weet niet, sterker nog, moet ook niet willen weten, wat hem of haar te wachten staat! Wachten op God is niets anders dan met verwachting – maar wel met een lege agenda – God tegemoettreden en naar Hem uitzien!
Hem soms grote vragen waarop Hij niet dadelijk antwoord geeft en soms ook nooit. Maar Hij zegt ons wat wij dag voor dag nodig hebben, wat onze persoon voeding en leiding geeft. De genade wordt druppel voor druppel verstrekt. En Hij spreekt tot ieder verschillend. Niets is onaangenamer dan om zich op dit punt met anderen te vergelijken, zich in te beelden dat God dichter bij diegenen is die veel mooie gedachten in hun boekje schrijven. Paul Tournier Uit: Ons masker en wij (slechts antiquarisch te verkrijgen)
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. Lees Psalm 27:14 en Psalm 130:5,6. Probeer deze teksten met eigen woorden weer te geven. 2. Klaagliederen 3:26. Waarom is het moeilijk om ‘stil’ te worden? 3. Lees Habakuk 2:1-4 en 3:17-19. Waardoor blijft de profeet in vertrouwen vooruitzien?
Lage verwachting is vaak een manier waarmee we onszelf beschermen tegen teleurstelling. Een logische manier, wanneer onze verwachting op mensen is gericht of op onszelf of op de dingen van deze wereld. Die stellen ook allemaal vaak teleur. Maar Gods liefde voor ons stelt niet teleur. Nooit! Het is heel bijbels om oog in oog met zonde en gebrokenheid niet naïef en overmoedig te denken in de naam van Jezus het varkentje van het kwaad wel even te wassen, maar taai omhoog kijkend te blijven zeggen: ‘En toch…” (Habakuk 3:18). God is en blijft trouw in zijn liefde, wat er ook gebeurt. Daarom kunnen we de vraag wat wel en wat niet reëel is in onze verwachtingen van God beter vervangen door de vraag of onze verwachting wel werkelijk op God is gericht (Psalm 121; Hebreeën 12:2). Of dat ik met een dubbel hart stiekempjes ook ergens anders heen kijk: naar mijn eigen verlanglijstje; mijn eigen pogingen; de mensen om mij heen; de rijkdom van deze wereld. Als het de bruid in haar liefde werkelijk alleen om Hemzélf te doen is, voelt ze zich vrij om heel veel te verwachten. Want op haar verlanglijstje staat maar één ding: dicht bij Hem zijn, elke dag van haar leven (Psalm 27:4). En al het andere waarop ze hoopt, waarom ze vraagt, is doortrokken van dat ene verlangen. Dat zet de toon van haar bidden, ook als het over heel concrete dingen gaat. Philip Troost Uit: Spiritualiteit van ontvankelijkheid, Kok – Kampen
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info
Dit artikel komt uit Eyeopeners (Boekencentrum – Zoetermeer, 157 pag., € 13,50, ISBN 9789023922933) en is met toestemming van de uitgever overgenomen. Dick Langhenkel is emeritus legerpredikant en een gewaardeerd spreker op mannenconferenties. Van zijn hand verschenen eerder Man naar Gods hart, Geroepen tot man, 50+ Uitdagingen en valkuilen voor senioren.
Citaten
God spreekt tot ons door de stem der klokken en door de stem van de predikant. Hij spreekt tot ons door het zachte ruisen van de wind, zoals tot Elia, of door het rollen van de donder, zoals tot Job. Hij spreekt tot ons door onze eigen gedachten wanneer wij die aan Hem onderwerpen, door ons eigen gevoel, door onze eigen intuïtie. Wij stellen
29
Volharding Jerry Sittser
De invloed van onze gebeden
Gods plan met de geschiedenis is grootser en veelomvattender dan het visioen van de grootste utopist. Gods plan verblindt onze ogen en gaat ons verstand te boven. Ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik met meer inzicht kan bidden doordat ik de heilsgeschiedenis ken. Het is alsof ik over een plattegrond beschik die me de weg wijst op een lange, gevaarlijke reis.
D
e grote lijnen van de heilsgeschiedenis zijn duidelijk genoeg. God schiep de aarde en zei dat die goed was. De wereld was prachtig en harmonieus en helemaal af. Maar Adam en Eva rebelleerden tegen God. Hun opstandigheid leidde tot een kwaadaardig domino-effect dat alles aantastte – de relatie van de mens met God, menselijke relaties onderling, de natuur en zelfs sociale instituties. Daarom ging God aan het werk om de wereld te herstellen, weer heel te maken wat gebroken was en alles weer goed te maken. Hij stelde zijn heilsplan in werking. De belangrijkste kenmerken van het verlossingsverhaal staan opgetekend in de Bijbel.
Visionair Het verlossingsverhaal laat zien hoe we moeten bidden. Het maakt ons duidelijk dat we flexibel, geduldig en – vooral – visionair moeten zijn. Neem het verhaal van Ruth, dat zich afspeelde rond 1100 voor Christus. Naomi en haar man konden hun hoofd financieel niet boven water houden in het door hongersnood geteisterde Betlehem, een klein plaatsje in Israël. Daarom besloten ze naar het buitenland te verhuizen, en wel naar Moab, dat toentertijd vriendschappelijke betrekkingen met Israël had. Daar vestigden ze zich en begonnen ze een nieuw leven. Hun twee jonge zonen groeiden op en trouwden. Naomi ging ervan uit dat ze de rest van haar leven in Moab zou blijven, omringd door haar gezin. Maar toen overleed onverwacht haar man, en vervolgens stierven haar twee
30
zoons. Naomi was verbitterd door haar lot en besloot terug te gaan naar Betlehem om daar haar geluk te beproeven. Zowel in Moab als Betlehem waren haar vooruitzichten somber. Maar ze redeneerde dat als ze dan toch arm en ongelukkig zou worden, dat het beste in haar vaderland kon gebeuren. Ze verbood haar schoondochters met haar mee te reizen, omdat ze wist dat die een betere kans hadden om een man te vinden als ze in Moab bleven. Een van de schoondochters, Orpa, bleef achter. De andere, Ruth, weigerde Naomi te verlaten.
Het verhaal van Ruth leert ons dat we groot moeten denken van ons bidden.
Naomi keerde dus terug naar Betlehem, vergezeld door haar trouwe schoondochter Ruth. Naomi had haar naam ondertussen veranderd in Mara, dat ‘bitter’ betekent. Ze voelde zich volslagen hopeloos en hulpeloos. Ze vroeg zich af hoe ze zonder man, bezittingen of werk zou kunnen overleven. Om te voorkomen dat ze zouden omkomen van de honger, stuurde ze Ruth de velden in om aren te rapen.
Gods plan Terwijl Ruth op een dag in een veld aan het werk was ontmoette ze Boaz, Hij was een oudere, rijke man en een bloedverwant van Naomi. Hij was zo hoffelijk om Ruth zijn bescherming aan te bieden.
31
Accent Uiteindelijk deed Boaz Ruth een huwelijksaanzoek en trouwden ze met elkaar. Het was waarschijnlijk geen huwelijk dat Ruth graag wilde, maar het was wel een huwelijk dat God wilde. Je zou kunnen zeggen dat God ze aan elkaar had gekoppeld. Ruth raakte zwanger en kreeg een zoon, die ze Obed noemden. Later trouwde ook Obed, en zijn vrouw kreeg een zoon die ze Isaï noemden. Jaren later, lang nadat Ruth en Naomi waren gestorven, trouwde Isaï, en kreeg met zijn vrouw acht zonen. Een van die zoons, David, werd koning over Israël. Maar daarmee was het verhaal nog niet voorbij. Eeuwen later kreeg een van Ruths nakomelingen een zoon die de naam Jezus kreeg en die de Verlosser van de wereld werd.
we groot moeten denken van ons bidden – zo groots als een heldendicht. We moeten onze verbeelding gebruiken en onze ogen openhouden voor aanwijzingen dat God op een merkwaardige manier aan het werk is om de wereld te verlossen. De puriteinse predikant en geestelijk schrijver Cotton Mather stelde dat we pas in de hemel ten volle zullen weten welke invloed onze gebeden hebben gehad. We bidden nu om geloof, en vaak doen we dat in onwetendheid. Alleen God weet hoe het allemaal in elkaar past.
Om over na te denken / gespreksvragen:
Lees het bijbelboek Ruth in z’n geheel. Wat spreekt je aan? Wat leer je ervan voor je eigen leven? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Het verlossingsverhaal laat zien hoe we moeten bidden: flexibel, geduldig en – vooral – visionair. Ruth bekeerde zich tot Naomi’s religie, de religie van Israël. Zoals elke trouwe Israëliet zal Naomi wel gebeden hebben. Bidden moet voor haar een zinloze bezigheid hebben geleken; ongeveer net zo effectief als het doen van een wens wanneer je een vallende ster ziet. Naomi en Ruth moesten veel langer wachten dan achttien uur voordat hun gebeden werden verhoord. Het verhaal liep in elk geval goed af. Naomi bouwde weer een leven op, Ruth kreeg een man, Boaz kreeg een vrouw, en ze kregen een baby. Toch was dat niet het einde van het verhaal. Het duurde eeuwen voordat het slot kwam. Ruth had er geen idee van wat haar te wachten stond, ze had geen besef van Gods plan met de verlossing van de wereld en ze wist niets van Jezus, die desalniettemin voortkwam uit het huwelijk tussen haar en Boaz. Dat was de manier waarop God haar gebed uiteindelijk verhoorde. Het verhaal van Ruth leert ons dat
32
Info
Dit artikel is een gedeelte uit het boek Als God je gebed niet verhoort van Jerry Sittser, Medema – Vaassen, 220 pag., € 14,95, ISBN 9789063534677. Het is met toestemming van de uitgever overgenomen. Door een auto-ongeluk verloor Jerry Sittser in 1991 zijn jongste dochter, zijn vrouw en moeder. Daardoor bleef hij als alleenstaande vader met drie kinderen achter. Zijn boek is de weerslag van een jarenlange persoonlijke worsteling om met deze vragen in het reine te komen.
Citaat
Wanneer gebed in onze ogen niet wordt verhoord, wil dat nog niet zeggen dat het in Gods ogen niet verhoord wordt. Op dezelfde manier betekent het feit dat een gebed op dit moment niet wordt verhoord, niet dat dat gebed komende maand of komend jaar of misschien zelfs volgende eeuw niet verhoord wordt. Jerry Sittser Uit: Als God je gebed niet verhoort, Medema - Vaassen
Vleugelen als arenden “Wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden.” (Jesaja 40:31) Als kind wilde ik graag vliegen. Het was na schooltijd of in het weekend mijn favoriete bezigheid om naar een luchthaven te fietsen die een paar kilometer van ons huis vandaan lag, om daar de vliegtuigen te zien landen en opstijgen, die taxiënd en kerend bezig waren op te starten en te parkeren, met knipperende lichten, draaiende motoren en van die mysterieus bewegende delen aan het eind van hun vleugels en staartvlakken die getest moesten worden. Alles wat ze deden fascineerde me hun reuk en lawaai vervulden me met een vreemd plezier en deden me dromen over plaatsen ver weg. Ik kon er niet genoeg van krijgen. Natuurlijk waren het in die tijd hoofdzakelijk oude, dreunende, door propellers voortgedreven, Dakota’s en Constellations (het laatste snufje), maar mij boezemden ze ontzag in. Ze bewogen met een gratie en een kracht die me deden huiveren en om ze in de lucht te zien stijgen en door de wolken te zien rijzen, was adembenemend voor me. Hoe benijdde ik hen die daarin vlogen – de piloten in het bijzonder natuurlijk, maar ook de passagiers. Ik twijfelde er niet aan dat ze sterfelijk waren zoals ik, maar het vliegen gaf hun speciale kwaliteiten. De hemel was net zo goed van hen als de aarde. Als volwassene heb ik vele keren gevlogen, op veel grotere hoogten en met grotere snelheden dan hen die ik als kind benijdde. Maar over het geheel haalde de ervaring het niet bij de verwachtingen die ik ervan had. Vaker
wel dan niet wist ik mij verkrampt en oncomfortabel met mijn uitgestrekte hals en voelde ik mij teleurgesteld bij de aanblik. Natuurlijk, het gebrul van de motoren deed me nog steeds huiveren. Het heerlijke opstijgen en het door de wolken gaan waren nog steeds wonderbaarlijk Maar na veel reizen vraag ik me af of deze ogenblikken van genot de uren van verveling waard waren waarmee ze onvermijdelijk gepaard gaan. Tenminste, ik vraag me af of er niet een betere manier van vliegen kan zijn. Zoals een adelaar misschien. De vlucht van de adelaar is zuivere magie. Er is geen verkramping, geen ander geluid dan het ruisen van de wind op de vleugels en niets dat het zicht verduistert. Daar is niets geforceerds aan. Het is een geschenk en vertoont in elk stijgen en keren de grootheid en glorie van Zijn Gever. De vraag is: Is zo’n vlucht mogelijk voor u en mij? En het schitterende antwoord dat Jesaja geeft is: Ja, het is mogelijk! De enige eis is dat we ‘hopen op de HERE’, geloven dat Zijn beloften waar zijn en dat Hij voor ons kan en wil doen wat wij uit onszelf niet kunnen. Diegenen die hopen op de HERE, zullen ‘opvaren met vleugelen als arenden’. Barry G. Webb Uit: Jesaja, Novapres – Apeldoorn
33
Bijbelstudie Dr. Billy Graham
Onze laatste bestemming Een van de grootste waarheden uit de Bijbel is dat we niet alleen voor deze wereld bestemd zijn. De dood is niet het einde van het leven, maar de doorgang naar de eeuwigheid. (…) Voor veel mensen is praten over de hemel of een eeuwig leven niet meer dan wishful thinking. “Wat mij betreft, is de hemel niet meer dan een mythe”, schreef een man me. “Ik zou graag willen dat we eeuwig zouden leven, maar als we dood zijn, is dat het einde.” Heeft hij gelijk? Hoe weten we dat de hemel echt bestaat? Onder meer door ons innerlijke verlangen. Feitelijk iedere religie gelooft in een leven na de dood en diep vanbinnen weten we allemaal dat er iets moet zijn na dit leven. Het leven is niet compleet en we verlangen naar de vervulling van ons leven. Waar komt dat universele verlangen vandaan? De Bijbel zegt dat God dat bij ons geïmplanteerd heeft: “Hij heeft de eeuw in hun hart gelegd” (Prediker 3:11,
Omdat de hemel echt bestaat, hebben wij hoop Een van de grootste waarheden uit de Bijbel is dat we niet alleen voor deze wereld bestemd zijn.
“Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij” (Openbaring 21:4).
34
Als beeld Gods kan de mens God kennen en met Hem een relatie hebben.
H
et leven is hard – maar God is goed en de hemel bestaat echt. Aan het eerste deel van die zin twijfelt niemand: het leven is hard. (…) Soms is die hardheid er plotseling en zonder waarschuwing, soms houdt ze ons heel ons leven gezelschap. Het leven bestaat uit vreugde en gelach, maar we weten allemaal dat het vaak een hard gelag is. Verleidingen bestormen ons, mensen stellen ons teleur, ziekte en ouderdom verzwakken ons, rampen en lijden overvallen ons, kwaad en onrechtvaardigheid overmannen ons. Het leven is hard – maar God is goed en de hemel bestaat echt.
NBG51). We zijn voor God geschapen en we verlangen ernaar om voor eeuwig bij Hem te zijn. We kunnen dit onderdrukken of onszelf ervan overtuigen dat dit niet waar is, maar nog altijd hopen we dat de onrechtvaardigheid en het kwaad uit dit leven eens rechtgezet zullen worden. We weten ook dat de hemel echt bestaat door Gods beloften. Van begin tot eind verzekert God ons in de Bijbel dat we geschapen zijn om voor eeuwig met Hem te leven. De psalmist zei: “Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de Heer tot in lengte
35
Bijbelstudie
van dagen” (Psalm 23:6). Ook Job zei: “Ik weet: mijn redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen” (Job 19:25-26). Jezus heeft beloofd: “Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft” (Johannes 11:25). Paulus onderwees: “Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel” (2 Korintiërs 5:1). Maar er is nog een derde reden waardoor we weten dat de hemel echt bestaat: door Christus’ dood en opstanding voor ons. Waarom verliet Jezus de hemelse glorie en kwam Hij op deze door zonde geteisterde wereld? Onder meer om jouw eeuwige verlossing mogelijk te maken. Toen God Adam en Eva schiep, was het zijn bedoeling dat zij voortaan voor altijd met Hem in harmonie zouden leven. Maar Satan
Een van de grootste waarheden uit de Bijbel is dat we niet alleen voor deze wereld bestemd zijn.
was vastbesloten daar verandering in te brengen en met zijn leugens lokte Hij hen weg van God. Toen dat gelukt was, kwam de dood onder de mensen en we zijn slachtoffers, allemaal. Vergeet nooit dat de dood Satans grootste overwinning was. Maar door zijn dood en opstanding, heeft Jezus dit omgekeerd. De Bijbel zegt dat Christus kwam om “te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood” (Hebreeën 2:15). Sta daar eens bij stil: de grootste overwinning van Satan is nu veranderd in een nederlaag! De dood
36
is ter dood gebracht! Geen wonder dat de Bijbel zegt: “Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel? (...) Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft” (1 Korintiërs 15:55,57). (…)
Hoe ziet de hemel eruit? Als de hemel echt bestaat, hoe ziet die er dan uit? Ik heb nog nooit een christen ontmoet die het antwoord op die vraag niet zou willen hebben, ikzelf zou het ook willen weten! Zelfs Jezus’ discipelen vroegen het zich af. Meteen nadat Hij hun over de hemel had onderwezen, protesteerde Tomas: “Wij weten niet eens waar U naartoe gaat” (Johannes 14:5). De Bijbel geeft geen antwoord op al onze vragen over de hemel en hoe die eruit zal zien, omdat de schoonheid van de hemel onze voorstelling te boven gaat. De hemel is de meest volmaakte en mooiste plaats die we ons kunnen inbeelden, maar dan nog meer. Pas in de hemel zullen we precies weten hoe de hemel eruitziet. De schrijver van Openbaring zei, terwijl hij op zoek was naar woorden om de glimp die hij van de hemelse pracht en praal had gezien te beschrijven: “De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen. (...) De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas” (Openbaring 21:11,21). Paulus schreef: “Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben” (1 Korintiërs 13:12). Toch laat de Bijbel ons niet in het duister tasten over de hemel, en alles wat erover gezegd wordt, zou ervoor moeten zorgen dat wij er graag heen willen. Laten we vier waarheden bekijken die de Bijbel ons leert over de hemel en wat daar met ons zal gebeuren.
Voor altijd met God Ten eerste, de Bijbel zegt dat we in de hemel met God zullen zijn. Er is veel in de
hemel, maar het belangrijkste is dat de hemel de plek is waar God woont. Natuurlijk is het zo dat God overal is, maar de hemel is meer dan zomaar een plaats. De hemel is een compleet andere dimensie van het zijn en God is daar, met Christus aan zijn rechterhand. De Bijbel zegt: “Wij zullen altijd met de Here wezen” (1 Tessalonicenzen 4:17). Sta er eens bij stil: wij zullen altijd met de Heer wezen! En omdat we met Hem zullen zijn, zullen we volledig veilig zijn tegen alle kwaad. Pijn en lijden zullen ons nooit meer beschadigen, nooit. Een van de meest indrukwekkende passages uit de Bijbel staat in het één na laatste hoofdstuk: “Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij’ (Openbaring 21:3-4).
Uiteindelijk thuis Daaruit volgt een tweede belangrijke waarheid over de hemel: we zullen thuis zijn. Het woord ‘thuis’ betekent verschillende dingen voor verschillende mensen. “Ik zal nooit meer thuiskomen”, schreef een jonge man me nadat hij uitvoerig verteld had over zijn jeugd vol ruzie en mishandeling. En hij voegde eraan toe: “Maar ik wil dat het voor mijn kinderen anders zal zijn. Ik wil dat zij een echt thuis hebben.” Diep vanbinnen wist hij dat ‘thuis’ een plek van geluk en vrede moet zijn, ook al was zijn thuis dat niet geweest. De Bijbel zegt dat deze wereld niet ons laatste thuis is, maar we hebben er wel een en dat is de hemel. De Bijbel noemt ons: “vreemdelingen en bijwoners (...) op aarde” (Hebreeën 11:13) en herinnert ons eraan dat “wij ons burgerrecht in de hemel hebben” (Filippenzen 3:20). De roep van ons hart is als die van Paulus, die zei dat hij het “lichaam liever [wilde] verlaten om
(...) intrek bij de Heer te nemen” (2 Korintiërs 5:8). Van tijd tot tijd staan er overlijdensberichten in onze plaatselijke krant waarin wordt gezegd dat de overledenen ‘naar hun hemelse thuis zijn gegaan’. Ik weet altijd zeker dat zo iemand een christen moet zijn geweest. Thuis is een plek van vrede en vreugde en dat is de hemel ook. Thuis is een plek van liefde en veiligheid en dat is de hemel ook. Thuis ben je welkom en kom je tot rust en dat is in de hemel net zo. De Bijbel zegt: “Wie de rechte weg bewandelt zal rust hebben op zijn sterfbed en de vrede binnengaan” (Jesaja 57:2). Als we in Christus sterven, zullen we voor eeuwig bij Hem thuis zijn. Nog een kleine kanttekening. Soms zeggen mensen tegen me: “Ik weet niet zeker of ik wel naar de hemel wil. Het klinkt zo saai!” Maar wij zullen in de hemel niet verveeld raken, want we hebben een eeuwigheid om Gods rijkdommen te ont-
Het is niet de vraag of er leven na de dood is, de enige vraag is waar we die eeuwigheid zullen doorbrengen.
dekken. De Bijbel zegt ook dat God werk voor ons te doen heeft, want we zullen Hem dienen en met Hem regeren, maar zonder de eentonigheid van ons werk hier (Openbaring 22:3,5).
Voor altijd veranderd Vervolgens vertelt de Bijbel ons dat we in de hemel op Christus zullen lijken. Eens zal Gods plan om ons steeds meer op Christus te doen lijken, voltooid zijn. Want “wij zullen allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt”
37
Bijbelstudie
(1 Korintiërs 15:51-52). Wat betekent dat? Dat betekent in de eerste plaats dat wij nieuwe lichamen zullen krijgen, net zulke lichamen als het opgestane lichaam van Christus. Of ik weet hoe we er in de hemel uit zullen zien? Nee, maar onze nieuwe lichamen zullen volmaakt zijn, onaantastbaar voor alle ziekte en verval. En ze zullen herkenbaar zijn voor de mensen die we op aarde kenden. Onze huidige lichamen zijn besmet met de zonde en “wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn, de verlossing van ons sterfelijk bestaan” (Romeinen 8:23). Eens zal dat wachten voorbij zijn!
Nu worden onze vreugde en vrede getemperd door lijden en ellende, maar dan niet meer.
Het betekent ook dat heel onze natuur veranderd zal worden. Eens zullen we als Christus zijn! Nu hebben we lief op onvolmaakte wijze, dan niet meer. Nu worden onze vreugde en vrede getemperd door lijden en ellende, maar dan niet meer. De Bijbel zegt: “Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is” (1 Johannes 3:2). Wat een prachtige belofte!
Alle dingen zijn nieuw Ten vierde, in de hemel zullen we deel uitmaken van een nieuwe schepping. De zonde heeft niet alleen onze lichamen aangetast, maar heel de schepping. En net zoals wij veranderd zullen worden als Gods koninkrijk volledig gevestigd is, zal de hele schepping veranderd worden,
38
want God zal alle gevolgen van Adams opstand omkeren. In de Bijbel staat dat op die dag “de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt” (Romeinen 8:21). Misschien zag Jesaja dat voor zich toen hij schreef: “Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden” (Jesaja 11:6). Wanneer zal dat gebeuren? De Bijbel zegt dat dat zal gebeuren als Christus terugkomt om zijn heerschappij te vestigen over heel de schepping: “De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op (...). Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Petrus 3:10,13). Toen Jezus was opgevaren naar de hemel aan het eind van zijn leven op aarde, beloofden de engelen aan zijn discipelen: “Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan” (Handelingen 1:11). Jezus waarschuwde: “Jullie moeten ook klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht” (Matteüs 24:44). Maar de terugkeer van Christus kan niet los worden gezien van een andere ernstige waarheid en dat is de belofte van Gods oordeel. Jezus zei: “Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden” (Matteüs 25:31-32). Hij waarschuwt dat degenen die Gods aanbod van verlossing hebben geweigerd, een “eeuwige bestraffing te wachten staat, de rechtvaardigen
daarentegen het eeuwige leven” (Matteüs 25:46). Paulus vertelde aan de wereldse filosofen in Athene dat God “heeft bepaald dat er een dag komt waarop Hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die Hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft Hij geleverd door Hem uit de dood te doen opstaan” (Handelingen 17:31). Hun reactie was vergelijkbaar met die van veel mensen die vandaag horen van het bestaan van Gods oordeel: “Sommigen dreven daar de spot mee, terwijl anderen zeiden: Daarover moet u ons een andere keer nog maar eens vertellen” (Handelingen 17:32). Als we het bestaan van Gods oordeel ontkennen, is dat op eigen risico. Op een dag zal God oordelen iedereen die verantwoordelijk was voor de onrechtvaardigheid en het kwaad in deze wereld. Zij die opzettelijk God hebben geminacht en zijn manier van verlossing door Jezus Christus hebben verworpen, zullen ook geoordeeld worden. En net zoals Gods oordeel werkelijkheid is, zo is ook de plaats die de Bijbel hel noemt werkelijkheid. Net zoals de hemel de uiteindelijke bestemming is voor iedereen die Christus voor zijn verlossing heeft vertrouwd, zo zal de hel (volgens de Bijbel) de uiteindelijke bestemming zijn van iedereen die de door God bepaalde manier van verlossing door Christus verwerpt. Dit is een belangrijke en ernstige waarheid. (…)
Tot die tijd Omdat de hemel echt bestaat, hebben wij hoop: hoop voor de toekomst en hoop voor ons leven vandaag de dag. Wat ons nu ook overkomt, we weten dat dit niet voor altijd zal duren en we hebben de vreugde van de hemel in het vooruitzicht. Paulus schreef: “Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn” (1 Korintiërs 15:19). Maar onze hoop is niet alleen voor dit leven bedoeld! Te midden van de stormen van het leven, is onze hoop op Gods
belofte van de hemel een “betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel” (Hebreeën 6:19).
