Lekker leven langs de Linge Structuurvisie Gemeente Geldermalsen 2009 - 2015, inclusief uitvoeringsparagraaf
Hier ruimte voor een bescheiden bijschrift
inhoud
04 IInleiding 08 Kernkwaliteiten van de gemeente Geldermalsen 12 bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie 12
Bevolking en woningbouw
16
Verkeer en vervoer
19
Bedrijven en werkgelegenheid
24
Voorzieningenstructuur
26
Buitengebied en landschap
32 Ruimtelijke hoofdstructuur 2015 36 Uitvoeringsparagraaf voor de structuurvisie 42 Colofon 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
3
Inleiding Het belang van een structuurvisie in de nieuwe Wro Sinds 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. De Wro verplicht gemeenten tot het opstellen van een structuurvisie die richting geeft aan de gewenste ruimtelijke inrichting van een gebied. Daarnaast kunnen op basis van de structuurvisie bestuurlijke uitvoeringsinstrumenten ingezet worden, zoals bestemmingsplannen, projectbesluiten, het voorkeursrecht gemeenten en het beschikbaar stellen van financiële middelen.
Doelstelling: Wro-proof maken van bestaand beleid De gemeente Geldermalsen wil de mogelijkheden binnen de nieuwe Wro optimaal benutten en daarom een structuurvisie opstellen. Daarbij gaat ze uit van een bundeling van bestaande beleidsvoornemens en het toevoegen van een realisatieparagraaf, waarin de strategie voor uitvoering en financiën wordt vastgelegd. Er is bewust niet gekozen voor een geheel nieuwe beleidsafweging, omdat: • De actualisatie van de structuurvisie, getiteld ‘Wikken en wegen’ in maart 2005 nog is vastgesteld. Deze structuurvisie heeft een doorkijk tot 2015 en is op veel vlakken nog steeds goed bruikbaar als leidraad; • Het ligt voor de hand een compleet nieuwe Structuurvisie te maken, inclusief uitgebreid participatietraject, in een nieuwe bestuursperiode vanaf 2010; • Er zijn momenteel geen grote ontwikkelingen gaande die een inhoudelijk nieuwe Structuurvisie noodzakelijk maken. Uiteraard spelen er zaken zoals het Deilse Kwadrant, maar hiervoor loopt een apart inspraaken besluitvormingstraject; • In verband met ontwikkelingen als Centrumplan, Garstkampen en Hondsgemet is op korte termijn een Structuurvisie gewenst die Wroproof is en een zogenaamde realisatieparagraaf heeft. Dit is vooral van belang om publieke ontwikkelingskosten te verhalen op de ontwikkelende partij(en).
Werkwijze: interne bundeling van vastgesteld beleid Zoals gezegd gaan we in deze structuurvisie uit van het Wro-proof maken van bestaand beleid. Hierdoor is er vooral intern, binnen de gemeentelijke organisatie, gewerkt aan dit document. De structuurvisie uit 1999 en de actualisatie ‘Wikken en Wegen’ uit 2005 hebben hierbij als basis gediend en zijn aangevuld met beleid dat tussen 2005 en voorjaar 2009 is vastgesteld. Er is dan ook geen breed interactief traject met betrokken partijen ingestoken, omdat de structuurvisie bestaat uit bestaand beleid. Dit beleid is reeds bekend bij de betrokken partijen en op alle relevante beleidsdocumenten heeft reeds participatie en/of inspraak plaatsgevonden.
Overzicht van vastgestelde, relevante beleidsdocumenten 2005-2009 Op de volgende pagina hebben we de – voor de structuurvisie relevante – documenten opgesomd die tussen 2005 en voorjaar 2009 zijn vastgesteld. Deze documenten zijn allemaal verwerkt in deze structuurvisie, tevens wordt er regelmatig verwezen naar deze documenten. In de tabel is ook aangegeven op welke documenten reeds inspraak heeft plaatsgevonden.
Titel • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Jaar Inspraak
Structuurvisie Geldermalsen 2000-2015 1999 Ja Wikken en wegen – actualisering structuurvisie 2005 Ja Streekplan Gelderland 2005 Ja Doelstellingen woonbeleid 2006-2009 (KWP2) 2005 Visiedocument gemeente Geldermalsen 2008 Nee Structuurvisie De Plantage 2009 Ja Informatie- en inspraakbrochure De Plantage Meteren 2008 Mobiliteitsvisie Geldermalsen 2020 2007 Ja Mobiliteitsplan Geldermalsen 2020 2008 Ja Actieplan Mobiliteitsplan Geldermalsen 2020 2009 Ja Visie Externe Veiligheid 2007 Structuurplan Hondsgemet 2005 Ja Kostenverhaal bestemmingsplan Hondsgemet 2007 Nota Grondbeleid 2009 Nee Begrenzing nationale landschappen (Streekplan Gld) 2005 Landschapsontwikkelingsplan Geldermalsen, Lingewaal, Neerijnen 2008 Ja Uitvoeringsplan Landschapsontwikkelingsplan Geldermalsen 2009 Nee Waterplan deel 1 – Visie en Oplossingsrichtingen 2007 Waterplan – opgave voor extra opvang 2009 Projecten Nieuwe Hollandse Waterlinie 2005 ev Land Goed voor Landschap 2008 Ja (LOP) Zoekzones voor landschappelijke versterking 2009 Ruimtelijke Visie Stedelijke Schakelzone 2005 Ja Lange termijn groeimodel Rhenoy 2005 Ja Ontwikkelingsperspectief Deilse Kwadrant 2009 Ja Ruimtelijke visie bedrijventerreinen Beesd-Noord 2006 Ja Ontwikkelingsvisie Garstkampen 2008 Ja Structuurplan Garstkampen 2008 Ja Stand van zaken stationsomgeving 2009 Ja Bestemmingsplan Buitengebied – eerste herziening 2009 Ja
Tabel 1.1: vastgestelde, relevante beleidsdocumenten 2005-2009
Leeswijzer In hoofdstuk 2 beschrijven we eerst de kernkwaliteiten van de gemeente Geldermalsen, gevolgd door de bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie in hoofdstuk 3. Deze bouwstenen zijn vertaald in een plankaart in hoofdstuk 4 en de structuurvisie wordt afgesloten met de realisatiestrategie.
5 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Kernkwaliteiten van de Gemeente Geldermalsen De basis voor de structuurvisie wordt gevormd door de kernkwaliteiten van de gemeente Geldermalsen. Dat sluit goed aan bij de insteek van de gemeenteraad van Geldermalsen die in 2008 de drie kernkwaliteiten van de gemeente heeft vastgesteld in haar visiedocument. De drie kwaliteiten zijn: • Landschapskwaliteit; • Knooppuntkwaliteit; • Kernenkwaliteit.
Landschapskwaliteit als drager van ruimtelijke kwaliteit De ruimtelijke structuur van Geldermalsen wordt voor een belangrijk deel bepaald door historische en landschappelijke kenmerken van het Betuws Rivierengebied. De ruimtelijke structuurdragers (uiterwaarden, dijken, oeverwallen en cultuurhistorisch landschap) zijn lang geleden ontstaan en bepalen tot op de dag van vandaag de eigenheid van dit landschap. De Linge bepaalt in hoge mate het karakter van de gemeente Geldermalsen, tien van de elf kernen liggen langs deze recreatief aantrekkelijke rivier. De dorpen zijn oorspronkelijk ontstaan op de oeverwallen langs de rivier of op de oude, hoger gelegen stroomruggen. De gemeente wil deze landschapskwaliteit behouden en zo mogelijk versterken. Daartoe heeft de gemeente ook veel aanknopingspunten, zoals de Nationale Landschappen Rivierenland en de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Knooppuntkwaliteit zorgt voor economische en infrastructurele ontwikkeling Geldermalsen ligt in het centrum van Nederland en op het knooppunt van infrastructurele aders. De snelwegen A2 en A15 doorsnijden het westelijk deel van het Rivierengebied en vormen een knooppunt bij Deil. Ook lopen meerdere spoorlijnen door de gemeente. Bij Geldermalsen komen de lijnen Utrecht – ‘s-Hertogenbosch en Dordrecht – Arnhem/Nijmegen samen, en de belangrijkste goederenspoorlijn van Nederland, de Betuwelijn, loopt parallel aan de A15. Vanuit een breder perspectief geldt de corridor A15/Betuweroute als ruggengraat van het goederenvervoer van Nederland naar Duitsland. De corridor Utrecht –’s-Hertogenbosch vormt een nationale hoofdas voor personen- en zakelijk verkeer.
