GEMEENTE TILBURG Afdeling Ruimte
BESTEMMINGSPLAN Gilzerbaan, ruimte voor ruimte kavel REGELS EN BIJLAGEN
Ontwerp: 2 september 2014 Vastgesteld: Onherroepelijk: Code: NL.IMRO.0855.BSP2013030
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
4
Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
4 11
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
12
Artikel 3 Bos Artikel 4 Natuur - Landgoed
12 15
Hoofdstuk 3 Algemene regels
20
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
20 21 22 23 24 25 26
5 6 7 8 9 10 11
Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels Overige regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
27
Artikel 12 Overgangsrecht Artikel 13 Slotregel
27 28
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
2
Regels
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
3
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 bestemmingsplan: De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlage(n).
1.2 plan: Het bestemmingsplan Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel met identificatienummer NL.IMRO.0855.BSP2013030-b001 van de gemeente Tilburg.
1.3 aan huis verbonden beroep Die beroepsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw, die kunnen worden beschouwd als ´aan-huis-verbonden´, waarbij: a. degene die de activiteit uitvoert, tevens de bewoner is van de woning; b. geen sprake is van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen, conform onderdeel 6.3 van de regels van dit plan; c. voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; d. de beroepsuitoefening naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, d.w.z. niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning (inclusief aan-, uit en/of bijgebouw) en totaal niet meer dan 80 m² in beslag neemt; e. de beroepsuitoefening in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt is aan de woning en de woonomgeving; f. geen detailhandel plaatsvindt, anders dan in ter plaatse vervaardigde goederen; g. op geen enkele andere wijze overlast wordt veroorzaakt.
1.4 aanbouw Een gebouw, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.5 aanduiding Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 achtergevelrooilijn De achterste, niet naar het openbaar gebied toegekeerde lijn die het bouwvlak begrenst.
1.8 afhankelijke woonruimte Een aanbouw of bijgebouw, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 bebouwing Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
4
1.10 bebouwingspercentage Het percentage dat per bouwperceel bepaalt hoeveel procent van dat bouwperceel - binnen het aangegeven bouwvlak - ten hoogste mag worden bebouwd.
1.11 bed & breakfast Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting, al dan niet met de mogelijkheid van ontbijt, kortstondig met een maximum van twee weken. Hieronder wordt niet verstaan huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen.
1.12 bedrijfsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, gericht op onder andere consumentverzorging, welke geheel of overwegend door middel van handwerk plaatsvinden.
1.13 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo) De totale oppervlakte van de ruimten binnen de bebouwing die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf, c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.14 beroepsmatige activiteiten in een woning of bijgebouw Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinning en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
1.15 bestaand Bij bouwwerken: Bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften.
1.16 bestemmingsgrens De grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 bijgebouw Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.19 bouwen Het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
5
1.20 bouwgrens De grens van een bouwvlak.
1.21 bouwlaag Een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkant van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen, zulks met uitzondering van een onderbouw of zolder.
1.22 bouwperceel Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwperceelgrens Een grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.26 bouwwerken van algemeen nut Bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen.
1.27 bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) De som van de buitenwerks en horizontaal gemeten oppervlakten van de inpandige vloeren -horizontale vlakken ter plaatse van trappen, hellingen en vides met een oppervlakte tot en met 4m² daaronder begrepen- voorzover de ruimten waarbinnen de vloeren zich bevinden een grotere inwendige hoogte hebben dan 1,5 m.
1.28 calamiteit Gehele of gedeeltelijke vernieling van een bouwwerk door overmacht: brand, overstroming, terroristische en/of oorlogshandelingen, aardbeving en dergelijke.
1.29 detailhandel Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkten. Uitgezonderd zijn: postorderbedrijven, internetbedrijven etc.
1.30 dienstverlening Het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van detailhandel en seksinrichtingen.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
6
1.31 ecologische hoofdstructuur (EHS) Samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
1.32 erf Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels per bouwperceel aan- en/of uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.33 erker Transparante, ondiepe uitbouw van een gebouw vóór de voorgevel, niet zijnde een entree.
1.34 extensief (dag)recreatief medegebruik Extensieve vormen van recreatie, zoals wandelen en fietsen, die plaatsvinden in gebieden waar de hoofdbestemming meestal natuur of bos betreft.
1.35 gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.36 groenblauwe mantel Als zodanig in de provinciale Verordening ruimte aangewezen gebieden, die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur (EHS), een ecologische verbindingszone of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
1.37 groenvoorzieningen Het geheel van voorzieningen en activiteiten t.b.v. groenaanleg zoals buurt-, wijk- en stadsparken met bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, waterpartijen, waterberging, watergangen en sloten, speelplaatsen, speel- en trapveldjes waaronder Cruijf-courts, bruggen en andere kunstwerken, straatmeubilair, etc, alsmede voorzieningen ter ondersteuning van de verkeersregulering en de verkeersveiligheid.
1.38 grondgebonden woning Een met de grond verbonden woning bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, daaronder begrepen beroep aan huis, met een zelfstandige ontsluiting op de begane grond en niet zijnde een gestapelde woning.
1.39 hogere grenswaarde Een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
1.40 hoofdgebouw of hoofdbebouwing Een of meer panden en gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
7
1.41 houtopstand Houtachtige overblijvende gewassen zoals struiken, heggen en bomen.
