LEESBRIEF 12 'RUIMTE DOOR REGELS' Sarina Brons-van der Wekken
Titel van het boek Auteur Uitgever ISBN Onderwerp Doelgroep
Ruimte door regels Sarina Brons-van der Wekken Uitgeverij Boekencentrum 978-90-239-2269-8 Grenzen stellen in de opvoeding Ouders
Sarina Brons-van der Wekken Sarina is geboren in 1969 in Putten. Ze is opgegroeid te midden van de Veluwse bossen en verhuisde in haar studententijd naar Utrecht, waar ze psychologie studeerde met als specialisatie jeugdstudies. Na haar studie kreeg ze drie kinderen (1992, 1993 en 1998). De zorg voor het gezin krijgt prioriteit omdat ze het belangrijk vindt om een goede thuisbasis te creëren. Naast de taken in het gezin begon Sarina freelance als redacteur voor uitgeverij Jongbloed. Bij deze uitgeverij publiceerde ze in 1995 het boek 'Kijk eens naar jezelf'. Dit boek is geschreven voor jonge tieners en gaat in op het ontwikkelen van een eigen identiteit. Na dit boek verschijnen er regelmatig opvoedkundige bijdragen in de vorm van recensies, artikelen of hoofdstukken in boeken. Opgroeien is niet gemakkelijk, zeker niet in de 21e eeuw. Er komt veel op kinderen en ouders af. Sarina probeert vanuit een christelijke levensovertuiging ouders handvatten aan te reiken in de dagelijkse praktijk van het opvoeden en opgroeien. Vanaf 2000 houdt Sarina lezingen op het gebied van opvoeding en spreekt ze op scholen over het onderwerp seksualiteit en relaties. In 2007 verschijnt de brochure 'Niet los verkrijgbaar' voor jongeren vanaf 16 jaar, waarin ze jongeren bemoedigt om de gave van seksualiteit goed te gebruiken. In 2008 ziet 'Ruimte door regels' het licht. Dit boek gaat over het grenzen stellen in de opvoeding. Daarna schrijft ze 'Blozen mag' (2009) waarin ze ouders handvatten aanreikt om met hun kinderen te praten over seksualiteit. Sinds 2009 heeft Sarina zitting in de Raad van Toezicht van SGJ Jeugdzorg. Daarnaast is ze externe vertrouwenspersoon voor de schoolvereniging Educatis waarbij 9 basisscholen zijn aangesloten. In 2009 maakt Sarina de overstap naar de hulpverlening bij Eleos, afdeling Jeugd. In 2011 en 2012 is zij werkzaam bij De Vluchtheuvel, aangesloten bij Mentaal Beter. In januari 2013 begint ze aan tweejarige GZ-opleiding, waarvoor ze werkzaam is bij Eleos. In verband hiermee stopt ze vanaf 2013 alle andere nevenactiviteiten. (bron: www.sarinabrons.nl)
Flaptekst van het boek Een kind zonder grenzen in de opvoeding heeft het niet getroffen. In 'Ruimte door regels' maakt Sarina Brons duidelijk hoe belangrijk, veilig en waardevol het stellen van grenzen voor je kind is. Alle belangrijke elementen komen daarbij aan de orde, zoals belang, doel en uitwerking van grenzen, de moeite om grenzen te stellen en de verhouding tussen grenzen, liefde en verantwoordelijkheid. Steeds met duidelijke uitleg, adviezen en tips. Door middel van prikkelende vragen in de tekst wil de auteur ouders daarnaast laten nadenken over hun eigen keuzes en oplossingen. Ze bemoedigt ouders met haar visie dat grenzen je kind helpen om op een goede manier groot te worden.
1
Probeer voor uzelf een doel te formuleren waarom u dit boek wilt lezen. Mogelijk helpt het om de volgende zin(nen) af te maken. Door het lezen van dit boek hoop ik de volgende dingen in mijn gezin te verbeteren…. Door het lezen van dit boek kom ik meer te weten over… Het lezen van dit boek helpt mij om… Het bespreken van dit boek helpt mij om…
Leesdoel bepalen: Waarom wilt u dit boek lezen? Op welke vra(a)g(en) wilt u een antwoord krijgen? Op welke manier denkt u dat dit boek u helpt bij het stellen van grenzen in de opvoeding?
