Die Marke für Meister.
Leg- en onderhoudsinstructies
Lamelparket | Fineervloeren | Kurkvloeren | Linoleumvloeren | Laminaatvloeren | Lijsten | Onderhoud en toebehoren
LEG- & ONDERHOUDSINSTRUCTIES
“MEISTER - Het merk voor professionals en voor iedereen die houdt van perfectie.”
2008
2
Leg- en onderhoudsinstructies
6 Voorbereiden van de vloer Ondergrond van de te leggen vloer
Leginstructie voor lamelparket
6 7
8 Algemene aanwijzingen Montage
8 9
Leginstructie voor fineer-, kurk-, linoleumen laminaatvloeren
14
Algemene aanwijzingen Montage
14 15
Lijsten en toebehoren
16 Vloerprofielen Wandafwerkingsprofielen Reinigings- en onderhoudsinstructies
Plaatsing op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming
16 18 19
26 Lamelparket Fineervloeren Kurkvloeren Linoleumvloeren Laminaatvloeren
26 27 28 29 30
Complete verlijming van lamelparket
31
Garantievoorwaarden
32 3
2008
Kwaliteit begint al bij het leggen.
2008
4
U hebt kwaliteit ‘made in Germany’ gekocht. MEISTER-kwaliteit heeft voor ons niet alleen betrekking op de duurzaamheid van uw vloer. Zij wordt al zichtbaar tijdens het leggen. Wij voorzien al onze vloeren van een tussenlaag van extreem vormbestendige HDF. En wij gebruiken een bijzondere klikverbinding die werkt met aandrukkracht. Dit zorgt voor
een optimale precisie – en dat merkt u bij het leggen. MEISTERvloeren kunnen bijzonder eenvoudig en comfortabel worden gelegd. Daarom zweren veel handwerkslieden bij producten van MEISTER. In deze leg- en onderhoudsinstructie vindt u veel informatie over de omgang met uw MEISTER-product.
5
2008
Leg- en onderhoudsinstructies
Voorbereiden van de vloer Voor het openen moeten de pakketten acclimatiseren. Laat de ongeopende vloerpakketten daarom 48 uur (in de winter ca. 4-5 dagen) liggen in de ruimte waarin de vloer wordt gelegd. Zorg ervoor dat de pakketten in het midden van de ruimte liggen en niet vóór vochtige of kort tevoren van nieuw behang voorziene wanden. Voordat u de vloer gaat leggen, moeten ramen en buitendeuren gemonteerd zijn en moet al het schilderwerk klaar zijn.
Toegekend aan alle MEISTER-vloeren
Lid van de bond van Duitse kurkproducenten (“Kork-Verband e.V.”)
Lid van de bond van Europese laminaatvloerfabrikanten
Lid van de federatie van de Europese parketindustrie
2008
6
De kamertemperatuur moet ca. 20°C (minstens 15°C) bedragen, bij een relatieve luchtvochtigheid van ca. 50-60%. Mocht u een aanzienlijk lagere luchtvochtigheid vaststellen of verwachten, dient u een luchtbevochtiger (verdampingstoestel) te gebruiken om extreme uitdroging van de MEISTER-vloer te voorkomen. Bij lamelparket-, fineer-, kurk- en linoleumvloeren gaat het om een natuurproduct. Daarom zijn eventuele verschillen in kleur en structuur een teken van echtheid. Controleer de lamellen vóór het leggen bij daglicht op zichtbare gebreken of beschadigingen alsook op de juiste kleur en structuur. Over reeds gelegde lamellen kan achteraf geen klacht worden ingediend! Gebruik alleen de speciale MEISTERCOLL-lijm. Klachten worden niet geaccepteerd als de vloer niet met lijm van MEISTER is gelegd. Bij lamelparket Tritec 2.5 Tala watervaste houtlijm D3 gebruiken. Om de vloer tegen vuil te beschermen moet er bij de deur altijd worden gezorgd voor een voldoende ruime schoonloopzone (bijv. matten of lopers). Verder moeten stoel- en meubelpoten van beschermviltjes worden voorzien. Kantoorstoelen, rolcontainers e.d. met zwenkwieltjes moeten beschikken over een zacht, standaard loopvlak. Belangrijk bij linoleumvloeren: Droogkamerfilm: linoleum is een product uit natuurlijke grondstoffen. De voor linoleum
typische verhouding tussen hardheid en elasticiteit komt tot stand in de droogkamer. Tijdens de droging ontstaat er op het oppervlak een lichte “geeltint” – de droogkamerfilm. Deze verdwijnt onder invloed van ultraviolet licht (zonlicht). De duur van dit proces is afhankelijk van de lichtintensiteit. Pas na het verdwijnen van deze geeltint ontwikkelt de vloer zijn originele kleur. Dit effect is onvermijdelijk en is toe te schrijven aan de natuurlijke bestanddelen. Bij lichte linoleumvloeren is dit effect duidelijker zichtbaar dan bij donkere. Let op! Bij onze „Silence“-collecties en bij kurk- en linoleumvloeren is de dempende onderlaag reeds geïntegreerd. Wat betreft de legrichting wordt meestal aanbevolen de lamellen in de lengterichting ten opzichte van de lichtinval te leggen. Bij smalle resp. lange ruimten moet de legrichting worden aangepast aan de ruimtelijke verhoudingen. Zo maakt een smalle ruimte bijvoorbeeld een bredere indruk als de lamellen overdwars worden gelegd.
Ondergrond van de te leggen vloer De ondergrond van de te leggen vloer moet voor montage geschikt zijn in overeenstemming met de algemeen erkende regels van het vak en conform de voorschriften van de Duitse aanbestedingsverordening voor de bouw (VOB), deel C, DIN 18356 “Parketwerkzaamheden”. De ondergrond moet vooral droog, vlak, hard en schoon zijn. Volgens de CM-Methode mag de restvochtigheid bij een minerale ondergrond max. 2 procent en bij anhydriet-estrik maximaal 0,5 procent zijn. Oneffenheden van 3 mm of meer per eerste m1 en van 2 mm of meer per volgende strekkende meter moeten worden geëgaliseerd conform
DIN 18 202, Tabel 3, regel 4. Op elke minerale ondergrond (met uitzondering van gietasfaltestrik), moet kuipvormig een 0,2 mm dikke PE-folie als vochtbarrière worden gelegd. Hier moeten de randen elkaar minstens 20 cm overlappen en daarna worden vastgeplakt. Bij plaatsing in ruimtes zonder kelder en ondergronden, moet volgens de geldige voorwaarden van de hoogbouw, de vloerplaat tegen vochtigheid uit de grond beschermd zijn volgens VOB om vochtbeschadigingen te vermijden. U kunt MEISTER-vloeren op een verschillende ondergrond, zoals bijv. PVC-, linoleum- of
stenen vloeren leggen, als deze ondergrond ten minste stevig is verlijmd, nergens is losgeraakt en er geen sprake is van vloerverwarming. Op dergelijke ondergronden moet echter wel eerst een folie als tussenlaag worden aangebracht. Vloerbedekking van textiel, zoals bijv. tapijt, naaldvlies enz., moet niet alleen om technische maar ook om hygiënische redenen worden verwijderd. Vraag uw vakhandelaar naar de speciale legrichtlijnen voor de plaatsing op warmwatervloerverwarming (zie pagina 26 – 30).
Fineervloer Avenir | Santos-palissander | levendig | 1-strook | gelakt
7
2008
Leginstructie LAMELPARKET Tritec 2.5 Tala met Uniclic-techniek aan de lange zijde
Voor het leggen van de vloer hebt u de volgende gereedschappen en materialen nodig: | | | | | | | |
A1
hamer decoupeerzaag of elektrische zaag evt. boormachine duimstok potlood MEISTER-slagblokje wiggen aanslagijzer
Algemene aanwijzingen: Wij bieden u twee verschillende productvarianten aan: A) Als kamerbrede lamel zonder kop/kantbewerking, die met een extra lengte van 5 cm wordt geproduceerd en door u op de juiste kamerbreedte moet worden ingekort. B) Als systeemlamel in de lengte 300, 335 en 365 cm, die aan de kopse kant beschikt over een tand-groef verbinding. Met deze uitvoeringsvorm is een doorlopende montage mogelijk, die echter wel aan de kopse kanten moet worden verlijmd. Breng de lijm daarbij gelijkmatig aan op het onderste vlak van de groef (afb. B). Zorg er a.u.b. voor dat er geen lijm op de bovenlaag terechtkomt. Verwijder omhoog geperste lijm onmiddellijk met een enigszins vochtige, schone doek.
A2
We adviseren u om de vloer met 2 personen te leggen. De vloer kan zwevend worden gelegd. De klikverbinding aan de lange zijde zorgt voor een snelle en veilige plaatsing. Bovendien is zij een waardevolle plaatsingshulp, want op deze manier komen de lamellen vanzelf in de juiste stand ten opzichte van elkaar. Til daarbij de lamel licht op en draai hem heel eenvoudig met de tand in de groef van de reeds gelegde lamel (afb. A).
A3
Zwevend gelegd kant-en-klaar parket dient in tand en groef te worden verlijmd vooral bij projectgebruik, in grote ruimten, op plaats-
2008
8
| winkel- of zwaaihaak | evt. MEISTER-Silence 25 DB resp. MEISTER-Duo-Guard of | evt. MEISTER-schuimfolie | evt. PE-folie 0,2 mm | evt. watervaste houtlijm D3
en waar de vloer zwaar belast wordt en bij het leggen op vloeren met vloerverwarming (warmwater-vloerconstructie). Breng de lijm ook in dit geval gelijkmatig aan op het onderste vlak van de groef (afb. B). Zorg ervoor dat er geen lijm op de bovenlaag terechtkomt. Verwijder omhoog geperste lijm onmiddellijk met een enigszins vochtige, schone doek. Als het totale vloeroppervlak langer dan 10 meter of breder dan 8 meter is, moet de vloer beslist worden voorzien van een uitzetvoeg. Dek deze af met een overgangsprofiel. Zulke voegen moeten ook worden gebruikt tussen twee aan elkaar grenzende ruimten, in deurdoorgangen, open doorgangen en in kamers met veel hoeken en nissen. Gebruik beslist een aanpassings- en afsluitprofiel voor fraaie overgangen bij aangrenzende, lagere oppervlakken resp. vloeren, of voor afsluitingen tegen hoger liggende aangrenzende drempels, tegels en dergelijke. Traptreden kunnen worden afgewerkt met een trapkantprofiel. Let er bij het leggen op dat er aan alle wanden een afstand van minstens 15 mm wordt aangehouden. Houd ook rekening met deze afstand bij alle zuilen, verwarmingsbuizen, stalen deurkozijnen e.d. Houten deurkozijnen kunnen zo nodig worden ingekort. Leg daarvoor een losse lamel met de bovenzijde naar beneden tegen het kozijn en zaag het kozijn langs de lamel af. Vermijd a.u.b. contact van de lijsten met alle siliconenproducten.
A
A
B
Plaatsing: Controleer a.u.b. eerst of er een onderlaag nodig is, zoals beschreven onder het punt “Voorbereiden van de vloer” (pag 6). Daarnaast kunt u als dempende onderlaag MEISTER schuimfolie, MEISTER kurkdemping, MEISTER-Silence 25 DB of MEISTER Duo-Guard gebruiken (bij het gebruik van MEISTERSilence 25 DB of MEISTER Duo-Guard is de 0,2 mm PE-folie overbodig). Let bij het afzagen van de lamellen op de kant waarop u werkt: houd de bovenzijde bij tafelzagen naar boven en bij decoupeer- of handcirkelzagen naar beneden. A) Plaatsing van kamerbrede lamellen Stap 1 Bij het leggen van kamerbrede lamellen kort u deze in tot de kamerbreedte verminderd met een afstand van 2 x 15 mm tot de wand. Van de eerste lamel moet u de tand aan de lange zijde afzagen, zodat de afstand tot de wand volgens de voorschriften kan worden aangehouden (afb. A1). Met behulp van afstandswiggen kunt u eenvoudig een afstand van 15 mm tot de wand aanhouden. Stap 2 Leg de lamel van de volgende rij met de tand op het klikprofiel van de voorafgaande rij, til de lamel licht op, steek de tand over de gehele lengte van de lamel in de groef en druk hem in een voorwaarts-neerwaartse draaibeweging langzaam naar beneden (afb. A2). De lamel moet daarbij in de eerder gelegde rij
vastklikken (afb. A3).