Laat je niet afleiden of ontmoedigen door de lasten en de moeiten van dit leven, maar houd je ogen sterk gericht op wat God heeft beloofd.
Is de hemel jouw doel? Zie je ernaar uit om daarheen te gaan? Ik in ieder geval wel en ik bid dat dat ook voor jou geldt. Wat een fantastische toekomst heeft God voor ons bereid! Laat je niet afleiden of ontmoedigen door de lasten en de moeiten van dit leven, maar houd je ogen sterk gericht op wat God heeft beloofd voor het eind van de reis: de hemel zelf.
Om over na te denken / gespreksvraag:
Heeft dit artikel nieuwe gedachten over de hemel aangereikt? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk uit De Reis van Billy Graham, 311 pag., € 23,50, ISBN 9789029718509. Het is met toestemming van uitgever Kok – Kampen overgenomen. Billy Graham heeft aan méér mensen persoonlijk het Evangelie verteld, dan wie ook in de wereldgeschiedenis. De wereldberoemde auteur, prediker en evangelist heeft gewerkt op alle continenten en miljoenen mensen zijn opgebouwd door zijn boeken.
39
Geloof en emoties Marij van den Heuvel
Hoe en waar is nieuwe hoop te vinden?
Van wanhoop naar hoop “Zolang er leven is, is er hoop”, zeggen wij tegen elkaar. Hoop op genezing, bedoelen we dan vaak. Toch zou het weleens meer bijbels kunnen zijn om deze uitspraak om te draaien: “Zolang er hoop is, is er leven”. Want wanneer iemand de hoop is kwijtgeraakt, ervaart zo iemand een stukje dood in de wanhoop.
40
V
an karakter is de ene mens meer hoopvol gestemd dan de andere. De een ziet meteen de positieve kant van de zaak, de ander focust op de negatieve zijde. Oók als kind van God. Toch kan het gebeuren dat beide op gegeven moment de hoop verliezen. Soms heel geleidelijk, soms plotsklaps. Hoe kan dit? Het is goed om allereerst te beseffen dat de Bijbel hier heel eerlijk over is. In Psalm 42 is iemand aan het woord die geen
hoop meer heeft. Hij ervaart God als ver weg, mist de steun en bemoediging van mensen en heeft heimwee naar de tijd van ‘erbij horen’. Het is duidelijk dat zijn hele bestaan erbij betrokken is: lichaam, ziel en geest. Blijkbaar is er niet ergens een vergrendelde ruimte met een bordje ‘geestelijk leven’. Als je wanhopig bent zul je doorgaans God niet als dichtbij ervaren. En als je vreselijke pijn doorstaat zul je waarschijnlijk niet roepen: ‘Prijs de Heer!’ De vijf symptomen die in deze psalm worden genoemd zijn heel herkenbaar: huilen, vermoeidheid, emotionele onrust, overweldigd gevoel en gevoelens van afwijzing. Deze verschijnselen zijn te vangen onder de ene paraplu van de wanhoop die geen enkele uitkomst meer ziet. Er is momenteel geen hoop en die zal wel niet meer komen ook... Een heel duidelijke vorm van wanhoop zien we bij iemand die zich in een depressie bevindt. Alle hoop op betere tijden is verdwenen. De totale persoon is in beslag genomen door de wanhoop en van alle lust ontstoken.
IJdele hoop Van nature hoopt ieder kind: op de zorg van moeder, de steun van vader, voedsel, warmte, kleding en veiligheid. Of misschien is het beter om te zeggen dat een kind gewoonweg maar ontvangt wat er wordt gegeven. Iedere ouder probeert het beste te geven van eigen kunnen. En daarmee stuiten we direct op het probleem van de gebrokenheid als realiteit na de zondeval. Want die natuurlijke hoop kan ijdele hoop blijken te zijn, tevergeefs en onvervuld. Moeder is niet écht aanwezig of vader geeft geen steun en bemoediging. En in allerlei varianten tekortgedaan, kan het kind gaan ervaren dat het geen bodem heeft om op te staan. Het zakt weg, met name als zich ook nog eens traumatische gebeurtenissen voordoen. Het wordt gaandeweg steeds moeilijker om zich met andere mensen te verbinden. Toch is die verbon-
denheid van levensbelang en daarom zal het kind op zoek gaan naar mogelijkheden om overeind te blijven.
Mechanische hoop En zo ontstaan de zogenaamde overlevingsmechanismen. Bedoeld om op een eigen manier vorm te geven aan onze behoeften. Het is verbazend hoe creatief wij, mensen, daarin kunnen zijn. Denk
Een heel duidelijke vorm van wanhoop zien we bij iemand die zich in een depressie bevindt. Alle hoop op betere tijden is verdwenen.
aan het meisje dat in fantasie een gelukkig leven leidt of de jongen die overal meteen de leiding neemt. Manieren om terug te vinden wat verloren is gegaan. Op zich heel begrijpelijk en nodig. Maar niet blijvend nodig! Want die helpende mechanismen kunnen op een gegeven moment worden tot knellende banden. Tot patronen die zich blijven herhalen, maar in feite niet meer helpen, maar juist hinderen. Zo kan het meisje met haar fantasie een vrouw geworden zijn die niet met beide benen in de werkelijkheid staat. En de jongen een man geworden zijn die controle uitoefent en niet kwetsbaar kan zijn. En intussen blijkt deze mechanische hoop zomaar tussen de vingers weg te glippen.
Wanhoop Maar wat als de wanhoop toeslaat? En zich bijvoorbeeld een depressie ontwikkelt? Uit eigen ervaring kan ik niet anders dan toegeven dat in zo’n periode niets anders overblijft dan dorheid, doodsheid en hopeloosheid.
41
Geloof en emoties
Je bevindt je dan in de implosieve laag: futloosheid, onvrede, twijfel, zinloosheid, innerlijk verzet. Toch kom je niet zomaar in deze laag terecht. Daarvóór heb je dan in de Impasse gezeten: besluiteloosheid, beklemd gevoel, de wens om te veranderen, maar tegelijkertijd angst daarvoor. En ook in deze Impasse kom je niet zomaar terecht, want deze wordt voor-
Het wordt gaandeweg steeds moeilijker om zich met andere mensen te verbinden.
afgegaan door de Rollenlaag: aangepast gedrag, je best doen, rol-identificatie, gewoontes, voldoen aan verwachtingen. Het komt erop neer dat je niet jezelf bent, niet écht. Je echte Ik, je door God geschapen kern, ligt ondergesneeuwd, misschien zelfs ingevroren. Het zal duidelijk zijn dat dit allemaal gepaard gaat met een diep ongelukkig gevoel. Soms zie je dat aan een ander, soms niet. We zijn in staat ons van buiten anders te presenteren dan we ons vanbinnen voelen. We misleiden de ander en onszelf. Meestal onbewust! Deze wanhoop hebben we uiterst serieus te nemen. En dat is nu juist het probleem. Want als we dat doen gaan we de confrontatie aan met onderliggende problemen, pijn en verwarring. En dat is niet eenvoudig. Zo kan een depressie onder andere het ontvluchten van verwarring en pijn zijn. Op een of andere manier weet je niet hoe je ermee om kunt gaan en de pijn en verwarring kunt doorléven. Want ieder mens krijgt vroeg of laat met pijn te maken. Maar niet ieder mens heeft geleerd dat het mogelijk is om dwars door pijn heen dóór te leven. Een ander aspect van een depressie kan zijn dat zelfveroor-
42
deling toeslaat. En bij veroordeling lijkt het recht op een positief levensgevoel verspeeld. En soms zelfs het recht om te leven. Slechts negatieve boodschappen cirkelen rond in het denken. Juist daarom hebben we elkaar zo hard nodig en vaak ook professionele hulp.
Nieuwe hoop Wanhoop is er in vele gradaties en vele situaties: in huwelijk, vriendschap, werk(loosheid), ziekte, handicap, verlies, geloof. Voor nieuwe hoop is het nodig om de waarheid onder ogen te zien, de waarheid van dit moment en de onderliggende waarheden van ons leven. Dat zie je trouwens ook gebeuren bij de dichter van Psalm 42: hij is heel eerlijk over zijn gevoelens. Maar hij geeft er ook uiting aan, naar zichzelf en naar God! En dat is precies de uitdaging, namelijk om vanuit de Implosieve laag in de Explosieve (Expressieve) laag te geraken: emoties uiten, kramp loslaten, keuzes maken, vrijheid voelen, harnas laten scheuren, willen wat je doet, niet afhankelijk van kritiek van anderen. Heel mooi en aardig, maar gemakkelijker gezegd dan gedaan?! Voor je het weet zit je weer in het ‘moeten’. En dat is niet de bedoeling. Herstel (soms algeheel, soms gedeeltelijk en soms hernieuwd dragen van pijn) is een proces, korter of langer, waarin we niet zonder elkaar en zonder God kunnen. En misschien is dat wel de grootste uitdaging: de ander en de Ander toelaten..! In het gedicht Cocon wordt iets van de strijd verwoord om tevoorschijn te komen met alles wat in ons is (zie pag. 43). Enkele tips: lees goede boeken over herstel, zie eerlijk je eigen vragen (ook over God!) en pijn onder ogen, zoek een gebedspartner om samen naar het Kruis te gaan, zoek veilige mensen om te delen, vraag de heilige Geest om zijn heiliging/ heelheid, zoek een uitingsvorm en denk aan positieve herinneringen. Deze laatste, zei iemand eens, zijn gegeven opdat we rozen kunnen plukken in december.
Expressieve hoop Naar mijn mening hebben we allemaal mogelijkheden gekregen om ons te uiten. En dat is heel persoonlijk: praten, schrijven, tekenen, schilderen, boetseren, sporten, zingen, musiceren, dichten enz. Een van mijn uitingsvormen is het schrijven van gedichten. Voor mijzelf, over mijzelf, voor anderen, over anderen. Het heeft me heel erg geholpen en het heeft mogen resulteren in de bundel God van Herstel. De gedichten zijn gerangschikt onder zeven thema’s: Herstel / Kind / Lichaam / Angst en Depressie / Borderline / Kracht van woorden en Echte ik. Deze bundel mag herkenning, troost en hoop bieden.
Bijbelleessuggesties:
Psalm 42 en 43 Jesaja 12 Johannes 4:4-14
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. Herkent u zich in de psalmist van Psalm 42 en wat raakt u dan vooral? 2. Welke van de genoemde soorten van hoop zijn op u van toepassing? 3. Weet u ook welke uitingsvorm bij u past?
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info Marij van den Heuvel woont met haar man Chris in Huizen. Ze hebben drie volwassen kinderen. Onlangs verscheen haar gedichtenbundel God van Herstel, ISBN 9879086030255, € 9,50, te bestellen via www.lwnederland.nl.
Cocon Klein, klein mensje in je cocon ik wilde dat ik je helpen kon uit je gevangenis te ontsnappen om weer zuivere lucht te happen. Klein, klein mensje ontpop nu maar ik help je met een teder gebaar langzaamaan te voorschijn te komen en niet meer te vluchten in je dromen. Klein, klein mensje worstel en win vlieg uit en maak een nieuw begin! Ontvouw je vleugels mooi en teer de zon zendt haar stralen op jou neer. Klein, klein mensje de warmte en de wind fluisteren zachtjes: jij bent bemind! Op de windstroom van de Geest zul je zijn én ben je geweest. Marij van den Heuvel Uit: God van herstel, Living Waters – Ede
43
Accent
Boeksignalement
Jezus: teken van hoop en toekomst Als kind was Hij al een teken. Toen al werd zichtbaar wat voor leven Hij zou krijgen. Een Man van uitersten zou Hij worden. De ene mens zou hem naar de rand schuiven, naar een stal, een kribbe en een kruis verwijzen; de ander zou komen en in verwondering aanbidden en in een lofzang uitbreken. Toen Hij op de achtste dag zijn naam kreeg, lag daarin zijn hele levenswerk besloten. Jezus moest Hij heten, want een Jezus zou Hij zijn: God redt; de Heer bevrijdt. ‘Want Hij is het, die zijn volk zal redden van hun zonden’, had de engel in een droom tegen Jozef gezegd. Wel, dat heeft Hij geweten. Gered worden van de zonde betekent dat een mens bevrijd wordt uit de beheersing van alle antigoddelijke machten. Van alles wat tegen God en tegen hoop en leven ingaat. Die krachten, die op een bedervende en kapotmakende manier de baas spelen in onze wereld, zijn er uiteraard niet van gediend om te worden dwarsgezeten. De duivel, die in de bijbel ‘de overste van deze wereld’ wordt genoemd, bracht al snel zijn medewerkers in stelling. Hij dacht het hier voor het zeggen te hebben. Hij was er immers telkens weer in geslaagd een wig te drijven tussen God en de mensen. In het begin al, lukte het hem al om wantrouwen te zaaien in het hart van de mensen. Daardoor veranderde hun omgang met God. En dat gebeurde later steeds weer. Wat God ook deed voor zijn volk, trouw was het hooguit even. Het duurde nooit lang, of het vergat God en deed zijn eigen zin. Dit baasje had er dus alle belang bij om te verhinderen dat het nu zou lukken. Nu zette God zichzelf in, in de komst van Jezus. Het zwaarste wapen in de strijd om de mens. Zou het nu lukken om de mensen weer op God te richten? Of zouden
44
zij zelfs nu doof en blind blijven en hun eigen ongeluk blijven zoeken? Hij, die de baas speelde op aarde, maakte zich kennelijk zorgen. Het laatste wat hij wil, is dat mensen uit zijn macht worden bevrijd. Dat Kind moest dus geen kans krijgen. Mensen moesten ‘in hun zonden blijven’ dat wil zeggen: ver van God. De koning werd er voor ingezet. Een dertigtal kinderen werd ervoor vermoord in Betlehem. Maar, zoals bij tirannen meestal het geval is, zij weten niet alles. Hoe goed hun veiligheidsdiensten ook werken, zij grijpen regelmatig mis. Het Kind groeide op, in de rust van een dorp in het Noorden. Een nieuwe poging om toch nog zijn doel te bereiken, deed hij toen Jezus met zijn werk begon (Matteüs 4 en Lucas 4). Jezus weigerde, anders dan Adam, om in te gaan op het verdraaien van de woorden van zijn Vader. Daarmee was het lot van de ‘scheidingmaker’, van hem die uit elkaar wrikt wat bij elkaar hoort, de duivel dus, bezegelt. God en mens konden elkaar weer vinden door Jezus. Een teken was Hij, vanaf het begin. Tot op de dag van vandaag. Immers, nog altijd is het voor ons de vraag waar wij staan. Vertrouwen wij God, of houden we een slag om de arm? Pieter Boomsma Uit: En dan is het maandag, Protestantse Pers – Heerenveen
De complete Bijbelgids De Engelse theoloog Mike Beaumont stelde een boeiende bijbelgids samen. Zijn bedoeling is mensen helpen wegwijs te worden in de Bijbel en de inhoud ervan. Hierbij is theologisch taalgebruik vermeden, waardoor het boek ook geschikt is voor mensen die niet vertrouwd zijn met de Bijbel en het christendom. Het is ook geschikt voor mensen die nog maar pas christen zijn en meer over het geloof willen weten. Het boek is bedoeld als een inleiding op de Bijbel en belicht dus de grote lijnen. Het verhaal wordt min of meer chronologisch verteld. De auteur gaat uit van het geïnspireerde Woord van God en Gods verlangen zichzelf aan de mens bekend te maken als een God van liefde, die het goede voor ogen heeft. Een aanrader voor iedereen die voor zichzelf en anderen zoekt naar een helder hulpmiddel. Ark Media – Amsterdam | 126 pag. € 16,95 | ISBN 9789033818639
Geborgen in liefde Sarah Williams schreef als moeder van twee dochters een eerlijk en openhartig boek over haar derde zwangerschap. Artsen ontdekken tijdens een test en echo dat de baby erg ziek en misvormd is en dat het meisje niet levensvatbaar zou zijn. Het is een enorme klap en de verwijzing naar abortus maakt vertwijfeling los. Gesteund door haar man maken ze toch samen de beslissing het kind te houden, ze wil de zwangerschap uitdragen en in naam van God haar kleine, kwetsbare dochtertje liefhebben, ook al betekende dit een direct afscheid na de geboorte. In haar boek deelt ze gedachten,
gevoelens, strijd, wanhoop, overgave. Ondanks intens verdriet wil ze vertrouwen dat God in alles niet afwezig maar nabij is. Het is ook bijzonder te lezen hoe Sarahs moeder het gezin steunt, hoe ze als echtpaar het samen verwerken en de kinderen opvangen. Ook vrienden en de christelijke gemeenschap spelen een grote rol. Het boek houdt een oproep in om alert te zijn op ‘de maakbaarheid van het leven’ waarbij imperfectie niet geduld wordt, want zijn de kwetsbaren voor God ook niet belangrijk? Plateau – Barneveld | 188 pag. € 13,75 | ISBN 9789058040350
Liefde in levende lijve De auteur, Paul E. Miller, ontwikkelde diverse interactieve bijbelstudies voor gebruik in kleine groepen. Ook dit materiaal maakt hiervan deel uit, waarbij hij het belang benadrukt dat we leren liefhebben zoals Jezus. Aan de hand van veel bijbelse voorbeelden belicht hij hoe Jezus liefhad: concreet en betrokken. Zo blijkt dat Jezus heel bewust naar mensen keek in hun situatie en nood, en naar aanleiding daarvan handelde. Hij zag mensen en werd niet geblokkeerd door oordelende gevoelens of zelfingenomenheid. Hij wilde juist tegemoetkomen en herstellen. Daarbij was Hij wel eerlijk in zijn oordeel en wees Hij op Gods bedoeling voor ons leven. Zelf leefde Hij in volledige afhankelijkheid van God, ook in het volbrengen van zijn opdracht: het tonen van Gods liefde en rechtvaardigheid door te sterven voor onze schuld en op te staan uit de dood. Hij werd hierdoor een brenger van hoop, van nieuw leven en een nieuwe toekomst. Navigator Boeken – Driebergen | 159 pag. € 14,90 | ISBN 9789076596549
45
Overdenking Paul E. Miller
De geboorte van hoop
De zondag na Jezus’ dood hebben de discipelen, doodsbang voor de autoriteiten, zich opgesloten in dezelfde bovenzaal als waar ze hun laatste maaltijd hadden met Jezus. Maar zoetjesaan vragen lichamelijke behoeften om aandacht.
S
ommigen van de vrouwen die Jezus zijn gevolgd bezoeken voor de dageraad het graf, om Jezus’ lichaam met specerijen te zalven. Ze komen daar aan en ontdekken dat de steen verschoven is en de wachters weg zijn. Ze gaan het graf binnen en zien een in het wit geklede jongeman zitten. Hij zegt tegen hen: “Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt” (Lucas 24:5,6). “Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik” (Marcus 16:8), “en berichtten aan de discipelen wat ze gezien hadden, maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet” (Lucas 24:11). Een dood mens kan niet opgewekt worden. Maar Petrus en Johannes, gevolgd door Maria Magdalena, rennen naar het graf. Als ze daar zijn, ziet Petrus de linnen doeken liggen en “hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek.” De mannen keren terug naar huis, maar “Maria stond nog bij het graf en huilde” (Johannes 20:7,11).
Waar is het lichaam? Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. “Waarom huil je?” vroeg Jezus. “Wie zoek je?” Maria dacht dat het de tuinman was en zei: “Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd,
46
dan kan ik hem meenemen. Jezus zei tegen haar: “Maria!” (Johannes 20:14-16). Jezus’ simpele antwoord klinkt zoals Hij is – zo ingehouden en teder. Toen Maria haar naam door Jezus hoorde uitspreken, zei ze: “Rabboeni!” (Dat betekent Meester), en ze klampte zich aan Jezus vast. De laatste keer dat ze Hem uit het oog verloor, namen ze Hem weg. Dat zal haar
In een wereld waarin het getuigenis van een vrouw voor de rechtbank geen waarde heeft, verschijnt Jezus het eerst aan vrouwen.
niet nogmaals overkomen. Maar Jezus heeft iets beters in gedachten: “Houd Me niet vast,” zei Jezus. “Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is” (Johannes 20:17). Als Jezus naar zijn Vader gegaan is, zal de Geest komen, en degenen die geloven vervullen met de persoon van Jezus zelf, en hun leren lief te hebben, om zo te worden als Hij. ‘Zijn’ Vader wordt ‘jullie’ Vader.
47
Overdenking
Allen die geloven kunnen nu de intimiteit voelen die Jezus met zijn Vader had. Dus Jezus zegt tegen zijn ‘zus’ Maria om zijn ‘broers’, de discipelen, te gaan vertellen dat alles in orde is. Als de Vader de Zoon opgewekt heeft, dan is alles anders. Als de dood overwonnen is, dan hebben we reden om lief te hebben en ons leven weg te schenken. Als Jezus leeft, dan kan Hij ons nog verrassen. Hoop is geboren. In een wereld waarin het getuigenis van een vrouw voor de rechtbank geen waarde heeft, verschijnt Jezus het eerst aan vrouwen. Hij houdt nooit op de zwakken en machtelozen lief te hebben en te eren. Als je zou proberen de opstanding te bewijzen aan een publiek ten tijde van de eerste eeuw, zou je nooit vrouwen als getuigen noemen – tenzij het echt zo gebeurd was.
De Levende heeft de dood verzwolgen. Het zaad dat gestorven was, is nu wedergeboren.
Dezelfde persoon – een nieuw lichaam Later op die dag verlaten twee discipelen Jeruzalem en wandelen naar de stad Emmaüs. “Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze Hem niet herkenden.” Zoals Hij vaak doet, begint Jezus met een vraag: “Waar loopt u toch over te praten?” (Lucas 24:15-17). Ze vertellen Hem over Jezus, een profeet van wie ze hadden gedacht dat Hij Israël zou redden, maar die vermoord werd door de heersende macht. Maar ze zijn in de war – vanochtend nog
48
kwamen vrouwen vertellen over een visioen van engelen die zeiden dat Jezus was opgestaan uit de dood. Jezus antwoordt: “Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?” (Lucas 24:25-26). Kun je zijn toon, de cadans van zijn woorden horen? Hij zou gemakkelijk weer op het Meer van Galilea kunnen zijn, en de discipelen een standje geven omdat ze zich zorgen maken over eten. Zijn dynamiek is onveranderd. Als ze aankomen in Emmaüs, neemt Jezus hun uitnodiging voor het eten aan, en terwijl Hij het brood breekt, verdwijnt Hij. Ze haasten zich terug naar Jeruzalem, en plotseling, tijdens hun verslag aan de discipelen... “Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie’. Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. Maar Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? Kijk naar mijn handen en voeten, Ik ben het zelf! Raak Me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat Ik heb.’ Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten. Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg Hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis. Hij nam het aan en at het voor hun ogen op” (Lucas 24:36-43). De opgestane Jezus at brood en had een lichaam, een nieuw lichaam dat kon verschijnen en verdwijnen. Zijn nieuwe, levende lichaam is het begin van een volkomen nieuwe schepping. Bij het graf omschreef de engel Jezus als De Levende. Tegen het einde van Johannes’ leven verschijnt Jezus aan Johannes en gebruikt dan dezelfde omschrijving: “Toen ik Hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar Hij legde zijn rechterhand op me en
zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. Ik ben degene die leeft; Ik was dood, maar Ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk” (Openbaring. 1:17-18). De Levende heeft de dood verzwolgen. Het zaad dat gestorven was, is nu wedergeboren. Aan het kruis heeft Jezus de macht van de zonde verbroken. Bij de opstanding verbrak Jezus de macht van de dood. Beide moeten verbroken worden. Als je alleen het probleem van de zonde oplost, dan zouden we elkaar allemaal liefhebben, maar zou de dood iedere relatie achtervolgen. Als je alleen het probleem van de dood zou oplossen, dan zouden we tot in eeuwigheid in haat leven. De opstanding bevestigde Jezus’ bewering dat zijn dood bedoeld was voor de vergeving van zonden. Vijftig dagen na Pasen, op het Pinksterfeest, vertelde Petrus aan een groep mensen: “Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld” (Handelingen 2:36). Jezus had gezegd: “Ik vergeef zonden. Mijn dood is voor de vergeving van zonden.” De religieuze leiders zeiden: “Alleen God kan dat doen; daarom zult U moeten sterven omdat U godslasterlijk spreekt.” Maar God heeft het laatste woord. Door Jezus op te wekken uit de dood, stelde God zijn Zoon in het gelijk en keerde Hij hun oordeel om: Jezus kan zonden vergeven. Nu staat zijn vergeving klaar voor ieder van ons. Omdat Hij nog leeft, kan Hij tegen ieder van ons zeggen: “Je zonden zijn vergeven. Het verleden is vergeten.”