In dit boek staat het stellen van grenzen centraal. Ongetwijfeld heeft u een aantal regels in uw gezin. Welke regels heeft u zoal in uw gezin? Op welke manier zijn deze regels bij de kinderen bekend? Hoe handhaaft u deze regels? Hoe zorgt u er als ouders voor dat u dezelfde regels hanteert?
Het is mogelijk dat niet beide ouders de bijeenkomsten bijwonen, maar het is wel aan te bevelen dat vader en moeder samen hun gedachten over het gelezen boek delen.
Ná het lezen van het boek, maar vóór de gezamenlijke bijeenkomst is het goed een reflectie/ eigen mening over het boek te geven. Dat voorkomt dat u tijdens de bijeenkomst u (ongewild) laat meevoeren door de mening van anderen. Denk na over de volgende vragen en maak eventueel een paar aantekeningen. Wat heeft u geleerd van het lezen van dit boek? Welke vragen roept het boek bij u op? In hoeverre voldoet het boek aan uw verwachtingen en aan uw leesdoel? Welke dingen zou u op de bijeenkomst graag met een andere ouder willen bespreken?
2
… Johannes de Swaef Onderstaande tekst is het twaalfde hoofdstuk uit het boek 'De Geestelijke Kwekerij' van Johannes de Swaef. Dit 'traktaat van de christelijke opvoeding' verscheen voor het eerst in 1621. In 1740 voorzag Ds. Jacobus Willemsen het oorspronkelijke werkje van een voorwoord en uitvoerige aantekeningen. Deze uitgave is in de huidige spelling overgezet en in 2005 door Kool Boeken te Ederveen uitgegeven. Twaalfde hoofdstuk Dat de ouders hun kinderen het kwade moeten afwennen en het goede inplanten. Nu volgt dat wij spreken van de godzalige opvoeding der kinderen zelf. Om die uit te voeren moeten de ouders tweeërlei plichten betrachten: 1. zodanige die alleen zien op het wel- en godzalig leven der kinderen; 2. zulke die beide op het léven, en op het godzálig leven der kinderen zien. De plichten die ouders aan hun kinderen moeten betrachten, ziende alleen op het wel- en godzalig leven der kinderen zijn twee: a. het afwennen van het kwade; b. het inplanten van het goede. Dat de ouders hun kinderen het kwade moeten afwennen en het goede inplanten, dat zullen wij eerst bewijzen, en daarna verklaren hoe elk moet betracht worden. Tot bewijs hiervan dient eerst het duidelijke gebod Gods in Efeze 6 vers 4: Gij vaders verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt ze op in de lering en vermaning des Heeren. Want de leer en de vermaning des Heeren is het kwade te laten en het goede te doen (Jesaja 1 vers 16). Godzalige ouders, die hun kinderen wel hebben opgevoed, hebben hun het kwade afgewend en het goede ingeplant. De Heere getuigt het van Abraham in Genesis 18 vers 19: Want (zegt Hij) Ik heb hem gekend, dat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zou bevelen, en zij de weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gericht. De moeder van de koning Sálomo heeft hem geleerd
wat kwaad hij moest mijden, wat goed hij moest waarnemen (Spreuken 31 vers 1-9); in de eerste vier verzen leert zij hem voor wat kwaad hij zich moest wachten, in de vier volgende wat goed hij moest betrachten. En zo deze plichten niet tezamen gaan, zo is de opvoeding der kinderen niet volkomen; want zulk een landman welke maar alleen zijn land zuivert van stenen, doornen, en het niet omploegt, zaait enz., die bouwt zijn land niet recht en behoorlijk. Hoe kan men dan zeggen dat zulke ouders hun kinderen behoorlijk opvoeden, die hun alleen het kwaad zouden afwennen en het goede niet inplanten? Maar daarenboven, de ouders moeten hun kinderen niet alleen het kwaad afwennen, maar zij moeten hun ook het goede inplanten, of de opvoeding hunner kinderen kan niet strekken tot Gods eer, het algemeen nut en de kinderen tot heil. Niet tot Gods eer, want onze God wordt niet geëerd van dezulken die simpelweg maar geen kwaad doen, en de deugd niet betrachten, want onze Heere Christus Jezus zegt niet simpelweg: doet geen kwaad, opdat de mensen ziende dat gij geen kwaad doet, uw hemelse Vader prijzen; maar Hij zegt wel duidelijk: Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken, Mattheus 5 vers 16. Verder, zulke kinderen die maar alleen het kwaad is afgewend en het goede niet is ingeplant, kunnen ook de republiek, veel minder de gemeente van Christus, geen deugd doen, want ofschoon zij niet schaden, zo zijn ze toch on-
