Composteren kan je leren ! een brochure over zelf composteren
i.s.m. Provincie Vlaams-Brabant Intercommunale Haviland Igo-Leuven Intercommunale Interleuven
INHOUD Inleiding............................................................................................................................................4 1. Compost : afval omgevormd tot voedingsstof ..........................................5 2. Composteerbaar of niet? Dat is de vraag! ...................................................6 A. Wat is composteerbaar ?
1. Keukenafval.......................................................................................................................6 2. Tuinafval.............................................................................................................................6 3. Andere.................................................................................................................................6 B. Welke materialen zijn niet of moeilijk composteerbaar ? .........................................6
3. Composteren, een kunst ? .........................................................................................7 A. Verschillende manieren om zelf te composteren ................................................7 1. De composthoop .............................................................................................................8 2. De compostbak ................................................................................................................9 3. Het compostvat .............................................................................................................10 4. De wormenbak ...............................................................................................................11 B. Belangrijke aandachtspunten bij het composteren .........................................13 C. Nog enkele tips ... ...........................................................................................................14
4. Het gebruik van compost in de tuin ..............................................................14 A. Voordelen van compost ................................................................................................14 B. Hoe gebruik je compost ? ...........................................................................................15 1. In de groententuin .......................................................................................................15 2. In de siertuin..................................................................................................................16 3. Bloembakken en -potten ...........................................................................................16
5. Hergebruik van tuinafval en snoeihout .......................................................17 A. Vlakke compostering .....................................................................................................17 B. Houtsnippers......................................................................................................................18 1. Wat doe je er mee ?.....................................................................................................18 2. Voordelen van “mulchen” ..........................................................................................19 3. Houtsnippers aanbrengen..........................................................................................19 4. De houtversnipperaar .................................................................................................19
6. Eerste hulp bij ...composteren ..............................................................................21
3
INLEIDING Organisch afval omvat al het natuurlijk afval uit de tuin en de keuken. In de provincie VlaamsBrabant maakt het 17 % uit van de totale huisvuilophalingen. Provincie Vlaams-Brabant, 1997 : het aandeel van de verschillende fracties van het huisvuil
Provincie Vlaams Brabant Groenafval 5% PMD 3%
KGA Glas 0 , 0 7 % 7%
Puin 8%
Andere 0,43%
restfracti 44%
Papier en karton 16%
restfractie GFT Papier en karton PMD Groenafval Glas KGA Puin Andere
GFT 17%
Groente-, fruit- en tuinafval (G.F.T.) scheiden en terug nuttig gebruiken heeft financiële voordelen, en het is goed voor het milieu. Minder restafval (= afval waaruit de recycleerbare en composteerbare producten zijn gehaald), betekent immers minder vervoer door huisvuilwagens. Bovendien moet er minder afval verwerkt worden en is er minder nood aan stortplaatsen en verbrandingsovens. Voor gezinnen is het heel wat goedkoper om het GFT-afval zelf te verwerken. Denk maar aan de hoge kosten voor huisvuilzakken die je kan uitsparen. Vuilniszakken worden immers alsmaar duurder.
composteren is een goed idee voor je tuin en je portemonnee ‘t is niet moeilijk, dus, doe mee ! Zelf composteren is een eenvoudige én goedkope manier om het organisch afval te krijgen waar het thuishoort, namelijk op en in de bodem van je tuin. Op dat moment spreek je echter niet meer over afval, maar wel over compost, een waardevolle grond-stof ! Je moet echt geen groene vingers hebben om compost van goede kwaliteit te maken. Bovendien vraagt het weinig tijd en word je flink geholpen door een heel leger van specialisten die dag en nacht voor jou in de weer zijn : bacteriën, schimmels, wormen en vele andere beestjes. Moeilijk composteerbare materialen kan je best meegeven met de GFT-ophaling.