B1
Stap 3 Hierna kunt u volgens deze methode de overige rijen een voor een plaatsen. De laatste rij lamellen wordt zo op maat gezaagd dat er een afstand van minstens 15 mm tot de wand wordt aangehouden. Voor het invoegen van de laatste rij gebruikt u een stuk overgeschoten lamel waarop u de resterende breedte kunt aftekenen (afstand van minstens 15 mm tot de wand aanhouden). Plaats de laatste lamel met behulp van een aanslagijzer.
B2
Stap 4 Verwijder daarna de houten wiggen langs de wanden. B) Plaatsing van systeemlamellen Algemene aanwijzingen: Vanwege de verschillende lamelbreedtes moet vóór het leggen een legschema worden opgesteld om onnodig materiaalverlies (door verzaging) te voorkomen.
B3 Stap 1 Begin met het plaatsen van de eerste volledige lamel in de linkerhoek van de kamer met de tandzijden naar de wand gericht. Van de lamellen van de eerste rij moet u de tand aan de lange zijde afzagen, zodat de afstand tot de wand volgens de voorschriften kan worden aangehouden (afb. A1). Met behulp van afstandswiggen kunt u eenvoudig een afstand van 15 mm tot de wand aanhouden.
9
2008
Leginstructie LAMELPARKET Tritec 2.5 Tala
B4
Stap 2 Voeg de volgende volledige systeemlamel kops met hamer en slagblokje naadloos met de eerste lamel samen (afb. B1). Breng daarbij de lijm vooraf gelijkmatig aan op het onderste vlak van de groef (afb. B). Leg de overige lamellen van deze rij net zo over de gehele kamerbreedte. Plaats de laatste lamel met behulp van een aanslagijzer. Stap 3 Let erop dat de lamellen van de eerste rij in een rechte lijn zijn aangebracht. Zorg ervoor dat de afstand tussen de kopse voegen steeds minstens 40 cm bedraagt. Leg de lamel aansluitend tegen de eerste rij en druk de lamel in een voorwaarts-neerwaartse draaibeweging langzaam naar beneden (afb. B2). De lamel moet daarbij in de eerder gelegde rij vastklikken (afb. B3).
B5
Stap 4 De volgende volledige systeemlamel wordt zoals hiervoor beschreven eerst aan de lange zijde ingedraaid en nog vóór het laten zakken dicht tegen de voorafgaande lamel geschoven (afb. B4).
B6
Stap 5 Druk de lamel aansluitend in een voorwaartsneerwaartse draaibeweging langzaam naar beneden (afb. B5). De lamel moet daarbij in de eerder gelegde rij vastklikken. Stap 6 Voeg deze lamel kops met hamer en slagblokje naadloos met de voorafgaande lamel samen
2008
10
(afb. B6). Breng daarbij de lijm vooraf gelijkmatig aan op het onderste vlak van de groef (afb. B). Zo gaat u over de gehele breedte van de kamer te werk. Stap 7 Hierna kunt u volgens deze methode de overige rijen een voor een plaatsen. Let erop dat de afstand tussen de kopse voegen steeds minstens 40 cm bedraagt. De laatste lamellen van iedere rij worden zo op maat gezaagd dat er een afstand van minstens 15 mm tot de wand wordt aangehouden. Voor het invoegen van de laatste rij gebruikt u een stuk overgeschoten lamel waarop u de resterende breedte kunt aftekenen (afstand van minstens 15 mm tot de wand aanhouden). Plaats de laatste lamel met behulp van een aanslagijzer. Stap 8 Verwijder daarna de houten wiggen langs de wanden. Als u de vloer zonder verlijming hebt gelegd, kunt u deze na het leggen van de laatste lamellen direct betreden. U kunt nu de sokkelplinten aanbrengen. Controleer na het verlijmen van de parketvloer a.u.b. zorgvuldig of vooral de kopse voegen absoluut dicht en aaneengesloten zijn. Terwijl de lijm aansluitend 12 uur lang droogt, mag u de vloer niet betreden. Gebruik voor het verbergen van de omlopende uitzetvoegen MEISTER sokkelplinten of clipsplinten van houtfineer.
Attentie: let a.u.b. op de bijgevoegde, actuele leginstructies in het pakket.
Lamelparket Tritec 2.5 Tala | Eiken kerngerookt, geborsteld | rustiek | naturel geolied
11
2008
Leginstructie LAMELPARKET met Uniclic-techniek
1
Voor het leggen van de vloer hebt u de volgende gereedschappen en materialen nodig: | | | | | | | |
2
hamer decoupeerzaag of elektrische zaag evtl. boormachine duimstok potlood afstandswiggen MEISTER-slagblokje montagewiggen voor parket
Algemene aanwijzingen: Lamelparket kan zonder verlijming worden gelegd. Dankzij de klikverbinding kan snel en veilig worden gewerkt. Bovendien is zij een waardevolle plaatsingshulp, want op deze manier komen de lamellen vanzelf in de juiste stand ten opzichte van elkaar. De te plaatsen lamel wordt licht opgetild en eenvoudig met de tand in de groef tegen de reeds geplaatste lamel gedraaid (afb. A). Ter vereenvoudiging van het indraaien van de langsverbinding gebruikt u de MEISTERmontagewiggen voor parket (afb. B).
3
Zwevend gelegd kant-en-klaar parket dient in tand en groef te worden verlijmd vooral bij projectgebruik, in grote ruimten, op plaatsen waar de vloer zwaar belast wordt en bij het leggen op vloeren met warmwater-vloerverwarming. Breng de lijm ook in dit geval gelijkmatig dwars en langs aan op het tandvlak (afb. C). Zodra de uitgeperste lijm licht aangedroogd is (ca. 15 minuten), kunt u deze voorzichtig met een enigszins vochtige, schone doek verwijderen.
4
In wild verband gelegd lamelparket mag maximaal 10 m lang en 8 m breed zijn. Voor in visgraat-, blok- of strokenverband gelegde oppervlakken geldt een maximaal oppervlak van 6 x 6 m. Bij langere- of bredere oppervlakken is een uitzetvoeg absoluut noodzakelijk. Deze wordt afgedekt met een overgangsprofiel. Deze profielen moeten ook gebruikt worden tussen twee aan elkaar liggende ruimtes, ter hoogte van deuren en doorgangen en bij kamers met veel hoeken en nissen. Gebruik absoluut
2008
12
| aanslagijzer | winkelhaak of zwaaihaak | evt. MEISTER-Silence 25 DB resp. MEISTER-Duo-Guard of | evt. MEISTER-schuimfolie | evt. PE-folie 0,2 mm | evt. speciale MEISTERCOLL-lijm
een aanpassings- en afsluitprofiel voor fraaie aanpassingen aan aangrenzende lagere vlakken resp. vloerbedekkingen of afwerkingen bij hogere, aangrenzende drempels, tegels en dergelijke. Traptreden worden perfect afgewerkt met behulp van het trapkantprofiel. Let er bij het leggen op dat er aan alle wanden een afstand van minstens 10-15 mm wordt aangehouden. Houd ook rekening met deze afstand bij alle zuilen, verwarmingsbuizen, stalen deurkozijnen e.d. Houten deurkozijnen kunnen zonodig worden ingekort. Leg daarvoor een losse lamel met de bovenzijde naar beneden tegen het kozijn en zaag het kozijn langs de lamel af. Plaatsing: Controleer a.u.b. eerst of er een onderlaag nodig is, zoals beschreven onder het punt “Voorbereiden van de vloer” (pag. 6). Verder gebruikt u bij lamelparket zonder contactgeluidsisolatie als dempende onderlaag MEISTER schuimfolie, MEISTER kurkdemping, MEISTER-Silence 25 DB of MEISTER Duo-Guard (bij het gebruik van MEISTER-Silence 25 DB of MEISTER Duo-Guard is de 0,2 mm PE-folie overbodig). Let bij het afzagen van de lamellen op de kant waarop u werkt: houd de bovenzijde bij tafelzagen naar boven en bij decoupeer- of handcirkelzagen naar beneden.
A
B
5
C Bovenkant
Lijm
Optioneel | voor projectgebruik | voor ruimtes waar de vloer sterk wordt belast | voor warmwater-vloerverwarming
Stap 1 Begin met het plaatsen van de eerste volledige lamel in de linkerhoek van de kamer met de tandzijden naar de wand gericht. Van de eerste lamel moet u de tand aan de korte en lange zijde afzagen. Verwijder bij alle volgende lamellen die u in de eerste rij wilt leggen uitsluitend de tand van de lange zijde. Met behulp van afstandswiggen kunt u eenvoudig een afstand van 10-15 mm tot de wand aanhouden. Stap 2 Draai de volgende volledige lamel kops in de eerste lamel 1 (foto 1). Leg de overige lamellen van deze rij over de gehele breedte van de kamer. Stap 3 Let erop dat de lamellen van de eerste rij in een rechte lijn zijn aangebracht. Voor het plaatsen van de tweede rij verschuift u de MEISTER montagewiggen voor parket in een afstand van ca. 70–80 centimeter tegen de lange zijde van de eerste rij. Zaag de eerste lamel van de tweede rij afhankelijk van het type parket af op 40–80 centimeter. Aansluitend legt u de ingekorte lamel op de plaatsingshulp (foto 2). De volgende volledige lamel wordt kops in de vooraf op de MEISTER-montagewiggen voor parket gelegde lamel ingedraaid, waarbij er wederom MEISTER montagewiggen voor parket onder worden gelegd (foto 3). Zo gaat u over de gehele breedte van de kamer te werk. Stap 4 De volledige rij wordt nu dicht tegen de eerder gelegde rij aangedrukt resp. de tand wordt zo ver mogelijk in de groefzijde ingevoegd (foto 4).
Stap 5 Verwijder aansluitend de plaatsingshulp (foto 5) en druk, beginnend aan één kant, de volledige rij in een voorwaarts-neerwaartse draaibeweging langzaam naar beneden. Stap 6 De rij lamellen moet daarbij in de eerder gelegde rij vastklikken (foto 6). Stap 7 Mocht dit niet helemaal lukken, maak dan gebruik van het speciale MEISTER slagblokje om m.b.v. verscheidene lichte klopjes verdeeld over de lengte van de gehele lamel – een optimale verbinding tot stand te brengen (foto 7). Stap 8 Hierna kunt u volgens deze methode de overige rijen een voor een plaatsen (foto 8). Let erop dat de afstand tussen de kopse voegen steeds minstens 40 centimeter bedraagt (bij kort strokenparket minstens 15 centimeter). De laatste lamellen van iedere rij worden zo op maat gezaagd dat er een afstand van minstens 10–15 millimeter tot de wand wordt aangehouden. Voor het invoegen van de laatste rij gebruikt u een stuk overgeschoten lamel waarop u de resterende breedte kunt aantekenen (afstand van minstens 10–15 millimeter tot de wand aanhouden). Stap 9 Verwijder daarna de houten wiggen langs de wanden.
Attentie: let a.u.b. op de bijgevoegde, actuele leginstructies in het pakket.
6
7
8
13
2008
Leginstructie FINEER-, KURK-, LINOLEUM- EN LAMINAATVLOEREN met Uniclic-techniek
2
Voor het leggen van de vloer hebt u de volgende gereedschappen en materialen nodig:
1
| | | | | | | |
hamer decoupeerzaag of elektrische zaag evtl. boormachine duimstok potlood wiggen MEISTER montagewiggen aanslagijzer
3
Algemene aanwijzingen: MEISTER-laminaatvloeren zijn voorzien van een kantenimpregnering ter bescherming van de kanten tegen vochtigheid (alleen laminaatvloeren zonder afschuining). Bij dit procédé kan niet worden uitgesloten, dat deze impregnering minimaal op het oppervlak komt. Deze toestand leidt echter niet tot afbreuk van het totale product. Als u de vloer aansluitend met MEISTER-laminaatreiniger schoonmaakt, verwijdert u automatisch de resten.