1.42 huishouden Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren. Met een huishouden wordt gelijk gesteld: a. de huisvesting van maximaal 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur); b. tijdelijke huisvesting in de vorm van logies aan maximaal 5 seizoenarbeiders; c. de huisvesting van maximaal 12 personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, een psychiatrisch ziektebeeld of psychosociale problemen dan wel de huisvesting van maximaal 12 personen die tijdelijke opvang behoeven, al dan niet met inbegrip van begeleiding en toezicht, dit alles gericht op zelfstandige bewoning.
1.43 logies Het gedurende een relatief kort tijdsbestek verstrekken van verblijf aan personen, die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.44 maatvoeringsvlak Een deel van een bestemmingsvlak dat van een ander maatvoeringsvlak wordt gescheiden door een maatvoeringsvlakgrens. Maatvoeringsvlakken onderscheiden zich door een met de maatvoeringsaanduiding aangegeven afwijking in goot-, bouwhoogte, dakhelling en/of bebouwingspercentage.
1.45 mantelzorg Mantelzorg is langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een zorgvrager door een of meer leden uit diens omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
1.46 netto vloeroppervlak (n.v.o.) De som van de binnenwerks gemeten oppervlakten van de voor publiek toegankelijke verblijfsruimten binnen een horeca-inrichting van de categorie 1, 2 of 3, zoals café- en barruimte (inclusief bar), eetzaal, foyer, dansvloer / podium, entree e.d, met uitzondering van oppervlakten t.b.v. keuken, toiletgroepen, garderobe, opslag, dienstruimten e.d.
1.47 nutsvoorzieningen Voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.
1.48 onbebouwd erf Dat deel van het perceel, dat geen bouwvlak of erf betreft.
1.49 onderbouw Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant is gelegen tussen peil en maximaal 1,20 m boven peil.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
8
1.50 ondergeschikte delen van een bouwwerk Bouwdelen die ondergeschikt zijn aan de hoofdmassa van het desbetreffende bouwwerk, zoals overstekende daken, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, trappen en trappenhuizen, liftkappen en lifthuizen, bordessen, funderingen, goten, hijsinrichtingen, gevelreclames, gevelisolatie (al dan niet met bijbehorende ommanteling), draagconstructies en dergelijke. Hieronder worden in elk geval niet verstaan entrees, erkers en ondergrondse bouwwerken.
1.51 onderkomen Voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, loodsen, keten en andere soortgelijke verblijfsmiddelen.
1.52 overig bouwwerk Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.53 peil (straatpeil) Hieronder wordt verstaan: a. Voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de straat grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang. b. Voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
1.54 perceel Een aaneengesloten stuk grond met kadastrale aanduiding.
1.55 plangrens Een weergegeven lijn, die de grens van het plan: aanduidt.
1.56 recreatief medegebruik en evenementen Hieronder wordt verstaan: a. incidenteel, kortstondig gebruik (enkele dagen) van complexen / voorzieningen t.b.v. evenenemten zoals rommelmarkten, antiek-, huishoud-, en computerbeurzen, tentoonstellingen, bedrijvencontactdagen e.d., mits men in het bezit is van een evenementenvergunning; b. incidenteel -jaarlijks- gebruik gedurende een aantal dagen van stadsparken t.b.v. zomeractiviteiten, -spelen, theater, festival e.d;
1.57 uitbouw Een gebouw, dat als vergroting van een bestaande ruimte is/wordt gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.58 voorgevelrooilijn De naar het openbaar gebied toegekeerde lijn, die het bouwvlak begrenst en aansluit aan het onbebouwd erf c.q. openbaar gebied.
1.59 water en waterhuishoudkundige voorzieningen Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
9
1.60 weg Alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, waaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.61 Wet geluidhinder De wet van 16 februari 1979, Staatsblad 99 (1979), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.
1.62 Wet milieubeheer De wet zoals geplaatst in Staatsblad 551 (1992). Deze wet is in werking getreden op 1 maart 1993.
1.63 wonen Hieronder wordt verstaan: a. het geheel van aan huis gebonden activiteiten van huishoudens die plaatsvinden in al dan niet gestapelde woningen, zelfstandige wooneenheden e.d. ten dienste van het verblijven door mensen. Niet tot wonen behoort het verblijf in recreatieve dagverblijven; b. huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen, alsmede bijbehorende gemeenschappelijke voorzieningen (en ruimten) c.q. verzorgingsfaciliteiten; c. beroepsactiviteiten die kunnen worden beschouwd als ´aan huis verbonden beroep´, zijnde beroepsactiviteiten van tenminste één bewoner, plaatsvindend in de betrokken woning en/of bijbehorend bijgebouw.
1.64 woning Een (gedeelte van een) gebouw dat krachtens zijn indeling geschikt en bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen een aan huis verbonden beroep.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
10
Artikel 2 Wijze van meten 2.1 De goothoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.2 De inhoud van een bouwwerk Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 De bouwhoogte van een bouwwerk Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 De oppervlakte van een bouwwerk Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 Afstand tot zijdelingse perceelgrens Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
11
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bos 3.1 Bestemmingsomschrijving 3.1.1 Functie De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het bos/de bosschages en de bijbehorende bosgroeiplaats; b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en/of natuurwaarden; c. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden en wegen; d. geluidwerende voorzieningen, zoals wallen en schermen; e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; f. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen; g. bijbehorende en ondergeschikte speelvoorzieningen; h. bijbehorende en ondergeschikte objecten voor beeldende kunst; i. extensief recreatief medegebruik; j. bouwwerken van algemeen nut.
