Omgaan met leer- en gedragsproblemen
Omgaan met leer- en gedragsproblemen In uw functie als praktijkopleider begeleidt u studenten. Het kan zijn dat uw student een bepaalde diagnose zoals AD(H)D, Dyslexie, Autisme, Aspergersyndroom en PDD-NOS heeft. Wij willen u graag informeren over wat een bepaalde diagnose inhoudt en u daarbij bewust maken van de bijbehorende gedragskenmerken en de gevolgen daarvan. Door uw kennis en begrip hierover te vergroten, kunt u effectiever reageren op bepaald gedrag en kunt u beter aansturen naar gewenst gedrag. Hierdoor kunt u de mogelijkheden van uw studenten vergroten. We geven u tevens praktische tips voor op de werkvloer.
AD(H)D ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. De vertaling hiervan is een aandachtstekort stoornis met hyperactiviteit. AD(H)D is een diagnose die meestal in verband wordt gebracht met drukke, impulsieve kinderen. Dat AD(H)D bij (jong)volwassenen voorkomt was tot voor kort nogal onderbelicht. Vroeger dacht men dat kinderen er vanzelf overheen groeiden in de puberteit, maar na onderzoek van de afgelopen jaren is gebleken dat dit niet zo is: 30-60% houdt klachten als volwassene. AD(H)D is geen psychologisch, maar een neurologisch probleem: een stoornis in het functioneren van de hersenen. Het wordt veroorzaakt door een afwijking in de werking van neurotransmitters. In feite mist iemand met AD(H)D een filter waardoor alle prikkels van buitenaf naar binnen komen. Met ‘prikkels’ wordt alles bedoeld wat met de zintuigen wordt waargenomen: zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Het wordt voor hen erg lastig om de belangrijke prikkels te onderscheiden van de minder belangrijke prikkels. Het gevolg hiervan is dat men snel afgeleid is. Het heeft niets te maken met een hoge of lage intelligentie of doordat ze zich niet willen concentreren, maar het komt doordat hun hersenen anders werken. Het is verwarrend dat mensen met AD(H)D niet altijd snel afgeleid zijn. Ze kunnen zich soms wel goed concentreren op spannende films, computerspelletjes of andere zaken die hen interesseren. Mensen met AD(H)D kunnen zich inderdaad wel concentreren, maar ze hebben daar een veel sterkere prikkel voor nodig.
Wat is ADD? In de literatuur wordt de niet hyperactieve vorm van ADHD ook wel ADD genoemd. ADD is een subtype van AD(H)D zonder de aanwezigheid van hyperactiviteit. Daarom staat de ‘H’ vaak tussen haakjes. Deze mensen hebben minder naar buiten gerichte gedragsproblemen, maar bij hen zien we meer problemen als angst, slechte schoolprestaties en negatieve relaties met leeftijdsgenoten. Deze vorm komt vaker voor bij meisjes, maar ook bij trage, verstrooide, zachtaardige jongens. Hoewel deze mensen geen druk gedrag laten zien, voelen ze zich vaak wel ‘druk in hun hoofd’.
Kenmerken van AD(H)D
Aandachtsproblemen Mensen met AD(H)D hebben moeite om hun aandacht blijvend op een taak te richten. Door allerlei prikkels uit de omgeving kunnen zij snel afgeleid zijn. Het kost ze extra veel energie om zich dan toch te kunnen concentreren en de onbelangrijke prikkels te negeren.
Impulsiviteit Veel mensen met AD(H)D doen voordat ze denken. Het antwoord is al gegeven voordat een vraag is afgemaakt. Het ontbreekt mensen met AD(H)D aan een innerlijke controle die de remfunctie van het gedrag regelt.
Hyperactiviteit Mensen met AD(H)D hebben moeite om stil te zitten, ze kunnen niet stoppen met praten, gaan door en kunnen zich moeilijk ontspannen. Het kan ook zijn dat de hyperactiviteit zo op het oog afgenomen is, maar aanwezig blijft in de vorm van innerlijke onrust. De kenmerken komen niet altijd tegelijk voor bij mensen met AD(H)D. Sommige mensen hebben alleen problemen met aandacht en concentratie, bij anderen staat de hyperactiviteit op de voorgrond. Bij volwassenen blijken voornamelijk de aandachtsproblemen de meeste last te veroorzaken.