4
De vloer wordt zwevend en zonder verlijming gelegd. Dankzij de klikverbinding kunt u snel en veilig werken. Bovendien is zij een waardevolle plaatsingshulp, want op deze manier komen de lamellen vanzelf in de juiste stand ten opzichte van elkaar. Til daarbij de lamel licht op en draai hem heel eenvoudig met de tand in de groef van de reeds gelegde lamel in (afb. A). Het indraaien van de langsverbinding gaat nog eenvoudiger bij gebruik van de MEISTER montagewiggen (afb. B). Als het totale vloeroppervlak langer of breder dan 8 meter is, moet de vloer beslist worden voorzien van een uitzetvoeg. Dek deze af met een overgangsprofiel. Belangrijk zijn deze voegen ook tussen twee aan elkaar grenzende ruimten, in deurdoorgangen, open doorgangen en in kamers met veel hoeken en nissen.
5
Gebruik beslist een aanpassings- en afsluitprofiel voor fraaie overgangen bij aangrenzende, lagere oppervlakken resp. vloeren, of voor afsluitingen bij hoger liggende aangrenzende
2008
14
| winkelhaak of zwaaihaak | evt. MEISTER-Silence 25 DB resp. MEISTER-Duo-Guard | evt. MEISTER-schuimfolie resp. MEISTER-kurkdemping | evt. PE-Folie 0,2 mm
drempels, tegels en dergelijke. Traptreden kunnen worden afgesloten met een trapkantprofiel. Let er bij het leggen op dat er aan alle wanden een afstand van minstens 10 millimeter wordt aangehouden. Houd ook rekening met deze afstand bij alle zuilen, verwarmingsbuizen, stalen deurkozijnen e.d. Houten deurkozijnen kunnen zo nodig worden ingekort. Leg daarvoor een losse lamel met de decorzijde naar beneden tegen het kozijn en zaag het kozijn langs de lamel af. Om de vloer te beschermen tegen krassen, dient u stoel- en meubelpoten te voorzien van beschermviltjes; kantoorstoelen, rolcontainers e.d. met zwenkwieltjes moeten beschikken over een zacht, standaard loopvlak. Plaatsing Controleer a.u.b. eerst of er een onderlaag nodig is, zoals beschreven onder het punt “Voorbereiden van de vloer” (pag. 6). Verder gebruikt u bij laminaatvloeren zonder contactgeluidsisolatie als dempende onderlaag MEISTER schuimfolie, MEISTER kurkdemping, MEISTER-Silence 25 DB of MEISTER Duo-Guard (bij het gebruik van MEISTER-Silence 25 DB of MEISTER Duo-Guard is de 0,2 mm PE-folie overbodig). Let bij het afzagen van de lamellen op de kant waarop u werkt: houd de decorzijde bij tafelzagen naar boven en bij decoupeer- of handcirkelzagen naar beneden.
A
B
6
Stap 1 Begin met het plaatsen van de eerste volledige lamel in de linkerhoek van de kamer met de tandzijden naar de wand gericht. Van de eerste lamel moet zowel aan de korte alsook aan de lange zijde de tand worden afgezaagd. Zaag van alle volgende lamellen die in de eerste rij worden geplaatst, uitsluitend de tand aan de lange zijde af (foto 1). Met behulp van afstandswiggen kunt u eenvoudig een afstand van 10 millimeter tot de wand aanhouden. Stap 2 Draai de volgende volledige lamel kops in de eerste lamel (foto 2). Leg de overige lamellen van deze rij net zo over de gehele kamerbreedte. Stap 3 Zorg ervoor dat de lamellen van de eerste rij in een rechte lijn worden aangebracht. Voor het plaatsen van de tweede rij legt u de MEISTER montagewiggen in een afstand van ca. 70-80 centimeter tegen de lange zijde van de eerste rij. Zaag de eerste lamel van de tweede rij af op ca. 80 centimeter (kurk- en linoleumvloeren ca. 60 centimeter). Aansluitend legt u de ingekorte lamel op de plaatsingshulp en schuift hem tegen rij 1 (foto 3). Stap 4 De volgende volledige lamel wordt kops in de vooraf op de MEISTER montagewiggen gelegde lamel ingedraaid, waarbij er wederom montagewiggen onder worden gelegd (foto 4). Stap 5 Nadat alle lamellen van een rij kops zijn ingedraaid, worden deze dicht tegen de eerder
gelegde rij aangedrukt (foto 5). Stap 6 Verwijder aansluitend de plaatsingshulp (foto 6) en druk, beginnend aan één kant, de volledige rij in een voorwaarts-neerwaartse draaibeweging langzaam naar beneden. Stap 7 De rij lamellen moet daarbij in de eerder gelegde rij vastklikken (foto 7). Stap 8 Hierna kunt u volgens deze methode de overige rijen een voor een plaatsen (foto 8). Let erop dat de afstand tussen de kopse voegen steeds minstens 40 centimeter bedraagt (bij kurk- en linoleumvloeren 30 cm). Stap 9 De laatste lamellen van iedere rij worden zo op maat gezaagd dat er een afstand van minstens 10 millimeter tot de wand wordt aangehouden (foto 9). Voor het invoegen van de laatste rij gebruikt u een stuk overgeschoten lamel waarop u de resterende lamelbreedte kunt aantekenen (afstand van minstens 10 millimeter tot de wand aanhouden). Na het leggen van de laatste lamel kunt u de vloer direct betreden en beginnen met het aanbrengen van de plinten. Stap 10 Verwijder aansluitend de houten wiggen langs de wanden. Gebruik voor het verbergen van de omlopende uitzetvoegen MEISTER sokkelplinten of clipsplinten met een qua kleur bijpassend decoroppervlak (foto 10). Vermijd a.u.b. contact van de lijsten met alle siliconenproducten.
Attentie: let a.u.b. op de bijgevoegde, actuele leginstructies in het pakket.
7
8
9
10
15
2008
LIJSTEN EN TOEBEHOREN Vloerprofielen
Indien het totale vloeroppervlak langer of breder dan 8 m is (bij parket gelden de voor het desbetreffende product opgegeven maximale waarden), moet de vloer worden voorzien van een extra uitzetvoeg. Deze wordt afgedekt met een overgangsprofiel. Deze profielen moeten ook gebruikt worden ter hoogte van deuren en
doorgangen en bij kamers met veel hoeken en nissen. Twee aangrenzende ruimtes moeten in het algemeen van elkaar worden gescheiden met behulp van een overgangsprofiel. Gebruik voor de aanpassing aan aangrenzende lagere vlakken of vloerbedekkingen het aanpassingsprofiel. Het afsluitprofiel is ideaal voor fraaie
afsluitingen tegen hoger liggende aangrenzende drempels, tegels of andere verhogingen. Traptreden waarop een MEISTER-vloer is gelegd, worden perfect afgewerkt met behulp van het trapkantprofiel.
Universele aanpassings-, afsluit en overgangsprofielen
Universeel aanpassingsprofiel Type 286 (6,5 tot 16 mm) Gebruik voor de aanpassing aan aangrenzende lagere vlakken of vloerbedekkingen aanpassingsprofielen (bijv. tapijt, PVC).
Universeel afsluitprofiel Type 287 B (6,5 tot 16 mm) Breed onderprofiel zorgt voor een betere bevestiging aan de ondergrond. Voor een fraaie afwerking bij hoger liggende aangrenzende drempels, tegels of andere verhogingen.
Universeel overgangsprofiel Type 288 B (6,5 tot 16 mm) Breed onderprofiel zorgt voor een betere bevestiging aan de ondergrond. Voor bewegingsvoegen: hoogteverschillen van max. 3 mm kunnen hiermee worden overbrugd.
Universeel overgangsprofiel »Flex« Type 888 (7 tot 17 mm) Voor bewegingsvoegen: hoogteverschillen van max. 12 mm tussen twee vloerlagen kunnen hiermee worden overbrugd (bijv. van parket naar laminaat).
verstelbaar via buigzone „S“
buigzone
Universeel overgangsprofiel Type 551 (7 tot 16 mm) Voor bewegingsvoegen: hoogteverschillen van tot 2 mm zijn overbrugbaar. Met geïntegreerd kabelkanaal voor onzichtbare kabels.
2008
16
Universeel trapkantprofiel Type 320 (7 tot 16 mm) Wordt als tweedelig profielsysteem geleverd (afdek- en basiselement). Bijpassende schroeven zijn bijgevoegd.
Montagehoek 3400
Schuine hoek 3402
Montagehoek 3400 | Schuine hoek 3402 Met rondomlopende lijmgroeven, aluminium, naturel, met verzonken boringen, incl. houtschroeven met kruiskop 3,5 Ø x 20 mm. Hardheid: ca. 75 N/mm2. Lengte: 100 cm
Clip aanpassings-, afsluit- en overgangsprofielen voor MEISTER vloeren met uiterst slijtvaste decorfolie ommanteld of in aluminium geanodiseerd
Aanpassingsprofiel Type 586 L (6 tot 9,5 mm) Voor de aanpassing aan aangrenzende lagere vlakken of vloerbedekkingen (bijv. tapijt, PVC).
Afsluitprofiel Type 587 L (6 tot 9,5 mm) Voor een fraaie afwerking bij hoger liggende aangrenzende drempels, tegels of andere verhogingen.
Overgangsprofiel Type 588 L (6 tot 9,5 mm) Voor bewegingsvoegen: hoogteverschillen van max. 3 mm kunnen hiermee worden overbrugd.
Trapkantprofiel Type 521 L (7 tot 11 mm) wordt geleverd als tweedelig profielsysteem (afdek- en basiselement). Passende schroeven zijn bijgevoegd.
Clip aanpassings-, afsluit- en overgangsprofielen voor MEISTER kurkvloeren en lamelparket met fineer-ommanteling of in aluminium geanodiseerd
Aanpassingsprofiel Type 586 E (10 tot 16 mm) Voor de aanpassing aan aangrenzende lagere vlakken of vloerbedekkingen (bijv. tapijt, PVC).
Afsluitprofiel Type 587 E (10 tot 16 mm) Voor een fraaie afwerking bij hoger liggende aangrenzende drempels, tegels of andere verhogingen.
Overgangsprofiel Type 588 E (10 tot 16 mm) Voor bewegingsvoegen: hoogteverschillen van max. 3 mm kunnen hiermee worden overbrugd.
Easy-Clic aanpassings-, afsluit- en overgangsprofielen voor MEISTER vloeren met polyesterlaminaat ommanteld
Aanpassingsprofiel Type 55 A (7 tot 10 mm) Voor de aanpassing aan hogere resp. lagere vloergedeelten, zoals bijv. tegels, tapijt etc.
Afsluitprofiel Type 55 B (7 tot 10 mm) Voor een perfecte afwerking aan drempels, tegels of andere verhogingen.
Overgangsprofiel Type 55 C (7 tot 10 mm) Voor een perfecte overgang tussen twee vloerbedekkingen van dezelfde hoogte. Hoogteverschillen tot 3 mm kunnen worden overbrugd. Het overgangsprofiel is zeer geschikt bij uitzettingsvoegen (bijv. deurdoorgangen).
