LEER LEREN Met een aparte sectie voor ouders en docenten
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD OPBOUW VAN HET BOEK LEESWIJZER HET HELE BOEK IN EEN NOTENDOP
11 12 13 16
1
HET BREIN
19
2
DE LEERLADDER
25
2.1
Binnenkomen Concentratie
28 28
Clean Desk
29
Laat je niet storen
31
Jumping Monkeys
32
Luister naar je lichaam
Doe iets met je handen Houding Studeeromgeving
2.2
33
34 36 38
Inrichting, kleur en uitzicht
38
Zuurstof
39
Licht
39
Muziek
40
Begrijpen Betekenis Totaaloverzicht Inhoudsopgave
41 41 42 7
2.3
2.4
3
44 50 51 53 53
Wanneer herhaal je?
53
Overhoren
56
Indelen van een sessie
57
Toepassen Het maken van oefenopgaven Slapen Hoe maak je een toets
60 60 61 64
DE LEUNING
67
3.1
69 69 72 74 76 76 78 79 80 82 82 84 86 88 88
3.2 3.3
3.4
3.5 3.6
4
Verbanden Onthouden Zintuigen Uitzonderingen Herhalen
Plannen Hoe maak je een planning? De planning volgen Motivatie Doelen stellen Positief Uitdagend Realistisch Stimulerend Ontspannen Jongleren Mediteren Contourtekenen Bewegen Houd je hoofd heel
STUDIETECHNIEKEN
91
4.1
92 92 94
8
Mindmappen Wat is mindmappen? De regels van het mindmappen Papier
94
Onderwerp
95
Schrijfrichting
96 LEER LEREN
4.2
Lijnen
97
Wat zet je op de lijnen?
99
Het gebruik van kleur
101
Gebruik het hele papier
101
Houd je takken logisch
102
Gebruik accenten
104
Maak verbanden zichtbaar
104
Waar kun je het toepassen?
107
Ordenen van studiestof
107
Ordenen van je gedachten
108
Digitaal mindmappen Effectief lezen Leestechniek 1: Bepaal je leesdoel Leestechniek 2: De Leesparaplu
109 111 112 113
Totaalblik
115
Vooruitblik
115
Detailblik
116
Terugblik
117
Leestechniek 3: Gebruik een aanwijzer
118
Lees meer in één fixatie
118
Verhogen van je concentratie
121
Leestechniek 4: Lees door en spring niet terug Leestechniek 5: Voer je snelheid op met het straaljagereffect Leestechniek 6: Sla de bladzijde slim om Leestechniek 7: Varieer je snelheid: afromen Leestechniek 8: Zoeken
122
AAN DE SLAG! NABRANDER TIPS VOOR OUDERS, DOCENTEN EN BEGELEIDERS DANKWOORD OVER DE AUTEUR OVER PURPLE MONKEY BREINONDERWIJS
135 137 139 147 149 151
Inhoudsopgave
123 129 130 132
9
VOORWOORD
Naar school gaan we allemaal en je leert daar enorm veel. Je volgt lessen, maakt aantekeningen, leest je schoolboeken, markeert de belangrijke stukken en leest alles misschien nog een keer. Op die manier bereid je jezelf voor op overhoringen, toetsen en examens. De meeste scholieren volgen deze strategie, maar is dit wel de slimste manier van leren? Waarschijnlijk niet! Het markeren van een tekst en het herlezen van studiestof alleen heeft nauwelijks zin. Hoe pak je het dan wel slim aan? Dit boek geeft daarop het antwoord. In overzichtelijke stappen leer je hoe je slimmer kunt leren. Je hoeft dan minder tijd aan je studie te besteden en haalt toch betere cijfers. Studeren wordt leuker! Lees het boek en nog belangrijker, doe er iets mee. Gebruik de technieken die je leert en tips die je krijgt. Pas ze toe bij het leren. Ik wens je veel plezier bij het lezen van het boek en hoop dat je studieresultaten een boost krijgen. John Cliteur
Voorwoord
11
