Lektionswortschatz LEKTION 1
de de de de
de
de
de
de
de
de
de het de
de
aangenaam allemaal Amerikaan, Amerikaanse beginner beginners Belg, Belgische België Belgisch ben bent cursist Daag! Dag! dan dat Deen, Deense Doei! Duits Duitser, Duitse Duitsland een en Engeland Engels Engelsman, Engelse erg even Fin, Finse Frankrijk Frans Fransman, Francaise gaan gaat gezellig Goedemiddag! Goedemorgen! Goedenavond! graag Hallo! heet heten hier hij Hongaar, Hongaarse idee ie Ier, Ierse ik/’k in is Italiaan, Italiaanse Italiaans Italië je jij
© PONS GmbH
kom
[ˈ-ɣ̊iˑsə̊] [ˈ-ɣ̊̊iˑ(j)ə] [ˈ-ɣ̊iˑs]
[kɵrˈsıst]
[dœyts]
[ən]
[-ˈrɛĭk]
[-ˈzɛləx] [ɣ̊uˑdəˈmidax]
[iˑˈtaːliˑ(j)ə]
angenehm alle Amerikaner, Amerikanerin Anfänger Anfänger (Pl.) Belgier, Belgierin Belgien belgisch bin bist, sind Kursteilnehmer Tschüss! Auf Wiedersehen!, Guten Tag! dann das (da) Däne, Dänin Tschüss! deutsch Deutscher, Deutsche Deutschland ein, eine (Artikel) und England englisch Engländer, Engländerin sehr eben Finne, Finnin Frankreich französisch Franzose, Französin gehen gehst, geht gesellig, gemütlich Guten Tag! Guten Morgen! Guten Abend! gerne Hallo! heiße, heißt heißen hier er Ungar, Ungarin Idee er Ire, Irin ich in ist Italiener, Italienerin italienisch Italien du, dich du
de
de de
de
de
de
de
de
de
de de
de
komen leuk maar Mag ik me even voorstellen? meneer meneer Kuiper met mevrouw mevrouw Bakker naam naar Nederland Nederlander, Nederlandse Nederlands nee niet ook Oostenrijk Oostenrijker, Oostenrijkse Oostenrijks Polen Pool, Poolse Pools Portugal Portugees Portugees, Portugese Prettig met u kennis te maken. Rus, Russin Scandinavië Scandinavisch Spaans Spanjaard, Spaanse Spanje spreken Stel ons maar even voor! straks studie te leren kennen toerist Tot straks! Tot ziens! Turk, Turkse u uit vanavond vandaan volg voor voorstellen waar Waar komt u vandaan? waar vandaan
[məˈneːr]
[məˈv̊raŭ]
[-rɛĭk]
[-tyˑˈ-]
[rɵˈsın]
[ˈstyˑdiˑ]
[tɔt] [tɵr(ə)k] [œyt]
(ich) komme, kommst (du) kommen toll, lustig, schön aber Darf ich mich kurz vorstellen? Herr Herr Kuiper mit Dame, Frau Frau Bakker Name nach, in Niederlande Niederländer, Niederländerin niederländisch nein nicht auch Österreich Österreicher, Österreicherin österreichisch Polen Pole, Polin polnisch Portugal portugiesisch Portugiese, Portugiesin Schön, Sie kennen zu lernen. Russe, Russin Skandinavien skandinavisch spanisch Spanier, Spanierin
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
LEKTION 1
Spanien sprechen Stell uns doch eben vor! nachher, später Studium kennen zu lernen Tourist Bis nachher! Auf Wiedersehen! Türke, Türkin Sie aus heute Abend her (ich) folge, folgst (du) für, vor vorstellen wo Woher kommen Sie? woher één • 1
Lektionswortschatz
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
LEKTION 1 – 3
de de
de
wat we wel Welterusten! wie wij willen wonen woon woont ze zeg zeilcursus zeilschool zien zij zijn Zwitser, Zwitserse Zwitserland Zwitsers
[ˈzɛĭl-] [ˈzɛĭl-]
was wir nicht übersetzbar Schlaf gut! wer wir wollen wohnen (ich) wohne wohnt sie sag (mal) Segelkurs Segelschule sehen sie sind, sein Schweizer, Schweizerin Schweiz schweizerisch
de de
de de het de
de
de de
LEKTION 2 de de de de de het de de de
de de de de de de het de de
de de de de
2 • twee
alleen ambtenaar ambtenares andere apotheek apotheker apothekeres appartement baan bakken bakker bank bezitten bij bijna klaar biologe bioloog boekhouder brieven bril broer concert docente doen dokter economie eigenlijk fantastisch fiets fietsen film geneesmiddelen gezond groepsleider hebben heeft heel erg goed Het gaat wel.
[-ˈsɛrt] [-ˈsɛntə]
[ˑɛĭɣ̊ənlɛĭk]
alleine, nur Beamte Beamtin andere(r,s) Apotheke Apotheker Apothekerin Wohnung, Appartement Arbeitsstelle, Job backen Bäcker, Bäckerin Bank besitzen bei fast fertig Biologin Biologe Buchhalter Briefe Brille Bruder Konzert Dozentin tun Arzt, Ärztin Betriebswirtschaft eigentlich fantastisch Fahrrad Fahrrad fahren Film Arzneimittel gesund Gruppenleiter haben hat sehr gut Es geht so.
de de de
de de de de de
de de de de de de de
de de de de
Hoe gaat het ermee? Hoe gaat het met je/u? Hoe maakt u het? hoofdstad horeca houden van Ik houd erg van ... in de buurt kapper kapster kind kinderen klaar knutselen koken krant later lees leraar lerares leren lezen liever medicijnen mens mensen natuur niet zo best niet zo goed nog opticien organiseren ouders personeelsleider politieagent politieagente praten prima rechten rekenen relatief repareren schilder schilderen schilderes schoen schoenen schoenenwinkel school schrijven secretaresse slecht soms spelen sportief stad student studente studenten studeren
Wie geht’s? Wie geht’s dir/Ihnen?
[ˈhoːreˑka]
[ˈknɵtsələn]
[meːdiˈsɛĭnə(n)]
[-ˈsĭɛ̃ː]
[ˈsxıldər-] [-ˈrɛs] [sxuˑn]
[sxoːl] [ˈsxrɛĭ-]
Wie geht es Ihnen? Hauptstadt Gastronomie mögen, lieben Ich mag sehr gerne ... in der Nähe Frisör Frisörin Kind Kinder fertig basteln kochen Zeitung später (ich) lese Lehrer Lehrerin lehren lesen lieber Medizin Mensch Menschen Natur nicht so gut nicht so gut noch Optiker, Optikerin organisieren Eltern Personalleiter der Polizist Polizistin reden, sprechen prima Jura rechnen relativ reparieren Maler malen Malerin Schuh Schuhe Schuhladen Schule schreiben Sekretärin schlecht manchmal spielen sportlich Stadt Student Studentin Studenten studieren © PONS GmbH
studieboeken studierichting ’t kan niet beter.
