Thuis leren en studeren Tips voor ouders
Inhoud 1. Hoe huiswerk en studies organiseren?
3
2. Hoe help ik met studeren?
5
3. Hoe samen op weg naar zelfstandiger studeren?
6
4. Hoe samen door de proefwerkenperiode?
8
5. Wat met faalangst?
9
6. Help!
12
2
1. Hoe huiswerk en studies organiseren? TIP 1
Interesse en aanmoediging
Je zoon/dochter vindt het zeker aangenaam als je als ouder interesse toont voor wat hij/zij op school geleerd heeft. Laat ook aanvoelen dat je zijn/haar (schoolse) inspanningen ziet én waardeert.
TIP 2
Positieve werksfeer
Houd afleiders (TV, computerspelletjes, mp3, gsm, internet…) uit de buurt van de studieplek. Geef zelf het goede voorbeeld: werk in de keuken, in het huishouden of doe wat papierwerk, laat kleine broer of zus meehelpen met opruimen… Voor de zoon/dochter is het veel prettiger om huiswerk te maken als de rest van het gezin op dat moment ook aan het werk is.
TIP 3
Regelmaat
Jongeren hebben nood aan structuur en regelmaat: • Eet op vaste momenten. • Laat je zoon/dochter best elke dag op ongeveer hetzelfde moment zijn/haar taken maken en lessen leren. • Laat je zoon/dochter een beginuur en einduur kiezen voor zijn/haar studiewerk (binnen grenzen die je als ouders stelt). Zo vermijd je dagelijkse discussies. • Laat de kinderen gelijktijdig met hun werk en lessen bezig zijn. Laat jongere kinderen zich rustig bezig houden terwijl broer of zus studeert.
3
• Maak duidelijke afspraken over TV- en computertijd, tijd om te spelen en te studeren, gebruik van telefoon en gsm… Blijf consequent. Straf weinig maar bespreek telkens opnieuw en zoek samen naar oplossingen. • Tijdig gaan slapen is ook erg belangrijk. Een leerling die moe naar school komt, kan niet werken en studeren.
TIP 4
Rustig en stil Jouw zoon/dochter heeft best een eigen plaats om te studeren. Die hoeft niet groot te zijn. Wel moet je er op letten dat het er rustig is. Huistaken maken of studeren met de radio of televisie op de achtergrond gaat niet.
TIP 5
Netheid en orde
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de schriften en werkbladen netjes blijven. Zorg daarom dat je zoon/dochter met propere handen aan zijn/haar taak begint. Ook de werktafel moet proper zijn. Eten en huiswerk maken, horen niet samen. Orde helpt om alles terug te vinden. Onnodige spullen horen niet op tafel tijdens het maken van het huiswerk. Ook in de boekentas horen geen overbodige dingen. Geef je zoon/dochter een eigen opbergruimte voor zijn/haar schoolmateriaal. Orden samen eenmaal per week al het schoolmateriaal. Zorg voor telefoonnummers en e-mailadressen van klasgenoten. Die zijn handig als je zoon/dochter de agenda of een bladzijde niet leesbaar opschrijft. 4
2. Hoe help ik met studeren? Onze school verwacht niet van de ouders dat ze zelf “les” geven. Door een andere uitleg te geven dan in de klas, ga je onbewust voor moeilijkheden zorgen. Moedig je zoon/dochter aan om met vragen naar de leerkracht te stappen. Belast hem/haar ook niet met extra taken. Wanneer je merkt dat je zoon/dochter moeite heeft om bepaalde taken op te lossen of om een les in te studeren, aarzel dan niet om dit te melden aan de leerkracht. Dit kan via de schoolagenda of in een gesprek. Belangrijk is dat je zoon/dochter weet wat de leerkracht verwacht, wat moet hij/zij kennen en kunnen: iets uit het hoofd leren, iets toepassen, voorbeelden zoeken… Als ouder kan je hierbij ondersteuning bieden. Enkele tips: Vraag de leerstof niet op met de bedoeling te controleren, wel om de mate van beheersing van de leerstof na te gaan. Ondervraag niet alles. Vermijd negatieve commentaar bij (veel) fouten. Bevestig positief als het goed is. Moedig aan om de leerstof niet enkel te lezen maar ook schriftelijk te herhalen, in eigen woorden te vertellen, te schematiseren… Lange opsommingen onthouden is moeilijk. Je kan maar ongeveer negen dingen tegelijk onthouden. Lange lijstjes vermijd je beter. Herhalen en onthouden gaan hand in hand. Geef de raad om eerder 3 keer 10 minuten te besteden aan geheugenwerk dan 1 keer 30 minuten. Moedig aan om stap voor stap zelfstandig(er) te werken, zoals na verloop van tijd zelf een toets opstellen, maken en controleren of de leerstof voldoende beheerst wordt.