4
De composthoop (foto : Interleuven)
1. COMPOST: AFVAL OMGEVORMD TOT VOEDINGSSTOF Het woord composteren stamt af van het Latijnse ‘componere’ en betekent ‘mengen, samenvoegen’. Compost is een humusproduct dat ontstaat door gedeeltelijke afbraak van plantaardige en dierlijke materialen. De plantaardige en dierlijke resten worden omgevormd tot compost door inwerking van allerlei micro-organismen (bacteriën en schimmels) en door wormen. Composteren is de oudst bekende vorm van recyclage. In 200 vóór Christus beschreef de Romein Colunella reeds hoe men groenafval moest bewerken en gebruiken. Compost heeft een positief effect op de bodemstructuur en verhoogt het humusgehalte van de bodem waardoor erosie wordt tegengegaan. Bovendien zorgt compost voor een betere zuurstofuitwisseling tussen grond en lucht en wordt de waterhuishouding beter geregeld. Zelf composteren zorgt voor een volumevermindering van het huisvuil, waardoor ook de verwerkingskosten dalen.
5
2. COMPOSTEERBAAR OF NIET ? DAT IS DE VRAAG ! A. Wat is composteerbaar ? 1. Keukenafval Keukenafval bestaat uit groenteresten, fruitresten, doppen van noten, koffiedik mèt papieren filterzakje, theebladeren en theezakjes, eierschalen (best vermalen), gekookte of gebakken etensresten (in kleine hoeveelheden en goed vermengd met droger materiaal), brood, papier (kleine hoeveelheden) van keukenrol, krantenpapier of papieren zakjes en kartonnetjes onder een taart (kunnen niet worden meegegeven met de papierophaling). Plantaardig afval is voedsel- en waterrijk. Het is dan ook belangrijk dit altijd te mengen met droger afval, zodat de kans op verstikking of rotting kleiner is. 2. Tuinafval Dit afval bestaat uit verwelkte bloemen en potkluiten (verwijder de overtollige aarde), stengels van planten, bladeren, uitgebloeide perkplanten, snoeihout (verhakseld of verkleind), gras (niet te veel), haagscheersel, onkruid, aardappelplanten, enz... 3. Andere Zaagmeel en houtkrullen zijn goed composteerbaar. Let er wel op dat ze afkomstig zijn van onbehandeld hout. Ook mest van kleine huisdieren (alleen planteneters : konijnen, cavia’s, vogels, ...), eventueel vermengd met stro, mag op de composthoop. Uitwerpselen van katten en honden kan je best vermijden.
B. Welke materialen zijn niet of moeilijk composteerbaar ? Timmerhout, behandeld hout en ongesnipperd snoeihout, beenderen, graszoden (te veel zand), dierlijk afval, mosselschelpen, wegwerpluiers, aarde en zand, saus, vet, olie, stof uit de stofzuiger, as, houtskool, steenkool, kunststof, metaal en blik, kattenbakvulling. Deze materialen horen niet thuis op de composthoop !
6
compostvaten - en bakken in de toontuinen van Hoegaarden (foto IGO- Leuven)
3. COMPOSTEREN, EEN KUNST ? A. Verschillende manieren om zelf te composteren Welke manier van composteren je best kiest is afhankelijk van volgende factoren : - de grootte van je tuin - welk soort afval je gaat composteren - de plaats die je kiest om te composteren - het soort compost dat je wil bekomen - je budget, hoewel geen enkel van de systemen prijzig is. Welk systeem je ook kiest, je moet altijd zorgen voor een optimale beluchting en een goede drainage van het overtollige regenwater.
7
1. De composthoop Een composthoop is zeer geschikt voor een grote tuin, of een tuin met veel afval van bomen, struiken, gras en groenten. Je kan ook verschillende composthopen combineren. Je kiest best een beschutte, halfbeschaduwde plaats die je opnieuw gebruikt voor elke nieuwe composthoop. De aanwezigheid van resten doet het proces immers sneller starten. Contact met de bodem is erg belangrijk. De ideale grootte van je composthoop is uiteraard afhankelijk van de grootte van je tuin. Bij een groententuin van 1 tot 5 are is een composthoop van ongeveer 1 m3 voldoende. De ideale periode om te starten met een composthoop is de zomer en nazomer (augustus oktober) of de vroege lente (februari - april). Op die momenten beschik je over het meeste tuinafval. In de zomer is het klimaat het meest gunstig. Wanneer je met je composthoop start in de lente, heb je al behoorlijk wat afval verzameld vooraleer de temperaturen beginnen te stijgen. Je zal dan in de nazomer voldoende compost verzameld hebben om je groententuin klaar te maken voor de winter.
