Loket leve(n)de dorpen
Algemeen De kernkwaliteit van de Groninger dorpen wordt gevormd door een hoge woonkwaliteit met rust en ruimte in een mooi en open landschap. Deze kernkwaliteit moet worden versterkt en tegelijkertijd moeten de dorpen economisch en sociaal vitaler worden gemaakt. Via verschillende sporen wordt hieraan gewerkt. Een van deze sporen is het loket leve(n)de dorpen. Het project leve(n)de dorpen is gebaseerd op de opgave in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP): "het faciliteren van de leefbaarheid op het platteland". In de regio NoordGroningen heeft men als gezamenlijke bestuurlijke partners (gemeenten, waterschap, Regioraad, provincie en Leader) het Loket Leve(n)de Dorpen opgericht in 2002. Vervolgens is het loket in de regio West-Groningen (januari 2003) en in de regio Oost-Groningen (zomer 2003) van start gegaan. ( Over uitbreiding van het project naar de regio Centraal vindt nog overleg plaats). Het project is het product van gebiedsgerichte samenwerking; het is nadrukkelijk een samenwerkingsverband in de regio, waarin de bestuurlijke partners ook financieel bijdragen in het project. Wat doet het loket Het loket is gebaseerd op een regeling die als doel heeft om Groningse dorpen economisch en sociaal vitaler te maken door het stimuleren van initiatieven op dorpsniveau. Personen, organisaties en ondernemers kunnen terecht bij het loket met plannen en voorstellen die bij deze doelstelling aansluiten. Op deze manier kunnen initiatiefnemers op één centraal adres terecht voor advies en ondersteuning. Door de regiobrede aanpak heeft het loket alle kennis en ervaring in huis om, samen met de indieners, met de ideeën aan de slag te gaan. Regionale samenwerking Als inzet is het loket een geslaagde vorm van regionale samenwerking, vooral ook omdat hier sprake van een combinatie met de LEADER-programma's Lauwersland, Hoogeland, Oldambt Westerwolde en ook met welzijn/zorg. Deelnemende gemeenten Met de deelnemende gemeenten (in de regio Noord: Appingedam, Bedum, Delfzijl, de Marne, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer en Winsum; in de regio West: Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn en in de regio Oost: Bellingwedde, Menterwolde, Reiderland, Scheemda, Stadskanaal, Vlagtwedde en Winschoten) vindt overleg plaats in de desbetreffende regionale Stuurgroep en de desbetreffende Leader Actie Groep, waarin zij zijn vertegenwoordigd. In de deelnemende gemeenten is tevens een contactambtenaar aangewezen, die de dorpen actief begeleidt bij de plan- vorming. Resultaten/ervaringen Gelet op het beroep dat tot dusverre op het loket wordt gedaan voorziet het zeker in een behoefte. Ook kan worden geconstateerd dat in een aantal gevallen een versnelling van het proces wordt gerealiseerd en dat door een bredere benaderingswijze kansen worden benut, die voorheen niet werden gezien. Enige feiten: • sinds januari 2002 is het loket operationeel in Noord Groningen, in januari 2003 in West Groningen en sinds medio 2003 in Oost Groningen; • er is een groot aantal projecten ingediend van klein tot groot; • het project heeft een standaard aanpak voor het maken van dorpsvisies ontwikkeld; • in de maak is een standaardaanpak haalbaarheidsstudie voor multifunctionele centra;
• • • •