De littekens van de liefde Maar slechts tien discipelen hadden Jezus gezien – Judas was dood en Tomas ontbrak. De weinige passages over Tomas schetsen een realistische persoon, niet iemand die snel fantastische verhalen zou geloven. Toen Jezus, ondanks doodsbedreigingen, besloot naar Jeruzalem te gaan, zei Tomas tegen de anderen: “Laten
ook wij maar gaan, om met Hem te sterven” (Johannes 11:16). Tomas ziet moedig de feiten onder ogen, maar geeft snel toe aan pessimisme. Bij het Laatste Avondmaal, toen Jezus een allegorie gebruikte om over zijn heengaan te spreken, zei Tomas: “Wij weten niet eens waar U naartoe gaat. Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?” (Johannes 14:5). Spreek niet in dichterlijke taal, Jezus. Laat me nou maar gewoon zien hoe het in elkaar steekt: Hij is volkomen geworteld in de aarde. Tomas is waarschijnlijk nooit voor de gek gehouden, tenminste, niet twee keer. Dus als hij het verhaal hoort van Jezus’ opstanding, spot hij: “‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij.
Omdat Hij nog leeft, kan Hij tegen ieder van ons zeggen: “Je zonden zijn vergeven. Het verleden is vergeten.”
Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei Hij, en daarna richtte Hij zich tot Tomas: Leg je vingers hier en kijk naar Mijn handen, en leg je hand in Mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven’” (Johannes 20:25-29). Jezus zegt niet: “Kijk hoe bijzonder Ik ben omdat Ik opgestaan ben.” Hij zegt: “Kijk naar mijn wonden. Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen (...) maar geloof.” Tomas ziet en gelooft dat het God is die daar voor hem staat. Een gekruisigde
49
Boeksignalement God. De Farizeeën krijgen eindelijk hun teken – een zichtbare bevestiging dat Jezus van God komt. Littekens. De wonden van de liefde. Wat een vreemde God, die niet afzijdig blijft, maar onze wereld binnenkomt en verwond raakt. Door zijn wonden kunnen we Hem zien.
Een vertrouwde Vriend Bij het Laatste Avondmaal beloofde Jezus zijn discipelen dat Hij hen na zijn vertrek niet als wezen achterlaat. “Ik kom bij jullie terug.” Hij beloofde een Bemoediger te sturen – de Geest. “Door jullie bekend te maken wat Hij van Mij heeft, zal Hij Mij eren. Alles wat van de Vader is, is van Mij – daarom heb Ik gezegd dat Hij alles wat Hij jullie bekend zal maken, van Mij heeft” (Johannes 16:14-15). En nadat Hij de discipelen zijn littekens heeft laten zien,
Door de Geest ontvangen we het karakter van Jezus zelf – zijn natuur, zijn hart, zijn dapperheid.
vervult Jezus zijn belofte. Hij zegt tegen zijn discipelen: ‘Zoals de Vader Mij heeft uitgezonden, zo zend Ik jullie uit.’ Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest’ (Johannes 20:21-22). Door de Geest ontvangen we het karakter van Jezus zelf – zijn natuur, zijn hart, zijn dapperheid. Jezus geeft ons een relatie, een innerlijke gids om ons te begeleiden door het labyrint van de liefde. Hij spoort ons aan tot liefde. Dan is de liefde, geen hopeloze, moeizame taak. Met Jezus levend en ‘binnen in hen’ beginnen de discipelen te klinken als hun Meester, wat hun eerder niet was gelukt. Wanneer Petrus en Johannes buiten de tempel lastiggevallen wor-
50
den door een man, richtte [Petrus] “zijn blik op hem, evenals Johannes, en zei: ‘Kijk ons aan.’ De bedelaar keek naar hen op, in de verwachting iets van hen te krijgen. Maar Petrus zei: “Geld heb ik niet, maar wat ik wel heb, geef ik u: in de naam van Jezus Christus van Nazaret, sta op en loop.” Hij pakte hem bij zijn rechterhand om hem overeind te helpen. Onmiddellijk kwam er kracht in zijn voeten en enkels” (Handelingen. 3:4-7). Ze kijken, raken aan, en dan helpen ze. Ze hebben het eindelijk door! Dan ondervragen de religieuze leiders Petrus en Johannes. Tot hun afschuw herkennen ze het vage silhouet van hun oude tegenstander, Jezus. “Toen de leden van het Sanhedrin zagen hoe vrijmoedig Petrus en Johannes optraden en begrepen dat het gewone, ongeletterde mensen waren, stonden ze verbaasd, en ze realiseerden zich dat beiden in Jezus’ gezelschap hadden verkeerd” (Handelingen 4:13). Jezus’ volgelingen beginnen op Jezus te lijken.
Om over na te denken / gespreksvragen:
Denk eens na over de laatste zin van het artikel. Hoe kan Jezus ons van binnenuit steeds meer op Hem laten lijken en wat is onze verantwoordelijkheid hierin? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Studiebijbel Oude en Nieuwe Testament Op een aantal bijbelboeken na is de serie over het Oude en het Nieuwe Testament gereed. Onder eindredactie van dr. M.J. Paul, drs. G. van den Brink en ds. J.C. Bette, werkt een team toegewijde en bekwame mensen aan dit naslag- en studiemateriaal, bedoeld voor geïnteresseerde gemeenteleden en theologen, een goed leesbare vers-voor-versverklaring in grote letters en een toelichting in kleinere letters met veel details. Met aandacht voor inzichten op het gebied van de bijbeluitleg en recente archeologische vondsten. Daarbij krijgt niet alleen het verleden aandacht maar worden er ook lijnen getrokken naar onze tijd en krijgen blijvende beloften voor het volk Israël en de toekomst van de wereld aandacht. Naast de oorspronkelijke grondtaal worden de vijf meest gebruikte Nederlandse vertalingen met elkaar vergeleken. De serie is op basis van de overtuiging dat de Bijbel Gods Woord is. Kijk voor meer informatie voor de aanschaf van de gedrukte of de digitale versie op www. studiebijbel.nl Centrum voor Bijbelonderzoek – Veenendaal | Prijs per deel € 65,-
Wandelen op het water
Info
Dit artikel is een gedeelte uit Liefde in levende lijve van Paul E. Miller, Navigator Boeken – Driebergen, 159 pag., € 14,90, ISBN 9789076596549 en is met toestemming van de uitgever overgenomen. Miller houdt zich bezig met de training van kringleiders en de ontwikkeling van interactieve bijbelstudies voor kleine groepen.
Rolf Robbe, bekend van De Reünie (over een ontmoeting met de leerlingen van Jezus) en de serie Bijnaelke-dagboek, gaat met dit laagdrempelige en toegankelijk geschreven boek in op de navolging van Jezus. De ondertitel
is: reisgids voor christenen. De titel wijst op het voorrecht om met Jezus onderweg te zijn, omdat een leven in vertrouwen op Hem als de opgestane Zoon van God als een wandeling op water gezien kan worden. Hij is een gids die mee op weg gaat, ondanks versperringen. Hij gaat in op aspecten van het leren verstaan van zijn stem en zijn richtlijnen, van het leven in afhankelijkheid, waarbij je openstaat voor inzichten vanuit de praktijk van het leven. Maar ook hoe je kunt terugkeren wanneer je de weg tijdelijk kwijt bent. Kok – Kampen | 157 pag. € 15,90 | ISBN 9789043515252
Trouwen als je vrijheid je lief is Theoloog en predikant Hans Schaeffer (1972) schreef een boeiend boek over het huwelijk waarbij hij de kwetsbaarheid ervan benadrukt. Voor en op de trouwdag worden mooie woorden gesproken maar hoe verder als de praktijk tegenvalt? Citaat: “Christenen zijn niet immuun voor wat er rondom hen veranderd is (…) veel mensen vinden immers dat het huwelijk, van alle sociale en maatschappelijke verbanden, de grootste omslag heeft moeten maken.” De auteur noemt o.a. de impact van de vrouwenbeweging en de rolverdeling tussen man en vrouw in het huwelijk, maar ook de emancipatie van het kind. Ook is de cultuur veranderd in de manier waarop normen en waarden gekozen worden. In zijn boek gaat Schaeffer terug naar de bron van het leven: God de Schepper, die in Christus de mens wil bevrijden en vernieuwen, en de beleving van vrijheid richting wil geven in de huwelijksrelatie. Van Wijnen – Franeker | 159 pag. € 14,75 | ISBN 9789051943344
51
Geloof en lijden Drs. Aad Kamsteeg
Pijn en lijden hebben niet het laatste woord
Drs. Aad Kamsteeg schreef een boek over omgaan met moeite, pijn en lijden: De leeuw is gevaarlijk maar goed. Hij stelt dat verdriet in onze door zonde kapotgemaakte wereld onvermijdelijk is. De vraag is dan ook niet zozeer hoe we lijden kunnen vermijden, maar wel hoe we op lijden en moeite reageren. Hij gaat daarbij te rade bij veel voorbeelden uit de Bijbel, maar vooral bij Jezus’ manier van leven en zijn houding te midden van alle gebrokenheid. Hij bleef in alle aanvechting gericht op de wil van zijn Vader omdat Hij hem liefhad en vertrouwde. De vele voorbeelden in zijn boek geven herkenning en prikkelen tot reflectie. Daarbij klinkt steeds de cruciale vraag door: willen we zelf het middelpunt in onze levensgeschiedenis zijn of is God de hoofdpersoon die in Jezus liet zien dat Hij ons liefheeft en ons tot onze bestemming wil laten komen? Vertrouwen we Hem ondanks onbeantwoorde vragen? Van Wijnen – Franeker | 175 pag. € 14,95 | ISBN 9789051943481
In dit nummer van GROEI staat ‘hoop en verwachting’ centraal. In het recent uitgekomen boek De leeuw is gevaarlijk maar goed, geschreven door drs. Aad Kamsteeg, komt die boodschap van hoop te midden van een onvolmaakte wereld krachtig tot uitdrukking. Het boek gaat in op het omgaan met lijden, moeite en de vele waaromvragen. We hebben als redactie enkele citaten uit het boek overgenomen en stellen de auteur een aantal vragen over de inhoud van zijn boek. Wat was je motivatie om dit boek te schrijven? Laat ik drie samenhangende motieven noemen. De onvermijdelijkheid van gebroken dromen, ook in het leven van oprechte christenen. De sterke neiging in onze hedonistische cultuur om te geloven dat God je voorspoed belooft wanneer je maar goed voor Hem leeft. En ten slotte het geweldige alternatieve antwoord dat de Bijbel geeft op onze vragen over pijn en lijden. Hoe kunnen we God blijven vertrouwen voor ons leven, wanneer we tegelijkertijd terugzien op teleurstellingen, verdriet en beklemmende waaromvragen? Op niet-uitgekomen verwachtingen? Welke hoop geeft dan het Evangelie? Vertrouwen op God is niet gebaseerd op wat ik om mij heen zie: tsunami’s, aidsrampen, verdriet in mijn eigen gezin. Ik vertrouw God omdat Hij zijn eigen Zoon overgaf aan het kruis – “mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” – om ons voor de eeuwigheid te verlossen van zonde, schuld en alle negatieve gevolgen
52
daarvan. Daarom hebben pijn en lijden niet het laatste woord. Wat leerde je zelf over Gods goedheid in het eerlijk omgaan met vragen over het lijden? Zijn er voor jou enkele houvasten? Bijvoorbeeld dat God het toestond dat Psalm 88 in de Bijbel is opgenomen. Daarin hoor je een mens die in feite alleen maar tegen God klaagt. Ja, hoeveel lijden kan een mens eigenlijk aan? “Komt Uw liefde (pas) in het graf ter sprake?” Met andere woorden, kom niet met goedkope reacties. Huil mee met hen die verdriet hebben. Zwijg als de Bijbel zelf niet met antwoorden komt. De Bijbel is heel realistisch over moeite en beproevingen. Ook lezen we over Gods heiligheid en soevereiniteit. Hoe voorkomen we angst in plaats van vertrouwen in God, of afstandelijkheid in plaats van overgave aan zijn leiding? De titel van je boek geeft dit spanningsveld wellicht aan. Kun je hierover iets meer zeggen? Wat de titel betreft, in De Kronieken van Narnia geeft C.S. Lewis precies aan
waarom het gaat. De leeuw Aslan – de Christusfiguur – zegt dat hij gevaarlijk is. Hij belooft niet mij niks te zullen doen als ik besluit hem te volgen. Maar hij laat me ook weten dat ik alleen via hem bij het verrukkelijke water van een heldere rivier zal aankomen. Een andere weg dan de zijne is er niet. De Leeuw zelf ontloopt het lijden niet. Sterker, Hij ondergaat het bewust. En waarom? Om het gif uit mijn tegenwoordige lijden weg te nemen en mij er straks voor altijd van te verlossen. Dat is het plan van God. Voor zo’n God hoef ik geen angst te hebben.
Hoe kunnen we in het verband van de gemeente meer eerlijk en kwetsbaar worden ten opzichte van God en elkaar? Is het geen voorwaarde om vanuit die houding meer voor elkaar te kunnen betekenen? Wat is jouw ervaring? De apostel Jakobus zegt dat we elkaar onze zonden moeten bekennen. Dat betekent dat ik niet alleen tegenover God eerlijk moet zijn over mijn zondige verslaving, tekorten en zwakke kanten. Ik zal er ook met een vertrouwd iemand over moeten kunnen praten. Dat werkt enorm bevrijdend. Want zo wordt nog eens con-
53
Geloof en lijden
creet gemaakt dat we het allemaal voor honderd procent van genade moeten hebben. En zo’n gemeenschappelijke ervaring maakt dat we bijkomstige onderlinge verschillen niet tot hoofdzaken gaan verheffen.
Leven uit genade betekent dat je beseft dat je uit jezelf slechter bent dan je jezelf kunt indenken en tegelijk bij God meer geliefd dan je durft te dromen.
In je bespreking van vragen over het lijden belicht je onder andere gebeurtenissen uit het Oude en het Nieuwe Testament die herkenning kunnen geven en richtlijnen aanreiken. Geef eens een voorbeeld hiervan. Het klassieke voorbeeld is natuurlijk Job. Maar laat ik hier nu eens aan Lea herinneren. Wat een ellende: het lelijke eendje in het gezin, door vader Laban bedrieglijk in het huwelijksbed van Jakob gestopt, een man die niet van haar houdt… En toch. God kijkt naar haar om. Lea wordt via Juda stammoeder van de Messias. Als ik dat van God hoor, krijg ik tranen in de ogen. Wanneer we ons ervan bewust zijn dat God de Hoofdpersoon in ons leven wil zijn – waarbij wij niet langer in het centrum van onze levensgeschiedenis staan – dan is het leren leven uit zijn genade belangrijk, vooral met het oog op ‘heiliging’. Je schrijft: “Heiliging zonder besef van genade leidt tot moralisme: mijn identiteit hangt dan af van mijn geestelijke prestaties”. Wat betekent het om vanuit genade te leven? Persoonlijk en als gemeente? Leven uit genade betekent – zoals Tim Keller terecht zegt – dat je beseft dat je uit jezelf slechter bent dan je jezelf kunt
54
indenken en tegelijk bij God meer geliefd dan je durft te dromen. Dankzij Christus. Van zo’n God ga je houden. Vanuit die liefde groeit het verlangen om in denken en doen op de Here Jezus te gaan lijken. Daarom is het niet: genade plus geestelijk goed je best doen geeft behoud, maar genade geeft behoud en dan kan het niet anders of er volgen goede werken. Je wilt dat God steeds meer de belangrijkste in je leven wordt. Als gemeente moeten we elkaar en aan buitenstaanders duidelijk blijven maken waarom we een God hebben om van te houden.
nen, dat wil zeggen ter wille van Hem persoonlijke offers te brengen. En het mooie is dat de Bijbel tegelijk belooft dat je er niet ongelukkiger van zult worden. Integendeel, Hem volgen, geeft innerlijk geluk en diepe vreugde. Om over na te denken / gespreksvraag: Denk in alle rust na over Matteüs 26:3646, Hebreeën 5:7-10 en Hebreeën 12: 2. Wat lezen we over Jezus’ emoties, strijd en gerichtheid, dwars door alles heen? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
In je boek geef je aandacht aan God die als een bedrogen echtgenoot de liefde van zijn bruid wil winnen. Steeds weer blijkt dat Hij het initiatief neemt. Hoe kan dit ons blijven raken? Vooral wanneer we moeite, eenzaamheid en verwarring ervaren? Als God niet het initiatief nam, was ik nooit tot geloof gekomen, zou ik bij eigen falen moedeloos worden over mijn toekomst en zou ik midden in alle verwarring en moeiten in de wereld gaan twijfelen aan de komst van de hemel en de nieuwe aarde. Maar mijn zekerheid zal dan ook niet liggen in de vastheid van mijn geloofsinitiatieven, maar in het initiatief dat God in Christus heeft genomen. Wat leren we van Jezus’ volhardende toewijding aan de Vader en de bereidheid zijn liefde en wil in elkaars verlengde te zien? Te denken is aan zijn uitspraak: ‘Uw wil geschiede…’ De Here Jezus hield zoveel van zijn Vader dat Hij ook toen Hij aan de vooravond stond van het grootst mogelijke lijden, bleef vertrouwen dat God precies weet wat het beste is met het oog op de komst van zijn koninkrijk. We kunnen daaruit leren dat je pas bereid zult zijn je eigen verlangens ondergeschikt te maken aan de wil van God, wanneer je van Hem bent gaan houden. Pas na een bewuste keuze voor Christus zul je – zoals de Bijbel dat noemt – bereid zijn jezelf te verlooche-
Citaten
Waardoor groeide in de tweede en derde eeuw het aantal gelovigen in de vroege christengemeenten onstuimig? Waren zij zo aantrekkelijk om hun maatschappelijk succes? Geen sprake van. Het enige dat die gelovigen te bieden hadden, waren hun moeilijkheden. Ze werden vervolgd, uitgescholden, geminacht. Het evangelie werd als een religieuze nieuwkomer beschouwd. Er was moed voor nodig ervoor uit te komen dat je christen was. (…) In een gezaghebbend Duitse studie van Adolf van Harnack over de opmerkelijke uitbreiding van het vroege christendom worden dan ook heel andere factoren genoemd dan ‘succes’: offervaardigheid, hulp aan weduwen, wezen, zieken, invaliden en verpauperden, zorg voor gevangenen en slaven, voor mensen in noodgebieden, tot en met het organiseren van hun begrafenis. ‘Wij kunnen niet dulden dat het beeld en het scheppingswerk van God ten prooi wordt gegeven aan wilde beesten en vogels… (pag. 46,47). Gelovigen moeten spreken als de Schrift spreekt, maar zouden moeten zwijgen als de Schrift zwijgt. Als God niet uitlegt
waarom bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden, kunnen we maar beter ophouden een verklaring te zoeken (pag. 93). Zoals we bij Psalm 88 constateerden, mogen we blij zijn dat het adres van onze twijfels en woede toch nog God is. Als geen ander zal Hij onze verbale agressie kunnen verklaren en begrijpen. Maar er moet méér gezegd worden. Zullen we later in de hemel goedkeurend te horen krijgen dat we het beeld van Jezus lieten zien toen we God aanklaagden om alle ellende die ons is overkomen? De Here Jezus vroeg zijn Vader in de tuin van Getsemane of er voor Hem geen andere manier was om ons te redden dan door van Hem gescheiden te worden. En aan het kruis riep Hij: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten…?’ Maar beschuldigen deed Hij zijn Vader nooit” (pag. 94). Job heeft tijdens zijn leven nooit geweten waarom al die ellende hem overkwam. Waarom kreeg hij geen antwoord? Misschien omdat de antwoorden buiten Jobs bevattingsvermogen liggen. Misschien omdat onwetendheid beter voor hem is. Misschien omdat God voor eens en altijd wil laten zien dat een mens ook op God kan vertrouwen als hij geen antwoord krijgt (pag. 134). Drs. Aad Kamsteeg Uit De leeuw is gevaarlijk maar goed, Van Wijnen – Franeker
Info Drs. Aad Kamsteeg, voorheen journalist bij het Nederlands Dagblad en oud-hoofdredacteur van CV.Koers, schreef boeken over zowel internationale politieke betrekkingen als geestelijke groei. Voorbeelden zijn: Dit is mijn passie, Hartstocht voor God, Feest van genade (samen met Ronald Westerbeek), uitgaven van De Vuurbaak – Barneveld, en De leeuw is gevaarlijk maar goed, uitgegeven door Van Wijnen – Franeker.
55
Geloof en praktijk Drs. Yme Horjus
Bidden voor mensen die een andere weg zijn opgegaan Er zijn mensen die belangstellen in de laatste woorden van beroemde mensen. Ze vinden het dan interessant om te weten wat zulke beroemde mensen op hun sterfbed hebben gezegd. Ze zijn dan nieuwsgierig welke wijsheden die mensen achterlaten als een soort van geestelijke erfenis. Daar zijn wel boekjes van met hele verzamelingen van zogenaamde ‘laatste woorden’. Ik heb zelf zo’n boekje niet, maar weet wel van het bestaan daarvan.
D
aar zou wat mij betreft ook de passage uit 2 Timoteüs 4:6-22 in mogen staan. Dit is namelijk de laatste brief die Paulus heeft geschreven vanuit zijn laatste gevangenschap in Rome. Hij heeft waarschijnlijk te maken gehad met een veroordeling en wachtte op het moment van zijn terechtstelling. Die brief dateert dus uit de laatste weken of maanden van zijn leven. Dat proef je heel goed in die gedenkwaardige zinnen die Paulus wijdt aan zijn levenseinde: “Mijn bloed wordt al als een offer uitgegoten, het moment waarop ik heenga nadert. Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien” (vers 8).
56
Paulus is aan het afscheid nemen, maar tegelijkertijd blijft hij toch ook de praktische regelaar die wil dat hem nog een
Als het vuur van de vervolging je zo na aan de schenen wordt gelegd dan kan het gebeuren dat het geloof zomaar uit je hart wegdruppelt.
mantel wordt gebracht, die hij ergens heeft laten liggen en ook wil hij nog kunnen beschikken over een paar boeken die voor hem van grote waarde zijn. Maar de evangelieverkondiging heeft nog steeds zijn hart en hij geeft aan Timoteüs door dat Crescens naar Galatië is gegaan, Titus naar Dalmatië en Demas naar Tessalonica.
57
Geloof en praktijk
Hij verheugt zich erover dat, als hij zelf niet meer in staat is nieuwe zendingsgebieden te ontginnen, twee van zijn medewerkers het Evangelie verder de wereld in gaan brengen. Dalmatië is namelijk het gebied van het oude Joegoslavië, dat nu opgedeeld is in een aantal zelfstandige landen. En Galatië is zeer waarschijnlijk niet het gebied in Turkije, waar Paulus
Het liefhebben van deze tegenwoordige wereld is niets anders dan een verloochenen van de zaak van Christus.
al was geweest, maar Frankrijk. Enkele belangrijke handschriften geven namelijk de naam Gallië weer. In de traditie geldt Crescens als de stichter van de kerk te Vienne bij Lyon.
Eenzaam Het moet Paulus deugd hebben gedaan dat het werk van de Heer in de wereld voortgang kreeg. Dat verzacht zijn lijden en eenzaamheid enigszins, want dat Paulus eenzaam was, word je eigenlijk ook wel uit deze verzen gewaar. Je merkt dat tussen de regels door en je proeft het helemaal als hij dan op een zeker moment zegt: “Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan, ze hebben mij allemaal in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend.” In het laatst van zijn leven zou Paulus zich het liefst omringd weten door zijn vrienden en medewerkers, die voor hem als een familie konden zijn die hij als vrijgezel niet had. Dat zou het laatste stukje van zijn leven aanmerkelijk lichter maken. Nu zijn veel van zijn naaste medewerkers en vrienden in het kader van de
58
Grote Opdracht naar allerlei windstreken vertrokken. Daarom vraagt hij Timoteüs in vers 9 snel naar hem toe te komen. In vers 21 herhaalt hij dat nog een keer, nu met de toevoeging dat Timoteüs moet komen voor de winter invalt. Paulus was een mens als wij. Ook hij heeft behoefte aan vriendschap, genegenheid en troost. Maar misschien in het gevoel van eenzaamheid bij Paulus nog het meest veroorzaakt door de werkelijke reden van vertrek bij Demas. Demas heeft niet een nieuw zendingsterrein willen opzoeken, nee, zegt Paulus, hij is naar Tessalonica vertrokken, omdat hij deze wereld heeft liefgekregen. In de vertaling van 1951 stond het zo: “hij heeft de tegenwoordige wereld liefgekregen…” Ik kan me niet anders voorstellen dan dat Paulus dit met zeer grote moeite en met veel verdriet heeft opgeschreven. Daar moet hij hartzeer van hebben gehad.
De wereld liefhebben Sommige mensen zijn er dan als de kippen bij om te zeggen dat we niet te snel de conclusie moeten trekken dat Demas van zijn geloof is afgevallen. Ik denk dat we onszelf maar gauw uit deze droom moeten helpen. De meeste uitleggers zijn het er wel over eens dat de uitdrukking ‘het liefhebben van deze tegenwoordige wereld’ niets anders kan betekenen dan een verloochenen van de zaak van Christus. Laten we er maar geen doekjes om winden: het was gewoon foute boel met het geloof van Demas. Hetzelfde Griekse werkwoord dat in vers 9 met ‘verlaten’ wordt vertaald, wordt in vers 16 weergegeven met ‘in de steek laten’. Dat is dus de gevoelswaarde die het vertrek van Demas bij Paulus heeft teweeggebracht. Paulus voelde zich in de steek gelaten! Want Demas had de tegenwoordige wereld liefgekregen… We kunnen nóg zo proberen de handelwijze van Demas wat op te poetsen, maar
het moet gewoon gezegd worden, dat Demas er de brui aan heeft gegeven. Ik weet niet of het voor Paulus een donderslag bij heldere hemel was of dat hij het heeft zien aankomen. Met andere woorden dat hij het al een tijdje had gemerkt, dat Demas de vreugde van het geloof wat was kwijtgeraakt. Het was ook geen gemakkelijke tijd in Rome gedurende het bewind van keizer Nero, die een christenhater van het zuiverste water was. Als het vuur van de vervolging je zo na aan de schenen wordt gelegd en je moet voor elk woord dat je op straat zegt oppassen, dan kan het zomaar gebeuren dat het geloof zomaar uit je hart wegdruppelt. Natuurlijk heeft Demas niet gezegd: ‘Paulus, ik ga bij je weg, want ik heb de tegenwoordige wereld liefgekregen…’ Nee, hij had zijn excuses, uitvluchten en verontschuldigingen, zoals wij dat dan vaak ook hebben. Misschien heeft hij wel gezegd dat hij nodig weer eens terug moest naar zijn familie in Griekenland. Maar Paulus voelde waar de schoen wrong! Zoiets heb je dan toch wel in de gaten van je naaste medewerker. Dat het gebed van Demas de laatste tijd iets stereotieps kreeg, dat de overtuiging zoekraakte, dat de bezieling er op een zeker moment uit was. Dat merk je met je hart. Dat zie je met je ogen. Paulus heeft dat misschien haarscherp aangevoeld. Zo werd Demas misschien wel de eerste kerkverlater in de kerkgeschiedenis, van wie het met zoveel woorden is opgeschreven.