OPBOUW VAN HET BOEK De kern van dit boek bestaat uit vier hoofdstukken. HOOFDSTUK 1 staat in het teken van het brein. Je leert hoe je brein werkt en wat leren eigenlijk is. In HOOFDSTUK 2 maak je kennis met de Leerladder. Hoe komt studiestof bij je binnen en welke zaken zorgen ervoor dat je iets begrijpt of juist niet? Je leert hoe je beter onthoudt door geheugenpijlers te gebruiken en hoe je wat je hebt geleerd kunt toepassen. Ook leer je welke struikelblokken en valkuilen er zijn bij het leren en hoe je die herkent en omzeilt. HOOFDSTUK 3 gaat in op wat het belang is van plannen, motivatie en doelen stellen en hoe die drie elementen samenhangen. Je leert hoe je zelf beter kunt plannen en hoe je je aan je planning kunt houden. Daarnaast kijken we naar een aantal zaken die het leren mogelijk en makkelijker maken. We gaan in op ontspannen, bewegen en het belang om je hoofd heel te houden. De technieken Mindmappen en Effectief lezen worden uitgebreid behandeld in HOOFDSTUK 4. Ouders, begeleiders en docenten krijgen in het laatste gedeelte extra tips en adviezen, zodat ze jou optimaal kunnen begeleiden bij het leren. Dit deel kun je overslaan, maar als je het interessant vindt, mag je het natuurlijk ook lezen.
12
LEER LEREN
LEESWIJZER Dit boek is als een neus ... haal eruit wat erin zit!
Begin niet meteen te lezen. Vraag je eerst eens af waar je al goed in bent bij het leren. Denk er dan eens over na wat je zou kunnen verbeteren en op welke gebieden je hulp kunt gebruiken. Neem daar nu gerust even de tijd voor en schrijf het ook op. Daarmee bepaal je je leerdoelen. Je leert het meeste wanneer je het boek helemaal leest en de tips die je krijgt opvolgt. Je kunt het boek ook af en toe doorbladeren en de stukken lezen die je interessant vindt. Ga in het begin in ieder geval als volgt te werk: • blader het boek in een paar minuten rustig door, van voor naar achter • lees de achterkant • bestudeer de inhoudsopgave • lees ‘Het hele boek in een notendop’ – het geeft niet als je nog niet alles begrijpt • lees de vooruitblikken die in het boek staan
LEESWIJZER
13
• kijk welke onderdelen van het boek je helpen bij het halen van de leerdoelen die je zojuist hebt bepaald • lees de onderdelen die aansluiten bij je leerdoelen met extra aandacht • houd een lijst bij waarop je noteert wat je gaat doen met de tips en technieken die je krijgt • doe de dingen die op je lijst staan daadwerkelijk en beloon jezelf daarvoor! Het boek bevat een paar handige hulpmiddelen die je helpen om je weg te vinden. Vooruitblik Ieder hoofdstuk begint met een vooruitblik. In een aantal steekwoorden lees je wat je kunt verwachten in het hoofdstuk. Verwijzingen Af en toe wordt verwezen naar plekken waar je extra informatie kunt vinden. Kader Soms past belangrijke informatie moeilijk in de gewone tekst. Die vind je dan in een apart kader.
Oefening Hier en daar nodig ik je uit om in actie te komen en een oefening te doen. Tips In het boek krijg je regelmatig concrete tips. Je kunt ze direct in de praktijk toepassen.
14
LEER LEREN
Nadruk Soms worden conclusies of belangrijke zinnen benadrukt. Het brein kan niet twee mentale taken tegelijkertijd uitvoeren, maar een mentale taak en een simpele lichamelijke taak kunnen elkaar juist versterken. Uitleg en verduidelijking van termen en begrippen In dit boek worden af en toe begrippen gebruikt die je misschien nog niet kent. Die begrippen worden even kort uitgelegd.
LEESWIJZER
15
1 HET BREIN
Je brein is maar een klein stukje van je lichaam, maar het speelt een rol bij alles wat je doet. Soms leert het brein vanzelf. In andere gevallen kan het brein wel wat hulp gebruiken.
