Leerlijnen REKENEN – WISKUNDE (BB) Bovenbouw Domein : Bewerkingen Onderwerp: vervolg breuken B11 B11 B11
De leerlingen kunnen ongelijknamige breuken gelijknamig maken, optellen en aftrekken. De leerlingen kunnen bij een geheel getal een breuk optellen of aftrekken De leerlingen kunnen breuken met elkaar vermenigvuldigen en met een geheel getal en andersom.
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 1
250311
; 4- = 2x
- , 4+ = x3= ;
1 3 x 2 5
Leerlijn rekenen – wiskunde elfjarig basisschool Bovenbouw Domein: Plaatsbepaling Onderwerp: Coördinaten Code P11
Leerdoel De leerlingen kunnen een assenstelsel aanbrengen op een roosterpapier.
P11
De leerlingen kunnen een plaats bepalen in een assenstelsel,waarbij er steeds vanuit de oorsprong gestart wordt. De leerlingen weten dat het aantal stappen horizontaal naar rechts de x – waarde is en het aantal stappen vertikaal naar boven de y – waarde is.
P11
P11
De leerlingen kunnen een verzameling van punten in een assenstelsel uitzetten en aflezen.
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 2
250311
Inhoud De horizontale lijn vanuit een punt naar rechts is de positieve X – as. De verticale lijn vanuit hetzelfde punt naar boven is de positieve Y – as. Het snijpunt van de positieve x –as met de positieve y – as heet de oorsprong (O). Steeds vanuit O horizontaal naar rechts en daarna vertikaal naar boven. Vanuit O twee stappen horizontaal naar rechts en daarna drie stappen vertikaal naar boven komen we terecht in een punt dat wordt aangeduid met ( 2, 3 ) 2 is de x – waarde en 3 is de y – waarde. Dit punt noemen we een geordend getallenpaar of coördinaat. Een verzameling van punten wordt een grafiek genoemd.
Leerlijn rekenen – wiskunde elfjarig basisschool Bovenbouw Domein: Bewerkingen Onderwerp: distributieve eigenschap, commutatieve eigenschap, substitueren, gelijksoortige termen. Code B11 B11 B11
Leerdoel De leerlingen kunnen de distributieve eigenschap bij vermenigvuldigen toepassen. De leerlingen kunnen de commutatieve bewerkingen uitvoeren bij optellen en vermenigvuldigen. De leerlingen kunnen substitueren
B11
De leerlingen weten wat gelijksoortige termen zijn en kunnen ermee werken.
B11
De leerlingen weten wat de betekenis is van een coëfficiënt
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 3
250311
Inhoud 5 x 91 = 5(90 + 1) 5 x 99 = 5(100 – 1) 12 + 8 = 8 + 12 8 x 12 = 12 x 8 Als we 3x moeten berekenen voor x = 4 , dan zeggen we dat x wordt vervangen door 4 ( substitueren ) 15 a + 2b + 3a + 10b = 15a + 3a + 2b + 10b 15a en 3a zijn gelijksoortige termen; 2b en 10b zijn gelijksoortige termen. Gelijksoortige termen nemen we samen. P+P+P+P+P=5p 5 noemen we de coëfficiënt in het getal 5P De coëfficiënt van P is 1 deze wordt weggelaten.
Leerlijn rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs Bovenbouw Domein: Bewerkingen Onderwerp: Machtsverheffen (M)/Ontbinden in factoren Code
Leerdoel
Inhoud
B11
De leerlingen kennen het begrip machtsverheffen.
