Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
1
TechnOV Zennelaan 51-53 School voor wetenschap en technologie
Naam:____________________________________
Klas: _______
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
2
1. Organiseren en verkennen 1.1
Schoolagenda
Noteer vooraan je naam en voornaam! Jouw agenda is een belangrijk werkinstrument! Je hebt hem dan ook elke dag bij! Vul steeds het lesonderwerp van elk lesuur in! Vergeet ook taken en lessen niet te noteren: je noteert ze onder “uit te voeren tegen”. Schrijf goed op om welk vak het gaat en om welke pagina’s het gaat! Vink de opdrachten die je gemaakt hebt of de lessen die je geleerd hebt aan in jouw agenda! Laat je wekelijks handtekenen door je ouders. 1.2
Vervoersmap
• Hierin verzamel je alle losse papieren die je gedurende de schooldag krijgt. • Thuis steek je losse bladen in de juiste map en brieven laat je handtekenen. Brieven en strookjes stop je nadien terug in jouw vervoersmap! • Maak de vervoersmap dagelijks leeg! 1.3 •
Hoe werk ik met mijn handboek/werkboek
Gebruik de inhoudstafel als ondersteuning. Zo kan je de leerstof goed situeren en voorkom je dat je door de bomen het bos niet meer ziet!
•
Maak voor jezelf goed zichtbaar welke kaders je moet leren en welke niet, wat theorie is en waar de oefeningen staan. Zo bespaar je tijd bij het studeren!
•
Wanneer je iets opzoekt in je boek, maar het niet meteen kan vinden, biedt de trefwoordenlijst misschien een oplossing! Deze lijst bevindt zich meestal achteraan in je boek en bevat alle begrippen die in je boek gebruikt worden.
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
1.4
3
Toetsenmap
• Je toetsenmap ligt steeds op school. • Vrijdagavond neem je de toetsenmap mee naar huis. Jouw ouders ondertekenen alle toetsen. • Je verbetert de toetsen: zoek naar je fout, in plaats van de correcte oplossing zomaar over te schrijven! • Maandag breng je de toetsenmap terug mee naar school. 1.5 •
Weekindeling en weekplanning Wees realistisch: 20 minuten per dag voor schoolwerk zal niet volstaan! Anderhalf à twee uur is voldoende.
•
Betrek je gezin bij de planning: je kan onmogelijk aan de salontafel studeren wanneer je kleine zus tv kijkt. Probeer zoveel mogelijk jullie planning op elkaar af te stemmen, dan kunnen jullie ook samen ontspannen!
• Toon jouw planning aan je ouders! •
Je kan met behulp van de computer een gepersonaliseerde weekplanning maken. Hierbij kan je tekeningen, foto’s en kleuren gebruiken om jouw week te vullen. Zo wordt het ook echt JOUW week!
•
Let op: het moet wel overzichtelijk blijven! Als je niet wegwijs raakt uit je eigen planning, ben je nog verder van huis…
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
4
2. Leren begrijpen en inprenten 2.1
Begrijpen van een tekst
• Lees de titel en stel jezelf de vraag “waar gaat deze tekst over?” • Lees elke alinea: wat zijn de belangrijkst dingen uit de alinea’s? Duid ze aan! • Stel jezelf vragen over de tekst: o Waarover gaat het? o Waarom staat dit er in? o Wat zijn oorzaken en gevolgen? o Wat zijn verbanden? 2.2
Uit het hoofd leren
• Afhankelijk van het soort leerstof kies je een andere strategie:
Bij geschiedenis vertel je het ‘verhaal’ na. Studeren gaat dus ook mondeling.
Frans/Latijn/Engels leer je schriftelijk. Zowel de betekenis als de schrijfwijze moet je kennen!
• Structureer de leerstof: de titels moet je uit het hoofd kennen! •
Herhalen is belangrijk: liever 3 keer 5 minuten dan 1 keer 15 minuten!
• Leer best geen lessen die op elkaar lijken na elkaar, bijvoorbeeld de woordjes van Frans na die van Engels. • Bij het leren inprenten speelt ook de wil van de leerkracht een rol. Wil die de exacte bewoordingen of is ‘in eigen woorden’ voldoende? Vraag dit aan jouw leraar! 2.3
Oefeningen vlot oplossen
De oefeningen die je in de klas maakte, behoren ook tot de leerstof. Het ‘bekijken’ van deze oefeningen is geen garantie dat je de oefeningen foutloos kan oplossen. Enkele tips om oefeningen te leren: • Oefeningen die je fout maakte in de klas, kan je best aanduiden. • Deze oefeningen maken je, zonder te spieken, opnieuw. • Je kan ook extra oefeningen vragen aan de leerkracht.
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
2.4
5
Ezelsbruggetjes
Aan de hand van deze zinnetjes kan je de leerstof gemakkelijker onthouden: • Nooit Oorlog Zonder Wapens: volgorde van de windrichtingen. • Hoe Moeilijk Was Die Volgorde Ook Alweer? : de volgorde van bewerkingen (haakjes, machten, wortels, vermenigvuldigen, delen, optellen en aftrekken) • Un Professeur: een leraar draagt één frak en twee schoenen • … Vraag jouw leraar ook om trucjes om de leerstof beter te onthouden of ga zelf op zoek naar geheugensteuntjes!
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
6
3. Proefwerken voorbereiden 3.1
Planning
Er zijn een aantal zaken die je in aanloop naar de examens moet doen: • Check of je notities volledig zijn. • De leerstof overlopen. Stel jezelf de volgende vragen: Wat is nog moeilijk? Wat snap ik niet? Hoe leer ik deze leerstof best? Noteer dit en neem mee naar de les! Jouw leraar zal deze vragen ongetwijfeld goed kunnen beantwoorden. • Een planning maken: Voorzie voldoende tijd voor de grote vakken (wiskunde, Frans, Nederlands, …) en vakken die je moeilijk vindt. Plan ‘buffertijd’ in: zo kom je niet in problemen bij onverwachte gebeurtenissen (v.b. ziekte). Bespreek deze planning met jouw klasleraar! 3.2
Proefwerkverloop
• Vul je naam in! • Overloop de vragen en kijk of je alles begrijpt en of je al het benodigde materiaal hebt. • Per vraag ga je na: Welk soort vraag het is Bij een vraag met opdrachtwoorden: voer uit! Let ook goed op wat er wordt gevraagd (niet schrappen als er staat ‘omcirkel’)! Bij een ‘wat’-vraag: beantwoord de vraag en controleer steeds op volledigheid! Staan alle voorwaarden/kenmerken er in? Markeer deze vraagwoorden. Bestaat de vraag uit meerdere delen? Zo ja, heb ik alle delen beantwoord? • Vragen die moeilijk zijn laat je best open. Zo verlies je geen tijd. Later kan je hier steeds op terug komen. 3.3
Examenstress
Stress is een heel normaal onderdeel van ons leven. Het helpt ons om net die extra inspanning te leveren. Toch kan stress ook negatieve gevolgen hebben. Vooral zeer sterke
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
7
en langdurige stress is slecht voor de gezondheid. Heb je last van stress en wil je hier iets aan doen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met je klasleraar!
4. Soorten vragen • Vragen met opdrachtwoorden: opsommen, verklaren, benoemen, schrappen, omcirkelen. • Vragen met scharnierwoorden: waarom, waarmee, … deze vragen beantwoord je met ‘omdat’, ‘met’, ‘doordat’, … • Vragen met ‘Wat’: het antwoord op deze vragen bestaat meestal uit verschillende deelantwoorden. Bijvoorbeeld:
Wat zijn de kenmerken van zoogdieren? Een zoogdier is bedekt met haren en zoogt zijn jongen.
