Leusden, 21 november 2014
Aan het college van burgemeester en wethouders en aan de gemeenteraad van Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam
Onderwerp: IJsveiligheid inz. op de Gouwzee Geacht college, geachte raadsleden, Op 28 november 2013 heb ik voorafgaand aan uw raadsvergadering ingesproken over de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op het ijs en het daarmee samenhangende koek-enzopiebeleid van de gemeente Waterland. Van mijn verhaal stond niets op papier en de inhoud ervan zal dan ook voor u zijn vervlogen. Echter de urgentie is nog altijd aanwezig en daarom dit schrijven. Directe aanleiding voor mijn inspreekbeurt was, met de winter voor de deur, een ernstig en aanhoudend gebrek aan visie ten aanzien van natuurijsveiligheidszaken bij de betrokken vertegenwoordigers van de gemeente Waterland en bij een aantal machtswellustige en hebzuchtige Waterlandse ijsclubbestuurders. Dieptepunt in dat proces vormde de onzalige vergunning die uw college op 4 februari 2013 had verstrekt aan de Waterlandse ijsclubs en die tot doel had om de ijsclubs via een getrapte vergunningverlening verantwoordelijk te maken voor de veilige plaatsing en veilige exploitatie van koek-en-zopietenten op Waterlands natuurijs en daarmee voor een stukje borging van de veiligheid van schaatsers op datzelfde natuurijs. Deze verantwoordelijkheid betrof zowel situaties waarbij de ijsclubs zelf niets organiseerden op het ijs als situaties waarbij dat wel het geval was. (bijvoorbeeld bij toertochten) De ijsclubbestuurders zagen onvoldoende in dat hieraan onverantwoorde aansprakelijkheidsrisico’s waren verbonden voor de ijsclubs. De gemeente Waterland begreep niet dat er slechts onbeduidende schijnveiligheid werd geboden en dat een en ander een onwenselijke en ontoelaatbare inbreuk impliceerde op de vrijheid van mensen om ergens op of langs het ijs een kop warme chocolademelk te verkopen. Schijnveiligheid omdat er natuurlijk geen schaatser is die zich, bij zijn beslissing om ergens het ijs op te gaan, laat leiden door het al dan niet aanwezig zijn van een koek-en-zopietent. Eind 2013 bleek deze visieloosheid nog onverminderd voort te duren. Naar verluidt zijn beide partijen een jaar later weer enigszins bij zinnen gekomen, maar een begin van een oplossing voor het beperken van de veiligheidsrisico’s op het natuurijs is er niet en de koek-en-zopiesoap duurt voort. Het zal u misschien verrassen, maar voor het
2
bevroren Waterlandse binnenwater lijkt mij het veiligheidsprobleem ook niet echt urgent. Als daar een waaghals door het ijs zakt, staat hij bijna overal met beide benen in de modder en blijft de schade in de regel beperkt tot een nat pak en een blauwe plek. Ik ben ervaringsdeskundige. De risico’s zijn hier relatief beperkt en het inschatten daarvan moet dan ook aan de verantwoordelijkheid van mensen zelf worden overgelaten. Dat neemt niet weg dat er op zowel natuur- als kunstijs altijd nauwelijks te voorkomen nare ongelukken kunnen gebeuren. Overheid noch ijsclubs kunnen echter de volle verantwoordelijkheid aanvaarden voor iedereen die op enig moment ergens een voet op het natuurijs zet. Als ijsclubs evenwel evenementen op natuurijs organiseren, moeten zij de veiligheid op het ijs natuurlijk wel in belangrijke mate kunnen garanderen. Daarmee is niet alles gezegd. De kern van mijn zorg (zelfs vanuit Leusden) en de ultieme reden voor mijn inspreekbeurt en dit schrijven is de veiligheid van schaatsers op de Gouwzee. Dat is immers toch andere koek dan het bevroren binnenwater. Voor de winter van 2008/2009 was er twaalf jaar lang niet op de Gouwzee geschaatst. Sterker nog, er had nauwelijks ijs in gelegen. Vanaf 08/09 t.m. 12/13 is er vijf winters achtereen op uitgebreide tot zeer uitgebreide schaal op de Gouwzee geschaatst, waaronder door ondergetekende. Diverse malen waren er honderden en een enkele keer was er zelfs een paar duizend schaatsers op de Gouwzee actief. In geen van die vijf winters hebben de ijsclubs van Monnickendam, Marken en Volendam het aangedurfd om de Gouwzeetocht te organiseren en dat was natuurlijk niet voor niets. Het ijs op de Gouwzee was te gevaarlijk en soms ook kwalitatief te slecht om enige tienduizenden schaatsers naar de Gouwzee te trekken en daar vervolgens