De knooppuntkwaliteit geeft Geldermalsen een sterke economische basis. Niet voor niets hebben enkele grote bedrijven zich de afgelopen decennia in Geldermalsen gevestigd, en in tegenstelling tot veel andere plaatsen in Nederland beschikt Geldermalsen nog over voldoende ruimte om nieuwe economische impulsen te accommoderen op eigen grondgebied.
Kernenkwaliteit: ‘eenheid in verscheidenheid’ De gemeente Geldermalsen telt elf kernen: Acquoy, Beesd, Buurmalsen, Deil, Enspijk, Geldermalsen, Gellicum, Meteren, Rhenoy, Rumpt en Tricht. De samenstellende kernen van de gemeente Geldermalsen vormen volgens de gemeenteraad een ‘eenheid in verscheidenheid’. Er is sprake van één gemeente die bestaat uit elf verschillende dorpen met elk hun eigen karakter. Zo zijn in Geldermalsen en Beesd bijvoorbeeld woon- en werkfuncties geconcentreerd met een daarbij passend, hoger voorzieningenniveau. In Deil ligt de nadruk daarentegen veel meer op het landelijke wonen, inwoners hechten hier meer aan rust dan aan voorzieningen. In het verlengde hiervan spelen ook kwaliteiten als gemeenschapszin en sociale cohesie een belangrijke rol in de gemeente. In de elf kernen kennen de bewoners elkaar nog, is er een actief verenigingsleven en helpen mensen elkaar nog als dat nodig
9 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie In dit hoofdstuk beschrijven we de bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie. De bouwstenen worden gevormd door de structuurvisies van 1999 en 2005, aangevuld met het beleid dat tussen 2005 en voorjaar 2009 is vastgesteld door de raad. We splitsen de verschillende bouwstenen uit naar de thema’s zoals dat ook in eerdere structuurvisies is gebeurd. Elk thema sluiten we af met de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de laatste structuurvisie ‘Wikken en Wegen’ uit 2005.
Bevolking en woningbouw Op het gebied van woningbouw heeft de gemeente Geldermalsen een subregionale opvangfunctie. De gemeente hanteert een tweekernenbeleid, waarin de kernen Geldermalsen en Beesd centraal staan. Beide kernen beschikken over substantiële uitbreidingsmogelijkheden met respectievelijk de locaties De Plantage en De Garstkampen. Daarnaast zijn er verschillende kleinschalige inbreidingsmogelijkheden binnen de bestaande kernen.
Woningbouwambities uit KWP2 zijn leidend De belangrijkste beleidsvoornemens zijn vastgelegd in de tweede fase van het Kwalitatieve WoningbouwProgramma (KWP2). Dit programma legt de regionale ambities vast voor de regio Rivierenland over de periode 20052009, met een doorkijk naar 2014. De belangrijkste ambities uit KWP 2 zijn: • Meer voor ouderen geschikte woningen (indicatie: 40% van nieuwbouw) • Meer meergezinswoningen (indicatie: 40%) • Meer goedkope koopwoningen tot maximaal € 170.000,- V.O.N. (indicatie: 10%) • Meer betaalbare meergezins-huurwoningen (indicatie: 10%) • Meer dure huurwoningen (indicatie: 15%) • Terugbrengen van het aandeel dure koopwoningen (indicatie: 30% van voorraad) • Landelijk wonen in het buitengebied realiseren door functieverandering, hergebruik van gebouwen en woningsplitsing; • Inbreiding gaat in beginsel voor uitbreiding. Momenteel is KWP 3 in ontwikkeling, deze wordt naar verwachting in de tweede helft van 2009 vastgesteld.
Lokale woonvisie geeft richting aan locaties en programma’s De gemeente Geldermalsen heeft het regionale beleid verder uitgewerkt in de lokale woonvisie: ‘Wonen in Geldermalsen’. Daarin zijn de volgende ambities vastgelegd die relevant zijn voor de structuurvisie: • Netto toevoeging van ruim 440 woningen in de periode 2005-2008 , waarvan ruim 60% in een centrum dorps woonmilieu en 40% in een landelijk woonmilieu. De nadruk ligt hierbij op inbreidings- en/of transformatielocaties;
• Netto toevoeging van ruim 1.700 woningen in de periode 2010-2014, waarvan ruim driekwart centrum dorps. • Het grootste deel van deze opgave zal gerealiseerd worden in De Plantage met een jaarlijkse bouwstroom van 100-150 woningen; • Minstens 40% van de nieuwbouw moet geschikt (te maken) zijn voor ouderen. • Samen met partners streeft de gemeente verder naar: - Inzet van KoopGarant als instrument om de koopsector bereikbaar te maken; - Realisatie van meer ouderenwoningen binnen herstructureringslocaties; - Nieuwe concepten voor betaalbare koopwoningen in de nieuwbouw; - Meer particulier opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen.
Woningbouw in Geldermalsen: De Plantage De nieuwe wijk De Plantage vormt de belangrijkste woningbouwlocatie binnen de gemeente Geldermalsen. Via een aparte structuurvisie, met een eigen inspraak-procedure, zijn de ambities en het programma’s (ruimtelijk) uitgewerkt. De belangrijkste uitgangspunten zijn: • Realiseren van 1.500 woningen met bijbehorende voorzieningen; • Aansluiting zoeken bij de kwaliteit en identiteit van het gebied • Opnieuw zichtbaar maken van historische laanstructuren en waterpartijen; • Aandacht voor duurzaamheid, in het bijzonder energie, water en bouwwijze; • Bouwtempo van 100-150 woningen per jaar, te starten in 2010; • 60% van het programma is betaalbaar, 40% duur; • In totaal wordt 85% in de koopsector gerealiseerd, 15% is huur; • Er wordt ruimte geboden voor particulier opdrachtgeverschap. • Mogelijkheden voor de aanleg van een lightrailhalte aan de noordzijde van De Plantage - op de lijn Geldermalsen - Tiel - worden momenteel onderzocht.
Figuur 3.1: Vlekkenplan voor de ontwikkeling van De Plantage Bron:
Inspraakdocument structuurvisie De Plantage, 2009
13 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Figuur 3.2: Vlekkenplan voor de ontwikkeling van De Garstkampen (Beesd-Noord), met ruim 17 ha voor woningbouw Bron: Ontwikkelingsvisie Garstkampen, 2008
Woningbouw in Beesd: De Garstkampen Naast de kern Geldermalsen heeft ook de kern Beesd een centrumfunctie als het gaat om wonen, werken en voorzieningen. De locatie Garstkampen, aan de noordzijde van Beesd, biedt ruimte aan de bouw van 350 tot 400 woningen, waarbij de nadruk ligt op het betaalbare segment. Het terrein zal in fases worden ontwikkeld, waarbij een woonzorgcomplex het hart van de nieuwe wijk zal vormen. In het gebied zal tevens een aantrekkelijk voorzieningencentrum worden gerealiseerd, waarin zorg en sociaal-culturele functies een plek krijgen. Naast wonen is er ruimte voor een park - tussen de Garstkampen en het Betuwestrand - en nieuwe bedrijvigheid langs de A2 (zie verder onder bedrijvigheid).
Langetermijn groeimodel Rhenoy In 2005 is er een lange termijn groeimodel voor de kern Rhenoy opgesteld. Binnen de kern spelen een aantal (woningbouw)initiatieven die grote gevolgen hebben voor de toekomstige schaal van het dorp. Het groeimodel legt de ontwikkelingsrichting voor het dorp vast, waarbinnen verschillende initiatieven een plek kunnen krijgen. Een belangrijk element in de visie is een nieuwe ontsluiting, parallel aan de bestaande Dorpsstraat. Hierlangs kan nieuwe woningbouw plaatsvinden die past binnen het beeld van de kern. Aan de westzijde van het dorp is er ruimte om nieuwe woningen op de plek van het autodemontagebedrijf te vestigen. Daarnaast worden er 70 à 80 woningen (waarvan 20 in het lage segment) gerealiseerd op het oude Story terrein. Het plan gaat ook in op het beleefbaar maken van de oude bewoningsplaats in het centrum van het dorp.