Kerkverlaters Kerkverlaters zijn er in soorten en maten. Mensen met redenen die we kunnen begrijpen, mensen ook met redenen waar we vraagtekens bij hebben. Sommigen zijn meesters in het neerleggen van de schuldvraag bij anderen. De kerk heeft het gedaan, die dominee van toen heeft ze onheus behandeld, de ouderlingen hebben het pastoraal helemaal laten afweten enzovoort, enzovoort. Verwijten bij de
vleet zonder dat mensen dan te rade gaan bij zichzelf. Toch wil ik ook niet dat wij ons er zo snel van afmaken, want in de manier waarop wij volgelingen van de Heer zijn, gaat soms ook wel eens iets grondig mis… En we gaan lang niet altijd op een goede manier met elkaar om! Soms worden Demassen ook gemaakt! Ik bedoel daarmee dat een lege prediking ook de oorzaak kan zijn van lege kerkbanken. Als de verkondiging niet meer inhoudt dan dat je aardig moet zijn voor
Wat zien onze kinderen van onze liefde voor de Here Jezus? Hoe merken ze dat wij met God wandelen?
alle mensen, waarom zou je dan op een zeker moment nog naar de kerk blijven gaan? Misschien komen de Demassen ook voor in onze eigen familie, in ons eigen gezin. Er zijn broeders en zusters bij wie de vonk van het Evangelie niet is overgeslagen op hun kinderen. Ze hebben er dagelijks verdriet van. En ze vragen zich soms af: wat hebben wij verkeerd gedaan? Waarom hebben onze kinderen de weg naar de Here Jezus en naar de gemeente niet gevonden? Wat zien onze kinderen van onze liefde voor de Here Jezus? Hoe merken ze dat wij met God wandelen? Zijn er momenten dat ze zien dat we worstelen met dingen in de omgang met de Heer en dat ons leven doortrokken is van het verlangen dat we gehoorzaam willen zijn aan zijn wil en geboden? Kortom: houdt u van de Here Jezus en van zijn gemeente en ziet uw kind daar iets van?
Levend geloof Ook is het belangrijk dat de gemeente een thuis voor hen wordt. Dat ze zich veilig en
59
Geloof en praktijk
geborgen voelen in ons kinderwerk. Dat ze op latere leeftijd het jeugdwerk en ook onze diensten ervaren als momenten die er voor hen toe doen. Dat we geen sleur en traditie uitstralen, maar levend geloof dat mensen kan verwarmen. Ik denk wel eens dat we er verkeerd aan doen door onze kinderen bij de gemeente te willen houden. Volgens mij is het niet: hoe houd je de jongeren bij de kerk, maar hoe houd
Als je met je kinderen niet meer over God kunt praten, dan kun je altijd nog wel met God over je kinderen praten!
je de kerk bij de jongeren? Hoe herkennen ze in ons als gemeenteleden toegewijde volgelingen van Jezus Christus die voor Hem willen gaan?
Bid en werk Maar is dan een veilig gezin en een warme gemeente een garantie voor het tot geloof komen van onze kinderen en het op de weg van Jezus houden van onze jongeren? Nee, zeker niet. Het is altijd weer bidden en werken. Bidden dat de Heer hen zal aanraken en vasthouden. En hard werken aan een goede opvoeding, waarbij de liefde en de wijsheid de centrale elementen zijn. Opvoeden is twee dingen: grenzen stellen en ruimte geven. Er zijn helaas verstikkende christelijke gezinnen, waar kinderen niet anders kunnen dan daaruit losbreken. Ze hebben dan wel veel gezien van de sleur en de traditie, maar te weinig van de vreugde en de vrijheid van het geloof. Als kinderen zien dat hun ouders ernst maken met het grenzen stellen én ruimte geven en dat hun ouders dat vanuit de overtuiging van hun hart doen, zal dat bij kinderen landen in hun eigen hart.
60
Ik weet dat ouders en grootouders bidden voor hun kinderen en kleinkinderen die de weg van Demas zijn opgegaan. Dat is ook het beste wat je kunt doen. Er kan namelijk een moment komen dat je met je kinderen niet meer over God kunt praten. Maar als je met je kinderen niet meer over God kunt praten, dan kun je altijd nog wel met God over je kinderen praten! Professor Gunning heeft eens het zo mooi tot uitdrukking gebracht: “God bestuurt de wereld door het gebed van zijn kinderen.” Een prachtige uitspraak! Mag ik dat eens verder uitwerken? Als God de wereld bestuurt door ons gebed, zou Hij dan ook niet onze gebeden willen verhoren als het gaat om onze kinderen, die zich als Demas van hem hebben afgewend? Wordt dit gebed altijd verhoord? Komen alle Demassen dan weer terecht en vinden ze de weg weer terug naar de Heer en de gemeente? Wat weten we uiteindelijk van Demas zelf? Is er iets over hem bekend? De Bijbel zwijgt erover in alle talen. Maar vanuit buitenbijbelse bron zijn er twee overleveringen. De een verhaalt hoe Demas uiteindelijk priester in een heidense tempel in Tessalonica en een bestrijder van de gemeente is geworden. De onverschilligheid is omgeslagen in haat en verbittering.
weet het niet, u weet het niet, alleen God weet het. Laat dat ook onze houding zijn naar onze kinderen die van het Evangelie zijn afgeweken. Laten we het bij God brengen en in zijn handen laten. Hem bidden en het bij Hem laten! Het mag ons dan een grote troost zijn om te weten dat onze Heiland zelf ook tijdens zijn aardse leven heeft ervaren hoe het is om in de steek gelaten te zijn. Dat de discipelen allemaal afhaakten toen Hij onderweg was naar zijn kruis, hoe de een Hem niet meer kende, de ander Hem verloochende en een derde hem zelfs verraadde. Hij is de weg alleen gegaan. Hij heeft de pers alleen getreden. Aan het kruis door God en mensen verlaten. Daarom weet Hij hoe het voelt bij ouders die hun kinderen niet meer de weg van het geloof zien gaan. Ook Hij bidt dan als hogepriester voor hen en ook de Geest pleit met onuitsprekelijke verzuchtingen voor hen. Want het is het diepste verlangen van de Heer dat niemand verloren gaat, maar dat allen tot behoudenis komen.
Om over na te denken / gespreksvraag:
Lees Lucas 22:31 en 34 en Johannes 21:15-17. Wat kunnen wij van Jezus’ houding en actie leren? GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
In een andere traditie zien we een heel andere afloop. Toen hij weer in Tessalonica kwam en de gemeente daar merkte dat hij de andere gelovigen niet opzocht en ook geen brief van Paulus bij zich had, hebben ze niet opgehouden voor hem te bidden en hem op een heel fijnzinnige en tactvolle manier laten weten dat hij altijd welkom was en niet door hen was afgeschreven. Uiteindelijk heeft dat zijn hart weer zacht gemaakt en is hij weer in het spoor van het Evangelie terechtgekomen. Ik hoop dat deze laatste traditie de juiste is geweest in het geval van Demas. Ik
Info Drs. Yme Horjus is voorganger van de Baptistengemeente De Kei in Ede en was voorheen werkzaam als docent en rector aan het Baptisten Seminarium in Bosch en Duin.
Citaat
Om de verlossing die Christus bracht te begrijpen, moeten we op zoek naar haar wortels, die liggen in de omgang van God met Israël. Toen Israël zijn geloof beleed in God als haar redder, getuigde het daarbij van zijn lange geschiedenis vol ervaringen van Gods verlossingswerk. De uittocht uit Egypte en de terugkeer uit de Babylonische ballingschap worden doorgaans verkondigd als daden van verlossing, dingen die God deed om de veiligheid en het welzijn van zijn volk te verzekeren. De psalmist riep Israël op om God te prijzen, wiens sterke arm zijn volk bevrijdde (Psalm 77:16).
Het Nieuwe Testament bevestigt opnieuw dit goddelijk handelen en initiatief, maar benadrukt dat deze samenkomen in en gefocust zijn op de persoon van Jezus van Nazaret. Voor het Nieuwe Testament en ook in de kerk door de eeuwen heen, is Jezus het ‘mathematische punt’ (Maarten Luther), waarin de aanwezigheid en bezigheid van God in de wereld zich concentreert. Jazeker, God is bezig en aanwezig door heel zijn schepping heen; toch worden deze bezigheid en aanwezigheid op een beslissende en unieke manier zichtbaar in de persoon van Jezus van Nazaret. De laatste profeet van het Oude Testament eindigt zijn visioen van Gods toekomstige daden met de belofte: “Opeens zal Hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien” (Maleachi 3:1). De God die, door de grote profeten van het Oude Testament, beloofde dat Hij zijn volk zou opzoeken en bevrijden, deed dat door onder hen te komen wonen in Jezus. God ging in onze toestand binnen teneinde hem te veranderen. In plaats van ons te dwingen naar de hemel op te stijgen, daalde Hij uit de hemel neer om ons er zelf naartoe te brengen. Alistair McGrath Uit: Scheur de wolken, kom bevrijden, Kok – Kampen
61
Geloof en praktijk Ds. Harmen van Wijnen
Er is meer dan de wereld om ons heen die ons zo vaak van ons stuk brengt
een dubbel gevoel. Met mijn ‘kinderlijke’ geloof vind ik het prachtig dat Daniël zo stevig in zijn schoenen staat en volledig op God vertrouwt en staande blijft. Maar met mijn ‘volwassen’ geloof heb ik toch wel grote vraagtekens. Als het zo makkelijk gaat kan ik het ook wel.
Realiseren we ons als gelovigen wel voldoende wat onze werkelijke identiteit is?
Leven uit Gods beloften De wonderlijke gebeurtenissen van Daniël in Babel: om te lezen zijn het prachtige verhalen die het goed doen op de zondagsschool en op de kinderclub. Leuke werkvormen en spannende vertelelementen kunnen bij deze verhalen worden gemaakt om de kinderen te laten zien hoe rijk het leven kan zijn vanuit Gods beloften.
62
Toch is er meer over te zeggen dan dat de verhalen van Daniël alleen maar feelgoodverhalen zijn van een stoere gelovige, waar wij alleen maar jaloers op kunnen worden om vervolgens weer door te ploeteren in ons dagelijks (geloofs)leven. Nee, onder deze verhalen van Daniël zit een diepere laag waarin God ons iets wil laten zien. Iets waar wij nu in de 21e eeuw ook echt iets mee kunnen. Wat dit is, proberen we in deze studie te ontdekken aan de hand van een drietal lessen die Daniël ons aanreikt: (1) bewaar je identiteit, (2) luister naar de stem van God en (3) wees gehoorzaam. Maar voordat we verder op zoek gaan naar de diepere betekenis is het aan te raden om het eerste deel van het boek Daniël (Daniël 1-6) nog eens rustig door te lezen. Gewoon als één verhaal achter elkaar.
W
Bewaar je identiteit
Een beetje jaloers word ik er wel van. Als ik de verhalen over Daniël lees. Wat een vertrouwen, wat een geloof en wat een gehoorzaamheid had deze man. En om eerlijk te zijn voel ik me niet alleen een beetje jaloers maar bekruipt mij ook
De eerste les die we mogen leren van Daniël is een les over onze identiteit. Realiseren we ons als gelovigen wel voldoende wat onze werkelijke identiteit is? Augustinus de kerkvader uit de vroege kerk zei het ook al: we zijn burger van twee vaderlanden. Aan de ene kant burger van Gods koninkrijk en aan de andere kant burger van deze wereld. We kunnen ons de vraag stellen waar we onze identiteit aan ontlenen. Aan het burgerschap van het ene
ie wilde er vroeger nu geen Daniël zijn? Volwassen geworden komen we er achter dat het allemaal wel wat anders ligt. We kunnen ons werkelijk afvragen wat mensen die in God willen geloven in de 21e eeuw nu hebben aan deze verhalen over Daniël. Werkt dat nog op deze manier?
63
Geloof en praktijk
vaderland of aan het burgerschap van het andere vaderland? Of aan beide? Daniël was onderdeel van een groep jongemannen van koninklijke of voorname afkomst, lezen we in Daniël 1:3. De koning van Babel was op zoek naar jongemannen die konden dienen aan het hof. De profielschets voor de vacatures aan het hof is helder. Geen lichamelijke gebreken, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis,
De wetten die God heeft gegeven mogen ons beschermen en de weg wijzen en houvast bieden. ontwikkeld en met een scherp verstand. Deze profielschets zegt duidelijk iets over de heersende cultuur in Babel, over de gewenste identiteit in Babel, maar laat ook zien dat er niet veel is veranderd in de loop van de tijd. Blijkbaar voldoet Daniël aan deze profielschets want hij wordt geselecteerd voor het driejarig opleidingsprogramma. Dat moet een hele eer zijn geweest voor Daniël. Dat hij, samen met zijn drie vrienden, de strenge selectie is doorgekomen en als buitenlander blijkbaar ook kan voldoen aan de eisen die gesteld worden aan het hof van Babel. Daar kom je niet zo maar. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Daniël wordt direct geconfronteerd met de vraag wat te doen met die andere identiteit daar aan het hof. Daniël blijft onderdeel van het Joodse volk met de eigen gebruiken, de eigen gewoonten en een eigen God. Maar hoe gaat Daniël om met zijn eigen identiteit in een omgeving waarin een andere identiteit wordt gevraagd? We zouden kunnen denken dat het allemaal wel meevalt daar aan het hof. Je kunt je toch wel enigszins aanpassen in een neutrale omgeving. Je mag toch blij zijn met
64
de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van vereniging. Je mag toch allang blij zijn dat je in je eigen huis je geloof vrij kunt beleven. Moet je dan zo nodig al die wetten overal doorvoeren? Deze vragen kunnen we inderdaad stellen. Maar het verhaal laat zien dat er meer aan de hand is. Daniël krijgt namelijk ook een nieuwe naam: Beltesassar. Letterlijk betekent deze naam: ‘bescherm het leven van de koning’. Terwijl de naam Daniël betekent: ‘God is mijn rechter’ of ook wel ‘God is mijn rechtdoener’. Wie heeft uiteindelijk de macht over ons leven? Dat is de vraag die hier aan de orde is. Ogenschijnlijk stelt het allemaal niet veel voor: een ander menu en een andere naam. Maar deze naamswijzing impliceert een volledige identiteitswisseling. Een volledige ‘reset’. Zover kan het dus gaan als we niet oppassen. Christenen zijn ook burger van twee vaderlanden. We hebben een naam die hoort bij het koninkrijk van God. Een naam die zichtbaar is op ons voorhoofd. Een naam die zichtbaar mag zijn in ons gedrag, ons doen en laten. Een naam die onze identiteit bepaalt. Daniël leert ons vanuit zijn ervaringen aan het hof om deze naam niet snel, nee, om deze naam nooit op te geven. En de wetten dan, die God heeft gegeven? Die mogen ons beschermen en de weg wijzen en houvast bieden. Uiteindelijk zullen deze het beste resultaat opleveren. Met kop en schouders steken de standvastige jongemannen uit Juda uit boven de groep die het intensieve opleidingsprogramma heeft gevolgd.
Luister naar de stem van God Naar wie luisteren we in ons leven? Welke stemmen om ons heen hebben invloed op ons denken en ons handelen? Anders gezegd, welke woorden die om ons heen gesproken worden bepalen de richting van ons leven? Zijn dat stemmen uit ons zelf, stemmen van anderen of horen we
door al die stemmen die op ons af komen ook nog de stem van God in ons leven? Hierover gaat een tweede les die Daniël ons aanreikt. In de verhalen van Daniël die we hebben gelezen, komt dit thema op diverse manieren aan de orde. In de eerste plaats bij koning Nebudkadnessar. Hij heeft gedroomd en is onrustig wakker geworden. Hij heeft stemmen en beelden in zijn droom ontvangen en heeft direct door dat dit niet zomaar een boodschap is. De koning voelt op de een of andere manier aan dat dit niet alleen maar wat gedachten van hemzelf zijn. Er is een hogere macht die blijkbaar iets tegen hem wil zeggen. Dit kan dan volgens Nebudkadnessar ook alleen maar verklaard worden door adviseurs die zelf ook ervaring hebben met deze hogere macht. Adviseurs die zelf in contact staan met die hogere macht. Daarom bouwt de koning een extra test in. Hij vertelt niet wat zijn droom is en vraagt de adviseurs om eerst te vertellen wat hij heeft gedroomd. Zo worden juist die adviseurs geselecteerd die in staat zijn contact te leggen met de hogere macht die blijkbaar iets wil melden aan de koning. Een zwaar selectiecriterium, want bij gebleken ongeschiktheid zal de dood erop volgen. De adviseurs van de koning hebben het al wel door en constateren dat niemand ter wereld deze opdracht kan uitvoeren. ‘Niemand zal het de koning kunnen vertellen, behalve de goden, maar die verkeren niet onder de stervelingen’ is de trieste constatering van de adviseurs van de koning. Op zich is dit ook een goede constatering. Ook de adviseurs van de koning beseffen dat hier meer aan de hand is. De beelden en de stemmen die de koning heeft ontvangen in zijn droom zijn inderdaad van een hogere orde dan mensen kunnen waarnemen. De adviseurs weten dus dat deze stemmen bestaan, maar weten niet hoe deze te verstaan.
Daniël krijgt het ook te horen en aarzelt geen moment. Daniël heeft een antenne voor de stem van God en heeft direct door dat deze beelden en stemmen van God afkomstig zijn. Samen met zijn vrienden bidt hij tot God om de droom te openbaren die de koning heeft gedroomd. God verhoort het gebed en Daniël prijst Gods
Realiseren wij ons wel voldoende hoe krachtig God nog steeds tot ons wil spreken in zijn Woord en door zijn Geest?
grote naam. Vervolgens vertelt Daniël de droom aan de koning en verklaart ook nog de betekenis van deze droom. Deze tweede les van Daniël gaat over het verstaan van Gods stem. Ook wij mogen steeds weer gericht zijn op Gods stem in ons leven. God spreekt nog steeds tot ons, mensen. We hoeven – letterlijk – ‘God zij dank’ niet zo wanhopig te zijn als de adviseurs aan het hof van Nebudkadnessar. Wij hoeven niet uit te roepen dat niemand Gods stem kan verstaan omdat er geen goden verkeren onder de stervelingen. God zelf is in Jezus Christus komen wonen onder de stervelingen. God zelf heeft zich geopenbaard in Jezus Christus. En na zijn hemelvaart, wil Hij nog steeds onder ons wonen door zijn Geest en in zijn Woord. Daniël kreeg een bijzondere openbaring om de stem van God te verstaan. Wij kunnen daar soms wel eens jaloers op worden. Maar realiseren wij ons wel voldoende hoe krachtig God nog steeds tot ons wil spreken in zijn Woord en door zijn Geest? Net als Daniël mogen ook wij erop vertrouwen dat God tot ons spreekt.
Wees gehoorzaam Een derde en laatste les zien we eigenlijk in alle verhalen terug van Daniël en zijn
65
Boeksignalement vrienden: wees gehoorzaam aan God. Uiteindelijk is dat misschien wel het belangrijkste thema van de verhalen van Daniël. De vrienden van Daniël weigeren te buigen voor het gouden beeld dat door koning Nebudkadnessar is gemaakt en waar iedereen voor moet buigen. De vrienden blijven God gehoorzaam en ze worden in de vuuroven geworpen. En Daniël zelf weigert om te stoppen met zijn gebedsritueel wanneer koning Darius een nieuwe wet heeft uitgevaardigd. In deze wet staat geschreven dat niemand voor een periode van dertig dagen iemand anders mag aanbidden dan alleen de koning. Daniël blijft God gehoorzaam en hij wordt in de leeuwenkuil geworpen. Twee voorbeelden, waaruit blijkt dat Daniël en zijn vrienden een vast vertrouwen op God hebben. Ze zullen God gehoorzaam blijven ook al komt de onderdrukking en ook al dreigt de doodstraf. In deze beide verhalen van Daniël en zijn vrienden loopt het goed af. Tot tweemaal toe is er een engel uit de hemel die reddend optreedt. Hieruit mogen we leren dat gehoorzaamheid aan God uiteindelijk altijd beter zal zijn. Hoe moeilijk het soms ook is.
Diepe lessen Het bijbelboek Daniël is een bijzonder boek. De verhalen lijken in eerste instantie spannende kinderverhalen die dankzij de wonderlijke uitreddingen van God door zijn trouwe dienstknecht Daniël steeds goed aflopen. Dit element blijft ook zeker staan. We kunnen onze kinderen niet genoeg blijven vertellen van deze verhalen. Maar we mogen ook leren dat er in deze verhalen diepe lessen schuilen voor een ieder die het kindergeloof is ontgroeid en op een volwassen manier gelooft: vol met twijfel en als een zoektocht. De diepe lessen van Daniël laten zien dat er meer is dan de wereld om ons heen, die ons zo vaak van ons stuk brengt. Een wereld die onze identiteit probeert aan te passen,
66
een wereld die met zoveel luidruchtige stemmen ons leven binnenkomt, een wereld die ons verleidt om te buigen voor de afgoden van deze wereld. Nee, zegt Daniël, nee, zegt Gods Geest door dit bijbelboek heen. Blijf vertrouwen op Gods beloften. Dan zul je nooit alleen staan. Dan toch maar weer een kinderlijk geloof? Jazeker, waarom ook niet. Dat is misschien wel de meest zuivere vorm van geloven. Als kind, vol vertrouwen aan Vaders hand. Vast vetrouwend op zijn beloften.
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. Wat spreekt u aan uit Daniël 1-6? 2. H oe kunt u de lessen uit Daniël in uw eigen leven toepassen?
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info Ds. Harmen van Wijnen (1967) is als directeur van de HGJB en als programmamanager van JOP verantwoordelijk voor het jeugdwerk van de Protestantse Kerk in Nederland. Harmen is in die hoedanigheid ook verbonden aan de generale synode van de Protestantse Kerk als predikant met een bijzondere opdracht. De HGJB en JOP zijn jongerenorganisaties die werken met en voor jongeren in en rondom de gemeenten van de Protestantse Kerk. Voor meer informatie zie www.hgjb.nl en www.jop.nl
Citaat
Is ons christendom nu vervormd? Ja en de voornaamste reden daarvoor is dat we de Nieuwtestamentische twee-werelden visie uit het oog zijn verloren, waarin het volgende leven belangrijker geacht wordt dan het huidige en begrepen wordt dat het leven hier een essentiële voorbereiding en training is voor het leven in het hiernamaals. En ons leven blijft vervormd totdat deze juiste zienswijze op de andere wereld hersteld is. Dr. J. I. Packer Uit: Gods plannen voor jou, Het Zoeklicht – Doorn
Op zoek naar de regenboog Pablo Martínez en Ali Hull schreven een bijzonder boek over verlies en rouwverwerking. Rouwen wordt een lange reis genoemd, waarbij je zicht moet krijgen op een nieuwe toekomst zonder de persoon die je verloren hebt en hunkert naar de situatie die er was. Hoe dan verder? Het boek is mede door het contact met mensen die weten wat lijden en rouw inhoudt geschreven. Het boek bevat advies, informatie, interviews en veel suggesties op lichamelijk, emotioneel, mentaal en geestelijk gebied. Want wat vraagt verwerking van rouwenden en hoe kunnen mensen om hen heen opbouwend helpen? Wat is ‘normale’ rouw en wanneer wordt het ‘abnormaal’ en is meer hulp nodig? De auteurs gaan op veel aspecten in, ook op rouw rondom echtscheiding. Daarom is het van harte aan te bevelen omdat diepgang en grote heldere lijnen samengaan. De schrijfstijl is duidelijk met veel punten die herkenning kunnen geven. Novapres – Hoenderloo | 223 pag. € 13,95 | ISBN 9789063182885
Zending zonder franje Dr. J. Kommers en zijn vrouw schreven een bewogen en doorleefd boek vanuit de praktijk van hun werk op het zendingsveld in Afrika. Maar vooral ook het waarom en hoe van zending krijgt veel aandacht. Wat houdt de bijbelse opdracht in voor de individuele gelovige en voor de gemeente? Wat wordt bedoeld met roeping en welke betekenis heeft gebed in dit alles en gehoorzaamheid aan Gods Woord en opdracht?