3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels: a. op de gronden binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de op grond van 3.1.1 toegelaten functies met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10m², tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven. 3.2.2 Ondergronds bouwen Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.3 Specifieke gebruiksregels 3.3.1 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen: a. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; b. het opgeslagen hebben en/of houden van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; c. het opgeslagen hebben en/of houden van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
12
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.4.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0,40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd; b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld; c. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren; d. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling; e. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; f. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen; g. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel; h. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem. 3.4.2 Uitzonderingen Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen. Met betrekking tot het verwijderen van opgaand houtgewas wordt hier in elk geval onder verstaan het verwijderen van opgaand houtgewas bij wijze van verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei en/of de kwaliteit van de overblijvende houtopstand (dunning), het verwijderen van opgaand houtgewas ingevolge de Plantenziektenwet en het verwijderen van opgaand houtgewas, ten aanzien waarvan ingevolge de Boswet een melding moet worden verzonden en/of vergunningplicht bestaat ingevolge de gemeentelijke Bomenverordening; b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 3.4.3 Toelaatbaarheid De in 3.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in 3.1.1 genoemde waarden en/of functies. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bos-hydrologisch waardevol gebied', en bij het gemeentelijke Team Stedelijke Basis, voor zover de afweging mede betrekking heeft op cultuurhistorisch waardevol gebied.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid 3.5.1 Wijziging naar bestemming 'Natuur' Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van natuur, met dien verstande dat de wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een ecologische verbindingszone, het landschappelijk raamwerk en natuur- en/of landschapscompensatie.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
13
3.5.2 Wijziging naar bestemming 'Water' Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, met dien verstande dat de wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een ecologische verbindingszone, het landschappelijk raamwerk, natuur- en/of landschapscompensatie, beekherstel, waterberging, waterzuivering en/of een ander waterbelang.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
14
Artikel 4 Natuur - Landgoed 4.1 Bestemmingsomschrijving 4.1.1 Functie De voor 'Natuur - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur en/of het bos/de bosschages en de bijbehorende bosgroeiplaats; b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en/of natuurwaarden; c. behoud, herstel en/of ontwikkeling van een landgoed of een landgoederenzone; d. één woning per bestemmingsvlak; e. recreatief nachtverblijf in de vorm van logies en ontbijt (bed & breakfast), waarbij de totale gezamenlijke voor deze functie gebruikte vloeroppervlakte per woning niet meer mag bedragen dan 5 eenheden met in totaal een maximum vloeroppervlakte van 200 m²; f. aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; g. bijbehorende en ondergeschikte tuinen en erven; h. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen; i. bijbehorende en ondergeschikte groenvoorzieningen; j. bijbehorende en ondergeschikte speelvoorzieningen; k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; l. bijbehorende en ondergeschikte objecten voor beeldende kunst; m. extensief recreatief medegebruik; n. bouwwerken van algemeen nut. 4.1.2 Aanduidingen a. Ter plaatse van de aanduiding: 1. erf; zijn de voor ´Natuur - Landgoed´ aangewezen gronden mede bestemd voor de daarbij weergegeven functie.
4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels: a. naast de in deze bestemming opgenomen bouwregels wordt verwezen naar de algemene bouwregels met bijbehorende bijlagen opgenomen in artikel 6 en de overige regels opgenomen in artikel 11. 4.2.2 Woningen Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels: a. per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één woning toegestaan. Woningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven. c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan11 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven; d. de inhoud mag niet meer bedragen dan 1500 m³. 4.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen dienen op een afstand van tenminste 2 m achter de voorgevelrooilijn van de woning te worden gebouwd. b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag in het erf niet meer
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
15
bedragen dan 100 m2; c. ten aanzien van de hoogte: 1. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen met een platte afdekking mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de hoofdbebouwing vermeerderd met een dakconstructie van maximaal 0,5 m, met een maximale totale hoogte van 4,5 m; 2. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen met een platte afdekking mag ten hoogste 3,5 m bedragen; 4.2.4 Bouwwerken van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels: a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m; b. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m². 4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de op grond van 4.1.1 en 4.1.2 toegelaten functies. b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m. c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels 4.3.1 Algemeen Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van: a. het bepaalde in 4.2.3 voor het bouwen van een bijgebouw op een afstand van meer dan 30 m van de woning, mits dit noodzakelijk is in verband met een doelmatige inrichting van het perceel. b. het bepaalde in 4.2.5 voor het bouwen van terreinafscheidingen met een hoogte van maximaal 3 m, mits het stedenbouwkundig en landschappelijk beeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels 4.4.1 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen: a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor I. de uitoefening van enige tak van handel (inclusief detailhandel); II. nijverheid; III. dienstverlening; IV. de uitoefening van een ambachtelijk, industrieel of agrarisch bedrijf; V. zelfstandige kantoren of zelfstandige kantoorruimten; VI. horecadoeleinden; b. het splitsen van een woning in twee of meer woonruimten dan wel het gebruik van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij een woning als zelfstandige of afhankelijke woonruimte; c. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; d. het opgeslagen hebben en/of houden van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; e. het opgeslagen hebben en/of houden van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming; f. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen bij de woning voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
16
