Leve de Opera! Lerarenhandleiding
[1]
-InhoudBlz 1 Inleiding Blz 2 Les vóór de voorstelling Les 1
Blz 4 Voorbereiden op en bezoeken van de voorstelling Les 2
Blz 5 Les na de voorstelling Les 3
Blz 7 Bijlagen
[2]
Inleiding Leve de Opera! In de voorstelling ’ Leve de Opera!’ wordt door twee zangeressen; Desi en Leni , in een notendop verteld waar het bij de opera voornamelijk om draait. Onder andere; je gevoelens omzetten in spel en klank. Na een interactieve tour langs verschillende facetten van opera en klassieke muziek beginnen zij met hun eigen ‘opera’. Dit stuk begint in Venetië en eindigt op een onbewoond eiland. Zij maken gebruik van bekende liederen en aria’s die deels zijn omgezet naar het Nederlands.
Dal Cuore ‘Leve de opera’ wordt gespeeld door Desiree van Daalen, Hellevoetsluis, Klassiek zangeres Heleen Vlietstra, Den Haag Klassiek zangeres, Docent Beeldende Vorming en CKV, vakdocent basisonderwijs Ynke van der Wagt, Hellevoetsluis Concert pianist, Docent muziek Jos Vlietstra, Nieuwerkerk a/d IJssel Docent Muziek, Dirigent, Pianist In 2013 is vanuit Dal Cuore het idee ontstaan om middels het educatieve muziektheaterproject ‘Leve de Opera’ meer aandacht voor klassieke muziek te genereren in het basisonderwijs.
les 1 maken de leerlingen kennis met het fenomeen opera. Ze bekijken op www.levedeopera fragmenten van operavoorstellingen en bespreken wat ze zien en horen. Hoe zou je opera beschrijven? Waar vindt het plaats? Welke rollen komen voorbij? Zijn het vrolijke of droevige muziekstukken? Hoe zijn de operazangers gekleed en wat vinden de leerlingen van het decor? Na deze kennismaking verwerken zij wat ze gezien hebben in het maken van een masker wat zou passen bij de rol naar hun keuze. Daarbij verzinnen zij een bijpassende tekst (1 zin)
In les 2 wordt het bezoek aan de voorstelling voorbereid en de voorstelling bezocht. In les 3 wordt nabesproken wat de leerlingen gezien en gehoord hebben bij de voorstelling. Daarnaast kan er in de klas op verschillende klassieke muziekfragmenten (zie www.levedeopera.nl) gewerkt worden aan een schilderij waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen vrolijk (majeur) en droevig (mineur). Onderzocht wordt welke kleuren en vormen daar het beste bij passen. Klanken worden omgezet in vorm en kleur. Kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie: Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
[3]
Les 1 Les vóór de voorstelling:
Lesinhoud : De leerlingen bekijken en bespreken van verschillende operafragmenten. Ze bedenken een rol voor zichzelf en verwerken dit in een masker. Lesdoel : De leerlingen maken kennis met verschillende facetten van Opera. Ze beschouwen verschillende videofragmenten aan de hand van vragen en leren dit om te zetten in een beeldend object. Benodigdheden : Bijlage 1a Mindmap De fragmenten op de website www.levedeopera.nl Voorbeeldmaskers bijlage 1b uitgeprint x het aantal leerlingen en op karton geplakt. Lijm, scharen, gekleurd papier, stiften, kleurpotloden, glitters, aluminiumfolie, veren, stukjes stof. Twee elastiekje om de maskers te kunnen bevestigen achter de oren. Voorbereiding: Print de voorbeeldmaskers van bijlage 1b x het aantal leerlingen uit en plak deze op karton als versteviging. Knip eventueel het overtollige papier weg en maak ook de ruimten voor de ogen vrij. Met de perforator kunnen aan weerzijden twee gaatjes worden gemaakt om de elastiekjes door te doen, verstevig deze gaatjes eventueel met plakband. Zet allerhande versiermateriaal klaar om het masker mee te bewerken. Op de achtergrond kan eventueel zacht operamuziek afgepeeld worden van de cd uit het lespakket.
[4]
Inleiding 10 min Praat met de leerlingen over wat Opera volgens hen is. Maak eventueel een mindmap op het bord waarin de verschillende onderdelen (decor, kostuum, zangers, componisten) zichtbaar worden. Mindmap Zie bijlage 1a Op www.levedeopera.nl staan links naar verschillende videofragmenten. Bekijk en bespreek samen deze fragmenten: Welke rol wordt hier uitgebeeld? Hoe voelt deze persoon zich denk je? Verdrietig? Vrolijk? Boos? Verliefd? Bang? Welke kleuren zie je op de achtergrond? Wat vind je van de kostuums?
Kern 40 min Vraag de leerlingen een rol te bedenken voor zichzelf. Vraag ze deze rol nog niet te verklappen aan anderen. Wie zouden zij graag spelen en waarom? Het mag van alles zijn. Misschien is het een rol die heel anders is dan jezelf bent. Ben je in het echt verlegen en zou je graag een stoere zeeman zijn? Of maak je altijd grapjes en ben je nu eens een wijze oude man? Of ben je vaak verdrietig en zou je een vrolijke prinses willen zijn? Tijdens het versieren van de maskers denken de leerlingen na over een zin die zij in hun rol zouden uitspreken of zingen, bijvoorbeeld; Zeeman: “Ik vaar met mijn schip door storm en regen!” of Deel de maskers uit. De leerlingen versieren de maskers naar eigen inzicht hoe zij denken dat dit bij hun rol zou passen.