Als je ongetraind een marathon loopt (ruim 42 kilometer), dan zal je geen toptijd neerzetten en er weinig plezier aan beleven. Maar als je goed traint, loop je steeds sneller en wordt het hardlopen een heel stuk leuker. Met de hersenen werkt dat net zo. Door je brein goed te gebruiken word je slimmer. Studeren gaat dan steeds gemakkelijker en het wordt leuker. Je brein is betrokken bij bijna alles wat je doet. Fietsen, gamen, tandenpoetsen, muziek luisteren, studeren, televisiekijken, noem maar op. Het is ons belangrijkste ‘orgaan’. En het is goed om er iets over te weten.
1
Het brein
19
OVER PURPLE MONKEY BREINONDERWIJS
Purple Monkey leert mensen in Nederland en ver daarbuiten hoe ze hun brein zo slim mogelijk kunnen gebruiken. Purple Monkey verzorgt trainingen voor scholieren, studenten en ook voor mensen in het bedrijfsleven, bij de overheid en in het onderwijs. Op de website www.purplemonkey.nl vind je informatie over de verschillende trainingen, boeken en andere breinproducten. Neem gerust contact met ons op als je vragen hebt over het boek. We bespreken graag met docenten en andere professionals in het onderwijs hoe dit boek geïntegreerd kan worden in het onderwijs. We komen ook graag op ouderavonden om ouders voor te lichten over de manier waarop scholieren slimmer kunnen studeren en wat hun rol daarbij kan zijn.
Purple Monkey Breinonderwijs Zilverschoonlaan 7 3452 AA Vleuten mail:
[email protected] telefoon: 030-2963959 website: www.purplemonkey.nl Over Purple Monkey Breinonderwijs
151
BREINWIJZER BENUT JE BREIN OPTIMAAL EN WIN VAN KINDEREN MET MEMORY
Het geheim van vooruit komen is beginnen. Het geheim van beginnen is het opbreken van je overweldigende taken in behapbare taken... ... en dan te starten met de eerste.
Mark Twain
Colofon
6
Inhoudsopgave
7
Voorwoord
10
Opbouw van het boek
13
Leeswijzer
15
INHOUDSOPGAVE Inleiding Voorwoord
4 10
Opbouw van het boek
13
Leeswijzer
15
DEEL 1
DE ALGEMENE WERKING VAN HET BREIN
16
1.1
Opbouw van deel 1
22
1.2
De anatomie van het brein
22
1.2.1
De primaire kenmerken
22
1.2.2
De opbouw: drie onderdelen
25
1.3
Communicatie en leren op celniveau
33
1.3.1
Stroom
34
1.3.2
Chemie
35
1.3.3
Leren op celniveau
35
1.4
Modules in het brein
39
1.4.1
Opbouw van het brein
39
1.4.2
Visuele waarneming
40
1.4.3
Plasticiteit van het brein
47
DEEL 2
BREINVERSNELLERS
50
2.1
Opbouw van deel 2
59
2.2
Breinversneller 1: Selectieve aandacht: concentratie
61
2.3
Breinversneller 2: Geluk en stress
66
2.3.1
Achtergronden van stress
68
2.3.2
Sociale status
71
2.3.3
Controle en mogelijkheden om frustraties te uiten
74
2.3.4
Sociale steun en liefde
76
2.3.5
Het stellen en nastreven van doelen
77
2.4
Breinversneller 3: Ontspanning
81
2.4.1
Dagdromen
82
2.4.2
Jongleren
85
2.4.3
Visualisatietechnieken
87
2.4.4
Mediteren
89
2.4.5
Contourtekenen
91 93
2.5
Breinversneller 4: Slim geheugengebruik
2.5.1
Opbouw van het geheugen
2.5.2