Machtsverheffen is een wiskundige bewerking, waarbij een getal (het grondtal) herhaaldelijk met zichzelf wordt vermenigvuldigd. - Het grondtal wordt ook wel factor genoemd. - Het aantal keren waarop het grondtal met zichzelf wordt vermenigvuldigd wordt exponent genoemd 2
Voorbeeld: 4 4 is het grondtal of factor 2 is de exponent
B11
De leerlingen kunnen het begrip machtsverheffen toepassen
Voorbeeld: 2 4 betekend 4 x 4 In plaats van 4 x 4 kunnen we kort opschrijven . We zeggen: vier tot de tweede macht of vier tot de tweede , of vier kwadraat. Voorbeeld: 7 5 betekent 5 x 5 x 5 x 5 x 5 x 5 x 5 7 I.p.v. 5x5x5x5x5x5x5 kunnen we kort opschrijven 5 . We zeggen: vijf tot de zevende macht of vijf tot de zevende. duiden we aan met macht. Elk getal tot de macht 1 is gelijk aan zichzelf. Elk positief getal tot de macht 0 is gelijk aan 1. 0 x 0 x 0 x 0= 0
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 4
250311
B11
B11
De leerlingen kunnen m.b.v machtsverheffen een getal ontbinden in factoren. .
Voorbeelden : 40 = 2x2x2x5 = x5 36 = 2x2x3x3 = x De getallen 40 en 36 zijn ontbonden in factoren. Een getal ontbinden betekent het getal schrijven als een product van priemfactoren. Getallen die slechts deelbaar zijn door 1 en zichzelf heten priemgetallen. Bv 2,3 ,5 , 7 , 11 enz…..
De leerlingen kunnen op de juiste manier “ontbinden in factoren” toepassen.
Vereenvoudig 16 = 2 x 2 x 2 x 2 = x 36 = 2 x 2 x 3 x 3 = x De grootste gemeenschappelijke deler ( g g d ) van 16 en 36 is . We delen zowel 16 als 36 door 4. .Dus
B11
Leerlingen kunnen vraagstukken maken , waarin machten voorkomen
Voorbeeld: 2
Bereken :(3x5) : 5 = (3x5) 5
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 5
250311
=
2
=
45
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisschool Bovenbouw Domein: Vergelijkingen/ongelijkheden/functies Onderwerp Lineaire vergelijkingen, stelsels van vergelijkingen, ongelijkheden, lineaire functies en grafieken. Code
Leerdoel
Inhoud
LV11
Leerlingen kunnen het bouwschema van een lineaire vergelijking op schrijven Leerlingen kunnen aan de hand van een gegeven lineaire vergelijking 2 punten zoeken en vervolgens een lijn tekenen. Leerlingen kunnen van een lineaire vergelijking de richtingscoëfficiënt van een lijn bepalen. Leerlingen kunnen aan de hand van twee gegeven punten een vergelijking van een lijn l opstellen.
Y = ax + b ( a ≠0 )
LV11
Leerlingen kunnen m.b.v hun vergelijkingen het snijpunt berekenen van de lijn l met lijn m.
Gegeven de lijn l met de vergelijking 3x – 2y = 1 en lijn m met de vergelijking y – x = 1 Bepaal de coördinaten van het snijpunt.
LV11
Leerlingen kunnen een stelsel van eerstegraads vergelijkingen oplossen.
LV11 LV11 LV11
LV11
Bepaal de rc van lijn met een vergelijking 2X -4y =3 Stel een vergelijking van lijn l op die door de punten (5, 2 ) en ( 3,-3 ) gaat.
{
Leerlingen kunnen de oplossingsverzameling van een stelsel met meerdere ongelijkheden in R x R tekenen.
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 6
Teken de Lijn l met de vergelijking y = 2x +2.
250311
Bepaal het gebied aangegeven door 2X – y > ^ y + x < 0 ^ 2x -3y > 5
LV11 LV11 LV11 LV11 LV11
Leerlingen kunnen eerstegraads ongelijkheden oplossen Leerlingen kunnen het bouwschema van een lineaire functie opschrijven. Leerlingen kunnen de grafiek tekenen van en lineaire functie Leerlingen kunnen met een gegeven lineaire functie de snijpunten berekenen van de grafiek met de coördinaatassen Leerlingen kunnen met m.b.v twee gegeven punten de richtingscoëfficiënt van een lijn bepalen en de eerste graadsfunctie opschrijven. Leerlingen kunnen een lineaire vergelijking omzetten in een lineaire functie.
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 7
250311
Los op: -3x < 6 f(x ) = ax + b ( a ≠0 ) Teken de grafiek van de functie f (x ) = -3x +5 Snijpunt met de x – as: f (x ) = 0 : Snijpunt met de y – as: f ( 0 ) Bepaal de rc van een lijn l die gaat door ( 3, 2 ) en ( 5 , 1 ) en bepaal tevens de functie. y – 2x + 3 = 0 gelijkwaardig met y = 2x – 3 f ( x ) = 2x - 3
Leerlijnen rekenen - wiskunde elfjarig basisonderwijs Bovenbouw Domein: Vergelijkingen/ongelijkheden/functies Onderwerp:Kwadratische vergelijkingen, ongelijkheden, kwadratische functies en grafieken
Code KV 11
Leerdoel Leerlingen kunnen het bouwschema van een kwadratische vergelijking herkennen en opschrijven
KV 11
Leerlingen kunnen kwadratische vergelijkingen oplossen in d.m.v. : 1. Ontbinden 2. Kwadraat afsplitsen 3. abc-formule
Inhoud met
en
1. x² + 5x + 6 = 0 x² - 9 = 0 2. Kwadraat afsplitsen a(x- p)² + q = 0 ^ ( a ≠ 0 ) 3. abc- formule √
KV 11
Leerlingen kunnen m.b.v. de discriminant onderzoeken of een kwadratische vergelijking oplosbaar is.
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 8
250311
Discr.D = b² - 4ac uitgaande van het bouwschema: ax² + bx + c = 0 (a 0).
KV 11
Leerlingen kunnen mbv de discr. het aantal oplossingen v/e kwadratische vergelijking aangeven
KV 11
Leerlingen kunnen het functievoorschrift van een kwadratische functie opschrijven
KV 11
Leerlingen kunnen van een kwadratische functie: Nulpunten, sym-as, extremen, snijpunten m/d y-as berekenen
KV 11
Leerlingen kunnen mbv kwadraat afsplitsen de extremen v/e kwadratische functie bepalen
KV 11
Leerlingen kunnen de grafiek v/e kwadratische functie tekenen
KV 11
Leerlingen kunnen een tweedegraads ongelijkheid oplossen d.m.v aflezen v/d grafiek
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 9
250311
p)2 + q voor a > 0 top min ( p, q ) ; voor a < 0 top max ( p ,q) Dalparabool en bergparabool tekenen Los op in
Leerlijnen wiskunde – rekenen elfjarig basisonderwijs Bovenbouw Domein: Goniometrie
Code Leerdoel G1. Leerlingen kennen de goniometrische verhoudingen (sinus, cosinus en tangens)
G2.
Leerlingen kennen de waarden van de sinα, cosα en tanα in de verschillende kwadranten
G3.
Leerlingen kennen de goniometrische eigenschappen en kunnen die toepassen
G4.
Leerlingen kennen het verband tussen sinx en cosx in een eenheidscirkel Leerlingen kunnen werken met de tabel van de goniometrische verhoudingen t/m 90º Leerlingen kunnen de sinus, cosinus en tangens van 30º, 45º, 60º berekenen m.b.v de eenheidscirkel
G5.
Leerlingen kennen de sinus, cosinus en tangens van 0º, 90º,180º,270º en 360º m.b.v de eenheidscirkel G7 Leerlingen kunnen de goniometrische verhoudingen van de hoeken in een rechthoekige driehoek aangeven G8 Leerlingen kunnen goniometrische vergelijkingen oplossen SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 250311 10
Inhoud
Sin α
cos α
Sin 225 º = sin (180º + α ) α = 45º -Sin 45º= √ sin²x + cos²x = 1 ;
G6.
Los op sinx = 1; cosx = 1
tan α
G9 G10 G11
G12
Leerlingen kennen de sinusregel en kunnen deze regel toepassen in verschillende soorten driehoeken Leerlingen kunnen goniometrie toepassen in driedimensionale figuren Leerlingen kunnen goniometrie gebruiken in praktische situaties
Leerlingen kennen de cosinusregel en kunnen deze regel toepassen
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 11
250311
=
=
Iemand zit in een boom van 15 meters hoog. De man ziet een stilstaande auto onder een hellingshoek van 35º . bereken de afstand tussen de boom en de auto.
Leerlijnen rekenen-wiskunde elfjarig basisonderwijs Bovenbouw Domein: Vectoren
Code VE11
Leerlingen kennen het begrip vector
VE 11
Leerlingen kunnen vectoren tekenen
VE11 VE11 VE11
Leerlingen kunnen m.b.v vectoren translaties uitvoeren Leerlingen kunnen vectoren optellen Leerlingen kunnen de lengte van vectoren berekenen m.b.v stelling van Pythagoras Leerlingenn kunnen vectoren vermenigvuldigen met getallen
VE11
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 12
Inhoud Vector is een verzameling van pijlen met de dezelfde richting en dezelfde lengte
250311
( ) + ( )=( ‖( )‖=√
)
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs. Bovenbouw Domein: Gelijkvormigheid – Gelijkstandigheid
Code
Leerdoel
Inhoud
GG11
Leerlingenn kennen het begrip gelijkvormigheid
Twee figuren zijn gelijkvormig als: 1. De overeenk. hoeken even groot zijn 2. De lengten van de zijden van de ene figuur evenredig zijn met de lengthen van de overeenk. Zijden van de andere figuur
GG11
Leerlingen kunnen aan de hand van twee gelijkvormige figuren berekenen wat de lengtevergrotings factor k is
Lengtevergrotende factor k = 2 GG11
Leerlingen kunnen aan de hand van de lengte vergrotingsfactor berekenen
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 13
250311
(zie tekening )
GG11
Leerlingen kennen het begrip gelijkstandig
Twee figuren zijn gelijkstandig als: 1. Ze gelijkvormig zijn 2. De overeenkomstige zijden parallel zijn
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 14
250311
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs
Bovenbouw Domein: Rijen Code
Leerdoel
Inhoud
R11
De leerlengen kunnen de regelmaat in een rij bepalen
2, 3, 5, 8, …, …, …
R11
De leerlingen kunnen werken met een Fibonacci rij
2, 5, 7, 12, …, …, …
R11
De leerlingen kennen het begrip meetkundige rij
Een meetkundige rij is een rij waarbij het quotiënt van elk twee opeenvolgende termen constant is
R11
De leerlingen kunnen werken met een meetkundige rij
6, 12, 24, 48, …, …, …
R11
De leerlingen kennen het begrip rekenkundige rij
Een rekenkundige rij is een rij waarbij het verschil van elk twee opeenvolgende termen constant is
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 15
250311
R11
De leerlingen kunnen werken met een rekenkundige rij
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 16
250311
8, 12, 16, 20, …, …, …
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs
Bovenbouw Domein: Afbeeldingen in het platte vlak Code
Leerdoel
Inhoud
A11
Leerlingen n kunnen spiegelen in een lijn
P(x, y)
P’(2a – x, y)
P(x, y)
P’(x, 2b - y)
P(x, y)
P’(y, x)
P(x, y) A11
Leerlingen kunnen spiegelen in een punt
A11
Leerlingen kunnen transleren over een vector
A11
A11
P(x, y)
P’(-y, -x) P’(2a – x, 2b - y)
P(x, y)
P’(x + m, y + n)
Leerlingen kunnen roteren om de oorsprong over 90
P(x, y)
P’(-y, x)
Leerlingen kunnen roteren om de oorsprong over -90
P(x, y)
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 17
250311
P’(y, -x)
A11
Leerlingen kunnen roteren om de oorsprong
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 18
250311
P(x, y)
P’(-x, -y)
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs.