de de de
taart tekenaar tekenares telefoneren televisie tennissen thuis tijd tuinieren twee uitstekend universiteit verkoopster verkopen verkoper verpleegster vertel eens wandelen
de
de
de de de de
het
de
de
Wat heb jij voor hobby’s? welke werk werken winkelen woning ziek zoek zoeken zus zwemmen
[-ˈniːr-] [ˈ-steːk-]
[zuˑk] [zɵs]
Studienbücher Studienfach Es könnte nicht besser sein. Torte, Kuchen Zeichner Zeichnerin telefonieren Fernseher Tennis spielen zu Hause Zeit im Garten arbeiten zwei ausgezeichnet Universität Verkäuferin verkaufen Verkäufer Krankenschwester sag mal spazieren gehen, wandern Was für Hobbys hast du? welche(r) Arbeit arbeiten einkaufen, bummeln Wohnung krank (ich) suche suchen Schwester schwimmen
LEKTION 3 het
aanrecht
de de de het
badkamer ballen banaan bed best wel bies binnen blik boekenkast bom boos boot bot bureau champignons computer daar Dank je! deeg drinken een beetje
de het de de de het het de de
het
© PONS GmbH
[byˑroː]
Spüle und Arbeitsplatte in der Küche Badezimmer Bälle Banane Bett einigermaßen Borte drinnen, rein Dose Bücherregal Bombe böse, sauer Boot Knochen Schreibtisch Champignons Computer dort Dankeschön! Teig trinken ein bisschen
de
eettafel erg eten de fauteuil de fles het fornuis de fuut de gang geen goed de gracht hangen heel erg graag heerlijk helemaal niet de hoek Hoi! de honger het huis iets ja de kamer de kast de keuken het keukenkastje de koffie het kopje de lamp de luxe lux de maan de manen de mannen meekomen de mees meestal het mes de messen de/ modem het de muren de muur de muziekinstallatie het nachtkastje de nachtkastjes namelijk niet zo nogal nu omdat ongelofelijk goed ontzettend goed op kamers wonen de de de de het de de het
peer pizza poster printer raam ram reproductie sap
[foˑˈtəĭ] [-ˈnɶys]
[hœys]
[ˈkøːkə(n)]
[ˈlyˑksə]
[myˑˈ-]
[ˈnaːmələk]
Esstisch sehr essen Sessel Flasche Herd Haubentaucher Flur kein(e) gut Gracht hängen sehr gerne herrlich ganz und gar nicht Ecke Hallo! Hunger Haus etwas ja Zimmer Schrank Küche Küchenschränkchen Kaffee Tässchen, Tasse Lampe Luxus luxuriös Mond Monde Männer mitkommen Meise meistens Messer Messer Modem
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de de
Mauern, Wände Mauer, Wand Musikanlage Nachttisch Nachttische nämlich nicht sehr ziemlich jetzt weil unglaublich gut wahnsinnig gut in einem Studentenzimmer wohnen Birne Pizza Poster Drucker Fenster Widder Kunstdruck Saft drie • 3
Lektionswortschatz LEKTION 3 – 5
het de de
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de
de de het het de de de het de de de het
de het de de de de de
schilderij schuur slaapkamer slapen snijden spiegel staan steil stoel tafel team tevreden toilet tomaten trap tuin uitzicht verder verwarming vinden vis vissen vloerkleed vrij vrij klein wc weer werkkamer wijn woonkamer Zekers! zin zolder
[-ˈrɛĭ] [sxyːr]
[ˈsnɛĭ(d)ə(n)]
[tœyn]
[v̊rɛĭ] [ʋeːˈseː]
Gemälde Scheune Schlafzimmer schlafen schneiden Spiegel stehen steil Stuhl Tisch Team zufrieden Toilette Tomaten Treppe Garten Aussicht weiter Heizung finden Fisch Fische Teppich ziemlich, relativ, frei relativ klein WC Wetter Arbeitszimmer Wein Wohnzimmer Aber natürlich! Lust Dachboden
LEKTION 4
de
het de
de het
de
4 • vier
’s avonds acht achtertuin af en toe afdrogen afwassen altijd balkon bank beetje bekijken bewonen bijna bijna altijd bijna nooit boodschappen doen boterham centrum douchen drie dwergen één
[-tœyn]
[ˈ-tɛit]
[-ˈkɛĭk-]
[ˈbɛĭnaː noːĭt]
[ˈsɛntrɵm]
[eːn]
abends acht Garten hinter dem Haus ab und zu abtrocknen abwaschen immer Balkon Sofa bisschen betrachten bewohnen beinahe, fast fast immer fast nie einkaufen (Lebensmittel, Gebrauchsgegenstände) Butterbrot, Brotscheibe Zentrum duschen drei Zwerge eins (Grundzahl)
er is er zijn het eten klaarmaken de flatgebouwen de flessen het geld het getal de getallen de gevels de grachten haar half het huishouden doen hun huren het journaal jouw jullie kijken kopen een kwart de man mijn moe negen de nieuwbouwgebieden nooit om onder ongeveer ons het ontbijt ontbijten onze opruimen opstaan over de planten de planten water geven de ramen het rijtjeshuis ’s middags ’s morgens schoonmaken de scriptie smal het snoepje solliciteren sommige het stof afnemen stofzuigen strijken te televisie kijken tien tot twaalf uitrusten uitslapen uur
[ˈflɛtxəbaŭ]
[-haŭən]
[jaŭ] [ˈjɵliˑ] [ˈkɛikə(n)]
[niˑŭ-] [noːĭt]
[-ˈbɛĭt]
[ˈ-rœym-]
[-hœys]
[sxoːn-] [ˈskrıpsiˑ] [ˈsnuˑp-] [-ˈteːr-]
[ˈstrɛĭkə(n)] [-ˈv̊iˑziˑ]
[ˈ-rɵst-]
es gibt (Singular) es gibt (Plural) Essen machen Hochhäuser Flaschen Geld Zahl Zahlen Giebel Grachten ihr(e) halb Haushalt machen ihr(e) mieten Nachrichten dein(e) euer, eure schauen, gucken kaufen ein Viertel Mann mein(e) müde neun Neubaugebiete nie um unter ungefähr unser (het-Wörter) Frühstück frühstücken unsere (de-Wörter) aufräumen aufstehen nach Pflanzen Pflanzen gießen Fenster Reihenhaus mittags morgens sauber machen, putzen Diplomarbeit schmal Süßigkeit, Bonbon sich bewerben manche Staub wischen staubsaugen bügeln zu fernsehen zehn bis zwölf ausruhen ausschlafen Uhr © PONS GmbH
de het de
de de
de de
de de het de
de
vaak vaatwasser vakantiehuis verdiepingen vertrekken vier vijf vingers voordat voortuin vragen vroeg vrouw vrouwen wakker wakker worden wanneer warm warm eten was was doen water geven weekend weer woonboten zeggen zes zeven zijn zoon
[yˑŭ]
[-ˈkansiˑhœys]
[v̊ɛĭf]
[ˈ-tœyn]
[v̊raŭ]
[ˈzɛɣ̊ə(n)]
[zɛĭn]
Ihr(e) (Höflichkeitsform) oft Spülmaschine Ferienhaus Etagen, Stockwerke abfahren, weggehen vier fünf Finger bevor Vorgarten fragen früh Frau Frauen wach aufwachen wann warm warm essen Wäsche Wäsche machen gießen Wochenende wieder Wohnboote sagen sechs sieben sein(e) Sohn
de de de de de
de de het
de het
© PONS GmbH
de de de
het
het de de de het de de het
de
LEKTION 5 achtentwintig achttien afspraken maken agenda automobilisten baas berekeningen bestellingen Bevrijdingsdag bijvoorbeeld boeken brieven schrijven cadeautjes concertgebouw correspondentie doornemen dag dagen dak daken Dat klopt. dertien dertig dinsdag donderdag drie kwartier
de het de het de het
[-ˈlıst] [-ˈreːkən-] [-ˈv̊rɛĭ- -dax] [bəˈ-]
[kaˈdoːtĭə] [ɣ̊əˈbaŭ]
achtundzwanzig achtzehn Termine machen Terminkalender Autofahrer Chef Berechnungen Bestellungen Befreiungstag zum Beispiel Bücher Briefe schreiben Geschenke Konzerthalle Post durchsehen Tag Tage Dach Dächer Das stimmt. dreizehn dreißig Dienstag Donnerstag Dreiviertelstunde
de