Geheugenpijler 1: Structuur, samenhang en totaaloverzicht
108
2.5.3
Geheugenpijler 2: Synesthesie
113
2.5.4
Geheugenpijler 3: Uitzonderingen
119
2.5.5
Geheugenpijler 4: Herhalen
123 129
96
2.6
Breinversneller 5: Lichaamsbehoeften en omgeving
2.6.1
Zuurstof
129
2.6.2
Temperatuur
130
2.6.3
Voeding
132
2.6.4
Bewegen
136
2.6.5
Geur
137
2.6.6
Lawaai
138
2.6.7
Muziek
139
2.6.8
Inrichting van de omgeving
141
2.6.9
Houding
145
2.7
Breinversneller 6: Slapen, licht en bioritme
148
2.7.1
Licht
148
2.7.2
Bioritme
153
2.7.3
Slapen
157
2.8
Breinversneller 7: Motivatie en mindset
168
2.9
Breinversneller 8: Optimisme en inslag
172
2.10
Breinversneller 9: Houd het hoofd heel
177
2.10.1
Boksen
177
2.10.2
Voetbal
178
2.10.3
Bergbeklimmen
179
2.10.4
Alcohol en drugs
179
DEEL 3
TECHNIEKEN
180
3.1
Opbouw van deel 3
184
3.2
Mindmappen
184
3.2.1
Wat is mindmappen?
186
3.2.2
De kracht van het mindmappen
188
3.2.3
De regels van het mindmappen
191
3.2.4
Toepassingen
204
3.2.5
Digitaal mindmappen
206
3.3
Geheugentechnieken
210
3.3.1
Basis van geheugentechnieken
214
3.3.2
Enkele feiten
215
3.3.3
Kettingsysteem
216
3.3.4
Romeinse Kamer-systeem
216
3.3.5
Cijfers onthouden: het Major-systeem
218
3.3.6
Onthouden van namen
222
3.3.7
Vocabulaire
225
3.3.8
Winnen van kinderen met Memory
231
3.3.9
Backtracking
233
3.3.10
Telefoons, afstandbedieningen en sleutels terugvinden
234
3.4
Snellezen
236
3.4.1
Lezen en het brein
239
3.4.2
Enkele cijfers
239
3.4.3
Leestechnieken
241
3.4.4
Bijzondere situaties
265
3.5
Breinwijzer omgaan met informatie
270
3.5.1
Planning
275
3.5.2
Prioriteiten stellen: belangrijk versus urgent
276
3.5.3
Indeling van een sessie
280
3.5.4
Werk met hapklare brokken
283
3.5.5
Visualiseren
284
3.5.6
Storingsmanagement
285
3.5.7
Jumping Monkeys
287
3.5.8
Clean desk
291
3.5.9
Werken in groepen
292
Afsluiting
304
Nawoord
306
Bronnen
307
Verantwoording van de figuren
314
Index
315
Dankwoord
322
Over de auteur
323
Over Purple Monkey Breinonderwijs
324
Figuur 1 Robert Liston
VOORWOORD Het officieuze wereldrecord voor het snel amputeren van een bovenbeen is in handen van chirurg Robert Liston (1794-1847). In zijn tijd was het normaal om in een vieze, onhygiënische omgeving te opereren. Een operatieschort dat nog vol zat met bloed en andere sporen van eerdere operaties werd gezien als een teken van stevig doorwerken. Het schoonmaken van de operatiemessen en het wassen van de handen tussen twee patiënten door, vond men een onzinnige verspilling van tijd. Anesthesie was toen nog niet gebruikelijk en patiënten werden zonder verdoving geopereerd. Het was daardoor niet ongewoon dat mensen op het allerlaatste moment wilden afzien van noodzakelijke operaties. Liston
was een uitzonderlijk grote en sterke man. Door zijn enorme postuur en kracht was hij in staat om zelfs bij tegenstribbelende patiënten met zijn linkerhand de ader in een been dicht te duwen en ondertussen met de rechterhand het mes en de zaag te bedienen. Liston stond bekend om zijn snelle operaties. Hij was bijvoorbeeld in staat om binnen 2½ minuut een bovenbeen te amputeren. Voor iedere amputatie maakte hij een kerfje in het heft van zijn operatiemes. Als hij dat mes tijdens het opereren niet in zijn handen had, klemde hij het tussen zijn tanden, zodat hij het op ieder moment snel kon pakken. Het werd destijds in hoge mate gewaardeerd als een chirurg snel kon opereren. Hoe langer een operatie duurde, hoe meer pijn een patiënt te verduren kreeg en des te groter het trauma. De operatiesnelheid van Liston werd bewonderend vergeleken met het spel van vioolvirtuozen. Het was wel jammer dat de operaties regelmatig neveneffecten hadden. Tijdens een van zijn razendsnelle operaties heeft Liston niet alleen het been van de patiënt verwijderd, maar per ongeluk ook enkele vingers van de assistent die de patiënt op tafel hield. In een ander geval heeft hij behalve een been ook een testikel en een gedeelte van het scrotum van een patiënt geamputeerd. Dit werd gezien als het risico van het vak. Kleinigheden houd je altijd. Deze manier van werken was zeer effectief. Het zieke been werd immers succesvol verwijderd. Listons werkwijze was daarnaast ook nog bijzonder efficiënt. Hij benutte zijn eigen schaarse tijd optimaal en zorgde voor een zo kort mogelijke martelgang voor de patiënt. De bijwerkingen waren echter niet gering en het was eerder regel dan uitzondering dat er ernstige, vaak fatale complicaties optraden door de slechte hygiëne. Dit boek is niet bedoeld om je aan te zetten tot jakkeren en op dezelfde manier effectief en efficiënt te worden als Robert Liston. Het geeft je wel een zetje in de rug richting maximale zelfontplooiing. De kennis en de beschreven technieken kun je gebruiken om het leven zo aangenaam mogelijk te maken en om je werkzaamheden en taken op een slimme en prettige manier te doen.
John Cliteur, september 2012
1
DE ALGEMENE WERKING VAN HET BREIN
2
BREINVERSNELLERS
3
TECHNIEKEN
OPBOUW VAN HET BOEK Dit boek bestaat uit drie delen die, als de schillen van een ui, om elkaar heen liggen.
DEEL 1
Het eerste deel staat in het teken van de algemene werking van het brein. Hier vergaar je kennis over de opbouw van het brein, de wijze waarop het brein communiceert, de functieverdeling binnen de hersenen en de werking van het geheugen. Als je dit deel eerst leest, vallen deel 2 en 3 in vruchtbaarder aarde.
DEEL 2
Deel 2 beschrijft negen breinversnellers. Breinversnellers zijn de legale doping voor je brein. Ze helpen je om slimmer, gelukkiger, effectiever en met minder stress door het leven te gaan. Het is geen draaiboekje met procedures en technieken die je klakkeloos kunt volgen. Soms worden er expliciete conclusies getrokken, maar meestal moet je de kennis en inzichten zelf vertalen naar je eigen situatie. Deel 2 kun je zien als de gebruikershandleiding voor je brein.
DEEL 3
In deel 3 komen concrete technieken aan de orde die je helpen om gemakkelijker te onthouden, effectiever te lezen, betere aantekeningen te maken en informatie slimmer in juiste banen te leiden. Als je deel 2 hebt gelezen kun je de technieken in deel 3 misschien zelf wel verzinnen. Omdat het echter zonde is om het wiel opnieuw uit te vinden, wijst deel 3 je de weg naar de slimme routes die al bekend zijn. Als je het brein vergelijkt met een computer, dan is deel 1 een beschrijving van de verschillende onderdelen; de hardware. In deel 2 leer je hoe software werkt en deel 3 is een handleiding voor het gebruik van de verschillende applicaties op de computer. De bestanden moet je vervolgens zelf vullen en de updates moet je ook zelf installeren. Realiseer je dat het brein zich nauwelijks in modellen laat vatten. Dit boek is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Alle delen bevatten relevante informatie en ik nodig je van harte uit om ze allemaal te lezen, maar dat hoeft niet per se. Het boek is één geheel, maar
Opbouw van het boek
13
de verschillende delen kun je ook los van elkaar lezen. Als je bijvoorbeeld alleen geïnteresseerd bent in de werking van de technieken, dan zou deel 3 volstaan. In dat geval kun je, waar nodig, achtergrondinformatie opzoeken in deel 1 en 2. GOED OM TE WETEN Ons brein accepteert en onthoudt ideeën beter wanneer ze als een verhaal worden gebracht dan wanneer alleen feiten worden genoemd. Metaforen en verhalen zijn daarom een krachtig communicatiemiddel. Elk deel en iedere techniek krijgt om die reden een aftrap met een metafoor die het brein direct in de ‘verhaalstand’ zet. De opgenomen grafieken dienen ter ondersteuning van de tekst. Om de leesbaarheid te vergroten zijn die grafieken hier en daar vereenvoudigd en niet altijd op schaal weergegeven. Om dezelfde reden zijn de gewichten uitgedrukt in grammen, in plaats van Newtons. VOORUITBLIK Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een samenvatting in een aantal steekwoorden, om aan te geven wat je in het hoofdstuk kunt verwachten.
VERWIJZINGEN >> Omdat dit boek diverse abstractieniveaus behandelt, zijn er voortdurend keuzes gemaakt over de plaats waar de verschillende elementen aan de orde komen. Een tekst als deze, met pijlen aan het begin en het eind, verwijst naar de plek waar je elders in het boek gerelateerde informatie vindt. << IMPLICATIES
Dit hele boek draait om het brein en hoe je het brein zo goed mogelijk kunt gebruiken. Conclusies op dit vlak en implicaties voor de dagelijkse praktijk herken je aan een tekst met blauwe letters. KADER Om de leesbaarheid te vergroten is aanvullende informatie hier en daar opgenomen in een apart kader, zoals je hier ziet.
14
Opbouw van het boek
LEESWIJZER
In een boek met de titel Breinwijzer, hoort ook een leeswijzer. Je kunt dit boek lezen zoals je een roman leest, door te beginnen op de eerste pagina en de bladzijden om te slaan tot je de achterflap bereikt. Je behaalt meer rendement met een iets andere benadering: • Blader eerst eens door het boek (ongeveer 5 minuten). Laat je daarbij gerust afleiden door de illustraties, grafieken en foto’s. Lees daarna de achterflap, de inhoudsopgave en de vooruitblik aan het begin van ieder hoofdstuk. • Lees daarna de hoofdstukken Mindmappen en Snellezen uit deel 3 en gebruik deze technieken bij het lezen van de rest van het boek. • Bepaal vervolgens je leesdoel. Dat wil zeggen, ga na welke stukken je wilt lezen en met welke diepgang. • Maak een mindmap per hoofdstuk en maak uiteindelijk ook een mindmap van het hele boek. • Houd tijdens het lezen een actielijst bij en noteer daarop de ideeën die je krijgt en zaken die je in praktijk wilt gaan brengen. • Ga daadwerkelijk met de actielijst aan de slag. Maar je kunt het boek natuurlijk ook gewoon van a tot z lezen. Hoe dan ook, ik wens je veel plezier bij het lezen van Breinwijzer!
Leeswijzer
15
1.1
OPBOUW VAN DEEL 1 Deel 1 gaat in op de algemene werking van het brein en je krijgt achtergrondinformatie over onderwerpen die in de rest van het boek aan de orde komen. Het is een introductie en beslist geen allesomvattende beschrijving.
Het hoofdstuk ‘De anatomie van het brein’ gaat in op de primaire kenmerken van het brein, de verschillende onderdelen en de verschillen tussen de linker- en rechterhelft van de grote hersenen. De wijze waarop hersencellen met elkaar communiceren wordt besproken in het hoofdstuk ‘Communicatie en leren op celniveau: stroom en chemie’. Dat hoofdstuk gaat ook in op de wijze waarop het brein leert op celniveau. In het hoofdstuk ‘Modules in het brein’ komt de modulaire opbouw van het brein aan de orde.
1.2
DE ANATOMIE VAN HET BREIN Het brein is opgebouwd uit hersencellen die onderling met elkaar zijn verbonden. Anatomisch gezien bestaat het brein uit verschillende bouwstenen. Je hebt een reptielenbrein, een zoogdierenbrein en grote hersenen. Het brein bestaat uit twee helften en bijna alle onderdelen zijn dubbel uitgevoerd. De linker- en rechterhelft van de grote hersenen zijn alleen maar via een dunne zenuwbaan met elkaar verbonden. Deze twee helften hebben verschillende functies. Zo focust de linkerkant meer op details, terwijl de rechterkant eerder naar het totaalbeeld kijkt. Dit fenomeen heet ‘lateralisatie’.
1.2.1
DE PRIMAIRE KENMERKEN Samen met het ruggenmerg vormen de hersenen je centraal zenuwstelsel. Ter bescherming zijn de hersenen omsloten door de schedel en door hersenvliezen. Ze zijn omgeven door hersenvocht om de grootste schokken op te vangen. Het brein heeft de omvang van een kokosnoot, de vorm van een walnoot, de kleur van ongebakken lever en de consistentie van stevige pudding. Het brein van een gezonde volwassene weegt gemiddeld 1,4 kg, maar het gewicht kan variëren van minder dan 1 kg tot meer dan 2 kg. Er is een zwakke relatie tussen de omvang van het brein en de intelligentie. De omvang van het lichaam is van grotere invloed; er is meer breincapaciteit nodig als er meer lichaam is om aan te sturen. Langere 22
DEEL 1 De algemene werking van het brein
mensen hebben dan ook gemiddeld een groter brein en mannen hebben, met hun gemiddeld grotere lichaam, gemiddeld grotere hersenen dan vrouwen. Olifanten moeten een nog groter lichaam aansturen en hebben hersenen van ruim 7 kg. Grote walvissen zwemmen zelfs rond met een brein van bijna 8 kg. De hersenen zijn opgebouwd uit verschillende typen cellen. Volgens de huidige inzichten zijn neuronen de belangrijkste hersencellen. Daarvan heb je er ongeveer honderd miljard. Veel neuronen zijn door zenuwen verbonden met de rest van het lichaam om zintuigen, spieren en organen aan te sturen en om informatie van je zintuigen te ontvangen. Neuronen zijn ook onderling verbonden, om met elkaar te communiceren. Gemiddeld is iedere neuron verbonden met ongeveer tienduizend andere neuronen. In deze verbindingen schuilt de kracht van het brein. Een hersencel die niet verbonden is met andere hersencellen, kun je vergelijken met een mobiele telefoon zonder simkaart. Met die telefoon kun je alleen 112 bellen. Als je de telefoon voorziet van een simkaart, dan is hij potentieel verbonden met alle telefoons op de hele wereld en heb je een netwerk. Dat is te vergelijken met een hersencel die wel verbindingen heeft. Honderd miljard neuronen, die elk verbonden zijn met gemiddeld tienduizend andere neuronen, vormen samen een netwerk van fenomenale omvang, met bijna onuitputtelijke mogelijkheden. Stel je eens voor dat je op de middenstip zit van een voetbalstadion, met zestigduizend bezoekers. Voor je staat een enorme tafel, met daarop zestigduizend telefoons. Iedere telefoon is rechtstreeks verbonden met één van de bezoekers in het stadion. Je hebt dus met iedere bezoeker een hotline en kunt zonder een nummer te kiezen direct met iedereen communiceren. Stel je dan nu eens voor dat alle zeventien miljoen Nederlanders net als jij verbonden zijn met alle zestigduizend bezoekers van een voetbalstadion. Lukt het je om een beeld te vormen van de omvang van dat netwerk? Het netwerk in je hoofd is nog duizendmaal zo groot!
Figuur 2 Voetbalstadion
1.2
De anatomie van het brein
23