de rol en inzet van vrijwilligers wordt meer/beter gestimuleerd; het loket houdt zich bezig met kijken naar mogelijkheden van vestiging van de servicewinkel in Groningen; contacten in- en extern worden/zijn beter op elkaar afgestemd; er is een uitstekende samenwerking met de Leader gebieden in Groningen;
Enkele leermomenten: • rol van de gemeente is cruciaal; zonder gemeente geen project; • rol van het loket; wegwijzer en doorverwijzer; • loket is niet van de provincie, maar is gezamenlijk initiatief. Klantonderzoek 2003 In Noord en West Groningen heeft in het najaar van 2003 een klantonderzoek plaatsgevonden. Benaderd zijn de klanten waarvan een aanvraag door het loket is gehonoreerd/ afgewezen. Men heeft zeven vragen voorgelegd gekregen, waar men in een 5-puntsschaal (zeer tevreden tot zeer ontevreden) de waardering kon invullen. Ook konden er opmer-kingen worden gemaakt; hier heeft men bijna geen gebruik van gemaakt. Het algemene beeld is dat men tevreden is over het loket en de diensten die men hier aanbiedt. In Oost Groningen heeft geen klantonderzoek plaats gevonden gezien de korte looptijd van het project; hetzelfde geldt ook voor de evaluatie). Evaluatie 2003 Het expertteam Noord en West en de deelnemende gemeenten is in het najaar van 2003 ook (ambtelijk) bevraagd naar een aantal zaken. Deze ronde leverde het volgende op: • de werkwijze is goed (constructief en verrijkend) Aanwezigheid van de experts heeft een toegevoegde waarde. Aandacht voor de rol van het loket; niet alleen subsidieverstrekker, maar met name de expertise van het expertteam/provinciale organisatie/gemeentelijke organisatie inzetten voor de ontwikkeling/proceskant. De "experts" kunnen in een eerder stadium worden ingezet, waardoor het loket zich meer kan richten op het werven/begeleiden van projecten, • de werkwijze voldoet aan de verwachtingen van gemeenten en provincie. Met name de aanvragen die in een pril stadium worden ingediend bij het loket verlopen prima. Projecten, die al verder in ontwikkeling zijn vereisen meer afstemming bij de betrokken partners over verantwoordelijkheden. en ondersteuningsmogelijkheden van het loket. • communicatie; de communicatie tussen de gemeentelijke en provinciale (loket)ambtenaren verloopt naar tevredenheid. Over tussentijdse ontwikkelingen m.b.t. een project wordt frequent en naar tevredenheid overlegd tussen (loket)ambtenaren, gemeenten en initiatiefnemers. • project trekt zware wissel op de gemeenten/provincie; niet zozeer op het personele vlak, maar op de financiële kant. Bij gemeenten, maar ook bij de provincie (KOMPAS cofinanciering) ontstaat in toenemende mate schaarste aan middelen om allerlei projecten te kunnen -co-financieren. Dit kan op (korte) termijn serieuze belemmering gaan vormen voor de uitvoering van allerlei programma's en projecten • er zijn (kleine) projecten, die niet helemaal voldoen aan de criteria van het project, maar waar wel de leefbaarheid voorop staat. Voorgesteld wordt een aantal criteria "rekbaar" te laten zijn zoals bijv. het draagvlak en zelfwerkzaamheid, maar de criteria: - positieve bijdrage aan de leefbaarheid, - het initiatief doorkruist het gemeentelijk of provinciaal beleid niet, - het project is financieel haalbaar en - het betreft een burgerinitiatief onverkort te handhaven.