de de de het het de de het
drieëntwintig een half uur éénentwintig eeuw ei feestdag fietspad geboorte gedicht gelukkig havenstad Hemelvaartsdag herfst herfstvakantie hoeven honderd huwelijk iedereen iemand jaar Kerstmis kerstvakantie kleren Koninginnedag kunnen kwartier lente maand maandag meisje men met mensen spreken minuut moeten mogen mooie na negentien negentig niemand ondertekenen op vrijdag opbellen Oud en nieuw papa Pasen pauzeren Prettige vakantie! rommelmarkt seconde Sinterklaas sloot sociaal werk spektakel steden straat straatfeest tachtig toch tweeëntwintig
[eːŭ] [ɛĭ]
[ʒəˈlɵkəx]
[-kansiˑ]
[ˈhyˑŭələk] [iˑdərˈeːn] [ˈiˑmant] [ˈkɛrsmıs] [-kansiˑ] [-dax] [-ˈtiːr]
[ˈmɛĭʃə]
[-ˈnyˑt]
[ˈneːɣ̊ə(n)təx]
[-ˈzeːr-]
dreiundzwanzig eine halbe Stunde einundzwanzig Jahrhundert Ei Feiertag Fahrradweg Geburt Gedicht glücklicherweise, glücklich Hafenstadt Himmelfahrt Herbst Herbstferien brauchen hundert Hochzeit, Ehe jeder(mann) jemand Jahr Weihnachten Weihnachtsferien Kleider Königinnentag können Viertelstunde Frühling Monat Montag Mädchen man mit Menschen sprechen Minute müssen, sollen dürfen schön nach neunzehn neunzig niemand unterschreiben am Freitag anrufen Silvester Papa Ostern pausieren Schöne Ferien! Flohmarkt Sekunde Sankt Nikolaus Graben Sozialarbeit Spektakel Städte Straße Straßenfest achtzig doch zweiundzwanzig
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
uw
vijf • 5
Lektionswortschatz LEKTION 5 – 7
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
het het
de het
de de het de de
de de
de de de
twintig typisch uur vakantiebriefje vakantiedagen van… tot… veel veertien veertig vergaderen verjaardag verschrikkelijk verslag schrijven verzorgen vierentwintig vijfentwintig vijftien vijftig volwassenen voorjaarsvakantie vrijdag vuurwerk week weken winkelen winter woensdag zakenreis zaterdag zesentwintig zestien zestig zevenentwintig zeventien zeventig ziekenzorg zomer zomervakantie zondag zullen
[ˈtiˑpiˑs]
[ˈfeːrtəx] [-ˈɣ̊aːdər-]
[-ˈsxıkələk]
[ˈfeĭftəx]
[ˈv̊rɛĭdax]
[ˈʋuˑnzdax]
zwanzig typisch Stunde Urlaubsantrag Urlaubstage von … bis … viel(e) vierzehn vierzig an einer Sitzung teilnehmen Geburtstag furchtbar, schrecklich Protokoll schreiben versorgen vierundzwanzig fünfundzwanzig fünfzehn fünfzig Erwachsene Frühlingsferien Freitag Feuerwerk Woche Wochen Einkaufsbummel machen, einkaufen Winter Mittwoch Geschäftsreise Samstag sechsundzwanzig sechzehn sechzig siebenundzwanzig siebzehn siebzig Krankenpflege Sommer Sommerferien Sonntag werden
LEKTION 6 zich aankleden achtste achttiende de airconditioning april augustus avondeten de bagage het bezoek de brief de buurt de conferentiezaal december de deken derde dertiende 6 • zes
[-ˈɣ̊ɵstɵs] [baˈɣ̊aːʒə]
[byːrt] [-ˈsɛmbər]
sich anziehen achte achtzehnte Klimaanlage April August zu Abend essen Gepäck Besuch Brief Nachbarschaft Besprechungssaal Dezember Decke dritte dreizehnte
dertigste dik de douche dun duur de eenpersoonskamer eerste de eetzaal elfde elkaar ergens zich ergeren de het
etage eten februari het formulier de foyer gemakkelijk goedkoop groot haar zich haasten hard heel heet hem zich herinneren het het hoofdkussen hoog de hotelbar de hotelgast de hotelkamer de identiteitskaart januari jarig zijn jong jou Juist! juli jullie juni de kamers de kamersleutel kapot klein de kluis kort koud laag lang langzaam leeg lelijk licht het lichtknopje de lift de lounge lunchen
[duˑʃ] [dyːr]
[eˑˈtaːʒə]
[ʒəˈmakkələk]
[jœyst] [ˈjɵliˑ]
[ˈkaːmərsløːtəl]
[klœys]
[laːx]
[ˈleːlək]
[lauŋʃ]
dreißigste dick Dusche dünn teuer Einzelzimmer erste Speisesaal elfte einander irgendwo sich ärgern, sich aufregen Etage Essen Februar Anmeldeschein Foyer leicht, einfach billig groß ihr, sie sich beeilen hart, schnell ganz heiß ihm, ihn sich erinnern es Kopfkissen hoch Hotelbar Hotelgast Hotelzimmer Personalausweis Januar Geburtstag haben jung dir, dich Genau! der Juli euch, ihr Juni Zimmer Zimmerschlüssel kaputt klein Schließfach, Safe kurz kalt tief lang langsam leer hässlich leicht, hell Lichtschalter Aufzug Aufenthaltsraum, Lounge zu Mittag essen © PONS GmbH
de
het
de het het
de de de het zich
het de
de
zich
de zich zich
zich de
maart matras mei mij modern moeilijk mooi nachten negende negentiende november elkaar omarmen oktober onderkomen ons op bezoek oud ouderwets parkeergarage parkeerterrein parkeren paspoort per nacht plaatsvinden receptie receptionist receptioniste restaurant scheren september snel sterk stopcontact tandarts tiende tussen twaalfde tweede tweepersoonskamer twintigste uitkleden veertiende veertigste verdieping vergissen verslapen vierde vijfde vijftiende vol volledig pension wassen zacht zee zesde zestiende zevende zeventiende zwaar zwak
© PONS GmbH
[ˈmuˑĭlək]
[-ˈʋɛts] [-raːʒə]
[-sɛpsiˑ]
[ˈsxeːr-]
[ˈtɵsə(n)]
[-ˈleːdəx]
März Matratze Mai mir, mich modern schwer, kompliziert schön, hübsch Nächte neunte neunzehnte November sich umarmen Oktober Unterkunft uns zu Besuch alt altmodisch Parkhaus Parkplatz parken Reisepass pro Nacht stattfinden Rezeption Rezeptionist Rezeptionistin Restaurant sich rasieren September schnell stark Steckdose Zahnarzt zehnte zwischen zwölfte zweite Doppelzimmer zwanzigste sich ausziehen vierzehnte vierzigste Etage, Stockwerk sich irren verschlafen vierte fünfte fünfzehnte voll Vollpension sich waschen weich Meer, die See sechste sechzehnte siebte siebzehnte schwer schwach
LEKTION 7 de de
de de het de de de
de de het
de
de de de de de de het het het het de het de de het de de het de de de de de het het de de de de de
ansichtkaart ansichtkaarten belangrijk beroemd bezienswaardigheden bloes boek boekhandel brievenbus broek dat deze die dit dragen dus envelop enveloppen gemeentemuseum goedkoper groter handdoek hoe hoewel horen jas jurk kantoorboekhandel kerk kledingzaak maat of… of… ondergoed overhemd pak paleis paraplu park pinautomaat pinpas plein politiek poort postkantoor postzegel postzegels pyjama regenjas rijk spijkerbroek standbeeld strand stropdas tandenborstel tandpasta terwijl toren trui
[-rɛĭk] [bəˈziˑnsˈʋaːr-
Postkarte Postkarten wichtig berühmt Sehenswürdigkeiten
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de
dəx-]
Bluse Buch Buchhandlung Briefkasten Hose jenes diese jene(r) dieses tragen also Briefumschlag Briefumschläge Gemeindemuseum
[ˈhuʋɛl]
[jɵr(ə)k]
[ˈpɔstseːɣ̊əl] [piˑˈjaː-]
[tərˈʋɛĭl] [trœy]