4.4.2 Gebruik overeenkomstig de bestemming Het gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen bij de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie, mits: a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen tot ten hoogste 80 m² wordt gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit en b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en c. geen sprake is van op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo vergunningplichtige of van uit oogpunt van milieu meldingsplichtige activiteiten en d. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die bij dit bestemmingsplan is gevoegd en e. geen sprake is van detailhandel.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels 4.5.1 Binnenplans afwijken t.b.v. publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 4.4.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen bij de woning voor publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits: a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen tot ten hoogste 80 m² wordt gebruikt voor de aan huis verbonden publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit en b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is en c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse en d. de activiteit qua aard, omvang en uitstraling past binnen de omgeving en e. geen sprake is van een op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo vergunningplichtige activiteit en f. het gaat om bedrijfsactiviteiten, die vallen onder de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die bij dit bestemmingsplan is gevoegd en g. geen sprake is van detailhandel, uitgezonderd een beperkte verkoop, ondergeschikt aan de publieksaantrekkende activiteit. 4.5.2 Binnenplans afwijken t.b.v. afhankelijke woonruimte (mantelzorgregeling) a. Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 4.1.1 en 4.4.1 ten behoeve van het tijdelijk in gebruik nemen van een (vrijstaand) bijgebouw dan wel aan- of uitbouwen als afhankelijke woonruimte, mits: 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg (zie ook onder b en c); 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonende en omliggende (agrarische) bedrijven; 3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt ingepast en daarnaast in elk geval maximaal 80 m² bedraagt. 4. de aanvrager een overeenkomst met de gemeente Tilburg afsluit, waaruit blijkt dat de aanvrager - en zijn rechtverkrijgenden middels een op te nemen kettingbeding - zich verplicht(en) de mantelzorgruimte niet afgesplitst van de woning aan derden te verkopen met daaraan gekoppeld een door de gemeente direct opeisbare boete van € 100.000,-- bij niet nakoming; b. Naast de onder a genoemde voorwaarden gelden als aanvullende voorwaarden dat: 1. de zorgvrager deel gaat uitmaken van de huishouding van de mantelzorger(s); 2. de zorgbehoefte minimaal 8 uur per week betreft en verder een periode van minimaal 3 maanden zal beslaan;
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
17
3. de mantelzorger(s) in staat is/zijn om minimaal 8 uur per week in de zorgbehoefte te voorzien en dat ook zal/zullen doen. c. Alvorens het bevoegd gezag beslist op een verzoek om omgevingsvergunning wordt advies ingewonnen bij het Expertisecentrum Familiezorg. d. Het bevoegd gezag neemt in een te verlenen omgevingsvergunning op dat als de noodzaak van mantelzorg is komen te vervallen het gebruik van de betreffende ruimte als afhankelijke woonruimte wordt beëindigd en dit ook wordt gemeld aan de gemeente Tilburg en dat in dat geval indien die woonruimte een aan - of uitbouw betreft het keukenblok met de daarbij beho-rende leidingen dient te worden verwijderd of indien de mantelzorgruimte een (vrijstaand) bijgebouw betreft het keukenblok en de badkamerinrichting met bijbehorende leidingen dienen te worden verwijderd.
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.6.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0,40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd; b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld; c. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren; d. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling; e. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; f. het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een andere bodemcultuur; g. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen; h. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel; i. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur-hydrologisch waardevol gebied': 1. het verzetten van meer dan 100 m3 grond of op een diepte van meer dan 0.60 m onder het maaiveld, één en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; 2. de aanleg van drainage, ongeacht de diepte, tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage; 3. het verlagen van de waterstand, anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen; 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2, anders dan een bouwwerk. 4.6.2 Uitzonderingen Het in 4.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreft en/of gebruik ten behoeve van de woonfunctie, zoals de aanleg van inritten en parkeerplaatsen en het aanleggen van een retentievijver, betreft. Met betrekking tot het verwijderen van opgaand houtgewas wordt hier in elk geval onder verstaan het verwijderen van opgaand houtgewas bij wijze van verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei en/of de kwaliteit van de overblijvende houtopstand (dunning), het verwijderen van opgaand houtgewas ingevolge de Plantenziektenwet en het verwijderen van opgaand houtgewas, ten aanzien waarvan ingevolge de Boswet een melding moet worden verzonden en/of vergunningplicht bestaat ingevolge de gemeentelijke Bomenverordening; b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
18
uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 4.6.3 Toelaatbaarheid De in 4.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in 4.1.1 genoemde waarden en/of functies.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
19
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
20
Artikel 6 Algemene bouwregels 6.1 Ondergrondse bouwwerken 6.1.1 Situering Tenzij dit elders in de regels is uitgesloten of beperkt, is ondergronds bouwen binnen een bestemmingsvlak toegestaan met dien verstande dat: a. b. c. d.
100% van het bouwvlak mag worden aangewend voor ondergrondse bouwwerken; maximaal 40% van het erf mag worden aangewend voor ondergrondse bouwwerken; het onbebouwd erf niet mag worden aangewend voor ondergrondse bouwwerken; ondergrondse bouwwerken dienen te worden gebouwd onder het maaiveld en aan de straatzijde onder het straatpeil; e. openluchtzwembaden, vijvers en daarmee gelijk te stellen bij een tuin behorende voorzieningen mogen in het bouwvlak en (on)bebouwd erf worden opgericht met dien verstande dat de totale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50% van het erf en de hoogte niet meer mag bedragen van 0,5 meter. 6.1.2 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 6.1.1 ten behoeve van: a. het voor 100% ondergronds bebouwen van het erf; b. ondergronds bouwen in het onbebouwd erf; c. ondergronds bouwen boven het straatpeil. 6.1.3 Voorwaarden Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels kan worden verleend mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van: a. b. c. d.
het woon- en leefklimaat en de milieukwaliteit; de verkeers-, brand-, sociale en externe veiligheid; de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; de waterhuishouding, de natuurwaarden en de archeologische waarden.
6.1.4 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de maximale bouwdiepte voor ondergrondse bouwwerken.
6.2 Hoofdtoegang woningen 6.2.1 Situering De hoofdtoegang van grondgebonden woningen dient in de voor- of zijgevel van het gebouw te worden gesitueerd.