De composthoop (foto : Stichting Milieu Educatie)
De onderste laag bestaat uit grof materiaal (snoeihout of plantenstengels). Vanaf dan werk je best in laagjes, door verschillende soorten afval af te wisselen. Voor een goede structuur en voldoende luchtigheid vermeng je zoveel mogelijk ‘groen’ en ‘bruin’ of ‘nat’ en ‘droog’ afval.
8
Met ‘groen en nat afval’ bedoelen we al het keukenafval en vers tuinafval (grasmaaisel, onkruid, planten, ...). ‘Bruin en droog’ afval is snoeihout, herfstbladeren, gedroogd grasmaaisel, papier, ... Na enkele weken zet je de composthoop om, zodat alles door elkaar gemengd wordt. Na ongeveer zes maanden is de eerste compost klaar voor gebruik. Gebruiksklare compost herken je aan zijn ‘bosgrond’-geur.
2. De compostbak Een compostbak of -silo is geschikt voor een vrij grote tuin. De meest gebruikte methode is een combinatie van één, twee of drie bakken, die je zelf ineen kan knutselen. Wanneer je twee bakken aan elkaar bouwt, kan je na enkele maanden het materiaal van de eerste bak in de tweede scheppen, waarbij de tweede bak gebruikt wordt als narijping. In de eerste bak kan men dan onmiddellijk opnieuw starten. Een eventuele derde bak kan gebruikt worden als reserve (om het teveel aan gras of bladeren of ander materiaal te stockeren). Net zoals bij de composthoop kies je een beschutte, halfbeschaduwde plaats. De meest voorkomende grootte van een compostbak is ongeveer 1 m3. Je kan een compostbak maken (of kopen) met een deksel. Het voordeel daarvan is dat je materiaal bij hevige regenval droger blijft. Compost mag echter ook niet te droog zijn. In je compostbak kan je een luik voorzien. Dat is handig om het reeds gecomposteerde materiaal te bekijken en te beoordelen op kwaliteit. Je kan eventueel ook voorzien dat de wanden (of één wand) gemakkelijk weg te nemen zijn, wat het verwijderen van het materiaal aanzienlijk vergemakkelijkt.
Een compostbak, gemaakt van houten latten (foto : Comité Jean Pain)
Hoe je compostbak of -silo er ook uitziet, denk eraan dat een goede luchtcirculatie van groot belang is. Luchttoevoer zorgt ervoor dat het materiaal niet verstikt.
9
3. Het compostvat Als je een kleinere tuin hebt (100 tot 200 m2), of weinig groenafval (bladeren, gras, snoeihout), kies je best voor een compostvat. Een compostvat is gemaakt van gerecycleerde kunststof. Je kan het kopen in een tuincentrum of bij je gemeente of stad. In het tweede geval betreft het een samenaankoop, georganiseerd door de intercommunales, waardoor de prijs uiteraard sterk gedrukt kan worden. Informeer bij je gemeente naar de prijs. Wanneer je verkiest om je compostvat aan te kopen in een tuincentrum, let dan bij je keuze op het verluchtingssysteem, dat van fundamenteel belang is bij het composteren. Het compostvat moet onderaan gaten hebben (niet opzij), waardoor de lucht van onder naar boven kan circuleren. Bovendien kan langs daar het overtollige vocht wegvloeien en biedt het toegang aan alle bodemorganismen (insecten en wormen) die nodig zijn voor het composteringsproces. Het deksel moet zwaar genoeg zijn zodat het niet wegwaait bij een hevige windstoot, maar moet nog voldoende lucht doorlaten en gemakkelijk hanteerbaar zijn. De meeste compostvaten hebben onderaan een schuif. Langs daar kan je gemakkelijk nakijken hoe het met de kwaliteit van jouw compost gesteld is.
Een compostvat (foto : comité Jean Pain)
Ook de kleur van het compostvat is van belang bij het composteren. Kies een kleur die voldoende donker is, zodat de zonnestralen geabsorbeerd worden, evenwel zonder het materiaal uit te drogen. Daardoor wordt de afbraak van het organisch materiaal versneld.