nut, en onbruikbare vaten in het huis des Heeren. Als de apostel zijn Timótheüs leren wil, hoe hij moest gesteld wezen om de gemeente van Christus veel deugd te doen, zo zegt hij in 1 Timótheüs 6 vers 11: Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen (de gierigheid, vers 10) en jaag na gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid. Ten slotte, zulke ouders welke hun kinderen maar alleen het kwade afwennen, en het goede niet inplanten, bevorderen het heil en de zaligheid hunner kinderen niet. Ja, wat zal ik zeggen? Het is zoveel of zij hen zacht naar de hel leidden. Want ofschoon veel zoetsappige mensen menen, daar zij stil op- en neergaan, niemand verongelijken enz., ofschoon zij geen goed doen, dat zij daarom goede christenen zijn, en zowel in de hemel zullen komen als een ander, die lichtelijk maar zo weinig zorg voor hun kinderen zouden dragen als ze voor zichzelf doen, zo openbaart ons toch God in Zijn Woord dat niemand zal zalig worden die geen goede werken doet, ofschoon hij geen kwaad doet. Want niet alleen wordt die wijngaard gedreigd, die in plaats van goede, bittere beziën droeg (Jesaja 5), maar dit zegt Johannes de Doper in Matthéüs 3 vers 10: En ook is alrede de bijl aan de wortel der bomen gelegd; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zie ook de gelijkenis van de vijgeboom in de wijngaard waar geen vruchten op gevonden werden (Lukas 13 vers 6 – 9). Daarom, zo lief als gij hebt dat uw kinderen niet afgehouwen en in het vuur geworpen worden, en 3
hebt gij enige zucht tot de stichting der gemeente en de ere Gods, zo ziet dat gij uw kinderen het kwade niet alleen afwent, maar
ook het goede inplant, gelijk u de godzaligen hebben voorgedaan, en zoals u God geboden heeft. En zoveel dan van het bewijs, dat de
ouders hun kinderen het kwaad moeten afwennen en het goede inplanten.”
Hieronder volgen een aantal stellingen en discussievragen die besproken kunnen worden op een gezamenlijke bijeenkomst met andere ouders. De nummering van de vragen loopt parallel met de hoofdstukindeling van het boek. 1.
Aan het einde van hoofdstuk 1 staat een praktijkverhaal 'Afstand overbruggen' (blz. 27). Op welke manier ziet u de deelonderwerpen terug in dit verhaal: 'Het einddoel voor ogen houden, waarden bijbrengen, de wil leiden, sturen door middel van consequenties, etc.' ?
2. Het is goed om onszelf af te vragen of ons levensritme afgestemd is op het welzijn van onze kinderen of dat we (onbedoeld) zelf een bijdrage leveren aan een overmaat van prikkels die onze kinderen krijgen. Hoe kunt u meer rust en regelmaat brengen in uw huishouden en gezinsleven? 3.
Op blz. 53 gaat Sarina Brons terug naar de vraag van het doel van de opvoeding: 'Wie wil ik dat mijn zoon of dochter is als hij later volwassen is?' Dat doel voor ogen houden sterkt je in je taak als opvoeder. Die taken zijn in de woorden van De Swaef 'het afwennen van het kwade en het inplanten van het goede'. Bij het stellen van grenzen zijn we geneigd te focussen op het afwennen van het kwade. Wanneer we het doel van de opvoeding voor ogen houden en zouden focussen op het inplanten van het goede, welke dingen zou u uw zoon of dochter dan in ieder geval willen leren?
4.