17
2008
LIJSTEN EN TOEBEHOREN Wandafwerkingen Voor het verbergen van de rondom aangebrachte uitzetvoegen gebruikt u bij MEISTER laminaatvloeren de MEISTER clipsplint 16/42 mm, clipsplint 22/50 mm, profielclipsplint 22/55 mm, sokkel-clipsplint 22/42 mm, sokkelplint 22/42 mm of sokkelplint 22/60 mm met een qua kleur bijpassend decoroppervlak. Voor de MEISTER laminaatvloer Frame adviseren wij de vierkante clipsplint van MEISTER in de formaten 18/50 mm en 18/80 mm. Voor het leggen van MEISTER fineervloeren en lamelparket bieden wij de bijpassende fineer-ommantelde MEISTER clipsplint 16/40 mm, clipsplint
22/50 mm, renovatie-clipsplint 18/85 mm, sokkelplint 22/40 mm en sokkelplint 22/60 mm aan. Passend bij de MEISTER kurkvloeren leveren wij de kurk-ommantelde clipsplint 22/50 mm, sokkelplint 22/40 mm en sokkelplint 22/60 mm. Passend bij de geoliede MEISTER kurkvloeren zijn de clipsplint 22/50 mm, sokkel-plint 22/40 mm en sokkelplint 22/60 mm in kurk, geolied verkrijgbaar. Gebruik voor het leggen van MEISTER linoleumvloeren de vierkante clipsplint 18/50 voor inlegstroken van MEISTER met qua kleur bijpassende linoleum inlegstroken. De clipsplint 16/40 mm, clipsplint 16/42 mm,
clipsplint 22/50 mm, vierkante clipsplint 18/50 mm, vierkante clipsplint 18/80 mm, renovatie-clipsplint 18/85 mm en de sokkelclipsplint 22/42 mm van MEISTER zorgen niet alleen voor een fraaie, maar ook geraffineerde afwerking van de vloer en worden met een clip gemonteerd. Door de holle ruimte van de montageclips is het mogelijk om kabels onzichtbaar weg te werken (pagina 15, foto 10). Vermijd contact van de lijsten met alle producten op basis van siliconen.
Plinten – een perfecte afwerking
Sokkelplint 22 | 40 mm
Sokkelplint 22 | 42 mm
Sokkelplint 22 | 60 mm
Sokkel-clipsplint 22 | 42 mm
Vierkante clipsplint 18 | 50 mm voor inlegstroken
Linoleum inlegstroken 2500 x 40 x 3 mm
Clipsplint 16 | 40 mm
Clipsplint 16 | 42 mm
Clipsplint 22 | 50 mm
Profielclipsplint 22 | 55 mm
Vierkante clipsplint 18 | 50 mm
Vierkante clipsplint 18 | 80 mm
Renovatie-clipsplint 18 | 85 mm
2008
18
Reinigings- en onderhoudsinstructies
Lamelparket Tritec 2.5 Chalet | Eiken look gerookt, gekalkt | harmonisch | geolied
19
2008
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Preventieve maatregelen Om de vloer tegen vuil te beschermen moet er bij de deur altijd worden gezorgd voor een voldoende ruime schoonloopzone (bijv. matten of lopers).
2. Eindreiniging Bij pas geplaatste MEISTER-vloeren moet vóór gebruik een eindreiniging plaatsvinden om ontstane lijmresten en vuil tijdens de plaatsing volledig te verwijderen (zie punt 3 en 4). Gebruik bij de eindreiniging voor MEISTER laminaatvloeren met speciaal met hars behandeld decorpapier (bijv. Compact-Clic) MEISTER-laminaatreiniger* verdund met water in de verhouding 1:200. Bij laminaatvloeren met voeg moet men er op letten, dat geen vocht in de voegen achterblijft. Gebruik voor de eindreiniging van MEISTER PDL-laminaatvloeren met gelakt oppervlak (bijv. Alanto) MEISTER onderhoudsmiddel voor laminaatvloeren* verdund met water in de verhouding 1:200. Bij laminaatvloeren met voeg moet men er op letten, dat geen vocht in de voegen achterblijft. Gebruik voor de eindreiniging van gelakte MEISTER fineervloeren en lamelparket MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend* verdund met water in de verhouding 1:200. Let er bij fineervloeren en lamelparket met voeg op dat geen vocht in de voegen achterblijft.
2008
20
Gebruik voor de eindreiniging van geoliede MEISTER fineervloeren en lamelparket MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat* verdund met water in de verhouding 1:200. Let er bij fineervloeren en lamelparket met voeg op dat geen vocht in de voegen achterblijft. Nadat de vloer is gelegd en hierbij ontstaan vuil en afval is verwijderd (d.m.v. vegen of stofzuigen), moet het natuurgeoliede MEISTER lamelparket voor het eerste gebruik worden behandeld met MEISTERverzorgende olie. MEISTER-verzorgende olie dun op het te behandelen oppervlak sproeien, met een polijstmachine inwrijven en aansluitend met een witte pad polijsten. Zorg ervoor dat er geen overtollige olie op de vloer achterblijft. Laat de behandelde vloer vóór gebruik minstens 8 uur drogen, bij voorkeur ‘s nachts. Spoel met olie doordrenkte doeken en pads uit met water en hang ze uitgevouwen te drogen (gevaar voor zelfontbranding!). Gebruik voor de eindreiniging van gelakte MEISTER kurkvloeren onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend* verdund met water in de verhouding 1:200.
Gebruik voor de eindreiniging van geoliede MEISTER kurkvloeren MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat* verdund met water in de verhouding 1:200. Let er bij kurkvloeren met voeg op, dat geen vocht in de voegen achterblijft. Gebruik voor de eindreiniging van MEISTER linoleumvloeren MEISTER actieve linoleumreiniger* verdund met water in de verhouding 1:200. Met deze oplossing en een goed uitgewrongen dweil wordt de vloer „nevelvochtig“ gedweild. * onderhoudsmiddelen op waterbasis (bijv. polymere dispersies) resp. MEISTER vlekverwijderaar kunnen bij een niet-vakkundige verlijming resp. bij een onvolledige naadaansluiting in de naden van de planken intrekken en zwellingen van de drager tot gevolg hebben.
REINIGING EN ONDERHOUD
3. Dagelijkse reiniging MEISTER laminaatvloeren met speciaal met hars behandeld decorpapier (bijv. CompactClic) Voor het verwijderen van het dagelijks vuil is droog stofzuigen resp. vegen voldoende. Bij de gebruikelijke manier van schoonmaken wordt af en toe MEISTER laminaatreiniger in de verhouding 1:200 met water verdund. De vloer moet worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen “nevelvochtige” doek. Vlekken, strepen van zolen, viltstiftvlekken en ander vastzittend vuil kunt u verwijderen met MEISTER vlekverwijderaar of met MEISTER laminaatreiniger* en een krasvrije, witte pad. Vervolgens schoonmaken met een goed uitgewrongen doek totdat de resten van het vuil en het reinigingsmiddel volledig zijn opgenomen. Bij laminaatvloeren met voeg moet men er op letten, dat geen vocht in de voegen achterblijft. MEISTER PDL-laminaatvloeren met gelakt oppervlak (bijv. Alanto) Voor het verwijderen van het dagelijks vuil is droog stofzuigen resp. vegen voldoende. Bij de gebruikelijke manier van schoonmaken wordt af en toe MEISTER onderhoudsmiddel voor laminaat vloeren* in de verhouding 1:200 met water verdund. De vloer moet “nevelvochtig” worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen doek. De vloer wordt in één keer gereinigd en verzorgd. Bij zeer vuile vloeren en voor de grondige reiniging tussendoor kunt u de MEISTER intensiefreiniger gebruiken. Bij laminaatvloeren met voeg moet men er op letten, dat geen vocht in de voegen achterblijft. Gelakte MEISTER fineervloeren en lamelparket Voor het verwijderen van het dagelijks vuil is droog stofzuigen resp. vegen voldoende.
Afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van verontreiniging moet MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend* worden verdund met water in de verhouding 1 : 200. De vloer moet “nevelvochtig” worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen doek. De zijdeachtige oppervlakteglans blijft bewaard; de vloer wordt in één keer gereinigd en onderhouden. Verwijder alle vlekken en vloeistoffen onmiddellijk om blijvende schade te voorkomen. Voor een intensieve verzorging kunt u sterk belaste vloeren met MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend* aanvullend behandelen. Een maal per jaar onverdund, dun en gelijkmatig opbrengen met een niet-pluizende wismop op de van te voren grondig schoongemaakte vloer (met MEISTER intensiefreiniger). Let er bij fineervloeren en lamelparket met voeg beslist op dat geen vocht in de voegen achterblijft. Probleemvlekken kunnen worden verwijderd met de MEISTER intensiefreiniger. Geoliede MEISTER fineervloeren en lamelparket Voor het dagelijks onderhoud dient de vloer indien mogelijk op een droge manier (bijv. stofzuigen of vegen) te worden schoongemaakt. Afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van verontreiniging MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurk vloeren mat* in de verhouding 1:200 met water verdunnen. De vloer moet nevelvochtig worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen doek. De matte optiek van het oppervlak blijft bewaard; de vloer wordt in één keer gereinigd en onderhouden. Voor een intensieve verzorging kunt u sterk belaste vloeren MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat* aanvullend behandelen. Een maal per jaar onverdund, dun en gelijkmatig opbrengen met
een niet-pluizende wismop op de van te voren grondig schoongemaakte vloer (met MEISTER intensiefreiniger). Let er bij fineervloeren en lamelparket met voeg op dat geen vocht in de voegen achterblijft. Natuurgeolied MEISTER lamelparket De vloer in de eerste 8 tot 10 dagen uitsluitend droog reinigen (bezem of stofzuiger), zodat de vloer volledig kan uitharden. Afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van verontreiniging moet MEISTER onderhoudsmiddel voor houten vloeren naturel worden verdund in de verhouding 1:50 (frequentie: privé-bereik ca. alle 2 tot 4 weken, publiek bereik ca. alle 1 tot 2 weken). De vloer moet met een vochtige (goed uitgewrongen) dweil, welke in de oplossing werd uitgespoeld, in de lengterichting worden schoongemaakt. Afhankelijk van de vervuilingsgraad en omvang van het te reiniging oppervlak dient het water regelmatig te worden verschoond. Het onderhoud met het MEISTER onderhoudsmiddel voor houten vloeren naturel heeft een reinigende- en beschermende werking en draagt bij tot het behoud van de waarde van het oppervlak. Na de droging (ca. 30 minuten) kunt u de vloer zonodig met een zachte pad nawrijven en polijsten. Op plekken die zwaarder worden belast adviseren wij eenmaal per jaar de vloer op te frissen, d.w.z. als de toplaag lelijk wordt (extreme vervuiling, vergrijzing etc.). Reinig de vloer eerst grondig met MEISTER intensiefreiniger (in de verhouding 1:1 tot 1:3 met water verdund). Laat de vloer aansluitend 24 uur drogen. Daarna – net als bij de eerste coating – de MEISTER-verzorgende olie opbrengen, nawrijven en polijsten. Laat de vloer vervolgens weer minstens 8 uur drogen en reinig hem gedurende de eerste 8 à 10 dagen uitsluitend droog. Let er bij lamelparket met voeg op, dat geen vocht in de voegen blijft staan.