5
3. Hoe samen op weg naar zelfstandiger studeren? Er zijn veel stappen in zelfstandigheid. Dat je zoon/dochter nog niet volledig zelfstandig kan werken, wil niet zeggen dat hij/zij nog niets zelfstandig kan. Geef zoveel zelfstandigheid als hij/zij aankan. Werk stap voor stap en geef geleidelijk aan meer zelfstandigheid. Onderstaand stappenplan kan je een hulp bieden.
1
Je zoon/dochter doet niets zelfstandig. Je zit naast hem/haar bij het huiswerk. Je geeft instructies, houdt in de gaten of alles goed verloopt, verbetert waar nodig, vraagt de les op tot jij vindt dat die gekend is…
2
Je zoon/dochter beslist in overleg wat hij/zij al alleen kan. Als ouder ondersteun je waar nodig. Zelfstandig kan je zoon/dochter: op het afgesproken uur met de boekentas aan de werktafel gaan zitten. agenda open leggen, schrijfmateriaal klaar leggen. In samenwerking met je zoon/dochter: spreek je duidelijk af wat hij/zij zelfstandig kan doen. spreek je af voor welke taken hulp nodig is en wanneer je zal helpen.
6
3
Na de begeleide start kan je zoon/dochter alleen verder. Maak elke avond samen een korte werkplanning op aan de hand van de schoolagenda. Houd alleen de planning in de gaten en stuur bij als het nodig is.
4
Je spreekt met je zoon/dochter een vast begin- en einduur af. Je controleert enkel of hij/zij zich hieraan houdt.
5
Je bent beschikbaar, maar je zoon/dochter werkt zelfstandig.
Kies een goed moment om samen te werken. Dit is best een moment waarop je zelf rustig bent en tijd hebt. Werk de afgesproken tijd: niet minder maar ook niet meer. Gebruik de keukenwekker. Zet je zoon/dochter aan het werk in je buurt. Kijk niet de hele tijd mee over de schouder maar plan zelf ook werk waarbij je je niet volledig moet concentreren: wat lezen, strijken, computerwerk…
7
4. Hoe samen door de proefwerkenperiode? Creëer de juiste sfeer • Praat niet voortdurend over de proefwerken. Probeer ook wat ontspannende activiteiten in te lassen. • Vermijd ruzies in huis, zelfs als je zoon/dochter er niet rechtstreeks bij betrokken is. Een ontspannen sfeer voorkomt onnodige stress. • Zorg ervoor dat je zoon/dochter zich optimaal kan concentreren. Vermijd vervelende klussen en avondjes met bezoek.
5 gouden regels 1. Blijf rustig, ook al is proefwerkenstress besmettelijk. Ouders die zelf panikeren, vergroten de onzekerheid bij hun zoon/dochter. 2. Blijf jezelf. Ontpop je niet ineens tot voedingscoach of leerkracht-aanhuis. Een leerling heeft nood aan structuur en de standvastigheid van de ouder zoals hij die kent. 3. Geloof in je zoon/dochter, ook al ging die ene toets niet goed. 4. Geef schouderklopjes. Zeg effectief ‘je bent goed bezig’, ‘houd vol’ of geef eens een stevige knuffel. 5. Verwen met leuke dingen die je anders ook wilt doen, maar waar je nooit toe komt. Een kleine verrassing, een lekker vieruurtje…
Absoluut te vermijden • Stel geen onrealistische verwachtingen. Je zoon/dochter kan niet op alle vakken even hoog scoren. Je mag best tevreden zijn met lagere punten voor wiskunde als hij/zij op talen wél goed scoort. • Ga niet panikeren of dramatiseren. Een slechte toets is niet het einde van de wereld. Probeer er liever samen achter te komen hoe het komt. De volgende keer zal het beter gaan. • Leer niet alles mee. Als je zoon/dochter iets niet begrijpt, ben jij niet de persoon die alles moet uitleggen. Nuttiger dan ‘mee-leren’ is ‘mee-zoeken’. Ga dan samen na waar je de nodige informatie kan vinden. Zo lukt het later ook zonder jou. 8
5. Wat met faalangst? Eén op tien jongeren heeft een of andere vorm van faalangst. Wat kan je als ouder doen of wat doe je beter niet
Hieronder volgen enkele tips om faalangst tegemoet te treden. Aarzel niet om naar het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) te stappen als je zelf geen uitweg ziet. Een aangepaste begeleiding kan helpen!
Mogelijke signalen: je zoon/dochter piekert veel, denkt enkel aan wat kan mislopen. Hij/zij heeft vaak hoofdpijn, maag- of darmklachten, gaat nagelbijten. Hij/zij is verlegen, gesloten, of hangt integendeel de clown uit, zoekt uitvluchten (“Ik ben ziek”), liegt (“Ik ben mijn papier kwijt”), huilt…
Niet doen/zeggen Negeren: “Ach, je kan dat wel”; Verwijten: “Doe toch niet zo flauw”; Ingaan op vermijdingsgedrag: “Je moet vandaag niet naar school”; Vergelijken met anderen: “Zij kunnen dat wél”; Zomaar medicatie geven
9
Wel doen/zeggen Blijf rustig, als je zoon/dochter panikeert, panikeer zelf niet mee, vermijd emotionele scènes. Maak tijd om te luisteren. “Vind je zelf dat je het niet goed genoeg kan?”, “Wat heb je al gedaan?” Aanvaard dat er een probleem is. Deel het probleem: “We gaan er samen aan werken.” Contacteer eventueel de leraar. Stel je zoon/dochter gerust. Zeg dat faalangst bij het dagelijkse leven hoort, dat jij het ook hebt. Mislukken mag en is zelfs nodig om te leren. Geef toe dat je ook zelf fouten maakt. Vertel je zoon/dochter over zijn positieve eigenschappen: “Je bent misschien minder goed in rekenen, maar je kan goed sporten, bent een leuke broer, een goede speelkameraad.” Buig de negatieve gedachten om. Ga samen op zoek naar wat je zoon/dochter écht angstig maakt en koppel die angst los van de taak. “Ik ben bang dat papa/de leerkracht boos zal zijn als…, dat leerlingen me gaan uitlachen als…” Klopt die negatieve gedachte wel? Vervang die negatieve gedachten door positieve: “Papa is blij als je je best doet, je hebt je les goed geleerd, je kan het.” Stimuleer je zoon/dochter om zijn/haar opdracht (toets, spreekbeurt, sporttest) toch uit te voeren. Maak duidelijk dat er geen andere weg is. Ga niet in op vermijdingsgedrag. Geef structuur. Pas de opdracht aan (deelopdrachten, samen stappen zetten), help een studieplanning opmaken. Ga op zoek naar wat haalbaar is en laat je jongere van dat succes genieten. Zeg dat hij/zij mag mislukken, zijn/haar inzet telt.
10
SPIEKBRIEFJES! Zware toets / proefwerk? Met deze spiekbriefjes vertrekt je zoon/dochter zelfverzekerder naar de toets / het proefwerk. (Al blijven deze briefjes tijdens het proefwerk best in de boekentas )
Ik heb mijn les geleerd (Ik kan het!)
Ik blijf rustig en adem diep in. (Zo kan ik me meer herinneren en beter antwoorden.)
Als ik een vraag niet meteen kan oplossen, sla ik niet in paniek. (Ik sla die vraag over en doe eerst de andere vragen.)
Ik mag fouten maken. (Iedereen maakt fouten, ook mama, papa en de leerkracht!)
Ik heb het goed geprobeerd! (Ook al is het minder goed gegaan!)
11
6. Help! Wanneer je merkt dat je hulp niet voldoende is om je zoon/dochter te ondersteunen, geen paniek: er staan genoeg mensen klaar om jullie op te vangen! Zijn er problemen met een bepaald vak? Vraag eerst hulp aan de leerkracht. Hij/zij is ten slotte de specialist op zijn/haar vakgebied. Hij/zij kan je een pak studietips geven en tonen hoe je dit vak het best studeert. Zijn er problemen met plannen of lukt het studeren nog niet goed? Op school hebben we een team van personen die kunnen helpen: de klassenleraar, de leerlingbegeleiders en verantwoordelijken interne zorg of iemand van de GOK-medewerkers. Vlot het in het algemeen niet zo goed? Je kan altijd op school terecht voor een babbel of je kan contact opnemen met volgende instanties.
VZW VRIJ CLB-ROESELARE Kattenstraat 65 8800 Roeselare tel: 051/259 700
[email protected] Open elke werkdag: 8u - 12u en 13u - 17u Woensdag tot 18u00, vrijdag tot 16u Maandagnamiddag enkel telefonisch bereikbaar
12
TELE-ONTHAAL is 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7 bereikbaar op het telefoonnummer 106. Via www.tele-onthaal.be kan je elke avond chatten vanaf 18u (tot 23u), op woensdag al vanaf 15u.
JAC Iepersestraat 47 8800 Roeselare, 051/22.59.44
[email protected] Maandag 8.30 - 12.30 Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 8.30 - 12.30
13.00 - 17.00 13.00 - 20.00 13.00 - 20.00 13.00 - 17.00 13.00 - 17.00
Chatten kan ook op www.jac-middenwvl.be iedere vrijdag van 13u tot 15u.
Dit boekje is gebaseerd op de informatie van http://www.letop.be – Thuis leren en studeren. Technieken, vaardigheden en tips voor leerlingen en ouders. Engelen, I. (…). Huiswerktips voor ma en pa. Wolters – Plantyn.
13