verantwoordelijk voor te zijn. Daar kunt u zich iets bij voorstellen. Het probleem is natuurlijk dat, wanneer de ijsclubs niets organiseren en die ijsclubs en de overheid (gemeenten Edam-Volendam en Waterland) met hun rug naar de Gouwzee gaan staan, terwijl daar honderden tot duizenden mensen schaatsen onder (relatief) gevaarlijke omstandigheden, er toch iets niet helemaal goed gaat. Uw als college ziet dat ook getuige de matrixborden met de tekst “IJs Gouwzee Gevaarlijk” die in de voorbije winters een aantal malen langs de N247 hebben gestaan en getuige de gekunstelde poging, niet meer dan dat, om via de ijsclubs en het koek-en-zopiebeleid een stukje veiligheid te scheppen. Duidelijk voelt u als college enige verantwoordelijkheid en neemt u enkele maatregelen in het kader daarvan, maar het zet totaal geen zoden aan de dijk wanneer er desondanks duizenden mensen ongehinderd onder (relatief) gevaarlijke omstandigheden op de Gouwzee rond schaatsen. Relatief omdat er op grote stukken van de Gouwzee vaak zonder gevaar kan worden geschaatst, terwijl dat op andere delen levensgevaarlijk is. Veel schaatsers herkennen de gevaren echter niet of onvoldoende en bovendien vertonen mensen en dus ook schaatsers lemmingengedrag. Gelukkig zijn er tot heden geen calamiteiten gebeurd, maar het zou zo maar gekund hebben en het zou bij ongewijzigd beleid elke winter zo maar
3
kunnen. Ik ben bijna 38 jaar lid geweest van het dagelijks bestuur van IJsclub Broek in Waterland en ik verbeeld mij niets, maar ik claim behoorlijk verstand van natuurijs te hebben. Ik heb schaatsend op de Gouwzee meerdere keren gedacht: als dat maar goed gaat. Dan bedoel ik geen struikelpartijen op slecht ijs, maar levensbedreigende omstandigheden. Een enkele keer ging het niet goed, maar bleef de schade te overzien. Ik geef een aantal voorbeelden, die verspreid over die vijf winters voorkwamen. 1. Bij de Hoek van de Noord (Janhagelhoek) zat een windwak dat zich over een lengte van 150 meter uitstrekte richting het Hemmeland en minstens 1000 m² groot was. De wind was weggevallen en er was optisch nauwelijks onderscheid te maken tussen ijs en water. Elke markering of waarschuwing ontbrak. 2. Vanaf diezelfde Hoek van de Noord liep er een enorme scheur naar het midden van de Gouwzee. Deze scheur was enigszins aan het gezicht onttrokken door opgewaaide sneeuw. Ik heb er een grote volwassen man tot aan zijn schouders in zien verdwijnen en die man zelf geholpen er weer uit te komen. Er was geen enkele waarschuwing of voorziening. 3. Tussen de Bukdijk van Marken en de haven van Volendam werd over schotsen gereden en het ijs zat vol luchtbellen. Het is daar hartstikke diep en het was echt levensgevaarlijk, maar niets of niemand waarschuwde de schaatsers daarvoor. 4. Midden op de Gouwzee werd tussen kleine moeilijk te onderscheiden en dus verraderlijke windwakken door geschaatst. Niets dat mensen ervoor waarschuwde. 5. Voor het gemaal de Poel lag zeker 3 hectare helemaal open. Geen aanduiding of afzetting en maar hopen dat iedereen voldoende afstand hield tot het open water. 6. Een deel van de Gouwzee was later en met minder wind dichtgevroren dan andere delen. Juist daardoor was het ijs op dat gedeelte aanzienlijk mooier en dus aantrekkelijker voor de schaatsers. Maar ook veel dunner en dus veel gevaarlijker. Door schade en schande moest men wijs worden. Dit laatste is ook het meest recente voorbeeld. Het speelde zich af in de 4de week van januari 2013. Er kon slechts een dag of drie, vier, hooguit vijf worden geschaatst, maar een brede strook langs de Markerdijk tussen De Nes en Marken had langer open gelegen dan de rest van de Gouwzee en het schaatsen daar was dus een hachelijke zaak, terwijl juist via dat traject mensen op de schaats naar Marken probeerden te komen. Ik was een van die schaatsers. Men was toch wat huiverig om midden over te gaan. Ik heb mij later door een bestuurder van IJsclub Marken laten vertellen dat er die dagen daar ook mensen door het ijs zijn gezakt, maar die hebben zichzelf en/of elkaar kunnen redden. Zelf heb ik dat niet gezien, maar toen ik er schaatste, had ik wel het gevoel dat het elk ogenblik flink mis kon gaan. Noodlottige ongelukken zijn uitgebleven, maar ook hier had het heel anders kunnen aflopen.