21
2008
REINIGING EN ONDERHOUD
3. Dagelijkse reiniging (vervolg) Gelakte MEISTER kurkvloeren Voor het dagelijks onderhoud dient de vloer indien mogelijk op een droge manier (bijv. stofzuigen of vegen) te worden schoongemaakt. Afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van verontreiniging moet MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurk vloeren glanzend* in de verhouding 1:200 worden verdund met water. De vloer moet nevelvochtig worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen dweil. De vloer wordt in één keer gereinigd en verzorgd en behoudt zijn zijdeachtige oppervlakteglans. Op plekken die zwaarder worden belast kan het MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend* worden gebruikt voor het intensieve onderhoud. Breng het één keer per jaar onverdund met een niet-pluizende mop dun en gelijkmatig op de grondig gereinigde kurkvloer (met MEISTERintensiefreiniger) aan. Geoliede MEISTER kurkvloeren Voor het dagelijks onderhoud dient de vloer droog (bijv. stofzuigen of vegen) te worden schoongemaakt. Afhankelijk van de gebruiksin-
tensiteit en de mate van verontreiniging moet MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurk vloeren mat* in de verhouding 1:200 worden verdund met water. De vloer moet nevelvochtig worden gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen dweil. De vloer wordt in één keer gereinigd en verzorgd en behoudt zijn matte oppervlakteglans. Op plekken die zwaarder worden belast kan het MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurk vloeren mat* worden gebruikt voor het intensieve onderhoud. Breng het één keer per jaar onverdund met een niet-pluizende mop dun en gelijkmatig op de grondig gereinigde kurkvloer (met MEISTERintensiefreiniger) aan. MEISTER linoleumvloeren Los vliegend stof en vuil wordt door stofzuigen of vegen verwijderd. Afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de mate van verontreiniging kan vastzittend vuil worden verwijderd met MEISTER onderhoudsmiddel voor linoleum*, verdund met water in de verhouding 1:100 tot 1:200. Bij zeer vuile vloeren en voor de grondige reiniging tussendoor kunt
u MEISTER actieve linoleumreiniger* gebruiken (verdund met water in de verhouding 1 : 200). De vloer wordt nevelvochtig gedweild met een in deze oplossing uitgespoelde en goed uitgewrongen dweil. Vetvlekken, strepen van hakken etc. kunnen worden verwijderd met een beetje MEISTER actieve linoleumvloerreiniger en een doek, waarbij restanten van vuil en reinigingsmiddelen aansluitend met uitgewrongen doeken moeten worden opgenomen. Wanneer de ontstane onderhoudslaag in de loop der tijd tekenen van slijtage vertoont of versleten is, kan deze na een grondige reiniging met MEISTER actieve linoleumreiniger door een intensieve behandeling worden opgefrist. Hiervoor wordt het MEISTER onderhoudsmiddel voor linoleum onverdund met een in helder water uitgespoelde en goed uitgewrongen, niet-pluizende mop in een gelijkmatig dun laag je in de lengterichting opgebracht. Nadat de onderhoudslaag goed is ingetrokken en opgedroogd (na minstens 45 min.), moet een tweede laag in overdwarse richting worden aangebracht. Verbruik: 750 ml voor ca. 30-35 m2 per opgebrachte laag.
4. Algemene aanwijzingen m.b.t. reiniging en onderhoud MEISTER-vloeren mogen nooit gedurende langere tijd vochtig of zelfs nat blijven. Let er daarom bij de reiniging op dat er zoveel mogelijk droog (met mop, zachte bezem, stofzuiger) of slechts licht vochtig (met goed uitgewrongen doeken) wordt schoongemaakt en dat er geen “plassen” op de vloer blijven staan. Stoomreinigers zijn niet geschikt voor het reinigen van de vloer. Gebruik geen vloei-
2008
22
baar schuurmiddel of schuurpoeder, omdat deze middelen het oppervlak van de vloer kunnen beschadigen. Bij natuurgeoliede vloeren eveneens geen dweilen van microvezels gebruiken. Gebruik alleen geschikte reinigingsmiddelen en geen reinigingsmiddelen die een laagje vormen of was o.i.d. bevatten. Hardnekkige vlekken op laminaat of gelakte
fineervloeren en lamelparket verwijdert u met MEISTER vlekkenverwijderaar. Houd er rekening mee dat bij het verwijderen van lijmsporen en vlekken door de verhoogde druk met de witte pad op het laminaatoppervlak een verhoging van het glanseffect kan optreden. Probeer het middel daarom eerst uit op een onopvallende plaats of een restant.
REINIGING EN ONDERHOUD Het juiste onderhoud Bij uw droomvloer hoort ook het juiste onderhoud. MEISTER breidt zijn productassortiment uit met een hoogwaardige onderhoudsserie. Op de vloer afgestemde schoonmaakmiddelen en onderhoudsmiddelen zorgen ervoor dat uw vloer er blijvend goed uitziet. Als voor het dagelijkse onderhoud – voor het verwijderen van los stof – alleen een stofzuiger nodig is, is het toch nodig om van tijd tot tijd de oppervlakken met onze reinigingsmiddelen schoon te maken en te verzorgen.
Ons programma onderhoudsmiddelen is optimaal afgestemd op MEISTER-vloeren. Let er bij de reiniging steeds op dat de vloer slechts licht mag worden bevochtigd. Idealiter is de waterfilm „nevelvochtig“, en moet dus na ongeveer een minuut zijn opgedroogd. Enkele houtsoorten, bijv. beuken, esdoorn en berken, reageren bijzonder sterk op vocht. Ook bij intensievere vlekken dient u geen scherp middel te gebruiken. Zelfs bij de hardnekkigste vlekken en verontreinigingen laat de
MEISTER vlekverwijderaar het oppervlak weer als nieuw glanzen. Krassen op vloeren hebben niet alleen een nadelige invloed op het totaalbeeld van een ruimte, ze zorgen er ook voor dat de vloer vatbaarder wordt voor vuil en vocht. Met onderhoudsproducten van MEISTER voorkomt u dat uw vloer – ook en juist op zwaar belaste plekken – slijt. Aanvullende tips voor een optimaal onderhoud van uw MEISTER-vloer krijgt u ook in de speciaalzaak.
Onderhoudsmiddelen voor fineervloeren en lamelparket
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten vloeren Nature naturel Geschikt voor alle MEISTER parketvloeren met naturel geolied oppervlak Weartec Nature. Reiniging en verzorging in één beurt.
MEISTER verzorgende olie Nature naturel Geschikt voor alle MEISTER parketvloeren met naturel geolied oppervlak Weartec Nature. Voor de eerste coating en opfrissing.
MEISTER verzorgende olie Nature wit Geschikt voor alle MEISTER parketvloeren met naturel geolied oppervlak Weartec Nature. Voor de eerste coating en opfrissing.
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend Geschikt voor alle MEISTER parket- en fineervloeren met gelakt oppervlak Duratec | Duratec Plus. Reiniging en verzorging in één beurt.
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat Geschikt voor alle MEISTER parket- en fineervloeren met geolied oppervlak Weartec. Reiniging en verzorging in één beurt.
MEISTER intensiefreiniger Speciaal schoonmaakmiddel voor alle MEISTER parket- en fineervloeren. Voor de grondige reiniging tussendoor.
MEISTER vlekverwijderaar Geschikt voor alle MEISTER parket- en fineervloeren met gelakt oppervlak Duratec | Duratec Plus. Verwijdert hardnekkig vuil.
23
2008
Onderhoudsmiddel voor kurkvloeren
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend Geschikt voor MEISTER kurkvloeren met gelakt oppervlak Duratec Pro. Reiniging en verzorging in één beurt.
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat Geschikt voor MEISTER kurkvloeren met geolied oppervlak Weartec. Reiniging en verzorging in één beurt.
MEISTER intensiefreiniger Speciaal schoonmaakmiddel voor alle MEISTER kurkvloeren. Voor de grondige reiniging tussendoor.
Onderhoudsmiddelen voor linoleumvloeren
MEISTER actieve linoleumreiniger Voor de basisreiniging en de grondige reiniging tussendoor.
MEISTER onderhoudsmiddel voor linoleum Voor de dagelijkse reiniging en verzorging.
Onderhoudsmiddelen voor laminaat- en PDL-laminaatvloeren
MEISTER laminaatreiniger Geschikt voor MEISTER laminaatvloeren met speciaal met hars behandeld decorpapier (bijv. CompactCLic). Verwijdert moeiteloos vuil, vet en strepen van schoenzolen. Reinigt grondig en voorzichtig. 2008
24
MEISTER vlekverwijderaar Geschikt voor alle MEISTER laminaatvloeren. Verwijdert hardnekkig vuil.
MEISTER onderhoudsmiddel voor laminaatvloeren Geschikt voor MEISTER PDL-laminaatvloeren met gelakt oppervlak (bijv. Alanto). Reiniging en verzorging in één beurt.
5. Overzicht van het gebruik van de onderhoudsproducten Eindreiniging/ dagelijkse reiniging
Onderhoud t.b.v. kwaliteitsbehoud c.q. opfrissing
Speciale reiniging
MEISTER lamelparket en fineervloeren gelakt
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend MV: 1:200 artikelnr. 9061 83 000
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend MV: onverdund artikelnr. 9061 83 000
MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 bis 1:3 artikelnr. 9061 81 000
geolied
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat MV: 1:200 artikelnr. 9061 82 000
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat MV: onverdund artikelnr. 9061 82 000
MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 tot 1:3 artikelnr. 9061 81 000
1. Eerste behandeling: MEISTER verzorgende olie Nature MV: onverdund artikelnr. 9061 77 000 (naturel) of artikelnr. 9061 79 000 (wit) 2. Regelmatig onderhoud: MEISTER onderhoudsmiddel voor houten vloeren Nature naturel MV: 1:50 artikelnr. 9061 76 000
1. MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 tot 1:3 artikelnr. 9061 81 000
natuurgeolied
2. MEISTER-verzorgende olie Nature MV: onverdund artikelnr. 9061 77 000 (naturel) of artikelnr. 9061 79 000 (wit)
MEISTER kurkvloeren gelakt
geolied
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend MV: 1:200 artikelnr. 9061 83 000
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren glanzend MV: onverdund artikelnr. 9061 83 000
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat MV: 1:200 artikelnr. 9061 82 000
MEISTER onderhoudsmiddel voor houten- en kurkvloeren mat MV: onverdund artikelnr. 9061 82 000
MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 tot 1:3 artikelnr. 9061 81 000 MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 tot 1:3 artikelnr. 9061 81 000
MEISTER linoleumvloeren 1. Eindreiniging: MEISTER actieve linoleumreiniger MV: 1:200 artikelnr. 9061 84 000 2. Dagelijkse reiniging: MEISTER onderhoudsmiddel voor linoleum MV: 1:200 artikelnr. 9061 85 000
MEISTER actieve linoleumreiniger MV: hoger doseren artikelnr. 9061 84 000
MEISTER laminaatvloeren met special met hars behandeld decorpapier (bijv. Compact-Clic) MEISTER laminaatreiniger MV: 1:200 artikelnr. 9061 80 000
MEISTER vlekverwijderaar MV: onverdund artikelnr. 9060 14 000
MEISTER PDL-laminaatvloeren met gelakt oppervlak (bijv. Alanto) MEISTER onderhoudsmiddel voor laminaatvloeren MV: 1:200 artikelnr. 9061 86 000
MEISTER intensiefreiniger MV: 1:1 tot 1:3 artikelnr. 9061 81 000
MV = mengverhouding
25
2008
LAMELPARKET Lamelparket op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming Elke MEISTER lamelparketvloer is geschikt voor het leggen op warmwater-vloerverwarming. Neem de onderstaande aanwijzingen in acht De MEISTER-vloeren van de collectie Tritec 2.5 V Stab, Tritec 2.5 Stab, Tritec 2.5 3-Stab Fase, Tritec 2.5 Home hebben een warmtegeleidingsweerstand van 0,13 m2 K/W bij het gebruik van MEISTER-schuimfolie (2 mm) in combinatie met MEISTER PE-folie (0,2 mm). De collectie Tritec 2.5 Cottage en Tritec 2.5 Chalet hebben een warmtegeleidingsweerstand van 0,12 m2 K/W. De collectie Tritec 3.6 Evolution vertoont bij het leggen op MEISTER-Duo Guard een warmtegeleidingsweerstandvan 0,14 m2 K/W en bij de MEISTER-Silence 25 DB 0,09 m2 K/W. De collectie Tritec 2.5 Home Silence heeft in combinatie met MEISTER PE-folie (0,2 mm) een warmtegeleidingsweerstand van 0,10 m2 K/W. De vloerverwarming kan door de natuurlijke voetwarmte van de vloer ook in overgangstijden eerder worden uitgezet in vergelijking met keramische vloeren. Een gelijkmatige oppervlaktetemperatuur wordt bij MEISTERvloerlamellen op vloerverwarming eveneens bereikt. Alle houtsoorten zijn geschikt voor plaatsing op warmwater-vloerverwarming. Bij beuken, gestoomd beuken, Canadees esdoorn en Europees esdoorn kan desalniettemin door het natuurlijke sterke zwel- en krimpgedrag van hout voegvorming bij de kopse kanten optreden. Voorbereiden van de vloer Elke vloerverwarmde ruimte vereist een op het gebruik afgestemde planning en coördinatie m.b.t. het verwarmingssysteem, de estrik en de diverse vloerbedekkingen om een
optimaal en schadevrij functioneren op lange termijn te garanderen. Bij het vervaardigen van dergelijke speciale vloerconstructies zijn vakkundigheid en het in acht nemen van erkende normen van groot belang. Levering en afwerking moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek, overeenkomen met de beschikbare infobladen met toelichtingen en verklaringen van de centrale bond van het Duitse bouwbedrijf en voldoen aan de montage- en plaatsingsrichtlijnen van de desbetreffende systeemaanbieder resp. fabrikant. Let op! Bij vloerverwarming worden de profielen bevestigd met contactlijm. Estrik - vochtmeting – geschikt voor plaatsing Nadat de estrik is aangebracht en overeenkomstig de voorschriften heeft kunnen drogen kan deze aansluitend worden verwarmd. Het volledig droog zijn (geschiktheid voor plaatsing) is voor de uit te voeren voorbereidings- en legwerkzaamheden van MEISTER lamelparket een absolute voorwaarde en daarom van essentieel belang. Anders is geen betrouwbare vochtmeting mogelijk in het kader van de controle van de ondergrond bij vloerverwarmingsconstructies, als gevolg van het risico van beschadiging. Uit het bovenstaande volgt dat een estrik met vloerverwarming moet drogen met behulp van opwarmen en afkoelen met een verwarmingspauze vóór het leggen van elk soort vloerbedekking. Voordat een MEISTER-vloer geschikt is voor plaatsing mag de vochtigheidsgraad (volgens DIN 4725, deel 4 – gemeten met CM-instrumenten) bij een cement-estrik max. 2 CM-% en bij een anhydriet-estrik max. 0,5 CM-% bedragen. Volgens de erkende regels van het vak c.q. de techniek zijn resp. 1,8 CM-% en 0,3 CM-% vastgelegd.