Voor iedereen die meer wil ontdekken over de bijbelse betekenis van zending, het persoonlijke getuigenis en de opdracht voor de gemeente in deze tijd, is dit boek, verschenen in de Artios-reeks, een aanrader. Groen – Heerenveen | 158 pag. € 14,95 | ISBN 9789058298454
Je baan en je leven In de serie Christen zijn op de werkvloer verschenen onder eindredactie van Peter Schalk (directeur Reformatorisch Maatschappelijke Unie, RMU) al enkele delen, zoals Dilemma’s op je werk en Je baan en je leven. De serie wil jongeren en ouderen helpen met de vraag hoe je op de plek waar je werkt kunt laten zien wat het betekent om christen te zijn en rekening te houden met bijbelse uitgangspunten. Daarbij wordt ingespeeld op vragen over je eigen functioneren, de relatie met anderen, je plaats en verantwoordelijkheid binnen de samenleving en hoe je verantwoord moet omgaan met middelen en met het milieu. In elke hoofdstuk komen tips, vragen en stellingen aan de orde. Groen – Heerenveen i.s.m. RMU | 83 pag. € 9,95 | ISBN 9789058298478
67
Geloof en relaties Tim Stafford/Ann Kimmel zich op een ongezonde, verkeerde manier ontwikkelen.’ Ik wist dat ze zou gaan huilen en zich mijn woorden erg aan trekken, maar ik wist ook dat onze vriendschap sterk genoeg was om haar op de allereerste plaats te laten beseffen dat ik echt van haar hield. ‘Louise’, vervolgde ik, ‘om zo ver te komen dat Jezus jou in deze wereld kan gebruiken, moet jij uit je schulp kruipen en zaadjes gaan planten. Je moet nu gaan leren relaties met andere mensen op te bouwen en op zoek gaan naar de taak die jij in het leven hebt en daar een begin mee maken.’
Zorg voor elkaar Deze wereld heeft behoefte aan mensen die hoop hebben. Wanneer we zelf leven met hoop willen we dit niet voor onszelf houden. We willen ons uitstrekken naar mensen die in hopeloze situaties leven. Dit kan op veel manieren tot uitdrukking komen. In dit artikel leest u twee voorbeelden hiervan.
“L
ouise was de onzekerste en lelijkste studente die ik heb gekend in de vijf jaar dat ik studentendecaan ben geweest. Natuurlijk waren er wel meer meisjes die niet zo aantrekkelijk waren, maar geen van hen was zo mager en lelijk als Louise. Ze kwam uit een kleine stad en wist zich absoluut geen houding te geven. Volgens mij stond ze me iedere ochtend
68
ergens op te wachten, want ik zat nog niet in mijn werkkamer of ze klopte al op de deur. En ze had mijn aandacht ook nodig, maar er kwam een moment dat ik tegen haar moest zeggen: ‘Louise, je weet dat ik je erg graag mag, en dat zal altijd zo blijven. Maar je moet je niet zo op mij vastleggen. Als je doorgaat met zo afhankelijk van mij te zijn en je wereld zo om mij heen op te bouwen, zal je leven
Louise is het type meisje dat altijd klaar staat om een ander te helpen. Ze kan lekker koken en heel goed naaien. Ze schreef elke week op wat ze zoal had gedaan en liet dat aan mij zien. Ik maakte wat aantekeningen in de kantlijn en gaf het dan weer aan haar terug. Langzaam maar zeker maakte ze vorderingen. Ik liet haar steeds merken dat ik van haar hield, maar bleef haar van me ‘afduwen’. In het studentenhuis, waar ze met een stel andere meisjes woonde, deed ze alles waar de andere meisjes geen zin in hadden. Ze ruimde de keuken op, waar iedereen alles altijd liet staan, vernaaide kleren voor de meisjes, bakte koekjes en maakte zelfs huizen schoon voor mensen die in de buurt van de universiteit woonden. Ze liet op alle mogelijke manieren haar liefde voor haar medemensen merken, waardoor die mensen op hun beurt ook van haar gingen houden. Ze was het soort meisje dat gaf wat ze had. Als je haar zo zag, zou je niet hebben gedacht dat ze later ooit een baan zou krijgen. Het leek hoogst onwaarschijnlijk dat Louise ergens zou worden aangenomen. Zelfs na vier jaar studeren was ze nog hetzelfde onopvallende, onbelangrijke meisje. Maar toen ze eenmaal haar diploma had, kreeg ze kort daarop een
baan! Het valt in deze tijd niet mee om als onderwijzeres aan de slag te komen. Louise zag er bovendien uit of ze nog geen drie leerlingen tegelijk de baas zou kunnen, laat staan een hele klas. Maar toch werd ze aangenomen, en in haar eerste jaar kreeg ze meteen al de leiding over een aantal verschillende leesprogramma’s op zeven verschillende scholen! Ze is geweldig. De leerlingen zijn dol op haar en ze heeft geen enkele moeite met orde houden. De kleine, onopvallende, lelijke, onbekende en onzekere Louise is tot bloei gekomen en heeft zichzelf gevonden. En dat allemaal omdat ze bereid was te geven wat ze had, zonder op applaus te rekenen of dat te ontvangen. Tieners hebben meestal geweldige plan-
Al presteer ik misschien niet veel, het enige dat ik altijd kan doen, is geven wat ik heb.
nen voor wat ze later zullen gaan doen. Maar hoe velen van hen zijn bereid zich hier en nu al voor iets in te zetten? Niet omdat ze daardoor op zekere dag een geweldige baan kunnen krijgen of ‘iemand’ zullen zijn, maar omdat Jezus Christus de Heer is van hun leven en zij daarom doen wat hun hand vindt om te doen. En zonder dat iemand hen aanmoedigt met schouderklopjes of opmerkingen als: ‘Geweldig, hoor!’ Waar zijn de mensen die bereid zijn te zeggen: ‘Ik zal vandaag doen wat ik kan, zelfs als dat soms niet zoveel voorstelt. Vandaag zal ik mijn beste beentje voorzetten, omdat ik echt geloof dat deze houding op zekere dag alle verschil zal uitmaken. Al presteer ik misschien niet veel, het enige dat ik altijd kan doen, is geven wat ik heb.’ Als je alle duizenden doodgewone dagen waarin mensen geven wat ze hebben bij elkaar optelt, maakt dat wel degelijk verschil!”
69
Geloof en relaties Dr. Hans Borst
Slaapt God op donderdag?
Z
e had me gemaild of ik een half uurtje wilde luisteren. Dat wilde ik wel, want uit haar mail bleek dat ze niet goed in haar vel zat. Ik noem haar maar Naomi, omdat ik altijd zo’n eenzaam gevoel krijg bij het lezen van deze vrouw in het boekje Ruth. Naomi zat in haar bekertje koffie te kijken en zei dat ze het zo op prijs stelde dat ik naar haar verhaal wilde luisteren. Ik zei dat ik meer tijd had dan een half uurtje. In bijna twee uur vertelde Naomi vervolgens haar levensverhaal. Ze sprak
Eenzaamheid kent vele verschijningsvormen en is niet zelden gemaskeerd door een lach of een kwinkslag.
over haar kinderjaren, maar ze was nooit kind geweest. Dat kwam door oom Henk. Hij had na de dood van haar vader zijn plaats ingenomen. Hij kwam meestal op donderdag. ’s Avonds als hij moest oppassen vergreep hij zich aan de twaalfjarige Naomi. Zelden had ik met zo’n eenzame vrouw gesproken. Wat maakte haar zo eenzaam? Ze durfde zich met niemand meer te verbinden. Haar leven was getekend door verraad, verraden vertrouwen, door God en mensen. Vooral op donderdag. Vandaar haar vraag: “Hans, slaapt God op donderdag?”
Eenzaamheid Wat had ik moeten antwoorden? Naast een plaatsvervangende schaamte voor
70
alle ‘ooms’ die kinderlevens verwoesten, heb ik nog steeds geen antwoord op de vraag waarom de ene mens nu eenzaam is en de ander niet. In de loop der jaren heb ik talloze mensen ontmoet die leden aan eenzaamheid. Eenzaamheid kent vele verschijningsvormen en is niet zelden gemaskeerd door een lach of een kwinkslag. De wereld achter het masker is onbekend. Het is een land waar maar weinigen de weg weten. Wat is eigenlijk eenzaamheid? Het eerste wat in mij opkomt is dat het een situatie is die je niet hebt gezocht, niet hebt gewild, waar je niet voor hebt gebeden. Eenzaamheid overkomt je meestal. Het is een niet-verbondenzijn met de omgeving, de ander, vaak ook niet meer met de Ander. Ik weet wel dat er mensen zijn die genieten van de eenzaamheid. Ze lopen fluitend met hun rugtas door de bergen of over de grote stille heide, maar ik bedoel de mensen die vaak geen berg en heide meer zien. Velen zijn daadwerkelijk alleen na een verlies van bijvoorbeeld een partner, een kind, een baan, een ideaal. Vaak heeft de eenzame mens daar niet eens woorden voor. We horen zo vaak de woorden op een verdrietige toon: “Overal zie je mensen samen: samen winkelen, samen fietsen, samen slapen, maar ik ben alleen.” In die situatie van niet-verbonden-zijn, ben je vaak ook niet meer met jezelf verbonden. De eenzame mens ziet zichzelf als het ware zitten, lopen, liggen als een ander, soms een vreemdeling.
LAST-principe Eenzaamheid is dus een individuele ervaring. Sommigen noemen het een mengsel van angst en verdriet, wanhoop, uitslui-
ting, machteloosheid. Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen emotionele eenzaamheid (een gebrek aan intieme contacten) en sociale eenzaamheid (een klein sociaal netwerk hebben). Er zijn genoeg definities te vinden, maar waar het om gaat is dat de mens bedoeld is voor de ander. Ik denk dat ieder mens zich wel een tegenover wenst. Zo lees ik de eerste verzen in de Bijbel. Ten onrechte is de aandacht voor eenzaamheid jarenlang vrijwel uitsluitend gericht geweest op de ouder wordende mens. Eenzaamheid kan evenwel in elke levensfase voorkomen. Naomi was net twintig toen ik haar sprak. Haar geluk was gestold, haar dromen gebroken, haar gebeden verstild. In haar ogen las ik een geleefd leven en niet meer de twinkeling van een jonge vrouw die het leven nog voor zich heeft. En van haar kreeg ik dan de vraag, die ik al zo vaak heb gehad, of God wat met haar tragisch levenslot te maken heeft. Zou Hij vanuit de hoge hemel volstrekt willekeurig mensen een grillig lot toedenken? Ik heb het nooit kunnen geloven. Ik geloof wel dat als Hij zó is, ik niet meer de preekstoel zou beklimmen. Ik lees in de Bijbel dat God mensen opzoekt, ontmoet, zich met hen verbindt en hen bevestigt. Of in wat meer technische termen mijn inmiddels beproefde ezelsbruggetje: Ik gebruik vaak het LAST-principe. Dat is geen bestaand woord, maar een afkorting van vier letters die ik ook in die volgorde in mijn hoofd houd als ik met mensen praat. Ik probeer lang te luisteren. Ik gebruik dan de metafoor: “Blijf in de trein zitten. Als je uitstapt raak je de weg en dus de ander kwijt.” Luisteren is ook samen stil zijn,
71
soms de eenzaamheid van de ander even meebeleven (L). Ik probeer goed aan te sluiten. Dat is niet met je eigen verhaal op de proppen komen en het verhaal van de ander pikken (A). Vervolgens probeer ik in een paar woorden samen te vatten. Begrijp ik de ander goed. Hoor ik je zeggen dat...? (S) en tenslotte probeer ik wat terug te geven. Wat? Een vraag of ik mag blijven zitten, verder mag delen in het leven van de ander, iets kan doen, samen iets uit de Bijbel lezen en samen bidden (T).
gen spreken en horen en zelfs ‘wakker’ worden (5:41). Wat ben ik blij dat ik met een ‘wakkere’ God op pad mag. Dat heb ik ook tegen Naomi gezegd. “God slaapt nooit, maar misschien huilt Hij ook wel eens in zijn slaap als Hij droomt over een eenzaam meisje van twaalf dat op donderdagavond hoopt dat oom Henk na het eten in slaap valt.”
Om over na te denken / gespreksvragen:
1. L ees Johannes 13:1-17. Hoe kunnen wij elkaar de voeten wassen? Welke houding is daarbij doorslaggevend? 2. E lkaar bemoedigen en vertrouwen geven gaat ons niet altijd makkelijk af. Waarom niet? Denk eens na over wie u in de komende tijd kunt bemoedigen en eventueel (praktisch) begeleiden. 3. I n het gedeelte van dr. Borst komt de ernst van misbruik naar voren. Juist dán is zorg en aandacht nodig. Wat zegt Hans Borst over luisteren?
God houdt mensen vast Waar heb ik dat geleerd? Misschien wel het meest in gewone gesprekken in ziekenkamers, sterfkamers en cellen. En vooral in spreekkamers waar jonge vrouwen als Naomi, of oudere vrouwen die een leven achter zich hadden als Naomi, mij iets van hun levensgeheimen toevertrouwden. En naarmate ik zelf ouder word ga ik steeds meer de diepte van de verhalen in de Bijbel voelen. Hoe God steeds mensen heeft vastgehouden in de woestijn van hun leven. En als het dan om de Bijbel gaat, hoef ik niet lang naar voorbeelden te zoeken. Lees alleen al de onvergetelijke ontmoetingen in het Evangelie volgens Marcus. Steeds komen eenzame, verwarde, uitgesloten mensen in beeld. De een is gevangen in een gouden kooi (2:13-17), een ander buitengesloten en gedropt op een begraafplaats (5:1-20). Jezus ontfermde zich over een radeloze moeder en haar dochter (7:24-30) en doven deed Hij horen en stommen spreken (7:31-37). Jezus ontmoette mensen, vaak naamloze mensen, die de vraag op hun lippen hebben: ‘Slaapt God?’ Want als Hij toch liefde is, wat we zo vaak horen, hoe kan het dan zijn dat ik, mijn man of vrouw, mijn kind… Velen kunnen daar wel een naam bij invullen. Als we ons verdiepen in de ontmoetingen zien we dat Jezus zich steeds verbindt met mensen en ze allen bevestigt. Ze mogen Hem volgen, ze mogen een nieuw leven leven, ze mo-
72
GROEI – JAARGANG 2009 – NR. 1
Info Het verhaal over Louise is van Ann Kimmel en wordt geciteerd door Tim Stafford in Als ik kijk naar mezelf. Dit boek is al enige tijd niet meer verkrijgbaar. Het artikel over Naomi is een hoofdstuk uit een nieuw boek dat binnenkort zal verschijnen: Zondag ga ik voetballen. Dr. Hans Borst is theoloog, supervisor, coach. Hij heeft een brede ervaring op diverse terreinen van hulpverlening, pastoraat en onderwijs, schreef boeken en artikelen op het terrein van begeleiding, supervisie en pastoraat. Hij is parttimepredikant van de Hervormde Gemeente Veessen, een dorpje 15 km van Zwolle. Daarnaast is hij docent en supervisor aan de pabo van de Christelijke Hogeschool Ede en tevens als deeltijdhoogleraar praktische theologie aan de ETF Leuven verbonden.
Coachen in de kerk Mijn overtuiging is dat coaching een van de belangrijkste onderdelen is van zowel bijbels als eigentijds leiderschap. Ik denk dat het van cruciaal belang is dat gemeenteleiders gaan ontdekken wat ze met een coachende stijl van leidinggeven voor hun gemeente, en voor de mensen daarbuiten, zouden kunnen betekenen. (…) Hoewel het woord ‘coaching’ in de Bijbel niet voorkomt – evenmin als het woord ‘coach’, ‘coaches’, of ‘coachen’ trouwens – is coaching zeer bijbels. Allereerst omdat God het belangrijk vindt dat we optimaal gebruikmaken van onze gaven en talenten. De Heer Jezus vertelt hierover twee keer een indrukwekkend verhaal: de mensen die werk maakten van wat ze hadden gekregen werden rijk voor hun inzet beloond, en de personen die er niets mee hadden gedaan, resoluut veroordeeld. Dat wijst erop dat God er zeer veel aan gelegen is dat we datgene wat we van Hem gekregen hebben, ook benutten. Later zien we bij de apostelen eenzelfde aandacht voor de gaven in de gemeente. Met name Paulus wijst diverse gemeenten op het enorme belang ervan. Als er een gave, een lichaamsdeel niet goed functioneert, lijdt het hele lichaam daaronder, stelt Paulus ondubbelzinnig in 1 Korinthiërs 12:26. Een defect verstoort het hele mechanisme! Een tweede reden waarom coaching bijbels is, is de manier waarop zowel de Heer Jezus als Paulus laten zien hoe zij te werk zijn gegaan bij het opleiden van hun medewerkers. Je ziet in de evangeliën hoe de Heer Jezus zijn volgelingen onderwijst, begeleidt, voorbereidt, uitdaagt, traint, de praktijk in stuurt, met hen de praktijkperioden evalueert en hen stimulerende feedback geeft. Dat is het werk van een coach ten voeten uit. Het drie jaar durende trainingsprogramma van de Heer bevatte eigenlijk alles wat bij goede coaching maar denkbaar is. De Heer werkte vanuit een duidelijke, krachtige, centrale missie, aan de hand van een heldere visie. Hij stelde doelen, zette strategieën uit, bood ondersteuning, lette op persoonlijk functioneren en droeg het werk met een gerust hart aan zijn volgelingen over op het moment dat zijn afscheid gekomen
Accent was. Dat is niets minder dan coachen in het kort. Bij Paulus, gegrepen en gedreven door diezelfde goddelijke missie, was het niet anders. Ook hij had tal van medewerkers om zich heen die hij zowel op zijn bootreizen als tijdens zijn werkzaamheden, alle vorming en ondersteuning gaf die ze nodig hadden om tot grote Godsmannen te kunnen uitgroeien. Het voorbeeld dat en Jezus en Paulus gegeven hebben, heeft vele levens voorgoed veranderd (…). Zo ontdekte Paulus Timotheüs op zijn tweede zendingsreis. Hij zag al gauw dat hij te maken had met een veelbelovende knaap. Paulus nam hem direct onder zijn hoede en leidde hem op tot een gewaardeerde en toegewijde arbeidskracht. Eerst als ondersteunende kracht, later als iemand die het werk zou kunnen overnemen wanneer hij zelf niet meer kon, en weer later als degene aan wie Paulus de fakkel kon overdragen wanneer zijn eigen leven een einde zou nemen. Paulus schreef Timoteüs twee brieven. Bij het lezen van Paulus’ brieven moeten we ons wel realiseren dat hij meer was dan alleen maar een coach; hij was tegelijkertijd ook een door God gestuurde apostel, waardoor hij Goddelijke autoriteit bezat. (...) Leiders vragen elkaar weleens: ‘Wie is jouw Timoteüs? of ‘Heb jij al een Timoteüs? Ze voelen aan dat opleiding door begeleiding noodzakelijk is, ook in het christelijke leven, ook in de gemeente. Alle reden, denk ik, om aan het begin van de eenentwintigste eeuw gebruik te maken van de manier waarop Paulus Timoteüs coachte in het midden van de eerste eeuw. Bennie Sloetjes Uit: Coachen in de kerk, Voorhoeve – Kampen
73
Missionaire gemeenteopbouw Ds. Marius Noorloos
Bouwen met Bestek (slot) Het is opmerkelijk, dat de auteurs van bladen en boeken, waarin het gaat over geestelijke vorming en vernieuwing, zich meestal beperken tot het persoonlijk leven van christenen, terwijl het veel minder gaat over het gezamenlijk leven als geloofsgemeenschap in kerk of gemeente.
Deze eenzijdige aandacht past goed in onze huidige cultuur en samenleving, die wordt gekenmerkt door individualisme, waarin het belang van en dus de aandacht voor ieder persoonlijk centraal staat en ondergeschikt is aan het belang van en de aandacht voor de gemeenschap. Deze eenzijdigheid is echter in strijd met de bijbelse boodschap, waarin individu en gemeenschap in evenwicht zijn. Dat blijkt uit het feit, dat de Israëlieten vaak worden aangesproken als volk, waarmee God een verbond heeft gesloten, terwijl de volgelingen van Jezus hun plaats krijgen in de gemeente als lichaam van Christus. Evenals ledematen pas goed kunnen leven, groeien en functioneren in verbondenheid met een biologisch lichaam, kunnen christenen pas goed leven, groeien en functioneren in verbondenheid met de kerk of gemeente als geestelijk lichaam.
74
Deze parallel heeft Paulus o.a. uitgewerkt in 1 Corintiërs 12 en Efeziërs 4. Daarom wil ik in deze laatste aflevering van deze reeks artikelen aandacht vragen voor het geloofsgesprek en bepleiten, dat ieder gemeentelid hieraan deelneemt en dit gesprek op alle niveaus van het kerkelijk of gemeentelijk leven regelmatig wordt beoefend. Dus niet alleen in gesprekskringen en pastorale contacten, maar ook in kerkenraad en andere organen, die zijn geroepen om leiding te geven aan de opbouw van kerk en gemeente.
Geloofsgesprek Onder het geloofsgesprek versta ik de openhartige omgang met God en met elkaar over Zijn bedoelingen, beloften en opdrachten, zoals die veelvoudig en veelkleurig zijn te vinden in de bijbelse geschriften. Voor de uitleg en toepassing hiervan heeft de kerk als christelijke geloofsgemeenschap zich van meet af aan georiënteerd op Jezus als de unieke vertegenwoordiger van Zijn en onze Vader. Sinds Pinksteren is deze oriëntatie onder leiding van de Heilige Geest verder gegaan in een voortdurend leerproces. Een duidelijke illustratie hiervan is te vinden
in de brieven, die de apostel Johannes in opdracht van de opgestane Heer schrijft aan zeven gemeenten in Klein-Azië (Openbaring 2 en 3). De inhoud verschilt per gemeente, maar allemaal bevatten ze dezelfde opdracht: “Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt”. Opmerkelijk is, dat de brieven niet zijn geadresseerd aan afzonderlijke leden, maar aan hen gezamenlijk als gemeente ofwel als geloofsgemeenschap.
Het goede zaad Deze aansporing vertoont opvallend veel overeenkomst met de boodschap van Jezus in de belangrijke gelijkenis over het zaad (Matteüs 13, Marcus 4 en Lucas 8), die volgens alle drie evangelisten eindigt met vrijwel dezelfde woorden: “Laat wie oren heeft goed luisteren”. Tegelijk maakt Jezus duidelijk, dat het goede zaad van Gods woorden in maar liefst drie van de vier voorbeelden geen vrucht kan dragen, omdat het bij de hoorders niet in goede aarde valt. Hiermee bedoelt Hij, dat ze het niet echt ter harte nemen. Alleen wanneer ze ‘met een goed en eerlijk hart naar het Woord hebben geluisterd, het koesteren en door standvastigheid vrucht dragen’, zoals Lucas (8:15) het formuleert, komt er veel van terecht. Daarom benadrukt Jezus deze manier van Zijn boodschap beluisteren nog eens met de aansporing: “Let er dus op hoe jullie luisteren” (Lucas 18:18a). Dit betekent, dat een eerste vereiste voor een vruchtbaar geloofsgesprek is, dat de deelnemers het Evangelie zo goed mogelijk ter harte willen nemen. Dit blijkt uit de bereidheid het niet alleen aan te horen, maar ook te gehoorzamen.
Eerste voorwaarde Vanwege allerlei vragen, zwakheden en weerstanden, die zich hierbij kunnen voordoen, is het inspirerend voor een goed geloofsgesprek te bidden om de leiding van de Heilige Geest, zoals dat ook een heilzaam gebruik is in verband met het beluisteren van de Heilige Schrift in de kerkdiensten.
Wanneer aan deze eerste voorwaarde wordt voldaan, is er een belangrijke stap gezet om het geloofsgesprek te laten slagen. Daarentegen komt er van een geloofsgesprek weinig of niets terecht, wanneer deze voorwaarde wordt verwaarloosd.
Opzet De volgende stap is het zorgen voor een juiste opzet. Hierbij gaat het om de volgende punten: 1. Een openhartige omgang met God en elkaar komt alleen tot stand via een relationeel proces. Hierin gaat het niet slechts om zakelijke informatie over feiten of standpunten, maar om ontmoetingen tussen God en mensen en tussen mensen onderling. Die komen niet tot stand via conversatie, want dan gaat het vooral over feiten, evenmin via discussie, want dan gaat het alleen over meningen, maar via de dialoog als ontmoeting van hart tot hart. Een dialoog gebeurt namelijk op het diepere niveau van onze gevoelens en ervaringen en hiermee zijn slechts weinig mensen bekend en vertrouwd. Weliswaar wordt het woord gevoel vaak gebruikt in de zin: ‘ik voel, dat jij....’, maar hiermee wordt geen eigen gevoel aangegeven, maar een mening of een indruk over de ánder. Een goede dialoog wordt gekenmerkt door openhartig, aandachtig en zorgvuldig met elkaar praten en naar elkaar luisteren. Die is zowel nodig voor de omgang tussen God en mensen als tussen mensen onderling. Hierbij gaat het alleen om aandacht voor aangename of prettige gevoelens als varianten van blijdschap, maar ook en vooral om aandacht voor de onaangename of moeilijke gevoelens, die twijfel, verdriet, angst of boosheid kenbaar maken. Omdat ook gelovigen hiervan last kunnen hebben, zoals vaak wordt bezongen in de bijbelse klaagliederen, horen deze gevoelens evenzeer ruimte te krijgen in hedendaagse geloofsgesprekken. Hoe belangrijk de dialoog ook is, de bedoeling ervan is niet conversatie of
75
Bouwmaterialen
discussie, inclusief terechte kritiek en verweer daartegen, te vervangen of te verbieden, maar hiervoor een stevige basis te leggen. 2. Omdat de persoonlijke omstandigheden van de deelnemers van grote invloed zijn, is het belangrijk aan het begin van elk gesprek aandacht te besteden aan persoonlijk wel en/of wee. Het is niet de bedoeling dit uitvoerig te bespreken, maar alleen met elkaar te delen. 3. Zoals vermeld in punt 1, is een vruchtbaar geloofsgesprek niet alleen gebaat met een openhartig gesprek óver God, maar ook mét Hem. Behalve via het persoonlijk beantwoorden van het Evangelie, kan hiervoor ook ruimte worden gemaakt door aan het eind van het geloofsgesprek met en voor elkaar te danken en/of te bidden. Omdat veel deelnemers zo’n kringgebed vreemd of bedreigend vinden is het nodig, dat de gespreksleider het uitlegt en duidelijk maakt, dat niemand verplicht is hieraan mee te doen. Wanneer de in deze drie punten geschetste opzet wordt toegepast, komt de inhoud van het geloofsgesprek tot leven en worden de deelnemers er existentieel bij betrokken zodat ze er meestal veel goeds aan beleven. Zonder deze opzet kan het gesprek gemakkelijk blijven steken in verstandelijke beschouwingen, die het hart van de deelnemers niet kunnen verwarmen en hun leven niet echt beïnvloeden.