10
Hoe ga je te werk ? Plaats het compostvat op een zonnige plaats in je tuin. Zorg ervoor dat de buitenrand op tegels of balken steunt, zodat het vat niet wegzakt in de bodem. Onderaan in het vat leg je kleine takjes, houtsnippers, verwelkte snijbloemen of kamerplanten. Je kan ook starten met een laagje aarde of goed verteerde compost (te koop in tuincentra en bij sommige intercommunales). Vanaf dan kan je het compostvat dagelijks bijvullen met keuken- en tuinafval. Met een beluchtingsstok (een soort haak aan een steel, te koop in tuincentra of eventueel in het gemeente- of stadhuis van je woonplaats), kan je de verschillende soorten afval vermengen. Eén- tot tweemaal per week, steek je de beluchtingsstok in het vat, je draait hem een kwartslag en haalt de stok er weer uit. Na ongeveer zes maanden heb je gebruiksklare compost van hoogstaande kwaliteit
4. De wormenbak De wormenbak is de ideale manier van composteren voor gezinnen zonder of met een kleine tuin. De wormen zorgen voor de vertering van het organisch afval tot zeer fijne compost (vermicompost ).
‘The original wormery’ (foto Comité Jean Pain)
Een wormenbak kan je kopen in de handel. Hij neemt weinig plaats in. “The original wormery” is een zeer handig model. Deze wormenbak ziet eruit als een gewone vuilbak, met onderaan een scheidingsplatform en een kraantje (voor de afvoer van het overtollige water). Je kan zo’n wormenbak ook zelf maken : een kunststofbak met geperforeerde bodem (luchttoevoer en afvoer van overtollig vocht).
11
De bewoners van de wormenbak, zijn speciaal geselecteerde compostwormen : ‘Eisenia foetida’of ‘Eisenia andrei’. De gewone regenworm is ongeschikt, ze kan zelfs niet overleven in een compostbak. Compostwormen kan je uit de composthoop van je buurman halen. Ze zijn rood-oranje gestreept. Er bestaan ook ‘wormen-kwekerijen’. Onderaan in de wormenbak, op het scheidingsplatform, leg je een stukje krant. Daarbovenop strooi je versnipperd krantenpapier (een laagje van 2 cm). Maak het wat vochtig door er water over te sproeien. Daar zet je de wormen in. Voeg een handvol keukenafval toe. De eerste twee weken mag je slechts enkele handenvol keukenafval toevoegen. Daarna kan je de bak stelselmatig vullen (hoe kleiner de stukken, hoe beter) . Na +/- acht weken tot een paar maand is de inhoud getransformeerd tot ‘vermicompost’. Via het kraantje onderaan kan je regelmatig het overtollige afvalwater ‘aftappen’. Verdund met water is dit de ideale voeding voor kamerplanten.
Compostwormen (foto : Comité Jean Pain)
Opgelet ! Zet de wormenbak in de winter op een vorstvrije plaats, want compostwormen kunnen bevriezen.
12
B. Belangrijke aandachtspunten bij het composteren
Vers materiaal composteert het best (foto : Interleuven)
• Zorg voor voldoende luchtigheid, om stank, verzuring en verrotting tegen te gaan. Meng alle materialen en woel het geheel regelmatig om. Voeg regelmatig grof materiaal toe (houtsnippers of kleine takjes). • Zorg voor voldoende afwisseling van droog en nat materiaal. • Zaden van onkruid worden slechts vernietigd bij temperaturen van 50 - 60°c. Deze warmte kan alleen bereikt worden in een voldoende grote composthoop. • De vochtigheid van je composthoop moet ongeveer 50-60 % bedragen. Dat kan je nagaan met de vuisttest : neem een handvol composterend materiaal en knijp er in. Er mogen slechts enkele druppels vocht uitkomen. Indien het te vochtig is meng je er wat droog materiaal onder. Bij het openen van je hand mag het materiaal niet meteen uiteen vallen, anders is het te droog. In dit geval besproei je het geheel met water. • Hoe kleiner het materiaal, hoe sneller de vertering omdat het aantastingsoppervlak vergroot. • Gebruik zoveel mogelijk vers materiaal. • Voeg nooit te grote hoeveelheden van hetzelfde materiaal tegelijk toe. • Start met je composthoop in het voorjaar, in de zomer of in de herfst. • Bij het opstarten van de composthoop heb je geen compoststarters nodig (worden verkocht in tuincentra). Ook kalk is een additief dat nutteloos en soms zelfs schadelijk is. Als je composthoop veel te vochtig is, kan je eventueel wel wat kalk toevoegen. Het is echter beter ervoor te zorgen dat je voldoende droog materiaal in je composthoop mengt. • Onkruiden (zoals brandnetels) zijn zeer goed composteerbaar en zorgen voor een goede temperatuur in de composthoop. Hun vochtgehalte en structuur is optimaal. Voeg ze wel bij de composthoop vóór de zaadvorming.