Opbouw bij zwevende plaatsing
Bijzondere maatregelen (opwarmen/afkoelen). De opdrachtgever dient de volgende details in acht te nemen resp. deze door een erkende instantie te laten controleren: | De ligtijd van de estrik moet minstens 28 dagen bedragen vanaf het aanbrengen ervan tot aan het begin van de eerste verwarming of volgens de aanwijzingen van de fabrikant. | Bij het opwarmen dient de begintemperatuur dagelijks te worden verhoogd totdat de volledige (maximale) verwarmingscapaciteit is bereikt. | Het verloop van de opwarmingsfase en de verwarmingspauze dient plaats te vinden volgens het voorschriftenprotocol. | In het tijdschema wordt het minimum aan verwarmingstijd aangegeven, elke dag extra heeft een gunstig effect en geeft extra zekerheid. | MEISTER lamelparket dient volgens DIN 18 356, 18 365 en 18 367 te worden gelegd bij een oppervlaktetemperatuur van de estrik van ten minste 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot max. 75%. | Na het leggen van de vloer (voltooiing) dient een week lang te worden gezorgd voor het genoemde klimaat (uitharding van lijm en andere ingebouwde materiaallagen). | De maximumtemperatuur van het oppervlak van 26°C mag na het plaatsen van MEISTER lamelparket niet worden overschreden. Belangrijk: de bovenstaande punten moeten door de vakman (architect, verwarmingsinstallateur enz.) volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd resp. bevestigd.
Opbouw bij complete verlijming 1. Vloerplank 1. Vloerplank 2. Parketlijm
2. Schuimfolie (bij „Silence“-producten niet nodig)
Folie of Guard-strip
en grondering of Duo-Guard
3. Estrik met gemonteerde
3. 0,2 mm PE-folie
verwarmingsbuizen
4. Estrik met gemonteerde verwarmingsbuizen
4. PVC-folie
5. PVC-folie
5. Warmte-isolatie
6. Warmte-isolatie 6. Ruw beton
7. Ruw beton
Isolatiestrip
Plint
Isolatiestrip
Plint
Let op: de complete verlijming dient door een vakman te worden uitgevoerd.
2008
26
FINEERVLOEREN Fineervloeren op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming De collectie Avenir is geschikt voor het leggen op warmwater-vloerverwarming. Neem de onderstaande aanwijzingen in acht Bij het gebruik van Duo-Guard vertonen de MEISTER-vloeren van de collectie Avenir een warmtegeleidingsweerstand van 0,10 m2 K/W. De vloerverwarming kan door de natuurlijke voetwarmte van de vloer ook in overgangstijden eerder worden uitgezet in vergelijking met keramische vloeren. Een gelijkmatige oppervlaktetemperatuur wordt bij MEISTER-vloerlamellen op vloerverwarming eveneens bereikt. Voorbereiden van de vloer Elke vloerverwarmde ruimte vereist een op het gebruik afgestemde planning en coördinatie m.b.t. het verwarmingssysteem, de estrik en de diverse vloerbedekkingen om een optimaal en schadevrij functioneren op lange termijn te garanderen. Bij het vervaardigen van dergelijke speciale vloerconstructies zijn vakkundigheid en het in acht nemen van erkende normen van groot belang. Levering en afwerking moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek, overeenkomen met de beschikbare infobladen met toelichtingen en verklaringen van de centrale bond van het Duitse bouwbedrijf en voldoen aan de montage- en plaatsingsrichtlijnen van
de desbetreffende systeemaanbieder resp. fabrikant. Let op! Bij vloerverwarming worden de profielen bevestigd met contactlijm.
Bijzondere maatregelen (opwarmen/afkoelen). De opdrachtgever dient de volgende details in acht te nemen resp. deze door een erkende instantie te laten controleren:
Estrik – vochtmeting – geschikt voor plaatsing Nadat de estrik is aangebracht en overeenkomstig de voorschriften heeft kunnen drogen kan deze aansluitend worden verwarmd. Het volledig droog zijn (geschiktheid voor plaatsing) is voor de uit te voeren voorbereidings- en legwerkzaamheden van MEISTER fineervloeren een absolute voorwaarde en daarom van essentieel belang. Anders is geen betrouwbare vochtmeting mogelijk in het kader van de controle van de ondergrond bij vloerverwarmingsconstructies, als gevolg van het risico van beschadiging. Uit het bovenstaande volgt dat een dekvloer met vloerverwarming moet drogen met behulp van opwarmen en afkoelen met een verwarmingspauze vóór het leggen van elk soort vloerbedekking. Voordat een MEISTER-vloer geschikt is voor plaatsing mag de vochtigheidsgraad (volgens DIN 4725, deel 4 – gemeten met CM-instrumenten) bij een cement-estrik max. 2 CM-% en bij een anhydriet-estrik max. 0,5 CM-% bedragen. Volgens de erkende regels van het vak c.q. de techniek zijn resp. 1,8 CM-% en 0,3 CM-% vastgelegd.
| De ligtijd van de estrik moet minstens 28 dagen bedragen vanaf het aanbrengen ervan tot aan het begin van de eerste verwarming of volgens de aanwijzingen van de fabrikant. | Bij het opwarmen dient de begintemperatuur dagelijks te worden verhoogd totdat de volledige (maximale) verwarmingscapaciteit is bereikt. | Het verloop van de opwarmingsfase en de verwarmingspauze dient plaats te vinden volgens het voorschriftenprotocol. | In het tijdschema wordt het minimum aan verwarmingstijd aangegeven, elke dag extra heeft een gunstig effect en geeft extra zekerheid. | De MEISTER fineervloeren dienen volgens DIN 18 356, 18 365 en 18 367 te worden gelegd bij een oppervlaktetemperatuur van de estrik van ten minste 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot max. 75%. | Na het leggen van de vloer (voltooiing) dient een week lang te worden gezorgd voor het genoemde klimaat (uitharding van lijm en andere ingebouwde materiaallagen). | De maximumtemperatuur van het oppervlak van 28°C mag na het plaatsen van MEISTER fineervloeren niet worden overschreden. Belangrijk: de bovenstaande punten moeten door de vakman (architect, verwarmingsinstallateur enz.) volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd resp. bevestigd.
Collectie: Avenir 1. Vloerplank 2. Schuimfolie 3. 0,2 mm PE-folie Folie of Guard-strip
of Duo-Guard
4. Estrik met gemonteerde verwarmingsbuizen 5. PVC-folie 6. Warmte-isolatie 7. Ruw beton
Isolatiestrip
Plint
27
2008
KURKVLOEREN Kurkvloeren op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming De collectie Prado is geschikt voor het leggen op warmwater-vloerverwarming. Neem de onderstaande aanwijzingen in acht De collectie Prado vertoont bij het leggen met MEISTER PE-folie (0,2 mm) een warmtegeleidingsweerstand van 0,11 m2 K/W. De vloerverwarming kan door de natuurlijke voetwarmte van de vloer ook in overgangstijden eerder worden uitgezet in vergelijking met keramische vloeren. Een gelijkmatige oppervlaktetemperatuur wordt bij MEISTER vloerlamellen op vloerverwarming eveneens bereikt. Voorbereiden van de vloer Elke vloerverwarmde ruimte vereist een op het gebruik afgestemde planning en coördinatie m.b.t. het verwarmingssysteem, de estrik en de diverse vloerbedekkingen om een optimaal en schadevrij functioneren op lange termijn te garanderen. Bij het vervaardigen van dergelijke speciale vloerconstructies zijn vakkundigheid en het in acht nemen van erkende normen van groot belang. Levering en afwerking moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek, overeenkomen met de beschikbare infobladen met toelichtingen en verklaringen van de centrale bond van het Duitse bouwbedrijf en voldoen aan de montage- en plaatsingsrichtlijnen van
de desbetreffende systeemaanbieder resp. fabrikant. Let op! Bij vloerverwarming worden de profielen bevestigd met contactlijm.
Bijzondere maatregelen (opwarmen/afkoelen). De opdrachtgever dient de volgende details in acht te nemen resp. deze door een erkende instantie te laten controleren:
Estrik - vochtmeting – geschikt voor plaatsing Nadat de estrik is aangebracht en overeenkomstig de voorschriften heeft kunnen drogen kan deze aansluitend worden verwarmd. Het volledig droog zijn (geschiktheid voor plaatsing) is voor de uit te voeren voorbereidings- en legwerkzaamheden van MEISTER kurkvloeren een absolute voorwaarde en daarom van essentieel belang. Anders is geen betrouwbare vochtmeting mogelijk in het kader van de controle van de ondergrond bij vloerverwarmingsconstructies, als gevolg van het risico van beschadiging. Uit het bovenstaande volgt dat een estrik met vloerverwarming moet drogen met behulp van opwarmen en afkoelen met een verwarmingspauze vóór het leggen van elk soort vloerbedekking. Voordat een MEISTER-vloer geschikt is voor plaatsing mag de vochtigheidsgraad (volgens DIN 4725, deel 4 – gemeten met CM-instrumenten) bij een cement-estrik max. 2 CM-% en bij een anhydriet-estrik max. 0,5 CM-% bedragen. Volgens de erkende regels van het vak c.q. de techniek zijn resp. 1,8 CM-% en 0,3 CM-% vastgelegd.
| De ligtijd van de estrik moet minstens 28 dagen bedragen vanaf het aanbrengen ervan tot aan het begin van de eerste verwarming of volgens de aanwijzingen van de fabrikant. | Bij het opwarmen dient de begintemperatuur dagelijks te worden verhoogd totdat de volledige (maximale) verwarmingscapaciteit is bereikt. | Het verloop van de opwarmingsfase en de verwarmingspauze dient plaats te vinden volgens het voorschriftenprotocol. | In het tijdschema wordt het minimum aan verwarmingstijd aangegeven, elke dag extra heeft een gunstig effect en geeft extra zekerheid. | De MEISTER kurkvloeren dienen volgens DIN 18 356, 18 365 en 18 367 te worden gelegd bij een oppervlaktetemperatuur van de estrik van ten minste 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot max. 75%. | Na het leggen van de vloer (voltooiing) dient een week lang te worden gezorgd voor het genoemde klimaat (uitharding van lijm en andere ingebouwde materiaallagen). | De maximumtemperatuur van het oppervlak van 28°C mag na het plaatsen van MEISTER kurkvloeren niet worden overschreden. Belangrijk: de bovenstaande punten moeten door de vakman (architect, verwarmingsinstallateur enz.) volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd resp. bevestigd.
Collectie: Prado 1. Vloerplank met geluiddempende onderlaag 2. 0,2 mm PE-folie Folie of Guard-strip
3. Estrik met gemonteerde verwarmingsbuizen 4. PVC-folie 5. Warmte-isolatie 6. Ruw beton
Isolatiestrip
2008
Plint
28
LINOLEUMVLOEREN Linoleumvloeren op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming De collecties Linorado en Linorado Quarto zijn geschikt voor het leggen op vloerverwarming. Neem de onderstaande aanwijzingen in acht Bij het gebruik van MEISTER PE-folie (0,2 mm) vertonen de MEISTER vloeren van de collecties Linorado en Linorado Quarto een warmtegeleidingsweerstand van 0,08 m2 K/W. De vloerverwarming kan door de natuurlijke voetwarmte van de vloer ook in overgangstijden eerder worden uitgezet in vergelijking met keramische vloeren. Een gelijkmatige oppervlaktetemperatuur wordt bij MEISTERvloerlamellen op vloerverwarming eveneens bereikt. Voorbereiden van de vloer Elke vloerverwarmde ruimte vereist een op het gebruik afgestemde planning en coördinatie m.b.t. het verwarmingssysteem, de estrik en de diverse vloerbedekkingen om een optimaal en schadevrij functioneren op lange termijn te garanderen. Bij het vervaardigen van dergelijke speciale vloerconstructies zijn vakkundigheid en het in acht nemen van erkende normen van groot belang. Levering en afwerking moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek, overeenkomen met de beschikbare infobladen met toelichtingen en verklaringen van de centrale bond van het
Duitse bouwbedrijf en voldoen aan de montage- en plaatsingsrichtlijnen van de desbetreffende systeemaanbieder resp. fabrikant. Let op! Bij vloerverwarming worden de profielen bevestigd met contactlijm. Estrik - vochtmeting – geschikt voor plaatsing Nadat de estrik is aangebracht en overeenkomstig de voorschriften heeft kunnen drogen kan deze aansluitend worden verwarmd. Het volledig droog zijn (geschiktheid voor plaatsing) is voor de uit te voeren voorbereidings- en legwerkzaamheden van MEISTER linoleumvloeren een absolute voorwaarde en daarom van essentieel belang. Anders is geen betrouwbare vochtmeting mogelijk in het kader van de controle van de ondergrond bij vloerverwarmingsconstructies, als gevolg van het risico van beschadiging. Uit het bovenstaande volgt dat een estrik met vloerverwarming moet drogen met behulp van opwarmen en afkoelen met een verwarmingspauze vóór het leggen van elk soort vloerbedekking. Voordat een MEISTER-vloer geschikt is voor plaatsing mag de vochtigheidsgraad (volgens DIN 4725, deel 4 – gemeten met CM-instrumenten) bij een cement-estrik max. 2 CM-% en bij een anhydriet-estrik max. 0,5 CM-% bedragen. Volgens de erkende regels van het vak c.q. de techniek zijn resp. 1,8 CM-% en 0,3 CM-% vastgelegd.
Bijzondere maatregelen (opwarmen/afkoelen). De opdrachtgever dient de volgende details in acht te nemen resp. deze door een erkende instantie te laten controleren: | De ligtijd van de estrik moet minstens 28 dagen bedragen vanaf het aanbrengen ervan tot aan het begin van de eerste verwarming of volgens de aanwijzingen van de fabrikant. | Bij het opwarmen dient de begintemperatuur dagelijks te worden verhoogd totdat de volledige (maximale) verwarmingscapaciteit is bereikt. | Het verloop van de opwarmingsfase en de verwarmingspauze dient plaats te vinden volgens het voorschriftenprotocol. | In het tijdschema wordt het minimum aan verwarmingstijd aangegeven, elke dag extra heeft een gunstig effect en geeft extra zekerheid. | De MEISTER linoleumvloeren dienen volgens DIN 18 356, 18 365 en 18 367 te worden gelegd bij een oppervlaktetemperatuur van de estrik van ten minste 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot max. 75%. | Na het leggen van de vloer (voltooiing) dient een week lang te worden gezorgd voor het genoemde klimaat (uitharding van lijm en andere ingebouwde materiaallagen). | De maximumtemperatuur van het oppervlak van 28°C mag na het plaatsen van MEISTER linoleumvloeren niet worden overschreden. Belangrijk: de bovenstaande punten moeten door de vakman (architect, verwarmingsinstallateur enz.) volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd resp. bevestigd.
Collecties: Linorado, Linorado Quarto 1. Vloerplank met geluiddempende onderlaag 2. 0,2 mm PE-folie 3. Estrik met gemonteerde verwarmingsbuizen
Folie of Guard-strip
4. PVC-folie 5. Warmte-isolatie 6. Ruw beton Isolatiestrip
Plint
29
2008
LAMINAATVLOEREN Laminaatvloeren op vloerconstructies met warmwater-vloerverwarming Elke MEISTER laminaatvloer is geschikt voor het leggen op warmwater-vloerverwarming Voorbereiden van de vloer Elke vloerverwarmde ruimte vereist een op het gebruik afgestemde planning en coördinatie m.b.t. het verwarmingssysteem, de estrik en de diverse vloerbedekkingen om een optimaal en schadevrij functioneren op lange termijn te garanderen. Bij het vervaardigen van dergelijke speciale vloerconstructies zijn vakkundigheid en het in acht nemen van erkende normen van groot belang. Levering en afwerking moeten voldoen aan de huidige stand van de techniek, overeenkomen met de beschikbare infobladen met toelichtingen en verklaringen van de centrale bond van het Duitse bouwbedrijf en voldoen aan de montageen plaatsingsrichtlijnen van de desbetreffende systeemaanbieder resp. fabrikant. Let op! Bij vloerverwarming worden de profielen bevestigd met contactlijm.
Bijzondere maatregelen (opwarmen/afkoelen). De opdrachtgever dient de volgende details in acht te nemen resp. deze door een erkende instantie te laten controleren: | De ligtijd van de estrik moet minstens 28 dagen bedragen vanaf het aanbrengen ervan tot aan het begin van de eerste verwarming of volgens de aanwijzingen van de fabrikant | Bij het opwarmen dient de begintemperatuur dagelijks te worden verhoogd totdat de volledige (maximale) verwarmingscapaciteit is bereikt. | Het verloop van de opwarmingsfase en de verwarmingspauze dient plaats te vinden volgens het voorschriftenprotocol. | In het tijdschema wordt het minimum aan verwarmingstijd aangegeven, elke dag extra heeft een gunstig effect en geeft extra
Estrik - vochtmeting – geschikt voor plaatsing Nadat de estrik is aangebracht en overeenkomstig de voorschriften heeft kunnen drogen kan deze aansluitend worden verwarmd. Het volledig droog zijn (geschiktheid voor plaatsing) is voor de uit te voeren voorbereidings- en legwerkzaamheden van MEISTER laminaatvloeren een absolute voorwaarde en daarom van essentieel belang. Anders is geen betrouwbare vochtmeting mogelijk in het kader van de controle van de ondergrond bij vloerverwarmingsconstructies, als gevolg van het risico van beschadiging. Uit het bovenstaande volgt dat een estrik met vloerverwarming moet drogen met behulp van opwarmen en afkoelen met een verwarmingspauze vóór het leggen van elk soort vloerbedekking. Voordat een MEISTER-vloer geschikt is voor plaatsing mag de vochtigheidsgraad (volgens DIN 4725, deel 4 – gemeten met CMinstrumenten) bij een cement-estrik max. 2 CM-% en bij een anhydriet-estrik max. 0,5 CM-% bedragen. Volgens de erkende regels van het vak c.q. de techniek zijn resp. 1,8 CM-% en 0,3 CM-% vastgelegd.
Warmtedoorlatende laminaatvloeren MEISTER laminaatvloeren op dempende onderlagen
Folie of Guard-strip
zekerheid. | De MEISTER laminaatvloeren dienen volgens DIN 18 356, 18 365 en 18 367 te worden gelegd bij een oppervlaktetemperatuur van de estrik van ten minste 15°C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot max. 75%. | Na het leggen van de vloer (voltooiing) dient een week lang te worden gezorgd voor het genoemde klimaat (uitharding van lijm en andere ingebouwde materiaallagen) | De maximumtemperatuur van het oppervlak van 28°C mag na het leggen van MEISTER laminaatvloeren niet worden overschreden. Belangrijk: de bovenstaande punten moeten door de vakman (architect, verwarmingsinstallateur enz.) volgens de geldende voorschriften worden uitgevoerd resp. bevestigd.
Plaatsing op MEISTER-Duo-Guard m2 K/W Frame Melango Alanto Canyon Systema Compact-Clic Ecoclic
0,116 0,140 0,092 0,117 0,113 0,100 0,101
Laminaatvloeren met geïntegreerde contactgeluidsisolatie Plaatsing op MEISTER Duo-Guard m2 K/W
Plaatsing op 0,2 mm MEISTER PE-folie m2 K/W
niet relevant niet relevant niet relevant niet relevant
0,082 0,080 0,074 0,065
Canyon Silence Systema Silence Compact-Clic Silence Ecoclic Silence
Collecties: Frame, Melango, Alanto, Canyon, Systema, Compact-Clic, Ecoclic
Canyon Silence, Systema Silence, Compact-Clic Silence, Ecoclic Silence
1. Vloerplank
Vloerplank met contactgeluidsisolatie
2. Schuimfolie 3. 0,2 mm PE-folie
of Duo-Guard
0,2 mm PE-folie
4. Estrik met gemont. verwarmingsbuizen Estrik met gemont. verwarmingsbuizen
Isolatiestrip
2008
Plint
30
5. PVC-folie
PVC-folie
6. Warmte-isolatie
Warmte-isolatie
7. Ruw beton
Ruw beton
LAMELPARKET Complete verlijming van MEISTER lamelparket met de ondergrond Als alternatief kan MEISTER lamelparket ook volledig met de ondergrond worden verlijmd. De leginstructie met betrekking tot de Uniclicverbinding en het benodigde materiaal voor het leggen (bijv. slagblokje, montagewiggen voor parket) dient in acht te worden genomen! De algemene aanwijzingen en voorbereidende maatregelen bij de leg- en onderhoudsinstructies dienen ook bij een volledige verlijming met de ondergrond te worden opgevolgd. MeisterWerke adviseert de lijm UZIN-MK 95 of UZIN-MK 92 S van UZIN Utz AG. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de technische klantenservice van MeisterWerke of tot de lijmfabrikant UZIN. Alle informaties van de lijmfabrikant zoals bijv. drogings- of verhardingstijd moeten in acht worden genomen. Principieel moeten opbouw en eventuele gronderingen, plamuursel of parketlijm systeemgebonden uitgevoerd worden, omdat alleen bij een optimale afstemming van de werkstoffen kan worden ingestaan voor een hoge legzekerheid en optimale resultaten. Legtechniek Alle lamellen per rij kops samenvoegen en parketwiggen van MEISTER eronder leggen. Daarna in het verse lijmvlak schuiven en goed aandruk-
ken zodat de parketonderkant zo volledig mogelijk met lijm in contact wordt gebracht. Bij Tritec 2.5 Tala moeten de lamellen noch extra worden verzwaard. Principieel moet de ondergrond van de te leggen vloer geschikt zijn voor montage van vloerbedekking- en parketwerken volgens DIN 18 365 en 18 356. De ondergrond moet vlak, droog, schoon, zonder scheuren, vrij van oplosmiddelen, tochtvrij en drukvast zijn. De lasthebber moet de ondergrond met het oog daarop controleren, of deze voor de doorvoering van zijn werk geschikt is. De lasthebber voor de vloerbedekkingwerkzaamheden/parketwerkzaamheden moet de in het verkeer gebruikelijke zorgvuldigheid in overeenstemming met de algemeen erkende regels van het vak, de stand van de techniek en conform de voorschriften van de Duitse aanbestedingsverordening voor de bouw ( VOB ) controleren of de ondergrond geschikt is voor het leggen. Mocht de ondergrond gebreken vertonen of is op grond van de gegeven vloerconstructie schade te vrezen, moet de vloer- of parketlegger schriftelijk „bedenkingen“ kenbaar maken, vooral bij:
| een ondergrond, die niet droog genoeg is | het oppervlak van de ondergrond is niet vast genoeg. | een vuil oppervlak van de ondergrond, bijv. olie, was, lak, verfresten | verkeerde hoogte van de oppervlak van de ondergrond in verhouding tot de hoogte van de aansluitende bouwelementen | ongeschikte temperatuur van de ondergrond | ongeschikt kamerklimaat | ontbrekend verwarmingsprotocol bij verwarmde vloerconstructies | vereiste absolute dichting (opvullen en repareren) van bewegingsvoegen in de ondergrond | ontbrekende overstand van de isolatiestrip | ontbrekende markering van meetpunten bij verwarmde vloerconstructies | ontbrekend voegenoverzicht (indien benodigd)
| grotere oneffenheden | scheuren in de ondergrond
Lamelparket Tritec 2.5 Chalet | Eiken antiek | levendig | geolied
31
2008
Garantievoorwaarden Garantie op MeisterWerke parket-, kurk- en linoleumvloeren
I. Reclamatie: De firma MeisterWerke Schulte GmbH, Zum Walde 16, D-59602 Rüthen-Meiste, biedt bovenop de in § 437 van het Duitse Burgerlijk wetboek geformuleerde wettelijke aanspraken (nakoming, ontbinding, korting op de aankoopprijs en schadevergoeding) een garantie conform de onderstaande garantievoorwaarden. MeisterWerke garandeert – bij reglementair gebruik van het product in woonvertrekken – dat de productsamenstelling m.b.t. de drielaagse verlijming conform de voorschriften is. Uitgesloten van garantie is schade ontstaan door verkeerde behandeling of onoordeelkundig gebruik, in het bijzonder niet-reglementaire belasting en slijtage van de vloer, mechanische beschadigingen als putjes e.d., optische schade als voegen, kleurveranderingen door licht en vervormingen van de afzonderlijke lamellen tengevolge van de seizoenswisselingen en het binnenklimaat. Eveneens van de garantie uitgesloten is schade ontstaan als gevolg van ondeskundig onderhoud, ondeskundige reiniging of verzorging van het oppervlak en de oppervlaktelaag, vooral chemische beschadigingen resp. beschadigingen door vochtinwerking. De garantie geldt uitsluitend voor producten van kwaliteitsklasse 1 en voor gebruik in normaal belaste woonvertrekken in particuliere woningen. II. Duur van de garantie: De garantieduur bedraagt voor de producten parketvloer Tritec 3.6 30 jaar, voor de producten Tritec 2.5 25 jaar, voor de producten kurkvloer Prado en linoleumvloer Linorado 10 jaar, telkens met ingang van de desbetreffende aankoopdatum. III. Garantievoorwaarden: De vloer moet binnen de toegelaten toepassingsgebieden worden gelegd conform de verkoopvoorwaarden en de bij het product gevoegde instructies, in het bijzonder in overeenstemming met de montage-instructie. Vooral moeten de aanwijzingen in de montageinstructie m.b.t. het controleren van de vochtigheid van de ondergrond en de aanwijzingen bij het leggen op vloeren met vloerverwarming worden opgevolgd. Het materiaal moet vóór de plaatsing worden gecontroleerd op eventuele materiaalfouten en beschadigingen. Eveneens moet de vloer worden onderhouden en gereinigd overeenkomstig de bij het product gevoegde onderhoudsinstructie. Let er verder op dat de oppervlaktelaag een beschermende laag vormt voor de eronder liggende bovenlaag van hout, kurk of linoleum en onderhevig is aan normale slijtage. Slijtage aan deze oppervlaktelaag valt daarom buiten de garantieregeling. Zodra zich slijtageverschijnselen voordoen, moet het oppervlak tijdig en in voldoende mate vakkundig door een hierin gespecialiseerd bedrijf worden vernieuwd. De garantie heeft daarom geen betrekking op schade ontstaan door onoordeelkundig leggen, ondeskundige reiniging of ondeskundig onderhoud of het niet tijdig en vakkundig opnieuw aanbrengen
2008
32
van een nieuwe oppervlaktelaag. IV. Beroep op de garantieregeling: Elke klacht moet bij de firma MeisterWerke schriftelijk worden ingediend. De als garantiebewijs geldende originele factuur van de speciaalzaak moet hierbij eveneens worden meegestuurd. Wanneer de originele factuur van de speciaalzaak niet meer kan worden overgelegd, bestaat er geen recht op garantie. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht zal de firma MeisterWerke de klant meedelen of de garantieregeling van toepassing is. Als de klant binnen genoemde termijn geen bericht ontvangt van de firma MeisterWerke, betekent dit dat de klacht niet in behandeling wordt genomen. Tijdens deze periode moet de firma MeisterWerke of een door haar gevolmachtigde derde in de gelegenheid worden gesteld om de onderhavige vloer ter plaatse te bekijken teneinde de rechtmatigheid van de klacht na te gaan.
V. Omvang van de garantie: In geval van een erkende klacht wordt de lamel waarover is gereclameerd naar goeddunken van de firma MeisterWerke hersteld of wordt er gelijkwaardig vervangingsmateriaal geleverd – voor zover mogelijk uit hetzelfde assortiment – voor het totale samenhangende oppervlak van het betreffende product. Het vervangingsmateriaal kan in dat geval door de klant kosteloos worden afgehaald bij het oorspronkelijke verkooppunt (zoals vermeld op de originele rekening), met uitsluiting van alle verdergaande vorderingen, in het bijzonder op terugbetaling van demontage-, montage- of daaruit voortvloeiende kosten of van vorderingen op vergoeding van beschadigingen die niet bij het geleverde product zelf opgetreden zijn. VI. Verjaring van de aanspraak op garantie: Door een ingediende klacht wordt de garantietermijn niet verlengd. De aanspraken op deze garantie verjaren na zes maanden, te beginnen bij ontvangst van de schriftelijke klacht door MeisterWerke (zie IV), maar op z’n vroegst na afloop van de garantietermijn.
Garantie op slijtvastheid voor MeisterWerke laminaat- en fineervloeren
I. Reclamatie: MeisterWerke Schulte GmbH, Zum Walde 16, D-59602 Rüthen-Meiste garandeert bovenop de in § 437 van het Duitse Burgerlijk wetboek geformuleerde wettelijke aanspraken (nakoming, ontbinding, korting op de aankoopprijs en schadevergoeding) dat het aangekochte product – bij gebruik van de vloer volgens de voorschriften – binnen de garantieperiode geen slijtage van de decorlaag c.q. fineerlaag conform de onderstaande garantievoorwaarden zal ondervinden. Als afgesleten plek geldt een plek waarvan de decorlaag c.q. fineerlaag op minstens 1 cm2 volledig tot op het dragermateriaal is verdwenen. Uitgesloten van de garantie zijn slijtagesporen aan de randen van de afzonderlijke lamellen. II. Garantieduur: De garantieduur blijkt uit de bij het betreffende product aangegeven garantietermijn voor de concreet beschreven gebruikswijze.
III. Garantievoorwaarden: De vloer moet binnen de toegelaten toepassingsgebieden worden gelegd conform de verkoopvoorwaarden en de bij het product gevoegde instructies, in het bijzonder in overeenstemming met de montage-instructie.Het materiaal moet vóór de plaatsing worden gecontroleerd op eventuele materiaalfouten en beschadigingen. Het niet-reglementair belasten van de vloer evenals mechanische beschadigingen en het niet-naleven van de voor de desbetreffende vloer geldende onderhoudsinstructies van MeisterWerke sluiten elke vorm van garantie uit.
de firma MeisterWerke, betekent dit dat de klacht niet in behandeling wordt genomen. Tijdens deze periode moet de firma MeisterWerke of een door haar gevolmachtigde derde in de gelegenheid worden gesteld om het onderhavige product ter plaatse te bekijken teneinde de rechtmatigheid van de klacht na te gaan. V. Omvang van de garantie: In geval van een erkende klacht wordt de afgesleten lamel naar goeddunken van de firma MeisterWerke hersteld of wordt er gelijkwaardig vervangingsmateriaal geleverd – voor zover mogelijk uit hetzelfde assortiment – voor het totale samenhangende slijtageoppervlak. Het vervangingsmateriaal kan in dat geval door de klant kosteloos worden afgehaald bij het oorspronkelijke verkooppunt (zoals blijkt uit de originele rekening), met uitsluiting van alle verdergaande vorderingen, in het bijzonder op terugbetaling van demontage-, montage- of daaruit voortvloeiende kosten of van vorderingen op vergoeding van beschadigingen die niet bij het geleverde product zelf opgetreden zijn. VI. Verjaring van de aanspraak op garantie: Door een ingediende klacht wordt de garantietermijn niet verlengd. De aanspraken op deze garantie verjaren na zes maanden, te beginnen bij ontvangst van de schriftelijke klacht door MeisterWerke (zie IV), maar op z’n vroegst na afloop van de garantietermijn.
IV. Beroep op de garantieregeling: Elke klacht moet bij de firma MeisterWerke schriftelijk worden ingediend. De als garantiebewijs geldende originele factuur van de speciaalzaak moet hierbij eveneens worden meegestuurd. Wanneer de originele factuur van de speciaalzaak niet meer kan worden overgelegd, bestaat er geen recht op garantie. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht zal de firma MeisterWerke de klant meedelen of de garantieregeling van toepassing is. Als de klant binnen genoemde termijn geen bericht ontvangt van
33
2008
Vloercatalogus 2008
Paneel- en lichtcatalogus 2008
Leg- en onderhoudsinstructies Vloeren
Leg- en onderhoudsinstructies Panelen
Vraag voor meer informatie naar onze catalogi en onze leg- & onderhoudsinstructies. Of bezoek ons op het internet: www.meister.com
MEISTER is een gedeponeerd merk van de firma MeisterWerke Schulte GmbH, Rüthen-Meiste. Tot de bedrijfsfilosofie van het Sauerlandse bedrijf met meer dan 600 medewerkers behoort naast de overtuigde keuze voor de productielocatie Duitsland ook een verantwoord en duurzaam economisch beleid, waarin natuurlijke hulpbronnen worden ontzien. U vindt meer informatie over de firma MeisterWerke op www.meisterwerke.com.
2008
34
Producten van MEISTER zijn gemaakt van voortreffelijke materialen die m.b.v. de modernste technologie door ervaren experts worden verwerkt tot kwaliteit »made in Germany«.
Deze eersteklas kwaliteit gaat hand in hand met deskundig advies en een voortreffelijke service. Daarom zult u MEISTER producten uitsluitend in de betere speciaalzaak aantreffen.
35
2008
© 2007 by MeisterWerke Schulte GmbH Om druktechnische redenen zijn kleur- en structuurverschillen mogelijk. Onder voorbehoud van technische veranderingen en vergissingen.
05 | 08
MEISTER – een merk van de firma MeisterWerke Schulte GmbH | Zum Walde 16 | D-59602 Rüthen-Meiste Telefoon + 49 (0) 29 52 . 816 - 0 | Fax + 49 (0) 29 52 . 816 - 66 | www.meister.com