billiger größer Handtuch wie obwohl hören Jacke Kleid Schreibwarenladen Kirche Bekleidungsgeschäft Größe entweder … oder … Unterwäsche Hemd Anzug Palast Regenschirm Park Geldautomat Bankkarte Platz Politik Pforte Postamt Briefmarke Briefmarken Pyjama Regenjacke reich Jeans Statue Strand Krawatte Zahnbürste Zahnpasta während Turm Pullover zeven • 7
Lektionswortschatz LEKTION 7 – 11
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de
weit früher denn Geschäft sodass sowohl … als auch …
ver vroeger want winkel zodat zowel… als…
de de de het de het
LEKTION 8 de de de de het
de de de de het het
aardappel aardbeienjam appel appeltaart beschuit besluiten bieden biggen bloemkool boerderij boter brood broodbeleg
het broodje de courgette het/ drop de een tijdje het fruit gewoon de groente de groenteboer de groentetuin de hagelslag de ham de honing de kaas de kaasboer de kip de kippen de koe de komkommer de krentenbollen loeien lopen de melk de muesli noemen ontmoeten het paard het pensioen de pindakaas de prei redden rijden het schaap schillen de sinaasappel de sla het spruitje de stal 8 • acht
[ˈ-bɛĭʒɛm]
[-ˈsxœyt] [-ˈslœyt-]
[buːrdəˈrɛĭ]
[kuˑrˈʒɛt(ə)]
[frɶyt] [ˈɣ̊ruˑntə] [ˈɣ̊ruˑntəbuːr]
[ˈlŭˑiə(n)]
[ˈrɛĭ(d)ə(n)] [sxaːp] [ˈsxılə(n)]
[ˈsprœy-]
Kartoffel Erdbeermarmelade Apfel Apfelkuchen Zwieback beschließen bieten Ferkel (Plural) Blumenkohl Bauernhof Butter Brot Brotaufschnitt/ -aufstrich Brötchen Zucchini Lakritze eine Weile Obst einfach, nur Gemüse Gemüsebauer Gemüsegarten Schokostreusel Schinken Honig Käse Käsebauer Huhn Hühner Kuh Gurke Rosinenbrötchen muhen gehen Milch Müsli nennen begegnen Pferd Rente Erdnussbutter Lauch retten fahren Schaf schälen Orange Kopfsalat, Salat Rosenkohl Stall
de het de de de de de
stampen stroopwafel supermarkt thee tijgerbrood toevoegen ui uitgebreid varken verhuizen vertellen vla vlees vruchtenhagel wachten wandeling worst wortel yoghurt
[ˈtɛĭɣ̊ər-] [œy] [-brɛĭt]
[ˈv̊rɵx-]
[ˈjɔxərt]
stampfen Honigwaffel Supermarkt Tee Brot hinzufügen Zwiebel ausgiebig Schwein umziehen erzählen Pudding Fleisch bunte Zuckerstreusel warten Spaziergang Wurst Karotte Joghurt
LEKTION 9 de de het de het de de het het de de de de de de de de het
het
de de de het de het het het het het
allebei berg bezoeker bezoekerscentrum bioscoop blad blauw bloem boom bos bruin café coffeeshop dijk discotheek drogen duinen evenementenkrant fietsen fietsroute fietstocht gat geel gekleurd gras grijs groen heide hemel heuvel kanaal kroeg landschap meertje moerasland natuurgebied natuurreservaat
[-ˈzuˑk] [-ˈsɛntrɵm]
[brœyn] [ˈkɔfiˑʃɔp] [dɛĭk]
[dœyn-]
[-ˈkløːrt] [ɣ̊rɛĭs]
[ˈhøːv̊əl]
beide Berg Besucher Besucherzentrum Kino Blatt blau Blume Baum Wald braun Café, Kneipe Coffeeshop Deich Disco trocknen Dünen Veranstaltungskalender Fahrräder Fahrradroute Fahrradtour Loch gelb bunt, farbig Gras grau grün Heide Himmel Hügel Kanal Kneipe Landschaft (kleiner) See Moor Naturgebiet Naturreservat © PONS GmbH
de de het
de de de het de de
[ˈ-bɵr(ə)x] [yˑˈniˑk]
[-ruˑtə]
orange lila Polder wunderschön Fluss rot Theater Terrasse einzigartig heute Vogel Freund Wanderroute Weide weiß Wolke Sandverwehung schwarz Lust auf
LEKTION 10 de
de
de de de het de de de de het de de de het de de de de het de het de het het de de
Ankunftszeit bezahlen, abrechnen entwerten, stempeln Arbeitsbedingungen
aankomsttijd afrekenen afstempelen arbeidsvoorwaarden arriveren bedrijfskunde blij boodschap bromfiets bus centraal station dieren eis fris functie functie-eisen hoofdgerecht keus, keuze luchthaven meteen metro nagerecht opleiding pannenkoek paprika pensioenregeling perron personalia salaris samen scriptie sollicitatiegesprek spoor strippenkaart taak, taken
© PONS GmbH
[sɛnˈ-]
[ˈfɵŋksiˑ-]
[køːs] [ˈlɵxt-]
[-ˈsĭuˑn-] [pɛˈrɔn]
[ˈskrıpsiˑ] [-ˈtaː(t)siˑ]
ankommen Betriebswirschtaftslehre froh, glücklich Nachricht Moped Bus Hauptbahnhof Tiere Forderung, Bedingung erfrischend, frisch Position Arbeitsvoraussetzungen Hauptspeise Wahl Flughafen sofort S-Bahn Nachspeise Ausbildung, Studium Pfannkuchen Paprika Pensionsleistung Bahnsteig Personalien Gehalt, Bezahlung zusammen Diplomarbeit Bewerbungsgespräch Gleis Mehrfahrtenkarte Aufgabenbereiche
het de de de de
de
de het de het het het de het het de
telefoonnummer tomatensoep tonijn tram trein trouwen vaardig met vaardigheid vanzelfsprekend verschillende vertraging vertrek vertrektijd vliegtuig vliegveld vloeiend voorgerecht vrachtwagen water werkcontract ziektekostenverzekering
[-ˈnɛĭn] [trɛm] [ˈtraʋ̆-]
[-xɛĭt] [-ˈsxı-]
[v̊liˑxtœyx] [ˈv̊lŭ-]
Telefonnummer Tomatensuppe Thunfisch Straßenbahn Zug heiraten Erfahrung mit/ geübt in Fertigkeit selbstverständlich verschiedene Verspätung Abfahrt Abfahrtszeit Flugzeug Flughafen fließend Vorspeise Lastwagen Wasser Arbeitsvertrag Krankenversicherung
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de
oranje paars polder prachtig rivier rood schouwburg terras uniek vandaag vogel vriend wandelroute weiland wit wolk zandverstuiving zwart zin in
LEKTION 11
het de
het het
de de
de de de de de de
de de
aankomen aanraken aanwijzen advies afspraak afvallen balletje trappen bang zijn bedoelen been begrip bekend bepaald bestuurder betrekkelijk bevalling bijpassend bijzonder binnenkomen binnenkort botsing bovendien buikpijn buren (Pl.) diarree doktersassistent(-e) drogist duidelijk duiken eb echo eerlijk elk enigszins enkele
zunehmen (Gewicht) berühren anzeigen Rat Verabredung, Termin abnehmen (Gewicht) kicken Angst haben meinen Bein Begriff; Verständnis bekannt bestimmt Fahrer relativ, verhältnismäßig Entbindung passend zu besonders, außergewöhnlich hereinkommen bald, in Kürze Zusammenstoß außerdem Bauchschmerzen Nachbarn Durchfall Arzthelfer(-in) Drogerie deutlich tauchen Ebbe Ultraschall ehrlich, gerecht jede, jeder, jedes einigermaßen einige negen • 9
Lektionswortschatz LEKTION 11 – 12
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
het de
de de de
de het de
het
de de de de de de de het de de
de de de de het het de de de de de de het
de de
de het de 10 • tien
feit felicitatiekaart flink gebeuren gebruikelijk genoeg gewond gezondheid glimlachen griep gyneacoloog hardlopen hartstikke helaas hoek hoofd hopen huisarts iets ergs in verwachting zijn inademen inderdaad inloopspreekuur integendeel invullen juist keel keer kies kiespijn klacht kolom koorts kraambed kraamverzorgster kruidenthee kwijt langs komen last(en) ledemaat leiding letter lichaam lid liefde lieverd lip lol long luisteren medestudent medicijn menselijk misschien misselijkheid mogelijk mond natuurlijk neerleggen nek netwerk neuroloog