6.3 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening De regels van de Bouwverordening ten aanzien van de onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van de gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. de parkeergelegenheid en de laad- en losmogelijkheden.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
21
Artikel 7 Algemene aanduidingsregels 7.1 luchtvaartverkeerzone 7.1.1 luchtvaartverkeerzone-funnel Al dan niet in afwijking van het elders in de planregels bepaalde, geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone' ten behoeve van een obstakelvrij start-en landingsvlak met zijkanten ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien deze een bouwhoogte kennen, die de waarde (uitgedrukt in meters boven NAP), die is aangegeven op de bijgevoegde Luchtvaartverkeerzone-funnel-kaart, overschrijdt.
7.2 milieuzone - boringvrije zone Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - boringvrije zone' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van grondwater voor de (openbare) drinkwatervoorziening. Binnen de boringvrije zone(s) mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende (dubbel)bestemming(en) is toegestaan. Op de voor 'milieuzone - boringvrijezone' aangewezen gronden zijn aanvullend de regels, die zijn opgenomen in de provinciale Milieuverordening, van toepassing.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
22
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 8.1 Binnenplans afwijken t.b.v. geringe afwijkingen van maten Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de in het plan genoemde maten en afmetingen met ten hoogste 10%. Deze omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien: a. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden; b. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan; c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. d. voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1. de mogelijkheid voor binnenplans afwijken mag niet cumulatief worden gebruikt; 2. de mogelijkheid voor binnenplans afwijken mag niet tot gevolg hebben dat een nieuwe bouwlaag ontstaat.
8.2 Binnenplans afwijken t.b.v. geringe afwijkingen van grenzen Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de planregels ten behoeve van het in geringe mate afwijken van een vastgesteld onderdeel van een grens van een bouwvlak, bestemmingsvlak, functie-aanduidingsvlak of maatvoeringsvlak, indien bij het definitief ontwerp, bij definitieve uitmeting o.d. blijkt dat enige geringe afwijking in het belang van een bebouwing of inrichting is. Deze omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien: a. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden; b. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan; c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
8.3 Binnenplans afwijken t.b.v. aan-huis-verbonden beroep Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het plan voor wat betreft de voorwaarden, zoals beschreven in de begripsregels, waaronder overeenkomstig de desbetreffende bestemmingsomschrijving een aan huis verbonden beroep is toegelaten, indien door de aard van de werkzaamheden het beroep niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend.
8.4 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwwerken van algemeen nut Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van de bouwregels, opgenomen in de bestemmingsregels in Hoofdstuk 2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken van algemeen nut, met dien verstande dat: a. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen en b. de oppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
23
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels 9.1 Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsvlakgrenzen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd: a. de in het plan begrepen bestemmingen die grenzen aan gronden met de bestemming ´Verkeer´ (V), dan wel ´Verkeer-Verblijf (V-V)´ te wijzigen voor de indeling van gronden zoals ten behoeve van een herinrichting, een asverschuiving, herinrichting kruispunten, aanleg (mini)rotondes e.d., met dien verstande dat: 1. de bestemmingen mogen worden gewijzigd voor een verschuiving van de bestemmingsgrenzen van maximaal 25 m¹; 2. de verwerkelijking van de in het plan begrepen bestemmingen gewaarborgd dient te blijven, dat wil zeggen dat de bestemmingen door de wijzigingnen niet onevenredig mogen worden aangetast; b. bestemmingsgrenzen te wijzigen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijk ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
9.2 Wijzigingsbevoegdheid bouwwerken van algemeen nut Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen, dat bouwwerken van algemeen nut met een groter oppervlak dan 50 m2 kunnen worden gebouwd, zulks tot een maximale oppervlakte van 100 m2.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
24
Artikel 10 Algemene procedureregels Op het stellen van nadere eisen op grond van enige bepaling van de regels van dit bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
25
Artikel 11 Overige regels 11.1 Algemene regels inzake nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de bereikbaarheid van gebouwen vanuit en de situering van de hoofdentree van gebouwen ten opzichte van de openbare ruimte; b. de situering en afmetingen van groenvoorzieningen; c. de situering en afmetingen van parkeergelegenheid, ook op eigen terrein; d. de situering van toegangswegen en -paden tot gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en open erven.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
26
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 12 Overgangsrecht 12.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan; b. Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%; c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
27
Artikel 13 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: ´Regels van het bestemmingsplan Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel´.
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
28
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
Inhoudsopgave
Bijlagen bij regels
3
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
4
Bijlage 2 Luchtvaartverkeerzone
12
Bijlage 3 Hogere waarde besluit
14
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
2
Bijlagen bij regels
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
3
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
4
Toelichting bij de Staat van bedrijfsactiviteiten •
Richtafstandenlijsten
De tabellen zijn een selectie uit de lijsten zoals deze door het VNG is opgenomen in 'Bedrijven en milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk, editie 2009'. De lijst is gescreend op ruimtelijke wenselijkheid voor de specifieke bestemming waaraan de lijst gekoppeld is. •
Hoofdindeling
De lijst bij dit bestemmingsplan gaat uit van bedrijfsactiviteiten, gerangschikt naar SBI-codes van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor elke activiteit zijn milieuaspecten en richtafstanden vermeld, rekening houdend met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Bij activiteiten kunnen daarnaast specifieke opslagen en installaties voorkomen. •
Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
De lijsten vermelden richtafstanden voor de vier ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. De richtafstanden zijn weergegeven in afstandsklassen (zie hierna). De richtafstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen zijn afgeleid van: •
in Nederland aanvaarde normen voor de emissies door milieubelastende activiteiten;
•
in Nederland voorgeschreven of aanvaarde grens- en richtwaarden voor de immissies bij woningen en andere milieugevoelige bestemmingen;
•
ervaringen en waarnemingen met betrekking tot de omvang en schadelijkheid van emissies door activiteiten.