Hart van de kerk Een biologisch hart pompt voortdurend bloed naar alle delen van het lichaam en zorgt hierdoor voor de nodige voeding, zodat het gezond en goed kan functioneren. Zo laat het regelmatig herhaalde geloofsgesprek als geestelijk hart van de kerk het voedzame Evangelie door al haar delen en leden circuleren. Daarom is het niet alleen van belang, dat gemeenteleden in groepen, bij voorkeur van ongeveer
76
tien deelnemers, met elkaar het geloofsgesprek aangaan, maar dat dit ook regelmatig gebeurt in kerkenraden en andere kerkelijke organen. Hierdoor gaat de kerk op alle niveaus groeien in geloof, hoop en liefde, zodat de saamhorigheid en daarmee de samenwerking worden versterkt. Hierdoor is het zelfs mogelijk, dat verschillen en geschillen niet uitlopen op breuken en brokken, maar worden overbrugd en een verrijking betekenen, omdat men elkaar leert verdragen, zoals Christus ons heeft aanvaard (Romeinen 15:7). Zo’n vitale geloofsgemeenschap is ook aantrekkelijk voor haar omgeving, zoals in de (kerk)geschiedenis met veel voorbeelden is te illustreren. In de loop der jaren ben ik er dan ook steeds meer van overtuigd geraakt, dat het heilzaam is het geloofsgesprek als vast onderdeel van iedere bijeenkomst te blijven behartigen. Meer informatie en instructie is te vinden in mijn boeken Leven uit de Bron en Groeien bij de Bron. Eventueel kan er ook rechtstreeks contact worden opgenomen voor mondeling overleg.
Om over na te denken / gespreksvraag:
Wat is onze ervaring met het geloofsgesprek en hoe kan ik het gesprek en contact zoeken met anderen in mijn gemeente?
Info Ds. Marius Noorloos is consulent voor geloofs- en gemeenteopbouw. Tel. 055-5430284, e-mail:mariusnoorloos@ kpnplanet.nl
Bouwstenen voor je leven Hoe kan je kerk of gemeente een plaats worden waar je samen met anderen de verbondenheid en liefde ervaart waar de Bijbel van spreekt en een plaats waar mensen van buiten zich toe aangetrokken voelen? Het gaat in deze cursus om het gericht zijn naar buiten, maar ook naar binnen. Om de persoonlijke geloofsopbouw zowel als de toerusting als missionaire gemeente.
De cursus heeft inmiddels de volgende modules: - Persoonlijke relatie met God - Groeien in je geloof - De Bijbel - De Heilige Geest - De Gemeente - Getuigen van je geloof (1) - Op weg helpen - Getuigen van je geloof (2) Ga voor informatie naar www.bouwstenenvoorjeleven.nl of bel 0183-402048. Het is een initiatief van Stichting Bouwstenen voor je leven. Een samenwerkingspartner van GROEI.
Service-adressen Verkrijgbaarheid boeken In veel plaatsen zijn christelijke boekwinkels. Daar kunt u ongetwijfeld de boeken vinden die in dit nummer genoemd worden. U kunt uw boeken, CD’s of DVD’s ook bestellen via de IZB Boekhandel in Amersfoort. Telefoon 033-4613225 of
[email protected]. Bent u in de buurt dan is een bezoek aan de IZBboekhandel (J. van Oldenbarneveltlaan 10-12) zeker de moeite waard. Een andere bestelmogelijkheid is verzendboekhandel Johannes Multimedia in Amerongen. Ook daar heeft men een
ruim assortiment in voorraad en kan men alle gewenste boeken ook voor u bestellen. Bel 0343-412857 of email
[email protected] Ark Boekhandel (vroeger BKV) in Driebergen is recent gerenoveerd en biedt belangstellenden de gelegenheid om het ruime assortiment te bekijken. Ook heeft men een afdeling voor gebruikte boeken. Het adres is Hoofdstraat 55. Bel voor informatie 0343-518104 of www.arkboekhandel.nl
Anderstalige materialen EAS-lectuur in Harderwijk is het adres voor bijbels, kinderboeken en bijbelcursussen in 90 talen. Bel voor informatie 0341-417272 of email
[email protected]
Moeite met lezen? Voor mensen die niet op de gebruikelijke manier kunnen lezen (blinden, dyslectisch zijn, door spierziekte of anderszins gehandicapt zijn) is een z.g. daisyspeler leverbaar. Dit apparaat wordt doorgaans vergoed door de zorgverzekeraar. De Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden in Ermelo, tel. 0341-565477, verzorgt daarvoor de aangepaste versie van GROEI. Ook een braille-uitvoering is leverbaar.
77
Missionaire gemeenteopbouw Oswin Ramaker
Ontwikkelingen op het terrein van missionair gemeente-zijn Er verschijnen (vooral in het Engelse taalgebied maar ook in ons land) met een zekere regelmaat boeken over de noodzaak van kerkvernieuwing en missionaire gemeentestichting. Al met al is de oogst inmiddels een flinke stapel boeken geworden.
S
ommige van die boeken willen nadrukkelijk trouw zijn en blijven aan Gods Woord. Maar via sommige van die uitgaven kruipt een virus het denken binnen dat wegleidt van de kern van Gods bedoelingen voor de nieuwtestamentische kerk en gemeente. In het zomernummer van GROEI komen wij uitvoeriger op deze problematiek terug. In ons zoeken naar datgene waarvan wij als christenen in Nederland en België kunnen leren, maakten wij kennis met verschillende recente uitgaven die in ons land tot dusverre onopgemerkt bleven. Wij geven in dit artikel een voorbeeld: het in de Engels sprekende wereld met veel belangstelling ontvangen boek Total Church.
Confessioneel-evangelisch Vanuit de praktijk van hun werk als theologen en voorgangers van grotere en kleinere plaatselijke kerken, schreven Steve Timmis en dr. Tim Chester het bij InterVarsity Press UK en USA verschenen boek Total Church. Timmis en Chester zijn beide
78
Anglicaans voorganger en hebben in hun gemeentewerk een brede confessioneelevangelische oriëntatie. In de dagelijkse praktijk van hun werk werken zij met grotere en kleinere kerken en gemeenten van diverse snit. Zij hebben onder de naam The Crowded House een netwerk aan contacten met gemeentestichters opgebouwd in de hele Engels sprekende wereld (zie www.lifeontheedge.org.uk)
Passie Beide mannen hebben een passie voor gemeentestichting en toerusting. Chester heeft meerdere boeken geschreven en redigeert ook de reeks studiegidsen van nu al bijna dertig afleveringen die onder naam The Good Book Guides zijn verschenen bij The Good Book Company. In hun boek Total Church schrijven de auteurs dat Israël in Deuteronomium 4:6-8 apart gezet en geroepen werd tot een leven van zichtbare heiliging en gehoorzaamheid aan Gods Woord. Maar het volk Israël was niet gehoorzaam aan haar roeping en de zichtbare glorie van God
werd ten onder gehouden door een deken van ongehoorzaamheid. Zo was het ook Gods bedoeling dat de nieuwtestamentische gemeente niet maar iets is wat toevallig zo gegroeid is. Het was iets uit het hart van Gods bedoelingen. Jezus kwam om zich een volk te vormen dat liet zien wat het betekent om onder zijn heerschappij te leven: een glorieuze voorpost van het Koninkrijk van God, een ambassade van de hemel. Een plek waar de wereld kon zien wat het inhoudt om echt mens te zijn. Chester en Timmis stimuleren hun lezers om christelijke gemeenschap te beoefenen op de plaats waar je nu bent. In je huidige kerkelijke situatie. Het gaat er niet alleen om wat in de kerken aan vernieuwing gerealiseerd kan worden, maar ook om de praktijk van het leven van Gods kinderen nu. Zij verwijzen ook vaak naar wat John Stott schrijft in zijn fascinerende vijftigste boek De levende kerk (Ark Media). De kern van wat niet alleen Chester en Timmis schrijven maar wat ook geleerd wordt door de door God geroepen mensen als John Stott, Tim Keller, John Piper, Mark Dever, James Packer en anderen: levende kerken en geloofsgemeenschappen moeten gekenmerkt worden door bijbelse prediking (het Woord van God moet centraal staan) en bijbelse gemeenschap (community). Wij zijn ons er terdege van bewust dat voorwaarde voor een vruchtdragend GROEI-project (het kwartaalmagazine, de website, cursussen en andere materialen) is: in alles de vraag stellen wat leert de Schrift ons en hoe kan Gods Geest door ons als kinderen van God die bijbelse gemeenschap (community) zichtbaar maken.
Emerging church Chester en Timmis maken zich er zorgen over dat in een groot en invloedrijk deel van de z.g. emerging church sprake is van een wegdrijven van bijbelse waarheden. Er ontwikkelt zich een nieuwe theologie die naar hun overtuiging gevaarlijke tendensen in zich meebrengt. Er is wel veel nadruk op community maar minder op gospel-centred (het gericht zijn op wat Gods Woord ons zegt). De balans tussen die twee elementen ontbreekt. Wij raden onze lezers aan om de websites te bezoeken van bewegingen op het gebied van gemeentevernieuwing en het functioneren van missionaire kerken: www.thecrowdedhouse.org www.theporterbrooknetwork.org www.lifeontheedge.org.uk www.redeemer.com
Inspiratie De weblog van Tim Chester (http:// timchester.wordpress.com) is inmiddels voor veel regelmatige bezoekers een (bijna dagelijkse) bron van bemoediging en inspiratie. Belangstellenden kunnen zich opgeven voor de (kosteloze) regelmatige email-updates. The Gospel-Centred Church, de door Timmis en Chester geschreven brochure met het studiemateriaal (voor persoonlijke studie en voor groepsgebruik) wordt door GROEI vertaald en bewerkt en zal D.V. najaar 2009 verschijnen. De Engelse versies van Total Church en The Gospel-Centred Church zijn via info@groei. org verkrijgbaar.
79
Bouwmaterialen
CE-Basispakket nu beschikbaar Wat is Christianity Explored? CE is een korte, informele cursus die in de negentiger jaren in de Londense Anglicaanse All Soul’s kerk werd ontwikkeld om ‘het Evangelie het Evangelie laten brengen’. Door de lezing en verkenning van het Markusevangelie wandelt Jezus vanuit de Schrift met kracht de levens van mensen binnen. CE helpt mensen om drie basisvragen te beantwoorden: Wie is Jezus? Waarom kwam Hij? En wat vraagt Hij van diegenen die Hem willen volgen?
Wat gebeurt er tijdens de cursus? De structuur van elke CE-ontmoeting is eenvoudig en ontspannen: een informele maaltijd, een bijbelstudie, een korte uiteenzetting (of naar keuze een DVD) en een discussie. De deelnemers worden niet bepreekt. Er wordt naar hun vragen geluisterd en (ruim) de tijd genomen om
U kunt nu al beginnen met de CE-basiscursus. Voor elke deelnemer aan de groep is er een Studiegids en voor de kringleider een Studiegids-leiderseditie (de ervaring leert dat het aan te bevelen is om per drie groepsdeelnemers één kringleider te hebben). Meerdere kringen fungeren dan in het verband van een grotere groep. De leider van die grotere groep heeft de beschikking over de handleiding Een CE-cursus organiseren. Naar keuze gebruikt deze groepsleider dan ook de DVD-inleidingen.
Een CE-cursus organiseren Essentieel voor elke kerk of groep die een CEcursus wil organiseren. Geeft praktisch advies over organisatie en promotie e.d. Prijs € 14,95
80
die vragen te bespreken. Van de deelnemers wordt niet verwacht dat zij hardop bidden of bijbelteksten voorlezen, of dat er gezongen wordt. Het gaat erom dat er geconcentreerd aandacht gegeven wordt aan wat Gods Woord te zeggen heeft.
Is CE iets voor mij? Voor ons?
DVD Christianity Explored Met 14 door Rico Tice op tientallen locaties in Engeland gepresenteerde inleidingen. Totaal bijna vier uur boeiend beelden geluidsmateriaal. Nederlands ondertiteld. Ook afzonderlijk bruikbaar en boeiend voor het getuigend gesprek met de ander. Prijs € 14,95
CE is flexibel genoeg om in verschillende omstandigheden en vormen gebruikt te worden. Onder jongeren, in huiskringen, in studentengroepen, in Engeland in pubs en restaurants, in gevangenissen, tijdens vrije uren op het werk, of als huwelijksvoorbereidingscursus. CE biedt een schat aan materiaal voor de voorbereiding van de kringleiders. In detail worden suggesties gegeven voor een zorgvuldige voorbereiding op de CEontmoetingen.
Ontdek!
CE-studiegids leiderseditie
Bovenstaande prijzen gelden als introductieprijzen.
Essentieel voor elke groepsleider. Met uitgebreide inhoudelijke informatie voor de vragenbeantwoording. Plus negen interactieve trainingssessies voor de voorbereiding van de cursusleiding. Prijs € 7,50
CE-deelnemers-studiegids Essentieel voor elke deelnemer. Inclusief een korte introductie op het Markusevangelie en de cursus. Met alle informatie voor de wekelijkse thuisstudie van de CEdeelnemer. Prijs € 5,-
Een heldere uitleg van het christelijk geloof. Geschreven door Rico Tice en Barry Cooper. Een inleidende paperback gebaseerd op de CE-cursus. Het is uitnodigend geschreven en wil de lezer bekendmaken met Jezus. Kan ook gebruikt worden als een opzichzelfstaand middel voor evangelisatie. 132 pagina’s, Prijs € 12,95 ISBN 9789033818561
Binnenkort: Discipleship Explored Een vervolg op CE en een reis door het bijbelboek Filippenzen voor iedereen die wil leren discipel van Jezus te zijn. Het DEpakket bestaat uit een Studiegids-leiderseditie, een Deelnemers-studiegids en een achtdelige DVD-serie (gepresenteerd door Barry Cooper en Nederlands ondertiteld). Ga voor de actuele en uitgebreide informatie over alle bovenstaande materialen en de bestelmogelijkheden naar www. christanityexplored.nl Op deze website beantwoording van veelgestelde vragen, gegevens over CEgroepen in Nederland en België (en waar ook ter wereld). Plus gegevens over CEtrainingsconferenties.
GEZOCHT: CE-starters De landelijke CE-werkgroep (bestaande uit medewerkers van Ark Media en kwartaalmagazine Groei) zoekt naar mogelijkheden voor de start van één of meer CE-kringen in een zo groot mogelijk aantal kerkverbanden e.d. Die kringen kunnen dan als pilot of startgroep fungeren binnen het desbetreffende kerkverband. Waar mogelijk met actieve betrokkenheid van de toerustingscentra van die kerkverbanden. De pilots of startgroepen kunnen ook dienen als proefpolders of leerprojecten voor de meest effectieve vorm van CE-groepen in die kerk- of gemeenteverbanden. Er staan trainingsmogelijkheden gepland voor CE-regioleiders, kerkelijke coördinators en plaatselijke CE-kringleiders. Ga voor informatie naar www. christianityexplored.nl of neem contact op met de CE-werkgroep via info@ groei.org
Het Nederlandstalige CE-project is een initiatief van kwartaalmagazine Groei in samenwerking met Uitgeverij Ark Media, Amsterdam.
Aanbeveling
“Wat ik in Christianity Explored zo waardeer is dat er nadruk wordt gelegd op waarheden die vaak worden veronachtzaamd – zoals de ernst van de zonde, het centrale van het Kruis van Christus, de betekenis van de genade van God en de noodzaak van bekering.” Dr. John Stott, rector-emeritus van de All Soul’s Church, Londen.
81
Voor elke dag Marleen Ramaker
Gebed Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de heilige Geest.
Leven met hoop en verwachting
(een gebed van Paulus uit Romeinen 15:13).
D
oor teleurstelling in mensen, omstandigheden, onszelf en in het leven, kunnen we meer ontmoediging, verwarring, cynisme en apathie ervaren dan hoop. Gebrek aan toekomstverwachting heeft vaak met ons leven hier en nu te maken, maar ook met keuzes en omstandigheden waarin we teleurgesteld zijn. Verder kunnen ervaringen uit het verleden ons leven bestempeld hebben, waardoor we met minder verwachting leven en hoop hebben ingeleverd. God maakt in zijn Woord steeds weer duidelijk dat Hij ons hoop wil geven, dat Hij ons zicht wil geven op een toekomst. De Bijbel is een groot verslag van Gods trouw door de eeuwen heen, waarbij allerlei mensen uit verschillende periodes in de geschiedenis en in allerlei levensomstandigheden aandacht krijgen. Mensen met hoge posities maar ook de ‘gewone
man en vrouw’. Daarbij klinkt steeds de boodschap door dat God ernaar verlangt dat mensen in verbondenheid met Hem zullen leven en Hem leren vertegenwoordigen in het contact met anderen en in de manier waarop ze in het leven staan. Hij verlangt ernaar dat zijn kinderen zich aan zijn waarheid, wijsheid, liefde, geduld en trouw leren spiegelen. In dit 90-dagen-dagboek staan we allereerst stil bij de betekenis van hoop, waardoor we met verwachting kunnen leven. Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan Gods trouw vanaf de schepping van de mens, met Gods weg met Israël en de volken. De profetieën en de vervulling ervan over Jezus’ komst, lijden, sterven, opstanding en toekomst staan centraal. Beloften die betrouwbaar zijn en een baken vormen voor de komende tijd.
Voor elke dag ook via een dagelijkse email Er functioneert al een aantal jaren een samenwerking van GROEI met EO-internet. Het eerder in GROEI gepubliceerde dagboekmateriaal werd geschikt gemaakt voor een dagelijkse emailnieuwsbrief. Inmiddels dient hiervoor de actuele aflevering van Voor elke dag. De emailnieuwsbrief brengt dus dezelfde tekst als in deze gedrukte uitgave van GROEI staat. Wel is er voor elke dag een bijbeltekst en een kort gebed toegevoegd. Ga voor opgave naar www.eo.nl/nieuwsbrieven en vink op die pagina de nieuwsbrief ‘bijbeltekst voor elke dag’ aan en geef uw emailadres op. Elke morgen ontvangt u dan kosteloos de actuele aflevering van Voor elke dag.
82
83
Voor elke dag
DAG 1: Psalm 138
DAG 7: 2 Korintiërs 5:11-21
Leven met hoop
Groeien in hoop
Hoop op vernieuwing
Wij kunnen niet leven zonder hoop. Maar hoe kunnen wij op een realistische manier zicht houden op hoop? Zelfs in de moeilijkste en donkerste momenten van ons leven wil Gods tegenwoordigheid hoop geven. Wanneer we zijn nabijheid in geloof willen erkennen, zal hoop het gevolg zijn.
Waar David al jong God leerde vertrouwen, ontwikkelde zich bij Abraham op oudere leeftijd het vertrouwen in God. Abraham leefde 4000 jaar geleden in Mesopotamië. Zijn familie is vertrouwd met afgoden. Toen Abraham 75 jaar oud was, riep God hem om zijn land te verlaten en te gaan naar een land dat Hij zou aanwijzen. (Genesis 12:1). Uit Abraham ontstond het Joodse volk. Maar zelfs na Gods belofte dat Abraham een zoon zou krijgen, duurde het nog 25 jaar voordat hij deze erfgenaam ontving. Tijdens die jaren van wachten, groeide het geloof van Abraham in God, ook al kende hij teleurstelling en twijfel. Gebed was een wezenlijk onderdeel van zijn leven. Wij lezen over hem in Genesis 12 tot 21 en het is samengevat weergegeven in Romeinen 4:18-21.
Vernieuwing heeft te maken met een levenslang proces. De Bijbel geeft het weer als een geestelijk proces waarbij Gods Geest ons van binnenuit vernieuwt. God roept ons op tot verandering en wil dit mogelijk maken wanneer wij ons in vertrouwen overgeven aan zijn hart en wil. Ons verlangen naar vernieuwing zal sterker worden wanneer wij groeien in de kennis van Gods liefde, trouw en heiligheid.
Persoonlijk: David doet in Psalm 138 een beroep op Gods grootheid. Overdenk de verzen 2 en 3. Welke beslissing nam David en wat was het gevolg?
DAG 2: Romeinen 5:1-11
Belofte van hoop Gods Woord biedt richtlijnen aan om te kunnen leven en daarin ligt ook de belofte van hoop. Het leven is niet makkelijk en niemand van ons kan moeite voorkomen. Maar oprechte hoop is het gevolg van de navolging van God, zelfs in heel moeilijke omstandigheden. Persoonlijk: Lees nog eens vers 3-6 uit Romeinen 5. Welke belofte geeft God in zijn Woord? In hoeverre leef ik vanuit deze belofte en wat vraagt het van mij wanneer ik denk aan moeilijke situaties?
DAG 3: Psalm 25
Groeien in kennis Dit gebed werd geschreven door koning David tijdens een moeilijke periode uit zijn leven. Waarschijnlijk in de tijd dat zijn zoon Salomo in zijn plaats koning wilde worden en zijn troon bedreigde. David kende dieptepunten ten gevolge van verdrukking en nood. Zo werd hij vele jaren door koning Saul vervolgd en was hij vertrouwd met de eenzaamheid van de wildernis. Maar David leerde ook zijn hoop op God te vestigen. Persoonlijk: Davids omgang met God had invloed op de omstandigheid waarmee hij te maken had. Waarvoor bad hij concreet? Denk na over de verzen 1-3, 4-7, 8-15 en 16-22.
84
DAG 4: Romeinen 4:18-21
Persoonlijk: Ga na wat volgens Romeinen 4:1821 de bron van Abrahams hoop is.
DAG 5: Romeinen 15:1-13
Volhardende hoop Gods Geest wil de hoop in ons voeden en sterker maken, dwars door moeiten heen. Daarbij bepalen de verzen 4 en 13 ons in het bijzonder. Welke vrucht komt in vers 13 tot uiting? Persoonlijk: Zijn er tekenen van hoop in ons persoonlijk leven te vinden? Waartoe word ik aangespoord?
DAG 6: Psalm 146 en Jeremia 9:23,24
Misplaatste hoop In Psalm 146:3 roept de psalmist het uit dat vertrouwen in mensen zijn grenzen kent. Ook Jeremia 9 spreekt erover. Het kennen van God en vertrouwen in Hem is doorslaggevend. Persoonlijk: Overdenk de bijbelgedeelten en probeer een duidelijk standpunt in te nemen. Ga verder na wat dit voor onze relaties en activiteiten kan inhouden.
Persoonlijk: Overdenk de verzen 14-18. Wat zeggen deze verzen mij over vernieuwing?
Dag 8: Filippenzen 3:2-16
Jezus kennen bewerkt verandering Nadat Jezus is gekruisigd en opgestaan uit de dood, worden zijn volgelingen ‘mensen van De Weg’ genoemd. Hiermee wordt verwezen naar Jezus die zich de Weg, de Waarheid en het Leven noemde. Voordat Saulus tot geloof in Jezus Christus kwam (later werd hij Paulus genoemd) maakte hij deel uit van de raad in Jeruzalem die het Joodse religieuze en culturele gedachtegoed beschermde. Hij was actief betrokken bij de vervolging van christenen en probeerde de kerk te verdelgen (zie Handelingen 8:1-3). Persoonlijk: Wat valt mij vooral op in het bijbelgedeelte van vandaag? Wat leer ik van de verzen 7-10?
DAG 9: Handelingen 9:1-9
Hoop in duisternis In de ontmoeting met Jezus staat Saulus in alle geestelijke naaktheid voor Hem. In dat licht wordt waarheid helderheid (vers 4,5). Saulus wordt in zijn blindheid geconfronteerd met eigen uitzichtloosheid. Maar Jezus sprak: “Sta op ….” en wijst op een toekomst. Is er dan tóch hoop? Persoonlijk: In vers 8 staat dat Saulus overeind kwam (vers 8). Wat leer ik van Saulus’ beslissing?
Dag 10: Handelingen 9:10-17
Boodschapper van hoop Ananias wil door God gebruikt worden (vers 10), ook al begrijpt hij veel niet (vers 13,14). Wanneer God het vraagt is hij bereid, ongeacht zijn vragen en twijfels (vers 17). Ga na welke gevoelens ter sprake komen en waardoor Ananias zich laat overreden. Persoonlijk: Ananias liet zich roepen en stond open voor Gods spreken. In hoeverre kan ik méér geoefend worden in het luisteren?
DAG 11: Handelingen 9:18-22
Gods Geest bewerkt verandering Gods Geest kon Ananias in beweging brengen en tegelijkertijd Saulus voorbereiden op een boodschap die zou helen en vernieuwen. Hij mocht weer zien (vers 18) en zich laten versterken (vers 19). Persoonlijk: Saulus kon de ontvangen hoop en nieuwe levensinhoud niet voor zichzelf houden. Hoe beleef ik dat? Spreek in gebed met God over bekenden en vrienden.
DAG 12: Handelingen 9:23-31
Hoop werkt aanstekelijk In dit bijbelgedeelte leren we enerzijds dat mensen zich van de boodschap afkeren, maar anderzijds dat mensen zich gewonnen geven. In strijd mogen we de hoop vasthouden dat God doorgaat met zijn werk (zie vers 31). Lees
85
Voor elke dag vers 26 en 27. Begrijpen we de emoties die ter sprake komen? Wat leren we van Barnabas?