Gevolgen van AD(H)D AD(H)D heeft een grote invloed op het dagelijks leven. Iemand met AD(H)D kan grote moeite hebben om zich aan afspraken te houden, kan vergeetachtig zijn, kan moeite hebben met het organiseren van studie, werk en huishouden. Dit kan leiden tot problemen met opleiding, werk en relaties. Veel mensen met AD(H)D schamen zich voor hun missers, nalatigheden, schulden en slordigheden en proberen die te verbergen voor de omgeving. Volwassenen met AD(H)D denken vaak negatief over zichzelf en over hun mogelijkheden. Vooral als ze van kind af aan veel kritiek hebben gekregen op hun gedrag, zonder dat het hen duidelijk was wat zij fout deden of hoe ze dat hadden kunnen voorkomen.
Medicijngebruik bij AD(H)D Mensen met AD(H)D kunnen Methylfenidaat gebruiken. In de volksmond bekend als Ritalin (met een werkingsduur van ca. drie tot vier uur) of Concerta (met een werkingsduur van ca. acht tot twaalf uur). Methylfenidaat kan een positief effect hebben op de concentratie, hyperactiviteit en impulsiviteit. Het is belangrijk dat de medicatie op een vast moment wordt ingenomen. Wanneer het middel bijna is uitgewerkt kan er een zogenaamd “reboundeffect” optreden. Dit betekent dat de persoon in kwestie moe, prikkelbaar en ongeconcentreerd gedrag kan laten zien.
Positieve eigenschappen - AD(H)D Mensen met de diagnose AD(H)D zijn vaak ook creatief, snel enthousiast, energierijk, kunnen originele dingen bedenken, zijn ondernemend, spontaan, hebben gevoel voor humor, zijn rechtdoorzee, empathisch, kunnen snel informatie combineren en hebben een verhoogd ruimtelijk inzicht. Door gebruik te maken van deze sterke kanten is het juist waardevol om samen te werken met iemand met AD(H)D en kan deze persoon een plezierige aanvulling zijn op de werkvloer.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
2
Tips voor op de werkvloer AD(H)D • • • • • • • • • • • • • •
Maak het hebben van AD(H)D bespreekbaar en kijk met elkaar naar hoe de persoon optimaal kan Presteren. Creëer een werkplek met zo min mogelijk stoorzenders, maar sommigen werken juist beter met veel prikkels. Zorg voor een duidelijk zichtbare klok op de werkvloer. Steun bij het ordenen van de werkzaamheden (bijvoorbeeld gezamenlijk de planning per dag doornemen). Stel samen prioriteiten en laat hen het opschrijven (beter in een memoboekje, dan op een los papiertje). Verdeel grote opdrachten in korte en overzichtelijke taken. Wees duidelijk over wat er van hen verwacht wordt (wanneer moet een bepaalde taak af zijn). Check tijdens gesprekken of de boodschap helder is overgekomen of dat er nog onduidelijkheden zijn. Laat hen een agenda bijhouden met daarin de werktijden. Stuur hen op bewegingsvrijheid. Mensen met AD(H)D moeten regelmatig letterlijk hun energie kwijt door bijvoorbeeld even te lopen. Voorkom dat iemand met AD(H)D meerdere opdrachtgevers heeft. Geef hen ook complimentjes. Positieve feedback werkt beter dan alleen op fouten wijzen. Rem de werknemer af als dat nodig is, mensen met AD(H)D zijn potentiële kandidaten voor burn-out. Houd rekening met een mogelijk “reboundeffect” en pas de werkdag er eventueel op aan.
Bekende mensen met een diagnose AD(H)D die, wellicht dankzij deze diagnose, succes hadden/hebben in hun werk:Jim Carrey, Paul de Leeuw, Freek de Jonge, Wibi Soerjadi, Jochem Myer en Bert Visscher.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
3
Dyslexie De term dyslexie komt uit het Latijn en betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Mensen die dyslexie hebben, hebben moeite met lezen, spellen en schrijven terwijl zij wel een normale intelligentie hebben. De diagnose dyslexie kan pas gesteld worden als er geen andere oorzaken voor de leesproblemen worden gevonden. Dyslexie is een hardnekkig probleem bij zowel het leren lezen en spellen alsook het op tempo kunnen lezen. Wanneer de diagnose gesteld is, kan er een dyslexieverklaring worden afgegeven. Deze verklaring is vooral handig bij het volgen van een opleiding, omdat dan bewezen kan worden dat je dyslexie hebt. De opleiding kan er dan rekening mee houden door bijvoorbeeld extra tijd te geven bij toetsen of teksten met kleine letters te vergroten. Dyslexie is blijvend en gaat niet over.