Fakt, Tatsache Gratulationskarte kräftig, erheblich geschehen gebräuchlich, üblich ausreichend, genug verwundet Gesundheit lächeln Grippe Frauenarzt rennen extrem, sehr leider Ecke Kopf hoffen Hausarzt etwas Schlimmes schwanger sein einatmen tatsächlich, in der Tat Sprechstunde im Gegenteil ausfüllen richtig Hals, Rachen mal Backenzahn Zahnschmerzen Beschwerde Spalte Fieber Wochenbett Wochenbettpflegerin Kräutertee verloren, weg, los vorbeigehen, -schauen Belastung Körperteil Führung, Leitung Buchstabe Körper Mitglied Liebe Liebling Lippe Spaß Lunge zuhören, hören Kommilitone(-in) Medikament, Medizin menschlich vielleicht Übelkeit möglich Mund natürlich hinlegen Genick, Hals (außen) Netzwerk Neurologe
de de het
het
het het de
de de de het de de de de de de de de
het de de de
de de
neus neusdruppels nieuws niezen nodig hebben oefenen omhoog ondanks onderzoeken ongeluk ongelukkig ongevaarlijk onjuist ontvangen ontzettend oog oor ophalen oplossing oproepen optreden opzoeken overspannen zijn paardrijden pas pijn plakken plek poliklinisch pond precies reactie rib roeien rol rug rugpijn ruiken rust schaatsen schat schijnbaar schouder skiën slap slikken smakken smeren snoep snotterig spier sporten sportuitzending steeds suikerlaag tand teen tegemoet tekst term tijdens trainen
Nase Nasentropfen Neuigkeit, Nachricht niesen brauchen üben nach oben trotz untersuchen Unfall unglücklich ungefährlich, harmlos nicht richtig, falsch empfangen wahnsinnig, sehr Auge Ohr abholen Lösung aufrufen auftreten aufsuchen, besuchen überarbeitet sein reiten Pass, Karte, Ausweis Schmerz/Schmerzen kleben Stelle, Ort ambulant Pfund genau Reaktion Rippe rudern, paddeln Rolle Rücken Rückenschmerzen riechen Ruhe Schlittschuh laufen Schatz scheinbar Schulter Skifahren schlapp schlucken schmatzen schmieren Süßigkeiten verschnupft Muskel Sport treiben Sportsendung ständig, immer Zuckerschicht Zahn Zeh entgegen Text Begriff während trainieren © PONS GmbH
de de
de de
het de de de
de
de de
het de de
spendieren übrigens ausatmen Geburtstermin ausüben Vater Fach, Kästchen vorhaben festhalten Überraschung verschnupft, erkältet sein Hebamme ermüdend, anstrengend vernünftig verschicken Übersetzung ersetzen Fuß Fußball spielen Fußballspiel vor allem Beispiel, Vorbild Stirn schrecklich, entsetzlich Hebamme Wartezimmer Wattenmeer wattwandern manchmal, mal Weltmeisterschaft Schaff‘ gut! Radsport treiben zeigen Winterferien Wunde weh tun sicher(lich) Krankenhaus Krankheit Schwangerschaft
de de de de
de
aantal aantrekkelijk aardig achterkleindochter afhankelijkheid alleenstaand baard bedreiging begaafd belangstellend beleefd bepalen beschutting bestaan bestuurlijk bestuurstaal betekenen betrouwbaar
© PONS GmbH
de de
het
het het de
het
het
de de het
LEKTION 12 het
het het de de
Menge, Anzahl attraktiv, anziehend nett Urenkelin Abhängigkeit alleinstehend, alleinerziehend Bart Bedrohung begabt interessiert höflich bestimmen, festlegen Schutz existieren, bestehen amtlich Amtssprache heißen, bedeuten zuverlässig, vertrauenswürdig
de de de het
de het
de
bijbehorend bijvoorbeeld (bijv.) bovenstaand brutaal buurland cadeau(tje) communicatie dochter dom donker Duitstalig echtgenoot, echtgenote een heleboel eeuw elke energiek figuur fijn gebruiken gedeelte humeur gek gelijkheidswet gelijkwaardig geloven gemeen gemeenschappelijk gereserveerd gespierd gestorven geval gevoel gevoelig, fijnbesnaard gewelddadig gewest gezamelijk gezin gooien grappig grootmoeder, -vader grootouders herkennen vertrouwen hoffelijk hooghartig indruk intussen inwoner karaktereigenschap kleinkind kletsen knap kruipen krul krullerig kuiltje kunstzinnig lief lijken op luidruchtig mannelijk mening
zugehörig zum Beispiel obenstehend frech, unverschämt Nachbarland Geschenk(chen) Kommunikation Tochter dumm dunkel deutschsprachig Ehemann, Ehefrau eine ganze Menge Jahrhundert jede, jeder voller Energie, energisch Figur angenehm, schön benutzen, gebrauchen Teil Laune verrückt, versponnen Gleichheitsgesetz gleichwertig, ebenbürtig glauben gemein, böse gemeinsam reserviert, zurückhaltend muskulös verstorben, gestorben Fall, Beispiel Gefühl sensibel gewalttätig Gegend, Gebiet gemeinsam Familie werfen, schmeißen lustig, witzig Großmutter, -vater Großeltern wiedererkennen Vertrauen höflich, freundlich hochnäsig, arrogant Eindruck inzwischen Einwohner Charaktereigenschaft Enkel, -in schwätzen, plaudern begabt, intelligent, schlau kriechen, krabbeln Locke lockig Grübchen künstlerisch lieb, brav ähneln laut, unruhig männlich Meinung
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de het
trakteren trouwens uitademen uitgerekend zijn uitoefenen vader vakje van plan zijn vasthouden verassing verkouden zijn verloskundige vermoeiend verstandig versturen vertaling vervangen voet voetballen voetbalwedstrijd vooral voorbeeld voorhoofd vreselijk vroedvrouw wachtkamer Waddenzee wadlopen weleens wereldkampioenschap Werk ze! wielrennen wijzen wintervakantie wond zeer doen zeker ziekenhuis ziekte zwangerschap
elf • 11
Lektionswortschatz LEKTION 12 – 13
de de
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de de
het
de
de de de
de de
de de
de de de de de de de
de
de de
het de de de de 12 • twaalf
mit Hilfe von Mutter Witz meckern, sich beschweren Cousin, Neffe Cousine, Nichte offiziell unverschämt nicht vertrauenswürdig, unzuverlässig onderwijs Unterricht, Bildung ongevoelig unsensibel, gefühllos ontbranden entfachen ontbreken fehlen ontstaan entstehen oom Onkel openhartig offenherzig, offen opscheppen angeben opstand Aufstand ouder Elternteil overgrootmoeder, -vader Urgroßmutter, -vater overleden verstorben overwegend überwiegend patat Pommes prettig angenehm relatie Beziehung rustig, stil ruhig, still saai langweilig samenwonen zusammenleben schoonbroer, -zus Schwager, Schwägerin schoondochter, -zoon, Schwiegertochter, -sohn, -moeder, -vader -mutter, -vater serieus seriös, ernst Geschmack smaak snor Schnurrbart soep Suppe stijl Stil sympathiek sympathisch taalgrens sprachliche Grenze taalstrijd Sprachenstreit tenger zierlich, schmal tentoonstelling Ausstellung terughoudend zurückhaltend tweedehands gebraucht, aus zweiter Hand tweeling Zwillinge tweetalig zweisprachig twijfelen zweifeln uiteenlopend auseinanderstrebend uiterlijk äußerlich uitspraak Aussprache unie Union van elkaar verschillen sich unterscheiden vastgelegd festgelegt verdeeld verteilt verschil, verschillend Unterschied, verschieden verstaan verstehen verstandhouding Verhältnis vervelend nervig, ärgerlich verwarring Verwirrung visite Besuch Vlaams flämisch vloer Fußboden