God wanhoop in lijden voorkwam. Overdenk nog eens vers 7-10. Wat valt op?
Persoonlijk: Hoe kan ik mensen in mijn omgeving bemoedigen en het goede voor hen zoeken?
Persoonlijk: In vers 13 lezen we dat Paulus blijft spreken. Wat is het geheim? Hoe kan ik groeien in deze kracht en vrijmoedigheid?
DAG 13: 1 Tessalonicenzen 2:4-12
Bewogen betrokkenheid
Hoop in verdriet en verval
De christelijke kerk is onder andere ontstaan doordat God in het leven van Saulus verandering teweeg kon brengen. Hij werd Paulus, een nieuw mens, in beweging gezet door Gods Geest. We weten dat Paulus strijd kende in zijn leven. Hij ondervond de invloed van zonde (Romeinen 7) en persoonlijke zwakte (2 Korintiërs 12:7-10) en hij was vertrouwd met vervolging.
In deze profetie wordt gewezen op Jezus’ betekenis en werk. Alhoewel we nog in een geschonden, onvolmaakte wereld leven, mogen we richtingwijzers zijn naar deze Vredevorst.
Persoonlijk: Paulus wilde als een ‘vader’ en als een ‘moeder’ zijn (vers 7 en 11) en zijn ‘eigen leven’ delen. Wat kan dit voor mij inhouden?
DAG 14: 2 Korintiërs 3:12-18
Jezus is de toegang In Jezus wordt de bedekking – het niet kunnen zien – weggenomen. Daarbij belooft Jezus dat ons zicht op Hem en zijn bedoeling steeds meer helder mag worden. Overdenk de verzen 17 en 18. Wat zegt dit gedeelte ons over het werk van Jezus’ Geest? Persoonlijk: In hoeverre ben ik door Gods Geest in de ruimte gezet? Op welke terreinen ervaar ik meer vrijheid en waarnaar wil ik me uitstrekken? (zie vers 17)?
DAG 15: 2 Korintiërs 4:5-13
Gods kracht geeft hoop Jezus’ sterven aan het kruis is een duidelijk bewijs dat God zelf wilde lijden. In het overwinnen van de zonde, de oorzaak van lijden, wilde Hij in het geven van zijn Zoon zijn eigen leven geven. Door de eeuwen heen hebben sinds Jezus’ dood christenen in allerlei opzichten geleden. Ze getuigden echter van het feit dat het leven in verbondenheid met
86
DAG 16: Jesaja 32:1-8
Persoonlijk: Lees de verzen 1 en 2. Het begrip gerechtigheid betekent: woorden spreken en handelingen doen die in overeenstemming zijn met Gods verlangen en wil. Zo lezen we over uitingen van gerechtigheid zoals beschutting aanbieden (zie de verzen 1 en 2).Wat betekent dit voor mij in mijn contact met anderen?
DAG 17: 1 Tessalonicenzen 4:13-18
Levende hoop In vers 13 wordt gesproken over hoop, ook wanneer we denken aan de dood. Die hoop bewerkt dat we de dood moedig onder ogen kunnen zien. Wél vraagt het een groeiende relatie met de Here God en kennis van zijn Woord. Naarmate we ervaren dat God te vertrouwen is, zal onze hoop in Hem sterker worden. Ook wanneer we onzekerheden meemaken en de werkelijkheid van de dood onder ogen moeten zien. Persoonlijk: In 1 Tessalonicenzen 5:4-6 beklemtoont Paulus dat deze hoop en zekerheid mag leiden tot een getuigend, radicaal leven. Wat betekent dit voor mij?
DAG 18: 1 Korintiërs 15:1222
Christus is Overwinnaar Omdat Jezus Christus de dood overwon maakte Hij de opstanding mogelijk. Daardoor heeft geloof in Hem een radicale uitwerking in ons leven, ten aanzien van het heden en de toekomst. Overdenk vooral de verzen 14-20. Persoonlijk: Overdenk vers 19. Wat betekent dit
concreet, wat kan het inhouden voor mijn leven vandaag?
DAG 19: Psalm 90
De Eeuwige is trouw Mozes’ gebed geeft weer dat hij God kende. Hij erkent God als de Eeuwige en hij erkent zijn trouw en zorg van geslacht tot geslacht. Wat zeggen de verzen 1-6 over God? En waaruit blijkt vertrouwen in God ondanks de ongehoorzaamheid van de mens, waardoor Gods werk werd/wordt belemmerd? Zie vers 7-17. Persoonlijk: Lees vers 12. Hoe kan ik vandaag wijs met mijn tijd omgaan?
DAG 20: Hebreeën 12:1-3
Jezus’ opdracht Jezus wist wat de Vader wilde en was bereid zijn opdracht te vervullen. Hij was ondanks de moeite en strijd van zijn naderende dood bereid om deze onder ogen te zien, wetend dat zijn Vader de overwinning zou geven. Persoonlijk:Wat hield Jezus staande? Wat leer ik hiervan?
DAG 21: Openbaring 1:1-8
Jezus komt terug Het bijbelboek Openbaring gaat niet aan moeite en strijd voorbij. Wel begint het boek met alle aandacht op Jezus Christus te vestigen. Hij staat garant voor de overwinning. Overdenk vers 4-8. Wat lezen we over Jezus? Persoonlijk: Wanneer Jezus het begin en het einde is en ons draagt, wat betekent dit dan voor mijn leven ‘hier en nu’?
DAG 22: Openbaring 1:10-20
Oproep tot vertrouwen Johannes is zó onder de indruk van het visioen van Jezus, dat Hij als dood voor zijn voeten valt. Het is te overweldigend. Maar Jezus legt zijn rechterhand op hem (vers 17). Wat lezen
we over Jezus in de verzen 17 en 18? Wie is Hij en welke autoriteit heeft Hij? Persoonlijk: Waarin denk ik vaak te klein van Jezus? Spreek het in gebed uit en dank Hem voor wie Hij is.
DAG 23: Matteüs 6:19-34
Hoop inspireert tot leven nú Als christenen kunnen we leven met hoop omdat deze verbonden is met onze toekomst met God in de hemel. Hoop is niet gebouwd op omstandigheden, maar op de persoon van Jezus Christus. Zijn opstanding uit de dood bewijst zijn Goddelijkheid. Hij kan vernieuwing en vrucht geven, maar ook de kracht om zonde te weerstaan. Persoonlijk: Jezus wil dat we het hier en nu plaatsen onder de lichtbundel van de eeuwige toekomst met Hem en dat het ons aanvuurt om nú goed te doen. Voor vandaag betekent het:
DAG 24: Johannes 14:1-6
Jezus onze Middelaar Jezus maakte de weg tot God vrij. Via Hem mogen we God onze Vader noemen. Maar Jezus belooft ook dat Hij plaats voor ons gereedmaakt. Overdenk vers 1-3. Wat zegt dit gedeelte ons over Jezus’ liefde en verlangen? Persoonlijk: Zoals Jezus een is met God, zo verlangt Hij ernaar dat we in verbondenheid met Hem leven. Ook in datgene wat we vandaag willen doen. Bid dat Hij er richting aan zal geven.
DAG 25: Jesaja 57:14-21
Hoop geneest en richt op Soms kunnen we ons er bedrukt over voelen wanneer we kwaad, onrecht en verdriet meemaken. Toch spreekt de Bijbel over herstel en genezing. Over vrede en rust. Te midden van allerlei moeite en vragen. Lees vers 14 en 15 en ga na wat God van ons vraagt. Nemen wij de voorwaarde voor herstel ernstig? En willen wij rust en vrede zoeken bij onze hemelse Vader (vers 20,21)?
87
Voor elke dag
Persoonlijk: Wat kan mijn aandeel zijn in het zoeken van herstel en vrede, ook in onderlinge verhoudingen?
DAG 26: 1 Petrus 2:1-10
Een koninklijk priesterschap Als kinderen van God en vertegenwoordigers van zijn boodschap en liefde mogen we ons als ‘levende stenen’ laten gebruiken. Want God bouwt aan zijn koninkrijk en zal het voleindigen. Wat schrijft Petrus over ‘ons getuigenis’? Waarbij worden we bepaald? Persoonlijk: Beschikbaar zijn voor Gods werk (vers 5) en Hem verkondigen (vers 9) vraagt bezinning over de vraag wie we zijn en wat onze betekenis is. Hoe kan ik vandaag lichtdrager zijn? Zie vers 9.
DAG 27: 2 Petrus 3:1-7
Waakzame hoop Petrus wil in deze tweede brief de gelovigen bepalen bij heel belangrijke zaken die niet vergeten mogen worden (vers 1). Dan ‘overvalt’ ons het moeilijke en de spotternij niet op zo’n manier, dat we de moed verliezen. Persoonlijk: Volgens vers 5 ontkennen veel mensen de waarheid en willen ze deze ook niet onderzoeken. Wat kunnen wij doen om mensen
op een wijze manier uit te dagen? En hoe kan onze levensstijl daarbij een hulp zijn?
DAG 28: 2 Petrus 3:8-16
God wacht in geduld Het is moeilijk om te wachten op Jezus’ tweede komst, maar in vers 9 lezen we een van de redenen: God wil niet dat iemand verloren gaat. Persoonlijk: Welke aanwijzingen krijgen we in dit bijbelgedeelte? Wat houdt dit in voor mijn dagelijks leven? Overdenk vers 14.
DAG 29: 1 Johannes 2:28-3:6
De hoop reinigt Jezus maakte vergeving mogelijk maar verlangt ernaar dat deze in de dagelijkse praktijk ook ‘handen en voeten’ krijgt. Dat we leven als gereinigde mensen, in verbinding met Hem en zijn Woord. Wat lezen we in dit gedeelte over Gods werk in en door ons leven? Persoonlijk: In vers 3 staat dat ‘ieder, die deze hoop op Hem heeft, zich reinigt, gelijk Hij rein is’. Waarin verlangt God mijn reiniging?
DAG 30: Romeinen 8:18-26
Hoop geeft volharding In dit bijbelgedeelte geeft Paulus op een beknopte manier weer dat de mensheid en de schepping uitziet naar verlossing. Kinderen van God hebben hierop zicht gekregen en hebben daardoor hoop (vers 20). Ze weten dat God de eeuwige is en bevrijding zal geven. Persoonlijk: Waardoor is volharding mogelijk? Wie bidt voor ons en voor mij? Overdenk de betekenis van de verzen 24 en 25. In hoeverre wordt mijn houding hierdoor beïnvloed?
Dag 31: Romeinen 5:1-5
Volharding, trouw en hoop Gods aanvaardende en vergevende liefde heeft
88
ons grond onder de voeten gegeven (vers 2). Daardoor mogen we in geloof hoop ontvangen en kunnen we volhardend standhouden. Denk na over deze vijf verzen: ze mogen als een schild dienen waarachter we ons veilig en weerbaar voelen. Persoonlijk: Geloof ik dat Gods Geest hoop en liefde geeft? Op welke terreinen is het vooral nodig?
Dag 32: 1 Petrus 1:1-9
Leven vanuit de hoop De Bijbel spreekt duidelijk over de terugkeer van Jezus Christus en de belofte van herstel van de geschapen wereld. Op een realistische manier worden we herinnerd aan spotternij en ongeloof (verzen 3 en 4) maar de Heer komt zijn woord na (vers 9). Persoonlijk: Overdenk vers 8. Wat betekent dit voor de manier waarop ik in het leven sta?
Dag 33: Jeremia 14:1-8
God in nood aanroepen In periodes van vertwijfeling en wanhoop (zoals beschreven in Jeremia 14) wordt God toch aangeroepen als ‘Bron van hoop’ (vers 8). God is de enige die een keer kan brengen in de hopeloze situatie. En God belooft het ook wanneer er sprake is van terugkeer tot Hem als de Bron van levend water die droogte kan wegnemen. Persoonlijk: Op welke terreinen ervaar ik droogte en ben ik wellicht vastgelopen? Roep God aan als Bron van nieuwe hoop en vertrouw er op dat Hij dit wil geven.
Dag 34: Jeremia 29: 8-14
Beloofd herstel Uit dit gedeelte blijkt dat God zijn plannen met Israël en de volken niet opgeeft. Hij wil een hoopvolle toekomst geven (vers 11). Er zal sprake zijn van toewijding aan God in antwoord op Gods trouw (vers 12).
Persoonlijk: In de verzen 13 en 14 klinkt de belofte door voor Israël. Ook in het Nieuwe Testament zegt Jezus dat als we Hem zoeken, we Hem ook zullen vinden. Wat kan zoeken inhouden en wat betekent het om Hem te vinden?
Dag 35: Jeremia 31:1-26
Gods trouw In dit gedeelte wordt Gods liefde voor zijn volk verwoord. (verzen 2-6) maar ook zijn trouw door allerlei moeiten heen (verzen 7-9). Hij wil als een vader zijn (vers 9). Deze liefde en trouw zal ook erkenning en vreugde geven (verzen 10-17). “Je hebt een hoopvolle toekomst – spreekt de HEER” (vers 17). Persoonlijk: welke oproep klinkt door in de verzen 21 en 22? En welke belofte in vers 25? Hoe ervaar ik mijn liefde voor God, heeft Hij de eerste plaats?
Dag 36: Psalm 39
Ondanks vragen toch hoop David is zich bewust van de beperkingen, grenzen en moeiten van zijn leven en het leven in het algemeen. Toch klampt hij zich vast aan God. “Mijn hoop is alleen op U gevestigd.” Hij weet dat God groter is dan de omstandigheden. Persoonlijk: Waarin ervaar ik nu moeite en vragen en wil ik ook mijn hoop vestigen op God die betrouwbaar is en als de Eeuwige mijn leven overziet en beschermen wil?
Dag 37: Psalm 119: 49-66
Hoop geeft richting In vers 49 staat dat de psalmist zich bewust is dat God hem hoop heeft gegeven en dat Gods beloften levend maken. Daarom wil hij ernst maken met Gods richtlijnen omdat God goed is en het goede zoekt voor zijn kinderen. Persoonlijk: Wat kan ik leren van vers 66? Hoe kan ik meer onderscheidingsvermogen krijgen?
89
Voor elke dag
Dag 38: Handelingen 23:1-23
Getuigen van de hoop Paulus was zich bewust dat hij terechtstond vanwege ‘de verwachting’ op Gods belofte’ (vers 6) en het vrijmoedig getuigenis over Jezus. Die hoop had zijn leven veranderd en daarvan wilde hij vrijmoedig getuigen. Hij ervoer ook Gods hulp en leiding (vers 16-24). Persoonlijk: Ben ik overtuigd van de rijkdom van het Evangelie en bereid hiervan te getuigen? Zie vers 11. Bid voor mensen in eigen omgeving: dat ze oog krijgen voor het bevrijdende licht van Jezus.
Dag 39: 2 Korintiërs 10:12-18
Bescheiden en vrijmoedig Dit gedeelte vraagt zorgvuldige overdenking. Paulus benadrukt dat hij niet wil roemen in dat wat hij en zijn medewerkers doen, maar dat Gods werk – door hen heen – herkend zal worden (verzen 15 en 16). Persoonlijk: Wat is de concrete betekenis van de verzen 17 en 18?
Dag 40: Kolossenzen 1:24-29 en 2:1-3
Christus, onze hoop Ondanks het lijden dat Paulus’ werk meebrengt, is er sprake van vreugde omdat Christus een bron van hoop is en mensen door zijn leven veranderd en vernieuwd kunnen worden (vers 27). Uit de verzen 28 en 29 blijkt verder dat het Paulus’ verlangen is dat jonge christenen in hun geloof sterk zullen worden. Persoonlijk: Wat is Paulus’ verlangen voor jonge gelovigen, zie hoofdstuk 2:2 en 3.
Dag 41: 1 Korintiërs 15:9-22
Eeuwige hoop Paulus is zich ervan bewust dat Gods genade en werkzame kracht hem tot een ander mens maken (verzen 9 en 10). Daarom wil hij alleen
90
op Christus bouwen, de enige basis van hoop (vers 19). Dankzij de opstanding van Christus kan Paulus’ verkondiging krachtig zijn (vers 14). Persoonlijk: Paulus durfde heel helder over zijn persoonlijke geloofsovertuiging te spreken. Wat was zijn geheim volgens dit gedeelte?
Dag 42: Titus 2:11-14 en 3:38
Rijke erfenis Paulus benadrukt opnieuw de rijkdom van het evangelie, de hoop van het eeuwige leven en de ernst om op een waardige manier Jezus te vertegenwoordigen (zie o.a. vers 8). Persoonlijk: Wat valt mij vooral op en waartoe word ik opgeroepen? Probeer kernwoorden op te schrijven en leg het in gebed aan God voor.
Dag 43: Hebreeën 2:14-18 en 3:1-6
Hoop vasthouden Omdat Jezus mens is geweest en onze angsten en moeiten begrijpt, kan Hij ons helpen (14-18). Daarom worden we opgeroepen ons oog op Hem te richten (3:1), ook omdat Hij méér is dan Mozes en uiteindelijk alles onder zijn bestel staat. Om die reden mogen we vrijmoedig tot Hem komen en de hoop die met Hem verband houdt voortdurend vasthouden (vers 6). Persoonlijk: Op welke terreinen wil ik vandaag hoop en vertrouwen in Jezus’ hulp en leiding uitspreken?
Dag 44: 2 Korintiërs 1:1-14
Doorgeven Hoop moet doorgegeven worden omdat een mens niet zonder hoop kan leven. Uit vers 4 blijkt bijvoorbeeld dat de kracht van troost bedoeld is om anderen ermee te versterken. Juist omdat de vormen van lijden bij het leven horen, spreekt de hoop van het Evangelie over vertroosting (verzen 5-7). Zelfs wanhoop heeft dan niet het laatste woord (verzen 8-10).
Persoonlijk: Wat blijkt uit vers 11? Bid voor mensen die nu met moeite te maken hebben. Ook daarin kunnen we iets voor hen betekenen.
Dag 45: 1 Petrus 1:13-25
Geloven is hopen Geloven is niet iets vaags of onzekers, maar een vaste hoop. Petrus schrijft dat we ons denken erop moeten willen afstemmem, in alle nuchterheid en feitelijkheid (vers 13). En dat we ons willen spiegelen aan God: aan wie Hij is en hoe Hij zich bekendgemaakt heeft in zijn Zoon. Persoonlijk: Waarbij word ik bepaald in de verzen 17-21? Wat spreekt mij vooral aan en waarom?
Dag 46: 1 Petrus 2:18-25
In lijden hoop vasthouden Opnieuw bepaalt Petrus ons bij het lijden, ook bij onrechtvaardig lijden, iets wat extra zwaar is. Petrus spreekt over overgave (vers 23) omdat Jezus zelf ook uit de overgave leefde, wetend dat zijn Vader rechtvaardig oordeelt. Persoonlijk: Waarin heb ik lijden ervaren en kan ik aangedaan onrecht loslaten? Geloof ik dat de Heer mij hierin wil helpen?
Dag 47: 1 Petrus 3:13-22
Onbevreesd Angst afleggen is niet gemakkelijk. Het druist tegen onze gevoelens van zelfbehoud in. Toch verdraagt de hoop in Christus alles en kunnen we ons uitstrekken naar een geest van mildheid (verzen 15,16) wetend dat God juist in moeite onze houding kan gebruiken. Persoonlijk: Lees de verzen 21 en 22 nog eens. Ben ik mij voldoende van Jezus’ almacht bewust? Dank Hem voor zijn heerschappij en de belofte dat alles tot voltooiing gebracht gaat worden.
Dag 48: 1 Johannes 3:1-8
Verwondering Wanneer we over de verzen 1 en 2 nadenken dan is het moeilijk te begrijpen dat we God zullen zien zoals Hij is: in al zijn grootheid, macht en liefde, en ons met Hem verbonden mogen weten. In vers 3 komt dan de oproep dat die hoop moet leiden naar een verlangen om ‘rein’ te leven: afgezonderd en beschikbaar voor zijn werk in deze wereld. Persoonlijk: Wat kan de concrete betekenis van vers 8 voor ons inhouden?
Dag 49: 1 Johannes 4:7-21
De taal van de liefde Gods liefde komt vooral tot uitdrukking wanneer Hij het initiatief neemt in het liefhebben van ons. Hij schenkt zijn Geest die het mogelijk maakt zijn liefde te beantwoorden. Ook neemt hij de vrees voor afwijzing weg omdat Hij vergeving mogelijk maakte. Persoonlijk: Ga na hoe vaak de liefde ter sprake komt en wat God van ons persoonlijk vraagt (zie o.a. de verzen 20 en 21).
Dag 50: 1 Korintiërs 13
Zichtbare hoop Geloof in Jezus en de hoop op het eeuwige
91
Voor elke dag
leven bewerkt dat we in liefde bruggen willen slaan naar het hart en het leven van anderen. Ook hén heeft Jezus op het oog en Hij wil met zijn Geest via ons hen bereiken. Vooral op die concrete punten zoals belicht in de verzen 1-7.
gemaakt (Genesis 9:6 en 7). Via Noach maakt God een nieuw begin. Hij betrekt Noach bij een reddingsplan waarbij God duidelijk maakt dat Hij zijn bedoeling met de mens niet wil prijsgeven. Hij wil zegenen en een verbond sluiten (Genesis 9:1,6,7 en 11-15).
Persoonlijk: Wat spreekt mij vooral aan? En wat zijn aandachtspunten?
Persoonlijk: Wat zeggen deze bijbelgedeelten over God? En wat betekent een ‘eeuwigdurend verbond’ voor mij, zie Genesis 9:16 en 17? Wat vraagt God van mij?
DAG 51: Genesis 1:26-31 en 3:1-15 en 21
God zegent de mens De laatste veertig dagen gaan we nadenken over het bijbelse begrip verwachting waarbij we beginnen met het scheppingsverhaal: God schiep hemel en aarde, dag en nacht, zon, maan en sterren, de planten- en dierenwereld en ten slotte de mens. Volgens Psalm 8 is de mens ‘bijna een god’ en ‘gekroond met glans en glorie’. Toch lieten Adam en Eva zich door wantrouwen, twijfel en ongehoorzaamheid deze kroon wegroven. Persoonlijk: In Genesis 3:21 lezen we dat God Adam en Eva in hun naaktheid tegemoetkomt. Hij maakt kleren van dierenvellen. Een onschuldig dier moest daarvoor gedood worden. In het Oude Testament lezen we voortdurend over plaatsvervangende offers. Overdenk Genesis 3:21 in het licht van Johannes 1:29, 35 en 36.
DAG 52: Genesis 6:12-22, 7:13-16, 8:15-22
Gods teken van trouw God ziet het onrecht en de ontrouw van mensen ten opzichte van Hem, de Schepper en Heer. Het raakt Hem want Hij had alles mooi
DAG 53: Genesis 12:1-9 en Romeinen 11:25-36
Gods verbond met Israël God koos Israël om zijn volk te zijn, om een getuigenis van zijn liefde, trouw, wijsheid en kracht te zijn te midden van de andere volken. Deze roeping begon bij Abraham: een man die bereid was zijn oorspronkelijke woonplaats te verlaten en op weg te gaan. In Hebreeën 11 wordt hij een man van geloof genoemd (verzen 8 en 9). Persoonlijk: Wanneer God ons in moeilijke en onduidelijke periodes oproept tot vertrouwen, dan betekent het dat ook wij op weg moeten willen gaan en doorgaan met dat wat duidelijk is. Kan ik persoonlijk voorbeelden noemen?
DAG 54:
Genesis 18:1-15, 21:1-7, 24:1-9 en Hebreeën 11:17-22
De God van Abraham, Isaak en Jakob In Psalm 90:1 staat dat Gods trouw van geslacht tot geslacht is. Uit de bijbelgedeelten van vandaag blijkt hoe God Abraham een zoon belooft. Een belofte die naar de mens gesproken wel erg laat in vervulling gaat. Maar God blijkt betrouwbaar te zijn en uit Isaak worden Jakob en Esau geboren. In Hebreeën 11 wordt Gods trouw door de geslachten en eeuwen heen beschreven, dwars door moeilijke periodes heen. Persoonlijk: Hoe ervaar ik Gods trouw in mijn leven? Geloof ik dat Hij mij wil leiden, ook als ik denk aan een toekomst die ik moeilijk kan overzien? Overdenk in dit verband Hebreeën 11:34-39.
92
Dag 55: Genesis 37:1-36
Gods trouw in dieptepunten In Genesis 37 lezen we dat Jozef door zijn broers als slaaf verkocht wordt en in hoofdstuk 39 dat hij terechtkomt in het huis van Potifar. Door leugenachtig gedrag van Potifars vrouw komt hij ten onrechte in de gevangenis terecht. Een situatie die bij Jozef zeker veel vragen zal hebben opgeroepen. Na een groot aantal jaren – waarin Jozefs geloof op de proef wordt gesteld – is er uitkomst (Genesis 41). God gebruikt hem daarna op een heel bijzondere manier. Persoonlijk: In de hierop volgende hoofdstukken zien we hoe God verandering bewerkt in het leven van Jozefs broers. Lees Genesis 45:1-7. Welke conclusie spreekt Jozef uit en wat leer ik hiervan?
DAG 56: Genesis 48
Gods handelen bepalend Jakob wist dat hij door list en manipulatie het eerstegeboorterecht had gekregen. Toch bleef God hem nabij. Jakob leerde in de moeilijke jaren daarna meer over de God van zijn vaderen. Hij komt door worsteling heen tot een nieuwe overgave en toewijding aan Gods wil. Ook in het zegenen van Efraïm en Manasse (verzen 18-20). De gekruiste handen wijzen op vertrouwen in Gods wil en weg met zijn volk. Persoonlijk: God verbindt zijn naam aan kwetsbare en beperkte mensen. Zo zegende God Jakob, die Gods zegen weer mag doorgeven. In hoeverre ben ik me hiervan bewust?