De activiteiten zijn zodanig gedefinieerd en geclusterd dat er in het licht van de soorten milieubelasting (geur, stof, geluid, gevaar) sprake is van een zekere uniformiteit. In de praktijk zal binnen een activiteit variatie in de milieubelasting voorkomen. In de tabel is de grootste afstand voor geur, stof, geluid en gevaar vermeld. Deze grootste afstand is bepalend voor de indeling in de milieucategorie. De volgende tabel geeft inzicht in het verband tussen de afstand en de milieucategorie: milieucategorie
richtafstand
milieucategorie
richtafstand
1
10 m
5.1
500 m
2
30 m
5.2
700 m
3.1
50 m
5.3
1.000 m
3.2
100 m
6
1.500 m
4.1
200 m
Mocht een bedrijf meerdere SBI-codes kennen, dan moet voor elk aspect de grootste afstand worden genomen. Dat geldt ook voor de gebruikte installaties en opslagen. Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs-/activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor de potentiële hinder, gevaar of schade. •
Geluid: continu (C) en zonering (Z)
Bij bepaalde activiteiten is na de afstand voor geluid de letter C van 'continu' aangegeven. Hiermee is aangegeven dat bij de betreffende milieubelastende activiteiten de voor geluid bepalende activiteiten meestal continu (dag en nacht) in bedrijf zijn. Voorts is bij bepaalde activiteiten na de afstand voor geluid de letter Z van 'zonering' opgenomen. Het gaat hierbij om inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken in de zin van de Wet geluidhinder (vroeger ook wel A-inrichtingen genoemd) en die als zodanig zijn aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer. Indien dergelijke bedrijven in het bestemmingsplan voorkomen of in het bestemmingsplan zijn toegestaan, moet in dat plan een geluidszone worden opgenomen. •
Gevaar: risico (R) en vuurwerk (V)
In de kolom 'gevaar' is een richtafstand aangegeven, die bij een gemiddelde activiteit van dat type aangehouden kan worden. Het betreft alle gevaarsaspecten, inclusief brandgevaar en stofexplosies. Als de letter R van 'risico' is aangegeven, kunnen activiteiten onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen of gaan vallen. Voor deze activiteiten dient altijd te worden nagegaan of het Bevi van toepassing is. Voor activiteiten waarop het Vuurwerkbesluit van toepassing is, is de letter V van 'vuurwerk' opgenomen. Voor deze activiteiten dient altijd te worden getoetst aan de veiligheidsafstanden uit het Vuurwerkbesluit. •
Milieucategorie: divers (D)
Bij de bepaling van de richtafstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen is uitgegaan van een 'gemiddeld' moderne activiteit met gebruikelijke productieprocessen en voorzieningen. Bij alle activiteiten dient daarom rekening te worden gehouden me een zekere variatie. Voor activiteiten met een grote variatie in productieprocessen is de letter D van 'divers' opgenomen. Deze activiteiten kunnen een groter variatie in milieubelasting vertonen. Dit dient per geval nader te worden bezien. •
Index voor verkeersaantrekkende werking: goederenvervoer (G) en personenvervoer (P)
Naast de genoemde milieuaspecten kan ook de verkeersaantrekkende werking van belang zijn voor de toelaatbaarheid van de activiteit op een bepaalde locatie. Dit aspect kan niet worden vertaald naar afstanden, maar is weergegeven met een kwalitatieve index die loopt van 1 tot en met 3, met de volgende betekenis: 1: potentieel geringe verkeersaantrekkende werking; 2: potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking; 3: potentieel zeer grote verkeersaantrekkende werking. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen goederenveroer (G) en personenvervoer (P) De index voor verkeersaantrekkende werking is van belang in combinatie met de verkeersontsluiting van en naar de inrichting. Het kan een indicator zijn voor eventuele verkeers- en parkeerhinder in de omgeving. •
Overige aandachtspunten: visuele hinder, bodemverontreiniging (B) en luchtverontreiniging (L)
Het aspect visueel hinder is een indicator voor de visuele inpasbaarheid van activiteiten. Zo hebben hoge omvangrijke bedrijfsbouwwerken index 3 en kleine(re) kantoorgebouwen index 1. De bepaling van de index is subjectief en niet eenduidig. Het betreft slechts een signaalfunctie. De index voor bodemverontreiniging (B) kan een hulpmiddel zijn bij de selectie van toelaatbare inrichtingen op gevoelige gronden, zoals bodembeschermingsgebieden. Deze index is opgenomen als een activiteit een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft, bijvoorbeeld door calamiteiten, incidenten of 'sluimerende' lekkages. De uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht is niet te vertalen in een richtafstand die bij voorkeur tot woningen (of andere gevoelige locaties) in acht genomen zou moeten worden. Toch kan de uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht in planologisch opzicht relevant zijn. Denk aan neerslag van geëmitteerde schadelijke stoffen op gevoelige bodems, gewassen enflora; bijvoorbeeld verzurende stoffen op natuurgebieden en zware metalen op groentes. Bij het gebruik van ontsmettings- en bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw doen zich in de praktijk regelmatig problemen voor met de afstand tot woningen. Bij activiteiten waar dit mogelijk relevant is, is de letter L van 'luchtverontreiniging' opgenomen. •
Gebruikte afkortingen
De volgende afkortingen worden in de lijsten gebruikt, in aanvulling op de hiervoor genoemde en verklaarde afkortingen: -
:
niet van toepassing of niet relevant
p.c.