Kenmerken dyslexie De kenmerken van dyslexie verschillen van persoon tot persoon. Het is belangrijk na te vragen wat de persoon in kwestie zelf als lastig ervaart. Over het algemeen hebben mensen met dyslexie last van onder andere: • Korte spanningsboog bij lezen, snel moe zijn van het lezen. • Letters zien “dansen” en hakkelen bij het hardop voorlezen. • Moeite met begrijpend lezen; snappen wat ze zojuist gelezen hebben? • Problemen bij het schrijven; moeite met spelling, onleesbaar schrijven of traag schrijftempo. • Lastig om vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes te onthouden. • Moeite op het gebied van oriëntatie en multi-tasken. • Zwakker korte termijngeheugen. • Moeite om prioriteiten te stellen en deadlines te halen of in te schatten hoe lang een taak duurt.
Gevolgen dyslexie In het dagelijks leven wordt veel geschreven en gelezen. Dit is voor iemand met dyslexie een ingewikkelde taak. Vaak komen jongeren op een lager niveau onderwijs terecht dan ze in feite qua intelligentie aan zouden kunnen. Het hebben van dyslexie kan veel invloed hebben op het zelfvertrouwen en zelfbeeld van jongeren doordat ze voortdurend worden geconfronteerd met hun moeite met lezen en zien dat anderen dit moeiteloos doen. Zij hebben meer doorzettingsvermogen nodig om hun doelen te bereiken. Mensen met dyslexie kiezen vaak voor een praktisch beroep, maar ook daar is lezen belangrijk. Op de werkvloer is het belangrijk om te realiseren dat iemand met dyslexie veel moeite moet doen om teksten te lezen en te begrijpen.
Tips voor op de werkvloer dyslexie • • • • • • •
Het is belangrijk dat begeleiders op de werkvloer weten dat iemand dyslexie heeft en hier begrip voor Toont. Bespreek welke aanpassingen binnen het werk kunnen helpen, vaak weet de persoon zelf heel goed hoe hij of zij het beste kan functioneren. Wanneer er iets gelezen moet worden, is het handig dat dit in een rustige omgeving gebeurt, zonder te veel geluiden of afleiding en dat er de tijd voor kan worden genomen. Gebruik een duidelijk lettertype, bijvoorbeeld Arial. Bij instructies is het belangrijk om korte zinnen en niet al te ingewikkeld taalgebruik te gebruiken. Laat bij instructie de taak herhalen en geef enkelvoudige opdrachten. Mensen met dyslexie kunnen onderling sterk verschillen in de mate van de kernproblemen en het aantal en de ernst van de bijkomende problemen.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
4
Autisme Autisme is een stoornis in de informatieverwerking van de hersenen. Informatie die via de zintuigen binnenkomt (zicht, geur, geluid, etc.) wordt bij mensen met autisme anders verwerkt. Zij hebben moeite om de details die zij waarnemen te verwerken tot een samenhangend geheel. Hierdoor hebben mensen met autisme problemen met communicatie, sociale interactie en verbeelding. Autisme is een beperking die invloed heeft op alle levensgebieden en in alle levensfasen. De stoornis brengt specifieke sterke en zwakke kanten met zich mee. Ruim één procent van de Nederlanders (ca. 190.000 mensen) heeft een vorm van autisme. Doordat autisme verschillende gezichten heeft, is het moeilijk om specifiek te benoemen waar de meesten mensen met autisme moeite mee hebben. De rode draad is echter dat mensen met autisme moeite hebben met het verbinden van details tot een geheel waardoor zij de wereld anders zien en beleven en er daardoor ook anders op anticiperen. Bekende vormen van autisme zijn: PDD-NOS en Aspergersyndroom. Deze vormen worden verder toegelicht. Bekende mensen met een diagnose autisme die, wellicht dankzij deze diagnose, succes hadden/hebben in hun werk: Socrates, Einstein, Leonardo da Vinci, Newton, Beethoven, Steven Spielberg en Bill Gates.
Positieve eigenschappen - Autisme Ook zijn er voordelen verbonden aan autisme waar je juist op de werkvloer je voordeel mee kunt doen. Als de verwachtingen van de werkzaamheden duidelijk en zo concreet mogelijk worden gecommuniceerd, kunnen mensen met autisme beter functioneren. Mensen met een diagnose van autisme hebben vaak veel kennis van bepaalde zaken, hebben een goed geheugen en sterk inzicht, ze kunnen onverstoorbaar doorwerken, hebben buitengewoon organisatorische vaardigheden, zijn goed in planmatig en stapsgewijs werken, hebben oog voor detail, ze begrijpen schematische weergave zeer goed en ze zijn punctueel.