Figuur 3.2: Vlekkenplan voor de lange termijn ontwikkeling van Rhenoy,
met ruim 17 hectare voor woningbouw
Bron:
Groeimodel lange termijn Rhenoy (maart 2005)
Wonen in het buitengebied onder voorwaarden mogelijk Het bestemmingsplan buitengebied, 1e herziening, dat in het voorjaar van 2009 is vastgesteld, maakt uitbreiding van de woonfunctie in het buitengebied mogelijk. Daar zijn echter wel strenge voorwaarden aan verbonden, bijvoorbeeld voor het verwijderen van agrarische bijgebouwen.
Overige woningbouwlocaties zijn beperkt Net als in de vorige structuurvisies worden er naast De Plantage in Geldermalsen en De Garstkampen in Beesd geen grote nieuwbouwlocaties voorzien. Nu de gemeente niet meer verbonden is aan een quotum is er op particuliere kavels binnen de woonkernen nieuwbouw mogelijk.
15 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Verkeer en vervoer Op het gebied van verkeer en vervoer staan de komende jaren verschillende projecten op stapel. Een belangrijk deel hiervan, de verbreding van de A2 en eventuele verdubbeling van het spoor, worden door hogere overheden gepland en uitgevoerd. Voor de gemeente Geldermalsen is met name de mobiliteitsvisie van groot belang.
Verbreding A2 als gegeven De A2 vormt een belangrijke verkeersverbinding op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Door de toenemende verkeersdruk wordt de snelweg op korte termijn verbreed van 2x2 naar 2x4 rijstroken. Daarmee moeten de verkeersproblemen op de A2 tot het verleden gaan behoren en zal de bereikbaarheid van de regio Rivierenland verbeteren. Tegelijk met de verbreding van de A2 zullen ook alle op- en afritten én viaducten opnieuw worden aangelegd.
Op termijn mogelijk spoorverdubbeling De spoorverbinding tussen Utrecht en Den Bosch is één van de belangrijkste transportassen van ons land. Hoewel op Rijksniveau momenteel plannen worden voorbereid om dit spoortraject te verdubbelen, zal deze realisatie hiervan naar verwachting niet voor 2015, de horizon van deze structuurvisie, plaatsvinden.
Opwaardering Merwede-Lingelijn Op korte termijn worden alle stations langs de Merwede-Lingelijn waaronder Station Beesd opgeknapt. Maatregelen betreffen het aanpassen van de perronhoogte aan de entreehoogte van de treinen, het realiseren van cameratoezicht en het herinrichten van de stationsomgeving inclusief uitbreiding van de stallingsruimte voor fietsen en parkeerruimte voor auto’s.
Bereikbaarheid B1. Voor lokale verplaatsingen is de fiets het aantrekkelijkste vervoermiddel. B2. Alle inwoners van de gemeente Geldermalsen hebben op acceptabele wijze toegang tot openbaar vervoer. B3. Er zijn rolstoelvriendelijke voetgangersvoorzieningen aanwezig nabij belangrijke openbare voorzieningen, zoals zorgcentra, verzorgingstehuizen en bibliotheken. B4. Voor het lange-afstand woon-werkverkeer (zowel herkomst als bestemming) is het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief voor de auto. B5. De recreatie- en natuurgebieden in de gemeente Geldermalsen zijn aantrekkelijk bereikbaar voor diverse doelgroepen, rekening houdend met de (natuur)waarden van de verschillende gebieden. B6. Landbouwverkeer wordt zo efficiënt mogelijk afgewikkeld. B7. Alle inwoners van de gemeente Geldermalsen kunnen vanaf hun woning per auto binnen vijf minuten een gebiedsontsluitingsweg bereiken.
Verkeersveiligheid V1. Op schoolroutes en bij schoolomgevingen krijgt verkeersveiligheid de hoogste prioriteit. Conflicten met landbouwverkeer krijgen hierin bijzondere aandacht. V2. Geldermalsen heeft zo min mogelijk verkeersslachtoffers. V3. Onder inwoners van Geldermalsen bestaat een groeiende tevredenheid over de verkeersveiligheid in de gemeente. V4. Permanente verkeerseducatie is een speerpunt.
Leefomgeving L1. Bovenlokaal doorgaand verkeer wordt afgewikkeld op snelwegen en provinciale wegen. L2. Noodzakelijk vrachtverkeer wordt zodanig gerouteerd dat de overlast voor de leefomgeving geminimaliseerd is. L3. In de kleine kernen krijgt de verblijfskwaliteit de hoogste prioriteit, waardoor verkeersoverlast minimaliseert. L4. De verkeersdruk door gemotoriseerd verkeer op het centrum van Geldermalsen neemt niet verder toe. L5. Inwoners van de gemeente Geldermalsen kunnen op acceptabele wijze parkeren nabij hun woning.
Mobiliteitsvisie, –plan en –actieplan leidend op lokaal niveau Tussen 2007 en 2009 zijn er een drietal documenten opgesteld waarin de ambities ten aanzien van mobiliteit in de gemeente Geldermalsen worden vastgelegd. Vanuit een visie is eerst een uitvoeringsplan opgesteld, gevolgd door een actieplan. De belangrijkste ambities uit de mobiliteitsvisie (2007) zijn: In het mobiliteitsplan en het actieplan (vastgesteld in respectievelijk 2008 en 2009) worden deze ambities uitgewerkt. Via vijf clusters worden concrete doelen en programma’s benoemd, hier benoemen we alleen de belangrijkste projecten in het kader van de structuurvisie: • Realisatie van de Randweg (7e fase) inclusief de 2e Lingebrug en aan410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
17
sluiting op de Rijnstraat; • Realiseren van hoofdfietsnetwerk en het toeristisch-recreatieve netwerk; • Herprofilering van de Rijksstraatweg; • Aanpak van onveilige verkeerssituaties en schoolomgevingen; • Verbeteren van stationsomgevingen, inclusief P&R-faciliteiten; • Verkeersluw maken van het centrum van Geldermalsen door aanpassing van routing en aanleggen van voldoende parkeerplaatsen.
Visie Externe Veiligheid In 2007 is de visie Externe Veiligheid vastgesteld. Het doel van de visie is om een toetsingskader te bieden voor bestaande en toekomstige externe veiligheidsrisico’s binnen de gemeente. Vanuit algemene uitgangspunten worden de ambities verder uitgewerkt naar beleids-, gebieds- en objectgerichte beleidsuitspraken. Voor de structuurvisie zijn de onderstaande ambities en projecten van belang: • De gemeente houdt zich aan de geldende wet- en regelgeving en anticipeert op nieuwe beleidsontwikkelingen, zoals voor transport van gevaarlijke stoffen; • Uitbreiding of nieuwvestiging van risicobronnen is onder voorwaarden uitsluitend toegestaan op de daarvoor aangewezen bedrijventerreinen Hoge Weide, Hondsgemet en Homburg; • Geen uitbreiding of nieuwvestiging van risicobronnen in woon-, recreatie- en stationsgebieden binnen de gemeente; • Geen uitbreiding of nieuwvestiging van risicobronnen in het buitengebied, met uitzondering van LPG-tankstations; • Langs transportassen wordt 200 meter als toetsingszone aangehouden, voor zelfredzaamheid wordt breder gekeken; • Voor buisleidingen houdt de gemeente zich aan bestaande circulaires.
Stationsomgeving Geldermalsen als nieuw visitekaartje Ook binnen deze structuurvisie vormt de herinrichting van de stationsomgeving een speerpunt. Vanwege de aansluiting op Randstadspoor zijn een kwaliteitssprong van de stationsomgeving en een betere ontsluiting gewenst. De belangrijkste ambities voor het stationsgebied zijn: • Realiseren van een traverse over het spoor, waardoor voetgangers eenvoudig en veilig van/naar beide zijden van het station kunnen bewegen; • Parkeren (P&R) en busstation verplaatsen naar de westzijde van het station; • Gefaseerde ontwikkeling van bedrijvigheid tot 12.000 m2 kantoor, kantoorvilla’s en extra bedrijfsbebouwing aan de westzijde van het station. De ontwikkeling van de Proeftuinen aan de zuidzijde van dit gebied vormt een extra economische impuls; • Mogelijke ontwikkeling van ongeveer 100 woningen in een blauwgroene setting (met eventuele waterberging) aan de oostzijde van het station; • Tevens is er ruimte voor vestiging van een school en kantoren in de omringende bebouwing langs het stationsplein. Ook voor horeca is in beperkte mate ruimte beschikbaar. • Forse impuls aan de kwaliteit van openbare ruimte aan de oostzijde van het station;
• Op de langere termijn, bij de verbreding van de huidige spoorbrug en de - uit het mobiliteitsplan voorvloeiende - bouw van de westelijk daarvan gelegen brug over de Linge, wordt doortrekking van wandelen fietsroute tot aan Oosteneind mogelijk. Hierdoor is de groene route langs de Linge is gecompleteerd.
Bedrijven en werkgelegenheid De strategische ligging van de gemeente Geldermalsen heeft een positief effect op de bedrijvigheid en werkgelegenheid. De gemeente beschikt over twee locaties voor de uitbreiding van bedrijventerreinen: Hondsgemet bij Geldermalsen en Beesd-Noord. Vanuit het provinciale beleid zijn dit ook de enige locaties die beschikbaar zijn op langere termijn.
Streekplan Gelderland: bundeling langs A15 De provincie Gelderland heeft in 2005 het Streekplan vastgesteld, waarin bundeling van wonen en werken binnen netwerken centraal staat. De focus ligt daarbij op de regio’s KAN, WERV en Stedendriehoek; Geldermalsen maakt geen deel uit van een stedelijk netwerk. Het Streekplan gaat voor de regio Rivierenland, met daarin Geldermalsen, uit van de bestaande groene en blauwe kwaliteiten van het gebied. De afwisseling van rivieren, uiterwaarden, oeverwallen en kommen wordt zoveel mogelijk behouden en versterkt. Daarnaast heeft de kern Geldermalsen een subregionale opvangfunctie op het gebied van werken en wordt een groei van regionale bedrijvigheid voorzien. De zoekruimte hiervoor is gelegen langs de A15 van Tiel tot Geldermalsen, terwijl de A2-zone tussen Culemborg en Zaltbommel zoveel mogelijk open moet blijven. Bij het schrijven van deze structuurvisie (voorjaar 2009) worden nieuwe regionale afspraken gemaakt over de behoefte aan nieuwe werklocaties. Deze zullen worden meegenomen bij het opstellen van een volledig nieuwe structuurvisie.
410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
19
Figuur 3.3: Structuurplan Hondsgemet (oktober 2005)
Gemeente Geldermalsen
Bedrijventerrein Hondsgemet als economische motor van de toekomst Het bedrijventerrein Hondsgemet, aan de zuidkant van de kern Geldermalsen, vormt de belangrijkste locatie voor nieuwe bedrijvigheid. De locatie beslaat ongeveer 43 ha, heeft een subregionale functie en zal gefaseerd worden uitgegeven. Het betreft een zogenaamd ‘hard’ plan, waarmee provincie en Rijk inmiddels hebben ingestemd. Voor de ontwikkeling van het terrein is een apart structuurplan opgesteld, waarin de kaders zijn vastgelegd. In de eerste twee fases zal het gedeelte langs de afslag van de A15 worden gerealiseerd. Het vormt de entree van Geldermalsen vanuit het zuiden, waardoor de bebouwing aansprekend moet zijn. Een bijzonder gebouw bij de eerste rotonde vanuit het zuiden versterkt dit beeld. Rond het terrein zorgen groene en blauwe elementen voor zachte overgangen tussen bebouwing en landschap. In de derde en vierde fase wordt het gebied tussen de eerste twee fasen en de kern Geldermalsen gerealiseerd. De exacte invulling wordt te zijner tijd bepaald en dat geldt ook voor de vijfde - langs het spoor gelegen - fase. In het structuurplan is ook de AVRI opgenomen en is er (schuif)ruimte gereserveerd, die vooralsnog geen vaste bestemming heeft.
Uitbreidingsmogelijkheden Beesd-Noord Naast de locatie Hondsgemet in Geldermalsen biedt de locatie BeesdNoord ook nog (beperkte) ruimte voor nieuwe bedrijvigheid. In 2005 is de ruimtelijke visie voor deze locatie vastgesteld, waarin werken, wonen en recreatie zijn gecombineerd. De uitwerking van de functies wonen en recreatie zijn vervolgens procedureel losgekoppeld van het werken door het opstellen van het de structuurvisie Garstkampen. De ruimtelijke visie voor bedrijvigheid in Beesd-Noord gaat uit van maximaal 4 ha bedrijvigheid tot maximaal milieucategorie 3a. Het beschrijft de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de inrichting van het gebied, hieronder een korte samenvatting: • Etalage langs Parkweg. In de strook tussen de Parkweg en Homburg komt de nieuwe entree van Beesd. Deze bestaat uit representatieve bedrijfsbebouwing te midden van veel groen en water. Ter hoogte van
de aan te leggen rotonde is ruimte voor een opvallend gebouw als entreemarkering van Beesd. De nieuwe bebouwing is kleinschalig en bestaat uit maximaal twee bouwlagen met een bijzondere architectonische vormgeving. Maximaal 50% van het gebied mag bebouwd of verhard worden, de overige 50% zal uit groen en water bestaan; • Bedrijven met woningen Beesdsche Veld. Als overgang tussen het bedrijventerrein en de woningbouwlocatie Garstkampen wordt een zone ingericht voor bedrijven met woningen in een zelfde structuur als de huidige bebouwing langs de Parkweg; • Uitbreiding Oude Waag / Homburg. Het bedrijventerrein Oude Waag / Homburg kan beperkt uitbreiden in noordelijke richting. Er is plaats voor meer grootschalige bedrijvigheid (zonder woonfunctie) met een minder representatieve uitstraling en hoge dichtheid (70% bebouwing is toegestaan) , zoals industrie en groothandel; • Revitalisering Oude Waag / Homburg. Het bestaande deel van dit terrein wordt gerevitaliseerd en geïntensiveerd door een maximaal bebouwingspercentage van 70% toe te staan. Er wordt een eenduidige hoogteregeling opgesteld die ook voor de uitbreiding van het bedrijventerrein zal gelden, waarbij extra bouwmogelijkheden in de hoogte worden geschapen en ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd blijft.
Figuur 3.4: Visiekaart voor de ontwikkeling van Beesd-Noord Bron:
Ruimtelijke Visie Beesd-Noord, 2005
21 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Figuur 3.5: Perspectiefkaart voor de ontwikkeling van het Deilse Kwadrant Bron:
Ontwikkelingsperspectief Deilse Kwadrant, 2009
Ontwikkelingsperspectief Deilse Kwadrant Het Deilse Kwadrant is een strategische locatie tussen de A2, A15, het spoor en de provinciale weg naar Leerdam. In het verleden hebben verschillende partijen deze locatie onderzocht voor nieuwe economische activiteiten. Zo stond in Wikken & Wegen de locatie aangeduid voor het NL.C, deze is niet tot ontwikkeling gekomen en de ontwikkelende partij heeft zich inmiddels teruggetrokken. Omdat de gemeente Geldermalsen de initiatieven telkens achteraf heeft getoetst (en sturing daardoor beperkt was) heeft de gemeente een nieuw ontwikkelingsperspectief voor het gebied opgesteld. Het schetst de kaders waarbinnen nieuwe initiatieven mogelijk zijn. De volgende uitgangspunten staan centraal: • Bescherming / versterking van het open, groene en rustige karakter van het gebied; • Uitbreiding van recreatieve mogelijkheden in het Kwadrant, zowel voor de inwoners als voor bezoekers van de gemeente; • Versterken van Geldermalsen als kennis-, veiling- en productiecentrum van fruit. Vanuit verschillende thema’s zijn vier gebiedsgerichte ontwikkelingsopties geschetst: 1. Landschapsimpuls A2/A15. Langs beide snelwegen is ruimte om vernatting en opgaand groen te combineren en de kwaliteit van het gebied te versterken. Tevens is er ruimte om dit te combineren met nieuwe initiatieven op het gebied van verblijfsrecreatie en/of landgoedontwikkelingen met een woon-werkfunctie; 2. Hooiweg als recreatieve drager. De Hooiweg dient als overgang tussen oeverwal en kom en hier kan wonen, agrarische bedrijvigheid en worden gecombineerd met kleinschalige recreatieve ontwikkelingen.
3. Herontwikkeling omgeving Rotonde. De knoop bij de A2-afslag kan versterkt worden door intensieve recreatieve functies toe te staan zoals strand, speeltuin of golfbaan. Vanaf de knoop nemen de functies in intensiteit af en wordt ruimtelijke kwaliteit aan het gebied toegevoegd, aansluiting bij de Hooiweg is gewenst. 4. Completeren van veilingterrein door ontwikkeling van de Proeftuinen. De veilingsector geeft veel uitstraling aan Geldermalsen en de realisatie van de Proeftuinen draagt bij aan een grote regionale veiling. Aan de ontwikkeling worden wel een aantal randvoorwaarden verbonden (vooral gericht op landschap en ruimtelijke kwaliteit), omdat de schaal niet past bij die van de oeverwal. De gemeente Geldermalsen wil zelf initiërend zijn als het gaat om de ontwikkeling van de Proeftuinen en wil via een gebiedsfonds investeringen in rode en groene functies in het gebied aan elkaar verknopen.
Zoekzone windmolens De provincie Gelderland wil het opwekken van duurzame energie bevorderen. Er is een zoekzone voor windmolens aangegeven in de gemeente Neerijnen, net buiten de gemeentegrenzen van Geldermalsen. Vooralsnog gaat de gemeente Geldermalsen er vanuit dat eventuele ontwikkeling van windmolens op deze locatie zal plaatsvinden.
23 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Voorzieningenstructuur De voorzieningenstructuur in de gemeente Geldermalsen verandert onder invloed van de trend van schaalvergroting. Clustering van voorzieningen in grotere plaatsen vormt het antwoord en binnen de gemeente geldt dat de kernen Geldermalsen en Beesd de belangrijkste voorzieningencentra zijn en blijven. Met name in de kern Geldermalsen wordt geïnvesteerd in het voorzieningenniveau en de aantrekkelijkheid ervan.
Voorzieningenstructuur op hoofdlijnen: Geldermalsen en Beesd als centra De trend van schaalvergroting geldt op verschillende vlakken, van supermarkten tot scholen en van detailhandel tot verenigingsleven. In verschillende kernen binnen de gemeente is de supermarkt inmiddels verdwenen en zijn mensen aangewezen op de kernen Geldermalsen, Beesd of – buiten de gemeente Geldermalsen – Leerdam. Het centrum van Geldermalsen biedt een divers pakket aan winkels, maar het grootwinkelbedrijf ontbreekt hier en ook de keuzemogelijkheden in speciaalzaken, zoals kledingzaken, is beperkt. Basisscholen zijn (al dan niet gedeeld) in elke kern te vinden, maar het voortgezet onderwijs is naast Geldermalsen vooral geconcentreerd buiten de gemeente, in de kernen Gorinchem, Leerdam, Culemborg en Tiel. De gemeente streeft naar de clustering van voorzieningen in Geldermalsen en Beesd. De realisatie van het ‘Kulturhus’ is hier een voorbeeld van en geeft een nieuwe impuls aan de centrumfunctie van de kern. De komende jaren zijn hier ook de belangrijkste ambities neergelegd, mede in relatie tot de woningbouwambities in beide kernen. Voor de kleinere kernen zullen creatieve oplossingen gevonden moeten worden, waarbij de nadruk steeds meer zal verschuiven naar digitale dienstverlening en het brengen van producten aan huis.
Impuls voor voorzieningen in Geldermalsen: de centrumvisie Al jaren is de wens van de gemeente om het voorzieningenniveau in en de aantrekkelijkheid van het centrum van Geldermalsen te vergroten. De ruimtelijke kwaliteit laat te wensen over, er is niet of nauwelijks sprake van een relatie met de Linge en de Rijksstraatweg vormt een belangrijke barrière. De opening van de nieuwe aansluiting op de A15 én het aantakken van de Randweg op de Kostverlorenkade bieden de kans om het centrum nu eindelijk serieus aan te pakken. Kern van de visie is dat de Rijksstraatweg ter hoogte van het centrum verkeersluwer wordt. Het marktplein kan hierdoor weer een echt plein worden en het winkelbestand kan zich verder uitbreiden binnen het bestaande winkelgebied. Voorwaarde voor een dergelijke oplossing is het realiseren van een ‘centrumring’ met voldoende parkeervoorzieningen. Een belangrijk element in de centrumvisie is de tweede Lingebrug, het wordt zo eenvoudiger om de koppeling te leggen met de herstructurering in Lingewaarden en de verbreding van het rivierfront. Daarnaast zijn er plannen voor de vestiging van ‘trekkers’ in het centrumgebied en een verbeterde koppeling met het water.
Figuur 3.6: Visiebeeld voor het centrum van Geldermalsen Bron:
Centrumvisie Geldermalsen, 2007
Stedelijke schakelzone Geldermalsen voor grootschalige voorzieningen De strook tussen de Provinciale weg en de spoorlijn richting Tiel is aangewezen als de zogenaamde Schakelzone. Het vormt de verbinding tussen het ‘oude’ Geldermalsen en de nieuwe ontwikkelingen rond Meteren en De Plantage. Gezien de ligging tussen verschillende infrastructurele assen is de zone zeer geschikt voor functies als sport, voorzieningen en bedrijven in een groene, parkachtige setting. De realisatie van het MFC is hier een goed voorbeeld van. Het MFC wordt een verzamelgebouw voor maatschappelijke functies met een bibliotheek en kinderopvang. Tevens is in het MFC ruimte voor culturele organisaties. In de visie op de stedelijke schakelzone wordt onderscheid gemaakt naar 4 deelgebieden: • Het oostelijk deel van de zone gaat uit van versterking van het landschappelijk raamwerk. Bebouwing is mogelijk, maar moet aansluiten bij de kleinschalige kwaliteiten; • In de zone rond de Rijksstraatweg worden uitnodigende, open gebouwen gerealiseerd als uithangbord van de schakelzone. Hiervoor zijn functies als de gemeentewerf in beeld. De huisvesting van de brandweer is reeds gerealiseerd. De bebouwing sluit aan op de laanstructuur, maar de bebouwing mag afwijkend zijn in vorm en rooilijn; • De westelijke open zone is momenteel al grotendeels gerealiseerd door de vestiging van twee scholen, een kerk en het regionale hoofdkantoor van de Rabobank. De gebouwen staan in een open, parkachtige omgeving die ook aantrekkelijk is voor recreatieve activiteiten; • De Dalemsche Wetering vormt de groenblauwe as door het gebied. Door flauwe oevers en brede groenstroken is het gebied aantrekkelijk en routes voor wandelen en fietsen maken het gebied goed beleefbaar. Bebouwing is slechts beperkt toegestaan, bijvoorbeeld voor kleinschalige horeca.
25 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Voorzieningenstructuur Beesd: Kulturhus Binnenkort zal de bouw van het Kulturhus aan de Jeugdlaan in Beesd starten. Het Kulturhus staat in nauwe samenwerking met de naastgelegen twee basisscholen en bibliotheek. Binnen het Kulturhus Beesd komen ruimten voor een sportzaal (geschikt voor wedstrijdsport), kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Daarnaast krijgt dit gebouw ook een multifunctionele ruimte.
Buitengebied en landschap Het landschappelijk raamwerk vormt één van de kernkwaliteiten van de gemeente Geldermalsen. Het karakteristieke rivierenlandschap biedt uitstekende mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteit te versterken en te benutten voor verschillende functies. Mede op basis van de twee Nationale Landschappen binnen de gemeentegrenzen heeft Geldermalsen een actief beleid als het gaat om het buitengebied en het landschap.
De Nationale Landschappen als basis: NHW en Rivierenland De gemeente Geldermalsen kent twee nationale landschappen binnen haar gemeentegrenzen: de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en Rivierenland1 . Dit geeft de gemeente haar kenmerkende, landschappelijke kwaliteiten en vormt het kader waarbinnen veel landschappelijke projecten ontwikkeld (en gefinancierd) kunnen worden. Binnen het project NHW zijn de volgende projecten van belang voor de gemeente Geldermalsen: 1. Fort Asperen: Volledige restauratie van het fort en herontwikkeling tot kunsteiland met een taveerne en een kunstrestaurant; 2. Diefdijk: de 13e-eeuwse dwarsdijk moet waterstaatkundig verbeterd worden en wordt gecombineerd met verbetering van langzaam verkeer, meer kansen voor natte natuur, het beter zichtbaar maken van de hoofdverdedigingslijn en het herstel van de Stelling van Everdingen; 3. Lingekwartier/Lingeacces: er is inmiddels een toekomstvisie voor het gebied opgesteld om sturing te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. Naast de restauratie van de forten en een aantal NHW-objecten door provincie en het rijk, worden door de gemeente een aantal infrastructurele maatregelen genomen ten aanzien van bereikbaarheid van de forten, parkeren voor bezoekers en wandelpaden in de omgeving. Verder wordt nieuwe natuur gemaakt en komt er eventueel een nieuwe pontverbinding over de Linge.