• Vragen met het woordje ‘En’: deze vragen bestaan uit meerdere deelvragen! Achteraf dien je te controleren of je alle deelvragen hebt beantwoord. Markeer of onderstreep al deze vraagwoorden op jouw toets of taak! 5. Controleren en herhalen 6.1
Herhalen
• Best 1 dag nadat je de leerstof voor de eerste maal hebt gestudeerd. • Hoe vaker je herhaalt, hoe beter de leerstof blijft hangen. • Indien je niet herhaalt, vervliegt de leerstof. Door het herhalen wordt de leerstof opgeslagen in het lange termijngeheugen. 6.2
Controleren
Na het begrijpen en inprenten van de leerstof volgt de controle. Hierbij ga je na of je de leerstof wel echt onder de knie hebt. Dit doe je, afhankelijk van het leerstof, op verschillende manieren: • Het verhaal opnieuw vertellen (bijvoorbeeld bij geschiedenis). • Zelf ‘examenvragen’ maken. • De oefeningen opnieuw maken.
soort
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
8
6. Foutenanalyse
Stel jezelf de volgende vragen: • Wat ging er fout? v.b.: ik had te weinig tijd om mijn toets te studeren, waardoor ik het laatste deeltje van de leerstof niet goed heb verwerkt. • Wat is mijn aandeel hierin? v.b.: ik heb te lang gewacht om de leerstof in te studeren. Bovendien had ik geen buffers ingebouwd in mijn planning. • Hoe kan ik dit vermijden in de toekomst? v.b.: vroeger starten met studeren en mijn werk beter plannen. • Wat ging er goed en waarom? v.b.: het eerste deel van de leerstof kon ik wel goed. Dit komt omdat ik dit deeltje meermaals herhaald heb. • Actieplan: wat ga ik concreet ondernemen? Je kan deze analyse ook doen aan de hand van de icoontjes boven de toets:
In Les Gestudeerd? Goed Concentratie agenda? begrepen? gepland? oké?
• Heb ik de toets in mijn agenda geschreven? • Heb ik de les begrepen? Snapte ik verbanden? • Heb ik de leerstof voldoende gestudeerd of heb ik deze enkel gelezen? • Was mijn planning goed? Ben ik niet te laat begonnen? • Was ik geconcentreerd? • Is mijn werkplek thuis netjes en gestructureerd?
Orde thuis oké?
Leren kan je leren – 1ste jaar – leerlingenfiche
9
7. Schema’s en mindmapping 7.1
Schema’s
In een schema neem je alleen de belangrijkste informatie op. Dit wil zeggen dat je de titel en ondertitels opneemt in jouw schema. Hierbij schrijf je kernwoorden. Probeer thuis zelf van een klein stukje leerstof een schema te maken. Je kan vragen aan de leerkracht om dit schema samen te verbeteren. 7.2
Mind maps
Mind maps zijn een combinatie van woorden, cijfers, kleuren en illustraties. Dit alles wordt schematisch weergegeven. Niet alleen woorden en het schema zijn van belang om te studeren. Hoe persoonlijker de woorden, cijfers en illustraties zijn (met kleurtjes, humor, tekeningen, …), des te beter je het geheel kan onthouden. We leren dus het best als de woorden en cijfers op een creatieve en aantrekkelijke manier worden weergegeven. Een goede mindmap ziet er uit als volgt:
Centraal staat het onderwerp (v.b.: de titel van een hoofdstuk). De zijtakken bevatten allemaal kernwoorden (= de essentiële informatie). Beperk deze kernwoorden tot 1 of 2 per tak. Voor mensen die niet zo graag werken met kleurtjes en prentjes is het programma ‘Freemind’ zeker een aanrader. Dit programma helpt je mindmaps te maken op de computer en is gratis te downloaden (via de zoekmachine ‘google’). Bovendien kan je de mindmaps weergeven als PDF- of JPEG-bestand.