13
C. Nog enkele tips ... • Je kan samen met je buur (of enkele buren) een composthoop aanleggen. Daardoor vergroot je het volume waardoor de kans op compost van prima kwaliteit ook groter wordt. • Heb je in de herfst te veel bladeren ?! Met grotere takken en snoeihout door elkaar te vlechten kan je een hoek afmaken waar je het teveel aan bladeren in verzamelen kan. Zo kan je ze bewaren en regelmatig toevoegen aan je composthoop. Je kan ook een bak maken met vier paaltjes en wat kippengaas. Het gaas en de gevlochten takken laten voldoende verluchting toe, zodat het materiaal niet kan rotten. • Te grote hoeveelheden gras kan je best niet ophopen. Het materiaal is te vochtig, gaat snel rotten en is dan onbruikbaar voor je composthoop. Gras is echter wel uitstekend geschikt voor ‘mulching’ (tussen je planten een laagje vers gemaaid gras aanbrengen) en vormt een prima afdek tegen vorst (bladeren ook). Bij de aankoop van een nieuwe grasmachine kan je kiezen voor een model dat het afgereden gras versnippert, zodat je het gewoon op je gazon kan laten liggen. • Grote hoeveelheden haagscheersel kan je op een aparte hoop composteren. Dit materiaal hoef je niet te vermengen met andere materialen. De grote hoeveelheden lignine (houtstof) zorgen voor een eindresultaat van prima kwaliteit.
4. HET GEBRUIK VAN COMPOST IN DE TUIN A. Voordelen van compost • • • • • • • • • • • • •
Composteren verkleint de hoeveelheid afval en is een natuurlijke vorm van recyclage. Composteren betekent een flinke besparing in uw huisvuilbudget. Compost is gratis meststof. GFT-compost heeft een hoog gehalte aan organische stoffen, in vergelijking met kippenmest of stalmest. Compost verbetert de bodemstructuur : omdat er een betere lucht- en waterhuishouding is, verbetert de plantengroei. Dankzij het gebruik van compost drogen zandgronden minder vlug uit en draineren zware gronden beter het overtollige water. Compost vermindert bodemerosie. Het gebruik van compost maakt de bodem beter bewerkbaar. Compost brengt de zuurtegraad naar optimale waarden. Compost is een prima buffer voor de temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Compost beschermt de planten tegen parasieten en ziekten. De smaak van groenten wordt opmerkelijk verbeterd. De voedingselementen komen pas vrij als de plant er behoefte aan heeft : sneller bij warm, vochtig weer en langzamer wanneer het koud is.
14
B. Hoe gebruik je compost ? Compost van GFT- afval is geschikt voor alle teelten : groenten, bloemen, struiken, gazon, kruiden, éénjarige en vaste planten, en kan gebruikt worden als aanvulling bij potgrond. Compost voeg je best toe in het vroege voorjaar. De hoeveelheid en het soort compost is afhankelijk van verschillende factoren : - de kwaliteit van je compost - het bodemtype - vruchtbaarheid van de bodem - de hoeveelheid compost die je voordien hebt gebruikt - de voedselbehoefte van de plant. In sommige gevallen is het beter om fijn gezeefde compost te gebruiken. Zeven doe je zelf. Gebruik hiervoor een oude aszeef (voor kleine hoeveelheden) of een oude ijzeren bedvering. Je kan ook zelf een constructie bouwen. Met houten latten en fijn volièregaas is dit zo gebeurd. Om goed te kunnen zeven moet het materiaal voldoende droog zijn. Op onderstaande tekening ziet u hoe men compost kan zeven.
