Lestip 'De vader met de grote schoenen' Over het boek Pita's ouders zijn pas gescheiden. Ze mist haar vader, de kleinste vader van alle kinderen van de klas. Maar hij heeft wel de grootste schoenen! Samen met haar vriendje en buurjongen Svenne speelde Pita vroeger met die enorme schoenen. Dat doet ze nu niet meer: daar is ze veel te oud voor! Nu doen ze zoenspelletjes... Auteur(s) Moni Nilsson-Brännström Uitgeverij Moon / 2012 Aantal pagina's 112 p. ISBN 9789048813537 Genre Fictie Doelgroep 5de leerjaar, 6de leerjaar Trefwoorden Auteur lestip Els Debuyck
Bespreking Over ‘Ik vind…’ Beste begeleider, laat de lezers als je praat over boeken altijd beginnen met ‘Ik vind…’ en niet met ‘Het is…’ Wie met ‘Ik vind…’ begint, toont meteen respect voor de mening van de ander. (Zie ook de Methode Chambers)
Basisvragen Wat vond je leuk, mooi of goed aan dit boek? Waar had je meer over willen lezen? Wat is je opgevallen? Was er iets wat je vreemd vond? Was er iets dat je nog nooit in een boek bent tegengekomen?
Algemene vragen Wat vind je van de cover, de lay-out (aan het begin van elk hoofdstuk drie woorden groot gedrukt, pagina’s
vetgedrukt, voldoende wit tussen de regels door…) Toen je het boek voor het eerst zag, had je toen meteen zin om erin te lezen? Vertel. Als de schrijver je zou vragen wat er anders of beter had gekund, wat zou je dan zeggen? Welke stukjes in het boek lijken het meest op het echte leven? Ging je door het boek je eigen ervaringen met andere ogen bekijken? Welke stukken van het verhaal herinner je je het best? Wat ga je anderen over het boek vertellen? Zou je het nog eens willen lezen?
Speciale vragen Wie vertelt het verhaal? Welke verhaalfiguur boeide jou het meest? Kwam je te weten hoe de verschillende figuren in het verhaal dachten of voelden? Papa blijkt uiteindelijk schoenmaat 37 te hebben (grote schoenen, kleine voeten). Biedt dit gegeven (de veel te grote schoenen) een meerwaarde voor het verhaal? Waar gaat dit eigenlijk echt over? Wordt dit duidelijk naar het einde toe? Je leest verschillende keren in het boek dat Pita’s vader succesvol is. Merk je dat in het verhaal? In het boek komen dingen aan bod waar je enkel met goede vrienden, met een volwassene die je goed kent… over praat. Vonden de lezers die stukken leuk om te lezen, goed geschreven, herkenbaar, een meerwaarde…? Verder uitweiden hierover hoeft niet, tenzij iemand dat graag wil. Bijvoorbeeld: p. 52 waarin Pita voor het eerst ongesteld wordt p. 57 over maandverband of tampons gebruiken, over zoenen, flirtspelletjes, spelletjes als doen-durven-of-dewaarheid p. 78-79 over Pita die aan mama vertelt hoe het voor haar voelt om verliefd te zijn p. 68-70: stukje voorlezen over grove reacties die Pita en Lino geven op hun juf, op de vriendinnen van Pita’s vader Begrijp je dat wat Pita’s gevoelens voor Lino anders zijn dan die voor Svenne? Hoe zou jij het verschil tussen vriendschap en verliefdheid uitleggen?
Filosoferen Hier is geen plaats voor anekdotes of persoonlijk ik-verhalen. Vraag de kinderen om duidelijke argumenten. Alle antwoorden zijn juist. Iedereen is volledig vrij om deel te nemen aan de discussie of niet. (Zie ook Filosoferen met kinderen) Het spreekt voor zich dat bij deze onderwerpen het begrip ‘vriend’ zowel voor jongens als voor meisjes geldt.