In hoofdstuk 4 beschrijft Sarina Brons de vijf talen van liefde, zoals beschreven door Gary Chapman. Elke persoon heeft zijn of haar voorkeurstaal om te geven en te ontvangen. Wat zijn de voorkeurstalen van uzelf en uw gezinsleden?
5.
Op blz. 88. wordt geschreven over het 'onderhandelingshuishouden'. Er is verschil in inzicht geven en inbreng laten hebben. Hoe is dat in uw gezin? Geeft u inzicht of hebben kinderen inbreng en bij welke leeftijd?
6.
Waarom is herhaling van de regels en de grenzen zo belangrijk voor kinderen?
7.
Op blz. 118 -120 staat een conflictsituatie beschreven die stap voor stap wordt uitgewerkt naar een oplossing. Neem een reële situatie uit uw eigen gezin in gedachten en verwoord de stappen die u zou moeten zetten.
8.
Op blz. 131 gaat het over 'fouten erkennen'. Wat is uw mening hierover? Hoe goed bent u in het erkennen van fouten?
9.
In hoofdstuk 9 gaat het over het laten toenemen van gewenst gedrag. Het benoemen van goed gedrag is zeer effectief, zeker als het gepaard gaat met uitleg over de bijbehorende waarde. Op bladzijde 140 staan onderaan twee vragen met oranje pijltjes: 'Praat u wel eens over de waarden die achter de regels zitten?' en 'Welke waarden vind je gemakkelijk of juist moeilijk door te geven?' Hoe is dit in uw gezin?
10. Op blz. 151 – 153 staan een aantal ongewenste gedragingen en een bijpassende consequentie met uitleg. Welke zijn toepasbaar in uw gezin? Kunt u de lijst uitbreiden met andere voorbeelden? 11. Op blz. 164 staat de vraag: 'Kinderen doen een beroep op hun ouders en krijgen vaak voor elkaar dat ouders helpen. Soms zouden kinderen meer leren van eigen fouten. Hoe voorkom je dat je toch weer gaat helpen?' Wat is uw mening hierover? 12. Op blz. 177 staat in een kader de opmerking: 'Tegenover elk 'nee' zou minstens één keer 'ja' moeten staan.' We kunnen deze opmerking verbinden met de leestekst van Johannes De Swaef. Noem een voorbeeld van ongewenst gedrag dat u probeert te begrenzen. Welk positieve leermoment staat daar tegenover?
4
U heeft van tevoren een leesdoel geformuleerd. Heeft het lezen en bespreken van dit boek aan uw verwachtingen voldaan? Op welke manier is dit boek een verrijking voor uw opvoedkundig denken en handelen? Van welke aandachtspunten uit dit boek neemt u zich voor om deze in praktijk te gaan brengen? o Hoe wilt u dat gaan doen? o Wat is daarin een eerste stap? o Wanneer begint u daarmee? Over welk onderwerp zou u meer willen lezen?
Achter in het boek Ruimte door regels worden een aantal titels genoemd. Daarnaast nemen we hier de volgende titels op: Chapman, G. (1999). De 5 talen van de liefde van kinderen. Heerenveen: Uitgeverij Medema. ISBN: 9063532873. Chapman, G. (2001). De 5 talen van de liefde van tieners. Heerenveen: Uitgeverij Medema. ISBN: 9063533640. Cloud, Dr. H., et al. (2000). Grenzen. Wanneer zeg ik ja, wanneer zeg ik nee, hoe bepaal ik mijn eigen grenzen. Doorn: Uitgeverij Johannes Multimedia. EAN: 9789076193014. Cloud, Dr. H., et al. (2000). Grenzen en kinderen. Doorn : Uitgeverij Johannes Multimedia. EAN: 9789076193069. Horst, Dr. W. ter (1995). Wijs me de weg. Mogelijkheden voor een christelijke opvoeding in een postchristelijke samenleving. Kampen: Kok. EAN: 9789024222872. Kast, A. (2009). Ieder kind heeft grenzen nodig. Schiedam: Scriptum. EAN: 9789055946518.
Deze leesbrief wordt u aangeboden door het Ds. G.H. Kerstencentrum. Voor meer informatie over Schouder aan Schouder zie www.koc.nu 5