(tekening : ‘Handboek ekologisch tuinieren, de moestuin’, Velt, 1993)
1. In de groentetuin • voor veeleisende (op vlak van voeding en bodem) gewassen (aardappelen, kolen, tomaten) gebruik je ongeveer 4 - 8 kg/m2 compost. • minder eisende gewassen (zoals sla, spinazie, andijvie en aardbeien) hebben voldoende met 2 - 4 kg/m2. • voor vruchtgroenten (komkommers, paprika’s) is een mulchlaag van 2 cm dikte zeer geschikt. • fruitbomen : - bij aanplanting : 20 % compost in het plantgat mengen. - jaarlijkse verzorging : 3 - 5 kg/m2 verdelen rond de stam, zover als de takken reiken.
15
Gebruik compost in de siertuin (foto : Vlaco)
2. In de siertuin • gazon : - aanleg : enkele weken vooraf, 8 - 10 kg/m2 fijn gezeefde compost inwerken op10 cm diepte - verzorging : jaarlijks fijne compost uitstrooien op het gras • planten en bloemen : - aanplanting : 8 - 10 kg/m2 compost inwerken op 15 cm diepte - verzorging : tweejaarlijks 2 - 3 kg/m2 verdelen tussen de beplanting en licht inschoffelen. • bomen : - aanplanting : 20 % fijn gezeefde compost rechtstreeks in het plantgat - verzorging : tweejaarlijks 2 - 3 kg/m2 verdelen rond de stam, zover als de takken reiken, en licht inschoffelen
Gebruik compost in bloembakken (foto : Vlaco)
3. Bloembakken - en potten • nieuwe bakken : 40 % fijn gezeefde compost vermengen met gewone tuinaarde • oude bakken : 20 % fijn gezeefde compost mengen met de oude grond. Gebruik nooit grond afkomstig van bakken met zieke planten !
16
Afsluiting gemaakt met wilgentenen (foto : IGO - Leuven)
5. HERGEBRUIK VAN TUINAFVAL EN SNOEIHOUT
A. Vlakke compostering Bij vlakke compostering gaat men een laag weinig of niet verteerd organisch materiaal aanbrengen op de grond, zonder het te vermengen. Je kan het aanbrengen tussen de teelten (“mulching”) of als winterbedekking (nadat de teelten geoogst en verwijderd zijn). Hier gebruik je alleen maar tuinafval (geen keukenafval).
17
B. Houtsnippers Houtsnippers worden gemaakt van snoeihout en boomschors. Je kan ze gebruiken voor verschillende doeleinden. Ze zijn gratis te verkrijgen op het containerpark of je kan ze zelf maken met een versnipperaar (hakselaar).
Houtsnippers zijn multi-functioneel (foto : Vlaco)
1. Wat doe je er mee ? - “mulchen” of het aanbrengen van een laag organisch materiaal als bodembedekker - composteren - gebruiken voor de aanleg van tuinpaadjes - als grondbedekking onder een schommel, een wip of een glijbaan
18
2. Voordelen van “mulchen” : - houdt de bodem vochtig - voorkomt erosie door water en wind - verrijkt de bodem met organisch materiaal - houdt onkruid tegen - voorkomt grote temperatuursverschillen - voorkomt vorming van plassen bij hevige regenval - is decoratief - geeft een natuurlijk uitzicht.
3. Houtsnippers aanbrengen Zorg ervoor dat de onderlaag onkruidvrij is (verwijder ook de onkruidwortels). Strooi de snippers bovenop, vermeng ze nooit met de ondergrond. De dikte van de snippers en van de aan te brengen laag is afhankelijk van het doel. Voor de aanleg van een pad of als ondergrond voor speeltuigen mag je grof gesnipperd en vers hout gebruiken. De laag moet dan minstens 10 cm dik zijn. Als de houtsnippers op de composthoop moeten of gebruikt worden als bodembedekker, mogen ze niet te grof gesnipperd zijn. Vooraleer ze te gebruiken als bodembedekker laat je ze best een viertal maanden composteren (omwille van het teveel aan looizuur). Om te vermijden dat er nog onkruid doorgroeit leg je een laag van minimum 10 cm dik. Vooraleer je houtsnippers composteert, moet je ze eerst overvloedig besprenkelen met water, zodat ze ervan doordrongen zijn. Tussen bomen en struiken leg je een laag van 10 tot 15 cm dik, tussen vaste planten en rozen volstaat 5 cm. De snipperlaag kan je best elke twee tot drie jaar vernieuwen, zodat het effect maximaal blijft.