DAG 57: Exodus 2:1-10 en Hebreeën 11:23-27
Roeping Mozes werd als baby op een wonderlijke manier gespaard. Naar de mens gesproken liep op een gegeven moment alles vast (Exodus 2:1122). Voor God is echter niets onmogelijk. Ook de tijd bij Jetro heeft betekenis. In Exodus 3:6 openbaart God zich aan Mozes en zegt: “Ik
ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”. En even verder: “Daarom stuur ik jou naar farao, jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden” (vers 10). Persoonlijk: Overdenk het gedeelte uit Hebreeën en Exodus 3:11-14. Wat ontdek ik in deze verzen over God? Hoe komt Hij Mozes tegemoet en wat leer ik hierin voor mezelf?
DAG 58: Jozua 1
Vastberaden en standvastig Jozua werd door God aangewezen om Mozes als leider op te volgen. In dienst van hem en het volk Israël. Wat zei God tegen Jozua? En welke beloften geeft God aan hem? Welke aanwijzingen moet Jozua volgen? Persoonlijk: Overdenk de verzen 5-8. Wat leren wij hiervan voor ons leven en werk? Op welke terreinen vraagt God van mij vastberadenheid en standvastigheid?
DAG 59: Jozua 2 en Hebreeën 11:30 en 31
Iedereen telt mee Rachab hoorde niet bij het volk van God. Toch betrekt God haar in zijn plan voor Israël en de toekomst van de volken. De beloofde Verlosser zou immers een licht voor alle natiën worden. Rachab staat open voor de God van Israël en werkt mee met de twee spionnen. In Jozua 6:20-25 lezen we over de val van Jericho en over het behoud van Rachab en haar familie. Persoonlijk: Hoe ‘breed’ is onze visie op Gods liefde voor de wereld? Hoe krijgt dit vorm in mijn gedachten, gebed en eventuele betrokkenheid bij projecten?
DAG 60: Ruth 1 en Matteüs 1:1-5
Uw God is mijn God In een periode van verdriet en verwarring heeft de schoondochter van Naomi, Ruth, toch kennisgemaakt met de God van Israël. Ze wil zich zelfs identificeren met deze God: “Uw volk
93
Voor elke dag
is mijn volk en uw God is mijn God” (vers 16). Ruth gaat de onzekere toekomst tegemoet ondanks vragen. Ook Naomi herkrijgt gaandeweg nieuwe moed.
mijn relatie met God? En bepaalt dit mijn gebedsleven?
Dag 66: Jesaja 9:1 en Matteüs 5:13-16
Persoonlijk: Wanneer we het bijbelboek Ruth in zijn geheel lezen blijkt dat Ruth met Boaz trouwt en moeder wordt van Obed, een voorvader van koning David, zie Matteüs 1:1.
Jezus is het Licht
DAG 61: 1 Samuël 16
Een man naar Gods hart In vers 7 staat dat God niet naar het uiterlijk van een mens kijkt maar naar zijn hart. Het innerlijk is bepalend: of iemand God erkent en openstaat voor zijn leiding. David maakte fouten, toch werd hij een man naar Gods hart genoemd. God belooft hem dat hij koning zal worden en dat zijn nageslacht gezegend zal worden. Jezus Christus kwam als beloofde Verlosser uit het geslacht van David.
beloofd: gerechtigheid en vrede, waarbij zwaarden tot ploegijzers worden omgesmeed. Gerechtigheid vraagt wel om verootmoediging en de erkenning van schuld, waarbij we terugkeren tot God. Het vraagt herstel.
Persoonlijk: Lees 1 Samuël 17:41-46. Wat is het verschil tussen Goliat en David? Wat stond David voor ogen? Lees vers 46: wat leer ik hiervan?
DAG 64: Jesaja 5:1-7 en Johannes 15:1-17
DAG 62: 1 Koningen 3:5-10 en 5:1-14
Onderscheidingsvermogen De zoon van David, Salomo, werd na Davids dood koning. Hij wist zich afhankelijk van de Here God en vroeg om wijsheid en onderscheidingsvermogen om zijn taak te kunnen volbrengen (1 Koningen 5:9). Hij ontving wijsheid, die zijn volk ten goede kwam (1 Koningen 5:5). Ook bouwde Salomo een tempel voor de Here God (1 Koningen 6:1 en 2). Persoonlijk: Overdenk Gods beloften en waarschuwingen uit 1 Koningen 9:3-7. Geef met eigen woorden weer hoe we Gods werk kunnen ondermijnen:
DAG 63: Jesaja 2:1-5 en 3:13 en 14
Belofte van herstel God heeft Israël en de volken een toekomst
94
Persoonlijk: In hoeverre bid ik voor de vrede van Israël en de volken? Voor de wereld met haar nood?
De beloofde wijnstok De Here God had een mooi plan voor Israël. Toch zijn de vruchten wrang (vers 4). In Johannes 15 lezen we dat Jezus de echte wijnstok is (vers 1) en dat Hij het antwoord is op het probleem van onze afval als mens en als volken. Hij roept op tot een leven in dagelijkse verbondenheid met Hem. Persoonlijk: Overdenk hoe vaak het woord ‘Blijf in Mij’ voorkomt: waarin moet ik blijven en wat vraagt het van mij volgens Johannes 15?
Dag 65: Jesaja 7:14 en Matteüs 1:18-25
Het licht dat in Jesaja al wordt voorzegd, komt in het Evangelie opnieuw ter sprake. Jezus is het Licht van de wereld en wil met zijn licht ons van binnenuit veranderen en ons tot een licht maken. Tot een afspiegeling van zijn liefde en licht. Licht dat zichtbaar, ontdekkend en richtinggevend is. Licht dat duisternis kan verdrijven. Persoonlijk: Hoe concreet ervaar ik de lichtfunctie in mijn omgang met Jezus? Waarop gaf Hij mij meer licht en wat is de invloed hiervan als ik denk aan mijn dagelijks leven en mijn relaties?
Dag 67: Jesaja 11:1-10
De beloofde Koning Jezus wordt als koning bejubeld in zijn oprechtheid, barmhartigheid, rechtvaardigheid en goedheid. Geef met eigen woorden kenmerken van Jezus weer, de beloofde en gekomen Koning. Persoonlijk: Wanneer wij aan de toekomst denken, zien we donkere, dreigende wolken. Het kan vaak een beklemmend gevoel geven. Toch verwachten we de tweede komst van Jezus in al zijn glorie. Ben ik hiervan voldoende doordrongen en waaruit blijkt dat?
Dag 68: Jesaja 40:1-11 en Johannes 10:7-11
Immanuël
God troost
Waar in het Oude Testament al gesproken wordt over de komst van Immanuël, lezen we in Matteüs 1 dat deze belofte in de komst van Jezus is vervuld. In Jezus is God met ons. In Jezus is de weg tot God vrijgekomen.
God wil in Jezus herstel geven, troosten en leiden naar een nieuwe toekomst. In Johannes 10 zegt Jezus dat Hij de goede Herder is, dat Hij zijn leven heeft gegeven voor het behoud van de schapen. Dat Hij ze als een kudde wil leiden en beschermen. Hij wil ze ‘weidegrond’ laten vinden (vers 9), een leven ‘in al zijn volheid’ (vers 10).
Persoonlijk: Ga in dit licht de diepte en rijkdom na die in Hebreeën 4:13-16 wordt verwoord: “zonder schroom” (vers 16). Beleef ik dit in
Persoonlijk: Wat betekent volop leven voor mij? Probeer over concrete voorbeelden na te denken en over de uitwerking van Jezus’ belofte in eigen leven.
Dag 69: Jesaja 42:1-13 en Lucas 4:14-21
Jezus is geroepen God heeft zijn Zoon gezonden als een Rechtvaardige (Jesaja 42:1), als Hersteller (verzen 2-4), als Middelaar en Licht (verzen 5-6) en als Uitredder (vers 7). Hij wil helen, troosten en vernieuwen. Persoonlijk: Overdenk de betekenis van vers 8, waarin God afstand neemt van ‘beelden’, van niet leven brengende bronnen die Hem nooit kunnen evenaren. Wel is Hij een met zijn Zoon, die als een dienaar bereid was zijn vader te vertegenwoordigen (verzen 1-4). Die door Gods Geest nieuw leven kan geven (verzen 6-7).
Dag 70: Jesaja 49:1-6
Een puntige pijl Jezus was bereid de consequenties van zijn komst naar deze wereld te aanvaarden. Hij wilde volledig solidair zijn met Gods wil, verlangen, heiligheid en barmhartigheid. Hij was bereid ‘tot een puntige pijl’ te zijn en stelde zich beschikbaar voor Gods bedoeling met zijn leven. Persoonlijk: Jezus kende de pijn van vernedering, afwijzing en ongeloof. Toch klampte Hij zich vast aan Gods opdracht en beloften, wetend dat Hij te vertrouwen is. Wat betekent het voor mij dat Hij tot een puntige pijl gevormd wilde worden?
Dag 71: Jesaja 50:4-11 en Hebreeën 5:7-9
Door donkerheid heen Jezus moest door veel moeite en lijden heen om onze Verlosser en Hogepriester te kunnen worden. Hij was bereid om in alles afgestemd te blijven op zijn Vader (verzen 4-9) en luisterde aandachtig naar de Vader (vers 4).
95
Voor elke dag Hij liet zich niet van zijn opdracht afbrengen (vers 9).
Vers 4 verwijst naar Jezus’ betekenis voor alle volken.
Persoonlijk: In de verzen 10 en 11 worden twee wegen genoemd: de weg van vertrouwen ondanks vragen en duisternis, en de weg van eigen gekozen oplossingen en ‘licht’ – oplossingen die uiteindelijk niets opleveren. Wat houdt dit voor mij in?
Persoonlijk: Overdenk de ernst van de verzen 6 en 7. Wat houdt dit concreet in?
Dag 72: Jesaja 52:13-15 en Filippenzen 2:5-11
Verheerlijking na vernedering Jezus heeft vreselijk moeten lijden, maar toch zullen mensen Hem gaan erkennen als de levende Heer die overwon. Niet alleen het Oude Testament spreekt hierover, ook het Nieuwe Testament. Jezus is verheerlijkt en verhoogd en iedereen zal tot erkenning van zijn heerschappij komen (Filippenzen 2:10 en 11). Persoonlijk: Ben ik mij ervan bewust dat Jezus de onderste weg is gegaan en dat God Hem bevestigd en verhoogd heeft door Hem uit de dood op te wekken? Wat houdt mijn toewijding in?
Dag 73: Jesaja 53:1-12
Jezus’ offer: bron van leven Lees het hoofdstuk zorgvuldig en schrijf kernwoorden op van Jezus’ betekenis voor ons. Wat deed Hij en waarom en hoe zijn de beloften uit dit bijbelgedeelte tot vervulling gekomen? Zie de verzen 1-3; 4-6, 7-9 en 10-12. Persoonlijk: In Jesaja 53 wordt benadrukt dat Jezus bereid was zich te geven, ook al vroeg het alles van Hem. Wat biedt Hij ons, en dus ook mij, als een cadeau aan en wat is mijn reactie hierop?
Dag 74: Jesaja 55:1-13 en Openbaring 1:4-8
96
Dag 75: Jesaja 56:1-8 en Handelingen 8:26-40
ding, troost en nieuwe visie nodig zijn. Heb ik Jezus aanvaard als degene die innerlijke vrijheid geeft zodat er sprake is van ‘vreugdeolie’, van nieuwe hoop en moed?
Dag 78: Hebreeën 1 en 2:1-4
kan ik periodes van matheid, moedeloosheid, twijfelachtigheid en moeite overwinnen? Wat leer ik hierin van Jezus en wat reiken de verzen 12-15 mij aan?
Dag 81: Openbaring 21:1-7
Iedereen is welkom
God spreekt in zijn Zoon
Nieuwe hemel en aarde
Een eunuch, een ontmande, telt ook mee (verzen 3-5). God wil hem een eeuwige naam geven die onvergankelijk is en niet wordt uitgeroeid. De draagwijdte van deze belofte is onvoorstelbaar. In Handelingen lezen we over een ambtenaar die ook eunuch was. Een indrukwekkend voorbeeld van de vervulde belofte die nog steeds actueel is.
Uit de verzen 1-3 blijkt dat God in de komst van Jezus tot ons spreekt. Jezus liet zien wie God is en Jezus was bereid verzoening tussen ons en God mogelijk te maken.
God belooft volledig herstel! Daarbij zal Jezus de Bruidegom zijn van de gemeente: de bruid. Hij zal al het verdriet wegnemen en vreugde geven omdat liefde en trouw hebben overwonnen (verzen 1-4).
Persoonlijk: Overdenk vers 7. “… Mijn tempel zal heten ‘Huis van gebed voor alle volken’”. In het Nieuwe Testament worden wij als gelovigen ‘een tempel van de heilige Geest’ genoemd. Sta ik open voor Gods wereldwijde werk en gaat mijn hart en gebed uit naar mensen en volken om me heen?
Dag 76: Jesaja 57:14-21 en Matteüs 5:1-10
Troost en vrede God wil als de Heilige in een nederig hart wonen en een ‘verslagen hart tot leven laten komen’ (vers 15). Ook Jezus spreekt hierover in Matteüs 5. “Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.” Wanneer we onze nood erkennen en struikelblokken opruimen, maken we ruimte voor herstel. Persoonlijk: Overdenk de verzen 18-21. Wat lezen we hierin over vrede? Op welke terreinen ervaar ik vrede of verlang ik juist naar meer vrede?
Dag 77:
Jesaja 61:1-3 en Johannes 8:32-36, Galaten 5:13 en 14
Uitnodiging
Vrijheid
God biedt in Jezus genade aan: onverdiende vergeving en uitzicht op een goede, eeuwige toekomst. God zoekt het goede (verzen 8 en 9) en geeft zijn Woord, woorden van leven die kiemkracht hebben (verzen 10 en 11).
Jezus wil ons door zijn Woord bepalen bij nieuw leven en belooft ons vrijheid, troost, vernieuwing en herstel wanneer wij naar hem leren luisteren en geloof hechten aan zijn beloften. Persoonlijk: Ga na op welke terreinen bevrij-
Persoonlijk: Overdenk Hebreeën 2:1-4. Maak ik ernst met Jezus’ hoge positie en autoriteit? Waaruit blijkt dat?
Dag 79: Hebreeën 9
De levende God dienen In dit hoofdstuk komt duidelijk tot uitdrukking dat Jezus’ offer eenmalig is en dat we zijn vergeving in geloof mogen aanvaarden. Zie de verzen 24-28. Persoonlijk: Overdenk vers 28. Wat staat hierin over Jezus’ beloofde tweede komst? Houd ik hiermee rekening? Leeft deze verwachting in mijn hart en denken? Welk appèl houdt vers 14 verder in?
Dag 80: Hebreeën 12:1-15
Jezus, de Voltooier In de verzen 1-3 wordt de centrale betekenis van Jezus Christus opnieuw belicht: Hij staat aan het begin en het eind en Hij zal alles voltooien, tot een goed einde brengen. Ook in ons leven. Persoonlijk: Wat houdt vers 3 voor mij in? Waardoor kan ik soms matheid ervaren? En hoe
Persoonlijk: Lees de verzen 5-7. Welke beloften geeft God en wat houden deze concreet in? In hoeverre is het een krachtbron in mijn leven? Denk over voorbeelden na.
Dag 82: Handelingen 1:1-11
Werken totdat Hij komt De belofte van de komst van de heilige Geest is vervuld. Door het geloof in Jezus’ volbrachte werk en door overgave aan zijn liefde en wil, kan Jezus’ Geest in ons wonen en kracht geven (vers 8). Het is zelfs een voorwaarde om als christen te kunnen leven. Persoonlijk: Denk na over de verzen 6-8 en vers 11. Wat is Jezus’ antwoord op onze vragen over het ‘hoe’ en ‘wanneer’? Waarop moeten wij onze aandacht gericht houden?
Dag 83: Johannes 2:1-11 en 4:46-54
Hoop voor relaties In deze bijbelgedeelten komen huwelijk en gezin ter sprake. Relaties waarin we kwetsbaar zijn en elkaar tekort kunnen doen. Het feit dat Jezus’ eerste wonder een huwelijk betreft en dat Hij aandacht heeft voor de nood van ouders betekent dat Hij niet aan dit alles voorbijgaat. Dat Hij heling zoekt voor allerlei verhoudingen. Persoonlijk: Adam en Eva leerden de kracht van de zonde kennen (Genesis 3) maar Jezus proclameert in Johannes 2 dat Hij kwam om te reinigen en te herstellen. Probeer praktische voorbeelden te noemen.
97
Service & Colofon
Dag 84: Johannes 5:1-18
Hoop voor de alleenstaande In het gedeelte van vandaag komt de nood van een alleenstaande aan de orde. Jezus zag zijn eenzaamheid en spreekt met hem. Hij raakt hem aan (verzen 6-9). Persoonlijk: In hoeverre heb ik oog voor de alleenstaande en voor mensen die zich ongezien voelen? Jezus wilde zich door zijn Vader laten gebruiken, zie de verzen 17 en 18. Hoe kan ik meer oog krijgen voor situaties van mensen? Wat staat er in vers 17?
Dag 85: Johannes 8:2-12
Vastgelopen Jezus wijst mensen die vastgelopen zijn niet af maar zoekt juist hun behoud. Zo wil Hij de overspelige vrouw niet veroordelen maar op een nieuwe weg zetten. Persoonlijk: Denk na over de verzen 11 en 12. Wat zijn kenmerken van veroordeling? Waarin is Jezus’ manier van reageren anders? Welke belofte houdt vers 12 verder in?
Dag 86: Johannes 9:1-41
Gods licht ontvangen Licht in de ogen is belangrijk maar vooral geestelijk licht en inzicht. Licht waarbij je zicht krijgt op eigen levensbestemming en op die van anderen. Wat staat er in de verzen 3038? Schrijf kernpunten op. Persoonlijk: Overdenk de verzen 40 en 41. Wat zegt Jezus hierin en welke waarschuwing houdt het in voor ons persoonlijk leven?
Dag 87: Johannes 11
Eeuwig leven Jezus zegt dat Hij de opstanding en het leven is en eeuwig leven kan geven (vers 25). Hij zegt dit als Zoon van God: de Eeuwige. Als Mensenzoon onderging Hij de kwelling van de dood en het verdriet ervan (verzen 33-35). Juist daarom
98
is Hij een bron van hoop geworden.
Meer informatie over GROEI
Persoonlijk: Wat zegt Jezus in vers 40? Wat vraagt geloof van ons? En staan wij – sta ik – open voor het geloof dat Gods Geest in ons wil laten groeien?
Voor (proef)abonnementen: Voor adreswijzigingen: Voor vragen aan de redactie: Voor vragen over de website:
Dag 88: Johannes 13:1-20
Jezus’ liefde is volhardend Uit vers 1 blijkt dat Jezus trouw bleef in zijn liefde. Juist omdat Hij zijn positie als Zoon van God kende (vers 3) kon Hij liefhebben en dienen. Hij was bereid tot het uiterste te gaan en zijn volgelingen te verzekeren van zijn blijvende nabijheid. Persoonlijk: Wat leer ik van Petrus? Is zijn reactie herkenbaar? En wat betekent Jezus’ antwoord? Waarbij word ik bepaald? Denk na over de verzen 14-17.
Dag 89: Johannes 14:1-31
De Geest leidt Jezus beloofde de Geest en beschrijft hem als degene die Jezus zal grootmaken. Deze Geest wil ons leiden, troosten en de waarheid bekendmaken (zie o.a. vers 25). Ook wil Jezus ons zijn vrede geven (vers 27). Persoonlijk: Overdenk de verzen 21-24. Wat zeggen deze verzen over de relatie van God de Vader en God de Zoon met ons, met mij? Hoe kan ik meer zicht krijgen op Gods liefde en grootheid? Wat vraagt God van mij persoonlijk?
Dag 90: Johannes 17
Jezus volbracht zijn werk Uit vers 4 blijkt dat Jezus weet dat Hij zijn opdracht op aarde heeft vervuld en dat Hij mensen zicht heeft gegeven op Gods liefde en waarheid (vers 8). Jezus bidt om bescherming (vers 11) en om een krachtig getuigenis van zijn leerlingen (verzen 17-19). Persoonlijk: Overdenk de verzen 20-26. Wat bidt Jezus? Geef kerngedachten weer en ga na hoe Jezus’ gebed ons gebedsleven en levenshouding beïnvloedt.
GROEI verschijnt viermaal per jaar en wordt uitgegeven door Stichting The Media Alliance in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum. De CGT-uitgave ‘Opdracht & Dienst’ is sinds de jaargang 2004 in GROEI opgenomen.
[email protected] of bel 088-326 33 95 zie gegevens abonneeservice
[email protected] [email protected]
ABONNEMENT
Christenen dienen in de groei van het persoonlijk geestelijk leven, gericht op een actieve betrokkenheid bij de eigen plaatselijke kerkelijke gemeente en een getuigende levensstijl.
GROEI kent geen vaste abonnementsprijs, maar wordt elk kwartaal toegezonden aan allen die bereid zijn minimaal eenmaal per jaar de uitgave ervan te ondersteunen met een bijdrage naar draagkracht. Richtprijs € 13,75 per jaar. Wacht voor uw abonnementsbijdrage op toezending van een acceptgiro. Andere betalingen kunnen niet verwerkt worden omdat de banken ons uw adresgegevens niet meer doorgeven. Maak dus geen gebruik van uw eigen overschrijvingsopdracht!
REDACTIE
PROEFABONNEMENT
Mineke te Hennepe-Huurneman (internetredactie) Anja Jongenburger-van Dijk Hester Klein-Schonewille (secretariaat) Marleen Ramaker-van Katwijk (hoofdredactie) Drs. Daan Riemens
Twee nummers voor € 5,of 4 nummers voor € 10,inclusief verzendkosten (automatische incasso).
DOELSTELLING
Postbus 1577, 8001 BN Zwolle. Telefoon: 088-326 33 95 Fax 088-326 33 39 E-mail:
[email protected] (NA)BESTELLINGEN EN LOSSE NUMMERS
€ 2,25 plus verzendkosten. Een pakket van 6 ex. wordt u franco voor € 13,75 gezonden (automatische incasso). Bestellen via Johannes Multimedia:
[email protected] of telefoon 0343-41 28 57. Geef bij uw bestelling uw banknummer voor de eenmalige automatische incasso. Vanaf 10 ex. 20% korting. Vanaf 30 ex. 30% korting. Vanaf 40 ex. 40% korting. VORMGEVING EN OPMAAK
STUDENTENABONNEMENT
Studio Leev met een V Tineke Verhoeff
Abonnementsbijdrage € 5,- per jaar (automatische incasso).
DRUK
ADRESGEGEVENS REDACTIE
ABONNEMENTEN BUITENLAND
De Groot Drukkerij B.V. Goudriaan
(niet voor abonneeadministratie)
De extra verzendkosten bedragen op jaarbasis binnen Europa € 10,- en buiten Europa € 20,-. Maar ook hier geldt het principe van de abonnementsbijdrage naar draagkracht. Van werkers in zending en ontwikkelingssamenwerking wordt geen extra portobijdrage verwacht.
Jachtlaan 22, 3958 EJ Amerongen, Telefoon 0343-45 19 12 E-mail:
[email protected] UITGEVER
Oswin Ramaker GROEI OP INTERNET
De website www.groei.org biedt veel informatie zoals honderden boeiende artikelen uit eerder verschenen nummers op een thematische manier bij elkaar gebracht.
ABONNEESERVICE
Voor abonnementen en adreswijzigingen kunt u terecht bij: Administratie GROEI,
COPYRIGHT
©The Media Alliance/GROEI 2009 Overname van artikelen, afbeeldingen resp. illustraties alleen na schriftelijke toestemming van de uitgever. ADVERTENTIEBELEID
GROEI neemt geen advertenties op. De boeksignalementen worden op initiatief van de redactie geplaatst en zijn een selectie van aanbevelenswaardige boeken.
99
GROEI op internet: www.groei.org Een goudmijn aan materiaal voor geloofsopbouw en bijbelstudie •G roei concentreert zich op wat christenen samenbindt. Levens- en geloofsvragen worden vanuit bijbels perspectief belicht. •O mdat een kwartaal uit 13 weken bestaat, staan er in elk nummer 13 artikelen: één per week zodat de leesstof niet teveel is. • I n elk nummer een 90-dagen-dagboek voor persoonlijke bijbelstudie en gebed. •G roei wil lezers attenderen op goede boeken. Om die reden worden boeksignalementen geplaatst maar ook boekfragmenten in de vorm van citaten, accenten en korte artikelen. •D e abonnementsbijdrage naar draagkracht mag voor niemand een belemmering zijn. Voor deze regeling is gekozen in het vertrouwen dat mensen die meer kunnen missen, de uitgave en verspreiding van Groei zullen steunen door een extra bijdrage. •D e doelstelling: christenen dienen in de groei van het persoonlijk leven, gericht op een actieve betrokkenheid bij de eigen plaatselijke kerkelijke gemeente en een getuigende levensstijl.
ISSN 1385 - 416x
• Voor alle eerder verschenen artikelen – en nog veel meer: www.groei.org Abonnementsbijdrage naar draagkracht. Richtprijs jaarbijdrage € 13,75 voor vier nummers. Proefabonnement twee nummers € 5,- vier nummers € 10,Studentenabonnement € 5,- per jaar Voor opgave
[email protected] of 088-326 33 95: met vermelding van bank/gironummer voor eenmalige incasso voor proefabonnement. Groei is een uitgave van Stichting The Media Alliance in samenwerking met het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum.