Leeractiviteit Spelen met tableaus
bij hoofdstuk 1 Reisverlangens – Verhalen van pioniers
[icoon: samenwerking experimenteren Zon: verkennen & experimenteren] on the spot
verkennen
Toelichting Met deze opdracht doe je ervaring op in het werken met tableaus, beelden en beeldvorming. Je ervaart fysiek hoe kracht en onmacht zich laten zien in het lichaam en gevoel. Je leert hoe je met een minimale verandering een groot verschil kunt maken in beelden en beeldvorming. Ook kun je ervaren hoe minimale veranderingen in houding en ruimte grote impact kunnen hebben.
To do Vorm op de spelvloer twee groepen van vier à vijf deelnemers uit de trainingsgroep. De
ene groep maakt een tableau over strijdbaarheid; de andere groep zet een beeld neer over slachtofferschap. Je kunt ook een ander dubbelthema nemen, bijvoorbeeld: • blijdschap en woede; • oorlog en vrede; • vriendschap en conflict. Zorg er met minimale veranderingen voor dat het ene beeld verandert in het andere, en omgekeerd: de strijdbaren worden slachtoffer en de slachtoffers strijdbaar. Nabespreking Wat is het effect van deze oefening op jou en hoe kun je dit koppelen aan het omgaan met diversiteit? Hoe kun je dit verbinden met de theorie van Lucy Kortram over actor- en toeschouwerrollen?
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Tussen alledaags leren en noodgedwongen leren
bij hoofdstuk 2 Reisvoorbereidingen – Leren en inspiratiebronnen
onderzoeken
on the spot
Toelichting In deze leeractiviteit ga je op zoek naar jouw verhalen over alledaags leren, noodgedwongen leren en leren uit de botsing van culturen. In hoofdstuk 2 (paragraaf 2.2 en 2.3) vind je informatie over zowel bijna ongemerkte manieren van leren als het andere uiterste: leren omdat je wel moet, vanwege omstandigheden die zich voordoen in je leven.
To do Leg uit wat alledaags leren is, en geef voorbeelden uit je eigen leven. Leg uit wat noodgedwongen leren is, en geef voorbeelden uit je eigen leven of dat van je
vrienden en vriendinnen. Leg uit wat leren uit de botsing van culturen is, en geef voorbeelden die je zelf meegemaakt hebt of iets wat je bij iemand in je omgeving hebt gezien.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Jouw inspiratiebronnen bij het werk bij paragraaf 2.5 Creatief leren
on the spot
verkennen onderzoeken
Toelichting Op de website www.kleurrijkwelzijn.nl vertellen de professionals meer over wat hen in het bijzonder heeft geïnspireerd en aangezet tot leren.
To do Lees de verhalen van de professionals. Zoek uit voor jezelf wat en wie jou inspireert bij je werk, je opleiding, je levenskeuzes:
• • • • • • • •
u i t g e v e r ij coutinho
wie je held is; wie je het meest respecteert om de invloed die hij of zij heeft in de wereld; wat het mooiste boek is dat je ooit hebt gelezen; wat de mooiste film is die je hebt gezien; wat het mooiste moment in je leven is tot nu toe; wie de meest inspirerende docent is; wat je meest opwindende reismoment is; wat je …
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Meervoudige intelligentietest
bij hoofdstuk 2 Reisvoorbereidingen – Leren en inspiratiebronnen
verkennen
on the spot
Toelichting Met deze leeractiviteit kun je je eigen intelligentie testen met de meervoudige intelligentietest van Gardner.