Landschapsontwikkelingsplan met uitvoeringsprogramma Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) is opgesteld in samenwerking met de gemeenten Neerijnen en Lingewaal. Het plan omschrijft uitgebreid de landschappelijke kwaliteiten van de verschillende gebieden, inclusief een uitvoeringsprogramma. De belangrijkste uitgangspunten voor de gemeente Geldermalsen zijn: • Vergroten van de toegankelijkheid van landelijk gebied en de twee Nationale Landschappen binnen de gemeente; • Versterking van landschappelijke gebiedskwaliteiten, beleefbaarheid en afleesbaarheid van het cultuurhistorisch landschap; 1
De begrenzing van de Nationale Landschappen is weergegeven op de visiekaart. De begrenzing is overgenomen uit het provinciale besluit uit 2007.
Figuur 3.7: Zoekzones voor nieuwe landgoederen binnen de gemeentegrenzen Bron:
Land Goed voor Landschap, 2008
• Opzetten van vrijwilligersgroepen voor instandhouden van het landschap; • Draagvlakvergroting, kennisuitwisseling, communicatie, voorlichting, educatie en bewustwording voor natuur en landschap, cultuurhistorie, bewoningsgeschiedenis; • Versterking economische vitaliteit van het landschap door verschillende functies goed op elkaar af te stemmen. Hieraan gekoppeld zijn ruim 50 concrete projecten, gemakshalve verwijzen we naar het LOP zelf voor een volledig overzicht. De nadruk ligt op aanleg van recreatieve paden en routes, herstel van oude waterlopen en kades, aanleg van nieuwe groen-blauwe structuren en verbeteren van bebouwingsaanzichten.
Nieuwe landgoederen als interessante kans De gemeente Geldermalsen wil het oprichten van nieuwe landgoederen stimuleren. Landgoederen kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van de identiteit van het landschap en het verbeteren van de recreatieve potenties van het gebied. In 2008 heeft de gemeente de belangrijkste uitgangspunten voor het oprichten van nieuwe landgoederen vastgelegd in de nota Land Goed voor Landschap. Daarin zijn zoekzones voor landgoederen aangegeven, waarbij de nadruk ligt op de gebieden langs de Linge, de noordzijde van de A15 en het gebied tussen Geldermalsen en Culemborg. De nota beschrijft tevens de randvoorwaarden voor nieuwe landgoederen in de verschillende deelgebieden.
Waterplan Geldermalsen, Neerijnen en Lingewaal De drie gemeenten hebben samen met het Waterschap Rivierenland een plan opgesteld om de wateropgaven in het gebied in beeld te brengen en een visie te formuleren op het toekomstige watersysteem. De visie gaat uit van: 1. Het watersysteem op orde door het realiseren van voldoende waterberging en waterkeringen, rekening houden met de chemische en ecologische kwaliteit van het water en een goede organisatie in de waterketen; 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
27
2. Water en haar omgeving. Er wordt voldoende ruimte voor water gereserveerd, nieuwe ontwikkeling worden ‘waterneutraal’ gerealiseerd en de waarde van het water wordt benut voor bijvoorbeeld recreatie en cultuurhistorie; 3. Beleving van water. Water wordt benut om een extra impuls te geven aan de leefomgeving en draagt bij aan bewustwording over het belang van water. Vooralsnog zijn er geen concrete ambities geformuleerd voor de gemeente Geldermalsen. Ten opzichte van de vorige structuurvisie zijn de zoekgebieden voor waterberging in ieder geval vervallen.
29 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
31
Ruimtelijke hoofdstructuur 2015 In het vorige hoofdstuk zijn de bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie beschreven. In dit hoofdstuk bundelen we dit in een integraal kaartbeeld, waarbij we tevens aangeven waar de belangrijkste wijzigingen plaatsvinden ten opzichte van de structuurvisie uit 1999 en de bijbehorende actualisatie uit 2005.
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van Wikken & Wegen (2005) In het voorgaande hoofdstuk zijn de bouwstenen voor deze structuurvisie beschreven. In beginsel leiden alle nieuwe beleidsdocumenten, die tussen 2005 en 2009 zijn vastgesteld, tot wijzigingen van de structuurvisie. We beperken ons hier tot de belangrijkste ruimtelijke wijzigingen ten opzichte van de structuurvisie in 2005: • Het nieuwe mobiliteitsplan geeft verder richting aan de ambities. De majeure projecten (Randweg, 2e Lingebrug, Rijksstraatweg) zijn verder geconcretiseerd ten opzichte van 2005; • De verbreding van de A2 is opgenomen op de kaart; • De begrenzing van de Nationale Landschappen Rivierenland en Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn aangegeven conform het Streekplan; • De Nieuwe Hollandse Waterlinie staat nu in het middelpunt van de belangstelling: de restauratie van Fort Asperen en de aanpak van het gebied Diefdijk zijn aangegeven op de plankaart; • De zoekzones voor nieuwe landgoederen zijn opgenomen conform de nota Land Goed voor Landschap; • De zoekgebieden voor waterberging zijn in deze nieuwe structuurvisie vervallen; • Ook de ontwikkeling van NL.C. is komen te vervallen; • Het nieuwe ontwikkelingsperspectief voor het Deilse Kwadrant faciliteert overigens wel nieuwe ontwikkelingen, deze mogelijkheid is indicatief aangegeven op de kaart; • De realisatie van het woonbeleid (KWP2) verloopt trager dan verwacht, desondanks zijn de ambities uit de vorige structuurvisie onveranderd opgenomen; • De woningbouwlocaties De Plantage in Geldermalsen/Meteren en Garstkampen in Beesd zijn volgens de huidige inzichten op de kaart opgenomen. Dat geldt ook voor de plannen rondom het stationgebied en het centrum van Geldermalsen; • Ook de impuls vanuit het langetermijn perspectief voor de kern Rhenoy is schematisch aangegeven.
Integraal kaartbeeld structuurvisie 2009-2015 Gemeente Geldermalsen Actualisering structuurvisiekaart 2005-2015
33 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
35
Uitvoeringsparagraaf voor de structuurvisie In dit hoofdstuk schetsen wij de realisatiestrategie, conform artikel 2.1 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarin staat omschreven dat de structuurvisie moet ingaan op de wijze waarop de gemeente de voorgenomen ontwikkelingen en ambities daadwerkelijk wil verwezenlijken.
Uitvoeringsparagraaf: basis voor toepassing grondbeleid- en ro instrumentarium Een structuurvisie kan enerzijds gebruikt worden als grondslag voor de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Anderzijds geeft de structuurvisie de gemeente ook bevoegdheden op grond van de Wro, paragraaf grondexploitatie, met betrekking tot de verevening van bovenplanse kosten bij particuliere grondexploitatie (zelfrealisatie). In een exploitatieovereenkomst met een grondeigenaar kunnen alleen bepalingen worden opgenomen over verhaal van bovenplanse kosten (in de vorm van een financiele bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen danwel door middel van een fondsbijdrage in een exploitatieplan) als daarvoor een basis ligt in een vastgestelde structuurvisie.
Structuurvisie legt stedelijk, ruimtelijk kader vast Deze structuurvisie vormt het stedelijk ruimtelijk kader voor de gemeente Geldermalsen voor de periode tot 2015, waarin het ruimtelijke programma (ontwikkelingen en ambities) voor de korte en lange termijn in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin is opgenomen. Het dient als opmaat voor nieuwe bestemmingsplannen, waarbij het belangrijk is om de stedelijke programma’s te bewaken en te beheren. De structuurvisie is echter geen blauwdruk. De ontwikkeling van iedere gemeente, stad of dorp, zo ook Geldermalsen, is een dynamisch ontwikkelingsproces. De gemeente moet bij de uitvoering voortdurend afwegingen maken tussen het gewenste programma, de ruimtelijke mogelijkheden, de marktconformiteit en de financiële haalbaarheid. De consequenties van het maken van nieuwe keuzes zullen steeds integraal moeten worden onderzocht en daarna worden verwerkt in de totale ruimtelijke strategie voor de gemeente.