Afsluiting 10 min De maskers worden getoond aan elkaar en als ze droog zijn opgezet. Eén voor één worden de zinnen uitgesproken (of gezongen!) en mogen de anderen raden welke rol daarbij hoort.
[5]
Les 2 Naar de voorstelling Leve de Opera Lesinhoud: De leerlingen bespreken hoe je je moet gedragen als je een voorstelling bezoekt. Ze bezoeken met de docent de voorstelling ‘Leve de Opera!’ Lesdoel: De leerlingen weten na deze les hoe het is om een voorstelling te bezoeken en hoe ze zich behoren te gedragen tijdens dit bezoek. Voorbereiding: Van tevoren de lijst met vragen doornemen en bepalen welke vragen er met de groep besproken zullen worden.
Vragenlijst
Waar gaan de leerlingen naartoe? Wat voor soort voorstelling is het? Wat voor soort voorstellingen zijn er eigenlijk? Wie is er wel eens in een theater geweest? Wie weet hoe je je moet gedragen bij een theatervoorstelling? Hoe noem je de mensen die komen kijken naar een voorstelling? Wanneer mag je naar de wc? Mag je eten in de theaterzaal? Mag je zomaar wat zeggen tijdens de voorstelling? Wanneer mag je over de voorstelling praten?
[6]
Les 3 Les ná de voorstelling:
Lesinhoud : De leerlingen praten na over de voorstelling Leve de Opera! Ze luisteren naar droevige en vrolijke muziekfragmenten en maken hiervan een schilderij. Lesdoel : De leerlingen geven hun mening en stellen vragen over de voorstelling. De leerlingen leren het verschil tussen droevige muziek en vrolijke muziek kennen en deze benoemen als mineur en majeur. De leerlingen kunnen een beeld maken naar aanleiding van muziekfragmenten. Benodigdheden : Muziekfragmenten op www.levedeopera.nl : mineur en majeur. Per leerling twee stevig papier A4 of A3, verschillende kleuren verf, kwasten en penselen, potten water, doekjes. Voorbereiding: De tafels van de leerlingen voorzien van kranten als onderleggers. Op een aparte tafel schotels klaarzetten met verschillende kleuren verf in ieder geval de drie primaire kleuren; blauw, geel, rood en wit. Potten met water vullen. Vellen papier klaarleggen. Cd speler klaarzetten.
[7]
Inleiding 10 min In deze les na de voorstelling vertellen de leerlingen over wat ze vonden en onthouden hebben van de voorstelling. Wie waren de hoofdpersonen? Desi, Leni en de pianist (Jos of Ynke) Waar waren zij goed in? Desi kan mooie lage tonen zingen, Leni kan mooie hoge tonen zingen en de pianist kan heel mooi pianospelen. Waar ging hun operaverhaal over? Welke gevoelens werden in de opera uitgebeeld? Waar gingen de liedjes over? Wat voor gedachten hadden de leerlingen tijdens de voorstelling?
Kern 40 min Leg de leerlingen uit dat ze twee verschillende schilderijen gaan maken. Ze maken de schilderijen met verf. En ze schilderen fantasievormen die ze zelf bedenken en het hele vel mag vol. De schilderijen moeten passen bij de muziek waar ze naar gaan luisteren. De muziek die ze als eerste gaan beluisteren is droevig. In de muziek noemen ze dat mineur. Het eerste schilderij is een schilderij met droevige kleuren. Welke kleuren vind jij droevig? Welke vorm past bijvoorbeeld bij een droevige lage toon? Is dat een cirkel of een golf en welke kleur gebruik je daarvoor? Welke vorm en kleur passen bij een droevige hoge toon die zachtjes klinkt? Luister eerst even een minuutje met je ogen dicht naar de muziek, welke kleuren en vormen heb je in je hoofd als je hiernaar luistert? Als je ideetjes hebt kun je gaan beginnen. De muziek blijft op de achtergrond aan staan. Hierna maken de leerlingen een schilderij op vrolijke operaliedjes, in de muziek noemen ze dat majeur. Luister weer even met je ogen dicht totdat je ideeën hebt. Welke kleuren en vormen passen bij luide vrolijke tonen? En welke kleur en vorm past bij iemand die gelukkige tonen, lachende tonen, dansende tonen zingt?
Afsluiting 10 min De schilderijen liggen naast elkaar op de grond. De leerlingen bekijken elkaars werken en vertellen over hun eigen ervaringen tijdens het luisteren en het schilderen. Welke kleuren en vormen hebben de leerlingen verzonnen voor de verschillende tonen die ze gehoord hebben? Welke kleuren? Welke vormen en kleuren zie je bij iedereen terugkomen?
[8]
Bijlage: 1a Les 1 Mindmap
Toegangskaartje
Theater Stembanden
Zingen
OPERA Toneel
Orkest
Mooie kleding
Longen
Pavarotti
Verdrietig Pruiken
Decor
[9]
Bijlage: 1b Les 1 Maskers