To do Ga naar de site www.pbdgent.be/opvoedingonderwijs/mitest/mitestvolw.htm en zoek op
test meervoudige intelligentie Doe de test voor jezelf. Laat een collega/medestudent die jou goed kent ook de test voor jou invullen (dus hij/zij vult de test zo in als hij/zij denkt dat dit bij jou zit). Bespreek de uitkomsten van de test met elkaar. • Waar ben je volgens de test intelligent of knap in? Herken je dit? • Waar ben je (nog) niet zo intelligent of knap in? Herken je dat ook? Welke verschillen laat de uitslag zien van de test die jij zelf hebt gemaakt en de test die je collega/medestudent voor jou heeft ingevuld? Vraag je collega/medestudent om toelichting en verheldering. Wat zou je verder willen ontwikkelen dat van belang is voor jouw beroep? En hoe kun je dat gaan aanpakken?
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Real life activiteit
bij hoofdstuk 3 Slow traveling – Community art
onderzoeken
on the spot
Toelichting Gangbare manieren om interessante informatie te vinden zijn: zoeken in boeken, zoeken op internet of praten met mensen, enzovoort. Een heel andere manier van onderzoeken is het opdoen van real life ervaringen: gewoon meedoen en ervaren; zien, horen, ruiken, voelen en proeven. Als je dit vanuit een onderzoekende houding doet, zul je merken dat je heel andere dingen proeft, ziet en ervaart, en dat je heel andere contacten krijgt. Zo kan het als je onderzoek doet naar Chinese vrouwen interessant zijn Chinees te gaan eten. Je kunt op afstand blijven (‘Ik houd niet van Chinees eten.’), maar je kunt je ook voornemen om er op een andere manier in te stappen en te kijken wat je wel aanspreekt. Als je onderzoek doet naar Antilliaanse mannen en je gaat mee naar salsadansen, kun je langs de kant blijven zitten of gewoon meedoen. Je kunt ook deelnemen aan een Ghanese kerkdienst of met een klasgenoot mee gaan naar de moskee.
To do Bedenk met je projectgroepleden een real life activiteit die je graag zou willen meemaken. Wat boeit je in deze activiteit, en wat wil je hierin leren? Bespreek hoe je dit kunt organiseren. Presenteer je ervaringen, bijvoorbeeld in de vorm van een dans of door het vertellen van
een verhaal.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Zelfonderzoek: je eigen socialisatie
bij hoofdstuk 4 Bewegwijzering – Diversiteitsfilosofie en muzisch werken
on the spot
onderzoeken creëren
Toelichting Met deze opdracht kun je je bewust worden van je eigen socialisatie en van het feit dat die anders die kan zijn dan die van anderen. Je krijgt daardoor meer zicht op en begrip voor verschillen in socialisatie en cultuur.
To do Denk eens terug aan je vroege kindertijd. Hoever kun je teruggaan in je herinnering? (Als je
je iets niet kunt herinneren, vraag het dan aan je ouders, broers of zussen.) • Werd je gedragen of lag je in de kinderwagen? • Sliep je bij je ouders of in je eigen bed? • Was je omgeving rustig of onrustig? • Zag je veel verschillende mensen, en hoe gedroegen ze zich naar jou? • Huilde je veel of weinig? En wat gebeurde er als je huilde? • Wat heb je geleerd over goed en kwaad? • Welke regels waren er? • Wie waren jouw voorbeelden? • Wat wilde je bereiken? • Hoe ging je om met lichamelijkheid? Mocht je jezelf of elkaar aanraken? • Wat was schoon, wat was vies? • Hoeveel initiatief moest of mocht je nemen? • Hoe dicht mocht je bij anderen komen? • Wat betekende het om een meisje of jongen te zijn en wat betekende dat voor de omgang met jongens of meisjes? • Hoe heb je school ervaren? • Wat heb je op school vooral geleerd? • Wie was je favoriete onderwijzer of onderwijzeres en waarom? • Welke sport heb je gedaan? • Wie was je televisie- of muziekidool? • Welke helden waren er voor jou nog meer? • Met welke godsdienst ben je opgegroeid en hoe heb je dat ervaren? • Mocht of moest je vragen stellen of juist niet? u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/2
• • • • • •
Mocht of moest je een eigen mening hebben en die verkondigen of niet? Mocht of moest je vechten, huilen, liegen, brutaal zijn? En hoe deed je dat dan? Waar was je trots op en waar schaamde je je voor? Hoe maakte je vrienden? Had je veel of weinig vrienden? Welke rol had je in je vriendengroep in de puberteit? Was de groep waarmee je je tijd doorbracht van je eigen sekse of was het een gemengde groep? • Voor welke leeftijdgenoot had je grote bewondering en waarom? • Wat is jouw droom en hoe wil je die verwezenlijken? Breng in de vorm van een korte, creatieve presentatie een belangrijk onderdeel van jouw socialisatie in beeld. Zo’n korte presentatie kun je ophangen aan bijvoorbeeld een typische grap of anekdote, een spreekwoord of gezegde, een muziekstuk, een gedicht, een korte tekst uit een lied, of de Bijbel of uit de Koran.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 2/2
Leeractiviteit www.waarbenjij.nu
bij hoofdstuk 4 Bewegwijzering – Diversiteitsfilosofie en muzisch werken
on the spot
experimenteren creëren
Toelichting In het Dagblog van een reiziger doet de reiziger verslag van zijn belevenissen. Ook als student ga je op reis. Je kunt dat letterlijk doen en de trein nemen om op onderzoek uit gaan, maar ook door jezelf en je omgeving tegen het licht houden kun je ‘reiservaring’ opdoen. De ontwikkeling van jezelf en de ontwikkeling van de kleurrijke professional in jou is dus ook een soort reis – een reis door en met jezelf. Want wat is voor jou het meest belangrijk? Je reisdoel of de ervaringen die je onderweg opdoet? Met deze leeractiviteit plaats je – net als de dagblogreiziger uit het boek – een aantal van je reiservaringen op de site www.waarbenjij.nu. Op die manier deel je je reiservaringen en breng je je ontdekkingen voor anderen in beeld.
To do Kies een drietal interessante reisdoelen (dat wil zeggen: onderzoeksdoelen). Beschrijf de ervaringen en ontdekkingen die je onderweg naar deze doelen tegenkomt en
koppel die aan je toekomstige beroep. Beschrijf deze reiservaringen op creatieve en inspirerende wijze voor anderen. Plaats er foto’s, routekaartjes of souvenirs bij die je verhaal kunnen ondersteunen. Probeer steeds voor ogen te houden dat je alles op een inspirerende wijze in beeld brengt. Zet de reiservaringen zo op de site dat andere betrokkenen bij Retourtje inzicht ze makkelijk kunnen terugvinden. Doe dit als volgt: RetourtjeinzichtVoornaamAchtennaam, dus bijvoorbeeld: ‘RetourtjeinzichtJudithGlashouwer’. Bekijk de reiservaringen van ten minste twee medestudenten. Bespreek dit materiaal. Stel vragen en geeft tops en tips.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Maak individueel een eigen backpack bij hoofdstuk 5 Reizen zonder grenzen – Over insluiting en uitsluiting
on the spot
onderzoeken creëren