:
productiecapaciteit
<
:
kleiner dan
p.o.
:
productieoppervlak
>
:
groter
b.o.
:
bedrijfsoppervlak
=
:
gelijk aan
v.c.
:
verwerkingscapaciteit
cat.
:
categorie
u
:
uur
e.d.
:
en dergelijke
d
:
dag
kl.
:
klasse
w
:
week
n.e.g.
:
niet elders genoemd
j
:
jaar
o.c.
:
opslagcapaciteit
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
STOF
GELUID
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
10, 11 1052 1071
- VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
10 30
0 10
30 30 C
0 10
30 30
2 2
1 G 1 G
1 1
10821 10821 1102 t/m 1104
3 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Vervaardiging van wijn, cider e.d.
30 30 10
10 10 0
30 30 30 C
10 10 0
30 30 30
2 2 2
1 G 1 G 1 G
1 1 1
14 141
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
10
10
30
10
30
2
2 G
2
16 162902
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
10
10
30
0
30
2
1 G
1
58 18129 1814 1814 1813 1814 182
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen A Grafische afwerking B Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media
10 0 30 30 30 0
0 0 0 0 0 0
30 10 30 10 30 10
0 0 0 10 10 0
30 10 30 30 30 D 10
2 1 2 2 2 1
1 1 2 2 2 1
P G G G G G
1 1 1 1 1 1
20 2011 2120
- VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 0 Vervaardiging van industriele gassen: 2 - verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2 G
1
23 232, 234 232, 234
- VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 0 Aardewerkfabrieken: 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
10
10
30
10
30
2
1 G
1
26, 28, 33 26, 28, 33
- VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
30
10
30
10
30
2
1 G
1
26, 27, 33 293
-
30
10
30
10
30
2
1 G
1
VISUEEL
-
VERKEER
GEUR
INDICES
nummer
AFSTANDEN IN METERS
LUCHT
OMSCHRIJVING
SBI-2008
BODEM
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
-
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g.
B
B B
L
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
OMSCHRIJVING
CATEGORIE
26, 32, 33
A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
30
0
30
0
30
2
1 G
1
31 9524 321 322 32991
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sociale werkvoorziening
0 30 30 0
10 10 10 30
10 10 30 30
0 10 10 0
10 30 30 30
1 2 2 2
1 1 2 1
P G G P
1 1 2 1
0 0 0
0 0 0
30 C 10 C 30 C
10 10 10
30 10 30
2 1 2
1 P 1 P 1 P
1 1 1
10
0
30 C
10
30
2
1 P
1
0
0
30 C
10
30
2
1 P
1
0
10
30
10
30
2
1 G
1
B
10 0 0
0 0 0
30 10 30
10 10 10
30 10 30
2 1 2
2 P 1 G 1 P
1 1 1
B
0 10 0 10 10 30 10
0 10 0 0 10 10 10
10 30 30 30 30 30 30
0 0 0 0 0 0 10
10 30 30 30 30 30 30
1 2 2 2 2 2 2
1 2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1 1
VISUEEL
BODEM
GROOTSTE AFSTAND
-
VERKEER
GEVAAR
26, 32, 33
-
nummer
GELUID
INDICES
STOF
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-2008
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - blokverwarming
35 35 35 35 35 35 35
C0 C1 D3 D4 E0 E2
36 36 36
- WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: B1 - < 1 MW
41, 42, 43 41, 42, 43
- BOUWNIJVERHEID 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
45, 47 451, 452, 454 45204 453
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven B Autobeklederijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
46 461 4622 4634 4635 4636 4637 4638, 4639
-
B
B
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in bloemen en planten Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen
P G G G G G G
LUCHT
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
10
30
10
30
2
2 G
1
10 0
0 0
30 30
10 V 30
30 30
2 2
2 G 2 G
1 1
0
10
30
10
30
2
1 G
1
0
10
30
0
30
2
1 G
1
0 30 10
0 30 10
30 30 30
30 30 30
2 2 2
1 G 1 G 2 G
1 1 2
0
0
30
0
30
2
2 G
1
10
0
30 C
10
30
2
1 G/P 1
0 30 R 10
55 562
-
49 491, 492 493 495
- VERVOER OVER LAND 0 Spoorwegen: Taxibedrijven Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
0 0
0 0
30 C 30 C
0 10
30 30 D
2 2
2 P 1 P
1 1
52 52242 52109
- DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
0
0
30 C
10
30
2
2 G
1
53 531, 532 61 61 61 61
-
0 0
0 0
30 C 10 C
0 0
30 10
2 1
2 P 1 P
1 1
0 0
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
2 2
10 10
0 10
10 10
30 30 D
2 2
2 P 2 G
1 2
A B0 B2 B3
77 7711 772
-
62
-
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven zendinstallaties: - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
30 30
B
LUCHT
GELUID
10
VISUEEL
STOF
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
INDICES
GEUR
nummer Grth in overige consumentenartikelen Grth in vuurwerk en munitie: - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton - munitie Grth inhout en bouwmaterialen: - algemeen: b.o. <= 2000 m² zand en grind: - algemeen: b.o. <= 200 m² Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 0 Grth in machines en apparaten: Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
0 1 5 0 2 4 6 0 2
AFSTANDEN IN METERS
BODEM
OMSCHRIJVING
SBI-2008
464, 46733 46499 46499 46499 4683 4673 46735 46735 4674 4674 46752 4676 466 466, 469
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
VERKEER
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
A0 B A0 A7