Evaluatie/klantonderzoek 2004 De stuurgroepen Oost en West zien eind 2004 graag een evaluatie uitgevoerd. Hiervoor wordt de zelfde werkwijze gehanteerd als in 2003: gemeenten, provincie, waterschap, de klanten van het loket en het expertteam worden als volgt gevraagd naar hun bevindingen: Deze evaluatie wordt gelijktijdig in alle regio's uitgevoerd. Evaluatiepunten gemeenten, waterschap en loket Ervaringen en verbetermogelijkheden met betrekking tot • werkwijze loket (van binnenkomende vraag tot financiële afhandeling) • communicatie (gemeenten - provincie - klanten - opdrachtnemers; ambtelijk - bestuurlijk) • externe publiciteit / werving • benodigde en beschikbare tijd (ambtelijk) • benodigde en beschikbare middelen (provincie en gemeenten) Na de evaluatie worden voorstellen gedaan voor de toekomstige organisatie, communicatie, financiering en het takenpakket van het Loket. Bij dit laatste kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een nieuwe taak voor het Loket, nl. de procesbegeleiding bij het ontwikkelen van Multifunctionele Centra. Er zijn hierover op dit moment oriënterende gesprekken gaande, o.a. met de projectorganisatie van Agenda voor de Veenkoloniën. Ook moet verder worden gewerkt aan optimalisering van het loket als een professionele regionale help-desk voor initiatiefnemers. Het ligt in de planning van het Loket het evaluatie onderzoek in het najaar te starten. Evaluatiepunten klantenonderzoek Voor de evaluatie onder klanten van het loket wordt gebruikt gemaakt van dezelfde vragenlijst als in 2003, met een kleine differentiatie per gebied. Financiering In het kader van de Voorjaarsnota stelt de provincie Groningen in de periode 2004 t/m 2007 een bedrag van € 200.000,00 per jaar beschikbaar voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van het loket leve(n)de dorpen. Van de kant van de provincie wordt hierop formatie ingezet, welke deels gefinancierd wordt uit het personeelsbudget van de provincie en voor een deel uit bovengenoemde € 200.000,00 per jaar, te weten een bedrag gemoeid van € 36.500,00 op jaarbasis. Voor de uitvoerende werkzaamheden voor het loket is derhalve van provinciewege € 163.500,00 jaarlijks beschikbaar. Ten laste hiervan komen de niet regiogebonden lasten; provinciebrede thema's, communicatie etc. Voor de regiospecifieke projecten wordt er geld gereserveerd vanuit de regioprogramma’s Noord, Oost en West, evenals bijdragen van de samenwerkende partners (gemeenten, waterschap en Leader).. Voor de regio Centraal is dit (nog) niet geregeld. Een deel van het geld wordt besteed als procesgeld. De fase van procesgeld betreft de fase van idee tot aan haalbaar projectvoorstel. In deze fase wordt een startnotitie opgesteld, overleg met de gemeente gevoerd, een organisatiestructuur overeengekomen en op hoofdlijnen de inhoud van het projectplan geformuleerd. Voor de uitvoering van het project wordt primair op een beroep worden gedaan op bronnen als CESI, ISV en PLOP en ook op de gemeentelijke bijdrage in projecten etc. In voorkomende gevallen is er ook de mogelijkheid van subsidies voor de zorginfrastructuur van kleinschalige woonvoorzieningen en de provinciale bijdrageregeling voor investeringen voor multifunctionele
gebouwen.
Projectorganisatie/personele capaciteit Het project is per regio georganiseerd. De bestuurlijke aansturing van het project vindt plaats door de regionale stuurgroepen (in voorkomend geval in nauw overleg met LAG LEADER). Ambtelijk wordt gewerkt met een projectgroep per regio. De provincie Groningen stelt voor de looptijd van het project (in ieder geval tot 2007) capaciteit voor projectleiding en projectondersteuning beschikbaar. De projectleiding draagt zowel zorg voor de intake, de procesbegeleiding en de coördinatie van bij het loket binnenkomende gevallen als voor de interne coördinatie bij de provincie. Gemeenten en waterschap wijzen voor dit project een ambtelijk vertegenwoordiger in de projectgroep per regio aan, die voor gevallen in zijn/haar gemeente optreedt als trekker en daarbij zorgdraagt voor de interne coördinatie binnen zijn/haar organisatie. Aanvragen worden