4
Wel heb ik die dagen met eigen ogen gezien dat de politie Zaanstreek-Waterland langs de Waterlandse Zeedijk parkeerbonnen stond uit te schrijven, terwijl zich op de Gouwzee levensgevaarlijke taferelen afspeelden. Over met-de-rug-naar-iets-gaan-staan gesproken. Kortom het moet veiliger. Ook als de ijsclubs geen Gouwzeetocht organiseren. Daarbij helpt het niets als IJsclub Olympia uit Monnickendam indirect namens de gemeente Waterland iemand gaat verbieden zijn koek-en-zopietentje bij het Hemmeland neer te zetten op 12 cm dik ijs, omdat het ergens anders op de Gouwzee gevaarlijk is, terwijl er bij het Hemmeland op een stuk van 25 tot 50 ha prima en veilig kan worden geschaatst en natuurlijk dan ook wordt geschaatst. Omgekeerd kan het ook verkeerd uitpakken als IJsclub Olympia wel tegen betaling zijn fiat geeft, omdat die toestemming ten onrechte door derden kan worden opgevat als signaal dat de hele Gouwzee veilig is. Verder zijn die matrixborden een veel te globale maatregel. Als de gemeente Waterland zich in ieder geval (mede)verantwoordelijk voelt of wellicht in het kader van de openbare orde en veiligheid gewoon verantwoordelijk is voor de veiligheid van schaatsers en ijszeilers op de Gouwzee, dan volstaan geen halfslachtige ineffectieve maatregelen. Dan moet er meer gebeuren, waarvoor de twee betrokken gemeentebesturen, de drie ijsclubs en eventueel ook het gewest NH/U van de KNSB om de tafel moeten om een en ander fatsoenlijk te regelen en op elkaar af te stemmen. Ik neem de vrijheid om een paar suggesties annex aanbevelingen te doen. 1. Bij voldoende ijs (eerste schaatsers dienen zich aan) moeten mensen van de ijsclubs tegen een vergoeding dagelijks het ijs op de Gouwzee monitoren, daarvan dagelijks een tamelijk gedetailleerd verslag uitbrengen en de bevindingen m.b.v. o.a. een kaartje van de Gouwzee diezelfde dag zo snel mogelijk voor het publiek toegankelijk maken via de moderne sociale media en op speciaal daarvoor geconstrueerde informatieborden te plaatsen bij de havens van Monnickendam, Marken, Volendam en bij het Hemmeland. 2. Daarnaast zullen de gevaarlijke plekken ook in fysieke zin enigszins gemarkeerd moeten worden d.m.v. bijvoorbeeld oranje pylonnen, rode vlaggen of gekleurde vaten en moeten er op enkele cruciale punten voorzieningen bij scheuren komen. 3. Bij sneeuwval zal op veilig ijs een baan geschoven en daarmee tegelijk gemarkeerd moeten worden. 4. Voor die werkzaamheden en materialen zal dan een budget beschikbaar moeten komen, bekostigd door de twee gemeenten, profiterende horecaondernemers, de KNSB, sponsoren en uit vrijwillige bijdragen van schaatsers. Overdreven groot hoeft dat budget helemaal niet te zijn, omdat de ijsclubs al over de nodige materialen beschikken.
5
U moet zich realiseren dat een substantiële inspanning op dit gebied ook extra schaatsers aantrekt en dus belangrijke PR aspecten heeft voor de betreffende plaatsen en hun horecaondernemers. Niets doen en die eigengereide schaatsenrijders in hun sop laten gaar koken is in feite geen optie meer. Met uw matrixborden en de pseudoborging van de veiligheid d.m.v. uw koek-enzopiebeleid heeft u de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op de Gouwzee al voor een belangrijk deel naar u toegetrokken. Verantwoordelijkheid leidt tot aansprakelijkheid als het mis gaat. Ongelukken zijn nooit 100% te voorkomen en er zijn altijd mensen ziende blind en horende doof, maar bij een calamiteit als gevolg van de afwezigheid van elementaire zaken op het gebied van de veiligheid is er sprake van ernstige nalatigheid. Wanneer een dergelijke calamiteit op de Gouwzee plaatsvindt, wordt er al snel naar u gewezen als u in gebreke bent gebleven en dan komt deze brief ongetwijfeld ook weer ergens boven water. Doe uw voordeel met dit schrijven en kom in actie. Met vriendelijke groet,
Jaap Blakborn