Vriendschap Wat is een vriend? Heb je vrienden nodig? Bestaan er verschillende soorten vrienden? Moet je alles vertellen aan je beste vriend? Hebben goede vrienden dezelfde interesses?
Moet je een vriend vaak zien? Moet een vriend ongeveer je eigen leeftijd hebben? Moet je iemand lang kennen voor het een echte vriend kan worden? Blijft vriendschap eeuwig duren?
Verliefdheid Laat iemand p. 104-107 voorlezen als inleiding. Wat is verliefd zijn? Kan je verliefd zijn zonder het zelf in de gaten te hebben? Kan je aan iemand anders merken dat hij/zij verliefd is? Kan je verliefdheid voelen? Hoe voelt het? Voelt het voor iedereen hetzelfde? Zijn er mensen die nooit verliefd worden? Zijn er mensen die heel vlug verliefd worden? Blijft verliefdheid eeuwig duren? Is verliefdheid hetzelfde als liefde?
Uitspraken Wat vinden de kinderen van de volgende uitspraken? Je kan ze op strookjes papier zetten. Laat de kinderen lukraak een strookje kiezen en voorlezen. Wie wil, kan reageren. p. 34-35: ‘Er bestaat niks ergers dan dat ze rotdingen over je ouders zeggen. De enige die rotdingen over je ouders mag zeggen, ben je zelf.’ p. 36: ‘Soms is Svenne ontzettend kinderachtig. Maar dat geeft niet. Als je twaalf bent heb je het recht om kinderachtig te zijn. Dat lijkt me tenminste de hele bedoeling van kind zijn. Stel dat Svenne niet kinderachtig was, en zich als een volwassene zou gedragen. Dan zou ik in elk geval geen zin hebben om met hem om te gaan.’ p. 38: ‘Het mooie van een scheidingskind zijn is dat je ouders geen ruzie maken over je opvoeding. Die vergeten ze als het ware. Ze hebben zoveel andere dingen aan hun hoofd. Werken en boodschappen doen en eten koken en in het bos wandelen en sporten en verliefd worden. (Dus probeer ik om Bento zelf maar op te voeden – als ik eraan denk.)’ p. 46: ‘Soms is het niet zo makkelijk best friends met Svenne te zijn. Want de meeste mensen vinden hem een nerd. Zij zien niet wat ik zie. Namelijk dat hij de coolste, leukste slimste en aardigste jongen van de hele wereld is. Svenne trekt zich niks aan van wat de mensen denken. Maar ik doe dat toch wel, want A) Het voelt niet lekker in je maag als mensen om je vriend lachen en B) Je wilt niet zelf als alien bekendstaan (ik weet dat het vreselijk is om zo te denken).’ p. 53: ‘Ik hou van psycho’s.’ p. 62: ‘Svenne is zo’n jongen die door de leraren of heel aardig gevonden wordt, of helemaal niet. […] Zelf ben ik iemand die door de leraren niet aardig maar ook niet onaardig gevonden wordt. p. 65: ‘Eén ding vind ik gek. Ook al vind ik Lino stom, hij is de enige die me kan laten blozen. En suffe dingen laat zeggen. Als ik in mijn fantasie met hem praat, gaat het net zo makkelijk als met Svenne, of met wie dan ook. In mijn fantasie kan ik over muziek, tv-programma’s en over de liefde praten. Maar als ik in het echt met hem praat, klink ik ontzettend stom, als er al iets uit mijn mond komt.’ p. 75: ‘Zij (mama) zegt dat papa soms niet ouder is dan twaalf. Een klein, verdrietig, onzeker jongetje dat het haat om alleen te zijn. En dat mijn vader daarom zoveel vriendinnen heeft, maar dat ze geen van allen goed genoeg
zijn om dat hij diep vanbinnen vindt dat hij zelf niet goed genoeg is. Ik ben echt blij dat ik vind dat ik goed genoeg ben, ondanks mijn lelijke, steile haar.’ p. 110: (Pita tegen haar vader) ‘Waarom draag je dan in vredesnaam zulke grote schoenen?’, vroeg ik. ‘Zo... Zo… zodat niemand kan zien wat een klein mannetje ik eigenlijk ben,’ zei papa. ‘Je bent niet goed wijs,’ zei ik. ‘Dat hangt toch niet van je voeten af!’