4. De houtversnipperaar Er zijn verschillende modellen op de markt. Bij de aankoop van een versnipperaar moet je rekening houden met volgende aandachtspunten : De aandrijving : Wordt de machine elektrisch aangedreven of heeft ze een diesel-, gas-, of benzinemotor ? Wanneer de verhakselaar veel moet verplaatst worden, of achteraan in de tuin moet gebruikt worden, koop je best geen elektrische. Mobiliteit : Is het model van jou keuze gemakkelijk verplaatsbaar of niet ? Er zijn ook modellen met wielen in de handel. Veiligheid : Alle bewegende delen van de versnipperaar moeten voldoende beschermd zijn. Je kiest best voor een systeem waarbij de motor ontkoppelt bij tijdelijke overbelasting.
19
Lawaai : Kies voor een model dat niet al te lawaaierig is, zodat er geen sprake is van overlast voor de buren (en voor jezelf). Het vermogen : Ook hier zijn de verschillen erg groot. Koop een machine met een vermogen dat in verhouding is met het werk dat gepresteerd moet worden. De kwaliteit van de geproduceerde snippers : Van welke kwaliteit de snippers moeten zijn is afhankelijk van het doel. Als je de snippers wil gebruiken om te composteren, mogen ze niet dwars op de lengterichting gesneden worden, maar in schuine richting. Ze mogen ook niet dikker zijn dan 2 à 3 mm.
Een houtversnipperaar (foto : Comité Jean Pain)
De veelzijdigheid : Sommige versnipperaars kunnen ook gebruikt worden om ander groenafval, zoals bladeren en gras, te verkleinen.
20
6. EERSTE HULP BIJ ... COMPOSTEREN. Na het lezen van deze brochure kan je meteen aan de slag. Heb je nog vragen, durf je het niet meteen alleen aan of ben je op zoek naar iemand die je kan bijstaan ? In verschillende gemeenten van de provincie Vlaams-Brabant zijn er compostmeesters. Deze mensen volgden een opleiding, georganiseerd door de intercommunales in samenwerking met de gemeenten. De lesgevers werden aangebracht door het Comité Jean Pain uit Londerzeel.
De composthoop (foto : Interleuven)
Een lijst van de compostmeesters kan je opvragen bij je gemeente (let op ! niet alle gemeenten hebben compostmeesters). Er is vast wel iemand uit je buurt of uit een nabije gemeente die je kan bijstaan met raad en daad.
21
Bronvermelding :
(foto : Vlaco)
• “Activiteitenverslag Vlaco”, L. Vanacker, 1992. • “Andere, milieuvriendelijker methoden haalbaar”, G. Wijchman, Tuin & Landschap, 1983. • “Afval, de problemen van een dikzak”, Wim Taks, Willem Hoogendijk, Frits Heselink; ill. Jolet Leenhouts, Stichting voor Milieu-Educatie, Utrecht, 1987. • “Composteren : doe ik het zelf of laat ik het doen, een wegwijzer”, Ovam, R. De Boeck, 1994. • “Compostering van groenafval”, VZW Beswa, 1990. • “Compostering van hak- en snoeihout volgens de methode van Jean Pain”, F. Vanden Brande. • “Het ABC van thuiscomposteren”, Ovam, Comité Jean Pain v.z.w., Gerrit Van Dale, 1994. • “Het gebruik van houtversnipperaars en de toepassing van houtsnippers in het openbaar groen”, Ir. J. De Wael, Stafmedewerker V.V.O.G., 1983 • “Het handboek van de ekologische tuinier”, Velt, 1987. • “Hergebruik van keuken- en tuinafval”, Ovam, F. Van Sevencoten, 1988. • “Houthakselaars”, P. Robinet, Comité Jean Pain v.z.w., 1985. • “Humusnieuws”, Comité Jean Pain v.z.w., 1997, nr. 4. • “Ideeënboekje voor educatieve activiteiten rond het thema kringlopen”, Instituut voor Natuurbeschermingseducatie, Amsterdam, 1990. • “Thuis komposteren, hoe doe je dat ?”, Kringloopnieuws, Interleuven, 2de uitgave 1991. • “Tuinen vragen compost”, Vlaco, 1993.
22