voorgelegd aan een expertteam per regio; dit team bestaat uit ambtelijke vertegenwoordigers van provincie en gemeentes en in de regio's Oost en Noord - de Leader coördinatoren. Voor externe expertise kan onder meer een beroep worden gedaan op vertegenwoordigers van de provinciale welzijnsorganisatie CMO (Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling), de VKDG (Vereniging voor Kleine Dorpen Groningen) en DBF (adviesbureau voor bedrijfsontwikkeling op het platteland). Binnengekomen aanvragen worden in eerste instantie beoordeeld door het expertteam per regio. Dit team adviseert vervolgens aan een delegatie van de betreffende Stuurgroep (voorzitter, het gemeentelijk stuurgroeplid en de regiomanager). De regionale Stuurgroepen kennen geen rechtspersoonlijkheid en zijn in die zin niet bevoegd tot subsidieverlening. Procedure De aanvraag wordt ingediend bij het college van gedeputeerde staten. De aanvragen worden beoordeeld door een vertegenwoordiging van de Stuurgroep. Om te voorkomen dat de burger met te veel administratieve rompslomp wordt geconfronteerd heeft het loket mede als taak een coördinerende functie ten aanzien van gehonoreerde projecten. We streven ernaar dat de initiatiefnemer een beschikking ontvangt. In de praktijk wordt dit vaak gerealiseerd. Criteria Om voor een bijdrage in aanmerking te komen moet aan de volgende criteria worden voldaan.: • het project levert op korte en langere termijn een positieve bijdrage aan de leefbaarheid van het dorp; • er is voor het project een redelijk en aantoonbaar draagvlak binnen het dorp, of dit is te verkrijgen; • er is voor het project binnen de gemeente een ambtelijk en bestuurlijk draagvlak, of dit is te verkrijgen; • het project is passend of passend te maken in het gemeentelijk, provinciaal of landelijk beleid; • de initiatiefnemers en/of betrokkenen zijn bereid zelf daadwerkelijk de handen uit de mouwen te steken om het project te realiseren. Deze zelfwerkzaamheid is zichtbaar in het voorstel;
• • • •
uit het project moet blijken hoe gegarandeerd wordt dat het resultaat van het project duurzaam is en op de lange termijn niet "in verval raakt" . Dus hoe wordt gezorgd voor zaken als onderhoud, bemensing etc.; het project draagt bij aan versterking van de samenwerking tussen verschillende organisaties in het dorp en/of de samenwerking in de buurdorpen; het project is financieel haalbaar; in het voorstel is een inzichtelijke begroting opgenomen; het project wordt gefinancierd op basis van cofinanciering; een bijdrage van het loket leve(n)de dorpen bedraagt ten hoogste 50% van de totale kosten.
Zorgplicht CdK Het project houdt zich bezig met "burgerinitiatieven". In het kader van de zorgplicht in artikel 175 van de Provinciewet (PW) rapporteert de Commissaris van de Koningin over de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie. Het is de bedoeling om in 2004 in een aantal projecten de kwaliteit van de procedure meetbaar te maken. Het project leve(n)de dorpen wordt in 2004 gemeten. Externe communicatie • het project is opgenomen in de regioprogramma Noord,Oost en West; • de start van het project is steeds duidelijk gemarkeerd in de vorm van een publieksavond/perspublicaties etc.; • via nieuwsbrieven wordt de regio geïnformeerd over de voortgang van het project; komend najaar verschijnt weer een nieuwsbrief; • op de provinciale website is het loket prominent aanwezig; • het "loket" gaat op dorpenronde met de VKDG; • het project leve(n)de dorpen presenteert zich ook landelijk. Een voorbeeld: In 2003 Heeft het instituut voor Publiek en Politiek (IPP) in samenwerking andere organisaties (waaronder ook de provincie Groningen met het loket) een bijeenkomst over burgerinitiatieven georganiseerd. Deze succesvolle landelijke bijeenkomst resulteert in een vervolgbijeenkomst op 29 september in Drenthe. Voor deze bijeenkomst worden de gemeenten uit Noord Nederland (Friesland, Groningen, Drente en Overijssel) uitgenodigd. Een deelsessie van de dag wordt gepresenteerd door het loket leve(n)de dorpen als een goed praktijkvoorbeeld hoe mensen, middelen en mogelijkheden bij elkaar te brengen.