Op basis van structuurvisie kan gemeente regie voeren Het begrip regie past de gemeente goed. Regie is nodig om het publieke (algemene) belang te dienen en om private en publieke belangen bij elkaar te brengen. De rol van de gemeente verschilt per gebiedsontwikkeling, per project. Soms is de gemeente initiatiefnemer en kartrekker. Dan weer neemt de gemeente deel in een particulier initiatief of laat ze de ontwikkeling in private handen. In alle gevallen zal de gemeente kaders stellen aan de hand van de structuurvisie. Per project wordt een ontwikkelingstrategie gekozen die aansluit bij de projectkenmerken en de maatschappelijke en financiële ambities. Deze ontwikkelstrategie beschrijft hoe de gemeente haar samenwerking inricht, welke samenhangende inzet van het grondbeleidinstrumentarium zij daarbij kiest en wat de financiële kaders zijn. Daarbij wordt aangesloten bij het beleid dat de gemeente Geldermalsen
heeft vastgelegd in de Nota Grondbeleid. Uitgangspunt in de Nota is dat de gemeente bij de uitvoering van de ruimtelijke doelstellingen haar regierol zoveel mogelijk invult via actief grondbeleid. Daar waar mogelijk en noodzakelijk wordt gebruik gemaakt van facilitair grondbeleid (faciliteren van grondeigenaren ten behoeve van zelfrealisatie, zoals het initiatief van ‘nieuwe landgoederen’). De gemeente zal daarbij alle beschikbare instrumenten inzetten om de doelen uit de structuurvisie te realiseren. Deze instrumenten betreffen het vastleggen van het ruimtelijk beleid (via bestemmingsplan en projectbesluit), de uitvoering van het grondbeleid (inzet voorkeursrecht gemeenten en onteigening) en toepassing van de paragraaf grondexploitatie uit de Wet ruimtelijke ordening (via het sluiten van een anterieure overeenkomst en opstellen van een exploitatieplan)
Kostenvragers versus kostendragers Voor projecten, zoals het Centrumplan, Stationsomgeving en de mobiliteitsprojecten is geld nodig. Behalve deze ‘kostenvragers’ zijn er ook ‘kostendragers’. Opbrengsten kunnen gevonden worden door waarde te creëren in gebieden, bijvoorbeeld door nieuwe woningbouw, commerciële voorzieningen of bedrijventerrein (projecten De Plantage, Garstkampen en Hondsgemet). Het koppelen van verschillende doelen aan een project biedt meer kansen op realisatie. Ook tussen projecten zijn koppelingen mogelijk (verevening). De winst die op de ene plek wordt gemaakt kan worden gebruikt voor een project in een ander gebied. De gemeente zal verevening gebruiken om de doelen uit deze structuurvisie te realiseren, hetzij via haar eigen grondexploitaties (via reserve grondbedrijf als vereveningsfonds) hetzij via kostenverevening op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, paragraaf grondexploitatie (via anterieure overeenkomsten danwel via het exploitatieplan). Daarnaast wordt gestreefd naar het benutten van subsidies voor bijvoorbeeld infrastructuur, woningbouw, natuurontwikkeling, waterplannen, duurzaamheid, herstructurering (woongebieden en bedrijventerreinen). De gemeente streeft bij het realiseren van de doelstellingen uit de structuurvisie in principe naar een optimaal financieel resultaat (tenminste budgettair neutraal). Op basis van een haalbaarheidstoets (business case) en gebiedsexploitatie, kunnen de bandbreedtes van een project worden 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
37
bepaald en kan de financieel economische uitvoerbaarheid van het project worden vastgesteld. Hierbij worden grondeigenaren, marktpartijen (ontwikkelaars, beleggers en corporaties) natuurorganisaties en andere (semi) publieke organen uitgedaagd om in de gemeente Geldermalsen te investeren en innovatief te zijn op het gebied van financiering en subsidies.
Constructieve samenwerking met partijen als uitgangspunt Met het in werking treden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (per 1 juli 2008) heeft het gemeentelijk beleidsinstrumentarium aan kracht gewonnen. Indien de gemeente de grond waarop de ruimtelijke ontwikkeling gaat plaatsvinden niet kan/wil kopen, zal de eigenaar zelf de grond in exploitatie (kunnen) nemen. De gemeente zal overeenkomstig de doelstelling van de nieuwe Wro, bij de planontwikkeling en planrealisatie eerst samenwerking zoeken met de grondeigenaar of marktpartij. Het belang van de gemeente in die samenwerking is enerzijds gericht op het realiseren van de doelstellingen uit de structuurvisie, anderzijds op het verhaal van kosten op degene die daar vanuit zijn grondpositie de ontwikkeling zelf ter hand neemt en realiseert (via een exploitatiebijdrage). De gemeente staat, sinds de introductie van het exploitatieplan in de nieuwe Wro, sterker in de onderhandelingen met de grondeigenaar. De mogelijkheid bestaat om zaken waaraan vanuit de publieke taak veel belang wordt gehecht af te dwingen via de bouwvergunning. Het gaat dan over het betalen van een exploitatiebijdrage en het stellen van locatieeisen ten aanzien van woningbouwcategorieën (sociale huur- en sociale koopwoningen en kavels voor particulier opdrachtgeverschap), branchering van detailhandel en eisen aan de inrichting van openbare ruimten en nutsvoorzieningen.
Onderscheid in vier soorten kosten Voor een efficiënte en rechtmatige uitvoeringsstrategie bij de structuurvisie is het van belang dat er aanwijzingen worden gegeven over hoe het kostenverhaal bij particuliere grondexploitatie in de gemeente Geldermalsen is en nog zal worden geregeld. Daarom wordt – in aansluiting op de terminologie binnen de Wro – onderscheid gemaakt tussen: a. kosten van bovenwijkse voorzieningen; b. binnenplanse verevening van kosten; c. financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen (minnelijke bovenplanse verevening); d. bovenplanse verevening van kosten (afdwingbaar via een fondsbijdrage in een exploitatieplan). De wettelijke mogelijkheid om bovenplans kostenverhaal (genoemd onder c en d) op particuliere grondeigenaren te kunnen en mogen plegen is opgenomen in de artikelen 6.24 lid 1a en 6.13 lid 7 Wro, waarbij de vaststelling van en koppeling aan een structuurvisie als voorwaarde is gesteld. De aanwijzingen in deze uitvoeringstrategie bij de structuurvisie beperken zich tot datgene wat volgens huidige inzichten minimaal in de visie moet worden opgenomen, met als doel om vanaf de vaststelling van de structuurvisie een basis te leggen voor een efficiënt en rechtmatig kostenverhaal. Hieronder wordt een toelichting gegeven op de verschillende mogelijkheden van kostenverhaal en de uitwerking daarvan in een nader op te stellen Nota Ruimtelijke Fondsen (voor bovenwijkse en bovenplanse kosten en voorzieningen).
a. Kosten van bovenwijkse voorzieningen (art. 6.13 lid 6) De Wro maakt het mogelijk om kosten in verband met werken, werkzaamheden en maatregelen waarvan een bepaald exploitatiegebied profijt heeft (de bovenwijkse voorzieningen), toe te rekenen aan dat exploitatiegebied. Daarvoor is nodig dat wordt aangetoond dat het exploitatiegebied profijt heeft van die voorzieningen. Tevens moet worden aangetoond dat de voorzieningen toerekenbaar zijn aan het exploitatiegebied (causaliteit). Tenslotte moet worden aangegeven in welke mate de kosten van de voorzieningen ten laste kunnen worden gebracht van het exploitatiegebied (proportionaliteitsbeginsel). Hoewel de wet op dit punt geen verdere eisen stelt, wordt aangenomen dat een transparante onderbouwing van de doorbelasting van kosten van bovenwijkse voorzieningen in de praktijk noodzakelijk is om dit kostenverhaal in anterieure overeenkomsten en exploitatieplannen gestalte te geven. Als instrument wordt daarvoor in Geldermalsen ingezet op de ‘Nota Ruimtelijke Fondsen’. In deze Nota zal zowel de voeding van het Fonds voor bovenwijkse kosten (proportionele toedeling) als de bestedingen vanuit dat fonds in een meerjarenperspectief inzichtelijk worden gemaakt. Deze Nota kan jaarlijks worden geactualiseerd. Onder andere essentiële infrastructuur- en mobiliteitsprojecten in Geldermalsen zullen hierin worden opgenomen met toedeling.
b. Binnenplanse verevening van kosten Het is gebruikelijk om binnen een exploitatiegebied kosten over te bebouwen percelen om te slaan volgens een methode waarbij rekening wordt gehouden met de opbrengstpotentie van die percelen (binnenplanse verevening van kosten en opbrengsten). In de nieuwe Wro, paragraaf grondexploitatie, is dit omslagstelsel overgenomen. Op basis van een exploitatieplan kunnen kosten uit de kostensoortenlijst (art. 6.2.4 Bro) afdwingbaar worden verhaald. De structuurvisie hoeft op dit punt geen voorwaarden te formuleren om deze methodiek te kunnen continueren. In exploitatieplannen wordt binnenplanse verevening toegepast, die in de exploitatiebijdrage tot uitdrukking komt. Ook in de anterieure overeenkomsten wordt hier gebruik van gemaakt.