Wat vind je van… Leg kaartjes op de grond met daarop deze termen: DE WOORDKEUZE DE GEVOELSWAARDE DE ZINSBOUW HET VERHAALTEMPO DE ORIGINALITEIT DE PERSONAGES BLANCO KAART De kinderen zeggen ‘Ik vind…’, nemen een kaartje, lezen wat erop staat, en maken hun zin af. De begeleider en de anderen reageren, vullen aan, lichten toe…
Activiteiten Lijstjes aanvullen Vul aan (vertellen of noteren): p. 11: ‘Een belangrijke regel bij het mensen-op-hun-hoofd-spuug-spel is om niet naar beneden te klimmen als ze hebben ontdekt dat ze zijn bespuugd. Als ze je ontdekken moet je heel simpel: …’ p. 20: ‘We houden van jullie, maar…’ p. 26: ‘Dingen die goed zijn van dicht bij allebei je ouders wonen: …’ p. 85: wat is goed en slecht aan een scheidingskind zijn?
Parallelbril Svenne maakt een parallelbril want hij zoekt naar parallelle werelden (p. 28). De kinderen kunnen een bril ontwerpen waaraan te zien is wat hun hobby/interesse is.
Tsatsiki Wie heeft zin in andere boeken van deze auteur? In de bibliotheek vind je vast de boeken over Tsatsiki.
Onderbroeken ‘Toen Lino eindelijk zijn portiek uit kwam, kreeg ik zulke zweethanden dat mijn handen van de takken gleden en ik uit de boom viel. … Helaas had ik een rok aan. De rok lag meer rond mijn hoofd dan rond mijn benen. Lino staarde naar mijn roze onderbroek met hondjes. (Een cadeautje van oma. Ik heb geen flauw idee waar ze al die lelijke onderbroeken vandaan haalt. Ik heb hoe dan ook de lelijkste en kinderachtigste onderbroeken van de hele klas).’ (p. 81) Kunnen de kinderen zo’n kinderachtige onderbroek tekenen? Of tekenen ze liever hoe hun lievelingsonderbroek eruit ziet? Papier, stiften, kleurpotloden… laat de fantasie maar werken. Je kan op het einde de onderbroeken aan een waslijn hangen, met prijskaartjes of soldenlabels, etiketjes met de naam van de ontwerper…
Spiegelen Zou het moeilijk zijn om in een gespiegeld huis je weg te vinden? Laat iemand een parcours afleggen. Iemand anders legt datzelfde parcours in spiegelbeeld af. Of ga per twee tegenover elkaar staan. Spreek af wie begint met de bewegingen. De ander doet die bewegingen na in spiegelbeeld… (Je kan dit ook op muziek doen.) Je kan ook één iemand de bewegingen laten voordoen, waarna de rest van de groep ze nadoet.
Namen Wat vinden de lezers van de namen uit het boek? Pita, Svenne, Bebbe, Linea, Svante, Bertil, Sebbe… Zijn ze blij met hun eigen naam? Weten ze wat die betekent? Welke (soort) namen horen ze graag? Welke helemaal niet?
Auteurs uit verre landen Moni Nilsson is een Zweedse auteur die al veel prijzen gewonnen heeft. Welke auteur zouden de kinderen een prijs willen geven? Som samen zoveel mogelijk auteurs op… Weten de kinderen welke auteurs Belg zijn, welke niet? Doe hetzelfde met illustratoren…