Tips voor op de werkvloer - Autisme • • • • • • • • • • • • • •
Praat met elkaar over het hebben van autisme zonder de persoon te diskwalificeren en kijk samen naar hoe de werknemer optimaal kan presteren. Creëer duidelijkheid in relaties en functies, wie wat doet in het bedrijf. Stel geen hoge eisen op sociale gebieden. Gebruik concrete en duidelijke taal in gesprekken en op papier. Geef duidelijk aan waar, wanneer en aan wie er vragen gesteld kunnen worden. Geef heldere, concrete en duidelijke opdrachten. Geef voldoende tijd om informatie te verwerken door bijvoorbeeld stiltes te laten vallen in gesprekken. Een werkplek met zo min mogelijk prikkels. Hang een klok op een duidelijk zichtbare plaats. Zorg voor een rustige plek om pauzes door te brengen. Bespreek het verloop van de ochtend- en avondbegroeting die gebruikt wordt in het bedrijf. Communiceer afwezigheden van belangrijke contactpersonen door bijvoorbeeld ziekte of verlof. Kondig “feestelijkheden” aan en vertel hoe daar in het bedrijf mee wordt omgegaan. Mensen met autisme kunnen onderling sterk verschillen in de mate van de kernproblemen en het aantal en de ernst van de bijkomende problemen.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
5
Aspergersyndroom Het Aspergersyndroom (vernoemd naar de Oostenrijkse psychiater Hans Asperger) is een aan autisme verwante stoornis. Autisme is een neurologische aandoening, dus een stoornis in het functioneren van de hersenen, die de manier waarop een persoon met anderen omgaat en zijn/haar visie op de wereld beïnvloedt. Snel en simpel gezegd:“Aspergers zitten anders in elkaar”. Ze nemen de omgeving totaal anders in zich op. Ze zien anders, horen anders, voelen anders etc. Vaak horen ze kleine dingen zoals het krassen van een pen tijdens een examen vrij hard of is het licht veel te fel. Mensen met Asperger komen in eerste instantie vrij “normaal” over op andere mensen, waardoor ze nog wel eens worden overschat door hun omgeving.
Kenmerken van het Aspergersyndroom
Gebrek aan sociale vaardigheden Mensen met Asperger hebben moeite met het aangaan en onderhouden van sociale contacten en hebben problemen met het begrijpen van sociale regels en non-verbale communicatie. Mensen met Asperger kunnen de sociale afstand bijv. niet goed inschatten en gedragen zich bij de directeur hetzelfde als bij vrienden thuis. Iemand aankijken vinden ze moeilijk.
Eenzijdige interesses Vaak houden mensen met Asperger zich op een gedetailleerde en obsessieve wijze bezig met eenzijdige interesses.
Stressgevoelig Kleine veranderingen kunnen al grote paniek veroorzaken.
Slechte motoriek Volwassenen met Asperger bewegen vaak traag en houterig, hebben minder expressieve gelaatsuitdrukkingen en een wat monotonere stem.
Positieve eigenschappen - Aspergersyndroom Ook zijn er voordelen verbonden aan autisme waar je juist op de werkvloer je voordeel mee kunt doen. Als de verwachtingen van de werkzaamheden duidelijk en zo concreet mogelijk worden gecommuniceerd, kunnen mensen met autisme beter functioneren. Mensen met een diagnose van autisme hebben vaak veel kennis van bepaalde zaken, hebben een goed geheugen en sterk inzicht, ze kunnen onverstoorbaar doorwerken, hebben buitengewoon organisatorische vaardigheden, zijn goed in planmatig en stapsgewijs werken, hebben oog voor detail, ze begrijpen schematische weergave zeer goed en ze zijn punctueel.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
6
Tips voor op de werkvloer - Aspergersyndroom • • • • • • • • • • • • • •
Praat met elkaar over het hebben van Aspergersyndroom, zonder de persoon te diskwalificeren en kijk samen naar hoe de werknemer optimaal kan presteren. Creëer duidelijkheid in relaties en functies, wie wat doet in het bedrijf. Stel geen hoge eisen op sociale gebieden. Mensen met Aspergers vermijden het liefst de informele gesprekken. Gebruik concrete en duidelijke taal in gesprekken en op papier. Geef duidelijk aan waar, wanneer en aan wie er vragen gesteld kunnen worden. Geef heldere, concrete en duidelijke opdrachten. Geef voldoende tijd om informatie te verwerken door bijvoorbeeld stiltes te laten vallen in gesprekken. Een werkplek met zo min mogelijk prikkels. Hang een klok op een duidelijk zichtbare plaats. Zorg voor een rustige plek om pauzes door te brengen. Bespreek het verloop van de ochtend- en avondbegroeting die gebruikt wordt in het bedrijf. Communiceer afwezigheden van belangrijke contactpersonen door bijvoorbeeld ziekte of verlof. Kondig “feestelijkheden” aan en vertel hoe daar in het bedrijf mee wordt omgegaan. Mensen met Aspergersyndroom kunnen onderling sterk verschillen in de mate van de kernproblemen en het aantal en de ernst van de bijkomende problemen.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