Toelichting Hoofdstuk 5 gaat over allerlei mogelijke groepsidentiteiten. Er wordt uitgelegd dat ieder mens deel uitmaakt van verschillende groepen. Soms hoor je bij een groep die meer macht heeft in deze samenleving dan andere groepen. In het boek wordt verwezen naar twee voorbeelden: in paragraaf 5.6 naar een website waarop je 99 voordelen van witheid vindt en waar wordt gesproken van ‘een witte knapzak’; in het intermezzo Lesbische backpack staan voordelen van lesbisch zijn. In beide voorbeelden wordt op een creatieve manier verwoord wat de voordelen zijn van bepaalde maatschappelijke posities. Je kunt die voordelen ook verbinden aan de diversiteitscirkels van de hoofdstukken 4 en 5. In deze opdracht onderzoek je de voor- en nadelen die jijzelf geniet op grond van je eigen groepsidentiteit. Je kunt de voorbeelden die we net aanhaalden gebruiken ter inspiratie, maar wees zelf ook creatief: bij bepaalde aspecten liggen voor- en nadelen voor de hand (bijvoorbeeld als het gaat over ‘jong zijn’), maar aan andere aspecten kunnen heel verrassende vooren nadelen verbonden zijn. Denk aan leven met een chronische ziekte, of uit een katholieke familie komen, of uit een familie waarvan de ouders en grootouders heel andere levensbeschouwelijke achtergronden hebben, of …, of …, of …
To do Maak een rugzak/backpack van jezelf, met daarin de voordelen of privileges die je hebt
meegekregen op grond van het feit dat je deel uitmaakt van een bepaalde groep. Je kunt zelf bepalen of je kiest voor een meerderheidsgroep waar je toe behoort of voor een minderheidsgroep waar je toe behoort. Neem daarbij de volgende aanwijzingen in acht: • Verantwoord je rugzak/backpack met verwijzing naar de theorie. • Verbind je rugzak met je maatschappelijke positie. • Geef aan of je de inhoud van je rugzak ziet als een voordeel of als een privilege. Het is niet voor niets dat de witte vrouw bij haar witte knapzak spreekt van privileges, terwijl de ander met haar lesbische backpack het heeft over voordelen.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Maak een groepsbackpack
bij hoofdstuk 5 Reizen zonder grenzen – Over insluiting en uitsluiting
on the spot
onderzoeken creëren
Toelichting Hoofdstuk 5 gaat over allerlei mogelijke groepsidentiteiten. Er wordt uitgelegd dat ieder mens deel uitmaakt van verschillende groepen. Soms hoor je bij een groep die meer macht heeft in deze samenleving dan andere groepen. In het boek wordt verwezen naar twee voorbeelden: in paragraaf 5.6 naar een website waarop je 99 voordelen van witheid vindt en waar wordt gesproken van ‘een witte knapzak’; in het intermezzo Lesbische backpack staan voordelen van lesbisch zijn. In beide voorbeelden wordt op een creatieve manier verwoord wat de voordelen zijn van bepaalde maatschappelijke posities. Je kunt die voordelen ook verbinden aan de diversiteitscirkels van de hoofdstukken 4 en 5. In deze opdracht onderzoek je de voor- en nadelen die jijzelf geniet op grond van je eigen groepsidentiteit. Je kunt de voorbeelden die we net aanhaalden gebruiken ter inspiratie, maar wees zelf ook creatief: bij bepaalde aspecten liggen voor- en nadelen voor de hand (bijvoorbeeld als het gaat over ‘jong zijn’), maar andere aspecten kunnen heel verrassend zijn, zowel qua voordelen als qua nadelen. Denk aan leven met een chronische ziekte, of uit een katholieke familie komen, of uit een familie waarvan de ouders en grootouders heel andere levensbeschouwelijke achtergronden hebben, of …, of …, of …
To do Stel een groepje samen van twee of drie personen. Breng in kaart (je kunt de diversiteitscirkels daarbij gebruiken) welke gezamenlijke groeps-
lidmaatschappen jullie hebben. Bij welke groepen horen jullie? Kies een groep uit. Maak vervolgens een rugzak/backback van jullie samen, met daarin de voordelen of privileges die jullie hebben meegekregen op grond van het feit dat jullie deel uitmaken van deze bepaalde groep. Het kan daarbij zijn dat de groep waar jullie bij horen maatschappelijk gezien een meerderheidsgroep is of dat het een minderheidsgroep is. Beide is interessant om uit te zoeken. Volg bij het uitvoeren de volgende aanwijzingen: • Verantwoord jullie rugzak/ backpack met verwijzing naar de theorie. • Verbind jullie rugzak met jullie maatschappelijke positie. • Geef aan of jullie de inhoud van je rugzak zien als een voordeel of als een privilege (want waarom spreekt de een in haar witte knapzak van privileges, terwijl de ander met haar lesbische backpack het heeft over voordelen?). u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Maak voor een groep waar je niet zelf toe behoort een backpack (verbinden met diversiteitscompetenties)
bij hoofdstuk 5 Reizen zonder grenzen – Over insluiting en uitsluiting
onderzoeken
on the spot
Toelichting De lesbische backpack uit paragraaf 5.6 is geïnspireerd door een tekst van Peggy McIntosh, die 99 voordelen noemt van wit zijn in een samenleving waarin witte mensen in de meerderheid zijn. McIntosh laat daarmee zien dat ze van perspectief kan wisselen. Kijk voor de tekst van Peggy McIntosh op: www.gebrokenwit.be, daar staat zowel de Engelse tekst als de Nederlandse vertaling. Wat zijn, als je doordenkt, de 99 privileges of voordelen van heteroseksualiteit, de 99 voordelen van jong zijn, van leven met een chronische ziekte, van man zijn, van Afghaan en Nederlander zijn, van kind van gescheiden ouders zijn, van vluchteling zijn, van … zijn, … zijn, … zijn?
To do Maak een voordelenrugzak (of privilegerugzak) voor een groep waartoe je niet zelf behoort. Maak daarbij duidelijk dat je volgens de intersectionele methode kunt werken.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Op zoek naar verhalen met de reminiscentiemethode
bij hoofdstuk 6 Reizen door de tijd – Heden, verleden en toekomst
on the spot
onderzoeken creëren
Toelichting Voor deze opdracht ga je met behulp van de reminiscentiemethode op zoek naar verhalen van mensen uit de subculturele groep. Tijdens het bezoeken van mensen onderzoek je aan de hand van bepaalde aspecten uit hun leven wat voor hen belangrijke vragen en onderwerpen zijn.
To do Vraag de mensen één van de voorwerpen uit dit rijtje te kiezen en er iets over te vertellen:
• een voorwerp uit hun kindertijd dat veel voor hen betekent; • een voorwerp uit hun (ouderlijk) huis dat betekenis voor hen heeft; • een foto met een verhaal uit hun puberteit; • muziek of liedje dat voor hen belangrijk was; • een geur waar zij bepaalde herinneringen aan hebben; • een spelletje dat ze vroeger vaak deden; • de smaak van een bepaald gerecht; Je kunt hen ook laten kiezen uit een aantal onderwerpen: • Wat is het verhaal van hun naam: waar komt die naam vandaan, van wie hebben ze die naam (namen) gekregen? Wat betekent die naam? • Wie is hun vader en moeder? • Hoe hebben zij de liefde ontdekt? • Wie is/was voor hun een held, iemand waar ze tegenop kijken en trots op zijn? • Was er in de buurt waar zij speelden een bijzonder plekje? Zet vervolgens een vertelkring op, spreek af wie dit gaat leiden, en vertel op creatieve wijze het verhaal van de ander.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit In de huid van een personage uit een mythologisch verhaal bij hoofdstuk 6 Reizen door de tijd – Heden, verleden en toekomst
experimenteren
on the spot
Toelichting Mythologische verhalen zijn vaak heel oud. Iedere cultuur heeft zijn eigen mythologie die een sterke collectieve symbolische waarde en kennis in zich draagt. Met behulp van deze leeractiviteit ga je zo’n mythologie onderzoeken door je te verplaatsen in een mythologische figuur.
To do Lees een mythologisch verhaal uit je eigen cultuur of uit een cultuur die vreemd voor je is.
Een personage uit die mythologie, bijvoorbeeld de spin Anansi uit de Afrikaanse mythologie, neemt plaats op de stoel. Iedereen mag het dier vragen stellen, bijvoorbeeld: • Waarom ben je toch altijd zo verwaand Anansi? • Hoe komt het dat je steeds in de problemen komt? Iedereen die denkt dat hij een beter antwoord heeft, mag de rol van de spin overnemen. Je doet dat door achter hem te gaan staan, hem op de schouder te tikken en het over te nemen.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Een vergeten verhaal
bij hoofdstuk 6 Reizen door de tijd – Heden, verleden en toekomst
on the spot
experimenteren creëren
Toelichting Met elkaar vertel je een verhaal uit je collectieve geschiedenis.
To do Kies met elkaar een verhaal uit je eigen geschiedenis of samenleving. Iemand begint met dit verhaal te vertellen. Als je het even niet meer precies weet, laat je de
luisteraars aanvullen (‘Oh, ja, dat was ik vergeten...’) Eén verteller begint, en om beurten nemen de anderen het over. In de nabespreking ga je met elkaar na: • wat je al wist; • wat was je vergeten was; • wat je nooit hebt geweten; • wat je raakte; • wat je interesseerde.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Vertellen vanuit perspectief
bij hoofdstuk 6 Reizen door de tijd – Heden, verleden en toekomst
creëren
on the spot
Toelichting Met deze leeractiviteit kun je leren hoe je door hetzelfde verhaal vanuit een ander perspectief te bekijken, je een heel ander licht op een zaak kan werpen. Je zult zien dat er bij verhalen altijd meerdere perspectieven mogelijk zijn.
To do Kies een bestaand verhaal. Dit kan ook een mythologisch verhaal zijn. Lees het goed door een verdeel de personages over de groep. Alle personages vertellen vervolgens om beurten dat verhaal alsof ze het zelf hebben
meegemaakt, dat wil zeggen: ieder vanuit zijn eigen perspectief.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Schrijf je eigen verhaal
bij hoofdstuk 6 Reizen door de tijd – Heden, verleden en toekomst
creëren
on the spot
Toelichting Met deze leeractiviteit begin je met een stukje van je eigen verhaal te beschrijven. Maar je gaat verder: je gaat ook de toekomst schrijven, en omdat het je eigen verhaal is, is alles mogelijk!
To do Beschrijf kort je eigen verhaal tot nu toe. Beschrijf wat je vanaf nu allemaal zou willen doen, meemaken en beleven in je leven? Kijk nu of je het verhaal kunt afmaken met een happy end. Vertel dit verhaal aan anderen alsof je alles bereikt hebt.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/1
Leeractiviteit Gedichten in beeld
bij hoofdstuk 7 Reisverhalen – Een creatieve performance
creëren
on the spot
Toelichting Met deze leeractiviteit kun je aan de hand van het meegebrachte materiaal in de vorm van persoonlijke of mythologische verhalen, poëzie, enzovoort, gaan oefenen met verschillende vormen en speelstijlen. Je leert hoe je zelf op eenvoudige wijze leuke, korte gedichtjes kunt maken, die ook als theatrale teksten gebruikt kunnen worden.
To do Kies een van de onderstaande zeven manieren om te oefenen in het maken van gedichten.
1
Eenvoudig drieregelig gedichtje 1 Geef in de eerste regel een onderwerp. 2 Vertel in de tweede regel iets over dit onderwerp. 3 In de afrondende laatste regel vertel je een reactie op de eerste twee regels. Bijvoorbeeld: Mijn hoofd doet vreemde dingen Dit mag niet en dat mag wel, wat doe je nou? Ik ga slapen
2
Elfje Een elfje is een eenvoudige gedichtvorm met een groot resultaat. Het bestaat uit elf woorden, die als volgt over vijf regels worden verdeeld: 1 de titel: één woord 2 beschrijving van de titel: twee woorden 3 een actie van drie woorden 4 een gevoel van vier woorden
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/4
5 herhaling van de titel of een synoniem of variatie daarvan En zo ziet zo’n elfje er dan uit: huis groot gebouw ik woon erin ik ben daar veilig thuis
3
Lijstgedicht Een lijstgedicht maak je met minimaal vijf en maximaal acht personen. 1 Iemand geeft een aanzet die bestaat uit een titelwoord en de aanzet voor de eerste regel, bijvoorbeeld ‘Geluk, ik voel me als …’ 2 Alle deelnemers schrijven op losse strookjes papier een aanvulling op deze zin. 3 De strookjes worden verzameld en de ingebrachte zinnen worden in overleg in een volgorde gelegd. 4 Eén persoon leest het voor (dit om de eenheid van het gedicht te benadrukken). Je krijgt dan bijvoorbeeld het volgende gedicht: Geluk Ik voel me als de zon Ik voel me als de zee Ik voel me als mijn vriendin Ik voel me als een roos Ik voel me als een regenboog in de lente Ik voel me als een meisje dat voor het eerst verliefd is, met vlinders in haar buik.
4
Acrostichon Een acrostichon maak je door één kernwoord rond jullie thema of premisse van boven naar beneden op te schrijven. Achter iedere letter komt vervolgens een woord of een zin die met dat woord te maken heeft. Als voorbeeld nemen we een vrouw die heimwee heeft naar ‘Suriname’:
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 2/4
Soms voel ik een groot verlangen Uit angst voor teveel verdriet stop ik dat snel weg Raar die mechanismen van mensen om zichzelf te beschermen In mijn hart blijft het gewoon bestaan Nog altijd klopt mijn levenskracht die daar begonnen is Ach hoe kan ik het oplossen? Mag ik alsjeblieft terug En daar gelukkig van mijn oude dagen genieten?
5
Kettinggedicht Een kettinggedicht maak je in tweetallen. 1 De één begint met een zin. 2 De ander gaat verder met de tweede zin, die moet beginnen met het laatste stuk van de eerste zin. Hoe groot dit laatste stuk is, mag de schrijver zelf bepalen; het kan het laatste woord zijn, de laatste twee woorden of de laatste lettergreep. Voorbeeld: Ik ga op reis Een reis die ik nooit zal vergeten Vergeten, wie zal ik tegenkomen? Komen we daar ooit aan?
6 Haiku De haiku is van oorsprong een Japanse vorm voor natuurpoëzie. In eenvoudige en harmonieuze vorm wordt medegedeeld wat je hebt gezien, maar daarachter klinkt een boodschap mee: de onveranderlijkheid van de eeuwigheid die te zien is in tijdelijke veranderingen. De haiku is dus een nogal filosofische dichtvorm. Een haiku bestaat uit drie regels met een vast aantal lettergrepen: regel 1 5 lettergrepen regel 2 7 lettergrepen regel 3 5 lettergrepen (met vaak een verrassende wending) Een haiku dwingt je net als een elfje zuinig te zijn met je woorden, want zeventien lettergrepen, daar ben je zo doorheen. Doordat je alle franje weg moet laten, krijg je een heel compact gedicht met een grote zeggingskracht.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 3/4
Twee voorbeelden: Wolken van spreeuwen gaan hoog langs schemerluchten op weg naar slaapplaats Joca Sierhuis
Of: lieve maartse mei zomer winter lente herfst zonder jou geen mij Jan Bontje
7 Pantoum Ook het pantoum is een herhalingsstructuur. In deze Maleisische versvorm worden de tweede en vierde regel van elke vierregelige strofe steeds herhaald als de eerste en derde regel van de volgende strofe. Voor het laatste couplet kies je voor de laatste regel een herhaling van regel 1 of regel 3. Bij het schrijven kun je het beste steeds eerst de herhalingen opschrijven, dan weet je waarmee je rekening moet houden bij het schrijven van de nieuwe zinnen. 1 Hoe anders mag ik zijn? 2 Anderen hebben oordelen 3 Stellen geen vragen 4 Ze maken hun eigen verhalen 2 Anderen hebben oordelen 5 Ze begrijpen het niet 4 Ze maken hun eigen verhalen 6 Hoe kunnen we elkaar respecteren? 5 Ze begrijpen het niet 7 Moet dat dan? 6 Hoe kunnen we elkaar respecteren? 8 Ik laat jou in je waarde 7 Moet dat dan? 8 Nee, dat wil ik graag 8 Ik laat jou in je waarde 1 Hoe anders mag ik zijn? (Ontwikkeld op basis van paragraaf 3.4 uit: Behrend, D. (1998), Taalexpressie als muzisch-agogisch middel. Bussum: Coutinho.) u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 4/4
Opdracht Bronnengebruik
bij de Overall opdracht Individueel onderzoek Cultuur en diversiteit
Toelichting Om een indruk te krijgen van de actualiteit rond de door jullie onderzochte subculturele groep, bezoek je met je studiegroep de mediatheek. Je zult in je opleiding steeds weer opnieuw en steeds meer verantwoord onderzoek leren doen, en daarvoor heb je deze databanken nodig. Het is dus belangrijk dat je, om die bronnen te kunnen gebruiken, de toegang weet te vinden en de mogelijkheden ervan kent. Mediatheken op hogescholen verlenen toegang tot digitale bronnen die niet vrij toegankelijk zijn via internet. Vandaar dat je voor deze opdracht lid moet zijn van een universiteitsbibliotheek of hogeschool mediatheek.
To do Zoek – bijvoorbeeld bij je individueel werkstuk of bij een geschiedenispresentatie – ten
minste één artikel uit een vaktijdschrift en één databank die relevant zijn voor jullie en verwerk het gevonden materiaal in je verslag. Citeer uit deze bronnen, doe dat op een correcte manier en verwijs ernaar in je bronvermeldingen en literatuurlijst. Maak daarbij gebruik van de volgende tips (met dank aan Simone van Rosmalen, HU Mediatheek Amersfoort Berkenweg) • Oefen je in het bedenken van meerdere zoektermen om de informatie die je zoekt op het spoor te komen. Zoeken in databanken doe je aan de hand van zoektermen, maar vaak krijg je met een of twee zoektermen niet alle relevante bronnen naar boven. Haal de creativiteit bij elkaar naar boven en oefen in het variëren met meerdere zoektermen. • Experimenteer met verschillende zoekopties. Je kunt zowel landelijke als regionale als internationale informatie verzamelen. • Als je heel veel ‘hits’ hebt gekregen, kun je op verschillende manieren die zoekresultaten eruit filteren die je nodig hebt. Heb je bijvoorbeeld alleen actuele publicaties nodig, dan kun je zoeken vanaf het vorige kalenderjaar als jaar van publicatie. • Je kunt de zoekresultaten naar jezelf e-mailen.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 1/2
Voorbeeld Je kunt op de volgende manier zoeken: Kies de databank: Lexis Nexis NewsPortal. Zoek in alle landelijke dagbladen van de laatste 6 maanden. (Baken af als je te veel resultaten
krijgt in ‘titels’ of in ‘periode’). Zoek in alle internationale dagbladen van de laatste 6 maanden. (Baken ook hier weer af als je te
veel vindt.) Zoek in één regionaal dagblad van de laatste 6 maanden. (Kies er dus één uit de lijst uit het
rolmenu bovenaan de pagina. Als je daar geen treffers op krijgt, kies dan een ander regionaal blad.) Kies uit de artikelen die je hebt gevonden er één dat je aanspreekt en motiveer waarom. Noteer
uiteraard ook de titel, de auteur, de krant waarin het was gepubliceerd en de datum waarop die krant verscheen.
u i t g e v e r ij coutinho
c
Extra leeractiviteit bij Retourtje inzicht – 2/2