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: rioolgemalen Afvalverwerkingsbedrijven: - verwerking fotochemisch en galvano-afval
59 931 931 931
0 11 2
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Schietinrichtingen: - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen - binnenbanen: boogbanen
96 96012 96013
OVERIGE DIENSTVERLENING Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen
10 30 C
0 0
10 30
1 2
1 P 1 P
1 1
10 0
0 0
30 C 10
10 0
30 10
2 1
2 G 2 P
1 1
30
0
10 C
0
30
2
1 P
1
10
10
0 0
30 0
30
30 R
30
2
1 G
1
0 0
30 10 C
30 10
30 10
2 1
1 P 1 P
1 1
0 0
30 30
30 R 0
30 30
2 2
2 G 1 G
1 1
LUCHT
0 0
VISUEEL
0 0
VERKEER
CATEGORIE
37, 38, 39 3700 3700 382 382
GROOTSTE AFSTAND
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
GEVAAR
-
STOF
A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. B Datacentra
INDICES
GEUR
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 74203 82992
nummer
62 58, 63
AFSTANDEN IN METERS
BODEM
OMSCHRIJVING
SBI-2008
GELUID
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
B
B
L
B
L
-
Bijlage 2 Luchtvaartverkeerzone
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
12
Bijlage: Luchtvaartverkeerzone - Funnels
140
135
130
16 0 , 6 7 Maten staan weergegeven in meters boven NAP
Bijlage 3 Hogere waarde besluit
Gilzerbaan ruimte voor ruimtekavel
14
1 Ontwerpbesluit tot vaststelling Hogere waarde Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg stellen hogere waarden vast op grond van art. 110a Wet geluidhinder ten behoeve van het Bestemmingsplan Gilzerbaan Ruimte voor ruimte kavel , kadastraal bekend gemeente Tilburg, sectie AA 196 vanwege wegverkeerslawaai.
Overwegingen ten aanzien van het besluit ‐ Het plangebied is gelegen binnen zones van wegen zoals bedoeld in hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder; ‐ Voor wegverkeerslawaai geldt een voorkeurgrenswaarde van 48 dB op grond van artikel 82 van de Wet geluidhinder; ‐ De gemeente Tilburg is gestart met de procedure tot vaststelling van het Bestemmingsplan Gilzerbaan Ruimte voor ruimte kavel. Het bestemmingsplan maakt de bouw van één woning mogelijk; ‐ Voor de ontwikkeling van de "ruimte voor ruimte" woning is op basis van akoestisch onderzoek gebleken dat sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 5 dB voor wegverkeerslawaai op circa 8 meter uit de perceelsgrens. Op grond van het bepaalde in art. 110a Wet geluidhinder is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om hogere waarden vast te stellen voor wegverkeerslawaai tot een waarde van maximaal 53 dB voor een buitenstedelijke situatie. Toetsing Ten behoeve van het Bestemmingsplan Gilzerbaan Ruimte voor ruimte kavel is een akoestisch onderzoek verricht. Voor het akoestisch onderzoek wordt verwezen naar de milieuparagraaf (onder geluid) in de toelichting van Bestemmingsplan Gilzerbaan Ruimte voor ruimte kavel. Uit de rekenresultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai wordt overschreden. Voor het bestemmingsplan is het nodig een hogere waarde vast te stellen. Hiervoor wordt verwezen naar de bijlage. De hoogst toegelaten waarde van dit besluit bedraagt 53 dB voor wegverkeerslawaai. De maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Wegverkeer Het bestemmingsplan staat de bouw van één woning toe. Om deze reden wordt het aanbrengen van een stiller wegdek op de Gilzerbaan vanuit financieel oogpunt niet doelmatig geacht. Daarnaast zal het aanleggen van een stil wegdek er niet toe leiden dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt bereikt. Het verlagen van de rijsnelheid is vanuit verkeerskundige overwegingen niet gewenst. Het plaatsen van een geluidsscherm is stedenbouwkundig niet wenselijk. Gelet hierop ontmoeten doeltreffende maatregelen gericht op het verminderen van het wegverkeerslawaai overwegende bezwaren van verkeerskundige, financiële en stedenbouwkundige aard. Cumulatie Er is geen sprake van cumulatie van geluidbronnen. Procedure Het ontwerpbesluit tot vaststellen van de hogere waarde(n) heeft overeenkomstig de bepalingen van art. 110c van de Wet geluidhinder en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegen gedurende de periode van … tot en met …. Belanghebbenden hebben gedurende deze termijn zienswijzen in kunnen dienen. Er zijn (wel/geen) zienswijzen kenbaar gemaakt. Op grond van artikel 110i van de Wet geluidhinder dient een bestuursorgaan een onherroepelijk besluit tot vaststelling van hogere waarden zo spoedig mogelijk in te schrijven in de openbare registers.
2 Besluit Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg besluiten: 1. Hogere waarden ten gevolge van wegverkeerslawaai voor het Bestemmingplan Gilzerbaan Ruimte voor ruimte kavel, kadastraal bekend gemeente Tilburg, sectie AA 196 vast te stellen. De maximaal vast te stellen hogere waarde bedraagt 53dB. 2. Dit besluit nadat het onherroepelijk is geworden ter inschrijving aan te bieden aan het Kadaster, conform art. 110i van de Wet geluidhinder. Tilburg 2014 Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg, namens deze teammanager afdeling Ruimte, mr. E.M.A. van Sprang‐Helmig Bijlage overzicht geluidbelasting op het perceel