39 410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
c. Financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen (art. 6.24 lid 1a) De Wro biedt de mogelijkheid om naast de exploitatiebijdrage, in een exploitatie-overeenkomst met een particuliere exploitant, een afzonderlijke financiële bijdrage met de gemeente overeen te komen. Deze extra bijdrage ‘aan de ruimtelijke ontwikkeling’ van de gemeente wordt gebaseerd op ruimtelijke ontwikkelingen die in de structuurvisie zijn beschreven. Als voorbeelden kunnen worden genoemd ontwikkelingen en investeringen in natuur, recreatie en landschap, waterberging, gebiedsontwikkelingen ‘rood voor groen’ en ‘rood voor rood’ (bijvoorbeeld herstructurering en binnenstedelijke vernieuwing). Ook kan gedacht worden aan maatschappelijke belangrijke functies zoals de realisatie van onderwijs- en cultuurvoorzieningen. Als uitvoeringsinstrument wordt daarvoor in Geldermalsen de Nota Ruimtelijke Fondsen gebruikt. In deze Nota zal zowel de benoeming als de onderbouwing van de financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt. Deze Nota kan jaarlijks worden geactualiseerd. Op basis van de structuurvisie is een eerste inventarisatie gemaakt welke gebiedsontwikkelingen c.q. projecten een financiële bijdrage zouden kunnen leveren aan ruimtelijke ontwikkelingen in Geldermalsen. Hieronder zijn de projecten benoemd die in aanmerking komen voor de afdracht van een financiële bijdrage ten gunste van ruimtelijke ontwikkelingen: 1. D e gebiedsontwikkeling ‘De Plantage’ ten gunste van projecten ‘Centrumplan’; 2. De gebiedsontwikkelingen ‘De Plantage’, ‘De Garstkampen’, de locatieontwikkeling van het ‘Story-terrein’ in Rhenoy ten gunste van de uitvoering van het landschapsontwikkelingsplan; 3. De gebiedsontwikkeling ‘De Plantage’ ten gunste van de bouw van het Multifunctionele Centrum in de zogenaamde ‘Stedelijke Schakelzone’; 4. De gebiedsontwikkeling ‘De Garstkampen’ ten gunste van de realisatie van het ‘Kulturhus’ in Beesd; 5. De gebiedsontwikkelingen ‘De Plantage’, ‘De Garstkampen’, de locatieontwikkeling van het ‘Story-terrein’ in Rhenoy ten gunste van de ontwikkelingen in het Lingekwartier. De concrete uitwerking en onderbouwing van de financiële bijdragen zullen worden opgenomen de Nota Ruimtelijke Fondsen.
d. Bovenplanse verevening van kosten (art. 6.13 lid 7) Deze bovenplanse verevening is gericht op een bijdrage vanuit exploitatiegebieden met een exploitatieoverschot naar andere exploitatiegebieden met een exploitatietekort. Hiervoor is de structuurvisie van belang. De Wro bepaalt dat bovenplanse kosten in meerdere exploitatiegebieden kunnen worden doorbelast in de vorm van een fondsbijdrage. Dit kan alleen indien er voor die gebieden een structuurvisie is vastgesteld die aanwijzingen geeft over de bestedingen die ten laste van het fonds kunnen komen. In de structuurvisie moet een basis zijn gelegd voor bovenplanse verevening door benoeming van ruimtelijke ontwikkelingen met een functionele en ruimtelijke samenhang. Algemeen wordt aangenomen dat op basis van de huidige Wro bovenplanse verevening slechts kan plaatsvinden als ook voldaan wordt aan
de drie criteria: profijt, causaliteit en proportionaliteit. Uitwerking van deze bovenplanse vereveningsmogelijkheid kan plaatsvinden via de Nota Ruimtelijke Fondsen. In deze Nota zal zowel de voeding van het Fonds voor bovenplanse kosten en voorzieningen (in de vorm van een fondsbijdrage) als de bestedingen vanuit dat fonds in een meerjarenperspectief inzichtelijk worden gemaakt. Deze Nota kan jaarlijks worden geactualiseerd. Op basis van deze structuurvisie zijn geen gebiedsontwikkelingen en/of projecten te benoemen die in aanmerking komen voor een bovenplanse verevening ex art. 6.13 lid 7 Wro. Er zijn geen projecten aan te wijzen die enerzijds voldoen aan de wettelijke eis van functionele en ruimtelijke samenhang als voldoen aan de criteria ‘profijt’, ‘causaliteit’ en ‘proportionaliteit. Mochten deze wettelijke vereisten in de toekomst wijzigen dan kan een heroverweging plaatsvinden. In de Nota Ruimtelijke Fondsen kan dan een bovenplanse vereveningsmogelijkheid worden benoemd.
Actualisering Uitvoeringsstrategie De uitvoering van de structuurvisie is een dynamisch proces. Een proces waar de gemeente Geldermalsen tot 2015 actief mee aan de slag is. In die periode zal de gemeente telkens afwegingen maken tussen het gedefinieerde programma, de ruimtelijke mogelijkheden, de marktconformiteit en de financiële haalbaarheid. De consequenties van het maken van nieuwe keuzes zullen steeds integraal moeten worden onderzocht en daarna worden verwerkt in de totale ruimtelijke ontwikkelingsstrategie. Voorgesteld wordt in het laatste jaar van elke collegeperiode de stand van zaken van de structuurvisie te evalueren. Deze evaluatie moet informatie bevatten over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid die onmisbaar zijn voor de verdere ontwikkeling van het beleid in de volgende collegeperiode. Het is van belang dat het uitvoeringsprogramma en de uitvoeringstrategie is verankerd in de meerjarenplanning van de gemeente. In deze meerjarenplanning is het mogelijk om per raadsperiode andere accenten te leggen. In het volgende schema zijn de sturingsmomenten van de raad en het college samengevat.
Tabel 5.1: Sturingsmomenten raad en college
Wanneer
Wat
Sturing op
1x per raadsperiode Nota Grondbeleid (aan het begin)
Evaluatie en vaststelling nota’s
1x per raadsperiode Nota Ruimtelijke fondsen (aan het begin)
Evaluatie en vaststelling nota’s
1x per raadsperiode Evaluatie uitvoeringsprogramma (aan het einde) structuurvisie
Actualisatie en vaststellen beleidskader/kader grondbeleid
Indien nodig
Indien wenselijk
(partiële) herziening structuurvisie
Jaarlijks Actualisatie beleid en uitvoeringsstrategie + actualisatie Fonds Ruimtelijke Fondsen
410/DG/AA/MvH P06809 Structuurvisie Geldermalsen
Actualisatie door opnemen nieuw beleid en aanpas sing Nota Ruimtelijke Fondsen
41
Colofon Inbo Geeresteinselaan 57 Postbus 57 3930 EB Woudenberg T +31 (0)33 286 81 50 F +31 (0)33 286 34 14
[email protected] www.inbo.com Project P06809 - Structuurvisie Geldermalsen Opdrachtgever Gemeente Geldermalsen Dhr. D. Boogerd Postbus 112 4190 CC GELDERMALSEN Datum 21 oktober 2009 Referentie 410/DG/AA/MvH P06809 Status Definitief Projectteam drs. Marco van Hoek mr. Arnoud Ashouwer MCD ir. Dennis Gudden
www.inbo.com