7
PDD-NOS PDD-NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified, een Engelse naam voor stoornissen die worden gerekend tot de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Met PDD-NOS wordt een restcategorie aangeduid die kenmerken heeft van het autisme, maar niet genoeg om zo te worden genoemd. Pervasief betekent (in het Latijn) doordringen. Dat wil zeggen dat we bij pervasieve stoornissen te maken hebben met problemen die doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind/volwassene. Dat kan de taalontwikkeling zijn, de motorische ontwikkeling, het reageren op interne en externe prikkels, maar vooral het vermogen zich op anderen te richten en het eigen gedrag in sociale situaties goed te besturen. Mensen met PDD-NOS ontwikkelen het sociale begrip en de sociale intuïtie zeer moeizaam. Dat maakt hen vaak onzeker en angstig. Ter voorkoming van deze angst houden zij zich graag vast aan bekende regels en patronen. In hun interesses kunnen ze zelfs rigide en dwangmatig zijn. De problemen uiten zich verschillend tijdens de verschillende levensfases.
Kenmerken PDD-NOS Mensen met PDD-NOS kunnen onderling sterk verschillen in de mate van de kernproblemen en het aantal en de ernst van de bijkomende problemen. • Onhandig en angstig gedrag in sociale situaties. • Weinig begrip en gebruik van non-verbale signalen (oogcontact, gelaatsexpressie, lichaamshouding). • Het niet of nauwelijks leren van sociale ervaringen. • Het ontbreken van wederkerigheid in het persoonlijk contact. • Een eenzame, gesloten indruk maken. • Zich angstig tonen voor veranderingen. • Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines. • Zich koppig en driftig uiten (ingegeven door angst) • Een eenzijdige belangstelling tonen. • Rigide en dwangmatige gedragspatronen ontwikkelen. • Overgevoeligheid voor zintuiglijke prikkels. • Of juist weinig gevoeligheid voor geluiden, beelden, temperaturen of aanrakingen. • Een trage taalontwikkeling. • Taal in alle gevallen letterlijk nemen. • Een onhandige, stijve motoriek.
Positieve eigenschappen – PDD-NOS Ook zijn er voordelen verbonden aan autisme waar je juist op de werkvloer je voordeel mee kunt doen. Als de verwachtingen van de werkzaamheden duidelijk en zo concreet mogelijk worden gecommuniceerd, kunnen mensen met autisme beter functioneren. Mensen met een diagnose van autisme hebben vaak veel kennis van bepaalde zaken, hebben een goed geheugen en sterk inzicht, ze kunnen onverstoorbaar doorwerken, hebben buitengewoon organisatorische vaardigheden, zijn goed in planmatig en stapsgewijs werken, hebben oog voor detail, ze begrijpen schematische weergave zeer goed en ze zijn punctueel.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
8
Tips voor op de werkvloer – PDD-NOS • • • • • • • • • • • • • •
Praat met elkaar over het hebben van PDD-NOS, zonder de persoon te diskwalificeren en kijk samen naar hoe de werknemer optimaal kan presteren. Creëer duidelijkheid in relaties en functies, wie wat doet in het bedrijf. Stel geen hoge eisen op sociale gebieden. Mensen met PDD-NOS vermijden het liefst de informele gesprekken. Gebruik concrete en duidelijke taal in gesprekken en op papier. Geef duidelijk aan waar, wanneer en aan wie er vragen gesteld kunnen worden. Geef heldere, concrete en duidelijke opdrachten. Geef voldoende tijd om informatie te verwerken door bijvoorbeeld stiltes te laten vallen in gesprekken. Een werkplek met zo min mogelijk prikkels. Hang een klok op een duidelijk zichtbare plaats. Zorg voor een rustige plek om pauzes door te brengen. Bespreek het verloop van de ochtend- en avondbegroeting die gebruikt wordt in het bedrijf. Communiceer afwezigheden van belangrijke contactpersonen door bijvoorbeeld ziekte of verlof. Kondig “feestelijkheden” aan en vertel hoe daar in het bedrijf mee wordt omgegaan. Mensen met PDD-NOS kunnen onderling sterk verschillen in de mate van de kernproblemen en het aantal en de ernst van de bijkomende problemen.
Omgaan met leer- en gedragsproblemen
9