met behulp van moeder mop mopperen neef nicht officieel onbeschoft onbetrouwbaar
de de de de
de
vriendelijk vriendschap vrolijk vrolijkheid vrouwelijk weduwe/weduwnaar wereldoorlog wet wettelijk zelfverzekerd zodra zulke zwager
freundlich Freundschaft fröhlich, freundlich Fröhlichkeit weiblich Wittwe/Wittwer Weltkrieg Gesetz gesetzlich selbstsicher sobald solche Schwager
LEKTION 13 (het) midden wijk (woonwijk) het aanbod het aandeel de advertentie afhankelijk de afkorting de aflossing de afslag de afstand de allochtoon de autochtoon het bedrag behoren de bel bereikbaar de bescherming betalen de bevolkingsdichtheid bewonderen de bocht bouwen de bovenburen de de de de de de
het de de de
de het de
breedte brug buiten buitenwijk buurvrouw cirkel contractant dagelijks decennium diverse doodlopende weg driehoek droog drooglegging duurzaam een kijkje nemen ééngezinswoning éénrichtingsverkeer eenzaam eigenaar
Mitte/mitten Viertel (Wohnviertel) Angebot Anteil Annonce abhängig Abkürzung Tilgung Ausfahrt Abstand Ausländer/ausländisch Einheimischer Betrag gehören (zu) Klingel erreichbar Schutz bezahlen Bevölkerungsdichte bewundern Kurve bauen Nachbarn, die über einem wohnen Breite Brücke draußen, außen Vorort, Vorstadt Nachbarin Kreis Vertragspartner, Auftragnehmer täglich Jahrzehnt mehrere, vielfältige Sackgasse Dreieck trocken Trockenlegung dauerhaft (z. B. Energie ) ein wenig herumschauen Einfamilienhaus, -wohnung Einbahnstrasse einsam Eigentümer, Besitzer © PONS GmbH
het de de het het de de de het de het het het het de de de de de het de
het
het de de de het de de het de de de
de de de de de de de het
file fout gebruiksartikel geldverstrekker gelijknamig gemeenteraad gerealiseerd getal gevolg groei grond grootte hart hectare herenhuis stadsdeel stoplicht hofje hoogte huidig huisbaas huizenmarkt hulp huur huurcontract huurder in aanmerking komen in een wip in feite in termijnen inboedelverzekering inwonertal kind(er)vriendelijk kleurrijk komende koophuis koopprijs koper kraakbeweging kruispunt kubiek kubus kwijtraken landoppervlakte lawaai leeftijd leegstaand lengte lening leveren licht/electra ligging lijn lucht maandelijks makelaar meten middeleeuwen moeite mogelijkheid nabij nadeel
© PONS GmbH
Stau falsch, nicht richtig Gebrauchsgegenstand Geldgeber gleichnamig Gemeinderat realisiert Zahl Folge Wachstum Boden, Land, Grundstück Größe, Umfang Herz Hektar Herrenhaus Stadtteil Verkehrsampel Hof, Innenhof Höhe heutig, gegenwärtig Eigentümer, Hausbesitzer Häusermarkt Hilfe Miete Mietvertrag Mieter in Frage kommen ganz schnell im Grunde, faktisch in Raten Hausratversicherung Einwohnerzahl kinderfreundlich bunt, vielfarbig zukünftige Eigenheim Kaufpreis Käufer Hausbesetzerbewegung Kreuzung kubik Würfel, Kubus verlieren Landfläche Lärm Alter leerstehend Länge Anleihe, Kredit liefern Elektrik (Mietnebenkosten) Lage Linie Luft monatlich Makler messen Mittelalter Mühe Möglichkeit in der Nähe Nachteil
de het de de het het het het de het
de de de
de de het het de de de
de de de de de de de de de de
de
de de
de de de de de
nagelvast nakomen nieuwbouwwijk noorden omgeving omschrijving onderhandelen onderhoud onderpand onroerend goed ontwerp ontwikkeling oorspronkelijk oosten op het platteland openbaar oppervlakte opvallend overdracht overkant oversteken Pardon … passant pen perceel percentage plattegrond privacy punt puur rechtdoor rechterkant rechtsaf rij rijstrook rotonde ruim ruimte samenstelling sfeer slechts snelweg spijt hebben spreker spullen streek tegelijkertijd tenslotte terugbetaling tijdelijk toekomstig toestemming toevallig tussenwoning uiteindelijk uiterst uitgaansmogelijkheid uitgroei uitlaatgassen uitrit vakantie vanwege
nagelfest erfüllen, einlösen Neubaugebiet Norden Umgebung Umschreibung, Beschreibung verhandeln Unterhalt Pfand, Sicherheit Immobilien Entwurf Entwicklung ursprünglich Osten auf dem Land öffentlich Oberfläche auffällig Übergabe gegenüberliegende Seite überqueren Entschuldigen Sie … Fußgänger Stift, Kugelschreiber Grundstück Prozentsatz Plan, Stadtplan Privatsphäre Punkt pur geradeaus rechte Seite nach rechts Reihe Fahrbahn Kreisverkehr weit, geräumig Raum Zusammenstellung Atmosphäre, Stimmung bloß, lediglich Autobahn bedauern Sprecher Sachen, Zeug Gegend, Landstrich gleichzeitig schließlich Rückzahlung vorübergehend zukünftig Zustimmung zufällig mittleres Reihenhaus schließlich, schlussendlich äußerst Ausgehmöglichkeit Wachstum, Ausbreitung Abgase Ausfahrt Urlaub, Ferien wegen
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de
dertien • 13
Lektionswortschatz LEKTION 13 – 15
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de het het het de het het
de
de de het de de de de de de
de het
vast verhuurder verkeersbord verlies verplaatsbaar vervoer verwachten verzekering vierkant vierkante meter voordeel voormalig voortdurend voorzien van voorziening vorige vrijstaand waarborgsom wateroppervlakte wegenstelsel wegwerkzaamheden wens westers woonbuurt woonoppervlakte woonruimte zekerheidsstelling zetelen zetten zijstraat zuiden
fest Vermieter Verkehrsschild Verlust beweglich, verschiebbar Transport erwarten Versicherung Quadrat Quadratmeter Vorteil ehemalig andauernd, anhaltend versehen mit, ausgestattet mit Einrichtung, Ausstattung letzt(e/r/s) freistehend Kaution Wasseroberfläche Straßensystem Straßenbaustelle Wunsch westlich Wohngegend Wohnfläche Wohnraum Sicherheitsleistung, Kaution sitzen (z. B. in der Politik) stellen, setzen Seitenstraße Süden
het
de
de de het de
de de
het de 14 • veertien
aanwezig accomodatie armoedig assortiment avontuurlijk beduidend behalve behoefte beinvloeden beleven beloven beschikbaar beschikken over betekenis betrekking binnenland bliksem bni (bruto nationaal inkomen) bodemvervuiling broeikaseffect bui deel dichtbegroeid doel donder
de de de het de de
het het
de
het de het de
LEKTION 14 de
de
anwesend Unterkunft ärmlich, armselig Sortiment, Auswahl abenteuerlich bedeutsam außer Bedürfnis beeinflussen erleben versprechen verfügbar verfügen über Bedeutung Beziehung, Bezug Inland Blitz BNE (Bruttonationaleinkommen) Bodenverschmutzung Treibhauseffekt Schauer Teil dichtbewachsen Ziel Donner
het de
de het de de de de de het de de de