Bovenbouw Domein: Cirkels en lijnen Code
Leerdoelen
Inhoud
CL11
Leerlingen kennen het bouwschema van een cirkel
C: (x – a)2 + (y - b)2 = R2
CL11
Leerlingen kunnen aan de hand van twee gegeven punten een vergelijking van een cirkel bepalen
Gegeven een cirkel C met middelpunt (1,5) en deze cirkel gaat door het punt (5,2) R= = = 2 2 C : (x - 1) + (y - 5) = 25
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 19
250311
( a,b ) is het middelpunt ; R is de straal.
CL1
Leerlingen kunnen het snijpunt (raakpunt) van een cirkel en een lijn berekenen
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 20
250311
Gegeven de cirkel C: (x - 3)2 + y2 = 9 en de lijn l met de vergelijking y = x. Bereken de snijpunten van l met C
Leerlijnen rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs
Bovenbouw Domein: Statistiek Code
Leerdoelen
Inhoud
ST11
De leerlingenn kennen het begrip statistiek
Statistiek is de wetenschap die zich bezig houdt met het verzamelen en ordenen van gegevens
ST11
Leerlingen kunnen grafieken tekenen en kunnen gegevens aflezen van grafieken
Staafdiagram 500 Jan Feb Mrt 0
ST11
Leerlingen kennen de begrippen gemiddelde, frequentie, modus (modale klasse), mediaan
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 21
250311
Waarn. Getallen: 2 , 7 ,,5 , 2 , 5 Orden: 2 ,2 ,5 ,5 , 7 Mediaan is 5 Modus is 5 Gem. = …
ST11
Leerlingen kunnen gegevens in een frequentie tabel plaatsen
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 22
250311
W. get
3
6
8
9
Freq
1
4
3
2
Leerlijn rekenen – wiskunde elfjarig basisonderwijs
Middenbouw Domein:
goederenhandel /winkelen
Onderwerp: Bruto, Tarra en Netto Code
Einddoelen
Inhoud
G8
De leerlingen kunnen de begrippen bruto, tarra en netto hanteren
eieren met rek eieren zonder rek
SRD 16,50 SRD15,00
Tarraprijs = Brutoprijs – Nettoprijs
G8
De leerlingen kunnen opdrachten uitvoeren waarin de begrippen bruto,tarra en netto voorkomen.
G8
De leerlingen kunnen opdrachten m.b.t.markt en winkelsituaties uitvoeren
G8
De leerlingen zijn in staat redactiesommen te maken waarbij de begrippen inkoop, verkoop, winst en verlies
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 23
250311
Bruto 16.800 kg (150 vaten) Tarra …… kg(1 vat weegt 10 kg ) Netto ........kg In een doos zijn er 24 blikken bruine bonen met een nettogewicht van 9.600 gram Het tarragewicht van 5 blikken is 125 gram Het Brutogewicht van 1 blik is.... Het brutogewicht van 2 kisten met spijkers is totaal 300 kg.Tarra is 5 %. De spijkers worden verkocht voor SRD 5,50 per kg.De totale opbrengst is..................... Het nettogewicht van 1 emmer zoutvlees is 26 kg. Het tarragewicht van 1 emmer is 1 kg. Het gewicht van het water in elke emmer is 3 kg. Het brutogewicht van 1 emmer zoutvlees is........... Iemand koopt een huis van SRD 60.000,-. Hij verkoopt het met 10% winst. Hoeveel is de verkoopprijs van het huis?
uitgedrukt kunnen worden in procenten.
G8
De leerlingen kunnen een korting op de verkoopsprijs uitdrukken in procenten
SLO – Leerlijnen Rekenen en Wiskunde - Bovenbouw (BB) 24
250311
Een huis van SRD 90.000,- heeft brandschade opgelopen. Het wordt verkocht voor SRD 65000,-. Hoe groot is het verlies? Ook uitdrukken in procenten. Korting wil zeggen ‘wat gaat er af’. Een tafel is geprijsd voor SRD 180,-. De klant krijgt SRD 18,- aan korting. Hoeveel moet de klant betalen? Hoeveel procent korting is dat?