de de de
doorgaans doormaken doornig dorst draadloos droomreis druilerig druppel duren dwangarbeider echter eiland eindelijk evenaar evenals faciliteiten, voorziening fors geheel geleidelijk gematigd gemiddelde genieten halfrond halverwege heuvelachtig hoogvlakte in het kader van indrukwekkend inheems inschatten inzetten jaargetijde jaarlijks kans kenmerk keus/keuze (Sg.) kiezen klimaat klimaatbestendig kloof koel krachtig kustverdediging kwik landbouw lentedag levensomstandigheden loopafstand matig Middellandse Zee milieu milieuvervuiling mist motregen nachtelijk nauwelijks Nederlands-Indië neerslag noordelijk offerte omstandigheid
normalerweise, ständig durchmachen dornig Durst schnurlos Traumreise trüb (Wetter) Tropfen dauern Zwangsarbeiter jedoch Insel endlich Äquator sowie Ausstattung, Einrichtung kräftig ganz allmählich gemäßigt Durchschnitt genießen Halbkugel halbwegs, auf halbem Weg hügelig Hochebene, Plateau im Rahmen von beeindruckend einheimisch einschätzen einsetzen Jahreszeit jährlich Chance, Gelegenheit Merkmal Wahl/Auswahl wählen Klima klimabeständig Schlucht, Kluft kühl kräftig Küstenwache Quecksilber Landwirtschaft Frühlingstag Lebensumstände Laufabstand mäßig Mittelmeer Umwelt Umweltverschmutzung Nebel Nieselregen nächtlich kaum Indonesien (NiederländischIndien) Niederschlag Nord-, nördlich Angebot Umstand © PONS GmbH
de
de
de het de de de het de de het het de
de de het
de de de
de de de de
de
de het de
het
onafhankelijk ontevredenheid onweer ooit oostelijk opklaring oplettend opnemen oprichten orkaangordel overdreven overnemen overstroming peil periode plaatselijk plantensoort ramp regenachtig regenwoud reis rijst fiets-, rijwielverhuur rioolwater roomservice samenwerken schitterend schommeling schrijver seizoen sfeervol snappen sneeuw sneeuwen specerij stedentrip stevig stijgen stormen streven struik suiker tegenwoordig temperatuurschommeling tennisbaan tevoorschijn toegang toestand uitbuiten uitsluiten uitzondering vakantiepark vallei verbeteren verbouwen verdwijnen verhaal veroveren verscherpen verstoppen vervuilen
© PONS GmbH
unabhängig Unzufriedenheit Gewitter je, jemals östlich Aufheiterung aufmerksam aufnehmen errichten, gründen Orkangürtel übertreiben übernehmen Überschwemmung Pegel (Wasser) Periode, Zeitspanne örtlich, lokal Pflanzenart Katastrophe regnerisch Regenwald Reise Reis Fahrradverleih Abwasser Zimmerservice zusammenarbeiten wunderschön, fantastisch Schwankung, Fluktuation Autor Jahreszeit stimmungsvoll verstehen, kapieren Schnee schneien Gewürz Städtereise kräftig steigen, aufsteigen stürmen streben Gebüsch, Strauch Zucker heutzutage, gegenwärtig Temperaturschwankung Tennisplatz zum Vorschein Zugang, Eintritt Zustand ausbeuten ausschliessen Ausnahme Ferienanlage Tal verbessern renovieren, umbauen verschwinden Geschichte erobern verschärfen verstecken verschmutzen
het de
het de de
de de het de de
het de
de de
verwerkelijken vleugje volgorde volledig voorlopig voornamelijk (weers)vooruitzicht vorst vorstperiode vriezen vrijwel waarde warmte weekend-uitstapje wegtrekken welvaart wereld wisselvallig witbesneeuwd zeeklimaat zeespiegel zelfs zogenaamd zondvloed zover zuiverheid
verwirklichen Hauch Reihenfolge vollständig vorläufig hauptsächlich (Wetter)aussicht Frost Dauerfrost frieren beinahe Wert Wärme Wochenendausflug wegziehen Wohlstand Welt wechselhaft weißbeschneit Meeresklima Meeresspiegel sogar sogenannt Sintflut soweit Reinheit
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de het
LEKTION 15 de
het de de het
het het het
de
de
(zich) vestigen aandelenbeurs aanduiden aaneensluiten aanvaarden aanvankelijk aardgas adviseur afgevaardigde alcoholmisbruik averechts (avond)journaal bedrijf belastingsgeld beperken bestemd bestraffen bestrijden besturen beurs bevatten beweren bijeenkomst binnenkomende blijkbaar blijken
de de
bloembollenteelt boete
(sich) niederlassen Aktienbörse andeuten (sich) zusammentun, fusionieren akzeptieren, annehmen anfangs Erdgas Berater Abgeordnete Alkoholmissbrauch falsch herum, kontraproduktiv (Abend)Nachrichten Betrieb Steuergeld einschränken, beschränken vorgesehen bestrafen bekämpfen regieren, leiten Börse beinhalten, umfassen behaupten Zusammenkunft hereinkommende scheinbar, wie sich herausstellt sich zeigen, sich herausstellen Blumenzwiebelzucht Bußgeld vijftien • 15
Lektionswortschatz LEKTION 15 – 16
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de het het de het de de de het de de de het de
de de de de het de het de de het het de de de de het het
brandstof buitenland capabel cijfer dader dagblad dalen dief diepte drank drankgebruik dronken droom eeuwenoud effectenbeurs energiemaatschappij erfgoed erfopvolging europees eveneens evenveel fabricage feestelijk gemeenteraadsverkiezing geschiedenis gezondheidstoestand goederenvervoer goedkeuren grondwet handelskantoor handtekening hoeveelheid hoofdkantoor hoofdzakelijk inkomen instantie invloedrijk inwijding inzien jeugdfilm jongeren (Pl.) kabinet kamerlid
de
kampioenschap kenmerkend
de de de de
kiesgerechtigde kieswet klimaattop krantenkop krap leeftijdsgrens lidstaat lijsttrekker maatregel massa’s meerderheid mensenmenigte natie neerzetten
de de de de de de de
16 • zestien
Brennstoff Ausland fähig Zahl Täter Tageszeitung absteigen, sinken, fallen Dieb Tiefe (hochprozentiger) Alkohol Alkoholgebrauch betrunken Traum jahrhundertealt, uralt Wertpapierbörse Energiegesellschaft Erbgut Erbfolge europäisch ebenfalls gleich viel Herstellung, Fertigung festlich Gemeinderatswahl Geschichte Gesundheitszustand Gütertransport billigen Grundgesetz Handelsbüro Unterschrift Menge Hauptbüro hauptsächlich Einkommen Geschäftstelle, Agentur einflussreich Einweihung einsehen Jugendfilm Jugendlicher Bundeskabinett Bundestagsabgeordneter, Parlmentarier Meisterschaft kennzeichnend, charakteristisch Wahlberechtigter Wahlgesetz Klimagipfel Schlagzeile knapp Altersgrenze Mitgliedstaat Spitzenkandidat Maßnahme massenweise Mehrheit Menschenmenge Staat, Nation hinstellen, hinsetzen
de de de
de de de de de de de de
de
de
de de de
de de de de het de
het de de de de het het het het de de de de de de
het
nuttig olieverwerking omzet onderneming ongedeerd onvoltooid onzin opdracht opgroeien opinie opkomst (verkiezingen) oprichting oproep optocht opvatting opvoeden opvoeren outillage overal overbodig overbruggen overheid overmaken overmatig overtuiging peiling pijpleiding pleiten plotseling pluimveehouderij poes portemonnee provinciale staten rapport rechtbank rechterlijk rechtstreeks reeds regeringsbeleid samenleving samenvatten schatting sindsdien snelheid spelling spoorwegenstelsel spoor staatkundig staatshoofd steekwoord stemmen stemmers steun stichten taak tegenover tegenspraak tegenstander tegenstelling tegenstrijdig teken
nützlich Ölverarbeitung Umsatz Unternehmen unversehrt, wohlbehalten unvollendet Unsinn Auftrag aufwachsen Meinung Wahlbeteiligung Gründung, Errichtung Aufruf, Aufforderung Umzug, Zug Auffassung erziehen aufführen Ausrüstung, Ausstattung überall überflüssig überbrücken Regierung, Behörde überweisen übermäßig Überzeugung Umfrage Pipeline plädieren plötzlich Federviehzucht Katze Geldbeutel Provinzen Bericht, Rapport Gericht, Gerichtshof gerichtlich, richterlich geradewegs, direkt bereits, schon Regierungspolitik Gesellschaft zusammenfassen Schätzung seitdem Geschwindigkeit Rechtschreibung Bahnsystem Gleis politisch, staatsmännisch Staatschef, -oberhaupt Stichwort wählen, stimmen Wähler Unterstützung errichten, gründen Aufgabe, Auftrag gegenüber Widerspruch Gegner, Kontrahent Gegensatz, Kontrast widersprüchlich, gegensätzlich Zeichen © PONS GmbH
de de
de
de de de de de de
de de
het de de
de de de de het het de de
de de de de het de de de het de het
de
de de het het de
het de de het de de het de de de het de de
de het
LEKTION 16 de
de de de de
aandacht aangifte doen aanmoedigen aantonen aarderijkskunde achtergrond afdeling afronden balie
© PONS GmbH
Aufmerksamkeit Angaben machen (Behörde) anspornen, ermutigen zeigen, beweisen Geografie Hintergrund Abteilung beenden, abschließen Schalter, Theke
de de het de de de de
Grundschule erlangen Erlebnis Versprechung erreichen Berufsauswahltest berufsbildender Unterricht BWL beschäftigt Bibel büffeln Fehler, Versagen Bürger-ID christlich Prüfung nach der 6. Klasse Abschluss (sehr) ängstlich Daumen drücken Prüfungsangst gratulieren geschmacklos, fade, schwach, gemein geboorteakte Geburtsurkunde geldig gültig geloofsovertuiging Glaubensüberzeugung gemeentehuis Rathaus geschrift Schriftstück godsdienst Religion grofweg grob, grob geschätzt handig geschickt havo Fachhochschulreife herexamen Wiederholungsprüfung herkomst Herkunft herstructurering Umstrukturierung hoogstens höchstens hoogtepunt Höhepunkt huwelijksakte Trauschein, Heiratsurkunde Personalausweis id-kaart inkomensbewijs Einkommensnachweis invloed Einfluss jood Jude kennis Wissen kerkelijk kirchlich kiesrecht Wahlrecht kleurig farbig, bunt koopakte Kaufakte kunstenaar Künstler leerling, scholier Schüler leidinggevend führend levensopvatting Lebensauffassung loket Schalter lukken gelingen maatschappij Gesellschaft medewerker Mitarbeiter meepraten mitreden middelbaar onderwijs weiterführende Schule natuurkunde Physik neerlandicus Sprachenexperte für Niederländisch omroep, omroepvereniging Sender omtrend um, was ... betrifft onderwijsinstelling Bildungsinstitut
basisschool behalen belevenis belofte bereiken beroepskeuzetest beroepsonderwijs bestuurskunde bezig bijbel blokken blunder burgerservicenummer christelijk cito-toets diploma doodsbang duimen examenvrees feliciteren flauw
zeventien • 17
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
het de
zusagen, versprechen Theater spielen, schauspielern Theaterstück Gartenbau herausbringen, veröffentlichen uitkering Unterstützung (finanz.), Zulage uitleg Erläuterung, Erklärung uitstellen verschieben, vertagen uitvoeren ausführen, exportieren uitzonderlijk außerordentlich, außergewöhnlich vacature Stellenangebot, -ausschreibung van oudsher von alters her varkensfokkerij Schweinezucht veehouderij Viehhalterei veeteelt Viehzucht verdacht verdächtig verkiezing Wahl (polit.) verliezen verlieren vermelding Meldung, Erwähnung verschijnen erscheinen verschuiving Verschiebung verslaan besiegen, ausschalten vervoeren transportieren vervulling Erfüllung verwerking Verarbeitung via über voeden füttern, ernähren voedselproduct Nahrungsprodukt voedselverwerking Nahrungsverarbeitung/ -produktion volksvertegenwoordiging Volksvertretung volwassen erwachsen voorlichten aufklären voorpagina Vorderseite vormen bilden, formen weergave Wiedergabe wekelijks wöchentlich wereldeconomie Weltwirtschaft wetenschap Wissenschaft wetgevend gesetzgebend wetsvoorstel Gesetzesvorschlag wijkcentrum Gemeindezentrum winnen gewinnen zetel Sitz (Regierung) zuivel Milchprodukte toezeggen toneelspelen toneelstuk tuinbouw uitbrengen
Lektionswortschatz LEKTION 16
de het
L E K T I O N S W O R T S C H AT Z
de de de de
het
de de de de de de het het de de het de de de de de de het
18 • achttien
onderwijssoort onderwijssysteem ontwerpen ontzuiling oorsprong opdelen opdrachtgever openingstijden opheffen opnieuw overheidsmanagement overtuigen personeelszaak pikken plankenkoorts plechtigheid politicologie rechtsgeleerdheid reden rijbewijs ruimtelijk samenspel scheikunde scholier schoolplichtig schoolreis(je) schoolstrijd soort stage stap stichting subsidiëring succes t/m (tot en met)
Bildungsart, -richtung Bildungssystem entwerfen Entsäulung Ursprung aufteilen Auftraggeber Öffnungszeiten aufheben, außer Kraft setzen erneut, noch einmal Behördenmanagement, -verwaltung überzeugen Personalangelegenheit klauen, stehlen Lampenfieber Feierlichkeit, Zeremonie Politikwissenschaften Jura Grund Führerschein räumlich Zusammenspiel Chemie Schüler schulpflichtig Schulausflug Schulstreit Art Praktikum Schritt Stiftung Zuschuss Erfolg bis
de de het de de
tandheelkunde tenminste toespraak tussenexamen uitdrukking uiteenzetting uiten uitgeput uitleggen uitreiken vaardig zijn
het de de
de de de
het het de de de de
vak vakbond verblijfsvergunning verlaten verwarrend verwijderen verzamelnaam verzuiling vestiging voldoende voor een examen slagen vwo-examen wereldbeeld werktuigbouwkunde wetenschappelijk wijsbegeerte winnaar wiskunde wisselend zakken zenuwachtig zwoegen
Zahnmedizin wenigstens, zumindest Ansprache, Rede Zwischenprüfung Ausdruck Auseinandersetzung, Darlegung äußern ausgelaugt erklären, erläutern ausgeben, vergeben geschickt, gewandt, etwas gut können Fach Gewerkschaft Aufenthaltserlaubnis verlassen verwirrend entfernen Sammelbegriff Versäulung Niederlassung genügend Prüfung bestehen Abitur Weltbild Maschinenbau wissenschaftlich Philosophie Sieger, Gewinner Mathematik wechselnd durchfallen nervös rödeln (sehr hart arbeiten)
© PONS GmbH
